PROFIELWERKSTUK
2016-2017
Informatie
havo
vwo
Huygens College Bergmolen 13 1703 NX Heerhugowaard Tel. (072) 5765700 Fax. (072) 5720737 [email protected] www.huygens.nl
Versie september 2016 1
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding 2
1.1 Waarom een Profielwerkstuk schrijven? 2
1.2 Wat is de bedoeling? 3
1.3 Tijdpad en stappenplan 4
1.4 Uitgebreid stappenplan 5
2. Het werkplan 7
2.1 Het onderwerp van het profielwerkstuk 7
2.2 De onderzoeksvraag van het profielwerkstuk 7
2.3 Het profiel vak en de deelvragen van het profielwerkstuk 7
3. Informatie verzamelen en verwerken 9
4. Het schriftelijk verslag 10
5. Tien tips voor het schrijven van een profielwerkstuk 11
6. De presentatie 12
7. De beoordeling 13
Beoordelingsformulier halfwegbeoordeling (stap 2) ` 15
Beoordelingsformulier werkstuk (stap 3) 16
Beoordelingsformulier presentatie (stap 4) 17
Beoordelingsformulier (EINDBEOORDELING) 18
8. Het logboek 20
9. Verder lezen: literatuur, voorbeelden en prijzen 22
Versie september 2016 2
1. INLEIDING
Het profielwerkstuk (PWS) is een groot werkstuk over één of twee eindexamenvakken dat elke
leerling in de havo en het vwo tegen het eind van zijn of haar schoolcarrière maakt. In dat werkstuk
doe je op een verantwoorde en leesbare manier verslag van een eigen onderzoek, over een
onderwerp dat in samenspraak met een vakdocent is uitgekozen. Je werkt daarbij in een tweetal. De
studielast bedraagt 40 klokuren per leerling. In profielwerkstuk worden vakspecifieke vaardigheden
getoetst, afhankelijk van het onderwerp dat je kiest. De algemene vaardigheden die daarbij worden
getoetst, zijn informatievaardigheden (informatie verzamelen en verwerken); onderzoeksvaardigheden
en/of ontwerpvaardigheden; en communicatieve vaardigheden zoals schrijf- en presentatievaardigheden.
1.1 WAAROM EEN PROFIELWERKSTUK SCHRIJVEN?
Je vraagt je misschien af waarom het schrijven van een profielwerkstuk tot de eindexameneisen
behoort. De reden hiervan is dat je in je vervolgopleiding, maar ook in het beroep dat je met je
vervolgopleiding gaat uitoefenen, te maken krijgt met het schrijven van stukken. Zo schrijf je aan het
eind van een stage een stageverslag en rond je je studie meestal af met een scriptie. Een
onderzoeker beschrijft de resultaten van een onderzoek in een onderzoeksverslag. Een consultant
beëindigt zijn werk met een geschreven advies. Een ontwerp wordt in geschreven (en getekende)
vorm aan de opdrachtgever aangeboden. In de studie en het werk dat je gaat doen, is het van belang
dat je goed kunt schrijven. Het maken van een profielwerkstuk geeft je hiervan alvast een
voorproefje. Je oefent met wat het schrijven van een stuk inhoudt.
Een geschrift dat in een studie of een beroep functioneert, moet aan bepaalde kwaliteitseisen
voldoen. Dat zijn de volgende:
de inhoud moet betrouwbaar zijn;
het stuk moet leesbaar zijn.
Hieronder gaan we op deze kwaliteitseisen in.
Betrouwbaarheid
Het stuk dat je geschreven hebt, gaat de wereld in. Mensen uit dezelfde studie of hetzelfde
beroepsveld gaan je stuk lezen. Waarom lezen ze je stuk? Zij denken er iets aan te hebben. Zij willen
het gebruiken in hun eigen onderzoek, ontwerp, advies of wat het dan ook is. Daarom moeten zij op
jouw resultaten en conclusies kunnen bouwen. Zij zullen je stuk dan ook nooit zomaar
vertrouwen. Er hangt immers wat van af. Zij stellen zich de vraag: “Klopt het wat hier staat”? Zij kijken
of je niet zomaar wat beweert. Wat je schrijft moet dus onderbouwd zijn met argumenten.
Hoe kom je als schrijver van een stuk aan argumenten? Die argumenten ontleen je aan de
literatuur en/of aan eigen onderzoek. Je laat zien dat een andere auteur (liefst auteurs) ook beweren
wat jij zegt of ook dezelfde of vergelijkbare onderzoeksresultaten hebben gekregen. Jij als schrijver
van je stuk, moet de argumenten die je aan anderen ontleent, wel toegankelijk maken voor je lezer.
Dit betekent dat je moet verwijzen naar de literatuur die je gebruikt hebt. En wel zodanig dat de
lezer de stukken daaruit die je gebruikt hebt, gemakkelijk terug kan vinden voor het geval hij die wil
nalezen.
Als je je resultaten niet alleen op literatuur en bronnen baseert, maar ook op eigen
onderzoek, dan moet je ervoor zorgen dat dit onderzoek reproduceerbaar is. Een onderzoeker
herhaalt vaak het onderzoek van anderen om de resultaten te controleren. Daarom moet je anderen
in de gelegenheid stellen om dat te doen door precies op te schrijven hoe je je onderzoek hebt
uitgevoerd en welke instrumenten je hebt gebruikt. Bovendien moet je duidelijk maken hoe je de
resultaten bewerkt hebt en waarom je dat zo gedaan hebt.
Leesbaarheid
Je profielwerkstuk moet goed leesbaar zijn voor je lezers. Zorg dus voor correct Nederlands en
een vlotte schrijfstijl. Goed leesbaar betekent ook dat je werkstuk een goede opbouw heeft. Je
redenering moet voor de lezer te volgen zijn. En je lezer moet tot dezelfde conclusies komen als jij.
