TITEL II VAN HET VLAREM BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING
VAN 1 JUNI 1995 HOUDENDE ALGEMENE EN SECTORALE BEPALINGEN INZAKE MILIEUHYGIËNE
(B.S. 31 juli 1995)
Gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van: 6 september 1995 (B.S. 29 september 1995), 26 juni 1996 (B.S. 3 juli 1996), 3 juni 1997 (B.S. 25 juli 1997), 17 december 1997 (B.S. 24 januari 1998 en 16 april 1998), 24 maart 1998 (B.S. 30 april 1998, tweede editie), 6 oktober 1998 (B.S. 20 oktober 1998), 19 januari 1999 (B.S. 31 maart 1999, eerste editie), 15 juni 1999 (B.S. 4 september 1999), 3 maart 2000 (B.S. 3 juni 2000), 17 maart 2000 (B.S. 17 mei 2000), 17 juli 2000 (B.S. 5 augustus 2000), 13 oktober 2000 (B.S. 7 februari 2001), 19 januari 2001 (B.S. 30 maart 2001), 20 april 2001 (B.S. 10 juli 2001), 20 april 2001 (B.S. 31 augustus 2001, tweede editie), 13 juli 2001 (B.S. 19 september 2001), 18 januari 2002 (B.S. 14 februari 2002, derde editie), 25 januari 2002 (B.S. 19 februari 2002), 31 mei 2002 (B.S. 19 juni 2002, tweede editie), 14 maart 2003 (B.S. 14 april 2003, besluiten (1) en (2)), 21 maart 2003 (B.S. 1 augustus 2003), 19 september 2003 (B.S. 10 oktober 2003), 28 november 2003 (B.S. 13 februari 2004, eerste editie), 5 december 2003 (B.S. 30 april 2004), 12 december 2003 (B.S. 13 februari 2004, tweede editie), 9 januari 2004 (B.S. 18 maart 2004), 6 februari 2004 (B.S. 1 april 2004), 26 maart 2004 (B.S. 28 juni 2004, tweede editie) 2 april 2004 (B.S. 4 juni 2004), 23 april 2004 (B.S. 30 juni 2004, eerste editie, erratum B.S. 15 oktober 2004, tweede editie), 23 april 2004 (B.S. 5 augustus 2004), 14 mei 2004 (B.S. 16 juli 2004, eerste editie), 14 juli 2004 (B.S. 8 oktober 2004), 4 februari 2005 (B.S. 28 februari 2005), 7 januari 2005 (B.S. 3 mei 2005, eerste editie), 22 juli 2005 (B.S. 31 augustus 2005, tweede editie), 27 januari 2006 (B.S. 24 februari 2006, derde editie), 12 mei 2006 (B.S. 30 juni 2006, derde editie), 15 september 2006 (B.S. 28 december 2006), 8 december 2006 (B.S. 25 januari 2007, tweede editie), 8 december 2006 (B.S. 14 februari 2007), 8 december 2006 (B.S. 27 april 2007, tweede editie), 22 december 2006 (B.S. 6 maart 2007), 9 februari 2007 (B.S. 22 maart 2007), 7 december 2007 (B.S. 21 december 2007, tweede editie), 21 maart 2008 (B.S. 5 mei 2008),
Titel II van het VLAREM - gecoördineerde versie 23 februari 2011
14 december 2007 (B.S. 22 april 2008), 7 maart 2008 (B.S. 21 mei 2008), 9 mei 2008 (B.S. 23 juni 2008), 6 juni 2008 (B.S. 25 augustus 2008), 19 september 2008 (B.S. 27 januari 2009), 16 januari 2009 (B.S. 17 februari 2009), 20 februari 2009 (B.S. 8 april 2009, tweede editie), 24 april 2009 (B.S. 15 juli 2009), 30 april 2009 (B.S. 25 juni 2009), 19 juni 2009 (B.S. 28 augustus 2009), 4 september 2009 (B.S. 22 oktober 2009, tweede editie), 4 september 2009 (B.S. 27 oktober 2009), 20 november 2009 (B.S. 23 februari 2010), 21 mei 2010 (B.S. 9 juli 2010), 19 november 2010 (B.S. 13 januari 2011), 19 november 2010 (B.S. 1 februari 2011) en 14 januari 2011 (B.S. 23 februari 2011).
Inhoudsopgave
DEEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN ............................................................................................. 1
HOOFDSTUK 1.1. RECHTSGROND EN DEFINITIES ......................................................................... 1 Rechtsgrond.................................................................................................................................................................. 1 Definities ...................................................................................................................................................................... 1
Definities algemeen ................................................................................................................................................... 1 Definities bedrijfsinterne milieuzorg (artikelen 4.1.9.1. tot en met 4.1.9.3.1. van hoofdstuk 4.1.) .......................... 3 Definities afvalstoffenverwerking (hoofdstuk 5.2.) .................................................................................................. 4 Definities asbestbeheersing (hoofdstukken 2.6., 4.7. en [6.4.]) ................................................................................ 7 Definities bedekkingsmiddelen (hoofdstuk 5.4.) ...................................................................................................... 7 Definities bestrijdingsmiddelen (hoofdstuk 5.5.) ...................................................................................................... 8 Definitie brandstoffen (vaste) (hoofdstuk 5.6.) ......................................................................................................... 8 Definities dieren/opslag mest (hoofdstukken 5.9. en 5.28.) ...................................................................................... 9 Definities emissiejaarverslag (hoofdstuk 4.1 en bijlage 4.1.8) ............................................................................... 10 Definities gassen (hoofdstuk 5.16.) ......................................................................................................................... 10 Definities ozonafbrekende stoffen en gefluoreerde broeikasgassen ....................................................................... 10 Definities koelinstallaties ........................................................................................................................................ 11 Definities geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (delen 3, 4 en 5) ........................................ 12 Definities geluid (hoofdstukken 2.2. en 4.5.) .......................................................................................................... 12 Definities genetisch gemodificeerde en/of pathogene organismen ......................................................................... 14 Definities gevaarlijke producten (productie en opslag) (hoofdstukken 4.1., 5.17. en 6.5.) .................................... 14 Definities lichthinder (hoofdstukken 4.6. en 6.3.) .................................................................................................. 16 Definities luchtverontreiniging (hoofdstukken 2.5., 4.4.,5.20, 5.43. en 6.6.) ......................................................... 16 Definities beleidstaken inzake emissieplafonds voor SO2, NOX, VOS en NH3 (hoofdstuk 2.10.) ......................... 22 Definities metalen (hoofdstuk 5.29.) ....................................................................................................................... 22 Definities minerale producten (hoofdstuk 5.30.) .................................................................................................... 22 Definities ontspanningsinrichtingen (hoofdstuk 5.32.) ........................................................................................... 23 [Definities oppervlaktewater- en grondwaterbescherming (integraal waterbeleid) (hoofdstukken 2.3, 4.2, 5.3 en 6.2 (oppervlaktewater) en 2.4, 4.3, 5.52, 5.53, 5.54 en 5.55 (grondwater))] .......................................................... 24 [Definities pcb's en pct's (hoofdstukken 2.7 en 4.8)] .............................................................................................. 30 Definities vliegvelden (hoofdstuk 5.57) .................................................................................................................. 30 Definities zeehavengebieden (hoofdstuk 5.48.) ...................................................................................................... 30 Definities activiteiten die gebruikmaken van organische oplosmiddelen (hoofdstuk 5.59).................................... 30 Definities energieplanning (hoofdstuk 4.9)............................................................................................................. 32 Definities emissies van broeikasgassen (hoofdstuk 4.10) ....................................................................................... 32 [Definities afval van winningsindustrieën (Hoofdstuk 2.12, 5.2 (afdeling 5.2.6) en 5.18; Bijlagen 5.2.6.1, 5.2.6.2 en 5.2.6.3) ............................................................................................................................................................... 32 [Definities elektromagnetische golven (hoofdstuk 2.14 en 6.9) ............................................................................. 33
HOOFDSTUK 1.2. WIJZIGINGSBEVOEGDHEDEN EN HET VERLENEN VAN AFWIJKINGEN ...................................................................................................................................................................... 34
Afdeling 1.2.1. Wijzigingsbevoegdheden .................................................................................................................. 34 Afdeling 1.2.2. Individuele afwijkingsmogelijkheden voor alle inrichtingen ............................................................ 34 Afdeling 1.2.3. Verlenen van afwijkingen op algemene of per categorie van inrichtingen geldende voorwaarden .. 35 Afdeling 1.2.4. Vroeger toegestane afwijkingen ........................................................................................................ 35
HOOFDSTUK 1.3. ERKENDE MILIEUDESKUNDIGEN ................................................................... 35 Afdeling 1.3.1. Algemene bepalingen ........................................................................................................................ 35 Afdeling 1.3.2. Erkenningsvoorwaarden en procedure .............................................................................................. 36 Afdeling 1.3.3. Verplichtingen van de erkende milieudeskundige ............................................................................ 36 Afdeling 1.3.4. Overheidslaboratoria ......................................................................................................................... 36
DEEL 2. MILIEUKWALITEITSNORMEN EN BELEIDSTAKEN TER ZAKE ......................... 38 HOOFDSTUK 2.1. ALGEMENE BEPALINGEN .................................................................................. 38
HOOFDSTUK 2.2. MILIEUKWALITEITSNORMEN VOOR GELUID EN BELEIDSTAKEN TER ZAKE ........................................................................................................................................................... 38
Afdeling 2.2.1. Milieukwaliteitsnormen en richtwaarden voor geluid in open lucht ................................................. 38 Afdeling 2.2.2. Richtwaarden voor binnenshuis waargenomen geluid ...................................................................... 38 [Afdeling 2.2.3. Milieukwaliteitsnormen voor omgevingslawaai .............................................................................. 38
