Vaststellen en Examineren

“Een kroeg gesprek”

Pub Quiz

Welkom bij de Pub-quiz Examinering

Spelregels

• Formeer een team, verzin een naam• Gebruik per team 1

antwoordformulier• Geen examencondities• Team met de meeste antwoorden

goed wint• Over de uitslag kan niet worden

gecorrespondeerd

1. Wat klopt niet op bijgaand bewijs van examinering?

Bekijk de volgende dia van het Bewijs van Examinering goed en beantwoord daarna de vraag

1. Wat klopt niet op bijgaand bewijs van examinering?A. De officiële naam van ons ROC moet op

het bewijsB. Onvoldoende resultaten mogen niet op

het bewijs worden vermeldC. Het referentieniveau voor rekenen is niet

correctD. Alleen de resultaten van de pilot-examens

mogen op het bewijs worden vermeld

2. Hoe lang moeten examengegevens van studenten worden bewaard?

A. Een jaar na afnameB. Een jaar na diplomeringC. Drie jaar na afnameD. Drie jaar na diplomering

Wat kost een diploma?

3. Wat kost een diploma bij ROC Leiden?

A. Euro 1,82B. Euro 1,30C. Euro 0,99 (per 1000)@D. Euro 0,10 bij 12

rollen wc papier

4. Het diplomaregister biedt helderheid over diploma’s uitgegeven door ROC’s

vanaf..?

A. 1-8-2013 B. 2013C. 2012D. 2007

5. Wie heeft binnen ROC Leiden toegang tot het diplomaregister?

A. Nog niemand, we moeten dat nog regelen

B. Atie en Marjan, als voorzitters van de centrale examencommissie

C. Alle voorzitters van de examencommissies

D. Afdeling Studentenzaken

6. Hoeveel extra tijd krijgt een student met dyslexie standaard voor een examen?

A. 15 min. bij examens tot max. 90 min., 30 min. bij langere toetsen

B. 15 min. bij examens tot max. 90 min., 30 min. bij langere toetsen, maar alleen als er veel moet worden gelezen in het examen

C. 25% extra tijdD. 25% extra tijd, maar alleen als er veel moet

worden gelezen in het examen

7. Wat zijn geen kenmerken van een ‘echt’ diploma dat is uitgegeven na 1-8-2013?

A. een uniek watermerk, UV-vezels en een microtekst

B. een blinddruk en een vloeiend kleurverloop

C. een beschermlaag die verkleurt bij mechanische of chemische aantasting

D. Alle bovenstaande kenmerken zijn juist wel kenmerken van het waardepapier vereist voor een diploma

8. Welke stelling is juist?

A. Volgend studiejaar kunnen studenten die niet goed zijn in rekenen en taal op een lager referentieniveau landelijk examen doen voor Nederlands en rekenen

B. Volgend studiejaar kan een student van niveau 4 met een 5 voor Nederlands z’n diploma halen

C. Volgend studiejaar hoeven BBL-studenten niveau 2 en 3 nog geen examen Nederlands af te leggen

D. Volgend studiejaar mogen BBL-studenten niveau 2 en 3 binnen ROC Leiden voor lezen en luisteren nog ‘eigen’ instellingsexamens doen

9. Hoeveel weegt een velletje diplomapapier (met waarmerk!)

A. 80 gramB. 84 gramC. 120 gramD. 124 gram

10. Hoeveel vaststellingscommissies kent ROC Leiden?

A. 1B. 2C. 3D. 14

11. Per welk cohort kennen we generieke examens Engels?A. 2011-2012B. 2012-2013C. A of B; afhankelijk van

het kwalificatiedossierD. Pas met ingang

van 2017

12. Hoe telt beroepsgericht Engels per cohort 2011 mee?A. Engels weegt mee in het eindoordeel voor

de kerntaakB. De student moet minimaal 3 van de 5

vaardigheden op het juiste niveau beheersen

C. De student moet minimaal een 5,5 hebben als eindcijfer Engels

D. De examencommissie beslist of het A, B of C is

13. Wat geldt voor studenten niveau 4, die volgend jaar diplomeren m.b.t. Nederlands?

A. Dat hangt af van het vrijstellingenbeleid dat de examencommissie heeft vastgesteld

B. Die krijgen vrijstelling voor de COE als ze dit jaar al aan de pilot hebben deelgenomen

C. Die krijgen vrijstelling voor de COE als ze voor de pilot een 5 of hoger hebben behaald

D. Die krijgen vrijstelling voor de COE als ze voor de pilot een 5,5 of hoger hebben behaald

14. Wat geldt voor de planning van de landelijke en instellingsexamens?

A. Het centrale examen moet in de 2e helft van de opleiding worden afgenomen

B. Het instellingsexamen moet in de 2e helft van de opleiding worden afgenomen

C. A en B zijn juistD. Dat beslist de examencommissie

15. Een student met de beperking ADHD

http://www.youtube.com/watch?v=_cEYVpsSTuE

15. Een student met de beperking ADHD

A. Krijgt bij een adhd aanval extra examentoets tijd en hoeft niet alle onderdelen te beantwoorden

B. Krijgt vrijstelling indien hij/zij heeft bewezen dat deze aandoening ook tijdens het formatieve gedeelte een belemmering was

C. Krijgt geen vrijstelling voor zijn beperkingD. Dit is per persoon verschillend dus ieder krijgt

een eigen soort vrijstelling

16. Een student met de beperking dyslexie

http://www.youtube.com/watch?v=YiOgAJG6gjM

16. Een student met de beperking dyslexie

A. Krijgt alleen met een duur rapport toegang tot extra faciliteiten.

B. Krijgt standaard extra tijd zijnde 50% van de normale toetstijd.

C. Dient de faciliteiten uiterlijk 2 weken (10 werkdagen) voor het 1ste examen aan te vragen

D. Moet zijn eigen faciliteiten regelen zoals in het dyslexie rapport beschreven staat

17. Wat staat niet op de resultatenlijst bij het diploma voor cohorten N4 per 1-8-2012?

A. Dat is voldaan aan de inspanningseisen van Loopbaan en Burgerschap

B. Dat de bpv met goed gevolg is afgerond

C. Een eindoordeel per kerntaakD. Een eindoordeel voor Engels

18. Welke gegevens moeten in een examendossier worden bewaard?

A. De resultaten en bewijzen van de beroepsgerichte examens, de examens Nederlands en rekenen (en Engels, voor niveau 4)

B. De beoordeling of de kandidaat aan de inspanningsverplichtingen LB heeft voldaan

C. De beoordeling of de kandidaat de bpv met goed gevolg heeft afgelegd

D. Alle bovengenoemde gegevens

19. Wat is een hulpmiddel bij het construeren van examens?

A. Taxonomie van RomiszowskiB. Taxonomie van RomoszowskiC. Taxonomie van RomizowskyD. Taxonomie van Romozowsky

20. Mag je op basis van een onvoldoende voor een ontwikkelingsgerichte toets een student de toegang tot een examen weigeren?

A. Nee, nooitB. Ja, zonder meerC. Ja, maar alleen als je dit als

voorwaarde hebt opgenomen in de Oer

D. Dat wordt per individuele student beslist door de examencommissie

En de winnaar is : …………