M A G A Z I N E V O O R O N D E R N E M E R S I N B E W E G I N G
18e JAARGANG | EDIT IE 1 | 2017
Succesvol specialiseren door te delen | Kwaliteit stimuleren door te leren van elkaarInvesteringen zijn goed voor patiënten en arbeidsethos | Oproep tot de sta-revolutie: Wie om zijn lijf geeft, gaat staan | Nieuwe vorm van samenwerken volgens het gildeprincipe | Een schat aan informatie binnen handbereik door te benchmarken
Kromme Elleboogsteeg 10 2011 TS HaarlemTEl: 023-5452360
HCA biedt de totaaloplossing voor uw kwaliteitsmanagement.. . .Gaat het om audits, monitoring van uw data door een
scan, visitaties of intervisie/peer review coaching?
Wilt u hulp bij het uitvoeren
van visitaties en/of audits?
Wilt u hulp bij het organiseren en
uitvoeren van intervisie/peer review
bijeenkomsten?
Heeft u behoefte aan informatie-
voorziening rondom visitaties,
scans en/of audits?
Wilt u hulp bij het inrichten van een
goed praktijkdashboard, waarmee u
uw praktijkprestaties kunt monitoren?
gmanagement.. . .
monitoring van uw data door eenintervisie/peer review coaching?
t uitvoerenu hulp bij het
aniseren enWilt u hulp bij het orga
ie/peer review uitvoeren van intervisi
bijeenkomsten?
van een
ee u
en?
HealthCare Auditing
HCA biedt in 2017 voor al zijn klanten een audit- en visitatie product in één dag.
Bent u geïnteresseerd in onze dienstverlening?
Laat het ons weten, wij maken graag een maatwerkafspraak met u.
HCA ondersteunt u bij het ontzorgen van uw zorg omtrent
alle kwaliteitsvraagstukken.
14
36
6 22
28Succesvol specialiseren door te delen 6
Specialistische centra onder
de rook van Eindhoven
Kwaliteit stimuleren door te leren van elkaar 14
Peer reviews en intervisies:
een kijkje in elkaars keuken
Klaar voor de toekomst dankzij nieuwbouw 22
´Investeringen zijn goed voor de
patiënten en voor de arbeidsethos
van onze mensen’
Wie om zijn lijf geeft, gaat staan 28Oproep tot de sta-revolutie
Samenwerkenvolgens het gildeprincipe 36
NAOMT gaat koers wijzigen
“Met een benchmark heb je eenschat aan informatie in handen” 44
Trends en ontwikkelingen
binnen de branche
En verder
Ondernemen is bewegen en dus gezond! 5
Voorwoord
ParaBench 44Benchmarken in de
paramedische sector
Colofon 50
Inhoud
44
Wil je meer weten over Het Gezonde Net?Kijk dan op www.HetGezondeNet.nl of stuur een mail naar [email protected]
Het Gezonde Net is een landelijke coöperatie van fysiotherapiepraktijken. Leden zijn eigenaar van de centrale organisatie.
Samen bepaal je de koers.Samen sta je sterk.
Samen sterk , werken in een coöperat ie
Speerpunten van Het Gezonde Net
Kwaliteit
Communicatie
Bijeenkomsten
Ondersteuning
Masterclasses/opleiding
Word aspirantlid en ervaar de voordelen van Het Gezonde Net
-
-
5
Ondernemen is gezond
Voorwoord
Tijdens het typen van dit stukje zie ik
mijn witte vingers over het toetsenbord
gaan. Ik heb een nieuw huis gekocht en
ben druk aan de klus.
Iets nieuws ondernemen is leuk, span-
nend en zorgt voor een uitdaging. Daar
weten wij ondernemers alles van. Op
enig moment zul je verder moeten sprin-
gen dan je tot nu toe deed om daar te
komen waar je nog niet was. Met een
goed huis heb je een stevige basis voor
een nieuw begin.
Dat snapt Frank Beelen, eigenaar van
B-fysic, als geen ander. Hij vertelt over
een stevige basis die je nodig hebt als je
flink gaat uitbreiden. Hij heeft een ster-
ke fundering gelegd waarop zijn bedrijf
rust; meerdere specialistische centra
waar integrale zorgproducten worden
afgenomen. Sterk, breed en met samen-
hang, daarop kun je bouwen.
Ook de mannen van Fysio Totaal in
Waalwijk weten alles van bouwen. Zij
hebben net hun nieuwbouw geopend.
Niets was hen te veel om hun vestiging
tot een succes te maken. Eigenhandig,
in samenwerking met de architect, ont-
wierpen ze de nieuwe locatie, waar ze
in hun dienstverlening zelfs door NASA
doorontwikkelde technologieën toepas-
sen. Vliegwieltraining is de nieuwste
aanwinst in hun praktijk.
Hank Drewes en Hans Heneweer heb-
ben geen NASA technologie nodig. Deze
mannen willen het ambacht voorop zet-
ten. Jong afgestudeerde - en ervaren
orthopedisch manueel therapeuten kun-
nen zóveel van elkaar leren. Hier zou een
soort van ‘meester-gezel’ principe kun-
nen worden opgezet zoals dit vroeger
gebruikelijk was in gildes. Het delen van
kennis en ervaring, van goed vakman-
schap. Hiermee willen de voorzitter
en oud-voorzitter van de NAOMT het
netwerk nieuw elan en nieuwe koers
geven.
Het succes van je onderneming valt of
staat met het kritisch naar je eigen pro-
cessen durven kijken en open te staan
voor feedback. Peer reviews of intervi-
sies dragen bij aan een continu verbe-
terproces. Het Gezonde Net organiseert
hiervoor bijeenkomsten voor fysiothera-
peuten. Een gesprek met twee deelne-
mers aan zo’n bijeenkomst maakt ons
duidelijk dat je vooral van elkaar leert
als je ook in elkaars keuken kunt en mag
kijken.
En als we het toch over vallen of staan
hebben… Je kunt maar beter gaan
staan. Peter Westdijk roept op tot de
sta-revolutie. Zitten is het nieuwe
roken en hij legt uit waarom en wat de
risicofactoren zijn. Diabetes, hart- en
vaatziekten, eerder overlijden, allerlei
vormen van kanker, angststoornis-
sen… Daar schrik ik van! Even zitten.
Oh nee, toch beter van niet. Gelukkig
heb ik daar de laatste tijd tijdens het
klussen en verhuizen toch weinig last
van. Heel gezond bezig dus. Dat moet ik
zo volhouden wanneer ik het weer wat
rustiger aan kan doen en ‘alleen maar’
hoef te werken. Steeds tussendoor even
opstaan en iets wegzetten. Ik ga de ver-
huisdozen denk ik maar heel gespreid
uitpakken.
Gelukkig maar, om succesvol te onder-
nemen moet je blijven bewegen en
daarmee is ondernemen per definitie
gezond!
Namens de redactie
Inge van de Weem
Iets nieuws ondernemen is leuk, spannend
en zorgt voor een uitdaging
6
Specialistische centra onder de rook van Eindhoven
Succesvol speciali-seren door te delenStel je een huis voor. Zonder een stevige fundering kun je niet in
de hoogte bouwen. Zo moet je B-Fysic in Eindhoven en de regio
hieromheen ook zien. Op een brede basis van inmiddels negen
vestigingen zet Frank Beelen met zijn team vijf specialistische
centra neer waar integrale zorgproducten gretig worden afgeno-
men. Een succesverhaal dankzij visie en tijd. Heel veel tijd. Maar
let op, niet te hoog bouwen want dan valt het huis om.
Tekst: Lidwien van Loon
Beeld: Brigitte Strijbos
Frank Beelen begon in 1992 met B-Fysic.
Een praktijk uit het niets, samen met
zijn vrouw. Inmiddels bestaat B-Fysic
uit negen vestigingen met ruim tach-
tig medewerkers. Vier vestigingen in
Eindhoven met een dependance in een
zorgcentrum, twee in Veldhoven, één
vestiging in Oirschot, één in Waalre en
een ergotherapiepraktijk in Veldhoven.
Eerdere en zeker ook recente overnames
passen in de visie achter B-Fysic: speci-
alisatie opbouwen door geografisch en
bedrijfsmatig te verbreden.
Specialisatie vereist
patiëntenstroom
Ton Gevers legt de visie van B-Fysic uit.
Hij is sinds 2006 aan B-Fysic verbonden,
eerst als sportfysiotherapeut. Sinds 2012
stuurt hij als teamleider een aantal vesti-
gingen aan.
“Om een specialistisch centrum op te
bouwen moet je investeren, samenwer-
kingsverbanden aangaan en specialisten
aan je verbinden. Je zal het centrum
breed in de markt moeten zetten om je
patiënten binnen te krijgen. Daartoe heb
je verschillende poorten nodig. Daarom
hebben we onze vestigingen geografisch
verspreid over Eindhoven en omgeving.
Ons vestigingsbeleid voorziet daarmee
in een brede basis. Met meer vestigingen
kun je op elkaar terugvallen in geval van
tegenvallende resultaten. Bedrijfsmatig
ben je daardoor minder kwetsbaar.”
Dan komt de crux. “We bieden het hele
pallet aan fysiotherapie aan, behalve
kinderfysiotherapie. Deze brede basis
hebben we financieel nodig om speciali-
saties op te bouwen. Dankzij een conti-
nue toestroom van patiënten creëren we
7
financieel voorwaarden om specialisti-
sche centra op te bouwen. B-Fysic kent
inmiddels een vijftal specialistische cen-
tra: in de sportrevalidatie, voor mensen
met een niet-aangeboren hersenaandoe-
ning (NAH) zoals een CVA, voor oncolo-
gische revalidatie, bij bekkenproblema-
tiek en bij pijnbestrijding. We leveren
topzorg dankzij een heldere visie op onze
bedrijfsvoering. Je bouwt een mooi huis
dankzij een goede fundering.”
Samenwerken voorwaarde
voor specialisatie
Het succes van de specialistische centra
zit volgens Gevers in samenwerken en
daarmee delen van kennis met andere
zorgverleners uit onder meer de tweede
lijn, zoals Medinello op het gebied van
pijn. B-Fysic heeft in elk centrum organi-
satorisch de leiding: vanuit een monodis-
ciplinaire basis in de fysiotherapie trekt
B-Fysic tweedelijnszorg in de eerste lijn,
in eigen huis. Anderhalvelijnszorg, niet
alleen op papier maar vooral gerealiseerd
in de praktijk met gezamenlijke spreek-
uren, multidisciplinair overleg, gedeelde
dossiers en integrale bekostiging.
Gevers geeft een voorbeeld. “We hebben
een centrum opgezet voor mensen met
een niet-aangeboren hersenaandoening.
Daarin werken we samen met revalidatie-
centrum Blixembosch. Dat gaat als volgt.
Een jaar na opname wordt de patiënt
gescreend door de revalidatiearts, de
maatschappelijk werker, de verzorgende,
de ergotherapeut en de fysiotherapeut.
Ze vragen hoe het met de patiënt gaat
en maken wanneer nodig samen een
behandelplan. En met succes. Gestart
als een project is het nu een gewaar-
deerd product, Eerstelijns Dagrevalidatie
genaamd. Een mooi voorbeeld van hoe
we integrale zorgproducten in de markt
zetten. Onze werkwijze omvat meer dan
alleen patiënten aan elkaar toebedelen.
We vragen oprechte maar ook praktische
betrokkenheid van alle zorgaanbieders
om samen te screenen, te testen en te
behandelen.”
Integrale zorg is geen
bedrijfsverzamelgebouw
Een praktijk met negen vestigingen zet
je niet zomaar neer. Daar is lief en leed
aan voorafgegaan, vertelt Beelen. Hij
gelooft in samenwerken. Samenwerken
klinkt prachtig maar een kritische blik in
de dagelijkse praktijk leert dat het vaak
gaat om een afhankelijkheidsrelatie met
de medisch specialist. Hoe heeft Beelen
op basis van samenwerken een goed
draaiende praktijk opgebouwd?
“Delen, dat is het toverwoord”, zegt hij.
Beelen komt net terug van een overleg
bij een grote zorgverzekeraar. “Het is
een kwestie van geven en nemen, elke
keer opnieuw. Daaromheen heb ik mijn
organisatie gebouwd. Neem ons bek-
kencentrum. We zijn gestart met een
monodisciplinair team waaraan we
een multidisciplinair team gekoppeld
‘Integrale zorg moet je beleven, wil je het
tot stand brengen’
8
hebben. Zo’n samenwerking zet je niet
zomaar even neer, die moet je steen voor
steen opbouwen. Integrale zorg moet je
beleven, wil je het tot stand brengen.
Zet je vijftien verschillende beroeps-
groepen bij elkaar in een gebouw, zoals
ik nog geen tien jaar geleden probeerde
met het gezondheidscentrum, dan levert
het geen integrale zorg op. Want het
beste voor de patiënt wil iedereen,
zolang de eigen portemonnee maar als
eerste wordt gevuld.”
Weg met het verdienmodel
Een nogal platte ervaring die de filosofie
van Beelen over samenwerken nog meer
voedde. “Het gezondheidscentrum flopte
omdat men niet durfde te delen. Het leek
even leuk te gaan maar na een maand
of wat kwam multidisciplinair overleg
niet structureel van de grond. De vraag
was namelijk niet: wat schiet de patiënt
ermee op, maar: wie gaat dat betalen?
Met zo’n instelling ga je er niet komen.
Je moet tijd willen investeren. Dan kun je
samenwerken en gaan groeien. Daarvan
ben ik overtuigd en dat blijkt ook. De
winst die ik dankzij deze tijdsinveste-
ring maak, leg ik terug in de organisatie.
Hierdoor zijn we uitgegroeid naar negen
vestigingen met vijf specialistische cen-
tra.”
Waarom wil men dan nu wel investeren
in tijd? Volgens Beelen komt dit door
de intrinsieke motivatie van de huidige
zorgverleners. Die van toen zijn eruit.
“Nu bestaat ons gezondheidscentrum
uit super gedreven professionals die
elkaar aanvullen op basis van inhoud.
Samenwerken omdat ze dit expliciet wil-
len. Omdat het niet uitmaakt bij wie de
patiënt aanklopt. Geld moet niet de drijf-
veer zijn. Niemand heeft de regie over de
patiënt, die hebben we als zorgverleners
van B-Fysic samen. Een gezamenlijke ver-
antwoordelijkheid naar de patiënt.”
Het liefst heeft Beelen iedereen op de
loonlijst, niet alleen de fysio- en ergo-
therapeuten maar ook de huisartsen,
de logopedisten en bijvoorbeeld de
diëtisten. “Niet om de baas te zijn maar
omdat je van het verdienmodel af moet,
wil je integrale zorg maximaal kunnen
uitvoeren. Dan kan iedereen een eer-
lijke boterham verdienen. Dan kan ik
bijvoorbeeld ook de uren betalen van
twee revalidatieartsen met wie ik een
samenwerkingscontract gesloten heb.
