Transcript
Page 1: Installatie- en Bedrijfsinstructie - Busch Vacuum … · Installatie- en Bedrijfsinstructie Blaaspompen Samos SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Busch Produktions GmbH Schauinslandstr

Installatie- enBedrijfsinstructie

Blaaspompen

Samos SB 0050 - 1400 D0/D2ATEX-Versie

Busch Produktions GmbHSchauinslandstr. 179689 Maulburg

Duitsland

0870145239 / 091221 / Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing / Wijzigingen voorbehouden

Page 2: Installatie- en Bedrijfsinstructie - Busch Vacuum … · Installatie- en Bedrijfsinstructie Blaaspompen Samos SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Busch Produktions GmbH Schauinslandstr

IndexVoorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2Productomschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3

Gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3Werkingsprincipe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4Koeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4Aan/uit Schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Veiligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4Toepassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4Geluidsemissie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4Transport in Verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4Transport zonder Verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5Opslag voor Korte Tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5Conservering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

Installatie en Inbedrijfname. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5Installatievoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

Montagepositie en -ruimte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5Zuigaansluiting /Gasinlaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6Gasuitlaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6Drukaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6Elektrische aansluiting / Besturing . . . . . . . . . . . . . . . 6

Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6Elektrisch aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6Aansluiten van Leidingen/Pijpen . . . . . . . . . . . . . . . . 7Opnemen van Bedrijfsparameters . . . . . . . . . . . . . . . 7

Opmerkingen bij Bediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7Toepassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8Onderhoudsschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

Maandelijks: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8Iedere 6 maanden: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8Jaarlijks: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8Iedere 2 jaar: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

Revisie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9Uitbedrijfname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

Tijdelijke Uitbedrijfname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9Heringebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9Ontmanteling en Afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

Reserveonderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9Storingzoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10EG-Verklaring van Overeenstemming . . . . . . . . . . . . . . . 12Busch – All over the World in Industry . . . . . . . . . . . . . . 13

SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Voorwoord

0870145239 / 091221 pagina 2

VoorwoordGefeliciteerd met de aanschaf van een Busch blaaspomp. Met veelaandacht voor de eisen van de gebruiker, innovatieve en constanteontwikkelingen levert Busch moderne vacuüm- en drukoplossingenwereldwijd.

Deze bedrijfsinstructie bevat informatie over

– productomschrijving,

– veiligheid,

– transport,

– opslag,

– installatie en inbedrijfname,

– onderhoud,

– revisie,

– oplossen van storingen en

– reserve onderdelen

van de blaaspomp.

De ATEX-aandrijfmotor is onderhevig aan een aparte bedrijfsinstructie.

Deze instructies beschrijven, „de hantering” van de blaaspomp, ditomvat, de wijze van transporteren, opslag en conservering, de installa-tie, de ingebruikstelling, de voorwaarden voor een goede werking, hetonderhoud, het oplossen van storingen en de revisie van deblaaspomp.

Voor hantering van de blaaspomp is het noodzakelijk deze bedrijfsin-structie te lezen en op te volgen. Indien er onduidelijkheden zijn,neem dan contact op met uw Busch vertegenwoordiger!

Houd deze bedrijfsinstructie en, indien van toepassing, andere be-drijfsinstructies binnen bereik op de bedrijfslocatie.

Technische gegevensATEX categorisering, toelaatbare verschildrukken, motoraansluitwaar-den en toerentallen zijn op de typeplaat van de blaaspomp te lezen.Verdere technische gegevens, leverbare bouwgrootten, varianten enaccessoires zijn in het aktuele verkoopprogramma te vinden. Wendt uzich voor verdere vragen tot de bevoegde Busch vertegenwoordiger.

Page 3: Installatie- en Bedrijfsinstructie - Busch Vacuum … · Installatie- en Bedrijfsinstructie Blaaspompen Samos SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Busch Produktions GmbH Schauinslandstr

ProductomschrijvingGebruikDe blaaspomp kan gebruikt worden voor het

– aanzuigen

– comprimeren

van

– droge, niet agressieve en niet giftige gasmensels en/of stof/lucht-mengsels overeenkomstig de markeringen op de typeplaat van deblaaspomp (uitleg zie onder)

Het verpompen van media met een lagere of hogere dichtheid danlucht leidt tot een hogere thermische en mechanische belasting van deblaaspomp en is alleen toegestaan na overleg met Busch.

In overeenstemming met de richtlijn 94/9/EG („ATEX 95”) is deblaaspomp geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingenvolgens de gegevens op de typeplaat van de blaaspomp en de gege-vens op de typeplaat van de aandrijfmotor.

De klassificatie van de blaaspomp dient daarom als volgt te worden ge-lezen (de interpretatie van machinecategoriën en zones zijn slechts terinformatie; de geldende wetten, richtlijnen en normen zijn daadwerke-lijk bindend; voor temperatuurklassen en explosiegroepen zie E. Bran-des, W. Möller „Sicherheitstechnische Kenngrößen, Band 1: BrennbareFlüssigkeiten und Gase”, ISBN 3-89701-745-8 (of gelijkwaardigebron)):

Wanneer de klassificaties met betrekking tot het verpompte gas/luchtof stof/lucht mengsel enerzijds en de ongeving van de blaaspomp an-derzijds verschillen, wordt op de typeplaat van de blaaspomp eerst deklassificatie met betrekking tot het verpompte gas/lucht of stof/luchtmengsel vermeld en daarachter, na de schuine streep, de klassificatiemet betrekking tot de omgeving (voorbeeld „3/2”).

II 3/2G c T3Groep II, voor niet-mijnbouw toepassingen,in het te verpompen gas bij normaal bedrijf zelden of gedurende zeerkorte tijd explosiegevaarlijke atmosfeer bestaande uit een mengsel vanlucht en brandbare gassen (machinecategorie 3, voor zone 2),in de omgeving bij normaal bedrijf regelmatig explosiegevaarlijke at-mosfeer bestaand uit een mengsel van lucht en brandbare gassen,dampen of nevels (machinecategorie 2, voor zone 1),wijze van bescherming constructieve beveiliging,voor gassen uit temperatuurklasse T3 in het te verpompen gas en in deomgeving.Niet voor explosiegevaarlijke stof/lucht atmosferen.

II 3/2D c T 125°CGroep II, voor niet-mijnbouw toepassingen,in het te verpompen gas bij normaal bedrijf zelden of gedurende zeerkorte tijd explosiegevaarlijke atmosfeer in de vorm van een wolkbrandbare stof in lucht (machinecategorie 3, voor zone 22),in de omgeving bij normaal bedrijf regelmatig explosiegevaarlijke at-mosfeer in de vorm van een wolk brandbare stof in lucht (machineca-tegorie 2, voor zone 21),wijze van bescherming constructieve beveiliging,maximaal toelaatbare oppervlaktetemperatuur voor het stof/lucht

mengsel in het te verpompen gas en in de omgeving groter of gelijkaan 125 °C (volgens EN 50281-2-1 resp. IEC 61241-2-1).Niet voor explosiegevaarlijke gasatmosferen.

II 3G T3Groep II, voor niet-mijnbouw toepassingen,in het te verpompen gas en in de omgeving bij normaal bedrijf zeldenof gedurende zeer korte tijd explosiegevaarlijke atmosfeer bestaandeuit een mengsel van lucht en brandbare gassen (in de omgeving ookdampen of nevels) (machinecategorie 3, voor zone 2),voor gassen uit temperatuurklasse T3 in het te verpompen gas en in deomgeving.Niet voor explosiegevaarlijke stof/lucht atmosferen.

II 3D T 125°CGroep II, voor niet-mijnbouw toepassingen,in het te verpompen gas en in de omgeving bij normaal bedrijf zeldenof gedurende zeer korte tijd explosiegevaarlijke atmosfeer in de vormvan een wolk brandbare stof in lucht (machinecategorie 3, voorzone 22),maximaal toelaatbare oppervlaktetemperatuur voor het stof/luchtmengsel in het te verpompen gas en in de omgeving groter of gelijkaan 125 °C (volgens EN 50281-2-1 resp. IEC 61241-2-1).Niet voor explosiegevaarlijke gasatmosferen.

