View
4
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 1
Hebreeën 1:1
Hebreeën heeft 13 hoofdstukken, 303 verzen, en
16913 woorden. Het kost niet zoveel tijd om dat
allemaal te lezen, maar het zal veel tijd nemen om
alles te bestuderen.
Hebr.1:1 “God, voortijds veelmaal en op
velerlei wijze, tot de vaderen gesproken
hebbende door de profeten, heeft in deze laatste
dagen tot ons gesproken door den Zoon;”
U weet dat het boek niet begint zoals de meeste
brieven in het Nieuwe Testament, door te beginnen
met aan wie de brief is geschreven. Het begint
gewoon. Het boek benaderd met intensiteit het
onderwerp van het volbrachte werk van Christus op
het kruis van Golgotha, en de voorziening voor het
volk Israël om al haar zegeningen te ontvangen.
Het boek Hebreeën is ontworpen om u te laten zien
wat de leer is van wat God op Golgotha heeft
volbracht voor het volk Israël opdat zij hun
beloften en verbonden zouden ontvangen die God
met hen heeft gemaakt.
De manier waarop Israël haar zegeningen ontvangt
is dezelfde manier waarop iedereen iets van God
ontvangt: door het bloed van Jezus Christus. Daar
gaat het boek Hebreeën over, teneinde om dat te
doen. Hebreeën zet het Oude verbond tegenover het
Nieuwe verbond. Het oude programma tegenover
het nieuwe. Mozes over het oude en Christus over
het nieuwe verbond. Dat is het contrast dat u ziet, u
ziet nooit, zover ik kan ontdekken, dat hij zegt: we
gaan van het Oude verbond naar programma van
het geheimenis, naar de bedeling van de genade,
van het Lichaam van Christus. Dat zie je nooit in
Hebreeën.
Sommige mensen nemen Hebreeën en proberen het
toe te passen op het lichaam van Christus, voor ons,
omdat het over het bloed spreekt, en omdat het
teruggaat naar het Oude Testament. Het zou helpen
om de typologie daarvan te begrijpen en
interpreteren.
Alles wat geschreven is in het Oude Testament is
geschreven aan en over Israël. Alle ceremoniën,
rechten die ze hadden, maar de leer die hij leert aan
Israël gaat niet over onze leer vandaag. Maar gaat
over eertijds, en over de toekomende eeuwen in het
Koninkrijksprogramma, en bereid hen voor om
hen dit nieuwe programma aan te nemen.
Hebreeën kijkt niet naar Golgotha vanuit ons
perspectief als heidenen, leden van het lichaam van
Christus. Het kijkt vanuit Israëls perspectief. Als u
wilt weten wat ons perspectief is ga dan naar het
boek Romeinen. Romeinen is het grootste boek van
de Bijbel om uit te leggen wat God deed op
Golgotha.
Ik ontmoette een Bijbelleraar, een broeder die zei
dat Hebreeën Paulus' grootste boek was over het
kruis. En ik dacht wow, misschien heeft hij een
ander boek in zijn Bijbel dan ik, maar ik denk dat
het Romeinen is! Het is zo gemaakt in zijn
fundamentele informatie voor ons, zoals Hebreeën
dat is voor Israël en de besneden gelovigen, het is
fundamenteel materiaal voor hen.
Als het boek Hebreeën begint met: God voortijds
veelmaals… Hij maakt het contrast tussen het oude
en het nieuwe. De wet kwam door Mozes en de
genade door Jezus Christus, daar begint hij het
boek mee, hij laat direct zien hoeveel beter de
Heere Jezus Christus is en de dingen die Hij heeft
gedaan en die door Hem komen dan iets anders.
Dat zien we in de eerste 10 hoofdstukken van het
boek.
Het boek zegt niet aan wie het geschreven is, het
zegt niet: van die en die aan die en die, het begint
gewoon. Maar het is niet moeilijk om uit te vinden
aan wie het boek geschreven is. Tot de vaderen…,
dat is Israël, God sprak eertijds niet tot de heidenen,
Hij sprak tot de vaderen, het volk Israel.
Psalm147:18 “Hij zendt Zijn woord, en doet ze
smelten; Hij doet Zijn wind waaien, de wateren
vloeien henen.”
Als u niet houdt van recht snijden, van het
onderscheid dat God maakt in Zijn Woord, dan zult
u nooit de Bijbel begrijpen en de positie die Hij aan
het volk Israël geeft in de Bijbel. Ik las afgelopen
week een boek, ik lees veel, mensen zeggen soms
je leest te veel maar ik lees een boek per dag als het
zou lukken, 2,3 per week Als mijn vrouw
boodschappen doet in het winkelcentrum, kijk ik,
lees ik in de boeken, er zijn ook christelijke
boekwinkels. Ik las een boek van iemand die zeer
tegen recht snijden was, hoe slecht het was, hoe
verschrikkelijk het is als mensen dat doen…hoe
God Israël opzij heeft gezet en wij daarvoor in de
plaats zijn gekomen…, en ik dacht: dat is wat de
meerderheid van het christendom gelooft, daar
komt de wanorde van, denk daar maar eens over na.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 2
Psalm 147:19,20 “Hij maakt Jakob Zijn
woorden bekend, Israel Zijn inzettingen en Zijn
rechten.” “Alzo heeft Hij geen volk gedaan; en
Zijn rechten, die kennen zij niet. Hallelujah!”
Vers 20 eindigd met halleluja, dat is vreemd niet?
Israël prees God, zij verheugden zich in het feit dat
God eertijds sprak tot de vaderen, tot wie sprak Hij:
tot Israël, door de profeten, God sprak, prijst God
daarvoor! Hij gaf Zijn Woord, Zijn oordelen,
mededelingen.
Ga met mij naar Mattheüs 15: en Romeinen 15:8.
Het is niet moeilijk om te begrijpen aan wie het
boek Hebreeën is geschreven, eertijds sprak God
tot Israël. God sprak door Zijn Zoon, tot wie sprak
Zijn Zoon? Jezus Christus was een dienaar van de
besnijdenis, eertijds ging God met mensen om op
grond van besneden en onbesneden, en toen Jezus
Christus kwam, kwam Hij voor de besnedenen, dat
lezen we in Mattheus tot en met Johannes. In Zijn
aardse bediening, als een profeet sprak Hij voor en
als God tot de besnijdenis. Dus als hij in Hebr.1:1
spreekt hoeft er geen onduidelijkheid te zijn tot wie
Hij hier spreekt. Dus het is makkelijk te begrijpen
waarom het boek Hebreeën heet!
U heeft Romeinen tot Filemon gelezen, Paulus'
brieven, heiden dit, heiden dat, gemeente hier,
gemeente daar… en dan ineens: bang!! Er is iets
veranderd! Als u uit Paulus' brieven komt en
overgaat naar het boek Hebreeën, lijkt het wel of u
tegen een stenen muur rijdt, waarom? Dat is precies
wat u doet: er is daar een muur, God zet die
middelmuur des afscheidsels terug, omdat Hebr.
aan de orde komt is de middelmuur er ook weer.
Als u Hebr. bereikt na Paulus' brieven breekt u uw
nek. Wat u moet doen is begrijpen aan wie het boek
geschreven is en waar het over gaat, zodat u ziet
waar het past in het programma (zie schema).
Hebreeën past in de ‘grote verdrukkings’ boeken
voor de gelovigen uit de besnijdenis.
Mattheus 15:24 “Maar Hij, antwoordende,
zeide: Ik ben niet gezonden, dan tot de verloren
schapen van het huis Israels.”
Dat is duidelijk! Ik ben niet gezonden, we gaan
terug naar Matth.10, u zult nooit dit gedeelte
begrijpen als u het Woord niet recht snijdt! Ik moet
denken aan wat een man op de radio zei: hij
probeerde over Handelingen uit te leggen wie de
Samaritanen waren. Hij zei dat Petrus en de
apostelen in de eerste 8 hoofdstukken een stelletje
racisten waren, en ik dacht: Wat?! Mensen die vol
zijn van de Heilige Geest en vol geloof zijn een
stelletje racisten…! Bevooroordeelden tegen de
Samaritanen en daarom gingen ze er niet heen? De
reden waarom ze niet naar de Samaritanen gingen
was dat ze verstrooid werden, ze spraken tot dan
alleen tot de Joden. De reden is: zij verstonden het
programma en het bevel dat Christus hun had
gegeven. Ze volgden de bevelen van de Heere
Jezus Christus.
Mattheus 10:5 “Deze twaalf heeft Jezus
uitgezonden, en hun bevel gegeven, zeggende:
Gij zult niet heengaan op den weg der heidenen,
en gij zult niet ingaan in enige stad der
Samaritanen.”
Is de Heere hier een bevooroordeelde God? Nee, er
is hier iets geestelijks gaande :6, God maakte een
verbond met Abraham, dat in zijn zaad alle volken
gezegend zullen worden, als God de aarde wilde
zegenen in het profetische programma, zei Hij: hier
is het verbond, het contract: door Israël zullen alle
volken gezegend worden! Wat moet er gebeuren?
Israël moet gered worden, verlost en gezegend
zodat zij de zegening naar iemand anders kunnen
brengen. God zegt niet dat Israël goed is in
zichzelf, zij zijn zondaars door Adam als u en ik.
Hij zei: Ik ga u verlossen en de verlossing gaat door
jullie naar alle anderen, Israël is het kanaal.
Christus kwam om het kanaal klaar te maken, en
Israël verlossen om hen te maken tot hetgeen
waarvoor God hun had gekozen, dat gebeurd hier.
Dus in Hebr.1:1 spreekt God tot Israël, we weten
nu aan wie het boek geschreven is. Ga nu met mij
naar:
Genesis 14:13 “Toen kwam er een, die
ontkomen was, en boodschapte het aan Abram,
den Hebreer, die woonachtig was aan de
eikenbossen van Mamre, den Amoriet, broeder
van Eskol, en broeder van Aner, welke Abrams
bondgenoten waren.”
De eerste keer dat iemand een Hebreeër wordt
genoemd is Abraham, hij is de eerste Hebreeër. Het
woord Hebreeër komt van: hij die is overgestoken
(Hebreeuws:avar) en dat had Abraham gedaan, God
zet Abraham apart, met als teken de besnijdenis, hij
kwam van de andere kant en trok de middelmuur
op.
Jeremia 34:9 “Dat een iegelijk zijn knecht, en
een iegelijk zijn maagd, zijnde een Hebreer of
een Hebreinne, zou laten vrijgaan; zodat
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 3
niemand zich van hen, van een Jood, zijn
broeder, zou doen dienen.”
In tegenstelling tot wat u hoort in het zondagse
circuit is een Hebreeër een Jood, en een Jood is een
Hebreeër. Jeremia gebruikt Jood en Hebreeër onder
inspiratie van de Heilige Geest door elkaar met de
zelfde betekenis. Als iemand zegt dat een Jood
alleen een afstammeling is van de stam Juda klopt
dat niet. Als Jezus in Johannes 4:22 zegt dat de
zaligheid uit de Joden is en wat later dat Hij alleen
kwam voor de verloren schapen van het huis
Israëls, bedoelt Hij dezelfde mensen. Als wij dus
spreken over dat Hebreeën is geschreven aan de
Hebreeën, dan betekend het dat Hebreeën is
geschreven voor de Joden, uit welken de zaligheid
is.
