1
V V O OL L L LI IE EF FD DE E voor H et voelt een beet- je dubbel dat Apostelkind juist nú uitkomt, ver- telt Renske. Maar liefst drie jaar heeft ze aan het boek gewerkt. „De buitenwereld heeft zich ei- genlijk nooit echt geïnteres- seerd voor wat er achter de schermen bij ons gebeurde en zelf deed de groep er ook alles aan om dat verborgen te houden. Er is nooit ver- antwoording genomen voor het recente verleden. En nu is er, door de coronacrisis, wéér een bliksemafleider.” Het Apostolisch Genoot- schap, dat zichzelf een ’vrij- zinnig-religieuze humanis- tische beweging’ noemt, bestond in de hoogtijdagen in Nederland uit zo’n 30.000 leden. Het hart van de groep lag in Bussum, waar ook Renske opgroeide. Zingeving Apostolischen willen ’mensen helpen met hun zingeving en identiteit en het verspreiden van liefde en compassie’. „Mooie woorden”, zegt Renske, „maar in werkelijk- heid had je helemaal geen vrije wil. Alles werd opge- legd. Niet in de vorm van regels, maar subtieler: je moest het zélf zo voelen. En als je het anders voelde, voelde je het verkeerd.” In haar oude dagboeken klaagde Renske al op 8-jari- ge leeftijd over vermoeid- heid. Na schooltijd sporten of spelen was er zelden bij, bijna alle vrije tijd was ge- vuld met activiteiten: dien- sten, kringbijeenkomsten, koren, theaterop- voeringen... De heer Slok senior, die tot 1984 de leidsman van het genootschap was, werd op het podium toegezongen en aanbeden. ’Oom Apostel’, noemden de kinderen hem. „We zongen dat ons hart voor hem klopte, dat we van hem waren”, vertelt Renske. „We bedankten hem dage- lijks in een gebed, wasten zijn auto en wachtten hem op als hij thuiskwam van een reis. We gaven ons met z’n allen aan deze man over. We volgden hem als ’levens- voorbeeld’ zodat wij liefde zouden kunnen versprei- den onder de mensen.” Sekte Het toont overeenkom- sten met sektes als de Bhagwan, zeker aangezien ook Slok een peperdure au- to reed en in een miljoenen- villa woonde. „Ik heb altijd geweigerd om het een sekte te noemen”, zegt Renske. „Zo’n label roept alleen maar sensatiezucht op. Maar toen ik er meer over begon te lezen en er met deskundigen over sprak, kon ik niet anders dan con- cluderen dat het aan alle criteria voldeed.” „Er zijn nooit misstanden ontdekt, zoals belasting- ontduiking of seksueel mis- bruik. Het zijn over het alge- meen heel gewone, vriende- lijke mensen. En misschien dachten de leidsmannen – van 1984 tot 2001 nam Slok junior het van zijn vader over – écht dat ze het beste deden voor hun ’Godsvolk’. Desondanks heb ik na mijn onderzoek geconcludeerd dat er, zeker tot 2001, sprake was van grootschalig emo- tioneel misbruik, waarbij de gedachtewereld en vrije wil van kinderen systematisch werd beïnvloed.” Dwang Het is niet haar doel om het genootschap in een kwaad daglicht te zetten, benadrukt Renske. „Maar om mensen te laten begrij- pen hoe schadelijk het voor kinderen is om op te groeien in zo’n gesloten gemeen- schap vol dwang en verplichte overgave. Kinde- ren moeten vrij kunnen zijn om zich te ontwikkelen.” Of ze het haar ouders kwalijk neemt dat zij niet hebben ingegrepen? Rens- ke kijkt bedenkelijk. „Ik zou niet weten hoe. Zij zijn hier- in geboren, net als mijn grootouders. Natuurlijk vind ik dat de volwassenen hard op de rem hadden moeten trappen, maar iedereen werd erin mee- gezogen. Het hoort bij de verbondenheid waar men- sen naar zoeken.” „Dat