Upload
harold-brockbernd
View
60
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
4 aspecten van belang: ligging bevolkingskenmerken gebiedskenmerken interne en externe relaties
Vormen van geografisch beeld
Een geografisch beeld van de wereld op grond van bevolkingskenmerken
De wereld indelen in gebieden met soortgelijke kenmerken (regio’s). Je kunt regionaliseren op grond van:• verschillende bevolkingskenmerken:
• demografisch• cultureel• economisch• politiek.
• Indelingscriteria per kenmerk: Op grond van meetbare criteria per kenmerk ontstaan categorieën van landen; regio’s.
een voorbeeld van categoriseren van landen met betrekking tot het (bevolkings)kenmerk economie, is de wereld indelen in rijke en arme regio’s op grond van BNP/inwoner.
Waarom?
• Vaststellen overeenkomsten en verschillen• Aan kunnen geven van een ontwikkeling in de
tijd• Een ruimtelijke beeld creëren van punt 1 en 2• De wereld indelen
DEMOGRAFISCHE KENMERKEN
regio’s op grond van : bevolkingsomvang, groei of daling van bevolkingsaantal, positie in het demografische transitiemodel
• Bevolkingsontwikkeling mondiaal filmpje mondiale bevolkingsgroei tot 2100
Demografisch transitiemodel
• Trend bevolkingsgroei/afname• In fasen gekoppeld aan sociaal culturele
kenmerken/ontwikkeling.• Economische verwijzing van de fasen:
• fase 1 agrarisch-ambachtelijke fase• fase 2 proletarische fase• fase 3 moderne fase• fase 4 postindustriële fase
Verschillende bevolkingsdiagrammen passend bij fasen in het transitiemodel
Vraag: beschrijf de vorm van de diagram van fase 1
Ontwikkeling demografische druk: Bij ontwikkeling van een land neemt eerst de groene druk af en stijgt later de grijze druk.
De demografische druk (DD): verhouding aantal actieven en niet-actieven in een bevolking
Niet-actieven (A + C)• Jongeren 0-19 jaar groene druk = A : B x 100%• Ouderen vanaf 65 jaar grijze druk = C : B x 100%
Productieve leeftijdsgroep (B)• 20-64 jaar
DD= (A+C) : B x 100%
Regel: Bij ontwikkeling van een land neemt eerst
de groene druk af en stijgt later de grijze druk.
Beeld demografische druk
Urbanisatie in de wereld: een groeiende urbane bevolking
Klik hier
Volgens de VN zal in 2030 60% van de wereldbevolking in steden leven. Het grootste deel van de groei komt voor rekening van groei van megasteden in de periferie. Hiërarchie naar aantal inwoners GAPMINDER INKOMEN % URBANE BEVOLKING Mumbai NOS
De grootste groei van steden vindt plaats in de (semi)periferie.De wereldsteden in het centrum groeien veel trager.
Megasteden groeien snel door:a. hoge natuurlijke groei b. hoog vestigingsoverschot c. uitbreiding van de stad over omgeving
Urbanisatiegraad/tempo periferieurbanisatie graad tempo
centrum hoog laag
periferie laag hoog
Periferie:• Ruraal urbane migratie• Snel groeiende steden• Ontstaan krottenwijken
door snelle toestroom van arme plattelanders
CULTURELE KENMERKEN
Cultuurgebieden ontstaan als gevolg van indeling op grond van culturele kenmerken
Cultuurgebieden
Een volk is een groep mensen met dezelfde culturele indentiteit, die lange tijd samen leeft. Bepalend voor cultuur zijn de cultuur elementen of kenmerken. De belangrijkste cultuurelementen zijn taal en religie bepalen in hoge mate culturele identiteit. Cultuurgebieden zijn regio’s met gemeenschappelijke cultuurkenmerken.
Ruimtelijke verspreiding van cultuurelementen
Losstaande eilandjes van modernisering door relocatie
Geleidelijke, gelijkmatige verspreiding naar alle kanten; als een vlek. Lopend vuurtje
verspreiding door netwerken
Verspreiding door directe contacten
Diffusie van ideeën met tegengestelde effecten
• Acculturatie: acceptatie en overname• Verbrokkeling: afwijzing en conflict
Het sociale proces van acceptatieVeel gebruikt in marketingonderzoek voor inzicht in koopgedrag bij introductie van nieuwe producten.• Product life cycle• Acceptatie en verkoop van nieuwe producten
Sociale diffusie: de verspreiding van een cultuurelement in de samenleving• Door communicatierevolutie versnelling proces • Pagina 17
Kenmerk: verdeling van samenstelling beroepsbevolking
• Aandeel in landbouw betere indicator dan industrie of diensten
• In ontwikkelingslanden vaak geen cijfers en/of zeer onbetrouwbare cijfers.