Abraham had twee zonen, wie waren zij? Izak en
Ismaël. God zei: Ik wil Ismaël niet, Ik wil Izak.
Izak had een zoon: Ezau en Jakob, wie wilde God:
Jakob, Ik wil Ezau niet. Dus Hij nam Abraham,
Izak en Jakob. Jakob heeft 12 zonen en die twaalf
zonen worden de twaalf stammen waar het volk uit
bestaat. Één van de zonen is Juda, uit Juda komt
David en de Heere Jezus Christus. De mensen van
die lijn worden Hebreeën genoemd. We noemen ze
Joden, daar gaat het boek Hebreeën over.
Hebreeën 3:1 “Hierom, heilige broeders, die der
hemelse roeping deelachtig zijt, aanmerkt den
Apostel en Hogepriester onzer belijdenis,
Christus Jezus;”
Als hij spreekt over heilige broeders, die der
hemelse roeping deelachtig zijn, moet u begrijpen
dat als we het volk Israël bestuderen dat er in het
volk verschillende onderscheiden geestelijke
groepen mensen zijn.
Er is de hele groep, het volk -de wijnstok- Ik
plantte een wijngaard in Juda… Er zijn vier bomen
die geassocieerd zijn met het volk Israël, één van
hen is de wijnstok, hij vertegenwoordigd het leven
van het volk, Israël als een volk. De wijnstok stelt
het nationale leven van Israël voor. Maar in dat
volk is een andere groep, een kleine kudde van
gelovigen, het gelovig overblijfsel, zij zijn de
heilige broeders. In Mat.-Joh. worden deze mensen
de kleine kudde genoemd.
Jesaja 26:1,2 “Te dien dage zal dit lied gezongen
worden in het land van Juda; Wij hebben een
sterke stad, God stelt heil tot muren en
voorschansen.” “Doet de poorten open, dat het
rechtvaardige volk daarin ga, hetwelk de
getrouwigheden bewaart.”
Als u het over Israël heeft is het belangrijk om te
weten dat u te maken heeft met sommige die
gelovig zijn en anderen die ongelovig zijn. Het
boek Hebreeën is geschreven in het licht van die
tegenstelling. Het rechtvaardige volk dat de
getrouwheid bewaart…
Romeinen 10:19 “Maar ik zeg: Heeft Israel het
niet verstaan? Mozes zegt eerst: Ik zal ulieden
tot jaloersheid verwekken door degenen, die
geen volk zijn; door een onverstandig volk zal ik
u tot toorn verwekken.”
Deze mensen stelden niets voor in Israël, geen
onderdeel van de hiërarchie, de leiders,
hogepriesters enz. totdat Johannes de Doper begint
te prediken: Bekeert u want het Koninkrijk der
hemelen is nabij. En in Mattheus 4 spreekt over
mensen die in duisternis zaten en een groot licht
zien, en Hij begint door de prediking van Joh. de
doper Israël te roepen, een groep van gelovigen in
Israël, ze worden geïdentificeerd als het gelovig
overblijfsel, de kleine kudde van een rechtvaardig
volk- hier een onverstandig volk- de prediking van
het kruis is dwaasheid voor wie?
Voor die verloren gaan. Die mensen daar keken
naar die mensen en zij lachen en zeggen: vervangen
zij ons…?! Denk je dat dat Israël is? Wij hebben de
tempel, wij hebben de priesters, wij hebben de
ceremonies, de tradities, en die…. laat me niet
lachen. Deze mensen leken dwaas, maar is dat
meestal niet zo, in elke tijd, denk aan Noach.
Als Christus in u leeft bent u (2 Kor.2:15,16) voor
de één een geur ten leven en voor de ander ten
dode. Daar kun je niets aan doen, dat draag je uit.
Hier in het begin van Christus aardse bediening en
de manier waarop ze met elkaar geïdentificeerd
worden in deze kleine kudde, te beginnen met Joh.
De Doper is dat niet fascinerend?
De Nieuw Testamentische kerk begon in het Oude
Testament en het was een joodse baptistenkerk, de
deur was waterdoop. Ik vertelde u hoeveel kerkelijk
mensen dit geloven, en het klinkt gek maar het
meeste wat ze geloven en doen is dat ze wat uit de
bijbel halen en het is schriftuurlijk maar niet recht
gesneden. Niet dat het niet schriftuurlijk is, de fout
is dat het niet volgens de bedelingen is.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 4
Dit gelovig overblijfsel, het dwaze volk word
gevormd door de prediking van Joh. de doper, de
doop tot vergeving van zonden, dit is het
rechtvaardige volk. De Heere Jezus Christus wordt
gekruisigd, begraven en staat weer op, gaat naar de
hemel en de Heilige Geest wordt gezonden naar
deze mensen hier. Deze mensen zijn de heilige
broeders, apart gezet. God heeft een doel met ze en
daarvoor zijn ze apartgezet. Het oordeel van de
grote verdrukking komt eraan en daarin raken ze
verzeild en ze worden verstrooid.
Exodus 19:3-6 “En Mozes klom op tot God. En
de HEERE riep tot hem van den berg, zeggende:
Aldus zult gij tot het huis van Jakob spreken, en
den kinderen Israels verkondigen:” “Gijlieden
hebt gezien, wat Ik den Egyptenaren gedaan
heb; hoe Ik u op vleugelen der arenden
gedragen, en u tot Mij gebracht heb.” “Nu dan,
indien gij naarstiglijk Mijner stem zult
gehoorzamen, en Mijn verbond houden, zo zult
gij Mijn eigendom zijn uit alle volken, want de
ganse aarde is Mijn;” “En gij zult Mij een
priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk zijn.
Dit zijn de woorden, die gij tot de kinderen
Israels spreken zult.”
1Petrus 2:9 “Maar gij zijt een uitverkoren
geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig
volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt
verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de
duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar
licht;”
Ik droeg u op arendsvleugels en bracht u tot
Mijzelf: zette u apart over de rivier de Jordaan,
God maakte een scheiding tussen het volk Israël en
Egypte, een type van de wereld en dat deed Hij
door de doop in de zee, de doop onder Mozes en de
wolk. Een priesterlijk koninkrijk…. Als Jezus
Christus terugkomt en Zijn Koninkrijk vestigt zijn
deze mensen de dienstknechten van God en
priesters, zij zullen het koninkrijk beërven. Dit is de
heilige, apartgezette groep.
We gaan terug naar Hebreeën 3:1. Christus is in de
hemel en Hij komt terug, het gaat over het
Koninkrijk der hemelen, niet omdat het de hemel
op aarde is, maar omdat het een Koninkrijk is dat
uit de hemel komt op de aarde.
De hemelse roeping: Christus in de hemel roept uit
het afvallige Israël een groep mensen, die degenen
zijn die dit Koninkrijk zullen ontvangen. We gaan
naar hoofdstuk 11. De terminologie is hier zo dat
als u het verschil niet begrijpt tussen dit programma
hier en het lichaam van Christus, snap je er niets
van.
Hebr.11:8-10 “Door het geloof is Abraham,
geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te
gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel
ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet
wetende, waar hij komen zou.” “Door het geloof
is hij een inwoner geweest in het land der
belofte, als in een vreemd land, en heeft in
tabernakelen gewoond met Izak en Jakob, die
medeerfgenamen waren derzelfde belofte.”
“Want hij verwachtte de stad, die fondamenten
heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God
is.”
Abraham keek uit naar een stad die God zou
bouwen, waar zal die stad zijn? :14-16 op de aarde!
Een hemelse stad die God Zelf zal bouwen voor
Abrahams nageslacht. Deze planeet was het
originele commandocentrum van de originele
schepping, daarom is deze kleine planeet de enige
plaats waar mensen leven. De plaats waar God Zelf
kwam in de vorm van een schepsel. De reden
waarom het hier gebeurde is omdat het strijdtoneel
in het universum van het satanische conflict van
Gods doel en programma hier is. Hier is het
commandocentrum van het universum, en in de
toekomst zal het dat weer zo zijn, de troon van
regering van de almachtige God, de regering van
dit universum, zal zijn in Jeruzalem, de plaats waar
Hij Zijn troon zal zetten. Dus een hemelse stad
gebouwd door God op de aarde.
Hebreeën 1 is dus geschreven aan die kleine groep
gelovigen. Kijk ook nog even naar:
Hebr.12:25-28 “Ziet toe, dat gij Dien, Die
spreekt, niet verwerpt; want indien dezen niet
zijn ontvloden, die dengene verwierpen, welke
op aarde Goddelijke antwoorden gaf, veelmeer
zullen wij niet ontvlieden, zo wij ons van Dien
afkeren, Die van de hemelen is;” “Wiens stem
toen de aarde bewoog; maar nu heeft Hij
verkondigd, zeggende: Nog eenmaal zal Ik
bewegen niet alleen de aarde, maar ook den
hemel.” “En dit woord: Nog eenmaal, wijst aan
de verandering der bewegelijke dingen, als
welke gemaakt waren, opdat blijven zouden de
dingen, die niet bewegelijk zijn.”“Daarom, alzo
wij een onbewegelijk Koninkrijk ontvangen, laat
ons de genade vast houden, door dewelke wij
welbehagelijk Gode mogen dienen, met eerbied
en godvruchtigheid.”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 5
Wat deze mensen ontvangen is een Koninkrijk, Hij
brengt het mee als Hij komt:
Lukas 19:12 “Hij zeide dan: Een zeker
welgeboren man reisde in een ver gelegen land,
om voor zichzelven een koninkrijk te ontvangen,
en dan weder te keren.”
Hebr.1:1 Dit gaat terug naar Genesis 1 waar God
sprak, en God sprak, dat er zij… God sprak, dat
vind ik wonderbaar, een stille God mensen is een
onbekende God. Als God niet had gesproken zou u
Hem niet kennen. En God is niet stil. Daarom is dit
boek, de Bijbel zo belangrijk, want het is wat God
zegt.
In vers 6 staat : …zegt Hij! :7 zegt Hij… :8 zegt
Hij… God praat, Hij spreekt. Hij maakt Zijn wil,
doel bekend en wat Zijn verlangens zijn. Als u het
boek Hebreeën bestudeert is het fascinerend om te
zien hoe vaak, daar waar God spreekt en Zijn
Woord aan mensen geeft, in Hebreeën de schrijver
een leer aan een paar woorden uit de schrift
ophangt.
Zoals wat we net lazen in Hebr.12:26 een aanhaling
uit Haggai, Nog éénmaal…waar heeft hij het daar
over? Hij neemt die woorden en leert hen daaruit.
