goede doelen rapport 2009
brancheorganisatie van goede doelen
goede doelen rapport 2009
VFI brancheorganisatie van goede doelen
De ruim 120 organisaties die aangesloten zijn bij VFI, zijn op
allerlei terreinen actief. Van gezondheid tot internationale
hulp. Van cultuur tot dierenbelangen. Samen zijn zij verant-
woordelijk voor vijfenzeventig procent van de eigen fondsen-
werving van de sector. Belangenbehartiging, zelfregulering
en dienstverlening aan haar leden: dat zijn de belangrijkste
taken van VFI. VFI is bovendien een actieve gesprekspartner
van maatschappelijke organisaties en overheid en zet zich
nadrukkelijk in voor de ontwikkeling van maatschappelijk
draagvlak en publieksvertrouwen.
Inhoud
Voorwoord (7)
1Achtergrond (8)
2Inkomsten (13)
3Doelbesteding (24)
4Reserves (28)
5Goede doelen als werkgever (37)
6Verwachtingen (43)
NederlaNdse stichtiNg voor het gehaNdicapte kiNd, Nsgk
aMreF FlYiNg doctors
diereNbescherMiNg
stichtiNg woord eN daad
koNiNklijke NederlaNdse reddiNg Maatschappij, kNrM
Zoa vluchteliNgeNZorg
wereldouders
save the childreN
ZoNNebloeM
priNs berNhard cultuurFoNds
revalidatieFoNds
sos kiNderdorpeN
FoNds slachtoFFerhulp
stichtiNg NederlaNd-bataM
reuMaFoNds
stichtiNg kiNderpostZegels NederlaNd
MaF NederlaNd
greeNpeace
bijdrageN:
7goede doeleN rapport 2009
Voorwoord
Samen voor kwaliteit van samenleven, juist in tijden van crisis!
Goede doelen in Nederland kunnen ieder jaar weer rekenen
op een grote betrokkenheid vanuit de samenleving.
Donateurs, bedrijven, overheden, vrijwilligers: velen steunen
goede doelen op hun eigen manier. Deze betrokkenheid is
gebaseerd op het vertrouwen dat de goede doelen goed werk
doen. Dit laatste moeten de organisaties dag in dag uit laten
zien. Zij moeten kwaliteit tonen bij de werving van inkomsten,
bij het beheer van die middelen én bij de besteding ervan.
Hier moeten zij open en transparant over communiceren.
VFI brancheorganisatie van goede doelen vertegenwoordigt
ruim 120 goede doelen. Organisaties die zich richten
op de aandachtsgebieden gezondheid, natuur & milieu,
welzijn, cultuur en internationale hulp. In het Goede Doelen
Rapport wil VFI jaarlijks inzicht bieden in het werk van haar
achterban.
Het Goede Doelen Rapport 2009 presenteert de resultaten
van onafhankelijk onderzoek door SEO Economisch
Onderzoek over het jaar 2008, waarin trends en
ontwikkelingen zichtbaar worden. 2008 is het jaar waarin
we werden geconfronteerd met een economische crisis,
die nog lang niet ten einde is. De crisis heeft in 2008 nog
geen grote invloed op de inkomsten van de organisaties
gehad. Zij verwachten echter de gevolgen wel te gaan
bemerken in 2009. Ook verwachten zij een groter beroep
op hen vanuit de samenleving. Juist in tijden van crisis
hebben kwetsbare groepen in de samenleving de steun
van goededoelenorganisaties hard nodig. De goede doelen
geven in dit rapport aan er alles aan te zullen doen om hun
doelbesteding het komend jaar op peil te houden, ondanks
mogelijk afnemende inkomsten. Dit jaar kunt u in het
Goede Doelen Rapport ook de verhalen lezen van achttien
organisaties, die alle een voorbeeld geven van een opvallend
project of resultaat van het afgelopen jaar. Daarmee geven
zij prachtige illustraties van de grote, positieve bijdrage die
de goede doelen gezamenlijk leveren aan de kwaliteit van
onze samenleving.
Gosse Bosma
directeur VFI brancheorganisatie van goede doelen
4
6
3
4
20
14
10
18
3
welzijn & cultuur
gezondheid
natuur, milieu & dierenbelangen
9
17
14
internationale hulp
groot
middel
klein
groot
middel
klein
groot
middel
klein
groot
middel
klein
> 20 mln
5 - 20 mln
< 20 mln
inkomsten:
8 goede doeleN rapport 2009
Achtergrond1Transparantie is van groot belang voor goede doelen. VFI
brancheorganisatie van goede doelen geeft jaarlijks een
cijfermatig inzicht in de ontwikkelingen bij haar achter-
ban. We onderscheiden binnen de goededoelensector vier
aandachtsgebieden: welzijn & cultuur, internationale hulp,
gezondheid en natuur, milieu & dierenbelangen. De meeste
organisaties concentreren zich op één aandachtsgebied,
maar er zijn er ook met een gemengd profiel, zoals bijvoor-
beeld het Nederlandse Rode Kruis, actief op het gebied van
gezondheid, welzijn en internationale hulp.
Figuur 1 toont de aantallen bij VFI aangesloten organisa-
ties, gerangschikt naar aandachtsgebied en naar omvang
(uitgedrukt in inkomsten). Organisaties in het aandachtsge-
bied internationale hulp zijn het grootst in aantal, natuuror-
ganisaties zijn het minst talrijk. Grote organisaties vinden
we het meest in het veld internationale hulp. De welzijn- &
cultuurorganisaties zijn veelal middelgroot. Bij gezondheid
domineren kleine organisaties het beeld.
NB Voor een aantal organisaties was 2008 een jaar met negatieve
beleggingsresultaten. Om te voorkomen dat organisaties hierdoor
in een andere omvangklasse terecht komen is de omvangklasse
gebaseerd op de inkomsten exclusief het beleggingsresultaat.
Goede doelen moeten, indien zij in aandelen beleggen, de reële waar-
de daarvan in hun jaarrekening opnemen, ongeacht of en wanneer
zij deze aandelen verkopen. Zij hoeven veelal niet te verkopen en dus
een eventueel verlies ook niet te nemen. Wijziging van omvangklasse
als gevolg van een negatief beleggingsresultaat kan dan ook een
vertekend beeld van de werkelijkheid geven.
Figuur 1 goede doeleN aaNgesloteN bij vFi, Naar aaNdachts-
gebied eN oMvaNg
De Belevenis
De Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind
(NSGK) steunt jaarlijks honderden projecten voor kinderen
en jongeren met een handicap. Een daarvan is de Belevenis,
een uitgaansgelegenheid voor mensen met een meervou-
dige beperking. Uitgaan en plezier maken is geen privilege.
Ook mensen met een meervoudige beperking, die dagelijks
zijn aangewezen op intensieve zorg en ondersteuning,
moeten die kans krijgen.
In de Belevenis zijn acht verschillende belevingswerelden
ingericht, waaronder een onderwaterwereld, een winter-
wereld en een wolkenwereld. In deze veilige, geborgen
omgeving worden alle zintuigen van de bezoekers geprik-
keld, aangepast aan hun eigen niveau. Bijvoorbeeld met
muziek, projecties, aangepaste theatervoorstellingen,
massages en culinaire ontdekkingen. De Belevenis reist nu
door het land als een rondtrekkende uitgaansgelegenheid.
Het uiteindelijke doel is het opzetten van een permanent
uitgaanscentrum met overnachtingsmogelijkheden op een
vaste plaats in ons land.
NSGK schonk 116.000 euro aan de Belevenis. Daarnaast
deed zij samen met Stichting Doen een aanvraag bij de
Sponsor Bingo Loterij voor een extra gift om dit project te
kunnen bewerkstelligen. Begin 2009 kregen de stichtingen
400.000 euro toegewezen. Dankzij deze giften kunnen nu
ook kinderen en jongeren met een meervoudige handicap
uitgaan en plezier maken.foto
’s: A
chim
Poh
l
Met zes liter water op je rug
AMREF Flying Doctors is een organisatie die zich inzet voor
een betere gezondheid in Afrika. Met voorlichting, preven-
tie, opleiding, onderzoek en beleidsbeïnvloeding werken we
samen met de lokale bevolking aan een goede gezondheid
voor alle Afrikanen. Daarbij kregen we hulp via een wel heel
bijzondere sponsoractie.
