Rapportage werkgroep Ruimtelijke
Omgeving
Datum
5 juli 2013
Versie
1.0 - definitief
Inhoudsopgave
1 Hoofdstuk 1 4 1.1 Doel 4 1.2 Achtergrond 4 1.3 Leeswijzer 5
2 Hoofdstuk 2 6 2.1 Wat is Ruimtelijke Omgevingsinformatie? 6 2.2 Positionering Ruimtelijke Omgevingsinformatie 7 2.3 Welke vragen kunnen met Ruimtelijke Omgevingsinformatie worden beantwoord? 7 2.4 Wat is er allemaal al? 9
2.4.1 Basisregistraties 10 2.4.2 Inspire 11 2.4.3 Gideon 12 2.4.4 Geo-standaarden en architectuur 12 2.4.5 Nationaal geo-register/PDOK 13 2.4.6 Open data 15
3 Hoofdstuk 3 16 3.1 Opname begrippen in CB-NL 16 3.2 Harmonisatie 19 3.3 Vindbaarheid en gebruik Ruimtelijke Omgevingsinformatiesets B&U en GWW 23 3.4 Afstemming internationaal 25
4 Bijlage 1 Planning 27
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 4
Hoofdstuk 1
Inleiding
1.1 Doel
CB-NL gaat over de concepten die in de bouwprocessen worden gebruikt van Bouw & Utilities (B&U) en
Grond, Weg en waterbouw (GWW). Dit wordt gerealiseerd door een ‘bibliotheek’ van begrippen en
properties. De ruimtelijke omgevingsinformatie heeft veel begrippen en property’s die onderdeel zijn van
deze bouwprocessen. Door CB-NL zullen de begrippenkaders van het Bouw Informatie Model (BIM) en
Geografische Informatie (GI) aan elkaar gekoppeld en op termijn meer en meer geïntegreerd worden.
De ruimtelijke omgevingsinformatie is informatie van de omgeving die van toepassing is in het plan-,
ontwerp, bouw, ingebruikname en sloopfase. Het gebruik van ruimtelijke omgevingsinformatie zoals
wegen, gebouwen, ondergrond, terreinen, inrichtingselementen en leidingen is onderdeel van het gehele
bouwproces. Immers een BIM heeft tot doel alle informatie over een bouwwerk te integreren, zodat iedere
betrokkene in elke fase van het proces op het juiste moment over de juiste informatie kan beschikken. De
omgevingsinformatie maakt hier onlosmakelijk deel van uit.
Hoofddoelen:
1. Hergebruik van al eenduidig vastgelegde ruimtelijke omgevingsinformatie (as-is) in de
verschillende fasen van de bouwprocessen van B&U en GWW.
2. Hergebruik van de uit het bouwproces ontstane informatie (as-built) voor een efficiëntere
bijhouding van de ruimtelijke omgevings registraties.
1.2 Achtergrond
Dit rapport heeft dankbaar gebruik gemaakt van een eerder onderzoek uitgevoerd door CUR Bouw en
Infra. Dit betreft het CUR rapport 239, Bouwen met omgevingsinformatie, 30 november 2011, Hein
Corstens1. Onderstaande achtergrond is een aangepaste versie zoals verwoord in dit rapport.
Bij de totstandkoming van bouwwerken in de GWW en B&U worden nieuwe objecten ingepast in een
bestaande omgeving. Dit brengt met zich mee dat tijdens de voorbereiding en realisatie grote behoefte
bestaat aan betrouwbare en eenduidige informatie over die omgeving, zowel bovengronds als
ondergronds; bijvoorbeeld ten aanzien van de ligging en eigenschappen van wegen, gebouwen, terreinen,
inrichtingselementen en leidingen. In de beheerfase is informatie over veranderingen in de omgeving van
belang.
In de bouwsector is een ontwikkeling gaande naar ondersteuning van het bouwproces door
bouwwerkinformatiemodellen (BIM), waarin het bouwwerk en omgeving centraal op een (in het algemeen
3D) objectgeoriënteerde wijze worden vastgelegd. In het kader van deze ontwikkeling groeit de behoefte
om omgevingsinformatie op een passende objectgeoriënteerde wijze aangeleverd te krijgen.
Informatie van de omgeving ligt vooral vast in registraties van de overheid. Deze registraties worden in
toenemende mate wettelijk geregeld; denk hierbij aan het stelsel van basisregistraties, Inspire, etc.
Voor een gestroomlijnd bouwproces, dat wil zeggen een bouwproces zonder wachttijden en met de juiste
informatie in de juiste vorm op het juiste moment met de juiste kwaliteit en juiste plaats, is een
1 http://www.bouwinformatieraad.nl/622
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 5
gestroomlijnd proces van verkrijgen van betrouwbare omgevingsinformatie nodig. Andersom ontstaat als
gevolg van bouwprojecten nieuwe omgevingsinformatie die voor de registraties van groot belang is. Het
proces van vraag en aanbod is echter nog onvoldoende op elkaar afgestemd. Van een gestroomlijnde
aansluiting van het informatieproces op het bouwproces is daarom nog geen sprake. Dit vormt een
belemmering voor het bouwproces en is tevens een risico omdat fouten in informatie grote gevolgen
kunnen hebben.
Door de werkgroep omgevingsinformatie als aanvulling op de werkgroepen B&U en GWW te hebben kan
de kennis en kunde van de omgeving ingebracht worden in de GWW en B&U sector om bovenstaande te
realiseren. Feitelijk het afstemmen van vraag en aanbod, zowel ten aanzien van het proces op hoofdlijnen
als ten aanzien van de inhoud (semantiek) en de vorm (syntax) van de informatie. Semantiek is vanuit
CB-NL de hoofdzaak.
1.3 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 vindt u een beschrijving van de belangrijkste initiatieven en beschrijving van de ruimtelijke
omgevingswereld die van toepassing is op CB-NL. In hoofdstuk 3 zijn de activiteiten benoemd vanuit de
werkgroep Ruimtelijke Omgeving zoals die volgens de werkgroep uitgevoerd dienen te worden voor CB-
NL.
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 6
Hoofdstuk 2
Ruimtelijke Omgevingsinformatie (geo-informatie)
2.1 Wat is Ruimtelijke Omgevingsinformatie?2
Ruimtelijke omgevingsinformatie wordt over het algemeen Geo-informatie genoemd. Geo-informatie is
vooral bekend binnen vakgebieden waar expliciet ruimtelijke vraagstukken spelen. Denk daarbij aan de
ruimtelijke ordening, waterhuishouding, milieu, landbouw, energievoorziening, beheer openbare ruimte,
verkeer en veiligheid. De locatie is een belangrijk aspect van de informatie in deze domeinen.
Geo-informatie wordt veelal geassocieerd met een kaart. Toch komt er niet altijd een kaart aan te pas.
Geo-informatie kan namelijk ook administratief weergegeven worden. Zo worden publieksrechtelijke
beperkingen op een kadastraal perceel alleen administratief vastgelegd: een bepaalde beperking is wel of
niet van kracht voor een specifiek perceelsnummer. En op basis van de postcode en huisnummer kan een
burger aan de gemeentebalie ingelicht worden over geplande verandering in de ruimtelijke ordening of via
internet over een aanstaande wegopbreking in zijn buurt.
Locatie is een aspect van heel veel informatieobjecten binnen de overheid. Zo’n tachtig procent van alle
gegevens van de overheid is direct of indirect te relateren aan een plek op de aarde. Geo-informatie moet
dan ook niet als een apart domein worden beschouwd, maar als een kenmerk om de informatievoorziening
van de overheid efficiënter en effectiever te maken. Voor de publieke dienstverlening voor burgers en
bedrijven en de administratieve lastenverlichting neemt geo-informatie in de elektronische
basisvoorzieningen van de overheid een prominente plaats in.