Bijbelschrijvers vertrouwen soms op de autoriteit
van één woord, één frase in Gods Woord. Niet een
idee, misschien moet het zo vertaald worden, of zo,
of zus of zo. Weet u wie dat deed? Satan in Gen.3:1
heeft God gezegd? En u weet wat er toen gebeurde.
Dus u moet niet verbaasd zijn als u één woord
bestudeert in de Bijbel, dat dat uw hele leven kan
veranderen. Zo is het Woord van God.
1 Johannes 5:7,8 “Want Drie zijn er, Die
getuigen in den hemel, de Vader, het Woord en
de Heilige Geest; en deze Drie zijn Een.” “En
drie zijn er, die getuigen op de aarde, de Geest,
en het water, en het bloed; en die drie zijn tot
een.”
Dit is een vers dat de nieuwe bijbelvertaling
weglaat, dit is de leer van de Drieeënheid, er zijn er
drie: Vader, Zoon, Heilige Geest. Hebr.1:1 zegt dat
God op velerlei wijzen, verschillende manieren,
eertijds heeft gesproken tot de vaderen. God de
Vader sprak, maar het is ook waar dat de Zoon
eertijds sprak tot Israël en ook dat God de Heilige
Geest sprak, dat weten we uit Hebr.3:7 dat is een
aanhaling uit de Psalmen, wie sprak in de Psalmen?
De Heilige Geest. Er zijn veel verzen zoals deze.
De Heere Jezus sprak ook eertijds in:
1 Korinthe 10:9 “En laat ons Christus niet
verzoeken, gelijk ook sommigen van hen
verzocht hebben, en werden van de slangen
vernield.”
Numeri 21:8 “En de HEERE zeide tot Mozes:
Maak u een vurige slang, en stel ze op een
stang; en het zal geschieden, dat al wie gebeten
is, als hij haar aanziet, zo zal hij leven.”
In het boek Hebreeën zoeken we veel verzen op.
Wie is de Heere daar? 1 Kor.10:9 zegt dat het de
Heere Jezus Christus was. En in Num21:8 zegt de
HEERE, dat is Jehovah tot Mozes… dan is dat God
de Zoon. God de Vader wordt Jehovah genoemd in
het Oude testament maar ook de Zoon wordt
Jehovah genoemd.
Genesis 19:23,24 “De zon ging op boven de
aarde, als Lot te Zoar inkwam.”“Toen deed de
HEERE zwavel en vuur over Sodom en
Gomorra regenen, van den HEERE uit den
hemel.”
Hier zijn ze Beiden in één vers. Soms is Jehovah
een verwijzing naar God de Vader en soms naar
God de Zoon. Jehovah's getuigen zeggen: ik aanbid
de Grote God, Jehovah, Jezus is de Kleine God. De
HEERE deed zwavel en vuur over Sodom en
Gomorra regenen, van den HEERE…! Eén is de
Vader en de ander is de Zoon.
Jesaja 53:10 “Doch het behaagde den HEERE
Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem krank
gemaakt; als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer
gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal
de dagen verlengen; en het welbehagen des
HEEREN zal door Zijn hand gelukkiglijk
voortgaan.”
Zacharia 12:1 “De last van het woord des
HEEREN over Israel. De HEERE spreekt, Die
den hemel uitbreidt, en de aarde grondvest, en
des mensen geest in zijn binnenste formeert.”
Goede verzen tegen Jehovah’s getuigen!
Zach.12:1,2,3,4,6,10 Ik, Jehovah. :10 zij zullen Mij
aanschouwen Dien zij doorstoken hebben… Waar
hebben zij Jehovah doorstoken? Aan het kruis! God
de Zoon. Jes.53:10 doch het behaagde de HEERE
Hem te verbrijzelen. Hem is Christus, wie
verbrijzeld? Jehovah. Jehovah verbrijzeld Jehovah.
Dus als God in Hebr.1:1 zegt dat Hij op vele
manieren sprak, deed Hij dat door de Vader en de
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 6
Zoon en de Geest, tot Israël. Het boek Hebreeën zet
al die dingen die gesproken zijn tot de vaderen in
contrast met één volle, complete openbaring aan
Israël hier in het Nieuwe verbond door Christus. De
woorden die Christus sprak zijn de woorden die de
Vader Hem gaf om te spreken, in de kracht van de
Geest van God. Nu denkt u: waren we maar nooit
begonnen aan Hebreeën is het niet? Het is nog maar
het begin…..
Voor we verder gaan geef ik u een overzicht van
het boek:
De eerste 10 hoofdstukken zijn leer.
U ziet de superioriteit van Christus over het Oude
verbond, de superioriteit van het werk aan het
kruis. Hun geloof is gebaseerd op beter materiaal
dan het Oude verbond, beter dan wat Mozes hun
gaf, beter dan iets daarvoor.
Hoofstuk 11-13 zijn praktische vermaningen om
vol te houden en door te gaan in het geloof.
Ik geef u drie verdelingen in de leer:
-in hoofdstuk 1 ziet u de glorie van de Heere Jezus
Christus als de Zoon van God.
-in hoofdstuk 2:1 tot 4:13 ziet u Hem als de Zoon
des mensen.
-in hoofdst.4:13 tot hoofdst.10 ziet u Hem als de
grote Hogepriester.
-in hoofdst.5 ziet u hét punt van het boek
Hebr.5:8,9. Maar omdat ze traag zijn om te horen
pikken ze het niet op, ze moeten het priesterschap
van Christus waarderen, niet teruggaan naar het
Mozaischepriesterschap, ze moeten verdergaan. In
de volmaking van wat Christus heeft volbracht op
het kruis van Golgotha voor hen.
-in hoofdst.8:1 zie je een sleutel, het punt in de
Psalm is en wat hij deze mensen in Hebr. wil leren
gaat over het priesterschap van Christus. Wij
hebben de echte priester! Hij zit aan de
rechterhand van de Vader in de hemel. Niet de
schaduwen, typen .
Dus als u Hebreeën bestudeerd vindt u de
algenoegzaamheid van Christus, en wat Hij heeft
volbracht aan het kruis van Golgotha voor Israël en
om hun programma tot stand te brengen. Net als
Romeinen voor ons. Hij legt uit wat er op Golgotha
gebeurde. Voor de leden van het lichaam van
Christus. In Hebreeën legt hij dat uit voor de
Hebreeën in de toekomende eeuw. Daar passen de
leren bij elkaar.
Hebr.1:1 God… Als mensen willen weten wie het
boek Hebreeën heeft geschreven verteld het eerste
woord u dat. U kunt uw eigen meningen
overtuigingen argumenten etc hebben, het punt is
dat God het schreef. En als God vond dat u meer
moest weten dan dat zou Hij u dat verteld hebben.
De mensen die het boek kregen wisten het wel, Hij
was niet anoniem voor hen, maar God wil dat wij
begrijpen dat Hij het deed. Hebr.1:1-4 vatten het
leerstellige gedeelte samen van het boek. Het
contrast tussen wat God eertijds deed en de
heerlijkheid van wat Christus in het nieuwe
verbond deed. Christus heeft een erfenis, een naam
boven alle naam verkregen(:4).
God sprak, en het is wonderbaar dat God spreekt.
De Godheid spreekt, en als God niet had gesproken
hadden we niets van Hem geweten. U kunt door te
zoeken niets van Hem vinden, als Hij niet van
Zichzelf had verteld was u nog blanco, en Hij heeft
over Zichzelf gesproken, daar gaat dit Boek over,
dat Boek is Gods Woord, God openbaart Zichzelf
en Hij heeft gesproken. In Genesis 1:3 zegt God:
daar zij licht en God zeide… en God zeide…
Zonder dat God sprak zou er geen openbaring zijn.
Dus de Godheid spreekt, onze God is geen afgod
die ergens staat en niets kan zeggen. De God van de
Bijbel is een God van openbaring.
Hebreeën 1:1-3
Hebr.1:1 “God, voortijds veelmaal en op
velerlei wijze, tot de vaderen gesproken
hebbende door de profeten, heeft in deze laatste
dagen tot ons gesproken door den Zoon;”
Hebr.1:1 veelmaal en op velerlei wijze…
Veelmaals, een oud, maar goed woord. Allerlei
verschillende dingen op een plank b.v. in een
winkel. Velerei wijze: verschillende tijden en op
verschillende manieren. Eertijds sprak God door de
profeten, u weet wie de vaderen waren?
Psalm 147:19 “Hij maakt Jakob Zijn woorden
bekend, Israel Zijn inzettingen en Zijn
rechten.”
Rom.2:14,17,18 “Want wanneer de heidenen,
die de wet niet hebben, van nature de dingen
doen, die der wet zijn, deze, de wet niet
hebbende, zijn zichzelven een wet;” “Zie, gij
wordt een Jood genaamd en rust op de wet; en
roemt op God,” “En gij weet Zijn wil, en
beproeft de dingen, die daarvan verschillen,
zijnde onderwezen uit de wet;”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 7
Tot wie spraken de profeten? Dat is niet zo moeilijk
uit te vinden! Tot Israël. God sprak tot ons…
Hebr.1:2 wie zijn ons? Rom.2 de heidenen die de
wet niet hebben… aan wie gaf God de wet? Aan
Israël. Rom3:2 aan hen zijn de Woorden Gods
toebetrouwd.
Terug naar Hebr.1, het is duidelijk dat God eertijds
door de profeten sprak en Hij spreekt over Israël. In
deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon,
ons=Israël. Rom.15:8 Jezus Christus was een
dienaar van de besnijdenis in Mat.-Joh. Zo zijn de
woorden van Hebr. de woorden van Jezus Christus
tot het volk Israël.
Er wordt hier een contrast gemaakt, de openbaring
die God door de profeten gaf was een gedeeltelijke
openbaring, die was incompleet, was
voortschreidend gegeven, Hij gaf wat en daarna gaf
Hij wat meer, dus was hetgeen Hij daarvoor gaf
niet alles. Zo communiceert Hij voortschreidend
met hen de informatie. Het contrast is dat in deze
laatste dagen Hij tot ons sprak in de Zoon, en het
spreken door de Zoon is superieur boven de
profeten, want als de Zoon spreekt is dat het laatste
Woord.
Johannes 4:25 “De vrouw zeide tot Hem: Ik
weet, dat de Messias komt (Die genaamd wordt
Christus); wanneer Die zal gekomen zijn, zo zal
Hij ons alle dingen verkondigen.”
Want als de Messias komt zal er niets meer nodig
zijn in het profetische programma, want Hij komt
en geeft de laatste openbaring. Met andere woorden
als Hij komt brengt Hij de openbaring met alle
informatie.
Johannes 15:15 “Ik heet u niet meer
dienstknechten; want de dienstknecht weet niet,
wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden
genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader
gehoord heb, dat heb Ik u bekend gemaakt.”
