Transcript
  • VVOOLL LLIIEEFFDDEEvoor

    Het voelt een beet-je dubbel datApostelkind juistnú uitkomt, ver-telt Renske.Maar liefst drie jaar heeft zeaan het boek gewerkt. „Debuitenwereld heeft zich ei-genlijk nooit echt geïnteres-seerd voor wat er achter deschermen bij ons gebeurdeen zelf deed de groep er ookalles aan omdat verborgente houden. Eris nooit ver-antwoordinggenomen voorhet recente verleden. En nuis er, door de coronacrisis,wéér een bliksemafleider.”

    Het Apostolisch Genoot-schap, dat zichzelf een ’vrij-zinnig-religieuze humanis-

    tische beweging’ noemt,bestond in de hoogtijdagenin Nederland uit zo’n 30.000leden. Het hart van de groeplag in Bussum, waar ookRenske opgroeide.

    ZingevingApostolischen willen

    ’mensen helpen met hunzingeving en identiteit enhet verspreiden van liefde

    en compassie’.„Mooie woorden”, zegt

    Renske, „maar in werkelijk-heid had je helemaal geenvrije wil. Alles werd opge-legd. Niet in de vorm van

    regels, maar subtieler: jemoest het zélf zo voelen. Enals je het anders voelde,voelde je het verkeerd.”

    In haar oude dagboekenklaagde Renske al op 8-jari-ge leeftijd over vermoeid-heid. Na schooltijd sportenof spelen was er zelden bij,bijna alle vrije tijd was ge-vuld met activiteiten: dien-sten, kringbijeenkomsten,

    koren, theaterop-voeringen...

    De heer Sloksenior, die tot 1984de leidsman vanhet genootschap

    was, werd op het podiumtoegezongen en aanbeden.’Oom Apostel’, noemden dekinderen hem.

    „We zongen dat ons hartvoor hem klopte, dat we vanhem waren”, vertelt Renske.„We bedankten hem dage-lijks in een gebed, wastenzijn auto en wachtten hemop als hij thuiskwam vaneen reis. We gaven ons metz’n allen aan deze man over.We volgden hem als ’levens-voorbeeld’ zodat wij liefdezouden kunnen versprei-den onder de mensen.”

    SekteHet toont overeenkom-

    sten met sektes als deBhagwan, zeker aangezienook Slok een peperdure au-to reed en in een miljoenen-villa woonde. „Ik heb altijdgeweigerd om het een sektete noemen”, zegt Renske.„Zo’n label roept alleenmaar sensatiezucht op.Maar toen ik er meer overbegon te lezen en er metdeskundigen over sprak,kon ik niet anders dan con-cluderen dat het aan allecriteria voldeed.”

    „Er zijn nooit misstandenontdekt, zoals belasting-ontduiking of seksueel mis-bruik. Het zijn over het alge-meen heel gewone, vriende-lijke mensen. En misschiendachten de leidsmannen –van 1984 tot 2001 nam Slokjunior het van zijn vaderover – écht dat ze het bestededen voor hun ’Godsvolk’.Desondanks heb ik na mijnonderzoek geconcludeerddat er, zeker tot 2001, sprakewas van grootschalig emo-tioneel misbruik, waarbij degedachtewereld en vrije wilvan kinderen systematischwerd beïnvloed.”

    DwangHet is niet haar doel om

    het genootschap in eenkwaad daglicht te zetten,benadrukt Renske. „Maarom mensen te laten begrij-pen hoe schadelijk het voorkinderen is om op te groeienin zo’n gesloten gemeen-schap vol dwang enverplichte overgave. Kinde-ren moeten vrij kunnen zijnom zich te ontwikkelen.”

    Of ze het haar ouders

    kwalijk neemt dat zij niethebben ingegrepen? Rens-ke kijkt bedenkelijk. „Ik zouniet weten hoe. Zij zijn hier-in geboren, net als mijngrootouders. Natuurlijkvind ik dat de volwassenenhard op de rem haddenmoeten trappen, maariedereen werd erin mee-gezogen. Het hoort bij deverbondenheid waar men-sen naar zoeken.”