De term geo-informatie is een afkorting van geografische informatie. Het begrip ruimtelijke
(omgevings)informatie wordt ook wel gebruikt en betekent hetzelfde.
Geo-informatie omvat alle informatieobjecten die een plaatsgebonden of ruimtelijk aspect hebben. Een
ruimtelijk aspect is een verwijzing – een directe of indirecte referentie – naar een plek op de aarde.
Geo-informatie is een aspect van informatie. Het kan de locatie van een fysiek object zijn, zoals een
gebouw of kanaal, of de ligging aanduiden van een administratieve eenheid, zoals een gemeente of
postcodegebied, of van een abstract gegeven als ‘woonomgevingbeleving’.
De toegevoegde waarde van geo-informatie zit hem in de kracht van visualisatie, analyse en ruimtelijke
relatie. Analyse en het leggen van relaties kunnen de samenhang van beleid en bijvoorbeeld de fysieke
leefomgeving inzichtelijk maken. Visualisaties maken die samenhang vervolgens begrijpelijk.
2 http://www.geonovum.nl/sites/default/files/standaarden/nora30.pdf
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 7
2.2 Positionering Ruimtelijke Omgevingsinformatie
In Figuur 1 zijn Ruimtelijke Omgeving, GWW en B&U ten opzichte van elkaar gepositioneerd. In CB-NL
worden deze drie, op dit moment voornamelijk gescheiden, disciplines geïntegreerd. Met CB-NL wordt het
mogelijk om elkaar taal te spreken. Veel Ruimtelijke Omgevingsinformatie is beschikbaar. Dit is vooral op
schaal 1:500 – 1:25.000. Deze informatie geeft over het algemeen al zo’n schat aan informatie dat in de
voorbereidingsfase al de juiste keuzes gemaakt en daardoor risico’s beter beheerd kunnen worden. De
begrippen die de Ruimtelijke Omgeving hanteert worden in CB-NL verbonden met de begrippen uit GWW
en B&U. Hierdoor wordt aansluiting gemaakt maar zal ook zoals onderstaand figuur aangeeft meer detail
op grotere schalen door GWW en B&U worden toegevoegd aan de Ruimtelijke Omgevingsinformatie. Op
deze manier integreren deze drie disciplines dankzij CB-NL.
De huidige standaarden zijn dus aan schaal, detail en discipline gekoppeld.
Figuur 1 – Positionering RO, GWW en B&U
2.3 Welke vragen kunnen met Ruimtelijke Omgevingsinformatie worden
beantwoord?
Veel vragen voor de GWW of B&U kunnen vaak met ruimtelijke omgevingsinformatie beantwoord worden
in de verschillende fase van ontwerp, realisatie en beheer. Ruimtelijke omgevingsinformatie bevat
gegevens over lucht, land, netwerken van kabels & leidingen, wegen, water en van de ondergrond. Bij een
te plannen of te realiseren activiteit wil men vaak inzicht krijgen in wat er speelt op, onder of in de buurt
van deze locatie. Figuur 2. geeft schematisch deze ruimtelijke omgevingsinformatie weer.
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 8
Figuur 2 - Voorbeelden van geo-informatie
In deze paragraaf zijn wat voorbeeldvragen uitgewerkt zoals het plannen van een bouwactiviteit waarbij
de bouwer dan te maken heeft met o.a de omgevingsvergunning(en). Daarvoor wil je graag al snel meer
weten over welke mogelijke beperkingen er zijn. De rol van geo-informatie is erg belangrijk en kan vragen
beantwoorden over:
Wat is opbouw van de ondergrond in omgeving?
Welke kabels en leidingen zijn er in de omgeving ?
Wat is de kwaliteit van de bodem? Is deze verontreinigd? Wat is de grondwaterspiegel?
En ook vragen als:
Zijn er rijksmonumenten in de buurt waar je bij de uitvoering van de bouw rekening moet houden in
verband met schade aan de gebouwen?
Wat is de archeologische verwachtingswaarde van het gebied waar je activiteiten gaat uitvoeren?
Welke beschermde gebieden zijn er aanwezig binnen of in de buurt van je activiteit zoals:
grondwaterbeschermingsgebied, natuurbeschermingsgebieden en cultuur historisch waardevolle
gebieden?
Welke toekomstige plannen zoals bestemmingsplannen zijn er? Bijvoorbeeld de aanleg van nieuwe
wegen of nieuwbouwwijk ?
Ruimtelijke informatie kan ook andere vragen beantwoorden over de omgeving zoals:
Wat is de grondprijs van zijn omgeving?
Hoeveel mensen wonen er in de omgeving?
Wat zijn de huidige bestemmingen van de omgeving?
Als bij het aanleggen van een stuk snelweg een nieuwe afrit gemaakt moet worden die aansluit op een
bestaande weg zullen daarnaast vragen beantwoord moeten worden over:
Welke type woningen staan in de buurt van de afrit?
Wat is de te verwachten verkeersintensiteit van de wegen?
Wat is de maximale snelheid van de wegen en het type verharding ?
Welke gebouwen worden extra belast met verkeerslawaai? En als er een geluidswerende voorziening
nodig is bv een geluidswal heb je antwoord nodig op vragen als:
- Met welke perceelseigenaren en gerechtigden heb je te maken? Wie mag er gebruik maken van het
geheel of een deel van het perceel?
- Wat zijn de eigenschappen van de ondergrond met informatie uit boringen en sonderingen van
terrein en de omgeving?
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 9
- Waar zijn er Rijksmonumenten, Archeologische Monumenten, Stads- en Dorpsgezichten, begrenzing
van werelderfgoed en vindplaatsen met cultuurhistorische resten?
In sommige gevallen is het antwoord direct beschikbaar zoals met welke perceelseigenaren heb je te
maken, in ander gevallen zal de geo-informatie uit verschillende informatiebronnen en verschillende
organisaties met elkaar gecombineerd en geanalyseerd worden. Een paar voorbeeldvragen bij het
uitbreiden van een winkelcentra zijn:
Welke type winkels zijn er en passen bij samenstelling van de buurt?
Hoeveel tijd kost het om via een openbaarvoorziening het winkelcentrum te bereiken?
Welke openbare voorzieningen zoals parkeergelegenheid zijn er in de buurt?
Wat zijn de mogelijkheid die je hebt binnen een bestemmingsplan om uit te breiden?
Als je wilt bouwen of slopen op een locatie speelt vaak de vraag welke (onverwachte) beperkingen er
zijn op basis van bijvoorbeeld de flora en fauna waarnemingen in de omgeving van de bouwlocatie.
Onderstaande voorbeeld geeft het resultaat van gevonden beperkingen in de omgeving bij een
bouwactiviteit op een locatie.
Figuur 3 – Voorbeeld – Flora en Fauna beperkingen bij een bouwlocatie
Resultaat: Er zijn geen beperkingen gevonden in de omgeving op basis van waarnemingen maar er
zijn wel beperkingen gevonden op basis van leefgebieden van egels, knoflookpad en de groene specht.
2.4 Wat is er allemaal al?
De geo-informatie is een goed georganiseerde community die van origine vooral door de overheid
gestuurd werd. Dit verandert door deelname van private partijen waarvan de bekendste voorbeelden
Google en TomTom zijn.
De geo-informatie is beschikbaar en de meeste geo-informatie wordt goed bijgehouden en beheerd. De
geselecteerde geo-informatie zoals beschikbaar in de bijlagen valt onder deze categorie.
