Kennisportfolio Jessica van Toorn Bedrijfskunde MER
In mijn kennisportfolio is een overzicht weergegeven van de meest relevante
modellen en theorieën, die ik als Bedrijfskunde MER-student tot dusverre heb
geleerd. Modellen staan slecht eenmaal weergegeven, maar zij worden meerdere
malen gebruikt gedurende de opleiding.
Het eerste jaar is vergelijkbaar met verwante bedrijfskundige opleidingen. Dit
zorgt voor een stevige economische basis en een brede blik op de toekomstige
werkveld. Vanaf het tweede jaar gaan de lessen de diepte in. Uiteindelijk word ik
met de opleiding Bedrijfskunde MER opgeleid tot generalist.
Avans Hogeschool
University of Applied Sciences
Onderwijsboulevard 215
5223 DE ‘s-Hertogenbosch
088 525 7500
27-10-2015
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 1
Inhoud Leerjaar 2 (hoofdfase) 2015-2016
De hoofdfase staat vooral in het teken van verdieping en diepgang in het vakgebied. Je
leert steeds beter een organisatie te doorgronden. In het tweede leerjaar wordt er kennis
gemaakt met marketingcommunicatie. Daarnaast heb ik in het tweede jaar projecten
moeten maken voor bestaande bedrijven. Dit wordt de integrale leerlijn genoemd en dit
wordt ingevuld met beroepsproducten. Zo moesten wij in het eerste blok een
marketingcommunicatieplan maken voor Primera.
Verder wordt er in het tweede jaar ook gewerkt aan beroepsvaardigheden. Er werd in het
eerste blok aandacht besteed aan omgaan met lastige klanten (conflicthantering).
Tijdens het tweede jaar moet ik mij ook verdiepen in het zoeken naar een geschikte
stageplaats.
Leerjaar 2 Blok 1……………………………………………………………………………………………………………......2
Recht…………………………………..………………………………………………………………………………………………..2
Engels………………………….…..…………………………………………………………………………………………………..3
Marketingcommunicatie…..…………………………………………………………………………………………………. 4
Bedrijfseconomie….……..……………………………………………………………………………………………………….6
Management….………………………………………………………………………………………………………….………… 7
Marketing…………………………………………………………………………………………………………………………….10
Leerjaar 2 Blok 2…………………………………………………………………………………………………………………13
Administratieve organisatie…………………………………………………………………………………………………13
Algemene economie…………………………………………………………………………………………………………….15
Management: inkoop…………………………………………………………………………………………………………. 17
Management: logistiek………………………………………………………………………………………………………. 19
Recht……………………………………………………………………………………………………………………………………22
Leerjaar 2 Blok 3………………………………………………………………………………………………………………..24
Bedrijfseconomie………………………………………………………………………………………………………………..24
HRM…………………………………………………………………………………………………………………………………. …25
Kwaliteit……………………………………………………………………………………………………………………………… 27
Logistiek……………………………………………………………………………………………………………………………. .29
Recht…………………………………………………………………………………………………………………………………..31
Leerjaar 2 Blok 4…………………………………………………………………………………………………………………34
Interculturele Communicatie……………………………………………………………………………………………...34
Internationale marketing…………………………………………………………………………………………………… 35
Landenanalyse…………………………………………………………………………………………………………………….36
Europees Recht……………………………………………………………………………………………………………………38
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 2
Leerjaar 2 (hoofdfase)
Leerjaar 2 Blok 1: Klant Recht Consumentenkoop
Auteur: A.M.M.M. van Zeijl
Vakgebied: Recht (specifiek wetten)
Beschrijving: De consumentenkoop valt onder de bijzonder overeenkomsten.
Consumentenkoop is een koopovereenkomst, waarbij een zaak wordt gegeven
waartegen een prijs betaald moet worden. De voorwaarden aan de wet van
consumentenkoop is dat het om een roerende zaak gaat, de verkoper handelt in
uitoefening van zijn beroep of bedrijf, koper een natuurlijk persoon is en de koper
die niet handelt in uitoefening van beroep of bedrijf.
Relevantie: Regels met betrekking tot consumenten snel terug te kunnen vinden.
Reclame
Auteur: A.M.M.M. van Zeijl
Vakgebied: Recht (specifiek wetten)
Beschrijving: Er zijn drie niveaus van reclameregels, namelijk: supranationaal,
nationaal en zelfregulering. Het nationale niveau valt uiteen in 2 belangrijke ‘type’
reclames: misleidende reclame en vergelijkende reclame.
Relevantie: Kijken of er sprake is van misleidende of vergelijkende reclame en
het toepassen hiervan.
ICT en recht
Auteur: A.M.M.M. van Zeijl
Vakgebied: Recht (specifiek wetten)
Beschrijving: Er zijn drie soorten overeenkomsten via het internet (e-
commerce), namelijk B2C, B2B en C2C. Iedere voorgaande soort overeenkomst
bestaat uit drie fases: precontractuele fase, het sluiten van een overeenkomst en
nakoming van een overeenkomst. In elke fase is de aanbieder verplicht iets te
doen dat in de artikelen staat geregeld. Ook gelden de regels van
consumentenkoop hier.
Relevantie: Regels met betrekking tot overeenkomsten die op internet worden
gesloten.
Privacy
Auteur: A.M.M.M. van Zeijl
Vakgebied: Recht (specifiek wetten)
Beschrijving: Wet Bescherming Persoonsgegevens geeft regels omtrent
bescherming van onze privacy. De privacy wordt beschermd door regels te stellen
ten aanzien van het verwerken van persoonsgegevens. Persoonsgegevens betreft
iedere informatie betreffende een natuurlijk persoon en bij het verwerken gaat het
om het vastleggen, raadplegen, gebruiken en verspreiden van de gegevens. De
wet is niet van toepassing op persoonlijke of huishoudelijke doeleinden en
speciale wetten. Er zijn een aantal grondden waarop verwerken van gegevens wel
is toegestaan. Bedrijven moeten altijd voordat ze beginnen met het verwerken dit
melden bij het College bescherming persoonsgegevens. De betrokkene heeft het
recht om zich te verzetten als het verwerken van zijn persoonsgegevens geschiedt
voor direct marketingdoeleinden. Verder zijn er nog een aantal rechts-
beschermingsmogelijkheden. Zo kan een burger stappen ondernemen (schade),
het openbare ministerie kan vervolgen (straf) of het College bescherming
persoonsgegevens kan actie ondernemen (bestuursdwang/dwangsom).
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 3
Relevantie: Te gebruiken om te kijken of het verwerken van de
persoonsgegevens rechtmatig gebeurd.
Engels Simple present (t.t.)
Auteur: Basisboek Engels, Lotte Tavecchio & Aafke Moons
Vakgebied: Engels
Beschrijving: De simple present is de Engelse vorm van de tegenwoordige tijd.
De tegenwoordige tijd wordt gebruikt bij feiten, gewoonte/regelmaat of bij
gevoelens en meningen. He, she en it krijgen –s achter het hele werkwoord.
Relevantie: Nodig om correct Engels te kunnen communiceren en begrijpen.
Simple past (o.v.t.)
Auteur: Basisboek Engels, Lotte Tavecchio & Aafke Moons
Vakgebied: Engels
Beschrijving: De verleden tijd wordt gebruikt als iets in het verleden plaatsvond
of gebeurde en als deze handeling helemaal voorbij is. Regelmatige werkwoorden
krijgen het hele werkwoord +ed. Onregelmatige werkwoorden krijgen geen –ed in
de verleden tijd, maar hebben een eigen vorm (2e rijtje irregular verbs).
Relevantie: Nodig om correct Engels te kunnen communiceren en begrijpen.
Present perfect (v.t.t.)
Auteur: Basisboek Engels, Lotte Tavecchio & Aafke Moons
Vakgebied: Engels
Beschrijving: De present perfect wordt gebruikt als iets in het verleden is
begonnen, maar nog niet is afgerond of wanneer het resultaat van een actie in het
verleden van belang is voor het heden. De present perfect wordt gemaakt met
een vorm van to have + het voltooid deelwoord. Meestal is het voltooid deelwoord
het hele werkwoord met –ed erachter, maar bij onregelmatige kan het voltooid
deelwoord er heel anders uit zien (3e rijtje irregular verbs).
Relevantie: Nodig om correct Engels te kunnen communiceren en begrijpen.
Past perfect (v.t.t.)
Auteur: Basisboek Engels, Lotte Tavecchio & Aafke Moons
Vakgebied: Engels
Beschrijving: De past perfect wordt gebruikt als iets heeft plaatsgevonden vóór
iets anders dat ook al in het verleden plaatsvond. Of het wordt gebruikt als iets
‘twee stappen terug’ is begonnen en voortduurde tot een moment in het verleden.
De voltooid verleden tijd (past perfect): had + voltooid deelwoord. Meestal is het
voltooid deelwoord het hele werkwoord met –ed erachter, maar bij onregelmatige
kan het voltooid deelwoord er heel anders uit zien (3e rijtje irregular verbs).
Relevantie: Nodig om correct Engels te kunnen communiceren en begrijpen.
Present continuous
Auteur: Basisboek Engels, Lotte Tavecchio & Aafke Moons
Vakgebied: Engels
Beschrijving: Met de present continuous wordt aangegeven dat iets nu bezig of
aan de gang is. De present continuous bestaat uit een vorm van to be met het
werkwoord +- ing.
Relevantie: Nodig om correct Engels te kunnen communiceren en begrijpen.
Future
Auteur: Basisboek Engels, Lotte Tavecchio & Aafke Moons
Vakgebied: Engels
Beschrijving: De future wordt gebruikt om uit te drukken dat iets in de toekomst
plaats gaat vinden. Er zijn 4 manieren voor de future: met will + hele werkwoord,
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 4
met be going to + hele werkwoord, met de present continuous en met de simple
present
Relevantie: Nodig om correct Engels te kunnen communiceren en begrijpen.
Marketingcommunicatie
Marketingcommunicatieplan
Auteur: C. Essink-Matzinger en B. van Veghel
Vakgebied: Marketingcommunicatie
Beschrijving: Een marketingcommunicatieplan wordt
opgesteld om de communicatie goed te laten verlopen.
Door middel van een plan weet iedereen waar hij of zij aan
toe is en wat er gaat gebeuren. Het plan bestaat uit een
aantal onderdelen, namelijk: analyse, definitie, strategie,
concept, implementatie en evaluatie. Uiteindelijk moet de
marketingcommunicatie ervoor zorgen dat de
onderneming kan concurreren in de omgeving en kan
inspelen op de trends. Wanneer de stappen in het
marketingcommunicatieplan zorgvuldig worden doorlopen,
zal de communicatie goed worden overgebracht en
hierdoor succesvol zijn. Ook is het plan simpelweg nodig
om goed te kunnen communiceren in zijn geheel.
Relevantie: Een marketingcommunicatieplan is een
stappenplan met richtlijnen hoe een bedrijf kan
communiceren met de buitenwereld. Door deze stappen
goed te doorlopen, zal de communicatie ook goed
verlopen.
