View
1
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
LOKAAL BESTUUR Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
Jaargang 34 nummer 5
Mei 2010
DE NIEUWECOLLEGESHoe staat dePvdA ervoor?
KIESDREMPELKAN HELPENRemedie tegende versnippering
SHERIFF OFBURGERVADER?Discussie opburgemeesterdag
Max van den Bergen de provincie
Jacqueline overkommer en kwel
Interview metAchmed Baâdoud
TOEKOMST VANHET BESTUURCLB-adviesgeeft richting
2
KOMMER EN KWEL
In de vorige Lokaal Bestuur stond het artikel ‘Lijsttrekkers balen van landelijke beeldvorming’. Een terugkoppeling langs een aantal plaatsen in Nederland na de gemeenteraadsverkiezingen. Onze plaatselijke lijsttrekkers voelden zich ‘slachtoffer’ van de slechte beeldvorming waarvoor hun landelijke vrienden zouden hebben gezorgd.Nou schiet het idee van je slachtoffer voelen mij al snel in het verkeerde keelgat. Alsof je er zelf niet bij bent en het jou allemaal aangedaan wordt. Daar zit ook altijd een andere kant aan. Even snel kijkend naar de gemeenten die worden genoemd, schiet mij ook een ander beeld door het hoofd. Een beeld van een ruziënde partij op lokaal niveau. De PvdAfractie in Roosendaal werd geconfronteerd met het vertrek van Dick Spijker, die op persoonlijke titel verder ging. De voormalig fractievoorzitter Ted Peer uit Veldhoven wilde, omdat de afdeling hem niet op de kieslijst had geplaatst, met een eigen lijst meedoen. In de gemeente Westerveld richtte oud PvdAwethouder Mertens zijn eigen lokale partij op en won fors. Ook afvallig PvdAprominent Van Mannekes uit het OostGroningse Pekela keerde terug met een eigen lijst en won 4 van de 15 zetels in de raad. Het aantal interne conflicten was in de periode 2006 2010 groot. We hebben relatief vaak te maken gehad met raadsleden die uit de PvdA zijn gestapt maar wel hun zetel hebben behouden. Het is dus niet alleen de landelijke beeldvorming waarvan lokale lijsttrekkers slachtoffer zijn geworden. Ook dit type lokale kwesties speelt ons parten. Het zijn er namelijk veel te veel. En de eerste conflicten in deze nieuwe periode hebben zich al weer aangediend. In Schagen is een fractielid uit de fractie gestapt. Met behoud
van de raadszetel! In Oegstgeest werden we geconfronteerd met een raadslid dat namens de PvdA op een combinatielijst was gekomen en direct na de installatie als raadslid zijn PvdAlidmaatschap heeft opgezegd. Ook zonder zijn zetel af te staan. In heel veel gemeenten wordt geruzied over wie als wethouder onze partij mag vertegenwoordigen in het college. In Baarn dreigt een raadslid al weer met opstappen als er niet aan zijn voorwaarden wordt voldaan.Onbegrijpelijk, dit past niet bij de PvdA. Laten we er samen voor zorgen dat dit in deze periode niet weer voorkomt. Er is een aantal risicofactoren waarop we nu al alert kunnen zijn. Om er een paar te noemen: teveel goede wethouderskandidaten waarvoor nu geen plaats is in de nieuwe colleges, nieuwe fracties met een hele andere samenstelling dan met de kandidatenlijst werd beoogd, nieuwe colleges die vaak uit 4 of 5 partijen bestaan waardoor het eigen sociale PvdAgeluid moeilijker voor het voetlicht te brengen is, de algehele versplintering in de politieke realiteit van vandaag. Voor de nieuwe fractievoorzitters, wethouders, individuele raadsleden en afdelingen ligt hier een belangrijke verantwoordelijkheid. Het maken van goede afspraken in de fractie over inhoud en onderlinge omgangsvormen is essentieel. Een goede teamgeest en je als individu dienstbaar opstellen aan het belang van de partij is de enige juiste houding. Scheuring en conflict horen hier niet bij. Evenmin als het houden van je raadszetel als je zelf uit de partij stapt, welke mooie argumenten daar ook bij kunnen worden gevonden. Een zetel als volksvertegenwoordiger heb je namens de PvdA en niet namens jezelf.
Jacqueline Kalk secretaris Centrum voor Lokaal Bestuur
klkFoto WFA
Conflicten worden niet alleen in de raadzaal dit is die van Den Haag uitgevochten, ook in de fracties zelf is er vaak hommeles.
Foto Bert Beelen
3
Foto Nationale Beeldbank
Collegevorming PvdA minder sterk in nieuwe B&W’s
KiesdrempelEen remedie tegen de versnippering
Burgemeestersdag Sheriff of toch burgervader?
4
6
10Max van den BergBestuur niet op afstand
zetten
12
Achmed Baâdoud
De toekomst van het bestuur CLBwerkgroep brengt advies uit
14
20Sociaaldemocraat met liberaal tintje
LOKAAL BESTUUR Maandblad voor PvdApolitici in gemeente, provincie en waterschap. Verschijnt tien keer per jaar. Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak.
UITGAVECentrum voor Lokaal Bestuur van de Partij van de Arbeid, Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam.ISSN: 01670980
34e jaargang no. 5
Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na voorafgaande toestemming.
REDACTIEHans Alberse (voorzitter), Mijnke Bosman, Pierre Heijnen, Jacqueline Kalk, Nico Portegijs, Kim Putters, Richard Scalzo, Nicole Teeuwen, Lobke Zandstra.De redactie werkt op basis van een redactiestatuut.
EINDREDACTIEJan de Roos
SECRETARIAATJessica SchipperPostbus 1310, 1000 BH Amsterdam Telefoon: 09009553 Email: clb@pvda.nl
BASISLAYOUTStan Wagter, Amsterdam
VORMGEVINGJos B. Koene, Amsterdam
MEDEWERKERS AAN DIT NUMMERJan Blom (Dilemma), Jan Chris de Boer, Mijnke Bosman (Boekbespreking en Onderweg), Egbert Buiter (Dagboek), Dick Buursink, Steven Dijk, Harriëtte van Domselaar, Jacqueline Kalk, Nieske Ketelaar (Dagboek), Ton Langenhuyzen (2e Kamer), Jan Pelle, Simon van de Pol, Pieter Paul Slikker en Jan Marinus Wiersma (Campagnecolumn), Brigitte Troost (Dagboek), Margriet Visser
PRODUCTIE EN DRUKThieme Media Center, Rotterdam
ABONNEMENTENGratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor nietleden € 20, per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 09009553.
ADVERTENTIESTarieven en opgave: Recent (Joop Slor), Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam, tel. 020 3308998
INTERNETLokaal Bestuur is ook te raadplegen op Internet: http://www.lokaalbestuur.nl
KOPIJReacties en bijdragen naar:jdroos@pvda.nl
clfnLOKAAL BESTUUR Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
Jaargang 34 nummer 5
Mei 2010
DE NIEUWECOLLEGESHoe staat dePvdA ervoor?
KIESDREMPELKAN HELPENRemedie tegende versnippering
SHERIFF OFBURGERVADER?Discussie opburgemeesterdag
Max van den Bergen de provincie
Jacqueline overkommer en kwel
Interview metAchmed Baâdoud
TOEKOMST VANHET BESTUURCLB-adviesgeeft richting
omslagfotoWelke kant moet het openbaar bestuur op?
CAMPAGNETEAM Het PvdAprogramma 7 2DE KAMER Gehandicapten 8CAMPAGNEPRIJS Nieuwegein wint 8 DAGBOEKEN Lijsttrekkers 9 STELLING Wethouderskandidaten 17 BOEKBESPREKING Job Cohen 17 DILEMMA Stemmen op jezelf 22 ONDERWEG naar Arnhem 23
Achterkant Partij van de Arbeid
24
4
Foto Bert Beelen / HH
Het nieuwe college van het Gelderse Lingewaard presenteert zich. De PvdA is hierin niet meer vertegenwoordigd. Zij verloor bij de verkiezingen 4 van haar 6 zetels.
Net als bij de verkiezingen zelf, is er ook bij de collegevorming voor de PvdA zowel lief als leed te melden. Bij het ter perse gaan van dit nummer (10 april) waren de collegeonderhandelingen in veel gemeenten nog in volle gang. Toch alvast een korte, vrij willekeurige terugblik op de eerste vijf weken onderhandelen. De collegeonderhandelingen in Almere, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam zijn van groot belang voor de PvdA, maar daar wordt al veel aandacht aan besteed. Die vier plaatsen laten we hier daarom buiten beschouwing.
STEVEN DIJKOUD-WETHOUDER VAN DIEMEN
Ook in gemeenten waar al voorlopige coalitieakkoorden zijn gesloten kan nog het één en ander veranderen. Dat bleek bijvoorbeeld in het Groningse Grootegast te gebeuren. Zaterdag 6 maart was deze gemeente de tweede gemeente van Nederland waar de geboorte van een coalitie werd gemeld. De lokale partij VZ2000 en het CDA zouden elk een wethouder leveren. Een maand later was er een nieuwe coalitie van CDA, VVD en ChristenUnie. Ook deze partijen krijgen ieder een eigen wethouder. Kortom bij collegevorming is weinig zeker zolang er geen wethouders zijn benoemd en zelfs dan kan
er nog van alles gebeuren en veranderen.
DordrechtIn Dordrecht ging de PvdA terug van 12 naar 6 zetels. Niet veel minder dan de 7 zetels die in 2002 werden behaald. Na die verkiezing in 2002 mocht de PvdA nog wel twee wethouders leveren, maar dit jaar lijkt dat er niet in te zitten. Al spoedig bleek, dat de partijen Beter voor Dordt, VVD en CDA afscheid van de PvdA wensten te nemen. De drie partijen hebben een meerderheid van 23 van de 39 zetels in Dordrecht, maar wilden er toch graag nog een vierde partij bij. D66 en GroenLinks werd beide een wethouderspost aangeboden, op voorwaarde dat ze een vrouwelijke kandidaat naar voren wilden schuiven. Maar beide partijen bedankten voor deze eer.
De Dordtse PvdA stelde bij monde van demissionair wethouder en fractievoorzitter Jan Lagendijk, dat de PvdA kennis neemt van de gang van zaken. Hij wenst Beter voor Dordt, de VVD en het CDA veel succes bij het realiseren van een collegeakkoord. ‘Dat zal zeker lukken, omdat ik begrijp dat het een algemeen akkoord moet zijn, waarin veel kwesties als vrij worden aangemerkt. Dat betekent dat veel kwesties aan de raad worden overgelaten.’ Over de eigen positie merkt Lagendijk op: ‘Wij zijn nu achtervang als het met VVD en CDA niet mocht lukken. De PvdA plaatst zichzelf niet per definitie buiten het col
lege, maar ik moet wel zeggen dat het een niet erg realistische optie is. Want waarom zou het met ons wel lukken? Wij bereiden ons nu voor op oppositie.’
ArnhemIn Arnhem ging het op een andere manier mis. Op 16 maart meldde De Gelderlander, dat de PvdA en de SP op een constructieve manier hun onderlinge problemen probeerden op te lossen. PvdA’er Willem Hoeffnagel benadrukte dat de sfeer tot dan toe goed en constructief was. ‘We hebben allebei de intentie om er samen uit te komen zodat de SP en de PvdA de basis van het nieuwe college kunnen vormen.’ Een dag later meldde dezelfde krant, dat de PvdA er uit was gevlogen. De andere PvdAwethouder, tevens lid van de onderhandelingsdelegatie, had
in een informeel gesprek met de VVDfractievoorzitter laten doorschemeren, dat het waarschijnlijk niet zou lukken met de SP en dat dan de VVD in beeld zou komen. Toen dat bekend werd, besloten VVD, GroenLinks en D66 samen met de SP naar een college te gaan streven. Een terugtreden van de betrokken PvdAwethouder uit de onderhandelingsdelegatie en een verzoek om heropening van de onderhandelingen mocht niet baten. Zeker is ook hier de afloop nog niet, want GroenLinkswethouder Van Eeten maakte op 9 april bekend zich terug te trekken omdat buiten hem om was afgesproken, dat hij, net als de andere wethouders, voor 80% zou worden ingeschaald. Op diezelfde dag maakte ook PvdAlijsttrekker Hoeffnagel bekend zich terug te trekken. Hoeffnagel: ‘Vóór de verkiezingen heb ik duidelijk aangegeven opnieuw kandidaatwethouder te zijn. Nu de PvdA niet in het college terugkomt, heb ik de afweging gemaakt of ik de komende vier jaar fractievoorzitter in de raad wil zijn. Ik kies ervoor om dat niet te doen. Daarmee trek ik als lijsttrekker de persoonlijke politieke consequentie uit de slechte verkiezingsuitslag. Ik maak mijn werkzaamheden als wethouder gewoon af en zorg voor een goede overdracht aan mijn opvolger. Ik kijk terug op een goede periode als wethouder. Ik heb deze functie met veel plezier vervuld.’
Noord-BrabantIn NoordBrabant nam de PvdA in 2006 in 38 van de 68 gemeenten zitting in het college. Na de verkiezingen van 3 maart is dat nog maar in 15 gemeenten het
COLLEGEONDERHANDELINGEN:SOMS ZIT HET MEE, SOMS TEGEN
In Noord-Brabant kreeg de PvdA harde klappen
5
Foto Nationale Beeldbank
Vijf weken na de verkiezingen waren er in tweederde van de gemeenten nog geen colleges gevormd.
COLLEGEONDERHANDELINGEN:SOMS ZIT HET MEE, SOMS TEGEN
geval. ‘Heel jammer’, reageert voorzitter Wim Luijendijk van het gewest Brabant van de PvdA in het Eindhovens Dagblad van vrijdag 10 april. ‘De politiek is een hard vak. Daar horen dit soort teleurstellingen bij.’ Het CDA, dat ook een tegenvallende verkiezingsuitslag boekte, blijft op lokaal niveau de machtigste partij van Brabant. De christendemocraten zitten in 46 gemeenten in het college, vier minder dan voor de verkiezingen.
SomerenIn Someren verloor de PvdA één van haar twee zetels, maar desondanks mag de PvdA voor het eerst in de historie van Someren, die terug gaat tot 1212, een wethouder leveren. Lijsttrekker Theo Maas is inmiddels begonnen als wethouder in deeltijd. Hoewel het CDA, dat de verkiezingen won, samen met een lokale partij al een meerderheid had in de gemeenteraad, werd besloten om vanwege de toekomstige bezuinigingen een brede coalitie te vormen. Het gevolg was dat er een college van vier partijen kwam en dat Theo Maas de eerste PvdAwethouder van Someren werd.
BredaIn Breda is het beduidend anders gegaan. Voor de verkiezingen was de PvdA een lijstverbinding aangegaan met GroenLinks, maar na de verkiezingen bleek dat GroenLinks prima zonder de PvdA kon. GroenLinks was met D66 en de VVD winnaar bij de verkiezingen. Samen haalden deze drie partijen 18 van de 39 zetels. Vrij spoedig werd duidelijk dat de drie winnaars met een vierde partij een college wilden vormen. Die vierde partij werd het CDA. VVD
lijsttrekker Klaas Dijkhoff liet in de krant BN De Stem optekenen dat er geen concreet punt was waarop de onderhandelingen met de PvdA waren gestrand. ‘Het beeld kwam naar voren, dat we beter verder kunnen gaan met het CDA’, aldus Dijkhoff.De lijsttrekker van de PvdA, Marja Heerkens liet weten erg kritisch te zijn over de manier waarop het nieuwe college tot stand is gekomen. ‘De stad weet nog steeds helemaal niets. Er ligt nog niets inhoudelijks op tafel, er is niet transparant en open gewerkt en het enige dat ik tot nu toe weet heb ik moeten vernemen uit de wandelgangen. Dat vind ik zeer
teleurstellend’, aldus Heerkens in BN De Stem van 26 maart.
DuivenIn 2006 werd Duiven verscheurd door de vernieuwing van het centrum. De voorstanders van het plan, waaronder de PvdA, leden een gevoelige nederlaag en er ontstond een coalitie van CDA en GroenLinks. Nu vier jaar later zijn de emoties daarover weggeëbd en zijn de verhoudingen van 2002 weer ongeveer hersteld. De twee grote winnaars, Lokaal Alternatief en de VVD besloten de PvdA er als derde partij bij te nemen. De coalitie was binnen twee weken rond en voor het eerst sinds 2002 is er weer een PvdAwethouder in Duiven.
PekelaSinds de oprichting van de PvdA in 1946 had Pekela altijd
minstens één PvdAwethouder gehad. In 2010 hield dat op. De nieuwe partij Samen voor Pekela (SVP) was de grote winnaar en kwam vanuit het niets op vier zetels. Deze partij was een jaar geleden opgericht door het raadslid Jaap van Mannekes. Van Mannekes was veertig jaar actief in de PvdA, maar stapte tijdens de vorige raadsperiode uit de fractie en richtte vervolgens een nieuwe partij op. Hoewel er na de verkiezingen wel gepraat is met de PvdA en de PvdA bereid was verantwoordelijkheid te nemen, was ook de PvdA van mening, dat gezien de uitslag van de verkiezing de Pekelder bevolking
duidelijk heeft aangegeven, dat SVP, samen met de twee andere winnaars, de VVD en GroenLinks, eerst aan zet zijn. Deze drie partijen sloten vrij snel een coalitieakkoord, met als gevolg het eerste college sinds 1946 zonder een PvdAwethouder.
