51
2016 - 2017 Parktheater Eindhoven Verhalen Thuis

Thuis brochure Parktheater

Embed Size (px)

Citation preview

2016 - 2017

Parktheater EindhovenVerhalen

P

Thuis

Thuisverhalen

3

om je verbonden te voelen

Een idee van thuis, waar dan ook. Herkend en erkend worden, wie dan ook.

Erbij horen, wat dan ook. Anders mogen zijn, hoe dan ook.

Van perspectief kunnen veranderen, wanneer dan ook.

Als aanvulling op het programmaboek voor het seizoen 16-17 van het Parktheater:

dit boek met verhalen en gedachten over verbondenheid.

Geïnspireerd raken. En inspiratie delen.

Het gesprek beginnen door te luisteren.

Een raakbare samenleving laten ontstaan.

Omdat theater meer is dan de som der voorstellingen.

De stad meer is dan huizen en straten.

En de wereld groter is dan je eigen tuin.

Opgaan in het gekende.

Openstaan voor het onbekende.

De trefkans vergroten.

Om.

Daar ga je.

Daar ben je.

Waar het hart zich laat raken,

daar is thuis.

Giel Pastoor

uitnodiging

parktheater.nl/verhalen

waar het hart zich laat raken, daar is thuis.

76

Het begon eigenlijk allemaal met Globe. Sjef Smid, Myrna Spil en Ria van der Aalst zijn trouwe

bezoekers van Het Zuidelijk Toneel (HZT), de eerste twee officieel als ambassadeurs, de laatste als vaste

gast van het Parktheater. Ooit zetten ze hun eerste stappen naar het theater hier, in het Parktheater. Dat

is bijzonder, dat vergeet je niet. In maart 2016 gingen ze in gesprek met artistiek directeur Piet Menu,

over hun liefde voor theater, verbondenheid en het eigene, datgene wat HZT zo bijzonder maakt.

Sjef: We hebben het over de tijd van Globe, hoe belangrijk die voorstellingen waren. Juist bij wie

destijds niet opgroeide, deed Globe een sterk appèl op anders kijken, nieuwe ervaringen

opdoen. Je léérde daar zoveel van!

Ria: Wij zijn door de tijd heen altijd blijven gaan. Al ruim twintig jaar kopen we samen met onze

vrienden een paar voorstellingen, we gaan samen en beleven dingen ook samen.

Myrna: Ik ging vaak naar theater – zat zelf ooit bij Scapino – en genoot van alles wat met dans of

beweging te maken had. Mijn eerste ervaring met HZT was hier, in dit theater. Ik ging naar

De kersentuin, het was zo’n verschil met andere voorstellingen.

Veel later ben ik door HZT benaderd of ik ambassadeur of figurant wilde zijn, dat ben ik nu

een jaar of acht.

Piet: HZT ken ik pas sinds de tijd van Ivo van Hove. Tot aan mijn studietijd was ik nooit zo met

theater bezig. In 2000 deed ik mijn stage bij de Brakke Grond en daar kon ik elke avond

voorstellingen zien. Toen haalde ik de schade volop in.

Anders dan gewoon

Ria: HZT belééf ik. Het is anders dan anders en ook steeds weer verrassend anders. Dat is zó

boeiend! Ik herinner me meer de beleving dan dat ik het feitelijke stuk kan reproduceren.

Daarom is napraten zo fijn, dan kan ik het hebben over wat ik mooi vond, of de opbouw.

HZT biedt mij een kijkspel, een luisterspel, ik beleef het en vind het fantastisch.

Myrna: Bij HZT is het anders dan gewoon. Alles wat je ziet heeft betekenis. Bij sommige

gezelschappen of stukken wordt traditioneel gespeeld, weet je meer wat je kunt verwachten.

Hier niet, op alle manieren worden toeschouwers erbij betrokken. Ik ervaar die nabijheid

Piet Menu en drie vaste bezoekers van Het Zuidelijk Toneel

Verras me, blijf van ons

9

Myrna: Dat thuisgevoel wordt ook versterkt doordat je vaker naar hetzelfde gezelschap gaat.

Ik leerde HZT kennen door te gaan kijken, ik mocht meedoen als figurant en als

ambassadeur. Dat is driemaal anders, maar ook driemaal warm, boeiend en interessant.

Ria: Het heeft ook te maken met de karakteristieken van spelers. Je went aan de spelers. Chris

Nietveld bijvoorbeeld speelde alles even fantastisch. Dat was een reden om te gaan. Dit

gezelschap heeft me altijd weten te verrassen, mijn wens is dat dat blijft gebeuren.

Sjef: Een liefde ken je net een beetje beter dan anderen. Voor mij schuilt liefde in het feit dat ik

dit gezelschap beter heb mogen leren kennen.

Bijna voetbalsupporters, zoals jullie praten

Piet: In dit gesprek wordt op een warme en liefdevolle manier naar HZT gekeken. Bijna

voetbalsupporters, zoals jullie praten. Er is geen verwachting van wat we wel of niet moeten

doen, maar een open houding: ‘verras me, evolueer, blijf van ons’. Dat vind ik heel mooi en

zal ik koesteren en met me meenemen. Het maakt voor mij de verantwoordelijkheid des te

groter! Na Tilburg is Eindhoven onze tweede thuisstad, het Parktheater ons tweede thuis.

Hier werken we, hebben we het meeste contact mee. Je voelt dat ook aan het publiek en aan

de medewerkers. Macbeth ging niet voor niets hier in première: van beide kanten was dat

een grote wens. Onze ambitie is echt van het zuiden te zijn, het is jullie theatergezelschap.

We mogen misschien best wat meer chauvinistisch zijn. Als wij zeggen: ‘We zijn er weer,

jullie gezelschap’, kan een band ontstaan. We zijn van jullie, claim ons maar gerust!

8

echt. Soms mag je als figurant meedoen, soms loop je met een koptelefoon. Het is altijd

nabij. Dat geeft een extra gevoel van verbondenheid.

Sjef: Weet je nog dat HZT opeens ZT Hollandia werd genoemd? Ik vond dat verraad! Ik woon in

het zuiden en hou van toneel: dát is voor mij de essentie. HZT is echt van ons, Brabants,

gemoedelijk. En ik ben trots op het woord ‘zuidelijk’. Dat maakt het tot óns zuidelijk toneel,

zoals Toneelgroep Amsterdam echt van boven de rivieren is.

Myrna: Ook al is dat zuidelijke vrij makkelijk in te vullen, HZT-voorstellingen kunnen overal de

handen op elkaar krijgen. Ik hou van wat ik zie: het past, het is mooi en het is interessant. En

tegelijkertijd is het kwalitatief zo goed.

HZT en taal

Piet: Een van de eerste producties die ik zag was Vrijdag van Hugo Claus, onder regie van Johan

Simons. Ik vond dat moeilijk om naar te kijken, vanwege het West-Vlaams. Het Nederlandse

publiek begon om de taal te lachen, net als ik het schrijnend begon te vinden. Als native

speaker van dat dialect vond ik dat heel verwarrend.

Ria: Ik ben altijd wel nieuwsgierig naar wat er van de tekst gemaakt is. De taal is vaak heel

bijzonder.

Sjef: Daarin speelt een Nederlander koning Duncan en een Vlaming zijn zoon.

Piet: Ja, dat valt op. Toch is die keuze bewust.

Myrna: Ik woon al heel lang hier, maar nog steeds zijn er woorden die me ontgaan. Het geluid moet

helder zijn, wil ik een accent goed volgen. Vaak lees ik de recensies achteraf, en dan zie ik

hoe anders ik sommige dingen beleefd heb.

Sjef: Soms laat ik de tekst bewust helemaal los. Dan zie je andere dingen veel beter.

Je thuis voelen bij een theatergezelschap

Sjef: Dat kan dus! Bij familie ben je thuis, bij een ander ben je meer te gast. HZT is die familie,

Toneelgroep Amsterdam of NTGent blijft die ander.

Ria: Ik woon in de regio. Het is iets eigens. Het oude Globe-gevoel, het is altijd van ons geweest.

“De kernwaarden van ons gezelschap zijn Verknopen, Grensoverschrijdend en Veelvormigheid.

Dat gaat over verbindingen leggen met (nieuw) publiek en werken met niet-acteurs of thema’s,

over Brabant als passerpunt tot aan de Franse en Deens-Duitse grenzen en over het feit dat je

bij HZT van alles te zien krijgt. We serveren een heel divers palet.”

Piet Menu

Het Zuidelijk Toneel is in theaterseizoen 16/17 zes maal te zien, ook in samenwerking met andere gezelschappen.

10

Marleen Hartjes

De gewone bezoeker bestaat niet

“Ik ben nu al een aantal jaren werkzaam voor het Van Abbe. Vanuit mijn achtergrond als beeldend

kunstenaar ben ik in contact geraakt met blinden en slechtzienden, dove mensen, mensen die niet

mobiel zijn. De eerste vraag die een museum mij vaak stelt is: waarom zouden we een museum

toegankelijk maken voor mensen die niet kunnen zien? Of voor een paar doven?

Tot voor kort waren het onzichtbare doelgroepen, omdat zij door praktische obstakels niet dezelfde

ervaring kunnen hebben als gewone bezoekers. Inmiddels weet ik dat de gewone bezoeker niet

bestaat.

Het Special Guests Programma heb ik samen met hen ontwikkeld. Wat moesten wij doen om

kunstervaring voor hen mogelijk te maken? We hebben nu speciale rondleidingen in gebarentaal,

rondleidingen voor mensen met afasie en rondleidingen voor blinden, doofblinden en slechtzienden.

Ze mogen kunstwerken (met handschoenen) aanraken en als dat niet mogelijk is proberen we het

werk op andere manieren toegankelijk te maken. Door bijvoorbeeld replica’s met reliëf of via muziek.

We proberen de kunst met zoveel mogelijk zintuigen te benaderen. Ook hebben we een

museumrobot die een museumbezoek mogelijk maakt voor mensen die niet naar het museum

kunnen komen.

Deze mensen gaan zichzelf als museumbezoeker zien, terwijl ze misschien eerst dachten dat een

bezoek aan een museum niet voor hen weggelegd zou zijn. Hoe mooi is het als je uiteindelijk zo’n

speciaal ontwikkeld programma niet meer nodig hebt, maar een inclusief museum wordt? Dat je kunt

zeggen: het programma is voor iedereen, je kunt altijd aanschuiven. Dat je niet meer in doelgroepen

denkt maar in ‘wij, mensen’.”

Marleen Hartjes is coördinator Special Guests Programma van het Van Abbemuseum.

13

Ik nam de tijd op het dak van de Witte Dame

Om de stad eens goed van boven te zien

Van waar ik stond zag ik haast heel de stad

Ik nam foto’s recht uit het hart

Ik zag mensen, verkeer, vreemdgevormde gebouwen

En een heleboel muren om de mensen heen

En toen zag ik de mensen, zoveel kleine mensen

Zich haastend, ontspannend, samen en alleen

Ik keek op jullie neer en jullie zaten op terrassen,

Liepen door de straten, keken in de etalages

Ik wist niet wie jullie waren maar ik heb jullie gezien

Ik zag baby’s, kinderen, volwassenen, bejaarden

Oude fabrieken, nieuwe kantoren, winkels en cafés

Ik zag een wereld waar ik bij hoor, waar jij bij hoort

Waar wij bij horen, in deze vreemde, open stad

Daar heb ik van genoten, ik ging op het randje staan

Om goed te kunnen kijken

Er was geschiedenis en heden en toekomst

Door elkaar

Ik kon haast niet wachten met weer naar beneden gaan

Nienke Esther Grootenstadsdichter van Eindhoven

overzicht

1514

Friesland, muziek, een ‘akkoord’. Over de kracht

van harmonie en een tafelkleedje mee in de

koffer; het thuisgevoel van Miranda van

Kralingen geopenbaard.