Christus spreekt tot Zijn discipelen in de opperzaal
voor Hij sterft. Een situatie van completering. Dit
gedeelte staat aan het hoofd van de Hebreeuwse
brieven. Toen ik Hebreeën introduceerde vertelde
ik dat Hebreeën tot en met Openbaring één unit
vormt. Zoals ook Mattheus tot en met Johannes, en
Romeinen tot en met Filemon. De reden waarom
Hebreeën zo begint is dat het niet alleen voor het
boek Hebreeën is maar voor de hele unit (Hebr.-
Openb.) Christus spreekt tot deze besnijdenis
schrijvers en completeert de informatie voor hen,
tot een complete vorm.
Hebr.1:1 deze laatste dagen:
Genesis 49:1 “Daarna riep Jakob zijn zonen, en
hij zeide: Verzamelt u, en ik zal u verkondigen,
hetgeen u in de navolgende dagen wedervaren
zal.”
Door heel de Bijbel heen is de laatste dagen een
verwijzing naar de redding en zegening van Israël
als zij haar Koninkrijk ingaat, het wordt altijd
geassocieerd met het koninkrijksprogramma en de
komende Messias Die Zijn Koninkrijk vestigt. Als
u hier over deze laatste dagen leest dan is dat meer
dan de grote verdrukking maar de redding tot in het
Koninkrijk voor Israël. Dus u heeft het over de
groteverdrukking context of een koninkrijk ingaan
context. Het doel van de profetie. Wat Jakob hier
doet in Gen.49 hij geeft een profetie van elk van
zijn zonen met een verwezenlijking als ze het
Koninkrijk in zullen gaan.
Jesaja 2:2-4 “En het zal geschieden in het laatste
der dagen, dat de berg van het huis des
HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der
bergen, en dat hij zal verheven worden boven
de heuvelen, en tot denzelven zullen alle
heidenen toevloeien.” “En vele volken zullen
heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot
den berg des HEEREN, tot het huis van den
God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen,
en dat wij wandelen in Zijn paden; want uit
Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord
uit Jeruzalem.” “En Hij zal rechten onder de
heidenen, en bestraffen vele volken; en zij
zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun
spiesen tot sikkelen; het ene volk zal tegen het
andere volk geen zwaard opheffen, en zij zullen
geen oorlog meer leren.”
Als u alle referenties van de laatste dagen nakijkt
en vergelijkt, krijgt u ook een idee van het boek
Hebreeën, die zich in de laatste dagen bevinden.
Het boek Hebreeën is niet voor mensen die zich in
de bedeling van genade bevinden. Het is bedoelt
voor mensen in de toekomst. Jes.2:2-4 Wanneer zal
dat gebeuren? Deze tekst staat op een UN gebouw
op Manhattan island… Doen ze dat in the UN?
Andersom: ploegscharen in wapens… Dit is in het
Koninkrijk!
Micha 4:1 “Maar in het laatste der dagen zal
het geschieden, dat de berg van het huis des
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 8
HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der
bergen; en hij zal verheven zijn boven de
heuvelen, en de volken zullen tot hem
toevloeien.”
Het Koninkrijk wordt gevestigd, zie vers 7. Dit
gebeurt in de laatste dagen.
Hebr.2:5 “Want Hij heeft aan de engelen niet
onderworpen de toekomende wereld, van welke
wij spreken.”
Hebreeën spreekt over de toekomst :
Hebr.12:25-29 “Ziet toe, dat gij Dien, Die
spreekt, niet verwerpt; want indien dezen niet
zijn ontvloden, die dengene verwierpen, welke
op aarde Goddelijke antwoorden gaf, veelmeer
zullen wij niet ontvlieden, zo wij ons van Dien
afkeren, Die van de hemelen is;” “Wiens stem
toen de aarde bewoog; maar nu heeft Hij
verkondigd, zeggende: Nog eenmaal zal Ik
bewegen niet alleen de aarde, maar ook den
hemel.” “En dit woord: Nog eenmaal, wijst aan
de verandering der bewegelijke dingen, als
welke gemaakt waren, opdat blijven zouden de
dingen, die niet bewegelijk zijn.”“Daarom, alzo
wij een onbewegelijk Koninkrijk ontvangen, laat
ons de genade vast houden, door dewelke wij
welbehagelijk Gode mogen dienen, met eerbied
en godvruchtigheid.” “Want onze God is een
verterend vuur.”
God spreekt door Zijn Zoon :25. Hebreeën is
bedoelt voor degenen die in die tijdsperiode leven.
Iemand zegt: wat dan met 2Tim.3:1? Paulus
spreekt ook over de laatste dagen. Maar dat zijn de
laatste dagen van de bedeling van genade. Is dat
dan niet hetzelfde? De laatste dagen van de
bedeling van genade zijn een schaduw van de
laatste dagen van de profetie. Maar kijk ook wat 2
Tim.3 zegt dat er zware tijden zullen komen,
Paulus bezag zichzelf niet als iemand die al in de
laatste dagen leefde, in dat vers zijn de laatste
dagen ook toekomst.
In Hebr. 1:1 zijn die mensen in de laatste dagen. Er
is een verschil tussen de laatste dagen van profetie
en de laatste dagen van de bedeling van genade.
Hebreeën is bedoeld voor mensen in de laatste
dagen van profetie. Dus direct als je in het boek
begint is het Joods, het is het woord van de Heere
Jezus Christus tot het volk Israël en het heeft te
maken met het profetische programma. Je hebt nog
geen vers gelezen en je bent al in die context. Dus
als u het boek begint te lezen kijk dan naar de
instructies die u duidelijk vertellen: dit gaat niet
over de bedeling van genade en over het lichaam
van Christus, het gaat over Gods doel en
programma in Christus voor het volk Israël. Dus
wij laten het waar het thuishoort, volgens de
bedelingen.
Hebreeën 1:2 “Welken Hij gesteld heeft tot een
Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de
wereld gemaakt heeft;”
Die Hij gesteld heeft tot Een Erfgenaam van
alles…, en vers 4 als Erfgenaam heeft Hij
uitnemender Naam boven hen geërfd. Tussen de
twee verklaringen over de Erfgenaam ziet u een
beschrijving van de Heere Jezus Christus in Zijn
capaciteiten en in Wie Hij is. Er is een nauwkeurige
uiteenzetting van Zijn onvergelijkbare superioriteit
en Zijn bediening aan ons hier.
En wat hij gaat doen is, Hij gaat het begrip van de
lezer opklaren door de Heere Jezus Christus, de
grondlegger van het Nieuwe verbond, de nieuwe en
levende weg te verhogen.
In hoofdstuk 1 zie u Hem verhoogd als de Zoon
van God. In hoofdstuk 2 ziet u Hem verhoogd als
de Zoon des mensen. Omdat Hij als de Zoon van
God, de Profeet is, de Priester en de Koning van
Israël. Als Zoon des mensen brengt Hij deze
Goddelijke kwaliteiten ( zie boven) in actie voor
Israël, voor ons. Dus de eerst twee hoofdstukken
focussen op Wie Christus is in Zijn Persoon en
daarna begint het spreken over het punt van Zijn
plaatsvervangende offer op Golgotha.
Het probleem dat de Hebreeën hier hebben is, we
zien het door het hele boek heen, ze gaan terug naar
de wet van Mozes, naar het Oude verbond, ze
worden daartoe verleid. En hij probeert een
motivatie te geven om door te gaan naar het
Nieuwe verbond, niet teruggaan , maar verdergaan
met Christus.
En u ziet in de periode van de grote verdrukking,
zoals in het boek Handelingen, dat ze in een unieke
situatie zijn: Ze hebben een tempel, ze hebben de
offers, en een groot aantal van de priesters geloven
en zijn gehoorzaam aan het geloof, een grote
menigte Joden gelooft en is ijverig voor de wet en
het is verleidelijk in de Handelingenperiode om
terug te gaan, maar in de grote verdrukking zal er
opnieuw een tempel gebouwd worden, de antichrist
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 9
zal hem bouwen, hij zal er voor zorgen dat er weer
geofferd wordt, 2000 jaar en meer had Israël een
offerdienst, een tempel en al die dingen zullen weer
opgezet worden.
En deze gelovigen moeten gegrond zijn in de
waarheid dat al die typen en schaduwen het punt
niet zijn, een geweldige verleiding voor hen om
terug te gaan. Ik vertelde u over een orthodoxe
joodse man in Alabama, toen ik daar preekte, hij
had de holocaust overleeft en verstopt gezeten in
Belgie op een zolder. Hij kwam naar de USA, een
geleerde man, fotograaf, gevoelige man. En ik
vroeg hem: en ik beschreef hem wat de antichrist
zou gaan doen in de tempel de offers gaan weer
beginnen etc. Henry vertel mij als al die dingen
weer komen in Jeruzalem zou jij dan als een 20e
eeuwse, nette, geleerde man, daar heen gaan en een
dierenoffer brengen? Hij was ook nog van de
dierenbescherming. Zou je dat werkelijk doen? En
hij dacht even na en zei :Ja! De verleiding om daar
naar toe te gaan.
En die verdrukking komt en zij hebben instructie
nodig, motivatie om door te gaan om met Christus
te blijven, buiten de legerplaats, dus daar praat hij
met hen over.
Let op hoe hij het doet: hij gaat de Here Jezus
verhogen. In dit gedeelte is Hij de Profeet, Gods
spreekbuis, maar Hij is ook de Koning, vers 3 zegt:
het afschijnsel van Zijn heerlijkheid. Dat is de
koninklijkheid van de Koning, jammer als mensen
dat missen, de afstraling: Jezus Christus is
afstraling van Zijn glorie. Christus, die ons leven is
zal verschijnen en wij met Hem, hoe? In
heerlijkheid. Als Jezus Christus verschijnt zal dat
een heerlijke verschijning zijn.
Psalm 67:1 God zij ons genadig en zegene ons;
Hij doe Zijn aanschijn aan ons lichten. Sela.”
Dat betekend niet dat God naar je glimlacht, maar
Zijn heerlijkheid die over je heen schijnt. Weet u
wanneer dat zal gebeuren?
Psalm 80:1-3 “Voor den opperzangmeester, op
Schoschannim; een getuigenis, een psalm van
Asaf. O Herder Israels! neem ter ore, Die Jozef
als schapen leiddet; Die tussen de cherubim zit,
verschijn blinkende.” Wek Uw macht op voor
het aangezicht van Efraim, en Benjamin, en
Manasse, en kom tot onze verlossing.” O God!
breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten,
zo zullen wij verlost worden.”
Hij spreekt hier over Christus Die terugkomt.
Mattheus 25:31 “En wanneer de Zoon des
mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de
heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op
den troon Zijner heerlijkheid.”
Jezus Christus is het Afschijnsel Zijner
heerlijkheid. Als Hij komt dan komt Hij in Zijn
heerlijkheid, en wordt geassocieerd met Zijn
regering als Koning.
Hebr.1:3 “Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel
Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld
Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt
door het woord Zijner kracht, nadat Hij de
reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te
weeg gebracht heeft, is gezeten aan de rechter
hand der Majesteit in de hoogste hemelen;”
Het woord Zijner kracht…
Prediker 8:4 “Waar het woord des konings is,
daar is heerschappij; en wie zal tot hem zeggen:
Wat doet gij?”