Zes kilometer lopen met zes liter water op je rug. Dat is
best zwaar! 18.500 kinderen uit groep 7 en 8 deden op 24
maart mee aan de landelijke actie Wandelen voor Water.
Zo verplaatsten zij zich in de situatie van hun leeftijdsge-
nootjes in Afrika, voor wie het heel normaal is om dagelijks
op pad te gaan voor schoon en veilig drinkwater. Door heel
Nederland werden verschillende sponsorlopen georgani-
seerd. Ruim tweeduizend van deze leerlingen zamelden
geld in voor AMREF Flying Doctors. Het resultaat was ruim
vijftigduizend euro!
Voordat ze de regen en wind trotseerden, kregen de kinde-
ren een gastles. Zo worden zij zich ervan bewust dat veilig
water, goede sanitaire voorzieningen én kennis over hygiëne
– want ook daar ontbreekt het vaak aan – onmisbaar zijn
voor een gezonde toekomst. Gastdocent Remko: ‘Eén
leerling vertelde: “Mijn ouders hebben een eigen bedrijf
en ik mocht ook hun klanten vragen om mij te sponsoren.”
Geweldig, zo’n initiatief als je elf bent!’
Aqua for All, een stichting die zich inzet voor drinkwater en
sanitatie voor de allerarmsten, verdubbelde de opbrengst
van de leerlingen nog eens tot ruim honderdduizend euro.
Hierdoor kunnen twintigduizend kinderen en volwassenen
uit Kajiado, een gebied in het zuiden van Kenia, gebruikma-
ken van wc’s en douches, kranen met veilig drinkwater en
zijn er aparte waterbakken voor het vee. De voorbereidin-
gen voor Wandelen voor Water 2010 zijn in volle gang!
Vrijwilligers voor fondsenwerving
De Dierenbescherming is met een achterban van bijna twee-
honderdduizend leden, donateurs en vrijwilligers de grootste
organisatie in Nederland die opkomt voor de belangen van
alle dieren: gezelschapsdieren, landbouwdieren, dieren in het
wild en proefdieren.
Vrijwilligers spelen een belangrijke rol in onze vereniging,
ook bij fondsenwerving. Neem de afdeling Assen. Daar is een
sponsorteam actief van vier enthousiaste mensen die maar
liefst tussen de vijf- en tienduizend euro per jaar ophalen.
Dat doen ze met diverse activiteiten, die steeds getuigen van
voortvarendheid en creativiteit. Zo bedachten ze een spaar-
zuil voor een dierenwinkel in Assen. Bezoekers kunnen daar
geld in doen voor gastgezinnen van asieldieren, bijvoorbeeld
om voer te kopen, of een krabpaal voor katten.
Daarnaast rouleren er twee statiegeldzuilen die afwisselend
drie weken lang bij supermarkten in en rond de provincie-
hoofdstad staan. De totale opbrengst daarvan is zo’n dertien-
honderd euro per jaar.
Een van de hoogtepunten was de aanschaf van een nieuwe
dierenambulance. Zevenduizend euro haalde het sponsor-
team daarvoor binnen, door op Werelddierendag een kunst-
veiling te organiseren. En met een reclamebureau dat belet-
tering verzorgt, maakte het team een mooie afspraak voor
sponsoring in natura: het bedrijf heeft de nieuwe ambulance
helemaal gratis van belettering voorzien.
Assen telt overigens nog ongeveer vijftien andere sponsors,
die als dank voor hun steun ieder jaar een leuke attentie
krijgen. Dit jaar kregen ze allemaal een zelfgemaakt broed-
kastje. Ze vonden het prachtig!
internationale hulp
welzijn & cultuur
gezondheid
natuur, milieu & dierenbelangen
852
524
278
239
882
983
562
301
261
412
403
246
2006
2007
2008
2006
2007
2008
2006
2007
2008
2006
2007
2008
13goede doeleN rapport 2009
Inkomsten 2De totale inkomsten in 2008 van de bij VFI aangesloten
goede doelen bedroegen 2,044 miljard euro (zie figuur 2).1
Dat is 38 miljoen euro meer dan in 2007, een toename met
1,9 procent. Een toename in de totale inkomsten is er bij
internationale hulp en gezondheid. De inkomsten van de
gezamenlijke welzijn- & cultuurorganisaties lopen terug, de
totale inkomsten van de natuur- & milieuorganisaties zijn
relatief stabiel.
De groei van de totale inkomsten is mede te danken aan de
groei van het ledental van VFI. De ontwikkelingen binnen de
aandachtsgebieden zijn mede te danken aan verschillen in de
samenstelling van deze groepen in de verschillende jaren. De
inkomsten van de organisaties die in 2007 en 2008 lid waren
en tweemaal achter elkaar aan het onderzoek deelnamen,
lopen met 5,5 procent terug. Bij de natuurorganisaties en de
welzijn- en cultuurorganisaties is sprake van een daling met
ruim 17%, Bij de gezondheids- en internationale hulporgani-
saties is sprake van een lichte stijging (tussen de 2 en 4%).
De afname van de totale inkomsten is grotendeels het gevolg
van negatieve beleggingsresultaten van een aantal organi-
saties in de categorieën natuur en welzijn & cultuur. Als het
beleggingsresultaat niet zou worden meegeteld, is er sprake
van een groei van 1,5%, natuurorganisaties en gezondheids-
organisaties laten een daling zien (respectievelijk -7,5 en
-2,8 %). Internationale hulp en welzijn & cultuur laten een
stijging zien (respectievelijk 2,2 en 3,7%).
1 Tachtig van de 122 bij VFI aangesloten organisaties hebben mee-
gewerkt aan het sectoronderzoek. Om tot een schatting te komen
van de totale inkomsten en de totale doelbesteding, is voor de niet-
deelnemers informatie uit de jaarverslagen gehaald.
Figuur 2 totale iNkoMsteN vaN bij vFi aaNgesloteN orgaNi-
saties 2006, 2007 eN 2008 (iN MiljoeNeN euro’s)
gezondheid natuur, milieu & dierenbelangen
internationale hulp welzijn & cultuur
vervolg op p.19
78
53
38 36
22
47
62 64
eigen werving
anders
eigen werving
anders
internationale hulp
gezondheid
natuur, milieu & dierenbelangen
welzijn & cultuur
14 goede doeleN rapport 2009
Inkomstenbronnen
Goede doelen verwerven hun middelen voor ongeveer de
helft met eigen wervingsactiviteiten en de andere helft uit
andere bronnen, waarvan subsidies het belangrijkst zijn.
Gezondheidsorganisaties betrekken ruim driekwart van hun
middelen via eigen activiteiten, voor natuur- en milieuorgani-
saties ligt de verhouding ongeveer fifty-fifty. Internationale
hulporganisaties en welzijn- & cultuurorganisaties betrekken
het merendeel van de inkomsten uit andere bronnen.
Ten opzichte van 2007 zien we een toename van de inkom-
sten uit eigen fondsenwerving met gemiddeld 5,8 procent.
Alleen bij welzijn & cultuur lopen de inkomsten uit eigen
fondsenwerving licht terug. De inkomsten uit andere bron-
nen lopen ten opzichte van 2007 met 12,5 procent terug.
Bij de natuurorganisaties bedraagt de krimp bijna 35 pro-
cent. De terugloop van inkomsten uit andere bronnen is voor
een groot deel toe te schrijven aan negatieve beleggings-
Figuur 3 iNkoMsteN 2008 Naar herkoMst (iN proceNteN)
Figuur 4 oNtwikkeliNg iNkoMsteN 2008 Naar herkoMst
NB Eigen werving bestaat uit: donaties en giften, contributies, na-
latenschappen, collectes, sponsoring, verkoop van goederen, eigen
loterijen en prijsvragen. De categorie anders bestaat uit: gezamen-
lijke acties, goede doelen loterijen, acties van derden, subsidies en
beleggingsopbrengsten.
