Wat je altijd al wilde weten over: participatieonderzoek
Maarten van Meer – CultuurNet Vlaanderen
Doel en structuur presentatie
• Doel: basisinzichten participatieonderzoek om zelf met gegevens aan de slag te kunnen
• Structuur:– Beetje methodologie– Beetje basisstatistiek (om te kunnen interpreteren)– Belangrijke inzichten uit onderzoek Re-creatief
Vlaanderen– Mogelijke toepassingen in praktijk
Onderzoek overal
• “De gemiddelde bibliotheekbezoeker is een hoger opgeleide vrouw van 35, zonder kinderen, die in een grootstad woont”
• Met statistiek kan je alles bewijzen– “Grote mensen verdienen meer”
Waarom is participatieonderzoek…
• Traag?=> Hoeft niet traag te zijn als je gebruik kan maken van
beproefde methoden
• Duur?=> Iets grondig doen kost geld, maar besparen kan ook
door veel zelf te doen en volgens beproefde methoden te werken
• Ingewikkeld?=> Scheikunde is ook ingewikkeld, maar koken kan
iedereen: recepten volgen en geduld loont
Waar kan het misgaan?
• Representatieve steekproef- kans om in steekproef te zitten berekenbaar- non-respons zo klein mogelijk
=> voorwaarde om aan statistiek te kunnen doen en dus resultaten uit de geobserveerde gegevens te kunnen veralgemenen
Voorbeeld: steekproef van Re-Creatief Vlaanderen is representatief voor Vlaanderen. Dat is niet hetzelfde als voor Limburg of Brussel. We mogen aannemen dat alle verbanden die we in de steekproef vinden zich ook in de Vlaamse bevolking voordoen.
Steekproef: visueel
Populatie
Steekproef: visueel
Steekproef
Steekproef: visueel
Steekproef
Steekproef: visueel
Op basis van steekproef uitspraken doen over populatie dankzij statistiek
Waar kan het misgaan?
• Vraagverwoording– Denken over operationalisering concepten
=> cultuurparticipatie?– Denken over verwoording vragen
Hoeveel participeert u aan cultuur?=> respondent kan zelf ‘cultuur’ invullen
Hoeveel maal bent u de voorbije zes maanden naar film/theater/museum geweest?
- Volgorde vragen belangrijk=> Van algemeen naar specifiiek
Waar kan het misgaan?
• Antwoordcategorieën– Niet volledig (vb: voorkeurgenres)– Belang van aanwezigheid van een ‘geen
mening’ of ‘niet van toepassing’
Voorbeeld: Mening wordt gevraagd naar appreciatie van verschillende cultuuruitingen. Wat met onbekende cultuuruitingen? => ‘Ken ik niet’ is niet hetzelfde als ‘slecht’
Wat kan er misgaan?
• Belang van transparantie en reflectie door de onderzoeker
• Onderzoek heeft altijd een foutenmarge en het is dan ook best die te kennen
• Om van onderzoek naar beleid te gaan is inzicht in de methode noodzakelijk
Analyse: van univariaat naar multivariaat
• Univariaat: de verdeling van een variabele binnen de steekproef
• Voorbeeld: verdeling geslacht in steekproef
Percentage Absolute waarde
Man 49.4 (Vl:49.31) 1405
Vrouw 50.6 (Vl: 50.68) 1440
Totaal 100 2845
Analyse: univariaat
• Een ander voorbeeld: participatie aan klassieke muziek
Percentage Absolute waarde
Niet 76.9 2180
Incidenteel 12.5 355
Frequent 10.6 299
Totaal 100 2834
Analyse: bivariaatParticipatie aan klassieke muziek naar geslacht
Niet Incidenteel Frequent Totaal
man 1075
76.8%
49.3%
38%
157
11.2%
44.2
5.5%
168
12.0%
56.2%
5.9%
1400
100%
49.4%
Vrouw 1105
77.1%
50.7%
39.0%
198
13.8%
55.8%
7.0%
131
9.1%
43.8%
4.6%
1434
100%
50.6%
Totaal 2180
100%
76.9%
355
100%
12.5%
299
100%
10.6%
2834
100%
Analyse: bivariaatParticipatie aan klassieke muziek naar geslacht
Niet Incidenteel Frequent Totaal
Man
Rijpercentage
Kolompercentage
Tabelpercentage
1075
76.8%
49.3%
38%
157
11.2%
44.2 %
5.5%
168
12.0%
56.2%
5.9%
1400
100%
49.4%
Vrouw
Rijpercentage
Kolompercentage
Tabelpercentage
1105
77.1%
50.7%
39.0%
198
13.8%
55.8%
7.0%
131
9.1%
43.8%
4.6%
1434
100%
50.6%
Totaal 2180
100%
76.9%
355
100%
12.5%
299
100%
10.6%
2834
100%
Analyse: multivariaat
Uit de analyse blijken verschillende variabelen een verklarende waarde te hebben voor participatie aan klassieke muziek:
Participatie aan klassieke muziek
Geslacht
Gezinsstatus
Grootte vrijetijdsnetwerk
Woonplaats
Opleidingsniveau
Beroepsstatus
Leeftijd
kunstacademie
Cultuuractieve ouders
Analyse: multivariaatMaar deze variabelen zijn niet volledig onafhankelijk van elkaar:
Participatie aan klassieke muziek
Beroepsstatus
Opleidingsniveau
Leeftijd
Analyse: multivariaat
• Oplossing: netto-kansverhoudingen– Verschillen zijn uitgezuiverd voor alle andere
variabelen
• Hoe interpreteren?– Altijd met een referentiegroep (bij leeftijd: 35-54 jaar)– Cijfer voor leeftijdsgroep 54-65 = 2.21– De kans dat iemand uit de leeftijdsgroep 54-65
frequent aan klassieke muziek participeert is 2.21 groter dan dat iemand uit de leeftijdsgroep 35-54 participeert
• Klinkt abstract, maar ziet er mooi uit
Netto kansverhoudingen om incidenteel of frequent concerten of festivals met klassieke muziek bijgewoond te hebben
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
14-17 jaar
18-34 jaar
35-54 jaar (referentiegroep)
55-64 jaar
65+
man
vrouw (referentiegroep)
diploma HO
diploma HSO (referentiegroep)
diploma LSO
geen diploma/diploma LO
student in sociaal-culturele richt.
