Thema ‘rapporteren’
Differentiatie
Inspiratie
RAPPORT IN GROEIDOOS – WIJNBERGSCHOOL
Thema ‘rapporteren’
Differentiatie
Inspiratie
Uitleg scores: kiem = onvoldoende, jonge boom = basisdoelen, boom = basis + 20% uitbreidings- of verdiepingsdoelen, bos = 50% uitbreidingsdoelen RAPPORT – DE STUDIO
Thema ‘rapporteren’
Differentiatie
Inspiratie
Uitleg: op de twee rapporten worden niet evenveel items beoordeeld.
TWEE RAPPORTEN – FREINETSCHOOL DE SPEELPLANEET
“Voor meetkunde zijn we met iets bezig. Bij de ene lukt dat niet. We gaan remediëren, we gaan dit dan nog niet beoordelen. We gaan dat niet tonen op het
rapport. Dit wordt dan geen item op het rapport.”
NELE – FREINETSCHOOL DE SPEELPLANEET
Thema ‘rapporteren’
Differentiatie
Besluit
Uit de inspiraties blijkt dat aandacht hebben voor verschillen tussen leerlingen, ook een plaats kan krijgen op het rapport. Dit zorgt ervoor dat elke leerling een
rapport ‘op maat’ krijgt, met een overzicht van persoonlijke informatie over waar hij op dat moment staat in zijn globale leerproces.
Thema ‘doelen’ – basis-uitbreiding
Thema ‘differentiërende werk- en organisatievormen’ – inspelen op verschillen
Thema ‘evalueren’ – differentiatie
Praktijkopdracht
1. Neem rapporten van één klas of vak erbij en ga na of je bij de rapportering differentieert. Bekijk of er voor de leerlingen verschillende leergebied-
/vakonderdelen of doelen vermeld worden, of er sprake is van basis- en uitbreidingsdoelen en of melding gemaakt wordt van eventuele aanpassingen
die voor een bepaalde leerling gelden.
2. Wissel je ideeën hierover uit met je collega’s en/of een beleidsmedewerker van de school.
Thema ‘rapporteren’
Geen vergelijkingen
Inspiratie
"De leerlingen worden uiteraard niet met elkaar vergeleken. Dat is zeker ‘not done’. Wij maken geen gemiddeldes, geen vergelijkingen
tussen leerlingen. We werken met evolutie, dat zit ook in onze visie. De bedoeling is om een brede evaluatie aan te bieden en de evolutie
in kaart te brengen. … Doelgericht werken, dus feedback is ook altijd op zo’n manier geformuleerd dat het de leerling verder helpt.
Feedback waar leerlingen niet verder mee geraken of die een negatief effect heeft op het zelfvertrouwen, wordt hier niet gegeven. Dus
het is ook altijd feed up, feed forward, feedback, die drie elementen … ."
LODEWIJCK – DE STUDIO
Thema ‘rapporteren’
Geen vergelijkingen
Inspiratie
"Vandaar dat we gezegd hebben ‘die punten met die gemiddeldes van jij zit er boven en jij zit er onder, dat geeft altijd zo een raar
gevoel’. Dus het vergelijken met elkaar is sterk verminderd, getuigen de kinderen zelf. … En het deed mij wel deugd dat die kinderen
heel spontaan vertelden dat zij wel zeer blij zijn dat ze niet meer zo veel met elkaar vergeleken worden … Ik denk doordat je minder
procenten, geen gemiddelden meer berekent, dat die concurrentie tussen elkaar veel minder leeft. ”
DORINE – WIJNBERGSCHOOL
Thema ‘rapporteren’
Geen vergelijkingen
Besluit
Uit de inspiraties komt naar voor dat al de scholen bewust kiezen om geen vergelijkingen tussen leerlingen op te nemen in het rapport. Ze doen dit vanuit de visie dat vergelijkingen met andere leerlingen geen meerwaarde heeft.
Praktijkopdracht
1. Neem een rapport erbij en ga na of er een gemiddelde, mediaan of andere rangorde vermeld wordt. 2. Ga na welke argumenten pro en contra voor jou het belangrijkst zijn. 3. Bespreek dit met je collega’s en/of een beleidsmedewerker van de school.