Doelen marketingcommunicatie
Auteur: C. Essink-Matzinger en B. van Veghel
Vakgebied: Marketingcommunicatie
Beschrijving: Er zijn drie doelen voor marketingcommunicatie. Het eerste doel is
kennis: bekendheid/kennis creëren bij de doelgroep over organisatie, merk,
onderwerp of probleem. (weten). Het tweede doel is houding: attitude
beïnvloeden van de doelgroep tegenover de organisatie of het merk, interesse of
tevredenheid over de organisatie of het merk (vinden). Het laatste doel is
gedrag: de doelgroep aanzetten tot bepaald gedrag ten aanzien van de
organisatie, het merk of het probleem (doen).
Relevantie: Het kiezen het juiste doel voor marketingcommunicatie.
Doelgroepsegmentatie
Auteur: C. Essink-Matzinger en B. van Veghel
Vakgebied: Marketingcommunicatie
Beschrijving: In de definitiefase wordt de doelgroep beschreven en
gesegmenteerd. De doelgroep kan op verschillende niveaus worden
gesegmenteerd, namelijk op algemeen niveau, domeinspecifiek niveau en
merkspecifiek niveau. Algemeen niveau bestaat uit geografische, demografische,
socio-economische en psychografische kenmerken. Het domeinspecifiek niveau
bestaat uit kenmerken die verband houden met productgebruik, zoals
betrokkenheid, gewenste producteigenschappen, psychosociale eigenschappen en
gebruiksfrequentie. Bij het merkspecifiek niveau wordt de doelgroep
gesegmenteerd op merkniveau door te kijken naar merkbekendheid,
attitudes/verwachtingen, koop-en gebruiksgedrag en koopintentie.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 5
Relevantie: Te gebruiken om de doelgroep zo goed mogelijk te segmenteren dat
je het voor ogen kan zien.
Positionering
Auteur: C. Essink-Matzinger en B. van Veghel
Vakgebied: Marketingcommunicatie
Beschrijving: Positionering is de positie van een merk ten opzichte van andere
merken in de perceptie van de consument. Er zijn een aantal
positioneringsstrategieën. Bij de informationele positionering worden de
functionele eigenschappen en/of voordelen van het product of dienst
gecommuniceerd. De transformationele positionering speel in op de levensstijl van
consumenten ook wel de psychologische behoeften die consumenten hebben om
een product of dienst te kopen. Vervolgens is er een tweezijdige positionering, die
bestaat uit de informationele en transformationele positionering. De laatste
positioneringsstrategie is uitvoeringspositionering. Dit is voor producten waar je
echt vanuit de uitvoering van de campagne gaat positioneren.
Relevantie: Het kiezen van de juiste positioneringstrategie bij producten
Propositie/boodschap
Auteur: C. Essink-Matzinger en B. van Veghel
Vakgebied: Marketingcommunicatie
Beschrijving: De propositie is de boodschap die wordt overgebracht naar de
consument. De propositie moet passen bij de gewenste positionering en moet
onderscheidend zijn. Het is eigenlijk de kern van de boodschap die een bedrijf wilt
overbrengen.
Relevantie: Propositie bepalen die een bedrijf gaat over brengen naar de
consument.
Creatieve concepten
Auteur: C. Essink-Matzinger en B. van Veghel
Vakgebied: Marketingcommunicatie
Beschrijving: Net het formuleren van de strategie en de propositie wordt een
concept ontwikkeld. Er bestaan 4 soorten creatieve concepten. Het eerste concept
is het vergelijkingsconcept, waarmee het ene merk met het andere merk wordt
vergeleken. Het tweede concept is het explicatieconcept. Hiermee wordt uitgelegd
waarom het product zo goed/uniek is. Het derde concept is het effectconcept, dit
geeft aan wat het merk voor effect heeft voor de consument. Het laatste concept
is het associatieconcept. Bij dit concept wordt jouw product geassocieerd met
waarden/gevoelens en emoties die je doelgroep aanspreekt.
Relevantie: Het kiezen van het juiste concept.
Implementatie
Auteur: C. Essink-Matzinger en B. van Veghel
Vakgebied: Marketingcommunicatie
Beschrijving: Uiteindelijk is het tijd om het concept uit te gaan voeren. Hiervoor
is het verstandig om een draaiboek op te stellen. Hierin worden de
communicatieactiviteiten afgestemd en een begroting opgesteld. Het is ook
verstandig om te kijken naar geld en tijd voor het ontwerpen en ontwikkelen
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 6
advertenties en eventuele deadlines. Het is belangrijk om in het draaiboek een
tijdschema op te nemen.
Relevantie: Te gebruiken bij het implementeren van een communicatie uiting.
Evaluatie
Auteur: C. Essink-Matzinger en B. van Veghel
Vakgebied: Marketingcommunicatie
Beschrijving: Er kan op 3 niveaus geëvalueerd worden. Dit zijn effectevaluatie,
productevaluatie en procesevaluatie. Bij effectevaluatie wordt er gekeken of de
communicatiedoelstellingen bereikt zijn en of wat er de volgende keer beter kan.
Bij procesevaluatie wordt er gekeken of het proces goed verlopen is. Bij
productevaluatie wordt er gekeken wat de waardering van de doelgroep voor de
communicatie uiting is.
Relevantie: Te gebruiken bij het evalueren van een communicatie uiting.
Bedrijfseconomie Kostprijscalculatie
Auteur: Drs. A.W.W. Heezen
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving: Bij de berekening van de kostprijs wordt er gekeken naar de
variabele kosten en constante kosten die gerekend worden voor één product. De
kostprijs is de variabele kosten per stuk en een bijdrage per stuk aan constante
kosten. De formule luidt: kostprijs = (V/W)+(C/N). Hierbij is V de variabele
kosten, W is de verwachte productie, C is de constante kosten en N is de normale
productie.
Relevantie: Bedrijven moet voor het produceren van een product eerst kijken of
het überhaupt winstgevend zal worden. De kostprijs is een handig hulpmiddel om
te kijken of een product winstgevend zal zijn en of het dus wel of niet op de markt
moet worden gebracht.
Integrale kostprijsmethode volgens AC
Auteur: Drs. A.W.W. Heezen
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving: De A.C. methode is een bepaalde
manier om het behaalde resultaat van een bedrijf
te kunnen berekenen. Hiernaast is te zien hoe
het bedrijfsresultaat via de A.C. methode wordt
berekend. Er wordt gebruik gemaakt van de
bezettingsresultaat.
Relevantie: Goede berekening van het resultaat
van een bedrijf in een bepaalde periode.
Variabelenkostencalculatie (D.C. methode).
Auteur: Drs. A.W.W. Heezen
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving: Een tweede methode om het
resultaat van een bedrijf te berekenen is via de
D.C. methode. Het verschil met de A.C. methode
is dat hierbij de vaste kosten in één keer ten
laste van het resultaat worden gehaald in plaats
van ze te verrekenen in de kostprijs. Hiernaast
is een afbeelding te zien hoe het resultaat van
een onderneming wordt berekend via de D.C.
methode.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 7
Relevantie: Goede berekening van het resultaat van een bedrijf in een bepaalde
periode.
Veiligheidsmarge
Auteur: Drs. A.W.W. Heezen
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving: De veiligheidsmarge geeft weer hoeveel procent de werkelijke
afzet onder de break-even afzet is. Je mag dus bijvoorbeeld 20% van de begrote
afzet minder produceren voordat je de afgrond in valt. De veiligheidsmarge wordt
met de volgende formule berekend: begrote afzet – break-even afzet: begrote
afzet x 100%.
Relevantie: Berekenen welk percentage je boven de norm zit om quitte te
spelen.
Break-even point (BEP)
Auteur: Drs. A.W.W. Heezen
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving: Het break-even point van een bedrijf is dat punt waarbij de
opbrengsten gelijk zijn aan de kosten. Er wordt dus geen winst noch verlies
gemaakt. Ook kan er geconcludeerd worden dat de productie gelijk is aan de
afzet. Elke opbrengst hoger dan het break-even point is de winst van een bedrijf.
Relevantie: Het break-even point is voor bedrijven belangrijk om te kijken
hoeveel zij minimaal moeten verkopen om alle kosten te kunnen dekken of winst
te kunnen maken.
Verkoopverschillenanalyses
Auteur: Drs. A.W.W. Heezen
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving: Naast kostenverschillen zijn er ook verkoopverschillen. Tussen het
begrote en het werkelijke behaalde resultaat van een onderneming kan wel eens
een verschil in zitten. Er kunnen verschillen ontstaan tussen begrote en werkelijke
posten (zoals afzet, verkoopprijs) die ervoor zorgen dat er een verschil ontstaat in
het begrote en werkelijke resultaat. Er kan via 6 soorten verschillenanalyses
berekend worden waar dit verschil in resultaat precies vandaan komt en hoe groot
het is. De soorten verschillen waaruit de winstverschil en de verschillenanalyse
bestaan zijn: verschil in constante kosten, verschil in verkoopprijs, verschil in
variabele kosten en verschil in verkoopomvang (afzet). Het verschil in
verkoopomvang bestaat weer uit een hoeveelheidsverschil en
assortimentsverschil.
Relevantie: Bedrijven gebruiken de verschillenanalyse om te kunnen analyseren
waar het winstverschil vandaan komt. Door de 6 verschillen te analyseren, krijgt
een bedrijf een goed inzicht.
Management Coördinatiemechanismen
Auteur: H. Mintzberg
Vakgebied: Management (structuur in organisatie)
Beschrijving: De coördinatiemechanismen verklaren de fundamentele wijzen
waarop organisaties haar werkzaamheden coördineren. Dit kan op vijf
verschillende manieren gedaan worden. De 5 coördinatiemechanismen zijn:
onderlinge aanpassing (informele communicatie), direct toezicht (1 persoon
neemt de leiding), standaardisatie van werkprocessen (inhoud werk wordt
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 8
gestandaardiseerd), standaardisatie van output (resultaten zijn
gestandaardiseerd) en standaardisatie van vaardigheden (training/opleiding zorgt
voor standaardisatie)
Relevantie: Een goede afstemming van de werkzaamheden in de organisatie.
Organisatieonderdelen
Auteur: H. Mintzberg
Vakgebied: Management (samenhang van de organisatie)
Beschrijving: Een organisatie bestaat uit vijf onderdelen. Deze onderdelen zijn:
de uitvoerende kern, de strategische top, het middenkader, de technostructuur en
de ondersteunende diensten. Deze onderdelen zijn allemaal in een logo getekend
en dat is hieronder te zien.
Relevantie: Een duidelijk beeld van waar je in de organisatie staat en naar wie je
moet luisteren.
Ontwerpparameters
Auteur: H. Mintzberg
Vakgebied: Management (vormgeving van de organisatie)
Beschrijving: Bij het ontwerpen van een organisatie moet je denken aan het
volgende: ontwerpen van individuele functies, groepering van eenheden, grootte
van eenheden, planning- en controlesystemen en verbindingsmiddelen. Dit
worden ook wel de ontwerpparameters van een organisatie genoemd. Deze
parameters zorgen ervoor dat er structuur wordt vormgegeven aan een
organisatie.
Relevantie: De invulling van de organisatie. Hoe komt de organisatie eruit te
zien.