-35 -30 -25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15%
Samen delen voor een kinderleven
Stichting Woord en Daad zet zich vanuit christelijk perspec-
tief in voor armoedebestrijding in Afrika, Azië en Midden-
Amerika. Samen met lokale organisaties proberen we de
allerarmsten een menswaardig bestaan te bieden. Dat doen we
onder meer met basisvoorzieningen, noodhulp, onderwijs, en
arbeid en inkomen. En we doen daarbij een beroep op ieders
verantwoordelijkheid, zowel hier als daar, en zowel oud als jong.
Met de actie Sharekids richten wij ons op deze laatste
groep. Veel jongeren willen graag meedoen door een kind te
sponsoren. Dat is een manier van helpen die hen aanspreekt.
Het kan al voor 25 euro per maand, maar voor iemand die
bijvoorbeeld alleen studiefinanciering heeft, is dat best veel
geld. Daarvoor hebben we nu een mooie oplossing: deel dat
bedrag met twee of drie vrienden of klasgenoten. Dat kan
voor iedereen die nog geen 25 jaar is.
Samen delen voor een kinderleven: met dat geld zorgen
jongeren er met elkaar voor dat een kind naar school kan en
daarmee een kans op een betere toekomst heeft.
Een andere manier waarop jongeren Stichting Woord en
Daad kunnen steunen, is door lid te worden van Indeed. Dat
kan voor 2,50 euro per maand. En waaraan Indeed het geld
besteedt, daarover kunnen zij elk kwartaal meebeslissen.
Gift of love
Stichting Woord en Daad zorgt er ieder jaar weer voor dat
ruim veertigduizend kinderen in december een kerstca-
deautje krijgen. Afhankelijk van het land krijgt elk kind iets
praktisch, bijvoorbeeld nieuwe kleren, schoenen of een
rugtas. Maar ook speelgoed. En daar zijn ze heel blij mee!
De actie is daarom een project dat veel mensen tot de
verbeelding spreekt.
Samenwerken aan veiligheid
Meer dan 1600 redding- en hulpacties per jaar. Vrijwilli-
gers die dag en nacht klaarstaan om hulp te verlenen. Red-
dingboten die bij slecht weer de woeste golven trotseren.
Om dit belangrijke werk staat de Koninklijke Nederlandse
Redding Maatschappij (KNRM) bekend. Met 42 redding-
stations langs de Nederlandse kust, het IJsselmeer, de
Waddenzee en de binnenwateren zorgen wij voor veiligheid
op het water. Maar we werken ook achter de schermen
hard aan het verbeteren van de organisatorische proces-
sen die uiterst belangrijk zijn voor een goed verloop van
reddingoperaties.
Door een betere afstemming tussen de verschillende
hulpverlenende instanties aan wal en te water kan die vei-
ligheid nog verder toenemen. Daarom maken de KNRM en
de Kustwacht heldere werkafspraken met de zogenoemde
veiligheidsregio’s. In deze veiligheidregio’s werken allerlei
diensten samen, zoals brandweer, rampenbeheersing, cri-
sisbeheersing, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen
en Rampen (GHOR) en handhaving van de openbare orde en
veiligheid.
Tot een paar jaar terug was er nog een strikte scheiding
tussen land en water in hulpverleningsland. Van structu-
rele samenwerking tussen de verschillende hulpverlenings-
organisaties was geen sprake. ‘Die situatie is verleden
tijd’, vertelt Roemer Boogaard, directeur van de KNRM. De
KNRM en de Kustwacht hebben inmiddels met vijf veilig-
heidsregio’s veiligheidsconvenanten gesloten. ‘We lopen al
enige tijd schouder aan schouder. Met het ondertekenen
van het convenant gaan we zelfs hand in hand verder,
gebonden aan goede en voor iedereen heldere afspraken.’
Die afspraken gaan over de daadwerkelijke maritieme hulp-
verlening en alle andere relevante onderdelen van zoek- en
reddingacties, bijvoorbeeld opleiding, communicatie, ver-
antwoordelijkheden en evaluatie. Naast de vijf onderte-
kende convenanten zijn er nog twaalf in voorbereiding.
De praktijk wijst al uit hoe nuttig de afspraken zijn: ze
leiden tot een waarneembare verbetering van de hulp-
verlening op het water en alle partijen laten zien bereid
te zijn om te leren van de manier waarop ze gezamenlijk
incidenten hebben afgehandeld.
KonInKlIJKe nederlandSe reddIng MaatSCHappIJKnrM
Jong enthousiasme binnengehaald
ZOA-Vluchtelingenzorg zet zich in voor vluchtelingen en
ontheemden in gebieden waarin zich een ramp of conflict
heeft voorgedaan. We bieden noodhulp en ondersteuning
tijdens de wederopbouw, samen met de lokale bevolking.
En we blijven net zolang tot de zelfredzaamheid is hersteld.
We zijn altijd op zoek naar nieuwe medewerkers, en geluk-
kig zijn er veel goed opgeleide jongeren die graag voor ons
werken. Maar onze werkgebieden zijn riskant en vragen om
stalen zenuwen. Er zijn berichten over oprukkende rebellen
of het geluid van beschietingen in de nacht. Ook vragen
conflictsituaties en het werken met vluchtelingen om flexi-
biliteit, diplomatie en pragmatisme. Het zijn eigenschap-
pen die jonge idealisten vaak nog ontberen. Om die reden
zetten we ze liever niet in.
Voor de gemotiveerde, maar onervaren jongeren is dat
frustrerend. Ze willen graag, maar krijgen niet eens de
kans om die broodnodige ervaring op te doen. En voor de
organisatie is het zonde om deze enthousiaste mensen
te laten gaan. Het is namelijk niet eenvoudig om goed en
ervaren personeel te vinden. En als mensen de benodigde
ervaring hebben opgedaan, liggen hun salariseisen nogal
eens boven ons budget.
In 2008 zijn we daarom begonnen met traineeships. Onder
intensieve begeleiding van een landendirecteur werken
jongeren een jaar lang tegen een kleine vergoeding.
De eerste stagiairs gingen aan de slag in Sri Lanka, Zuid-
Sudan en Noord-Uganda. Zij krijgen de kans om in complexe
situaties te laten zien wat ze waard zijn. En wij krijgen de
kans om mensen aan ons te binden. De mogelijkheid is
zeer reëel dat we goede trainees binnen onze organisatie
houden door ze vervolgens een contract aan te bieden.
De ervaringen tot nu toe zijn zeer positief – wat een
betrokkenheid, inzet en talent brengen deze jonge mensen
de organisatie in!
19goede doeleN rapport 2009
opbrengsten. De internationale hulporganisaties zien als
enige groep een (zeer) lichte toename van de inkomsten uit
andere bronnen. Tegenover de inkomsten uit eigen fondsen-
werving staan de kosten van eigen fondsenwerving. Deze
kosten mogen volgens de regels van het Centraal Bureau
Fondsenwerving niet hoger zijn dan 25% van de inkomsten uit
eigen fondsenwerving. In 2008 bedroegen de kosten gemid-
deld 16,4% van de inkomsten fondsenwerving, variërend van
14,1% bij natuur & milieu tot 18,7% bij gezondheid.
Ook binnen de diverse inkomstenbronnen verschillen de
organisaties onderling sterk. Voor organisaties op het gebied
van internationale hulp en welzijn & cultuur zijn subsidies
belangrijk: die maken bijna de helft van de inkomsten uit.
Bij internationale hulporganisaties komen daar vooral dona-
ties, giften en contributies bij. Die laatste geldstroom is ook
belangrijk voor gezondheids- en natuurorganisaties, maar
veel minder voor organisaties in het werkgebied welzijn &
cultuur. Voor gezondheidsorganisaties bestaat ruim een
kwart van de inkomsten uit nalatenschappen en ruim tien
procent uit de opbrengst van collectes. Voor de natuur-
organisaties zijn donaties het belangrijkst, met daarnaast
bijdragen van de goededoelenloterijen.