Roots

“Er is een heel mooi Fries liedje van een Friese

troubadour, Piter Wilkens. Dat is zo’n fijne artiest!

Het liedje heet Oeral Thús, oftewel Overal Thuis.

Ik woon in Friesland, dat is écht mijn thuis. Daar

zijn mijn oer-roots van de familie van mijn

moeders kant. Ik woon daar met heel veel

toewijding, liefde en plezier. Verder voel ik me

overal thuis als ik mijn echtgenoot, twee honden

en twee katten bij me heb.

Door al die jaren reizen in het buitenland met

mijn koffertje en spulletjes maakte ik er de

gewoonte van om wat servetten, een tafelkleedje

en kaarsjes mee te nemen. Dan werd het een

beetje vrolijker, het gevoel van: we maken er

weer wat van.”

‘De meldij is makke’

“Als je fijne mensen om je heen hebt en met

elkaar voor de harmonie gaat, dan betekent dat

een mooi akkoord, het betekent ook een goede

samenwerking. De meldij is makke zoals de

Friezen zeggen, oftewel ‘de melodie is gemaakt’.

Ik zoek altijd naar die harmonie, maar niet

iedereen wil dat. Als je je ego voorop plaatst dan

is er niet eens ruimte voor een akkoord. En daar

gaat het vaak mis tussen mensen. We hadden

begin dit jaar een tournee met de

muziektheaterproductie Wie is Loesje?. Er was

wel eens wat gekibbel, maar er was vooral een

enorme harmonie tussen de mensen. Als

iedereen, van de cast tot de technici en de

vrachtwagenchauffeur dat heeft gevoeld, dan

heb je toch iets bereikt met elkaar.”

Moonlight in Vermont

“Mijn vader was altijd bezig met muziek en

apparaten. Bij de zwart-wit televisie had hij een

statief met microfoon neergezet en dan nam hij

jazzmuziek op van Rita Reys en Wessel Ilcken,

haar eerste man. Dat vond ik als klein kind

geweldig. Ik was vier jaar en weet nog het eerste

dat ik hoorde: Moonlight in Vermont, een

fantastisch mooi nummer. Dat ik veel later in

mijn leven haar én Pim Jacobs mocht ontmoeten!

Miranda van Kralingen

Oeral Thús

1716

Rita Reys is voor mij dé reden geweest dat ik

wilde gaan zingen. En mijn oude liefde is weer

terug; ik zing weer nummers uit het repertoire

van The Real Book.”

“Ik hou van eenvoud. Eenvoud en goede teksten.

Dat kan in een opera zijn maar ook Les feuilles

mortes dat ik veel heb gezongen in Wie is

Loesje?. Of de monoloog van de Marschallin in

Der Rosenkavalier van Richard Strauss. Die

teksten zijn zo verschrikkelijk goed. Of een

prachtige aria van Elisabetta uit de Don Carlo.

Een aria die gewoon hout snijdt, zonder

eindeloze herhalingen of coloraturen.”

Jong talent

“Ik speelde een tien jaar oudere vrouw in Katja

Kabanova, de Kabanicha. Wat ik dan vooral voel

is de ontzettende liefde van het samen muziek

maken, het samen spelen. Muziek verbindt. Ik

vind het fijn om voor mensen iets te doen en dan

specifiek in dit vak voor jonge mensen die graag

hun vlieguren willen maken op het toneel. De

een heeft minder talent dan de ander, dat is in

ieder vak zo. Ik zeg altijd: je hoeft niet

wereldberoemd te worden. Ik wil niet dat

mensen altijd maar denken dat je de beste moet

worden. Je moet ervoor gaan en ervan genieten!

Ik was in Pand P bij Spring Awakenings, de tranen

liepen me over mijn wangen, zo ontroerd was ik

door die jonge mensen. Er waren er een paar bij

dat ik dacht… nou zeg, vreselijk goede amateur!

Ik wil mensen het beste uit zichzelf laten halen

en vrede laten hebben met datgene wat ze

kunnen.

Dat je voelt: dit is mijn wereld, hier word ik

gelukkig van en daardoor ben ik een prettig

mens.”

Miranda van Kralingen is artistiek leider van Opera Zuid. In theaterseizoen 16/17 is het gezelschap te zien met Le Nozze di Figaroen Il Barbiere di Siviglia.

Miranda van Kralingen in Katja Kabanova

verbinding

1964-2007

2120

“Al sinds groep 7 speel ik toneel. Eerst was het

gewoon heel leuk. Het was grappig, de mensen

waren aardig, ik had daar vrienden. Maar toen

kwam de vraag wat ik later wil worden. Ik ging

daarover nadenken en bedacht ineens dat het

me wel heel fijn leek om ook in de toekomst iets

met kunst te gaan doen. Nu ben ik er dus

serieuzer mee bezig. Dat moet ook wel, want die

wereld is best onzeker. Als je niet goed genoeg

bent, of het duurt heel lang voor je succes hebt,

dan denk je misschien: ik kan me beter met iets

anders bezighouden. Maar tot nu toe gaat het

goed. In de Kameleonzaal spelen wij

bijvoorbeeld de jongerenversie van Macbeth.

Mijn rol is Hare Majesteit de Koningin. Ik mag

heel overdreven doen en ik word vermoord. Dat

vind ik wel leuk.

Ik heb best lang behoefte gehad aan mensen die

mij een beetje begrepen. Op de basisschool viel

ik er een beetje buiten. Ik had andere hobby’s,

niet veel vrienden. Ik voelde me heel onbegrepen

en alleen. Sinds de middelbare school heb ik wel

vrienden, maar ik ben nooit populair geweest.

Dat heb ik ook nooit gewild. Vaak zijn populaire

mensen degenen met dezelfde kleren en

hetzelfde haar, maar ik wil juist graag uniek zijn.

Je kunt natuurlijk proberen te zijn zoals iemand

anders, of zoals die ene popster, maar ik ben

niets liever dan mezelf. “Mensen zoals jij kom ik

niet vaak tegen”, zeggen ze weleens, en dat hoor

ik graag.

Wat ik merk bij theater en kunst: je hoort erbij als

je er niet bij hoort. Als je iemand uniek en vet

vindt, en je wil net zo uniek zijn als diegene, dan

kun je dat niet kopiëren. Dan moet je zelf iets

verzinnen. En dan is het dus heel fijn als die

mensen het leuk vinden wat jij voor creatiefs

hebt gedaan. Kort geleden dacht ik ineens: ik voel

me nu niet meer alleen, waardoor komt dat? En

toen viel het kwartje: niet door veel vrienden te

hebben, maar door vrienden te hebben die

hetzelfde denken als jij.”

Alida Gerritsen 15 jaar — Van Maerlantlyceum

2322

“De zee, die vind ik mooi. Als we op vakantie zijn,

dan kan ik daar heel erg van genieten.

’s Ochtends daarlangs lopen, ’s avonds dat geluid

horen. Later wil ik ook zeker iets gaan doen met

boten. Én met geschiedenis, want ik ben heel erg

geïnteresseerd in de Titanic. Daar heb ik al veel

over gelezen, ik weet er alles van en ik leef ook

heel erg mee. Op de dag dat ie gezonken is, voel

ik me altijd wat down.

Het liefst wil ik onderzoeken hoe schepen

gezonken zijn. Dan heb je ook aardrijkskunde

nodig, zodat je weet hoe de zee eruitziet en waar

je moet zoeken. School gaat gelukkig goed en het

is er ook fijn, want op het Aug kan je gewoon

jezelf zijn. De kinderen uit mijn eigen klas mogen

me helaas niet zo, dat is misschien omdat ik druk

ben. Ik heb namelijk ADHD. Ik schaam me daar

niet voor, iedereen heeft wel iets, maar het is

soms wel irritant. Na een half uur ben ik vaak

mijn concentratie kwijt. Met drama moeten we

bijvoorbeeld een uur stilzitten, maar dat kan ik

gewoon niet.

Dan haal ik een onvoldoende voor inzet.

Als ik denk over de toekomst, dan zou ik graag

heel goed piano kunnen spelen. Via YouTube heb

ik mezelf dat geleerd. Als ik nu Amélie of

Intouchables speel, dan ben ik even in een

andere wereld. Al mijn concentratie daarop, dat

zorgt voor rust in mijn hoofd. Veel mensen

snappen dat niet, maar ik vind dat fijn. En verder?

Met mijn vriendje had ik het erover dat ik later

misschien wel weg wil uit Eindhoven.

Bijvoorbeeld verhuizen naar Heeze, daar komt hij

vandaan.

Hij is niet mijn eerste vriendje, maar wel de

eerste met wie het een beetje serieus is. Dat je

niet alleen hand-in-hand loopt, maar ook

gesprekken hebt over dingen. Bij hem voel ik me

thuis, dat is heel fijn. Ik ben wel een half jaar

ouder. Nu is dat nog okee, maar als ik straks 16

ben en hij 15, dan is het natuurlijk best gek.

Nouja, zo erg is dat nou ook weer niet. We zien

wel. Niemand kan de toekomst voorspellen.

Wie weet wonen we over een paar jaar in Heeze.

Of misschien wel aan zee.”

Jeske Bouma 15 jaar — Augustinianum

24 25

“Mijn back-up-plan is om chirurg te worden,

maar mijn echte droom is het maken van films.

Dingen die ik zelf mooi vind vastleggen en dat

dan met andere mensen kunnen delen, dat vind

ik heel bijzonder. Op tv zie ik nu vooral veel

ellende. Daarna blijf ik daarover nadenken en

daar houd ik vaak een negatief gevoel aan over.

Als ik straks ook de mooie dingen op televisie

mag laten zien, dan worden de gedachten

positiever en daarmee hoop ik mensen te

kunnen inspireren.

Ik ben best kritisch op mezelf. Als ik alleen ben,

dan denk ik weleens: wat betekent het nou

allemaal? Kan de wereld niet net zo goed zonder

mij en mijn films, en hoe zorg ik dat ik echt iets

bijdraag? In jezelf leren geloven is belangrijk,

maar van de andere kant: moet je eigenlijk wel

vol zelfvertrouwen zijn? Vaak zijn de mensen die

zelfverzekerd overkomen eigenlijk heel onzeker.

Daarom denk ik nu: je moet wel op jezelf

vertrouwen, maar niet blindelings. En van mezelf

weet ik nu tenminste dat ik door mooie films te

maken uiteindelijk toch wel iets zal kunnen

toevoegen aan de wereld. Al was het maar door

voorbeelden te laten zien van mensen die iets

van hun leven maken, ondanks de tegenslagen.

Ik heb een broertje dat licht gehandicapt is. Alles

kost hem de dubbele inspanning, maar hij doet

het toch allemaal maar mooi. Zelf had ik vroeger

geen doorzettingsvermogen. Als iets niet lukte,

dan stopte ik ermee. Van hem heb ik geleerd om

door te zetten.

Tegenwoordig kies ik daarom juist de dingen die

eigenlijk nét iets te moeilijk lijken. Om straks

aangenomen te worden op de filmacademie

bouw ik nu dus al aan mijn portfolio. Al mijn vrije

tijd gaat daaraan op.

Bij het filmen heb ik hulp van een vriend, we

doen alles samen. Dat vind ik misschien wel het

mooiste: samen met andere mensen iets

neerzetten en onderdeel zijn van een groep

waarin je echt een toegevoegde waarde hebt. Ik

ben niet zo van twintig mensen half-half, ik heb

liever een paar mensen die ik echt vertrouw.