Regel: bij hoger ontwikkelingsniveau zullen er steeds minder mensen in de landbouw werken.VERKLAAR!
Kenmerk: inkomen
indicatoren zeggen niets over:
• Verschillen in koopkracht binnen regio’/landen
• Spreiding welvaart in een regio of land
Economische kenmerken/indicatoren
• Nationaal inkomen
• Bruto Binnenlands Product (BBP)
• Bruto Nationaal Product (BNP)
Regio’s op grond van inkomenskenmerken: • centrum• semi periferie• periferie
Verdeling inkomen grafiek• 80% verdient 50% van het
NI• 20% verdient de overige
50%• Algemeen: hoe armer een
land, des te meer zal de curve naar de rechter benedenhoek verschuiven.
• Filmpje Lorentzcurve
Indelen op basis van politieke kenmerken
Democratisch gehalte• Meetbaar via index voor
democratie (VN)
Corruptie• Zeer nadelig voor de economie
Mensenrechten
Vier regio’s
De cultuurgebieden: Europa, Oost-Azie, Afrika (de Islamitische wereld, Afrika
zuidelijk van de Sahara), Latijns-Amerika
MACROREGIO’S
Europa, Afrika (Islamitisch Afrika, Afrika zuidelijk van de Sahara), Oost-Azie, Latijns-Amerika
Cultuur
• Koloniale erfenis• Invloed hegemoniale staten Portugal en
Spanje• Verdrag Tordesillas 1494• Rooms katholiek• Etnische vermenging Europeanen, inheemsen
en slaven
Politieke kenmerken
• Vroege onafhankelijkheid• Vele politieke omwentelingen: (Militaire)
Dictaturen, socialistische invloeden vanuit Cuba• Na jaren tachtig democratisering
Hoe is de lorentzcurve van Latijns Amerika?
• Grote contrasten tussen arm en rijk.
• Een steeds kleiner deel van de bevolking bezit een toenemend deel van het Nationaal inkomen.
• De curve wordt naar de rechter bebedenhoek getrokken.
De koloniale periode
• tot 1850 Handelskolonialisme (handelskapitalisme). Hegemoniale staten dwingen handel af en vestigen handelsposten.
• Vestigingskolonisatie: migratie van Europeanen in gebruikname grond overzeese gebieden. Geen primair economisch motief.
• Exploitatiekolonialisme na industriële revolutie. Kernlanden op zoek naar grondstoffen. Volledige overheersing en exploitatie van landen (vooral in Azië en Afrika) door de kernlanden; imperialisme
Latijns Amerika: handelskolonialisme. Spanje en Portugal hegemoniale staten.
Noord Amerika: vestigingskolonialisme
Azië: eerst handelskolonialisme, later expoitatiekolonialisme. Nederland, maar later vooral Groot-Britannie hegemoniale staten.
Afrika: exploitatiekolonialisme door meerdere Europese landen.
Het koloniale systeem is de basis van de huidige rolverdeling in de wereld.
Het ontstaan van een mondiale rolverdeling van kernlanden en “wingewesten” /periferie.
Centrum periferieverdeling en mondiale arbeidsverdeling
Het Centrum-Periferiemodel
Verdeling Centrum periferie op grond van:• Omvang economie• Rol binnen
economisch systeem: dominant of afhankelijk
De verdeling tref je aan op verschillende schaalniveaus
Spread effecten• overdracht kennis• investeringen• aanleg infrastructuurBackwash effecten• arbeidsmigratie• weghalen grondstoffen• uitputting bodem• milieuverontreiniging
Toename ongelijkheid• Ruilvoetverslechtering
Ongelijke relaties• Afhankelijkheid arme
landen• Dominantie kernlanden
Ontwikkelingsmogelijkheden• Importsubstitutie• Uitschuiving• Fragmentarische
modernisering
Interactie tussen centrum en periferie
Kennis en kapitaal
Grondstoffen en energie
stroomversnelling globalisering
STUWENDE FACTOREN:• einde koude oorlog tussen de eerste en de
tweede wereld; voorheen verdeling wereld in invloedsferen
• val muur 1989; vrij verkeer tussen oost en west• Opening chinese economie jaren 90; SEZ’s• liberalisering: open grenzen voor goederen,
mensen en kapitaal
Arbeidsmarkt in bewegingRuimtelijke gevolgen globalisering
Welke ontwikkelingen zie je tussen 1970 en 2010?
‘Door de globalisering beconcurreren arbeidsmarkten elkaar wereldwijd.’