Het gas dient vrij te zijn van dampen die zouden condenseren bij de inde blaaspomp heersende temperatuur en druk.

De nominale waarde (=referentie waarde voor vermogensgegevens)voor de temperatuur van het procesgas is 15 °C. De maximaal toelaat-bare temperatuur van het aangezogen gas is 40 °C.

De nominale waarde voor de omgevingstemperatuur is 25 °C. De mini-maal toelaatbare omgevingstemperatuur is -30 °C. De maximaal toe-laatbare omgevingstemperatuur is 40 °C.

Bindende gegevens met betrekking ot de toegestane verschildruk die-nen van de typeplaat te worden afgelezen (waarde met negatief teken(„-”) voor vacuümbedrijf, waarde zonder teken voor drukbedrijf). Degegevens zijn geldig voor omgeveingstemperaturen tot 25 °C en op-stelhoogten tot 1000 m boven zeeniveau. Hogere omgevingstempera-turen verkleinen de toelaatbare verschildruk tot 10 procent bij 40 °C. Ingeval van plaatsing hoger dan 1000 m boven zeeniveau, dient de toe-gestane verschildruk met Busch te worden overeengekomen.

De blaaspomp is bedoeld voor continu bedrijf. Veelvuldig aan- en uit-schakelen verhoogt de temperatuur van de wikkelingen. In dit gevaldienen de toegestane omgevingscondities met Busch te wordenovereengekomen.

Bedrijf met een frequentieregelaar is niet toegestaan.

De hierboven genoemde grenswaarden dienen strikt in acht te wor-den genomen. Vooral de toegestane verschildrukken mogen niet wor-den overschreden door het smoren van de zuig- of perszijde.Schending van de grenswaarden leidt tot verhoogde temperaturen enbrengt daarmee de explosieveiligheid van de blaaspomp in gevaar.

De maximaal toegestane druk in de drukaansluiting (d) is 2 bar(a) (detypeplaatvan de blaaspomp geeft de geldige druk aan).Door middelvan procesbesturing dient zeker te worden gesteld dat de maximaaltoegestane druk niet wordt overschreden.

SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Productomschrijving

0870145239 / 091221 pagina 3

a Richtingspijlen

b Klemmenkast

c Typeplaat

d Gasuitlaat/ drukaansluiting

e Inlaat

Page 4: Installatie- en Bedrijfsinstructie - Busch Vacuum … · Installatie- en Bedrijfsinstructie Blaaspompen Samos SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Busch Produktions GmbH Schauinslandstr

WerkingsprincipeDe blaaspomp werkt volgens het impuls principe, dat wil zeggen dat erkinetische energie van het roterende ventilatorrad op het te verpom-pen medium wordt overgebracht en in druk omgezet.

Voor de tweetraps versie:

Twee trappen, die beiden volgens het bovenstaande principe werken,zijn voor het bereiken van een betere einddruk/verschildruk achter el-kaar geschakeld.

De blaaspomp comprimeert het aangezogen gas absoluut olievrij. Hetsmeren van de pompkamer is noch nodig noch toegestaan.

KoelingDe blaaspomp wordt gekoeld door

– straling van de hete buitenkant van de blaaspomp

– de luchtstroming van het ventilatorrad van de aandrijfmotor

– het verpompte gas

Aan/uit SchakelaarDe blaaspomp wordt geleverd zonder aan / uit schakelaar. De regelingvan de blaaspomp dient te worden voorzien bij de installatie.

VeiligheidToepassingDefinitie: Deze instructies beschrijven, „de hantering” van deblaaspomp, dit omvat, het transport, opslag, installatie, ingebruikstel-ling, invloed op bedrijfscondities, onderhoud, het oplossen van storing-en en revisie van de blaaspomp.

De blaaspomp is bedoeld voor industrieel gebruik. Het gebruik mag al-leen door bevoegd personeel gebeuren.

De toegestane media en de gebruiksgrenzen (� pagina 3: Produc-tomschrijving) en de installatievoorwaarden (� pagina 5: Installatie-voorwaarden) van de blaaspomp dienen in acht te worden genomendoor zowel de fabrikant van de machine waar de blaaspomp in is ing-ebouwd als door de bediener.

In het bijzonder vereist het beoogd gebruik in explosiegevaarlijke om-gevingen, d.w.z. hetzij inwendig of in de directe omgeving van deblaaspomp een explosiegevaarlijke atmosfeer voor kan komen, dat deblaaspomp overeenkomend is uitgevoerd, de Ex-markering draagt endat de bijbehorende documentatie volgens richtlijn 94/9/EG beschik-baar is.

De onderhoudsinstructies dienen in acht te worden genomen.

Voor hantering van de blaaspomp dient deze bedrijfsinstructie te wor-den gelezen en begrepen. Indien er onduidelijkheden zijn, neem dancontact op met uw Busch vertegenwoordiger!

VeiligheidsinstructiesDe blaaspomp is ontworpen en gebouwd volgens de nieuwste techni-sche inzichten. Niettemin blijft er mogelijk een risico aanwezig. Dezebedrijfsinstructie informeert over eventuele gevaren die mogelijk zijn.Veiligheidsinstructies zijn als volgt gemerkt met één van de kenmerkenGEVAAR, WAARSCHUWING en VOORZICHTIG:

GEVAAR_a

Verontachtzaming van deze veiligheidsinstructie zal altijd leidentot ongelukken met fataal of ernstig letsel.

WAARSCHUWING_a

Verontachtzaming van deze veiligheidsinstructie zal mogelijk lei-den tot ongelukken met fataal of ernstig letsel.

VOORZICHTIG_a

Verontachtzaming van deze veiligheidsinstructies zal mogelijk leidentot ongelukken met licht letsel of materiële schade.

Geluidsemissie

VOORZICHTIG_a4

Afhankelijk van de bouwgrootte kan de blaaspomp geluid produce-ren van een hoge intensiteit.

Afhankelijk van de bedrijfsstoestand kan de blaaspomp geluid pro-duceren in een smalle band.

Gevaar voor gehoorbeschadiging.

Personen die gedurende langere tijd in de buurt verblijven van eenblaaspomp zonder geluidisolatie dienen gehoorbescherming te dra-gen.

TransportTransport in VerpakkingBlaaspompen die per stuk verpakt zijn in een kartonnen doos kunnenmet de hand gedragen worden.

Verpakt op een pallet dient de blaaspomp te worden getransporteerdmet een heftruck.

Transport zonder VerpakkingWanneer de blaaspomp is verpakt in een met luchtkussens gevuldekartonnen doos:

◆ Verwijder de luchtkussens uit de doos

Wanneer de blaaspomp is verpakt in een met rollen golfkarton gevuldekartonnen doos:

◆ Verwijder de rollen golfkarton uit de doos

Wanneer de blaaspomp is verpakt in een doos met schuim:

◆ Verwijder het schuim

Wanneer de blaaspomp met bouten vastzit op een pallet of basisplaat:

◆ Verwijder de bouten tussen blaaspomp en pallet/basisplaat

Wanneer de blaaspomp vastzit d.m.v. spanbanden op een pallet:

◆ Verwijder de spanbanden

Wanneer de blaaspomp minder dan 20 kg weegt en niet is uitgerustmet oogbouten voor het bevestigen van hijsmiddelen:

Versie zonder handgreep:

◆ Pak de blaaspomp met beide handen vast

Versie met handgreep:

◆ Draag de blaaspomp aan de handgreep

Wanneer de blaaspomp geleverd wordt met één of meer oogboutenvoor bevestiging van hijsmiddelen:

VOORZICHTIG_af

Niet lopen, staan of werken onder hangende ladingen.

