43
De Staat van de Welvaartsstaat Bea Cantillon

Lezing de staat gent 14nov2016

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Lezing de staat gent 14nov2016

De Staat van de Welvaartsstaat Bea Cantillon

Page 2: Lezing de staat gent 14nov2016

Thomas More’s Utopia

Page 3: Lezing de staat gent 14nov2016
Page 4: Lezing de staat gent 14nov2016

Het begint met verontwaardiging…

“There was no reason to wonderat the matter, since this way of punishing thieveswas neither just in itself nor good for the public; for,as the severity was too great, so the remedy was not effectual …”

Cantillon Bea
Page 5: Lezing de staat gent 14nov2016

“When that little money is at anend (for it will be soon spent), what is left for them todo but either to steal, and so to be hanged (God knowshow justly!), or to go about and beg? And if they dothis they are put in prison as idle vagabonds, while theywould willingly work but can find none that will hirethem; for there is no more occasion for country labor,to which they have been bred, when there is no arableground left.”

Page 6: Lezing de staat gent 14nov2016

En een eenvoudige diagnose

“Though, to speak plainly my real sentiments, I must freely own that as long as there is any property, and while money is the standard of all other things, I cannot think that a nation can be governed either justly or happily: not justly, because the best things will fall to the share of the worst men; nor happily, because all things will be divided among a few (and even these are not in all respects happy),the rest being left to be absolutely miserable.”

Page 7: Lezing de staat gent 14nov2016

“From whence I am persuaded that till property istaken away, there can be no equitable or just distributionof things, nor can the world be happily governed;for as long as that is maintained, the greatest and thefar best part of mankind, will be still oppressed witha load of cares and anxieties.”

Page 8: Lezing de staat gent 14nov2016

Book Two

Of the Discussion which Raphael Hythloday Held Concerning the Best State of a Commonwealth, by Way of Thomas More, Citizen and Undersheriff of LONDON

Page 9: Lezing de staat gent 14nov2016

“Throughout the island they wear the same sort ofclothes, without any other distinction except what isnecessary to distinguish the two sexes and the marriedand unmarried. The fashion never alters...”

Page 10: Lezing de staat gent 14nov2016

they are clothed withleather and skins, cut carelessly about them, whichwill last seven years, and when they appear in publicthey put on an upper garment which hides the other;and these are all of one color, and that is the naturalcolor of the wool.

Page 11: Lezing de staat gent 14nov2016

but they, dividing the day and night intotwenty-four hours, appoint six of these for work, threeof which are before dinner and three after; they thensup, and at eight o’clock, counting from noon, go to bedand sleep eight hours.

Page 12: Lezing de staat gent 14nov2016

No family may have less thanten and more than sixteen persons in it, but there canbe no determined number for the children under age;

Page 13: Lezing de staat gent 14nov2016

this rule is easily observed by removing some of thechildren of a more fruitful couple to any other familythat does not abound so much in them.

Page 14: Lezing de staat gent 14nov2016

Thereare no taverns, no ale-houses, nor stews* among them,nor any other occasions of corrupting each other, ofgetting into corners, or forming themselves into parties;all men live in full view, so that all are obliged both toperform their ordinary task and to employ themselveswell in their spare hours; and it is certain that a peoplethus ordered must live in great abundance of all things,and these being equally distributed among them, noman can want or be obliged to beg.

Page 15: Lezing de staat gent 14nov2016

En, helaas …

... the first utopia that tried to enter into history, to pass from the realm of ‘words’ to that of things, not only came true but is being upturned, has already almost been upturned in the countries where it was put to the test, into something ever more like those negativeutopias which have so far also existed only in words (one thinks of Orwell’s novel) ( Bobbio, 1989 )

Page 16: Lezing de staat gent 14nov2016

De welvaartsstaat als utopie ?