Veel geo-informatie zijn wettelijk verplichte registraties waarvan een aantal geldt dat ook het gebruik
binnen de overheid verplicht is. CB-NL zal met deze verplichtingen rekening dienen te houden.
Niettemin zijn er als het gaat om concrete bouwprojecten nog veel omissies, inconsistenties en
onoverzichtelijkheden.
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 10
2.4.1 Basisregistraties3
Het principe van de basisregistraties is ‘eenmalige inwinning en meervoudig verplicht gebruik’ van
gegevens bij een overheidspartij. De andere overheidspartijen moeten de gegevens uit de basisregistraties
dus verplicht gebruiken en mag deze verzamelingen niet meer zelf opbouwen en bijhouden.
Een aantal basisregistraties is voorzien van directe geo-informatie. Dit zijn:
Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG);
Basisregistratie Topografie (BRT);
Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT);
Basisregistratie Kadaster (BRK);
Basisregistratie Ondergrond (BRO);
Basisregistratie Waarde onroerende zaken (WOZ).
Figuur 4 – Het stelsel van basisregistraties
In Figuur 4 is het gehele stelsel van basisregistraties aangegeven. De wereldbollen geven de aanwezigheid
van geo-informatie aan.
3 http://e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-van-basisregistraties
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 11
De uitwisseling vindt plaats in de standaarden uit 2.4.4.
2.4.2 Inspire
INSPIRE (Infrastructure for Spatial Information in the European Community) is een Europese
kaderrichtlijn, in Nederland vertaald naar nationale wetgeving. Oorspronkelijk opgezet vanuit
milieutoepassingen leidt INSPIRE, dankzij zijn brede toepassing, tot een algemene Europese geo-
informatie infrastructuur. INSPIRE schrijft voor een belangrijk deel voor hoe de nationale geo-informatie
infrastructuur moet worden ingevuld.
Voor de inrichting van de Europese geo-informatie infrastructuur hanteert INSPIRE de volgende
basisprincipes:
geo-informatie wordt op één passend niveau opgeslagen, beheerd en beschikbaar gesteld;
geo-informatie uit verschillende bronnen in de Europese Unie kan op consistente wijze worden
gecombineerd en uitgewisseld tussen verschillende gebruikers en toepassingen;
geo-informatie die op een bepaald overheidsniveau is verzameld kan worden uitgewisseld met
andere overheidsniveaus;
geo-informatie wordt onder zodanige voorwaarden beschikbaar gesteld dat grootschalig gebruik
ervan niet onnodig wordt belemmerd;
beschikbare geo-informatie kan gemakkelijk worden opgezocht en de geschiktheid en
gebruiksvoorwaarden kunnen gemakkelijk worden nagegaan.
INSPIRE heeft betrekking op de volgende 34 thema’s voor geo-informatie.
Tabel 1 Thema’s INSPIRE
Bijlage I Bijlage III
1. Systemen voor verwijzing door middel van
coördinaten
2. Geografisch rastersysteem
3. Geografische namen
4. Administratieve eenheden
5. Adressen
6. Kadastrale percelen
7. Vervoersnetwerken
8. Hydrografie
9. Beschermde gebieden
1. Statistische eenheden
2. Gebouwen
3. Bodem
4. Landgebruik
5. Menselijke gezondheid en veiligheid
6. Nutsdiensten en overheidsdiensten
7. Milieubewakingsvoorzieningen
8. Faciliteiten voor productie en industrie
9. Faciliteiten voor landbouw en aquacultuur
10. Spreiding van de bevolking — demografie
11. Gebiedsbeheer, gebieden waar beperkingen gelden,
gereguleerde gebieden en rapportage-eenheden
12. Gebieden met natuurrisico's
13. Atmosferische omstandigheden
14. Meteorologische geografische kenmerken
15. Oceanografische geografische kenmerken
16. Zeegebieden
17. Biogeografische gebieden
18. Habitats en biotopen
19. Spreiding van soorten
20. Energiebronnen
21. Minerale bronnen
Bijlage II
1. Hoogte
2. Bodemgebruik
3. Orthobeeldvorming
4. Geologie
INSPIRE heeft bovenstaande thema’s formeel beschreven in data specifications. Ieder lidstaat dient haar
eigen data beschikbaar te stellen conform deze in Europa verplicht gestelde data specifications.
De uitwisseling vindt plaats in GML en met WMS services (zie 2.4.4) en is beschikbaar als open data.
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 12
De hoofdbegrippen uit de inspire thema’s zijn opgenomen in bijlage GeoConceptRegister-20130506-
featureTypes_INSPIRE_Ax_II-III (Annex I komt nog).
2.4.3 Gideon
Gideon4 (Geografische Informatievoorziening en Dienstverlening ten behoeve van de Elektronische
Overheid in Nederland.) is de beleidsnotitie van overheid, bedrijfsleven en wetenschap voor de geo-
informatie. Gideon is vastgesteld door de Minister van Infrastructuur en Milieu als portefeuillehouder geo-
informatie. In Gideon worden de gezamenlijke afspraken gemaakt voor speerpunten, innovatie,
infrastructuur, open data, etc. Gideon 1 is voor de periode 2008-2011. Deze periode is verlengd waarbij
nu wordt gewerkt aan een vervolg op Gideon, Gideon 2. In Gideon 2 is als een van de vijf speerpunten de
bouw en geo-informatie benoemd. Gideon 2 is nog niet gepubliceerd.
2.4.4 Geo-standaarden en architectuur
Geonovum is vanuit de overheid de partij die de geo-standaarden en architectuur voor Nederland
coördineert op het gebied van organisatie overstijgende afspraken.
Voor het overzicht van de standaarden, het gebruik, welke standaarden op de pas toe of leg uit lijst staan,
etc. wordt verwezen naar het raamwerk van geo-standaarden5.
In Nederland worden de technische standaarden gebruikt van ISO/TC 211 en OGC. Geonovum participeert
in beide organisaties.
ISO/TC 211
De International Organisation for Standardisation / Technical committee 2116 (ISO/TC 211) is een
internationale Technische Commissie voor geo-informatie. Het ISO/TC 211-werk richt zich op het
ontwikkelen van een gestructureerde reeks van normen (ISO 19100 serie van normen) voor informatie
van fenomenen die direct of indirect zijn gerelateerd aan de aarde. Deze normen specificeren voor geo-
informatie methoden, tools en services voor datamanagement (inclusief definitie en beschrijving), -
verwerving, -processing, -analyse, -toegang, -presentatie en -overdracht in digitaal/elektronisch formaat
tussen verschillende gebruikers, systemen en locaties. Het werk sluit waar mogelijk aan op standaarden
voor algemene ICT en stelt een kader voor de ontwikkeling van sectorspecifieke toepassingen die geo-
informatie gebruiken.
OGC
Het OpenGeospatial Consortium, Inc.7 (OGC) is een internationale non-profit organisatie die is opgericht
om interoperabiliteit voor geografische gegevensverwerking te ontwikkelen, door ontwikkeling van open
en uitbreidbare toepassingssoftware en interfaces voor GIS en andere technologieën. Leden (ruim 400)
van het OGC zijn zowel overheidsinstellingen als de industrie en onderwijsinstellingen.
Het OGC ontwikkelt specificaties die bij voldoende volwassenheid worden aangeboden aan ISO/TC 211.
OGC ontwikkelt deze specificaties door veelvuldig gebruik te maken van jaarlijkse grote testbeds. OGC
ontwikkelt vooral technische implementatie standaarden gerelateerd aan services.