● Zorg ervoor dat de oogbout in feilloze conditie is (vervang een be-schadigde, bijvoorbeeld verbogen oogbout door een nieuwe)

● Zorg ervoor dat de oogbout volledig is ingedraaid en met de handis vastgedraaid

● Bevestig de hijsmiddelen veilig aan de oogbout op de cilinder

● Bevestig de hijsmiddelen aan een kraanhaak met veiligheidsgrendel

● Hijs de blaaspomp met een kraan

SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Veiligheid

0870145239 / 091221 pagina 4

Page 5: Installatie- en Bedrijfsinstructie - Busch Vacuum … · Installatie- en Bedrijfsinstructie Blaaspompen Samos SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Busch Produktions GmbH Schauinslandstr

Wanneer de blaaspomp met bouten vastzat op een pallet of basisplaat:

◆ Verwijder het draadeind uit de rubberen voeten

OpslagOpslag voor Korte Tijd● Zorg ervoor dat de zuigaansluiting/gasinlaat en de gasuitlaat/druk-

aansluiting gesloten zijn (laat de meegeleverde doppen gemon-teerd)

● Sla de blaaspomp op

– indien mogelijk in de originele verpakking,

– binnen,

– droog,

– stofvrij en

– trillingsvrij

ConserveringIn het geval van ongunstige omgevingsomstandigheden (bv. agressie-ve atmosfeer, regelmatige temperatuurwisselingen) dient deblaaspomp onmiddellijk te worden geconserveerd. In het geval vangunstige omgevingsomstandigheden dient de blaaspomp te wordengeconserveerd als de opslagperiode langer dan 3 maanden is.

● Zorg ervoor dat alle openingen stevig zijn afgesloten; dicht alleopeningen die niet zijn afgedicht met PTFE-tape, pakkingen ofo-ringen, af met tape

Opmerking: VCI staat voor „volatile corrosion inhibitor” („vluchtigecorrossie beschermer”). VCI-producten (film, papier, karton, schuim)dampen een substantie uit die zich in moleculaire dikte aan de verpaktegoederen vasthecht en door de electrochemische eigenschappen decorrossie onderdrukt op metalen oppervlakken. Echter, VCI-productenbeschadigen de oppervlakten van plastics en elastomeren. Raadpleegvoor advies uw plaatselijke verpakkingsvertegenwoordiger! Busch ge-bruikt CORTEC VCI 126 R film voor de overzeese verpakkingen vangrotere onderdelen.

● Wikkel de blaaspomp in VCI film

● Sla de blaaspomp op

– indien mogelijk in de originele verpakking,

– binnen,

– droog,

– stofvrij en

– trillingsvrij.

Voor ingebruikstelling na conservering:

● Zorg ervoor dat alle taperesten verwijderd zijn van de openingen

● Stel de blaaspomp in gebruik zoals beschreven in hoofdstuk Instal-latie en inbedrijfname (� pagina 5)

Installatie en InbedrijfnameInstallatievoorwaarden

VOORZICHTIG_a

Wanneer de installatievoorwaarden niet in acht worden genomen,in het bijzonder in het geval van onvoldoende koeling:

Gevaar voor beschadiging of vernieling van de blaaspomp en aang-renzende installatie-onderdelen.

Gevaar voor letsel!

De installatievoorwaarden moeten in acht worden genomen.

● Zorg ervoor dat de integratie van de blaaspomp zodanig wordt uit-gevoerd dat de noodzakelijke veiligheidsvoorschriften van de

Machinerichtlijn 2006/42/EG voldaan wordt (welke de verant-woordelijkheid is van de ontwerper van de machine waar deblaaspomp onderdeel van is;� pagina 12: opmerking in deEG-Verklaring van Overeenstemming).

Montagepositie en -ruimte● Zorg ervoor dat aan de volgende omgevingsvoorwaarden wordt

voldaan:

– omgevingstemperatuur: –30 ... +40 °C

– omgevingsdruk: atmosferisch

– hoogte van de opstellocatie: tot 1000 m boven zeeniveau (bij gro-tere hoogten verlaging van de toegestane verschildruk; overeen tekomen met Busch)

● Zorg ervoor dat de omgevingscondities overeenkomen met de be-schermingsklasse van de aandrijfmotor (overeenkomstig de type-plaat)

● Zorg ervoor dat er op de blaaspomp niet per ongeluk of opzettelijkkan worden gestaan of als steun voor zware voorwerpen kan wor-den gebruikt

● Zorg ervoor dat de blaaspomp niet voor vallende voorwerpen kanworden geraakt

De blaaspomp kan draaien met horizontale of verticale gasstroom

● Zorg ervoor dat de montageondergrond vlak is

● Zorg ervoor dat er een minimale ruimte van 3,5 cm (tot bouw-grootte 140) of 5,5 cm (vanaf bouwgrootte 200) is tussen de ven-tilatorkap en de nabije wanden/plafonds

● Zorg ervoor dat er een minimale ruimte van 2 cm (tot bouwgrootte200), 3 cm (voor bouwgrootte 310) respectievelijk 4 cm (vanafbouwgrootte 530) is tussen het deksel en de nabije wanden/pla-fonds

Bij opstelling met de aandrijfmotor naar boven:

◆ Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de motorventilatorkunnen vallen (de koeling mag echter niet worden gehinderd)

◆ Voorzie rubberen trillingdempers onder de voeten om deblaaspomp te bevestigen aan de vloer

● Zorg ervoor dat temperatuurgevoelige delen (plastic, hout, karton,papier, elektronica) niet in aanraking komen met het oppervlak vande blaaspomp

● Zorg ervoor dat de installatieruimte of locatie zodanig wordt ge-ventileerd zodat er voldoende koeling van de blaaspomp is gega-randeerd

VOORZICHTIG_ac

Tijdens bedrijf kan het oppervlak van de blaaspomp temperaturenbereiken van meer dan 70 °C.

Gevaar voor verbranding!

● Zorg ervoor dat de blaaspomp niet per ongeluk aangeraakt wordttijdens bedrijf, voorzie een bescherming indien gewenst

SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Opslag

0870145239 / 091221 pagina 5

Page 6: Installatie- en Bedrijfsinstructie - Busch Vacuum … · Installatie- en Bedrijfsinstructie Blaaspompen Samos SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Busch Produktions GmbH Schauinslandstr

Zuigaansluiting /Gasinlaat

VOORZICHTIG_a

Indringen van vreemde objecten of vloeistoffen kan de blaaspompernstig beschadigen.

Wanneer het inlaatgas stof bevat of andere vreemde vaste deeltjes:

◆ Zorg ervoor dat een geschikt filter (5 micron of minder) is ge-ïnstalleerd voor de blaaspomp

◆ Zorg ervoor dat het filter voldoende ATEX-gekwalificeerd is(elektrisch geleidend, met potentiaalvereffening etc.; ook bijniet brandbare stof!)

● Zorg ervoor dat de aanzuigleiding past op de zuigaansluiting/ga-sinlaat (e) van de blaaspomp

● Zorg ervoor dat de pijp geen krachten veroorzaakt op de aanslui-ting van de blaaspomp, gebruik indien nodig compensatoren

● Zorg ervoor dat de pijpdiameter van de aanzuigleiding over de ge-hele lengte op zijn minst even groot is als de de zuigaanslui-ting/gasinlaat (e) van de blaaspomp

Wanneer de zuigleiding langer is dan 2 m is het zinvol om een grotereleidingdiameter te gebruiken om capaciteitsverlies en overbelasting vande blaaspomp te voorkomen. Vraag advies bij uw lokale Buschvertegenwoordiger!

Wanneer het vacuüm in stand moet blijven na het stoppen van deblaaspomp:

◆ Verzorg een hand- of een automatische klep (=terugslagklep)in de zuigleiding

● Zorg ervoor dat de zuigleiding geen vreemde deeltjes, bv. lasspet-ters, bevat

GasuitlaatBij vacuümbedrijf:

De uitlaatlucht moet ongehinderd kunnen uitstromen. Het is niettoegestaan om de uitlaatleiding te blokkeren of te beperken ofom het te gebruiken als een bron voor blaaslucht.