De triade: het centrum van de wereld
De Amerikaanse en de Aziatische poot van de triade vormen de Pacific Rim. Dit is het snelst groeiende deel van de wereldeconomie
Toenemende vervlechting en dynamiek in de wereldeconomie
• mondiaal steeds meer uitwisseling van grondstoffen, eind/half producten, energie
• conjuctuurschommelingen worden in het hele systeem gevoeld (zowel succes als crisis)
• MNO’s verplaatsen steeds hun vestigingen met als gevolg steeds verschuivende handelsstromen
• toenemende afhankelijkheid
Enkele verklarende principes met betrekking tot de toegenomen interactie
• Verkleining van relatieve afstanden = tijd ruimte compressie door verbeterde transporttechniek
• Verbeterde informatie- en communicatie technologie; de elektronische snelweg
• verbetering van relatieve ligging door Infrastructuur en netwerken
• Complementariteit: verschillende behoeftes van landen. zie Ullman
Tijd ruimte compressie
Global village
Transportrevolutie
Communicatierevolutie
Verkleining relatieve
afstanden
Relatief krimpende
wereldinternet via mobiel
Goederentransport revolutie
Belangrijkste ontwikkeling in het goederen vervoer?
Standaardisering: stukgoed vervoer per container. Efficiënte belading door standaardmaten; teu, twenty feet equivalent unit.
Verklaring voor interactie tussen landen; Ullman’s interactietheorie
Voordat vervoer of interactie van goederen, kapitaal, personen (migratie) of energie tot stand komt moet aan voorwaarden worden voldaan
goede fysieke infrastructuur, transporttechniek
De invloed van nationale overheden
Overheden bepalen de spelregels voor ondernemingen. De aantrekkelijkheid van een land wordt bepaald door drie politieke factoren.
De mate van bemoeienis met het bedrijfsleven
Politieke onrust schrikt investeerders af.
Een goed functionerende vrije markt economie wordt door economen als ideaal gezien.
De mate waarin een overheid een goed vestigingsklimaat bevordert/stimuleert
Voorwaardenscheppend beleid: opleidingsniveau, infrastructuur, faciliteiten (SEZ’s/EPZ’s), belastingmaatregelen.
De stabiliteit van de regering
Invloeden op mondiaal schaalniveau• Organisaties gericht op groei en liberalisering van de
wereldeconomie: Wereldbank, Wereldhandelsorganisatie WTO. (NGO’s)
• Invloed multi nationale ondernemingen• Handelsblokken: gericht op het bevoordelen van
deelnemende landen• G7 conferenties• actualiteit: Trans-Atlantisch Vrijhandels- en
Investeringsverdrag (TTIP)
Politieke globalisering en tegenbeweging
• Anders globalisten zijn tegen Global Governance• Zij vrezen dat de macht over de wereld in handen komt
van een steeds kleinere groep beslissers.• Deze elitaire groep van beslissers, liberaliseert (minder
regels), laat economische motieven prevaleren• Deze beslissers verdienen ten koste van leefomgeving,
duurzaamheid en kansen van het grootste deel van de wereldbevolking.
• Tegenbewegingen streven naar lokalisering
Culturele globalisering en tegenbeweging
• DNW VPRO; De verovering van de wereld . Een inleiding over globalisering. 0-25 min. http://www.vpro.nl/buitenland/speel.WO_VPRO_032820.html
• DNW VPRO; De tempel. Fundamentalisme als reactie op globalisering. 0-25 min. http://www.vpro.nl/speel.WO_VPRO_032824.html
Is wereldcultuur hetzelfde als Amerikanisering?Is vrije markt economie hetzelfde als democratie?Kun je democratie exporterenIs fundamentalisme een bijproduct van globalisering?
Industrialisatie en ontwikkeling in periferie
• Bedrijven zoeken naar de optimale locatie• Uitschuiving, outsourcing• Ontwikkeling in landen die optimale voorwaarden bieden
– Veel arbeiders voor simpel werk, laag kennisniveau, lage lonen, soepele regels
• De Aziatische tijgers: de eerste generatie NIC’s(Singapore, Zuid-Korea, Taiwan)
• De babytijgers: de tweede generatie NIC’s(o.a. Thailand, Vietnam, Turkije, Mexico)
• Vliegende ganzen model
Economische ontwikkeling volgens het model van de Vliegende Ganzen
In eerste instantie eenvoudige gebruiksgoederen met inzet van laagschoolde arbeid. Vervolgens door ontwikkeling overschakeling naar complexere producten met inzet van hoger kennisniveau.
Wanneer de vestiging in een bepaald land voor een bepaalde industrie te weinig voordeel oplevert, doordat in een land door toenemend ontwikkelingspeil het vestigingsklimaat verandert, dan verschuift die industrie naar een land.
Welke modellen verklaren de ontwikkeling in verschillende snelheden van bijvoorbeeld Zuidoost-Azië?