zie je nu ook weer. Door de coronacrisis zal de aantrekkingskracht van kerken en zingevingsgroe- pen groter worden. Mensen hebben een natuurlijke behoefte om houvast te zoe- ken bij elkaar. En een sterke leider geeft een beschermd gevoel.” In 1998 stapten Renske en haar man samen uit de gemeenschap. „Het leven in twee werelden putte ons uit, maar de vraag van Martin gaf de doorslag. Hij vroeg of ik onze kinderen in deze groep zou laten opgroeien. ’Nee’, voelde ik meteen heel ’We zongen dat we van hem waren’ In crisistijd gaan veel mensen op zoek naar houvast en verbinding: met z’n allen hopen op een betere wereld. Aan de ene kant een mooie gedachte, vindt Renske Doorens- pleet (46), maar het roept bij haar ook negatieve gevoelens op. Ze groeide namelijk op in het Aposto- lisch Genootschap, waar van haar ’volledige overgave aan de leidsman’ werd verwacht. door Marion van Es Renske tijdens één van de vele theater- opvoeringen. FOTO EIGEN BEELD Ontvangst van Apostel Slok senior na een reis. FOTO P.D. VERHOEVEN sterk. Wij waren trouwens niet de enigen die weggin- gen en de groep is nu sterk vergrijsd.” Identiteitscrisis Toch merkte ze tijdens het schrijven dat apostel- kinderen nooit helemaal los kunnen komen van hun jeugd. „Velen zijn boos over wat hen is aangedaan, of ze kampen met een identiteits- crisis. Als je zo lang bent geïndoctrineerd met een apart gedachtegoed, dat voorschreef wie je moest zijn, wat je moest denken en voelen: wat blijft er dan nog over?” Zelf dacht Renske lange tijd dat zij er prima van afge- komen was. „Over vroeger spraken we weinig. We benadrukten alleen de pret- tige herinneringen, of we lachten het weg. Mijn fami- lie was heel liefdevol, we hadden het goed thuis. En de kersttijd, als we met z’n allen aan een grote theater- opvoering werkten, was toch altijd gezellig? Pas toen ik ging schrijven, schrok ik van alles wat er bij mij naar boven kwam. Het was niet zo fijn als ik me had willen herinneren.” Ze hoopt dat met haar boek eindelijk openheid gegeven wordt. „Nu kan niemand meer beweren dat het niet is gebeurd, gewoon hier in Nederland, zonder dat iemand er oog voor had.” En verbondenheid? „Dat is vaak maar een illusie”, zegt Renske. „Er is pas écht sprake van verbondenheid als we met z’n allen zorgen dat zulke groepen nooit meer ongemoeid hun gang kunnen gaan.” O OO OM M A AP PO OS ST TE EL L Renske Doorenspleet: „Ik heb altijd geweigerd het een sekte te noemen. Maar het voldeed wel aan alle criteria.” FOTO RUUD POS Renske Doorenspleet groeide op in een gesloten gemeenschap Couturier is creatief in coronacrisis W6 DE TELEGRAAF WOENSDAG 8 APRIL 2020 W7 DE TELEGRAAF WOENSDAG 8 APRIL 2020 DIT WEEKEND IN VROUW MAGAZINE Blije buiken: eindelijk zwanger Vriendinnenhoroscoop NU TE KOOP: VROUW GLOSSY Zijn 20-jarige jubileumshow in het Okura hotel op 22 maart moest hij afzeggen door corona. Maar niet getreurd, couturier Paul Schulten laat zijn kunnen nu online zien aan zijn klanten. Eigenlijk is Paul Schulten niet zo snel uit balans te brengen en maakt hij er het beste van op dit moment. Veelal in zijn atelier, zelf achter de naaimachine. „Ik heb de crisis in 2008 natuurlijk al meegemaakt en die was ook heel heftig. Maar ik heb er enorm van geleerd, bijvoorbeeld door de kosten te drukken. Dat je niet per se in de PC Hooftstraat hoeft te zitten en meerdere coupeu- ses hoeft te hebben.” Voor zijn jubileumshow had