2008 was een slecht beursjaar, wat zich ook voor de goede
doelen vertaald heeft in slechte rendementen. De negatieve
opbrengsten uit beleggingen bij welzijn & cultuur en natuur
& milieu in figuur 5 verrassen niet. Bij de internationale hulp-
organisaties en gezondheidsorganisaties is het gemiddeld
beleggingsresultaat positief, maar zeer klein.
beleggingsopbrengsten
subsidies
goededoelenloterijen
sponsoring & acties van derden
nalatenschappen
collectes
donaties, giften & contributies
overig
welzijn & cultuur
internationale hulp
natuur, milieu & dierenbelangen
gezondheid
0-10-20 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100%
Figuur 5 herkoMst vaN de iNkoMsteN iN 2008
‘overig’ bevat onder andere inkomsten uit eigen loterijen en prijsvragen en de verkoop van goederen
20 goede doeleN rapport 2009
Figuur 5 geeft antwoord op de vraag ‘hoe zijn de inkomsten
van goede doelen opgebouwd naar type geldstroom?’
Die vraag kan ook worden omgedraaid: hoe worden de diverse
geldstromen die naar goede doelen vloeien, verdeeld naar
type organisatie. Figuur 6 geeft het antwoord.
Subsidies vallen voor ruim veertig procent toe aan inter-
nationale hulporganisaties en voor nog eens meer dan
dertig procent aan welzijn & cultuur. Slechts vijf procent
van de subsidiestroom komt ten goede aan de gezondheids-
organisaties. Van de bijdrage van goededoelenloterijen en
andersoortige sponsors gaat ruim de helft naar natuur-
organisaties.
De verdeling van ‘collectes’ over de aandachtsgebieden is
opmerkelijk: tweederde van het geld dat via collectes wordt
opgehaald is bestemd voor de gezondheidsorganisaties.
Gezondheidsorganisaties hebben ook een hoog ‘aandeel’
in de totale nalatenschappen. Zij delen dit met natuur- en
milieuorganisaties.
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100%
sponsoring
goededoelenloterijen
overig
nalatenschappen
donaties, giften en contributies
collectes
subsidies
andere acties van derden
internationale hulp
gezondheid
welzijn & cultuur
natuur, milieu & dierenbelangenFiguur 6 besteMMiNg iNkoMsteN iN 2008 Naar
aaNdachtsgebied
Betrokken bij WereldOuders
Met de rechten van het kind hoog in het vaandel streeft
WereldOuders naar een betere toekomst voor kansarme
kinderen. Wij hebben als doel het leven van kinderen in
arme landen structureel te verbeteren door ze een thuis
te geven. Met steun van projectsponsors en wereldouders
(sponsorouders) lukt dat.
Ben Vermeer
‘Ik heb twee sportscholen en wilde graag iets sportiefs
ondersteunen. In het WereldOudershuis in El Salvador had-
den ze nieuwe sportmaterialen nodig. Vanwege de directe
sponsorband werd ik bedrijfssponsor van WereldOuders.
Ik vind het belangrijk dat deze ondersteuning betrekking
heeft op mijn werk. Maar ook thuis doe ik er iets mee. Toen
we na een verbouwing een housewarmingparty hielden,
dacht ik: wij een nieuwe badkamer, dan de kinderen in
Nicaragua ook een nieuwe badkamer! In plaats van bloe-
men en cadeautjes heb ik daarom geld voor WereldOuders
gevraagd.’
Hans Kolkman en Anne Haase
Hans en Anne gingen als sponsorouders mee op reis naar
het WereldOudershuis in Nicaragua. ‘Na de oversteek naar
het eiland Ometepe werden we door een oude Amerikaanse
schoolbus opgehaald en dwars over het eiland naar het
weeshuis gebracht. Het was goed dat het donker was toen
wij daar aankwamen, want het onthaal van de kinderen was
zo ontroerend en hartverwarmend, dat de meesten van
ons er tranen van in de ogen kregen. De kinderen stonden
rondom de bus te zingen en te klappen en iedereen die uit-
stapte had gelijk een of meer kinderen om zijn hals hangen
en werd geknuffeld.’
Centraal Beheer Achmea
Marco Ganzevles was namens Centraal Beheer Achmea
bij de opening van het WereldOudershuis in Bolivia. ‘Wij
hebben de eerste bouwfase van het weeshuis in Bolivia
gesponsord. We hebben bewust een specifiek weeshuis
gekozen. Daardoor werd het doel tastbaar, was het makke-
lijk om erover te vertellen en kregen we een band met het
project. Het bedrag dat we vaststelden, werd ingezameld
door medewerkers, klanten en leveranciers. Acties varieer-
den van een tennistoernooi tot de verkoop van loempia’s.
De directie gaf ook een flinke bijdrage. En het resultaat
was ernaar!
Make Art, Not War
Save the Children staat als grootste onafhankelijke, inter-
nationale kinderrechtenorganisatie voor het verbeteren
van de leefomstandigheden en toekomstperspectieven van
kinderen en jongeren in moeilijke omstandigheden, waar
ook ter wereld.
‘De vrijwilligers van Save the Children zijn zeer onder-
nemend en betrokken’, vertelt Aphroditi Zoulfoukaridis,
coördinator Vrijwilligers en Jongerenprogramma bij Save
the Children. ‘Het gebeurt regelmatig dat de vrijwilligers
zelf met heel leuke initiatieven komen. Neem bijvoorbeeld
het project ‘Make Art, Not War’, bedacht en uitgevoerd door
vrijwilligers in Groningen.’
Sinds 2006 voert Save the Children de Rewrite the Future-
campagne. Met deze campagne wordt aandacht gevraagd
voor 37 miljoen kinderen in conflictgebieden die geen
onderwijs krijgen. Doelstellingen hierbij zijn: het veilig stel-
len van toegang tot onderwijs voor drie miljoen kinderen
en het garanderen van kwaliteit van onderwijs voor vijf
miljoen kinderen.
‘De vrijwilligers in Groningen zijn op een zeer ludieke
manier ingehaakt op deze campagne. Toen zij hoorden dat
het schoolmeubilair van een basisschool werd vernieuwd,
zorgden ze ervoor dat van één klas de oude schooltafels
en -stoeltjes apart werden gehouden. Vervolgens hebben
ze een aantal bekende Groningse kunstenaars gevraagd
een deel van het meubilair te bewerken op een manier die
past bij het thema kinderrechten. Deze tafels en stoeltjes
dienden als voorbeeld voor leerlingen van groep 7 en 8 die,
na een les over kinderrechten, ook zelf stoeltjes en tafel-
tjes mochten beschilderen. Na een tentoonstelling van dit
bewerkte meubilair in de Groningse Openbare Bibliotheek,
werden de stoelen geveild.’
De opbrengst van dit project is uiteraard ten goede
gekomen aan onderwijs voor kinderen in conflictgebieden.
Vanwege het grote succes wordt het project ‘Make Art, Not
War’ dit najaar ook georganiseerd in Den Haag, Rotterdam
en Amsterdam. Bekende kunstenaars als Henk Schiffmacher,
Ans Markus en Sieb Posthuma hebben zich hier al aan
verbonden.
24 goede doeleN rapport 2009
3 Doelbesteding
Net als bij de totale inkomsten geldt ook bij de totale doel-
besteding dat de situatie in een jaar mede bepaald wordt
door groei van het aantal VFI-leden en wisselingen in de
samenstelling van de deelsectoren. Het totale bedrag dat in
2008 door de VFI-leden aan hun doelen werd besteed, komt
uit op 1,886 miljard euro. Dat is 100 miljoen meer dan in
2007 (+5,6 procent). De groei komt voor de helft voort uit
een gemiddeld hoger besteed bedrag per organisatie en voor
de andere helft uit de groei van het ledenbestand van VFI.