De WoldenWaar in sommige gemeenten de PvdA uit het college verdwijnt, verdwijnt in De Wolden de PvdAer Bert Damming uit het college. In 1986 werd Damming voor het eerst gekozen in de gemeenteraad van De Wijk en hij werd meteen wethouder van deze gemeente en bleef dat tot de herindeling eind 1997. In de fusiegemeente De Wolden bleef Damming wethouder tot nu. In oktober vorig jaar had hij al aangegeven zich terug te trekken uit de lokale politiek. Inmiddels is het nieuwe
college van Gemeentebelangen, VVD en CDA zo goed als rond en is ook de afscheidsreceptie van Bert Damming al aangekondigd door de gemeente.
LeusdenZelden zal een collegevorming in zo’n goede harmonie zijn verlopen als in Leusden. Op 1 april 2010 maakte de formateur bekend dat alle zeven partijen in de raad het college gaan vormen. Op de website van de gemeente Leusden werd deze opmerkelijke uitkomst eveneens op 1 april als volgt gemeld: ‘In Leusden hebben gisteren alle zeven politieke partijen het coalitieakkoord getekend. Dat betekent dat ons dorp de komende vier jaar geen oppositie heeft. De VVD leidde de coalitiebesprekingen als grootste partij naar deze opmerkelijke uitkomst. Er dient zich wel één probleem aan: alle partijen willen een wethouder leveren terwijl er maar drie plekken te verdelen zijn. De VVD heeft voorgesteld dat zij en het CDA allebei een wethouder leveren. De andere vijf partijen moeten onderling uitvechten wie de derde wethouder wordt.’De andere vijf partijen kwamen er niet uit op 1 april omdat D66 en GroenLinks, die beide drie zetels hadden gekregen, vasthielden aan hun eigen kandidaat. De oplossing kwam uiteindelijk van CDA en VVD, die zich twintig minuten terug trokken en de kandidaat van GroenLinks steunden. Pikant detail: de kandidaat van GroenLinks is de raadsgriffi er van de gemeente Leusden. Hoewel de datum, de manier van besluitvorming en de gekozen bewoordingen een 1 aprilgrap deden vermoeden, blijkt het toch allemaal echt gebeurd te zijn.
VaalsVaals was één van de plaatsen waar de PvdA wist te winnen op 3 maart. Ook de collegeonderhandelingen werden positief afgesloten, want er kwam een college met de PvdA. Helaas leidde de keuze voor de wethouder tot ruzie en stapte raadslid Thijs Jussen op als fractielid, omdat niet hij maar lijsttrekker Juliëtte Verbeek wethouder is geworden. Jussen gaat als eenmansfractie verder. Jussen stemde in de gemeenteraad ook tegen het collegeakkoord dat mede door hem was opgesteld. Jussen was in het verleden 28 jaar actief in de gemeenteraad, waarvan 16 jaar als wethouder. Op de website van de PvdA in Vaals staat op 10 april over Jussen nog steeds: ‘Hij is één van de drijvende krachten achter de PvdAVaals en hij zal de nieuwe fractie waar mogelijk ondersteunen.’
Bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2010 heeft de PvdA ruim 35% verloren, in totaal 674 raadsleden. Maar verlies van raadsleden hoeft niet automatisch tot verminderde collegedeelname te leiden. Een eerste analyse van de collegevorming laat zien dat de PvdA procentueel niet veel inlevert qua collegedeelname. In ongeveer driekwart van het aantal gemeenten doet de PvdA mee. Tabel 1: Deelname van PvdA aan colleges en aantal wethouders
PvdA in college PvdA-wethouders2006 78,5% 4252010* 73,7% 327
* De getallen voor collegedeelname 2010 zijn berekend op basis van collegevorming in 137 gemeenten (stand per 10 april). De getallen voor PvdA wethouders zijn berekend op basis van 71 colleges waar de verdeling al bekend is.
De PvdA is echter wel minder sterk in het dagelijks bestuur van de gemeenten vertegenwoordigd. Waar de partij in 2006 soms met twee of drie wethouders deelnam aan een college, zijn dit er nu één of twee. Een eerste analyse laat een teruggang van ongeveer 23% wethouders zien. Dat betekent ongeveer 100 wethouders minder. Dit verlies zal waarschijnlijk nog iets groter worden, aangezien op dit moment (10 april) de meeste grote steden nog geen college hebben gevormd en de PvdA daar tot nu toe de meeste wethouders had. De teruggang is daar het grootst. Naar het zich nu laat aanzien komt de PvdA in de oppositie in bijvoorbeeld Dordrecht, Breda, Helmond, Arnhem, Amstelveen, Leiden en Amersfoort. In Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven, Tilburg en Almere lijkt de PvdA wel in het college te komen. De PvdA verliest ook veel wethouders bij herindelingen, maar deze zijn niet meegenomen in de analyse.
Versnipperde gemeenteradenIn 2005 heeft het CLB onderzocht of de versnippering van gemeenteraden over een langere termijn zichtbaar was. Sinds 1986 blijkt dat in maar liefst 80% van de gemeenten
het aantal fracties is toegenomen. Het totale aantal politieke partijen steeg in deze 406 gemeenten in de periode 19862002 met 28% (van 2047 tot 2607). Na de verkiezingen van 2002 zijn gemiddeld 6 partijen vertegenwoordigd in de raad, in 1986 waren dat er gemiddeld 5. In de 393 nieuwe gemeenteraden waar in maart van dit jaar verkiezingen plaatsvonden, zijn 2671 politieke partijen vertegenwoordigd. De 6 nieuwe gemeenten per 1 januari 2011 en de 9 voorgenomen samenvoegingen bestaande uit 29 gemeenten zijn hier niet bij opgeteld.In 2006 bestonden de 393 gemeenteraden nog uit 2445 fracties, een toename van 226 fracties (ruim +9%).Als we de uitslagen van 2006 en 2010 omrekenen naar 406 gemeenten en dus een goede vergelijking kunnen maken met de jaren 19862002 dan blijkt dat het aantal raadsfracties sinds 1986 met 35% is toegenomen. De grootste toename heeft echter plaatsgevonden tussen 19862002. In 2006 waren gemiddeld 6,2 partijen vertegenwoordigd in de raad, in 2010 al 6,8 partijen.
Tabel 2: Voorbeelden van grote versnipperingen: Zetelaantal gemeente
Aantal fracties Min. aantal fracties voor meerderheid
Harlingen 17 9 4Druten 17 9 4Zaanstad 39 13 4Dirksland 13 7 3Aalburg 15 8 3Brunssum 21 10 4
In 36 gemeenten ging het aantal fracties juist achteruit.
Margriet Visser, beleidsmedewerker CLB
PVDA LEVERT 100 WETHOUDERS IN
In Leusden doen alle zeven partijen mee aan het college
6SIMON VAN DE POLWETHOUDER IN EDE EN BESTUURSLID CLB
De politieke versplintering is bij de raadsverkiezingen van 3 maart verder toegenomen. In sommige gemeenten zijn er meer dan 10 fracties, die allemaal hun zegje willen doen. Dat komt de kwaliteit van het raadswerk niet ten goede, vindt Simon van de Pol. Hij pleit daarom voor een kiesdrempel.
meerdere éénpitters. In dit beeld uit Trouw is Zaanstad koploper met 13 fracties op een raad van 39, waarbij de PvdA en de VVD samen 15 zetels bezetten en dus de overige 24 zetels verdeeld zijn over 11 fracties.Dit beeld is niet nieuw. Ook in de vorige raadsperiode was die versnippering er. Veel fracties in een raad dragen eraan bij dat men elkaar opjuint om maar te bewijzen dat je niet voor niks in de raad zit. Misschien wel een hoofdreden dat in de periode 2006 2010 ruim een derde van het aantal wethouders gewisseld werd.
RestzetelsOnder Paars I, dus alweer ruim 15 jaar geleden, is de Kieswet veranderd om de kloof tussen kiezer en gekozene kleiner te maken. Zo werd in 1997 de grens om met voorkeurstemmen te worden gekozen van 50% verlaagd naar 25% van de kiesdeler. In Duitsland bestaat een kiesdrempel van 5%. In Nederland moet je voor de Tweede Kamer de volle kiesdeler halen voor een zetel. Bij gemeenteraden met minder dan 19 zetels (dus tot 24.000 inwoners) worden de restzetels verdeeld op basis van het grootste overschot. Zonder kiesdrempel heb je dan al heel snel een zetel en dus bestaat er voor kleine raden een kiesdrempel van 75% van de kiesdeler. Bij raden van meer dan 19 leden worden de restzetels verdeeld door de grootste lijstkiesdeler te berekenen. De Kieswet hanteert geen kiesdrempel: een lijst doet
mee met de verdeling van restzetels ook als de volle kiesdeler niet wordt gehaald.
KiesdrempelMijn pleidooi is nu om de Kieswet zodanig te wijzigen dat er een rem komt op de versnippering binnen gemeenteraden. Voer als kiesdrempel in de Kieswet in dat een lijst in ieder geval de volle kiesdeler moet halen alvorens mee te doen met de verdeling van restzetels. Beter is nog om een kiesdrempel te hanteren van twee maal de kiesdeler. Bij gemeenteraden met 39 zetels is dat dus 5%. Bij de start van de
gemeenteraad bestaan dan geen éénpersoonsfracties meer. Gedurende de zittingsperiode zullen er waarschijnlijk wel afsplitsingen zijn en dat zij dan zo. Bij een raad van minder dan 19 zetels volstaat mogelijk een kiesdrempel die van 75% wordt opgehoogd tot de volle kiesdrempel.
VoorkeurstemmenDe verlaging in 1997 van de grens om met voorkeurstemmen gekozen te worden van 50 naar 25% draagt in de praktijk eerder bij tot onevenwichtigheid in een fractie dan tot het verkleinen van de kloof tussen kiezer en gekozene. Partijen stellen hun lijst zorgvuldig samen met aandacht voor kwaliteit, sekse, etniciteit, leeftijd, enzovoorts. Het afdelingsbestuur of een onafhankelijke commissie stelt de lijst samen en de ledenvergadering stelt de lijst, soms na een emotionele vergadering, vast. Met een voorkeurs
drempel van 25% van de kiesdeler heb je in een gemeente als Ede (een 100.000+ gemeente met 39 raadsleden) met een opkomst van 60% slechts 315 stemmen nodig om met voorkeur, dus met doorbreking van de lijst, gekozen te worden. Met voorkeurstemmen gekozen worden moet wel een mogelijkheid blijven. Als er in de opstelling van de lijst in de ogen van de kiezer echt iets fout is gegaan dan is die correctie belangrijk, maar het moet dan ook wel ergens om gaan. Met het terugbrengen van de grens naar 50% van de kiesdeler is er weer meer evenwicht tussen de interne partijdemocratie (het opstellen van de lijst door de partijleden) en de spanning uit de Kieswet dat gekozenen weliswaar op een lijst van een politieke partij staan maar overigens zonder last of ruggespraak door de kiezer zijn gekozen.Een mooie taak voor de nieuwe fractie van de PvdA in de Tweede Kamer. Een minder sterk verdeelde gemeenteraad bevordert discussie op inhoud en zal daarmee de positie van de gemeenteraad sterker maken.
Foto Nationale Beeldbank
KIESDREMPEL MAAKT GEMEEENTERAAD STERKER
De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen zakte van gemiddeld 58% in 2006 naar 54% nu. De afstand tussen burger en lokale overheid is klein, maar kennelijk vindt de helft van de kiezers het niet nodig om te stemmen.In de verkiezingscampagne hoorde ik met regelmaat dat raadsleden elkaar alleen maar vliegen afvangen. Een kwalificatie van de straat, maar toch…Feit is dat de samenstelling van veel gemeenteraden sterk verbrokkeld is. Dikwijls meer dan 10 fracties die allemaal hun zegje willen doen en dus in herhaling vervallen of gaan kiften op anderen. Burgers
geloven het allemaal wel, en ook de plaatselijke journalist laat de woordenbrij voor wat het is. Van de weeromstuit gaan de fracties nog harder roepen en heerst vooral de onderlinge onmacht om uit die cirkel te komen. De Kiesraad heeft de officiele uitslag nog niet op de site staan maar de bijlage van Trouw van 4 maart met uitslagen (er ontbraken daarin ongeveer 50 gemeenten) laat de grote verdeeldheid in de samenstelling van gemeenteraden zien. Ga je er op studeren, dan zie je dat er ongeveer 400 fracties zijn met slechts één raadslid. In diverse gemeenten zijn er bovendien
In Zaanstad zijn 24 van de 39 zetels verdeeld over 11 fracties
7
Woensdag 7 april, partijbureau Amsterdam. Tientallen journalisten verzamelen in een snikhete kantine voor de presentatie van het conceptverkiezingsprogramma van de PvdA. Temidden van een tiental snorrende camera’s en vele druk schrijvende journalisten presenteert Job Cohen onze visie op de toekomst van Nederland. Job zijn boodschap is duidelijk. Nederland staat voor grote en ingrijpende veranderingen. Crisis, vergrijzing en klimaat nopen tot maatregelen. Tegelijkertijd willen we wel het beste onderwijs en goede banen. En ook onze kinderen verdienen fatsoenlijke zorg en een onbekommerde oude dag. In die snikhete kantine wordt al snel duidelijk dat de ambitie van de PvdA meer is dan bezuinigen. Want ja, we moeten daadkrachtig en verantwoordelijk hervormen, maar vooral ook eerlijk. In tegenstelling tot de VVD van Mark Rutte bezuinigen wij de herstellende economie niet kapot en verdelen we de pijn zo eerlijk mogelijk. Mark hakt met de botte bijl in de begroting zonder oog voor de kwetsbare economie en erger nog zonder oog voor al die mensen die Nederland groot maken. Als het aan de VVD ligt worden de salarissen van verpleegkundigen, politieagenten en leraren bevroren. Overigens worden we ook allemaal makkelijker ontslagen want ook de ontslagbescherming sneuvelt. En mocht dat gebeuren dan beland je binnen een jaar in de bijstand want ook de WW kan wel een tandje minder. Minder loon, sneller ontslag, lagere uitkeringen: stem VVD. Uw geld wordt immers goed besteed aan een belastingverlaging waar juist de allerrijksten het meest bij gebaat zijn.
Toen maakten wij andere keuzes en nu maken wij andere keuzes. We mogen de rekening van de crisis niet doorschuiven naar volgende generaties, maar wij zien ook het gevaar van roekeloos bezuinigen: minder economische groei, een grote groep jongeren en ouderen die onnodig aan de kant komen te staan en slechtere zorg en onderwijs. Nederland heeft dus geen kampioen bezuinigen van VVD of CDAhuize nodig maar een leider die én de overheidsfinanciën op orde brengt én oog heeft voor een fatsoenlijke samenleving. Voor werkgelegenheid, voor de toenemende tweedeling, voor een eerlijke verdeling van de lasten – voor mensen. De PvdA staat voor een ander Nederland. Een land waarin we ons geluk niet afmeten aan een paar tientjes meer in de portemonnee maar aan goede zorg voor onze ouderen, het beste onderwijs voor onze kinderen, een fatsoenlijk salaris voor onze agenten en leraren en aan solidariteit met mensen elders in de wereld die wel de dupe zijn van de crisis maar die daar nooit aan hebben bijgedragen. Wij staan voor een land dat niet uiteenvalt in winnaars die vol optimisme en vertrouwen de toekomst tegemoet zien aan de ene kant en verliezers die zich vol onbehagen en onzekerheid afwenden aan de andere kant. Daarom vragen we van de hoogste inkomens de grootste bijdrage en ontzien we de middeninkomens waar het kan. Zo kan de economie op krachten komen, houden we onze voorzieningen op peil en beschermen we de meest kwetsbare mensen.