“In Hoofdstuk 2 maakten weduidelijk dat de welvaartsstaat nooit een ‘utopie’ is geweest, niet gestoeldop een blauwdruk van een ‘gesloten toekomst’, maar langzaam gegroeid, van onderuit, voortdurend zoekend naar evenwichten in alsmaar wisselende spanningsvelden,gradueel afgedwongen door sociaal overleg en in politieke onderhandelingen.” ( Cantillon & Buyse, 2016 )

Page 17: Lezing de staat gent 14nov2016

De welvaartsstaat tolereert bovendien geen unidimensioneel denken ( Cantillon & Buysse, 2016 )

Page 18: Lezing de staat gent 14nov2016

“…een ongeëvenaarde hoogstaandesamenlevingsvorm, het geestelijk ideaal van Europa” , Herman Deleeck, 2007

Page 19: Lezing de staat gent 14nov2016

Maar 40 jaar later, de verontwaardiging

Page 20: Lezing de staat gent 14nov2016
Page 21: Lezing de staat gent 14nov2016

Waarom slaagt de welvaartsstaat er niet langer in om ongelijkheden en armoede succesvolterug te dringen? Waarom gaat vooruitgang op het vlak van inkomen,scholarisatie en werkgelegenheid niet langer samen met de verbetering van de levensomstandigheden van mensen die zich onderaan op de maatschappelijkeladder bevinden? Waarom zijn de nieuwe arbeidsgeoriënteerde beleidsparadigma’sontoereikend gebleken? ( Cantillon & Buyse, 2016 )

Page 22: Lezing de staat gent 14nov2016

Een kwestie van ethiek

Jonh Rawl’s Maximin principe

Page 23: Lezing de staat gent 14nov2016

En van welbegrepen eigenbelang…Brexit, Trump…

“Thus populist parties did receive significantly greater support among the less well-off (reporting difficulties in making ends meet) and among those with experience of unemployment, supporting the economic insecurity interpretation.” ( Inglehart & Norris, 2016 )

Page 24: Lezing de staat gent 14nov2016
Page 25: Lezing de staat gent 14nov2016

De evolutie van de ongelijkheid en van de armoede

19651967

19691971

19731975

19771979

19811983

19851987

19891991

19931995

19971999

20012003

20052007

20092011

20130

0.1

0.2

0.3

0.4

0

4

8

12

16

Evolutie van de inkomensongelijkheid (Gini) en armoede in België 1965-2014.

Gini voor belasting en sociale transfersGini na belasting en sociale transfers% armen, EU-norm (50% mediaan equivalent inkomen)% armen, EU-norm (60% mediaan equivalent inkomen)

Bron: Gini-coëfficiënt:1965-1989: Fiscale Statistiek; 1990-1995: Dierckx, D., Coene, J., Van Haarlem, A. en Oosterlynck, S. (2012), Armoede en sociale uitsluiting: Jaarboek 2012, Leuven: Acco, p.451; 1995-2014: Eurostat, EU-SILC data. Armoedegraad: 1976-1995: Deleeck, H. (2008), Architectuur van de welvaartsstaat, Leuven: Acco, p.357; 1995-2013 Eurostat, EU-SILC data.

Page 26: Lezing de staat gent 14nov2016

26

Maar de contrasten werden groter2002 2013

1. Totale bevolking 15,4 15,5

2. Onderwijsniveau (18j-64j)    

- Laag 19,6 28,5

- Hoog 7,1 6,5

3. Activiteitstatus (16+)    

- Tewerkgesteld 6,5 4,8

- Werkloos 32,9 42,9

5. Werkintensiteit huishouden (0j-59j)

- zeer hoog [0,85-1] 4,4 2,7

- zeer laag [0-0,2] 45,9 62,2

Noot: * EU27; ** EU28; De data van 1995-2000 en 2003-2014 zijn niet zonder meer vergelijkbaar; Armoedelijn: 60% van het mediane equivalente inkomen.

Bron: 1995-2000: Eurostat, ECHP1995, ECHP2000; 2003-2014: Eurostat, EU-SILC 2003, EU-SILC2006, EU-SILC2009, EU-SILC2012, EU-SILC2014.

Page 27: Lezing de staat gent 14nov2016

Ongelijke tewerkstellingsgroei

27

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

0102030405060708090

100België

Aandeel hoogschoolden in het aantal werkenden

tewerkstellingsgraad laaggeschoolden

tewerkstellingsgraad middengeschoolden

tewerkstellingsgraad hooggeschoolden

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

0

20

40

60

80

100

Duitsland

Bron: Eurostat, Labour Force Survey data, berekeningen Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck door Linde Buysse.