● Zorg ervoor dat de uitlaatleiding op de gasuitlaat (d) van deblaaspomp past

● Zorg ervoor dat de pijp geen spanning veroorzaakt op de aanslui-ting van de blaaspomp, gebruik indien nodig compensatoren

● Zorg ervoor dat de pijpdiameter van de uitlaatleiding over de ge-hele lengte op zijn minst even groot is als de gasuitlaat (d) van deblaaspomp

Wanneer de uitlaatleiding langer is dan 2 m is het zinvol om een grote-re leidingdiameter te gebruiken om capaciteitsverlies en overbelastingvan de blaaspomp te voorkomen. Vraag advies bij uw lokale Buschvertegenwoordiger!

● Zorg ervoor dat de uitlaatleiding onder afschot ligt vanaf deblaaspomp of voorzie een vloeistofafscheider of een condensbeenmet een aftapklep, zodat geen vloeistof terug kan lopen in deblaaspomp

Drukaansluiting● Zorg ervoor dat de drukleiding gemonteerd is op de drukaanslui-

ting (d) van de blaaspomp

● Zorg ervoor dat de pijp geen spanning veroorzaakt op de aanslui-ting van de blaaspomp, gebruik indien nodig compensatoren

● Zorg ervoor dat de pijpdiameter van de uitlaatleiding over de ge-hele lengte op zijn minst even groot is als de drukaansluiting (d)van de blaaspomp

Wanneer de drukleiding langer is dan 2 m is het zinvol om een grotereleidingdiameter te gebruiken om capaciteitsverlies en overbelasting vande blaaspomp te voorkomen. Vraag advies bij uw lokale Buschvertegenwoordiger!

● Zorg ervoor dat de drukleiding onder afschot ligt vanaf deblaaspomp of voorzie een vloeistofafscheider of een condensbeen

met een aftapklep, zodat geen vloeistof terug kan lopen in deblaaspomp

Elektrische aansluiting / Besturing● Zorg ervoor dat de installatieinstructie voor de ATEX-aandrijfmotor

(apart blad) beschikbaar zijn

● Houd rekening met de instructies die worden gegeven in de instal-latieinstructie van de ATEX-aandrijfmotor

● Zorg ervoor dat voldaan wordt aan de bepalingen volgens deEMC-richtlijn 2004/108/EG en Laagspanningsrichtlijn2006/95/EG, alsmede de van toepassing zijnde EN-normen, elek-trische en ongevalrichtlijnen en de plaatselijke en nationale voor-schriften (dit is de verantwoordelijkheid van de ontwerper van demachine waar de blaaspomp onderdeel van is:� pagina 12: op-merking in de EG-verklaring van Overeenstemming).

● Zorg ervoor dat de voeding van de aandrijfmotor overeenkomtmet de gegevens op de typeplaat van de aandrijfmotor

● Zorg ervoor dat er een overbelastingsbescherming volgensEN 60204-1 is voorzien voor de aandrijfmotor

● Zorg ervoor dat de aandrijving van de blaaspomp niet door elektri-sche of elektromagnetische storingen vanuit het net beïnvloedwordt; vraag indien nodig advies aan de Busch service

Bij een mobiele installatie:

◆ Voorzie de elektrische aansluiting van kabeldoorvoeren die detrekbelasting kunnen opvangen

Stroomkringen in zone 1 (uitwendig) dienen intrinsiek veilig te wordenuitgevoerd in beschermingsklasse ib volgens EN 50020:2002.

InstallatieMontage● Zorg ervoor dat aan de Installatievoorwaarden (� pagina 5) vol-

daan is

● Bevestig de blaaspomp op zijn plaats

Elektrisch aansluiten

WAARSCHUWING_ab

Gevaar voor elektrische schok, gevaar voor beschadiging van appa-ratuur.

Elektrische installatiewerkzaamheden mogen alleen worden uitge-voerd door bevoegd personeel dat de volgende reglementen kenten naleeft:- IEC 364 respectievelijk CENELEC HD 384 of DIN VDE 0100,- IEC-Rapport 664 of DIN VDE 0110,- BGV A2 (VBG 4) of overeenkomstige nationale ongevallenpre-ventievoorschriften.

● Sluit de aandrijfmotor aan volgens de installatieinstructie van deaandrijfmotor (apart blad)

● Sluit de aandrijfmotor elektrisch aan

● Sluit de aardeaansluiting aan

VOORZICHTIG_ad

Het draaien in de verkeerde draairichting kan in korte tijd deblaaspomp beschadigen.

Gevaar voor explosie!

Voordat er opgestart wordt, dient men ervoor te zorgen dat deblaaspomp in de juiste richting draait.

● Stel de gewenste draairichting vast aan de hand van de opgeplakteof ingegoten pijl

● Zet de aandrijfmotor een fractie van een seconde aan

SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Installatie en Inbedrijfname

0870145239 / 091221 pagina 6

Page 7: Installatie- en Bedrijfsinstructie - Busch Vacuum … · Installatie- en Bedrijfsinstructie Blaaspompen Samos SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Busch Produktions GmbH Schauinslandstr

● Kijk naar het ventilatorrad van de aandrijfmotor en stel de juistedraairichting vast voordat het ventilatorrad stilstaat

Indien de draairichting gewijzigd moet worden:

◆ Verwissel twee willekeureige aders van de aandrijfmotor

Aansluiten van Leidingen/Pijpen● Sluit de zuigleiding aan

Installatie zonder zuigleiding:

◆ Zorg ervoor dat de gasinlaat (e) open is

● Sluit de uitlaatleiding aan

of

● Sluit de drukleiding aan

Installatie zonder uitlaatleiding:

◆ Zorg ervoor dat de gasuitlaat (d) open is

● Zorg ervoor dat alle voorziene deksels, beschermroosters, kappenenz. gemonteerd zijn

● Zorg ervoor dat de in- en uitlaatopeningen voor koellucht niet zijnafgedekt of verstopt en dat de koelluchtstroom niet op enige wijzewordt belemmerd

Wanneer de blaaspomp wordt geleverd met een oogbout om hijsmid-delen te bevestigen:

◆ Zorg ervoor dat de oogbout stevig is vastgezet

Opnemen van BedrijfsparametersZodra de blaaspomp onder normale bedrijfscondities draait:

● Meet de stroomopname van de aandrijfmotor en leg deze vast alsreferentie voor toekomstig onderhoud en het opsporen en oplos-sen van storingen

Opmerkingen bij BedieningToepassing

WAARSCHUWING_ad

De blaaspomp is ontworpen voor bedrijf onder de conditie zoalshieronder beschreven.

In geval van verontachtzaming gevaar voor explosie!

De blaaspomp mag alleen onder de onderstaande condities in be-drijf zijn.

WAARSCHUWING_ad

Het bedrijf van een defecte blaaspomp brengt de explosieveilig-heid in gevaar.

gevaar voor explosie!

De blaaspomp mag aleen in foutloze conditie in bedrijf zijn. Eendefecte blaaspomp dient onmiddellijk uit bedrijf te worden geno-men.

De blaaspomp kan gebruikt worden voor het

– aanzuigen

– comprimeren

van

– droge, niet agressieve en niet giftige gasmensels en/of stof/lucht-mengsels overeenkomstig de markeringen op de typeplaat van deblaaspomp (uitleg zie onder)

Het verpompen van media met een lagere of hogere dichtheid danlucht leidt tot een hogere thermische en mechanische belasting van deblaaspomp en is alleen toegestaan na overleg met Busch.

In overeenstemming met de richtlijn 94/9/EG („ATEX 95”) is deblaaspomp geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingenvolgens de gegevens op de typeplaat van de blaaspomp en de gege-vens op de typeplaat van de aandrijfmotor.

