Vereniging van waterbedrijven in Nederland
Drinkwaterstatistieken 2015
Drinkwaterstatistieken 2015
European Benchmarking
Co-operation
Inleiding 4
1. De drinkwaterbedrijven 6
2. Waterwinning 10
3. Waterproductie 13
4. Waterdistributie 15
5. Waterverkoop 17
6. Watergebruik thuis 21
7. Zakelijk watergebruik naar economische activiteit 25
8. Drinkwaterbelastingen 27
9. Waterprijs 30
10. Financiële balans en investeringen 35
11. Beheerde gebieden 37
Bijlage 1
Voorzieningsgebieden en aangesloten gemeenten 2015 38
Bijlage 2
Overzicht gebruikte bronnen 41
Colofon 42
INHOUDSOPGAVE
3
Inhoudsopgave
Voor u ligt de publicatie Drinkwaterstatistieken 2015. De publicatie bevat basisgegevens over
de drinkwatersector en de ontwikkeling daarvan in de tijd. Vewin draagt met de publicatie bij
aan een transparante informatievoorziening over de drinkwatersector. De gegevens worden
tevens gebruikt voor het verstrekken van informatie aan derden, zoals aan ministeries, de
Europese Unie, bedrijven, instellingen en consumenten.
De drinkwaterbedrijven nemen sinds 1997 deel aan de Vewin-benchmark, waarmee
prestaties van de drinkwaterbedrijven transparant worden gemaakt op het gebied van
waterkwaliteit, dienstverlening, milieu en financiën & efficiency. De gegevens in dit rapport
zijn voor het grootste deel ontleend aan de benchmark database.
Drinkwaterstatistieken 2015 bevat daarnaast een aantal tabellen waarvan de data beschik-
baar zijn via andere bronnen. Zo zijn de gegevens in het tarievenoverzicht (tabel 17)
afkomstig van de Vewin publicaties Tarievenoverzicht drinkwater 2014, respectievelijk 2015.
De gegevens over de deelgebruiken van drinkwater in huis komen uit de rapportage Water-
gebruik Thuis 2013, opgesteld door TNS NIPO in opdracht van Vewin. Verder zijn een aantal
gegevens opgenomen die zijn verkregen van het CBS, zoals de verdeling van het zakelijk
drinkwatergebruik over bedrijfscategorieën (tabel 12).
Het brancheoverzicht (tabel 1) geeft een samenvatting van de gegevens in het rapport.
In de volgende hoofdstukken worden de diverse aspecten uit dit overzicht nader uitgewerkt:
eerst de algemene gegevens over de drinkwaterbedrijven (1), gevolgd door de waterwinning
(2), de waterproductie (3), de waterdistributie (4), de waterverkoop (5), het watergebruik in
huis (6), het zakelijk watergebruik (7), de drinkwaterbelastingen (8) en de waterprijs (9).
Hoofdstuk 10 is gewijd aan de financiële sectorbalans en de investeringen en als laatste
wordt in hoofdstuk 11 ingegaan op de door de drinkwaterbedrijven beheerde gebieden.
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
4
Inleiding
Tabel 1 - Brancheoverzicht
1990 2000 2010 2013 2014
Algemeen
aantal drinkwaterbedrijven 52 24 10 10 10
aantal werknemers (fte) 1) 8.422 6.803 5.228 5.002 4.939
aantal aansluitingen (x 1.000) 2) 5.674 7.042 7.701 7.973 8.011
transport- en hoofdleidingnet (x 1.000 km) 93 108 118 119 119
Drinkwaterproductie (miljoen m3)
eigen productie 1.227 1.183 1.136 1.126 1.124
importsaldo en inkoop bij derden 10 4 7 8 9
Drinkwaterlevering
afzet (miljoen m3) 1.167 1.127 1.090 1.076 1.068
omzet (miljoen €) 3) 743 1.418 1.442 1.351 1.347
Financiële aspecten (miljoen €)
investeringen 263 419 458 431 472
belastingen op drinkwater 4) . 334 399 258 402
1) Aantal werknemers op de eigen loonlijst, herrekend naar volledige werkweek.
2) Vanaf 2000 administratieve aansluitingen (verbruiksadressen), daarvoor technische aansluitingen (hoofdaansluitingen).
3) Bestaat uit vergoedingen voor het variabele tarief, het vastrecht en/of de beschikbaar gestelde capaciteit.
Exclusief Belasting op Leidingwater en btw.
4) Grondwaterbelasting, provinciale grondwaterheffingen, precario, Belasting op Leidingwater en btw.
I N L E I D I N G
5
AlgemeenVan de drinkwaterbedrijven worden in de tabellen 2 en 3 een aantal algemene karakteristieken
weergegeven. Figuur 1 geeft de voorzieningsgebieden weer. In bijlage 1 zijn de gemeenten
per voorzieningsgebied weergegeven.
Figuur 1 - Watervoorzieningsgebieden
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
6
1. De drinkwaterbedrijven
D R I N K W A T E R B E D R I J V E N
7
TypologieAlle tien drinkwaterbedrijven produceren en distribueren drinkwater. Waternet houdt zich naast
drinkwaterproductie en -distributie ook bezig met de verwerking van afvalwater en het beheer
van grond- en oppervlaktewater. Naast de tien drinkwaterbedrijven zijn in Nederland de Water-
transportmaatschappij Rijn-Kennemerland (WRK) en het Waterwinningsbedrijf Brabantse
Biesbosch (WBB) actief. WRK en WBB distribueren geen drinkwater, maar leveren gedeeltelijk
gezuiverd water aan de drinkwaterbedrijven en de industrie. De bedrijfsvoering van WRK is
ondergebracht bij Waternet en PWN, de bedrijfsvoering van WBB bij Evides Waterbedrijf.
RechtsvormMet uitzondering van Waternet (stichting) zijn de drinkwaterbedrijven naamloze vennoot-
schappen, met gemeenten en provincies als aandeelhouders. Evides N.V. voert de drink-
wateractiviteiten uit in dochteronderneming Evides Drinkwater B.V. Stichting Waternet is
opgericht door de gemeente Amsterdam en het Waterschap Amstel Gooi en Vecht. Naast de
drinkwatervoorziening zijn in de stichting de gemeentelijke riolering en de uitvoeringstaken
van het waterschap ondergebracht.
Tabel 2 - Kengetallen voorzieningsgebieden per 31-12-2014
Inwoners Oppervlakte Werknemers Netlengte
x 1.000 km2 fte 1) km
n Brabant Water 2.460 5.026 700 18.135
n Dunea 1.267 601 517 4.775
n Evides Waterbedrijf 2.085 3.226 527 13.152
n Oasen 756 1.115 267 4.108
n PWN 1.682 3.628 523 9.918
n Vitens 5.613 15.208 1.226 47.192
n Waternet 982 287 399 2) 3.107
n Waterbedrijf Groningen 597 2.403 227 5.065
n Waterleidingmaatschappij Drenthe 434 2.486 154 4.937
n WML 1.118 2.209 399 8.757
Nederland 16.993 36.189 4.939 119.146
1) Fte eigen loonlijst
2) Personeel werkzaam t.b.v. de drinkwatervoorziening
Tabel 3 - Drinkwater per voorzieningsgebied 2014
Aansluitingen1) Productie Afzet Omzet
x 1.000 miljoen m3 miljoen m3 miljoen €
n Brabant Water 1.125 175 164 158
n Dunea 611 77 72 125
n Evides Waterbedrijf 1.032 168 154 198
n Oasen 343 41 45 66
n PWN 783 88 99 169
n Vitens 2.598 341 326 357
n Waternet 495 88 67 99
n Waterbedrijf Groningen 281 45 42 43
n Waterleidingmaatschappij Drenthe 201 31 28 29
n WML 541 70 71 103
Nederland 8.011 1.124 1.068 1.347
1) Administratieve aansluitingen per 31-12-2014
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
8
Ontwikkeling van het aantal bedrijvenIn het midden van de 19e eeuw ontstonden de eerste waterleidingbedrijven, te beginnen met
het waterbedrijf van Amsterdam. Geleidelijk aan werd heel Nederland op de waterleiding
aangesloten. Door samenvoegingen van bedrijven daalde later het aantal weer. De ontwik-
keling van het aantal drinkwaterbedrijven is in figuur 2 weergegeven. Thans voorzien tien
drinkwaterbedrijven heel Nederland van drinkwater.