student in econ.-technisch richt.
beroep: vooral vorming/mensen helpen
beroep: vooral managementtaken
beroep: vooral uitvoerend werk (referentiegroep)
niet-werkend (andere dan student of gepensioneerd)
gepensioneerd
ja
nee (referentiegroep)
ja
nee (referentiegroep)
10+
5-9
0-4 (referentiegroep)
inwonend bij de ouders
alleenwonend
heeft inwonende kinderen allen ouder dan 10
heeft minstens één inwonend kind van 10 of jonger
woont met partner, zonder kinderen (referentiegroep)
grootstad (Brussel, Antwerpen, Gent)
centrumgemeente
niet centrumgemeente (referentiegroep)
x keer meer kans dan de referentiegroep om incidenteel
of frequent (vs. niet) geparticipeerd te hebben
x keer minder kans dan de referentiegroep om incidenteel of frequent (vs. niet) geparticipeerd te hebben
Leeftijd
Geslacht
Opleidingsniveau (afgestudeerden)
Beroepsstatus
Cultuuractieve ouders
Ooit kunstacademie gevolgd
Aantal personen in sociaal vrijetijdsnetwerk
Gezinsstatus
Woonplaats
statistisch significant(p < 0,05)
niet statistischsignificant
aantal eenheden te klein voor betrouwbare
schattingIncidenteel (vs. niet)(1 festival of concert)Frequent (vs. niet) (2 of meer)
Belangrijke inzichten van Re-Creatief Vlaanderen
• Verschillen tussen sectoren
• Socialisatie
• Sociaal netwerk
• Leeftijd: cohorteffect
• Nabijheid
Vooraf: nadenken over context
Gegevens uit survey zijn waardeloos zonder eigen context te kennen
• Nadenken over wat je wil bereiken
• Juiste gegevens uit survey verzamelen
• Denken over specifieke eigen omgeving
• Strategische keuzes maken
Inzichten: socialisatieOpleidingsniveau Ouderparticipatie
HO HSO LSO geen/LO wel niet
Kunsten (totaal) + 3,87 . - 2,56 - 5,26 + 2,67 .
Klassiekconcert/festival + 2,55 . - 2,86 - 11,11 + 2,1
Niet-klassiekconcert/festival + 1,47 . - 1,79 - 2,33 + 1,67 .
Theater, dans + 2,5 . - 1,37 - 1,56 + 1,97 .
Musical, revueshow + 1,26 . - 1,69 - 2,63 + 1,75 .
Kunstmusea en -tentoonst. + 2,64 . - 2,5 - 4,35 + 3,02 .
Bioscoop + 1,98 . - 1,92 - 4,76 + 1,5 .
Literaire evenmenten + 1,79 . - 2,56 - 5 + 1,48 .
Lidmaatschap vereniging + 1,5 . - 1,27 - 1,85 + 1,15
Bibliotheekbezoek + 2,4 . - 1,12 - 5 + 1,36
Netto-kansverhouding dat een bepaalde groep frequent participeert tov een referentiegroep (‘.’)
Bron: Re-Creatief Vlaanderen
Conclusies socialisatie
• Invloed van het ouderlijk milieu blijft erg belangrijk
• Ook opleidingsniveau is zeer bepalend• Het socialisatie-effect is niet enkel zichtbaar bij
de kunsten, maar ook bij populairdere cultuurvormen?
• Dus: hoop opgeven? • Neen: Publiek kennen en weten dat om nieuw
publiek te bereiken begeleiding zeer belangrijk is
Inzichten: sociaal netwerk
Grootte sociaal vrijetijdsnetwerk11+ 8-10 5-7 0-4
Kunsten (totaal) + 3,54 + 3,36 + 1,76 .