De klassificatie van de blaaspomp dient daarom als volgt te worden ge-lezen (de interpretatie van machinecategoriën en zones zijn slechts terinformatie; de geldende wetten, richtlijnen en normen zijn daadwerke-lijk bindend; voor temperatuurklassen en explosiegroepen zie E. Bran-des, W. Möller „Sicherheitstechnische Kenngrößen, Band 1: BrennbareFlüssigkeiten und Gase”, ISBN 3-89701-745-8 (of gelijkwaardigebron)):

Wanneer de klassificaties met betrekking tot het verpompte gas/luchtof stof/lucht mengsel enerzijds en de ongeving van de blaaspomp an-derzijds verschillen, wordt op de typeplaat van de blaaspomp eerst deklassificatie met betrekking tot het verpompte gas/lucht of stof/luchtmengsel vermeld en daarachter, na de schuine streep, de klassificatiemet betrekking tot de omgeving (voorbeeld „3/2”).

II 3/2G c T3Groep II, voor niet-mijnbouw toepassingen,in het te verpompen gas bij normaal bedrijf zelden of gedurende zeerkorte tijd explosiegevaarlijke atmosfeer bestaande uit een mengsel vanlucht en brandbare gassen (machinecategorie 3, voor zone 2),in de omgeving bij normaal bedrijf regelmatig explosiegevaarlijke at-mosfeer bestaand uit een mengsel van lucht en brandbare gassen,dampen of nevels (machinecategorie 2, voor zone 1),wijze van bescherming constructieve beveiliging,voor gassen uit temperatuurklasse T3 in het te verpompen gas en in deomgeving.Niet voor explosiegevaarlijke stof/lucht atmosferen.

II 3/2D c T 125°CGroep II, voor niet-mijnbouw toepassingen,in het te verpompen gas bij normaal bedrijf zelden of gedurende zeerkorte tijd explosiegevaarlijke atmosfeer in de vorm van een wolkbrandbare stof in lucht (machinecategorie 3, voor zone 22),in de omgeving bij normaal bedrijf regelmatig explosiegevaarlijke at-mosfeer in de vorm van een wolk brandbare stof in lucht (machineca-tegorie 2, voor zone 21),wijze van bescherming constructieve beveiliging,maximaal toelaatbare oppervlaktetemperatuur voor het stof/luchtmengsel in het te verpompen gas en in de omgeving groter of gelijkaan 125 °C (volgens EN 50281-2-1 resp. IEC 61241-2-1).Niet voor explosiegevaarlijke gasatmosferen.

II 3G T3Groep II, voor niet-mijnbouw toepassingen,in het te verpompen gas en in de omgeving bij normaal bedrijf zeldenof gedurende zeer korte tijd explosiegevaarlijke atmosfeer bestaandeuit een mengsel van lucht en brandbare gassen (in de omgeving ookdampen of nevels) (machinecategorie 3, voor zone 2),voor gassen uit temperatuurklasse T3 in het te verpompen gas en in deomgeving.Niet voor explosiegevaarlijke stof/lucht atmosferen.

II 3D T 125°CGroep II, voor niet-mijnbouw toepassingen,in het te verpompen gas en in de omgeving bij normaal bedrijf zeldenof gedurende zeer korte tijd explosiegevaarlijke atmosfeer in de vormvan een wolk brandbare stof in lucht (machinecategorie 3, voorzone 22),maximaal toelaatbare oppervlaktetemperatuur voor het stof/luchtmengsel in het te verpompen gas en in de omgeving groter of gelijkaan 125 °C (volgens EN 50281-2-1 resp. IEC 61241-2-1).Niet voor explosiegevaarlijke gasatmosferen.

Het gas dient vrij te zijn van dampen die zouden condenseren bij de inde blaaspomp heersende temperatuur en druk.

De nominale waarde (=referentie waarde voor vermogensgegevens)voor de temperatuur van het procesgas is 15 °C. De maximaal toelaat-bare temperatuur van het aangezogen gas is 40 °C.

De nominale waarde voor de omgevingstemperatuur is 25 °C. De mini-maal toelaatbare omgevingstemperatuur is -30 °C. De maximaal toe-laatbare omgevingstemperatuur is 40 °C.

Bindende gegevens met betrekking ot de toegestane verschildruk die-nen van de typeplaat te worden afgelezen (waarde met negatief teken(„-”) voor vacuümbedrijf, waarde zonder teken voor drukbedrijf). De

SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Installatie en Inbedrijfname

0870145239 / 091221 pagina 7

Page 8: Installatie- en Bedrijfsinstructie - Busch Vacuum … · Installatie- en Bedrijfsinstructie Blaaspompen Samos SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Busch Produktions GmbH Schauinslandstr

gegevens zijn geldig voor omgeveingstemperaturen tot 25 °C en op-stelhoogten tot 1000 m boven zeeniveau. Hogere omgevingstempera-turen verkleinen de toelaatbare verschildruk tot 10 procent bij 40 °C. Ingeval van plaatsing hoger dan 1000 m boven zeeniveau, dient de toe-gestane verschildruk met Busch te worden overeengekomen.

De blaaspomp is bedoeld voor continu bedrijf. Veelvuldig aan- en uit-schakelen verhoogt de temperatuur van de wikkelingen. In dit gevaldienen de toegestane omgevingscondities met Busch te wordenovereengekomen.

Bedrijf met een frequentieregelaar is niet toegestaan.

De hierboven genoemde grenswaarden dienen strikt in acht te wor-den genomen. Vooral de toegestane verschildrukken mogen niet wor-den overschreden door het smoren van de zuig- of perszijde.Schending van de grenswaarden leidt tot verhoogde temperaturen enbrengt daarmee de explosieveiligheid van de blaaspomp in gevaar.

De maximaal toegestane druk in de drukaansluiting (d) is 2 bar(a) (detypeplaatvan de blaaspomp geeft de geldige druk aan).Door middelvan procesbesturing dient zeker te worden gesteld dat de maximaaltoegestane druk niet wordt overschreden.

VOORZICHTIG_ac

Tijdens bedrijf kan het oppervlak van de blaaspomp temperaturenvan meer dan 70 °C bereiken.

Gevaar voor verbranding!

De blaaspomp dient te worden beschermd tegen aanraking tijdensbedrijf, dient voorafgaand aan aanraking af te koelen of er dienenhittebestendige handschoenen te worden gedragen.

VOORZICHTIG_a4

Afhankelijk van de bouwgrootte kan de blaaspomp geluid produce-ren van een hoge intensiteit.

Afhankelijk van de bedrijfsstoestand kan de blaaspomp geluid pro-duceren in een smalle band.

Gevaar voor gehoorbeschadiging.

Personen die gedurende langere tijd in de buurt verblijven van eenblaaspomp zonder geluidisolatie dienen gehoorbescherming te dra-gen.

● Zorg ervoor dat alle voorziene deksels, beschermingen, kappen etc.gemonteerd blijven

● Zorg ervoor dat de beschermingsmiddelen niet uit bedrijf genomenworden

● Zorg ervoor dat de in- en uitlaatopeningen voor koellucht niet zijnafgedekt of verstopt en dat de koelluchtstroom niet op enige wijzewordt belemmerd

● Zorg ervoor dat aan de installatievoorwaarden (� pagina 5: Instal-latievoorwaarden) is voldaan en dat hieraan voldaan blijft, voorna-melijk dat er voldoende koellucht voorhanden is

Onderhoud

WAARSCHUWING_ad

De goedkeuring van de blaaspomp voor gebruik op potentieel ex-plosieve gebieden blijft slechts geldig indien regelmatig onder-houd volgens onderstaand onderhoudsschema uitgevoerd wordt enorginele onderdelen en de verbruiksgoederen, die voor explosievegebieden door Busch worden goedgekeurd, uitsluitend worden ge-bruikt.

Onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerddoor bevoegd personeel dat is geïnstrueerd over het werken metdeze type blaaspompen door Busch.

GEVAAR_age32

Wanneer de blaaspomp gas heeft verpompt dat vervuild was metschadelijke stoffen, kunnen gevaarlijke stoffen achterblijven in defilters.

Gevaar voor de gezondheid tijdens inspectie.

Gevaar voor het milieu.

Tijdens het werken met vervuilde filter dient beschermende kledingte worden gedragen.

Vervuilde filters zijn bijzonder afval en dienen apart te worden af-gevoerd volgens de geldende reglementen.

VOORZICHTIG_ac

Tijdens bedrijf kan het oppervlak van de blaaspomp temperaturenbereiken van meer dan 70 °C.

Gevaar voor verbranding!

● Voordat de aansluitingen worden losgemaakt, dient zeker te wor-den gesteld dat de leidingen tot atmosferische druk zijn belucht

OnderhoudsschemaOpmerking: De onderhoudsintervallen zijn sterk afhankelijk van de in-dividuele bedrijfsomstandigheden. De onderstaande intervallen zijn bo-venwaarden die niet mogen worden overschreden.Voornamelijk zware bedrijfscondities, zoals grote stofbelasting in deomgeving of het verpompte gas, andere vervuiling of intrede van pro-cesmateriaal, kan ervoor zorgen dat de onderhoudsintervallen aanzien-lijk dienen te worden ingekort.

Maandelijks:● Zorg ervoor dat de blaaspomp uitgeschakeld is en gezekerd tegen

abusievelijk inschakelen

Wanneer een inlaatluchtfilter is geïnstalleerd:

◆ Controleer het inlaatluchtfilter, vervang indien nodig

Bij bedrijfs in een stoffige omgeving:

◆ Reinig zoals beschreven onder� pagina 8: Iedere 6 Maanden:

Iedere 6 maanden:● Zorg ervoor dat de behuizing vrij is van stof en vuil, reinig indien

nodig

● Zorg ervoor dat de blaaspomp uitgeschakeld is en gezekerd tegenabusievelijk inschakelen

Opmerking: Elke vorm van aanslag op de blaaspomp vermindert deexplosieveiligheid van de blaaspomp.

● Reinig de ventilatorkap, het ventilatorrad, het ventilatierooster ende koelribben

● Controleer de elektrische aansluiting

Jaarlijks:● Zorg ervoor dat de blaaspomp uitgeschakeld is en gezekerd tegen

abusievelijk inschakelen

Wanneer een inlaatluchtfilter is geïnstalleerd:

◆ Vervang het inlaatluchtfilter

Wanneer een inlaatzeef is geïnstalleeerd:

◆ Controleer de inlaatzeef, reinig indien nodig

Iedere 2 jaar:● Laat de lagers vervangen door Busch service

SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Onderhoud

0870145239 / 091221 pagina 8

Page 9: Installatie- en Bedrijfsinstructie - Busch Vacuum … · Installatie- en Bedrijfsinstructie Blaaspompen Samos SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Busch Produktions GmbH Schauinslandstr

Revisie

WAARSCHUWING_ad

Bij onjuiste werkzaamheden aan de blaaspomp komt de bedrijfsze-kerheid in gevaar.

Gevaar voor explosie!

De goedkeur voor bedrijf zal ongeldig zijn!

Het verder demonteren van de blaaspomp dan tot dat wat is be-schreven in deze bedrijfsinstructie mag alleen worden uitgevoerddoor speciaal opgeleid Busch servicepersoneel.

GEVAAR_age32

Wanneer de blaaspomp gas heeft verpompt dat vervuild was metschadelijke stoffen, kunnen schadelijke stoffen achterblijven in po-riën, gaten en spleten van de blaaspomp.

Gevaar voor de gezondheid tijdens het demonteren van deblaaspomp.

Gevaar voor het milieu.

De blaaspomp dient voor het transporteren zo goed mogelijk ont-smet te zijn en de besmettingsstatus dient in een „Verklaring vanBesmetting” te worden vastgelegd (formulier te downloaden vanwww.busch-vacuum.com).

De blaaspompen wordt alleen door Busch geaccepteerd met een volle-dig ingevulde en correct ondertekende „Verklaring van Besmetting”(formulier te downloaden van www.busch-vacuum.com).

UitbedrijfnameTijdelijke Uitbedrijfname● Voordat de aansluitingen worden losgemaakt, dient zeker te wor-

den gesteld dat de leidingen tot atmosferische druk zijn belucht

Heringebruikname● Houd rekening met het hoofdstuk Installatie en Inbedrijfname

(� pagina 5)

Ontmanteling en Afvoeren

GEVAAR_age32

Wanneer de blaaspomp gas heeft verpompt dat vervuild was metschadelijke stoffen, kunnen schadelijke stoffen achterblijven in po-riën, gaten en spleten van de blaaspomp.

Gevaar voor de gezondheid tijdens het demonteren van deblaaspomp.

Gevaar voor het milieu.

Tijdens het demonteren van de blaaspomp moet beschermendekleding worden gedragen.

De blaaspomp moet voor het afvoeren worden ontsmet.

● Zorg ervoor dat de als speciaal afval te behandelen materialen enonderdelen gescheiden zijn van de blaaspomp

● Zorg ervoor dat de blaaspomp niet is vervuild met schadelijke stof-fen

Zover bekend op het moment van het drukken van deze bedrijfsin-structie zijn de in de blaaspomp gebruikte materialen niet gevaarlijk.

● Voer de blaaspomp af als oud ijzer

ReserveonderdelenDe blaaspomp bevat geen door de bediener te vervangen onderdelen.Revisies/reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door speciaal op-geleid Busch personeel.

SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Revisie

0870145239 / 091221 pagina 9

Page 10: Installatie- en Bedrijfsinstructie - Busch Vacuum … · Installatie- en Bedrijfsinstructie Blaaspompen Samos SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Busch Produktions GmbH Schauinslandstr

Storingzoeken

WAARSCHUWING_ad

Vacuümpomp/ Compressor/ Vacuüm- en drukpomp/ Blaaspomp voor gebruik in explosiegevaarljike atmoseferen.

De blaaspomp mag alleen mag alleen in bedrijf worden genomen in foutloze toestand.

Gevaar voor explosie in geval van defecte apparatuur!

Een defecte blaaspomp moet onmiddellijk uit bedrijf worden genomen.

In geval van storingen waarvan de oorzaak niet bekend is, moet contact op worden genomen met de Busch service.

WAARSCHUWING_ab

Gevaar voor elektrische schok, gevaar voor beschadiging van apparatuur.

Elektrische installatiewerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegd personeel dat de volgende reglementen kent en naleeft:- IEC 364 respectievelijk CENELEC HD 384 of DIN VDE 0100,- IEC-Rapport 664 of DIN VDE 0110,- BGV A2 (VBG 4) of overeenkomstige nationale ongevallenpreventievoorschriften.

VOORZICHTIG_ac

Tijdens bedrijf kan het oppervlak van de blaaspomp temperaturen van meer dan 70 °C bereiken.

Gevaar voor verbranding!

Laat de blaaspomp afkoelen voordat deze wordt aangeraakt of draag hittebeschermende handschoenen.