PersoneelIn figuur 3 is de ontwikkeling van het werkzame personeel in de sector weergegeven. Tussen
1990 en 2005 daalde het aantal fte dat op de loonlijst van de drinkwaterbedrijven staat met
ruim 40%. Nadien is het aantal fte blijven schommelen rond de 5000. In 2014 bedraagt het
aantal fte 4939, terwijl daarnaast 389 fte aan uitzendkrachten worden ingehuurd.
D R I N K W A T E R B E D R I J V E N
9
0
50
100
150
200
250 Aantal
1850 1870 1890 1910 1930 1950 1970 1990 2010
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
7.000
8.000
9.000 Fte
Eigen loonlijst
Uitzendkrachten
1990
19
92
1994
19
96
1998
20
00
2002
20
04
2006
20
08
2010
20
12
2014
Figuur 2
Ontwikkeling aantal
drinkwaterbedrijven
Figuur 3
Ontwikkeling
werkzaam personeel
WaterbalansIn figuur 4 staat de waterbalans van 2014. In de balans staan voor de sector als geheel de
gewonnen, de geproduceerde en de geleverde hoeveelheden water. De waterwinning is
weergegeven per type ruwwaterbron en naar verwerkingsmethode (directe verwerking en
infiltratie). De leveringen zijn onderverdeeld in eindleveringen aan de huishoudens en de
zakelijke markt en onderlinge leveringen tussen drinkwaterbedrijven (levering en gros).
De leveringen van WRK aan de drinkwaterbedrijven zijn hierbij meegenomen als en gros
levering. WBB daarentegen is meegenomen als onderdeel van Evides Waterbedrijf. Ander
water is in de waterbalans alleen meegenomen voor zover geproduceerd en geleverd door
de drinkwater-bedrijven (exclusief dochter- en zusterondernemingen) en door WRK.
WaterwinningBoven in de waterbalans (figuur 4) staat per type ruwwaterbron hoeveel water in de sector
in zijn totaliteit wordt gewonnen. In tabel 4 worden deze hoeveelheden gespecificeerd per
waterbedrijf.
Tabel 4 - Waterwinning 2014 (miljoen m3)
Totaal Grond- Oever- Natuurlijk Oppervlakte-
water grondwater duinwater water
n Brabant Water 181 181 - - -
n Dunea 77 - - - 77
n Evides Waterbedrijf 1) 204 17 - - 187
n Oasen 43 6 37 - -
n PWN 32 5 - 2 25
n Vitens 352 342 10 - -
n Waternet 36 - - 12 25
n Waterbedrijf Groningen 47 42 - - 5
n Waterleidingmaatschappij Drenthe 32 32 - - -
n WML 72 51 21 - -
n Watertransportmaatschappij 148 - - - 148
Rijn-Kennemerland
Nederland 1.224 675 68 14 466
1) Inclusief Waterwinningsbedrijf Brabantse Biesbosch
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
10
2. Waterwinning
Figuur 4 - Waterbalans 2014 (miljoen m3)
W A T E R W I N N I N G
11
Onttrekkinggrondwater
Derden
‘En gros’ Productieverliezen
Levering ‘en gros’halffabrikaat
Levering ‘en gros’
Inkoop halffabrikaat
Inkoop ‘en gros’halffabrikaat
Aflevering ander waterkwaliteit
Onttrekkingnatuurlijk duinwater
Onttrekkinguit duinen
Onttrekkinganders
Onttrekkingoevergrondwater
Onttrekkingoppervlaktewater
Kunstmatige infiltratie
Voorraadvorming
Directe verwerking ¹)
675 14 68 466
1.142
1.224
Infiltratie processen
180 0
85
27
5
65
Buitenland
Inkoop ‘en gros’
¹) 93 miljoen m³ wordt na onderlinge levering alsnog geïnfiltreerd. Als geheel heeft de sector derhalve 1.049 miljoen m³ direct verwerkt (1.142 directe verwerking minus 93 inkoop ‘en gros’ t.b.v. infiltratie) en 177 miljoen m³ geïnfiltreerd (85 plus 93).
Inkoop drinkwaterNiet in rekening
gebracht gebruik ²)
49
11
1.124
Distributieprocessen
1.070
Huishoudens Zakelijke markt Buitenland
Voorraadvorming
–2 –2
783 285 2
93
117
22
38
37
180
Productieprocessen(zuivering)
69
39
²) Inclusief niet verrekende verkoop (bijv. bluswater) en meetverschillen.
De totale waterwinning in 2014 bedraagt 1.224 miljoen m3, 53 miljoen m3 minder dan 10 jaar
geleden (-4,1%). Ten opzichte van 2013 bleef de hoeveelheid gewonnen water nagenoeg gelijk.
In figuur 5 is een tijdreeks van de waterwinning weergegeven naar type bron. Tussen 1990 en
2000 steeg het procentueel aandeel van oppervlaktewater in de totale winning van 34% naar
39%, terwijl het aandeel (oever)grondwater inclusief natuurlijk duinwater daalde van 66%
naar 61%. Vervolgens bleef de verhouding van de beide bronnen vrijwel gelijk. Sinds 2008
bedraagt het procentueel aandeel van oppervlaktewater 38% en dat van (oever)grondwater
inclusief natuurlijk duinwater 62%.
Figuur 5 - Ontwikkeling waterwinning naar bron
Het gewonnen water wordt voor een deel verwerkt tot ‘ander water’ (zie hoofdstuk 3).
Exclusief het water dat voor ‘ander water’ gewonnen wordt, bedraagt het aandeel opper-
vlaktewater thans 35% en het aandeel (oever)grondwater inclusief natuurlijk duinwater 65%.
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
12
0
200
400
600
800
1.000 Miljoen m³
1990
19
92
1994
19
96
1998
20
00
2002
20
04
2006
20
08
2010
20
12
2014
(Oever)grondwater
Natuurlijk duinwater
Oppervlaktewater
Productie drinkwaterIn tabel 3 (hoofdstuk 1) staan de geproduceerde hoeveelheden drinkwater per bedrijf in 2014.
Gezamenlijk produceerde de sector 1.124 miljoen m³ drinkwater, 27 miljoen m3 minder dan
tien jaar geleden in 2004 (-2,4%) en 102 miljoen m3 minder dan in het topjaar 1990 (-8,4%).
Ten opzichte van 2013 nam de productie af met 2,2 miljoen m3 (-0,2%). De ontwikkeling van
de omvang van de productie sinds 1950 is weergegeven in figuur 6. Daarbij is inzichtelijk
gemaakt uit welke bronnen het drinkwater is bereid.
WateronthardingAls onderdeel van het zuiveringsproces ontharden de drinkwaterbedrijven het drinkwater.
Ontharding heeft als voordeel dat minder kalkaanslag optreedt zoals in warmwater apparatuur,
het koffiezetapparaat en in de badkamer. Daarnaast is bij het wassen ook minder wasmiddel
nodig. Figuur 7 toont de hardheid van het Nederlands drinkwater per regio.
Productie van ander waterAnder water is water dat niet van drinkwaterkwaliteit is. Meestal gaat het om toepassingen
waarvoor een minder vergaande zuivering volstaat (bijvoorbeeld proceswater), maar het kan
ook gaan om specifieke toepassingen waarvoor juist een verdergaande zuivering nodig is
(bijvoorbeeld demiwater). Zoals aangegeven in de waterbalans (figuur 4), heeft de sector
(inclusief WRK) 69 miljoen m3 ander water afgezet in 2014. Deze hoeveelheid bestaat
voornamelijk uit leveranties van WRK aan industriële afnemers en uit de levering van het
drinkwaterbedrijf van Evides Waterbedrijf aan haar industriewaterpoot.
W A T E R P R O D U C T I E
13
3. Waterproductie
0
200
400
600
800
1.000
1.200
1.400
1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010
(Oever)grondwater
Natuurlijk duinwater
Oppervlaktewater
Miljoen m³
Figuur 6 - Ontwikkeling drinkwaterproductie naar bron
Zeer zacht water
Zacht water
Gemiddeld water
Vrij hard water
Hard water
Daarnaast – niet in de waterbalans opgenomen – vindt levering van ander water plaats door
specifiek op ander water gerichte dochter- en zusterondernemingen. Deze groep onder-
nemingen produceerde in 2014 ca. 75 miljoen m3 voor de Nederlandse markt. Dit is exclusief
water dat wordt geproduceerd in installaties die worden beheerd en bedreven in opdracht
van de klant. Hierbij vindt feitelijk geen waterlevering plaats.