BIJ ONS TELT IEDEREEN MEE! Jan Marinus Wiersma en Pieter Paul Slikker namens het campagneteam van de PvdA
cmpgneFoto Patrick Post/HH
8
GEHANDICAPTEN2de kmr
is nauwelijks te doen, zeker als er binnen gemeenten ook nog verschillende parkeerregimes gelden. Marjo van Dijken was dit een doorn in het oog. Toen de VNG er niet in slaagde haar leden op een lijn te krijgen, kwam zij met een initiatiefwetsvoorstel dat voor een uniform parkeerbeleid voor gehandicapten moest zorgen. Het wetsvoorstel werd door de Tweede Kamer in grote meerderheid aanvaard. In de Eerste Kamer voegde zich onlangs echter onverwachts de CDAfractie bij de tegenstanders van het wetsvoorstel van Van Dijken. Het argument dat daarbij werd gehanteerd was dat Van Dijken naar de mening van CDAwoordvoerster Sophie van Bijsterveld de gemeentelijke autonomie aantastte. Dat dit het geval was, was uiteraard al vanaf het begin van het wetsvoorstel duidelijk. Maar de CDAEerste Kamerfractie had blijkbaar een argument nodig om tegen het wetsvoorstel te stemmen en het daarmee naar de prullenmand te verwijzen.Van Dijken en velen met haar kunnen niet begrijpen hoe een minieme aantasting van de gemeentelijke autonomie (je komt immers aan een heel klein deel van het gemeentelijk belastinggebied van een kleine minderheid van de gemeenten) kon opwegen tegen het grotere belang van de mobiliteit van gehandicapten. Die hebben vanwege hun beperking vaak geen andere keus dan te kiezen voor de auto en het probleem doet zich juist pas voor als het om het verplaatsen tussen
gemeenten gaat. Bovendien kan ik me wel grotere aantastingen van de gemeentelijke autonomie herinneren waar ook de CDAfractie weinig moeite mee had. Denk eens aan de afschaffing van een groot deel van de OZB of eenzijdige ingrepen in gemeentelijke bevoegdheden en hun financiën. Suggesties dat het wetsvoorstel de gemeentelijke autonomie werkelijk onderuit haalt zijn in dat verband dan ook op zijn minst overdreven. Extra schrijnend was het dat, nota bene pas op de dag van de behandeling van het wetsvoorstel, Van Bijsterveld het nodig achtte om een brief naar CDAgemeenteraadsfracties te sturen om daarin zelfs voor het door Van Dijken voorgestane parkeerbeleid te pleitten. De aanwezige gehandicaptenorganisatie leek dit als niet meer dan een lippendienst aan haar zaak te beschouwen. Naar ik aanneem heeft ook de fractievoorzitter van de Eerste Kamerfractie van het CDA, Jos Werner, wat uit te leggen binnen MEE Nederland, een vereniging voor ondersteuning bij leven met een beperking. Werner is daar voorzitter van. Het maakt de uitkomst niet anders: gehandicapten zullen nog steeds halsbrekende bureaucratische toeren moeten uithalen om in een andere gemeente te kunnen parkeren en lopen nog steeds de kans parkeerbonnen op te lopen. De beperking van hun mobiliteit blijft ook in dat opzicht. Dat Marjo van Dijken als afscheidnemend kamerlid met lege handen blijft staan is daarbij
Gemeentelijke autonomieEen voor een kamerlid zware klus betreft een initiatiefwet. Een minister heeft bij het maken van een wet een departement met een groot aantal wetgevingsjuristen en andere ambtenaren achter zich. Een kamerlid moet het doen met een daarmee (in kwantiteit) te verwaarlozen ondersteuning. Een wetsvoorstel vergt veel werk. Dat maak je alleen als je een probleem wilt oplossen dat je meer dan de moeite van het oplossen waard vindt en dat door de regering niet wordt opgepikt. Een van deze initiatiefwetten betrof het vastleggen van een landelijk uniform parkeerbeleid voor houders van een gehandicaptenparkeerkaart. In ongeveer 80% van de gemeenten kunnen gehandicapten met zo’n kaart op openbare parkeerplaatsen gratis parkeren, de resterende gemeenten voeren een afwijkend parkeerbeleid. Daar wringt de schoen.Gehandicapten die van de ene naar de andere gemeente willen reizen weten niet waar ze aan toe zijn. Het achterhalen van welk parkeerbeleid waar geldt,
TON LANGENHUYZEN is beleids medewerker van de Tweede Kamer fractie van de PvdA. Heeft u een vraag aan hem of wilt u reageren? Stuur dan een email naar t.langenhuyzen@tweedekamer.nl of bel 0703182792
Foto Serge Ligtenberg
ondergeschikt, maar toch meer dan jammer.
HerindelingenNa de val van het kabinet zijn niet alle wetsvoorstellen tot gemeentelijke herindelingen controversieel verklaard. Van de herindelingen die nog binnenkort behandeld gaan worden in de Tweede Kamer zijn de plannen rondom Zuidwest Friesland, waar vijf gemeenten samengevoegd worden waaronder Sneek en Bolsward, nog het meest omstreden. De gemeentebesturen steunen deze fusie, maar er is (beperkte) weerstand bij de bevolking en aarzeling over de schaal van de nieuw te vormen gemeente. Pierre Heijnen is van mening dat deze herindeling voldoet aan het PvdAprogramma (‘Herindelingen worden niet door Den Haag verordonneerd, maar zijn primair een keuze van de gemeenten zelf ’), aan het coalitieakkoord en aan het landelijk beleidskader. De herindeling komt voort uit de betrokken gemeenten zelf. Een zorgpunt is wel dat de nieuwe gemeente ineens 80.000 inwoners gaat tellen die over maar liefst 69 kernen worden verdeeld. Toch wegen bij de PvdATweede Kamerfractie de voordelen zwaarder: er ontstaat een sterke gemeente met bestuurskracht. Heijnen zal pleiten voor een evaluatie van de herindeling over een aantal jaren, waarbij zowel op het interne functioneren van de gemeente als op de gevolgen voor de rest van de regio moet worden gelet.
Terwijl bezuinigingsplannen, heroverwegingen en verkiezingsprogramma’s over elkaar heen buitelen en kamerleden zich zorgen maken over hun plaats op de lijst, gaat het politieke handwerk in de kamer door.
PRIJS
RODE IDEEËNBEKER VOOR HOUDA IDRISSI
Houda Idrissi, de motor achter de verkiezingscampagne in Nieuwegein, heeft de Rode Ideeënbeker van de PvdA gewonnen. Zij bedacht de opvallende Roosjeposters (in de stijl van Loesje), die kleur gaven aan de verkiezingscampagne in Nieuwegein. Op een bedankfeest voor alle vrijwilligers die aan de campagne voor de raadsverkiezingen hebben meegewerkt, kwam Egon Adel van het PvdApartijbureau haar de beker overhandigen.De 24jarige Houda was tot aan de verkiezingen raadslid in Nieuwegein. Zij heeft zich echter niet meer verkiesbaar gesteld omdat ze ging verhuizen naar Rijswijk. ‘Eigenlijk ontzettend jammer, want de PvdA’ers in Nieuwegein zijn mijn vrienden geworden. Maar ik hoop ook in mijn nieuwe woonplaats actief te blijven voor de PvdA.’Houda ontwierp de posters samen met Rita Vermeulen. In het vorige nummer van Lokaal Bestuur vindt u op pagina 19 een voorbeeld van de Roosjeposter. ‘Zorg voor elkaar’, luidt de tekst. Dat contrasteerde nogal met de ‘Ik SP’poster op de achtergrond.Behalve de Roosjeposters werden er in Nieuwegein ook 33.000 ansichtkaarten gedrukt. Alle PvdAleden kregen een setje kaarten met het verzoek ze te verspreiden onder vrienden, buren en kennissen. Bijna 10.000 kaarten werden met de hand geschreven en bevatten een wijkgerichte boodschap en de naam van een kandidaat. Deze kaarten werden in winbuurten huisaanhuis verspreid. Daarnaast werden bij het canvassen rozen en kaarten uitgedeeld.De campagne zorgde in Nieuwegein voor veel positieve energie. Helaas viel de verkiezingsuitslag tegen: de PvdA verloor 4 van haar 10 zetels. Volgens Houda geen reden om bij de pakken neer te zitten. ‘Wat mij betreft moet je eigenlijk permanent campagne voeren.’
8Foto Casper Langerak
De winnaar met lijsttrekkerwethouder Bert Lubbinge.
9
NIESKE KETELAAR SMALLINGERLAND
EGBERT BUITER VALKENSWAARD
BRIGITTE TROOST SCHOUWEN-DUIVELAND
Op het moment dat ik dit dagboek schrijf (medio april) zijn we nog druk aan het onderhandelen met CDA, CU en VVD als grootste fracties en dat gaat de goede kant op. De voorkeur van een groot deel van de raad gaat uit naar een hecht en breed college. Daar werken we aan en dat duurt ‘zolang het nodig is’, denk ik maar. De nieuwe fractie is enthousiast begonnen en is zich nog aan het inwerken. Het afscheid van de ‘oude’ fractie is achter de rug en was erg geslaagd. Een aantal van hen blijft op andere fronten actief voor de afdeling, bijvoorbeeld bij het PvdAombudsteam dat al een aantal jaren loopt maar uitbreiding nodig heeft. De campagne is geëvalueerd en we kunnen terugblikken op een geslaagd geheel: veel vrijwilligers, goede sfeer en hard gewerkt. En ja, waar gehakt wordt vallen spaanders, dus ‘kort door de bocht acties’ waren er ook. Een goed gesprek en evalueren wil dan wel helpen. Toch blijkt ook nu weer dat vrijwilligers een beetje in een gat vallen na de verkiezingsuitslag. De fractie en het bestuur duiken op de onderhandelingen en/of zijn zich aan het inwerken en dan wordt het stil. Hier wordt snel actie op ondernomen, want vrijwilligersinzet en potentieel nieuw kader moet gekoesterd worden. De campagne voor 9 juni is in voorbereiding en kan daardoor als een mooie doorstart gebruikt worden. Thuis is de rust inmiddels ook enigszins weergekeerd. Mijn man deed in de campagne heel actief mee met het ontwerpen van alle materialen. Dat was behoorlijk doorbijten voor ons allemaal. Alles draaide om de politiek en de ‘huistuinenkeukenpraatjes’ schoten er bij in. Dat doen we niet weer zo. Inmiddels genieten we ook weer van het ‘gewone’ goede leven, de lente, elkaar en de kinderen. In verband met de lopende onderhandelingen is het voor het overige betrekkelijk rustig. Beetje tuinieren en huishoudelijke klussen doen is voor de verandering wel lekker. Toch ben ik wel toe aan helderheid over het nieuwe college zodat ik mijn tanden in een nieuwe periode en mogelijke nieuwe klussen kan zetten.
Om met het belangrijkste te beginnen: op 15 april is het nieuwe college van Valkenswaard geïnstalleerd: drie wethouders waarvan ik er één ben! Hoe is het zo gekomen? De grootste partij (de ‘oude’ gefuseerde lokalo’s) heeft op zaterdag 6 maart gesprekken gevoerd met alle vijf andere partijen. Daarbij is hen vrij snel duidelijk geworden dat de meeste partijen voorstander waren van een college gevormd door CDA, H&G (de ‘nieuwe’ lokale partij) en de PvdA. De fractievoorzitter maskeerde zijn grote teleurstelling en frustratie daarover niet, tijdens de eerste raadsvergadering in de nieuwe samenstelling op 11 maart. Het CDA heeft vanaf dat moment het initiatief overgenomen en is vrijwel direct begonnen met de besprekingen met H&G en PvdA. Door de uitspraak van de aanvoerder van H&G dat hij ‘absoluut niet’ in een college met de andere lokale partij zitting zou nemen én het feit dat VVD en D66 ieder slechts één zetel hebben, konden slechts twee coalities gevormd worden waarbij zowel CDA altijd als PvdA als constante factor aanwezig zouden zijn! De derde partij zou dan één van de twee lokale partijen zijn. Met die wetenschap zijn onze onderhandelaars Peter van der Burgt en Frank Maas de gesprekken in gegaan. Na een vijftal gespreksronden lag het coalitieprogramma er en hebben zij er voor gezorgd dat onze belangrijkste punten uit het verkiezingsprogramma daarin zijn opgenomen. De portefeuilleverdeling geeft eveneens reden tot tevredenheid: ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, sociale zaken en economische zaken. Precies de portefeuilles waar ik vier jaar geleden ook mee begonnen ben, maar halverwege de rit moest stoppen omdat de ‘oude’ lokalo’s de macht wilden hebben en de VVD zich daarvoor liet gebruiken. Dat heeft hen dus lelijk opgebroken. Ik ruil de hartstikke leuke baan als projectleider bij de Arbeidsinspectie in voor die andere, zo mogelijk, nóg leukere baan: wethouder in mijn fantastisch Valkenswaard!
SchouwenDuiveland heeft een rechts college gekregen waaraan wij niet meedoen. Een gemiste kans? Dat denk ik niet. Het gaat immers niet om het pluche, maar om het profiel dat je als Partij van de Arbeid kunt neerzetten. En als dat niet voldoende kan worden ingevuld, is de keuze eigenlijk ook weer niet zo heel moeilijk.Voortvarend aan de slag dus met het eerste hoofdstuk ‘Oppositie voeren voor Dummies’, want dat zijn wij helemaal niet gewend. En tegelijkertijd lijkt het me ook wel een uitdaging. Er liggen namelijk ook kansen om de PvdA veel nadrukkelijker te profileren. Het mobiliseren van de linkse partijen in de raad is in volle gang en gewoon kunnen zeggen wat je vindt, zonder je druk te maken over de gevolgen voor het college, is eigenlijk ook wel lekker. Dat neemt niet weg dat het lastiger zal worden om iets te bereiken. Bezuinigingen in de ‘linkse hoek’ liggen voor de hand en het devies ‘dat is toch geen gemeentelijke taak’ vierde tijdens de eerste commissievergadering al hoogtij. Dus liever geen garantie voor een brede school en een duidelijke oplossing voor de bibliotheek, ho maar! Of we dat gekeerd krijgen, is nog maar de vraag, want je bent met 2 zetels opeens wel echt heel klein. Maar we zullen alles op alles zetten om duidelijke alternatieven voor te leggen die beter, socialer en duurzamer zijn. Kortom: de schouders eronder en op naar de volgende verkiezingen!
Dit waren de laatste dagboeken uit deze serie.
WERKEN AAN EEN NIEUW COLLEGE
DE PVDA DOET WEER MEE!
OPPOSITIE VOEREN VOOR DUMMIES
UIT HET DAGBOEK VAN EEN LIJSTTREKKER
10
DE BURGEMEESTER:SHERIFF OF BURGERVADER?
Foto’s Ronald van den Heerik
JAN DE ROOSEINDREDACTEUR LOKAAL BESTUUR
Koffie of thee mag je niet mee naar binnen nemen in de Rotterdamse raadzaal. Maar je hoeft er ook niet op een droogje te zitten. Wie het woord voert, krijgt namelijk prompt een glaasje water aangereikt door de bode. Zo ging het ook tijdens de PvdAburgemeestersdag op 9 april, waar het thema ‘De burgemeester als sheriff of burgervader’ centraal stond. Al snel was het water niet aan te slepen.
‘U weet het, ’t gaat er in deze raadzaal nog wel eens heftig aan toe. Maar toch is de publieke tribune maar zelden goed gevuld,’ constateerde gastheer Ahmed Aboutaleb met een beetje spijt in zijn stem tijdens zijn welkomstpraatje tot de 35 PvdAburgemeesters. Nee, een nieuw college was er nog niet in Rotterdam ten tijde van deze bijeenkomst. Hans Smits, directeur van het Havenbedrijf Rotterdam, was nog maar
net begonnen als informateur, nadat Pieter Winsemius de eerste verkenningen had uitgevoerd. Aboutaleb wordt als burgemeester van Rotterdam overigens meer betrokken bij het verloop van de collegeonderhandelingen dan veel van zijn collega’s. Hij vertelde dat hij al twee keer intensieve gesprekken heeft gevoerd met alle fracties. Maar verder is het ook voor hem afwachten wie hij straks aan de collegetafel treft.
ActualiteitUiteraard spraken de verzamelde burgemeesters allereerst kort over de politieke actualiteit na de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart. Uit cijfers van het CLB (elders in dit nummer terug te vinden) blijkt dat de PvdA nog steeds in driekwart van de col
leges vertegenwoordigd is, maar dat het aantal PvdAwethouders wel fors is gedaald. Tegelijkertijd krijgen ook de burgemeesters te maken met de gevolgen van de politieke versnippering en de groei van de lokale partijen. Partijvoorzitter Lilianne Ploumen, ook aanwezig op de burgemeestersdag, zei dat het hierdoor moeilijk wordt om in de gemeenteraden consistent politiek te bedrijven. CLBvoorzitter
Leen Verbeek zag nog een andere donkere wolk: in het zicht van de verkiezingen stappen er nogal veel PvdA’ers over naar een andere partij, of beginnen een eigen lijst. Hij noemde dit verschijnsel ‘onrustbarend’. ‘Ze maken die overstap soms ook om hun eigen loopbaan te continueren.’ Het gaat vaak om figuren die een lage plek op de kandidatenlijst kregen en uit vrees dat ze daardoor niet meer zullen terugkeren dan maar voor zichzelf beginnen. Verbeek vindt overigens dat ‘gemeenten die voor versnippering kiezen, zelf ook maar op de blaren moeten zitten.’