Titel II van het VLAREM - gecoördineerde versie 23 februari 2011
Afdeling 2.2.4. Beleidstaken betreffende de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai .................................... 38 Subafdeling 2.2.4.1. Doelstelling. ........................................................................................................................... 39 Subafdeling 2.2.4.2. Uitvoering en verantwoordelijkheden. .................................................................................. 39 Subafdeling 2.2.4.3. Strategische geluidsbelastingkaarten ..................................................................................... 39 Subafdeling 2.2.4.4. Geluidsactieprogramma’s ...................................................................................................... 39 Subafdeling 2.2.4.5. Grensoverschrijdende samenwerking .................................................................................... 40 Subafdeling 2.2.4.6. Indiening van informatie en verslagen ................................................................................... 40
HOOFDSTUK 2.3. MILIEUKWALITEITSNORMEN VOOR OPPERVLAKTEWATEREN EN BELEIDSTAKEN TER ZAKE ................................................................................................................. 40
[Afdeling 2.3.1. Milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewateren en beleidstaken ter zake ................................... 40 [Afdeling 2.3.1bis. Milieukwaliteitsnormen voor waterbodems ............................................................................... 41 Afdeling 2.3.2. Milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewateren, bestemd voor drinkwaterproductie ................... 41 Afdeling 2.3.3. Milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewateren, met de bestemming zwemwater ....................... 41 Afdeling 2.3.4. Milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewateren, met de bestemming viswater ............................ 41 Afdeling 2.3.5. Milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewateren, bestemd voor schelpdieren ............................... 41 Afdeling 2.3.6. Beleidstaken ...................................................................................................................................... 41 [Afdeling 2.3.7. Beoordeling en beheer van de zwemwaterkwaliteit ........................................................................ 43
Onderafdeling 2.3.7.1. Doelstellingen en toepassingsgebied .................................................................................. 43 Onderafdeling 2.3.7.2. Aanwijzing van zwemwateren ........................................................................................... 43 Onderafdeling 2.3.7.3. Indeling en kwaliteitsstatus van zwemwateren .................................................................. 44 Onderafdeling 2.3.7.4. Opstellen van een zwemwaterprofiel ................................................................................. 44 Onderafdeling 2.3.7.5. Beheersmaatregelen voor uitzonderlijke omstandigheden ................................................. 44 Onderafdeling 2.3.7.6. Samenwerking inzake grensoverschrijdende wateren........................................................ 45 Onderafdeling 2.3.7.7. Voorlichting van het publiek .............................................................................................. 45 Onderafdeling 2.3.7.8. Meldpunt voor het publiek ................................................................................................. 45 Onderafdeling 2.3.7.9. Rapportage aan de Europese Commissie ........................................................................... 46
HOOFDSTUK 2.4. MILIEUKWALITEITSNORMEN VOOR BODEM EN GRONDWATER EN BELEIDSTAKEN TER ZAKE ................................................................................................................. 46
Afdeling 2.4.1. Milieukwaliteitsnormen voor grondwater ......................................................................................... 46 Afdeling 2.4.2. Milieukwaliteitsnormen voor bodem ................................................................................................ 46 Afdeling 2.4.3. Beleidstaken ...................................................................................................................................... 46
HOOFDSTUK 2.5. MILIEUKWALITEITSNORMEN VOOR LUCHT EN BELEIDSTAKEN TER ZAKE ........................................................................................................................................................... 47
Afdeling 2.5.1. Milieukwaliteitsnormen voor de lucht .............................................................................................. 47 [Afdeling 2.5.2. Beleidstaken] ................................................................................................................................... 48
Onderafdeling 2.5.2.1. Algemene bepalingen ......................................................................................................... 48 Onderafdeling 2.5.2.2. Beoordeling van de luchtkwaliteit ..................................................................................... 48 Onderafdeling 2.5.2.3. Beheer van de luchtkwaliteit ............................................................................................. 50 Onderafdeling 2.5.2.4. Plannen ............................................................................................................................... 51 Onderafdeling 2.5.2.5. Informatie en verslaglegging ............................................................................................. 52
Afdeling 2.5.3. Beoordeling en beheer van de luchtkwaliteit .................................................................................... 53 Afdeling 2.5.4. Beoordeling en beheer van zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood ............................................................................................................................................................................. 53 Afdeling 2.5.5. Beoordeling en beheer van benzeen en koolmonoxide ..................................................................... 54 Afdeling 2.5.6. Beoordeling en beheer van ozon ....................................................................................................... 54 [Afdeling 2.5.7. Beoordeling en beheer van arseen, cadmium, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen, en beoordeling van kwik ............................................................................................................... 54
Onderafdeling 2.5.7.1. Milieukwaliteitsnormen voor arseen, cadmium, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen ..................................................................................................................................................... 54 Onderafdeling 2.5.7.2. Beoordeling van concentraties in de buitenlucht en van deposities ................................... 54 Onderafdeling 2.5.7.3. Indiening van informatie en verslagen aan de Europese Commissie ................................. 55 Onderafdeling 2.5.7.4. Informatie voor de bevolking ............................................................................................. 56
HOOFDSTUK 2.6. BELEIDSTAKEN TERZAKE ASBESTBEHEERSING ...................................... 56
[HOOFDSTUK 2.7. BELEIDSTAKEN INZAKE AFVALSTOFFEN .................................................. 56 Afdeling 2.7.1. Verslaggeving aan de Europese Commissie ..................................................................................... 56
HOOFDSTUK 2.8. BELEIDSTAKEN TER ZAKE GEÏNTEGREERDE PREVENTIE EN BESTRIJDING VAN VERONTREINIGING ......................................................................................... 56
[HOOFDSTUK 2.8bis. BELEIDSTAKEN MET BETREKKING TOT HET EUROPEES REGISTER VOOR VERONTREINIGENDE STOFFEN ...................................................................... 57
Titel II van het VLAREM - gecoördineerde versie 23 februari 2011
HOOFDSTUK 2.9. BELEIDSTAKEN INZAKE DE BEPERKING VAN DE EMISSIE VAN VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN TEN GEVOLGE VAN HET GEBRUIK VAN ORGANISCHE OPLOSMIDDELEN BIJ BEPAALDE WERKZAAMHEDEN EN INSTALLATIES. ...................................................................................................................................................................... 57
HOOFDSTUK 2.10. BELEIDSTAKEN INZAKE EMISSIEPLAFONDS VOOR SO2, NOX, VOS EN NH3 ............................................................................................................................................................... 58
Afdeling 2.10.1. Emissieplafonds .............................................................................................................................. 58 Afdeling 2.10.2. Tussentijdse beleidsdoelstellingen .................................................................................................. 58 Afdeling 2.10.3. Programma’s ................................................................................................................................... 59 Afdeling 2.10.4. Emissie-inventarissen en -prognoses .............................................................................................. 59 Afdeling 2.10.5. Verslaggeving aan de Europese Commissie ................................................................................... 59
HOOFDSTUK 2.11. BELEIDSTAKEN INZAKE DE BEPERKING VAN EMISSIES VAN NOX, SO2 EN STOF TEN GEVOLGE VAN DE UITSTOOT VAN GROTE STOOKINSTALLATIES, GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE-INSTALLATIES VANAF 50 MW ..................... 59
Afdeling 2.11.1. Emissie-inventaris en verslaggeving aan de Europese Commissie ................................................. 59 Afdeling 2.11.2. Verslaggeving aan de Europese Commissie ................................................................................... 60
[HOOFDSTUK 2.12. BELEIDSTAKEN INZAKE HET BEHEER VAN AFVAL VAN WINNINGSINDUSTRIEËN ..................................................................................................................... 60
[HOOFDSTUK 2.13. BELEIDSTAKEN VOOR DE BEPERKING VAN HET GEBRUIK VAN PERFLUOROCTAANSULFONATEN .................................................................................................... 60
[HOOFDSTUK 2.14. MILIEUKWALITEITSNORMEN VOOR ELEKTROMAGNETISCHE GOLVEN EN BELEIDSTAKEN TER ZAKE ......................................................................................... 61
AFDELING 2.14.1. ALGEMENE BEPALINGEN ................................................................................................... 61 AFDELING 2.14.2. MILIEUKWALITEITSNORMEN VOOR ELEKTROMAGNETISCHE GOLVEN MET EEN FREQUENTIE TUSSEN 10 MHZ EN 10 GHZ ........................................................................................................ 61 AFDELING 2.14.3. BELEIDSTAKEN ..................................................................................................................... 61