4 http://www.geonovum.nl/dossiers/kennisdoorstroming/GIDEON 5 http://www.geonovum.nl/sites/default/files/standaarden/20120314_Raamwerk_van_geo-
standaarden_versie_2.2_definitief.pdf 6 www.isotc211.org 7 www.opengeospatial.org
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 13
In Nederland ligt de aandacht vooral op de semantiek. De standaarden uit bovenstaande organisaties
worden semantisch ingevuld voor Nederland. Denk hierbij aan een bestemmingsvlak, kadastraal perceel,
etc. De algemene semantische afspraken zijn vastgelegd in NEN 3610. De verschillende
informatiemodellen zijn hier een verdiepingsslag van, zie Figuur 5.
Figuur 5 – Het stelsel van informatiemodellen
In de geo-informatie wordt sinds 2003 geharmoniseerd gewerkt aan een stelsel van informatiemodellen.
De sectoren zoals ruimtelijke ordening, topografie, kadaster, natuur, etc. houden zich aan de regels van
het basismodel geo-informatie, NEN 3610. NEN 3610 sluit weer aan op Inspire en de ISO 19100
standaarden. Op deze manier is een stevig ‘bouwwerk’ ontstaan dat onderling kan uitwisselen op de
verschillende niveaus en op hoofdlijnen dezelfde semantische taal spreekt.
De Inspire thema’s en de informatiemodellen zorgen tezamen voor ruim 50 informatiemodellen (ook wel
bronbestanden genoemd in de context van CB-NL).
De hoofdbegrippen uit deze informatiemodellen zijn opgenomen in bijlage GeoConceptRegister-20130506-
featureTypes_NL_2.
2.4.5 Nationaal geo-register/PDOK
Publieke Dienstverlening op de Kaart (PDOK)8 9 ontsluit digitale geodata van de overheid via webservices.
Meer dan veertig webservices met digitaal kaartmateriaal zijn al beschikbaar voor hergebruik. Dit zijn
grotendeels services op basis van open data en door iedereen kosteloos te gebruiken. Voor de overheid
8 http://www.geonovum.nl/dossiers/pdok 9 https://pdok.pleio.nl
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 14
geldt een gegarandeerd serviceniveau: PDOK Basis. Bedrijven gebruiken de services volgens een Fair Use
policy.
Publieke Dienstverlening op de Kaart is een samenwerking tussen de ministeries van Infrastructuur en
Milieu en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Rijkswaterstaat en het Kadaster. In vier jaar tijd
hebben zij een centrale overheidsvoorziening voor het ontsluiten van geodatasets van nationaal belang
gerealiseerd. Dit is een functionele, robuuste, betrouwbare voorziening met actuele data voorzien van
goede metadatering. De partners stellen daarnaast eisen aan een gegarandeerde en hoge kwaliteit,
leveringsbetrouwbaarheid en een continue dienstverlening. De data voldoet aan nationale en
internationale standaarden (2.4.4) en zijn te hergebruiken door publieke en private sector. Enkele
voorbeelden van de aanwezige datasets.
BRT Achtergrondkaart Bestuurlijke
grenzen
Top10NL Digitaal
topografisch
bestand
Natura 2000
Natuurbeschermings-
gebieden
Nationale parken Wetlands Nationaal Wegen
Bestand |
Vaarwegen
Nationaal Wegen
Bestand | Wegen
Nationaal Wegen
Bestand | Spoor
Nationaal
Hydrologisch
Instrumentarium
Actueel
Hoogtebestand
Nederland
Natuurmeting op
de Kaart
bestanden
Vaarweg-
kenmerken
Figuur 6 – Voorbeelden PDOK datasets
De meeste PDOK bestanden en webservices worden zonder drempels “open” aangeboden. Enkele diensten
zijn alleen voor specifieke doelgroepen toegankelijk. Dit wordt bepaald door het toegangsbeleid van de
bronhouders van de gegevensbestanden waarop de dienst (de webservice) is gebaseerd. Iedereen kan
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 15
gebruik maken van de “open” PDOK-diensten, dus zowel overheden als niet overheden. Wel is er een
verschil in de dienstenniveaus voor overheden en niet-overheden.
Figuur 7 – Nationaal georegister
U vindt de PDOK services via het Nationaal Georegister10. PDOK beheert deze wegwijzer naar geodatasets
in Nederland en is voor Europa de toegangspoort naar de nationale INSPIRE-data. In het Nationaal
Georegister vindt u naast verwijzingen naar de PDOK services momenteel ruim 6000 verwijzingen naar
Nederlandse datasets, waaronder ongeveer 250 webservices. In het nationaal register worden de datasets
uit de lokale of regionale (zoals het provinciaal georegister) verzameld. Het nationaal georegister is
daardoor de plek waar alle datasets van Nederland gevonden kunnen worden.
De webservices zijn na een eerste selectie opgenomen in de bijlagen “bijlage objecten_bib_v5.xls” en
“objecten_bib_v5.pdf”.
2.4.6 Open data
Geo-informatie is zoals eerder genoemd veelal beschikbaar vanuit de overheid. Omdat geo-informatie over
het algemeen feitelijke situaties beschrijft zijn vrijwel geen privacy aspecten van toepassing. Om deze
reden is veel overheidsinformatie als open data beschikbaar. Dit biedt veel kansen voor de B&U- en GWW-
sector omdat deze drempel voor gebruik betrekkelijk weinig van toepassing is.
10 www.nationaalgeoregister.nl
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 16
Hoofdstuk 3
Voorgestelde activiteiten
In dit hoofdstuk beschrijven we de standaarden die de basis vormen van de modellen en beschrijvingen
van geo-informatie. Dit is een benadering vanuit de geo-informatie (de data) zelf.
3.1 Opname begrippen in CB-NL
De CB-NL is het begrippenkader voor de B&U en GWW. De begrippen uit de Ruimtelijke Omgeving kunnen
hier een belangrijke bijdrage aan leveren. De Ruimtelijke Omgeving heeft veel geo-informatie beschikbaar
die wordt bijgehouden en beheerd, vooral door de overheid. Deze data is over het algemeen open.
Veel geo-informatie zijn wettelijk verplichte registraties waarvan een aantal geldt dat ook het gebruik
binnen de overheid verplicht is. CB-NL zal enerzijds met deze verplichtingen rekening dienen te houden en
anderzijds door hergebruik te maken van deze begrippen kunnen deze begrippen gebruikt en verrijkt
worden op het meer gedetailleerde niveau van GWW en B&U.
Hier is in de werkgroep Ruimtelijke Omgeving een lange discussie over geweest. Besloten is om de
begrippen op te nemen of vanuit CB-NL te verwijzen naar de informatiesets zelf.
Voor het kunnen bepalen van opnemen of verwijzen zijn de volgende criteria door de werkgroep
opgesteld.
Opname concept Ruimtelijke omgeving in CB-NL
• Is in gebruik in een substantieel deel van de B&U- en/of GWW-keten; en/of
• As-built heeft consequenties voor broninformatie Concept Ruimtelijke Omgeving; en/of
(parkeerplaats is revisie input voor de bijhouding van IMGeo)
• Concept (als begrip of definitie) is al aanwezig in CB-NL (komt in meer dan 1 bronbestand voor)
of heeft hier een sterke wisselwerking mee.
(het concept kunstwerk is al opgevoerd door de werkgroepen GWW en/of B&U en bestaat ook bij de
werkgroep RO)
Verwijzing vanuit CB-NL naar concepten Ruimtelijke Omgeving
• Beperkt tot één fase van het B&U en GWW-proces; en/of
• Concept (als begrip of definitie) komt niet voor in CB-NL; en/of
• Beheer concept kan beter buiten CB-NL liggen (bij bron) dan dubbel beheer door opname in CB-
NL.