Versie september 2016 3
Er zijn enkele manieren om aan de leesbaarheid van je profielwerkstuk te werken. Je begeleider is de
eerste lezer van je profielwerkstuk. Als je begeleider niet begrijpt wat je geschreven hebt, dan zul je
nog wat moeten schaven aan je stuk. Om te zorgen dat de lezer je blijft volgen, zul je de lezer door
je stuk heen moeten leiden. Dat kun je doen door elk hoofdstuk te beginnen met een inleidend
stukje waarin je schrijft wat je gaat doen en waarom je dat gaat doen. Of je vat samen wat je tot nu
gedaan hebt om daaruit te laten volgen wat je in dit hoofdstuk gaat doen.
Samenvattend:
Je profielwerkstuk moet betrouwbaar zijn, dus:
a controleerbaar zijn;
b reproduceerbaar zijn in het geval van een onderzoek.
Je profielwerkstuk moet goed leesbaar zijn, dus:
c in begrijpelijke taal geschreven zijn;
d een goede opbouw hebben;
e de lezer voorbereiden op wat komen gaat.
1.2 WAT IS DE BEDOELING?
Het vak of de vakken waarop het werkstuk betrekking heeft, maakt/maken deel uit van je totale
vakkenpakket. Ten minste één groot vak moet erbij betrokken zijn. Een groot vak heeft op de havo
een omvang van minimaal 320 studielastuur en op het vwo minimaal 400 studielastuur. Het
onderwerp van een profielwerkstuk kies en bepaal je zelf. De begeleidend docent helpt je daarmee.
Zorg daarom dat je zo snel mogelijk op je beoogd begeleider afstapt om ideeën te delen en afspraken
te maken.
Het profielwerkstuk is in de meeste gevallen een open onderzoeksopdracht. Het onderzoek
kan natuurwetenschappelijk, of sociaalwetenschappelijk van aard zijn. Bij
natuurwetenschappelijk onderzoek kies je een onderwerp en onderzoeksmethode die passen bij de
vakken van de N-profielen. Zo kun je bijvoorbeeld een experiment ontwerpen en uitvoeren. Bij een
sociaalwetenschappelijk onderzoek kies je een onderwerp en onderzoeksmethode die passen bij de
vakken uit de M-profielen. Meestal is dat een kritisch bronnen- en literatuuronderzoek. Een
profielwerkstuk kan ook het karakter hebben van een technisch of creatief ontwerp.
Je maakt het werkstuk samen met een klasgenoot. Samen voer je de werkzaamheden zo veel
mogelijk zelfstandig uit. Het kan voorkomen dat je dreigt vast te lopen en dat bijsturing van een
docent nodig is. Vraag op tijd de hulp en het advies van je begeleidend docent. Door je begeleider
regelmatig op de hoogte te houden van je vorderingen voorkom je dat later voor verrassingen komt
te staan.
De beoordeling wordt gegeven door de docent/begeleider. Wanneer je profielwerkstuk op meer
dan één vak betrekking heeft, heeft de begeleider overleg met de docent(en) van het andere vak. Je
houdt in februari een presentatie voor je docent, de leerlingen van je klas en je ouders.
Becijfering
Het cijfer wordt bepaald door de begeleidende docent, op grond van een ‘halfwegbeoordeling’ (1),
het werkstuk (2) en de presentatie (3). Bij de beoordeling wordt niet alleen naar het eindproduct
gekeken. Ook het proces speelt een rol. Je begeleider kijkt ook naar de manier waarop het werk tot
stand is gekomen, het bijhouden van het logboek en regelmatig overleg over de voortgang. De
weging is als volgt:
- onderzoek (stap 2) 15%
- werkstuk (stap 3) 75%
- presentatie (stap 4) 10 %
Het profielwerkstuk is onderdeel van het combinatiecijfer. Voor havo-leerlingen bestaat dit naast
het profielwerkstuk uit het schoolexamencijfer voor Maatschappijleer; voor vwo-leerlingen bestaat
Versie september 2016 4
het combinatiecijfer naast het profielwerkstuk uit het schoolexamencijfer voor Maatschappijleer en
het schoolexamencijfer voor Algemene Natuurwetenschappen. Het combinatiecijfer telt mee in de
uitslagbepaling voor het diploma. De onderdelen van het combinatiecijfer moeten elk minimaal een 4
zijn, zelfs als het gemiddelde (oftewel het combinatiecijfer) een 6 of hoger is. Het profielwerkstuk kan niet
tijdens of na het eerste tijdvak van het centraal examen worden afgerond: als onderdeel van het
schoolexamen moet het voor het eerste tijdvak zijn afgerond.
1.3 TIJDPAD EN STAPPENPLAN
Het profielwerkstuk bestaat uit 4 stappen:
1. de voorbereiding en het werkplan;
2. het verzamelen en bewerken van informatie;
3. het schriftelijke verslag;
4. de presentatie.
Voor elke fase wordt in Magister een opdracht klaargezet. Daar upload je de gevraagde gegevens.
Houd daarbij rekening met de volgende planning en deadlines:
Start: week van 12 september deadline: 16 september
- Ontvangst van dit informatiebulletin Profielwerkstuk.
- Bedenken bij welk(e) vak(ken) je je werkstuk maakt en over welk onderwerp.
- Nagaan welke docent je begeleidt. Stap meteen zelf op de docent af.
- Afspraken maken met je begeleider over het te volgen werkschema.
- Gemaakte afspraken noteren in je logboek.
Stap 1 Voorbereiding en opstellen werkplan deadline: 7 oktober
Uploaden - werkplan (onderwerp, motivatie, vraagstelling, hypothese, aanpak en
tijdsplanning)
- logboek (verantwoording van tijdsinvestering tot nu toe)
Stap 2 Informatie verzamelen, onderzoek doen deadline: 2 december (cijfer: 15%)
Uploaden - verzamelde gegevens (onderzoeksgegevens, literatuurlijst, samenvattingen)
- logboek
> Zie hiervoor het formulier ‘halfwegbeoordeling’.