Vormen van decentralisatie/centralisatie
Auteur: H. Mintzberg
Vakgebied: Management (vormgeving van de organisatie)
Beschrijving: De begrippen decentralisatie/centralisatie hangen samen met de
plaats in de organisatie waar de macht over de beslissingen feitelijk ligt; de
beslissingsbevoegdheid. Een organisatie kent vijf vormen van
decentralisatie/centralisatie. Deze vormen zijn:
1. Verticale én horizontale (volledige) centralisatie
2. Beperkte horizontale decentralisatie (selectief)
3. Beperkte verticale decentralisatie (parallel)
4. Selectieve verticale en horizontale decentralisatie
5. Verticale én horizontale (volledige) decentralisatie
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 9
Dit laat zien in welke mate de beslissingsbevoegdheid
verspreid is over de medewerkers van de organisaties
en waar de beslissingsbevoegdheid naar verspreid is,
in welk onderdeel van de organisatie.
Relevantie: Dit is relevant als één persoon niet alle
beslissingen meer kan overzien. Hiermee kunnen we
de plaats van mensen met beslissingsbevoegdheid in
beeld brengen.
Situationele factoren
Auteur: H. Mintzberg
Vakgebied: Management (situatie van de organisatie)
Beschrijving: Een organisatie kent vijf situationele factoren, ook wel contingentie
factoren genoemd. Deze factoren bestaan uit: leeftijd en omvang, het technische
systeem, de omgeving, macht en trends. Deze factoren hebben allemaal met de
situatie van de organisatie te maken.
Relevantie: De situatie van de organisatie bekijken en daar structuur van de
organisatie op aanpassen.
Logo’s/configuraties
Auteur: H. Mintzberg
Vakgebied: Management
Beschrijving: Er zijn vijf configuraties (logo). In elk van de vijf configuraties
domineert één coördinatiemechanismen, speelt één organisatie-onderdeel een
sleutelrol en hanteert men één van de (de)-centralisatie-vormen. De vijf
configuraties (logo’s) bestaan uit: eenvoudige structuur machine-bureaucreatie,
professionele bureaucratie, divisiestructuur en adhocratie. Hieronder zijn de vijf
configuraties (logo’s) schematisch weergegeven.
Relevantie: De situatie van de organisatie bekijken en daar structuur van de
organisatie op aanpassen
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 10
Marketing Stimulusresponsmodel consumenten (koopgedrag van consumenten)
Auteur: A. Kötler
Vakgebied: Marketing
Beschrijving: Wanneer een consument besluit iets te kopen wordt hij/zij
beïnvloedt door verschillende prikkels. De consument krijgt prikkels en vervolgens
bekijkt een onderneming de kenmerken van de koper en het
besluitvormingsproces. Daarna bekijken zij de reactie van de koper. Het
stimulusresponsmodel geeft een goed beeld hoe het proces van de consument
eruitziet van prikkels tot uiteindelijk de aankoop van de consument. In
onderstaand schema wordt duidelijk wat het gedrag van consumenten is bij een
aankoop en wie daarbij een rol spelen.
Relevantie: Te gebruiken om het koopgedrag van consumenten te analyseren.
Beïnvloedingsfactoren consumentengedrag
Auteur: A. Kötler
Vakgebied: Marketing
Beschrijving: Het onderstaande model geeft weer door wat voor soort prikkels
een consument allemaal beïnvloed kan worden bij het doen van een aankoop. Elk
persoon heeft affiniteit met andere beïnvloedingsfactoren.
Relevantie: Te gebruiken bij het analyseren van het koopgedrag van klanten en
hoe het deze beïnvloed worden (welke prikkels).
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 11
Besluitvormingsproces consumenten
Auteur: A. Kötler
Vakgebied: Marketing
Beschrijving: Het gedrag/proces wat een consument doorloopt bij het wel of niet
kopen van een product en de uiteindelijke aankoop hiervan. Dit
besluitvormingsproces is in onderstaand schema weergegeven.
Relevantie: Te gebruiken om consumenten te analyseren in hun weg tot aankoop
van een product.
Besluitvormingsproces bedrijven
Auteur: A. Kötler
Vakgebied: Marketing
Beschrijving: Een organisatie koopt niet zomaar een product. Een organisatie
doorloopt een heel proces bij het aanschaffen van het product, net zoals een
consument. Dit proces is van grote waarde, omdat aankopen van bedrijven
meestal grote investeringen zijn en dit proces moet dan ook grondig doorlopen
worden voordat een organisatie uiteindelijk tot aankoop overgaat. Er zal net zoals
bij het proces van de consument een probleem zijn. Het koopproces van bedrijven
is in het onderstaande schema weergegeven.
Relevantie: Inzicht krijgen bij het koopproces van organisaties bij aankoop van
product/dienst
Koopgedrag organisaties (stimulusresponsmodel bedrijven)
Auteur: A. Kötler
Vakgebied: Marketing
Beschrijving: Wanneer een consument een aankoop voor zichzelf doet, heeft
niemand anders daar verder iets mee te maken. Bij een aankoop door bedrijven,
ligt dat heel anders. Hier zijn namelijk mensen bij gebaat en dus ook meer
mensen bij betrokken. Ook voor het koopgedrag van bedrijven is er een
stimulusresponsmodel. Dit model geeft weer hoe het gedrag van een organisatie
eruit ziet bij het doen van aankopen.
Relevantie: Te gebruiken om inzicht te krijgen in het gedrag van een organisatie
bij een aankoop.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 12
Beïnvloedingsfactoren koopgedrag bedrijven
Auteur: A. Kötler
Vakgebied: Marketing
Beschrijving: Net zoals bij consumenten wordt ook het koopgedrag van
bedrijven beïnvloed. In het onderstaande schema zijn de beïnvloedingsfactoren
voor bedrijven weergegeven.
Relevantie: Te gebruiken om te kijken hoe een organisatie beïnvloed wordt bij
het doen van een aankoop.
Factoren van invloed op prijszetting
Auteur: A. Kötler
Vakgebied: Marketing
Beschrijving: De prijszetting van een bedrijf wordt beïnvloed door interne en
externe factoren. Een prijs wordt gemaakt door middel van kostprijsberekening of
door de vraag en aanbod. Verder zijn er een aantal methoden om de prijs te
bepalen, namelijk kosten georiënteerd, vraag georiënteerd of concurrentie
georiënteerd.
Relevantie: De prijs van een product
bepalen.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 13
Prijsstrategieën producten
Auteur: A. Kotler
Vakgebied: Marketing
Beschrijving: Er zijn verschillende prijsstrategieën voor producten. Zo zijn er
voor nieuwe producten een afroom en penetratieprijsstrategie. Voor bestaande
producten zijn dit: line pricing, productopties, toebehoren, bijproducten en
pakketten.
Relevantie: Strategie om prijsniveau te bepalen.
Leerjaar 2 Blok 2: Leverancier Administratieve Organisatie
Begrip administratieve organisatie
Auteur: M. Paur, M.A. Mittelmeijer, R.J.M. van Stratum, C.B. Leeftink, J.L.J.
Korstjens, L. Paape
Vakgebied: administratieve organisatie
Beschrijving: Administratieve organisatie heeft als doel coördinatie en
afstemming van het functioneren van de organisatie. Het zorgt ervoor dat een
puinhoop in een bedrijf voorkomen wordt. Er zijn vier begrippen van belang bij
administratieve organisatie: besturen, doen functioneren, beheersen en
verantwoording. Betrouwbare informatie verkrijgen is bij de administratieve
organisatie van belang. Om te controleren of je informatie betrouwbaar is kun je
kijken naar juistheid, volledigheid en tijdigheid.
Relevantie: Met Administratieve organisatie kun je, met een goede beschrijving
en analyse van een bedrijfsproces, inschatten op welke plaatsen je als bedrijf
risico loopt.
Bedrijfsprocessen
Auteur: M. Paur, M.A. Mittelmeijer, R.J.M. van Stratum, C.B. Leeftink, J.L.J.
Korstjens, L. Paape
Vakgebied: administratieve organisatie
Beschrijving: Bij AO kijken we naar een organisatie via haar processen. Een
bedrijfsproces bestaat uit een geordende set activiteiten met een specifiek doel.
Er zijn verschillende processen, zoals het inkoopproces, verkoopproces,
voorraadproces, personeelsproces etc.. Aan deze processen zitten risico’s
verbonden. De risico’s kunnen zoveel mogelijk vermeden worden door
maatregelen (gereedschapskoffer) te nemen. De AO is ervoor om te zorgen dat de
processen, risico’s en maatregelen goed verlopen binnen een organisatie, zodat
het geen puinhoop wordt.
Relevantie: Te gebruiken bij het vaststellen van het risico en de maatregelen bij
een bedrijfsproces, zodat het geen puinhoop wordt.
Typologie van Starreveld
Auteur: M. Paur, M.A. Mittelmeijer, R.J.M. van Stratum, C.B. Leeftink, J.L.J.
Korstjens, L. Paape
Vakgebied: administratieve organisatie
Beschrijving: De typologie van Starreveld verdeeld verschillende bedrijven in
een bepaald typologie. Een typologie is een indelingsmethode waarbij bedrijven
vanuit een bepaald gezichtspunt worden onderverdeeld in vergelijkbare bedrijven
of organisaties. Door middel van een typologie leer je organisaties vanuit een
bepaald perspectief te benaderen en kennis over het functioneren van bedrijven
en instellingen. Hetzelfde type bedrijf kent dezelfde processen, soorten risico’s en
type maatregelen. De afbeelding hieronder laat de verschillende soorten bedrijven
en instellingen zien.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 14
Relevantie: Te gebruiken bij het indelen van bedrijven onder een bepaalde
typologie.
Inkoopproces
Auteur: M. Paur, M.A. Mittelmeijer, R.J.M. van Stratum, C.B. Leeftink, J.L.J.
Korstjens, L. Paape
Vakgebied: administratieve organisatie
Beschrijving: Er zijn verschillende soorten processen in een bedrijf. Het
inkoopproces bestaat uit de volgende vier fasen: initiatief tot inkoop, beslissing,
uitvoering en afwikkeling. Ieder fase in het inkoopproces kent een aantal risico’s.
Ook kun je naar elke fase kijken hoe je aan informatie kan komen en welke items
er dan van belang zijn. Zo kan je de risico zoveel mogelijk voorkomen.
Relevantie: Te gebruiken bij het voorkomen van risico’s in een inkoopproces van
een organisatie.
Voorraadproces
Auteur: M. Paur, M.A. Mittelmeijer, R.J.M. van Stratum, C.B. Leeftink, J.L.J.
Korstjens, L. Paape
Vakgebied: administratieve organisatie
Beschrijving: Het voorraadproces is een tussenproces. Het proces bestaat uit
drie fasen, namelijk het ontvangen van goederen, opslag en afgifte van goederen.
Ook aan deze fasen hangen risico’s en items die gebruikt kunnen worden om
risico’s zoveel mogelijk te voorkomen.
Relevantie: Te gebruiken bij het voorkomen van risico’s in het voorraadproces
van een organisatie.
Verkoopproces
Auteur: M. Paur, M.A. Mittelmeijer, R.J.M. van Stratum, C.B. Leeftink, J.L.J.
Korstjens, L. Paape
Vakgebied: administratieve organisatie
Beschrijving: Het verkoopproces bestaat uit de volgende fasen: marketing,
orderverkrijging, uitvoering en afwikkeling. Ook hier hangen weer risico’s aan per
fase.
Relevantie: Te gebruiken bij het voorkomen van risico’s in het verkoopproces
van een organisatie.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 15
Financieel proces
Auteur: M. Paur, M.A. Mittelmeijer, R.J.M. van Stratum, C.B. Leeftink, J.L.J.