hij graag groots uitgepakt, maar hij vond daarin een nieuwe weg. „Het is het hele jaar nog feest, dus ik doe zeker een inhaalslag. Voor nu heb ik een clip gemaakt van de 40 shows van het afge- lopen jaar en die aan mijn klanten ge- stuurd als een soort cadeautje. En ik heb de nieuwe collectie gewoon online naar ze gestuurd. De couture-items schuif ik door naar het na- jaar, die zijn gelukkig niet tijdsgebonden. Hebben online shows misschien de toekomst? „Dat zou zomaar kun- nen. Dat gependel naar al die modesteden, gesleep met koffers naar hotels en het uren- lange wachten in de rij voor een show, dat is eigenlijk niet meer van deze tijd, hè? Zelf heb ik door deze situatie besloten dat ik nog één show per jaar doe, het andere seizoen stuur ik de collectie per mail. Dat ging nu ook prima.” Ga jij het redden met je bedrijf in deze crisis? „Ik vermoed van wel. Voor het eerst in mijn leven ben ik blij dat ik een ’één- pitter’ ben en geen arsenaal aan personeel in huis heb. Ik had veel projecten lopen en die kan ik nu in alle rust afmaken, dus ik verveel me sowieso niet. Veel klanten zitten in het buitenland nu, dus doorpassen gaat op dit moment niet. Ik stuur ze foto’s van stoffen en dan kiezen we, werkt prima. Er zijn nu natuurlijk even geen feestjes, maar geloof me: die komen er straks zeker weer aan. Bovendien zien mijn klanten hun kleding als onderdeel van hun uit- straling, net als een auto of een kantoor. Ook zonder feestjes blijft die behoefte er.” Leg je een extra zoompje in de kleding voor het geval ze zijn aangekomen in coronatijd? „Haha, nee hoor, dat is echt niet nodig. Zelfs niet na de kerst- dagen. Die dames zijn erg gefocust op hun gewicht, ze willen niet aankomen, want dan kunnen ze hun favoriete items niet meer aan.” En straks met een mondkapje op doorpassen? „Ja wie weet, ik ben daar wel toe bereid. We staan natuurlijk wel dicht op elkaar. Mondkapje op en handschoe- nen aan is voor mij echt geen probleem.” Trendwatcher Lidewij Edelkoort zei onlangs dat corona kan zorgen voor een totaal nieuw begin in de mode; dat we de waarde van vergeten kleding weer gaan zien. Wat denk jij? „Ze heeft wel een punt, hoewel ze dit al een paar seizoe- nen zegt. Ja, mensen grijpen nu ook terug op de items in hun kledingkast en her- ontdekken die. Maar ik ben wel bang dat je de verspilling niet helemaal kunt tegen- gaan. Mensen zijn gewend om voor niks kleding te kunnen kopen, dat pak je ze echt niet zomaar af. Die weggooicultuur is natuurlijk een drama, maar in ’terug naar het ambacht’ geloof ik ook niet zo. Wel hoop ik dat er uit- eindelijk meer kwaliteits- besef komt. Wat dat betreft is couture een pri- ma investering, het blijft immers altijd vrij tijdloos.” PAUL SCHULTEN viert jubileum online De nieu- we zomer- collectie valt online te bewonde- ren. door Kim Querfurth Paul Schulten zit 20 jaar in het vak. FOTO HOLLANDSE HOOGTE Viola Lindeboom, werkzaam bij en lid van het Apostolisch Genootschap: „Ik ben twee jaar ouder dan Renske en herken de periode van hiërarchisch leider- schap die ze schetst. Veel leden plaatsten de toenmalige aposte- len op een voetstuk. Het is betreurenswaardig dat in deze periode mensen gekrenkt zijn en zich daardoor beschadigd voe- len. Het genootschap erkent de gevoelens waarmee Renske haar boek heeft geschreven en onder- schrijft haar belangrijkste con- clusie dat gedwongen volgzaam- heid verwerpelijk is. Het