Mensen die je laten zijn wie je bent, ook als je dat

zelf nog een beetje moet uitzoeken.”

Ingmar Conjarts 17 jaar — Christiaan Huygens College

Sense of Belonging. Werk van Mette Davis, derdejaars student Mediavormgeven aan SintLucas Eindhoven.

28

Jos Feijen

Gelijkgedreven

“Thuis is voor mij een state of mind die mij energie geeft. Van je kinderen, je familie. En daar de mooie

dingen van zien. Maar thuis is voor mij ook hier, in de Effenaar waar je met gelijkgedrevenen bezig

bent om samen iets voor elkaar te krijgen. Als die state of mind er is, dan ontstaat er een soort

dynamiek, een versnelling. Dan klopt in een keer alles.

Wat wij hier in de Effenaar doen is magie creëren. De grote foto op mijn kantoor gaat niet alleen over

de artiest, maar over wat er gebeurt. Natuurlijk doet de artiest, Michael Franti, 'zijn ding', maar het zijn

ook de mensen achter de schermen die begrijpen wat het publiek kan raken. De vibe begint al als

mensen een kaartje kopen. Met de juiste toon in tekst, beeld, op sociale media. Maar ook de manier

waarop je bezoekers ontvangt, dat het biertje klopt.

We ontvangen veel internationale artiesten. Als je lang toert en je ergens komt, dan wil je je helemaal

thuis voelen. Een jaar of drie geleden hadden we Seasick Steve. Die man is dik 70 en hij toerde door

Europa. Die komt dan uit die bus gestapt en ik dacht bij mezelf; dat is toch wel een way of life. Dan

moet je echt wel gedreven zijn en er lol in hebben, anders doe je dit niet.

Een goede artiest weet iedere keer met zijn bezoek het gevoel te geven dat hij het vanavond speciaal

voor jou doet. Dat zie je hier op de foto ook. God weet het hoeveelste concert dit voor hem is. Dan is

het magistraal dat hij dolgelukkig iemand uit het publiek omarmt. Omdat ze met elkaar iets bijzonder

hebben beleefd. Dat vind ik het prachtige van de plaat. Daar doe je het eigenlijk voor.”

Jos Feijen is directeur van de Effenaar.

31

Er zijn auteurs die ik nu pas aandurf als regisseur. Tsjechov is daar één van. We gaan zijn Kersentuin

ensceneren, wat natuurlijk een klassieker is uit het toneelrepertoire. Vandaag voel ik me rijp genoeg

om die taak tot een goed einde te brengen. Dat zeg ik niet uit valse bescheidenheid – dat is gewoon zo.

Een ander voorbeeld is King Lear van Shakespeare. Dat heb ik in München gedaan, maar achteraf

beschouwd was het niet goed genoeg. Die titel blijft dus nog even op mijn lijstje staan. Ik heb er als het

ware al eens voor geoefend. Beide stukken gaan over loslaten, zij het elk op een andere manier. Bij

Shakespeare gaat het over de pijnlijke noodzaak om, op het einde van een leven, alle ballast overboord

te gooien. Tsjechov bekijkt de mens meer vanop afstand, met ironie ook.

Het bijzondere aan De kersentuin is dat het om een verhaal gaat dat zichzelf meteen ook overstijgt.

Alles speelt zich af op het Russische platteland omstreeks 1900, waarbij de eigenaars van een landhuis

dusdanig in de schulden zitten dat ze hun eigendom moet verkopen, inclusief een uitgestrekte

boomgaard. Tsjechov wist waarover hij schreef: als zestienjarige had hij meegemaakt hoe zijn eigen

moeder zich in de schulden werkte. Het stuk is dus deels autobiografisch geïnspireerd, maar het heeft

ook een veel grotere dimensie. Tsjechov laat zien hoe de oude Russische adel plaats moet ruimen voor

een nieuw politiek systeem: het communisme.

Wij leven natuurlijk in een andere tijd, met het neoliberalisme als een mondiaal fenomeen. Ik ben

ervan overtuigd dat ook dat systeem op zijn laatste benen loopt. Je merkt nu al dat er grote

spanningen zijn tussen ‘zij die hebben’ en ‘zij die niet hebben’ – de habenichts. Mensen die niets

bezitten, hebben ook niets te verliezen. Dan is een opstand nooit veraf.

Ik herken in De kersentuin veel uit mijn eigen levensverhaal. Meer bepaald hoe ik Elsie, mijn vrouw,

heb ontmoet. Ik kom uit een klein dorp, ‘dichtgeplakt met kranten’ zoals ze in Nederland zeggen. Maar

zij is van adel en komt uit een heel voorname familie die nauwe betrekkingen onderhield met het

koninklijke hof. Een CHU-familie, zo werd toen gezegd, wat sloeg op hun politieke strekking: de

Christelijk-Historische Unie. Ondertussen bestaat die partij niet meer – ze is jaren geleden gefuseerd

met enkele andere partijen tot het CDA, zeg maar de Nederlandse christendemocraten. Ik vermeld het

hier zo expliciet omdat het illustreert hoe alles uiteindelijk vergankelijk is, net zoals bij Tsjechov.

30

Johan Simons

Ontworteld zijn is een drama

33

Als eenvoudige dorpsjongen probeerde ik me zo chique mogelijk te gedragen, telkens wanneer ik op

bezoek kwam bij mijn schoonfamilie. Ik leerde al snel dat er in dat milieu heel andere regels en wetten

heersten – het leek soms wel een feodaal systeem. Elkaar ‘smakelijk eten’ wensen voor de maaltijd, dat

paste niet.

Laat staan je stem verheffen. En zeker Elsie’s grootvader had zo zijn eigen manier om iedereen in het

gareel te houden. Om een voorbeeld te geven: een keer had hij aangekondigd dat de hele familie op

vakantie zou gaan. Iedereen had zijn koffer gepakt en wachtte in de volgeladen auto. Waarop

grootvader de autosleutels uit het contact haalde en doodleuk zei: “Pak alles maar weer uit. We gaan

niet op vakantie. Dit was om jullie te leren met teleurstellingen om te gaan.”

Zulke dingen.

Het heeft natuurlijk ook iets moois: tradities. Hoe bepaalde waarden worden doorgegeven, van

generatie op generatie. Ikzelf hoop bijvoorbeeld dat mijn zonen ooit in ons huis in Varik zullen wonen.

Dat huis, een oud schooltje, is nu al zesentwintig jaar onze thuis. Maar ergens weet ik al dat het niet zo

zal gebeuren. In dat opzicht heb ik het iets moeilijker dan mijn vrouw: om dingen los te laten.

Misschien wel door onze verschillende opvoeding.

Dat is de essentie, denk ik, van De kersentuin. Het gaat over families die ontworteld geraken, tegen hun

wil in. Als dat niet actueel is. Het is een van de drama’s van onze tijd.

Groet,

Johan

32

Bron: NTGent Magazine november – december 2015. De kersentuin was op 15 januari 2016 in het Parktheater te zien.NTGent is in theaterseizoen 16/17 te zien met diverse voorstellingen, waaronder Kroniek, Platform en Onderworpen.

we zijn niet perfect, tot je verliefd op ons raakt...

36

3938

Sinds oktober 2015 heeft Eindhoven er een nieuwe cultuurlocatie bij, Pand P. Het gebouw aan de

Leenderweg heeft sinds 1950 gediend als bioscoop Plaza en tussen 1985 en 2013 als film- en

theaterhuis Plaza Futura.

Pand P is een samenwerkingsverband tussen het Parktheater, jeugdtheatergezelschap

Hetpaarddatvliegt en Het Nieuwe Theater. Pand P is erop gericht om een open huis te creëren voor

alle uitvoerende kunstvormen waar jeugd, amateurs en professionals elkaar aanvullen en versterken.

Er is een eetcafé, een terras en een bar, dagelijks geopend van 12.00 tot 22.00 uur.

Het interieur van het voormalige Plaza Futura is hier en daar aangepast, maar nog altijd neemt een

grote leestafel bij de raampartijen een centrale plaats in. Twee wat oudere dames - de een woont in

Stratum en de andere in Nuenen - hebben er zojuist een hapje gegeten. “De lunch was heerlijk en de

bediening is erg attent. Dit gedeelte vinden we bijzonder sfeervol. En als straks het terras weer open is,

dan is het nog gezelliger.

Mijn ouders kwamen hier in de jaren 50 geregeld. Ze woonden in Weert, maar ze reisden speciaal

naar Eindhoven om een film van Fellini te zien.”

Voorheen gingen beide dames regelmatig naar het voormalige Plaza Futura om een filmpje te pikken.

“Wij hielden wel van het studentikoze sfeertje. Toen we hoorden dat het pand weer open ging zeiden

we tegen elkaar: zullen we het weer eens proberen? We zijn gewend om eruit te gaan, dingen te

ondernemen. Er is zoveel te doen in Eindhoven. Wij stappen gewoon overal op af.”

4140

Michèle Rijzewijk regisseerde Stratum Oma’s, de

openingsvoorstelling van Pand P, waarin de

verhalen uit het leven van 70+ vrouwen uit

Stratum centraal stonden.

Stratum Swag wordt haar volgende project.

“De Stratum Oma’s tijdens Best of the Fest 2015

was al een heel leuk project, de voorstelling paste

perfect in Pand P. Het was letterlijk bij de oma’s

om de hoek. Ik kon ‘s avonds na de voorstelling

nog even met oma Marie een biertje drinken en

haar daarna naar huis brengen.

Mijn volgende project Stratum Swag ga ik maken

met multiculturele jongeren uit de buurt. Ik heb

bewust gezocht naar een contrasterende

doelgroep met de oma’s. En het lijkt me heel leuk

om een Stratumse oma in de nieuwe voorstelling

terug te laten komen.

De jongeren voor Stratum Swag ga ik in de buurt

zoeken en bij de urban dansinstellingen zoals

Dynamo. De opzet is een beetje hetzelfde als bij

de oma’s: eerst ga ik ze interviewen en daar

komen persoonlijke verhalen uit. Hun eigen

muziek en dans gaan ook een rol spelen in de

voorstelling.

Ik wil heel graag de ‘Stratumlijn’ doorzetten in

Pand P omdat het zo’n geschikt buurttheater is.

Het buurtgevoel spreekt mij heel erg aan. Het lijkt

mij mooi om verschillende groepen uit de buurt

in mijn voorstellingen met elkaar te kunnen

verbinden.”

Michèle Rijzewijk

Van oma’s naar chill

Michèle Rijzewijk studeerde in 2013 af aan de Academie voor Theater van de Fontys Hogeschool voor de Kunsten en is als jonge theatermaker verbonden aan thinX. Stratum Swag is in theaterseizoen 16/17 te zien in Pand P.

4342

Twee jonge vrouwen en een laptop. Een artiest

aan de leestafel met een kop koffie. De kokkin die

even pauzeert. Als je in de wintertijd in Pand P op

woensdagmiddag doorloopt naar achteren, dan

loop je zó een handvaardigheidlokaal binnen.

Op haar website noemt ze zich ‘doener’ en

‘buitenmens’. Ze studeerde onder meer

beeldhouwen, handvaardigheid en vormgeving.

Eens in de twee weken organiseert Sabien in

Pand P voor kinderen en hun ouders onder de

naam Scharrelkunst creatieve inloopworkshops.

In de winter in Pand P, in de zomer bij de

Genneperhoeve.

Achter in Pand P staan de tafels klaar. Daarnaast

uitgestald knutselgereedschap en een berg

kleurrijke figuurtjes, klein speelgoed, een halve

plastic vis, kleine springveren, mini-sokkels,

plastic diertjes die ooit aan een sleutelhanger

hingen en andere rommeltjes.