Figuur 7 - Hardheid Nederlands drinkwater
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
14
Zeer zacht water
Zacht water
Gemiddeld water
Vrij hard water
Hard water
Tabel 5 geeft een overzicht van de lengte en de samenstelling van het transport- en
hoofdleidingnet per 31 december 2014. De ontwikkeling van de netlengtes van de meest
toegepaste materialen staat in figuur 8. Hierin komt duidelijk de toename van het gebruik van
PVC naar voren. Thans bestaat meer dan de helft van het drinkwaternet uit PVC. Tegelijkertijd
nemen de netlengtes van de materiaalsoorten ‘asbestcement’ en ‘gietijzer’ geleidelijk af.
Tabel 5 - Lengte en samenstelling van het transport- en hoofdleidingnet 2014 (kilometer)
n Brabant Water 18.135 9.630 6.576 1.365 284 70 95 45 70
n Dunea 4.775 2.138 688 683 363 220 34 93 556
n Evides Waterbedrijf 13.152 7.345 3.091 508 1.264 11 795 68 70
n Oasen 4.108 2.347 293 136 1.089 52 184 2 5
n PWN 9.918 2.373 4.189 628 1.822 497 173 193 43
n Vitens 47.192 30.089 9.485 3.800 3.290 90 164 80 194
n Waternet 3.107 930 62 732 233 495 106 366 182
n Waterbedrijf Groningen 5.065 2.245 1.639 906 116 - 119 21 20
n Waterleidingmaatschappij Drenthe 4.937 3.609 1.025 - 144 158 1 - -
n WML 8.757 1.739 3.763 536 87 1.737 890 2 2
Nederland 119.146 62.445 30.812 9.294 8.691 3.330 2.561 871 1.142
W A T E R D I S T R I B U T I E
15
4. Waterdistributie
Tota
al
PVC
Asbe
stce
men
tGi
etijz
erPo
lyet
heen
(PE)
Nodul
air g
ietij
zer
Staa
l
Beto
n
Over
ig
Figuur 8 - Ontwikkeling drinkwaternet
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
16
1955
1960
1965
1970
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
2014
Overig
140.000Km
120.000
100.000
80.000
60.000
40.000
20.000
0
Polyetheen
PVC
Gietijzer
Asbestcement
Afzet en omzet 2014In tabel 3 (hoofdstuk 1) staan per bedrijf de drinkwaterafzet en de drinkwateromzet in 2014.
In de waterbalans (hoofdstuk 2) is de afzet van ander water opgenomen. Tabel 6 geeft een
totaaloverzicht van de drinkwaterverkopen in 2014 met een onderverdeling in huishoudens
en zakelijke markt. Deze onderverdeling is in tabel 7 gespecificeerd per drinkwaterbedrijf.
Tabel 6 - Samenvatting drinkwaterverkoop 2014
Eindafnemers huishoudens 7.826.924 783 100,1 1.072 1,37
Eindafnemers zakelijke markt 183.637 285 1.550 275 0,97
Eindafnemers totaal 8.010.561 1.068 133 1.347 1,26
En gros . 37 . 22 0,58
Export . 2 . . .1) Bestaat uit vergoedingen voor het variabele tarief, het vastrecht en/of de beschikbaar gestelde capaciteit.
Exclusief Belasting op Leidingwater en btw.
Tabel 7 - Drinkwaterafzet in voorzieningsgebieden naar segment 2014 (miljoen m3)
Huishoudens Zakelijke markt Totaal
n Brabant Water 101 63 164
n Dunea 54 18 72
n Evides Waterbedrijf 100 54 154
n Oasen 31 14 45
n PWN 81 18 99
n Vitens 269 57 326
n Waternet 48 20 67
n Waterbedrijf Groningen 24 18 42
n Waterleidingmaatschappij Drenthe 23 5 28
n WML 51 19 71
Nederland 783 285 1.068
W A T E R V E R K O O P
17
5. Waterverkoop
Adm
inis
tratie
ve
aans
luiti
ngen
Afze
tm
iljoe
n m
3
Gem
idde
lde
afze
t
m3 / a
ansl
uitin
gOm
zet
1)m
iljoe
n €
Gem
idde
lde
prijs
1)
€ /
m3
Ontwikkeling van de afzetIn de vorige eeuw nam de afzet van drinkwater in Nederland sterk toe: van ca. 300 miljoen m3
in 1950 tot ca. 800 miljoen m3 in 1970 en vervolgens tot een niveau van ca. 1.160 miljoen m3
in de jaren 1990-1995. Sindsdien is de afzet met ca. 100 miljoen m3 afgenomen (figuur 9), wat
neerkomt op een gemiddelde daling van 0,4% per jaar. Tussen 1995 en 2005 was de daling
het sterkst (-85 miljoen m3; -0,7%/jaar). Hierna bleef de afzet tot 2010 nagenoeg constant.
Tussen 2010 en 2014 is opnieuw een dalende trend zichtbaar (-0,5%/jaar).
Periodes van extreme hitte en/of droogte hebben een verhogend effect op het huishoudelijk
gebruik. De jaren 2003 en 2006 zijn hier voorbeelden van.
In de figuren 10 en 11 is de ontwikkeling van de afzet gespecificeerd naar de gebruikers-
groepen huishoudens en zakelijk gebruik1). Hieruit blijkt dat de afzetdaling vooral plaats vond
in het zakelijk segment. Hier daalde het gebruik tussen 1990 en 2014 met 84 miljoen m3 (-
23%), dit ondanks een groeiende economie en werkgelegenheid (figuur 12).
Tussen 1995 en 2005 bedroeg de daling 57 miljoen m3 (gemiddeld -1,6% per jaar). Oorzaken
hiervan waren waterbesparing, waterhergebruik en substitutie van drinkwater door ander
water en eigen waterwinningen. Na een lichte stijging tussen 2005 en 2010, is de laatste
jaren in de zakelijke markt opnieuw sprake van een afzetdaling. Tussen 2010 en 2014 daalde
de afzet van 303 naar 285 miljoen m3 (gemiddeld -1,5% per jaar).
Het huishoudelijk drinkwatergebruik is ten opzichte van 1990 slechts weinig gewijzigd.
Het daalde in 24 jaar met 14 miljoen m3, ofwel met 1,8% (minder dan 0,1% per jaar).
Het hoofdelijk huishoudelijk watergebruik in huis is weliswaar fors gedaald (tabel 8),
maar dit wordt grotendeels gecompenseerd door bevolkingsgroei (figuur 13).
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
18
1) In de figuren 10 en 11 is per gebruikersgroep de ontwikkeling van de afzet sinds 1990 weergegeven. De cijfers tot 2007 betreffen
gecorrigeerde gegevens. De oorspronkelijke tijdreeks toonde voor het zakelijk gebruik in 2007 een sterke daling en voor het huishoudelijk
gebruik een sterke stijging. Deze omwisseling betrof geen werkelijke wijziging, maar was het gevolg van een administratieve wijziging
in 2007 bij één van de bedrijven in verband met een harmonisatie in de registratie van gebruikersgroepen. Om de vergelijkbaarheid met
eerdere jaren te herstellen is in samenwerking met het CBS de oorspronkelijke tijdreeks (1990-2006) gecorrigeerd.
W A T E R V E R K O O P
19
600 1990 1993 1996 1999 2002 2005 2008 2011 2014
650
700
750
800
850
900 Miljoen m³
200 1990 1993 1996 1999 2002 2005 2008 2011 2014
250
300
350
400
450
500 Miljoen m³
900 1990 1993 1996 1999 2002 2005 2008 2011 2014
950
1.000
1.050
1.100
1.150
1.200 Miljoen m³
Figuur 9
Ontwikkeling
drinkwaterafzet
Figuur 10
Ontwikkeling
drinkwaterafzet
huishoudens
Figuur 11
Ontwikkeling
drinkwaterafzet
zakelijke markt
Bron: CBS
Bron: CBS
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
20
85 1990 1995 2000 2005 2010 2013
90
95
100
105
110
115
120
125 Index (1990 = 100)
Figuur 13 - Huishoudelijk drinkwatergebruik vs. bevolkingsgroei
Aantal huishoudens
Omvang bevolking
Watergebruik huishoudens (m3)
Gebruik per persoon
70 1990 1995 2000 2005 2010 2013
80
90
100
110
120
130
140
150
160
170 Index (1990 = 100)
Figuur 12 - Zakelijk drinkwatergebruik vs. ontwikkeling van de economie
Bruto binnenlands product
Werkgelegenheid
Zakelijk watergebruik (m3)
Huishoudelijk drinkwatergebruik naar toepassingVewin laat periodiek onderzoek uitvoeren onder de Nederlandse huishoudens naar de
hoeveelheid en toepassing van het watergebruik in huis. In tabel 8 zijn de belangrijkste
uitkomsten weergegeven van het in 2013 door TNS-NIPO uitgevoerde onderzoek. De
belangrijkste toepassingen van het drinkwater in huis zijn de douche, het toilet en de
wasmachine (figuur 14).