Thema ‘rapporteren’
Gesprekken met leerlingen
Inspiratie
“De rapporten worden altijd besproken samen met de leerling. Elke leerling komt bij mij. We bespreken het rapport: wat is goed gegaan,
wat is niet zo goed gegaan en dan halen we er een werkpunt uit. Een werkpunt voor het volgend trimester, voor de volgende periode.
Dat werkpunt wordt op een blad papier in de bank gekleefd en iedere keer dat ze hun bank open doen, zien ze hun werkpunt. Dat is ook
niet iets dat opgelegd is door ons, neen, het wordt besproken samen met de leerling. We komen er samen toe, met de leerlingen.”
GEERT – DE KIEM
Thema ‘rapporteren’
Gesprekken met leerlingen
Inspiratie
“De vrijdagvoormiddag voor de vakantie komen de leerlingen allemaal naar school. Ze moeten twee feedbackgesprekken voeren. Ofwel
kiezen ze voor een vak waarover er geen examen, ofwel voor een vak met examen. De leerlingen voeren minstens twee gesprekken,
maar er zijn heel wat leerlingen die meer gesprekken voeren. De leerkrachten zitten verspreid over heel de school, elk in een lokaal. Elke
leerkracht kan zelf beslissen ‘ik wil de leerling individueel spreken of ze mogen in groepjes komen’. Leerling en leerkracht kijken samen
naar het examen aan de hand van een feedbackdocument met gerichte vragen.”
Zie filmfragment ‘feedbackgesprek‘
KATRIEN – LEIEPOORT CAMPUS SINT-VINCENTIUS
Thema ‘rapporteren’
Gesprekken met leerlingen
Inspiratie
Uitleg: twee maal per jaar wordt naar aanleiding van het groeigesprek de groeikaart ingevuld door de leerkracht en de
leerling.
GROEIKAART – WIJNBERGSCHOOL
Thema ‘rapporteren’
Gesprekken met leerlingen
Inspiratie
LEIDRAAD FEEDBACKGESPREK – LEIEPOORT CAMPUS SINT-VINCENTIUS
Thema ‘rapporteren’
Gesprekken met leerlingen
Besluit
Uit de inspiraties blijkt dat de scholen door middel van gesprekken over het rapport veel belang hechten aan een open communicatie met de leerlingen en
ernaar streven om de leerlingen zoveel mogelijk inspraak te geven. Tijdens deze gesprekken bespreken leerkracht en leerling samen het leerproces en –
resultaat. Vaak wordt een ondersteunend document gebruikt om het gesprek te sturen, om de besproken inhoud vast te zetten en er later op terug te komen.
Thema ‘evalueren’ – actieve rol leerlingen
Thema ‘evalueren’ – gesprekken met leerlingen
Praktijkopdracht
1. Zoek uit of je op school gesprekken naar aanleiding van het rapport voert.
2. Bedenk de zinvolheid van deze gesprekken voor het groeiproces van de leerlingen.
3. Weeg af welke implicaties op praktisch-organisatorisch vlak het voeren van deze gesprekken met zich meebrengt.
4. Wissel je ervaringen en/of ideeën met collega’s of beleidsmedewerkers van de school uit.
Thema ‘rapporteren’
Vorm- en scoresysteem
Inspiratie
“Een doelenrapport is veel werk. Waar wij mee worstelen, maar dat is bij elke school zo die afstapt van punten, dat is dat de leerplannen onvoldoende duidelijk
zijn over wat de essentie is om te slagen in de a-stroom. De leerkrachten moeten dat zelf uitvinden, doen dat ook en ik heb vertrouwen in die mensen, maar een
zekere objectivering op dat vlak is niet slecht, denk ik. … Nu, mensen die met punten werken, doen eigenlijk hetzelfde, maar ze beseffen het niet omdat je denkt
als je er een punt aan geeft, dat dat geobjectiveerd is, maar dat is natuurlijk niet waar. … Als je hier bijvoorbeeld een kiem geeft aan leerling voor een bepaald
doel, wat zijn daar de succescriteria? Vanaf wanneer ben je een eik? Nu, iedere leerkracht moet dat doen en het puntensysteem moet dat ook doen, als je zegt
dat is hier vijf punten voor dat vraagstuk, waarop slaan die vijf punten? Dan doe je eigenlijk hetzelfde. Maar ik vind dat daar meer objectiviteit in mag zitten.”