Sabien: “Ik organiseer bewust een inloopmiddag

zonder vaste begin- en eindtijd. Ouders moeten

zich in hun drukke leven al zo veel aan allerlei

roosters en tijden houden. De ene keer loopt het

hier storm, de andere keer is het rustig. Vaak

doen de ouders ook mee en zie je dat kinderen

en ouders elkaar gaan helpen.”

Ze haakt in op wat er speelt en wat actueel is,

zoals nu de Jeroen Bosch tentoonstelling in

Den Bosch.

“Ik vertel kort iets over de schilder en laat een

filmpje zien. Daarna gaan we knutselen met het

oude speelgoed en de spulletjes. Die krijgen op

deze manier mooi een tweede leven. Als de

kinderen iets geknutseld hebben gaan ze er vaak

ook nog met elkaar mee spelen.”

“In veel scholen is al geen handvaardigheidlokaal

meer te vinden. Als je dus van school komt kan

het zijn dat je nog nooit getimmerd hebt, een

hamer hebt vastgehouden. Of dat je zelfs niet

eens weet wat een hamer is. Daarom ben ik hier:

met je handen bezig zijn, samen scharrelen in

rommeltjes met elkaar bezig zijn en de tijd

vergeten en met elkaar je eigen bizarre Jeroen

Bosch speelgoed maken.”

Scharrelkunst

In veel scholen is geen handvaardigheidlokaal meer te vinden

Inloopworkshop Scharrelkunst wordt tweewekelijks georganiseerd op woensdagmiddag (in de wintermaanden) in Pand P.

“Ik zat een tijdje thuis en wilde graag weer aan het

werk. Onder de mensen zijn, dat is voor mij heel

belangrijk. Via de gemeente ben ik als herintreder

in Pand P terechtgekomen. Je hoeft geen tachtig

te zijn en in een verzorgingstehuis te wonen om

je eenzaam te voelen, dat kun je ook zijn als je

bijna vijftig bent, zoals ik.

Ik heb heel verschillende beroepen gehad. Ik heb

onder andere zes jaar in de studio’s van

Hilversum gewerkt als geluidsman. Een

hoogtepunt was voor mij het Prinsengracht-

concert in Amsterdam waar ik een bijdrage aan

heb geleverd.

Een deel van die ervaring uit Hilversum heb ik

meegenomen naar Pand P en die komt goed van

pas. Het is mijn taak om het huis zo goed

mogelijk op orde te krijgen en te houden. Als er

iets vervangen of opgeknapt moet worden, dan

vragen ze: Bart, kun jij dat doen? Dan haal ik soms

mensen bij elkaar en doen we het gezamenlijk.

Eén van de dingen die we hebben opgeknapt is

de ‘berenkuil’. Ja, zo noemen ze dit lager gelegen

gedeelte hier. We hebben onder meer de wanden

en het plafond geschilderd en lampen

opgehangen. Ik doe eigenlijk elke dag iets anders.

Soms iets nieuws, soms dingen die vertrouwd

voor me zijn. Als er kleine gezelschappen zijn die

geen technische mensen hebben, dan help ik

mee. Wat ik merk is dat de mensen om me heen

heel erg blij zijn dat ik er ben. Fijn dat je dat hebt

gedaan, zeggen ze dan. Ik denk ook wel eens met

anderen mee om dingen op te lossen. Dat is waar

ik me goed bij voel.

Ik noem Pand P het huis. Als ik thuis ben voel ik

mij thuis en als ik hier ben dan voel ik me ook

thuis. De collega’s, de mensen die hier komen, de

atmosfeer, alles bij elkaar. En daar ben ik wel heel

erg blij mee. Het is af en toe best zwaar werk

maar als je ziet wat je er voor terug krijgt, dan

doet me dat alleen maar goed. Er komen

regelmatig mensen die in de buurt wonen eten,

of met vrienden gezellig wat drinken. Soms zit er

iemand uren lang de krant te lezen, of achter de

laptop te werken. Al die mensen zijn eigenlijk

weer een beetje gelukkig, want hun buurthuis is

weer open.”

Bart Koesman is de huismeester van Pand P.

Bart Koesman

Ik noem Pand P het huis

44

Angelique Spaninks is directeur van MU Artspace en STRP Festival.

Angelique Spaninks

De schoonheid van slijtage

“De open verbindingsbruggen tussen de gebouwen hebben een mooi ritme. Ze hebben hun functie

verloren, maar daardoor vind ik ze juist bijzonder. Ze zijn imperfect, ademen vergane glorie. Maar ook

als skelet blijven ze het symbool voor de verbinding tussen gebouwen waarin nu hele andere dingen

gebeuren dan vroeger.

Er wordt weer volop gebouwd, waardoor Strijp heel snel aan het veranderen is. Ik hou van stilstand, of

beter gezegd, herkenning, en ik hou van verandering. Enerzijds het fundament van oude waarden en

anderzijds vernieuwing, het bouwen en creëren. Het heeft veel met elkaar te maken.

Dingen die in een andere tijd betekenisvol waren, kunnen weer nieuwe waarde krijgen in een andere

context.

Ik vind het heel belangrijk om ergens geworteld te zijn. Om een plek te hebben waar je de dingen die

je tegenkomt kunt relateren aan ‘een stad als Eindhoven’ of ‘een land als Nederland’. Of het nu in de

virtuele wereld is of in de echte.

Ik voel me thuis in de wereld en in Eindhoven om de ondernemende manier waarop we hier kijken,

denken en dingen doen. Ik heb het gevoel dat hier alles klopt.

Bij STRP gaat het over creatieve technologie en de manier waarop technologie ons leven verandert. Bij

MU gaat het over bij MU gaat het over de buitenwijken van de hedendaagse kunst. Dat geeft een ander

soort dynamiek dan een museum. In een museum wordt het nu beschreven met het oog op de

historie. Wij beschrijven het nu met het oog op de toekomst. Net een ander perspectief. Ook daarom

wilden we graag naar gebouw Gerard op Strijp-S verhuizen.”

4746

“Op mijn twaalfde ontdekte ik: er zijn

volwassenen die toneelspelen voor hun beróep.

Ze mogen het professioneel doen, elke dag, en ze

verdienen er hun brood mee. Ik was een jochie

en speelde mee in Oliver, een productie van Joop

van den Ende. Een waanzinnige ervaring, die

voor mij de kiem legde voor later.”

Het heeft er altijd in gezeten

“In mijn jeugd gingen we veel naar theater en

mijn moeder speelde zelf ook. Toch herinner ik

me óók hoeveel impact het had dat ik les kreeg

van een bevlogen docent CKV op de middelbare

school.

Bij mij was theater geen onbekend terrein, voor

veel andere jongeren wel. Die docent bracht zijn

enthousiasme zo goed over, dat ik meer wilde

weten, zien, meemaken. Kun je nagaan hoe

waardevol dat is!

Het leren kijken naar kunst verrijkt enorm. Het is

logisch dat jongeren - en zelfs de meeste

volwassenen geneigd zijn te kiezen wat ze

kennen. Als je wordt aangespoord verder te

kijken, nieuwe dingen te ontdekken, geeft dat

toegang tot een grotere wereld.”

Nietzsche versus carnaval

“Mijn wereld werd groter in Maastricht,

studerend aan de toneelschool. Daar werd ik

man, van het jongetje met de skatebroek naar

iemand die steeds meer vragen ging stellen en

ging reflecteren. Ik wist níets toen ik begon, zo

voelde het. Cultuurbeschouwing, filosofie,

Nietzsche?! Het was een sprong in het diepe,

waar nog alles onzeker was. Ik had het nodig daar

helemaal in te duiken, me min of meer los te

weken van thuis, van Brabant, Oerle. De opleiding

is zó intensief. Lange dagen op school, je deelt

enorm veel met elkaar en leert elke dag meer

over jezelf, het vak, de wereld om je heen.

Mijn ‘oude’ vrienden uit Oerle konden niet

helemaal plaatsen waarmee ik bezig was, zo in

het begin. Ik leerde in Maastricht ook netjes ABN

te spreken, noodzakelijk voor iedere acteur.

Aanstellerij, vonden de jongens van hier. Later

kwamen die twee werelden weer samen:

Teun Luijkx

We doen het samen, in dat precieze moment

Maastricht, inmiddels Amsterdam, theater,

Nietzsche en Oerle, voetbal en carnaval.”

Thuis in de personages die ik speel

“Acteren is het mooist als je merkt dat je met je

medespelers op een schip zit en dezelfde koers

vaart. Als je voelt: we doen het samen, reagerend

op elkaar, in dat precieze moment. We hebben

dezelfde klomp goud in handen en willen die

allemaal laten zien aan het publiek. Een magisch

gevoel. Welk personage ik ook speel, ik zoek

altijd in mezelf welke herkenbare gevoelens en

vergelijkbaar gedrag ik kan inzetten. Ik hou ervan

als je de mens door de rol heen ziet.

Oorspronkelijkheid vind ik noodzakelijk. Niet

alleen voor mijn eigen spel, maar voor alles. Als ik

speel in het Parktheater begeef ik me letterlijk

dicht bij die oorsprong. Het Kerstwintercircus,

mijn auditie voor Oliver, later speelde ik mee bij

Theaterplan... Alles ademt dat allereerste begin.

Dat voel ik nog steeds, ook al ben ik nu zelf die

volwassene die toneel mag spelen voor zijn

beróep en er elke dag zijn brood mee verdient.”

Teun Luijkx (Oerle, Brabant) speelde in verschillende voorstellingen bij Theaterplan. Nu is hij tv- en toneelacteur.

4948

Samen lachen,

samen iets meemaken,

ontroerd worden,

een gevoel delen.

Dat schept

verbondenheid.

Citaat uit Een zoektocht naar de betekenis van het gevoel van verbondenheid door creatief onderzoeker Lianne van Genugten.

5150

De BIG RTRN-producten komen eerlijk tot stand en daarbij draagt BIG RTRN minimaal 10% van haar omzet af om hetmaatschappelijk belang te dienen. BIG RTRN streeft ernaar om haar afvalpercentage met 50% te verminderen.De tassen, vervaardigd uit 100% restmateriaal, zijn te koop bij het Parktheater.

Marc Schoenmakers

Van waste naar wannahave

Een hippe tas van restafval: Vorig jaar is het

Parktheater een samenwerking aangegaan met

BIG RTRN. Dit Eindhovense bedrijf levert

restmateriaal dat overblijft na het printen van

bijvoorbeeld grote formaten textiel zoals zeil of

vinyl. Een paar handige medewerksters van het

Parktheater maken van dit restmateriaal unieke

tassen.

Het Parktheater levert digitaal een beeld aan

en dit bestand wordt ingepland naast een

klantenbestelling. Het drukken van het materiaal

voor de tassen gebeurt gratis.

De tassen worden gemaakt door medewerksters

van het Parktheater en zijn alleen te koop bij het

Parktheater. De opbrengst van de verkoop gaat

naar innovatiefonds en innovatietraject thinX.

‘Hypermodern printpark’ BIG Impact, met aan

het roer Marc Schoenmakers, maakt al indruk

met de grootte waarmee er allerlei textiel-

materialen uit gigantische printers rollen. Met

BIG RTRN bezorgen ze het Parktheater een warm

hart en de tassendragers een unieke wannahave.

53

Vroeger, als het circus in de stad kwam, reed er

een omroeper door de straten. Later werden dat

stukjes in de plaatselijke krant. Het was altijd

éénrichtingsverkeer. Zenden, zenden, zenden.

Van artiest/theater naar publiek: “Dan en Dan.

Komt Allen!” Maar ik wil meer. Ik wil

terugzenden. En in de netwerksamenleving kan

dat ook. Als ik een theatervoorstelling zie, laat ik

mij graag inspireren, verwarren en verwonderen.