Ze investeren in tijd omdat ze enorm
enthousiast zijn over werken in de eer-
ste lijn en geloven in de meerwaarde
van onze samenwerking.”
Kiezen voor breeddenkers
Ook de psychologen, seksuologen
en gynaecologen die aan B-Fysic
Bekkencentrum verbonden zijn, staan
niet op de loonlijst, al zou Beelen dat best
willen. Ze delen in het ondernemerschap
en daarmee in het risico van het neer-
zetten van zo’n specialistisch centrum.
Beelen draait de rollen om. “Met het
bekkencentrum hebben we vanuit B-Fysic
een monodisciplinair product ontwikkeld
dat we multidisciplinair uitbouwen met
zorgverleners die onze filosofie delen. Op
die manier trekken we de juiste zorgver-
leners naar ons toe, niet andersom. Dan
werkt het wel.”
B-Fysic Bekkencentrum
B-Fysic Bekkencentrum is een regi-
onaal eerstelijns kenniscentrum. Op
vier locaties kunnen mensen met bek-
kengerelateerde klachten terecht voor
onderzoek, advies en behandeling.
B-Fysic werkt hiertoe samen met het
multidisciplinaire bekkenbodemteam
in het Maxima Medisch Centrum
(MMC) in Veldhoven. In dit team wer-
ken twee bekkenfysiotherapeuten van
B-Fysic samen met urologen, gynae-
cologen, chirurgen, maag-darm-lever-
artsen en verpleegkundig specialisten.
Eens in de twee weken voeren ze geza-
menlijk overleg in het ziekenhuis.
Ook het bekkenbodemteam van de
bekkenpoli van het MMC is aan het
bekkencentrum verbonden. De bedoe-
ling is dat twee bekkenfysiotherapeu-
ten om de week poli draaien met de
uroloog, de gynaecoloog, de chirurg,
de pijnarts, de seksuoloog en de conti-
nentieverpleegkundige. Verder werken
de bekkenfysiotherapeuten van B-Fysic
Bekkencentrum nauw samen met huis-
artsen, verloskundigen, manueel thera-
peuten en kinderartsen uit de directe
omgeving en met professionals van de
Pipopoli van het MMC.
‘Hoe meer we samenwerken en kennis delen, hoe
meer patiënten we krijgen en hoe meer we verdienen’
Frank Beelen 9
Benut de feedback van ruim 1 miljoen patiënten. Qualiview is gespecialiseerd in het online verzamelen van uitkomstindicatoren en feedback van patiënten. Met onze online tool heeft u inzicht in de resultaten en het verbeterpotentieel van uw praktijk. Zo krijgt u inzicht in uw onderscheidend vermogen en de prestaties van uw collega’s. Door realtime inzicht in het zorgtraject zijn wij samen in staat om de zorg te verbeteren. Meer weten? Ga naar www.qualiview.nl of bel 0570 - 820 219 en ontdek de kracht van feedback. Wij zijn klaar voor de toekomst, u ook?
Onze zekerheden:
Innovatief en oplossingsgericht Bescherming van privacy Klaar voor de toekomst Gebruiksvriendelijk Onafhankelijk
Qualiview is onderdeel van Qualizorg B.V. • www.qualiview.nl • @qualiviewNL qualiviewNL
Altijd en overal inzicht in de verbeterpunten van uw zorgverlening?
Wij geloven dat realtime inzicht leidt tot betere zorg.
Volgens Beelen kunnen specialistische
centra renderen mits er keuzes worden
gemaakt. Daarmee zet hij de toon voor
zijn personeelsbeleid. “We selecteren
onze therapeuten op een brede basis
met een specifiek kennisdomein. Zo wer-
ken er in het bekkencentrum uitsluitend
breeddenkende bekkenfysiotherapeuten
met een subspecialisatie. Professionals
die over hun eigen heggetjes kunnen kij-
ken en willen samenwerken om zinnige
zorg te bieden. Dit geldt voor de sport net
zo. Ik heb sportfysiotherapeuten nodig
met verschillende subspecialisaties,
een manueeltherapeutisch onderlegde
sportfysiotherapeut, een conditie/loop-
trainer, een bewegingsanalist die goed
is in videoanalyses en een echografist
die daarop kan aansluiten. Zo bouwen
we aan het domein sport. Voor het
NAH-centrum idem dito. Onze mensen
creëren ruimte om te overleggen, maken
jaarplanningen en evalueren. Iedereen
werkt tegen een variabel salaris. En wat
zo grappig is: hoe meer we samenwerken
en kennis delen (dus niet-declarabele
uren), hoe meer patiënten we krijgen en
hoe meer we verdienen. Omdat we zin-
nige zorg leveren.”
Nee durven zeggen
Beelens visie gaat nog verder. Om speci-
alistische centra in de zorg te realiseren
moet je niet alleen samen kunnen wer-
ken maar ook nee durven zeggen. “Nee
zeggen tegen allerhande subspecialisa-
ties en aandachtsgebieden, en ja zeggen
tegen een brede basis waarmee we de
integrale zorgproducten in onze specialis-
tische centra kunnen bekostigen. Ik finan-
cier alles vanuit de eigen organisatie en
bouw aan specialistische centra, mede
dankzij de motivatie van andere speci-
alisten uit de omgeving. Natuurlijk gaat
dat niet vanzelf. Ik deel mijn filosofie met
iedereen die er oren naar heeft. Zo leg
ik goed onderbouwd aan huisartsen uit
waarom ik hun POH nodig heb. Ik kan veel
van hun vragen beantwoorden omdat ik
weet waarover ik het heb. Daar hebben
we jaren aan gewerkt, resultaten gere-
gistreerd en onderzoek gedaan naar de
objectieve en subjectieve meerwaarde
van onze producten.”
“Ik vraag softwareontwikkelaars of ze
een multidisciplinair EPD kunnen bou-
wen. Ik betrek de industrie erbij die over
tien jaar niet nog meer incontinentiema-
teriaal mag produceren met het oog op
zorgkosten en het milieu, terwijl de vraag
gaat verdubbelen. Zorgverzekeraars zijn
spekkoper en werken graag mee aan het
beteugelen van de zorgkosten. Op die
manier wordt nuldelijnszorg opeens een
business case. Daarvoor heb ik wel jaren
lopen netwerken, netwerken en nog eens
‘Je zal het centrum breed in de markt moeten
zetten om je patiënten binnen te krijgen’
‘We vragen oprechte maar ook praktische
betrokkenheid van alle zorgaanbieders om
samen te screenen, te testen en te behandelen’
11
Als er een manier is om effectiever te zijn, waarom zou u die dan niet gebruiken?
Masterpuls »ultra« Duolith SD1 »ultra« ShockMaster 500
Shockwave
Shockwave versterkt de kracht van fysiotherapie!
Shockwave therapie toont al jaren een hoge effectiviteit bij behandeling van tendino-
pathiën, calcificaties, rupturen en fasciopathie plantaris. Diverse studies rapporteren
bewezen effectiviteit. Geen wonder dat Fyzzio deze innovatieve therapie naar
Nederland haalde.
Fyzzio levert zowel radiale als gefocusseerde shockwave, met speciale applicatoren zoals D-actor en V–actor. Internationale topmerken als Gymna ShockMaster en Storz Medical staan garant voor de beste werking. Voor succesvolle toepassing in uw praktijk bieden we tevens een hoog gewaardeerde opleiding. Maar ook op marketinggebied staan we u terzijde; we helpen u met persberichten en begeleiden u desgewenst met de communicatie naar patiënt en verwijzer. Ook hebben we een wachtkamerfilm voor u ontwikkeld.
Ervaar het zelf en maak een afspraak voor een vrijblijvende demonstratie of vraag informatie aan. Bel nu of stuur een e-mail en u heeft onze brochure snel in huis.
Bel 073 59 99 000, mail naar [email protected] of ga naar www.fyzzio.nl
ShockwaveEchografie Medische fitness Behandelbanken Fysiotechniek Opleidingen
netwerken. In besturen gezeten, avonden
van huis geweest, telkens na het vallen
weer opgestaan nadat mensen er alleen
zelf beter van wilden worden. Maar wel
alle mobiele nummers van raden van
besturen in mijn telefoon. Gunnen en
gegund worden. Inderdaad, een praktijk
met negen vestigingen zet je niet zomaar
neer.”
Het wiel niet opnieuw uitvinden
Meer nog dan fysiotherapie gaat het
Beelen om ondernemerschap. “Ik laat me
permanent adviseren en coachen. Elk jaar
nemen we bedrijfsmatig alle constructies
onder de loep die tot onze resultaten lei-
den, rekenen we diverse modellen door.
Het gaat over miljoenen. Tachtig mensen
die voor een inkomen van B-Fysic afhan-
kelijk zijn. Die zekerheid moet ik borgen.
En dat lukt tot nu toe aardig. We maken
er met het hele team een feestje van
omdat iedereen graag voor B-Fysic werkt.
Mijn twee teamleiders hangen er voor
mij de slingers in, ze zorgen dat alles reilt
en zeilt.”
Dat blijkt ook wel tijdens het interview.
Gevers loopt in en uit omdat B-Fysic
vandaag overstapt op Intramed PLUS,
de aanvullende module van Intramed.
Gevers: “Alle systemen, voor agenda,
declaratie en dossier, sluiten nu goed
op elkaar aan. Een verademing, al kun
je nooit voor ieder wat wils faciliteiten
bieden. Iedereen zover krijgen, daar ligt
vooral mijn hart.” En weg is hij weer.
Later dit jaar voert hij nog Zorg in Zicht
met het Praktijkdashboard in. Daarmee
worden alle zorginhoudelijke en financi-
ele softwaresystemen aan elkaar gekop-
peld. Vanaf dat moment kunnen er binnen
B-Fysic automatisch gegevens worden
uitgewisseld over de kwaliteit van de
zorg en over de kosten en opbrengsten
ervan. Alle zorgsystemen staan bij elkaar
in een zorgstraat; ze worden geleverd
door Convenient, het moederbedrijf van
Intramed. De boekhoudsystemen staan
samen in een boekhoudstraat.
Beelen ziet in Gevers groei, een draai-
ende motor in het hart van zijn organisa-
tie. Maar groter hoeft Beelen niet meer.
Ook daarover laat hij zich adviseren. Toch
staat hij niet stil. Beelen smeedt plannen
om te gaan franchisen en gaat zijn plan-
nen vormgeven met partners in andere
delen van het land. “Je hoeft het wiel
niet opnieuw uit te vinden. Ook daarin
kun je delen.” �
Meer info?
�
‘Om specialistische centra in de zorg te realiseren
moet je niet alleen samen kunnen werken maar
ook nee durven zeggen’
‘Delen, dat is het toverwoord’
13
14
Peer reviews en intervisies:
een kijkje in elkaars keuken
Kwaliteit stimuleren door te leren van elkaarTekst: MP Tekst
Beeld: Wim van IJzendoorn
Er wordt binnen de fysiotherapie al jaren gediscussieerd over
het begrip kwaliteit en hoe je dit nu eigenlijk zou moeten of
kunnen meten. De beste manier om kwaliteit te stimuleren en
te garanderen komt voort uit intrinsieke motivatie, maar vooral
door te leren van elkaar, zo menen zowel Keurmerk Fysiotherapie
als het KNGF. De therapeut moet kunnen reflecteren op het eigen
handelen en in staat zijn de handelingen van een collega op een
positieve wijze van feedback te voorzien. Om die mogelijkheid
te bieden en praktijken bij elkaar te brengen, is het zaak om
bijeenkomsten te organiseren of te faciliteren. Keurmerk noemt
deze ‘peer reviews’, het KNGF ‘intervisies’, maar de strekking is
hetzelfde: doordat de therapeut deelneemt aan een continu
verbeterproces wordt de kwaliteit gewaarborgd en dat geeft
meer garanties op het leveren van het brede begrip kwaliteit dan
individuele uitkomsten of procesmetingen.
Inmiddels hebben de eerste bijeenkom-
sten van Keurmerk en het KNGF plaats-
gevonden. MoveMens sprak met twee
coaches (Anne van der Wolf namens Het
Gezonde Net voor Keurmerk en Edwin
van de Broek namens Zorg1 voor KNGF)
en twee praktijkeigenaren (Kees Bakker,
Fysiofitness Bergambacht en Jos van
Laarhoven, FysiGo: GTC FitWell Hilversum)
die reeds een peer review volgden.
15
Inzicht in kwaliteit
Zowel voor de intervisies voor het KNGF
als de peer reviews van Keurmerk hebben
de coaches dezelfde opleiding gevolgd
aan de HAN. Kort gezegd bestaat een
peer review bijeenkomst uit een algeme-
ne presentatie van 1 uur over een onder-
werp dat zelf door de groep gekozen is en
dit wordt gevolgd door de bespreking van
eigen casuïstieken met behulp van een
video, waarin de therapeut die de video
heeft gemaakt een hulpvraag heeft. Dit is
een probleem of vraag waar hij advies van
zijn collega’s over wil. Daarnaast worden
EPD’s bekeken en van feedback voorzien.
Jos: “Toen ik hier voor het eerst van
hoorde was mijn eerste gedachte, wat
nu weer? Het moge duidelijk zijn dat we
naast onze kerntaak, behandelen, al meer
dan voldoende werk erbij hebben. Denk
alleen maar aan de administratie romp-
slomp. Maar nu we een bijeenkomst heb-
ben bijgewoond, moet ik zeggen dat het
me positief heeft verrast.” Anne begrijpt
de scepsis: “Natuurlijk is de administra-
tieve last al hoog. Zeker als je zoals Jos
met een Plus-praktijk voor de hoogste
kwaliteitsstatus gaat. Toch rees de vraag
bij Keurmerk Fysiotherapie in hoeverre
bijvoorbeeld dat Plus-predicaat nu écht
iets zegt over de kwaliteit? Als je hier
echt inzicht in wilt, zul je iets anders moe-
ten doen. De peer reviews bieden op dat
vlak meer mogelijkheden. Edwin sluit zich
hierbij aan: “Ook het KNGF ontwikkelde
een intervisiesystematiek en denkt het-
zelfde. We hebben het allemaal over kwa-
liteit, maar het blijft moeilijk te vatten.
Wat is kwaliteit nu eigenlijk? Om aan de
hoogste norm van de zorgverzekeraar te
voldoen zijn er audits, controles, de boek-
houding, EPD’s… allemaal leuk en aardig,
maar het zorgt voor een hoge administra-
tieve druk. De algemene opinie is inmid-
dels: Laat kwaliteit aan de beroepsgroep
zelf over! Laten we er samen naar kijken.
Huisartsen doen bijvoorbeeld ook al jaren
zelf aan intervisies.”
Als groep naar buiten treden
Kees kan zich hier helemaal in vinden.