Goede doelen ontplooien een veelheid aan activiteiten,
waarvan (directe) hulp aan groepen en individuen (in geld
uitgedrukt) de belangrijkste is. Tweederde van de totale
doelbesteding wordt hieraan besteed. Figuur 8 laat zien hoe
verschillend de aandachtsgebieden zijn. De internationale
hulporganisaties spenderen bijna negentig procent van hun
budget aan directe hulp, welzijn & cultuur meer dan tachtig
procent.
Voor gezondheidsorganisaties is het faciliteren van weten-
schappelijk onderzoek de belangrijkste bestedingscategorie
(41 procent), gevolgd door hulp en voorlichting. Natuurorga-
nisaties doen niet aan directe hulp aan mensen. Zij investe-
ren tachtig procent van het budget in de leefomgeving.
Van het totale, door de organisaties, bestede bedrag wordt
ruim de helft (54 procent) aan goede doelen in Nederland
gespendeerd. De welzijn- & cultuurorganisaties zijn nage-
noeg volledig in Nederland actief. De natuur- en gezond-
heidsorganisaties voor tachtig procent. Door de internatio-
nale hulporganisaties wordt juist 85 procent over de grens
besteed.
welzijn & cultuur
internationale hulp
gezondheid
natuur, milieu & dierenbelangen
818
468
221
208
810
512
230
234
871
460
323
232
Figuur 7 doelbestediNg vFi-ledeN 2006, 2007 eN 2008 Naar
aaNdachtsgebied (iN MiljoeNeN euro’s)
2006
2007
2008
2006
2007
2008
2006
2007
2008
2006
2007
2008
25goede doeleN rapport 2009
Figuur 8 doelbestediNg Naar activiteit (iN proceNteN)
internationale hulp
welzijn & cultuur
welzijn & cultuur
natuur, milieu & dierenbelangen
gezondheid
gezondheid
natuur, milieu & dierenbelangen
internationale hulp
hulp aan groepen en individuen
bevorderen kennisontwikkeling
voorlichting
belangenbehartiging/lobby
cultureel erfgoed en culturele ontwikkeling
verbeteren en beschermen leefomgeving
Figuur 9 doelbestediNg 2008 Naar regio (iN proceNteN)in nederland
in buitenland
niet aan landen toe te delen
totaal
679
932 10
89
34 4
84
53
2 6
26
41
30
3
80
12
94
5
81
811
145
81
15 15
70
44
1
26 goede doeleN rapport 2009
Figuur 10 doelbestediNg iNterNatioNale hulp Naar regio
(iN proceNteN)
Afrika en Azië zijn de belangrijkste doelregio’s voor de inter-
nationale hulporganisaties (zie figuur 10): samen staan deze
continenten voor 56 procent van de internationale doelbe-
steding. Daarnaast zijn Zuid- en Midden-Amerika belangrijke
aandachtsgebieden. In totaal vindt vijftien procent van de
doelbesteding door de internationale hulporganisaties in
Nederland plaats (activiteiten als voorlichting en lobby)
en nog eens vijftien procent is niet direct aanwijsbaar aan
gebieden. Dat wordt deels besteed aan acties op de inter-
nationale wateren.
15
2
4
6
37
19
2
15
Nederland
overig Europa
Midden-Amerika
Zuid-Amerika
Afrika
Azië & Oceanië
Midden-Oosten
overig/niet aan landen toe te delen
Bingo’s en boottochten, of chatten en naar de kroeg?
De Zonnebloem levert een positieve bijdrage aan het leven
van mensen met een fysieke beperking door ziekte, handicap
of gevorderde leeftijd. Met huisbezoek, activiteiten en
vakanties geven we kleur aan hun leven en helpen onze
veertigduizend vrijwilligers gevoelens van eenzaamheid te
verminderen.
Een van die vrijwilligers is Dave Ensberg (24) uit Den Haag.
Hij maakte kennis met de Zonnebloem door de bezoekjes die
zijn gehandicapte moeder kreeg. Die vond hij zo inspirerend,
dat hij besloot om zelf ook vrijwilliger te worden. Het is
belangrijk, vindt hij, dat je past bij degene die je bezoekt.
‘Jongeren hebben andere behoeften dan ouderen. Ik help
mijn gast bijvoorbeeld met het online kopen van boeken en
cd’s en met chatten. Of we gaan winkelen of naar de kroeg.
Maatwerk dus.’
Om in al die verschillende behoeften te voorzien, zijn nieuwe
groepen vrijwilligers nodig. Want zoals Dave opmerkt:
‘Vooral jongeren en mensen van niet-Nederlandse afkomst
zijn moeilijk te bereiken met klassieke activiteiten als bingo’s
en boottochten.’ Jongeren en migranten zijn dan ook heel
welkom als vrijwilliger. Volgens Dave moeten we die groepen
aanspreken: ‘Als we ons op traditionele doelgroepen blijven
richten, hebben we straks geen “markt” meer in grote ste-
den. Eeuwig zonde, want de behoefte is groot.’
0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200%
welzijn & cultuur
natuur, milieu & dierenbelangen
gezondheid
internationale hulp
gemiddelde reserve 30,5 mln
gemiddelde reserve 41,9 mln
gemiddelde reserve 12,5 mln
9,5 mln
28 goede doeleN rapport 2009
inkomsten (zie figuur 11) geeft een indicatie van de omvang
van de reserve ten opzichte van de omvang van de organisa-
tie. Die verhouding is met 187 procent het grootst voor de
welzijn- en cultuurorganisaties en het laagst voor de inter-
nationale hulporganisaties.
Reserves4Een totale doelbesteding van 1,886 miljard en totale inkom-
sten van 2,044 miljard zou kunnen betekenen dat in 2008
92 procent van het totale inkomstenbedrag direct aan het
goede doel werd besteed. De informatieve waarde van deze
ratio is echter beperkt. Immers, goede doelen steunen ook
meerjarige projecten, en smeren zodoende hun doelbesteding
uit over de tijd. Er is dus geen één-op-één-relatie tussen geld
dat in een jaar ontvangen wordt en het geld dat in hetzelfde
jaar aan het doel wordt besteed. Goede doelen houden re-
serves aan om meerjarige projecten te kunnen financieren.
Daarnaast zijn er reserves met het oog op slechte tijden, of
om snel noodhulp te kunnen verlenen bij calamiteiten.
De gemiddelde reserve van de goede doelen in het onderzoek
bedraagt 19 miljoen euro, maar ook dit bedrag zegt op zich-
zelf niet zoveel. De verhouding tussen reserves en jaarlijkse
Figuur 11 ratio reserves/iNkoMsteN Naar aaNdachtsgebied
NB Goede doelen die het CBF-keurmerk dragen, moeten voldoen
aan de Richtlijn Reserves Goede Doelen. Deze richtlijn is in 2001
opgesteld op initiatief van VFI. De richtlijn bepaalt dat geen reser-
ves worden gevormd zonder vooraf bepaalde bestemming en dat
reservering van middelen alleen wenselijk is voor de continuïteit van
steun aan de doelstelling. De verschillen in omvang van de reserves
hangen samen met de doelstelling en de werkwijze van de instellin-
gen. Het duurzaam onderhoud van grote natuurterreinen is bijvoor-
beeld anders dan het eenmalig ondersteunen van kleine projecten.
internationale hulp gezondheid
welzijn & cultuur natuur, milieu & dierenbelangen
29goede doeleN rapport 2009
Figuur 12 saMeNstelliNg reserves Naar aaNdachtsgebied
Figuur 12 geeft de verdeling van de soort reserves per
aandachtsgebied weer. De reserve met inkomensfunctie is
bedoeld voor de realisatie van de doelstelling op lange ter-
mijn. Bij natuurorganisaties die natuurterreinen in beheer
hebben is dit de grootste reserve. De continuïteitsreserve
is bedoeld voor dekking van risico’s op de korte en de lange
termijn. Het bestemmingsfonds/de bestemmingsreserve
komt voort uit schenkingen van derden met een aangegeven
bestemming of wordt gehouden voor een door de organisa-
tie bepaald toekomstig doel, bijvoorbeeld wetenschappelijk
onderzoek. De reservering activa bedrijfsvoering is bedoeld
voor financiering van activa in het kader van de bedrijfs-
voering, bijvoorbeeld een bedrijfsruimte of een opslagruimte
voor hulpgoederen.
reserve met inkomstenfunctie
bestemmingsfonds/bestemmingsreserve
continuïteitsreserve
reserve activa bedrijfsvoering/doelstelling
Figuur 13 saMeNstelliNg beleggiNgeN Naar aaNdachtsgebied
30 goede doeleN rapport 2009
Beleggingen
Voor het beheer van de financiële reserves gelden eisen voor
wat betreft verantwoording en transparantie. In de Richtlijn
Reserves is als voorwaarde opgenomen dat de waarde van
de hoofdsom (het gereserveerde bedrag) over een door de
instelling aangegeven termijn gegarandeerd moet zijn. Het
beleggingsbeleid van een goed doel dient transparant te zijn
naar doel, tijdshorizon, risicoprofiel, samenstelling van de
portefeuille, de wijze van beheer en de wijze waarop controle
en toezicht op de naleving van het beleggingsstatuut plaats-
vindt. Het CBF ziet toe op de naleving van de richtlijn.