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

0

20

40

60

80

100

Nederland

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

0

20

40

60

80

100

Zweden

Page 28: Lezing de staat gent 14nov2016

Ongelijke verdeling van jobs over huishoudens

28

Noot: ‘employment rate’ is de tewerkstellingsgraad; ‘wi = 0’ is het aandeel werkarme gezinnen (werkintensiteit = 0); ‘wi = 1’ is het aandeel werkrijke gezinnen (werkintensiteit = 1); ‘0 < wi < 1’ is het aandeel werkrijkere gezinnen met een werkintensiteit tussen 0 en 1.Bron: EU Labour Force Survey, berekeningen Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck, Universiteit Antwerpen door Vincent Corluy.

19941995

19961997

19981999

20002001

20022003

20042005

20062007

20082009

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

België

wi = 0 0 < wi < 1 wi = 1

19941995

19961997

19981999

20002001

20022003

20042005

20062007

20082009

01020304050607080

Nederland

19941995

19961997

19981999

20002001

20022003

20042005

20062007

20082009

01020304050607080

Verenigd Koninkrijk

Page 29: Lezing de staat gent 14nov2016

Met een sterke sociale gelaagdheid

29

Page 30: Lezing de staat gent 14nov2016

Neerwaartse druk op lage lonen

30

1970

1972

1974

1976

1978

1980

1982

1984

1986

1988

1990

1992

1994

1996

1998

2000

2002

2004

2006

2008

2010

2012

2014

0

50

100

150

200

250

Reële evolutie van productiviteit, gemiddelde loon en gewaarborgd minimumloon in België, 1970-2014 (1975=100)

BBP per gewerkt uur - 1975=100Reël gemiddeld maandinkomen (in VTE) - 1975=100Reëel gewaarborgd minimum-maandinkomen (22 j met 12 m dienst) - 1975=100

Noot: Gemiddelde loonmassa per VTE: 1995-1998 gebaseerd op evolutie loonmassa per effectieven; 1999-2013 gemiddelde loonmassa per VTE; gecorrigeerd voor tijdreeksbreuken; Bruto minimummaandinkomen: 1975-2011 januari bedragen en 2012-2013 juni bedragen. Bron: BBP per gewerkt uur: OESO, Productivity data; Reëel gemiddeld maandinkomen en reëel gewaarborgd minimummaandinkomen: KOWESZ-data, berekeningen Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck door Linde Buysse.

Page 31: Lezing de staat gent 14nov2016

… en op werkloosheidsuitkeringen

31

Noot: *Gemiddelde loonmassa per VTE: 1995-1998 gebaseerd op evolutie loonmassa per effectieven; 1999- 2013 gemiddelde loonmassa per VTE; gecorrigeerd voor tijdreeksbreuken. Sociale uitkeringen: 1970-2011 januaribedragen en 2012-2015 junibedragen.Bron: KOWESZ, berekeningen Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck door Linde Buysse.

1970

1972

1974

1976

1978

1980

1982

1984

1986

1988

1990

1992

1994

1996

1998

2000

2002

2004

2006

2008

2010

2012

2014

0

20

40

60

80

100

120

140

Werkloosheid: welvaart - in verhouding tot loonmassa in VTE*, 1973=100

Gezinshoofd (voor alle periodes geldt hetzelfde minimum)Alleenstaande(voor alle periodes hetzelfde min-imum)Samenwonende: 1e - 2e periode: fase 2A en 2B (1970-1987: 1-36 m; 1988-1993: 1-18 m; 1994-2012: 1-15 m; vanaf 2013: 1-24 m)Samenwonende: 3e periode (forfait; 1985-1987: 36 m+; 1988-1993: 18 m+; 1994 -2012: 15 m+; vanaf 2013: 49 m+)

Page 32: Lezing de staat gent 14nov2016

Stijgende armoede bij laaggeschoolden

32

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

0

5

10

15

20

25

30

35

België

Laag Midden Hoog20

03

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

05

101520253035

Duitsland

Armoederisicopercentage naar onderwijsniveau (18-64 jaar) in enkele EU-landen, 2003-2014.

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

05

101520253035

Nederland

Noot: Armoedelijn = 60% van het gestandaardiseerde mediane inkomen van alle gezinnen. Laaggeschoold: geen diploma, een diploma lager onderwijs of een diploma lager secundair onderwijs; midden geschoold: diploma hoger secundair onderwijs of diploma postsecundair onderwijs (niet-tertiair onderwijs); hooggeschoold: tertiair onderwijs.Bron: Eurostat, EU SILC-data.