“Na al die jaren is er eigenlijk nog steeds
geen eenheid. Het wordt hoog tijd dat
we als fysiotherapeuten eens als één
man naar buiten treden richting zorgver-
zekeraar en politiek. We spelen de zorg-
verzekeraars alleen maar in de kaart met
al die verschillende partijen en initiatie-
ven.” Anne: “Daar heb je wel een punt.
Soms is hier weinig aan te doen en moet
je wel mee, denk aan de splitsing van
Achmea. Je hebt toch te maken met de
verschillende zorgverzekeraars. Maar als
je bijvoorbeeld kijkt naar de tandartsen,
die zijn heel eigenwijs, maar als er echt
‘Nu we een bijeenkomst hebben bijgewoond,
moet ik zeggen dat het me positief heeft verrast’
16
GTC Fitwell en Fysiofitness: meer
kwaliteit door te leren van en
met collega’s
GTC Fitwell is een hoog gecertificeerd
gezondheids- en trainingscentrum. De
Hilversumse praktijk is zowel Topzorg-,
Keurmerk-, als PLUS-praktijk. In het
centrum bevinden zich 20 professionals
die onder andere fysiotherapie, manuele
therapie, bekkenfysiotherapie, podothe-
rapie, dry needling, medische fitness en
vrije fitness verzorgen. Ook zijn er een
huisartsenpraktijk, een tandartspraktijk
en een voedingsadviesbureau met diëtis-
te in het centrum gevestigd en bevinden
zich hier ook twee bloedafnameposten
van het Tergooiziekenhuis Hilversum
en de Trombosedienst van Het Gooi. De
focus ligt vooral op het gebied van reva-
lidatie. In de nieuwe trainingsruimte, vol
moderne apparatuur, vindt oefentherapie
plaats, maar kunnen mensen ook na een
behandeling blijven sporten. Bijvoorbeeld
onder deskundige begeleiding van een
personal trainer. Fitwell is aangeslo-
ten bij het Schoudernetwerk Gooi en
Eemland, het COPD netwerk Gooi en
Omstreken, het Claudicationet, het FVGO
Net en de landelijke netwerken van Het
Gezonde Net en van Hallux.
Bij Fysiofitness Bergambacht kan
iedereen terecht voor Fysiotherapie,
Fysiofitness en Fitness. Hier wordt de
gehele range van bijna alle soorten fysio-
therapie en medische fitness tot aan
persoonlijke en uitgebalanceerde fitness-
programma’s aangeboden. Fysiofitness
Bergambacht biedt uitgebreide fysio-
therapeutische behandelmogelijkheden
met als specialisaties: manuele therapie,
sportfysiotherapie, kinderfysiotherapie,
bekkenbodemtherapie en revalidatie-
training.
Fysiofitness is aangesloten bij het
‘Schoudernetwerk’ van het Groene Hart
Ziekenhuis in Gouda, bij het ‘Rugnetwerk’
en bij het ‘Artrose-netwerk’. Tevens is
Fysiofitness aangesloten bij de landelijke
netwerkorganisatie Het Gezonde Net.
iets belangrijks is, treden ze wel als één
groep naar buiten. Overigens heb ik het
idee dat dit bij de fysiotherapeuten ook
steeds meer die kant op gaat. Een posi-
tieve ontwikkeling denk ik.”
Terug naar het onderwerp. Ondanks alle
(veelal verplichte) regeltjes en eisen, zien
de praktijkeigenaren zeker de meerwaar-
de van de peer reviews. Beide hebben
onlangs een bijeenkomst bijgewoond en
zijn positief over de opzet en inhoud. ‘Het
is boeiend om met gelijkgestemden te zit-
ten. Iedereen dacht een beetje hetzelfde.
Al die audits en verslaglegging… Laten
we het nu eens hebben over klantvriende-
lijkheid! En praten over inhoudelijke zaken
in plaats van over administratieve romp-
slomp. De opzet met zelfgemaakte film-
pjes is erg goed. Dit doen we liever dan
achter de computer veldjes aanvinken…’
Hoe zien de bijeenkomsten eruit?
De kern van de peer review of intervisie
systematiek wordt gevormd door een
groep van zes tot acht personen, van
minimaal twee verschillende praktijken.
Er vinden drie of vier bijeenkomsten
per jaar plaats. Het KNGF hanteert een
cyclus van twee bijeenkomsten met
dezelfde therapeuten. Daarna kun je als
groep verder gaan, maar ook weer wis-
selen. Bij Keurmerk blijven de groepen in
principe twee jaar bij elkaar.
Tijdens de bijeenkomsten staan verschil-
lende onderwerpen op het programma:
Er wordt eerst kennisgemaakt, zeker als
het een nieuwe groep betreft. Hierbij
komen onder andere patiëntenprofielen
aan bod en er worden achtergronden,
opleidingen en interesses besproken.
Vervolgens kunnen afspraken worden
gemaakt over het vervolgtraject. Om het
klinisch handelen te verbeteren heeft
iedere deelnemer een filmpje opge-
nomen, waar samen met de ‘peers’
naar wordt gekeken. De therapeut kan
de video zelf toelichten en tevens een
hulpvraag formuleren. De case wordt
gezamenlijk besproken zodat de thera-
peut feedback krijgt vanuit verschillende
invalshoeken en voor zichzelf verbeter-
punten kan formuleren.
De opzet van de vervolgbijeenkomst is
in grote lijnen hetzelfde. Wederom is er
ruimte voor casuïstieken die zijn inge-
bracht door de deelnemers. Bij Keurmerk
BIJEENKOMSTEN
Voorafgaand aan de eerste bijeenkomst
wordt de groep samengesteld en zorgen
de deelnemers dat ze een video en/of
(geanonimiseerd) EPD hebben geselec-
teerd/geüpload.
Als groep wordt vervolgens de video
bekeken. De betreffende therapeut kan
zijn filmpje toelichten en zijn hulpvraag
stellen. De groepsleden bespreken op
interactieve wijze de casus, zodat zowel
de therapeut zelf, als de overige aanwe-
zigen verbeterpunten krijgen aangereikt.
Na afloop van elke bijeenkomst vul-
len alle deelnemers bij Keurmerk een
‘Commitment to Change formulier’ in of
starten een ‘case study’. Bij het KNGF
vult iedere deelnemer na de intervisie
de reviews in (van zichzelf en de peers)
en zijn eigen verbeterplan.
EVALUATIE
Nadat er twee bijeenkomsten zijn
geweest, dienen alle deelnemers bij
het KNGF hun verbeterplannen in te die-
nen. Deze worden gemonitord, waarna
terugkoppeling naar de praktijken volgt.
Bij Keurmerk krijgen de therapeuten
feedback op hun outcome data. In een
vierde bijeenkomst kunnen deze worden
besproken om te kunnen benchmarken
met elkaar.
Tevens kan een POP formulier worden
ingevuld voor het komende jaar.
‘De therapeut krijgt op zijn eigen video feedback
vanuit verschillende invalshoeken’
17
kan daarnaast het eerste uur worden
gevuld met een gezamenlijk thema. Dit
kan een persoonlijke interesse van de
deelnemers zijn, maar ook een externe
expert die een korte lezing geeft, waarna
interactief wordt gediscussieerd.
Bij het KNGF worden alle verbeterplan-
nen gemonitord waarna de feedback
wordt teruggekoppeld naar de praktijken.
Bij Keurmerk wordt er nog een latere bij-
eenkomst aan het einde van het jaar geor-
ganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst wor-
den de individuele data besproken met de
peers en vergeleken met de benchmark.
Naar aanleiding hiervan wordt een POP
formulier ingevuld voor het nieuwe jaar.
Meetbaar resultaat
Wat tot nu al opviel tijdens de bijeenkom-
sten, is dat ook het traject van behandelen
duidelijker werd. Soms zie je in een dossier
dat er in een behandeling opeens een hele
andere richting in het traject wordt inge-
slagen. Voor een externe is dit niet altijd
te begrijpen. Het is zaak om dat wel goed
vast te leggen. Wat is er precies gebeurd?
Je kunt de groep therapeuten verdelen
in twee groepen. De ene heeft veel aan-
dacht voor het dossier en registreert alles
netjes. De ander doet zijn werk ongetwij-
feld net zo goed, maar de verslaglegging
is minder. Kees herkent dit fenomeen: “Ik
ken collega’s die een broertje dood heb-
ben aan dossiervorming en verslagleg-
ging, maar wel heel goed in hun vak zijn.
Uiteindelijk gaat het volgens mij om het
redeneren! En niet om de vraag of het
lichtje op groen gaat…”
Soms lijkt het inderdaad of het groene
lichtje een doel op zich lijkt te worden,
en dat is geen goede zaak. Maar dat is
nu juist één van de redenen dat de peer
reviews in het leven zijn geroepen. Wat
moeten we weten van de patiënt voor
een optimale behandeling? Een dossier
moet dusdanig zijn dat iemand anders
het, denk aan vervanging bij ziekte, zo
over kan nemen. Aan het eind van een
traject moet je de vraag ‘wat was je
doel?’ positief kunnen beantwoorden en
invullen. Het resultaat moet meetbaar
zijn met meetinstrument(en).
Jos: “Inderdaad. Een goede overdracht
voor je collega’s en transparantie voor
de zorgverzekeraars. Dáár gaat het
om.” Kees meent dat dit inderdaad zo
zou moeten, maar benadrukt dat het
initiatief wel bij de beroepsgroep moet
liggen. “Wij moeten laten zien aan de
zorgverzekeraars: zó doen we het. En niet
andersom!”
Sparren
In de intervisies die Edwin geeft namens
het KNGF gebeurt feitelijk hetzelfde.
“Het denkproces is belangrijk. We mer-
ken dat veel therapeuten graag willen
sparren. Bijvoorbeeld bespreken hoe
collega’s bepaalde aandoeningen aan-
pakken. Het filmpje bij de intake gaat
ook over behandelniveau. Zo kunnen we
vooraf al afspreken dat we een bepaald
thema gaan behandelen en groepen gaan
samenstellen op basis van specialisaties
of interessegebieden.”
Edwin van de Broek,
coach namens Zorg1 voor KNGF:
“Uiteindelijke gaat het om duurzaam
resultaat. Juist dat moet meetbaar
worden.”
Anne van der Wolf coach namens
Het Gezonde Net voor Keurmerk:
“Als je écht inzicht wilt in kwaliteit, zul
je iets anders moeten doen.”
‘Laat kwaliteit aan de beroepsgroep zelf over!
Laten we er samen naar kijken. Huisartsen doen
bijvoorbeeld ook al jaren zelf aan intervisies’
19
> PIJNVERLICHTING = OMZETVERHOGING
Grijp uw kans als ondernemende fysiopraktijk!
PARTNERS IN PIJNVERLICHTINGGEZOCHT:
Andullatietherapie is een therapie gebaseerd op de combinatie van infra-roodwarmte type A1 en me-chanische vibraties. Dit zorgt voor spierontspanning en een grote productie van ATP in de lichaamscel-len. Dit wordt met name ingezet bij chronische pijn-
-gie, gewrichtspijnen, overbelasting van de spieren, lymfedrainage en afbraak van melkzuur bij sporters. Andullatie is de perfecte manier om uw patiën-ten van pijn te verlichten en uw eigen werkdruk te verlagen.
Bovendien zorgen wij voor een grote instroom van chronische pijnpatiënten.
Meer informatie? Neem dan vrijblijvend contact op met:
Home Health Products Neerloopweg 94814 RS Breda
[email protected] 076 532 90 50M 06 46 71 88 12
<
Getuigenissen van collega’s vindt u op ons youtube kanaal www.youtube.com/HHPNederland
Meer info? �
Anne: “Ook bij ons bepaalt de therapeut
die een casus bespreekt zelf de hulp-
vraag en krijgt hij feedback en tips van
collega’s. Dat wordt erg gewaardeerd.
We maken groepen op basis van interes-
ses en specialismen. Dat kan een groep
schouderspecialisten zijn, maar ook de
lage rug of de nek kan het centrale thema
zijn. Uiteraard moeten we altijd aan de
kwaliteitsnorm blijven voldoen, maar de
gedeelde interesse is erg prettig.”
De case bij een peer review of intervisie
komt altijd letterlijk uit de praktijk. Met
echte patiënten en echte vraagstukken.
Het is dus geen rollenspel. Het toestem-
ming vragen aan de patiënt blijkt in de
gevallen van Kees en Jos geen proble-
men op te leveren.
De eerste bijeenkomst is nog redelijk
algemeen en staat het kennismaken
centraal, maar bij de volgende bijeen-
komsten wordt direct de diepte ingegaan,
bijvoorbeeld met video casuïstiek.
Wat zeker een positieve bijdrage levert
is dat fysiotherapeuten van nature graag
kennis delen, dat past dus goed in de
filosofie. Dit heeft echter ook een nadeel
dat al eerder ter sprake kwam: om als
beroepsgroep sterk(er) te staan, met
name naar de zorgverzekeraars, heeft
de beroepsgroep soms wat meer ‘zwaar-
gewichten’ nodig. Harde(re) onderhan-
delaars die nog beter een vuist kunnen
maken en als 1 partij kunnen onderhan-
delen. Jos: “In een ideale situatie zou ik
bijvoorbeeld Plus-Praktijk willen zijn voor
alle zorgverzekeraars. Nu dat niet kan,
kost het me toch weer meer geld en tijd.
Tijd die ik liever anders besteed.”
Iedereen is het erover eens dat er meer
gekeken zou moeten worden naar het
resultaat bij de patiënt. Maar, zegt Kees,
dan zit je toch weer vast aan bijvoorbeeld
de behandelindex. Anne: “Ook dat is niet
heilig. Soms levert dit scheve metingen
op. Je kunt wel zeggen: Zo, ik ben klaar
in 7 behandelingen. Tot ziens. Maar wie
weet wat er vervolgens met de patiënt
gebeurt? Misschien loopt hij een week
later wel een andere praktijk binnen.
Zegt dat iets over kwaliteit?” Edwin deelt
die mening en vindt dat het uiteindelijk
altijd om duurzaam resultaat moet gaan.
Het is belangrijk dat juist dat meetbaar
wordt.
Geslaagde start
Zowel de coaches als de praktijkeigena-
ren zijn tot zover tevreden over de peer
reviews. Kees: “In het begin zag ik er erg
tegenop. Wéér een bijeenkomst. Maar
achteraf was het erg interessant om in
groepjes met gelijkgestemden samen
te zitten. We hebben tijdens de eerste
meeting vier filmpjes bekeken, waar-
van we er één hebben uitgepikt. Wat ik
vooral positief vind is dat iedereen zich
heel kwetsbaar durft op te stellen. Wat
vinden jullie hoe ik het doe? Hoe zouden
jullie het (anders) doen? Heel positief
allemaal!”