Het huishoudelijk watergebruik per gezinslid daalde tussen 1995 en 2013 met ruim 13%. Dit
komt vooral door de steeds verdergaande invoering van zuinige toiletten en wasmachines.
Ook het watergebruik via het bad nam af. Het watergebruik via de douche daarentegen is in
de loop van de tijd toegenomen (figuur 15), dit als gevolg van langer douchen en de toename
van comfortdouches.
Tabel 8 - Huishoudelijk drinkwatergebruik (liter per persoon per dag)
Toepassing 1995 1998 2001 2004 2007 2010 2013
Bad 9,0 6,7 3,7 2,8 2,5 2,8 1,8
Douche 38,3 39,7 42,0 43,7 49,8 48,6 51,4
Wastafel 4,2 5,1 5,2 5,1 5,3 5,0 5,2
Toiletspoeling 42,0 40,2 39,3 35,8 37,1 33,7 33,8
Kleding wassen, hand 2,1 2,1 1,8 1,5 1,7 1,1 1,4
Kleding wassen, machine 25,5 23,2 22,8 18,0 15,5 14,3 14,3
Afwassen, hand 4,9 3,8 3,6 3,9 3,8 3,1 3,6
Afwassen, machine 0,9 1,9 2,4 3,0 3,0 3,0 2,0
Voedselbereiding 2,0 1,7 1,6 1,8 1,7 1,4 1,0
Koffie, thee en water drinken 1,5 1,5 1,5 1,6 1,8 1,8 1,0
Overig 6,7 6,1 6,7 6,4 5,3 5,3 3,4
Totaal 137,1 131,9 130,7 123,8 127,5 120,1 118,9
W A T E R G E B R U I K T H U I S
21
6. Watergebruik thuis
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
22
12 %
4 %
28 %
43 %
33
2 2 1 1 1
DoucheToiletspoelingKleding wassen, machineWastafelAfwassen, handOverigAfwassen, machineBadKleding wassen, handKoffie, thee, water drinkenVoedselbereiding
Figuur 14 - Drinkwater in huis naar toepassing (2013)
Figuur 15 - Ontwikkeling drinkwatergebruik naar toepassing (liter per persoon per dag)
0 1995 1998 2001 2007 20102014 2013
10
20
30
40
50
60
Douche
Toiletspoeling
Kleding wassen, machine
Bad
In de tabellen 9-11 is het watergebruik uitgesplitst naar leeftijd, huishoudgrootte en sekse.
Het meeste water wordt gebruikt in de leeftijdscategorie 25-34, vooral doordat deze categorie
relatief vaak en lang doucht. Ook de leeftijdscategorie 18-24 jaar gebruikt relatief veel water
voor douchen. Ouderen daarentegen gebruiken relatief meer water voor het doorspoelen
van het toilet.
Tabel 9 - Watergebruik naar leeftijd 2013 (liter per persoon per dag)
Toepassing 0-12 jr. 13-17 jr. 18-24 jr. 25-34 jr. 35-44 jr. 45-54 jr. 55-64 jr. 65+ jr.
Bad 4,3 1,1 0,2 0,7 2,9 1,7 1,3 1,1
Douche 31,9 58,8 74,0 91,3 59,2 48,2 38,1 35,0
Wastafel 5,2 4,8 6,5 6,1 4,5 4,4 5,4 5,2
Toiletspoeling 25,1 26,9 35,1 33,3 32,2 35,0 37,6 41,1
Kleding wassen, hand 0,4 0,6 1,0 0,9 1,7 2,0 1,8 2,4
Kleding wassen, machine 10,9 11,9 12,9 14,2 14,8 15,8 16,7 15,1
Afwassen, hand 0,9 1,3 2,4 4,5 2,9 3,3 4,8 7,4
Afwassen, machine 2,6 2,1 2,2 1,1 1,8 2,3 2,0 1,6
Voedselbereiding 0,5 0,4 2,5 1,0 0,9 1,1 1,0 1,8
Koffie / thee 0,3 0,4 1,9 0,6 0,5 0,8 0,6 0,6
Water drinken 0,3 0,5 0,9 0,6 0,6 0,3 0,3 0,4
Overig keukenkraan 1,8 2,6 8,0 4,4 2,6 3,9 2,8 5,3
Totaal 84,1 111,3 147,6 158,9 124,5 118,7 112,5 117,0
Personen uit kleine huishoudens gebruiken per persoon meer water dan personen behorend
tot grotere huishoudens. Dit wordt verklaard doordat bepaalde toepassingen tegelijkertijd
kunnen worden ingezet voor meer gezinsleden. De 2-persoonshuishoudens blijken per
persoon echter meer water te gebruiken dan de éénpersoonshuishoudens. Vooral het hogere
gebruik via het toilet blijkt hier debet aan. De achterliggende oorzaak hiervan is dat in
Nederland ouderen (relatief hoog gebruik via toilet) binnen de 2-persoonshuishoudens iets
oververtegenwoordigd zijn.
W A T E R G E B R U I K T H U I S
23
Tabel 10 - Watergebruik naar huishoudgrootte 2013 (liter per persoon per dag)
Toepassing 1-pers. 2-pers. 3-pers. 4-pers 5+
Bad 0,4 1,4 2,7 3,4 3,2
Douche 54,2 48,9 53,9 49,7 51,4
Wastafel 5,5 5,2 5,4 4,7 5,5
Toiletspoeling 33,7 39,0 31,4 31,0 28,5
Kleding wassen, hand 1,3 2,6 0,8 0,6 0,6
Kleding wassen, machine 16,3 16,7 12,7 12,4 9,4
Afwassen, hand 6,4 5,2 2,0 1,5 1,2
Afwassen, machine 1,2 2,1 2,0 2,6 1,7
Voedselbereiding 1,4 1,4 0,8 0,6 0,8
Koffie/thee 0,9 0,6 0,6 0,4 0,5
Water drinken 0,6 0,4 0,3 0,3 0,4
Overig 4,6 4,5 3,0 1,7 3,1
Totaal 126,5 128,0 115,6 108,7 106,4
Wat verder opvalt is dat vrouwen meer water gebruiken dan mannen. Dit komt vooral door
een hoger watergebruik via het toilet.
Toepassing Man Vrouw
Bad 1,6 2,0
Douche 50,0 52,3
Wastafel 5,5 5,0
Toiletspoeling 29,9 37,1
Kleding wassen, hand 1,5 1,3
Kleding wassen, machine 13,7 14,7
Afwassen, hand 3,7 3,4
Afwassen, machine 2,0 2,0
Voedselbereiding 0,7 1,3
Koffie/thee 0,5 0,6
Water drinken 0,4 0,4
Overig keukenkraan 2,9 3,8
Totaal 112,4 124,0
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
24
Tabel 11
Watergebruik naar
sekse 2013 (liter per
persoon per dag)
Het CBS rapporteert periodiek een uitsplitsing van het drinkwatergebruik in Nederland (CBS,
2015). De verdeling van het totaal drinkwatergebruik over de huishoudens en de zakelijke
markt ontleent het CBS daarbij aan de waterleidingstatistieken van Vewin. Het zakelijk
gebruik uit de waterleidingstatistiek wordt door het CBS nader onderverdeeld naar
economische activiteit. De meest recente gegevens waarvoor dit is gebeurd, is het zakelijk
gebruik van 2012. Een overzicht van de onderverdeling is weergegeven in tabel 12. De code
in de eerste kolom is de zgn. sbi-code volgens de laatste standaard bedrijfsindeling van het
CBS voor economische activiteiten (sbi 2008).
Hoe heeft het CBS het drinkwatergebruik per activiteit bepaald?De zakelijke markt bestaat grofweg uit de landbouw, de industrie en de dienstensector. De
herkomst/berekening van het drinkwatergebruik is voor elk van deze groepen verschillend:
Landbouw
Het drinkwatergebruik in de landbouw ontleent het CBS aan onderzoek van het Landbouw
Economisch Instituut.