Klassiekconcert/festival + 2,18 + 1,82 + 1,07 .
Niet-klassiekconcert/festival + 1,89 + 1,6 + 1,19 .
Theater, dans + 3,21 + 2,51 + 1,88 .
Musical, revueshow + 2,34 + 1,26 + 1,04 .
Kunstmusea en -tentoonst. + 1,82 + 1,43 - 1,23 .
Bioscoop + 1,74 + 2,44 + 1,82 .
Literaire evenmenten + 1,47 + 1,17 + 1,31 .
Lidmaatschap vereniging + 2,15 + 2,14 + 1,3 .
Bibliotheekbezoek - 1,01 + 1,26 + 1,1
Netto-kansverhouding dat een bepaalde groep frequent participeert tov een referentiegroep (‘.’)
Bron: Re-Creatief Vlaanderen
Conclusies sociaal netwerk
• Er is een duidelijk positief verband tussen de grootte van het vrijetijdsnetwerk en de kans op participatie
• Oorzaak en richting zijn niet duidelijk• Je richten op mensen met veel vrienden?• Sociale aspect van cultuur in de verf
zetten en netwerken faciliteren• Of: angst om alleen te participeren
wegnemen?
Inzichten: leeftijd en geslacht
Bron: Re-Creatief Vlaanderen
Netto-kansverhouding dat een bepaalde groep frequent participeert tov een referentiegroep (‘.’)
Leeftijd Geslacht14-17 18-34 35-54 55-64 65+ man vrouw
Kunsten (totaal) - 2,27 + 1,02 . + 1,23 - 2,17 - 1,39 .
Klassiekconcert/festival - 9,09 - 3,85 . + 2,75 + 2,22 - 1,43 .
Niet-klassiekconcert/festival - 1,37 + 1,04 . - 1,7 - 4,76 + 1,29 .
Theater, dans - 1,84 - 1,61 . + 1,92 + 1,25 - 1,61 .
Musical, revueshow - 1,71 - 1,21 . + 1,49 - 3,03 - 1,11 .
Kunstmusea en -tentoonst. - 3,23 - 2,38 . + 3,1 + 2,71 - 1,29 .
Bioscoop - 1,03 + 1,7 . - 1,79 - 4,17 + 1,07 .
Literaire evenmenten - 1,06 - 1,64 . + 1,02 - 2,5 - 1,45 .
Lidmaatschap vereniging - 1,52 - 1,15 . + 1,5 + 2,2 + 1,43
Bibliotheekbezoek - 1,85 - 1,67 . - 2,94 - 2,94 - 1,82
Conclusies leeftijd en geslacht
• Vrouwen participeren iets meer aan cultuur
• Duidelijk leeftijdseffect: ouderen participeren meer aan kunsten, jongeren meer aan film en niet-klassieke muziek
• Uit Nederlands onderzoek blijkt dat dit een cohort-effect is: cultuurgevoel komt niet noodzakelijk met de leeftijd
Inzichten: nabijheid
80 à 90% van de participanten reist niet verder dan 30 kilometer
• Danspubliek reist het verste (50% woont binnen 16 km)
• Muziekpubliek: 50% woont binnen 12 km
• Theaterpubliek reist het minst ver (50% woont binnen 9 km)
Bron: Re-Creatief Vlaanderen
Redenen voor niet-participatie (enkel niet-participanten)
concerten theatermusea/
tentoonst.blijf liever thuis 32 44 39interesseert me gewoon niet 28 43 42aanbod interesseert me niet 24 31 36geen tijd 29 26 28ik heb er te weinig informatie over 12 14 17aanbod te klein in mijn streek 18 14 12toegangskaarten te duur 25 10 9uren passen me slecht 14 10 8niemand die me kan vergezellen 10 9 10gezondheidsprobleem/handicap 8 9 8voel mij er niet op mijn gemak 7 7 8plaats niet makkelijk bereikbaar 11 7 7moeilijk om kinderoppas te vinden 8 5 5gebrek aan openbaar vervoer 6 3 3plaats niet in veilige buurt 3 2 1mag niet van ouders 2 0 0
Bron: Re-Creatief Vlaanderen
Conclusie
• Het is niet makkelijk• Maar ook niet onoverkomelijk• Rapporten aandachtig lezen en niet enkel
tabelletjes kijken• Kritisch denken over onderzoeksresultaten loont:
beetje logica brengt je al ver• Onderzoek staat niet op zich en moet altijd door
gebruiker gekaderd worden in eigen context• Want: met statistiek kan je echt alles bewijzen
Verder lezen?
• H. Waege & H. Roose: Publiek Belicht. Handboek publieksonderzoek voor culturele instellingen.
• J. Billiet & H. Waege: Een samenleving onderzocht
• Presentatie vanaf woensdag op www.cultuurnet.be
Wat je altijd al wilde weten over: participatieonderzoek
Maarten van Meer – CultuurNet Vlaanderen