Voor beide geldt dat het concept wel relevant moet zijn voor de B&U- en GWW-keten.
Werkwijze
De werkgroep Ruimtelijke Omgeving stelt de volgende acties voor. De modelleurs uit de programma
organisatie van CB-NL zullen deze begrippen opnemen in CB-NL. De vragen die de modelleurs hebben
worden besproken met inhoudelijk deskundigen. Dit kan een persoon zijn uit de werkgroep Ruimtelijke
Omgeving of komen te zijner tijd terug in de werkgroep.
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 17
BG1 Integraal opnemen van concepten Ruimtelijke Omgeving in CB-NL
De begrippen uit de volgende standaarden worden als bronbestanden aan de modelleurs van
CB-NL aangeboden voor integrale opname:
- NEN 2767-4
- IMGeo
- NLCS (die als uitkomst van activiteit HA-2 in de mapping zijn opgenomen)
- IMBOR (zodra gereed, zie HA3)
Benodigde acties:
BG1-1
Opnemen van begrippenkaders en relaties tussen de begrippen in CB-NL.
BG2 Asset lijst grote gemeenten
De grote gemeenten zijn een eigen werkgroep gestart onder CB-NL om ervoor zorg te dragen
dat de begrippen die voor gemeenten van belang zijn voor beheer en onderhoud in CB-NL
worden opgenomen. De gemeenten hechten er veel belang aan dat de aansluiting van
ontwerp en beheer op een goede manier plaatsvindt. Deelnemende gemeenten zijn
Amsterdam, Delft, Den Haag en Rotterdam.
De lijst is opgenomen in bijlage “Totaal_lijst_G3+bewerkt.xls”. Deze lijst is concept en zal
medio augustus definitief worden.
Vanaf een bepaalde fase ook CROW hierin betrekken om de relatie met IMBOR (HA3) goed af
te stemmen.
Benodigde acties:
BG2-1
Lijst compleet maken waarbij RSGB (Referentiestelsel Gemeentelijke Basisgegevens) in de
lijst wordt betrokken.
BG2-2
Prioriteren van de lijst grote gemeenten mbt opname CB-NL.
BG2-3
Opnemen van de begrippen in CB-NL op basis van prioriteitkeuzes en aanbrengen van
relaties met de andere begrippen van CB-NL.
BG3 Opnemen van verwijzing naar relevante informatiesets CB-NL
In bijlage objecten_bib_v5.xls en objecten_bib_v5.pdf zijn de verschillende informatiesets
opgenomen die voor de B&U- en GWW-sector volgens de werkgroep Ruimtelijke Omgeving
van belang zijn. Door de werkgroep Ruimtelijke Omgeving is een voorselectie gedaan omdat
er ruim 6000 datasets beschikbaar zijn, zie www.nationaalgeoregister.nl. Deze voorselectie
heeft in eerste instantie plaats gevonden op basis van nationale dekking (dus geen datasets
van een klein gebied of individuele gemeente), beschikbaarheid als service (dus online
bruikbaar) en betrouwbaarheid (de service is beschikbaar met een Service Level Agreement
(SLA) of op andere manieren zijn afspraken gemaakt over de beschikbaarheid van 24/7).
De overgebleven datasets (ongeveer 90) zijn geprioriteerd op relevantie voor de GWW- en
B&U-sector. Dit is gedaan vanuit de kennis die de werkgroep Ruimtelijke Omgeving heeft.
Deze concept lijst dient echter definitief gemaakte te worden in overleg met de werkgroepen
B&U en GWW. Bij voorkeur wordt door deze werkgroepen aangegeven welke dataset in welke
fase benodigd is.
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 18
Voorbeelden van mogelijke relevante datasets:
Benodigde acties:
BG3-1
In een werksessie met de GWW werkgroep en een werksessie met de B&U werkgroep
bepalen welke datasets van belang zijn en in welke fase deze gebruikt worden.
Ook de check bij GWW en B&U welke gegevens zij wensen die niet in deze datasets
voorkomen.
BG3-2
Uit deze werksessies kan blijken dat een aantal datasets in meerdere fasen voorkomen. Voor
deze datasets dient vervolgens bepaalt te worden welke begrippen uit deze datasets in CB-
NL opgenomen dienen te worden.
BG3-3
Opnemen van verwijzingen vanuit CB-NL naar de relevante datasets. Hierdoor wordt bereikt
dat deze datasets gebruikt gaan worden in de voorbereiding, uitvoering, etc.
BG4 Deels of later opnemen van begrippen
Nader onderzoek is benodigd welke begrippenkaders nog meer benodigd zijn in CB-NL. De
scheiding tussen opnemen in CB-NL en verwijzen uit CB-NL naar de informatieset zal voor
een aantal begrippen uit een informatieset veel genuanceerder liggen. Dit onderzoek is niet
uitgevoerd omdat hiervoor enerzijds de tijd ontbrak en anderzijds al zoveel werk komt uit de
begrippen die integraal kunnen worden opgenomen dat dit ook later kan.
Is benoemd als onderdeel van BG3, zie BG3-2
BG5 Indelingen CB-NL
Binnen Inspire, NEN 3610 zijn indelingen aanwezig die kunnen helpen in te hanteren indeling
van CB-NL. Denk hierbij aan:
- Indeling van informatiesets Ruimtelijke Omgeving zoals invloedsfeer, beperkingen,
etc.
- Indelingen die onderdeel kunnen zijn van de kernstructuur CB-NL waar de
verschillende brondefinities naar verwijzen
- Netwerkmodellen
- En mogelijk andere
Benodigde acties:
BG5-1
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 19
De indelingen van Inspire en NEN 3610 inbrengen bij de modelleurs van CB-NL.
BG6 Objectlijst informatiemodellen NEN 3610 en Inspire
Vanuit het project semantische afstemming zijn van de formeel beschreven
informatiemodellen alle geo-objecten (features) verzameld in een lijst. Dit zijn ruim 700
objecten. Deze lijst is opgenomen in bijlage GeoConceptRegister-20130506-
featureTypes_NL_2 en GeoConceptRegister-20130506-featureTypes_INSPIRE_Ax_II-III
(Annex I komt nog).
Deze lijst kan ondersteuning geven aan:
BG3-2/BG4
Het relateren van de CB-NL begrippen die uit B&U en GWW komen met vergelijkbare of
gelijke begrippen uit de Ruimtelijke Omgeving
Benodigde acties:
BG6-1
Continue vergelijken door de modelleurs van de CB-NL begrippen uit B&U en GWW met deze
lijst op gelijke en/of vergelijkbare begrippen.
3.2 Harmonisatie
Harmonisatie zijn voorstellen van mappings tussen 2 of meerdere standaarden die naast het leggen van
relaties tussen begrippen ook leiden tot mogelijke verbetervoorstellen van de standaarden zelf,
zogenaamde RFC (Request For Change). Door harmonisatie wordt getracht om de standaarden zelf beter
op elkaar af te stemmen waardoor op termijn het aantal begrippen reduceert. Ook al legt CB-NL relaties
aan tussen begrippen, fouten worden gauw gemaakt indien dezelfde begrippen verschillend heten
(bijvoorbeeld lichtmast en lantaarnpaal) of verschillende begrippen hetzelfde heten (bijvoorbeeld
ligplaats).
