Hoge Raad voor de WerkgelegenheidVerslag 2020
Persconferentie 24 februari 2021
Steven Vanackere
Ondervoorzitter van de Raad
https://hrw.belgie.be/nl https://cse.belgique.be/fr
WELKE POSITIE HEBBEN
DE LAAGGESCHOOLDEN
OP DE ARBEIDSMARKT IN BELGIË?
De laaggeschoolden zijn de grote afwezigen in de werkgelegenheid
(20- tot 64-jarigen naar scholingsniveau volgens socio-economisch status, in % van het overeenstemmende totaal, 2019)
2
84%
70%
46%
3%
4%
6%
13%
26%
48%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Hooggeschoold
Middengeschoold
Laaggeschoold
Werkend Werkloos Inactief
Bron: Statbel.
Tendensen: stijging van het gemiddelde scholingsniveau en polarisatie van de
werkgelegenheid(bevolking en werkgelegenheid naar scholings- en kwalificatieniveau, 20- tot 64-jarigen in duizenden personen en in % van het
respectieve totaal)
3
280546%
137821%
193532%
267040%
130322%
263139%
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
1993 2019
Bevolking naarscholingsniveau
Laag Midden Hoog
131936% 638
14%
130035% 1865
40%
107429%
220647%
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
1993 2019
Werkgelegenheid naar scholingsniveau
Laag Midden Hoog
3249%
45510%
195053%
197142%
137738%
226248%
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
1993 2019
Werkgelegenheid1 naar kwalificatieniveau
Laag Midden Hoog
Bron: Eurostat.1 Ongerekend militaire functies.
Daling van het percentage laaggeschoolden in laaggekwalificeerde banen maar ook
in andere functies(verloop van de werkgelegenheid naar kwalificatieniveau volgens het scholingsniveau, in % van het overeenstemmende totaal)
4Bron: Statbel.
73
42
0
10
20
30
40
50
60
70
80
19
93
19
95
19
97
19
99
20
01
20
03
20
05
20
07
20
09
20
11
20
13
20
15
20
17
20
19
Laaggekwalificeerdberoep: -31 pp
Laaggeschoold Middengeschoold Hooggeschoold
45
20
0
10
20
30
40
50
60
70
80
19
93
19
95
19
97
19
99
20
01
20
03
20
05
20
07
20
09
20
11
20
13
20
15
20
17
20
19
Middengekwalificeerdberoep: -25 pp
14
3
0
10
20
30
40
50
60
70
80
19
93
19
95
19
97
19
99
20
01
20
03
20
05
20
07
20
09
20
11
20
13
20
15
20
17
20
19
Hooggekwalificeerdberoep: -10 pp
Welke banen zijn laaggekwalificeerd ?(in % van het totale aantal elementaire of laaggekwalificeerde functies,
periode 2017-2019)
5
Bron: Steunpunt Werk.
1 Beroepen met een aandeel van 4 % of lager in het totale aantal elementaire functies, bijvoorbeeld ongeschoolde arbeiders in de landbouw of de industrie en vuilnisophalers en -verwerkers.
Huishoudelijke hulpen en
schoonmakers in particuliere
huishoudens, hotels en
kantoren; 53%
Ongeschoolde arbeiders in vervoer en
opslag; 16%
Medewerkers in fastfood-
restaurants; 8%
Overige¹ ; 23% Vrouwen, ondanks een hoger scholingsniveau
Niet-Europeanen, met inbegrip van hooggeschoolden
Uiteraard hoofdzakelijk laaggeschoolden
Wie oefent ze uit ?
Het percentage laaggekwalificeerde banen hangt sterk af van de bedrijfstak (in % van de totale werkgelegenheid van de bedrijfstak, 2019)
6Bron: Statbel.
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
Financiën en verzekeringen
Informatie en communicatie
Wetenschappelijke en technische activiteiten
Bouwnijverheid
Onderwijs
Vastgoed
Verwerkende nijverheid, winning van delfstoffen en andere…
Overige diensten
Handel, reparatie van auto's en motorfietsen
Overheid
Alle bedrijfstakken
Vervoer en opslag
Landbouw, bosbouw en visserij
Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening
Horeca
Administratieve en ondersteunende diensten
Laaggeschoolde werknemers Laaggekwalificeerde banen
Laaggekwalificeerde banen hebben relatief minder gunstige kenmerken
7
Tijdelijke arbeidsovereenkomsten
- komen vaker voor
- voor kortere periodes
Deeltijdwerk
- komt meer voor
- vaker onvrijwillig
Werkroosters
- minder autonomie
- meer onderbroken werktijden
- minder telewerk
Bron: Statbel.
Welke toekomst hebben laaggeschoolden op de arbeidsmarkt ?