Industrie
Het drinkwatergebruik in de industrie bepaalt het CBS door raadpleging van milieujaarverslagen
van individuele industriële bedrijven. De som van het watergebruik van de individuele bedrij-
ven mét een milieujaarverslag hoogt het CBS op naar totalen per bedrijfstak op basis van de
ratio van de industriële productie van deze bedrijven vs. de totale productie van de bedrijfstak.
Voor de ontbrekende bedrijfstakken (zonder milieujaarverslagen) wordt een schatting gemaakt
op basis van historische gebruiksdata die vroeger zijn verzameld middels enquêtes onder de
bedrijven.
Dienstensector
Bij de dienstensector heeft het CBS eerst per economische activiteit de relatie vastgesteld
tussen de hoeveelheid gebruikt drinkwater en het aantal werkzame personen. Dit is gebeurd
op basis van klantenbestanden van enkele drinkwaterbedrijven. Door deze klantenbestanden
te koppelen aan het bedrijvenregister van het CBS kon aan elk leveringsadres (en de hoeveel-
heid aan het adres geleverd drinkwater cnform het klantenbestand) de sbi-code van de
economische activiteit en het aantal werkzame personen worden toegevoegd. Door deze
koppeling kon voor elke economische activiteit het gemiddelde drinkwatergebruik per
werkzame persoon worden bepaald. Dit gemiddelde wordt vervolgens vermenigvuldigd met
het actuele totaal aantal werkzame personen in de sbi-klasse van de economische activiteit
om het gebruik in die sbi-klasse in te schatten.
Z A K E L I J K W A T E R G E B R U I K
25
7. Zakelijk watergebruik naar economische activiteit
Ten opzichte van de verdeling over de bedrijfstakken die is gepresenteerd in Drinkwater-
statistieken 2012 (zakelijk gebruik 2004-2008) is de nauwkeurigheid van de cijfers verbeterd.
In de door het CBS als basis gebruikte milieujaarverslagen wordt geen onderscheid gemaakt
tussen drinkwater en ‘ander water’. In de nieuwe verdeling heeft het CBS speciale aandacht
besteed aan de verwijdering van de component ‘ander water’ uit deze gegevens.
Tabel 12 - Zakelijk drinkwatergebruik naar economische activiteit (miljoen m3)
SBI Economische activiteit 2005 2010 2011 2012
A-U Alle economische activiteiten 295,5 303,4 298,6 287,4
A Landbouw, bosbouw en visserij 47,6 43,8 42,7 39,3
B Delfstoffenwinning 4,1 4,2 4,1 3,5
C Industrie 143,4 138,3 134,1 132,0
10-12 Voedings-, genotmiddelenindustrie 60,3 60,2 63,5 62,8
13-15 Textiel-, kleding-, lederindustrie 2,5 2,5 2,4 1,5
16-18 Hout-, papier-, grafische industrie 5,0 3,2 3,0 3,0
19 Aardolie-industrie 16,4 13,9 13,1 11,5
20 Chemische industrie 23,0 26,1 23,1 27,6
21 Farmaceutische industrie 15,7 8,7 6,8 5,6
22-23 Kunststof- en bouwmateriaalindustrie 7,3 8,3 7,7 7,0
24-25 Basismetaal, metaalproductenindustrie 4,5 4,8 4,1 3,5
26-27 Elektrische en elektronische industrie 3,1 3,9 3,7 3,5
28 Machine-industrie 2,4 3,3 3,3 3,0
29-30 Transportmiddelenindustrie 2,3 2,3 2,2 2,1
31-33 Overige industrie en reparatie 1,0 1,1 1,0 0,9
D Energievoorziening 2,3 8,6 9,6 3,3
E Waterbedrijven en afvalbeheer 3,6 5,0 3,5 4,5
F Bouwnijverheid 3,0 2,9 2,8 2,8
G-I Handel, vervoer en horeca 33,8 35,5 36,3 36,5
J Informatie en communicatie 0,8 0,8 0,8 0,8
K Financiële dienstverlening 2,1 2,0 2,0 1,9
L Verhuur en handel van onroerend goed 3,9 4,0 3,9 3,8
M-N Zakelijke dienstverlening 3,8 4,0 4,0 4,1
O-Q Overheid en zorg 26,7 29,4 29,7 29,7
R-U Cultuur, recreatie, overige diensten 20,5 25,0 24,9 25,4
Bron: CBS
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
26
Drinkwaterbedrijven hebben te maken met provinciale grondwaterheffing, leiding- en
concessievergoedingen (precario), Belasting op Leidingwater (BoL) en btw (6%). De eerste
twee zijn kostprijsverhogende belastingen die worden gedekt via het drinkwatertarief, de
twee laatstgenoemde belastingen (BoL en btw) zijn verbruiksbelastingen die het waterbedrijf
namens de consument afdraagt aan de fiscus. Deze komen bovenop het drinkwatertarief van
het waterbedrijf en maken geen onderdeel uit van de drinkwateromzet. Tot 2012 hadden de
bedrijven bovendien te maken met een landelijke grondwaterbelasting.
Tabel 13 geeft de tariefontwikkeling van de BoL en de landelijke grondwaterbelasting weer.
Beide belastingen zijn gebaseerd op de Wet Belastingen op Milieugrondslag. De
grondwaterbelasting op onttrekkingen van grondwater werd in 1995 ingevoerd en in 2012
afgeschaft. De BoL wordt sinds 2000 geheven over de eerste 300 m3 afgenomen leidingwater.
Deze belasting steeg tussen 2000 en 2013 geleidelijk van 12,9 naar 16,5 cent per m3 en werd
vervolgens in 2014 verdubbeld naar 33,0 cent per m3. In 2015 bedraagt de belasting 33,3 cent
per m3.
Tabel 13 - Waterbelastingen ingevolge de Wet Belastingen op Milieugrondslag 1990-2015 (cent/m3)
1990 1995 2000 2010 2013 2014 2015
Grondwaterbelasting
- normaal tarief – 15,4 16,0 19,5 – – –
- infiltratiekorting – 12,7 13,4 16,3 – – –
Belasting op Leidingwater – – 12,9 15,7 16,5 33,0 33,3
Het tarief voor de provinciale grondwaterheffing varieert per provincie. Gemiddeld over de
provincies bedraagt het tarief in 2015 1,5 cent per kubieke meter onttrokken grondwater
(tabel 14).
Leiding- en concessievergoedingen (precario) worden in steeds meer gemeenten geheven.
Het tarief varieert per gemeente.
D R I N K W A T E R B E L A S T I N G
27
8. Drinkwaterbelastingen
Tabel 14 - Tarief provinciale grondwaterheffing 2005-2015 (cent / m3)
Provincie 2005 2010 2013 2014 2015
Groningen 2,00 1,11 1,68 1,68 1,68
Friesland 1,13 1,13 1,13 1,13 1,13
Drenthe 1,00 1,06 1,10 1,10 1,15
Overijssel 1,36 1,36 1,36 1,36 1,36
Flevoland 1,71 1,14 1,41 1,41 1,41
Gelderland 1,30 1,30 1,30 1,30 1,30
Utrecht 1,50 1,53 1,53 1,53 1,53
Noord-Holland 0,81 0,85 0,85 0,85 0,85
Zuid-Holland 1,13 1,13 1,13 1,13 1,13
Zeeland 2,54 2,75 2,75 2,92 3,17
Noord-Brabant 1,90 1,90 1,90 1,90 1,90
Limburg 1,13 1,39 1,39 1,45 1,52
Gemiddeld 1,46 1,39 1,46 1,48 1,51
Afgezet tegen de hoeveelheid verkocht drinkwater is in 2014 per kubieke meter gemiddeld
1,1 cent provinciale grondwaterheffing betaald en 1,5 cent ten behoeve van leiding- en con-
cessievergoedingen. De leiding- en concessievergoedingen lopen lokaal op tot € 49,70 per
huishouden per jaar (zie tabel 17 in hoofdstuk 9), wat voor een gemiddeld gezin (100,1 m3/jaar)
neerkomt op € 0,50 per kubieke meter.
In figuur 16 is de ontwikkeling van de drinkwaterbelastingen weergegeven. De belastingen
op drinkwater belopen in 2014 in totaal 402 miljoen euro (€ 0,38/m3). Door de verdubbeling
van het BoL tarief in 2014 zijn de totale drinkwaterbelastingen weer ongeveer gelijk aan het
niveau van vóór de afschaffing van de grondwaterbelasting.