Probleem Mogelijke Oorzaak Remedie

De blaaspomp haalt niet de gebruikelijke druk

De door de aandrijfmotor opgenomen stroomis te hoog (vergelijk met de referentiewaardena ingebruikname)

Vacuümbedrijf:

Evacuatie van het systeem duurt te lang

Drukbedrijf:

Het vullen van het systeem duurt te lang

Het opbouwen van de druk in het systeemduurt te lang

Vacuümbedrijf:

Het vacuümsysteem of de zuigleiding is nietlekdicht

Drukbedrijf:

Het druksysteem of de drukleiding is niet lek-dicht

Controleer de slang- en/of pijpaansluitingenop mogelijke lekken

Wanneer een inlaatzeef is gemonteerd in dezuigaansluiting/gasinlaat (e):

De inlaatzeef in de zuigaansluiting/gasinlaat(e) is gedeeltelijk verstopt

Reinig de inlaatzeef

Monteer een filter voor het systeem wanneerreiniging te vaak nodig is

Wanneer een filter is gemonteerd in de zuig-aansluiting/gasinlaat (e):

Het filter in de zuigaansluiting/gasinlaat (e) isgedeeltelijk verstopt

Reinig of vervang het inlaatluchtfilter

Gedeeltelijke verstopping in de zuig-, uitlaat-of drukleiding

Verhelp de verstopping

Lange zuig-, uitlaat- of drukleiding met een tekleine diameter

Gebruik een grotere diameter

Interne delen versleten of beschadigd Repareer de blaaspomp (Busch service)

Het door de blaaspomp verpompte gas ruiktonprettig.

Procesbestanddelen verdampen onder vacu-üm

Controleer het proces, indien van toepassing

De blaaspomp start niet De aandrijfmotor is niet van de juiste spanningvoorzien of is overbelast

Voorzie de aandrijfmotor van de juiste span-ning

SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Storingzoeken

0870145239 / 091221 pagina 10

Page 11: Installatie- en Bedrijfsinstructie - Busch Vacuum … · Installatie- en Bedrijfsinstructie Blaaspompen Samos SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Busch Produktions GmbH Schauinslandstr

De overbelastingsbeveiliging van de frequen-tieomvormer is te klein of de schakelwaarde iste laag

Vergelijk de schakelwaarde van de overbelas-tingsbeveiliging met de gegevens op de type-plaat, corrigeer indien nodig

Een zekering is doorgebrand Controleer de zekeringen

De aansluitkabel is te klein of te lang met eenspanningval bij de blaaspomp als gevolg

Gebruik voldoende gedimensioneerde kabel

De blaaspomp of de aandrijfmotor is geblok-keerd

Zorg ervoor dat de aandrijfmotor is losgekop-peld van de voeding

Verwijder de ventilatorkap

Probeer de aandrijfmotor met de blaaspompmet de hand te verdraaien

Wanneer de blaaspomp is geblokkeerd:

Repareer de blaaspomp (Busch service)

De aandrijfmotor is defect Vervang de aandrijfmotor (Busch service)

De blaaspomp is geblokkeerd Vaste deeltjes zijn in de blaaspomp geraakt Repareer de blaaspomp (Busch service)

Zorg ervoor dat de inlaatleiding van een zeefis voorzien

Installeer eventueel een extra filter

Corrosie in blaaspomp door achtergeblevencondensaat

Repareer de blaaspomp (Busch service)

Controleer het proces

De blaaspomp heeft in de verkeerde richtinggedraaid

Repareer de blaaspomp (Busch service)

Zorg ervoor dat wanneer de blaaspomp wordtaangesloten, deze in de juiste richting draait(� pagina 6: Installatie)

De blaaspomp start, maar draait erg zwaar,luid of rammelt

De door de aandrijfmotor opgenomen stroomis te hoog (vergelijk met de referentiewaardena ingebruikname)

Losse aansluiting(en) in de klemmenkast vande aandrijfmotor

Niet alle aandrijfmotorspoelen zijn correctaangesloten

De motor draait maar op twee fasen

Controleer de juiste aansluiting van de kabelsmet het aansluitdiagram

Losse verbindingen natrekken of vervangen

De blaaspomp draait in de verkeerde richting Controle en correctie� pagina 5: Installatieen Inbedrijfname

Vreemde deeltjes in de blaaspomp

Vastzittende lagers

Repareer de blaaspomp (Busch service)

De blaaspomp loopt erg luidruchtig Defecte lagers Repareer de blaaspomp (Busch service)

De blaaspomp wordt erg heet Onvoldoende luchttoevoer Zorg ervoor dat de koeling van de blaaspompniet door stof of vuil beperkt wordt

Reinig de ventilatorkap, het ventilatorrad, hetventilatierooster en de koelribben

Stel de blaaspomp alleen in een kleine ruimteop als er gegarandeerd voldoende luchttoe-voer is

Omgevingstemperatuur te hoog Houd rekening met de toegestane omgevings-temperaturen

Temperatuur van het inlaatgas te hoog Houd rekening met de toegestane temperatu-ren van het inlaatgas

Onvoldoende gastransport Controleer de procesvoorwaarden

Netfrequentie of netspanning buiten de tole-ranties

Zorg voor een stabielere voeding

Gedeeltelijke verstopping van filters of zeven

Gedeeltelijke verstopping in de zuig-, uitlaat-of drukleiding

Verwijder de verstopping

Lange zuig-, uitlaat- of drukleiding met een tekleine diameter

Grotere leidingdiameter toepassen

SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Storingzoeken

0870145239 / 091221 pagina 11

Page 12: Installatie- en Bedrijfsinstructie - Busch Vacuum … · Installatie- en Bedrijfsinstructie Blaaspompen Samos SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Busch Produktions GmbH Schauinslandstr

EG-Verklaring van OvereenstemmingOpmerking: Deze Verklaring van Overeenstemming en de -markering op de typeplaat zijn geldig voor de blaaspomp welke onderdeel is van deBusch levering. Wanneer deze blaaspomp wordt ingebouwd in een groter systeem moet de fabrikant van dit systeem (dit kan ook de exploiteur zijn)het overeenstemmingstoetsingsproces voor dit grotere systeem uitvoeren volgens de Machinerichtlijn 2006/42/EG, de Verklaring van Overeenstem-ming ervan overleggen en het systeem voorzien van de -markering.

Wij

Busch Produktions GmbHSchauinslandstr. 179689 MaulburgDuitsland

verklaren dat blaaspompen SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie

documentatie nr.: T611145612

auditing: 0637

in overeenstemming met de EG-richtlijnen:

– „ATEX” 94/9/EG voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen volgens de typeplaat,

– „Machiners” 2006/42/EG,

– „Elektrisch Materiaal Bestemd voor Gebruik binnen Bepaalde Spanningsgrenzen” (zogenaamde „Laagspanningsrichtlijn”) 2006/95/EG,

– „Elektromagnetische Compatibiliteit” 2004/108/EG,

– „Beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur” („RoHS”) 2002/95/EG

zijn ontworpen en geproduceerd volgens de volgende normen:

Norm Titel van de normen

Geharmoniseerde normen

EN ISO 12100-1EN ISO 12100-2

Veiligheid van machines - Basisbegrippen, algemene ontwerpbeginselen, Deel 1 en 2

EN ISO 13857 Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenstaande en onderstaande lede-maten

EN 1012-1EN 1012-2

Compressoren en vacuümpompen - Veiligheidseisen, Deel 1 en 2

EN ISO 2151 Geluidsleer - Bepaling van de geluidsemissie van compressoren en vacuümpompen - Praktijkmethode (graad 2)

EN 60204-1 Veiligheid van machines - Electrische uitrusting van de machines - Deel 1: Algemene eisen

EN 61000-6-1EN 61000-6-2

Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Algemene normen - Immuniteit

EN 61000-6-3EN 61000-6-4

Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Algemene normen - Emissienorm

EN 60079-10EN 60079-14

Elektisch materieel voor plaatsen waar gasontploffingsgevar kan heersen - Deel 10 en 14

EN 13463-1 Niet-elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - deel 1: Basismethodologie en eisen

EN 1127-1 Ontplofbare atmosferen - Voorkoming van en bescherming tegen ontploffingen - Deel 1 Grondbeginselen en methodologie

Fabrikant Persoon bevoegd voor het opstellenvan technische documentatie

Dr.-Ing. Karl Busch

Directeur

Andrej Riwe

Technische schrijver

SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie EG-Verklaring van Overeenstemming

0870145239 / 091221 pagina 12

Page 13: Installatie- en Bedrijfsinstructie - Busch Vacuum … · Installatie- en Bedrijfsinstructie Blaaspompen Samos SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Busch Produktions GmbH Schauinslandstr