Korstjens, L. Paape
Vakgebied: administratieve organisatie
Beschrijving:
1. Financiële administratie/boekhouding.
2. Financiële verantwoording (jaarrekening).
3. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant.
Relevantie: Te gebruiken voor het juiste verloop van het financieel proces.
Gereedschapskoffer
Auteur: M. Paur, M.A. Mittelmeijer, R.J.M. van Stratum, C.B. Leeftink, J.L.J.
Korstjens, L. Paape
Vakgebied: administratieve organisatie
Beschrijving: In AO kan er gebruik gemaakt worden van een
gereedschapskoffer. In de koffer zitten verschillende maatregelen die genomen
kunnen worden voor de risico’s. In de afbeelding hieronder zijn de verschillende
onderdelen van de gereedschapskoffer weergegeven.
Relevantie: Te gebruiken bij het vinden van een geschikte maatregel voor een
risico
Algemene economie (meso) Concurrentie-intensiteit
Auteur: A.J. Marijs, W. Hulleman
Vakgebied: Algemene economie
Beschrijving: De concurrentie-intensiteit bestaat uit drie onderdelen: intern,
extern en potentieel. Bij intern gaat het om de concurrentie tussen bedrijven
binnen de bedrijfstak. Bij extern wordt er gekeken naar de macht van de
leveranciers en afnemers. Bij potentiële concurrentie wordt er gekeken naar de
macht van nieuwe toetreders of substituten.
Relevantie: Te gebruiken bij het kijken naar de concurrentie-intensiteit.
SGR-model
Auteur: A.J. Marijs, W. Hulleman
Vakgebied: Algemene economie
Beschrijving: SGR staat voor structuur, gedrag en resultaat. Met het SGR-model
kun je de markt overzichtelijk in kaart brengen. Het model zoomt in op alle
kenmerken van concurrentie, daarnaast kun je de dynamiek in de markt
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 16
aangeven. Bij de Structuur wordt er gekeken naar de omstandigheden. Is er
bijvoorbeeld veel of weinig vraag, zijn de prijzen wel of niet doorzichtig etc.. Bij
Gedrag wordt er bijvoorbeeld gekeken naar toe- en uittreding. Verder laat
Resultaat zien wat er mee wordt verdiend. Een bepaalde structuur in een
bedrijfstak leidt tot bijbehorend gedrag dat leidt tot een bepaald resultaat.
Relevantie: Te gebruiken bij het in kaart brengen van de markt en dynamiek in
markt aangeven.
Diamant van Porter
Auteur: A.J. Marijs, W. Hulleman
Vakgebied: Algemene economie
Beschrijving: De Diamant van Porter kijkt veel meer van bovenaf. Het gaat veel
meer uit van krachten en stelt op de een of andere manier het bedrijf wel
centraal. Het gaat hier veel meer over netwerken en over de strategie van
bedrijven en op welke manier zij een relatie leggen met andere bedrijven. Het
model is erg gefocust op ondernemersgedrag.
Relevantie: Te gebruiken om concurrentie in landen onderling te vergelijken.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 17
Management: Inkoop Definitie Inkoop
Auteur: Kees Gelderman, Bé Albronda
Vakgebied: Management: inkoop
Beschrijving: Inkoop is het geheel van alle activiteiten die in organisaties worden
vervuld om producten en diensten van externe bronnen te betrekken. Het gaat
erom dat de juiste producten van de juiste kwaliteit op de juiste tijd op de juiste
plaats in de juiste hoeveelheden tegen de juiste prijs beschikbaar zijn voor de
organisatie. (technisch aspect, logistiek aspect en commercieel aspect)
Relevantie: Te gebruiken voor het begrijpen van het begrip inkoop.
Vierfasenmodel
Auteur: Burt
Vakgebied: Management: inkoop
Beschrijving:
1) Administratieve functie: laag geplaatst in de organisatie, inkopers houden zich
vooral bezig met het plaatsen en afhandelen van orders in opdracht van
gebruikers.
2) Mechanische functie: meer oog voor commerciële aspecten, inkopers oriënteren
zich op de markt en zijn op zoek naar lage prijzen.
3) Pro-actieve functie: inkopers nemen initiatieven, hebben een lange termijnvisie en
nemen initiatief in leveranciersmanagement.
4) Professionele functie: inkoop is een strategisch wapen in de concurrentiestrijd.
Relevantie: Te gebruiken voor ontwikkeling van vakgebied inkoop
Fasen van inkoopproces
Auteur: Kees Gelderman, Bé Albronda
Vakgebied: Management: inkoop
Beschrijving: Een inkoopproces bestaat uit verschillende fasen, namelijk:
specificeren, selecteren, contracteren, bestellen, bewaken en nazorg. De eerste
drie stappen worden tactisch genoemd en de laatste drie operationeel.
Relevantie: Te gebruiken om te kijken welke fasen in een inkoopproces
voorkomen.
Make or buy
Auteur: Kees Gelderman, Bé Albronda
Vakgebied: Management: inkoop
Beschrijving: Make or buy is het zelf maken of het uitbesteden. De aanleiding is
productontwikkeling, ontevredenheid over leveranciers, afzetverandering,
kostenbeheersing en flexibiliteit en strategische heroverweging kernactiviteiten.
Wat je zeker niet zelf maakt zijn producten die je zelf niet goed kunt maken,
product met geringe waarde en makkelijk in te kopen producten. Producten die je
zeker niet uitbesteed zijn je kernactiviteiten. Relevantie: Te gebruiken bij de keuze of je een product zelf gaat maken of gaat
uitbesteden.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 18
Portfoliobenadering Kraljic
Auteur: Kraljic
Vakgebied: Management: inkoop
Beschrijving: Bij de portfoliobenadering van Krajic gaat het om het classificeren
en managen van inkoopartikelen. Hierbij wordt gekeken naar het inkooprisico
(kan ik er makkelijk over moeilijk aan komen?) en de invloed op de winst (gaat
het over substantiële bedragen of mindere bedragen?). De matrix heeft vier
mogelijke typen producten: hefboomproducten, strategische producten,
routineproducten en knelpuntproducten. In het schema hieronder is te zien hoe de
verschillende producten zijn ingedeeld.
Relevantie: Te gebruiken bij het bepalen in welke categorie het inkoopartikel valt
en welke acties het beste ondernomen kunnen worden.
Offreren en selecteren
Auteur: Kees Gelderman, Bé Albronda
Vakgebied: Management: inkoop
Beschrijving: Pre kwalificatie is de eerste selectie van leveranciers. Je stelt een
marktonderzoek in en kijkt naar de kwalificatiecriteria. Leveranciers die daaruit
voortkomen voeg je toe aan de approved vendor list en preffered suppliers. Uit
die lijsten zoek je 3 tot 5 leveranciers die je een offerte uit laat brengen. Het
aantal dat je een offerte uit laat brengen is onder andere afhankelijk van
financiële belangen, beschikbare tijd en voorkeur van organisatie. Dan ga je de
offerte aanvragen. Aanbesteden is een offerte uitvoeren voor een opdracht. Dit
kan openbaar, onderhands en een Europese aanbesteding. De Europese
aanbesteding is voor transparantie, non-discriminatie en objectiviteit.
Relevantie: Te gebruiken bij het offreren en selecteren
Inkoopstrategie
Auteur: Kees Gelderman, Bé Albronda
Vakgebied: Management: inkoop
Beschrijving: Inkoop wordt steeds belangrijker in een organisatie. De
inkoopstrategie bij een commoditymarkt is opportunity buying, veel wisselingen
van leveranciers, veel leveranciers, harde prijsonderhandeling en hoge eisen aan
leveranciers, logistiek/financieel. Bij de nichemarkt ligt dit anders. Bij de
nichemarkt heeft kostenbesparing relatief minder invloed, hoge kwaliteit
leveranciers, weinig leverancierswisselingen en hoge eisen aan kwaliteit van de
producten.
Relevantie: Te gebruiken bij het bepalen van de inkoopstrategie in een markt.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 19
Management: Logistiek Definitie logistiek
Auteur: Visser & Van Goor
Vakgebied: Management: logistiek
Beschrijving: De definitie was logistiek is: De organisatie, de planning, de
besturing en de uitvoering van de goederenstroom vanaf de ontwikkeling en
inkoop, via productie en distributie naar de eindafnemer, inclusief de
retourstromen. Het doel van logistiek is om tegen lage kosten en kapitaalgebruik
te voldoen aan de behoeften van de markt, teneinde een langdurige relatie met
de klant op te bouwen. De klanten willen steeds meer en de service moet steeds
omhoog. Daarnaast moeten de interne kosten steeds verder omlaag.
Relevantie: Te gebruiken bij het begrijpen van het begrip logistiek.
Integraal logistiek concept
Auteur: Visser & Van Goor
Vakgebied: Management: logistiek
Beschrijving: Het integraal logistiek concept heeft te maken met hoe je de
logistiek ontwerpt. Eerst bepaal je de grondvorm, dan kies je welk
besturingssysteem en welk informatiesysteem je daarvoor gebruikt. Als laatste
kijk je naar het personeel.
1. Keuze grondvorm. (hoe richt je in, hoe ga ik mijn processen tot stand
brengen?)
2. Keuze besturingsvorm. (hoe ga ik ervoor zorgen dat de magazijnen op tijd
gevuld zijn, op tijd alles bij de winkels is etc.)
3. Keuze informatiesysteem. (welk systeem heb ik nodig, welke hardware welke
software?)
4. Keuze personele organisatie. (wat zijn de benodigde competenties en
ervaringen?)
Relevantie: Te gebruiken voor het opbouwen van een integraal logistiek concept.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 20
Het KOOP
Auteur: Visser & Van Goor
Vakgebied: Management: logistiek
Beschrijving: KOOP staat voor KlantOrderOntkoppelPunt. Het
KlantOrderOntkoppelpunt is het punt dat aangeeft hoe ver een klantenorder
doordringt in het productie- of distributieproces van de aanbieder van een product
of dienst. Het KOOPconcept is opgezet vanuit productiebedrijven en het gaat erom
dat ergens in het totstandkomingsproces het product wordt overgedragen aan de
klant. In de praktijk zijn er 5 verschillende mogelijke KOOP ontmoetingspunten,
hierbij wordt gekeken naar de hoeveelheid invloed die een klant (consument) met
zijn aankoop op het maakproces van de producent heeft.
Koop 1 = maken voor lokale voorraad.
Het product ligt in de winkel. Lokale voorraad is verspreid op veel punten waar de
klant zelf naar toe kan gaan en meteen kan kopen/meenemen.
Koop 2 = maken voor centrale voorraad.
Het product ligt in een distributiecentrum.
Koop 3 = assembleren (in elkaar zetten van modules) op order.
Al de onderdelen zijn gemaakt en geproduceerd. Maar pas als de klant een order
maakt gaan we de onderdelen in elkaar zetten. (auto’s, meubels, Dell)
Assembleren moet eigenlijk erg snel gaan, het zijn altijd standaardkeuzes die je
hebt. Hier begint de klant invloed te hebben op het productieproces.
Koop 4 = maken op order
Denk hierbij aan een maatpak/meubels, stoffen liggen klaar en je kunt zelf
bepalen hoelang iets moet zijn. Geen standaardmaten.
Koop 5 = inkopen en maken op order
Materialen liggen nog niet klaar, moeten nog ingekocht worden.
Relevantie: Te gebruiken om te bepalen in welke KOOP een product zich bevindt
en hoeveel invloed de klant heeft op het maakproces van de producent.