ArrogantieDe terugval van de PvdA heeft volgens enkele burgemeesters te maken met het beeld van de
arrogante PvdAbestuurder. ‘In 2006 werd de PvdA in mijn gemeente de grootste en daar zag je de arrogantie opkomen’, aldus een burgemeester. ‘De enige fractie waar ik de afgelopen jaren problemen mee had, was die van de PvdA. Ik ben blij dat er door het verlies nu weer wat nederigheid terugkomt.’ Hij kreeg bijval van een collega, die stelde dat ‘de omgangsvormen en uitstraling van PvdAbestuurders soms zó onder de maat zijn, dat mensen niet op ons willen stemmen.’ Aan Lilianne Ploumen werd de vraag gesteld waarom het niet is toegestaan dat een wethouder van een lokale partij PvdAlid is als in dezelfde gemeente ook de PvdA in de gemeenteraad vertegenwoordigd is. Ploumen: ‘Dat is een beetje overspel. Ik vind dat je in een vertegenwoordigende functie hom of kuit moet geven.’ HoofdthemaNadat Hanneke Klunder een korte presentatie had verzorgd over het zogeheten Veiligheidshuis in Rotterdam, een ketensamenwerking die erop is gericht de stad veiliger te maken, kwam het hoofdthema van de burgemeestersdag aan de orde: is de burgemeester nu vooral sheriff oftewel handhaver, of moet ie juist als burgervader/moeder optreden?Oudminister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst was er duidelijk over: ‘Je moet niet kiezen tussen die twee rollen, je
De samenleving wil dat je als burgemeester niet alleen blaft,
maar soms ook bijt
11
DE BURGEMEESTER:SHERIFF OF BURGERVADER?
Vlnr: Tweede Kamerlid Pierre Heijnen, CLB-voorzitter Leen Verbeek, oud-minister Guusje ter Horst van Binnenlandse Zaken en de Nijmeegse hoogleraar Henny Sackers.
moet het allebei zijn. Als er een crisis is of er een ramp gebeurt, moet je soms sheriff zijn. Maar je bent ook in die situaties net zo goed burgervader. Een burgemeester heeft trouwens ook nog andere rollen te spelen: hij/zij moet ook manager en communicator zijn.’Dat de burgemeesters de afgelopen jaren meer bevoegdheden zouden hebben gekregen is volgens Ter Horst onjuist. ‘Eigenlijk is alleen de uithuisplaatsing erbij gekomen, en dat is trouwens goed. De burgemeester hééft al veel bevoegdheden, er is niet veel concreets bijgekomen.’ Wat Ter Horst betreft gaat alleen de burgemeester over veiligheid, niet de wethouder. ‘Wel moet de burgemeester er rekening mee houden, dat er wethouders zijn die zich bezighouden met aspecten van het veiligheidsbeleid, zoals het Veiligheidshuis.’
Herder, hoeder, handhaverHenny Sackers, hoogleraar bestuurlijk sanctierecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen, houdt zich al geruime tijd bezig met het onderwerp van deze burgemeestersdag. Hij hield er begin dit jaar zijn oratie over onder de titel ‘Herder, hoeder, handhaver’. Volgens hem wordt de burgemeester langzamerhand steeds meer een handhaver. ‘Er is niks mis met de handhavende burgemeester. Maar ik constateer dat er wél steeds meer bevoegdheden zijn bijgekomen.’ Als voorbeelden noemde hij came
raplaatsing, preventief fouilleren en sluiting van overlastpanden. ‘Gebiedsontzegging is op zich niet nieuw, maar er wordt wel steeds vaker gebruik van gemaakt. En er komen nog allerlei nieuwe dingen aan. Straks kan de burgemeester hooligans 12 maanden de toegang ontzeggen, hij wordt handhaver in de horeca en krijgt ook bevoegdheden in het jeugdrecht.’ Sackers vindt het belangrijk dat burgemeesters
de goede bevoegdheden krijgen, zodat ze straks niet ‘nat gaan’ bij de Europese rechter. ‘In België is er al geen straatverbod meer mogelijk omdat dat in strijd met de Europese regels is verklaard.’
AfbreukrisicoSackers wees ook op het afbreukrisico voor handhavende burgemeesters. ‘De burgemeester is een ambtsdrager die zijn gemeenteraad altijd nabij weet, en je kunt ook spanningen in het college krijgen.’ De conclusie van Sackers: ‘Er is niks mis met de handhavende burgemeester, maar breidt het niet te veel uit. Burgemeesters zijn toch vooral herder en hoeder. Het is prima dat de burgemeester een gereedschapskist met handhavingsinstrumenten heeft, maar sommige
van die instrumenten zijn in feite sancties en daar kunt u bij de Europese rechter mee in de problemen komen.’
PopulismeEen ander punt van discussie was of burgemeesters niet in de verleiding zullen komen om stoer op te treden. Daar word je immers populair van. Bij een rechtstreeks gekozen burgemeester (‘een populist op de
zeepkist’) komt dat schrikbeeld nóg dichterbij. Volgens Sackers zijn er echter (blijkens onderzoek van de Erasmusuniversiteit) geen aanwijzingen, dat burgers trots zijn op ferm handhavende burgemeesters. Ter Horst: ‘Een burgemeester treft maatregelen omdat het móet, niet om populair te worden. Je moet er wel voor oppassen dat er geen bevoegdheden bij burgemeesters terechtkomen omdat ánderen het laten afweten.’De oudminister bestreed ook dat Den Haag zelf voortdurend maatregelen zit te bedenken om de bevoegdheden van de burgemeester uit te breiden. ‘Alles wat is bedacht, is op verzoek van de gemeenten zelf gebeurd. En je hóeft niet alle bevoegdheden te gebruiken. Als burgemeester
moet je wel ballen hebben, om het seksistisch te zeggen. Je moet durven optreden in moeilijke situaties. Burgemeesters moeten mensen zijn die niet wegkijken. Veel mensen weten dat er niet wordt ingegrepen terwijl er wel van alles gebeurt. Dat is desastreus voor het openbaar bestuur.’
VeiligheidsplanTweede Kamerlid Pierre Heijnen wees erop dat veiligheid de afgelopen decennia een steeds belangrijker thema is geworden. ‘Dat is geen Haagse ambitie geweest, maar een maatschappelijke ontwikkeling.’ De verwachtingen ten aanzien van de burgemeester nemen alsmaar toe. ‘Ik vind dat we het fenomeen dat de overheid altijd verantwoordelijkheid is moeten relativeren. Als een kind verdrinkt omdat er bij een sloot geen hekje is geplaatst, moet je je afvragen of de overheid wel de verantwoordelijke is. Je kunt ook zeggen dat ouders hun kinderen beter in de gaten moeten houden en in ieder geval moeten leren zwemmen.’Heijnen wees nog op het PvdAverkiezingsprogramma, waarin wordt gesteld dat alle gemeenten een veiligheidsplan moeten hebben. Verschillende burgemeesters vonden dat zoiets te ver gaat. ‘Den Haag moet zich daar niet mee bemoeien, dat is een zaak van de gemeenten zelf.’ Heijnen: ‘Zie het veiligheidsplan als een instrument dat je kunt gebruiken om geld te claimen in de gemeenteraad.’
Niet schietenDe burgemeesters konden het niet eens worden over de vraag of er voldoende handhavingsinstrumenten zijn. Volgens de één moeten er nog meer bijkomen, volgens de ander zijn het er voldoende en moeten ze alleen beter worden benut. Er waren uitspraken te beluisteren als: ‘De samenleving wil dat je als burgemeester soms niet alleen blaft, maar ook bijt’ en ‘Als burgemeester moet je je “kinderen” soms een draai om hun oren geven.’ Maar er was ook een burgemeester die vond dat ‘je iemand moet zijn die rust brengt, die verstandig opereert, niet een sheriff die gaat schieten.’ Guusje ter Horst: ‘Maar wat doet u dan bij problemen in uw gemeente? Je kunt dan toch niet wegkijken?’ Het antwoord: ‘Als wij bijvoorbeeld problemen hebben met drinkende jongeren, sluiten wij niet meteen de drankketen, maar we bezoeken ze. We proberen zo lang mogelijk in gesprek te blijven. Ik pleit toch echt voor het gebruiken van het gezonde verstand.’ Leen Verbeek sloot de discussie af met de opmerking ‘dat je elke keer weer moet kiezen welk gereedschap je als burgemeester uit je kist haalt. Dat hangt ook af van de vraag in wat voor gemeente je zit.’
Guusje ter Horst: Een burgemeester moet ballen hebben
en niet wegkijken
12
Foto provincie Groningen
Max van den Berg
Foto Nationale Beeldbank
Het provinciehuis met op de achtergrond de Martinitoren
Het middenbestuur staat onder druk. Wat is de toekomst van provincies en waterschappen? Eén van de scenario’s die de werkgroep Openbaar Bestuur heeft geschetst in het kader van de miljardenbezuinigingen is zelfs opheffing van alle provincies en een grootschalige herindeling van gemeenten. In die schets zouden er dan slechts een kleine dertig ‘kerngemeenten’ overblijven. De Groningse commissaris van de koningin Max van den Berg vindt dat geen goed plan: ‘De burgers moeten het beleid dragen. Dan moet je het openbaar bestuur niet op afstand zetten.’
JAN CHRIS DE BOERFREELANCE JOURNALIST
BESTUUR NIET OP AFSTAND ZETTEN
Al in zijn nieuwjaarstoespraak van 2 januari dit jaar waarschuwde Van den Berg voor ontwikkelingen die de positie van de provincies aantasten. Het financieel uitkleden van de provincies zou volgens hem een rem zetten op de ontwikkeling van gebieden die economisch in de lift zitten. Daarnaast stipte hij nog een andere trend aan die het functioneren van de provincies flink aantast: de toenemende neiging van het Rijk om vanuit Den Haag alles te willen regelen. Van den Berg noemde onder andere de gebiedsontwikkeling van NoordNederland als voorbeeld. ‘Het kan niet zo zijn dat de provincies worden gedegradeerd tot Haagse zetbazen.’ Dit zou volgens de Groningse commissaris bovendien leiden tot een geldverslindende bureaucratie en verspilling van kostbare tijd én van kennis die juist in de betrokken regio aanwezig is. ‘Zo help je de regionale democratie om zeep.’
SpinnewebbenVanzelfsprekend staat Max van den Berg nog steeds achter zijn betoog van begin dit jaar. ‘Er ligt nu een aantal scenario’s op tafel. Eén daarvan is dat de BV Nederland als één bedrijf wordt beschouwd. In die gedachte
wordt alles centraal geregeld. Het is een efficiencybenadering. Mijn reactie daarop is: bent u zich wel bewust dat wij een land zijn waar burgers kritisch zijn tegenover de overheid? De overheid krijgt haar gezag moeilijk gelegitimeerd. En dan is uw antwoord: laten we alles maar op afstand zetten? Dat kan niet. Natuurlijk, er moeten veel spinnewebben weggehaald worden tussen het rijk en de
provincies en tussen de provincies en de gemeenten. Er zijn nu te veel tussenlagen en er is te veel toezicht op toezicht, om enkele voorbeelden te noemen. Het verhaal van de Nederlandse provincies is dat het Rijk de centrale regie uitoefent en kaders stelt. De provincies voeren vervolgens de regie op het fysieke, het ruimtelijke en het bovengemeentelijke terrein. Zaken als wegenbeheer, waterstaat en de inrichting van het landelijke gebied kunnen beter decentraal worden aangepakt. Het Rijk moet dat loslaten.’
ProeftuinVan den Berg ziet een essentieel verschil in de benadering tussen
de provincies en de werkgroep Openbaar Bestuur. ‘De werkgroep heeft puur naar het geld gekeken en bij de provincies zijn de burgers en het lokaal bestuur veel sterker in beeld.’ In dat standpunt wordt Max van den Berg gesteund door onder andere hoogleraar staatsrecht Douwe Jan Elzinga. Hij gaf de kwalificatie ‘dwaas’ aan de voorstellen van de werkgroep,
die naast opheffing van de provincies ook het alternatief schetst van samenvoeging van een aantal provincies. Over die laatste optie zegt hij in het Dagblad van het Noorden (2 april 2010): ‘Het is een draconische maatregel. Je blaast de lokale democratie op. En waarvoor? Er is alleen gekeken naar financiën, de burger is over het hoofd gezien.’Dat alles efficiënter moet, ziet Van den Berg ook wel in. ‘Ook wij willen goedkoper werken, doelmatiger werken, maar we willen ook een democratisch draagvlak. En dat democratische draagvlak komt in het geding als je Groningen, Friesland en Drenthe gaat samenvoegen tot één provincie.
Er moeten veel spinnewebben worden weggehaald tussen de bestuurslagen
13
Foto Nationale Beeldbank
BESTUUR NIET OP AFSTAND ZETTEN
Dan zet je het bestuur op afstand. Bovendien: wat heeft een inwoner van Leeuwarden met, ik noem maar wat, het Oldambt? Vooral plattelandsgebieden – en daar kun je de drie Noordelijke provincies toe rekenen – hebben een eigen culturele identiteit. Neemt niet weg dat wij als drie Noordelijke provincies intensief samenwerken. In feite hebben we hier een proeftuin gecreëerd met z’n drieën. We werken op diverse terreinen nauw samen en maken met z’n drieën op bepaalde terreinen eigen beleid. Uiteraard allemaal binnen de rijkskaders. Vooral onze samenwerking op economisch gebied oogst bewondering. Want het levert banen op en economische kracht. Het is het perfecte antwoord op onnodig centralisme.’‘Ons beleid heeft de sympathie van het ministerie van Binnenlandse Zaken, mede omdat het vernieuwend is in het binnenlands bestuur. Maar andere departementen, bijvoorbeeld Economische Zaken, denken er weer anders over. Die discussies die wij als provincies met ‘Den Haag’ hebben, gaan soms alle kanten op. Wij als provincies weten wat we willen. Maar de ene keer ontmoet je begrip van mensen die ook vinden dat de kwaliteit van het openbaar bestuur verbeterd
moet worden en de andere keer tref je de centralisten. Dat zijn de mensen die denken: hoe groter, hoe beter. Die willen dus alles vanuit Den Haag regelen. Ja, zo kun je ook voorstellen om alle universiteiten in Nederland samen te voegen tot één grote universiteit. Theoretisch kan dat, maar ik zie de bureaucratie voor mijn neus groeien. En dat lijkt me juist niet de bedoeling.’Maar er zijn ook andere geluiden. Zo pleitte Boele Staal (D66) als commissaris van de koningin van Utrecht destijds voor de vorming van een Randstadprovincie. Staal, inmiddels voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken, ziet een provinciale herindeling nog steeds zitten. Van den Berg: ‘Er is al vaak geprobeerd in de Randstad te komen tot een effectiever bestuur. We moeten vaststellen dat dit tot nu niet is gelukt; ze zijn er in de Randstad niet uitgekomen. Maar je moet je ook afvragen of samenvoeging van provincies de oplossing van problemen is. Je kunt zaken beter praktisch oplossen dan via blauwdrukken.’
Uitgestoken handHet debat over de toekomst van de provincies heeft dus geen eenduidige richting. ‘Dat debat gaat erg op en neer’, zegt Van
den Berg. ‘Het moet goedkoper, maar ondertussen moet ook de democratie versterkt worden. Het is een volstrekt open debat. Maar ik denk dat uiteindelijk toch erkend wordt dat zonder ons, de provincies, niet alle zaken kunnen worden opgelost. Ik heb steeds een uitgestoken hand naar ‘Den Haag’. Ik wil meehelpen, partner zijn. Ik ben er van overtuigd dat ook in de toekomst de
provincies belangrijk zijn binnen het binnenlands bestuur. Maar niet alleen ambtelijk, ook politiek wordt heel verschillend gedacht over de rol van de provincies in de toekomst. Zo zijn er binnen de VVD al twee stromingen. Eentje die kiest voor centralisatie en eentje die kiest voor de regionale dynamiek. Kijk ik naar mijn eigen partij, dan constateer ik dat het Centrum voor Lokaal Bestuur duidelijk is over de rol van de provincies en de integratie van de rol van de waterschappen binnen die provincies. Daar kunnen we ons zeer goed in vinden. Neem van me aan dat we als provincies lobbyen voor ons standpunt, via allerlei kanalen.’
BezuinigingenAl ruim voor de presentatie van de brede heroverwegingen werden de provincies met forse bezuinigingen geconfronteerd. Voor Groningen kwamen deze uit op 35 miljoen structureel. ‘En dat hakt er nogal in’, zegt Van den Berg. ‘Maar ja, de overheid draagt het zwaard niet tevergeefs, om maar een oude ARPleus aan te halen. Het komt
heel hard aan. Zaken als sport, cultuur en welzijn kunnen in Groningen niet volledig door de gemeenten worden gedragen, financieel gezien. Dus springen wij bij. Maar op sport, cultuur en welzijn zullen we nu flink moeten schrappen en dat gaat pijn doen. Zoals het schrappen van meer dan honderd ambtenaren ook veel pijn doet. We proberen het allerbelangrijkste overeind te houden, maar dan nog blijft het een nare zaak. Er zal veel zinvols worden afgebroken, dat is zeker. Maar we kunnen onze ogen niet sluiten voor het feit dat we door de kredietcrisis een stuk armer zijn geworden.’Als Max van den Berg het voor
het zeggen had gehad, was het anders gegaan met die bezuinigingen. ‘Laat duidelijk zijn dat, als de rijksoverheid moet bezuinigen, het reëel is dat de provincies dat ook doen. Maar nu zijn er bezuinigingsbedragen vastgesteld van zo’n omvang dat je er als provincies niet onderuit komt om zaken te stoppen die maatschappelijk heel waardevol zijn en vaak ook nog over een langere termijn zijn uitgesmeerd. Als je vervolgens ook nog ziet dat de gemeenten ook fors moeten inleveren, dan kun je bepaald niet van een winwinsituatie spreken. Maar hoe dan ook zullen we moeten blijven investeren in de economie. Want dat levert banen op. We moeten zowel sterk als sociaal zijn.’