    „Dat zie je nu ook weer.Door de coronacrisis zal deaantrekkingskracht van

    kerken en zingevingsgroe-pen groter worden. Mensenhebben een natuurlijkebehoefte om houvast te zoe-ken bij elkaar. En een sterkeleider geeft een beschermdgevoel.”

    In 1998 stapten Renske enhaar man samen uit degemeenschap. „Het leven intwee werelden putte ons uit,maar de vraag van Martingaf de doorslag. Hij vroeg ofik onze kinderen in dezegroep zou laten opgroeien.’Nee’, voelde ik meteen heel

    ’We zongen dat wevan hem waren’

    In crisistijd gaan veel mensen opzoek naar houvast en verbinding:met z’n allen hopen op een beterewereld. Aan de ene kant een mooiegedachte, vindt Renske Doorens-pleet (46), maar het roept bij haarook negatieve gevoelens op. Zegroeide namelijk op in het Aposto-lisch Genootschap, waar van haar’volledige overgave aan de leidsman’werd verwacht.

    door Marionvan Es

    Renske tijdenséén van devele theater-opvoeringen. FOTO EIGENBEELD

    Ontvangst vanApostel Sloksenior na eenreis.FOTO P.D.VERHOEVEN

    sterk. Wij waren trouwensniet de enigen die weggin-gen en de groep is nu sterkvergrijsd.”

    IdentiteitscrisisToch merkte ze tijdens

    het schrijven dat apostel-kinderen nooit helemaal loskunnen komen van hunjeugd. „Velen zijn boos overwat hen is aangedaan, of zekampen met een identiteits-crisis. Als je zo lang bentgeïndoctrineerd met eenapart gedachtegoed, datvoorschreef wie je moestzijn, wat je moest denken envoelen: wat blijft er dan nogover?”

    Zelf dacht Renske langetijd dat zij er prima van afge-komen was. „Over vroegerspraken we weinig. Webenadrukten alleen de pret-tige herinneringen, of welachten het weg. Mijn fami-lie was heel liefdevol, wehadden het goed thuis. Ende kersttijd, als we met z’nallen aan een grote theater-opvoering werkten, wastoch altijd gezellig? Pas toenik ging schrijven, schrok ikvan alles wat er bij mij naarboven kwam. Het was nietzo fijn als ik me had willenherinneren.”

    Ze hoopt dat met haarboek eindelijk openheidgegeven wordt. „Nu kanniemand meer beweren dathet niet is gebeurd, gewoonhier in Nederland, zonderdat iemand er oog voor had.”

    En verbondenheid? „Datis vaak maar een illusie”,zegt Renske. „Er is pas échtsprake van verbondenheidals we met z’n allen zorgendat zulke groepen nooitmeer ongemoeid hun gangkunnen gaan.”

    OOOOMMAAPPOOSSTTEELL

    RenskeDoorenspleet:„Ik heb altijdgeweigerd heteen sekte tenoemen. Maarhet voldeedwel aan allecriteria.”FOTO RUUD POS

    Renske Doorenspleet groeide op in een gesloten gemeenschap

    Couturier iscreatief incoronacrisis

    W6 DE TELEGRAAFWOENSDAG 8 APRIL 2020 W7DE TELEGRAAFWOENSDAG 8 APRIL 2020DIT WEEKEND IN VROUW MAGAZINE

    Blije buiken: eindelijk zwangerVriendinnenhoroscoopNU TE KOOP: VROUW GLOSSY

    Zijn 20-jarige jubileumshow inhet Okura hotel op 22 maartmoest hij afzeggen door corona.Maar niet getreurd, couturierPaul Schulten laat zijn kunnennu online zien aan zijn klanten.

    Eigenlijk is Paul Schulten niet zosnel uit balans te brengen en maakthij er het beste van op dit moment.Veelal in zijn atelier, zelf achter denaaimachine. „Ik heb de crisis in2008 natuurlijk al meegemaakt endie was ook heel heftig. Maar ik heber enorm van geleerd, bijvoorbeelddoor de kosten te drukken. Dat jeniet per se in de PC Hooftstraathoeft te zitten en meerdere coupeu-ses hoeft te hebben.”