LODEWIJCK – DE STUDIO
Uitleg scores: kiem = onvoldoende, jonge boom = basisdoelen, boom = basis + 20% uitbreidings- of verdiepingsdoelen, bos = 50% uitbreidingsdoelen
RAPPORT – DE STUDIO
Thema ‘rapporteren’
Vorm- en scoresysteem
Inspiratie
“Ik had hier onlangs een programma gezien waar leerlingen eigenlijk met smileys beoordeeld werden. Er werd geen cijfer meer op
geplakt maar een bepaalde code, ‘het is goed of het is minder goed’. Maar langs de andere kant denk ik dan ‘hoe bepaal je dat iets goed
is, dan ga je toch terug naar cijfers en kun je hen beter gewoon de waarheid vertellen’. … En in je commentaar kun je dan wel heel
duidelijk maken van ‘oké, je hebt misschien maar een vijf, maar we weten dat je voor die vijf keihard gewerkt hebt’. Ik vind dat je soms
ook wel zaken bij naam mag noemen.
SANNE – AUTONOME MIDDENSCHOOL
Thema ‘rapporteren’
Vorm- en scoresysteem
Inspiratie
“De meerwaarde voor de leerlingen die het moeilijker hebben is duidelijk: ze zien niet meer staan ‘2/10’ of ‘dit kan beter’ of ‘3/10: je
hebt je niet goed ingezet’. De leerling heeft zich misschien wel goed ingezet, dat weten wij niet. Dus voor deze kinderen is dat zeker
motiverender. Zij worden niet meer altijd maar geconfronteerd met hun grenzen ‘dit kan jij niet’, vertaald naar kindertaal ‘jij bent dom’.
Plus, ze krijgen feedback ‘wat kan ik wel en nog niet, waar moet ik nog aan werken, wat zijn mijn werkpunten’. Ze worden niet met hun
neus op de tekorten gedrukt, maar ze worden er wel op gewezen: hier kun je nog aan werken. Hier kan jij nog verder in een proces
evolueren.”
GEERT – DE KIEM
Thema ‘rapporteren’
Vorm- en scoresysteem
Inspiratie
“De functie van de groeidoos is om het leren … om die groei, zoals
dat plantje daar, in kaart te brengen: ‘hoe zit het met die groei,
gaat het de goeie kant op, moeten we bijsturen’. … Het feit dat de
leerlingen dat heel ernstig nemen, meer dan vroeger getuigt dat ze
zich meer betrokken voelen en voelen van ‘ja, het is wel mijn
rapport, het is wat ik bereikt heb en dat zit nu in mijn groeidoos’.
De fierheid op hun groeidoos is stilaan meer en meer aan het
groeien. En we voelen dat kinderen meer en meer, wat wij dan met
een groot woord zeggen, eigenaar van hun leren worden. Maar
natuurlijk gaat dat over een groeiproces. Dat gaat van de eerste
leerjaar tot zesde maar je voelt toch wel dat ze meer en meer de
juiste woorden vinden en de juiste toon om te evalueren.”
HANS – WIJNBERGSCHOOL KAFT GROEIDOOS MET RAPPORTEN – WIJNBERGSCHOOL
Thema ‘rapporteren’
Vorm- en scoresysteem
Inspiratie
KAFT GROEIDSOOS MET RAPPORTEN – WIJNBERGSCHOOL
Thema ‘rapporteren’
Vorm- en scoresysteem
Inspiratie
RAPPORT IN GROEIDOOS – WIJNBERGSCHOOL
Thema ‘rapporteren’
Vorm- en scoresysteem
Inspiratie
RAPPORT – DE KIEM
Thema ‘rapporteren’
Vorm- en scoresysteem
Inspiratie
RAPPORT – FREINETSCHOOL DE SPEELPLANEET
Thema ‘rapporteren’
Vorm- en scoresysteem
Besluit
Uit de inspiraties blijkt dat de discussie over een kwalitatieve rapportering blijft leven. De zoektocht naar een evenwicht tussen een rapport waarbij enerzijds de
leerlingen en ouders zoveel mogelijk informatie krijgen en anderzijds een haalbare taak blijft voor de leerkracht, is niet eenvoudig.
Vaak worden er leergebied- of vakonderdelen en/of doelen vermeld, is er ruimte voor woordelijke feedback en wordt er kritisch nagedacht over een code- of
scoresysteem. Om een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van het leerproces van de leerlingen, worden bovenstaande manieren met elkaar gecombineerd.