Busch – All over the World in Industry www.busch-vacuum.comAustraliaBusch Australia Pty. Ltd.30 Lakeside DriveBroadmeadows, Vic. 3047Tel: (03) 93 55 06 00Fax: (03) 93 55 06 99

AustriaBusch Austria GmbHIndustriepark Nord2100 KorneuburgTel: 02262 / 756 65-0Fax: 02262 / 756 65-20

BelgiumBusch N.V./Busch SAKruinstraat 79160 LokerenTel: (0)9 / 348 47 22Fax: (0)9 / 348 65 35

BrazilBusch do Brasil Ltda.Rod. Edgard Máximo Zambotto, Km 6413240-000 Jarinu-SPTel: (55) 11-4016 1400/5277Fax: (55) 11-4016 5399

CanadaBusch Vacuum Technics Inc.1740, Boulevard Lionel BertrandBoisbriand (Montréal)Québec J7H 1N7Tel: 450 435 6899Fax: 450 430 5132

ChileBusch Chile S. A.Calle El Roble N° 375-GLampa - SantiagoTel: (56-2) 7387092Fax: (56-2) 7387092

ChinaBusch Vacuum (Shanghai) Co., LtdNo.5, Lane 195 Xipu RoadSongjiang Industrial Estate East New ZoneShanghai 201611 PRCTel: +86 (0)21 67600800Fax: +86 (0)21 67600700

Czech RepublicBusch Vakuum s.r.o.Pra�ákova 10619 00 Horní HeršpiceBrnoTel: +420 543 42 48 55Fax: +420 543 42 48 56

DenmarkBusch Vakuumteknik A/SParallelvej 118680 RyTel: +45 87 88 07 77Fax: +45 87 88 07 88

FinlandBusch Vakuumteknik OySinikellontie 401300 VANTAATel: 09 774 60 60Fax: 09 774 60 666

FranceBusch France S.A.Parc Technologiquede Bois Chaland CE 292291029 Evry CedexTel: 01 69 89 89 89Fax: 01 60 86 16 74

GermanyDr.-Ing. K. Busch GmbHSchauinslandstr. 179689 MaulburgTel: (0 76 22) 6 81-0Fax: (0 76 22) 6 81-194e-mail: [email protected]

Dr.-Ing. K. Busch GmbHNiederlassung NordErnst-Abbe-Str. 1-325451 QuickbornTel: (0 41 06) 7 99 67-0Fax: (0 41 06) 7 99 67-77

Dr.-Ing. K. Busch GmbHNiederlassung WestNordring 3564807 DieburgTel: (0 60 71) 92 82-0Fax: (0 60 71) 14 71

Dr.-Ing. K. Busch GmbHAußenstelle NeuenradeBreslauer Str. 3658809 NeuenradeTel: (0 23 92) 50 29 92Fax: (0 23 92) 50 72 11

Dr.-Ing. K. Busch GmbHNiederlassung Süd-OstGewerbestraße 390579 LangenzennTel: (09 01) 90 25-0Fax: (09 01) 90 25-25

Dr.-Ing. K. Busch GmbHAußenstelle Zella-MehlisAm Rain 1198544 Zella-MehlisTel: (0 36 82) 46 92 71Fax: (0 36 82) 46 92 73

Dr.-Ing. K. Busch GmbHAußenstelle Meitingen-OstendorfGrüntenweg 886405 Meitingen-OstendorfTel: (0 82 71) 426-341Fax: (0 82 71) 426-342

IndiaBusch Vacuum India Pvt Ltd.Plot No. 110, Sector 7PCNTDA, BhosariPune 411026, MaharashtraTel: (0)206410 2886Fax: (0)202711 2838

IrelandBusch Ireland Ltd.A10-11 Howth Junction Business CentreKilbarrack, Dublin 5Tel: 00353 1 832 1466Fax: 00353 1 832 1470

IsraelBusch Israel Ltd.1 Mevo Sivan StreetQiryat Gat 82022, IsraelTel: +972 (0)8 6810485Fax +972 (0)8 6810486

ItalyBusch Italia S.r.l.Via Ettore Majorana, 1620054 Nova MilaneseTel: 0362 370 91Fax: 0362 370 999

JapanNippon Busch K.K.1-23-33, MegumigaokaHiratsuka City, KanagawaJapan 259-1220Tel: 0463-50-4000Fax: 0463-50-4004

KoreaBusch Korea Ltd.392-1 Yangji-Ri, Yangji-Myun,Yongin-si, Kyunggi-DoTel: 031) 321-8114Fax: 031) 321 4330

MalaysiaBusch (Malaysia) Sdn Bhd.6 Jalan Taboh 33/22Shah Alam Technology ParkSection 3340400 Shah AlamSelangor D. E.Tel: 03 5122 2128Fax 03 5122 2108

MexicoBusch Vacuum Mexico S de RL de CVTlaquepaque 4865, Los AltosMonterrey, Nuevo LeonMexico 64370Tel: (81) 8311-1385Fax: (81) 8311-1386

NetherlandsBusch B.V.Pompmolenlaan 23447 GK WoerdenPostbus 20913440 DB WoerdenTel: (0)348 - 462300Fax: (0)348 - 422939

New ZealandBusch New Zealand Ltd.Unit D, 41 Arrenway DriveAlbany 0632AucklandTel: 09 414 7782Fax: 09 414 7783

NorwayBusch Vakuumteknikk ASHestehagen 21440 DrøbakTel: 64 98 98 50Fax: 64 93 66 21

PolandBusch Polska Sp. z o.o.Ul. Chopina 2787800 W�oc�awekTel: (054) 2315400Fax: (054) 2327076

PortugalBusch lbérica S.A., Sucursal em PortugalZona Industrial Raso de Travassô, Fracção B, Armazém 23750-753 AguedaAveiro, PortugalTel: +351 234 648 070Fax: +351 234 648 068

SingaporeBusch Vacuum Singapore Pte Ltd20 Shaw Road#01-03 Ching Shine BuildingSingapore 36 79 56Tel: (65) 6488 0866Fax: (65) 6288 0877

SpainBusch Ibérica S.A.C/ Jaume Ferran, 6-8Pol. Ind. Coll de la Manya08403 GranollersTel: +34 93 861 61 60Fax: +34 93 840 91 56

SwedenBusch Vakuumteknik ABBråta Industriområde435 33 MölnlyckeTel: 031 - 338 00 80Fax: 031 - 338 00 89

SwitzerlandBusch AGWaldweg 224312 MagdenTel: 061 / 845 90 90Fax: 061 / 845 90 99

TaiwanBusch Taiwan Corporation1F. No. 69, Sec. 3, Beishen Rd.Shenkeng Township,Taipei Country,Taiwan (222), R.O.CTel: (02) 2662 0775Fax: (02) 2662 0796

ThailandBusch Vacuum (Thailand) Co., Ltd.888/30 Moo19, Soi Yingcharoen, Bangplee-Tamru Rd.,Bangpleeyai, Bangplee, Samutprakarn 10540 ThailandTel: (66) 2-382-5428Fax: (66) 2-382-5429

TurkeyVAKUTEKEmlak Kredi Ishani No: 17981130 Üsküdar-IstanbulTel: (216) 310 0573Fax: (216) 343 5126

United KingdomBusch (UK) LtdHortonwood 30-35Telford Shropshire TF1 7YBTel: 01952 677 432Fax: 01952 677 423

USABusch, Inc.516-B Viking DriveVirginia Beach, VA 23452Tel: (757) 463-7800Fax: (757) 463 7407

Semiconductor Vacuum Group Inc.Morgan Hill, CA 95037Tel: (408) 955 1900Fax: (408) 955 0229

SB 0050 - 1400 D0/D2 ATEX-Versie Busch – All over the World in Industry

0870145239 / 091221 pagina 13


Recommended