Voorraden
Auteur: Visser & Van Goor
Vakgebied: Management: logistiek
Beschrijving: Bedrijven hebben voorraad, omdat zij zich willen indekken tegen
onzekerheden aan de aanvoerkant, maar ook tegen onzekerheden aan de
vraagkant. Voorraden kunnen ingedeeld worden in verschillende aspecten,
namelijk: voorraad naar traject, voorraad naar soort en voorraad in
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 21
administratieve zin. In het schema hiernaast zijn de
soorten voorraden in administratieve zin
weergegeven.
Relevantie: Te gebruiken om te begrijpen waarom
bedrijven voorraden hebben en hoe voorraden
kunnen worden ingedeeld.
Voorraadkosten
Auteur: Visser & Van Goor
Vakgebied: Management: logistiek
Beschrijving: Het houden van voorraad brengt kosten met zich mee. Er zijn drie
kostenposten die samenhangen met het hebben of niet hebben van voorraad.
Allereerst bestelkosten, dit zijn bij een bedrijf alle kosten die worden gemaakt om
voorraden in te kopen, naar jou toe te halen, in jou magazijn te ontvangen, tot
het moment dat het in voorraad gaat. Vervolgens voorraadkosten, die gaan in op
het moment dat spullen in het magazijn in de voorraad gezet worden (ruimte,
risico en rente). Als laatste kosten van neeverkoop.
Relevantie: Te gebruiken om te kijken welke verschillende voorraadkosten er
zijn.
Bestelmethoden
Auteur: Visser & Van Goor
Vakgebied: Management: logistiek
Beschrijving: Er zijn een aantal bestelmethoden. De letters die gebruikt worden
zijn s voor een vaste bestelfrequentie, B voor variabele bestelfrequentie, Q voor
vaste bestelhoeveelheid en S voor variabele bestelhoeveelheid. Met deze letter
kunnen combinaties gemaakt worden om te kijken wat de bestelmethode is. Relevantie: Te gebruiken voor het kiezen een geschikte bestelmethode.
Formule van Camp
Auteur: Camp
Vakgebied: Management: logistiek
Beschrijving: bij de formule van Camp wordt de optimale bestelgrote per keer
bestellen bij de leverancier berekend. Hierbij gaat het om het punt waarbij de
totale kosten (bestelkosten + voorraadkosten) zo laag mogelijk zijn.
Voorwaarden voor gebruik van Camp:
Afname product per tijdeenheid is constant en bekend.
Levertijd product is vast en prompt.
Geen neen-verkopen vinden plaats.
Bestelkosten per bestelling zijn constant en bekend.
Kosten van het op voorraadhouden van één product gedurende een jaar zijn
constant en bekend.
Formule van Camp:
Relevantie: Te gebruiken voor het berekenen van de optimale bestelgrote.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 22
Pareto-analyse
Auteur: Visser & Van Goor
Vakgebied: Management: logistiek
Beschrijving: De pareto-analyse (80/20 regel) is gecombineerd met ABC-
analyse. Als je praat over ABC analyse heb je een driedeling. Er zijn drie
categorieën:
A categorie: Dit is een kleine groep, maar heeft wel altijd de belangrijkste zaken
in zich.
B categorie: Dit is een tussengroep
C categorie: Grote groep met minder belangrijke items.
Relevantie: Te gebruiken voor het bepalen of een product wel of geen aandacht
verdient ten opzichte van de opbrengsten die een product levert.
Reserve logistics
Auteur: Visser & Van Goor
Vakgebied: Management: logistiek
Beschrijving: Dit is het vierde deeltraject in de logistiek. Reserve logistics omvat
de beheersing van de logistieke processen bij het inzamelen, transporteren en
verwerken van gebruikte producten en verpakkingen. Het wordt gedaan om
klanttevredenheid te vergroten, duurzaam is en voor
efficiency/kostenbesparingen.
Relevantie: Te gebruiken bij het toepassen van het deeltraject reserve logistics.
Recht Europees aanbesteden
Auteur: Mr. A.M.M.M. van Zeijl
Vakgebied: Recht
Beschrijving: aanbestedingsrecht is het recht dat van toepassing is op de
verstrekking van opdrachten door overheden (in ruime zin) tot het uitvoeren van
werken, het verrichten van diensten en tot het leveren van producten.
Relevantie: Het doel is het bevorderen van de interne markt.
Onderhandelingsfase
Auteur: Mr. A.M.M.M. van Zeijl
Vakgebied: Recht
Beschrijving:
Totstandkoming overeenkomst
o Aanbod en aanvaarding (art. 6:217 BW)
Wil en verklaring (art. 3:33 BW)
Onderhandelingsfase (precontractuele fase): tijd voordat de overeenkomst tot
stand komt.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 23
Kan een partij zich terugtrekken uit de onderhandelingsfase?
o HR Baris Riezenkamp
o HR Plas/Valburg
o HR CBB/JPO
Relevantie: Te gebruiken bij het toepassen van de onderhandelingsfase
HR CBB/JPO
Auteur: Mr. A.M.M.M. van Zeijl
Vakgebied: Recht
Beschrijving:
Fase 1: partijen zijn vrij onderhandelingen af te breken (is het uitgangspunt)
Fase 2: tenzij dit op grond van gerechtvaardigd vertrouwen wederpartij in tot
stand komen overeenkomst of in verband andere omstandigheden van het geval
onaanvaardbaar is
o Fase 2 betekent schadevergoeding
Scheidslijn fase 1 en 2
• HR:
– Afhankelijk van bedoeling van partijen – Afhankelijk van verwachtingen over een weer verwachtingen die gewekt
zijn
– Gewicht van de punten waar pp het over eens zijn
– Het voornemen om verder te onderhandelen
Relevantie: Te gebruiken bij het toepassen van de onderhandelingsfase
Totstandkoming rechtshandeling
Auteur: Mr. A.M.M.M. van Zeijl
Vakgebied: Recht
Beschrijving:
Handelingsbekwaam rechtssubject (art. 3:32 lid 1 BW)
Op rechtsgevolg gerichte wil (art. 3:33 BW)
Verklaring waarin de op rechtsgevolg gerichte wil is geopenbaard (art. 3:33 BW) Dus: artikel 3:32 lid 1 jo art. 3:33 BW Maar ook: -> Het vertrouwensbeginsel van artikel 3:35 BW
Relevantie: Te gebruiken bij de totstandkoming van een rechtshandeling
Totstandkoming overeenkomst
Auteur: Mr. A.M.M.M. van Zeijl
Vakgebied: Recht
Beschrijving:
Totstandkoming overeenkomst:
1. Aanbod en aanvaarding: (Art. 6:217 BW)
- Wil en verklaring. (Art. 3:33 BW)
- Hr Hofland/Hennes.
2. Precontractuele fase:
- HR Baris / Riezenkamp.
- HR Plas / Valburg.
- HR CBB / JPO.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 24
De grenzen van de overeenkomst:
Uitgangspunt is contractsvrijheid.
Grenzen aan inhoud: Art. 3:40 BW.
- Dwingende wetsbepaling.
- Stijd met de goede zeden.
- Stijd met de openbare orde.
Relevantie: Te gebruiken bij de totstandkoming van een overeenkomst
Battle of forms
Auteur: Mr. A.M.M.M. van Zeijl
Vakgebied: Recht
Beschrijving: Battle of forms zegt: De algemene voorwaarden van aanbiedende
partij geldt, tenzij ze echt uitdrukkelijk van hand worden gewezen. ‘’Nee we
gaan niet akkoord met de algemene voorwaarden.’’ Dan is er geen sprake van
overeenkomst, omdat er geen aanvaarding is. Zit voor daadwerkelijk ontstaan
van algemene voorwaarden.
Relevantie: Te gebruiken om te kijken wie zijn algemene voorwaarden gelden
Algemene voorwaarden
Auteur: Mr. A.M.M.M. van Zeijl
Vakgebied: Recht
Beschrijving: Twee manieren om ‘eronderuit te komen’:
1. Algemene voorwaarden gelden niet want er is onvoldoende mogelijkheid geboden
om ze in te zien.
2. Een beding in de algemene voorwaarden is onredelijk bezwarend: 4 situaties:
- B-to-B: bedingen mogen altijd (art. 6:235 lid 1 BW)
- B-to-B: bedingen zijn heel soms onredelijk bezwarend (art. 6:233 lid 1 sub a
BW
- B-to-C: de zwarte en grijze lijst zijn van toepassing (art. 6:236 en 6:237
BW)
- B-to-Btje: Reflexwerking van de zwarte en grijze lijsten
Relevantie: Te gebruiken wanneer je onder de algemene voorwaarden uit wilt
komen.
Leerjaar 2 Blok 3: Productie Bedrijfseconomie
Equivalentiecijfermethode
Auteur: A. Heezen
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving: kosten van één T-shirt van bijvoorbeeld maat S uitrekenen. Wat je
moet doen is eerst het totaal van alles uitrekenen. Je gaat van alle maten de m2 x
het aantal stuks doen. Dit geheel wordt gedeeld door de totale kosten. Hier komt
een uitkomst uit. Om tot de kosten van 1 T-shirt S te komen doe je tot slot de m2
van shirt S x de uitkomst van de totale kosten : totaal m2.
Relevantie: Te gebruiken bij het uitrekenen van de kosten bij één bepaald type
product. Bijvoorbeeld bij uitrekenen van grondstofkosten van één type of de
machinekosten van één type enzovoort.
Kostenplaatsmethode
Auteur: A. Heezen
Vakgebied: Bedrijfseconomie
Beschrijving: Het verband tussen indirecte kosten en product niet rechtstreeks
te leggen.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 25
Kostendrager = het uiteindelijke product
Kostenplaats = verzameling van alle kosten die gemaakt worden voor de
uitoefening van een bepaalde functie
- Hulkostenplaatsen = afdeling is er wel, maar niet fysiek aanwezig
- Zelfstandige kostenplaatsen = afdelingen zijn wel aanwezig, maar hebben
geen direct verband met het product.
- Hoofdkostenplaatsen = in principe rechtstreeks verband, maar wel indirecte
kosten.
Stappenplan:
1. Creëren van kostenplaatsen & bepalen van de indirecte kosten die horen bij de
kostenplaatsen (= eerstverdeelde kosten)
2. Maken van de keuze van systematiek van doorberekening:
- Directe methode
- Step-down methode (indirecte methode / stapsgewijs)
- Reciprocal methode (wederzijds)
3. Selecteren van verdeelsleutels per hulpkostenplaats
4. Toerekenen van de indirecte kosten aan de hoofdkostenplaats en kostendragers
Relevantie: Te gebruiken bij het bereken van de kostprijs
HRM Theorie van Herzberg
Auteur: F. Manders & P. Biemans
Vakgebied: HRM
Beschrijving: Volgens Maslow zijn de mensen gemotiveerd om behoefte te
vervullen, Herzberg geeft hierbij een aanvulling. Hygiënische factoren zorgen
ervoor dat mensen niet ontevreden worden, maar het zorgt ook niet voor blijheid.
Je moet gewoon als bedrijf zorgen dat deze dingen goed zijn (denk aan de
computer op het werk die het moet doen), de motivatie factoren van Herzberg
zorgen ervoor dat mensen gemotiveerd zijn. De satisfiers ofwel motiverende
factoren komen overeen met bovenste drie lagen van Maslow, de dissatisfiers
komen overeen met 2 onderste rijen.