8
Afname van de
werkgelegen-heidskansentegen 2030
Ongunstige ontwikkelingvan het loon en het type van arbeids-
overeenkomst
Toegenomen concurrentievan midden-geschoolden
voor de elementaire
functies
Tal van functies zijn
toegankelijk zonder
bijzondere vaardigheden
of via een korte opleiding
Waakzaam zijn voor de
problematiek van
overkwalificatie
Bronnen: OESO, HRW.
Deelname aan opleiding, in %, tijdens de laatste 12 maanden, 2016.
9
Bron: Eurostat.
20
Laaggeschoold
40
60
Middengeschoold
Ja Nee
65
35
Hooggeschoold
Opleiding is het essentiële instrument om een duurzame en kwalitatieve inschakeling
op de arbeidsmarkt te bevorderen
Maar …
➢ Het onderwijssysteem bestendigt de socio-economische ongelijkheden
➢ Laaggeschoolden nemen weinig deel aan permanente opleiding
Investeren in levenslang leren:
10
Het aantal jongvolwassenen die de school verlaten zonder een diploma van het hoger secundair onderwijs, beperken
De herwaardering van technische opleidingen en alternerend lerenondersteunen, om positieve studiekeuzes in de hand te werken
Permanente opleiding voor iedereen bevorderen als instrument voor integratie en maatschappelijke emancipatie, maar ook voor productiviteitsgroei
Competenties erkennen om ze beter te benutten
Lagere gemiddelde lonen en een minder grote spreiding voor
laaggeschoolde werknemers
11
Zuiver effect van het diploma ten
opzichte van een laaggeschoolde
werknemer1
- Middengeschoold 7 %
- Hooggeschoold 31 %
Bron: SILC 2018, ongewogen gegevens.
1 Het model controleert voor de andere verschillen, zoals het geslacht, de ervaring, de bedrijfstak, het beroep, enz.
Het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen vormt de ondergrens voor de lonen… maar het sectoraal minimumloon is relevanter(in euro, per paritair comité, eerste kwartaal 2020)
12
1250
1450
1650
1850
2050
2250
2450
2650
2850
3050
20
1
30
7
20
2
32
9
14
5
31
9
31
1
20
9
15
2
13
6
31
2
31
3
200
321
30
8
22
0
14
0
32
7
30
6
12
0
22
7
11
0
30
2
20
7
10
9
11
5
21
5
31
0
21
4
10
4
11
8
11
9
13
0
11
6
105
12
1
14
9
11
2
11
4
12
4
12
6
10
6
21
1
Sectorminimum GGMMI
Bron: HIVA.
Effectief gemiddeld minimumloon ≈ GGMMI +20%
Het verschil tussen het nettoloon en de totale loonkost (de belastingwig) loopt snel op
in België en blijft hoog in internationale context ondanks een daling dankzij de taxshift (belastingwig1 voor 2019, in % van de totale loonkost)
13
Bronnen: FOD Financiën, NAR, OESO, Practicali, RSZ administratieve instructies 2019-Q4, Statbel, berekeningen NBB.
1 Simulatie voor een alleenstaande bediende zonder kinderen ten laste die voltijds werkt in een onderneming met meer dan 20 werknemers en in het Vlaams Gewest woont.
17
29
49
53
0
10
20
30
40
50
60
GGMMI GGMMI +20% Gemiddeld loon laaggeschoolden Gemiddeld loon
sociale bijdragen werkgevers Sociale bijdragen werknemers Personenbelasting werknemers Tax wedge
Loonkosten voor de laaggeschoolden verlagen en jobcreatie aanmoedigen
14
De (para)fiscaliteit biedt de overheden een krachtig instrument voor actie
Essentieel om weinig productieve functies economisch rendabel te maken maar hebben een hoge budgettaire kost
=> een globale kosten-batenanalyse is noodzakelijk
Efficiënte maatregelen berusten op:
- een significante impact op de doelgroep
- duidelijke en verifieerbare criteria om ze automatisch te kunnen toekennen
- een tijdsprofiel dat strookt met de doelstelling van duurzame inschakeling
Belangrijke rol van de niet-marktsector (overheidsdiensten en sociale economie) om arbeidskansen te bieden aan kwetsbare personen door in te spelen op maatschappelijke behoeften
Is het financieel interessant een laagbetaalde baan te aanvaarden ?
De financiële stimulans om een job te aanvaarden verhoogt naarmate de degressiviteit van de werkloosheidsuitkering zijn volle effect heeft gehad(verschil in netto-inkomen op jaarbasis in %, simulatie voor 2019 voor een alleenstaande zonder kinderen ten laste)
15
Bronnen: FOD Financiën, NAR, Practicali, RSZ administratieve instructies 2019-Q4, Statbel, berekeningen NBB.
Op basis van een vereenvoudigde berekening voor de personenbelasting (aanslagjaar 2020). Het laatste verdiende loon, nodig voor de bepaling van het niveau van de werkloosheidsuitkering, en het loon bij een nieuwe job zijn
telkens gelijk aan het geselecteerde loonniveau. Er wordt rekening gehouden met het vakantiegeld (betrekking op jaar t-1) en een eindejaarspremie (die geprorateerd wordt in functie van het aantal maanden werkloosheid).