Van de drinkwaterbelastingen in 2014 bestaat 28 miljoen euro (€ 0,03/m³) uit kostprijs-
verhogende belastingen (provinciale grondwaterheffing en precario) en 374 miljoen euro
(€ 0,35/m³) uit de verbruiksbelastingen BoL en btw. Gemiddeld maken de waterbelastingen
23,4% uit van de totale afnemersprijs van drinkwater (tabel 15).
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
28
Figuur 16 - Ontwikkeling drinkwaterbelastingen
D R I N K W A T E R B E L A S T I N G
29
2000
2010
2011
2012
2013
2014
BTW
500
Miljoen €
400
300
200
100
0
BoL
Leiding- en concessie-vergoedingen
Provinciale grondwaterheffing
Grondwaterbelasting
Afnemersprijs (inclusief BoL en btw)In de tabellen 15 en 16 staat de opbouw van de afnemersprijs, inclusief de verbruiksbelastingen
(BoL en btw) die de klant betaalt bovenop het drinkwatertarief. Door de verdubbeling van
het BoL-tarief is de totaalprijs voor de afnemer ten opzichte van 2013 gestegen.
De gemiddelde afnemersprijs bedraagt in 2014 € 1,61 tegen € 1,47 in 2013 (+9,8%). De
afnemersprijs voor de gebruikersgroep huishoudens bedraagt gemiddeld € 1,80 tegen
€ 1,60 in 2013 (+12,3%). De stijging wordt voor een zeer groot deel veroorzaakt door de
verdubbeling van de BoL en de extra btw die aanvullend over dit tarief wordt afgedragen.
Voor een gemiddeld huishouden (100,1 m3/jaar) bedraagt de nota voor drinkwater in 2014
€ 180 tegen € 162 in 2013 (bij 100,8 m3/jaar). Exclusief verbruiksbelastingen steeg de jaar-
nota van het gemiddeld huishouden van € 136 naar € 137.
Tabel 15 - Gemiddelde afnemersprijs in Nederland 1)
2013 2014 Mutatie Aandeel in
€ / m3 € / m3 totaalprijs
Kostenvergoeding waterbedrijf 1,23 1,24 0,6% 76,6%
Kostprijsverhogende belastingen 0,03 0,03 1,6%
Gemiddeld tarief 1,26 1,26
Belasting op Leidingwater en btw 0,21 0,35 65,3% 21,7%
Totaalprijs voor afnemer 1,47 1,61 9,8%
1) Huishoudelijk en zakelijk samen.
Tabel 16 - Gemiddelde afnemersprijs voor huishoudens
2013 2014 Mutatie Aandeel in
€ / m3 € / m3 totaalprijs
Kostenvergoeding waterbedrijf 1,32 1,34 1,8 % 74,6 %
Kostprijsverhogende belastingen 0,03 0,03 1,4 %
Gemiddeld tarief 1,35 1,37
Belasting op Leidingwater en btw 2) 0,26 0,43 68,9 % 24,0 %
Totaalprijs voor afnemer 1,60 1,80 12,3 %
2) 2013: € 0,165 + 6% btw over (€ 1,35 + € 0,165); 2014: € 0,330 + 6% btw over (€ 1,37 + € 0,33)
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
30
9. Waterprijs
In figuur 17 is de impact van de belastingen op de drinkwaterprijs zichtbaar gemaakt in een
tijdreeks. Bezien over het laatste decennium is de gemiddelde afnemersprijs gestegen van
€ 1,50/m3 in 2004 naar € 1,61/m3 in 2014 (+7,6%). Exclusief belastingen steeg de afnemers-
prijs in deze periode van € 1,17/m3 naar € 1,24/m3 (+5,9%).
De ontwikkeling van de afnemersprijs inclusief belastingen vertoont diverse trendbreuken.
De stijging in 1995 werd veroorzaakt door de invoering van de landelijke grondwaterbelasting.
In 1999 werd de btw verhoogd van 6% naar het toenmalige algemene tarief van 17,5%. In
2000 werd de btw-stijging weer ongedaan gemaakt, maar daar stond de introductie van de
BoL tegenover. De daling in 2012 komt door de afschaffing van de landelijke grondwater-
belasting in dat jaar en de stijging in 2014 komt door de verdubbeling van het BoL-tarief.
Ook de algemene prijsstijging heeft invloed op de waterprijs. Als de vroegere waterprijzen
worden uitgedrukt in het algemeen prijspeil van 2014 (figuur 18), dan blijkt dat de huidige
afnemersprijs € 0,17 per m3 lager is dan tien jaar geleden: € 1,61 per m3 in 2014 tegen € 1,78
per m3 in 2004.
W A T E R P R I J S
31
Figuur 17 - Ontwikkeling
nominale afnemersprijs 1)
0 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 1,20 1,40 1,60 1,80 2,00
Incl. belastingen
Excl. belastingen
1990
19
92
1994
19
96
1998
20
00
2002
20
04
2006
20
08
2010
20
12
2014
€/m³
0 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 1,20 1,40 1,60 1,80 2,00
Incl. belastingen
Excl. belastingen
1990
19
92
1994
19
96
1998
20
00
2002
20
04
2006
20
08
2010
20
12
2014
€/m³ Figuur 18 - Ontwikkeling
reële afnemersprijs
(2014 = 100) 1)
1) In de figuren 17 en 18 is de
gemiddelde afnemersprijs
weergegeven van huishoudens
en zakelijke afnemers samen.
Drinkwatertarieven huishoudens naar regio (o.b.v. tariefregelingen, exclusief BoL en btw)De drinkwaterbedrijven stellen voor aanvang van elk kalenderjaar een tarievenregeling op. De
tarieven voor huishoudens staan in tabel 17. Alle bedrijven brengen een tarief per m3 in reke-
ning (variabel tarief) en een vast bedrag per jaar (vastrecht). Daarnaast wordt in een aantal
gemeenten een bedrag doorbelast dat drinkwaterbedrijven aan de gemeenten afdragen als
vergoeding voor het hebben van leidingen in de gemeentelijke ondergrond (precario).
De uitkomst in de kolom totaal per m3 is berekend uit het variabele tarief, het vastrecht en de
precariobelasting (voor zover geheven) en geeft het gemiddelde drinkwatertarief per m3 in
een gebied weer voor een gemiddeld gezin (2,19 personen) bij een gemiddeld watergebruik
(43,4 m³ per persoon per jaar) en is exclusief verbruiksbelastingen (BoL en btw). In 2015
bedraagt dit gemiddeld totaal tarief €1,42 per m3 drinkwater, evenveel als in 2014. Dit totaal
tarief bestaat gemiddeld genomen voor 56% uit een volumetrisch tarief (€ 0,79/m3) en voor
44% uit een vast bedrag (vastrecht en precario: € 59,97/jaar, omgerekend € 0,63/m3).
De tarieven in de regio’s variëren tussen € 1,12/m3 in de provincie Groningen en € 2,23/m3 in
de gemeente Noordwijkerhout. Een groot deel van deze spreiding wordt veroorzaakt door de
precariobelasting. Zonder precario lopen de tarieven uiteen tussen € 1,12/m3 en € 1,83/m3.
In figuur 19 is de ontwikkeling van de tarieven weergegeven exclusief precario. Hieruit komt
naar voren dat de spreiding tussen 1999 en 2009 aanzienlijk is afgenomen (van 1,17 naar 0,50
€/m3). Na 2009 is de spreiding weer wat toegenomen en deze bedraagt thans 0,71 €/m3.
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
32
Voetnoten tabel 17 (pag. 33 en 34)
1) Exclusief BoL over de eerste 300 m3 en exclusief btw (6%).
2) De totaalprijs per m3 voor een gemiddeld gezin van 2,19 personen (CBS, 2013) en een jaargebruik per persoon van 43,4 m3
(TNS-NIPO, 2014) c.q. een jaargebruik van 95,0 m3 per gezin. Berekening: (vastrecht + precario + 95 m3 x variabel tarief) / 95 m3.
3) Inclusief eventuele meterhuur en toeslag openbare brandblusvoorziening.
4) In 2014 gemeente zonder precario.