Daar is heerschappij… Hij beschrijft Hem hier als
de Koning Hebr. 1:8. Dus Hebreeën beschrijft Hem
als de Profeet en de Koning, maar Hij is ook de
Priester.
Hebr.1:3 nadat… Het tijdselement in de aanstelling
in vers 2 nadat Hij de reinig making onzer zonden
teweeggebracht heeft…gezeten…. Wie zit zoals we
lezen in Hebr.8:1 aan Gods rechterhand van de
troon der majesteit? De Hogepriester,
Hebr.10:12,13 het eens en voor altijd offer is
gebracht en dan gaat Hij zitten. Totdat Hij
terugkomt om Zijn vijanden tot Zijn voetbank te
maken.
Zij moeten de waarde van Zijn werk op Golgotha
begrijpen waar Hij onze zonde gereinigd heeft. Wat
het boek Hebreeën doet is uitleggen wat Christus
bestendig deed, zodat Israël haar zegeningen
ontvangt door het alvoorzienend werk aan het
kruis.
Hebr.1:2-4 Hij is de Schepper, Hij is de Koning,
Hij is de Priester. Hebr.1:5 Hij begint te vertellen
over de Erfenis die Hij zal krijgen, Hij is de
Erfgenaam van alles. Wanneer werd Hij als
Erfgenaam aangesteld? Daarvoor was Hij het nog
niet OK?
Hebr.3:1-2 “Hierom, heilige broeders, die der
hemelse roeping deelachtig zijt, aanmerkt den
Apostel en Hogepriester onzer belijdenis,
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 10
Christus Jezus;”“Die getrouw is Dengene, Die
Hem gesteld heeft, gelijk ook Mozes in geheel
zijn huis was.”
Gesteld… zoals Mozes. Mozes was de Wetgever,
aangesteld van het volk Israël. Op dezelfde manier
was de Heere Jezus aangesteld als Erfgenaam van
alle dingen. In Hebr.1:3 zien we het tijdselement
hiervan: Nadat… enz, de tijd van Zijn aanstelling
heeft te maken met Zijn dood, opstanding en
hemelvaart en Zijn gaan zitten aan de rechterhand
van de Vader, dus met Zijn verhoging door Zijn
werk op Golgotha, Zijn opstanding en zitten aan de
rechterhand van de Vader.
We zien dit punt terug in Lukas 19:12 een
koninkrijk te ontvangen en dan weder te keren! De
Zoon is een aangestelde Erfgenaam van alle
dingen. Door Welken Hij ook de wereld gemaakt
heeft: de reden waarom dat hier staat is: Daar is Hij
Erfgenaam van, hoe gaat Hij dat doen? God komt
het doen, het is Zijn Woord dat hen opbouwt.
Wat maakt Zijn tweede komst mogelijk, al deze
dingen mogelijk? Het feit dat Hij door Zichzelven
de reinigmaking der zonden heeft teweeggebracht.
En Hij zit, het werk is gedaan, klaar. En Israël moet
de manier begrijpen hoe zij hun zegeningen kunnen
ontvangen in het Koninkrijk, door het kruis, een
absolute, complete voorziening die God voor hen
heeft gemaakt. Begrijpt u? Hij is gesteld, gemaakt,
een status die Hij verdiende, door het werk dat Hij
deed.
Hebreeën 1:4-14
Hebr.1:4 “Zoveel treffelijker geworden dan de
engelen, als Hij uitnemender Naam boven hen
geerfd heeft.”
Heb.1:5 begint met een uitleg van wat de Heere
Jezus heeft in Zijn Erfenis, Hij heeft veel wat de
engelen nooit kregen. De reden waarom hij over
engelen begint te spreken in vers 4,5 en verder is
omdat de engelen betrokken zijn bij het bestellen
en vestigen van het Oude verbond.
Galaten 3:19 “Waartoe is dan de wet? Zij is om
der overtredingen wil daarbij gesteld, totdat het
zaad zou gekomen zijn, dien het beloofd was; en
zij is door de engelen besteld in de hand des
Middelaars.”
Het boek Hebreeën laat u zien hoe Christus het
Oude door het Nieuwe verbond heeft vervangen.
Het is niet Mozes en zijn huis, maar Christus en
Zijn huis. En de voorzieningen voor Israël, haar
zegeningen en het Koninkrijk komen niet door de
wet, die Mozes hen gaf, maar door het Nieuwe
verbond dat Christus maakte door Zijn bloed.
Als we naar Hebr.2:1-3 gaan met deze dingen in
gedachten, als het vast was dat God de wet gaf door
de handen van engelen, als dat Oude verbond vast
was, hoe zullen wij ontvlieden….:3, ziet u het
contrast met Hebr.1:1,2? Het eertijds programma
met de wet en het nu-programma met Christus. Het
contrast door Hebreeën heen is tussen het Oude
verbond en het Nieuwe, de oude weg en de nieuwe,
levende weg, de meerdere weg van het Nieuwe
verbond, het kruiswerk, de betere dingen voor het
geloof om in te rusten, die aan hen gegeven zijn
door de Heere Jezus Christus.
Daarom verhoogt hij de Zoon hier in hoofdstuk 1.
Hij verhoogd het begrip van de Hebreeën van de
grondlegger van het Nieuwe verbond en de nieuwe
weg. In hfdst. 1 spreekt hij over Hem als de Zoon
van God. In hfdst.2 als de Zoon des mensen, en hij
laat zien dat Deze Die de Auteur en Voleinder des
geloofs, hun Leidsman van hun redding, God de
Zoon is en ook de Mens. Als de Zoon van God
ontvangt Hij een Erfenis, die uitnemender is dan
iets dat iemand anders ooit ontvangen heeft. Hij is
gesteld als Erfgenaam Hebr.1:2 van alles.
In Hebr.1:2,3 heb ik u vorige keer verteld, ziet u
Christus als de Profeet, Priester en de Koning. Hij
is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, Hij is de
Schepper, God, de Onderhouder, de koninklijke
Hoogheid, de Koning van het universum, maar ook
de Priester.
Filip.2:7-9 “Maar heeft Zichzelven vernietigd,
de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen
hebbende, en is den mensen gelijk geworden;”
“En in gedaante gevonden als een mens, heeft
Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam
geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des
kruises.” “Daarom heeft Hem ook God
uitermate verhoogd, en heeft Hem een Naam
gegeven, welke boven allen naam is;”
Dit schreef Paulus. Hij is gezeten aan de
rechterhand van de Vader, dat is een teken dat Hij
de Erfgenaam is van alles. Als Hij daar zit, waar
zou Zijn troon moeten zijn? Op de aarde! OK. Als
Hij boven is, wat is er dan gebeurd? God de Vader
zei: Zit aan Mijn rechterhand, Hij is daar als
balling. Hij komt terug (Luk.19) maar Hij is nog
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 11
niet teruggekomen. En dan gaat Hij het Koninkrijk
vestigen.
In Hebr.1:4 zien we dat Hij gesteld wordt tot
Erfgenaam, Hij krijgt de erfenis door het
Zoonschap. Dit was met Israël ook zo dat zij hun
erfenis zouden krijgen, God beloofde hen een
erfenis. De rijke jongeling vroeg: Meester wat moet
ik doen om het eeuwige leven te beërven? U kunt
het eeuwige leven niet erven, u bent een
vreemdeling. Hoe moet u het ontvangen? De
genade gave Gods is het eeuwige leven aan u! Maar
ziet u dat God het door erfenis aan Israël gaf. En de
Heere Jezus Christus heeft door Zijn werk op
Golgotha die erfenis verdiend, teweeggebracht.
In Hebr.1:5 begint hij uit te leggen wat de erfenis
van Christus inhoudt. Hij begint letterlijk
schriftgedeelten aan te halen.
Hebr.1:5-7 “Want tot wien van de engelen heeft
Hij ooit gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb
ik U gegenereerd? En wederom: Ik zal Hem tot
een Vader zijn, en Hij zal Mij tot een Zoon
zijn?” “En als Hij wederom den Eerstgeborene
inbrengt in de wereld, zegt Hij: En dat alle
engelen Gods Hem aanbidden.” “En tot de
engelen zegt Hij wel: Die Zijn engelen maakt
geesten, en Zijn dienaars een vlam des vuurs.”
U en ik lezen deze verzen zoals het er staat, maar
als Joden, Hebreeën deze schriftgedeelten lezen
begrijpen zij direct de context van de verzen die
aangehaald worden! Ik haal verzen aan voor u en ik
neem aan, weet dat jullie de context kennen en dat
u begrijpt waar het over gaat. Ik begin met een vers
en u weet hoe het vers verder gaat. Dat gebeurd
hier, zij begrijpen de invloed, het effect van wat
gedaan is.
Als hij Psalm 2 aanhaalt in vers 5 dan is dat een
verwijzing naar de opstanding van de Heere Jezus
Christus, Handelingen 13:30-33. Als de Vader
Jezus Christus uit de doden opwekt is dat een
genereren (heden heb Ik U gegenereerd) Hij is de
Eerstgeborene :6 Hij is de Eerst geborene van uit de
doden. Hij is de Bezitter van Opstandingsleven.
Eeuwig leven in een verheerlijkt lichaam, in een
lichaam dat nooit meer zal sterven.
Kol.1:18 “En Hij is het Hoofd des lichaams,
namelijk der Gemeente, Hij, Die het Begin is, de
Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen
de Eerste zou zijn.”
Rom.8:29 “Want die Hij te voren gekend heeft,
die heeft Hij ook te voren verordineerd, den
beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat
Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen.”
Het punt hier is dat het eerste dat Jezus Christus
erft, dat Hij bezit is eeuwig leven. Hij bezit een
onsterfelijk, verheerlijkt lichaam, Hij is de
Eerstgeborene van de dood. Toen God Hem
opwekte, deed Hij iets voor Hem wat nog nooit met
iemand anders was gebeurd, Hij bezit het eeuwige
leven en dat is de basis van het Verbond met
Abraham.
God vertelt Abraham: Ik geef u een Zaad, u en uw
zaad zullen in dit land leven voor eeuwig. Als
Abraham voor eeuwig in dat land zal leven en in
hetzelfde hoofdstuk van Genesis 15 zegt God dat
Abraham zal sterven, wat vertelt Hij dan aan
Abraham? Als jullie dit land voor eeuwig zullen
hebben, maar je sterft eerst, wat moest hij daar uit
begrijpen: dat hij opgewekt zal worden! Dat is
duidelijk, maar als ik dat aan mensen uitleg, dat het
een erfenis is van het verbond met Abraham dan
schudden mensen hun hoofd, schud uw hoofd niet,
denk er over na! Als u voor eeuwig in een land zult
leven, dan moet u voor eeuwig leven! En als u voor
eeuwig leeft wat voor soort leven heeft u dan?
Eeuwig leven. Kunt u eeuwig leven?
Op t.v. zag ik gisteren een 106 jarige oude dame,
het was triest, ze wilden haar iets laten zeggen, ze
had een gehoorapparaat maar ze zei: huh….soms
kun je beter bij de Heere zijn, dat is een feit. Als je
oud wordt kun je niet goed meer horen, lopen.