Jos: “Wij begonnen in een klein groepje
van zes met een heel gemêleerd gezel-
schap. Ik zit bijna 40 jaar in het vak, maar
in onze groep zaten ook enkele net afge-
studeerde fysiotherapeuten. Eerst een
beetje aftasten en je open stellen, maar
vervolgens ook filmpjes bekijken in een
hele relaxte sfeer. Eigenlijk lijkt het wel
wat op de IOF’s (Intercollegiaal Overleg
Fysiotherapie) van vroeger: dan namen
we een kijkje bij elkaar in de keuken.”
Anne: “Het IOF bestaat nog steeds, maar
de peer reviews en intervisies werken
aanvullend. Het leren van elkaar staat
centraal!” �
Jos van Laarhoven, GTC Fitwell:
“Een goede overdracht voor je col-
lega’s en transparantie voor de zorg-
verzekeraars. Dáár gaat het om.”
Kees Bakker,
Fysiofitness Bergambacht:
“Wij moeten laten zien aan de zorg-
verzekeraars: zó doen we het. En niet
andersom!”
21
22
´Investeringen zijn goed voor de patiënten
en voor de arbeidsethos van onze mensen’
Klaar voor de toekomst dankzij nieuwbouw Tekst: Tjanne Hartman
Foto: Marlinde Andersson
Waar veel collega-fysiotherapeuten het zwaar hebben, floreert
Fysio Totaal Waalwijk. Net voor kerst werd het splinternieuwe
Gezondheidscentrum Olympiapark in Waalwijk betrokken. De
drie eigenaren van de praktijk – Kees Koevoets, Niels Verhoeven
en Rob Vermeulen – waren betrokken bij de nieuwbouw vanaf
het moment dat de architect er mee aan de slag ging. De inrich-
ting is voor hen dan ook perfect: een medische fitnessruimte met
een hoog plafond (“omdat dat fijn sport”), alles breed en ruim-
telijk opgezet (“ook patiënten in een rolstoel kunnen zich hier
makkelijk verplaatsen”), een strakke, moderne architectuur en
inrichting, de beste fitnessapparatuur en als nieuwste aanwinst
van de praktijk: de vliegwieltraining, ofwel FyzzioKinetic.
De vliegwieltraining kent zijn oorsprong in
de ruimtevaart. Ruimtevaartorganisaties
NASA en ESA ontwikkelden deze tech-
nologie om astronauten te kunnen laten
trainen in gewichtloze toestand. “Vanuit
de NASA is het doorontwikkeld. Het is
voor ons een aanwinst om mee te wer-
ken. Een leuke trainingsvorm en effectie-
ver dan met gewichten trainen”, vertelt
Niels Verhoeven. “Ja, het was een flinke
investering en dat betaalt zich niet met-
een terug. Maar wij zijn er van overtuigd
dat investeren en innoveren uiteindelijk
zijn vruchten afwerpt. Bovendien komt
het ten goede aan de arbeidsethos en de
goede zin van ons en onze medewerkers.
En dat merken de patiënten: therapie
krijgen van goede, vrolijke mensen komt
23
de revalidatie ten goede.” “Innovatie is
in onze branche niet echt een tendens”,
vult Rob Vermeulen aan. “De tarieven
stijgen namelijk niet of amper. Wij staan
er anders in. Onze entree bijvoorbeeld,
die heeft een uitstraling waarvan men-
sen denken ‘hé, die jongens weten van
wanten’. Ik ben er van overtuigd dat onze
uitstraling, materialen en onze kennis en
expertise, meer klandizie oplevert.”
Voor alles een specialist
Fysio Totaal Waalwijk biedt medische
training en fysiotherapie. Met vijftien
medewerkers, van wie dertien gespe-
cialiseerde fysiotherapeuten, is er voor
elk gewricht, elke blessure en praktisch
elke behandeling een specialist in huis.
In totaal heeft de praktijk zo´n 2.700
patiënten en dagelijks worden zo’n 180
personen door de Waalwijkse fysiothe-
rapeuten geholpen. “Wij willen per se
dat onze medewerkers een specialisatie
hebben, tegenwoordig zijn dat bijna alle-
maal masters-opleidingen”, zegt Kees
Koevoets. “Bij kleinere praktijken zie je
wel eens dat een therapeut wel zes spe-
cialisaties heeft. Daar geloven wij niet in,
je kunt je onmogelijk in zes verschillende
aspecten specialiseren en dat dan waar-
maken. Onze mensen, wijzelf inclusief,
hebben één of twee specialisaties. En je
ziet zelfs binnen die specialisaties nog
een soort super-specialisaties ontstaan.”
Groot, maar overzichtelijk
Fysio Totaal Waalwijk bestaat al meer
dan veertig jaar en kan bouwen op een
goede reputatie in de gezondheidszorg
van Waalwijk en omgeving. De praktijk is
gevestigd in het splinternieuwe pand aan
de Coubertinlaan en heeft ook de depen-
dance aan de Mozartlaan, waar eerst
de hoofdvestiging zat, aangehouden.
De praktijk is groot, maar overzichtelijk.
Niet in de laatste plaats door de lange
gang met daaraan de spreekkamers en
de centraal gelegen fitnessruimte met
volop lichtinval. De praktijk biedt een
pakket van uiteenlopende fysiothera-
peutische specialisaties dat vrijwel het
gehele werkveld van de fysiotherapie
omvat: manuele therapie, kinderfysio-
therapie, oedeemfysiotherapie, geria-
triefysiotherapie, bekkenfysiotherapie,
sportfysiotherapie, kaakfysiotherapie,
dry needling, ademhalings- en ontspan-
ningstherapie, aanmeten en verstrekken
van therapeutisch elastische kousen
en medische trainingstherapie, zowel
individueel als in groepsverband. De
praktijk – of beter gezegd de gespeciali-
seerde fysiotherapeuten - zijn aangeslo-
ten bij Schoudernetwerk, Knienetwerk,
Parkinsonnet en Geriatrienetwerk.
Daarnaast is elke dinsdag een sport-
spreekuur. Hier controleert de sportfysio-
therapeut eventuele blessures om de oor-
zaak te achterhalen. Hij stelt een diag-
nose en geeft advies over hoe de patiënt
het beste met de blessure kan omgaan
zodat deze zo snel mogelijk zal herstel-
len. Geen enkele sporter zit immers te
wachten op een slepende blessure, vin-
den de Waalwijkse fysiotherapeuten.
Stroomversnelling
Koevoets is de nestor van de drie eige-
naren van de praktijk. Al in 1988 voegde
hij zich bij het team van maten dat de
maatschap destijds runde. “We waren
toen met velen, en hoe meer kapiteins je
op een schip hebt, hoe lastiger het is om
‘Innovatie is in onze branche niet echt een tendens’
24
koers te bepalen. Toch zijn we nooit stil
blijven staan, maar alles is wel in een
stroomversnelling gekomen toen de jonge
generatie instapte – Rob in 2008 en Niels
in 2011. We doen het nu met zijn drieën
en dat loopt als een trein. Als we toen Rob
en Niels instapten weinig of niks hadden
gedaan, hadden we waarschijnlijk net als
veel collega’s met een krimpende omzet
te maken gekregen. Maar we zijn er vol
voor gegaan. Voor automatisering, inno-
vatie, het aannemen van fysiotherapeuten
met een specialisme en voor de teamspi-
rit. Goede energie en sfeer onderling is
erg belangrijk. Patiënten pikken dat op.”
Vermeulen: “Vorig jaar zijn we gestart
met het praktijk-dashbord. Dit is een tool
waarmee je overzichtelijk de bedrijfsre-
sultaten kunt monitoren. Er zit een directe
koppeling op met boekhoudprogramma
Twinfield, salarisadministratie-programma
NMBRS en is tevens HR-tool en financieel
dashboard. Hierdoor kun je in één oog-
opslag zien hoe de praktijk er financieel
voor staat. Vooral in tijden van investeren
en innoveren is het van belang dat alle
cijfers kloppen. Het continu checken van
budgetten en direct bijsturen waar nodig,
is essentieel voor een goede bedrijfsvoe-
ring.” “Ander voordeel is dat het helemaal
in de ‘cloud’ staat”, vult Verhoeven aan,
“zodat we zelfs thuis tegelijkertijd aan een
bepaald document kunnen werken. Ook
zijn we druk bezig met het in de steigers
zetten van een digitaal platform voor alle
medewerkers, waarop zij alles kunnen
regelen, zoals het aanvragen van studies,
inzien van loonstroken, contracten en
functioneringsgesprekken én een bijbe-
horende app waardoor alles op mobiel en
tablet te regelen is.”
Super degelijk
De inrichting van de nieuwbouw, en
dan vooral die van de medische fitness-
ruimte, ging niet over één nacht ijs. De
eigenaren bezochten andere praktijken
en gingen naar een vakbeurs. Uiteindelijk
schaften ze de zogenoemde ‘witte lijn’
van Fyzzio aan, het bedrijf dat ook een
adviserende rol speelde bij de inrichting
van de nieuwbouw. “We wilden de beste
kwaliteit. Alles moet super degelijk en
betrouwbaar zijn. Dat is niet alleen een
voorwaarde om ons werk goed te kunnen
doen, maar geeft ook onze patiënten een
goed gevoel.”
Medische fi tnessruimte
“Onze medische fitnessruimte is voor
elke revalidatie van alle gemakken voor-
zien”, gaat Vermeulen verder. “Het is
helemaal naar onze wensen ingericht.
Een extra hoog plafond en een tweede-
ling van de ruimte: één kant voor de car-
dio-krachttraining en een deel waar onze
therapeuten zelfstandig kunnen trainen
met patiënten. Die vrije ruimte is heel
belangrijk want onze kracht als fysiothe-
rapeut is juist het maatwerk dat we per
patiënt kunnen leveren: functionele, spe-
cifieke oefeningen die bij de betreffende
blessure of revalidatie passen. Ook de
patiënten die op eigen houtje oefeningen
doen, hebben altijd iemand van ons in de
buurt. En we monitoren de oefeningen.
Alles is geautomatiseerd en elke patiënt
heeft zijn eigen trainingsprogramma.”
Vliegwieltrainer
Grootste trots in die splinternieuwe
medische fitnessruimte, is zonder twij-
fel de vliegwieltrainer. Vermeulen:
“Vliegwieltraining is effectiever en func-
tioneler dan traditionele krachttraining
vanwege het creëren van een excentrische
overload, het trainen van het vermogen
van de spieren en de functionaliteit waar-
mee getraind wordt. Dus geen gewichten
van verschillende hoeveelheden kilo’s
Fysio Totaal Waalwijk heeft twee
locaties in Waalwijk en in totaal 2.700
patiënten. Dagelijks worden er onge-
veer 180 personen behandeld door het
team van dertien fysiotherapeuten.
De praktijk is een maatschap van drie
eigenaren:
Kees Koevoets (1958)
Sinds 1985 fysiotherapeut (daarvoor
leraar lichamelijke oefening) en sinds
1988 bij Fysio Totaal Waalwijk.
Specialisaties:
- fysiotherapie
- kinderfysiotherapie
Rob Vermeulen (1983)
Fysiotherapeut sinds 2004. Werkzaam
bij Fysio Totaal Waalwijk sinds 2005
en in 2008 mede-eigenaar geworden.
Specialisaties:
- fysiotherapie
- manuele therapie MsPT
- aangesloten bij schoudernetwerk
Noord-Brabant
- dry needling
Niels Verhoeven (1984)
Fysiotherapeut sinds 2007, sinds 2008
werkzaam bij Fysio Totaal Waalwijk en
sinds 2011 mede-eigenaar.
Specialisaties:
- fysiotherapie
- manuele therapie MsPT
- aangesloten bij het knienetwerk
25
meer”. Bij het apparaat draait het om
de ronde schijf waarop centraal een as
is gemonteerd. Om deze as is een koord
gedraaid, zoals bij een jojo. Door hard
aan het koord te trekken, begint de schijf
te draaien en wordt kinetische energie
opgewekt. Als het koord helemaal is uit-
gerold, wordt het door de draaiende schijf
weer opgerold. “De sporter brengt dan
met minimaal dezelfde energie het wiel
weer tot stilstand en krijgt evenveel kracht
terug als er wordt ingestopt. Dit afremmen
van het vliegwiel is een excentrische aan-
spanning van de spieren, de spier wordt
verlengd. Uit onderzoek blijkt dat juist
deze excentrische training zorgt voor een
grotere toename van spierkracht, volume,
toename van spiervermogen en een snel-
ler herstel van peesblessures.”
Beweging en weerstand
Naast de sportspecifieke-training wordt
vliegwieltraining ook gebruikt voor reva-
lidatie bij lage rug-, schouder- en heup-
klachten. De patiënt ervaart al snel dat
de beweging én weerstand helemaal zelf
geregeld worden. Als het lichaam een
pijnsignaal afgeeft, stopt de patiënt auto-
matisch minder energie in de volgende
beweging. Elke gebruiker traint dus op het
eigen niveau. Met name om deze reden
is het een natuurlijke en zeer veilige trai-
ningsmethode en is een blessure oplopen
haast onmogelijk.
Echografi e op verlanglijstje
Hoe mooi en modern de nieuwe prak-
tijk ook is, de drie eigenaren hebben
nog steeds wensen voor de toekomst.
Koevoets: “Op ons verlanglijstje staat
nog een uitbreiding met echografie, zodat
we zelf echo’s kunnen gaan maken. Dan
kunnen we nóg beter diagnosticeren en
behandelen. Vooral bij specialismen zoals
de schouder en knie is het een meer-
waarde. Ook de huisartsenpraktijken kun-
nen er dan gebruik van maken, de lijntjes
zijn hier immers niet voor niets zo kort.”
In het gezondheidscentrum zitten naast
Fysio Totaal Waalwijk nog drie huisart-
senpraktijken en Thebe Wijkverpleging.
Binnenkort openen ook een apotheek en
psychologenpraktijk de deuren. Met in
het hart van het gebouw een grote, cen-
trale wachtruimte, die net als de rest van
het gebouw opvalt door de ruimtelijkheid,
moderne interieur en smetteloze uiterlijk.
De drie huisartsenpraktijken samen heb-
ben 15.000 patiënten. Dat is meer dan de
helft van de Waalwijkse bevolking.
Elk lichaam is maatwerk
De patiënten komen overigens niet alleen
‘Vliegwieltraining is effectiever dan
met gewichten trainen’
NASA maakt al jaren gebruik van vliegwiel technologie omdat het astronauten (op de foto zie je Frank de Winne en Andre Kuipers)
in staat stel om te trainen in een gewichtloze omgeving.