5) Het totaal per m3 voor Nederland is hier berekend o.b.v. het gemiddelde vastrecht (incl. precario), het gemiddeld variabel tarief
en het gemiddeld gebruik van 95,0 m3 per huishouden. Indien berekend o.b.v. het quotiënt van de omzet en de afzet aan huishoudens,
is de uitkomst: € 1,37 /m3. Het verschil hangt o.m. samen met verstrekte betalingskortingen (bijv. voor betalen via automatische incasso),
waardoor de omzet wat lager uitvalt dan tegen standaard tarief, en met een wat hogere afzet per huishouden (100,1 m3, zie tabel 6)
dan berekend o.b.v. het onderzoek van TNS-NIPO (95,0 m3).
W A T E R P R I J S
33
2014 2015 Mutatie
Totaal 2) Vastrecht 3) Extra bedrag Variabel Totaal 2) Totaal 2015
precario tarief t.o.v. 2014
€ per m3 € per jaar € per jaar € per m3 € per m3 %
Waterbedrijf Groningen
• Algemeen (gemeenten zonder precario) 1,11 45,45 0,64 1,12 1,1%
• Delfzijl 1,36 24,05 1,37 1,0%
• Oldambt 4) 23,84 1,37
Waterleidingmaatschappij Drenthe 1,17 60,00 0,55 1,18 1,4%
Vitens
• Algemeen (gemeenten zonder precario) 1,15 45,00 0,68 1,15 0,2%
• Dronten 1,32 15,86 1,32 0,2%
• Lelystad 1,28 13,00 1,29 1,0%
• Zeewolde 1,39 22,74 1,39 0,2%
PWN 1,83 58,80 1,21 1,83 -
Waternet 1,68 42,15 1,24 1,68 -
Dunea
• Algemeen (gemeenten zonder precario) 1,69 61,18 1,06 1,70 0,6%
• Alphen aan den Rijn (kern Benthuizen) 1,78 7,80 1,79 0,5%
• Den Haag 1,89 18,70 1,90 0,4%
• Katwijk 1,94 22,70 1,94 - 0,1%
• Leiden 2,04 31,50 2,04 - 0,5%
• Leidschendam-Voorburg 1,75 5,60 1,76 0,5%
• Noordwijkerhout 2,22 49,70 2,23 0,4%
• Oegstgeest 2,17 36,80 2,09 - 3,5%
• Pijnacker-Nootdorp 1,79 15,90 1,87 4,5%
• Rotterdam (Nesselande) 1,74 3,10 1,74 - 0,5%
• Rijswijk 1,81 10,50 1,81 0,4%
• Teylingen 1,98 39,10 2,12 6,7%
• Voorschoten 1,82 11,70 1,83 0,3%
• Wassenaar 2,14 40,70 2,13 - 0,3%
• Zoetermeer 4) 5,50 1,76
• Zuidplas (Zevenhuizen-Moerkapelle) 2,09 31,90 2,04 - 2,6%
Brabant Water
• Algemeen 1,20 70,44 0,46 1,20 -
• Baarle Hertog 1,32 0,88 1,32 0,1%
Tabel 17 - Tarieven drinkwater huishoudens 2014-2015 1)
STATISTIEK-DEFINITIEF-NL.qxp_Opmaak 1 25-11-15 16:24 Pagina 33
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
34
0
0,50
1,00
1,50
2,00
2,50
Voorzieningsgebied met hoogste tarief(precario niet meegerekend)
Gemiddeld drinkwatertarief
Voorzieningsgebied met laagste tarief
€/m³
1999
20
00
2001
20
02
2003
20
04
2005
20
06
2007
20
08
2009
20
10
2011
20
12
2013
20
14
2015
2014 2015 Mutatie
Totaal 2) Vastrecht 3) Extra bedrag Variabel Totaal 2) Totaal 2015
precario tarief t.o.v. 2014
€ per m3 € per jaar € per jaar € per m3 € per m3 %
Oasen
• Algemeen (gemeenten zonder precario) 1,56 76,25 0,76 1,56 -
• Alblasserdam 1,74 16,62 1,74 -0,1%
• Gouda 1,66 17,50 1,75 5,4%
• Hendrik-Ido-Ambacht 1,67 10,75 1,68 0,5%
• Kaag en Braassem 2,00 41,96 2,01 0,1%
• Leerdam 1,67 10,41 1,67 0,1%
• Leiderdorp 1,71 14,55 1,72 0,2%
• Nieuwkoop 1,69 12,32 1,69 - 0,1%
• Alphen aan den Rijn 1,67 23,28 1,81 8,4%
• Waddinxveen 1,64 9,04 1,66 1,0%
• Zederik 1,80 22,16 1,80 - 0,2%
• Zoeterwoude 1,95 37,48 1,96 0,3%
• Zuidplas (Moordrecht) 1,78 19,44 1,77 - 0,5%
Evides Waterbedrijf
Zeeland en Zuid-Holland
• Algemeen (gemeenten zonder precario) 1,54 59,76 0,91 1,54 -
• Rotterdam 1,61 8,45 1,63 1,1%
• Vlaardingen 1,65 10,12 1,65 - 0,3%
• Maassluis 1,69 13,83 1,69 - 0,3%
• Schiedam 1,64 9,78 1,65 0,2%
• Den Haag (Wateringse Veld) 1,57 2,82 1,57 - 0,1%
Noord Brabant 1,29 59,76 0,66 1,29 -
WML 1,68 86,64 0,72 1,63 - 3,0%
Nederland 1,42 5) 57,57 2,40 0,79 1,42 0,4%
Figuur 19 - Spreiding integraal drinkwatertarief gemiddeld huishouden (excl. BoL en btw)
F I N A N C I Ë L E B A L A N S
35
10. Financiële balans en investeringen
Financiële balansIn tabel 18 staat de financiële balans van de drinkwatersector. De balans is tot stand
gekomen door samenvoeging van de individuele opgaven van de drinkwaterbedrijven. De
totale balanswaarde eind 2014 bedraagt 6,5 miljard euro. Hiervan is 2,1 miljard (32,8%)
gefinancierd met eigen vermogen, 3,9 miljard (60,4%) met vreemd vermogen en 0,4 miljard
(6,8%) met overig kapitaal (bijdragen derden en voorzieningen).
Tabel 18 - Financiële balans drinkwaterbedrijven per 31-12-2014 (miljoen €)
Activa Passiva
Vaste activa Eigen vermogen
– materiële vaste activa 5.849 – aandelenkapitaal 36
– immateriële vaste activa 1 – reserves 2.101
– financiële vaste activa 354
6.204 Overig kapitaal
– bijdragen derden 261
– voorzieningen 185
Vlottende activa Lang vreemd vermogen 3.100
– voorraden 16
– vorderingen/debiteuren 270 Kort vreemd vermogen
– liquide middelen/kas 33 – leningen 447
319 – crediteuren 108
– voorschotten 29
– overig 255
840
Totaal 6.523 Totaal 6.523
InvesteringenIn figuur 20 is de ontwikkeling weergegeven van het investeringsniveau. Van het begin van
de jaren negentig tot 2008 namen de investeringen geleidelijk af. Dit hield onder meer
verband met een dalende watervraag, waardoor nauwelijks uitbreidingsinvesteringen in
productiecapaciteit nodig waren. Ook het toepassen van minder kostbare leidingmaterialen
(PVC), het nemen van levensduur verlengende maatregelen en slim investeren op basis
van betere informatie (asset management) droegen bij aan het in de hand houden van de
investerings-kosten. Vanaf 2008 is een stijgende lijn zichtbaar. Zowel de investeringen in
waterzuivering als in het leidingnet zijn sindsdien toegenomen. Van de investeringen in 2014
werd 51% geïnvesteerd in distributie, 40% in productie en 3% in informatie- en communi-
catietechnologie (figuur 21).
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
36
0
100
200
300
400
500
600
700
1990
19
92
1994
19
96
1998
20
00
2002
20
04
2006
20
08
2010
20
12
2014
Miljoen €
51% Distributie/infrastructuur 40% Productiemiddelen
3% ICT 6% Overig
Figuur 20
Ontwikkeling van
de investeringen
Figuur 21
Investeringen
naar proces 2014
NatuurgebiedenTen behoeve van de waterwinning hebben de drinkwaterbedrijven een gebied in beheer van
20.615 ha. Dit gebied bestaat grotendeels uit natuurgebied: in totaal 18.948 ha.
Dit is 0,5% van de totale oppervlakte van Nederland. Ter vergelijking: Staatsbosbeheer
beheert ongeveer 265.000 hectare aan natuur en Natuurmonumenten beheert ca. 106.000
hectare. De beheerde natuurgebieden worden niet alleen gebruikt om water te winnen maar
ze worden voor het grootste deel (79%) ook opengesteld voor het publiek (figuur 22).