Dus na afloop wil ik daar over praten. Mijn

emoties delen, mijn mening toetsen. Dat doe ik

met mijn metgezel van die avond. Maar zij is niet

voor niets mijn metgezel. Zij is een beetje zoals ik.

Wat ik heel graag zou willen is dat mijn theater

een online-community met een forum zou

initiëren. Als ik na de voorstelling thuis kom, kan

ik daarop mijn ei kwijt. Een stuk of tien andere

bezoekers, die vanavond bij mij in de zaal zaten,

doen hetzelfde. Nou heb ik al tien eieren, tien

gevarieerde meningen, en daar kun je

fantastische omeletten van maken. Een ander

plaatst een karakteristieke foto van de

voorstelling van vanavond, die toch net weer

anders was, dan de voorstelling gisteren in

Apeldoorn. En morgen gaan we op het forum de

voorstellingen van komend weekend

voorbeschouwen. Na de voorstellingen blijf ik

steeds langer hangen om een praatje aan te

knopen met mijn medetheaterfielen die ik online

heb leren kennen. Ik heb ontdekt dat ene Jeroen

dezelfde smaak heeft als ik. Dus als hij zegt dat hij

naar The Sunshine Boys gaat, wil ik ook.

Ik krijg een mail van mijn theater: “liefhebbers

van Hans Teeuwen houden ook van ballet”.

Privacyschending? Hou.Eens.Op! Ik had niks met

ballet, maar dankzij dat mailtje ben ik getriggerd.

Tot mijn stomme verbazing blijk ik ballet heel

leuk te vinden. Dank u wel, theater! U heeft met

die recommendatie mijn leven verrijkt. Wat mij

altijd gruwelijk heeft gestoord is dat ik voor mijn

parkeerticket soms meer betaal dan voor mijn

theaterticketje. Dankzij de community weet ik

wie uit mijn woonwijk vanavond ook gaat. Nu

kunnen we samen rijden.

Ik kan niet wachten totdat die community van

Parktheaterlovers er komt.

Trinnnggg.

— Er mist nog een hoofdstuk.

— Waar heeft u het over?

— U bent toch de schrijver van het genomineerde boek Nooit Af - een nieuwe kijk op de

fundamenten van ons leven: werk, school, zorg, overheid en management?

— Ja, dat klopt.

— Zou daar ook niet een hoofdstuk over cultuur in moeten staan?

Of ik dat alsnog wil doen, in de vorm van een column, vraagt de Parktheatermedewerkster die

'Content-dirigent' op haar visitekaartje heeft staan. Nou, die jobtitle maakt ze dus meer dan waar.

Ik laat me dirigeren.

52

you can’t

make an

omelet

without

breaking

eggs

Erwin Witteveen

5554

Dit kunstwerk is gemaakt door Isa Thomasse (7 jaar) van Basisschool ’t Slingertouw

5756

Bex Harding

Theatre is such a good way to bring people together!

Bex Harding (24) werkte als stagemanager op

West End in Londen en ging voor een kort

familiebezoek naar Nederland. Het werden zes

maanden en ze besloot te blijven.

Ze bezocht in maart 2016 één van de Welcome

Nights voor expats in het Parktheater: “I loved the

Stevie wonder concert, although it took way too

long for everybody to stand up and dance!“

Ze denkt dat de Welcome Evenings een goed

initiatief zijn, maar ook dat er veel meer

internationals te verleiden zijn tot theaterbezoek,

zodat er een dynamische internationale ‘theater

community’ in Eindhoven kan ontstaan.

“Ik heb drie jaar in het theater gewerkt waarvan

anderhalf jaar als stage manager op West End in

Londen. Sommige mensen zullen het niet

waarderen wat ik nu zeg: I didn't love living in

Londen. Londen is zo groot, en dat is een van de

redenen waarom het zo moeilijk is mensen te

ontmoeten. People don't interact. Iedereen is

constant haastig en zelfs als je mensen ontmoet

is het bijna niet te doen om iets af te spreken; het

duurt zo’n drie uur om van de ene naar de

andere kant van de stad te reizen.”

Ze woonde tijdens haar jeugd in Boston, Amerika

en was toen al gewend om met mensen uit

allerlei landen om te gaan. Bex: “Ik realiseerde

me niet hoe erg ik dat miste, totdat ik hier kwam.

Ik was pas geleden op een feestje en daar waren

zo’n vijftien mensen uit verschillende landen uit

de hele wereld. It's so interesting! Internationals

zijn zo gastvrij en open. Het is heel makkelijk om

contact te leggen, omdat iedereen elkaar wíl

ontmoeten.”

Bex woont nu nog in Heusden bij haar ouders,

maar is van plan om naar Eindhoven te

verhuizen zodra ze betaald werk heeft. “Ik was

van plan om maar even te blijven, maar ik merkte

dat ik het echt naar mijn zin had hier en besloot

te blijven. Ik woon hier nu inmiddels zes

maanden.” Haar werk als vrijwilligster bij The Hub

(de ‘huiskamer’ voor internationals in Eindhoven

aan de Vestdijk) bevalt haar goed: “Ik hou me

bezig met de bibliotheek en ik help mee

evenementen te organiseren. Iedere zaterdag

hebben we live muziek. I like it at The Hub.”

“In Eindhoven is iedereen vriendelijk, it's a very

welcoming city. Er zijn zoveel expats. En het

leuke is: er is altijd iets te doen. Je kunt hier zelfs

gratis naar muziekoptredens, zoals bijvoorbeeld

in POPEI. Dat is in Londen ondenkbaar! Ik ben

graag overal in de buurt waar muziek en theater

is. Like I told you when I walked in the

Parktheater it was like: Oh, I'm home!

Van alle Eindhovenaren is bijna 32% van niet-

Nederlandse herkomst. 18% heeft een niet-westerse

herkomst en 13% een westerse.

(bron: gemeente Eindhoven).

Met Parktheater International Program (PIP)

werkt het Parktheater aan een toegankelijk en

laagdrempelig Parktheater voor internationals

en expats. parktheater/internationals.nlBex Harding in de Philipszaal.

58

Ward Rennen

Kinderen ontdekken hier spelenderwijs de geschiedenis

“Eindhoven Museum ziet het als zijn taak om de geschiedenis van Eindhoven dichterbij te halen en

persoonlijk te maken. Maar ook om de verbinding met het heden te laten zien. De naam preHistorisch

Dorp is altijd in gebruik gebleven, omdat het herkenbaar en laagdrempelig klinkt. We brengen nu met

een make-over het preHistorisch Dorp terug.

Er komen hier veel Eindhovense scholen, maar ook de internationale school uit Amstelveen en een

school uit Alphen aan den Rijn. Die school komt om het jaar hier en gaat om het jaar naar Archeon.

Waarom hier? Bij ons krijg je een begeleider en persoonlijke aandacht. Je krijgt een locatie en je bent

van twee uur tot meerdere dagen op je eigen plekje.

Toen ik hier solliciteerde, was er geen gelegenheid om even rond te kijken, het park is dicht in de

winter. Ik kwam pas weer op het park op mijn eerste werkdag. Toen herkende ik meteen de boerderij

waar ik eens geslapen had. Dat is in essentie wat we kinderen nog steeds geven: een onvergetelijke

herinnering. Op die manier de geschiedenis ervaren is vele malen krachtiger dan uit een

geschiedenisboek.

Als historisch museum zijn we dan ook een soort speelplaats. Kinderen spelen tegenwoordig bijna

niet meer op straat en zijn steeds meer achter de Gameboy te vinden. Hier gaan die dingen de tassen

in en gaan de kinderen weer echt spelen. Ze mogen dingen aanraken en vies worden. Letterlijk met

vallen en opstaan de wereld en de historie om zich heen ontdekken. Dat is een van de dingen waarin

ik een grotere rol zie weggelegd voor het preHistorisch Dorp.”

Ward Rennen is directeur van Eindhoven Museum / preHistorisch Dorp.

6160

hier

vo

uwen

en

pag

ina

teru

gkl

app

en

Zes

ver

sch

illen

de

ho

ofd

en m

et e

en r

eike

nd

e ku

sbew

egin

g b

epal

en d

e co

vers

van

de

twee

bro

chu

res

TH

UIS

(ver

hal

en) e

n

UIT

(vo

ors

telli

nge

n 1

6/17

). H

et t

hem

a ve

rbo

nd

enh

eid

is o

p d

eze

man

ier

krac

hti

g ve

rbee

ld n

aar

een

idee

van

Geo

rge&

Har

riso

n

(Mar

tijn

Maa

s en

Maa

rten

Sta

l), e

en E

ind

ho

ven

se o

ntw

erp

stu

dio

ges

pec

ialis

eerd

in s

trat

egie

en

on

twer

p v

oo

r vi

suel

e id

enti

teit

,

pri

nt

en w

eb.

De

foto

’s z

ijn g

emaa

kt d

oo

r d

e jo

nge

Ein

dh

ove

nse

fo

togr

afe

Bri

tt R

oel

se. I

n h

aar

bee

lden

sp

elen

inti

mit

eit

en

silh

ou

ette

n e

en g

rote

ro

l. D

e m

od

elle

n z

ijn M

yrte

, Eri

c, N

elle

ke, P

eet,

Isaa

c en

Kri

sty.

Lau

ra P

eete

rs v

erzo

rgd

e d

e vi

sagi

e.

de k

us

6362

“Ik kom uit een land waar het eerste wat je

gevraagd wordt als je op bezoek komt is of je al

gegeten hebt. In Portugal eten we niet omdat het

moet, maar omdat het lekker is. Tafelen is

verbinden, eten een sociaal glijmiddel. Aan mijn

tafel bestaan er geen verschillen, daar is iedereen

gelijk. Het is immers avond, dat betekent vrije

tijd, en ik wil niet dat je groter doet dan je bent.

Daarom zorg ik voor lange tafels, met daarop

grote schalen met eten dat je moet delen: “Wilt u

ook wat aardappeltjes?” vraagt de bouwvakker

aan de bankdirecteur. En zo ontstaan er

gesprekken tussen mensen die elkaar anders

nooit zouden spreken.

Ik denk dat mensen zich keer op keer verbazen

over hoeveel zij gemeen hebben. Vaak komt men

daar helaas niet achter, omdat ze elkaar gewoon

niet ontmoeten.

De komende kerst organiseer ik al voor de

veertiende keer een diner in de Catharinakerk,

speciaal voor daklozen. Telkens ben ik weer

benieuwd: zou die nog leven? Zou die nog

tippelen? Zou die nog aan de heroïne zijn? Ik

krijg tranen in mijn ogen als ik zie hoe mensen

die niks hebben hun best hebben gedaan om

zich op te tutten. Op straat wordt naar hen

gekeken met afschuw, maar op die avond

worden ze bekeken met respect. Eindelijk voelen

ze weer: “Ik ben een mens”. Waardigheid, dat is

voor mij the bottom line. Daarvoor zal ik blijven

strijden, binnen mijn bereik.

Ik was 13 jaar toen ik naar Nederland kwam. Mijn

vader was hertrouwd met een Nederlandse

vrouw, maar ik snapte er niets van hier. De politie

reed hier rond in Porsches, wat was dit voor

land? Natuurlijk heb ik me verloren gevoeld. Ik

had al mijn vrienden opgegeven, het klimaat was

kut, we woonden in een grijze buitenwijk in

Zwijndrecht. Dat was verschrikkelijk.

Op mijn vijftiende ben ik van huis weggelopen.

Ja, ik heb shit meegemaakt. De wereld waarin we

leven is nu eenmaal geen mooie wereld.