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 20
HA1 NEN 2767-4 en ruimtelijke omgevingsstandaarden
De norm NEN 2767-4 is een methodiek om de conditie van infrastructuur op objectieve en
eenduidige wijze te bepalen11. NEN 2767-4 is:
Krachtig hulpmiddel voor het beheer van infrastructuur
Objectief en praktisch toepasbaar
Geeft inzicht in actuele onderhoudssituatie
Input inzake het plannen, budgetteren en prioriteren van onderhoud
Hulpmiddel bij conditiesturing, zoals prestatiecontracten
In deze norm wordt de conditie opgehangen aan elementen en bouwdelen. Elementen zijn
gegroepeerd in categorieën waarbij elk element in meerdere categorieën mag terugkomen.
Bouwdelen zijn weer gegroepeerd per element en mogen bij meerdere elementen
terugkomen. Op deze manier ontstaat een flexibel systeem met maximaal hergebruik van
elementen en bouwdelen.
Tabel 2 – Voorbeeld structuur beheerobject - elementen
AB Aquaducten 105 Aarding- en bliksembeveiligingsinstallatie
AB Aquaducten 107 Afsluitboominstallatie
AB Aquaducten 110 Antivandalismevoorziening
AB Aquaducten 111 Bebording/bewegwijzering (statisch)
AB Aquaducten 112 Bedienings- en besturingssysteem
Tabel 3 – Voorbeeld structuur elementen - bouwdelen
131 Fauna uittreedplaats 1078 Bodem (waterbodem)
131 Fauna uittreedplaats 1134 Damwand-Bovenwatertalud
131 Fauna uittreedplaats 1135 Damwand-Onderwatertalud
131 Fauna uittreedplaats 1191 Filterconstructie
131 Fauna uittreedplaats 1228 Grondlichaam
IMGeo12 is een standaard voor topografie die bij de wet is vastgelegd. De BGT is een
basisregistratie op basis van IMGeo waarvoor geldt dat de overheid hiervan verplicht gebruik
moet maken. In IMGeo worden geometrische objecten met attributen vastgelegd voor
enerzijds een topografische kaart die als algemene basis voor veel thema’s dient en
anderzijds de geometrische beheerobjecten vormt voor bijvoorbeeld groen- en wegbeheer.
Links basis-topografie, rechts voorbeeld opnameregels geometrische begrenzing
Het is op voorhand niet wenselijk dat:
NEN2767-4 onvoldoende is afgestemd met IMGeo
11 http://www.nen2767-4.nl/ 12 http://www.geonovum.nl/dossiers/bgtimgeo/destandaard
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 21
IMGeo onvoldoende is afgestemd op de objecten waarop conditiemeting van het beheer
en onderhoud plaatsvindt.
Vooral omdat er zeer veel overlap is, denk aan steiger, erf, talud, aquaduct, begraafplaats,
beek, sloot, etc., etc.
Aan de andere kant zullen niet alle objecttype ’s goed op elkaar afgestemd kunnen worden.
Ieder heeft toch zijn eigen werkingsgebied. Om deze reden dienen de relaties tussen beiden
uitgewerkt en opgenomen te worden in CB-NL. Harmonisatie die bereikt wordt is te
beschouwen als extra winst.
Benodigde acties:
HA1-1
Leggen van relaties tussen NEN 2767-4 en IMGeo (uitgebreid met IMKL (informatiemodel
Kabels&:Leidingen) en IMSW (informatiemodel stedelijk water)).
Resultaat:
- Leggen van relaties tussen beide modellen (inclusief het benoemen van synoniemen
en homoniemen) waardoor het uitzoekwerk voor opname in de conceptenbibliotheek
reeds is verricht
- Check op andere NEN 2767 delen
- Request For Change (RFC) NEN 2767-4
- RFC IMGeo
HA1-2
Opnemen van relaties in CB-NL
HA2 NLCS – IMGeo
NLCS is een 2D CAD-Standaard voor de Nederlandse GWW-sector. De NLCS is en wordt sinds
2007 ontwikkeld door een aantal belangrijke partijen uit de sector. NLCS zorgt voor:
- meer eenheid in het tekenwerk binnen de sector te krijgen;
- de uitwisseling van (informatie in) digitale tekeningen tussen partijen in het
bouwproces te verbeteren;
- te voorkomen dat tekeningen binnen een project steeds weer opnieuw moeten
worden opgezet, omdat iedere betrokken partij een eigen “standaard” hanteert;
- te borgen dat digitale 2D tekeningen as built tot vijftien à twintig jaar na oplevering
nog bruikbaar zijn voor onderhoud en reconstructie13.
NLCS wordt o.a. binnen Prorail, Rijkswaterstaat, Defensie, diverse gemeenten en
ingenieursbureau’s gebruikt.
IMGeo is de standaard voor topografie (zie HA1).
13 http://www.nlcs-gww.nl/
As-is
As-
built
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 22
Door IMGeo te gebruiken voor ontwerp en revisie te hergebruiken voor de topografie uit
IMGeo ontstaat een proces dat beter en goedkoper is. Geonovum heeft hiervoor voorafgaand
aan CB-NL opdracht gegeven aan SBRCURnet als beheerder NLCS om een mapping te maken
van IMGeo naar NLCS en visa versa.
Benodigde acties:
HA2-1
- Mapping van NLCS naar IMGeo en visa versa
- RFC NLCS
- RFC IMGeo
HA2-2
Opnemen van relaties in CB-NL
HA3 IMBOR als uitbreiding op IMGeo
IMBOR staat voor een informatiemodel voor het beheer van de openbare ruimte. Het IMBOR
dient te beschrijven welke beheerinformatie moet worden vastgelegd en hoe die informatie
gekoppeld wordt aan de objecten uit BGT-IMGeo.
Het doel van het IMBOR is tweeledig:
- informatiemodel voor de beheerder van de openbare ruimte;
- informatiemodel voor de uitwisseling van beheerinformatie met BGT-IMGeo
IMBOR dient om de beheerder en beleidsmaker van de openbare ruimte te ondersteunen.
Het IMBOR richt zich op de volgende onderdelen van de openbare ruimte: verhardingen,
groen, verlichting, terreinmeubilair, riolering, kunstwerken.
CROW is eigenaar en beheerder van IMBOR. IMBOR is momenteel in ontwikkeling en zal eind
2014 beschikbaar zijn. De verwachting is dat IMBOR de methodiek zal worden die dan in de
diverse beheerpakketten voor openbare ruimte geïmplementeerd zal worden.
Deze activiteit is opgenomen onder harmonisatie omdat in het maken van IMBOR veel
bestaande CROW methodieken zoals beeldkwaliteit, wegsystematiek, groen, etc. en IMGeo
samenkomen. Op basis van IMBOR wordt ook de RAW bestek systematiek op object- en
elementniveau afgestemd.
Benodigde acties:
HA3-1
Het ontwikkelen van IMBOR voor het beheren van de openbare ruimte.
HA3-2
Afstemmen RAW bestek systematiek op IMBOR.
HA4 Ruimtetabel Stabu en ruimtelijke omgevingsstandaarden
De ruimtetabel van STABU is ontwikkeld op basis van o.a. NEN 3610 en bestaat voorlopig uit
een verzameling van termen met (grotendeels) definities uit verschillende bronnen. Er
hangen hier ook al een aantal tabellen in opzet om invulling aan aspecten te geven. De
aansluiting met CB-NL ligt aan de ene kant op gebied van termen, verderop ook aan invulling
met aspecten en de relatie met andere begrippen/systemen.
Benodigde acties:
HA4-1
Aansluiten van de ruimtetabel Stabu op de begrippen uit CB-NL. Mogelijk levert de
afstemming ook verbeteringen op voor de ruimtetabel of andere standaarden. Dit kan leiden
tot Request for changes.