    Voor zijn jubileumshow had hijgraag groots uitgepakt, maar hijvond daarin een nieuwe weg.„Het is het hele jaar nog feest, dusik doe zeker een inhaalslag. Voornu heb ik een clip gemaakt van de40 shows van het afge-lopen jaar en die aanmijn klanten ge-stuurd als een soortcadeautje. En ikheb de nieuwecollectie gewoononline naar zegestuurd. Decouture-itemsschuif ik doornaar het na-jaar, die zijngelukkig niettijdsgebonden.

    Hebben online showsmisschien de toekomst?

    „Dat zou zomaar kun-nen. Dat gependel naaral die modesteden,gesleep met koffersnaar hotels en het uren-lange wachten in de rijvoor een show, dat iseigenlijk niet meer vandeze tijd, hè? Zelf hebik door deze situatiebesloten dat ik nog éénshow per jaar doe, hetandere seizoen stuurik de collectie permail. Dat ging nu ookprima.”

    Ga jij het reddenmet je bedrijf indeze crisis?

    „Ik vermoed vanwel. Voor heteerst in mijnleven ben ik blijdat ik een ’één-pitter’ ben engeen arsenaalaan personeelin huis heb. Ikhad veelprojectenlopen en diekan ik nu in

    alle rust afmaken, dus ik verveel mesowieso niet. Veel klanten zitten inhet buitenland nu, dus doorpassengaat op dit moment niet. Ik stuur zefoto’s van stoffen en dan kiezen we,werkt prima. Er zijn nu natuurlijkeven geen feestjes, maar geloof me:die komen er straks zeker weer aan.Bovendien zien mijn klanten hunkleding als onderdeel van hun uit-straling, net als een auto of eenkantoor. Ook zonder feestjes blijftdie behoefte er.”

    Leg je een extra zoompje in dekleding voor het geval ze zijnaangekomen in coronatijd?

    „Haha, nee hoor, dat is echt nietnodig. Zelfs niet na de kerst-

    dagen. Die dames zijn erggefocust op hun gewicht,ze willen niet aankomen,want dan kunnen ze hunfavoriete items niet meeraan.”

    En straks met eenmondkapje op

    doorpassen?„Ja wie weet, ik

    ben daar wel toebereid. We staannatuurlijk weldicht op elkaar.Mondkapje open handschoe-nen aan is voormij echt geenprobleem.”

    TrendwatcherLidewij

    Edelkoort zeionlangs dat coronakan zorgen vooreen totaal nieuwbegin in de mode;dat we de waardevan vergetenkleding weer gaanzien. Wat denk jij?

    „Ze heeft wel eenpunt, hoewel ze dital een paar seizoe-nen zegt. Ja, mensengrijpen nu ook terugop de items in hunkledingkast en her-ontdekken die. Maarik ben wel bang dat jede verspilling niethelemaal kunt tegen-gaan. Mensen zijngewend om voor niks

    kleding te kunnenkopen, dat pak je ze

    echt niet zomaar af. Dieweggooicultuur is

    natuurlijk een drama,maar in ’terug naar het

    ambacht’ geloof ik ook nietzo. Wel hoop ik dat er uit-eindelijk meer kwaliteits-besef komt. Wat datbetreft is couture een pri-ma investering, het blijft

    immers altijd vrij tijdloos.”

    PAUL SCHULTENviert jubileumonline

    De nieu-wezomer-collectievaltonline tebewonde-ren.

    door Kim Querfurth

    Paul Schulten zit 20 jaar in het vak.FOTO HOLLANDSE HOOGTE

    Viola Lindeboom, werkzaam bijen lid van het ApostolischGenootschap: „Ik ben twee jaarouder dan Renske en herken deperiode van hiërarchisch leider-schap die ze schetst. Veel ledenplaatsten de toenmalige aposte-len op een voetstuk. Het isbetreurenswaardig dat in dezeperiode mensen gekrenkt zijn enzich daardoor beschadigd voe-len. Het genootschap erkent degevoelens waarmee Renske haarboek heeft geschreven en onder-

    schrijft haar belangrijkste con-clusie dat gedwongen volgzaam-heid verwerpelijk is. Het pastniet meer in het mensbeeldwaarin iedereen gelijkwaardig is.Het Apostolisch Genootschap isaltijd in ontwikkeling geweest.Op onze website beschrijven wedit in het artikel Hoe de luikenopengingen.Renske heeft de ontwikkelingnaar een open genootschap meteen levende overlegcultuur nietmeer meegemaakt. Zo is het