Daarover kan je gaan klagen, of je bouwt een

nieuwe wereld. Ik kies voor dat laatste. Ik hoop

het niet-fijne fijn te maken en zo uiteindelijk

mensen te inspireren om hetzelfde te doen.

Inmiddels voel ik me hier meer thuis dan ik ooit

gedacht had me thuis te kunnen voelen. Het

Stroomhuisje is mijn bastion, Eindhoven mijn

stage. Ik kreeg een monsteraanbieding om iets

op te zetten in New York, maar ik heb het niet

gedaan. Deze stad heeft namelijk iets wat ik niet

eerder had gevoeld.

Eindhoven is een warm bad, er hangt een

collectieve nederigheid, waarin geen plek is voor

arrogantie. Waar iedereen zich openstelt en er

ruimte is om anders te zijn. Bovendien koestert

Brabant haar zonen meer dan de Randstad dat

doet. Want ja, dat kan dus: een Portugese piraat

die langzaam maar zeker een Brabantse zoon

wordt. Zo voel ik dat in elk geval wel.”

Het recht-in-je-hart-gerecht volgens Amaro: wentelteefjes met mascarpone en aardbeien

“Definitely. Ik woon in Nederland, maar ik ben heel vaak in Portugal. Als ik daar aankom, dan ga ik zo snel ik

kan naar de bakkerij waar ze pastel de nata maken, een roomgebakje. Ruik ik dat, dan ben ik terug bij

vroeger, dan ben ik zes jaar, dan ben ik bij mijn moeder. Zo werkt dat ook met een wentelteefje. Een

wentelteefje raakt je in je ziel. Als je dat proeft, dan besef je weer hoever je bent afgeraakt van de dingen die

je vroeger belangrijk vond. Ik maakte het ooit voor premier Balkenende en hij raakte ontroerd. Volwassen

mannen en vrouwen reiken naar dat bordje alsof het de holy grail is, en dat is misschien ook zo: het is

troostvoedsel nummer één. Eet ik dit, dan ben ik thuis. Dan denk ik aan mijn lieve moeder die overleden is,

dan denk ik aan mijn vader die veel dingen niet deed, maar wél wentelteefjes maakte.”

André Amaro

Aan mijn tafel is iedereen gelijk

André Amaro kookt overal waar vuur is: in zijn Ketelhuis op Strijp-S, in pop-up restaurants en op festivals. In theaterseizoen 15/16 kookte hij bij theaterevent Borgen van het Noord Nederlands Toneel.

65

Ik voel veel verbondenheid in het theater,

omdat je naar iets moois gaat kijken

in een mooie omgeving.

Er wordt voor je gezorgd.

Er zijn fijne stoelen.

Je bent er welkom.

Mensen doen moeite voor je

om een fijne avond te maken.

Het hele publiek

is in positieve stemming

en leeft naar iets toe.

Je gaat samen naar iets kijken.

Citaat uit Een zoektocht naar de betekenis van het gevoel van verbondenheid door creatief onderzoeker Lianne van Genugten.

6766

“Hier heb je een song zonder beat… go!”

De Amerikaanse choreograaf/danser Johnny

Lloyd houdt ervan om hiphop uit zijn genre te

‘pellen’ en het te integreren in een ander

dansgenre. In samenwerking met het Parktheater

maakt hij speciaal voor festival Best of the Fest de

voorstelling Other Tales from the Underground.

Other Tales from the Underground onderzoekt

de onderliggende menselijke eenzaamheid die

zowel oorzaak als gevolg is van de door de mens

geschapen technologie. De voorstelling speelt

zich af in een deels organische en deels

technologische onderaardse wereld. In een

collage van urban en moderne dansvormen

ontvouwt zich een wereld waarin informatie het

lichamelijke contact heeft vervangen.

Johnny Lloyd: “In onze samenleving zie ik een

voortdurend verwijderende beweging van het

natuurlijke contact tussen mensen. Ik heb een

jaar zonder internet geleefd. Om e-mails te

schrijven ging ik naar een internetcafé, het was

heerlijk. Het bracht me veel extra tijd die ik vulde

met tuinieren, boeken lezen, muziek maken,

dans, film en vooral dingen oefenen. I really love

to practice things, to emerge myself. Ik ontdekte

dat ik, als ik geen toegang heb tot ‘makkelijke

entertainment’ of zelfs ‘makkelijke informatie’,

meer voldoening haal uit de dingen die ik doe.

Het is een diepere investering in jezelf.”

Science fiction

“Ik heb een sterke fascinatie voor science fiction,

fantasy en technologie en daarom besloot ik

Other Tales from the Underground te gaan

maken. Ik wilde er voor waken niet te simpel naar

technologie te kijken. We weten allemaal dat het

een beetje triest is, de verslavende kant van

technologie. Het is bijna cliché; we zien mensen

aan een tafel zitten die allemaal met hun

smartphone bezig zijn. Maar zo vind ik het thema

te simpel. Interessanter vind ik het om het

onderwerp op een abstracte manier te

benaderen. De symbiose tussen het

technologische en het organische te

onderzoeken en me in een andere setting erover

te kunnen verbazen. Daarom wil ik in het theater

een wereld creëren waarin het onderwerp tot in

het extreme wordt doorgetrokken.”

Johnny Lloyd

Dansend door de intieme en eenzame kant van technologie

Other Tales from the Underground

68 69

Johnny Lloyd (VS) studeerde poëzie en jazzmuziek voordat hij zich op Afro-Amerikaanse dans en

hedendaags/urban danstheater stortte. Hij werkte onder meer als docent Lindy Hop en Charlston in Duitsland

en maakte er coproducties met het Kampnagel-theater in Hamburg. Hij woont en werkt nu vijf jaar in

Nederland. Lloyd toerde door Amerika, Europa en Rusland. Hij werkte samen met choreografen als Guilherme

Miotto en Sidi Larbi Cherkaoui.

Voor het Parktheater maakte Johnny Lloyd samen met André Grekhov eerder de voorstelling Traces. In 16/17

is Johnny nieuwe maker binnen thinX. Other Tales from the Underground gaat op 1 september 2016 in

première tijdens festival Best of the Fest. Johnny Lloyd en André Grekhov dansen beiden in de voorstelling.

Go!

“Hiphop heeft een lange historie en een sterke

identiteit. Theater heeft een veel langere

geschiedenis en een veel sterkere identiteit. Als je

heel sterk in een bepaalde wereld verkeert heb je

de neiging om de andere werelden nooit te zien.

Ik vind het heel belangrijk om veel kennis te

hebben van beide werelden, van hiphopdans én

allerlei theatervormen. I never stick to the

genres. Als choreograaf ben ik daar erg

veeleisend in. Ik probeer voortdurend weg te

komen van popping en zelfs van de meer

experimentele vormen van hiphop. Omdat ik het

zo interessant vind dat deze dansvorm verbreed

wordt met andere genres en methodes.”

Pellen

“Waar ik van hou is een specifieke dansvorm uit

het genre te ‘pellen’. Dat doe ik ook met hiphop.

Als ik met hiphoppers werk en ik de hiphop

herken, verander ik het. Dat is heel opwindend

om te doen. Het is boeiend om een hiphopper

een conceptuele bron aan te reiken. Om te

zeggen: verbeeld je iets, jij bent als dit en dit en je

bewegingen doen zus en zo. Hier heb je een song

zonder beat… go! Eerst vinden ze het een beetje

vreemd. Dan begrijpen ze dat er iets interessants

gaat gebeuren en uiteindelijk vinden ze een

nieuwe, opwindende dansvocabulaire. Ik help ze

daar te komen.”

Spanningsboog

“In de hiphop is er een probleem met de

spanningsboog; we dansen op één nummer en

een nummer is ongeveer drie minuten lang. Ook

is het erg één-op-één hoe we op de muziek

dansen. Onze bron is de muziek, maar er is geen

vertaling naar theater. Het vertaalt alleen heel

goed naar de dansvloer, in een club. Bepaalde

genres binnen de hiphop hebben in mijn ogen

veel potentie om naar een abstractere,

theatralere vorm te groeien. Denk aan de battles,

het fysieke en de potentie om verhalend te zijn.

I’m a big fan of storytelling.”

Open-minded

“Het is opwindend om samen te werken met

open-minded hiphoppers die bereid zijn diep in

theatrale processen te duiken. Met hen nieuwe

dingen te onderzoeken. Hoe kun je je

spanningsboog groter maken, hoe kun je de

ruimte anders gebruiken en hoe kun je anders

met je danspartners omgaan? André Grekhov is

iemand die daar helemaal voor gaat, daarom

werk ik zo graag met hem. Hij danst het beste als

ik hem regisseer. Tegelijkertijd is hij een meester

voor mij op het gebied van sommige

dansvormen. We delen dezelfde visie. Mijn visie

is om prachtig theater uit dans te maken, die van

André is om hiphop artistiek gezien tot zijn volle

potentie te laten komen.”

72

Albert Kivits

Dat ik zomaar naar België kan fietsen

“Deze fiets is van mijn vader geweest, hij is zeker 34 jaar oud. Het is een Alan, één van de allereerste

aluminium fietsen. Mijn vader kocht eerst het frame en daarna spaarde hij voor de afzonderlijke

onderdelen. Campagnolo Record, zeg maar: het beste.

Hard fietsen ging mij altijd al goed af. Ik heb vaak toertochten gefietst. Op een gegeven moment ging ik

steeds grotere tochten maken: Eindhoven – Valkenburg, Diekirch – Valkenswaard. Op mijn vijftiende

was ik de jongste deelnemer. Ik wilde nog zwaardere tochten doen, maar dat is niet goed voor je

lichaam als je zo jong bent. Toen ben ik op mijn 18e Bestuurskunde gaan studeren in Rotterdam.

Ik ben een geboren en grotendeels getogen Eindhovenaar. Eindhoven is voor mij thuis.

Omdat er een soort relaxtheid is, dat er heel veel mogelijk is en dat ik zomaar naar België kan fietsen.

Ik heb in andere delen van Nederland gewerkt; Sliedrecht, Kampen, de Hoeksche Waard. Daar is

gewoon een hele andere sfeer. Als je op zondag je auto ging wassen keken mensen je vreemd aan.

Geestelijke vrijheid vind ik erg belangrijk. Als je geestelijk niet vrij bent, ga je anderen kopiëren.

Daarom vind ik cultuur ook zo belangrijk.

Als ik Eindhoven vergelijk met hoe het was toen ik klein was, dan zie ik dat de stad veel internationaler

is geworden. Dat vind ik gaaf, een stad die zich openstelt en vernieuwend is. Ik vind het een

interessante opgave om design en technologie zo in te zetten dat ze ten dienste staan van de stad. Dat

niet alleen onze burgemeester vertelt hoe geweldig wij zijn, maar dat Eindhovenaren het ook zelf

vertellen. Dat je bijvoorbeeld design en technologie inzet om kinderen sneller te laten leren en de

geletterdheid te laten toenemen.”

Albert Kivits is directeur van de Bibliotheek Eindhoven.

7574

thuisRob Scheepers

Het is dinsdagmiddag, uurtje of drie. Nukkig stap ik in de auto. Mopperend van huis gaan is nooit leuk,

maar zeker niet als je ’s avonds de première hebt van je oudejaarsshow in een tot de nok toe gevuld

Parktheater. Juist op zo’n dag moet je rust hebben. Zo min mogelijk prikkels die energie kosten. En

negatieve prikkels vreten energie. Ik ben gespannen. Honderden gedachten vechten in mijn hoofd om

aandacht. “Wat als nou nét vanavond de grappen niet vallen? Wat nou als ik nét vanavond mijn

publiek teleur ga stellen? Vrienden zitten binnen. Mijn ouders. Genodigden. Het zal toch wel leuk gaan

worden? Tuurlijk gaat het leuk worden. Niet gaan twijfelen nu Rob. Het ging bij de try outs toch ook

goed? Maar ja, het Parktheater is niet zomaar een zaal. Het Parktheater is het Parktheater. Niet

vergelijkbaar met welke try out dan ook. Shit. Ik weet het niet meer.”