4% 4% 3%5%
10% 11%
5%
11%
21%
26%
17%
23%27%
31% 33%36%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
GGMMI GGMMI + 20% Gemiddeld loonniveau laaggeschoold Gemiddeld loonniveau
3 maanden werkloos 6 maanden werkloos 12 maanden werkloos Langdurig werkloos (forfaitaire uitkering)
De werkbonus verlaagt de parafiscale lasten voor de laagste lonen maar de impact verdwijnt snel waardoor het risico op een lage loonval toeneemt…(verschil tussen bruto- en nettomaandloon in euro, 2019, voor een alleenstaande zonder kinderen ten laste)
16
Bronnen: FOD financiën, NAR, RSZ administratieve instructies 2019-Q4, Statbel, berekeningen NBB.
Ex ante benadering: berekeningen op basis van de voorschotten die worden betaald op de personenbelasting en de bijzondere sociale bijdragen.
51
138
226
313359
35
125
214
296
392
498
4
19
22
25
35
176
356
541
728
882
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
1000
1500 (Netto: 1465)
1750(Netto: 1574)
2000 (Netto: 1644)
2250 (Netto: 1709)
2500 (Netto: 1772)
2750(Netto: 1868)
Sociale zekerheidsbijdragen (inclusief sociale werkbonus) Bedrijfsvoorheffing (inclusief fiscale werkbonus) Bijzondere sociale bijdrage Verschil tussen bruto- en nettoloon
Maximale
werkbonus
Graduele afbouw van de werkbonus
1 642 2 561
Geen impact
werkbonus
De degressiviteit verhoogt de financiële incentive tot werken maar de laagste werkloosheidsuitkeringen liggen al onder de armoedegrens(netto maandinkomen in euro, 20191, voor een alleenstaande zonder kinderen ten laste)
17
Bronnen: Armoedebestrijding.be, RVA, Statbel.1 De uitkeringen zoals ze van toepassing waren tussen 1 september 2019 en 1 maart 2020, voor alleenstaanden wordt er in principe geen bedrijfsvoorheffing afgehouden van de werkloosheidsuitkering.2 De maximale uitkering in de eerste drie maanden van de werkloosheid.3 De minimale uitkering in de eerste drie maanden van de werkloosheid, wat gelijk is aan de forfaitaire werkloosheidsuitkering.
1 756 €
1 078 € 1 078 €
929 €
1 230 €
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
1600
1800
2000
Maximale werkloosheidsuitkering² Minimale werkloosheidsuitkering³ Forfaitaire werkloosheidsuitkering Leefloon
Netto-inkomen Armoedegrens
Zorgen voor positieve stimulansen, aangezien de beslissing om aan de arbeidsmarkt
deel te nemen, niet enkel afhangt van financiële factoren
18
Het netto-inkomen voor werkenden verhogen in plaats van de sociale uitkeringen te verlagen
Werkbonus: plafonds en geleidelijke verlaging aanpassen
De sociale voordelen niet onmiddellijk afschaffen bij een werkhervatting
Gezins- en gezondheidsfactoren, culturele factoren, … kunnen ook de niet-deelneming verklaren
19
Erkenning van de competenties
Laaggeschoolden vormen een zeer gevarieerde groep,
een ruim pakket concrete maatregelen vergemakkelijkt hun toegang tot werk
Oplossingen vinden voor
sociale belemmeringen of
gezondheidsproblemen
Opleiding Job-searchbegeleiding op maat
(bv. profiling)
Overheidsdiensten en private diensten voor arbeidsbemiddeling bieden
een aangepaste service
volgens de behoeften op de arbeidsmarkt
en de verlangens en capaciteiten van de werkzoekenden
Om laaggeschoolden een plaats te verschaffen op de arbeidsmarkt,
beveelt de Raad tot slot aan zich toe te spitsen op de volgende
hoofdlijnen:
1. Investeren in levenslang leren
2. Laaggekwalificeerde banen bestendigen
3. Zorgen voor positieve werkgelegenheidsstimuli
4. De meest kwetsbare personen begeleiden naar werk
20
Hoge Raad voor de Werkgelegenheid - Verslag 2020
WELKE POSITIE HEBBEN DE LAAGGESCHOOLDEN
OP DE ARBEIDSMARKT IN BELGIË?
21
Vragen?
Hoge Raad voor de WerkgelegenheidVerslag 2020
Persconferentie 24 februari 2021
Steven Vanackere
Ondervoorzitter van de Raad
https://hrw.belgie.be/nl https://cse.belgique.be/fr
WELKE POSITIE HEBBEN
DE LAAGGESCHOOLDEN
OP DE ARBEIDSMARKT IN BELGIË?