Relevantie: Te gebruiken bij het onderzoeken waar de motivatie van mensen
vandaan komt
Michigan model
Auteur: F. Manders & P. Biemans
Vakgebied: HRM
Beschrijving: Dit model geeft de relatie weer tussen prestatie, beoordeling,
beloning en ontwikkeling
Relevantie: Te gebruiken bij het onderzoeken waar de motivatie van mensen
vandaan komt
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 26
Performance management (cyclus)
Auteur: F. Manders & P. Biemans
Vakgebied: HRM
Beschrijving: Het is een methode om op systematische wijze de prestatie van de
medewerkers te bepalen, te verbeteren, te beoordelen en te belonen.
Relevantie: Te gebruiken bij het onderzoeken waar de motivatie van mensen
vandaan komt
Duurzame inzetbaarheid
Auteur: F. Manders & P. Biemans
Vakgebied: HRM
Beschrijving: Duurzame inzetbaarheid is gericht managen van de mobiliteit van
de medewerkers/talenten/kwaliteiten. De mobiliteit van medewerkers houdt in dat
je medewerkers in beweging houdt. Continue wordt er gekeken of de functie nog
past. Waarom wordt er aandacht besteed aan duurzame inzetbaarheid? Dit wordt
ingezet omdat het onder andere ook te maken heeft met de gezondheid van
mensen. Er wordt gekeken of mensen nog wel het meest efficiënt ingezet worden.
Relevantie: Te gebruiken bij het duurzaam willen inzetten van je personeel.
Het Nieuwe Werken (HNW)
Auteur: F. Manders & P. Biemans
Vakgebied: HRM
Beschrijving: Het Nieuwe Werken is een visie waarbij recente ontwikkelingen in
de informatietechnologie als aanjager gelden voor een betere inrichting en
bestuur van het kenniswerk. Het gaat om vernieuwing van de fysieke werkplek,
de organisatiestructuur en –cultuur, de managementstijl en de mentaliteit van de
kenniswerker en zijn manager.
Vier spelregels voor het nieuwe werken
1. Tijd- en plaats onafhankelijk werken
2. Sturen van medewerkers op resultaat
3. Vrij toegang tot en gebruik van kennis, ervaringen en informatie
4. Flexibele arbeidsrelaties
Relevantie: Te gebruiken voor kijken of het nieuwe werken iets voor jou
organisatie is. Belangrijk hierbij is dat het wel echte bij de organisatie moet
passen.
Arbobeleid
Auteur: F. Manders & P. Biemans
Vakgebied: HRM
Beschrijving: Arbobeleid gaat over arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim en
terugkeer naar het werk na ziekte. De arbeidsomstandigheden zijn een
verzamelnaam voor de veiligheid, gezond en het welzijn van de medewerkers. Het
doel van arbobeleid is een tijdelijke en langdurige uitval voorkomen. Arbobeleid
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 27
heeft een relatie met goed werkgeverschap en goed ondernemerschap.
Ziekteverzuim is de afwezigheid van werknemers om gezondheidsredenen. Het
kan van korte, gemiddelde of lange duur zijn. daarnaast kan het fysiek of mentaal
zijn en de frequentie van het ziek zijn is belangrijk. Ziekteverzuim kost erg veel
geld, dus het is zaak dat de leidinggevende het ziekteverzuim zo laag mogelijk
houdt. ziekteverzuim is de balans tussen belasting en belastbaarheid. Als dit in
evenwicht is kun je goed werken. Relevantie: Te gebruiken als onderdeel van de doorstroom
Kwaliteit Kwaliteit/integrale kwaliteitszorg
Auteur: Chris Bakker en Els Meertens
Vakgebied: Kwaliteit
Beschrijving: De kwaliteit van een product of dienst, zowel intern als extern
geleverd, is de mate waarin het geheel van eigenschappen voldoet aan de
gebruikersverwachting van de afnemer, begrensd door de prijs die hij wil betalen
en de levertijd die hij wil accepteren. Integrale kwaliteitszorg is alle onderdelen
van de organisatie zijn bij de kwaliteitszorg betrokken, alle kwaliteitsaspecten
hebben invloed op elkaar, alle afdelingen gaat het om. Kwaliteit is geen afdeling,
het is een functie binnen een organisatie. Je hebt verschillen kosten die ermee
samenhangen: - faalkosten - preventiekosten – beoordelingskosten. Relevantie: Te gebruiken bij het begrijpen wat het begrip kwaliteit inhoudt.
Kwaliteitsbenaderingen
Auteur: Chris Bakker en Els Meertens
Vakgebied: Kwaliteit
Beschrijving: Er zijn verschillende benaderingen van kwaliteit te onderscheiden:
1. trancedente benadering: is echt iets subjectief, benaderd kwaliteit vanuit je
gevoel en ervaring, kan voor iedereen verschillend zijn 2. productbenadering: kun je echt objectief meten, is tastbaar 3. gebruikersgerichte benadering: gaat het om de verwachtingen van de
gebruiker 4. productiegerichte benadering: de kwaliteit van het proces, heeft te maken met
uitval 5. waarde benadering: prijs/kwaliteitverhouding 6. reliability: betrouwbaarheid van de levering, tijd/ gebruikersduur
Relevantie: Te gebruiken bij het kiezen van de juiste benadering van kwaliteit.
INK-model
Auteur: Chris Bakker en Els Meertens
Vakgebied: Kwaliteit
Beschrijving: Het INK model wordt gebruikt door semi commerciële organisaties,
zoals de overheid. Het kent 9+1 aandachtsgebieden. Het is de Nederlandse versie
van het EFQM model. De aandachtsgebieden zijn de volgende: 1. leiderschap = is er een visie/missie aanwezig etc.
2. strategie en beleid: plannen/ doelen die gebaseerd zijn op de toekomst
3. management medewerkers: hoe is het met de instroom, doorstroom, uitstroom
geregeld, is er training/opleiding
4. middelen; hoe je om met het kapitaal
5. management processen: staat alles vast in handleidingen/processen
6/7. klanten/medewerkers: wat vind je van de organisatie, hoe is het er om te
werken
8. maatschappij: omgeving vragen wat ze van de organisatie vinden
9. Aandeelhouders vragen hoe ze het vinden 10. iets doen met de resultaten
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 28
De uitkomst van het INK bepaald in welke fase je zit: 1. product georiënteerd 2.
proces georiënteerd 3. systeem georiënteerd 4. keten georiënteerd 5. totaal zorg
voor kwaliteit Relevantie: Te gebruiken bij het verbeteren van de kwaliteit van een proces.
Balanced scorecard
Auteur: Chris Bakker en Els Meertens
Vakgebied: Kwaliteit
Beschrijving: De balanced scorecard is een managementsysteem dat beknopt
een overzicht geeft van de prestaties van een organisatie. Het gaat om het
operationaliseren van missie en strategie in meetbare prestatie indicatoren. Er zijn
4 invalshoeken bij de scorecard: 1. financieel perspectief 2. klant- en marktperspectief 3. perspectief van interne bedrijfsprocessen 4. Perspectief van leer- en groeiresultaat
Relevantie: Te gebruiken bij het invullen van de balanced scorecard.
7 tools van Deming
Auteur: Chris Bakker en Els Meertens
Vakgebied: Kwaliteit
Beschrijving: Deming heeft 7 tools ontwikkeld voor de kwaliteit:
- Visgraatdiagram; met zijn alle brainstormen over hoe een probleem kan zijn
ontstaan
- Oorzaak-relatiediagram
- Lijndiagram; op zoek naar 1 variabele en daarmee ga je kijken of je iets kan
- Controlekaart; je stel twee grenzen waarbinnen je moet blijven
- Histogram; laat je schematisch zien wat de resultaten zijn
- Pareto analyse
- Stroomdiagram; laat zien hoe het proces er op dit moment uitziet
- Spreidingsdiagram; 2 variabele meten en dan kijken of er een causaal verband
is
Relevantie: Te gebruiken bij het toepassen van de 7 tools van Deming
Certificatie
Auteur: Chris Bakker en Els Meertens
Vakgebied: Kwaliteit
Beschrijving: Certificatie is een soort diploma; een papier dat duidelijk maakt
dat ene product aan bepaalde specificaties voldoet of dat verklaart wordt dat de
manier waarop producten zijn vervaardigd aan bepaalde eisen beantwoordt.
Verschil met diploma; certificaat is tijdsgebonden, diploma heb je voor het leven.
Er zijn drie spelers bij certificatie:
- Raad van accreditatie; bepaald aan welke eisen een bedrijf moet voldoen
- Certificerend bedrijf
- Te certificeren bedrijf
Er zijn drie soorten certificeringsprogramma’s;
- First party; als je jezelf gaat controleren
- Second party; als de klant de leverancier gaat beoordelen
- Third party; als een onafhankelijk bedrijf wordt ingeschakeld
Tot slot zijn er nog een aantal soorten certificatie
- Producten en diensten certificatie
- Certificatie voor personen
- Procescertificatie
- Kwaliteitssysteemcertificatie
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 29
Relevantie: Te gebruiken bij het certificeren van een bedrijf
Servqual-model / Gap-model
Auteur: Chris Bakker en Els Meertens
Vakgebied: Kwaliteit
Beschrijving: Op vier plaatsen kan, tussen door de
consument verwachte en door de onderneming geleverde
product, een verschil verstaan.
- Gap 1: hoe denkt het management over de verwachtingen
van de klant
- Gap 2: hoe vertaalt het management deze denkbeelden
naar kwaliteit(specificaties) van de te leveren dienst
- Gap 3: verschil tussen kwaliteit(specificaties) en de
werkelijke geleverde dienst
- Gap 4: verschil tussen de geleverde dienst en de beloofde
dienst
- Gap 5: verschil tussen de verwachte kwaliteit en de werkelijk ervaren kwaliteit
= de resultante van 1 t/m 4.
Relevantie: Te gebruiken om erachter zien te komen waardoor het verschil
tussen de verwachting van de klant en de daadwerkelijke levering aan de klant is
ontstaan.
Logistiek Grondvormen
Auteur: Visser en Van Goor
Vakgebied: Logistiek
Beschrijving: Een grondvorm is de wijze waarop de productie wordt ingericht. Er
is sprake van verschillende grondvormen:
1. continue fabricage = productie volgens een vaste werkwijze en is van
tevoren vastgesteld in ingericht. Proces wordt in een keer doorlopen. Er is
onderscheid in twee soorten continue fabricage dat is lijnfabricage en
procesindustrie.
2. functionele fabricage = productieproces is op basis van functies ontworpen
en ingericht. Het gaat veelal om ambachtelijk werk. Het is een werkvloer waar
één groep zich bezig houdt met bijvoorbeeld schuren, de ander met zagen
enzovoort.
3. groepsgewijze fabricage = ontwerp en inrichting van het productieproces
volgen de orderstroom. De gespecialiseerde groepen van de functionele fabricage
worden uit elkaar gehaald en worden onderverdeeld in teams die zich bezig
houden met 1 product. Dus nu is er bijvoorbeeld een groep voor stoelen, banken
enzovoort.