26
uit Waalwijk. Ook uit de regio weet men
de specialistische zorg van Fysio Totaal
Waalwijk inmiddels te vinden. Tijdens een
eerste gesprek brengt de fysiotherapeut
alle klachten in kaart aan de hand van de
anamnese (vraaggesprek) en een licha-
melijk onderzoek. Dit is maatwerk want
elk lichaam is anders en elke klacht is dat
dus ook. Hierna wordt een fysiotherapeuti-
sche diagnose gesteld en in samenspraak
met de patiënt wordt een behandelplan
opgesteld. Tijdens de behandeling worden
verschillende evaluatiemomenten inge-
bouwd. Fysio Totaal Waalwijk heeft met
vrijwel alle zorgverzekeraars in Nederland
een contract zodat behandeling, mits de
patiënt voldoende verzekerd is, vergoed
wordt.
Sparren over de toekomst
De chemie tussen de drie eigenaren is
duidelijk: ze zijn het eens over hun verhaal,
hun missie en hun passie. “Onze heises-
sies spelen ook een belangrijke rol”, ver-
telt Vermeulen. “Dan gaan we weg van
hier om in een neutrale, nieuwe omgeving
te sparren over onze toekomst. Niet alleen
over de dag van morgen, maar ook over
wat we over vijf jaar bereikt willen heb-
ben.” De succesformule van Fysio Totaal
Waalwijk ligt dus niet alleen in het lef van
het innoveren, maar ook in de onderling
relatie tussen de eigenaren. Verhoeven:
“Natuurlijk is dat belangrijk. Het personeel
proeft die sfeer ook en weet dat we mak-
kelijk zijn. Alles kan hier gezegd worden.”
Verbouwing dependance
De huidige dependance van de praktijk,
aan de Mozartstraat, was tot december
vorig jaar de hoofdvestiging. Nu worden
daar de meer hands-on-behandelingen
uitgevoerd en in de nieuwbouw komen
de meer orthopedische patiënten bij
wie het accent op bewegen ligt, al dan
niet in groepen. Verhoeven: “Na de ver-
huizing vroeg een collega of we het nu
even rustig aan zouden gaan doen. Nou,
niet dus. Wij zijn alweer aan het naden-
ken over een verbouwing voor de praktijk
aan de Mozartstraat, want dat mag geen
ondergeschoven kindje worden en moet
dezelfde uitstraling krijgen als ons nieuwe
onderkomen. Als ondernemer sta je niet
stil. Je moet vooruit blijven denken.” �
Meer info? �
‘Goede energie en sfeer onderling is erg belangrijk.
Patiënten pikken dat op’
Kenmerkend aan Fysio Totaal Waalwijk
is de actieve, professionele en onder-
nemende mentaliteit. Voortdurende
bijscholing, het toepassen van nieuwe
inzichten, innoverende technieken en
het samenwerken met collega’s, artsen
en zorgcentra houdt de vakkennis up-
to-date.
Daarnaast blijven de maten uit de
maatschap intensief bezig met het
ontwikkelen van effectieve behan-
delprogramma’s en stimuleren ze de
zelfwerkzaamheid van de patiënt. Zo
worden onder meer op het gebied van
chronische schouder-, nek- en rug-
klachten bijzonder goede resultaten
geboekt. Door de aanpak zorgvuldig te
bewaken en uit te bouwen binnen een
moderne organisatie, voldoet de prak-
tijk op alle punten aan de kwaliteits-
wet Zorginstellingen.
Fysio Totaal Waalwijk omschrijft zich-
zelf als specialist van het bewegings-
apparaat en gefascineerd door het
complexe bewegend functioneren van
het menselijk lichaam: ‘Wij geloven
dat onze kennis en kunde u kunnen hel-
pen zodat u uw dagelijkse activiteiten,
werk, hobby’s of sport optimaal kan
uitvoeren.’
27
28
Oproep tot de sta-revolutie:
Wie om zijn lijf geeft, gaat staan Tekst: Peter Westdijk
Waar de term precies vandaan kwam en wie hem als eerst heeft
gebruikt is niet meer te achterhalen, maar bijna iedereen kent
de uitdrukking ‘Zitten is het nieuwe roken’ inmiddels. Maar
waarom is zitten dan zo schadelijk? Bij roken kan iedereen zich
voorstellen dat het inhaleren van chemische, schadelijke stoffen
nooit goed voor je gezondheid kan zijn. Maar wat kan er nou zo
slecht zijn aan zitten? Het voelt eigenlijk wel lekker en zelfs goed
om je lijf af en toe wat rust te gunnen. Is het echt zo erg? En als
zitten niet meer mag, hoe moet je dan je werk uitvoeren?
Al halverwege de 19e eeuw liet de Britse
overheid onderzoek uitvoeren naar de
(schadelijke) effecten van de industriële
revolutie op de volksgezondheid. Men
vermoedde blijkbaar toen al dat langdu-
rig statisch werk slechter zou zijn voor
de gezondheid dan het meer dynamische
werk in de agrarische sector. In 1953
werd aangetoond dat (zittende) bus-
chauffeurs 2 keer meer kans op hartpro-
blemen hadden dan hun meerijdende (en
vooral staande) conducteurs.
We weten dus al lang dat zitten (of alge-
mener gezegd: inactief zijn) schadelijk is
voor onze gezondheid. Bovendien heeft
er sinds de industriële revolutie niet
bepaald een ‘sta-revolutie’ plaatsge-
vonden. Integendeel: de afgelopen 10 a
20 jaar voltrok de digitale revolutie zich.
En die zorgde ervoor dat een groot deel
van de werkende bevolking meer dan de
helft van de dag zittend doorbrengt. Naar
en van het werk rijdend in de auto, op
het werk zittend achter een computer,
en thuis, na al dat zware zittende werk,
eerst aan de keukentafel etend en aan-
sluitend op de bank TV kijkend, totdat
men naar bed kan om bij te komen van al
dat zitten. Van de gemiddelde Amerikaan
is bekend dat deze 13 uur per dag zittend
doorbrengt. Waarschijnlijk wijken de
cijfers in Nederland daar niet ver van af.
Als hoogopgeleid en welvarend land heb
je zo’n beetje alles tegen om inactiviteit
te bestrijden.
29
Wat doet zitten met je lijf?
Inmiddels zijn er al meer dan tienduizend
studies gedaan die bevestigen dat veel
zitten slecht voor je is. Dat het vele zitten
een toename van lichamelijke klachten
tot gevolg heeft, kunnen veel mensen
nog wel snappen. Want behalve dat
men veel zit, is er ook vaak sprake van
een combinatie met statisch belastend
(beeldscherm)werk.
Ook een toename van overgewicht ligt
nog wel voor de hand. Echter, studies
daarnaar laten al specifieker de risico’s
van zitten zien. Zo had een onderzoek dat
James Levine 1996 deed naar overge-
wicht een verrassende bijvangst. Tijdens
zijn onderzoek volgde hij 15 proefperso-
nen (en zichzelf) die 10 weken lang iedere
dag precies 1000 kilocalorieën meer
binnen kregen dan ze nodig hadden. Na
deze 10 weken was het verschil in kilo-
grammen dat de deelnemers aankwa-
men erg groot. Sommige proefpersonen
kwamen nauwelijks aan, anderen meer
dan 10 kilo. Sporten was uit den boze in
deze periode, maar wat bleek uit nadere
bestudering van de data (en hierop vol-
gend vervolgonderzoek)? Mensen zonder
overgewicht zaten per dag ruim 2 uur
minder. Vooral heel gewone, alledaagse
beweging is dus belangrijk; en laten we
daar nu steeds minder van krijgen.
Wat zijn de risico’s?
Kijkend naar diverse andere onderzoeken
naar de effecten van een zittend bestaan
(De Souta Barreto et al, Wilmot et al)
zijn er nog meer, wellicht minder voor
de hand liggende, effecten van zitten te
zien. Mensen die veel zitten hebben in
vergelijking met mensen die niet tot nau-
welijks zitten:
-
ten;
als mensen die roken;
-
kanker;
depressies.
Gewoon meer bewegen dus?
Als zitten (en inactief zijn) zo slecht is,
lijkt de oplossing voor de hand te liggen.
Wat meer sporten of bewegen buiten
werktijd zal deze gevolgen wel ophef-
Dit gebeurt er als je zit:
benen stopt vrijwel volledig.
per minuut.
-
cholesterolgehalte (het goede cho-
30
fen. Helaas, de praktijk is weerbarstiger.
Onderzocht is dat het voldoen aan de
Nederlandse Norm Gezond Bewegen (op
tenminste 5 dagen in de week minstens
30 minuten per dag matig intensief actief
zijn) veel doet voor je gezondheid, maar
de gevolgen van langdurig zitten niet
opheft.
In 2015 deden Biswas et al. een meta-
analyse van 47 oude onderzoeken naar
de effecten van een zittend bestaan. Zij
kwamen tot de conclusie dat de tijd die
iemand zittend doorbrengt relatief meer
invloed heeft op de gezondheid dan de
tijd die iemand besteedt aan beweging.
Met andere woorden: je moet dagelijks
meer tijd besteden aan staan en bewe-
gen dan aan zitten om de schadelijke
effecten van zitten te voorkomen.
Na het samenvoegen van meerdere klei-
nere onderzoeken naar de gevolgen van
zitten, lijkt er toch een mogelijke com-
pensatie te bestaan voor 10 uur zitten per
dag: iedere werkdag een uur intensief
sporten. En dat zullen maar heel weinig
mensen kunnen….
Dat de effecten van zitten en inactiviteit
verder gaan dan de voor de hand lig-
gende toename van lichamelijke klachten
en overgewicht, heeft meerdere redenen.
Want fysiologisch, neurologisch en endo-
crinologisch onderzoek laat zien dat er
op tal van gebieden iets verandert in het
lichaam van mensen die langdurig zitten.
Deels zijn deze veranderingen het gevolg
van elkaar, maar daarmee vormen ze
een belangrijke verklaring van de eerder
genoemde effecten.
Het vetpercentage in je bloed neemt toe
de benen stopt vrijwel volledig. Je ver-
brandt veel minder energie, het calorie-
verbruik daalt tot bijna 1 per minuut. Ook
het aantal enzymen die vetten verbruiken
(na twee uur zitten) is het HKL choleste-
rolgehalte (let op, het goede cholesterol)
-
Dat deze veranderingen optreden en
elkaar weer versterken, lijkt vooral te
komen door een verstoring van de hor-
moonhuishouding, van de stofwisseling
en andere biochemische processen die
bijvoorbeeld weer het gevolg zijn van
gewichtstoename. Deze verstoringen zijn
ook de reden dat in het eerder genoemde
rijtje van schadelijke effecten vaak een
verband met kanker voorkwam.
Waarom is zitten zo hardnekkig?
Als we weten dat zitten zo slecht voor
je is, waarom doen we het dan niet
gewoon anders? Net als met zo veel
leefgewoontes die slecht voor je zijn
(inactiviteit, roken, suikergebruik) is
wéten dat het slecht is niet genoeg om
het ook te veranderen. Leefgewoontes
zijn een vorm van gedrag en het ver-
anderen van gedrag is niet eenvoudig.
Daarover is in dit magazine al vaker
geschreven.
Voor gedragsverandering is een gefa-
seerde aanpak nodig (bewustwording
– voorlichten/adviseren – actie/aan-
moedigen – coachen/consolideren).
Met de informatie uit dit artikel is de
‘Sporten heft de nadelige gevolgen van te veel
zitten niet op, tenzij je dagelijks een uur sport’
31
32
Uw praktijkautomatisering in één hand
VANAD Comvio Aalsbergen 76942 SE Didam
E [email protected] T +31 (0)316 294 242www.vanadcomvio.nl
Werken met uw software in de cloud, levering, installatie, onderhoud en support van hardware, anti-virus en andere security oplossingen Over ons
Al meer dan 20 jaar helpt VANAD Comvio instellingen in de zorg, zoals fysiotherapie- en paramedische prak-tijken, gezondheidscentra, huisartsen en ZBC’s met ICT-vraagstukken. Wij geven advies, implementeren en onderhouden uw ICT-infrastructuur, stellen uw software in de cloud beschikbaar, leveren securti-ty oplossingen, Office365 en online backup. Onze deskundige medewerkers staan te allen tijde voor u klaar met hulp. Kortom: complete ICT-dienstverlening, waarbij al uw praktijkautomatisering in één hand is.
Dochter van VANAD Enovation
VANAD Comvio is net als VANAD Enovation onderdeel van de VANAD Group. VANAD Enovation is al meer dan 30 jaar de specialist voor veilige elektronische communicatie en (systeem)integratie in de gezondheidszorg. Bijna alle huisartsen, twintigduizend paramedici en vele andere zorg-verleners maken dagelijks gebruik van de ZorgMail berichten-dienst van VANAD Enovation voor het veilig uitwisselen van medische gegevens.
Uw voordelen van samenwerking met VANAD Comvio
Al uw ICT-beheer in één hand
Aanvullende zorgspecifieke ICT-diensten
Een ICT-leverancier die verstand heeft van uw business
Meer dan 20 jaar ervaring in Zorg ICT
Deskundige en betrouwbare medewerkers
Continuïteit van de ICT in uw praktijk
bewustwording waarschijnlijk in gang
gezet. Wil je ermee aan de slag, dan is
het belangrijk je te laten voorlichten op
basis van nader onderzoek. Want hoeveel
uren zit je nu echt? En hoe actief ben je?
Hoe staat je conditie er nu voor? Heeft
je zitgedrag al geleid tot een verhoogd
cholesterolgehalte of tot overgewicht?
Een vitaliteitscoach kan metingen bij je
uitvoeren en je vervolgens adviseren,
zodat je je persoonlijke doelstelling kunt
(blijven) realiseren. Kies daarbij voor een
coach die alle aspecten van je leefstijl in
kaart brengt. Dus niet alleen je beweeg-
gedrag, maar ook je voedingspatroon en
de manier waarop je ontspant en her-
stelt.
Drastisch ingrijpen is nodig
Hoe veel beweging je ook invoegt in
je leven, je maakt nog steeds te veel
zituren. Er is een drastischer maatre-
gel nodig: doe je werk zo veel mogelijk
staand! Het zal je verbazen wat er staand
allemaal kan. Na de opkomst (hype?)
van RSI eind jaren 90 speelden produ-
centen van kantoormeubilair slim in op
de angst daarvoor bij veel werknemers.
Verstelbare stoelen, bureaus, ergonomi-
sche muizen, toetsenborden waren niet
aan te slepen.
Nu we te maken hebben met een veel
grotere bedreiging voor onze gezondheid,
blijft het helaas nog vrij stil. Staand wer-
ken is echter prima mogelijk, ook als je
veel beeldschermwerk uitvoert. In hoogte
verstelbare tafels bestaan al lang, maar
zijn nog geen gemeengoed. En hoe sim-
pel is het om in vergaderzalen alleen nog
maar statafels neer te zetten? Het zal
vast eerst enige weerstand oproepen,
maar het is vooral een kwestie van wen-
nen. En om de overgang te versoepelen,
zijn zit-stahulpen weer prima oplossin-
gen. Ook hierbij geldt dat een coach je
kan motiveren om het waar te maken.