Stap 3a Het werkstuk maken: eerste inleverversie deadline: 23 december
Uploaden - werkstuk
- logboek
Stap 3b Het werkstuk maken: definitieve inleverversie deadline: 3 februari (cijfer: 75%)
Uploaden - werkstuk, definitieve versie
- logboek
Stap 4 Presentatie deadline: 2 maart (cijfer: 10%)
Versie september 2016 5
1.4 UITGEBREID STAPPENPLAN
STAP 1 VOORBEREIDING EN WERKPLAN
Voorbereiding:
Over welk onderwerp zou ik het willen hebben?
Welk vak kan ik daarbij betrekken?
Met wie wil ik het gaan uitvoeren?
Aan welke begeleider denk ik dan? Benader hem of haar direct!
Zijn de afspraken vastgelegd?
Je maakt een voorstel en een plan van aanpak en bespreekt dit met je begeleider.
Je noteert het in het logboek.
Werkplan:
Wat ga ik onderzoeken?
a. Keuze van onderwerp en vak(ken).
b. Verkennend bronnenonderzoek (inlezen en vast materiaal zoeken).
c. Hoofdvraag formuleren en
d. Uitwerken in deelvragen.
e. Schrijf zo mogelijk op wat je verwacht dat er uit je onderzoek komt (hypothese).
Hoe ga ik dat onderzoeken?
a. Activiteitenoverzicht maken.
b. Tijdsplanning maken.
c. Taakverdeling maken.
d. Met begeleider overleggen.
e. Aanpak verwerken in logboek.
Als je stap 1 hebt afgerond, upload je je werkplan en logboek uiterlijk 7 oktober op de ELO.
STAP 2 INFORMATIE VERZAMELEN EN VERSLAGLEGGING
Informatie verzamelen:
Hoe kom ik aan de informatie?
a. Bedenken wat je nodig hebt voor je onderzoek.
b. Verschillende soorten gegevens of bronnen opzoeken.
Hoe verwerk ik mijn informatie?
a. Gegevens ordenen, in eigen woorden samenvatten en/ of overzichtelijk noteren zodat je het bij
stap 3 in een werkstuk/ onderzoeksverslag kunt verwerken.
b. Gegevens met elkaar in verband brengen en/of verklaren.
c. Bijhouden waar je wat hebt gevonden (bron + pagina).
Wat is het antwoord op mijn vraag?
a. Deelvragen beantwoorden.
b. Hoofdvraag beantwoorden
c. Wat is de conclusie van mijn onderzoek en hoe verhoudt deze zich tot mijn hypothese?
Verslaglegging logboek:
Wat leert dit onderzoek mij?
a. Kan mijn onderzoek verbeterd worden?
b. Wat moet er eigenlijk nog uitgezocht worden?
c. Wat moet ik leren veranderen in mijn manier van werken?
Versie september 2016 6
Als je stap 2 hebt afgerond, upload je je onderzoeksresultaten en logboek op de ELO. Je krijgt
hiervoor een cijfer dat voor 15% in je PWS-cijfer meeweegt. Zie voor de beoordeling van deze
stap het beoordelingsformulier ‘halfwegbeoordeling’
STAP 3 WERKSTUK
De hierboven genoemde fasen beschrijven op de manier zoals in hoofdstuk 4 staat aangegeven.
Stap 3a
Als je stap 3 hebt afgerond, upload je je werkstuk en logboek uiterlijk 23 december op de ELO.
Je docent beoordeelt jullie eerste versie en geeft je tot de deadline van 3 februari de gelegenheid
het werkstuk te verbeteren.
Stap 3b
Uiterlijk 3 februari upload je de definitieve versie van je werkstuk en je logboek op de ELO, Je
krijgt hiervoor een cijfer dat voor 75% in je PWS-cijfer meeweegt. Zie voor de beoordeling van
deze stap het beoordelingsformulier ‘beoordeling werkstuk’.
STAP 4 PRESENTATIE
a. Presentatie voorbereiden.
b. Presentatie uitvoeren, zowel voor leerlingen als voor ouders.
In 2 maart presenteer je je werkstuk. De presentatie wordt beoordeeld met een cijfer dat voor
10% meeweegt in je PWS-cijfer.
Versie september 2016 7
2. HET WERKPLAN
2.1 Het onderwerp van het profielwerkstuk
Het bedenken van een boeiend onderwerp lijkt misschien gemakkelijker dan het is. Je moet een
onderwerp kiezen waarbij je een vak uit je profiel betrekt. Je kunt eerst je onderwerp kiezen en dan
je vak of andersom. Wat als je geen onderwerp weet? Neem een onderwerp waar je al eens les
over hebt gehad en diep dat uit of zoek een thema dat aansluit bij je interesses of je
toekomstplannen. Raadpleeg kranten of internetsites (o.a. van de diverse universiteiten), brainstorm
met medeleerlingen en docenten, of met mensen van buiten de school. Heb je een onderwerp en
een vak, schrijf dan in je logboek op waarom je deze keuzes hebt gemaakt.
2.2 De onderzoeksvraag van het profielwerkstuk
Het formuleren van een goede onderzoeksvraag is misschien wel het moeilijkste onderdeel van het
maken van een profielwerkstuk. Een goede onderzoeksvraag bepaalt echter wel je hele werkstuk.
Stel je wilt een profielwerkstuk schrijven over Corus en daar het vak economie of scheikunde bij
betrekken. Dat kan. De vraag is dan, wat wil je precies onderzoeken in de beperkte tijd die je hebt?
Je kunt alle informatiebronnen raadplegen en je kunt natuurlijk kijken of je het bedrijf kunt bezoeken.
