De dag, door uwe gunst ontvangen (LvdK 393) v. J. van der Waals; m. C.C. Scholefield
De dag, door uwe gunst ontvangen (LvdK 393) v. J. van der Waals; m. C.C. Scholefield
De dag, door uwe gunst ontvangen (LvdK 393) v. J. van der Waals; m. C.C. Scholefield
De dag, door uwe gunst ontvangen (LvdK 393) v. J. van der Waals; m. C.C. Scholefield
Welkom
Voorganger ds Poot
Organiste mevr Schaper
Thema: “Hij moet groeien en ik
kleiner worden”
P 100 – 1, 4Juicht Gode toe bazuin en zingt
Psalm 100 (LvdK) t. W. Barnard; m. L. Bourgeois (1551)
Psalm 100 (LvdK) t. W. Barnard; m. L. Bourgeois (1551)
Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
P 89 – 1, 8Ik zal zo lang ik leef
Psalm 89 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562
Psalm 89 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562
Psalm 89 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562
Psalm 89 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562
Psalm 89 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562
Psalm 89 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. Genève 1562
Geloofsbelijdenis
G 255 – 1Ere zij aan God, de Vader
Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart
Ere zij aan God de Vader (LvdK 255) t. W. Barnard; m. H. Smart
Gebed
Lezen Joh 3 : 22 t/m 30Het getuigenis van Johannes over
Jezus
22 Daarna ging Jezus met zijn discipelen naar het land van Judea en Hij vertoefde daar met hen en doopte. 23 Doch ook Johannes doopte, te Enon bij Salim, omdat daar veel water was, en de mensen kwamen daar en lieten zich dopen; 24 want Johannes was nog niet in de gevangenis geworpen.
25 Er rees dan geschil tussen de discipelen van Johannes met een Jood over de reiniging. 26 En zij kwamen tot Johannes en zeiden tot hem: Rabbi, die met u was aan de overzijde van de Jordaan en van wie gij getuigd hebt, zie, die doopt en allen gaan tot Hem.
27 Johannes antwoordde en zeide: Geen mens kan iets aannemen, of het moet hem uit de hemel gegeven zijn. 28 Gij kunt zelf van mij getuigen, dat ik gezegd heb: Ik ben de Christus niet, maar ik ben voor Hem uit gezonden.
29 Die de bruid heeft, is de bruidegom; maar de vriend van de bruidegom, die erbij staat en naar hem luistert, verblijdt zich met blijdschap over de stem van de bruidegom. Zo is dan deze mijn blijdschap vervuld. 30 Hij moet wassen, ik moet minder worden.
G 164 Gij die de ster van David zijt
Gij die de ster van David zijt (LvdK 164) t. W. Barnard; m. G. de Marez Oyens
Gij die de ster van David zijt (LvdK 164) t. W. Barnard; m. G. de Marez Oyens
Gij die de ster van David zijt (LvdK 164) t. W. Barnard; m. G. de Marez Oyens
Gij die de ster van David zijt (LvdK 164) t. W. Barnard; m. G. de Marez Oyens
Hij moet groeien en ik kleiner worden
G 78 – 1, 2, 3Laat me in u blijven,
Laat me in u blijven, groeien, bloeien (LvdK 78) t. J.J.L. ten Kate; m. G. Neumark
Laat me in u blijven, groeien, bloeien (LvdK 78) t. J.J.L. ten Kate; m. G. Neumark
Laat me in u blijven, groeien, bloeien (LvdK 78) t. J.J.L. ten Kate; m. G. Neumark
Laat me in u blijven, groeien, bloeien (LvdK 78) t. J.J.L. ten Kate; m. G. Neumark
Laat me in u blijven, groeien, bloeien (LvdK 78) t. J.J.L. ten Kate; m. G. Neumark
Laat me in u blijven, groeien, bloeien (LvdK 78) t. J.J.L. ten Kate; m. G. Neumark