DEEL 3. TOEPASSINGSGEBIED VAN EN OVERGANGSBEPALINGEN VOOR DE MILIEUVOORWAARDEN VOOR INGEDEELDE INRICHTINGEN; HET OPLEGGEN VAN BIJZONDERE VERGUNNINGSVOORWAARDEN ..................................................................... 62
HOOFDSTUK 3.1. TOEPASSINGSGEBIED ......................................................................................... 62
HOOFDSTUK 3.2. OVERGANGSBEPALINGEN ................................................................................. 62 Afdeling 3.2.1. Overgangsbepalingen voor bestaande inrichtingen .......................................................................... 62 Afdeling 3.2.2. Veranderingen aan bestaande inrichtingen ....................................................................................... 63
HOOFDSTUK 3.3. BIJZONDERE VERGUNNINGSVOORWAARDEN ........................................... 63
DEEL 4. ALGEMENE MILIEUVOORWAARDEN VOOR INGEDEELDE INRICHTINGEN . 64 HOOFDSTUK 4.1. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN ......................................................................... 64
Afdeling 4.1.1. Algemeen inplantingsvoorschrift voor inrichtingen van derde klasse .............................................. 64 Afdeling 4.1.2. Beste Beschikbare Technieken (BBT) .............................................................................................. 64 Afdeling 4.1.3. Hygiëne, risico- en hinderbeheersing ................................................................................................ 64 Afdeling 4.1.4. Meet- en registratieverplichtingen .................................................................................................... 64 Afdeling 4.1.5. Informatieplicht ................................................................................................................................. 65 Afdeling 4.1.6. Beheer van afvalstoffen en van buiten bedrijf gestelde installaties .................................................. 65 Afdeling 4.1.7. Opslag van gevaarlijke stoffen .......................................................................................................... 66 Afdeling 4.1.8. Het milieujaarverslag ........................................................................................................................ 66 Afdeling 4.1.9. Bedrijfsinterne milieuzorg ................................................................................................................ 68
Subafdeling 4.1.9.1. De milieucoördinator ............................................................................................................. 68 Subafdeling 4.1.9.2. De milieuaudit ........................................................................................................................ 71 Subafdeling 4.1.9.3. De rol van het comité voor preventie en bescherming op het werk ....................................... 74
Afdeling 4.1.10. Bijzondere onderzoekscommissies ................................................................................................. 75 [Afdeling 4.1.11. Gebruik van gevaarlijke stoffen (verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie) ............................................. 75
Titel II van het VLAREM - gecoördineerde versie 23 februari 2011
HOOFDSTUK 4.2. BEHEERSING VAN OPPERVLAKTEWATERVERONTREINIGING ........... 75 Afdeling 4.2.1. Toepassingsgebied en algemene bepalingen ..................................................................................... 75 Tussentitel: lozing van bedrijfsafvalwater en koelwater ............................................................................................ 76 Afdeling 4.2.2. Lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat .................................................... 76
Subafdeling 4.2.2.1. [Lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat in de gewone oppervlaktewateren en/of gelegen in het individueel te optimaliseren buitengebied] ............................................ 76 Subafdeling 4.2.2.2. [Lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat in de openbare riolering van een gemeente waarvoor het gemeentelijk zoneringsplan nog niet definitief is vastgesteld] ............................ 77 [Subafdeling 4.2.2.3. Lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat in het centraal gebied, het collectief geoptimaliseerde buitengebied, het collectief te optimaliseren buitengebied en het individueel te optimaliseren buitengebied van een gemeente waarvoor het gemeentelijk zoneringsplan definitief is vastgesteld 77
Afdeling 4.2.3. Lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat ........................................ 77 Afdeling 4.2.4. Lozing van koelwater ........................................................................................................................ 78 Tussentitel: metingen en controle bij lozing van bedrijfsafvalwater, koelwater en influent/effluent van waterzuiveringsinstallaties ......................................................................................................................................... 79 Afdeling 4.2.5. Metingen en controle ........................................................................................................................ 79
Subafdeling 4.2.5.1. Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur .................................................................. 79 Subafdeling 4.2.5.2. Zelfcontroleprogramma bij de lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat ........................................................................................................................................................................ 79 Subafdeling 4.2.5.3. Zelfcontroleprogramma bij de lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat ............................................................................................................................................................ 80 Subafdeling 4.2.5.4. Controleprogramma bij de lozing van afvalwaterzuiveringsinstallaties waarin ‘stedelijk’ afvalwater wordt behandeld .................................................................................................................................... 81
Afdeling 4.2.6. Beoordeling van de meetresultaten bij controle door de toezichthoudende overheid ....................... 81 Tussentitel: lozing van huishoudelijk afvalwater ....................................................................................................... 81 [Afdeling 4.2.7. Lozing van huishoudelijk afvalwater in een gemeente waarvoor het gemeentelijk zoneringsplan nog niet definitief is vastgesteld]................................................................................................................................ 81
Subafdeling 4.2.7.1. Lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewaters of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater ................................................................................................................................ 82 Subafdeling 4.2.7.2. Lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering ............................................. 82 Subafdeling 4.2.7.3. Werking en onderhoud van inidividuele voorbehandelingsinstallaties, zoals septische putten ................................................................................................................................................................................ 82
[AFDELING 4.2.8. Lozing van huishoudelijk afvalwater in een gemeente waarvoor het gemeentelijk zonderingsplan definitief is vastgesteld ..................................................................................................................... 83
Subafdeling 4.2.8.1. Lozing van huishoudelijk afvalwater in het individueel te optimaliseren buitengebied of het collectief te optimaliseren buitengebied .................................................................................................................. 83 [Subafdeling 4.2.8.2. Lozing van huishoudelijk afvalwater in het centrale gebied of het collectief geoptimaliseerde buitengebied] .............................................................................................................................. 83 Subafdeling 4.2.8.3. Werking en onderhoud van inidividuele voorbehandelingsinstallaties ................................. 84 Subafdeling 4.2.8.4. Overgangsregels .................................................................................................................... 84
HOOFDSTUK 4.3. BEHEERSING VAN BODEM- EN GRONDWATERVERONTREINIGING ... 84 Afdeling 4.3.1. Algemene bepalingen ........................................................................................................................ 84 Afdeling 4.3.2. Indirecte lozing in grondwater van bedrijfsafvalwater dat stoffen van lijst II van bijlage 2B bevat 84 Afdeling 4.3.3. Indirecte lozing in grondwater van huishoudelijk afvalwater ........................................................... 86
HOOFDSTUK 4.4. BEHEERSING VAN LUCHTVERONTREINIGING ........................................... 86 Afdeling 4.4.1. Algemene bepalingen ........................................................................................................................ 86 Afdeling 4.4.2. Algemene installatievoorschriften..................................................................................................... 86
BBT ......................................................................................................................................................................... 86 Evacuatie afvalgassen ............................................................................................................................................. 87 Minimumhoogte schoorstenen of geleide kanalen .................................................................................................. 87 Mededelingsplicht ................................................................................................................................................... 87 Overgangsregeling voor bestaande installaties ....................................................................................................... 87
Afdeling 4.4.3. Algemene emissiegrenswaarden ....................................................................................................... 88 Afdeling 4.4.4. Meetstrategie en toetsing meetwaarden ............................................................................................ 89 Afdeling 4.4.5. Wintersmogperiodes ......................................................................................................................... 91 [Afdeling 4.4.6 Meten en beheersen van fugitieve VOS-emissies ............................................................................ 92