Thema ‘doelen’ – brede doelen
Praktijkopdracht
1. Neem rapporten erbij en bestudeer de structuur van het rapport: ga na op welke manier de leergebied-/vakonderdelen en/of doelen opgesomd
worden, of er en hoeveel ruimte voorzien is voor woordelijke feedback en welk code- of scoresysteem gebruikt wordt. 2. Bespreek met je collega’s en/of een beleidsmedewerker van de school je ervaringen met het rapport van de school. 3. Overleg met collega’s en/of een beleidsmedewerker van de school welke elementen van het rapport voor jullie het belangrijkst zijn.
Thema ‘rapporteren’
Woordelijke feedback
Inspiratie
“Op het rapport schrijven we vooraan altijd een positieve boodschap, je benadert het kind positief. Ook bij commentaren die we geven,
proberen we altijd positief te zijn, zonder natuurlijk de waarheid te verdoezelen. Als het kind iets niet kan, gaan we dat ook zeggen.
Onze commentaren zeggen zoveel meer dan 2/10. Onze commentaren zeggen ook
veel meer dan ‘10/10, goed zo’.”
GEERT – DE KIEM
Thema ‘rapporteren’
Woordelijke feedback
Inspiratie
"Wij hameren er telkens weer op, bij elk rapport, dat élke leerkracht waarderende en functionele commentaren schrijft, omdat wij dat veel
belangrijker vinden dan een cijfer: een zeven, is dat goed of is niet goed, voor jou misschien wel, voor mij misschien niet. Over die waarderende en
functionele commentaren hebben we nascholingen gevolgd en we hebben er het ook heel vaak over in personeelsvergaderingen. Elke keer in het
begin van het schooljaar herhalen we dat. …Wij zetten ook standaardzinnetjes klaar in de rapporten die de leerkrachten kunnen aanklikken, dit is
een hulp voor minder talige leerkrachten. De leerkrachten kunnen de zinnen wel nog wat aanpassen, maar we geven tips daarrond en ook
voorbeelden. … Ik moet zeggen, dat is echt mijn stokpaardje, ik wil dat erdoor krijgen want de ouders vinden dat zó belangrijk. Wij zien de
leerlingen eerst kijken naar de commentaren, dan pas naar de punten. Toch vind ik, kunnen nog meer commentaren geschreven worden. Het is zeer
veel werk, het is vooral zeer veel werk om goede commentaren te schrijven en de ene leerkracht is daar al vlotter in dan de andere. … Maar het is al
zo ver gekomen, gelukkig, dat je nooit meer zien staan ‘jij kan beter uitroepteken’ of ‘jammer’. Verschrikkelijk."
KATRIEN – LEIEPOORT CAMPUS SINT-VINCENTIUS
Thema ‘rapporteren’
Woordelijke feedback
Inspiratie
Uitleg scores:
kiem = onvoldoende,
jonge boom = basisdoelen,
boom = basis + 20% uitbreidings- of verdiepingsdoelen,
bos = 50% uitbreidingsdoelen
RAPPORT – DE STUDIO
Thema ‘rapporteren’
Woordelijke feedback
Inspiratie
RAPPORT – WIJNBERGSCHOOL
Thema ‘rapporteren’
Woordelijke feedback
Inspiratie
LEIEPOORT CAMPUS SINT-VINCENTIUS
Thema ‘rapporteren’
Woordelijke feedback
Inspiratie
FREINETSCHOOL DE SPEELPLANEET
Thema ‘rapporteren’
Woordelijke feedback
Besluit
In de inspiraties zien we het gebruik van constructieve woordelijke feedback op het rapport vaak terugkomen. De scholen doen dit vanuit de overtuiging dat woordelijke feedback de leerling en ouders méér informatie geeft, dan louter een score, punt, kleur… De woordelijke feedback geeft aan waar de leerling op dat moment staat én welke mogelijke stappen de leerling kan ondernemen om te groeien in de toekomst.
Praktijkopdracht
1. Neem rapporten erbij en ga na of de leerling met behulp van de informatie die er in staat, concreet weet waar hij staat in zijn leerproces en weet wat hij
kan doen om verder te groeien. 2. Bestudeer in een volgende stap de woordelijke feedback. Overleg met collega’s wat voor jullie goede en minder goede feedback is.