Je hebt mensen die alles vanuit Den Haag willen regelen
14
Foto Nationale Beeldbank
De Randstad kampt met andere vraagstukken dan de rest van Nederland. Eén ervan is de bereikbaarheid. Randstadrail moet die bevorderen.
Bestuurlijke drukte, gebrek aan democratische controle mogelijkheden, vragen over de gewenste schaalgrootte van gemeenten en provincies, wel of geen gesloten huishoudingen voor de verschillende overheidslagen. Aanleiding genoeg om de gewenste toekomst van het binnenlands bestuur te agenderen. De ontwikkeling van een eenduidige visie die aanknopingspunten biedt voor een praktische uitvoering op de korte termijn (operationalisatie binnen de periode van 4 jaar) met een wenkend en werkend perspectief. Dat was de opdracht, januari 2010, voor een werkgroep van het Centrum voor Lokaal Bestuur (CLB) bestaande uit vertegenwoordigers van alle bestuurslagen. Door de val van het kabinet zijn werkproces en tijdsplanning aangepast om als input voor het verkiezingsprogramma te kunnen dienen. Dit artikel is een bewerking van het CLBadvies.
DE TOEKOMST VAN HET BINNENLANDS BESTUUR
In de laatste 50 jaar is er aan de inrichting van het openbaar bestuur niet veel veranderd. In Amsterdam en Rotterdam zijn stadsdelen en deelgemeenten gevormd. Overal in Nederland zijn heel veel gemeenschappelijke regelingen ingericht. Flevoland werd een provincie. Het aantal gemeenten is drastisch afgenomen en dat geldt ook voor het aantal waterschappen. Binnen de waterschapswereld voltrok zich een stille revolutie, van 2500 terug naar 26. Verder is het aantal bestuurlijke samenwerkingsverbanden en het interbestuurlijk verkeer drastisch toegenomen, binnen en tussen de bestuurlijke lagen.
Bestuurlijke drukteOver bestuurlijke drukte is de laatste jaren veel geschreven en gesproken. Vaak wordt gerefereerd aan de veelheid van bestuurders en bestuurlijke lagen die betrokken zijn bij politiekbestuurlijke besluitvormingsprocessen. Bestuurlijke omvang en bestuurlijke dichtheid lopen in deze beschouwingen snel door elkaar. Veel bestuurlijke drukte wordt veroorzaakt door het werken met hulpconstructies. De veranderingen in het maatschappelijk middenveld en de gevolgen van politieke versnippering spelen eveneens een belangrijke rol.
HulpconstructiesOm taken goed uit te voeren wordt door de decentrale overheid steeds vaker gewerkt met bestuurlijke samenwerkingsverbanden en –hulpconstructies. Het aantal actoren en organisaties dat betrokken is bij (voorbereiding van) besluitvorming en overleg in de uitvoering van taken neemt steeds verder toe. Bestuurlijke hulpconstructies vinden hun oorsprong onder
andere in de (te) kleine schaal van gemeenten. Vooral ten gevolge van de decentralisatie van rijkstaken naar decentrale overheden zijn verantwoordelijkheden op lokaal niveau gegroeid. Ook het regionale karakter van veel vraagstukken speelt een rol. Dit zie je bijvoorbeeld bij de gebiedsvisies en –ontwikkeling die altijd meerdere gemeenten beslaan. Net als veiligheidsregio’s en de omgevingsdiensten voor milieu en ruimtelijke ordening. Het is een misvatting om te denken dat deze bestuurlijke hulpconstructies zich beperken tot het terrein van de ruimtelijke ordening. Ook binnen het sociale domein is eenzelfde ontwikkeling te zien. De schaal van de provincie is niet altijd een goede oplossing voor deze samenwerkingsverbanden. De provinciale schaal kan leiden tot een te grote afstand naar de burger, daar waar persoonlijke contacten noodzakelijk zijn. Een groot nadeel van het werken met bestuurlijke hulpconstructies is onduidelijkheid voor de controlerende taak van de volksvertegenwoordigers.
Politieke versnipperingOok de politieke arena wordt drukker. Meer partijen nemen deel aan verkiezingen. Vooral op lokaal niveau zijn er steeds meer partijen actief. De uitkomsten van verkiezingen geven meer partijen een vergelijkbare positie. In gemeenteraden komt het steeds vaker voor dat meerdere partijen eenzelfde aantal zetels hebben en onderlinge verschillen alleen nog uit het feitelijke aantal stemmen bestaan. Ten gevolge van deze politieke versnippering is een toenemend aantal fracties nodig om gemeente, provincie en rijk te kunnen besturen. Deze ontwikkeling gaat ten koste van de daadkracht die nodig is om slagvaardig te kunnen besturen. Gezocht moet worden naar verbeteringen van het kiesstelsel. Een verhoging van de kiesdeler en invoering van een kiesdrempel kan bijdragen aan het voorkomen van een verdere versplintering in het openbaar bestuur maar is geen doel op zich.
Maatschappelijk middenveldHet maatschappelijk middenveld kent een eigen dynamiek. De laat
WAT ZEGT HET PVDA-PROGRAMMA?Het conceptverkiezingsprogramma van de PvdA, Iedereen telt mee, legt onder meer de nadruk op een langjarig Nationaal Democratisch Akkoord, met als doel modernisering van de representatieve democratie door op verantwoorde manier vormen van directe invloed voor de burgers in te voeren. Nadruk wordt gelegd op een nieuwe bestuursstijl, met een betekenisvolle dialoog tussen burger en bestuur. Binden en verbinden.De PvdA kiest voor minder bestuurslagen, herverdeling van verantwoordelijkheden en een betere afbakening van de verschillende overheden. Er wordt een onderscheid gemaakt in grotere centrumgemeenten en kleinere regiogemeenten, zonder van te voren opgelegde schaalvergroting. De keuze voor decentralisatie is hierbij leidraad. Voor de provincie is een duidelijke rol in ruimtelijk beheer weggelegd, de waterschappen worden uitvoeringsorganisaties onder bestuur van de provincie. De provincie heeft een gesloten huishouding. Publieke controle is leidend als er sprake is van maatschappelijk kapitaal en publieke moraal.
15
Foto Nationale Beeldbank
Het CLB-advies pleit voor het waterschap als efficiënte uitvoeringsorganisatie zonder politiek bestuur.
DE TOEKOMST VAN HET BINNENLANDS BESTUUR
ste decennia zijn taken die waren ondergebracht bij gemeenten overgegaan naar verzelfstandigde maatschappelijke organisaties. De veelal publiek gefinancierde private organisaties in het maatschappelijk middenveld schalen op hun beurt op naar bovenlokaal niveau. In deze opschaling spelen zakelijke argumenten gebaseerd op bedrijfsvoering en de concurrentiepositie een belangrijke rol. Voorheen lokale vraagstukken, waaronder onderwijs, wonen, het voorzieningenniveau zijn regionale vraagstukken geworden. De overheid sluit met het maatschappelijk middenveld steeds vaker samenwerkingsovereenkomsten of maakt prestatieafspraken. Hier is sprake van een spagaat. Aan de ene kant de wens tot het willen beïnvloeden en sturen vanuit de overheid, aan de andere kant de beoogde marktwerking en verzelfstandiging van het maatschappelijk middenveld. Ook deze spagaat brengt bestuurlijke drukte met zich. Drukte die zich onder andere uit in het aantal toezichthouders en toezichthoudende organen en het regelen van dit toezicht.
Decentralisatie en Taakdifferentiatie Steeds meer taken (denk aan de WMO/WWB en Wro) zijn de laatste decennia gedecentraliseerd naar een lagere overheid. Toename van beleidsvrijheid voor provinciale en gemeentelijke overheden is hiervan een gevolg. Dit stelt ook eisen aan deze overheden.
OmvangEen grotere gemeente kan meer taken uitvoeren en heeft minder bestuurlijke hulpconstructies nodig. Er bestaat een natuurlijke samenhang tussen inwonertal, omvang van bestuur en omvang
van ambtelijke ondersteuning. Nieuwe taken hebben vaak geleid tot nieuwe samenwerkingsverbanden tussen besturen en tussen de bestuurlijke lagen. Deze bestuurlijke hulpconstructies zijn en blijven nodig als er geen opschaling in de omvang van gemeenten wordt uitgevoerd.
Relatie vraagstuk en schaalNiet elk vraagstuk manifesteert zich op elke schaal. Alles wat op gemeentelijke schaal in directe relatie tot de bevolking kan worden uitgevoerd, moet ook daadwerkelijk door gemeenten in vergaande mate van autonomie worden uitgevoerd. Dit is de basis voor de gemeente als eerste overheid voor de burger. Dit geldt in ieder geval voor de beleidsterreinen zorg, veiligheid (preventie en resocialisatie), sociale zekerheid en participatie. Een ander uitgangspunt is het behartigen van beleidsvelden door één overheid met een maximum van twee overheidslagen voor een onderwerp. Coördinerende, controlerende en gemeenteoverstijgende functies horen in deze opvatting thuis bij provincies.
Complexiteit vraagstukken en regelgevingDe complexiteit van bestuurlijke vraagstukken in de Randstad is niet hetzelfde als die in andere delen van het land. Ook is het niet zo dat alle vraagstukken in dezelfde mate spelen in de verschillende delen van het land. Een ontwikkeling naar minder en grotere gemeenten om de steeds complexere taken zelfstandig uit te kunnen voeren is hiervoor noodzakelijk. Ruimte voor regionaal maatwerk is noodzakelijk.
TaakdifferentiatieDeze ruimte wordt gevonden door te differentiëren in taken tussen
gemeenten en provincies. Taken kunnen worden ondergebracht bij gemeenten, provincies en/of centrumgemeenten. Een centrumgemeente heeft meer taken en verantwoordelijkheden dan kleinere gemeenten en/of voert deze taken en verantwoordelijkheden uit ten behoeve van de kleinere gemeenten. Grotere gemeenten bieden de mogelijkheid voor verdergaande decentralisatie van taken en een vermindering van de noodzaak voor bestuurlijke hulpconstructies. De regio’s waarbinnen deze samenwerking kan worden aangegaan, worden wettelijk voorgeschreven. Hierbij kan aansluiting worden gezocht bij regionale identiteiten zoals de Achterhoek, de Veenkoloniën, de Bollenstreek, RotterdamRijnmond, GrootAmsterdam. Hierdoor ontstaat congruentie tussen alle regionale samenwerkingsverbanden en kunnen gemeenteraden effectiever controle uitoefenen.
EuropaEuropa is van steeds grotere invloed op het binnenlands bestuur. Europees beleid en vooral de wijze waarop middelen beschikbaar worden gesteld is sterk regionaal georiënteerd. Een regio in Europees verband dient een behoorlijke omvang te hebben om als betekenisvol te kunnen worden aangeduid. In onze Randstad woont slechts 1% van de Europese bevolking en in een nationaal betekenisvolle regio als Noord Nederland slechts 0,2%. Het CLB verwacht dat het Rijk een (op het buitenland gerichte) vertegenwoordigende en (op het binnenland gerichte) dienstverlenende positie zal ontwikkelen. De Nederlandse traditie van een gedecentraliseerde eenheidsstaat krijgt hiermee een modern elan. De toenemende betekenis van Europa is geen voldoende legitimatie voor een aanpassing in de structuur van het Huis van
Thorbecke. Wel is het zo dat voortgaande ontwikkelingen op Europees niveau en Europese regelgeving een uitholling van taken op rijksniveau meebrengt.
Democratische legitimatieDemocratische legitimatie van bestuursorganen ontstaat doordat wij kiezen wie onze (leken)vertegenwoordigers zijn in die bestuursorganen, die namens ons, burgers, op transparante wijze besluiten mogen nemen. Deze verantwoordelijkheid kan niet worden weggezet in inspraak en draagvlakprocedures.
Huis van ThorbeckeOnze staatkundige inrichting ligt in de driedeling in het Huis van Thorbecke waarbinnen op een relatief eenvoudige wijze de inrichting en relaties tussen Rijk, provincie en gemeente wordt geregeld. Diffuus wordt het als binnen deze driedeling nieuwe tussenlagen ontstaan zonder rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordigers. Tussenlagen die vanuit de verschillende bestuurlagen worden gevormd. Eventueel gelegitimeerd door specifieke wetgeving of status als zelfstandige bestuursorganisatie (ZBO). Deze tussenlagen worden vaak bemenst door deskundigen. Hierdoor zijn de verhoudingen niet meer alleen politiek bestuurlijk gekenmerkt, maar ook door machtsbronnen ontleend aan informatie en kennis. Deze ontwikkeling is ongewenst. Inzet is om de tussenlagen te verwijderen en de taken van bijvoorbeeld ZBO’s onder te brengen bij of provincies of gemeenten al naar gelang de taak thuishoort.
KostenbeheersingDe efficiëntie en effectiviteit wordt verbeterd door beleidsmaatregelen op gebieden met een
WAT ZEGGEN ANDERE PARTIJEN?Alle politieke partijen willen veranderingen aanbrengen in het binnenlands bestuur. Een greep uit de conceptprogramma’s:D66 wil het aantal ministeries verminderen, taken van het Rijk overhevelen naar gemeenten, de provincies en waterschappen samenvoegen. Het CDA zet eveneens in op minder ministeries. Het CDA bepleit taakdifferentiatie voor gemeenten en provincies, een groter eigen belastinggebied voor gemeenten en een gezamenlijke administratie voor alle overheidslagen. Beperking tot het uitvoeren van kerntaken en een heldere taakafbakening verminderen bestuurlijke drukte. De VVD heeft al jaren de wens om het aantal bestuurders fors terug te dringen en het aantal bestuurslagen te beperken. Het zogenaamde Deense model is een inspiratiebron. In het vorige verkiezingsprogramma werd de Randstadprovincie geïntroduceerd. De taken van de provincie wil de VVD beperken tot het domein van de Ruimtelijke Ordening. De bestuurlijke tussenlaag in de grote steden mag worden afgeschaft. GroenLinks wil meer armslag voor gemeenten, maar verbindt daar wel de voorwaarde van opschaling aan. De provincies en waterschappen kunnen worden samengevoegd in maximaal zeven landsdelen. GroenLinks bepleit de afschaffing van de Eerste Kamer, beperking van het aantal ZBO’s en een maximum van acht ontkokerde departementen.
16
NIEUWE REGELS NODIG VOOR SELECTIE WETHOUDERSBrief aan het partijbestuur
De verkiezingen voor de gemeenteraden zijn gedaan. Teleurstellend dat we een derde van onze zetels zijn kwijtgeraakt, maar het is niet anders. Intussen zijn de onderhandelingen over collegeakkoorden in volle gang. Daarna is de selectie van wethouders aan de orde, en kan het spel op de wagen. Opnieuw ervaar ik dat er voor de selectie van wethouders, landelijk betere regelgeving vanuit de PvdA nodig is. Na het invoeren van het dualisme is de situatie in de verhouding fractie en collegeleden fundamenteel veranderd. Belangrijkste wijziging is dat kandidaatwethouders niet meer, zoals in de tijd van het monisme, op de kandidatenlijst hoeven te staan. Nadrukkelijk kunnen kandidaten van buiten de fractie worden ingezet. Dat vereist in mijn ogen een andere aanpak en betrokkenheid van de ledenvergadering. In de tijd van het monisme werd door de kandidaatstellingscommissie een voorstel voor een lijstvolgorde aan de ledenvergadering voorgelegd, waarbij ook nadrukkelijk kon worden vastgesteld wie, en in welke volgorde, kandidaat waren voor het wethouderschap. De ledenvergadering bepaalde daarmee de lijn en de posities.