Subafdeling 4.4.6.1 Algemene bepalingen ............................................................................................................ 92 Subafdeling 4.4.6.2. Meet- en beheersprogramma .................................................................................................. 92
HOOFDSTUK 4.5. BEHEERSING VAN GELUIDSHINDER .............................................................. 94 Afdeling 4.5.1. Algemene bepalingen ........................................................................................................................ 94 Afdeling 4.5.2. Richtwaarden voor het specifieke geluid in open lucht en binnenshuis............................................ 94
Titel II van het VLAREM - gecoördineerde versie 23 februari 2011
Afdeling 4.5.3. Voorwaarden voor nieuwe inrichtingen van klasse 1 en 2 en voor veranderingen van bestaande inrichtingen van klasse 1 en 2 .................................................................................................................................... 94 Afdeling 4.5.4. Voorwaarden voor bestaande inrichtingen van klasse 1 en 2 ........................................................... 94 Afdeling 4.5.5. Voorwaarden voor inrichtingen van klasse 3 .................................................................................... 95 Afdeling 4.5.6. Bijzondere voorwaarden ................................................................................................................... 95
HOOFDSTUK 4.6. BEHEERSING VAN HINDER DOOR LICHT ..................................................... 96
HOOFDSTUK 4.7. BEHEERSING VAN ASBEST ................................................................................. 96
[HOOFDSTUK 4.8. VERWIJDERING VAN PCB'S EN PCT'S] .......................................................... 97
HOOFDSTUK 4.9. ENERGIEPLANNING ............................................................................................. 97
HOOFDSTUK 4.10. EMISSIES VAN BROEIKASGASSEN ................................................................ 97
DEEL 5. SECTORALE MILIEUVOORWAARDEN VOOR INGEDEELDE INRICHTINGEN 99 HOOFDSTUK 5.1. AARDOLIE OF AARDOLIEPRODUCTEN ......................................................... 99
HOOFDSTUK 5.2. INRICHTINGEN VOOR DE VERWERKING VAN AFVALSTOFFEN ........... 99 Afdeling 5.2.1. Algemene bepalingen ........................................................................................................................ 99
Toepassingsgebied .................................................................................................................................................. 99 De aanvaarding en registratie van afvalstoffen ....................................................................................................... 99 Het werkplan ......................................................................................................................................................... 100 Inrichting en infrastructuur ................................................................................................................................... 100 De uitbating ........................................................................................................................................................... 101 Brandvoorkoming en brandbestrijding ................................................................................................................. 101
Afdeling 5.2.2. Inrichtingen voor het opslaan en behandelen van afvalstoffen ....................................................... 102 Subafdeling 5.2.2.1. Containerparken ................................................................................................................... 102 Subafdeling 5.2.2.2. Inrichtingen voor het opslaan en sorteren van klein gevaarlijk afval van huishoudelijke oorsprong, aansluitend bij containerparken .......................................................................................................... 103 [Subafdeling 5.2.2.3. Biologische behandeling van groenafval, GFT-afval en organisch-biologische bedrijfsafvalstoffen ............................................................................................................................................... 103 Subafdeling 5.2.2.3bis. Opslag en voorbehandeling van maaisel in afwachting van een nuttige toepassing ....... 104 Subafdeling 5.2.2.4. Inrichtingen voor het opslaan en behandelen van bepaalde ongevaarlijke vaste afvalstoffen .............................................................................................................................................................................. 104 Subafdeling 5.2.2.5. Inrichtingen voor het opslaan en behandelen van gevaarlijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen, niet elders vermeld ............................................................................................................... 105 Subafdeling 5.2.2.6. Inrichtingen voor het opslaan en behandelen van voertuigwrakken .................................... 107 Subafdeling 5.2.2.7. Inrichtingen voor het opslaan en behandelen van schroot ................................................... 109 Subafdeling 5.2.2.8. Inrichtingen voor het opslaan en behandelen van afgewerkte olie ...................................... 109 Subafdeling 5.2.2.9. Inrichtingen voor het reinigen van recipiënten waarin stoffen werden opgeslagen of vervoerd .............................................................................................................................................................................. 110 Subafdeling 5.2.2.10. Inrichtingen voor het opslaan en verwerken van dierlijk afval .......................................... 111 Subafdeling 5.2.2.11. Inrichtingen voor het behandelen van afvalstoffen in, of deel uitmakend van, een rioolwaterzuiveringsinstallatie .............................................................................................................................. 112
[Afdeling 5.2.3. Verbrandingsinrichtingen voor afvalstoffen] ................................................................................. 112 Afdeling 5.2.3bis. Verbrandings- en meeverbrandingsinstallaties voor afvalstoffen .............................................. 112
Subafdeling 5.2.3bis.1. Algemeen geldende voorwaarden voor verbrandings- en meeverbrandingsinstallaties . 113 Subafdeling 5.2.3bis.2. Voorwaarden voor experimentele verbrandings- en meeverbrandingsinstallaties .......... 124 Subafdeling 5.2.3bis.3. Voorwaarden voor dierencrematoria ............................................................................... 124 Subafdeling 5.2.3bis.4. Voorwaarden voor verbrandings- en meeverbrandingsinstallaties van biomassa-afval . 125
Afdeling 5.2.4. Stortplaatsen van afvalstoffen in of op de bodem ........................................................................... 132 [Subafdeling 5.2.4.1. De aanvaarding van afvalstoffen op de stortplaats ............................................................. 134 Subafdeling 5.2.4.2. Werkplan ............................................................................................................................. 145 Subafdeling 5.2.4.3. Inrichting en infrastructuur van de stortplaats ..................................................................... 145 Subafdeling 5.2.4.4. De uitbating ......................................................................................................................... 147 Subafdeling 5.2.4.5. De afwerking en nazorg ....................................................................................................... 148 Subafdeling 5.2.4.6. Controle- en toezichtsprocedures in de exploitatie- en nazorgfase ...................................... 150 Subafdeling 5.2.4.7. Financiële zekerheid. ........................................................................................................... 153
[Afdeling 5.2.5. Monostortplaatsen voor baggerspecie afkomstig uit de oppervlaktewateren behorende tot het openbaar hydrografisch net] ..................................................................................................................................... 154
Subafdeling 5.2.5.1. Algemene bepalingen .......................................................................................................... 154 Subafdeling 5.2.5.2. De aanvaarding van baggerspecie op de monostortplaats ................................................... 154 Subafdeling 5.2.5.3. Criteria voor de aanvaarding van baggerspecie ................................................................... 155
Titel II van het VLAREM - gecoördineerde versie 23 februari 2011
Subafdeling 5.2.5.4. Werkplan ............................................................................................................................. 158 Subafdeling 5.2.5.5. Inrichting, infrastructuur en afwerking van de stortplaats ................................................... 159 Subafdeling 5.2.5.6. De exploitatie, afwerking en nazorg .................................................................................... 160
[Afdeling 5.2.6. Afval van winningsindustrieën ...................................................................................................... 162 Subafdeling 5.2.6.1. Algemene voorschriften ....................................................................................................... 162 Subafdeling 5.2.6.2. Afvalbeheersplan ................................................................................................................. 162 Subafdeling 5.2.6.3. Preventie van zware ongevallen .......................................................................................... 163 Subafdeling 5.2.6.4. Uitgegraven ruimten ............................................................................................................ 163 Subafdeling 5.2.6.5. Bouw en beheer van afvalvoorzieningen ............................................................................. 164 Subafdeling 5.2.6.6. Procedures voor de sluiting van de afvalvoorzieningen en de fase na de sluiting ............... 164 Subafdeling 5.2.6.7. Preventie van de verslechtering van de toestand van het water, van lucht- en bodemverontreiniging ........................................................................................................................................... 164 Subafdeling 5.2.6.8. Financiële zekerheid ............................................................................................................ 165 Subafdeling 5.2.6.9. Inspecties door de bevoegde autoriteit ................................................................................. 165 Subafdeling 5.2.6.10. Overgangsbepalingen ........................................................................................................ 166