Als je geen onderzoeksvraag weet, is het goed om eens te brainstormen over wat je al van het
onderwerp af weet.
a. Dat kun je doen met behulp van een begrippenschema.
b. Schrijf alles op wat je te binnen schiet bij het zoekwoord. Bedenk welke woorden bij elkaar
horen en waarom. Zet die woorden bij elkaar en omcirkel ze. Schrijf boven elke cirkel het
begrip dat het beste past bij alle woorden in de cirkel.
c. Geef met pijlen aan hoe deze begrippen met elkaar verbonden zijn.
d. Je hebt nu een begrippenschema gemaakt. Bedenk met behulp van dit schema wat je graag
zou willen onderzoeken in je profielwerkstuk. De relatie tussen twee begrippen onderzoeken is
meestal meer dan genoeg.
e. Formuleer je onderzoeksvraag zo concreet mogelijk. Niet elke vraag is een goede
onderzoeksvraag.
f. Een andere mogelijkheid is: maak een schema door bij elke deelvraag steekwoorden of een
korte samenvatting van wat je op wilt schrijven weer te geven.
Een paar tips om tot een goede onderzoeksvraag te komen:
1. Maak een begrippenschema bij je onderwerp.
2. Probeer je vraagstelling altijd zo concreet mogelijk te maken.
3. Definieer de begrippen die in je vraagstelling voorkomen.
4. Bedenken wat voor soort antwoorden op je onderzoeksvraag mogelijk zijn.
5. Laat anderen, docenten en medeleerlingen, kritisch naar je onderzoeksvraag kijken.
2.3 Het vak en de deelvragen van het profielwerkstuk
Formuleer altijd deelvragen die aansluiten op de hoofdvraag.
Een voorbeeld:
Hoofdvraag: “Waarom is er de laatste 5 jaar zoveel geweld in Syrië”.
Vak: Aardrijkskunde of geschiedenis.
Deelvragen: 1. Welke rol speelt het koloniale verleden bij het geweld in Syrië?
2. Welke rol speelt religie bij het geweld in Syrië?
3. Welke rol spelen regionale conflicten bij het geweld in Syrië?
Het komt nogal eens voor dat je als je bezig bent met het bedenken van de deelvragen, je ook weer
je hoofdvraag moet aanpassen. Dat hoort erbij.
Het gaat er dus om dat je één hoofdvraag hebt, die je zo concreet mogelijk hebt geformuleerd.
Omschrijf de begrippen duidelijk en geef aan welke relatie er tussen de begrippen wordt onderzocht.
Maak aan de hand van de deelvragen duidelijk welk vak je bij het werkstuk betrokken hebt.
Versie september 2016 8
Tot zover het WAT, nu is het nog zaak om het HOE van je werkstuk te bepalen.
Daarbij kunnen de volgende vragen helpen:
Wat ga ik doen om mijn onderzoeksvraag te beantwoorden?
Wanneer ga ik wat doen?
Hoeveel tijd schat ik dat elke activiteit kost?
Hoe verdelen we de taken?
Wie begeleidt ons? (De begeleider bewaakt de voortgang van je werkzaamheden en verzorgt de
eindbeoordeling).
Afronding stap 1:
Upload je werkplan en logboek uiterlijk 7 oktober op de ELO.
Versie september 2016 9
3. INFORMATIE VERZAMELEN EN VERWERKEN (STAP 2)
Je weet nu wat je wilt. Nu komt het er op aan informatie te verzamelen om je
onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Probeer van meet af aan het materiaal dat je
verzamelt systematisch en netjes te ordenen, anders weet je later – bijvoorbeeld bij het maken
van je literatuurlijst - niet meer wat je waar vandaan hebt.
Noteer boek/bron + pagina met wat je hebt gevonden. Vat ook in je eigen woorden samen wat je
gevonden hebt en hoe je het bij de beantwoording van je hoofd-/ deelvraag kunt gebruiken.
Noteer problemen in je logboek.
Onderstaand voorbeeldschema toont je een voorbeeld hoe je je informatie kunt ordenen.
DEELVRAAG
Een voorbeeld:
Hoe is de verdeling van water en grond op de Westelijke Jordaan Oever sinds 1992?
Bron
Blz.
Gegevens
Trefwoord
1 Henk Donkers (1994)
De Witte Olie
p. 87
Kaart grondwater Westelijke
Jordaan Oever
aquifer
2 http://www.arij.org
(altavista.com)
Juni 1988
Palestijns verhaal over de
onteigening van hun grond op de
Westelijke Jordaan Oever
by-pass wegen
3
4
Conclusie:
Als je denkt dat je genoeg informatie verzameld hebt om je onderzoeksvraag te
beantwoorden, kun je na overleg met je begeleider beginnen met het schrijven van je verslag.
Afronding stap 2:
Upload je onderzoeksgegevens en logboek uiterlijk 2 decmeber op de ELO.
zie hiervoor het beoordelingsformulier ´halfwegbeoordeling´.
Versie september 2016 10
4. HET SCHRIFTELIJK VERSLAG (STAP 3)
Raadpleeg bij het schrijven van je verslag: je werkplan, de informatie die je verzameld hebt
en je logboek.
Hoe moet het verslag er uit zien?
Titelblad
Op het titelblad staat de titel van je werkstuk, je naam en klas, de naam en klas van je partner, het
vak, de datum van inleveren en de naam van je begeleider.
Inhoud
Raadpleeg inhoudsopgaven van boeken om te zien hoe een inhoudsopgave er uit kan zien.
Voorwoord
Een voorwoord kun je gebruiken om mensen te bedanken die je bij je profielwerkstuk geholpen
hebben. Je kunt in plaats van een voorwoord ook een slotwoord schrijven.
1 Inleiding
Schrijf hier op wat je wilde onderzoeken en waarom.