Dat schiet onderweg richting Eindhoven door mijn hoofd. Constant. En er is geen manier om dat te

stoppen. De radio heb ik al uitgezet. Teveel chaos. Rust wil ik. Hele delen van de route leg ik af zonder

me bewust te zijn van het overige verkeer. Ik pak rotondes, voeg in, haal in…. Geen flauw idee hoe.

Mijn gedachten zijn al bij de avond. 920 mensen die speciaal voor mij komen. Die een kaartje hebben

gekocht. Dat is nog steeds allemaal nieuw voor me, en dat beangstigt me ook. Een lichte hoofdpijn

vormt zich boven mijn ogen. Ook dat nog. Ik probeer het weg te wrijven. Links van me rijst het

Parktheater al op. Het kolossale Parktheater. De confrontatie met de realiteit doet de hoofdpijn weer

aanzwellen. Ik draai versuft de parkeerplaats aan de achterzijde op. “Rob Scheepers” zeg ik met een

geveinsde zelfverzekerdheid door de intercom. De slagboom gaat omhoog.

Als ik parkeer zie ik de backstage deur open zwaaien. Ik herken Joost in de deuropening, de technicus

die mij precies een jaar eerder óók ter zijde stond. Joost zwaait. “Hey Rob, leuk dat je er weer bent,

man. Gooi de auto maar open, dan sjouwen we meteen je podium naar binnen. Ik heb het karretje al

klaar staan. Drinken we daarna een kopje koffie. Oké?”

De hoofdpijn is per direct verdwenen. De twijfels zijn weg. Ik voel me heerlijk. Ik voel me thuis.

Ik doe de achterklep van mijn auto open en weet; “Dit komt goed. We gaan er een feest van maken

vanavond!”.

Rob Scheepers (Sterksel) is tonprater, stand-up comedian, entertainer en columnist en speelde in theaterseizoen 14/15 en 15/16 met zijn theatersolo’s in een uitverkocht Parktheater.

7776

“Ik ken de zalen door en door. Dat moet ook.

De gezelschappen en artiesten die hier komen

spelen, brengen een voorstelling mee, die zo

mooi en goed mogelijk technisch ondersteund

moet worden. Doordat wij onze ruimtes ‘van

buiten’ kennen, kunnen we ervoor zorgen dat

iedere voorstelling echt klopt, óók wat betreft

licht en geluid. Misschien gaat het allemaal wel

om kennen en gekend worden.”

De vloer: het is de plek waar ik het liefste ben

“Het is een soort thuis. Ook voor mijn collega’s

trouwens. We werken al lang samen voor het

Parktheater. Er is nauwelijks verloop op onze

afdeling van vijftien mensen. Geen wonder, we

zijn echt als familie voor elkaar. Het werk als

theatertechnicus brengt lange dagen met zich

mee. We werken hard, lachen veel, eten samen

en sluiten af op een tijd dat andere mensen

allang in bed liggen. Dat intensieve werken

schept een hechte band.

Gaat het met één van ons niet lekker, thuis of

anderszins, dan zullen we die collega altijd

steunen en ontlasten. Zo werkt het gewoon, los

van CAO, regeltjes of aantal verlofdagen.”

Collega's voor één dag

“Het is leuk om van artiesten en theatergezel-

schappen te horen dat het prettig is om te spelen

bij het Parktheater. Technici van de gezelschap-

pen kennen we vaak ook al jaren, ik weet een

beetje wie wat wil. Zo kun je als technicus steeds

klaarstaan voor hen. Voor één dag ben je

namelijk collega’s en het werkt goed als je dan

echt kunt luisteren naar elkaar. Dat doen we

graag, het is ons niet snel te veel, eerlijk gezegd!

En na afloop van de voorstelling drinken we

samen nog een biertje. Dat is traditie in het hele

land onder technici.”

Ik heb geen werk, ik heb een betaalde hobby

“Zo voelt het. En de dag dat het niet meer zo zal

voelen, kijk ik uit naar iets anders. Parktheater is

anders dan andere theaters. Er is geen hokjes-

mentaliteit, we denken niet in afdelingen.

Iedereen kent elkaar en de gastvrijheid zit bij ons

allemaal in de genen. Het is een verdienste van

directeur Giel Pastoor, die zijn mensen kent en je

ook betrekt bij zaken die niet direct bij je functie

horen. Gewoon, omdat hij ziet wat je kunt,

wat je in huis hebt.

Elkaar kennen is heel belangrijk. Alles werkt beter

als je elkaar kent. Binnen het team, maar zelfs ook

wat betreft het publiek. Ik herken sommige

bezoekers en andersom is dat ook zo. Als

technici bepalen we de aanvang: we zijn

zichtbaar, lopen voorop, we verwelkomen ook.

Zo leer je het publiek kennen. Het lijntje is kort,

we willen graag naar onze bezoekers luisteren.”

Ik hou van theater, maar ik ga er nooit naartoe

“Gek om te zeggen natuurlijk, want ik zie juist

enorm veel voorstellingen. En ook al ben ik aan

het werk, ik kan zeker genieten van wat er speelt.

Werken in de creatieve industrie is geweldig.

Elke avond voel ik direct het resultaat van mijn

werk: publiek dat in verwondering een

voorstelling beleeft. Daaraan draag ik bij en dat

geeft een magisch gevoel.”

Joost Arnoldussen

Alles werkt beter als je elkaar kent

Joost Arnoldussen is geluidstechnicus bij de afdeling Techniek van het Parktheater.

7978

Conny Janssen

Wat is thuis?

Conny Janssen Danst opent het jubileumjaar 2017 met een nieuwe voorstelling: HOME.

Choreografe Conny Janssen haalt haar inspiratie uit het grootstedelijke leven: een snelle en vitale

wereld vol diversiteit. Ze kiest uitgesproken karakters die op het toneel staan als mensen van vlees

en bloed. HOME stelt de vraag: wat maakt dat je je thuis voelt? Waartoe behoor je? Een leidende

gedachte is: ‘Als je mijn wortels ontkent, dan ontken je mij.’

“De mens is een sociaal dier, hij bestaat door de ander en door de relatie met de ander. In mijn

werk zitten hoofdzakelijk maatschappelijk relevante thema’s, zoals een gevoel van ontheemd zijn”,

licht Conny Janssen toe. Deze thema’s transformeert ze naar een kleine wereld, naar de wereld van

de dertien dansers op het toneel. “In die kleine wereld zit de bron van wat je voelt, wat je inademt

van de wereld om je heen. Het gevoel van gemeenschapszin, waar je vandaan komt en wat je vormt.

Wie je bent door die ander en waar je je identiteit vandaan haalt.”

De onrust om ons heen wordt een belangrijke inspiratiebron voor HOME: “Mensen kunnen

ontheemd zijn in hun leven, door het veranderen van hun leven en door de snelheid van die

veranderingen. In het dansensemble zie je de wereld vertegenwoordigd, want het zijn diverse

dansers met heel verschillende achtergronden. Hoe zijn ze onderling verbonden?

Wat gebeurt er in relatie tot elkaar en wat is de rol van angst?”

Angst maakt mensen defensief, het maakt dat mensen harder worden. Conny: “Mensen trekken

zich terug in de groep en staan minder open voor elkaar. Dat zijn onderwerpen die in HOME

terugkomen. Het is steeds de menselijke maat waaraan ik toets. HOME gaat over jou en mij.”

Conny Janssen Danst uit Rotterdam is sinds 1992 een van de meest toonaangevende moderne dansgezelschappen in Nederland.HOME is in theaterseizoen 16/17 te zien in het Parktheater.

8180

Op de grote tafel op de eerste verdieping van ouderenzorgcentrum Vonderhof staat een dampende

kan koffie, een pot thee, een schaal vol mini-Marsjes en in het midden daarvan een opvallend kastje

met een grote helrode knop. Een tachtigjarige bewoonster verklaart: “Dat is ons alarm. Als er iets

gebeurt en je wil dat de verzorgers komen, dan geef je een mep op die knop.” Ter illustratie voegt ze de

daad bij het woord. “Kijk, zo!” Achter haar begint een paneel op de wand hevig te knipperen. Dan, met

een ondeugende blik: “Oh oh…”

Het is dinsdagochtend en voor veel van de aangeschoven dames is het vaste prik: hier aan tafel wordt

de krant voorgelezen aan hen die graag op de hoogte willen blijven van alles wat er in de wereld

gebeurt. Bovendien is het de plek waar plannen worden gesmeed voor allerlei uitstapjes buiten de

deur. Die behoefte is enorm, aldus activiteitenbegeleider Richard van Schaijk. “Het idee bestaat dat

oude mensen de buitenwereld maar eng vinden, dat ze het allerliefst de hele dag in hun eigen

kamertje zitten, dat ze vroeg naar bed gaan, dat ze zeuren, dat ze niks willen…”

Bruusk wordt hij onderbroken door mevrouw Poell (86 jaar): “Dat is niet waar!”

Richard van Schaijk: (onverstoorbaar) En het leukst van alles vinden ze de Bingo…

Mevr. Hellings (88 jaar): Nou, ik niet hoor.

Richard van Schaijk: Maar dat is wél het beeld.

Mevr. Diks (80 jaar): Ik trippel nog gewoon alle kanten op, hoor.

Mevr. Hellings: Wij zijn laatst nog naar Guus Meeuwis geweest, mevrouw Poell en ik. En

we gingen met Richard naar het Philips museum, naar het Parktheater,

allemaal dingen waar we zelf niet op gekomen zouden zijn. Dat is

belangrijk, dingen doen die je niet uit jezelf zou doen. Want wat moet je

anders de hele dag? Borduren?

een gesprek in Vitalis WoonZorg Groep

Ik bepaal zelf wel hoe laat ik thuis kom!

83

Mevr. Mittertreiner (88 jaar): (knikt) Ik wil vol in de wereld staan. Binnen in mij is het nog te jong om

te verpieteren en het wordt steeds kostbaarder om dat vast te houden.

Ik zal je wat zeggen: op mijn twintigste merkte ik dat mensen van vijftig

wilden dat ik zou worden wie zij wilden dat ik was.

Maar ik wilde mezelf zijn, ik wilde me ontwikkelen en dat heb ik

gedaan, mijn hele leven lang. En nog steeds: ik laat me niet op mijn

achtentachtigste door mensen van vijftig zeggen wat ik wel en niet moet

doen. Ik vecht elke dag opnieuw om jong te zijn.

En dan staat ze op, ferm en strijdbaar. Voordat ze naar buiten gaat, vult ze haar handtas gauw nog even

met de overgebleven mini-Marsjes. “Voor onderweg,” klinkt het samenzweerderig. “Je weet nooit hoe

lang ik wegblijf…”

82

Richard van Schaijk: Er is niets mis met borduren, maar het is mijn taak om te luisteren,

dingen op te pikken en daar dan naar te handelen, zodat er dingen

worden georganiseerd waardoor zij hun wereld groot kunnen

houden. Steeds weer blijken de ouderen tot veel meer in staat dan

mensen vaak denken. Neem bijvoorbeeld de avondwandelingen: daar

werd in eerste instantie vol ongeloof op gereageerd. Oudere dames en

heren ’s avonds mee naar buiten nemen, hoe haalde ik het in mijn

hoofd? Maar nu is iedereen er hartstikke enthousiast over.

Ja toch, Anita?