Lijst ontregeldNu wordt, door de mogelijkheid om met voorkeurstemmen de hele lijst over de kop te gooien, het vastleggen van posities ernstig ontregeld. Posities op de lijst zeggen daardoor niet veel meer. In mijn woonplaats Enschede zijn vier van de benoemde raadsleden met voorkeurstemmen op de (negen) zetels terecht gekomen. Daarnaast is het kiezen uit alleen de kandidaten op de lijst in strijd met de geboden mogelijkheden om (zelfs onder condities) geschikte kandidaten in beeld te brengen van buiten de fractie. Feitelijk moet, naast de kandidaatstellingsprocedure voor de fractie, een aparte procedure worden voorgeschreven voor de selectie van kandidaatwethouders, en de voordracht via de ledenvergadering. Nu is het in mijn stad zo dat (na aandringen van de ledenvergadering) een selectiecommissie de kandidaten beoordeeld heeft op geschiktheid, maar vervolgens heeft de fractie de keuze gemaakt uit de geschikte kandidaten. Dit vanuit de in mijn ogen foute veronderstelling dat de fractie goed moet kunnen samenwerken met de wethouders. In het dualisme was juist de inzet om de te nauwe verbondenheid tussen fractie en wethouders te veranderen. Gevolg is dat ‘kandidaten van buiten’ zich in de fractie moeten presenteren en moeten opboksen tegen de ‘bekende’ fractiegenoten. Dat is bijna onmogelijk, want een fractiegenoot passeren geeft al snel spanningen binnen de fractie. En ze moeten daar wel samen verder. Ik pleit er opnieuw voor (en ik ken de stukken van de partijcommissiePattje) dat er landelijk nadrukkelijker richtlijnen worden opgesteld waarmee dit probleem kan worden aangepakt. Bij mijn sollicitatie naar de vacature van gedeputeerde in Overijssel werd de selectie gedaan door een externe commissie (met ook een fractielid), die een bindende voordracht deed aan de statenfractie, waar alleen beargumenteerd van kon worden afgeweken. Dat lijkt mij een betere aanpak. Ik vertrouw er op dat dit probleem wordt opgepakt.
Dick Buursink, Gedeputeerde Overijssel en oud-wethouder Enschede
natuurlijke samenhang verder te ontschotten en ontschot te decentraliseren. Hierin past het omvormen van vakdepartementen tot kerndepartementen. Winst valt er te behalen door de bedrijfsvoering van alle overheidslagen waar mogelijk te concentreren en standaardiseren. Kostenbeheersing kan ook worden gevonden in de beperking van het aantal politieke ambtsdragers bijvoorbeeld door het aantal bewindspersonen tot maximaal 1/6 van het aantal Kamerleden te beperken, het aantal Tweede Kamerleden te beperken, de dualiseringscorrectie voor raadsleden in te voeren en het verlagen van het maximum aantal wethouders met 1 met een minimum van 2 en een maximum van 6.
BelastinggebiedElke bestuurslaag in het Huis van Thorbecke heeft een eigen belastinggebied en een open huishouding op taken toegesneden in begrensde gebieden. Het
achterwege laten van de mogelijkheid van een eigen belastinggebied betekent dat de betreffende bestuurslaag geheel afhankelijk wordt van algemene en specifieke uitkeringen van het Rijk, eigen inkomsten uit vermogen, leges en Europese subsidies. Collectieve voorzieningen kunnen echter niet zonder collectieve middelen worden georganiseerd. Ten aanzien van wettelijk verplichte taken wordt gepleit voor gelijke financiele uitgangspunten. Deze keuze is gebaseerd op solidariteit. Vanuit het perspectief van de burger is het ongewenst dat er verschillen zijn die zich vertalen in ongelijkheid in de positie van de burger in de gemeenten/provincies.
TaakgebiedenHet zwaartepunt van de taken van provincies ligt op gebiedsontwikkeling en ruimtelijke ordening/water/verkeer en beheer. Het waterschap als efficiënte uitvoeringsorganisatie zonder politiek bestuur is een eerste stap waarna
later kan worden bezien of en in hoeverre een samenvoeging waterschap/provincie wenselijk is. Bij samenvoeging van provincies en waterschappen ontstaat de mogelijkheid om de waterheffing te verbreden tot een provinciale heffing ‘leefomgeving’ en deze inkomensafhankelijk te maken. Om de lasten niet eenzijdig bij de burgers te leggen worden bedrijven via de WOZwaarde aangeslagen. Hierdoor kunnen ook de verschillen in de heffingen van de waterschappen verdwijnen waardoor de gelijkheid in belastingen en heffingen toeneemt.
Ad 6: De positie van de burgerBesluiten worden zo dicht mogelijk bij de burger genomen en uitgevoerd. Hierbij is een zekere schaalgrootte onontbeerlijk. Vrijwel elk maatschappelijk vraagstuk heeft ook een regionale dimensie. Mensen bewegen zich zelden meer binnen een helder afgebakende lokale gemeenschap. De vraagstukken die met die mensen samenhangen evenmin. De democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen en bestuurlijke samenwerkingsverbanden is niet vanzelfsprekend. Door marktwerking en verzelfstandiging van het maatschappelijk middenveld is de controlerende taak van de overheid meer op afstand gekomen. Daar waar middelen worden verdeeld en keuzes worden gemaakt, is dat alleen op een sociaaldemocratische manier mogelijk als de democratische dimensie recht wordt gedaan. Het CLB wil beperking (terugdraaien) van de verzelfstandiging van het maatschappelijk middenveld op het gebied van zorg, onderwijs en huisvesting. De democratische controle voor publieke functies worden teruggebracht naar het openbaar bestuur.
Leen Verbeek, Voorzitter CLBJacqueline Kalk, Secretaris CLB
SAMENVATTING CLB-ADVIESDe inrichting van het binnenlands bestuur is aan een herijking toe. De directe aanleiding hiertoe wordt gevormd door:
> de in aard en omvang toenemende bestuurlijke drukte die verder uitdijt en meer kosten met zich brengt
> de spanning tussen een verzelfstandigd maatschappelijk middenveld dat geen aansluiting meer heeft bij de (lokale) overheid en zich ontrekt aan de controle mogelijkheden (gebrek aan democratische legitimatie)
> de wens tot verdergaande decentralisatie en taakdifferentiatie tussen en van overheden om problemen van adequate oplossingen te kunnen voorzien
> het eroderen van taken op rijksniveau en de voortgaande ontwikkelingen op Europees niveau en Europese regelgeving.
Uitgangspunten voor de toekomstige inrichting van het binnenlands bestuur zijn:> het Huis van Thorbecke is en blijft de basis voor de
staatkundige inrichting> maximaal twee bestuurslagen (lean and mean) worden ingezet
op één beleidsveld> elke bestuurslaag in het Huis van Thorbecke heeft een eigen
belastinggebied en open huishouding op taken toegesneden in begrensde gebieden
> deze belastingheffing is op basis van principes van solidariteit, duurzaamheid en evenwichtigheid
> beperking van de marktwerking op het maatschappelijk middenveld en intensivering van de (democratische gelegitimeerde) controle op de besteding van publieke middelen voor publieke taken
Afslanking van de overheid / kostenbeheersing wordt bereikt door:> invoering (beperking tot) kerndepartementen> snijden in het aantal en begrenzen van de mogelijkheden tot
bestuurlijke hulpconstructies> beperking van de meerlaagse betrokkenheid van de overheid> het waterschap positioneren als uitvoeringsorganisatie > het alsnog uitvoeren van de dualiseringscorrectie
Herschikking in taken en bevoegdheden van de overheidslagen wordt gedaan vanuit de principes:> de lokale overheid is de eerste overheid voor burgers> onderscheid in de mate van complexiteit van problematiek is
de basis voor mogelijkheden van taakdifferentiatie binnen en tussen de bestuurlijke lagen (gemeente/centrumgemeente/provincie – platteland – verstedelijking) de provincie kent een taakaccent op gebiedsontwikkeling en RO/water/verkeer/beheer
WAT STAAT ER IN DE BREDE HEROVERWEGINGEN?In haar rapport over het openbaar bestuur schetst de werkgroep Kalden twee perspectieven om de bestuurlijke organisatie op de lange termijn te verbeteren en goedkoper te maken. Mogelijkheden voor het verbeteren van het openbaar bestuur worden onder andere gezien in een scherpe en eenduidige toedeling van taken, bevoegdheden en financiële middelen. De afweging hiervan moet dan op een zo laag mogelijk schaalniveau worden belegd. Schaalvergroting en versterking van de uitvoeringskracht van gemeenten en provincies is nodig. Werken vanuit geborgd vertrouwen is een belangrijke trendbreuk ten opzichte van onze huidige regelgeving en verantwoordingsprocessen.Het eerste perspectief voor een toekomstbestendig openbaar bestuur kent geen middenbestuur. In deze variant zijn de provincies en waterschappen opgeheven en hun taken verdeeld over Rijk en gemeenten. De 25 à 30 regiogemeenten zijn de enige decentrale bestuurslaag. Het rijk is het nieuwe middenbestuur tussen Europa en de gemeenten. In het tweede perspectief blijft het middenbestuur bestaan. De provincies krijgen een focus op het ruimtelijkeconomisch domein, de gemeenten worden eerste overheid voor zorg en welzijn. Hierbij hoort een schaalvergroting naar 100 tot 150 gemeente en 5 tot 8 provincies, de waterschappen blijven bestaan als functioneel bestuur of worden deels ondergebracht bij provincies en/of gemeenten.
Voor de totstandkoming van dit CLB-advies zijn intensieve gesprekken gevoerd met PvdA/CLB-leden uit de verschillende bestuurslagen en hun medewerkers. Het volledige rapport kunt u downloaden van www.lokaalbestuur.nl
nwsPERSOONLIJK
In de PvdATweede Kamerfractie is Pierre Heijnen de contactpersoon voor burgemeestersbenoemingen. Belangstellenden voor het burgemeestersambt kunnen contact opnemen met hem. Dat geldt ook voor fractievoorzitters in gemeenten waar op korte termijn een burgemeestersvacature is te verwachten. Pierre Heijnen is te bereiken via Coby Knijnenburg, tel. 0703182790.
> Wim Luijendijk is per 19 april benoemd tot burgemeester van de NoordBrabantse gemeente Loon op Zand. Hij was al sinds 2008 waarnemend burgemeester in deze gemeente. Eerder was hij gedeputeerde in NoordBrabant en wethouder in Tilburg.
REACTIES WELKOMWilt u reageren op wat u in Lokaal Bestuur leest? Of heeft u vanuit uw gemeente of provincie iets te melden dat ook voor andere PvdA’ers interessant is? Laat het ons weten.Zorg ervoor dat uw mailtje uiterlijk don-derdag 6 mei in ons bezit is, dan kunnen wij het plaatsen in het juninummer. Alle andere kopij voor dat nummer moet op maandag 3 mei in ons bezit zijn. U kunt uw bijdrage sturen naar eindredacteur Jan de Roos, email: jdroos@pvda.nl De sluitingsdatum voor het juliaugustusnummer is dinsdag 1 juni.
17
BURGEMEESTER, DOE WATMijnke Bosman Statenlid in Gelderland en lid redactie Lokaal Bestuur
Hugo Logtenberg & Marcel Wiegman: Job Cohen. Burgemeester van Nederland. Nieuw Amsterdam Uitgevers, ISBN 9789046807279, € 17,95
Op 12 maart zorgt Wouter Bos voor een onverwachte wending op weg naar de verkiezingen van 9 juni a.s. Niet hij, maar Job Cohen wordt kandidaat lijsttrekker voor de PvdA. De partij en de kiezers reageren positief. Veel Nederlanders menen dat Cohen een goede ministerpresident zal zijn. De PvdA stijgt in de peilingen. Wie zeker positief op het bericht zullen hebben gereageerd, zijn de journalisten Hugo Logtenberg en Marcel Wiegman. Anderhalf jaar geleden vroegen zij zich af wie Job Cohen eigenlijk is en hoe hij te werk gaat. Hun boek, waarvoor zij meer dan 160 gesprekken voerden met politici, ambtenaren, vrienden en andere betrokkenen, moet zo goed als klaar zijn geweest toen duidelijk werd dat Cohen zijn tweede termijn in Amsterdam niet zou afmaken. Kennelijk was het nog mogelijk wijzigingen aan te brengen en zo kon op 7 april Job Cohen. Burge-meester van Nederland het licht zien. Voor de verkoopcijfers van het boek is de aankondiging van zijn lijsttrekkerschap ongetwijfeld een godsgeschenk.Wie is Job Cohen en hoe gaat hij te werk? Om die vragen te beantwoorden hebben de auteurs zich verdiept in zijn verleden. Cohen had twee joodse ouders die zich niet in hun afkomst lieten opsluiten al hadden zij de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog aan den lijve ondervonden. Ze
hielden niet van hokjes. Verklaart dit de houding van Cohen in het publieke debat over integratie? Tolerantie is een van zijn wezenskenmerken, uitsluiten van bevolkingsgroepen is hem vreemd en hij heeft een gematigd, volgens sommigen te gematigd oordeel over de problemen die nieuwkomers veroorzaken. Cohen studeert rechten in Groningen in de woelige jaren ’60. Na zijn studie vertrekt hij naar Leiden, waar hij naast zijn baan bij het Bureau Onderzoek van Onderwijs promoveert en actief wordt in de PvdA. In die periode ontpopt hij zich als een uitzonderlijk goede regelaar. Na Leiden volgt Maastricht waar hij een nieuwe faculteit rechten uit de grond moet stampen, hoogleraar wordt en later rector magnificus. In 1993 vraagt Felix Rottenberg hem of hij beschikbaar is als kandidaat voor het lidmaatschap voor de Tweede Kamer. Het antwoord is nee. Cohen meent dat hij teveel bestuurder en te weinig politicus is. In de discussie rond zijn lijsttrekkerschap duikt daarover ook twijfel op: is Cohen wel een politiek dier? Is hij niet te afwachtend, heeft hij niet teveel tijd nodig om zich een oordeel te vormen? Tijdens zijn eerste periode als burgemeester in Amsterdam krijgt hij met regelmaat van wethouder Duco Stadig de aansporing ‘burgemeester, doe wat’. Vaak levert dit niet het gewenste resultaat. Cohen weet maar al
te goed dat een burgemeester beperkte bevoegdheden heeft.
In 1993 wordt Cohen staatssecretaris van Onderwijs. Minister wordt hij in 1994 niet omdat hij zijn kinderen wil zien opgroeien en zijn vrouw aan een ernstige aandoening lijdt die haar in haar mogelijkheden beperkt. Wel komt hij in de Eerste Kamer. Een tweede staatssecretariaat volgt in 1998: de lastige portefeuille vreemdelingenzaken. Dan blijkt dat Cohen draagvlak weet te genereren voor een vreemdelingenwet die er niet om liegt. Met een verrassend ruime meerderheid wordt de wet na zes uur debat door de Tweede Kamer aanvaard. Toch een politiek dier?Begin 2001 volgt de benoeming tot burgemeester van Amsterdam. Alleen al de beschrijving van de wijze waarop deze benoeming tot stand komt, is het kopen van het boek van Logtenberg en Wiegman waard. De hoofdstukken over de problemen die spelen in de periode van het burgemeesterschap van Cohen zijn interessante contemporaine geschiedschrijving. Ze geven een boeiend en goed leesbaar inzicht in het functioneren van de democratie in een grote stad. Waar het Cohen om gaat is: de boel bij elkaar houden. Job Co-hen. Burgemeester van Nederland laat zien hoe hij dat voor elkaar weet te krijgen.
stllng vd mnd
bkbsprkng
missie samengesteld, bestaande uit 3 fractieleden, de voorzitter van de plaatselijke afdeling en iemand met een P&Oachtergrond. Deze commissie maakt een voordracht van een viertal (indien mogelijk) kandidaten en deze worden vervolgens uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek bij de voltallige fractie. De fractie draagt vervolgens de kandida(a)t(en) in de raadsvergadering voor benoeming voor. Op deze manier hebben deze kandidaten het volle vertrouwen van de gehele fractie, iets wat onontbeerlijk is voor een goede samenwerking. Ook in het duale stelsel.
Elke maand legt Lokaal Bestuur een stelling aan u voor.
Vorige keer was dat:
Alleen de nieuwe fractie draagt de wethouderskandidaten voor.
Marga Jonkman, raadslid in Apeldoorn:Eens: alleen de nieuwe fractie draagt de wethouderskandidaten voor. In feite is er nog een heel traject voor. Bij de PvdAApeldoorn is er een onafhankelijke selectiecommissie die alle kandidaten bevraagt en vervolgens bepaalt wie er op welke plek komt te staan en wie de wethouderskandidaten zijn. Daarna wordt dit voorstel en de lijstvolgorde voorgelegd aan de ledenvergadering, die daarin regelmatig wijzigingen aanbrengt. In het geval dat er meer wethouderskandidaten zijn dan posten, helpen zaken als: de beoogde portefeuille, de lijstvolgorde, het aantal stemmen of een goed gesprek. Deze procedure is goed werkbaar en
heeft tot nu toe nooit geleid tot conflicten.