Iemand las iets uit de vorige eeuw, iemand leefde
200 jaar, zij stierven in een slechte conditie…. Dus
u begrijpt dat als u voor eeuwig in een land wilt
wonen heeft u een verheerlijkt lichaam nodig,
Christus kreeg dat.
Kol.1:18 Eerstgeborene, weet u wat Joh.3:16 zegt?
God gaf Zijn eniggeboren Zoon. Als u de
eniggeborene bent, betekent dat er niemand meer
na komt, de enige, de unieke, God zal nooit meer
menselijk vlees aannemen. Als hij spreekt over
eniggeborene spreekt hij over Zijn fysieke
geboorte. Éénmaal in de menselijke geschiedenis
kwam God en nam Hij menselijk vlees, gedaante
aan- incarnatie. In de Persoon van Jezus Christus.
Maar de Eerstgeborene? Wat houdt dat in? Dat er
iemand als tweede, derde enz. komt! Maar de
Eerste zijn… Hij is Degene Die als Eerste van de
dood is opgewekt met een verheerlijkt, onsterfelijk
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 12
lichaam dat nooit meer zal sterven. Hij is de Eerste
en veel mensen gaan Hem volgen op dezelfde
manier.
We gaan naar Romeinen 8:29. De Eerste in een lijn
van anderen die zullen volgen, die uit de dood
zullen opgewekt worden als Hij. Dit vers gaat over
het lichaam van Christus, maar ga mee naar
Hebr.12:22,23 dan ziet u dat het waar is in welk
programma u ook bent(beide programma's).
Hebr.12:22,23 “Maar gij zijt gekomen tot den
berg Sion, en de stad des levenden Gods, tot het
hemelse Jeruzalem, en de vele duizenden der
engelen;” “Tot de algemene vergadering en de
Gemeente der eerstgeborenen, die in de
hemelen opgeschreven zijn, en tot God, den
Rechter over allen, en de geesten der volmaakte
rechtvaardigen;”
Wie zijn dat-de gemeente der eerstgeborenen-?
Sommigen zeggen: dat is Israël, dat is waar, maar
de Eerstgeborene dat is Christus. (KJV: church of
the firstborn). De mensen die in de hemelen
opgeschreven zijn… zij zijn niet de eerstgeborenen,
zij zijn nog niet opgewekt- de eerstgeborene is de
opgewekte, niet het volk in de zin van Ex.4:22, dat
is een verwijzing naar de fysieke geboorte van het
volk Israël. Maar de manier waarop Israël
wedergeboren en opgewekt uit de doden zal
worden, zal zijn zoals Jezus Christus is opgewekt.
Openbaring 1:5 “En van Jezus Christus, Die de
getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de
doden, en de Overste der koningen der aarde.
Hem, Die ons heeft liefgehad, en ons van onze
zonden gewassen heeft in Zijn bloed.”
Hij is de Profeet, de Priester naar de ordening van
Melchizedek- een priester die niet sterft maar voor
eeuwig leeft Hebr.5- en de Eerstgeborene uit de
doden. Ik had het net over Melchizedek
Hebr.5:10,11, maar ze zijn traag geworden om te
horen vleselijk, melk, ze gingen niet verder met wat
ze geleerd hadden- met de voorzieningen die God
voor hen had gemaakt door de Heere Jezus Christus
toen Hij hun zonden vergaf, en Hij zit aan de
rechterhand van de Vader. Wat heeft Hij nog meer
geërfd?!
Hebr.1:5 “Want tot wien van de engelen heeft
Hij ooit gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb
ik U gegenereerd? En wederom: Ik zal Hem tot
een Vader zijn, en Hij zal Mij tot een Zoon
zijn?”
Hij erfde opstandingsleven en een verheerlijkt
lichaam.Maar ook: …en wederom: Ik zal Hem tot
een Vader zijn, en Hij zal Mij tot een Zoon zijn.
Als Hij al een Zoon is :5a hoe kan Hij dan weer
een Zoon zijn? De tweede verwijzing komt uit 2
Samuël 7 en dat is een verwijzing niet naar de
opwekking uit de dood, maar een verwijzing naar
geplaatst zijn in de positie van aanneming. Het
punt hier is: aanneming. We gaan naar Galaten
4:1-6 en let op hoe aanneming werkt.
Dus Jezus Christus ontving door Zijn werk op
Golgotha deze positie van Zoonschap. U moet
begrijpen hoe aanneming werkt in de Bijbel in
Gal.4. Daar gaat het in de verwijzing over, Ik ga
met Hem om op de basis van Vader en Zoon, Hij is
geen dienstknecht meer, Ik plaats Hem in de positie
van publiek verklaard: Mijn Zoon! Dat is niet de
dienstknecht, maar verklaard te zijn de Erfgenaam,
Bezitter van alle dingen, het kind is de erfgenaam,
maar hij moet gehoorzaamheid leren. Christus
leerde gehoorzaamheid door de dingen die Hij leed,
maar nu door verdienste van Zijn volbrachte werk
op Golgotha, de opstanding neemt God de Vader
Hem en plaatst Hem in de positie van Zoon. Nu
heeft Hij die verheerlijkte positie.
God maakte een Verbond en daar is 2 Sam.7 een
aanhaling van, het verbond met David, en zijn
Zaad, dat is Christus. En er komt een dag als God,
de Almachtige, Zijn Zoon neemt en Hem plaatst
aan het hoofd van de regering op de aarde, als het
Zaad van David, :daar is Mijn Zoon, publiek plaatst
Hij Hem in de positie, de aanneming vind plaats.
Aanneming is belangrijk voor Israël:
Romeinen 9:4,5 “Welke Israelieten zijn, welker
is de aanneming tot kinderen, en de
heerlijkheid, en de verbonden, en de wetgeving,
en de dienst van God, en de beloftenissen;”
“Welker zijn de vaders, en uit welke Christus is,
zoveel het vlees aangaat, Dewelke is God boven
allen te prijzen in der eeuwigheid. Amen.”
Één van de dingen die Israël bezit is de aanneming
tot kinderen. Ezechiël 46 als Hij hen in het land
brengt en publiek verklaard dat zij Zijn Zoon zijn,
hoe gaat Hij dat doen? Jezus Christus komt terug,
door Hem. Mat.28:18 Mij is gegeven alle macht…
Openb.11:15. Niemand kreeg ooit eerder zo'n
erfenis van God, Hij is Degene Die verhoogd is,
een verheerlijkt, onsterfelijk lichaam, eeuwig leven,
Hij is Degene Die God publiek, in het openbaar
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 13
heeft verklaard te zijn in de positie van het
Zoonschap, en Erfgenaam van alles.
Hebr.1:6 “En als Hij wederom den
Eerstgeborene inbrengt in de wereld, zegt Hij:
En dat alle engelen Gods Hem aanbidden.”
Luister, toen Jezus Christus was verhoogd,
verheerlijkt, was opgewekt aan de rechterhand van
de Vader, was Hij daar als het Hoofd over het hele
universum. Efeze 1:19-22. Denk niet dat als u de
prediking van Jezus Christus naar de openbaring
van het geheimenis niet begrijpt, u begrijpt hoe
Israëls programma zal functioneren. Want u zult
nooit de hemelse regering begrijpen als u niet
begrijpt waar Paulus over preekt. Alles wat u weet
is aardse regering.
Ef.1:19-22 Al die overheden, machten, krachten en
heerschappijen zijn bekleed door engelen en zijn
Hem onderworpen, Hij is het Hoofd van alles.
Kol.2:10 zegt dat u volmaakt bent in Hem, Die het
Hoofd is van alle overheid en macht.God
verheerlijkte Jezus Christus om het Hoofd te zijn
over alles van de regering van de schepping van de
engelen en van de aarde. De onderwerping van de
engelen in vers 6, als engelen zich onderwerpen, en
u wilt gehoorzamen, luisteren naar wat een engel
zegt, kijk dan hier: zij zijn in onderwerping, laat zij
u niet wat vertellen. Teruggaan naar Mozes is
teruggaan naar de zwakke, arme eerste beginselen
Galaten 4:9.
Hebr.1:6 heeft een verwijzing naar Ps.97:7 een
profetische verklaring , de septuagint verwijst naar
Deut.32, luister daar niet naar. Niemand Jezus
Christus, Paulus, de twaalf halen ooit de septuagint
aan. Want de septuagint bestond niet in de tijd van
de apostel Paulus. Luister niet naar de fabels rond
kampvuren dat de septuagint een griekse vertaling
van 200j voor Christus is en dat zij hem allemaal
gebruikten…! Onzin! De enige autoriteit van de
septuagint is dat het een brief is die geschreven is
door een man, en iedereen die hem leest ziet dat het
hele verhaal vals is. De brief, het verhaal, alles is
onzin.
Hebr.1:7 “En tot de engelen zegt Hij wel: Die
Zijn engelen maakt geesten, en Zijn dienaars
een vlam des vuurs.” Engelen onderwerpen zich
aan de Heere Jezus Christus, dat verkreeg Hij als
een eer.
Hebr.1:8 “Maar tot den Zoon zegt Hij: Uw
troon, o God, is in alle eeuwigheid; de schepter
Uws koninkrijks is een rechte schepter.”
Uw troon o God, belangrijke verklaring over de
Godheid van Christus, God de Zoon, God de Vader
noemt Hem: God. Uw troon, regeert over een
Koninkrijk, Hij heeft een Koninkrijk gekregen en
de Godheid van de Heere Jezus Christus wordt
daarin gedemonstreerd.
Hebr.1:9 “Gij hebt rechtvaardigheid liefgehad,
en ongerechtigheid gehaat; daarom heeft U, o
God! Uw God gezalfd met olie der vreugde
boven Uw medegenoten.”
Als God de Zoon, regeert Hij over alles. Als de
Zoon van Abraham regeert Hij over Israël, als de
Zoon van Adam kan Hij over de wereld, planeet
regeren.Maar als de Zoon van God kan Hij over het
hele universum regeren. En als Hij geen God is kan
Hij dat niet doen, maar Hij is God, God de Zoon.
Hij maakte Hem Heer over de hemelse regering en
Zijn positie van Zoonschap is verhoogd en Hij zit
aan de rechterhand en is Hoofd over alle overheid
en macht. Als je een regering hebt en een
koninkrijk heb je een territorium nodig, het
territorium zien wij in vers 10.
Hebr.1:10-12 “En: Gij, Heere! hebt in den
beginne de aarde gegrond, en de hemelen zijn
werken Uwer handen;” “Dezelve zullen
vergaan, maar Gij blijft altijd, en zij zullen alle
als een kleed verouden;” “En als een dekkleed
zult Gij ze ineenrollen, en zij zullen veranderd
worden; maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren
zullen niet ophouden.”