HOOFDSTUK 5.3. HET LOZEN VAN AFVALWATER EN KOELWATER .................................. 166 Afdeling 5.3.1. Stedelijk afvalwater ......................................................................................................................... 166 Afdeling 5.3.2. Bedrijfsafvalwaters ......................................................................................................................... 167
HOOFDSTUK 5.4. BEDEKKINGSMIDDELEN (VERVEN, VERNISSEN, INKTEN, EMAILS, METAALPOEDERS EN ANALOGE PRODUCTEN, AFBIJT EN BEITSMIDDELEN), KLEURSTOFFEN EN PIGMENTEN .................................................................................................... 168
Afdeling 5.4.1. Algemene bepalingen ...................................................................................................................... 168 Afdeling 5.4.2. Productie van lak, verf, drukinkten, kleurstoffen en/of pigmenten ................................................. 170 Afdeling 5.4.3. Aanbrengen van bedekkingsmiddelen ............................................................................................ 171
Subafdeling 5.4.3.1. Algemene bepalingen .......................................................................................................... 171 Subafdeling 5.4.3.2. Overspuiten van voertuigen ................................................................................................. 174
Afdeling 5.4.4. Thermisch behandelen van voorwerpen bedekt met bedekkingsmiddelen ..................................... 175
HOOFDSTUK 5.5. BIOCIDEN (PESTICIDEN, HERBICIDEN, INSECTICIDEN, ENZ.) ............. 176
HOOFDSTUK 5.6. VASTE BRANDSTOFFEN .................................................................................... 178 Afdeling 5.6.1. Algemene bepalingen ...................................................................................................................... 178 Afdeling 5.6.2. Mechanische behandeling en verwerking van stuivende vaste brandstoffen .................................. 178 Afdeling 5.6.3. Opslagplaatsen ................................................................................................................................ 178
HOOFDSTUK 5.7. CHEMICALIËN ..................................................................................................... 179 Afdeling 5.7.1. Algemene bepalingen ...................................................................................................................... 179 Afdeling 5.7.2. Productie van titaandioxyde ............................................................................................................ 180 Afdeling 5.7.3. Productie van zwaveldioxyde, zwaveltrioxyde, zwavelzuur of oleum ........................................... 181 Afdeling 5.7.4. Productie van salpeterzuur .............................................................................................................. 182 Afdeling 5.7.5. Productie van chloor ....................................................................................................................... 183 Afdeling 5.7.6. Productie van zwavel ...................................................................................................................... 183 Afdeling 5.7.7. Productie van organische chemicaliën of oplosmiddelen ............................................................... 184 Afdeling 5.7.8. Productie van koolwaterstoffen in petrochemische installaties niet behorend tot een petroleumraffinaderij ................................................................................................................................................ 184 Afdeling 5.7.9. Productie van koolstof .................................................................................................................... 184 Afdeling 5.7.10. Fabricatie van peroxyden .............................................................................................................. 185 Afdeling 5.7.11. Productie van polyvinylchloride ................................................................................................... 185 Afdeling 5.7.12. Productie van caprolactam ............................................................................................................ 185 Afdeling 5.7.13. Productie van polyacrylonitril-kunststoffen .................................................................................. 185 Afdeling 5.7.14. Productie en verwerking van viscose ............................................................................................ 186 Afdeling 5.7.15. Productie van email ....................................................................................................................... 186 Afdeling 5.7.16. Batchprocessen in de fijnchemie en de farmacie .......................................................................... 187
HOOFDSTUK 5.8. DIAMANTBEWERKING ...................................................................................... 187
HOOFDSTUK 5.9. DIEREN ................................................................................................................... 187 Afdeling 5.9.1. Toepassingsgebied .......................................................................................................................... 187 Afdeling 5.9.2. Constructievoorschriften voor stallen en mestopslagplaatsen en plaatsen voor mestbewerking en mestverwerking ........................................................................................................................................................ 187
Stallen ................................................................................................................................................................... 187 Bijkomende constructievoorwaarden voor stallen met betrekking tot de beperking van ammoniakemissie ........ 187 Opslagplaatsen voor vaste dierlijke mest buiten de stal ........................................................................................ 188 Opslagplaatsen voor mengmest ............................................................................................................................. 188
Titel II van het VLAREM - gecoördineerde versie 23 februari 2011
Plaatsen voorzien voor mestbewerkings- of mestverwerkingsinstallaties ............................................................ 189 Afdeling 5.9.3. Algemene voorwaarden met betrekking tot de ligging van stallen ................................................. 189 Afdeling 5.9.4. Bijkomende voorwaarden met betrekking tot de ligging van varkensstallen.................................. 189
Waarderingspunten ............................................................................................................................................... 189 Waarderingspunten per inrichting ......................................................................................................................... 190 Verbods- en afstandsregels ................................................................................................................................... 190
Afdeling 5.9.5. Bijkomende voorwaarden met betrekking tot de ligging van pluimveestallen ............................... 191 Waarderingspunten ............................................................................................................................................... 191 Waarderingspunten per inrichting ......................................................................................................................... 191 Verbods- en afstandsregels ................................................................................................................................... 192
Afdeling 5.9.6. Bijkomende voorwaarden met betrekking tot de ligging van stallen, andere dan varkens en pluimveestallen ......................................................................................................................................................... 193 Afdeling 5.9.7. Voorwaarden met betrekking tot controle-inrichtingen .................................................................. 193 Afdeling 5.9.8. Voorwaarden met betrekking tot de beperking van de milieuhinder .............................................. 194
Voorkoming van geurhinder bij verluchting van stallen ....................................................................................... 194 Voorkoming van stofhinder afkomstig van droogvoeder ..................................................................................... 194 Dierlijke mest ........................................................................................................................................................ 194 Algemene milieuhygiënische maatregelen ............................................................................................................ 194 Afvalwaters ........................................................................................................................................................... 194
Afdeling 5.9.9. Voorwaarden met betrekking tot het toezicht ................................................................................. 194 Afdeling 5.9.10. Voorwaarden met betrekking tot bestaande stallen en mestopslagplaatsen .................................. 195 Afdeling 5.9.11. Bijkomende voorwaarden met betrekking tot mestbewerking en/of mestverwerking bij stallen . 195
De opvolging van de nutriëntenstroom ................................................................................................................. 195 Afdeling 5.9.12. Milieuvoorwaarden met betrekking tot inrichtingen waarin honden worden gehouden ............... 195
HOOFDSTUK 5.10. DRANKEN ............................................................................................................. 196
HOOFDSTUK 5.11. DRUKKERIJEN EN FOTOGRAFISCHE INDUSTRIEËN ............................ 196
HOOFDSTUK 5.12. ELEKTRICITEIT ................................................................................................. 198
HOOFDSTUK 5.13. FARMACEUTISCHE STOFFEN ....................................................................... 200
HOOFDSTUK 5.14. FOTOGRAFISCHE PRODUCTEN .................................................................... 201
HOOFDSTUK 5.15. GARAGES, PARKEERPLAATSEN EN HERSTELLINGSWERKPLAATSEN VOOR MOTORVOERTUIGEN ............................................................................................................. 201