Peter Blokker, fractievoorzitter in Baarn:Momenteel (eind maart, red.) zitten wij in de PvdABaarn midden in de discussie over onze wethouderskandidaat. In formele zin is de nieuwe fractie het platform waar over deze kandidaat een besluit wordt genomen. Voor dat het zo ver is, wordt er eerst met bestuur, huidige wethouder en fractie gesproken over de kandidaten. Met name de visie op de komende vier jaar, de resultaten van de coalitieonderhandelingen en de positie (portefeuilles) in het nieuw te vormen college zijn daarbij evident. Vervolgens worden de competenties van
de kandidaatwethouders tegen het licht gehouden. Met al deze ingrediënten draagt de nieuwe fractie een wethouderskandidaat voor. Jan van Olffen, raadslid in Leeuwarden:Ik ben het met de stelling eens. Alleen de fractie draagt de nieuwe wethouderskandidaten voor, maar dat wil niet zeggen dat belangstellenden van buiten de fractie niet kunnen solliciteren. In Leeuwarden hebben wij er een procedure voor. Bij wethouders vacatures kan iedereen solliciteren. Uit de fractie wordt een com
De nieuwe stelling van de maand luidt:
Het is beter voortaan een alfabetische kandidatenlijst op te stellen, aangezien er door het systeem van voorkeur-stemmen in de praktijk toch weinig overblijft van de oorspronkelijke volgorde.
Mail uw opvatting (max 100 woorden) naar jdroos@pvda.nl Foto Nationale Beeldbank
WETHOUDERSKANDIDATEN
18
Foto Nationale Beeldbank
Het wethouderschap vergt een enorme krachtsinspanning…
In de meeste gemeenten in ons land is de collegevorming achter de rug en zijn nieuwe colleges aangetreden. Ervaren rotten en nieuwkomers staan voor de taak de komende bestuursperiode tot een succes te maken. Waar moet je als wethouder in je wittebroodsweken vooral aan werken? Tips voor PvdAbestuurders van een oudwethouder.
JAN PELLE OUD-WETHOUDER VAN ROOSENDAAL
HOE WORD IK EEN SUCCESVOL WETHOUDER
Napoleon Bonaparte, zo gaat het verhaal, selecteerde zijn generaals op ‘geluk’. Wanneer hem werd verzocht in te stemmen met een nieuwe generaal, antwoordde Napoleon steevast met een tegenvraag: brengt hij geluk mee? Staat Vrouwe Fortuna aan zijn zijde? Napoleon erkende het belang van geluk in de strijd. Zonder geluk geen succes. Sterke eigenschappen, zoals moed of vastberadenheid, gecombineerd met een scherp tactisch en strategisch inzicht en het bezit van indrukwekkende wapens garanderen geen roem op het slagveld, of men dat nu leuk vindt of niet. Op nieuwe wethouders is deze napoleontische moraal zeer van toepassing. Niet dat ik zou willen beweren dat het veld van oorlog en strijd de enige goede metafoor vormt voor de politiek, Machiavelli heeft daar fraaie dingen over geschreven, maar het verhaal over Napoleon bevat toch een eerste, duidelijke boodschap voor nieuwe wethouders: koester niet de illusie dat persoonlijke capaciteiten zonder meer borg staan voor politiek succes. Een sterke wil, gezonde ambities, het talent om te binden en te overtuigen, een doordachte visie en kennis van zaken zijn geweldige hulpbronnen voor elke nieuwe wethouder. Zij behoren als het
ware tot de standaarduitrusting van de bestuurder, maar kunnen evengoed waardeloos worden door de grillen van Vrouwe Fortuna. Dit besef mag evenwel niet worden verward met defaitisme. Integendeel, inzicht in de condition humaine leert dat bestuurders moeten wachten op het moment dat zich kansen voordoen. Soms vergt dit meer
tijd dan een ambitieuze nieuwe wethouder zou willen, soms is veel geduld noodzakelijk, maar als zich eenmaal kans aandient, dan is het zaak om – op het juiste moment, op de juiste manier, met de juiste mensen – te handelen. Terugblikkend op mijn wethouderschap heb ik politiek succes vooral op deze wijze geproefd. Goed bestuur, met andere woorden, betekent het slagvaardig benutten van kansen.
RegelsEr zijn dus tenminste twee factoren in het (politieke) spel: menselijke capaciteiten en Vrouwe Fortuna. Zij bepalen winst of verlies, veroorzaken een klinkende overwinning of een mislukt politiek avontuur. Daar
naast is er nog een derde factor. Elke nieuwe bestuurder zal van meet af aan moeten bedenken dat aan het politieke bedrijf ‘regels’ zijn verbonden, die de speelruimte beperken of juist creëren. ‘Regels’, die je herkent in wetten, procedures, structuren, instituties en cultuur, bepalen mede de uitkomst van het politieke spel. Door te handelen ontstaan ‘re
gels’, maar ‘regels’ bepalen ook het handelen. Voor de eerste honderd dagen van de nieuwe wethouder geldt dus een aloud credo: ontdek de regels van het spel! Spoor je relevante netwerken op, waarbij het college, de raad, het ambtelijke apparaat, maatschappelijke partners, de media en het provinciale bestuur vanzelfsprekend krachtenvelden zijn. Observeer hoe de arena’s in je omgeving zijn georganiseerd, hoe mensen zich (informeel) verhouden tot elkaar, hoe de hazen lopen en welke bestuurscultuur in jouw plaats dominant is. Wie in de eerste honderd dagen zijn tijd gebruikt om de spelregels te leren kennen, zal later kunnen genieten van het politieke spel.
Zorg in je eerste honderd dagen dat je de spelregels goed leert kennen
19
HOE WORD IK EEN SUCCESVOL WETHOUDER
Stijl Stijl, ook daar zou een nieuwe wethouder zich het hoofd over moeten breken. Welke stijl van besturen past bij jou? Welke stijl van communiceren spreekt jou aan? Stijl schreeuwt om authenticiteit – zonder ‘echt’ te zijn zal niemand overtuigen; burgers voelen feilloos aan of hun nieuwe wethouder authentiek is of niet. Tegelijkertijd dient stijl te leiden tot succes. Een authentieke stijl moet bijdragen tot effectief handelen en niet tot het omgekeerde. Stijl voedt de percepties van de spelers in het spel. Zo ontstaat een beeld dat anderen van jou hebben. Is dat beeld eenmaal gevormd dan krijgt het een bijna onwankelbare status. Het is gemakkelijker een beeld te creëren dan het te veranderen. In de eerste honderd dagen werkt de nieuwe bestuurder dus aan een authentieke stijl en probeert geduldig en prudent te ontdekken hoe zijn of haar stijl wordt gewaardeerd. Ik herinner mij levendig hoe mijn eerste publieke optreden als wethouder al de kiemen bevatte van een ‘eigen’ stijl. Voor een overvolle zaal in het RBCstadion mocht ik op een warme avond een zeer kritisch rapport in ontvangst nemen over zowel de economie van Roosendaal als de relatie tussen gemeente en
bedrijfsleven. Het georganiseerde bedrijfsleven was uitgerukt om deze onbekende bestuurder, een onbeschreven blad in de lokale politiek, te ontmoeten, wellicht zelfs op de korrel te nemen. Wat zou hij waard zijn? Ik koos een onbevangen stijl: het rapport – dat ik van te voren had mogen bestuderen – zo verrassend en zorgvuldig mogelijk analyseren op kansen in plaatsen van op bedreigingen; in plaats van ‘de overheid’ te verdedigen – een klassieke reflex – een vurig betoog van mijn kant dat een moderne economie andere verhoudingen tussen overheid en bedrijfsleven behoeft en dat de inderdaad ernstige problemen alleen konden aangepakt door met elkaar coalities te vormen. Ik geloof dat ik toen ook al heb gezegd dat Roosendaal niet zat te wachten op nieuw economisch beleid en de zoveelste beleidsnota – ‘we hebben er genoeg op de plank liggen’ –, maar dat het mijn voornemen was om te werken met een Economisch Actie Plan waarin overheid en bedrijfsleven gezamenlijk de economische agenda zouden vastleggen, op een zo concreet mogelijk niveau. Zakelijke politiek, een wethouder van de PvdA die de dynamiek van de economie serieus neemt, een open houding en verantwoordelijkheden delen, ik geloof dat dit
alles destijds al de aanzet vormde voor een bepaalde stijl van besturen.
AmbtenarenOnderschat ook nimmer de effecten van je stijl op het ambtelijke apparaat. Zonder weerklank te vinden bij de ambtelijke adviseurs zal het bestuurlijke handelen vruchteloos zijn. De sa
menwerking met ambtenaren is kostbaar. Vergeet het ouderwetse politiekambtelijke model dat ambtenaren in een hiërarchische en volgzame verhouding plaatst tegenover bestuurders. Door hun expertise, creativiteit en oplossingsgerichtheid zijn ambtenaren politieke actoren: in het spel om macht en invloed spelen zij een eigen rol. Het begint, opnieuw, de eerste honderd dagen met kijken, luisteren, de goede vragen stellen en met het ontwikkelen van een beeld van ‘goede’ samenwerking. Voor mij kent een dergelijk (normatief ) beeld drie ijkpunten:
1. de wethouder durft daadwerkelijk te vertrouwen op zijn adviseurs;
2. hij overtuigt anderen dat zonder ambtenaren bestuurlijk succes onmogelijk is;
3. zijn voorbeeldgedrag is gericht op het ontwikkelen van (ambtelijke) talenten.
Dualisme Wat betekent dualisme voor jou? Een vraag waaraan je als nieuwe wethouder niet voorbij kunt
gaan. Maak in elk geval afspraken met de eigen fractie in de raad. Wie heeft welke rol? Wat is de rol van de bestuurder? Welke rol vervult de fractie? Wat mogen fractie en wethouder van elkaar verwachten? Spreken de fractie en de wethouder elke maandagavond de agenda door van het college? Hoe kan worden voorkomen dat zij in gevoelige dossiers als kemphanen tegenover elkaar komen te staan? Eenvoudige, heldere antwoorden op deze vragen vormen de onderlinge afspraken. Vervolgens wordt het de kunst om zich aan deze afspraken te houden. In feite gaat het om het ontwerpen van een stabiel patroon van wederzijdse verwachtingen, ten opzichte van de partij, maar ook in het college
en de raad. Het duale stelsel biedt het college geweldige kansen om als team te opereren, mits alle leden – om het scherp te formuleren – bereid zijn om in het nemen van besluiten partijpolitieke belangen ondergeschikt te maken aan de belangen van de stad of het dorp. Een duaal bestuurder laat zich primair leiden door de vraag: wat dient het belang van de stad of het dorp? Dezelfde duidelijkheid dient te worden verschaft in de gemeenteraad. Mijn voorspelling is dat het de duale wethouder geen windeieren zal leggen als hij de raad zo snel mogelijk laat weten waar hij over vier jaar concreet wil staan en dat hij strijdt met een open vizier – dat hij openstaat voor goede ideeën en voorstellen, van welke partij dan ook.
Plezier De eerste honderd dagen bevatten interessant huiswerk voor een nieuwe wethouder. Ontdek de regels van het spel. Werk aan een authentieke stijl van besturen en probeer te ontdekken hoe deze stijl wordt gewaardeerd. Formuleer (met anderen) een doordacht antwoord op de vraag wat dualisme voor jou betekent. Zeker,dit is geen geringe opgave, maar wie onbevangen te werk gaat zal snel het plezier van het politieke bedrijf ontdekken. En misschien vergis ik mij, maar volgens mij lacht het geluk diegene toe, die geniet van het spel.
Eerder verschenen in ProefLokaal
Laat de raad zo snel mogelijk laat weten waar je over vier jaar concreet wilt staan
Foto Nationale Beeldbank
…maar het kent ook ontspannen momenten. Hier verorberen de Haagse PvdA-wethouders Marieke Bolle en Marnix Norder met hun VVD-collega Frits Huffnagel een malse haring op Vlaggetjesdag.
20
Hij werd geboren in Marokko en verhuisde als jongetje naar Nederland. Amsterdam Zuid om precies te zijn, waar zijn vader werkzaam was bij het Hiltonhotel. ‘Ik was negen jaar en het was 5 december. Inclusief Sinterklaas en Pieten. Ik snapte er niks van.’ Op 3 maart jl. was hij lijsttrekker voor de PvdA in zijn stadsdeel en als de coalitieonderhandelingen goed verlopen, wordt hij de eerste stadsdeelvoorzitter van NieuwWest. Portret van Achmed Baâdoud (38), een selfmade man vol ambities en idealen. Een echte sociaaldemocraat, maar wel een met een liberaal tintje.
HARRIËT VAN DOMSELAARFREELANCE JOURNALISTE
ACHMED BAÂDOUD SOCIAALDEMOCRAAT MET LIBERAAL TINTJE
‘ Nieuw-West is stad en platteland tegelijk’
Voordat we aan het gesprek beginnen, komt het plotselinge vertrek van Wouter Bos uit de politiek even ter sprake. Achmed Baâdoud begrijpt het wel. Hij is zelf vader van vier jonge kinderen. ‘De oudste is dertien en de jongste is afgelopen Valentijnsdag geboren’, klinkt het trots. ‘En geloof me of niet: mijn gezin
gaat voor alles! Voordat ik de stap naar de politiek zette, was ik werkzaam in het bedrijfsleven. Ik zat voor Nissan vaak in het buitenland, vooral in Spanje en Frankrijk. Family first is in die landen volledig geaccepteerd. Ik heb me voorgenomen daar zelf ook aan vast te houden.’In 1999 meldde Achmed Baâdoud zich aan als PvdAlid, en hij weet nog precies waarom. ‘Op uitnodiging van een kennis bezocht ik in die tijd een deelraadsvergadering van Osdorp. Daar schrok ik van de toon waarop er over mijn buurt gesproken. Ik herkende me er niet in. Dat begon te kriebelen. Ik wilde er meer van weten. Omdat ik een sociaaldemocraat in hart en nieren ben, heb ik me voor de deelraadsverkiezingen van 2002 kandidaat gesteld. In
2004 werd ik fractievoorzitter en sinds de monsterzege in 2006 ben ik wethouder, met onder meer financiën, en werkgelegenheid in mijn portefeuille. Allemaal onderwerpen die mijn grote belangstelling hadden en nog steeds hebben. Want ik mag dan een echte PvdA’er zijn, er zit wel een liberaal, wat zakelijk
vleugje aan me. Gedurende mijn bestuurs periode heb ik me dan ook laten horen en zien op gebieden die tot dan toe door de VVD geclaimd werden.’ Wibaut‘Toch heb ik vanaf het begin gemerkt dat de PvdA de juiste partij voor mij is. Van mijn vader had ik al veel positiefs gehoord over Den Uyl, maar mijn kennismaking met het gedachtegoed van Wibaut gaf de doorslag: er is maar één land en dat is de wereld; er is maar één volk en dat is de mens; er is maar één geloof en dat is de liefde. Ik zeg altijd: mijn partij is de enige die antwoorden heeft op álle vragen en die íedereen vertegenwoordigt. Want of het nou om ondernemers gaat of om jongeren, ouderen of dieren:
wij doen niet alleen onze best voor één specifieke groep, maar voor iedereen. Wij zijn niet tégen ouderen of vóór zielige mensen. Wij proberen voor iedereen het leven zo aangenaam mogelijk te maken. Ik geloof in solidariteit, gerechtigheid, eerlijkheid. Maar bijvoorbeeld níet in positieve discriminatie. Daar heb ik vroeger persoonlijk mee te maken gehad toen ik een opleiding tot brandweerman had voltooid, tegelijk met mijn vriend Peter. Maar ík mocht solliciteren en hij niet. Louter en alleen omdat ik van Marokkaanse afkomst ben. Ach, men keek er evengoed nog van op toen ik bedankte voor de eer.’‘Van mijn ouders heb ik het beginsel ‘wie kán werken móet gaan werken’ meegekregen. Een uitkering is een sociaal vangnet voor mensen die echt niet kunnen werken. Ouders behoren een voorbeeld te zijn voor hun kinderen. Mijn vader, die inmiddels is overleden, heeft altijd gewerkt. Maar als je als kind thuis komt en je vader hangt klagend en lui op de bank en verveelt zich, dan denk je dat dat zo hoort. Dan ga je dat als gewoon zien. Bij mij thuis is altijd de regel geweest ‘doe je ding’ maar met waardering en respect voor de ander. Mijn ouders hebben mij en mijn broers en zussen ook altijd gestimuleerd om zelf keuzes te durven
Dienstplicht kan voor lastige jongeren de laatste strohalm zijn
21
ACHMED BAÂDOUD SOCIAALDEMOCRAAT MET LIBERAAL TINTJE
Foto’s Harriët van Domselaar
Water, groen en steen in Nieuw West
maken. Als dat dan verkeerd uitpakte, steunden ze ons, maar in eerste instantie gaven ze ons een eigen verantwoordelijkheid. Daar leer je van. Zo proberen mijn vrouw en ik dat ook bij onze
kinderen te doen. Ik snap dat niet alle ouders dat kunnen. Daarbij moeten wij, als politiek, helpen. Ondersteuning geven. Niet doelgroepgericht, maar doelgericht. Men weet vaak de juiste wegen
niet te bewandelen en durft daar ook niet naar te vragen. Die onzekerheid is voelbaar en daar wordt door hun kinderen wel eens misbruik van gemaakt. Dan nemen ze de leiding over.’