Vermeld de hoofd- en deelvragen en wat de bijdrage van het profielvak is.
Schrijf zo mogelijk ook op welke resultaten je verwachtte en vertel hoe je aan het begin van je
onderzoek op dit spoor bent gekomen (de hypothese).
2 Onderzoeksmethode
Beschrijf hoe je te werk bent gegaan en waarom je voor een bepaalde manier van onderzoek
(enquêtes, literatuurstudie, experimenten zoals bijv. bij natuurkunde etc.) gekozen hebt.
3 Resultaten
Vermeld hier welke gegevens je gevonden hebt en geef die gegevens ordelijk weer. Maak zo mogelijk
gebruik van tabellen en grafieken om je resultaten weer te geven. Zeer uitgebreide overzichten
horen thuis in een bijlage. Beschrijf aan de hand van je logboek problemen die je bent tegengekomen.
4 Conclusies en discussie
Geef in enkele zinnen een antwoord op de deelvragen en de hoofdvraag.
Bespreek in hoeverre je conclusies anders zijn dan je verwachtingen aan het begin van het
onderzoek.
Bespreek waarom bepaalde uitkomsten al dan niet opvallend zijn.
Denk eraan, in een conclusie mag geen nieuwe informatie staan
5 Reflectie/epiloog
Raadpleeg je logboek en schrijf op wat de sterke en zwakke kanten van je werkstuk zijn, wat nog
verder uitgezocht moet worden en wat je ervan geleerd hebt. Geef je eigen standpunt weer.
Literatuurlijst
Schrijf alle bronnen die je echt gebruikt hebt bij je werkstuk alfabetisch op: naam, voorletters, jaartal,
titel, plaats, uitgever. Ook de internetsites!
Afronding stap 3:
Upload je werkstuk en je logboek uiterlijk 23 december op de ELO.
Je krijgt hierna nog een kans je werkstuk aan te passen na commentaar van je begeleider. De
definitieve versie lever je uiterlijk 3 februari in.
Versie september 2016 11
5. TIEN TIPS VOOR HET SCHRIJVEN VAN EEN PROFIELWERKSTUK
1. Streef naar een werkstuk van ongeveer 10 pagina’s exclusief bijlagen en illustraties. Denk er aan:
het gaat om de kwaliteit niet om de kwantiteit
2. Vraag je begeleider om eens een voorbeeld van een werkstuk te mogen inzien.
3. Probeer zo te schrijven dat een medeleerling je werkstuk begrijpt.
4. Beschrijf je onderzoek zo dat een doorsnee andere leerling je onderzoek zou kunnen uitvoeren
met hetzelfde resultaat.
5. Neem functionele illustraties op en geen illustraties ter versiering. Zet een nummer en een titel
bij tabellen, kaarten en figuren, b.v. figuur 3.1 “de stolpboerderij” is de eerste figuur in hoofdstuk
3. Verwijs in de tekst naar kaarten, tabellen en figuren.
6. Bronvermeldingen: Geef middels “…” of cursief gedrukt aan dat je een citaat geeft. Vermeld
ook de bron en de pagina. Dit kan d.m.v. een voetnoot of haakjes. Ook bij afbeeldingen dienen
noten te staan.
7. Begin elk hoofdstuk op een nieuwe pagina.
8. Vergeet niet de bladzijden van je verslag te nummeren.
9. Gebruik een spellingcontrole en/of laat iemand je werkstuk lezen voordat je de definitieve versie
inlevert.
10. Geef je begeleider een exemplaar van je verslag en maak een kopie voor jezelf. Overleg met je
begeleider over de vorm en de datum van je eventuele presentatie.
Versie september 2016 12
6. DE PRESENTATIE (STAP 4)
In de eerste activiteitenweek van het schooljaar krijg je presentatielessen, zodat je in december goed
voorbereid je werkstuk aan leerlingen van 4 havo c.q. 5 vwo kunt presenteren.
Net als bij een praktische opdracht kan de mondelinge presentatie op verschillende
manieren plaats vinden, namelijk in de vorm van:
een uiteenzetting of een betoog,
een forumdiscussie,
een reeks stellingen met onderbouwing,
een posterpresentatie met toelichting,
een presentatie met gebruik van audiovisuele hulpmiddelen en/of ICT,
etc.
Denk aan de volgende zaken voordat je je profielwerkstuk presenteert:
1. Het is belangrijk dat je je verhaal goed voorbereidt: vertel alleen de hoofdzaken en zorg voor
een afwisselende en vlotte presentatie.
2. Wat weet je “publiek” al van het onderwerp en hoe kun je daar rekening mee houden.
3. Ga je je “publiek” bij je presentatie betrekken?
4. Hoe ziet de ruimte er uit waar je je presentatie houdt?
a. Waar zit je publiek en waar sta jij?
b. Zijn er hulpmiddelen zoals een bord, een video, een kaart of een beamer aanwezig en ga je
die gebruiken? Zo ja, probeer van te voren uit wat je ermee kunt.
5. Hoeveel tijd heb je voor je presentatie? Veelal zal het niet meer dan 10 á 15 minuten zijn.
Denk aan de volgende zaken tijdens de presentatie van je profielwerkstuk:
1. De eerste klap is een daalder waard: zorg voor een pakkend begin door een vraag te stellen en
daarmee het publiek nieuwsgierig te maken of door iets bijzonders of leuks te vertellen wat
verband houdt met jouw profielwerkstuk.
2. Vertel in het begin kort waar je profielwerkstuk over gaat en wat je tijdens de presentatie zult
gaan vertellen.
3. Maak daarna het wat en hoe van het profielwerkstuk verder duidelijk: wat heb je onderzocht en
hoe ben je te werk gegaan.
4. Vertel kort welke resultaten je onderzoek heeft opgeleverd. Visualiseer zo mogelijk je resultaten
aan de hand van kaarten, grafieken, tabellen, tekeningen, schema’s.