Het model van de Vliegende Ganzen
• Complementariteit
• Tussenliggende mogelijkheden
• Transporteerbaarheid
Het model van Ullmann
De globalisering leidt tot ? grotere sociale – en regionale ongelijkheid
Ontwikkeling in verschillende snelheden
Ruimtelijke gevolgen van globalisering
Fast world - slow world
Stelling: ‘globalisering leidt tot eenheid en verbrokkeling’
Verdedig deze stelling en gebruik het figuur. Gebruik ook de begrippen spread- en backwash-effecten
Globalisering versterkt eenheid en vergroot ruimtelijke verschillen binnen regio’s
• Toenemende ruimtelijke verschillen in wereldsysteem op meerdere schaalniveaus.
• op mondiaal niveau– spread en backwash tussen centrum en
periferie– brain drain; betere opleidingen en kansen in
de kernlanden– uitstroom van energie en grondstoffen van
periferie naar het centrum– spread van ontwikkelingsmogelijkheden via
het mondiale stedelijke netwerk
• Op nationaal niveau– Ontwikkeling stedelijke regio’s beter dan van
platteland; vooral van perifeer platteland– Backwasheffecten : uitstroom van natuurlijke
hulpbronnen, kapitaal en arbeidskrachten – Spreadeffecten dichtbij (grote) steden;
fragmentarische modernisering
• Gevolgen binnen alle schaalniveaus• Door backwash in achtergebleven
neemt de regionale ongelijkheid verder toe
• Spread veroorzaakt slechts fragmentarische modernisering
• Er ontstaan werelden van verschillende snelheden
• Fast world – slow world • De fast world is “connected” en
ondervind de mogelijkheden van de global economy. Hier vindt steeds sterkere vervlechting plaats dus meer eenheid….steeds sneller
• De slow world blijft achter en raakt afgesneden van de global economie
• Er is sprake van verbrokkeling
Fragmentarische modernisering leidt tot het ontstaan van twee werelden; fast world-slow world
• Mensen en gebieden in fast world of in slow world
• Indeling valt niet samen met het wereldsysteem van kernlanden, semiperifere en perifere landen
• Beide indelingen toepasbaar op meerdere ruimtelijke schaalniveaus
Fragmentarische modernisering
Regionale ongelijkheid
Fast world
Slow world
Twee werelden, twee snelheden
Eenheid, vervlechting
Veranderende productieprocessen door globalisering
Productieprocessen en productielocaties veranderen door technologische ontwikkelingen • Fordisme = gestandaardiseerde
massaproductie• aanbodgestuurd
Vervangen door • Toyotisering = geautomatiseerde productie
afgestemd op behoeften van klant• Vraaggestuurd
• Ikeanisering• De doe het zelf burger. Individueel
maar wel het zelfde (life style filosofie). De zelf samen te stellen geprefabriceerde samenleving.
• http://tegenlicht.vpro.nl/nieuws/2012/april/Strand-East.html
Toyotiseringkortere levenscyclus producten;
Toyotisering• massaproductie voor de
wereldmarkt• afstemming op regionale of
individuele behoefte via customizing
• snellere opeenvolging van vernieuwingen/verbeteringen
• Verkorting van de levensduur van producten
• Mogelijkheden voor meer winst voor ondernemingen
• Meer productie/handel
Uitleg product life cycle
• Ieder product heeft een bepaalde levensduur• De Fase waarin een product verkeert hangt samen
met behoefte/acceptatie/verkoop van dit product. • Op een gegeven moment is de winstpotentie van
een product uitgewerkt (decline).
• Om meer winst te genereren wordt de levenscyclus van producten verkort door
– ontwikkeling van nieuwe producten– aanpassing van bestaande producten
• Creëren van behoefte door toegenomen aantal contactmomenten door massamedia; introductie nieuwe producten of aangepaste producten via films, reclame, sponsoring
• Wereldwijd proces• Life style• Behoefte creëert vraag• Steeds nieuwe producten ontwikkeld• aanpassingen bestaande producten• toename gebruik
grondstoffen/energie/productie/handel
Ontwikkelingskansen voor gebieden door clustervorming: wijncluster in California
• Overheid steunt vorming clusters• Het geheel is meer dan de som
der delen• onderzoeksinstellingen• facilitaire bedrijven• beroepsopleidingen• overheden• infrastructuur• ondersteunende diensten;
banken, overheden, design• concentratie van soortgelijke en
elkaar aanvullende ondersteunende bedrijvigheid
• groter draagvlak
Voorbeelden Nederland
• brainports• greenports:
bijvoorbeeld agrocluster Lingewaard (Betuwe), Foodvaley (Wageningen)