De buurt is de basis‘Mijn devies is: zoek en hou het dicht bij de gezinnen. De buurt is de basis. Aanpakken is het motto. Met eerlijke kansen voor iedereen. Is er sprake van taalachterstand? Laat de jonge moeders dan Nederlands leren op de school van hun kinderen. In de moskee desnoods. Als het maar lukt! Meer bewegen? Als men
dat alleen wil door gescheiden te zwemmen, laat de mensen daar dan vrij in. Het gaat om het doel. Daarom heb ik ook de NieuwWest pas bedacht. Bedoeld voor iedereen. Kan aangevraagd worden zonder allerlei ingewikkelde formulieren in te moeten vullen. Dat maakt het heel laagdrempelig.’
DienstplichtOok Baâdoud heeft in zijn stadsdeel te maken met jongeren die zich nergens iets van aantrekken. ‘Maar ook daar praat ik mee en vraag dan nog één keer ‘wat wil je nou eigenlijk?’ Ik weiger te accepteren dat ze cel in, cel uit gaan. Militaire dienst kan een oplossing zijn. Met het ministerie van Defensie zijn we in gesprek over een pilot. Defensie zoekt im
mers niet alleen ‘kleur’ maar ook ‘jongens die niet op hun bekkie zijn gevallen’. Dat ze die discipline nodig hebben is duidelijk. Maar ook rust. Dus haal ze uit hun buurt, uit de verkeerde vriendengroep. We overleggen nu of een soort dienstplicht een laatste strohalm kan zijn.’
BedrijfslevenAchmed Baâdoud vindt intensief contact met het bedrijfsleven belangrijk. ‘We kunnen als stadsdeel veel betekenen voor bijvoorbeeld de haven en Schiphol: allemaal op een steenworp afstand. Als je schoolverlaters
aan het werk helpt, hangen ze niet op straat. Dat geeft meer veiligheid. En je helpt een bedrijf aan stagiairs of personeel, wat goed is voor de werkgelegenheid. We gaan ook met de banen de straat op, door op de markt met een banenkraam te staan. Een groot succes. Tja, als Mohammed niet naar de berg komt, dan komt de berg wel naar Mohammed...’‘Maar ook een zinvolle en leuke besteding van vrije tijd is belangrijk. Daar moeten faciliteiten voor worden aangeboden worden: sport, muziek, kunst & cultuur. Er zijn mensen die geen idee hebben wat er nu allemaal al kan. Ga dat vertellen. Leg uit hoe belangrijk dat is.’‘We eisen van mensen dat ze naadloos invoegen in onze maatschappij, maar dan moet je
ze wel de kans bieden. Het is net als in het verkeer: ga je door tot de doorgetrokken lijn, ja, dan loop je kans op een opgestoken middelvinger. Geef elkaar toch de ruimte.’‘Een mooi voorbeeld van hoe we als politiek twee vliegen in één klap kunnen slaan, is de manier waarop we in ons stadsdeel gaan voldoen aan de wettelijke verplichting om bouwarchieven te digitaliseren. De raad heeft een behoorlijk bedrag hiervoor vrijgemaakt. Met de Dienst Werk en Inkomen en het Stadsarchief heb ik een project opgezet om veertig langdurig werklozen op te leiden om dat werk te kunnen gaan doen. Die mensen zijn daarmee blij en wij zijn creatief met het inzetten van gemeenschapsgeld.’‘Dichtbij de mensen blijven, daar gaat het om. Daarom gaan we ook elke laatste vrijdag van de maand de buurt in. Het voltallige dagelijks bestuur mét ambtenaren. Natuurlijk beseffen we dat we niet al onze 130.000 inwoners dat is meer dan Maastricht er heeft helemaal tevreden kunnen stellen. Maar we doen wel het uiterste om dat doel te bereiken.’
HET EIGENE VAN NIEUW-WESTDe stadsdelen Geuzenveld/Slotermeer, Slotervaart en Osdorp vormen per 1 mei stadsdeel NieuwWest. ‘Dat zal even wennen zijn,’ zegt Baâdoud, ‘maar ik ben er nú al trots op.’ Is aan nietAmsterdammers uit te leggen wat het eigene is van NieuwWest? Baâdoud: ‘Het is platteland en grote stad tegelijk. De postcode is Amsterdam, maar je bent binnen vijf minuten in de polder en in twintig minuten in het centrum van de stad. Qua inwoners hebben we een grote diversiteit. Het zijn met name veel grote gezinnen, die in (te) kleine huizen wonen. Maar er is ook volop ruimte om te ondernemen en te recreëren, zoals bij de grote plas hier vlakbij.’‘NieuwWest is een van de grootste vernieuwingsgebieden van Europa. Daar zijn we trots op. We proberen huizen betaalbaar te houden en met respect om te gaan met de buurten waar woningen gerenoveerd worden. Ik heb zelf toen ik jong was en we van Zuid naar West moesten verhuizen ondervonden hoe groot de impact daarvan kan zijn. Je moet niet alleen je huis uit, maar ook je buurt. Waardoor je, als je niet oppast, alle opgebouwde contacten in je omgeving verliest.’‘In NieuwWest beloven we niet wat we niet waar kunnen maken. Wel spannen we ons in om voor iedereen een goede leefomgeving te creëren. Met respect voor ieders beleving en geloof. Door afspraken te maken en ons daaraan te houden. Ook met jongelui die een krasje hebben opgelopen. Wil je niet meer naar school, oké, maar dan ga je wel iets voor ons doen. We geven hen taken die ze aankunnen en waar ze iets mee verdienen. Zo is het idee van buurtscouts ontstaan. Ze wonen en werken in hun eigen wijk, waar ze de mensen kennen. Dat geeft een positief resultaat.’
Voor mij is de buurt de basis en aanpakken het motto
22
dlmma vd mndSTEMMEN OVER DE WETHOUDERIedere bestuurder en volksvertegenwoordiger wordt ermee geconfronteerd: lastige kwesties die vragen om een antwoord. Lokaal Bestuur legt u elke maand zo’n dilemma voor. Vorige maand was dat:
Je zit in de fractie en wilt wethouder worden. Stem je mee over de wethouderskandidaten?
We kregen de volgende reacties:
Gert-Jan Leerink, wethouder in Alkmaar:Ik heb mij bij gemeenteraadsverkiezingen nooit moreel bezwaard gevoeld om op me zelf te stemmen. De vraag wie mij het beste zou kunnen vertegenwoordigen in de gemeenteraad heb ik ik geef het toe meerdere malen beantwoord met een stem op mijzelf. Als je niet in je zelf gelooft, waarom zou een ander het dan doen? Maar toen onze fractie mij een paar weken geleden tot wethouder verkoos, heb ik heel bewust niet mee gestemd. De fractie heeft zonder mij en de andere wethouderskandidaat vrijuit kunnen praten over de vraag of wij de goede man en vrouw zullen zijn op de juiste plek. Ik vind dat erg belangrijk. Een wethouder moet in mijn ogen breed worden gedragen door de fractie. Dat draagvlak moet derhalve niet hangen op je eigen stem. Zeker niet als je bedenkt dat je op het moment dat je daadwerkelijk tot wethouder verkozen wordt de fractie zult verlaten.
Senada Rougoor, raadslid in Emmen:In mijn afdeling geldt het principe dat de wethouderkandidaten op de hoogste vijf plaatsen van de lijst staan. Dit betekent dat de afdeling een grote rol heeft bij de benoeming van de wethouders. De fractie stelt uit deze voordracht de definitieve benoeming vast. Dit is afhankelijk van de verkiezingsuitslag en de collegeonderhandelingen. Ik kan me voorstellen dat je bij meningsverschillen binnen de nieuwe fractie een meer formele weg bewandelt. In dat geval kan de raadsfractie zonder de kandidaatwethouders beraadslagen en een beslissing nemen. Het lijkt me voldoende om dit via een ordevoorstel te
regelen. Wanneer de fractie er echt niet uitkomt, is de afdelingsvergadering aan zet. Aan de uiteindelijke stemming doen de kandidaatwethouders dan niet mee, lijkt me. Zover is het Emmen echter nooit gekomen. Ik stel me pragmatisch op en laat het van de gang van zaken afhangen of ik mee stem of niet. Bij conflicten past een terughoudende opstelling en moet je de zaken wat formeler spelen. Je streeft echter naar overeenstemming. Als die ook daadwerkelijk bestaat, dan is het ook goed om die consensus via een stem van allen vast te leggen.
Els Middelkoop-Ferron, raadslid in Lelystad:Als fractielid, dus onderdeel van fractie en afdeling, stem je mee over de kandidaten, ook als het jezelf betreft. Als je niet de wethouder wordt, heb je wel als lid van de fractie gestemd. Dit kan een nadeel opleveren voor de wethouderskandidaat van buiten de fractie. Bij de keuze van een wethouder buiten de lijst moet er zeker brede steun voor deze kandidaat zijn en moet een duidelijke stemming bepalen dat
dit gewenst is en moet niet de ene stem van een (mede)kandidaat het verschil bepalen. Dat speelt echter al mee bij het samenstellen van de lijst en keuze voor wethouders al dan niet op de lijst.
Christiane Staring, raadslid in Hoogezand-Sappemeer:Het kiezen van de wethouderskandidaten is lastig. Zeker wanneer er meerdere kandidaten zijn met op verschillende vlakken hun kwaliteiten. Mocht ik bovengenoemde positie verkeren, dan zal ik, zoals ik er nu tegenaan kijk, niet meestemmen. Het feit dat ik mijzelf naar voren schuif als wethouderskandidaat, geeft aan dat ik ervan overtuigd ben dat ik geschikt ben voor die functie. Daarna is het aan de fractie om te beslissen wie daadwerkelijk de meest geschikte kandidaat is. Het is en blijft echter een dilemma. Dit is mijn eerste periode in de raad. Ik sluit dan ook niet uit dat ik er totaal anders over kan denken, wanneer ik heel wat jaren politieke ervaring rijker ben.
Het nieuwe dilemma:
De onderhandelingen om te komen tot een nieuw college verlopen stroef. Zo stroef zelfs dat zowel de burgemeester als de raadsgriffier hun diensten aanbieden om het proces vlot te trekken. Jou wordt gevraagd de fractie te adviseren of dit verstandig is. Wat zou jouw advies zijn?
We zijn benieuwd. Mail ons in maximaal 200 woorden wat u ervan vindt. Reacties graag naar jdroos@pvda.nl
Commentaar Jan Blom, trainer en adviseur:Er zijn drie situaties denkbaar. De beoogd wethouder(s) stond(en) niet op de lijst. Geen probleem. Hij of zij zit nu dus ook niet in de fractie en stemt om die reden niet mee. Dan de tweede situatie. De ene kandidaat stond wel en een andere stond niet (hoog) op de lijst. De kandidaat op de lijst zit dan nu mogelijk in de fractie. In dat geval zou ik hem of haar adviseren niet mee te stemmen. Dit zou immers een niet redelijke voorsprong voor de kandidaat van de fractie betekenen. De derde situatie is die waarin de beoogd wethouder(s) hoog op de lijst stonden. Bij meerdere kandidaten zou ik hen beiden adviseren niet mee te stemmen. Ook zou ik hen adviseren niet bij de beraadslagingen van de fractie aanwezig te zijn. De fractie heeft dan alle ruimte om in volledige vrijheid over de kandidaten te spreken en daarna (eventueel) te stemmen. Zo voorkom je dat er al een geur om je heen hangt voor je begonnen bent !
Burgemeesters, wethouders, gedeputeerden en Tweede Kamerleden die door omstandigheden op zoek moeten naar een andere baan, zijn bij P&O Services Groep aan het juiste adres. Wij nemen (ex-)bestuurders voor bepaalde tijd over met een Mobiliteitsdienstverband. Zo behouden zij de vertrouwde arbeidsvoorwaarden inclusief aansluiting bij het ABP. Vervolgens gaan wij samen aan de slag om hem/haar door intensieve coaching te begeleiden van werk naar werk. Dat kan een vaste baan zijn maar ook een of meerdere interim-opdrachten.
Deze unieke win-winsituatie biedt alle partijen voordelen. Werkgevers beperken uitkeringslasten en verhogen in hoge mate het sociale gehalte van een afscheid. Bestuurders komen niet langdurig thuis te zitten en bouwen weer met perspectief aan hun toekomst. Meer weten over onze mobiliteits- en loopbaanmogelijkheden? Neem contact op met: Ad Anthonissen: 06-51073692 of Arie Viskil: 06-53352649
Den Haag Maastricht Meppel Tilburg Wageningen Hedel
Correspondentieadres | Postbus 94, 5320 AB Hedel Telefoon | (073) 503 93 20 Internet | www.posg.nl
P&O Services Groep dé mobiliteitspartner voor bestuurders: van werk naar werk!
Meer weten over onze mobiliteits- en loopbaanmogelijkheden? Neem contact op met: Ad Anthonissen: 06-51073692 of Arie Viskil: 06-53352649
(Advertentie)
Foto Nationale Beeldbank
23
Voor de zoveelste keer op weg naar Arnhem. Wie pleit voor minder provincies van meer omvang realiseert zich kennelijk niet hoe groot de afstanden zijn die nu al moeten worden afgelegd door statenleden die maar beperkt beschikbaar zijn voor hun politieke taak.De inmiddels overbekende rit naar Arnhem geeft ruime mogelijkheden tot reflectie. Mijn eerste gedachte is iedere keer opnieuw: wat ligt alles er mooi aangeharkt bij. Wegen op orde, de meeste huizen en tuinen een lust voor het oog, aan het onderhoud van natuur en landschap wordt veel aandacht besteed. Nu kom je tussen Ermelo en Arnhem bijna uitsluitend door landelijk gebied en kleinere dorpen. Je wordt niet geconfronteerd met de problemen van de prachtwijken in grotere gemeenten, maar toch… er is in dit land minder reden voor gemopper dan sommige partijleiders, die de onvrede koesteren, ons willen doen geloven. De agenda van de statenvergadering van vandaag bevat een aantal onderwerpen die veel discussie zullen opleveren. Agendapunten zijn onder andere de noodzaak om te bezuinigen en het profiel van het middenbestuur, de mogelijkheid om inpassingsplannen te maken voor windparken en het beëindigen van de pauze voor het aankopen van gronden voor de realisatie van de ecologische hoofdstructuur (EHS).Als vanzelf leiden deze punten je gedachten naar Den Haag. Ze hebben een hoog Haags gehalte. Was het verstandig om het kabinet te laten vallen terwijl we aan de slag moeten met een enorme bezuinigingsoperatie? Misschien toch wel. Om zo’n operatie tot een goed einde te kunnen brengen, moet er vertrouwen bestaan in de regering. Hoewel ik bezield ben van hondentrouw ten opzichte van de PvdA, was ook ik niet
meer erg overtuigd van de slagkracht van Balkenende IV. En nu de rapporten van de 19 ambtelijke commissies er liggen, is duidelijk dat er veel suggesties zijn gedaan maar dat er een kabinet van hoge kwaliteit nodig is om vertrouwenwekkende keuzes te maken. Vanzelfsprekend hoop ik op een kabinetCohen. Als er in de PvdA één persoon is die het vertrouwen zal kunnen winnen van veel mensen in dit land, is hij het.Terug naar de agendapunten die straks de aandacht zullen vragen. Wat mij steeds weer verbaast, is het gebrek aan respect bij veel Gelderse statenleden voor hun eigen taak en mogelijkheden. Neem de windenergie. Dankzij de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening kan de provincie inpassingsplannen voor windparken maken als goed overleg met gemeenten niet leidt tot het gewenste resultaat. Voor Gelderland is de met het Rijk overeengekomen doelstelling 140 megawatt windenergie in 2015. Als dat allemaal in goed overleg moet worden bereikt, zullen we die doelstelling vermoedelijk niet halen. Wij PvdA’ers menen dat we dan het instrument inpassingsplan moeten durven gebruiken. Een monsterverbond van VVD, SP en CDA onder aanvoering van D66 doet daar moeilijk over. Ze willen eerst een structuurvisie windenergie en dan verder zien. Mogelijk worden ze ingehaald door de Crisis en Herstelwet. Toch moeten wij in de vergadering als het even kan zien te bereiken dat de boel niet helemaal op slot gaat. Als dat lukt, kunnen GS verder gaan met het onderzoek naar mogelijkheden voor het realiseren van windparken binnen de zoekzones van het bestaande streekplan. De tijd dringt. Ik rijd Arnhem binnen. We gaan met de fractie overleggen over onze strategie en de actuele politieke situatie. De tijd voor gemijmer is voorbij.
MIJMEREND NAAR ARNHEMMijnke Bosman Statenlid in Gelderland en lid redactie Lokaal Bestuur
ondrwgFoto Nationale Beeldbank
achtrknt
24
PARTIJ VAN DE ARBEID Mensen bezig met hun alledaagse werk, is het fotothema van deze achterpagina.
Foto Nationale Beeldbank
Recommended