Mevr. Rijlaarsdam (78 jaar): Als ik laat naar bed wil, dan heeft niemand daar iets mee te maken.

Richard van Schaijk: Dat bedoel ik nou.

Mevr. Diks: Ik bepaal zelf wel hoe laat ik thuis kom. Vrijdag kwam ik pas om kwart

voor elf thuis. Nu jij weer.

Richard van Schaijk: Minstens zo belangrijk is het om de buitenwereld naar binnen te

halen. Zo kregen we bezoek van een Syrische jongen die een video

had gemaakt over zijn vlucht, er kwamen expats uit Italië en

Noorwegen om hier samen met de bewoners te schilderen. Op die

manier vergroot je ieders horizon en beseft elk mens steeds maar

weer dat hij of zij er gewoon nog 100% bij hoort.

In samenwerking met Studio040 en Vitalis WoonZorg Groep zendt het Parktheater voorstellingen live uit in verschillende huizen van Vitalis Woonzorg Groep.

8584

Het Parktheater werkt op verschillende gebieden samen met docenten en studenten van het

Summa College en SintLucas Eindhoven en Boxtel.

Studenten van SintLucas Boxtel (vormgeving, communicatie en ruimte) hebben enkele kleedkamers

getransformeerd tot ware huiskamertjes. Van de ontwerpen van studente Roos Smolders is een

kleedkamer geheel naar haar interieurontwerp aangepast.

We vinden het belangrijk dat iedereen zich thuis voelt in het Parktheater, ook artiesten.

SintLucas Boxtel

Kleine huiskamers speciaal voor de artiest

Interieur voor een kleedkamer, in 2014 ontworpen en uitgevoerd door Roos Smolders, 4e jaars student aan SintLucas Boxtel.

86

Hugo Vrijdag

Bij u komen de muurbloempjes tot leven

“De opdracht die we aan onszelf hebben gegeven is: Hoe enthousiasmeer je kinderen voor techniek en

innovatie en hoe prikkel je hun creativiteit? Dat doen wij door op scholen of hier, in de Ontdekfabriek,

verhalen te introduceren. We vragen de leerkrachten om het verhaal voor te lezen en samen met de

kinderen het avontuur in te stappen. Hoofdstuk voor hoofdstuk zitten daar uitdagingen aan gekoppeld.

Een groep kinderen gaat op zoek naar de bron van een rivier. De rivier is drooggevallen, hoe zou dat

komen? Ze komen bij een enorm ravijn. De eerste vraag is: hoe komen we aan de andere kant van het

ravijn? De kinderen gaan oplossingen bedenken. Dat is een andere manier van kijken dan dat je de

vraag stelt: Hoe bouw ik een brug? Zo kan een verhaal de fantasie prikkelen om op oorspronkelijke

ideeën te komen. En dan: ik ga een brug bouwen, een katapult maken of wat dan ook, om aan de

andere kant te komen. Hoe ga ik dat dan doen?

Het ene kind is meer verhalend, het andere kind wordt gestimuleerd om de oplossing uit te werken.

In een team gaan ze elkaar respecteren. Van een leraar kregen we een mooi compliment:

bij u komen de muurbloempjes tot leven. Dat zou iedere dag moeten gebeuren. Dat een kind bij

zichzelf mag ontdekken; hé, hier heb ik iets mee. En als wij daarbij kunnen helpen, dan hebben we iets

goeds gedaan.”

Hugo Vrijdag is initiatiefnemer van de Ontdekfabriek, speel- en ontdekparadijs op Strijp-S.

89

Wat hebben Het Lichtfabriekje achter Glas, Het

Droomhuisje vol Hoop en Het Rad van Van Gogh

gemeen met Landgoed De Grote Beek?

20 maart is door de VN tot de internationale Dag

van het Geluk uitgeroepen. Sinds 2015 is de

gelukskoorts in Eindhoven uitgebroken met

onder andere de themaweek Geluk voor

Eindhoven: een initiatief van het Parktheater,

Fontys Hogescholen en Leo Bormans,

geluksambassadeur en samensteller van het

World Book of Happiness. Werden in 2015 al elf

geluksplekken in Eindhoven aangewezen, op 12

mei 2016 komen er nog eens veertien nieuwe bij.

Eén daarvan is Landgoed De Grote Beek.

Hans Marechal is als relatiebeheerder verbonden

aan het landgoed van GGzE, waar hij

communities en partnership vormgeeft. “Van een

gesloten gemeenschap veranderen we naar een

open gemeenschap. In de meest innovatieve stad

van Nederland willen we de meest innovatieve

GGZ van Nederland zijn. Dan wil je graag

samenwerken met vernieuwende organisaties en

bedrijven. Innovatie verbindt.”

Een onderdeel van de GGzE is GroeiRijk, dat

persoonlijke groei en ontwikkeling voor cliënten,

naasten en medewerkers stimuleert en

faciliteert. Er zijn zeven ‘groeigebieden’

aangewezen zoals Excellente Zorg, Mentaliteit

van Welkom, Wonen en Leven en Werken en

Leren. Hans Marechal: “Met de naam GroeiRijk

willen we ‘de next level’ in gaan. We laten

mensen groeien ongeacht of ze nou hier in

behandeling zijn of hier werken. GGzE wil een

‘inspirerende community voor mentale kracht’

zijn.”

Dat Landgoed De Grote Beek als één van de

geluksplekken wordt gekozen, vindt Hans

Marechal geweldig. “Mijn eerste reactie was: Wat

een geluk kunnen we hiermee hebben. Het

landgoed en het oude psychiatrische ziekenhuis

hebben voor veel mensen een negatieve lading.

Dat willen we veranderen. We willen laten zien

dat Landgoed De Grote Beek een inspirerende

omgeving is, een terrein en een gemeenschap

waarvan iedereen gebruik kan maken. Je

ontmoet hier gewoon bijzondere mensen:

cliënten, personeel, bedrijven, het komt hier

allemaal samen. Vanochtend zag ik een fietsclub

voorbij komen, mensen die een rondje lopen.

Onlangs heb ik studenten rondgeleid die hier

voor het eerst waren. Het gebied krijgt een heel

andere betekenis. We hebben zo veel te bieden.

Dan mag het met recht een geluksplek zijn.”

88

Hans Marechal en De Grote Beek

Je ontmoet hier gewoon bijzondere mensen

Landgoed De Grote Beek, de hoofdlocatie van GGzE, werd in 1918 als Krankzinnigengesticht in gebruik

genomen. Het terrein is sinds 1993 vrij toegankelijk. De integratie tussen cliënten enerzijds en de

Eindhovense bevolking en de stad anderzijds wordt op vele manieren bevorderd.

De Geluksplek is te vinden tussen het bestuursgebouw en de kiosk. gelukvooreindhoven.nl

Hans Marechal is relatiebeheerder bij Landgoed De Grote Beek

9190

Sjoerd Slaaf is gemeenteraadslid voor de PvdA en sinds februari 2016 raadslid Geluk.

Als je de rustig ogende enclave tussen het spoor

en de Boschdijk op komt fietsen, valt de

uitgestrektheid en het open karakter van het

terrein op. Oude eikenlanen, poelen en beekjes,

weides met zonnebadende runderen en

gemoedelijk grazende konikpaarden.

Verderop kom je in een dorpsachtige omgeving

met oude en nieuwere gebouwen: het statige

bestuursgebouw in Neorenaissance-stijl, Grand

Café Het Ketelhuis, woningen.

Steigers

Een parel op het terrein is de kapel. Een prachtig

gebouw dat een opknapbeurt krijgt en is

omgeven door een muur van steigers. Ladders

van hout en aluminium staan er kris kras

tegenaan. Op deze plek hebben we afgesproken.

Sjoerd Slaaf, gemeenteraadslid voor de PvdA en

sinds februari ook raadslid Geluk, komt met

versnelde pas aanlopen. Een vriendelijke,

energieke man die ondanks zijn 70 jaar bruist

van energie. Zonder aarzelen stapt hij een paar

treden van een van de ladders op die tegen de

steiger staan. “Dit is de ladder van Geluk, treetje

voor treetje gaan we met elkaar die ladder

omhoog. Prachtig toch?”

Warm verlicht

Tussen de steigers is het even zoeken naar de

ingang van het gebouw, een dame met

koffiekannen op een karretje laat ons de kapel in.

Er heerst een serene stilte en de ruimte is warm

verlicht door binnenglijdende zonnestralen. “Je

kunt hier komen bidden, een kaarsje opsteken,

mediteren en kerkdiensten bijwonen”, licht ze

toe. “De kapel is er voor alle gelovigen, van

protestanten tot islamieten. Iedereen is welkom.”

De ruimte staat niet alleen ten dienste van het

geloof of voor het vinden van zielenrust; hij

wordt ook gebruikt als theaterzaal en

repetitieruimte voor een koor.

Dieren

Sjoerd Slaaf groeide op achter de dijken van de

Waddenzee. “Als ik bovenop de dijk stond in

Pieterburen, de zee zag en de dieren hoorde, dan

voelde dat als een stukje tussen hemel en aarde.

Daar werd ik op een of andere manier gevoed.

Dan kwam er een nieuwsgierig schaap naar me

toe of ik liep een stukje het wad op en hoorde de

leeuwerik. De wereld zag er dan er weer heel

anders uit.”

“Als jongen kwam hij vaak in de kerk en mocht hij

van een aardige koster de klok luiden. “De kerk

gaf mij rust. Ik herinner me vooral het elkaar

geven, het elkaar helpen. Mijn sociale

ontwikkeling begon eigenlijk in die kerk.”

Jaren later maakte Sjoerd een pelgrimstocht naar

Santiago de Compostella. “Iedere keer als ik een

kapel zag ging ik naar binnen. En nu staan we

hier, in deze kapel. Mijn missie is om

Eindhovenaren een beetje meer geluk te

brengen. Die pelgrimstocht in Spanje is nog niet

voltooid. In Eindhoven zet ik hem voort.”

Sjoerd Slaaf en De Grote Beek

Geluk is dichterbij dan je denkt

9392

Kunst en Geluk, Happy Thursday, Geluk voor Eindhoven (21 t/m 25 maart 2016).

Kleur, beestjes, droom, een heel groot huis

Op 24 maart 2016 werd het Van Abbemuseum een paar uur overgenomen door kinderen van

basisschool De Klimboom. Kleine bewakers, jonge rondleiders en kinderen achter de kassa.

Én geluk in beeld gebracht vanuit jong perspectief; de kleurige creaties spreken voor zich.

Kinderen in het Van Abbemuseum

9594

Eén fijn gesprek

op een avond

met vreemden

kan de hele avond

omgooien en

aangenaammaken.

Citaat uit Een zoektocht naar de betekenis van het gevoel van verbondenheid door creatief onderzoeker Lianne van Genugten.

96

eindredactieLoes Barkema

tekstbijdragenErwin WitteveenGiel PastoorJohan SimonsLoes BarkemaMerel Morre en Lidy Lathouwers (Brief van de Koning)Nienke Esther GrootenOscar KockenRob Scheepers

ontwerpFrank van Eersel

ontwerp omslag George&Harrison Graphic Design Studio (georgeandharrison.nl)

foto’s en illustratiesBowie VerschuurenBritt RoelseCasper RilaFrank van EerselIsa ThomasseJules AugustLeo van VelzenLoes BarkemaMarjon ReusMette DavisMies-en-ScèneMorten de BoerNienke Esther GrootenRoos SmoldersTheodora Janssen

productiePuntscherp, Eindhoven

oplage 18.000 exemplaren

© Parktheater Eindhoven 2016

Wijzigingen en zetfouten voorbehouden

VOORSTELLING BIJEENKOMST WERKPLEKNETWERK RESTAURANT LAB PARKTHEATER.NL