Relevantie: Te gebruiken bij de inrichting van een grondvorm
MRP I systeem
Auteur: Visser en Van Goor
Vakgebied: Logistiek
Beschrijving: Een MRP I systeem staat voor material requirements planning. Het
is een basissysteem, waarin staat welke materialen je nodig hebt om goed te
kunnen produceren. Het wordt dan ook toegepast bij een materiaalgeoriënteerde
productiebedrijf . Meestal wordt dit systeem één keer per week ingevuld om te
kijken wat je nodig hebt. Belangrijke begrippen zijn de onafhankelijke vraag, dus
de vraag van de consument naar het eindproduct en de tijdsfasering. Het MRP II
systeem is voor grotere bedrijven, het is een systeem dat meedenkt met
hulpbronnen.
Relevantie: Te gebruiken bij het begrijpen van een MRP systeem
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 30
ERP systeem
Auteur: Visser en Van Goor
Vakgebied: Logistiek
Beschrijving: Het ERP systeem is een informatiesysteem, waar verschillende
andere systemen aan verbonden zijn. het heeft 1 database dat het hart is. Daarin
zit alle basisinformatie van het bedrijf. Alle afdelingen kunnen dan bijvoorbeeld
het adres van iemand zien. Om dat hart kopen bedrijven allemaal software, wat
modules wordt genoemd.
Relevantie: Te gebruiken bij het begrijpen van een ERP systeem.
JIT/Kanban
Auteur: Visser en Van Goor
Vakgebied: Logistiek
Beschrijving: JIT/kanban is een systeem dat is opgezet door de directeur van
Toyota. Het is een systeem dat gebaseerd is op het voorkomen van verspillingen.
Een onderdeel is Jidohka, de beslissingbevoegdheid ligt hierbij op de werkvloer.
De medewerker kan de productie stilleggen. Het is een Pull systeem. Op het
moment dat er een klantorder komt gaat de productievloer werken. Bij de
productie worden dan verschillende onderdelen gemaakt. De productie kan
gebruik maken van verschillende bakjes waar een etike op zit. Dat is de kanban.
Op het bakje staat precies wat er in moet zitten. Als het bakje leeg is gaat het
naar de leverancier die het dan moet bijvullen. Het principe is dat er geen
voorraad is, maar dit is een vertekent beeld, want er is altijd wel een kleine
voorraad van de bakjes. Relevantie: Te gebruiken bij het toepassen van het JIT/Kanban systeem.
Push/pull
Auteur: Visser en Van Goor
Vakgebied: Logistiek
Beschrijving: Als we spreken van een push methode gaat het om bedrijven die
vol geduwd worden met materialen en onderdelen. Er is in deze bedrijven veel
voorraad. Het pull systeem houdt in dat als er geen vraag is van de klant, dat dan
de fabriek stil ligt. Er wordt op dat moment niets gemaakt. De klantorder trekt de
producten uiteindelijk uit de fabriek.
Relevantie: Te gebruiken bij het toepassen van push/pull methode.
Theory of constraints (TOC)
Auteur: Eli Goldratt
Vakgebied: Logistiek
Beschrijving: De TOC methode houdt in dat de zwakste schakel in het bedrijf de
output bepaald. Het is de theorie van de knelpunten. Als een bedrijf bij onderdeel
1 200 per uur kan maken onderdeel 2 50 per uur en onderdeel 3 200 per uur dan
is de output per uur 50 stuks. Dit is het knelpunt van de fabriek. Het is zaak dit
knelpunt op te lossen om zoveel mogelijk output te krijgen.
Relevantie: Te gebruiken bij het toepassen van TOC methode
Supply Chain Management
Auteur: Eli Goldratt
Vakgebied: Logistiek
Beschrijving: Er is nu telkens gekeken per deeltraject van de logistiek, maar
natuurlijk moet er ook naar het samenhangende geheel worden gekeken. Supply
chain management kijkt naar het hele proces tussen fabrikant en consument. Er
zijn vier vormen van keten integratie:
- Fysieke integratie
- Informatie integratie
- Besturingsintegratie
- Grondvormintegratie
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 31
Relevantie: Te gebruiken bij het toepassen van ketenlogistiek.
Recht Recht H3 in het kort
Onderwerp Inhoud Toepassen
Sch
ade
aan
de
‘we
rkn
emer
’ waa
rvo
or
zijn
‘wer
kge
ver’
aan
spra
kelij
k is
(m
oei
lijk
uit
wet
te
hal
en)
Art. 7:658 BW Art. 7:658 BW
Schade
Bedrijfsongeval
Causaal verband schade en ongeval
Causaal verband ongeval en schending zorgplicht
Opzet/bewuste roekeloosheid
Werknemer bewijst
Schade
Causaal verband ▪ Tussen schade en ongeval ▪ Tussen ongeval en schending
zorgplicht
Bedrijfsongeval Werkgever kan zich verweren, door te bewijzen dat:
Zorgplicht is nagekomen, of
Sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid bij de werknemer
Sch
ade
do
or
de
‘We
rkn
emer
’ waa
rdo
or
de
‘We
rkge
ver
’ aan
spra
kelij
k Art. 6:170 BW Art. 6:170 BW
Fout ondergeschikte
Kans op fout vergroot door opgedragen taak
Opdrachtgever zeggenschap over gedraging hebben
Fout van een ondergeschikte
Kans op fout vergroot door opgedragen taak
Opdrachtgever moet zeggenschap over gedragingen hebben
Met fout wordt bedoeld toerekenbare OD. Dus ook 6:162 BW toetsen voor de vraag of er sprake is van een fout!!!
R e s t a r t i k e l ( a l l e d i n g e n w a a r v o o r g e e n s p e c i a l e r e g e l i n g i s , m e e s t a l o v e r m e n s e l i j k e O D ) Art. 6:162 BW Art. 6:162 BW
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 32
Onrechtmatige daad
Toerekening
Schade
Relativiteitseis
Causaal verband
Onrechtmatige daad
Toerekening
Schade (6:95 BW)
Causaal verband (6:98 BW)
Relativiteitseis (art 6:163) Ad. 1
Inbreukrecht
Strijd wet
Maatschappelijke zorgvuldigheid (kelderluikcriteria bij gevaarzetting: ▪ Mate van waarschijnlijkheid dat
het slachtoffer het gevaar niet tijdig onderkent
▪ Kans op een ongeval ▪ Ernst van de mogelijke gevolgen
Bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen)
Sch
ade
do
or
een
pro
du
ct, w
aarv
oo
r p
rod
uce
nt
aan
spra
kelij
k is
(g
evo
lgsc
had
e)
Art. 6:185 BW Art. 6:185 BW
Producent
Product
Schade
Gebrek
Causaal verband (schade veroorzaakt door gebrek)
Uitzonderingen a t/m f
Product 6:187, eerste lid, product: roerende zaak Producent 6:187, tweede lid, Fabrikant eindproduct, producent grondstof, fabrikant onderdeel, quasi-producent, importeur EU Gebrek 6:186, niet veiligheid die men mag verwachten + criteria wet Schade 6:190, dood of lichamelijk letsel Zaakschade privesfeer met franchise Vervolgens moet de benadeelde voor aansprakelijkheid het volgende bewijzen (6:188 BW)
De schade
Het gebrek
Causaal verband Verweermiddelen 6:185 BW a t/m f
Art. 7:24 BW = voor als het product zelf kapot is
A r b e i d s o v e r e e n k o m s t Art. 7:750 e.v. BW Art. 7:750 e.v. BW
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 33
– Aanneming van werk 1. Geen arbeidsovereenkomst 2. Tot stand brengen werk van
stoffelijke aard 3. Betalen bepaalde prijs
Art. 7:400 e.v. BW Art. 7:400 e.v. BW
– Opdracht 1. Verrichten werkzaamheden 2. Geen arbeidsovereenkomst 3. Werkzaamheden iets anders dan
werk van stoffelijke aard
Art. 7:610 e.v. BW Art. 7:610 e.v. BW
– Arbeidsovereenkomst 1. Gedurende zekere tijd zelf verrichten van arbeid
2. Aanwezigheid van gezagsverhouding en ondergeschiktheid
3. Betalen van loon 4. ‘Extra’ criteria uit jurisprudentie:
a. Continuïteit b. bedoeling van de
contracterenden c. eindverantwoordelijkheid d. regelmatige loonbetaling
Om
gevi
ngs
rech
t
(ver
gun
nin
gsp
lich
t in
art
ikel
2.1
WA
BO
vo
or
het
op
rich
ten
, het
ver
and
eren
of
het
in w
erki
ng
heb
ben
van
ee
n in
rich
tin
g, in
die
n in
rich
tin
g n
adel
ige
gevo
lgen
vo
or
het
mili
eu h
eeft
)
Art. 2.14 WABO Art. 2.14 WABO
– Vergunning voor activiteit ‘Milieu’ – Algemene weigeringsgrond in belang bescherming milieu
– Uitgangspunt is niet weigering, maar verbinden van voorschriften om nadelige gevolgen milieu te voorkomen.
– Doel- of middelvoorschriften (bijv uitstoot)
Art. 2.10 WABO Art. 2.10 WABO
– Vergunning voor activiteit ‘Bouwen’ ▪ In strijd met …
– Strijd met bouwbesluit – technische toets bouwplan op gebied: ▪ Veiligheid ▪ Gezondheid ▪ Bruikbaarheid ▪ Energiezuinigheid
– Strijd met bouwverordening: ▪ Bijv. parkeergelegenheid
– Strijd met bestemmingsplan: ▪ Bestemmingsplan bevat ‘goede
ruimtelijke ordening’ ▪ is het bouwplan op locatie
toegestaan? ▪ Ontheffingsmogelijkheden
– Redelijke eisen van welstand: ▪ Betreft uiterlijk bouwplan ▪ Welstandscommissie adviseert
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 34
Leerjaar 2 Blok 4: Abroad Interculturele Communicatie
Dimensies van Hofstede
Auteur: Hofstede
Vakgebied: Interculturele Communicatie
Beschrijving: Naast het ui kent Hofstede ook nog een aantal dimensies. Met deze
dimensies kun je de cultuur in verschillende groepen weergeven. De dimensies
zijn:
1. machtsafstand
2. collectivisme –individualisme
3. masculiniteit – femininiteit
4. onzekerheidsvermijding
5. langetermijngericht
Bij de machtsafstand wordt gekeken of de hiërarchie groot of klein is. Zit er veel
verschil tussen leidinggevende en ander personeel? Bij nummer 2 wordt er
gekeken of je meer in groepen bent of alleen. Bij nummer 3 gaat het erom of je
wil scoren en winnen of juist meer waarde hecht aan het zorgen voor anderen. Bij
onzekerheidsvermijding wordt gekeken naar de mate waarin mensen zich
bedreigd voelen door onzekerheid en dubbelzinnigheid en in hoeverre ze die
situaties proberen te vermijden. Nummer 5 is minder van belang. Daar wordt
gekeken naar de waarde die zich richten op beloning in de toekomst.
Relevantie: Te gebruiken bij het invullen van de dimensies van Hofstede voor
een cultuur
Cultuurconcept
Auteur: Van Nispen en Mole
Vakgebied: Interculturele Communicatie
Beschrijving: De cultuur is een manier van denken en voelen, gebaseerd op
overtuigingen, die leidt tot bepaald gedrag in een groep mensen op een bepaalde
tijd en plaats. Het is erg belangrijk dat je voordat je zaken gaat doen met een
andere cultuur je je verdiept in die cultuur. De cultuur zie je zelf niet of nauwelijks
als je erbij hoort, maar buitenstaanders zien hem vaak juist wel. Bij cultuur is het
lastig om 1 definitie te geven. Je spreekt meer van een cultuurconcept die uit 6
dimensies bestaat:
1. groep
2. gedrag
3. waarden en overtuigingen
4. denken en voelen
5. omgeving
6. Tijd
Relevantie: Te gebruiken bij het begrijpen van het begrip cultuur.