Het merendeel van de reserves staat in 2008 op spaar-
rekeningen en deposito’s of is belegd in obligaties (zie figuur
12). De organisaties met de hoogste reserve/inkomens-
ratio’s (zie figuur 11) - dit zijn ook de goede doelen met de
langste beleggingshorizon - bevinden zich in de aandachts-
gebieden welzijn & cultuur en natuur & milieu. Zij hebben een
groter deel van de reserve in aandelen belegd, ook al blijft
de totale hoeveelheid beperkt. Dit zijn ook de goede doelen
met het meest negatieve beleggingsresultaat in 2008. Dit is
inherent aan hun lange termijn beleggingsbeleid.
liquiditeiten (spaarrekeningen en deposito’s)
obligaties
aandelen
onroerend goed
overig
internationale hulp natuur, milieu & dierenbelangen
gezondheid welzijn & cultuur
CultuurFonds op Naam
Het Prins Bernhard Cultuurfonds stimuleert cultuur en
natuurbehoud in Nederland – op grote en op kleine schaal.
Bijzondere initiatieven, bevlogenheid en talent moedigen
wij aan met financiële bijdragen, opdrachten, prijzen en
beurzen. Door fondsenwerving en inkomsten uit loterijen
kunnen wij jaarlijks ruim 3500 projecten en personen
ondersteunen.
Een van de mogelijkheden om een cultureel doel te
steunen, is met een CultuurFonds op Naam. Deze vorm van
doneren was er sinds eind jaren tachtig al voor particulie-
ren en is er nu ook voor bedrijven. ‘Een bedrijf dat een cul-
tureel doel steunt, levert een maatschappelijke bijdrage’,
vertelt fondsenwerver Menno Tummers.
‘Dit heeft natuurlijk ook aardige gevolgen voor het bedrijf
zelf. Het levert goede publiciteit op en versterkt het imago.
De medewerkers voelen zich meer betrokken, relaties
waarderen het en het kan de identiteit van het bedrijf of de
binding met de regio versterken. Internationaal opere-
rende bedrijven stralen iets echt Nederlands uit als ze zich
met de cultuur van eigen bodem verbinden. Het is dus goed
voor het bedrijf én voor de cultuur.’ Grote concerns doen
dit al langer, bijvoorbeeld als sponsor van het Concertge-
bouw of het Rijksmuseum. Maar, zegt Tummers: ‘Er zijn ook
veel kleine en middelgrote bedrijven die graag iets zouden
doen, maar niet weten hoe. Een CultuurFonds op Naam – de
naam van het bedrijf of merk – is dan de oplossing.’
Het aantrekkelijke van dit concept is dat bedrijven hun
naam kunnen verbinden aan een cultureel doel dat bij hen
past. Zo heeft kantoorinrichter Ahrend, die bekendstaat
om zijn tijdloze ontwerpen, ter ere van zijn honderdjarig
bestaan een fonds ingesteld voor design en vormgeving.
Hierdoor komt het bedrijf meer dan ooit in contact met
talentvolle ontwerpers. Een bedrijf dat een CultuurFonds
op Naam instelt, geeft dus niet alleen een cultureel doel,
maar ook zichzelf een mooi cadeau.
foto
: Em
ilio
Briz
zi
Aan tafel bij de Tweede Kamer
Het Revalidatiefonds helpt mensen met een lichamelijke
handicap of chronische ziekte zo zelfstandig mogelijk te le-
ven. Wij maken ons hard voor een Nederland zonder drem-
pels, dus voor een samenleving die geschikt is voor mensen
met een lichamelijke handicap of chronische ziekte. Dat
doen wij door projecten en onderzoek te financieren en
op te zetten op alle levensterreinen. Voor extra aanpas-
singen en voorzieningen is niet alleen veel geld nodig, maar
vaak ook de politieke wil om de positie van deze mensen te
verbeteren.
Op ons initiatief wordt jaarlijks een ‘Ambassadeur Onbe-
perkt NL’ gekozen, die zich een jaar lang inzet om aandacht
te vragen voor een samenleving waarin iedereen kan
meedoen, bijvoorbeeld door mensen uit de politiek of de
sociaal-maatschappelijke hoek te benaderen.
Monique Wijnen, de vorige Ambassadeur Onbeperkt NL,
kreeg begin 2009 van Tweede Kamervoorzitter Gerdi Ver-
beet een uitnodiging om in de Kamer te komen praten over
de positie van mensen met een handicap. Het werd een
voor beide partijen inspirerend bezoek. Monique vertelde
na afloop dat ze veel bereidwilligheid voelde bij de Kamer-
leden. En dat gevoel was terecht: naar aanleiding van haar
bezoek konden wij een gemeenschappelijk ontbijt in de
Tweede Kamer organiseren. Tijdens het ontbijt spraken
Kamerleden met jonggehandicapten. Een belangrijk onder-
werp van gesprek was arbeidsparticipatie van jongeren
met een handicap en de rol die de overheid daarin speelt.
Vertrouwen schenken
SOS-Kinderdorpen zorgt ervoor dat weeskinderen en
verlaten kinderen over de hele wereld kunnen opgroeien
in een liefdevol gezin. Ruim 75.000 kinderen wonen in
500 SOS-kinderdorpen, verspreid over 132 landen. Hier
groeien zij op met broertjes en zusjes bij hun ‘eigen’
SOS-moeder. Ook helpen wij kwetsbare gezinnen om een
stabiele en kansrijke leefsituatie voor hun kinderen te
scheppen. Een goed doel om aan te schenken, vinden veel
donateurs. En met hun geld schenken zij ons ook hun
vertrouwen. Daarom willen we graag toetsbaar maken dat
het geld goed wordt besteed.
Jaarplannen en jaarverslagen
Alle regionale en nationale SOS-organisaties maken jaar-
plannen en jaarverslagen. Hierdoor kunnen wij de effecten
meten van de programma’s die wij financieren. Hoeveel
jongeren stromen er bijvoorbeeld door naar een jeugdhuis
en hoeveel kinderen gaan er naar de middelbare school?
Zulke resultaten zijn terug te vinden in de jaarverslagen.
Er is ook in te lezen hoeveel kinderen en volwassenen
gebruikmaken van onze voorzieningen, zoals kinderdorpen,
scholen en beroepsopleidingen. Dat kunnen mensen zijn
van binnen én buiten de kinderdorpen. Alle jaarverslagen
worden gecontroleerd door lokale accountants en door ons
internationale kantoor.
Tracking Footprints
Omdat we ook willen weten wat onze invloed op lange ter-
mijn is, houdt onze internationale organisatie sinds 2002
een doorlopend wereldwijd onderzoek: Tracking Footprints.