Hij zegt: weet u waar dit universum op lijkt? Op
een jas. U doet die jas uit Heere, en U vouwt die
kleding op en legt ze weg. En dan neemt U een
nieuwe. Weet u wat Hij zegt: de hemel en de aarde
die er nu zijn, verdwijnen en er komt een nieuwe
hemel en aarde. Hoe? Kijk in Kol.1:20. U doet dat
omdat U de Zoon bent, de Erfgenaam van alles,
door het kruis en de opstanding.
U ziet dat Zijn werk aan het kruis Hem de
voorziening geeft voor deze geweldige erfenis, Hij
erft eeuwig leven, een verheerlijkt lichaam, de
aanneming, het Hoofd, een Koninkrijk dat hemel en
aarde vervuld. U en ik zijn deel van dat Koninkrijk.
2 Tim.4:18 “En de Heere zal mij verlossen van
alle boos werk, en bewaren tot Zijn hemels
Koninkrijk; Denwelken zij de heerlijkheid in
alle eeuwigheid. Amen.”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 14
Israël is de aardse agent, het Lichaam van Christus
is de hemelse agent en er is één Koninkrijk, in de
bedeling van de volheid der tijden brengt Hij alles
samen onder één Hoofd, de Heere Jezus Christus.
Wat het boek Hebr. doet is u daarin de weg wijzen,
dit is informatie over wat Christus deed, zonder
Paulus' brieven hadden we dit niet, maar nu met
alle informatie is het geheimenis van Gods wil
geopenbaard en wij begrijpen dat het Zijn doel was
om alle dingen in de hemel en op aarde te
verzoenen, en nu is Israël's programma in het licht
daarvan in orde en gebaseerd op het feit dat Hij
door Zichzelf onze zonden heeft gereinigd en zit
aan de rechterhand van de majesteit.
Hebr.1:13 “En tot welken der engelen heeft Hij
ooit gezegd: Zit aan Mijn rechter hand, totdat
Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een
voetbank Uwer voeten?
Dat is Psalm 110:1, Hand.2:34-36, dat vers vertelt u
dat Degene Die deze erfenis kreeg hem nog niet
heeft aangenomen het behoord Hem toe, het is Zijn
recht, het is van Hem door autoriteit, door erfenis,
maar Hij heeft het nog niet opgenomen totdat… Ik
Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank
Uwe voeten! Er is een vertraging, hij is in
verbanning totdat… Maar Hij komt terug, en dat is
het evangelie van de besnijdenis, van de
koninkrijksboodschap.
Daarom gaat hij verder in hoofdstuk 2 en vertelt
hen: kijk, Hij komt, en Hij gaat erven, en Hij neemt
het koninkrijk en het koningschap. Hij is alleen
weg tot de tijd komt dat Zijn vijanden Zijn
voetbank zijn.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 15
Hebreeën 2:1-3
Hebr.2:1-3 Daarom moeten wij ons te meer
houden aan hetgeen van ons gehoord is, opdat
wij niet te eniger tijd doorvloeien. Want indien
het woord, door de engelen gesproken, vast is
geweest, en alle overtreding en
ongehoorzaamheid rechtvaardige vergelding
ontvangen heeft. Hoe zullen wij ontvlieden,
indien wij op zo grote zaligheid geen acht
nemen? Dewelke, begonnen zijnde verkondigd
te worden door den Heere, aan ons bevestigd is
geworden van degenen die Hem gehoord
hebben;
Dit is de eerste waarschuwing in het boek
Hebreeën, er zullen nog anderen volgen. Het gaat
hier om dat zij wat ze gehoord hebben niet laten
doorvloeien,afdrijven, wegebben. Ze moeten het
vasthouden. De manier waarop het doorvloeit zien
we in vers 3: door geen acht te slaan op zo’n grote
zaligheid. Geen acht geven op de boodschap en de
redding en daardoor doorvloeien en daardoor
verloren gaan.
Dit is een belangrijk punt in de Hebreeënbrief, en
zeer belangrijk in het Koninkrijksprogramma:
volharden tot het einde, uw roeping en verkiezing
vastmaken (2Petr.1:10). Ik wil u een voorbeeld
geven hoe deze mensen hun redding
veronachtzamen (geen acht geven). U moet
begrijpen dat wat in vers 3 staat beschreven niet de
redding is die wij als leden van het lichaam van
Christus ervaren. Over onze redding is: niet
begonnen zijnde verkondigd te worden door den
Heere, of bevestigd door de twaalf apostelen met
tekenen en wonderen zoals in het begin van
Handelingen, dat was Israëls redding, een geheel
ander soort redding. Het woord redding is
belangrijk hier en omdat het voor u en mij redding
belangrijk is wil dat nog niet zeggen dat het
dezelfde redding is!
Eén van de grootste fouten die u kunt maken in uw
Bijbel is dat u geen onderscheid maakt in de dingen
waar God wel onderscheid maakt. En de redding
die Israël kreeg en onze redding is verschillend.
Wij zijn allebei gered, allebei bevrijd van de
zonden, hel en satan enz. maar de manier waarop
dat is tot stand gebracht is verschillend. En de
manier waarop wij zijn gered, en wat het voor ons
betekend om gered te zijn, wanneer en wat wij
ontvangen als wij gered worden is heel
verschillend.
Vers 1 en 2 gaat over het punt van doorvloeien,
afdrijven en veronachtzamen: Als jullie datgene dat
door engelen onder het Oude Verbond gesproken
is veronachtzamen hoe zal het dan zijn als Christus
komt en het Nieuwe Verbond en je veronachtzaamt
dat?! Als dat wat een engel zei vast was, wat als de
Zoon spreekt?! Dat is nog vaster. Als jullie de
woorden van Mozes door een engel gegeven
schenden, onteren en geoordeeld worden, hoeveel
te meer als jullie de woorden van Christus tegen
Israël onteren. Dus het punt van het
veronachtzamen van de redding is erg belangrijk.
In het boek Exodus lezen we een beeld van de
redding waar het boek Hebreeën over spreekt, en
het is belangrijk dat u de tegenstelling begrijpt. De
Heere Jezus Christus, Deut.18:18, als Mozes over
de toekomst spreekt van de Messias, noemt hij
Hem: die Profeet, als mij.
Deut.18:18 Een Profeet zal Ik hun verwekken
uit het midden hunner broederen, als u;….
In de Nieuw Testamentische geschriften zien we de
Heere Jezus Christus als die Profeet, als Mozes.
Mozes is de eerste redder, bevrijder die Israël had,
toen God het volk Israël liet geboren worden,
bevrijdde Hij Israël van de slavernij door de hand
van Mozes, met machtige tekenen en wonderen. En
toen God Israël bevrijdde deed Hij dit door bloed,
met het pascha werd het lam geslacht en het bloed
werd vergoten, de engel des doods ging voorbij, en
Israël werd gered door de Rode Zee en door kracht.
Israël is gered door bloed en door kracht. Ex.12
door bloed, en redding van de dood door de dood
en het bloed van het lam. En gered door kracht
doordat ze door de Rode Zee gingen. Het pascha is
een beeld van Christus, ons pascha, van het offer
dat Hij bracht op het kruis. De Rode Zee is een
beeld van de opstanding van Christus en wat dat tot
stand bracht voor het volk Israël. Dus ziet u de
parallellen tussen: Egypte als een beeld van de
wereld, Farao als een type van satan. Het pascha als
de kruisiging, de Rode Zee als de opstanding, en
Israël is bevrijd door bloed en door kracht.
De Hebreeuwse gelovigen van het Nieuwe
Verbond, zij zijn ook bevrijd door bloed en kracht
uit de woestijn om dit Nieuwe Verbond te maken,
door de hand van Mozes.
De Heere Jezus, de meerdere Mozes komt en Hij
bevrijd Israël door echt bloed en door echte
opstanding, de vervulling van de beelden, en door
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 16
dat te doen richt Hij met Israël een Nieuw Verbond
op, een Verbond van zegen.
Zo heeft u hier de parallel van wat er gebeurd in de
Handelingenperiode en de verdrukking in Israël
onder de bediening van Christus als vervulling van
wat toen gebeurde. Als het hier gaat over de
bediening van Christus en het veronachtzamen van
de redding is er hier ook een interessant beeld als
Farao Mozes verzocht om Israël niet te bevrijden
uit de banden van Egypte. Dat deed hij door een
serie van compromissen die hij Israël aanbood door
Mozes met de bedoeling om Israël niet te laten zijn
en niet te doen wat God hen gaf te doen.
Laten we teruggaan naar Exodus 3:18. God spreekt
tot Mozes en geeft hem zijn opdracht, Hij vertelt
Mozes voor te voren wat er gaat gebeuren:
Ex.3:18 En zij zullen uw stem horen; en gij zult
gaan, gij en de oudsten van Israël, tot den
koning van Egypte en gijlieden zult tot hem
zeggen: de HEERE, de God der Hebreeën is ons
ontmoet; zo laat ons nu toch gaan den weg van
drie dagen in de woestijn, opdat wij den HEERE
onzen God offeren.
De God der Hebreeën, dat is een bijzondere titel
van God, Hij is de God van de bijzondere natie.
God wil dat Israël drie dagen uit Egypte gaat, in de
woestijn, om afgescheiden te zijn van Egypte. De
reden waarom Hij hen wegriep uit Egypte, en de
reden waarom Mozes moest zeggen: laat mijn volk
gaan zien we in:
Ex.4:21-23 En de HEERE zeide tot Mozes:
Terwijl gij heentrekt om weder in Egypte te
keren, zie toe, dat gij al de wonderen doet voor
Farao, die Ik in uw hand gesteld heb; doch Ik
zal zijn hart verstokken, dat hij het volk niet zal
laten gaan.
Dan zult gij tot Farao zeggen: Alzo zegt de
HEERE: Mijn zoon,Mijn eerstgeborene is
Israël.
En Ik heb tot u gezegd: Laat Mijn zoon trekken,
dat hij Mij diene, maar tij hebt geweigerd hem
te laten trekken; zie, Ik zal uw zoon, wu
eerstgeborene doden.
God is duidelijk over hoe Hij wil dat het zal gaan:
Israël is Mijn eerstgeborene, God is bezig het volk
Israël te vormen, Hij laat ze geboren worden, zij
zullen een eerste plaats krijgen, de belangrijkste
plaats onder de volken, het hoofd van de natiën, de
eerste plaats. Zij zijn Zijn Zoon, dat is de zaak van
aanneming.
In Romeinen 9:4 zegt God: welker is de aanneming
tot kinderen. Het volk Israël is een positie op aarde
gegeven van aangenomen kinderen, de plaats van
het zoonschap, God verklaart hen openlijk en
duidelijk dat zij Zijn volk zijn en Zijn zoon. Om
zover te komen moet hij hen te laten gaan en
moeten zij afgescheiden worden.