Jong beginnen
Eigenlijk moeten we nog een stap verder
gaan. Jong geleerd is oud gedaan! Dus
waarom beginnen we niet op scholen
We zitten meer dan de helft
van de dag
Al halverwege de 19e eeuw bleek uit
Brits onderzoek dat de industriële revo-
lutie en de bijbehorende toename van
statisch werk een schadelijke invloed
had op de volksgezondheid.
Toch veranderde er weinig, integen-
deel: de afgelopen 10 a 20 jaar werd
de tijd die mensen zittend doorbrengen
alleen maar meer als gevolg van de
digitale revolutie. Een groot deel van
de werkende bevolking brengt meer
dan de helft van de dag zittend door.
Sterker nog: de kans is groot dat de
gemiddelde westerling 13 uur per dag
zit. Van Amerikanen is dat in ieder
geval al bekend.
33
U kent Chemodol,
de hypo-allergene
afwasbare massage-olie.
Maar Chemodis heeft
meer massage-oliën.
Zoals Chemotherm,
een massage-emulsie
met milde en
verantwoorde warmte-
werking. Het zuiver
plantaardige Olivine,
zonder conserveer-
middelen en emul-
gatoren. Chemovine,
speciaal voor de sterk
behaarde huid.
En, speciaal voor de
overgevoelige huid,
Chemoderm met
natuurlijke werkstoffen
en de ongeparfumeerde
Baselin Emulsion
met biologische
eigenschappen.
Uw leveranciers
kunnen u er alles
over vertellen.
Of bel voor meer
informatie:
0800-chemodis
(0800-24 36 63 47).
www.chemodis.nl
CHEMODIS Dat ligt voor de hand
Chemodis B.V.
Para-medische Farmacie
Postbus 9160
NL-1800 GD Alkmaar
Tel. +31 (0)72 - 520 50 83
Fax +31 (0)72 - 512 82 14
Over de rugvan Chemodol.
met de invoering van sta-meubilair? Dit
kan meer voordelen hebben dan alleen
de gezondheidseffecten. Onderzoek van
de Rijksuniversiteit Groningen heeft
aangetoond dat kinderen die tijdens een
herhaalles taal en rekenen een half uur
bewogen (vrij intensief), na twee jaar
maar liefst 5 maanden voorlagen op hun
leeftijdsgenootjes en ook op de Cito-
toetsen hoger scoorden. Inactiviteit
lijkt een negatief effect te hebben op de
cognitieve vermogens. Een bijkomend
effect dat uit de studie naar voren kwam
was dat de kinderen die deelnamen aan
het programma beter op gewicht bleven
naarmate ze ouder werden.
Terug naar de vragen van het begin. Ja,
teveel zitten is slecht voor je en kan voor
allerlei gezondheidsklachten zorgen.
Deze effecten kunnen niet alleen worden
opgelost door buiten werktijd meer te
bewegen. We moeten echt anders leren
werken, staand. Of op zijn minst moeten
we vaker onze zithouding onderbreken.
Oh, en om terug te komen op de stelling
uit de eerste zin van dit artikel ‘Zitten
is het nieuwe roken’: we hopen niet
dat we iemand met dit artikel hebben
aangezet om te beginnen met roken om
zo vaker een (staande) rookpauze te kun-
nen nemen op het werk. �
Peter Westdijk is Chief Move Officer bij
MOVESMART.company
‘De enige echte oplossing
is: doe je werk zo veel
mogelijk staand’
35
Meer info? �
Wat kun je zelf al doen?
nog kennen uit het RSI-tijdperk) of
stel een periodiek alarm op je smart-
phone in om je erop te attenderen
dat je op moet staan;
het op je mobiele telefoon is) en loop
rond op de afdeling;
werk gaat, probeer dan de hele reis,
of in ieder geval een deel daarvan, te
staan en neem op kantoor altijd de
trap in plaats van de lift;
je werk vandaan, zodat je wat extra
lichaamsbeweging krijgt aan het
begin en eind van een werkdag;
drinken goed voor je lichaam is, zal je
vaker naar de wc moeten en daarmee
je houding onderbreken. (Mannen,
wel staand plassen!);
-
der verantwoord meubilair. Wanneer
je bureaustoel helemaal naar jouw
lichaam gevormd kan worden, zorgt
het comfort ervoor dat je niet snel
geneigd bent om op te staan. Het is
niet erg om af en toe een paar uurtjes
aan de keukentafel achter je laptop
te werken. Maar zorg ook daar voor
de afwisseling;
gebruik die dan tijdens het televisie
kijken. Hiermee voorkom je dat je
moet zitten om TV te kijken;
om de effecten van zitten te com-
penseren, komt dagelijks intensief
sporten het dichtst in de buurt. Voer
daarom tijdens het televisie kijken
de 7-minute-workout uit. Hier heb je
geen apparatuur voor nodig;
gewoon rustig zitten, sta dan op zijn
minst bij elke reclameblok op en loop
een rondje door het huis;
in plaats van om de beurt alleen.
36
NAOMT gaat koers wijzigen
Samenwerken volgens het gilde-principeTekst: Martijn Plantinga
Beeld: Sander Ruijg
Ruim 25 jaar geleden werd de NAOMT (Nederlandse Associatie
Orthopedische Manuele Therapie) opgericht met als voornaam-
ste doel erkenning door de zorgverzekeraars. Nu, alweer een
kwart eeuw later, is de NAOMT van plan om de koers te wijzigen.
De associatie heeft weliswaar een grote groep trouwe leden,
maar de laatste jaren blijft vooral de groep jonge therapeuten
wat achter. Dat is een gemiste kans, vinden de ex voorzitter
en huidige voorzitter Hans Heneweer en Hank Drewes van de
NAOMT. “We moeten binnen ons vakgebied veel meer samenwer-
kingen zoeken. De net afgestudeerde (orthopedisch) manueel-
therapeuten en de ‘ervaren rotten’ kunnen heel veel van elkaar
leren. Het idee dat we voor ogen hebben lijkt op het ‘meester-
gezel’ principe, zoals we dat kennen van de gildes.” Hoewel het
geen doel op zich is, kan het ledenaantal groeien, maar het gaat
vooral om het delen van kennis en vaardigheden.
Oprichting NAOMT
De belangrijkste reden voor de aange-
kondigde koerswijziging ligt deels in het
verleden. Hans Heneweer was in 1991
één van de initiatiefnemers en tevens
de eerste voorzitter van de NAOMT: “We
hebben de NAOMT opgericht in 1991.
Niet geheel toevallig. Toen de eerste
manueel therapeuten in 1990 van de
opleiding OOMT Delft kwamen, liepen
we tegen het volgende probleem aan:
We hadden de kennis en konden een
goed product leveren, maar er was geen
acceptatie noch financiering vanuit de
37
zorgverzekeraars. Als het ging om accep-
tatie en erkenning liepen we steeds
tegen een dichte deur aan bij de NVMT.
Het werd tijd om de krachten te bunde-
len en dat hebben we gedaan met de
oprichting van de NAOMT. Het doel was
heel duidelijk. We wilden erkenning op
sociaal maatschappelijk vlak en uiteraard
ook serieus genomen worden door de
zorgverzekeraars.” Hank: “Dat betekende
dus ook dat we gebruik konden maken
van vergoedingen.” Het werd een lang
gevecht maar uiteindelijk volgde erken-
ning in 1996, toen de NVMT overstag
ging en opname in het kwaliteitsregister
volgde. Terugkijkend op die tijd was het
voor beide heren een beetje pioniersfase.
Toen de erkenning er eenmaal was, ver-
dween opeens de gezamenlijke vijand. En
de belangrijke pijler, erkenning op sociaal
en maatschappelijk vlak viel opeens weg.
Hoe nu verder?
Master erkend
Eigenlijk is de vraag ‘Wat is de meer-
waarde van de NAOMT voor haar leden’
sinds die tijd een beetje blijven rondzin-
gen binnen de NAOMT. ‘Moeten we ons
in de toekomst meer op de inhoud gaan
richten?’ ‘Moeten we ons meer focussen
op het aantonen van onze exclusiviteit
en zo ja, wat is die exclusiviteit dan’?
Pogingen daartoe zijn er zeker geweest,
o.a. in de opzet van een data-registratie-
systeem. Maar als zo vaak: de wil is er
maar de werkelijkheid is weerbarstig en
resultaten blijven uit. Vanuit het verleden
is er altijd veel binding geweest tussen
de leden. De groep studenten van de
opleidingen was altijd relatief klein, dus
het ‘wij-gevoel’ en de herkenbaarheid
was groot.
Toen de opleiding overging in de
Hogeschool Utrecht (2004) en ‘Master
erkend’ werd, was de opleiding opeens
onderdeel van een veel groter geheel. Er
ontstond meer ruis en de binding werd
wat minder. Hoewel de opleiding vanuit
een cursorische- en kleinschalige orga-
nisatie onderdeel werd van het Hoger
Onderwijs, had de overgang naar de
Hogeschool Utrecht ook een keerzijde:
er werd een deel van de identiteit inge-
leverd.
Waar afgestudeerden vroeger min of
meer automatisch lid werden van de
NAOMT, liep het aantal nieuwe leden
opeens terug. Kortom, hoogste tijd om
de NAOMT nieuw leven in te blazen.
Zoals vermeld is er een vaste kern (zelfs
veel leden van het eerste uur), maar de
huidige tijd en de nieuwe ontwikkelingen
vragen uiteraard ook om vers bloed.
De koppen werden bij elkaar gestoken
en in een stuurgroep werd getracht een
antwoord te geven op de vraag welke
rol de NAOMT moest vervullen en hoe er
het beste kon worden samengewerkt. De
samenwerkingen moesten zowel binnen
de eigen beroepsgroep worden gezocht
als in kruisbestuivingen met andere
beroepsgroepen en specialisten.
‘Je hoeft geen master te zijn om meester te wezen!’
Meester-gezel-principe populair
Het leerling-gezel-meester-principe ken-
nen we vooral uit de Middeleeuwen,
toen er nog veel gildes waren. De mees-
ter deelde zijn kennis en ervaring met
een leerling, die vervolgens via ‘gezel’
kon opklimmen tot ‘meester’. Het ging
daarbij vooral om ‘voordoen’ en ‘nadoen’.
Een gilde was een belangenorganisatie
van personen met hetzelfde beroep. Vaak
waren dat vooral de ambachten.
In het gilde werd kennis en ervaring uit-
gewisseld. Nieuwe gildeleden werden
opgeleid in het vak. Na een gedegen
opleiding kon een leerling erkend worden
als vakman met de titel gezel en uitein-
delijk de titel ‘meester’ krijgen nadat hij
de gilde- of meesterproef had gedaan.
Het gilde behartigde de belangen van de
gildeleden, en beschermde hen.
Hoewel de traditionele gildes niet meer
bestaan, zien we het principe van mees-
ter-gezelrelaties ook nog in de huidige
maatschappij. Waar het voorheen vooral
ambachten betrof, zien we het nu ook in
bijvoorbeeld de horeca, waar toptalenten
kunnen uitgroeien tot meesterkok, mees-
tergastheer of wijnmeester. In het mees-
ter/gezel-model leert de gezel de basis
van het vak op school, maar wordt hij of
zij uiteindelijk in de praktijk een mees-
ter. In sommige gevallen zijn er officiële
meestertitels als bewijs van excellent
vakmanschap. Minister Jet Bussemaker
pleitte enkele jaren geleden al voor ‘het
meer zichtbaar worden van goed vakman-
schap’. Zo breidde ze de meester-gezel
formule al uit naar het beroepsonderwijs
en wil ze dat dit principe ook in andere
branches navolging krijgt.
38
Hank: “We moeten allereerst een goede
boodschap formuleren en misschien nog
wel belangrijker, onszelf de vraag stel-
len: hoe bereiken we onze doelgroep, de
afgestudeerden? Wat we de afgelopen
jaren hebben geconstateerd is dat er
veel behoefte bestaat aan praktische
vaardigheden. Vaardigheden die ‘de oude
garde’ als geen ander beheersen. Nu de
opleiding onderdeel is van het Hoger
Onderwijs, met allerlei profielen, is de
studielast ook breder verdeeld. De aca-
demische component neemt veel tijd.
Simpel gezegd betekent dit dat als er
iets nieuws bijkomt in de opleiding, zal er
ook iets af moeten. Wij zeggen weleens
gekscherend: “ze weten meer, maar ze
kunnen minder.”
Gilde-gedachte als rode draad
Hans: “Hiermee geef je eigenlijk al een
soort antwoord op de vraag ‘Waarom
NAOMT?’ Daar moeten we wat mee
kunnen. Zeker met de ervaring en prak-
tische vaardigheden die er binnen de
NAOMT aanwezig zijn. De Masters die
kersvers van de opleiding komen, heb-
ben natuurlijk competenties waarmee
de oude garde veel minder bekend zijn.
Daarnaast heb je de ervaren krachten in
het beroepsveld die je kunt zien als mees-
ters. Zij hebben veel praktische bagage.
Als we die groepen therapeuten nu eens
kunnen koppelen zoals dat vroeger in de
gildes gebeurde? De Masters halen prak-
tische kennis bij de meesters. Een soort
meester-gezel-constructie. We hebben
in de opleiding duidelijk vakinhoudelijke
kennis ingeleverd. Daar kunnen we mooi
op inspelen. Je ziet bijvoorbeeld ook bij
stagiairs dat ze heel hongerig zijn.”
Hank: ”De verwachting van een stu-
dent is vooral handelen. Je kiest voor
een opleiding en wil vooral behandelen,
praktische dingen leren. In de praktijk
wordt er in mijn ogen soms teveel the-
oretische kennis gedoceerd. Zelfs de
nascholing is theoretisch en consump-
tief. Dat wordt vooral veroorzaakt door
de accreditaties. Je moet een bepaald
aantal punten halen. Daar liggen kan-
sen voor de NAOMT” Hans vult aan:
“Onze gilde-gedachte staat hier haaks
op. Daarom gaan we mensen aanspre-
ken op die gilde-gedachte. Het idee van
een meesterschap. Daarnaast zien we
ook mogelijkheden in samenwerkingen
buiten onze eigen beroepsgroep, geheel
in lijn met de organisatie van de zorg
anno nu. Dat gebeurt natuurlijk al, maar
dit kan op veel grotere schaal. Je ziet dat
er veel complexe zorgvragen zijn waarbij
verschillende kruisbestuivingen mogelijk
zijn. Dat kan in de volle breedte zijn van
de 1e en 2e lijns zorg, van generalist
‘Onze weg naar de toekomst is een gildeschap,
rekening houdend met de actuele stand van de
gezondheidszorg’
De leden van het gilde van de Grote Kruisboog te Mechelen (ca. 1500)
39
tot specialist, van care tot cure. We
moeten niet te smal denken, maar de
gilde-gedachte moet als soort van rode
draad door de samenwerkingen lopen.