Ieder jaar worden er in nieuwe landen vergelijkbare
studies uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste
mensen die als kind opgroeiden in een SOS-kinderdorp,
tevreden zijn met hun bestaan, getrouwd zijn en met posi-
tieve gevoelens terugkijken op hun jeugd. Het merendeel
heeft veelvuldig en goed contact met hun SOS-broers en
-zussen en hun SOS-moeder. Veel voormalige SOS-kinderen
hebben inmiddels een baan en voorzien in hun eigen dage-
lijkse onderhoud en dat van hun gezin.
SAN Accent voor Fonds Slachtofferhulp
Het verleden kan slachtoffers nog lang achtervolgen. Met
deze slogan richtte Fonds Slachtofferhulp zich tot het
Nederlandse publiek. Ons doel is de situatie te verbeteren
van slachtoffers, nabestaanden en getuigen van misdrijven,
verkeersongelukken en rampen. Deze campagne helpt
daarbij: ze maakt op indringende wijze duidelijk dat een
slachtoffer de herinneringen aan een misdrijf, ongeval
of ramp nog lang met zich mee kan dragen – ook al is dat
aan de buitenkant niet altijd te zien. Hiermee willen we
Nederland bewust maken van de noodzaak van goede hulp
aan slachtoffers, maar ook begrip kweken in de omgeving
van slachtoffers.
Belangrijke erkenning
Ook bij de Stichting Adverteerdersjury Nederland (SAN)
viel deze multimediale campagne op: zij bekroonde de
campagne met een SAN Accent in de categorie Non-profit/
overheid. Het SAN Accent is de enige communicatievakprijs
van adverteerders voor adverteerders. In totaal zijn er
tien categorieën en waren er 131 genomineerden. Wij zien
de prijs als een belangrijke erkenning van onze boodschap.
Sponsoren maken de campagne mogelijk
Een landelijke publiciteitscampagne kost veel geld.
Gelukkig hebben we een sterk netwerk van sponsoren,
waaronder reclamebureau Publicis. De media verleenden
belangeloos of tegen een gereduceerd tarief medewerking.
Dankzij deze sponsoren konden wij voor een verantwoord
budget campagne voeren. En zoals te zien is: met resultaat.
37goede doeleN rapport 2009
Goede doelen als werkgever 5In 2008 telde de VFI-achterban ongeveer 10.000 betaalde
voltijdbanen, waarvan de helft in het aandachtsgebied welzijn
& cultuur: het Leger des Heils is, met circa 3650 voltijd-
banen, de grootste werkgever in de goededoelensector.
Zeventig procent van de werknemers in de sector is vrouw.
Naast betaalde medewerkers zijn er enige honderdduizen-
den vrijwilligers en collectanten actief. In alle aandachts-
gebieden is het grootste deel van de werknemers actief in
doelbesteding (zie figuur 15).
Figuur 14 werkNeMers bij de goede doeleN Naar aaNdachts-
gebied, circa 10.000 voltijdbaNeN (iN proceNteN)
Figuur 15 werkNeMers bij de goede doeleN Naar activiteit
welzijn & cultuur
internationale hulp
gezondheid
natuur, milieu & dierenbelangen
9080706050403020100 100%
uitvoering/doelbesteding
ondersteuning/beheer en administratie
fondsenwerving
2412
50
50
internationale hulp
gezondheid
welzijn & cultuur
natuur, milieu & dierenbelangen
60.000 > EURO
> EURO
50.00040.00030.00020.00010.0000
120.000100.00080.00060.00040.00020.0000
38 goede doeleN rapport 2009
De gemiddelde arbeidskosten per arbeidsplaats in de goede-
doelensector bedragen 53.700 euro per fte, 3,2 procent
meer dan in 2007 (zie figuur 16). Onder arbeidskosten wordt
verstaan: het brutosalaris (inclusief vakantiegeld en eindejaars-
uitkering), sociale en pensioenpremies, bijzondere beloningen
en overige personeelskosten. De gemiddelde beloning is het
hoogst bij de gezondheidsorganisaties en het laagst bij de
welzijn- en cultuurorganisaties.
De bij VFI aangesloten instellingen volgen een in 2005
vastgestelde beloningsregeling voor directeuren. Hierbij
geldt een maximum dat is afgeleid van het maximum dat
geldt voor rijksambtenaren. De gemiddelde arbeidskosten
per directeur (bestaande uit brutosalaris inclusief vakan-
tiegeld en eindejaarsuitkering, sociale en pensioenpremies,
bijzondere beloningen en overige personeelskosten) liggen,
afhankelijk van het type organisatie, tussen de 100.000 en
120.000 euro.
totaal
natuur, milieu & dierenbelangen
internationale hulp
welzijn & cultuur
Figuur 16 geMiddelde arbeidskosteN per voltijds
arbeidsplaats 2005-2008
natuur, milieu & dierenbelangen
gezondheid
internationale hulp
welzijn & cultuur
Figuur 17 geMiddelde arbeidskosteN directeur per voltijds
arbeidsplaats 2005-2008
2005200620072008
2005200620072008
2005200620072008
2005200620072008
2005200620072008
gezondheid
2005200620072008
2005200620072008
2005200620072008
2005200620072008
In 2008 zijn we met groot succes een actie gestart om
tijdens de reis knuffels in te zetten bij het beschermen van
de kostbare lading. Met de oproep ‘Maak een (ziek) kind in
Indonesië blij met jouw oude knuffel!’ vragen we Neder-
landse kinderen om knuffels waar ze niet meer mee spelen,
een leuke oude dag te bezorgen. ‘Tijdens de spannende reis
op de boot krijgen ze gezelschap van vele andere knuffels
en werken ze samen om allerlei kwetsbare medische appa-
raten te beschermen. Eenmaal aangekomen in Indonesië,
helpen wij ze nieuwe vrienden te maken, die goed voor ze
zullen zorgen.’
Honderden knuffels krijgen we inmiddels aangeboden.
Deze ‘knuffelbeschermingsbrigade’ zorgt niet alleen voor
een veilige overtocht, maar maakt bij aankomst ook kinde-
ren blij. Voor veel arme kinderen die betrokken zijn bij onze
projecten in Indonesië, is een knuffel van de knuffelbe-
schermingsbrigade het eerste eigen speeltje.
De knuffelbeschermingsbrigade
Stichting Nederland-Batam zet zich in voor medische en
sociale zorg in Indonesië. Ieder jaar verzenden wij onge-
veer tien containers met medische apparatuur en hulpmid-
delen naar Indonesië. Dialyseapparatuur, operatielampen,
rolstoelen, bedden en nog veel meer materialen – Neder-
landse ziekenhuizen stellen deze zeer goede en bruikbare
middelen beschikbaar. De dialysemachines, bijvoorbeeld,
kunnen in onze Indonesische nierdialysekliniek nog ten
minste tien jaar worden gebruikt.
Maar hoe komt deze kwetsbare apparatuur ongeschonden
aan? Daar hebben we de ideale oplossing voor: knuffels!
Schilder Paul Klee als inspiratie
Een van de doelstellingen van het Reumafonds is voorlich-
ting geven over reuma. Voor kinderen uit groep 6-8 heeft
het fonds een speciaal spreekbeurtpakket. Anouck (11)
uit Amsterdam maakte daar gebruik van en knoopte er
meteen een schilderworkshop aan vast. Speurend naar
informatie over reuma, ontdekte Anouck dat de expres-
sionistische schilder Paul Klee ook reuma had. Ondanks zijn
ziekte bleef hij schilderen. Hij gebruikte een dikkere kwast
en ontwikkelde een andere stijl. Dat bracht Anouck op een
idee: we gaan schilderen.
Eerst vertelde Anouck haar klasgenoten over de verschil-
lende reumatische aandoeningen. Ze liet hulpmiddelen zien
en legde uit welke behandelingen er zijn. ‘Soms lukt het
om met medicijnen de ziekte tegen te gaan,’ weet ze, ‘maar
heel vaak ook niet.’ Voor haar spreekbeurt had Anouck ook
een vriendin van haar ouders uitgenodigd die zelf reuma
heeft. Nadat de kinderen alles hadden gevraagd wat ze
wilden weten, was het tijd voor actie: schilderen. Na een
uitleg over het werk van schilder Paul Klee en abstracte
kunst pakten de kinderen een dikke kwast en gingen aan
de slag. Ten slotte organiseerde Anouck een expositie; ze
stuurde alle ouders een briefje met de vraag of ze wilden
komen kijken. De ouders konden de kunst kopen voor een
zelf te bepalen bedrag. En de opbrengst? Die ging naar het
Reumafonds.