Figuur 22
Beheerd natuurgebied 2014
in hectare
GrondwaterbeschermingsgebiedEen waterwingebied is een kleine zone direct om de winputten voor drinkwater, die alleen
bedoeld is voor de drinkwaterwinning. Rondom het waterwingebied bevindt zich grondwater-
beschermingsgebied waarin in beperkte mate ook ander activiteiten mogen plaatsvinden.
Het totaal aantal hectare grondwaterbeschermingsgebied in Nederland bedraagt 109.855.
Hiervan is 11% exclusief bestemd voor waterwinning (figuur 23). De overige 89% heeft ook
andere bestemmingen.
B E H E E R D E G E B I E D E N
37
11. Beheerde gebieden
0 2.000 4.000 6.000 8.000
10.000 12.000 14.000 16.000 18.000 20.000
Totaal beheerdnatuurgebied
Nietopengesteld
Opengesteldvoor publiek
18.948ha
14.985ha
3.963ha Alleen bestemd voor
waterwinning (12.137 ha)
Naast waterwinning ook ander gebruik (97.718 ha)
11%
89%
Figuur 23
Grondwaterbeschermingsgebied
gebied 2014 (109.855 ha)
Aalburg, Alphen-Chaam, Asten, Baarle-Hertog, Baarle-Nassau,
Bergeijk, Bergen op Zoom (gedeelte) , Bernheze, Best, Bladel, Boekel,
Boxmeer, Boxtel, Breda, Cranendonck, Cuijk, Deurne, Dongen,
Drimmelen, Eersel, Eindhoven, Etten-Leur, Geertruidenberg, Geldrop-
Mierlo, Gemert-Bakel, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren,
Halderberge, Heeze-Leende, Helmond, 's-Hertogenbosch, Heusden,
Hilvarenbeek, Laarbeek, Landerd, Loon op Zand, Maasdonk, Mill en
Sint Hubert, Sint Michielsgestel, Sint Anthonis, Moerdijk, Nuenen,
Gerwen en Nederwetten, Sint Oedenrode, Oirschot, Oisterwijk,
Oosterhout, Oss, Reusel-De Mierden, Roosendaal, Rucphen, Schijndel,
Someren, Son en Breugel, Steenbergen, Tholen (gedeelte), Tilburg,
Uden, Valkenswaard, Veghel, Veldhoven, Vught, Waalre, Waalwijk,
Werkendam, Woudrichem en Zundert. Voorziet voorts enkele percelen
in Nederweert.
Den Haag (excl. Wateringseveld), Hazerswoude-dorp (Hogeveenseweg
en Westzijdeweg),Hillegom, Katwijk, Lansingerland, Leiden,
Leidschendam-Voorburg, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout,
Oegstgeest, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Rotterdam (Nesselande)
Teylingen, Voorschoten, Wassenaar, Zoetermeer en Zuidplas (excl.
kern Moordrecht).
Albrandswaard, Barendrecht, Bergen op Zoom (Halsteren en
Lepelstraat), Bernisse, Binnenmaas, Borsele, Brielle, Capelle aan den
IJssel, Cromstrijen, Delft, Den Haag (Wateringseveld), Dordrecht,
Goeree-Overflakkee, Goes, Hellevoetsluis, Hulst, Kapelle, Korendijk,
Maassluis, Middelburg, Midden-Delfland, Noord-Beveland,
Oud-Beijerland, Reimerswaal, Rotterdam (inclusief Hoek van Holland
en de havens), Schiedam, Schouwen-Duiveland, Sluis, Spijkenisse,
Strijen, Terneuzen, Tholen, Veere, Vlaardingen, Vlissingen, Westland,
Westvoorne, Woensdrecht en Zwijndrecht (Heerjansdam).
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
38
Bijlage 1
Voorzieningsgebieden en aangesloten gemeenten 2015
Alblasserdam, Alphen aan den Rijn (behalve Benthuizen), Bodegraven-
Reeuwijk, Giessenlanden, Gorinchem, Gouda, Hardinxveld-Giessendam,
Hendrik Ido Ambacht, Kaag en Braassem, Krimpen a/d IJssel,
Krimpenerwaard, Leerdam, Leiderdorp, Molenwaard, Nieuwkoop,
Papendrecht, Ridderkerk, Sliedrecht, Vianen, Waddinxveen, Zederik,
Zoeterwoude, Zuidplas (kern Moordrecht) en Zwijndrecht (behalve
Heerjansdam).
Aalsmeer, Alkmaar, Amstelveen (gedeeltelijk), Beemster, Bergen,
Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal, Bussum, Castricum, Drechterland,
Edam-Volendam, Enkhuizen, Graft-de Rijp, Haarlem, Haarlemmerliede
& Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heerhugowaard,
Heiloo, Den Helder, Hollands Kroon, Hoorn, Huizen, Koggenland,
Landsmeer, Langedijk, Laren, Medemblik, Naarden, Oostzaan, Opmeer,
Purmerend, Schagen, Schermer, Stede Broec, Texel, Uitgeest, Uithoorn,
Velsen, Waterland, Weesp, Wormerland, Wijdemeren (gedeeltelijk),
Zaanstad, Zandvoort en Zeevang.
Voorziet verder enkele percelen in de gemeenten Amsterdam,
Eemnes, Heemstede, Hillegom, Hilversum, Kaag en Braassem en
Muiden.
Alle gemeenten in de provincies Friesland, Gelderland, Overijssel,
Utrecht en Flevoland, alsmede de gemeenten Hilversum en
Wijdemeren (gedeeltelijk) en de gemeenten Meppel en Westerveld
(gedeeltelijk).
V O O R Z I E N I N G S G E B I E D E N
39
Amstelveen (bebouwde kom, gedeeltelijk), Amsterdam, Diemen,
Heemstede, Muiden en Ouder-Amstel.
Voorziet voorts Schiphol (inclusief voormalig Fokker complex)
en enkele percelen in Abcoude, Landsmeer, Oostzaan en
Haarlemmermeer.
Appingedam, Bedum, Bellingwedde, De Marne, Delfzijl, Eemsmond,
Groningen, Grootegast, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Leek,
Loppersum, Marum, Menterwolde, Oldamt, Pekela, Slochteren,
Stadskanaal, Ten Boer, Tynaarloo (Eelde-Paterswolde), Veendam,
Vlagtwedde, Winsum en Zuidhorn.
Aa en Hunze, Assen, Borger-Odoorn, Coevorden, De Wolden, Emmen,
Hoogeveen, Meppel (deel van buitengebied), Midden-Drenthe,
Noordenveld, Westerveld (gedeeltelijk) en Tynaarlo (gedeeltelijk).
Beek, Beesel, Bergen, Brunssum, Echt-Susteren, Eijsden-Margraten,
Gennep, Gulpen-Wittem, Heerlen, Horst aan de Maas, Kerkrade,
Landgraaf, Leudal, Maasgouw, Maastricht, Meerssen, Mook en
Middelaar, Nederweert, Nuth, Onderbanken, Peel en Maas, Roerdalen,
Roermond, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals,
Valkenburg aan de Geul, Venlo, Venray, Voerendaal en Weert.
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
40
1. CBS, Statline, www.cbs.nl (2015)
2. CBS, Milieurekeningen 2013 (2014)
3. Vewin, Drinkwaterstatistieken 2012, de watercyclus van bron tot kraan (2012)
4. Vewin, Tarievenoverzicht drinkwater per 1 januari 2014 (2014)
5. Vewin, Tarievenoverzicht drinkwater per 1 januari 2015 (2015)
6. Vewin/TNS-NIPO, Watergebruik Thuis 2013 (2014)
7. Staatsbosbeheer, www.staatsbosbeer.nl (2015)
8. Natuurmonumenten, jaarverslag 2014, www.natuurmonumenten.nl (2015)
G E B R U I K T E B R O N N E N
41
Bijlage 2
Overzicht gebruikte bronnen
Colofon
Uitgave:
Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin)
Postbus 90611
2509 LP Den Haag
Auteur:
Ing. P.J.J.G. Geudens (Vewin)
Ontwerp:
Arno Geels, Den Haag
november 2015
Vewin nr. 2015/135/6259
D R I N K W A T E R S T A T I S T I E K E N 2 0 1 5
42
Vereniging van waterbedrijven in Nederland
Drinkwaterstatistieken 2015