5. Vertel welke conclusie je uit je resultaten trekt, welke verklaringen je voor de resultaten hebt
en wat er aan het onderzoek verbeterd kan worden.
6. Het is belangrijk dat je uitstraalt dat jij je onderzoek de moeite waard vindt.
7. Praat duidelijk.
8. Kijk je publiek aan en probeer te reageren op reacties.
Op de volgende pagina vind je het beoordelingsformulier aan de hand waarvan de beoordeling
plaatsvindt.
Versie september 2016 13
7. DE BEOORDELING
De weging van de te beoordelen onderdelen is als volgt:
- onderzoek (stap 2) 15%
- werkstuk (stap 3) 75%
- presentatie (stap 4) 10 %
In het hiernavolgende overzicht is aangegeven op welke zaken er wordt gelet bij de beoordeling. Het
is tevens bedoeld als leidraad zodat je telkens jezelf kunt controleren of je op de goede weg bent.
Heeft de probleemstelling een voldoende vakinhoudelijk niveau?
- de duidelijkheid van de vraagstelling
- de diepgang van de vraagstelling
- de kwaliteit van de deelvragen
- de relatie tussen de deelvragen en de probleemstelling
Is de kwaliteit van het logboek voldoende?
- invullen leerling-formulier t.b.v. 1ste contact
- contacten met vakdocenten
- formulering probleemstelling
Hoe ziet het plan van aanpak eruit?
- duidelijkheid van het plan
- uitvoerbaarheid van het plan
- taakverdeling en tijdsplanning
- bijstellen probleemstelling
Zijn er voldoende gegevens verzameld?
- niveau van de verzamelde gegevens
- verscheidenheid van bronnen
- actualiteit en omvang van bronnen
Hoe is de kwaliteit van het logboek?
- gemaakte keuzes
- motivering van de keuzes
- overzichtelijkheid
Is de voorlopige inhoud van een voldoende vakinhoudelijk niveau?
- ingaan op de hoofdvraag
- niveau van de conclusie
- wel of geen eigen mening
Is het taalgebruik correct?
- eigen woordgebruik
- leesbaarheid voor doelgroep
Hoe is de kwaliteit van het logboek?
- gemaakte keuzes
- motivering van de keuzes
- overzichtelijkheid
Heeft de leerling uit de informatiebronnen de juiste informatie gehaald, c.q. zijn
voldoende waarnemingen gedaan en gegevens verzameld?
- actualiteit van de informatie
Versie september 2016 14
- betrouwbaarheid van de informatie
- volledigheid van de informatie
- zijn de metingen in redelijke overeenstemming met de theorie?
- zijn de conclusies gebaseerd op de verzamelde informatie?
Heeft de leerling de informatie / meetresultaten duidelijk geordend?
- leesbaarheid en volledigheid van bv. diagrammen, grafieken en tabellen
- zijn de illustraties functioneel
Is de definitieve inhoud van een voldoende vakinhoudelijk niveau?
- het beantwoorden van de probleemstelling
- diepgang
Van welk niveau is de opbouw?
- de introductie van het onderwerp in de inleiding
- de formulering van de probleemstelling
- het ingaan op de hoofdvraag in de hoofdtekst
- aansluiting van conclusies bij vraagstelling
Hoe zijn de lay-out en de uiterlijke verzorging?
- taalgebruik
- literatuuropgave
- overzichtelijkheid van lay-out
- functioneel gebruik van verschillende lettertypen
Van welk niveau is de presentatie?
- gebruik van presentatiemiddelen
- contact met het publiek
- reageren op vragen
- manier van spreken (tempo, woordkeus, wel of geen haperingen)
Versie september 2016 15
Beoordelingsformulier Profielwerkstuk fase 2: ‘halfwegbeoordeling’
Voorlopige titel:_____________________________________________________________
Leerlingen: _____________________________________________ klas: __________
_____________________________________________ klas: __________
Docenten: _____________________________________________ vak: __________
_____________________________________________ vak: __________
HALFWEGBEOORDELING
beoordeling van de voortgang van het werk (een planning maken, je eraan houden, op tijd inleveren,
kwaliteit verzamelde onderzoeksgegevens etc.)
max.
score score Toelichting / Opmerking / Afspraken
Oriëntatie:
Opstellen van een
onderzoeksvraag en
deelvragen.
10
Planning:
Maken van een plan van
aanpak, tijdsplan en
taakverdeling.
10
Verzamelde gegevens:
Het materiaal is zodanig
onderzocht dat je kunt
beginnen met het schrijven
van het werkstuk, op
HAVO 5/ VWO 6 niveau.
50
Logboek:
Overleg met de begeleider
over voortgang, bijhouden
en laten aftekenen van het
logboek. Kwaliteit logboek.
20
Uitvoering planning:
Uitvoering eigen planning.
Op tijd inleveren logboek
en verzamelde gegevens.
10
Puntentotaal 100
Cijfer halfwegbeoordeling (15% PWS-cijfer):
Datum en handtekening begeleider: ________________________________________________
Versie september 2016 16
Beoordelingsformulier Profielwerkstuk fase 3: ‘beoordeling werkstuk’
Titel: :_____________________________________________________________
Leerlingen: _____________________________________________ klas: __________
_____________________________________________ klas: __________
Docenten: _____________________________________________ vak: __________
_____________________________________________ vak: __________
Datum en handtekening begeleider: ________________________________________________
BEOORDELING PROFIELWERKSTUK:
beoordeling van de inhoud van het werk( niveau, originaliteit, afbakening van het onderwerp,
logische opbouw, relatie onderzoeksvraag, onderzoek en conclusie.
max.
score score Toelichting / Opmerking / Afspraken
Inhoud:
Onderzoeksvraag, theorie,
resultaten, conclusie,
discussie, etc.