past niet meer in het mensbeeld waarin iedereen gelijkwaardig is. Het Apostolisch Genootschap is altijd in ontwikkeling geweest. Op onze website beschrijven we dit in het artikel Hoe de luiken opengingen. Renske heeft de ontwikkeling naar een open genootschap met een levende overlegcultuur niet meer meegemaakt. Zo is het Apostolisch Genootschap in deze tijd een vrijzinnige levens- beschouwing die zichzelf continu bevraagt op haar maatschappe- lijke relevantie. Een initiatief waar ik mezelf kan zijn en zelf bepaal hoe ik invulling geef aan mijn lidmaatschap. Waar altijd ruimte is voor een gelijkwaardig gesprek waarin we elkaar kritisch bevragen en leren van elkaar. Ook over periodes waar we met gemengde gevoelens op terugkijken.” REACTIE APOSTOLISCH GENOOTSCHAP G elukkig ben ik nog vlak voor de coronacrisis even naar Frank- rijk geweest, waar ik in de boekwinkel Karl et moi vond, oftewel ’Karl en ik’. Het boek gaat over de relatie tussen topmodel Baptiste Gia- biconi en modeontwerper Karl Lager- feld. Hij stond aan het hoofd van het huis Chanel, van Fendi en zijn eigen merk Lagerfeld. Giabiconi werd op Corsica geboren en door zijn moeder naar Parijs gestuurd, om carrière te maken als fotomodel. Daar ontmoette hij Lagerfeld. Hij werd zijn muze. Volgens het boek hebben ze nooit seks gehad, maar elkaar wel enorm geïnspireerd en gelukkig gemaakt. Giabiconi kwam natuurlijk in een hem totaal onbekende wereld terecht: sterren, drugs, geld. Hij gaat winkelen met Lagerfeld en vindt het gewoon dat hij drie tassen á raison van 2000 euro krijgt. Op sommige feesten wordt op een avond voor 100.000 euro aan champagne gedronken. Bizar was dat Lagerfeld, die ruim een jaar gele- den overleed, aan zijn kat Choupette een fortuin naliet. Die kat was oor- spronkelijk van Baptiste, maar Lager- feld eigende zich hem toe, omdat hij totaal verliefd was op het dier. Daar kregen ze nog bijna ruzie over. Al deze verhalen brachten mij terug naar de tijd dat ik Lagerfeld verschil- lende malen in Parijs interviewde. In de Rue Cambon, de beroemde straat waar Chanel haar imperium begon. Ik herinner me dat ik even moest wachten in een zaaltje waar Lagerfeld nog bezig was. ’De keizer’ werd hij genoemd. Er waren twee mannen en een vrouw die rollen stof over hun schou- der wierpen, en dan zei Lagerfeld: ’oui’ of ’non’, ten teken dat de stof hem wel of niet beviel. Naast me stond een aardige vrouw en ze vroeg op fluiste- rende toon waar ik voor kwam. Ik fluisterde terug: ’Ik kom Lagerfeld interviewen, en Inez de la Fressange.’ Inez de la Fressange is nog steeds beroemd in Frankrijk, maar toen stond haar afbeelding op elk bushok- je, omdat ze net het nieuwe gezicht van Chanel geworden was. ’Oh, dat ben ik’, zei ze. Ik ging door de grond, want ik had haar niet her- kend. Op de één of andere manier kon ik het heel goed vinden met Lagerfeld. Hij was gewend dat hij niet tegenge- sproken werd. Dus toen ik een keer zei: ’Dat ben ik geloof ik niet met u eens’, hield zijn gevolg de adem in. Maar hij moest er hartelijk om la- chen. Daardoor wist hij na één keer precies wie ik was en was het volgen- de interview gemakkelijk geregeld. Overigens was Baptiste volgens hem de enige die Lagerfeld mocht tutoyeren. Mooi hoe twee mensen, die vijftig jaar in leeftijd verschilden, elkaar tot enorme artistieke hoogten konden stuwen. Ik ging door de grond, had haar niet herkend Karl WWW.CATHERINE.NL