Ui van Hofstede
Auteur: Hofstede
Vakgebied: Interculturele Communicatie
Beschrijving: Van Hofstede ziet cultuur als datgene wat de ene groep
onderscheidt van de andere groep. Het uit bestaat uit vier lagen:
1. Waarden = onzichtbaar
2. rituelen
3. helden
4. symbolen
Nummer 2 t/m 4 zijn zichtbaar = buitenste laag. De ui van Hofstede beschrijf je
opvolgend en moet bij elkaar passen. Een waarde is iets wat je belangrijk vindt en
een norm is hoe je dan moet handelen om die waarde na te streven.
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 35
Relevantie: Te gebruiken bij het invullen van de cultuur van een bepaalde groep
volgens Hofstede
Internationale marketing Motieven om te exporteren
Vormen van export
Auteur: Hans Veldman
Vakgebied: Internationale marketing
Beschrijving: Er zijn verschillende vormen van export:
1. traditioneel: je hebt nog exportafdeling, je kent nog geen export
2. Exportmarketing: je bedrijf is bijvoorbeeld in Nederland gevestigd en je
exporteert naar Duitsland. Je gedachte gaan vanuit Nederland maar een klein deel
ga je exporteren naar Duitsland, is allemaal nog kleinschalig
3. Internationale marketing: Bij internationale marketing ga je kijken naar de
behoefte van andere landen en ook aan die landen ga je verkopen, je gaat dus
naar verschillende landen exporteren
4. Multi-marketing: Bij Multi-marketing ga je meer middelen toepassen in het
land, je gaat de p’s gebruiken zoals bijvoorbeeld promotie, je gaat kijken wat in
het land relevant is, bijv. een bepaalde smaak in een land, je richt je op een
divisie
5. global marketing: bij global marketing is de hele wereld je markt
Relevantie: Te gebruiken om te bepalen welke vorm van export wordt
toegepast.
EPRG-model
Auteur: Hans Veldman/ Perlmutter
Vakgebied: Internationale marketing
Beschrijving: Er zijn verschillende typen onderneming te onderscheiden:
1. Ethnocentrism: je onderneming is gevestigd in je eigen gebied, je denkt vanuit
de traditionele markt
2. Polycentrism: je bent actief in verschillende gebieden, je gaat kijken naar de
gemeenschappelijke kenmerken in een cultuur
3. Regiocentric: je bent actief in grote gebieden, Azië, Amerika enzovoort, je gaat
echt per regio kijken
4. Geocentric: is je afzetmarkt
Relevantie: Te gebruiken om te bepalen wat voor type organisatie je bent.
Confrontatiematrix
Auteur: Hans Veldman
Vakgebied: Internationale marketing
Beschrijving: Na de externe analyse vindt de confrontatiematrix plaats. Hierbij
worden kansen en sterkten bij elkaar gezet en zwakten en bedreigingen. Deze
punten komen voort uit de externe en interne analyse. Uiteindelijk kan een bedrijf
ervoor kiezen te groeien, verdedigen, versterken of samenwerken. Vaak is het in
de praktijk een combinatie van alle punten. Om de juiste strategie te kiezen
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 36
kunnen er verschillende modellen in worden gezet: SFA matrix, generieke
concurrentie van Porter en waardediscipline van Treacy en Wiersema.
Relevantie: Te gebruiken bij de confrontatiematrix
Interne analyse
Auteur: Hans Veldman
Vakgebied: Internationale marketing
Beschrijving: Bij de interne analyse is de hoofdvraag of de onderneming geschikt
is om te gaan exporteren. Om dit te kunnen beslissen wordt gebruik gemaakt van
de SWOT analyses waarbij je de sterkten en zwakten invult voor de organisatie.
Op een aantal gebieden kun je kijken of het bedrijf geschikt is voor export:
1. organisatie
2. exportpotentieel
3. management
4. financiële aspecten
5. exportcultuur
Relevantie: Te gebruiken om te kunnen beoordelen of het slim is voor het bedrijf
om te gaan exporteren.
Landenanalyse Exportrisico’s
Auteur: Marijs & Hulleman
Vakgebied: Landenanalyse
Beschrijving: 1. Onvoldoende deviezen in het land aanwezig of beschikbaar (= LANDENRISICO) 2. Wisselkoersrisico 3. Culturele risico’s (o.a. betalingsmoraal debiteurenrisico) 4. Transportrisico 5. Aansprakelijkheidsrisico
Relevantie: Te gebruiken bij het nagaan van alle risico’s bij export.
Landenrisico
Auteur: Marijs & Hulleman
Vakgebied: Landenanalyse
Beschrijving: Een exportrisico is het landenrisico. Het landenrisico is het risico dat
handelspartners in het buitenland door een tekort aan deviezen hun
betalingsverplichtingen niet kunnen nakomen. Er zijn twee vormen van
landenrisico:
1. economisch risico: dit is als het land het echt niet kan betalen
2. politiek risico: dit is het geval als het land het wel kan betalen, maar ze willen
het niet, bijvoorbeeld omdat ze het geld zelf nodig hebben voor bijvoorbeeld
oorlog. Het landenrisico kun je meten op drie manieren:
1. invoerdekking
2. Debt ratio
3. Debt-service ratio
De invoerdekking moet zo hoog mogelijk zijn, dat betekent dat je met de
internationale export de invoerdekking zoveel keer kan betalen. Hoe groter hoe
beter. De debt ratio en debt-service ratio moet zo klein mogelijk zijn.
Relevantie: Te gebruiken om het landenrisico zo veel mogelijk te beperken.
Wisselkoerssystemen
Auteur: Marijs & Hulleman
Vakgebied: Landenanalyse
Beschrijving: De wisselkoers is de prijs van de valuta. Er zijn verschillende
wisselkoerssystemen:
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 37
1. vrije wisselkoers, koers wordt bepaald op basis van vraag en aanbod
2. vaste wisselkoers, de centrale bank stelt de wisselkoers vast
3. vaste wisselkoers met brandbreedte = een combinatie van 1 en 2, er zijn een
minimum en maximum aan wisselkoershoogte en daartussen mag de waarde
fluctueren.
4. één munt
Bij devaluatie daalt de wisselkoers, dat is beter voor de export, omdat je als land
goedkoper wordt, maar de import wordt voor jou duurder, dit betekent dat de
inflatie omhoog gaat. Uiteindelijk zal de overheid dan weer ingrijpen om de inflatie
tegen te gaan. Relevantie: Te gebruiken bij het begrijpen van de wisselkoers.
Vier vormen van valutarisico
Auteur: Marijs & Hulleman
Vakgebied: Landenanalyse
Beschrijving: Het wisselkoersrisico is het risico dat je winst van een onderneming
beïnvloed wordt door wisselkoersschommelingen. Er zijn vier vormen van
valutarisico:
1. pretransactierisico
2. transactierisico
3. translatierisico
4. economisch of structureel risico Relevantie: Te gebruiken bij het uitleggen van wisselkoersrisico
Valuta instrumenten
Auteur: Marijs & Hulleman
Vakgebied: Landenanalyse
Beschrijving: Er zijn een aantal instrumenten, intern en extern, waarmee je het
risico kan beperken. De interne instrumenten zijn:
1. netting
2. matching
3. leading en lagging
4. balansbeheer
Externe valuta instrumenten zijn:
1. valutatermijncontract
2. transacties op de geldmarkt
3. valutaoptie
4. koersrisicoverzekering Relevantie: Te gebruiken bij het beperken van wisselkoersrisico.
Internationaliseringsvormen
Auteur: Marijs & Hulleman
Vakgebied: Landenanalyse
Beschrijving:
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 38
Relevantie: Te gebruiken bij het kiezen van een internationaliseringsvorm.
Regionale economische integratie
Auteur: Marijs & Hulleman
Vakgebied: Landenanalyse
Beschrijving: Er zijn een viertal vormen van regionale economische integratie:
1. vrijhandelsgebied: geen onderlinge tarieven
2. douane-unie: geen onderlinge tarieven en een gemeenschappelijk buitentarief
3. gemeenschappelijke markt: geen onderlinge tarieven, gemeenschappelijk
buitentarief en vrij verkeer van productiefactoren (arbeid en kapitaal)
4. economische unie: geen onderlinge tarieven, gemeenschappelijk buitentarief,
vrij verkeer van productiefactoren, gemeenschappelijk economisch beleid Relevantie: Te gebruiken bij de regionale economische integratie
Handelsschepping/handelsverschuiving
Auteur: Marijs & Hulleman
Vakgebied: Landenanalyse
Beschrijving: Handelschepping is de binnenlandse productie vervangen door
import uit het land met de laagste kosten binnen de douane unie, dit heeft een
positief effect op de welvaart. Handelsverschuiving is dat de import uit het land
met lage kosten buiten de douane unie wordt vervangen door import uit het land
met hogere kosten binnen de unie. Dit leidt tot welvaartsverlies.
Relevantie: Te gebruiken bij de keuze uit handelsschepping of
handelsverschuiving.
Europees Recht Europees Recht in het kort
EU = primair recht en secundair recht Primair recht: subsidiariteit, evenredigheid, attributie.
•EU-verdrag: gaat over de kernwaarden van de EU
•Werkingsverdrag: waar kan de EU regels maken en waar de lidstaten.
EU is gebaseerd op primair recht = verdragen. Dit zijn het EU verdrag en het
verwerkingsverdrag. Hierop zijn een aantal beginselen van toepassing. Staan in art. 4 en
5 EU. EU mag alleen beslissen over zaken die in verdrag zijn neergelegd.
Evenredigheidsbeginsel = basis in verdrag om regels te kunnen maken. EU mag alleen
wat in het verdrag staat.
Attributie= lidstaten geven de EU de bevoegdheid om over de zaken die in de verdragen
zijn geregeld beslissingen te nemen.
subsidiariteit = zo dicht mogelijk bij de burger liggen. Is het iets dat de gemeente
gewoon kan moet de gemeente het gewoon doen ondanks dat de EU het ook kan, omdat
het zo dicht mogelijk bij de burger moet liggen.
Secundaire recht = verordeningen, richtlijnen, beschikkingen en aanbevelingen.
Verordeningen = regels die EU maakt en die rechtstreek doorwerken naar lidstaten.
Richtlijnen = moeten door de lidstaten worden omgezet naar wetgeving.
Beschikkingen = niet aan alle lidstaten maar specifiek naar één bepaald lidstaat.
Aanbevelingen = advies geven aan lidstaat. Aanbevelingen zijn niet bindend.
Art. 288 EUW
•1. Verordening
•2. Richtlijn
•3. Beschikking/Besluit
•4. Aanbeveling/Adviezen
Kennisportfolio Jessica van Toorn | Bedrijfskunde MER | Avans Hogeschool 39
Europese Unie:
- Europees parlement
- De Europese raad
- De commissie
- De Europese commissie
Vier stadia van economische integratie
1) vrijhandelszone
2) douane-unie
3) interne markt
4) economische en monetaire unie