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 23
3.3 Vindbaarheid en gebruik Ruimtelijke Omgevingsinformatiesets B&U en GWW
Uit ervaringen blijkt dat verschillende softwareleveranciers uit de GWW- en B&U-sector weinig tot geen
weet hebben van de verschillende datasets die de Ruimtelijke Omgeving heeft. Hierdoor wordt bij de start
van een bouwproject de data opnieuw ingewonnen die al beschikbaar is. Dit heeft 3 nadelen, namelijk
extra kosten (en daarmee vertraging), de data is anders (in semantiek en geometrische ligging) dan
datgene wat er al aan data is en niet alle beschikbare data wordt gebruikt (beperkt inzicht in de
ruimtelijke risico’s).
VB1 Portaal voor B&U en GWW?
In bijlage objecten_bib_v5.xls en objecten_bib_v5.pdf (zie BG3) zijn de ruimtelijke
omgevingssets opgenomen die voor de GWW en B&U van belang kunnen zijn.
Er zijn een aantal manieren om deze sets kenbaar te maken:
1. Door vanuit CB-NL hiernaar te verwijzen (voorgesteld in BG3); en/of
2. Opname van deze sets met URL, beknopte tekst en afbeelding op CB-NL website;
en/of;
3. Portaal waar deze informatiesets interactief in samenhang getoond kunnen worden.
Vanuit de verschillende branche organisaties (bouwend nederland, SBRCUR, etc.) kunnen
hier dan verwijzingen naar worden gemaakt.
Benodigde acties:
VB1-1
Bepalen op welke manier(en) de verschillende ruimtelijke omgevingssets vindbaar gemaakt
worden door:
- Demonstreren van de mogelijkheden van de ruimtelijke omgevingssets in een
viewer voor architecten, bouwers, civiel technici en andere relevante doelgroepen
- Op basis hiervan mogelijk een klein prototype te bouwen en kort te sluiten met
eerder genoemde doelgroepen
VB1-2
Bepalen keuze voor optie 1, 2 of 3.
VB2 Gebruik Ruimtelijke Omgevingsinformatie in B&U en GWW-software
Wanneer de Ruimtelijke Omgevingsinformatie rechtstreeks vanuit de software kan worden
benaderd zullen ontwerpers, planvoorbereiders, etc. deze informatie veel eerder gaan
gebruiken. Een aantal softwareleveranciers ondersteunen dit al. Geonovum heeft eerder
softwareleveranciers gestimuleerd om dit te ondersteunen en voor de gebruiker te
vergemakkelijken. Hier is erg positief op gereageerd en heeft ook deels geleid tot
softwareaanpassingen bij een aantal leveranciers. Doordat de groep nu veel groter is wordt
voorgesteld om de softwareleveranciers opnieuw te stimuleren en waar nodig beperkte
technische ondersteuning te leveren bij vragen.
Voorbeeld WMS buttons PDOK Bentley
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 24
Benodigde acties:
VB2-1
Kennissessies waarbij de leveranciers uitleg krijgen over de Ruimtelijke Omgevingsservices
en de mogelijkheden hiervan. Daarnaast ook benodigde technische ondersteuning voor
vragen, wellicht vermelding op website CB-NL voor degene die dit ondersteunen, etc.
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 25
3.4 Afstemming internationaal
De B&U, GWW en Ruimtelijke Omgeving (Geo) standaarden zoals in Nederland gebruikt zijn gebaseerd op
internationale standaarden.
B&U is gebaseerd op de standaarden van ISO/TC 59/SC 13 en Building Smart14. IFC (Industry Foundation
Classes) en bsDD (building smart Data Dictionary) zijn hiervan de belangrijkste in de context van CB-NL.
Voor GWW zijn internationaal weinig afspraken. LandXML15 is de enige bekende standaard voor Civiel.
LandXML wordt op dit moment niet onderhouden. Aan Building Smart en OGC is gevraagd of zij deze in
het productportfolio van standaarden willen opnemen.
Voor de geo-standaarden bestaan ISO/TC 21116 en OGC17 (Open Geospatial Consortium). Geo-
standaarden zijn breed. Dit zijn standaarden over uitwisselformaten, services, sensoren,
informatiemodellen, coordinaatsystemen en enkele semantische standaarden.
Zoals uit onderstaande activiteiten blijkt zijn er veel parallelle initiatieven met de nodige overlap. Dit komt
omdat de partijen de noodzaak tot integratie GIS-BIM zien maar nog niet precies weten hoe dit op te
pakken.
Voor CB-NL is het belangrijk om van deze initiatieven te weten, richting te weten en mogelijk op
belangrijke ontwikkelingen te sturen. Dit kan alleen door goed vertegenwoordigd te zijn in BuildingSmart
en OGC zodat invloed kan worden uitgeoefend op deze standaarden en de onderlinge samenhang.
IN1 Afstemming Building Smart en OGC
OGC en Building Smart hebben een MoU getekend18. Dit MoU is de basis om een betere
afstemming te krijgen tussen GIS en BIM.
Ondanks dit MoU zijn er nog geen initiatieven tot harmonisatie. Goed punt daarentegen is
wel dat de organisaties elkaar makkelijk kunnen vinden.
Het is zaak om onze punten via dit MoU op de agenda te krijgen.
Benodigde acties:
IN1-1
GIS-Civil integratie
Tijdens de OGC meeting in maart 2013 was er een gemeenschappelijke Civil summit onder
leiding van OGC en Building Smart. In deze sessie zijn de volgende afspraken gemaakt.
Er wordt een roadmap (zie bijlage Roadmap BuildingSMART - OGC for Infrastructure)
gemaakt voor een GIS-Civil integratie. Onderzoek naar overgang van LandXML in CityGML en
IFC.
Komende 2 jaar deze integratie in een versnelling brengen.
IN1-2
14 http://www.buildingsmart.org/ 15 http://www.landxml.org/contact2.aspx 16 www.isotc22.org/ 17 www.opengeospatial.org/ 18 http://www.buildingsmartalliance.org/index.php/bsa/newsevents/news/Entry/ogc-institute-updated-
mou
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 26
Afstemming tussen de bsDD en semantiek zoals gebruikt in CityGML en mogelijk andere
informatiemodellen.
IN1-3
IFC voor infra koppelen aan 3D DWG groep OGC
Dit initiatief van IFC richt zich op IFC voor infra. Op dit moment zijn IFC for bridges en IFC
for tunnels uitgewerkt. Bridges en Tunnels komen ook voor in CityGML, de standaard waar
IMGeo op gebaseerd is. Door te zorgen dat beide standaarden op elkaar aansluiten wordt
divergentie voorkomen. Intussen is OGC alweer gestart met utilities.
IN1-1 en IN1-3 dienen direct aan elkaar gerelateerd te worden.
IN2 Ad Hoc group GIS-BIM integration
Experts van ISO/TC 59/SC 13 en ISO/TC 211 definiëren in 2013 gezamenlijk de activiteiten
van afstemming.
Benodigde acties:
IN2-1
Advies is om als Geonovum en Stabu hierin te participeren.
Rapportage werkgroep Ruimtelijke Omgeving 27
Bijlage 1 Planning
De planning is ook als excel aanwezig in dezelfde dropbox directory als deze rapportage.
La
ats
te u
pd
ate
: 5-0
7-2
01
3
2013
2014
Activ
iteite
nTa
akn
r.