voor O O M A P O S T E L - Uitgeverij Balans...snel uit balans te brengen en maakt t. telier, zelf achter de naaimachine. „Ik heb de crisis in urlijk al meegemaakt en as ook heel

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • VVOOLL LLIIEEFFDDEEvoor

    Het voelt een beet-je dubbel datApostelkind juistnú uitkomt, ver-telt Renske.Maar liefst drie jaar heeft zeaan het boek gewerkt. „Debuitenwereld heeft zich ei-genlijk nooit echt geïnteres-seerd voor wat er achter deschermen bij ons gebeurdeen zelf deed de groep er ookalles aan omdat verborgente houden. Eris nooit ver-antwoordinggenomen voorhet recente verleden. En nuis er, door de coronacrisis,wéér een bliksemafleider.”

    Het Apostolisch Genoot-schap, dat zichzelf een ’vrij-zinnig-religieuze humanis-

    tische beweging’ noemt,bestond in de hoogtijdagenin Nederland uit zo’n 30.000leden. Het hart van de groeplag in Bussum, waar ookRenske opgroeide.

    ZingevingApostolischen willen

    ’mensen helpen met hunzingeving en identiteit enhet verspreiden van liefde

    en compassie’.„Mooie woorden”, zegt

    Renske, „maar in werkelijk-heid had je helemaal geenvrije wil. Alles werd opge-legd. Niet in de vorm van

    regels, maar subtieler: jemoest het zélf zo voelen. Enals je het anders voelde,voelde je het verkeerd.”

    In haar oude dagboekenklaagde Renske al op 8-jari-ge leeftijd over vermoeid-heid. Na schooltijd sportenof spelen was er zelden bij,bijna alle vrije tijd was ge-vuld met activiteiten: dien-sten, kringbijeenkomsten,

    koren, theaterop-voeringen...

    De heer Sloksenior, die tot 1984de leidsman vanhet genootschap

    was, werd op het podiumtoegezongen en aanbeden.’Oom Apostel’, noemden dekinderen hem.

    „We zongen dat ons hartvoor hem klopte, dat we vanhem waren”, vertelt Renske.„We bedankten hem dage-lijks in een gebed, wastenzijn auto en wachtten hemop als hij thuiskwam vaneen reis. We gaven ons metz’n allen aan deze man over.We volgden hem als ’levens-voorbeeld’ zodat wij liefdezouden kunnen versprei-den onder de mensen.”

    SekteHet toont overeenkom-

    sten met sektes als deBhagwan, zeker aangezienook Slok een peperdure au-to reed en in een miljoenen-villa woonde. „Ik heb altijdgeweigerd om het een sektete noemen”, zegt Renske.„Zo’n label roept alleenmaar sensatiezucht op.Maar toen ik er meer overbegon te lezen en er metdeskundigen over sprak,kon ik niet anders dan con-cluderen dat het aan allecriteria voldeed.”

    „Er zijn nooit misstandenontdekt, zoals belasting-ontduiking of seksueel mis-bruik. Het zijn over het alge-meen heel gewone, vriende-lijke mensen. En misschiendachten de leidsmannen –van 1984 tot 2001 nam Slokjunior het van zijn vaderover – écht dat ze het bestededen voor hun ’Godsvolk’.Desondanks heb ik na mijnonderzoek geconcludeerddat er, zeker tot 2001, sprakewas van grootschalig emo-tioneel misbruik, waarbij degedachtewereld en vrije wilvan kinderen systematischwerd beïnvloed.”

    DwangHet is niet haar doel om

    het genootschap in eenkwaad daglicht te zetten,benadrukt Renske. „Maarom mensen te laten begrij-pen hoe schadelijk het voorkinderen is om op te groeienin zo’n gesloten gemeen-schap vol dwang enverplichte overgave. Kinde-ren moeten vrij kunnen zijnom zich te ontwikkelen.”

    Of ze het haar ouders

    kwalijk neemt dat zij niethebben ingegrepen? Rens-ke kijkt bedenkelijk. „Ik zouniet weten hoe. Zij zijn hier-in geboren, net als mijngrootouders. Natuurlijkvind ik dat de volwassenenhard op de rem haddenmoeten trappen, maariedereen werd erin mee-gezogen. Het hoort bij deverbondenheid waar men-sen naar zoeken.”

    „Dat zie je nu ook weer.Door de coronacrisis zal deaantrekkingskracht van

    kerken en zingevingsgroe-pen groter worden. Mensenhebben een natuurlijkebehoefte om houvast te zoe-ken bij elkaar. En een sterkeleider geeft een beschermdgevoel.”