HOOFDSTUK 5.16. GASSEN ................................................................................................................. 202 Afdeling 5.16.1. Gemeenschappelijke bepalingen ................................................................................................... 202 Afdeling 5.16.2. Productie of omzetting van gassen ................................................................................................ 207 Afdeling 5.16.3. Installaties voor het fysisch behandelen van gassen ..................................................................... 208 [Afdeling 5.16.4. Niet-huishoudelijk vullen van verplaatsbare recipiënten en bevoorrading van motorvoertuigen] .................................................................................................................................................................................. 212
Subafdeling 5.16.4.1. Algemene bepalingen ........................................................................................................ 212 Subafdeling 5.16.4.2. Verplaatsbare recipiënten .................................................................................................. 213 Subafdeling 5.16.4.3. Vulinstallaties en overtappingscentra van vloeibaar gemaakte petroleumgassen voor het vullen van verplaatsbare recipiënten, andere dan de brandstoftanken geplaatst op motorvoertuigen .................. 213 Subafdeling 5.16.4.4. Stations tot bevoorrading van motorvoertuigen met vloeibaar gemaakte petroleumgassen (L.P.G.) ................................................................................................................................................................. 215
Afdeling 5.16.5. Opslagplaatsen in verplaatsbare recipiënten ................................................................................. 222 Afdeling 5.16.6. Opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, in vaste reservoirs .................................................................................................................................................................. 224 Afdeling 5.16.7. Aardgasaflevereenheden ("home compressors") voor motorvoertuigen met een maximale capaciteit van 20 m³/uur ........................................................................................................................................... 228
HOOFDSTUK 5.17. OPSLAG VAN GEVAARLIJKE PRODUCTEN .............................................. 230 Afdeling 5.17.1. Algemene bepalingen .................................................................................................................... 230 Afdeling 5.17.2. Opslag van gevaarlijke vloeistoffen in ondergrondse houders ..................................................... 234 Afdeling 5.17.3. Opslag van gevaarlijke vloeistoffen in bovengrondse houders ..................................................... 238 Afdeling 5.17.4. Beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) bij de opslag en verlading [van gevaarlijke vloeistoffen] ........................................................................................................................................... 243
Subafdeling 5.17.4.1. Damprecuperatie fase 1 ..................................................................................................... 243 Subafdeling 5.17.4.2. Damprecuperatie fase 2 ..................................................................................................... 244 Subafdeling 5.17.4.3. Op- en overslagactiviteiten in petroleumraffinaderijen ..................................................... 245
Titel II van het VLAREM - gecoördineerde versie 23 februari 2011
[Subafdeling 5.17.4.4. Beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) bij de opslag en verlading van vluchtige vloeistoffen (exclusief benzine) in onafhankelijke opslagdepots. .................................. 246
Afdeling 5.17.5. Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen ...................................................................... 247
HOOFDSTUK 5.18. ONTGINNINGEN ................................................................................................. 248 Afdeling 5.18.1. algemene bepalingen ..................................................................................................................... 248 Afdeling 5.18.2. Voorwaarden betreffende de ontginningswerken ......................................................................... 248
HOOFDSTUK 5.19. HOUT ..................................................................................................................... 249 Afdeling 5.19.1. Algemene bepalingen .................................................................................................................... 249 Afdeling 5.19.2. Chemisch behandelen van hout en soortgelijke producten ........................................................... 254
Subafdeling 5.19.2.1. Gemeenschappelijke bepalingen ........................................................................................ 254 Subafdeling 5.19.2.2. Indompeling in vloeistoffen bij atmosferische druk .......................................................... 255 Subafdeling 5.19.2.3. Behandeling in druktoestellen ........................................................................................... 255
HOOFDSTUK 5.20. INDUSTRIËLE INRICHTINGEN DIE LUCHTVERONTREINIGING KUNNEN VEROORZAKEN .................................................................................................................. 256
Afdeling 5.20.1. Algemene bepalingen .................................................................................................................... 256 Afdeling 5.20.2. Petroleumraffinaderijen ................................................................................................................ 256 Afdeling 5.20.3. Installaties voor de droge destillatie van steenkool (cokesovens) ................................................. 261 Afdeling 5.20.4. Productie van glas of rotsvezels en glaswol, fabricage van glas (plat, hol en speciaal glas) en fabricage van grove keramiek .................................................................................................................................. 262
Subafdeling 5.20.4.1. Productie van glas (plat, hol en speciaal glas) en van glas of rotsvezels en glasvezel ...... 262 Subafdeling 5.20.4.2. Inrichtingen voor de fabricage van keramische producten ................................................ 262
Afdeling 5.20.5. Installaties voor de productie van hydro-elektrische energie alsook installaties voor de winning van windenergie voor de energieproductie .............................................................................................................. 262
HOOFDSTUK 5.21. KLEURSTOFFEN EN PIGMENTEN ................................................................ 262
HOOFDSTUK 5.22. KOSMETISCHE STOFFEN................................................................................ 262
HOOFDSTUK 5.23. KUNSTSTOFFEN ................................................................................................. 263
HOOFDSTUK 5.24. LABORATORIA ................................................................................................... 263
HOOFDSTUK 5.25. LEDER ................................................................................................................... 263
HOOFDSTUK 5.26. LIJMEN EN NIET VOOR CONSUMPTIE BESTEMDE GELATINE .......... 264
HOOFDSTUK 5.27. LUCIFERS, TOORTSEN EN ANALOGE PRODUCTEN ............................... 264
HOOFDSTUK 5.28. MINERALE MESTSTOFFEN EN DIERLIJKE MEST................................... 264 Afdeling 5.28.1. Minerale meststoffen ..................................................................................................................... 264 Afdeling 5.28.2. Dierlijke mest ................................................................................................................................ 265
Toepassingsgebied ................................................................................................................................................ 265 Verbods- en afstandsregels ................................................................................................................................... 266 Uitvoering opslagplaatsen ..................................................................................................................................... 266
Afdeling 5.28.3. Bewerking en verwerking van dierlijke mest ................................................................................ 267 Subafdeling 5.28.3.1. Toepassingsgebied ............................................................................................................. 267 Subafdeling 5.28.3.2. De aanvaarding van dierlijke mest en nutriëntenstroom .................................................... 267 Subafdeling 5.28.3.3. Het werkplan ...................................................................................................................... 268 Subafdeling 5.28.3.4. Uitbating ............................................................................................................................ 269 Subafdeling 5.28.3.5. Emissiegrenswaarden ......................................................................................................... 270
HOOFDSTUK 5.29. METALEN ............................................................................................................. 270
HOOFDSTUK 5.30. BOUWMATERIALEN EN MINERALE PRODUCTEN ................................. 276 Afdeling 5.30.0. Algemene Bepalingen ................................................................................................................... 276 Afdeling 5.30.1. Inrichtingen voor de fabricage van keramische producten ........................................................... 276 Afdeling 5.30.2. Asfaltbetoncentrales ...................................................................................................................... 278
HOOFDSTUK 5.31. MOTOREN MET INWENDIGE VERBRANDING .......................................... 279 Afdeling 5.31.1. Vast opgestelde machines met 360 of meer bedrijfsuren per jaar ................................................. 279 Afdeling 5.31.2. Vast opgestelde machines met minder dan 360 bedrijfsuren per jaar ........................................... 281 Afdeling 5.31.3. Testbanken .................................................................................................................................... 282
HOOFDSTUK 5.32. ONTSPANNINGSINRICHTINGEN EN SCHIETSTANDEN ......................... 282 Afdeling 5.32.1. Algemene bepalingen .................................................................................................................... 282 Afdeling 5.32.2. Lokalen met dansgelegenheid ....................................................................................................... 282
Titel II van het VLAREM - gecoördineerde versie 23 februari 2011
