Upload
romee-wanders
View
201
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Zuchtend staan Menno en Pieter voor hun
nieuwe huis. ‘Laten we naar binnen gaan.’
zegt Pieter tegen zijn zoon.
Menno knikt. De twee lopen hun nieuwe huis
binnen, het oude huis had te veel
herinneringen aan het verleden, Menno’s
moeder en Pieter zijn vrouw.
Menno gaat rustig zitten op een bankje en
pakt een boek. Aandachtig probeert hij zich te
concentreren.
Pieter heeft het al snel bekeken en wandelt
vervolgens naar buiten. Daar op het strand
gaat hij zitten om even rust te krijgen.
Natuurlijk heeft hij zijn zoon nog, maar het
leven is een stuk anders geworden. Een golf
uit de zee reikt Pieter zijn voeten aan.
Niet veel later gaat hij zitten, turend naar zijn
vader die soms net een stipje lijkt terwijl hij
dichtbij is.
Pieter duikt diep het water in en komt niet
veel later dan een minuut weer boven, zodra
hij boven komt ziet hij Menno ook het water in
stappen. ‘Ja jongen, kom er ook in!’ roept
Pieter.
Het lijkt voor even dat al hun zorgen voor bij
zijn maar zodra ze liggen te zonnebaden valt
hun gesprek op een onderwerp over hun
verleden.
Het was goed om zo te praten over moeder,
denkt Menno.
Als het vijf uur is staat hij op en maakt
vervolgens eten klaar. Lekker een kop warm
eten gaat er goed in.
Pieter ruikt de geur en snuivend komt hij
binnen gewandeld. Menno en Pieter gaan
zitten aan tafel. ‘Pap, ik heb besloten om hier
morgen werk te zoeken, klinkt dat goed?’
vraagt Menno.
Pieter knikt lachend. Het eten is al snel op en
beiden besluiten ze om maar naar bed te
gaan. Pieter trekt zijn pyjama aan en schuift
zich in zijn nest.
Eerst gaat Menno nog douchen. Als hij naar
zijn bed wil lopen ziet hij de krant liggen waar
banen in staan. Aandachtig pakt hij de krant.
Hij kiest voor een baan in ordehandhaving.
Hoewel hij al gedoucht heeft kan Menno het
toch niet laten om voor het slapen nog even
te gaan springtouwen, voor morgen wil hij al
graag meteen promotie.
De volgende morgen staat Pieter vroeg op,
gapend verplaatst hij zich naar de badkamer
waar hij zich uitkleedt.
Hij doet de douche aan en al snel komt er
een warme gloed water uit vallen. Pieter
springt er meteen eronder. Langzaam laat hij
zich meedromen door het water van de zee
op de achtergrond.
Als de zon al een tijdje op is komt ook Menno
uit zijn bed stappen. Vermoeid maar toch
vastbesloten pakt hij zijn springtouw om nog
meer punten te halen voor zin skills.
Buiten loopt er een ietwat oudere vrouw langs
het huis die Pieter meteen naar buiten doet
laten komen. Hij begroet haar vriendelijk
waaruit een gesprek ontstaat.
Veel tijd heeft hij niet want niet veel later komt
zijn carpool de straat in rijden. Met een
tevreden gezicht stapt hij in de auto.
Menno hoort zijn vader ‘’dag’’ roepen.
Tevreden pakt hij een kookboek uit de kast en
begint te lezen. Maar niet altijd kan hij zijn
aandacht erbij houden, want stiekem denkt hij
de hele tijd aan zijn ouders.
Om toch voor wat andere afleiding te zorgen
gaat hij soep maken. Hij maakt het gerecht
wat hij ook net had gelezen en toch heeft
opgepikt uit het kookboek.
Met een sierlijke boog voorover pakt Menno
even later een kom soep van het aanrecht af.
Hij smult zijn zelf gemaakte eten naar binnen.
‘Wauw dit is heerlijk.’ zegt hij tegen zichzelf
met volle mond.
Het eten is zo lekker dat Menno twijfelt aan
nog een kom maar hij laat het hierbij. Als hij
de kom heeft afgewassen ziet hij opeens een
grote schep buiten staan. Geen vijf minuten
later staat hij daarom te graven naar wat
kostbaars.
Als Menno nog bezig is komt Pieter actief en
vrolijk de carpool uit stappen. Hij houdt erg
veel van zijn nieuwe baan, en de collega’s
zijn aardig.
Hij begroet zijn zoon en geeft hem een
knuffel. Menno maakt nog een kom soep voor
zijn vader maar die krijgt het maar half op. ‘Ik
ga slapen, oke?’ vraagt Pieter aan Menno.
Menno knikt.
Hij moet straks toch naar zijn werk.
Een andere carpool komt nu de straat in
rijden. Menno staat al wachtend voor zijn
huis. De chauffeur lacht vriendelijk. ‘Mooi op
tijd.’ lacht hij.
Die volgende morgen is iedereen al vroeg uit
de veren, Pieter loopt naar buiten net
wanneer het krantenmeisje de krant naar
hem toe brengt. Al snel komt er een gesprek
maar Menno kan niet mee praten want zijn
carpool staat al weer toeterend voor het huis.
Het gesprek tussen het krantenmeisje en
Pieter gaat zo goed dat ze er beiden even tijd
voor nemen en op de grond gaan zitten.
Maar ook Pieter werkt en het krantenmeisje
moet ook weer verder dus nemen ze afscheid
en gaan beiden weer naar hun werk toe.
Het huis is verlaten voor een paar uurtjes,
maar het duurt niet lang. Menno komt thuis
en bijna half slapend stapt hij onder de
douche. Een warme straal maakt hem
meteen weer wakker.
Toch stapt Menno na het douchen in bed. Met
een glimlach op zijn gezicht valt hij in slaap,
hij weet gewoon dat er iets leuks gaat
gebeuren.