    In 1998 stapten Renske enhaar man samen uit degemeenschap. „Het leven intwee werelden putte ons uit,maar de vraag van Martingaf de doorslag. Hij vroeg ofik onze kinderen in dezegroep zou laten opgroeien.’Nee’, voelde ik meteen heel

    ’We zongen dat wevan hem waren’

    In crisistijd gaan veel mensen opzoek naar houvast en verbinding:met z’n allen hopen op een beterewereld. Aan de ene kant een mooiegedachte, vindt Renske Doorens-pleet (46), maar het roept bij haarook negatieve gevoelens op. Zegroeide namelijk op in het Aposto-lisch Genootschap, waar van haar’volledige overgave aan de leidsman’werd verwacht.

    door Marionvan Es

    Renske tijdenséén van devele theater-opvoeringen. FOTO EIGENBEELD

    Ontvangst vanApostel Sloksenior na eenreis.FOTO P.D.VERHOEVEN

    sterk. Wij waren trouwensniet de enigen die weggin-gen en de groep is nu sterkvergrijsd.”

    IdentiteitscrisisToch merkte ze tijdens

    het schrijven dat apostel-kinderen nooit helemaal loskunnen komen van hunjeugd. „Velen zijn boos overwat hen is aangedaan, of zekampen met een identiteits-crisis. Als je zo lang bentgeïndoctrineerd met eenapart gedachtegoed, datvoorschreef wie je moestzijn, wat je moest denken envoelen: wat blijft er dan nogover?”

    Zelf dacht Renske langetijd dat zij er prima van afge-komen was. „Over vroegerspraken we weinig. Webenadrukten alleen de pret-tige herinneringen, of welachten het weg. Mijn fami-lie was heel liefdevol, wehadden het goed thuis. Ende kersttijd, als we met z’nallen aan een grote theater-opvoering werkten, wastoch altijd gezellig? Pas toenik ging schrijven, schrok ikvan alles wat er bij mij naarboven kwam. Het was nietzo fijn als ik me had willenherinneren.”

    Ze hoopt dat met haarboek eindelijk openheidgegeven wordt. „Nu kanniemand meer beweren dathet niet is gebeurd, gewoonhier in Nederland, zonderdat iemand er oog voor had.”

    En verbondenheid? „Datis vaak maar een illusie”,zegt Renske. „Er is pas échtsprake van verbondenheidals we met z’n allen zorgendat zulke groepen nooitmeer ongemoeid hun gangkunnen gaan.”

    OOOOMMAAPPOOSSTTEELL

    RenskeDoorenspleet:„Ik heb altijdgeweigerd heteen sekte tenoemen. Maarhet voldeedwel aan allecriteria.”FOTO RUUD POS

    Renske Doorenspleet groeide op in een gesloten gemeenschap

    Couturier iscreatief incoronacrisis

    W6 DE TELEGRAAFWOENSDAG 8 APRIL 2020 W7DE TELEGRAAFWOENSDAG 8 APRIL 2020DIT WEEKEND IN VROUW MAGAZINE

    Blije buiken: eindelijk zwangerVriendinnenhoroscoopNU TE KOOP: VROUW GLOSSY

    Zijn 20-jarige jubileumshow inhet Okura hotel op 22 maartmoest hij afzeggen door corona.Maar niet getreurd, couturierPaul Schulten laat zijn kunnennu online zien aan zijn klanten.

    Eigenlijk is Paul Schulten niet zosnel uit balans te brengen en maakthij er het beste van op dit moment.Veelal in zijn atelier, zelf achter denaaimachine. „Ik heb de crisis in2008 natuurlijk al meegemaakt endie was ook heel heftig. Maar ik heber enorm van geleerd, bijvoorbeelddoor de kosten te drukken. Dat jeniet per se in de PC Hooftstraathoeft te zitten en meerdere coupeu-ses hoeft te hebben.”