Inze
t pro
gra
mm
a C
B-N
L
(d
ag
en
)
Inh
uu
r en
/o
f in-kin
d b
ijdra
ge
(g
eld
)ju
nju
la
ug
se
po
kt
no
vd
ec
jan
feb
mrt
ap
rm
ei
jun
jul
au
gse
po
kt
no
vd
ec
Inte
gra
al o
pnem
en v
an c
oncepte
n R
uim
telijk
e O
mgevin
g in
CB-NL
BG
1
Opnem
en v
an b
egrip
penkaders
en re
latie
s tu
ssen d
e b
egrip
pen in
CB-NL.
BG1-1
20
Asset lijs
t gro
te g
em
eente
nB
G2
Prio
ritere
n v
an d
e lijs
t gro
te g
em
eente
n m
bt o
pnam
e C
B-NL.
BG2-1
word
t al in
-kin
d g
ele
verd
(40)
Opnem
en v
an d
e b
egrip
pen in
CB-NL o
p b
asis
van p
riorite
itkeuzes e
n a
anbre
ngen v
an re
latie
s m
et d
e
andere
begrip
pen v
an C
B-NL
BG2-2
10
Opnem
en v
an v
erw
ijzin
g n
aar re
levante
info
rmatie
sets
CB-NL
BG
3
In e
en w
erk
sessie
met d
e G
WW
werk
gro
ep e
n e
en w
erk
sessie
met d
e B
&U w
erk
gro
ep b
epale
n w
elk
e
data
sets
van b
ela
ng z
ijn e
n in
welk
e fa
se d
eze g
ebru
ikt w
ord
en. O
ok d
e c
heck b
ij GW
W e
n B
&U
welk
e g
egevens z
ij wensen d
ie n
iet in
deze d
ata
sets
voork
om
en.
BG3-1
2in
-kin
d b
ijdra
ge v
erw
acht v
an
GW
W, B
&U e
n R
O (1
0)
Uit d
eze w
erk
sessie
s k
an b
lijken d
at e
en a
anta
l data
sets
in m
eerd
ere
fasen v
oork
om
en. V
oor d
eze
data
sets
die
nt v
erv
olg
ens b
epaalt te
word
en w
elk
e b
egrip
pen u
it deze d
ata
sets
in C
B-NL
opgenom
en d
ienen te
word
en.
BG3-2
8in
-kin
d b
ijdra
ge v
erw
acht v
an
GW
W, B
&U e
n R
O (2
0)
Opnem
en v
an v
erw
ijzin
gen v
anuit C
B-NL n
aar d
e re
levante
data
sets
. Hie
rdoor w
ord
t bere
ikt d
at
deze d
ata
sets
gebru
ikt g
aan w
ord
en in
de v
oorb
ere
idin
g, u
itvoerin
g, e
tc.
BG3-3
20
in-kin
d b
ijdra
ge v
erw
acht v
an
GW
W, B
&U e
n R
O (1
0)
Deels
of la
ter o
pnem
en v
an b
egrip
pen
BG
4
Zie
BG3-2
Topstru
ctu
ur C
B-NL
BG
5
De in
delin
gen v
an In
spire
en N
EN 3
610 in
bre
ngen b
ij de m
odelle
urs
van d
e to
pstru
ctu
ur C
B-NL.
BG5-1
5
Obje
ctlijs
t info
rmatie
modelle
n N
EN 3
610 e
n In
spire
BG
6
Contin
ue v
erg
elijk
en d
oor d
e m
odelle
urs
van d
e C
B-NL b
egrip
pen u
it B&U e
n G
WW
met d
eze lijs
t op
gelijk
e e
n/o
f verg
elijk
bare
begrip
pen.
BG6-1
5
NEN 2
767-4 e
n ru
imte
lijke o
mgevin
gssta
ndaard
en
HA
1
Leggen v
an re
latie
s tu
ssen N
EN 2
767-4 e
n IM
Geo (u
itgebre
id m
et IM
KL (in
form
atie
model
Kabels
&:L
eid
ingen) e
n IM
SW
(info
rmatie
model s
tedelijk
wate
r)) + R
FC N
EN 2
767-4 e
n IM
Geo
HA1-1
20000
Opnem
en v
an re
latie
s in
CB-NL
HA1-2
5
NLCS -
IMGeo
HA
2
Mappin
g N
LCS -
IMGeo e
n R
FC N
LCS e
n IM
Geo
HA2-1
Deze k
oste
n w
ord
en a
l gedra
gen
door G
eonovum
Opnem
en v
an re
latie
s in
CB-NL
HA2-2
5
IMBO
R a
ls u
itbre
idin
g o
p IM
Geo
HA
3
Het o
ntw
ikkele
n v
an IM
BO
R v
oor h
et b
ehere
n v
an d
e o
penbare
ruim
te.
HA3-1
Deze k
oste
n w
ord
en a
l gedra
gen
door C
RO
W
Afs
tem
men R
AW
beste
k s
yste
matie
k o
p IM
BO
R.
HA3-2
Deze k
oste
n w
ord
en a
l gedra
gen
door C
RO
W
Ruim
teta
bel S
tabu e
n ru
imte
lijke o
mgevin
gssta
ndaard
en
HA
4
Duid
elijk
heid
krijg
en o
ver n
ut e
n n
oodzaak ru
imte
tabel S
tabu. O
p b
asis
hie
rvan b
eslis
sen w
elk
e v
an
de b
ovensta
ande v
erv
olg
actie
s b
enodig
d z
ijn.
HA4-1
2
Porta
al v
oor B
&U e
n G
WW
?V
B1
Bepale
n o
p w
elk
e m
anie
r(en) d
e v
ers
chille
nde ru
imte
lijke o
mgevin
gssets
vin
dbaar g
em
aakt w
ord
en.
VB1-1
10
in-kin
d b
ijdra
ge v
erw
acht v
an
GW
W, B
&U e
n R
O (5
)
Verv
olg
actie
s o
p b
asis
van V
B1-1
VB-2
PM
PM
Gebru
ik R
uim
telijk
e O
mgevin
gsin
form
atie
in B
&U e
n G
WW
-softw
are
VB
2
Kennis
sessie
sw
aarb
ijde
levera
ncie
rsuitle
gkrijg
en
over
de
Ruim
telijk
eO
mgevin
gsserv
ices
en
de
mogelijk
heden
hie
rvan.
Daarn
aast
ook
benodig
de
technis
che
onders
teunin
gvoor
vra
gen,
wellic
ht
verm
eld
ing o
p w
ebsite
CB-NL v
oor d
egene d
ie d
it onders
teunen, e
tc.
VB2-1
10
in-kin
d b
ijdra
ge v
erw
acht v
an
GW
W, B
&U e
n R
O (1
0)
Afs
tem
min
g B
uild
ing S
mart e
n O
GC
IN1
GIS
-Civ
il inte
gra
tieIN
1-1
Deze k
oste
n w
ord
en a
l gedra
gen
door G
eonovum
Afs
tem
min
gtu
ssen
de
bsDD
en
sem
antie
kzoals
gebru
ikt
inCity
GM
Len
mogelijk
andere
info
rmatie
modelle
n.
IN1-2
Bij v
oork
eur in
-kin
d d
oor S
tabu
(5) e
n G
eonovum
IFC v
oor in
fra k
oppele
n a
an 3
D D
WG g
roep O
GC
IN1-3
Bij v
oork
eur in
-kin
d d
oor S
tabu
(2) e
n G
eonovum
Ad H
oc g
roup G
IS-BIM
inte
gra
tion
IN2
Advie
s is
om
als
Geonovum
en S
tabu h
ierin
te p
artic
ipere
n.
IN2-2
Bij v
oork
eur in
-kin
d d
oor S
tabu
(2) e
n G
eonovum
Tota
al: 1
02 d
agen (+
PM
VB-2)
In-kin
d (1
04 d
agen) e
n 2
0.0
00