45
Niveau/inzicht:
Originaliteit, omvang,
diepgang, creativiteit,
kwaliteit bronnen.
35
Vormgeving:
Titelpagina, lay-out, taal,
spelling, verzorging, enz.
10
Logboek
Uitvoering eigen planning,
kwaliteit logboek, halen
deadline.
10
Totaal:
100
Versie september 2016 17
Beoordelingsformulier fase 4: Presenteren Profielwerkstuk (versie docenten)
Titel: _______________________________________________________________
Leerling: _______________________________________________________________
Juryleden: ______________________________ en _____________________________
Inhoud
max.
score
score Toelichting
Logische opbouw
10
Heldere formulering
10
Diepgang
10
Originaliteit
10
Proces
10
Presentatie
max.
score
score toelichting
Taalgebruik
10
Interactie
10
Materiaal gebruik
10
Houding/ stemgebruik
10
Tijdsmanagement
10
Totaal
max.
score
score toelichting
Inhoud + presentatie
100
Algemene opmerking: _________________________________________________________
__________________________________________________________________________
Datum: _________________________________________________________
Handtekening juryleden ___________________________________________________
Versie september 2016 18
Beoordelingsformulier fase 4: Presenteren Profielwerkstuk (versie medeleerlingen)
Titel: _______________________________________________________________
Leerling: _______________________________________________________________
Jurylid : _______________________________________________________________
1 Het verhaal is voor iedereen goed te volgen (dus ook voor de “leken”)
0 pt
1 pt
2 pt
2 Presentatie van jezelf wat betreft: houding, mimiek, lichaamstaal
0 pt
1 pt
2 pt
3 De PowerPoint (of andere vorm van presentatie) qua: opmaak, opbouw, fantasierijk en voegt
iets toe
0 pt
1 pt
2 pt
4 De interactie met het publiek
0 pt
1 pt
2 pt
5 Tijdsduur, goed gebruik gemaakt van de 10 minuten
0 pt
1 pt
2 pt
Algemene opmerking: _________________________________________________________
__________________________________________________________________________
Datum: _________________________________________________________
Handtekening jurylid: ___________________________________________________
Versie september 2016 19
Beoordelingsformulier Profielwerkstuk
Titel: _______________________________________________________________
Leerlingen: _____________________________________________ klas: __________
_____________________________________________ klas: __________
Docenten: _____________________________________________ vak: __________
_____________________________________________ vak: __________
EINDBEOORDELING
weging cijfer Toelichting / Opmerking / Afspraken
Halfwegbeoordeling
(stap 2)
15%
Beoordeling werkstuk
(stap 3)
75%
Presentatie
(stap 4)
10%
EINDCIJFER,
100%
Datum en handtekening begeleider: ________________________________________________
Versie september 2016 20
9 HET LOGBOEK
In het logboek (of wel: dagboek/labjournaal) staat wat je gedaan hebt bij je profielwerkstuk:
Waarom je een bepaald onderwerp en een bepaalde vraagstelling hebt gekozen en hoe je
daartoe bent gekomen.
De verschillende activiteiten die je hebt ondernomen, bijvoorbeeld naar de bibliotheek
geweest.
Hoeveel tijd elke activiteit gekost heeft.
Wanneer je alleen hebt gewerkt en samen.
Wat je activiteiten opleverden aan vragen en resultaten.
Welke problemen je bent tegengekomen en hoe je die problemen hebt aangepakt.
Wat je van elke fase van je werk aan het profielwerkstuk geleerd hebt over je onderwerp,
over onderzoek doen, over samenwerken met anderen.
Maar vooral ook: wat je over jezelf hebt geleerd!
Aan de hand van je logboek kunnen jij en je partner, maar ook jullie begeleider het
proces volgen.
LOGBOEK Stap 1: voorbereiding en oriëntatie, opstellen werkplan
Leerling naam: _____________________________________________ Klas: ___________
Leerling naam: : _____________________________________________ Klas: ___________
Activiteit
Uren
Wie
Problemen en oplossingen
Versie september 2016 21
LOGBOEK Stap 2: informatie verzamelen en verwerken
Leerling naam: : _____________________________________________ Klas: ___________
Leerling naam: : _____________________________________________ Klas: ___________
Activiteit
Uren
Wie
Problemen en oplossingen
Contactafspraken met begeleider:
Datum Paraaf begeleider
Versie september 2016 22
LOGBOEK Stap 3: schrijven verslag
Leerling naam: : _____________________________________________ Klas: ___________
Leerling naam: : _____________________________________________ Klas: ___________
Activiteit
Uren
Wie
Problemen en oplossingen
Contactafspraken met begeleider:
Datum Paraaf begeleider
Versie september 2016 23
8. VERDER LEZEN
Beljaars, K. et al (red.) (1996) Van ABN tot zelfportret. Het handboek voor iedere leerling die een
scriptie schrijft, een werkstuk maakt of een spreekbeurt voorbereidt over een alfaonderwerp.
Utrecht: Faculteit Letteren Universiteit Utrecht.
Boer, E. de et al. (red.) (1997) Handboek Vaardigheden Tweede Fase leerlingenboek. Loenen aan de
Vecht: Edumedia.
Wijgerinck, M. (1998) Vaardigheden Compact leerlingenboek. Loenen aan de Vecht: Edumedia.
Wubbels, Th. (1991) Presenteren. Aulapocket studievaardigheden. Utrecht: Het spectrum.
APS: Het mes snijdt aan zes kanten.
Versie september 2016 24
ONDERWERP - VOORBEELDEN
Hieronder vind je een kleine greep uit de variatie aan onderwerpen om een profielwerkstuk over te
schrijven. Tevens vind je in onderstaand overzicht voorbeelden van onderwerpen en de vakken die je
erbij kunt betrekken.