    Apostolisch Genootschap in dezetijd een vrijzinnige levens-beschouwing die zichzelf continubevraagt op haar maatschappe-lijke relevantie. Een initiatiefwaar ik mezelf kan zijn en zelfbepaal hoe ik invulling geef aanmijn lidmaatschap. Waar altijdruimte is voor een gelijkwaardiggesprek waarin we elkaarkritisch bevragen en leren vanelkaar. Ook over periodes waarwe met gemengde gevoelens opterugkijken.”

    REACTIE APOSTOLISCH GENOOTSCHAP

    Gelukkig ben ik nog vlak voor decoronacrisis even naar Frank-rijk geweest, waar ik in deboekwinkel Karl et moi vond, oftewel’Karl en ik’. Het boek gaat over derelatie tussen topmodel Baptiste Gia-biconi en modeontwerper Karl Lager-feld.

    Hij stond aan het hoofd van hethuis Chanel, van Fendi en zijn eigenmerk Lagerfeld. Giabiconi werd opCorsica geboren en door zijn moedernaar Parijs gestuurd, om carrière temaken als fotomodel. Daar ontmoettehij Lagerfeld. Hij werd zijn muze.Volgens het boek hebben ze nooitseks gehad, maar elkaar wel enormgeïnspireerd en gelukkig gemaakt.

    Giabiconi kwam natuurlijk in eenhem totaal onbekende wereld terecht:sterren, drugs, geld. Hij gaat winkelenmet Lagerfeld en vindt het gewoondat hij drie tassen á raison van 2000euro krijgt. Op sommige feestenwordt op een avond voor 100.000 euroaan champagne gedronken. Bizar wasdat Lagerfeld, die ruim een jaar gele-den overleed, aan zijn kat Choupetteeen fortuin naliet. Die kat was oor-spronkelijk van Baptiste, maar Lager-feld eigende zich hem toe, omdat hijtotaal verliefd was op het dier. Daarkregen ze nog bijna ruzie over.

    Al deze verhalen brachten mij terug

    naar de tijd dat ik Lagerfeld verschil-lende malen in Parijs interviewde. Inde Rue Cambon, de beroemde straatwaar Chanel haar imperium begon.

    Ik herinner me dat ik even moestwachten in een zaaltje waar Lagerfeldnog bezig was. ’De keizer’ werd hijgenoemd.

    Er waren twee mannen en eenvrouw die rollen stof over hun schou-der wierpen, en dan zei Lagerfeld:’oui’ of ’non’, ten teken dat de stof hemwel of niet beviel. Naast me stond eenaardige vrouw en ze vroeg op fluiste-rende toon waar ik voor kwam. Ikfluisterde terug: ’Ik kom Lagerfeldinterviewen, en Inez de la Fressange.’Inez de la Fressange is nog steedsberoemd in Frankrijk, maar toenstond haar afbeelding op elk bushok-je, omdat ze net het nieuwe gezichtvan Chanel geworden was.

    ’Oh, dat ben ik’, zei ze. Ik ging doorde grond, want ik had haar niet her-kend.

    Op de één of andere manier kon ikhet heel goed vinden met Lagerfeld.Hij was gewend dat hij niet tegenge-sproken werd. Dus toen ik een keerzei: ’Dat ben ik geloof ik niet met ueens’, hield zijn gevolg de adem in.Maar hij moest er hartelijk om la-chen. Daardoor wist hij na één keerprecies wie ik was en was het volgen-de interview gemakkelijk geregeld.

    Overigens was Baptiste volgenshem de enige die Lagerfeld mochttutoyeren. Mooi hoe twee mensen, dievijftig jaar in leeftijd verschilden,elkaar tot enorme artistieke hoogtenkonden stuwen.

    Ik ging door degrond, had haarniet herkend

    Karl

    WWW.CATHERINE.NL