Geloven jullie nog steeds niet?(Mc. 4, 40)
Aan storm en wind klinkt nu de vraag:
waai goede geest naar ons vandaag.
Til weg van ons met grote kracht
de hebzucht alle man en macht.
Aan alle water om ons heen:
verzoek om wat gestorven scheen
opnieuw te wassen, schoon te slaan
en als herboren op doen staan.
Aan alle wolken hoog en laag
dit lied om regen voor vandaag:
stort over mensen hart en geest,
opdat hier ooit de vrede heerst.
Het woord van God, tot hiertoe doorverteld,
is niet te hoog of veel te ver gegrepen.
Het is niet door een vreemde opgesteld,
die ons met wet en orde af wil schepen.
Het komt van iemand die ons kent en telt,
een God die ons uit storm en nood wil slepen.
Hij wil dat wij elkaar tot leven zijn,
de aarde maken tot het land van allen.
Hij roept ons weg uit elke doodswoestijn,
daar waar uit haat en hebzucht lijken vallen.
Hij hoopt dat wij toch ooit zijn schepping zijn
en niet zijn vreugde om de mens vergallen.
geloofsbelijdenis
Dit schip waarin wij zijn
opvarend naar - Gij weet:
een berg van brood en wijn?
een stad die naar U heet?
Dit ruim in zee van tijd
waarin wij dood-bevreesd
de stormen horen slaan,
de hoefslag van het Beest.
Dit lichtdoorschenen lijf
waar onze ziel zich schikt
als in een gastverblijf;
waar Gij ons weegt en wikt
in Uw genade-hand,
Gij ons gebiedt en smeekt
te doen gerechtigheid,
opdat Uw dag aanbreekt
tafelgebed