Afdeling 5.32.3. Schouwspelzalen ........................................................................................................................... 284 Afdeling 5.32.4. Bijzondere voorschriften ten aanzien van schouwburgen, variététheaters en feestzalen, met een speelruimte langs boven of langs onder uitgerust met mechanische toestellen ........................................................ 286 Afdeling 5.32.5. Bijzondere voorschriften ten aanzien van bioscopen waar ontvlambare films afgedraaid worden .................................................................................................................................................................................. 287 Afdeling 5.32.6. Modelvliegtuigen .......................................................................................................................... 288 Afdeling 5.32.7. Schietstanden in een lokaal ........................................................................................................... 288
Subafdeling 5.32.7.1. Algemene bepalingen ........................................................................................................ 288 Subafdeling 5.32.7.2. Schietstanden van categorie A ........................................................................................... 289 Subafdeling 5.32.7.3. Schietstanden van categorie B ........................................................................................... 292 Subafdeling 5.32.7.4. Schietstanden van categorie C ........................................................................................... 292 Subafdeling 5.32.7.5. Schietstanden van categorie D ........................................................................................... 293 Subafdeling 5.32.7.6. Schietstanden van categorie E ........................................................................................... 294
Afdeling 5.32.8. Schietstanden in open lucht ........................................................................................................... 295 Subafdeling 5.32.8.1. Algemene bepalingen ........................................................................................................ 295 Subafdeling 5.32.8.2. Kleiduivenschietstanden .................................................................................................... 296
Afdeling 5.32.9. Zwembaden ................................................................................................................................... 297 Subafdeling 5.32.9.1. Algemene bepalingen ........................................................................................................ 297 Subafdeling 5.32.9.2. Overdekte circulatiebaden ................................................................................................. 298 Subafdeling 5.32.9.3. Niet overdekte circulatiebaden .......................................................................................... 302 Subafdeling 5.32.9.4. Hot whirlpools ................................................................................................................... 305 Subafdeling 5.32.9.5. Dompelbaden ..................................................................................................................... 307 Subafdeling 5.32.9.6. Plonsbaden ......................................................................................................................... 308 Subafdeling 5.32.9.7. Therapiebaden .................................................................................................................... 308 Subafdeling 5.32.9.8. Open zwemgelegenheden en waterrecreatie in meren, vijvers en dergelijke .................... 311
Afdeling 5.32.10. [Omlopen voor motorvoertuigen en motorvaartuigen] ............................................................... 312
HOOFDSTUK 5.33. PAPIER .................................................................................................................. 314 Afdeling 5.33.1. Installaties voor het behandelen van papier en karton, voor het vervaardigen van golfkarton of waren uit papier of karton ........................................................................................................................................ 315
HOOFDSTUK 5.34. REINIGINGSMIDDELEN EN POETSMIDDELEN ........................................ 315
HOOFDSTUK 5.35. ROUWKAMERS .................................................................................................. 316 Afdeling 5.35.1. Algemene bepalingen .................................................................................................................... 316 Afdeling 5.35.2. Rouwkamers waar geen balseming wordt toegepast ..................................................................... 316 Afdeling 5.35.3. Rouwkamers waar balseming wordt toegegepast ......................................................................... 316
HOOFDSTUK 5.36. RUBBER ................................................................................................................ 317
HOOFDSTUK 5.37. SLOPERIJEN ........................................................................................................ 318
HOOFDSTUK 5.38. SPRINGSTOFFEN ............................................................................................... 318
HOOFDSTUK 5.39. STOOMTOESTELLEN ....................................................................................... 318
HOOFDSTUK 5.40. TABAK ................................................................................................................... 319
HOOFDSTUK 5.41. TEXTIEL ............................................................................................................... 319 [Afdeling 5.41.1. Algemene bepalingen] ................................................................................................................. 319 [Afdeling 5.41.2. Inrichtingen voor het chemisch reinigen van textiel .................................................................... 320
HOOFDSTUK 5.42. TRANSPORTMIDDELENFABRIEKEN ........................................................... 321
HOOFDSTUK 5.43. NIET IN RUBRIEK 2 EN 28 BEGREPEN VERBRANDINGSINRICHTINGEN .................................................................................................................................................................... 321
Afdeling 5.43.1. Algemene bepalingen .................................................................................................................... 321 Afdeling 5.43.2. Voorwaarden met betrekking tot stookinstallaties, met uitzondering van gasturbines en stoom- en gasturbine-installaties ............................................................................................................................................... 321
Subafdeling 5.43.2.1. Grote stookinstallaties ........................................................................................................ 321 Subafdeling 5.43.2.2. Middelgrote stookinstallaties ............................................................................................. 329 Subafdeling 5.43.2.3. Kleine stookinstallaties ...................................................................................................... 332
Afdeling 5.43.3. Voorwaarden met betrekking tot gasturbines en stoom- en gasturbine-installaties ...................... 336 Afdeling 5.43.4. Immissiecontroleprocedures ......................................................................................................... 340
HOOFDSTUK 5.44. VETTEN, WASSEN, OLIËN, PARAFFINE, GLYCERINE, STEARINE, HARSEN EN ANDERE NIET VOOR VOEDING BESTEMDE SOORTGELIJKE PRODUCTEN .................................................................................................................................................................... 340
Titel II van het VLAREM - gecoördineerde versie 23 februari 2011
HOOFDSTUK 5.45. VOEDINGSNIJVERHEID EN -HANDEL ......................................................... 341 Afdeling 5.45.1. Algemene bepalingen .................................................................................................................... 341 Afdeling 5.45.2. Slachthuizen en slachterijen .......................................................................................................... 342 Afdeling 5.45.2bis. Uitsnijderijen ............................................................................................................................ 343 Afdeling 5.45.3. Visverwerking ............................................................................................................................... 343 Afdeling 5.45.4. Branderijen voor koffie of cichorei ............................................................................................... 343 Afdeling 5.45.5. Bereiding van azijn ....................................................................................................................... 343 Afdeling 5.45.6. Inrichtingen voor het opslaan en behandelen van dierlijke bijproducten, andere dan deze opgenomen onder rubriek 2. .................................................................................................................................... 344
HOOFDSTUK 5.46. WASSERIJEN ....................................................................................................... 344
HOOFDSTUK 5.47. WINKELS VOOR KLEIN EN/OF GROOTHANDEL ..................................... 344
HOOFDSTUK 5.48. DOORVOEROPSLAGPLAATSEN IN ZEEHAVENGEBIEDEN .................. 344
HOOFDSTUK 5.49. ZIEKENHUIZEN .................................................................................................. 344
HOOFDSTUK 5.50. ZOUT ..................................................................................................................... 345
HOOFDSTUK 5.51. INGEPERKT GEBRUIK VAN GENETISCH GEMODIFICEERDE EN/OF PATHOGENE ORGANISMEN .............................................................................................................. 345
Afdeling 5.51.1. Toepassingsgebied ........................................................................................................................ 345 Afdeling 5.51.2. Algemene bepalingen .................................................................................................................... 345 Afdeling 5.51.3. Risicoanalyse / Inperkings- en andere beschermingsmaatregelen ................................................ 345 Afdeling 5.51.4. Verplichtingen van de gebruiker en toezicht ................................................................................ 346 Afdeling 5.51.5. Ongevallen .................................................................................................................................... 346 Afdeling 5.51.6. Bijlagen ......................................................................................................................................... 346