    Voor zijn jubileumshow had hijgraag groots uitgepakt, maar hijvond daarin een nieuwe weg.„Het is het hele jaar nog feest, dusik doe zeker een inhaalslag. Voornu heb ik een clip gemaakt van de40 shows van het afge-lopen jaar en die aanmijn klanten ge-stuurd als een soortcadeautje. En ikheb de nieuwecollectie gewoononline naar zegestuurd. Decouture-itemsschuif ik doornaar het na-jaar, die zijngelukkig niettijdsgebonden.

    Hebben online showsmisschien de toekomst?

    „Dat zou zomaar kun-nen. Dat gependel naaral die modesteden,gesleep met koffersnaar hotels en het uren-lange wachten in de rijvoor een show, dat iseigenlijk niet meer vandeze tijd, hè? Zelf hebik door deze situatiebesloten dat ik nog éénshow per jaar doe, hetandere seizoen stuurik de collectie permail. Dat ging nu ookprima.”

    Ga jij het reddenmet je bedrijf indeze crisis?

    „Ik vermoed vanwel. Voor heteerst in mijnleven ben ik blijdat ik een ’één-pitter’ ben engeen arsenaalaan personeelin huis heb. Ikhad veelprojectenlopen en diekan ik nu in

    alle rust afmaken, dus ik verveel mesowieso niet. Veel klanten zitten inhet buitenland nu, dus doorpassengaat op dit moment niet. Ik stuur zefoto’s van stoffen en dan kiezen we,werkt prima. Er zijn nu natuurlijkeven geen feestjes, maar geloof me:die komen er straks zeker weer aan.Bovendien zien mijn klanten hunkleding als onderdeel van hun uit-straling, net als een auto of eenkantoor. Ook zonder feestjes blijftdie behoefte er.”

    Leg je een extra zoompje in dekleding voor het geval ze zijnaangekomen in coronatijd?

    „Haha, nee hoor, dat is echt nietnodig. Zelfs niet na de kerst-

    dagen. Die dames zijn erggefocust op hun gewicht,ze willen niet aankomen,want dan kunnen ze hunfavoriete items niet meeraan.”

    En straks met eenmondkapje op

    doorpassen?„Ja wie weet, ik

    ben daar wel toebereid. We staannatuurlijk weldicht op elkaar.Mondkapje open handschoe-nen aan is voormij echt geenprobleem.”

    TrendwatcherLidewij

    Edelkoort zeionlangs dat coronakan zorgen vooreen totaal nieuwbegin in de mode;dat we de waardevan vergetenkleding weer gaanzien. Wat denk jij?

    „Ze heeft wel eenpunt, hoewel ze dital een paar seizoe-nen zegt. Ja, mensengrijpen nu ook terugop de items in hunkledingkast en her-ontdekken die. Maarik ben wel bang dat jede verspilling niethelemaal kunt tegen-gaan. Mensen zijngewend om voor niks

    kleding te kunnenkopen, dat pak je ze

    echt niet zomaar af. Dieweggooicultuur is

    natuurlijk een drama,maar in ’terug naar het

    ambacht’ geloof ik ook nietzo. Wel hoop ik dat er uit-eindelijk meer kwaliteits-besef komt. Wat datbetreft is couture een pri-ma investering, het blijft

    immers altijd vrij tijdloos.”

    PAUL SCHULTENviert jubileumonline

    De nieu-wezomer-collectievaltonline tebewonde-ren.

    door Kim Querfurth

    Paul Schulten zit 20 jaar in het vak.FOTO HOLLANDSE HOOGTE

    Viola Lindeboom, werkzaam bijen lid van het ApostolischGenootschap: „Ik ben twee jaarouder dan Renske en herken deperiode van hiërarchisch leider-schap die ze schetst. Veel ledenplaatsten de toenmalige aposte-len op een voetstuk. Het isbetreurenswaardig dat in dezeperiode mensen gekrenkt zijn enzich daardoor beschadigd voe-len. Het genootschap erkent degevoelens waarmee Renske haarboek heeft geschreven en onder-

    schrijft haar belangrijkste con-clusie dat gedwongen volgzaam-heid verwerpelijk is. Het pastniet meer in het mensbeeldwaarin iedereen gelijkwaardig is.Het Apostolisch Genootschap isaltijd in ontwikkeling geweest.Op onze website beschrijven wedit in het artikel Hoe de luikenopengingen.Renske heeft de ontwikkelingnaar een open genootschap meteen levende overlegcultuur nietmeer meegemaakt. Zo is het