Breng kinderen naar bedrijven
Stichting Kinderpostzegels Nederland is een kinderhulpor-
ganisatie met als motto: voor kinderen, door kinderen. De
jaarlijkse kinderpostzegelactie is hiervan het sprekende
voorbeeld: kinderen verkopen postzegels en helpen daarmee
andere kinderen. Met het ingezamelde geld steunen we
honderden projecten in binnen- en buitenland waarin veilig-
heid en ontwikkeling van kinderen in een achterstandspositie
centraal staan.
Vergeleken met vroeger staan kinderen veel vaker voor een
dichte deur als zij overdag langskomen om kinderpostzegels
te verkopen. Dat komt doordat in veel moderne huishou-
dens beide partners werken. Daarom doen we dit jaar iets
nieuws: we brengen de kinderen naar de bedrijven! Bij deze
actie gaan schoolkinderen naar bedrijven, instellingen en
organisaties door het hele land, om er tijdens de lunch in de
kantine kinderpostzegels en kaarten te verkopen.
We bedachten ‘Breng kinderen naar de bedrijven’ in
samenwerking met CMS Derks Star Busmann. De actie
biedt niet alleen voordelen voor kinderen, maar ook voor
de deelnemende bedrijven, zo’n veertig op dit moment, die
hun maatschappelijke betrokkenheid kunnen laten zien.
De bedrijven halen de kinderen van school, organiseren de
verkoopmogelijkheid in de kantine en brengen de kinderen
weer terug naar school. Tot de deelnemers behoren onder
meer Achmea Tilburg, CMS Derks Star Busmann, Ericsson,
Fiat, Fortis, NS, Staal Bankiers Den Haag, TNT Post, Unilever
en Zwitserleven.
43goede doeleN rapport 2009
Verwachtingen 6De verwachtingen voor wat betreft inkomsten en doelbeste-
ding in 2009 zijn wisselend (zie figuur 18). De organisaties
gaan uit van een toenemend beroep vanuit de samenleving
op steun en middelen, iets wat inherent is aan de huidige
recessie. Dertig procent van de organisaties gaat daarom uit
van een hogere doelbesteding. Vijftien procent daarentegen
gaat uit van een afnemend bedrag aan doelbesteding.
Dat laatste hangt samen met sombere prognoses aangaande
de inkomsten. Meer dan een kwart van de organisaties ver-
wacht dat die zullen dalen. Daar staat tegenover dat twintig
procent uitgaat van een toenemende inkomstenstroom.
Bij dalende inkomsten en een hogere doelbesteding worden
de reserves aangesproken: negen van de tien organisaties
gaan er van uit dat de reserves per einde 2009 lager zullen
zijn dan per einde 2008. De organisaties blijven wel ambitieus,
per saldo gaat men uit van een kleine toename van de werk-
gelegenheid.
Figuur 18 verwachtiNgeN voor 2009 (iN proceNteN)
baten
personele omvang
doelbesteding
reserves
beroep uit de samenleving
sterke afname
lichte afname
stabiel
lichte groei
sterke groei
67
23
9 1
53
19
12 610
50
7055
10
41
11
1513
13
210
16
9
21
Vliegen voor leven
MAF (Mission Aviation Fellowship) Nederland vliegt voor
leven, met honderddertig vliegtuigen in ruim dertig van de
armste landen. Voor veel landen is MAF de enige stabiele
vorm van transport naar, en communicatie met afgelegen
gebieden. Meer dan negenhonderd (noodhulp)organisaties
zijn afhankelijk van onze diensten.
Orkaan Sidr
Eind 2007 kostte orkaan Sidr in Bangladesh aan bijna vier-
duizend mensen het leven en zorgde hij voor grote materi-
ele schade. Met ons watervliegtuig konden we veel mensen
bereiken voor noodhulp. Daarna vloog MAF voor Habitat for
Humanity vanuit de hoofdstad Dhaka bouwmaterialen en
medewerkers naar het zuiden. De vraag naar luchtvervoer
bleek zo groot dat we een wekelijkse lijndienst moesten
openen om in de behoefte te kunnen voorzien. Habitat for
Humanity bouwde 480 traditionele huizen en toiletten
voor de plaatselijke bevolking. In januari 2009 hadden alle
bewoners hun intrek in hun nieuwe huis genomen.
Medische safari
Sinds 2008 verzorgt MAF medische safari’s op Madagas-
kar. We stationeren medische teams voor periodes van
twee dagen tot wel twee weken in afgelegen gebieden, waar
medische hulp zeer beperkt is. Medische zorg is daar hard
nodig vanwege veelvoorkomende ziekten als tuberculose,
lepra, bilharzia, tandbederf en malaria. MAF zorgt voor het
transport, de organisatie en de logistiek. Medische teams
vliegen met ons langs dorpen waar onbemande bushzie-
kenhuisjes zijn ingericht. Het bericht dat de artsen komen,
is hen doorgaans al vooruitgesneld, zodat ook mensen uit
de verst afgelegen dorpjes naar het bushziekenhuis zijn
gekomen; voor het merendeel van hen is dat wel een paar
uur lopen. Na behandeling van de zieken vertrekt het team
met MAF naar het volgende ‘ziekenhuis’.
Het vertellen van een positief verhaal
Greenpeace is een internationale milieuorganisatie met
vertegenwoordigingen in veertig landen. Overal ter wereld
laten we milieuproblemen zien en zoeken we naar oplos-
singen. We doen onderzoek, overleggen met bedrijven en
overheden, en voeren actie. Onze acties zijn vaak spectacu-
lair en altijd geweldloos.
Greenpeace neemt geen giften aan van het bedrijfsleven
of subsidies van de overheid, daarom is de financiële
steun van donateurs erg belangrijk voor ons. Een van de
manieren om donateurs te werven, is met eigen teams van
straatwervers.
‘Lagere wervingskosten en donateurs die Greenpeace lan-
ger steunen.’ Krachtig vat Sandra Janssen samen waarom
we dit jaar ons eigen team van straatwervers startten. En
met succes: ‘Elke werver – van 22 tot 65 plus – die voor ons
werkt, staat er echt voor Greenpeace. Allemaal doorlopen
ze een intensieve, meerdaagse training, toegespitst op
Greenpeace en op gesprekstechnieken. Elke week ontvan-
gen ze onze nieuwsberichten en maandelijks komen we bij
elkaar en bespreken we knelpunten. Ook denkt iedereen
actief mee over locaties. Zoals de Arnhemse Mode Biënnale
tijdens de Dag van de Eco-kleding. Daar zou ikzelf nooit
op zijn gekomen. Dat is de betrokkenheid die bij werving-
bureaus vaak veel minder is, maar in deze economisch
moeilijke tijden essentieel is. Wat ook meetelt, is dat we
niet per werving, maar gewoon per uur betalen. Dat haalt
de agressiviteit eruit en zorgt voor een vriendelijk en
deskundig gesprek. Het gaat niet meer om het bereiken
van doelen, maar om het vertellen van een positief en
professioneel verhaal. Zelfs als mensen uiteindelijk toch
geen donateur worden, is hun mening over Greenpeace
positiever geworden. Daar ben ik van overtuigd.’
colofon
onderzoeksgegevensSEO Economisch Onderzoek, AmsterdamOnderzoek Kentallen Goede Doelen www.seo.nl
eindredactieCécile Cense, VFI
tekstredactiede Taalwerkplaats, Leiden
vormgevingzonder boter, Hoofddorp
drukwerkDrukkerij Brummelkamp, Hoofddorp
© 2009, VFI brancheorganisatie van goede doelen,Amsterdam. Alle rechten voorbehouden. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk wordt vermeld.
samen voor kwaliteit van samenleven