HOOFDSTUK 5.52. LOZINGEN IN GRONDWATER ....................................................................... 347
HOOFDSTUK 5.53. WINNING VAN GRONDWATER...................................................................... 347 Afdeling 5.53.1. Algemene bepalingen .................................................................................................................... 347 Afdeling 5.53.2. Algemene voorwaarden ................................................................................................................ 347 Afdeling 5.53.3. Meetinrichtingen voor het opgepompte grondwater ..................................................................... 347 Afdeling 5.53.4. Grondwaterwinningen waarvan het vergunde volume meer dan 30.000 kubieke meter per jaar bedraagt .................................................................................................................................................................... 348 Afdeling 5.53.5. Aanleg, wijziging of verbouwing van een grondwaterwinning buitendienststellingen ................ 349 Afdeling 5.53.6. Specifieke voorschriften ............................................................................................................... 350
Subafdeling 5.53.6.1. Bronbemalingen en draineringen ....................................................................................... 350 Subafdeling 5.53.6.2. Grondwaterwinningen voor koudewarmtepompen ............................................................ 350 Subafdeling 5.53.6.3. Grondwaterwinningen voor de openbare watervoorziening .............................................. 350
HOOFDSTUK 5.54. HET KUNSTMATIG AANVULLEN VAN GRONDWATER ......................... 351
HOOFDSTUK 5.55. BORINGEN ........................................................................................................... 352
HOOFDSTUK 5.57. VLIEGVELDEN ................................................................................................... 352 Afdeling 5.57.1. Algemene bepalingen .................................................................................................................... 352 Afdeling 5.57.2. Bijzondere voorwaarden ............................................................................................................... 353
HOOFDSTUK 5.58. CREMATORIA ..................................................................................................... 354
HOOFDSTUK 5.59. ACTIVITEITEN DIE GEBRUIKMAKEN VAN ORGANISCHE OPLOSMIDDELEN ................................................................................................................................. 354
Afdeling 5.59.1. Algemene bepalingen .................................................................................................................... 354 Afdeling 5.59.2. Voorwaarden voor de beperking van de VOS-emissies ............................................................... 355 Afdeling 5.59.3. Toezicht, metingen en naleving van emissiegrenswaarden ........................................................... 356
HOOFDSTUK 5.60. OPVULLING MET NIET-VERONTREINIGDE UITGEGRAVEN BODEM357
HOOFDSTUK 5.61. TUSSENTIJDSE OPSLAGPLAATSEN VOOR UITGEGRAVEN BODEM . 358 Aanvaarding en registratie van uitgegraven bodem. ................................................................................................ 358 Het werkplan. ........................................................................................................................................................... 358
[DEEL 5BIS. PAKKETTEN MILIEUVOORWAARDEN VOOR BEPAALDE INGEDEELDE INRICHTINGEN DERDE KLASSE ............................................................................................. 360
HOOFDSTUK 5BIS.0. ALGEMENE BEPALINGEN .......................................................................... 360
Titel II van het VLAREM - gecoördineerde versie 23 februari 2011
HOOFDSTUK 5BIS.15.5. INRICHTINGEN BEDOELD IN RUBRIEK 15.5. STANDAARDGARAGES EN –CARROSSERIEBEDRIJVEN .......................................................... 360
Afdeling 5BIS.15.5.1. Algemene bepalingen........................................................................................................... 360 Afdeling 5BIS.15.5.2. Algemene milieuvoorwaarden voor standaardgarages en corroseriebedrijven .................... 360 Afdeling 5BIS.15.5.3. Sectorale milieuvoorwaarden voor standaardgarages en corrosseriebedrijven.................... 362 Afdeling 5BIS.15.5.4. Aanvullende sectorale milieuvoorwaarden voor bepaalde onderdelen van standaardgarages (met inbegrip van carrosseriebedrijven) ................................................................................................................... 366
Subafdeling 5BIS.15.5.4.1. Werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen .................................................................................................................................................... 366 Subafdeling 5BIS.15.5.4.2. Installaties voor het mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen .............................................................................................................................................. 367 Subafdeling 5BIS.15.5.4.3. Het lozen van afvalwater .......................................................................................... 369 Subafdeling 5BIS.15.5.4.4. Parkeerruimten voor motorvoertuigen ...................................................................... 372 Subafdeling 5BIS.15.5.4.5. Luchtcompressoren, koel- en airconditioningsinstallaties ........................................ 372 Subafdeling 5BIS.15.5.4.6. Opslag van gassen .................................................................................................... 374 Subafdeling 5BIS.15.5.4.7. Opslag van gevaarlijke vloeistoffen in verplaatsbare recipiënten ............................ 374 Subafdeling 5BIS.15.5.4.8. Opslag van gevaarlijke vloeistoffen in vaste houders .............................................. 375 Subafdeling 5BIS.15.5.4.9. Dieselverdeelinstallatie voor motorvoertuigen ......................................................... 377 Subafdeling 5BIS.15.5.4.10. Stookinstallaties ...................................................................................................... 378 Subafdeling 5BIS.15.5.4.11. Motoren met inwendige verbranding behorende bij elektrische noodgroep .......... 379 Subafdeling 5BIS.15.5.4.12. Elektrische installatie behorende bij elektrische noodgroep ................................... 380
HOOFDSTUK 5BIS.19.8. INRICHTINGEN BEDOELD IN RUBRIEK 19.8. STANDAARDHOUTBEWERKINGSBEDRIJVEN ............................................................................. 381
Afdeling 5BIS.19.8.1. Algemene bepalingen........................................................................................................... 381 Afdeling 5BIS.19.8.2. Algemene milieuvoorwaarden voor standaardhoutbewerkingsbedrijven ............................ 381 Afdeling 5BIS.19.8.3. Sectorale milieuvoorwaarden voor staandaardhoutbewerkingsbedrijven ............................ 383 Afdeling 5BIS.19.8.4. Aanvullende sectorale milieuvoorwaarden in functie van de bijkomende onderdelen die de inrichting omvat ....................................................................................................................................................... 387
Subafdeling 5BIS.19.8.4.1. Mechanische houtbewerking .................................................................................... 387 Subafdeling 5BIS.19.8.4.2. Verduurzamen van hout ............................................................................................ 387 Subafdeling 5BIS.19.8.4.3. Drogen van hout ....................................................................................................... 390 Subafdeling 5BIS.19.8.4.4. Opslag van brandbare vaste stoffen .......................................................................... 390 Subafdeling 5BIS.19.8.4.5. Het lozen van afvalwater .......................................................................................... 390 Subafdeling 5BIS.19.8.4.6. Parkeerruimten voor motorvoertuigen ...................................................................... 393 Subafdeling 5BIS.19.8.4.7. Installaties voor het mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen .............................................................................................................................................. 393 Subafdeling 5BIS.19.8.4.8. Luchtcompressoren, koel- en airconditioningsinstallaties ........................................ 396 Subafdeling 5BIS.19.8.4.9. Opslag van gassen .................................................................................................... 398 Subafdeling 5BIS.19.8.4.10. Opslag van gevaarlijke vloeistoffen in verplaatsbare recipiënten .......................... 398 Subafdeling 5BIS.19.8.4.11. Opslag van gevaarlijke vloeistoffen in vaste houders ............................................ 399 Subafdeling 5BIS.19.8.4.12. Dieselverdeelinstallatie voor motorvoertuigen ....................................................... 401 Subafdeling 5BIS.19.8.4.13. Stookinstallaties ...................................................................................................... 402 Subafdeling 5BIS.19.8.4.14. Motoren met inwendige verbranding behorende bij elektrische noodgroep .......... 403 Subafdeling 5BIS.19.8.4.15. Elektrische installatie behorende bij elektrische noodgroep ................................... 404
DEEL 6 MILIEUVOORWAARDEN VOOR NIET-INGEDEELDE INRICHTINGEN ............ 405 HOOFDSTUK 6.1. TOEPASSINGSGEBIED VAN DE MILIEUVOORWAARDEN VOOR NIET-INGEDEELDE INRICHTINGEN .......................................................................................................... 405
HOOFDSTUK 6.2. BEHEERSING VAN OPPERVLAKTEWATERVERONTREINIGING ......... 405 Afdeling 6.2.1. Lozing van niet-verontreinigd hemelwater en/of bemalingswater, van huishoudelijk afvalwater afkomstig van woongelegenheden en van huishoudelijk afvalwater, ander dan afkomstig van woongelegenheden, met een biologisch afbreekbare organische belasting van maximum 20 inwonersequivalenten in een gemeente waarvoor het gemeentelijk zonderingsplan nog niet definitief is vastgesteld .......................................................... 405 Afdeling 6.2.2 Lozing van niet-verontreinigd hemelwater en/of bemalingswater, van huishoudelijk afvalwater afkomstig van woongelegenheden en van huishoudelijk afvalwater, ander dan afkomstig van woongelegenheden, met een biologisch afbreekbare organische belasting van maximum 20 inwonersequivalenten in een gemeente waarvoor het gemeentelijk zonderingsplan definitief is vastgesteld ........................................................................ 406
Subafdeling 6.2.2.1. Algemeen ..