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

05

101520253035

Zweden

Page 33: Lezing de staat gent 14nov2016

… en bij werkloze gezinnen

33

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

0

10

20

30

40

50

60

70

80

België

Hogere werkintensiteit ]0,2;1]Zeer lage werkintensiteit [0;0,2]

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

01020304050607080

Duitsland

Armoederisicopercentage naar werkintensiteit (< 60 jaar) in enkele EU-landen, 2003-2014.

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

01020304050607080

Nederland

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

01020304050607080

Zweden

Noot: Armoedelijn = 60% van het gestandaardiseerde mediane inkomen van alle gezinnen. Bron: Eurostat, EU SILC-data.

Page 34: Lezing de staat gent 14nov2016

Een structurele crisis

Economische overbodigheid laaggeschoolden

“Solidariteit in wederkerigheid” middels sociale verzekeringen

34

Page 35: Lezing de staat gent 14nov2016

Het sociale trilemma

35

Jobs Adequaat (vervangings)inkomen

Inspanningen van de welvaartsstaat

Page 36: Lezing de staat gent 14nov2016

Que faire?

1. De bodem optillen

2. Een progressievere verdeling van lasten en baten

3. Werk van onderuit als tegenmacht

4. Zorgarbeid, cement van de samenleving

36

Page 37: Lezing de staat gent 14nov2016

1. De bodem optillen: een hoge kost

37

1992 2001 2001 200960

65

70

75

80

85

90

95

100

105armoedelijn alleenstaande ouder met 2 kinderen = 100

effort

effort

Beschikbaar inkomen aan minimumloon

Bruto minimumloon

average net social assistance

leefloon

Page 38: Lezing de staat gent 14nov2016

2. Een progressievere verdeling van lasten en baten : mogelijk en nodig

38

Noot: Kwintielverdeling gemaakt op basis van het equivalent beschikbaar inkomen van de totale bevolking.Bron: Grafiek gemaakt op basis van data uit Verbist en Matsaganis (2014).

K1 K2 K3 K4 K50

5

10

15

20

25

30

35

Kwintielverdeling van de sociale uitgaven voor diensten en uitkeringen in België, 2007.

Totale uitgaven voor diensten (<65)Totale Uitgaven voor uitkeringen (geen pensioenen)

Page 39: Lezing de staat gent 14nov2016

3. Zorgarbeid : cement van de samenleving

39

1970

1972

1974

1976

1978

1980

1982

1984

1986

1988

1990

1992

1994

1996

1998

2000

2002

2004

2006

2008

2010

2012

0

5

10

15

20

25

30

35

40

Evolutie van de Bruto Toegevoegde Waarde (in % van het BBP) over de activiteitsectoren in België, 1970-2013.

Nijverheid en energie (exclusief bouwnijverheid)Handel, vervoer, horeca, informatie, communicatie, financiële diensten, immobiliën Overheids- en andere niet-commerciële dienstenLandbouw, bosbouw en visserijBouwnijverheid

In p

roce

nt v

an h

et B

BP a

an b

asisp

rijze

n

Noot: 1970-1994: ESER-statistieken – Bruto toegevoegde waarde tegen marktprijzen, tegen werkelijke prijzen; 1995-2013: ESR 1995 – Bruto toegevoegde waarde per bedrijfstak, ramingen tegen lopende prijzen.Bron: Nationale bank van België, Nationale Rekeningen, berekening Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck door Linde Buysse.

Page 40: Lezing de staat gent 14nov2016

4. Werk van onderuit als tegenmacht

het “niet-staatse karakter” van de WS

het grote belang van het middenveld

en van de sociale economie, de sociale innovatie…

40

Page 41: Lezing de staat gent 14nov2016

41

Page 42: Lezing de staat gent 14nov2016

E. Schokkaert (2016)

“In Utopia sectors such as culture and art, or health and health care are seen as extremely important for the quality of life. Many of the jobs in these sectors are subsidized or even largely financed by the government. The citizens in Utopia accept paying higher taxes – and hence lowering their material consumption – to support this financing.”

42

Page 43: Lezing de staat gent 14nov2016

43