Je kunt zeggen dat onze weg naar de
toekomst een gildeschap is, rekening
houdend met de actuele stand van de
gezondheidszorg!”
Bijeenkomsten in het land
Hoe brengen we het aan de man? De
nieuwe plannen vragen niet alleen veel
van de huidige groep NAOMT-leden,
maar om de plannen te doen slagen
is het cruciaal dat de brede doelgroep
wordt bereikt en overtuigd. Hank vertelt
dat er al verschillende bijeenkomsten
worden gehouden. Hans: “Dit zijn echt
ontmoetingen op inhoud. En heel low
profile en ongedwongen. We kijken veel
naar best practices. Zo ontwikkelden
NAOMT-leden Meine Veldman en Cecile
Röst bijvoorbeeld een unieke behandel-
methode voor het corrigeren van een
zeer pijnlijk stuitje (coccygodynie) en voor
bekkenklachten. Dit soort ontwikkelingen
komen aan bod op onze bijeenkomsten.
Leden hebben elkaar veel meer te bieden
dan ze zelf denken.”
Het idee is dus een gilde voor speci-
alisten in en rond het bewegingsap-
paraat. O.M.T.-ers, maar ook hun net-
werk van specialisten waarmee wordt
samenwerkt, worden gestimuleerd om
samen over casuïstiek te praten, inhou-
delijk te discussiëren en vooral ook
gezamenlijk te praktiseren. Het idee is
dat meerdere collegae over het land
verspreid een groep geïnteresseerden
naar zich toe trekken om gezamenlijk
zaken op te pakken. Er kan bijvoorbeeld
een OMT-onderwerp op inhoud worden
beetgepakt, maar vooral in de breedte
belicht vanuit verschillende disciplines
en aanvullende gebieden. Denk aan de
netwerken met aanpalende specialis-
men en kennisdomeinen. De NAOMT
biedt daarbij een format en raamwerk.
Uitgangspunt bij de bijeenkomsten, ver-
telt Hank, is enthousiasmeren. “Het
moet bij de toekomstige gilde-bijeen-
komsten gaan om brengen én halen.
Je moet je eigen professionaliteit ter
discussie durven stellen, maar dat bete-
kent ook dat iedereen zich kwetsbaar
en open op moet stellen. Als NAOMT
willen we het initiatief nemen voor
bijeenkomsten en symposia met de
gilde-gedachte, maar we hopen dat
dit een beetje een sneeuwbaleffect
veroorzaakt. Kruisbestuivingen tussen
masters en meesters maar ook tussen
(orthopedisch) manueel therapeuten en
andere beroepsgroepen. De NAOMT
moet straks alleen nog faciliteren. De
rest moet uit het veld komen.” Hank is
overigens zelf, net als een aantal andere
leden, ‘Master’. Maar, zo benadrukt hij:
“Je hoeft geen master te zijn om mees-
ter te wezen!”
Samenwerken op inhoud. Het komt regel-
matig terug tijdens het gesprek. Net als
‘Het gaat nu een keer niet om punten die je
moet halen of verplichte bijscholingen’
Hans Heneweer, docent en senior
onderzoeker Gezondheidszorg oplei-
dingen Hogeschool Utrecht en oud-
voorzitter NAOMT
“De kersverse Masters hebben natuur-
lijk competenties waarmee de oude
garde veel minder bekend zijn. De
ervaren krachten in het beroepsveld
hebben juist veel praktische bagage.
Als we die groepen therapeuten nu
eens kunnen koppelen zoals dat vroe-
ger in de gildes gebeurde?”
Hank Drewes, orthopedisch manueel
therapeut, mede-eigenaar Motus en
voorzitter NAOMT
“Uitgangspunt bij de bijeenkomsten
is enthousiasmeren. Het moet bij de
toekomstige gilde-bijeenkomsten gaan
om brengen én halen. Je eigen profes-
sionaliteit ter discussie durven stellen,
wat betekent dat iedereen zich kwets-
baar en open op moet stellen.”
40
brengen en halen. Hans: “Het werkt heel
inspirerend om kennis te delen. Er zijn
zoveel specialismen, maar het is zaak
om die te ontschotten. Wij kunnen prima
samenwerken met huisartsen, orthope-
den, anesthesiologen… We zijn sowieso
geen concurrenten en door het gilde-
denken blijf je het dichtst bij je eigen
identiteit. Samenwerken met anderen,
combinaties tussen ouderen en jongeren
en allemaal als tweerichtingsverkeer!
Het is weliswaar niet uniek, maar wel
binnen de manueel therapie. Het gaat
nu een keer niet om punten die je moet
halen of verplichte bijscholingen. Ik hoop
dat we onze achterban in beweging krij-
gen en dat er een soort flow ontstaat…”
Kortom, de NAOMT zit alles behalve
stil. De associatie bruist van de plan-
nen. Momenteel wordt het gedachte-
goed gedeeld met alle leden, die tevens
worden uitgenodigd om mee te denken.
Momenteel worden de plannen gepre-
senteerd en kunnen de leden zich uitspre-
ken over de plannen. In de volgende fase
zal de definitieve koers worden bepaald.
We houden u op de hoogte! �‘Je hoeft geen master
te zijn om meester
te wezen!’
Over de NAOMT
De NAOMT is een landelijk netwerk
van orthopedisch manueel therapeu-
ten, waarbij ongeveer 100 leden zijn
aangesloten die gezamenlijk garant
staan voor de behandelkwaliteit. De
orthopedisch manueel therapeut is een
specialist op het gebied van diagnos-
tiek bij en behandeling van stoornis-
sen van het bewegingsapparaat. Zijn
specifieke deskundigheid is gebaseerd
op een postacademiale of postuniver-
sitaire opleiding, waarvoor de opleiding
fysiotherapie of geneeskunde de basis
vormt. Patiënten kunnen bij de orthope-
disch manueel therapeut terecht voor
de behandeling van veel verschillende
klachten. De orthopedisch manueel
therapeut probeert daarbij de oorzaak
achter de klacht op te sporen, dit doet
hij zo nodig samen met andere specia-
listen. De behandeling kent een breed
spectrum aan mogelijkheden, waarbij
ook de patiënt zelf aan de slag moet.
Lid worden
Op dit moment kan iedereen die de oplei-
ding OMT heeft gevolgd lid worden, maar
het is de bedoeling dat hier verandering
in komt. Het ‘gilde’ zal na goedkeuring bij
de ALV ook openstaan voor leden vanuit
andere opleidingen en disciplines.
Leden krijgen korting bij verschillende
cursussen, hebben de mogelijkheid
voor een uniforme website en ontvan-
gen het tijdschrift JOSPT. Daarnaast
organiseert de NAOMT van tijd tot tijd
symposia. Op de huidige agenda staat
vooral het persoonlijk benaderen van de
leden door een projectgroep (uitwerking
gilde-gedachte) en reflectie. Vervolgens
zal er veel worden geïnvesteerd in het
ondersteunen van praktijken die vol-
gens het gilde-idee gaan werken.
41
Meer info? �
Programma 2017MoveMens biedt een interessant scholingsprogramma voor de ondernemende
fysiotherapeut. Vorig jaar zijn deze opleidingen van start gegaan voor de bij
Het Gezonde Net aangesloten praktijken. Dit jaar is het programma ook be-
schikbaar voor iedere geïnteresseerde.
Haal het maximale uit Qualiview
Tijdens deze opleiding leert de cursist om gegevens uit Qualiview te interpreteren en de doorvertaling te maken naar het praktijk-beleid, naar de doelen van de praktijk en de doelen van de medewerkers.
De opleiding is erop gericht om de praktijk-beheerder te ondersteunen in het gebruik en interpretatie van Qualiview binnen de praktijk voor fysiotherapie. Met de aan-gereikte skills zal de cursist aan de slag kunnen met Qualiview in de dagelijkse praktijkvoering. Qualiview wordt daar-mee beter ingezet als ondernemingstool, als onderdeel binnen een kwaliteits- managementproces.
De opleiding is tot stand gekomen op basis van de volgende kernwaarden:
Eenvoudige interpretatie dashboard Eenvoudige interpretatie resultaten Onderdeel ‘Beheer’ Maatwerk Filters en uitbreiden van vragen HRM & Marketing (tool) Doorvertaling naar POP, PDCA,
kwaliteitsjaarverslag Hoe zet je dit in de markt?
Opzet van de opleidingDe opleiding neemt één dagdeel van uw tijd in beslag. Als voorbereiding op de workshop wordt de cursist verzocht de webinar van Qualizorg te volgen.
7 juni en 11 oktober De Qualiview opleiding wordt dit voorjaar en najaar, twee keer georganiseerd in het midden van het land. Beiden op woensdag: 7 juni en 11 oktober van 15.00 tot 19.00 uur. Voor meer informatie en aanmelden, stuur een email naar [email protected].
Qualiview:
Informatie uit de dagelijkse praktijk inzetten
als succesvolle ondernemerstool
Meer weten?
Stuur een email ([email protected]) en vermeld hierbij je naam, praktijk- gegevens en over welke opleiding je meer informatie wenst.
Veranderend cliënten gedrag, nieuwe re-laties in de zorg en nieuwe communica-tietechnieken zijn de rode draad van deze opleiding. a a oop heeft de praktijk een communicatiestrategie en beschikt het over een praktisch op de eigen praktijk geschre-ven communicatieactiviteitenplan.
Opzet van de opleiding: Op basis van een vragenlijst maakt de cursist een zelfanalyse van uitgangspunten, organi-satie en activiteiten op gebied van marke-tingcommunicatie. Tijdens 4 bijeenkomsten van een dagdeel wisselen toelichting en groepsgewijze opdrachten elkaar af.
Kernwaarden: Praktijkeigenaar/praktijkbeheerder
maakt zich ‘Lean-leidinggeven’ eigen Medewerkers van de praktijk raken
vertrouwd met de Lean-instrumen-ten en kunnen deze zelfstandig toepassen.
Resultaat: medewerkers hebben relatief meer tijd voor patiënten
Medewerkers ervaren meer rust onder minder druk
Hogere patiënttevredenheid Medewerkers hebben zich ‘perma-
nent verbeteren’ eigen gemaakt.
Bepaal en implementeer
je (online)
communicatiestrategie
Lean Management
in de
fysiotherapiepraktijk
Lean is een management loso e, een ma-nier van denken en doen met als doel om steeds effectiever en ef ciënter de zorg-vraag van de patiënt in te kunnen vullen. Lean is het inbouwen van kwaliteit door dit in één keer goed te doen en direct ingrijpen bij afwijkingen. Lean is ook het stroomlijnen van processen door het wegnemen van ver-spillingen.
Opzet van de opleiding: In drie dagen worden de kernwaarden eigen-gemaakt. Gedurende 10 maanden worden de deelnemers op afstand ondersteund om het geleerde in de praktijk te brengen mid-dels individuele of praktijk brede sessies.
Kernwaarden: Praktijkeigenaar/praktijkbeheerder
maakt zich ‘Lean-leidinggeven’ eigen Medewerkers van de praktijk raken
vertrouwd met de Lean-instrumen-ten en kunnen deze zelfstandig toepassen.
Resultaat: medewerkers hebben relatief meer tijd voor patiënten
Medewerkers ervaren meer rust onder minder druk
Hogere patiënttevredenheid Medewerkers hebben zich ‘perma-
nent verbeteren’ eigen gemaakt.
Jaarcijfers 2016 uit ParaBench
4444
45
Wat zijn de trends en ontwikkelingen
binnen de branche?
“Benchmarkengeeft je een schataan informatiein handen”Tekst: Esther Krijgsman
Beeld: Alice Kalis, Intramed
Hoe doet uw praktijk het vergeleken met collega-praktijken? Hoe
effectief zijn de behandelingen en wat zijn de kosten? Waar liggen
uw kwaliteiten en waar valt er nog iets te verbeteren? Pas met
cijfers ontdekt u hoe uw praktijk het écht doet. Dat was de reden
om ParaBench op te zetten: een tool waarmee u zowel kunt bench-
marken – zien hoe u het doet vergeleken met andere praktijken
- als inzicht krijgt in uw eigen praktijk. En die bovendien duidelijk
maakt wat de trends en ontwikkelingen binnen de branche zijn.
Een lichte huiver voor cijfers bestaat
er wel bij fysiotherapiepraktijken,
denkt Gerard Boschman, directeur van
Convenient (het moederbedrijf van onder
andere Intramed) en initiatiefnemer van
ParaBench. “Toch weet je pas als je
zoveel mogelijk cijfers tot je beschikking
hebt hoe je echt presteert. Een toename
mooi, tot je ziet dat het landelijke groei-
-
den tal van gegevens gekoppeld, en zo
kunnen we zowel op praktijkniveau als op
landelijk niveau inzoomen op de details.
De cijfers geven inzicht in de resultaten
van het behandelaanbod, uitgesplitst
naar prestatiecodes.” Praktijken die zijn
aangesloten bij ParaBench uploaden hun
gegevens, en kunnen via een dashboard
heel eenvoudig informatie oproepen. Met
een druk op de knop verschijnen cijfers
over wachttijd, instroom, behandelgemid-
delden, omzet, behandelduur en recidie-
ven. In de loop van dit jaar wordt het
gebruiksgemak nog verder verbeterd.
Dan staat de informatie geclusterd in
soorten klachten – lage rugklachten,
bijvoorbeeld. Veel fysiotherapeuten zijn
immers gespecialiseerd in drie, vier
klachten, en willen alleen de informatie
daarover zien.
Bijsturen
Op dit moment zijn er bijna 450 fysiothe-
rapiepraktijken aangesloten. Dat dekt
waarmee ParaBench de grootste bench-
mark in Nederland is. Als zich nog meer
praktijken aansluiten, wordt de infor-
matie uiteraard nog completer. “Met
een benchmark heb je een schat aan
informatie in handen,”zegt Boschman.
“Gegevens die bovendien steeds up to
date zijn, omdat er continu gegevens
van praktijken worden toegevoegd.
Met het standaardpakket, het praktijk-
dashboard, kun je tot achter de komma
zien hoe je eigen praktijk het doet. Wat
de zorgopbrengst is, of er sprake is
van overbehandeling. Je ziet waar je
kracht en waar je zwakte ligt als prak-
tijk en kunt bijsturen. Bovendien kun je
de eigen prestaties vergelijken met die
van collega’s. Met het supervisiedash-
board, een extra module, kun je zelfs
de prestaties van medewerkers van een
praktijk onderling vergelijken. Is ieder-
een ingezet op het terrein waar hij of zij
het beste scoort? Is het slimmer om te
specialiseren of blijven we generalist?
ParaBench werkt als een kwaliteitssy-
steem. Praktijken die daarvoor kiezen,
kunnen hun benchmarkgegevens ook
koppelen aan ZorgkaartNederland om
zich te profileren. Verder ontstaan er
betrouwbare getallen over bijvoorbeeld
instroom, de trends in de markt worden
duidelijk en het nut van bepaalde behan-
delingen kan worden aangetoond.”