    Apostolisch Genootschap in dezetijd een vrijzinnige levens-beschouwing die zichzelf continubevraagt op haar maatschappe-lijke relevantie. Een initiatiefwaar ik mezelf kan zijn en zelfbepaal hoe ik invulling geef aanmijn lidmaatschap. Waar altijdruimte is voor een gelijkwaardiggesprek waarin we elkaarkritisch bevragen en leren vanelkaar. Ook over periodes waarwe met gemengde gevoelens opterugkijken.”

    REACTIE APOSTOLISCH GENOOTSCHAP

    Gelukkig ben ik nog vlak voor decoronacrisis even naar Frank-rijk geweest, waar ik in deboekwinkel Karl et moi vond, oftewel’Karl en ik’. Het boek gaat over derelatie tussen topmodel Baptiste Gia-biconi en modeontwerper Karl Lager-feld.

    Hij stond aan het hoofd van hethuis Chanel, van Fendi en zijn eigenmerk Lagerfeld. Giabiconi werd opCorsica geboren en door zijn moedernaar Parijs gestuurd, om carrière temaken als fotomodel. Daar ontmoettehij Lagerfeld. Hij werd zijn muze.Volgens het boek hebben ze nooitseks gehad, maar elkaar wel enormgeïnspireerd en gelukkig gemaakt.

    Giabiconi kwam natuurlijk in eenhem totaal onbekende wereld terecht:sterren, drugs, geld. Hij gaat winkelenmet Lagerfeld en vindt het gewoondat hij drie tassen á raison van 2000euro krijgt. Op sommige feestenwordt op een avond voor 100.000 euroaan champagne gedronken. Bizar wasdat Lagerfeld, die ruim een jaar gele-den overleed, aan zijn kat Choupetteeen fortuin naliet. Die kat was oor-spronkelijk van Baptiste, maar Lager-feld eigende zich hem toe, omdat hijtotaal verliefd was op het dier. Daarkregen ze nog bijna ruzie over.

    Al deze verhalen brachten mij terug

    naar de tijd dat ik Lagerfeld verschil-lende malen in Parijs interviewde. Inde Rue Cambon, de beroemde straatwaar Chanel haar imperium begon.

    Ik herinner me dat ik even moestwachten in een zaaltje waar Lagerfeldnog bezig was. ’De keizer’ werd hijgenoemd.

    Er waren twee mannen en eenvrouw die rollen stof over hun schou-der wierpen, en dan zei Lagerfeld:’oui’ of ’non’, ten teken dat de stof hemwel of niet beviel. Naast me stond eenaardige vrouw en ze vroeg op fluiste-rende toon waar ik voor kwam. Ikfluisterde terug: ’Ik kom Lagerfeldinterviewen, en Inez de la Fressange.’Inez de la Fressange is nog steedsberoemd in Frankrijk, maar toenstond haar afbeelding op elk bushok-je, omdat ze net het nieuwe gezichtvan Chanel geworden was.

    ’Oh, dat ben ik’, zei ze. Ik ging doorde grond, want ik had haar niet her-kend.

    Op de één of andere manier kon ikhet heel goed vinden met Lagerfeld.Hij was gewend dat hij niet tegenge-sproken werd. Dus toen ik een keerzei: ’Dat ben ik geloof ik niet met ueens’, hield zijn gevolg de adem in.Maar hij moest er hartelijk om la-chen. Daardoor wist hij na één keerprecies wie ik was en was het volgen-de interview gemakkelijk geregeld.

    Overigens was Baptiste volgenshem de enige die Lagerfeld mochttutoyeren. Mooi hoe twee mensen, dievijftig jaar in leeftijd verschilden,elkaar tot enorme artistieke hoogtenkonden stuwen.

    Ik ging door degrond, had haarniet herkend

    Karl

    WWW.CATHERINE.NL