ONDERWERP VAKKEN
Alternatieve energiebronnen biologie, natuurkunde, scheikunde Afval
biologie, scheikunde of economie, aardrijkskunde
De bio-boerderij
biologie, scheikunde of aardrijkskunde, economie
Batterij
scheikunde, natuurkunde
Chaos en orde
CKV, wiskunde
Cijferkunst: de reeks van Fibonacci
CKV, wiskunde
Drinkwater
biologie, scheikunde
Economische crisis in de jaren '30
geschiedenis, economie
Epidemiologie
biologie, wiskunde
Gilde systeem
geschiedenis, economie
Gifstoffen
biologie, scheikunde
Hergebruik
biologie, scheikunde of aardrijkskunde, economie
Vergrijzing
aardrijkskunde, wiskunde, economie
Racisme
geschiedenis, aardrijkskunde, economie
Betaalbare gezondheidszorg
economie, aardrijkskunde of biologie, wiskunde
Voeding
biologie, scheikunde, of aardrijkskunde, geschiedenis, economie
Afvalverwerking
economie, aardrijkskunde, of scheikunde, biologie
Milieuvervuiling
biologie, scheikunde, of economie, geschiedenis
Verkeersproblemen
aardrijkskunde, economie, geschiedenis, wiskunde
Versie september 2016 25
PRIJZEN VOOR PROFIELWERKSTUKKEN
Als je veel aandacht aan je profielwerkstuk hebt besteed wil je daar natuurlijk de bijpassende
waardering voor oogsten, en het mooist is natuurlijk wanneer je werkstuk genomineerd wordt voor
een prijs, of nog veel leuker: wanneer je zelf in de prijzen valt. Hiervoor zijn allerlei mogelijkheden,
waarvan hierbij een overzicht wordt toegevoegd. Indien het je leuk lijkt om voor een dergelijke prijs
in aanmerking te komen, dan kun je je het beste van te voren oriënteren op de eisen die aan de
inzending worden gesteld, zodat je hier bij de uitvoering van je onderzoek rekening mee kunt
houden. Bovendien moet je dit ook bespreken met je begeleidend docent.
1. De Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen looft jaarlijks een prijs uit voor het beste
werkstuk. Hiervoor mag elke school per schooltype één werkstuk voordragen.
2. De Universiteit van Twente looft jaarlijks een prijs uit voor de beste ontwerpopdracht.
3. International conference for young Scientists ICYS
De universiteiten die bij het Platform Landelijke Bètasteunpunten zijn aangesloten loven prijzen
uit voor de beste werkstukken. Deze prijzen houden in dat de 1e-prijswinnaars zullen worden
uitgezonden naar een internationale wedstrijd
4. Van Melsenprijs (Katholieke Universiteit van Nijmegen)
De Van Melsen Prijs, wordt elk jaar uitgereikt aan leerlingen die op het gebied van eigen
experimenteel onderzoek een bijzondere prestatie hebben geleverd.
5. Jan Kommandeurprijs (Rijks Universiteit Groningen)
Ook dit schooljaar organiseert het Bètasteunpunt weer de verkiezing van de best uitgewerkte
praktische opdracht in de exacte vakken. Wanneer je het lopende schooljaar een praktische
opdracht of profielwerkstuk hebt gemaakt in één van de exacte vakken kun je meedoen aan de
wedstrijd. Per school kunnen in totaal maximaal twee verslagen voor het vwo worden
opgestuurd in de vakken scheikunde, biologie, natuurkunde, ANW, wiskunde of informatica
6. UvA Werkstuklab voor profielwerkstukken
De UvA biedt leerlingen werkplekken aan voor uitvoering van profielwerkstukken. Leerlingen
N&T en N&G uit kunnen zich hiervoor inschrijven via de site. Op de site zijn opdrachten te
vinden, die door partnerscholen getest zijn. Ook is er een vraagbaak voor leerlingen en docenten.
Leerlingen kunnen zichzelf via hun inschrijving inroosteren voor een van de labplaatsen.
7. Nederlandse vereniging van docenten Nederlands en moderne vreemde talen
Het sectiebestuur Duits biedt leerlingen en hun begeleidende docenten de mogelijkheid om
meer met hun profielwerkstuk te doen en wel in het kader van de prijsvraag 'Profielwerkstuk
Duits van het jaar'. Criteria voor de toekenning zijn de gebruikelijke eisen die aan een PWS
gesteld worden: heldere vraagstelling, diepgang van de uitwerking, correctheid van het Duits.
8. Aarde Nu
Aarde Nu is een samenwerking tussen de aardwetenschappelijke opleidingen van: UU, UvA, VU,
Universiteit Wageningen en de TU Delft.
9. Ruimte voor leven
De prijsvraag is bedoeld voor leerlingen van het vwo die eindexamen doen in 2004. Alle
profielwerkstukken die betrekking hebben op het elders op deze site beschreven thema "Ruimte
voor leven in de toekomst" in de Groene Ruimte komen in aanmerking.
10. Dutch Junior Water Prize looft jaarlijks een prijs uit voor het beste werkstuk over water- en
milieu vraagstukken.
Voor alle prijsvragen geldt dat de school de nominatie voor inzending coördineert, na de laatste
presentatie worden de uiteindelijke nominaties bekend gemaakt en hierbij wat sites, waarin de
voorwaarden en eisen te vinden zijn voor deelname aan de wedstrijden.
http://www.schoolsite.utwente.nl/ct/nieuws/profielwerkstuk.doc/index.html
http://www-exo.sci.kun.nl/prijs/prijs.html
http://www.rug.nl/fwn/informatievoor/scholieren/betasteunpunt/
http://www.science.uva.nl/profielwerkstukken/
http://www.aarde.nu/Aarde/Aarde.html
http://www.ruimtevoorleven.nl/prijsvraag/prijsvraag.html
http://www.ywat.org/