Kennis is macht
Soms zullen de cijfers de praktijken
met de neus op feiten drukken, beaamt
Boschman. Aantonen dat er her en der
‘Je ziet waar je kracht en waar je zwakte ligt
als praktijk en kunt bijsturen..’
Wat is ParaBench?
Met ParaBench krijgen praktijken
inzicht in hoe zij presteren en kun-
nen ze daarop bijsturen indien nodig.
Ook bij gesprekken met verzekeraars
is die informatie belangrijk en heb je
zelf cijfers in handen. Daarnaast is het
mogelijk de eigen praktijk te vergelij-
ken met andere fysiotherapiepraktij-
ken. Bovendien worden trends in de
branche zichtbaar. Op dit moment zijn
er bijna 450 praktijken aangesloten.
Daarmee is ParaBench de grootste
benchmark in Nederland, maar het kan
altijd beter. Hoe meer praktijken zich
aansluiten, hoe helderder het beeld
dat geschetst kan worden. Intramed
PLUS-gebruikers kunnen gratis gebruik
maken van het ParaBench praktijkdash-
board. Daarnaast is er de mogelijkheid
om uit te breiden met het ParaBench
supervisiedashboard. Hiermee wordt
het ook mogelijk om verschillende ves-
tigingen of medewerkers met elkaar te
vergelijken.
Oproep:
Ziet u trends in de markt? Heeft u
bepaalde ideeën of wilt u juist meer
weten? Mail ons uw vraag en wij
gaan ermee aan de slag. Vanuit de
benchmark kunnen we verschillende
dwarsdoorsnedes maken op bijvoor-
beeld leeftijd, klacht, verhouding man/
vrouw etc. Wilt u cijfers zien van de
behandeling van schouderklachten?
Hoe de verdeling qua leeftijd is bij
nieuwe instroom? U kunt het zo gek
niet bedenken of we kunnen u aan de
hand van de beschikbare cijfers ant-
woorden geven. Mail uw verzoek naar
Kris Ubink: [email protected].
46
Gerard Boschman
zaken aan schorten. “Er bestaat wel
eens de neiging om direct in de slachtof-
ferrol te schieten wanneer een praktijk
door de verzekeraar gekort wordt, maar
soms is het gewoon terecht. Als je de
cijfers paraat hebt, kun je zien waar
de mogelijke oorzaken liggen. Er zijn
bijvoorbeeld fysiotherapeuten die te
veel meegaan in de wensen van een
patiënt. Die heeft bijvoorbeeld recht op
tien vergoede behandelingen en wil die
allemaal opmaken, terwijl zes behande-
lingen ook zouden volstaan. Het is dan
aan de praktijk een grens te trekken. De
zorgverzekering vergoedt ook openhart-
operaties. Dat recht verzilveren mensen
toch ook niet als het niet nodig is?”
In alle gevallen zijn goede cijfers onmis-
baar om als fysiotherapiepraktijk een
sterke positie te hebben in onderhan-
delingen met verzekeraars. Die stu-
ren immers op behandelgemiddelden.
Boschman noemt een voorbeeld. “Kort
geleden werd één van de aangesloten
praktijken op de vingers getikt door de
verzekering, omdat die te hoog scoorde
ten opzichte van de behandelindex.
Doordat de praktijk dankzij ParaBench
de cijfers paraat had, was aan te tonen
dat de recidievencijfers niet genoeg
waren meegenomen, en dat de praktijk
‘onder de streep’ prima scoorde.”
Dwarsverbanden
Verzekeraars kunnen goed presterende
praktijken pas belonen als er zo veel
mogelijk kwalitatief goede informatie
voorhanden is, fysiotherapeuten zullen
steeds bedrijfsmatiger moeten werken
om hun bedrijf gezond te houden, volgens
Boschman. “Natuurlijk blijft goede zorg
altijd de basis. Maar juist om die zorg
goed te houden, en bij voorkeur te verbe-
teren, heb je cijfers nodig.
In het ideale geval, maar dat is toekomst-
muziek, zou je met benchmarks nog veel
meer dwarsverbanden kunnen aantonen.
Dat fysiotherapie in sommige gevallen
een interventie door een specialist voor-
komt, bijvoorbeeld. Of wat de winst is
van het feit dat mensen door fysiothera-
pie sneller weer aan het werk kunnen.”
47
ParaBench: uw praktijk in cijfers
Hoe deden de fysiotherapiepraktijken
het in 2016? Welke ontwikkelingen zijn
er te zien? In deze aflevering een blik
op de inmiddels definitieve cijfers in de
benchmark ParaBench. Gemeten over
ongeveer 400.000 unieke klachten, aan-
geleverd door 450 praktijken. Die cijfers
laten voorzichtig een alarmbel horen. Het
aantal behandelingen van chronische en
niet-chronische klachten daalt, maar de
tarieven bleven min of meer gelijk. En dat
betekent: minder omzet. Grote schuldige
daarin lijkt de behandelindex. Heeft die
zijn langste tijd gehad? Het gemiddeld
aantal behandelingen per traject laat
een dalende trend zien, terwijl het aantal
patiënten niet gelijkwaardig toeneemt.
Die daling is voor een groot deel ook te
wijten aan het feit dat mensen niet aan-
vullend verzekerd zijn en de fysiothera-
peut zelf moeten betalen.
Tijd voor een ander
vergoedingsmodel?
Er woedt al een tijd een discussie over
de behandelindex. Hoewel het doel van
die index – doelmatig en (kosten)effectief
werken - is toe te juichen, begint de index
inmiddels tegen de fysiotherapiepraktij-
ken te werken. Fysiotherapeuten doen zo
hun best ‘aan de goede kant’ van de index
te blijven, dat het aantal behandelingen
per patiënt verder en verder afneemt.
Benchmarken in de paramedische sector
Figuur 2 Verdeling man vrouwFiguur 1 Verdeling man vrouw 2016
Figuur 3 Klachten chronisch/niet chronisch Figuur 4 Verdeling chronisch/niet chronisch naar leeftijd
48
Er ontstaat daardoor een neerwaartse
spiraal en de grote vraag is wanneer het
punt bereikt wordt dat deze ontwikkeling
ten koste gaat van de kwaliteit van de
geleverde zorg. Want waar moet het geld
vandaan komen om te investeren? Een
ander risico is dat fysiotherapeuten aan-
gepast gedrag gaan vertonen om maar
niet boven de index uit te komen. Het is
dus de vraag of de behandelindex (nog)
voldoet als reguleringsinstrument. Een
alternatief zou kunnen zijn om te werken
met ‘producten’, bijvoorbeeld een rugtra-
ject, en daar als verzekeraar een bepaal-
de vergoeding aan te koppelen. Als een
fysiotherapiepraktijk vervolgens dankzij
innovatie minder kosten maakt, kunnen
de opbrengsten worden gedeeld tussen
de praktijk en de verzekeraar. Dat geeft
de verzekeraar duidelijkheid vooraf, en de
praktijk ruimte om te investeren. In 2016
heeft hiermee al een pilot gedraaid, dit
jaar zal een aantal verzekeraars ermee
gaan werken.
Ontwikkeling
behandelgemiddelden
Over 2016 is een duidelijke daling te zien
in het behandelgemiddelde van zowel
chronische als niet-chronische klachten.
Het lijkt erop dat het aantal patiënten
vergelijkbaar is gebleven. Omdat er in de
tarieven voor behandelingen vrijwel niets
veranderd is, zou dat betekenen dat er
minder omzet is gedraaid dan vorig jaar.
De stagnatie van het aantal patiënten
zou voor een deel kunnen liggen aan een
gebrek aan kennis over verzekeringen.
Een aantal mensen denkt dat fysiothe-
rapiebehandelingen ten koste van het
eigen risico gaan, wat de drempel ver-
hoogt. Mogelijk is de daling ook te wijten
aan het bezuinigen op fysiotherapie door
mensen die het zelf betalen. Dit wordt
nader onderzocht.
Al jaren zijn er meer vrouwen dan man-
nen in behandeling bij de fysiotherapeut.
In 2016 zien we een bijzondere toename
van deze verdeling. Een duidelijke ver-
klaring voor het verschil is niet te geven,
wel is het man/vrouwverschil in lijn met
bezoeken aan andere zorgverleners.
Chronisch en niet-chronisch
-
gistreerde episodes onder de chronisch
lijst. Dat is redelijk in lijn met de getallen
van de voorgaande jaren.
Zoals te verwachten valt, hebben oude-
ren meer last van chronische klachten
dan andere categorieën. Wat wel opvalt,
is dat kinderen tussen de 0-8 meer chro-
nische indicaties hebben dan anderen.
Eén van de oorzaken daarvoor is de toe-
genomen aandacht voor vroegmotorische
stoornissen.
DTF trend
Het aantal patiënten dat rechtstreeks
naar de fysiotherapeut gaat neemt nog
steeds toe. Dat is op zich een goede ont-
wikkeling, omdat de huisartskosten er
door afnemen. �
Figuur 5 Ontwikkeling behandelgemiddelden
Figuur 6 Directe Toegang Fysiotherapie trend
Meer info?
�
49
Colofon
18e jaargang | editie 1 | 2017
MoveMens – Magazine voor ondernemers in beweging
MoveMens is een toonaangevend magazine voor ondernemers in beweging: ondernemers met een (para)
medische achtergrond die zichzelf herkennen in de formule van het blad. Primair richt het blad zich niet
op het ‘eerste’ vak van professional maar op het ‘tweede’ vak, dat van ondernemer. Het magazine richt
zich op alle facetten van ondernemerschap in de gezondheidszorg en heeft als doelstelling opinies te
presenteren, informatie te geven, kennis te delen en de branche in beweging te houden.
Hoofdredactie/uitgever
MoveMens Media BV | Postbus 1027 | 2280 CA Rijswijk | T: 070 – 415 13 13
E: [email protected] | W: www.movemens.nl (abonnementszaken via e-mailadres)
Eindredactie en tekstcorrecties
MP Tekst en Saskia Wortelboer
Aan dit nummer werkten verder mee
Martijn Plantinga, Kris Ubbink, Lidwien van Loon, Saskia Wortelboer, Esther Krijgsman, Tjanne Hartman
Fotografie
Sonja Inselmann, Latha Spelt, Brigitte Strijbos, Alice Kalis,
Sander Ruijg, Marlinde Anderson, Wim van IJzendoorn
Mediamanagement
Cees de Zoete en Inge van de Weem
Sales en marketing
Cross Media Nederland
T. 010-742 10 23 [email protected]
Vormgeving
Atalba ([email protected])
DTP, lithografie, druk en verspreiding
Damen Drukkers Werkendam
Partners
MoveMens wordt mogelijk gemaakt door bijdragen van de partners van MoveMens:
Intramed, Fyzzio, Het Gezonde Net, NAOMT, Abakus, Pharmeon, Qualizorg, VANAD Comvio,
HHP Professional en Maxfysio.
Adreswijzigingen
Adreswijzigingen kunt u doorgegeven via de website www.movemens.nl. U kunt ook het adreslabel van
het magazine met daarop het oude en het nieuwe adres opsturen naar: Postbus 1027, 2280 CA Rijswijk.
Het is niet mogelijk om telefonisch een adreswijziging door te geven.
Verschijning, oplage en abonnement
MoveMens verschijnt 3 keer per jaar in een oplage van ca. 11.000 exemplaren. Het magazine wordt aan-
geboden aan ondernemers in de gezondheidszorg. Via de website www.movemens.nl kunnen onderne-
mers zich aanmelden voor het lezersbestand. Geïnteresseerden die niet behoren tot de doelgroep kunnen
zich abonneren via de website www.movemens.nl. Een jaarabonnement kost € 24,00 inclusief BTW en
kan op ieder moment ingaan. Opzeggen kan uitsluitend per einde jaar.
Copyright 2017 MoveMens
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of vermenigvuldigd, voor welk doel dan ook en
op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever MoveMens
Media B.V.
M A G A Z I N E V O O R O N D E R N E M E R S I N B E W E G I N G
18e JAARGANG | EDIT IE 1 | 2017
Succesvol specialiseren door te delen | Kwaliteit stimuleren door te leren van elkaarInvesteringen zijn goed voor patiënten en arbeidsethos | Oproep tot de sta-revolutie: Wie om zijn lijf geeft, gaat staan | Nieuwe vorm van samenwerken volgens het gildeprincipe | Een schat aan informatie binnen handbereik door te benchmarken
MoveMens
MoveMens is een communicatieplatform
voor ondernemers, leveranciers, partners en
netwerken in de markt van ondernemers in
beweging. Dit communicatieplatform geeft
een magazine en een nieuwsbrief uit, onder-
houdt een website en organiseert seminars.
MoveMens Website
De website is de plaats waar ondernemers uit
de branche zich kunnen verdiepen: waar het
magazine stopt gaat de website verder. www.
movemens.nl dient als naslagwerk voor de
lezer. Bovendien zijn op de website relevante
en ondersteunende onderzoeken te vinden,
uitgebreide bronvermeldingen, relevante
links en publicaties van geïnterviewden.
MoveMens Nieuwsbrief
De MoveMens nieuwsbrief is een maandelijk-
se uitgave waarin ondernemers in beweging
worden geïnformeerd over actuele kwesties
die spelen in hun branche.
Meld u aan voor de nieuwsbrief via
MoveMens Management Academy:
MoveMens kent een Academy, een opleidings-
instituut voor ondernemers in beweging.
MoveMens Event:
MoveMens organiseert regelmatig events. Op
een exclusieve locatie wordt dan een inspire-
rend en inhoudelijk event georganiseerd voor
relaties van (de partners van) MoveMens.
Social Media
Volg MoveMens op
www.twitter.com/movemens
www.linkedIn/companies/movemens
KIES VOOR EFFICIËNTIE MET ABAKUS: AGENDA, EPD, MEETINSTRUMENTEN, FACTURATIE ÉN BOEKHOUDING
Vraag een online demo aan op www.abakus.nl
Complete en fl exibele software, dus meer tijd voor mijn cliënt
Complete en
dus meer tijd voor mijn patiënt
Ondersteuning klinisch redeneren en behandeltrajectSMS- en E-mail-ServicePatiëntenportaal
Met unieke app (Apple & Android)
Intramed is een product van Convenient
Jij helpt jouw cliënt met zij n gezondheid.Wij helpen jou met de administratie.Gebruik Intramed, de gebruiksvriendelij ke soft ware voor de zorgverlener voor een effi ciënt, zorgvuldig en zorgeloos beheer van jouw dossiers.
Kij k voor meer informatie op intramed.nl
Meer weten?Mail naar [email protected] of bel 0182-621107 (ma t/m vrij 08.30 – 17.00 uur).