Begrijpt u die afscheiding van het volk Israël? We
hebben het er steeds over, maar het is belangrijk dat
u begrijpt dat als God Israël hier afscheid, Hij riep
Abraham uit, de heidenen liet Hij in hun eigen weg,
in hun onwetendheid. Hij koos Abraham, Izak,
Jakob, de 70 zielen gaan naar Egypte. En in dit
gedeelte in Exodus waar het volk wordt gevormd
en Hij hen afscheid en Hij roept hen uit Egypte, uit
de wereld en scheid hen af tot Zichzelf. Hij
versterkt deze afscheiding en middelmuur des
afscheidsels hier door wetten en verordeningen,
regels enz. die Hij aan hen gaat geven. Als Hij zegt:
laat Mijn volk gaan, zegt Hij letterlijk: de
afscheiding moet worden erkent, laat ze gaan.
Ex. 5:1-3 En daarna gingen Mozes en Aaron
heen en zeiden tot Farao: Alzo zegt de HEERE,
de God Israëls: Laat Mijn volk trekken, dat het
Mij een feest houde in de woestijn. Maar Farao
zeide: Wie is de HEERE, Wiens stem ik
gehoorzamen zou om Israël te laten trekken? Ik
ken den HEERE niet en zal ook Israël niet laten
trekken. Zij dan zeiden: De God der Hebreeën is
ons ontmoet; zo laat ons toch heentrekken den
weg van drie dagen in de woestijn, en den
HEERE onzen God offeren, dat Hij ons niet
overkome met pestilentie of met het zwaard.
En Farao, die aardige jongen, zei: 2… Het is hier
weer duidelijk: Gods opdracht is dat zij compleet
worden afgescheiden van Egypte. Ga helemaal
weg! Totale afscheiding, een heilige natie,
apartgezet voor God. Ik hou van die titel: de God
der Hebreeën, Hij is hun God, welk volk heeft dat?
In Efeze 2:11 zegt Hij eertijds…de heidenen waren
zonder God. Hij was de God van Israël. Dus een
driedaagse tocht in de woestijn, in de Bijbel is drie
een getal van voltooiing, een complete, totale
bevrijding. Maar weet u wat drie is in de Bijbel?
Het is ook het getal van wat? Van de opstanding.
Daarom gingen zij drie dagen de woestijn in, zij
moesten naar de woestijn omdat zij in Egypte niet
konden offeren, Egypte is een beeld van de wereld.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 17
De Rode Zee gaat ze afscheiden en de bevrijding is
niet compleet zonder de Rode Zee, zoals de
bevrijding niet compleet is zonder het kruis en de
opstanding. Israël wordt afgescheiden in de
woestijn. En wat gebeurt er na hoofstuk 6 en 7?
God zend plagen naar Farao, Farao is niet erg
geïnteresseerd in het begin, de eerste drie plagen
komen over Egypte en Israël samen. In hoofdstuk 8
gaat God een onderscheid maken tussen Israël en
Egypte.
Ex.8:22,23 En Ik zal te dien dage het land
Gosen, waarin Mijn volk woont, afzonderen, dat
daar geen vermenging van ongedierte zij, opdat
gij weet, dat Ik de HEERE, in het midden dezes
lands ben. En Ik zal een verlossing(eng.division)
zetten tussen Mijn volk en tussen uw volk; tegen
morgen zal dit teken geschieden.
God plaatst een afscheiding, onderscheid tussen
Israël en Egypte, en dan komen de vliegen in
Farao's huis en zijn dienstknechten en over het hele
land Egypte. Farao roept Mozes en Aaron en zegt:
Gaat heen en offert uw God in dit land. Hij is een
sluwe jongen, hij zegt: Ok, jullie kunnen gaan om
jullie God te offeren, maar let op wat hij zegt: in dit
land! Is dat waar zij God moeten offeren? Nee,
waar moesten zij heen gaan? Drie dagen in de
woestijn! Ze moesten compleet uit Egypte, in de
Sinai, compleet afgescheiden. Je mag gaan, maar
niet zo ver, breng de afscheiding niet tot stand
tussen mij en u. Hij probeert Israël niet te laten zijn
waar God hen voor heeft uitverkoren. Niet dat
afgescheiden, aparte volk.
Ex.8:26,27 Mozes dan zeide: Het is niet recht,
dat men alzo doe; want wij zouden der
Egyptenaren gruwel den HEERE onzen God
mogen offferen; zie, indien wij der Egyptenaren
gruwel voorhun ogen offerden, zouden zij ons
niet stenigen? Laat ons den weg van drie dagen
in de woestijn gaan, dat wij den HEERE onzen
God offeren, gelijk Hij tot ons zeggen zal.
Het is belangrijk om te weten dat het altijd zo zal
gaan in elke eeuw: ga je doen wat God zegt? Of ga
je het een beetje doen? Er zijn veel mensen die dit
soort compromissen aangaan, je ziet parallellen in
onze dagen. In plaats van compleet alles doen,
blijven ze ermee in de wereld. We dienen de Heere,
maar in de wereld. God heeft ons ook een bijzonder
volk gemaakt, compleet anders en apart van wat er
in de wereld gebeurt. Maar de les hier is: Israël is
een apart volk en wat Farao probeert is: ze ervan
weghouden, zodat die afscheidingsmuur niet
herkent wordt. Vers 28 is het volgende compromis:
Ex.8:28 Toen zeide Farao: Ik zal u trekken
laten, dat gijlieden den HEERE uw God offert in
de woestijn; alleen, dat gijlieden in het gaan
geenszins te ver trekt. Bidt vuriglijk voor mij.
Wel, als jullie willen afscheiden, ok, als jullie
willen gaan ok, maar niet te ver! Niet te fanatiek in
al die dingen. Je hoeft toch niet compleet
afgescheiden te zijn? Wil je de woestijn in Ok.
Maar neem de telefoon met je mee. Ga niet zo ver
dat we elkaar niet meer kunnen bereiken, ik vind
jullie aardig jongens… Zie je, het compromis is:
wees niet te afgescheiden, hij betwist hun complete
afscheiding voor de HEERE. Mozes antwoord:
Ex.8:29 Mozes nu zeide: Zie ik ga van u en zal
tot den HEERE vuriglijk bidden, dat deze
vermenging van ongedierte van Farao , van zijn
knechten en van zijn volk morgen wewijke.
Alleenlijk dat Farao niet meer bedrieglijk
handele, dit volk niet latende gaan om den
HEERE te offeren.
Hij liet ze dus nog niet gaan. De twee
compromissen uit hoofdstuk 8 hebben beiden te
doen met afscheiding. Hij wil niet dat ze dat
heilige, aparte volk zullen zijn voor Gods
bedoelingen waarvoor Hij hen geschapen had. We
gaan naar hoofdstuk 10:8 daar hebben we nog een
compromis:
Ex.10:8 Toen werden Mozes en Aaron weder tot
Farao gebracht, en hij zeide tot hen: Gaat heen,
dient den HEERE uw God. Wie en wie zijn zij,
die gaan zullen?
Ok, jullie kunnen gaan, ik ben het zat, maar wie
gaan er allemaal?
Ex.10:9-11 En Mozes zeide:Wij zullen gaan met
onze jonge en onze oude lieden, met onze zonen
en met onze dochters, met onze schapen en met
onze runderen zullen wij gaan; want wij hebben
een feest des HEEREN. Toen zeide hij tot hen:
de HEERE zij alzo met ulieden gelijk ik u en uw
kleinen kinderen zal trekken laten! Ziet toe,
want er is kwaad voor ulieder aangezicht.
Niet alzo, gij mannen gaat nu heen en dient den
HEERE; want dat hebt gijlieden verzocht. En
men dreef hen uit van Farao's aangezicht.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 18
Hij wordt onredelijk tegen hen, al die kinderen in
de woestijn….Als u de Heere wilt dienen, dat is ok,
maar val je kinderen er niet teveel lastig mee. Wat
Farao hier doet, kijk mensen, als God Israël apart
zet, een apartgezet volk, er loopt een geslachtslijn
door, niet alleen Mozes, Mirjam en Hur gingen,
maar het was het volk dat ging, daar gaat het om,
en die kinderen vertegenwoordigen de
geslachtslijn. God zei tegen Abraham: ik geef dit
land en deze zegen aan u en aan uw zaad na u. En
Mozes begreep hoe belangrijk zaad was, en het
volk was en hij begreep dat God bezig was een
volk te creëren uit Egypte. Farao probeert dat te
vernietigen. Hij probeert nog één ding:
Ex.10:24 “Toen riep Farao, Mozes, en zeide:
Gaat heen, dient den HEERE! alleen uw
schapen en uw runderen zullen vast blijven; ook
zullen uw kinderkens met u gaan.”
Ik laat je gaan Mozes maar, nog één compromis:
laat je schapen en runderen achter. De kinderen
mogen mee, maar laat je auto's, uw servies, je
busness, je positie, je geld, je huizen, en alles, laat
het hier. Mozes zei:
Ex. 10:25,26 “Doch Mozes zeide: Ook zult gij
slachtofferen en brandofferen in onze handen
geven, die wij den HEERE, onzen God, doen
mogen;” “En ons vee zal ook met ons gaan, er
zal niet een klauw achterblijven; want van
hetzelve zullen wij nemen, om den HEERE,
onzen God, te dienen; want wij weten niet,
waarmede wij den HEERE, onzen God, dienen
zullen, totdat wij daar komen.”
Gij zult geven…er zal geen klauw achterblijven.
We nemen alles met ons mee, want we weten nog
niet wát we daar nodig hebben.Als ik op reis ga pak
ik een kleine rugzak in maar mijn vrouw 2 koffers,
je weet nooit wat je nodig hebt… Mozes liet niets
achter, weet u wat God tegen Israël zei: Gen.15:14
“Doch Ik zal het volk ook rechten, hetwelk zij
zullen dienen; en daarna zullen zij uittrekken
met grote have.”
En daarna zullen zij uittrekken met grote have…
Waarom? Omdat zij uitrokken om de HEERE te
dienen! Weet u wat Farao doet: hij zegt: kijk, neem
het zaad, de kinderen niet mee.Mozes zegt: nee, het
zaad, de kinderen zijn belangrijk, en dan zegt hij:
neem dat wat je nodig hebt in de woestijn niet mee
zodat je niet kunt zijn wie je bent en om te dienen,
en dat doet Mozes ook niet, elke keer als Farao
probeert hem tegen te houden om niet te doen wat
God vroeg om te doen gaat hij proberen
compromissen te sluiten: ga niet te ver, wees niet
onaardig tegen je kinderen.
Mozes begreep wat God aan het doen was met het
volk Israël, zelfs dat ze alles mee moesten nemen
zodat ze goed uitgerust zouden zijn in de woestijn
voor de dienst van God. Farao wil ze wel laten
gaan, maar hij wil ze laten achteloos zijn, om op de
juiste manier te gaan.
Als we teruggaan naar Hebr.2:3 – achteloos, geen
acht nemen op. Deze mensen word niet gezegd om
niet te geloven, de verleiding voor deze mensen in
de grote verdrukking is niet dat ze niet in God
geloven- Ik preekte op een begrafenis vanmorgen,
één van de familieleden zei tegen mij dat er iemand
in de familie was die atheist is en ik ontmoette die
persoon en die dame wist niet wie ik was, en ik
praatte met haar over degene die overleden was: zij
had gezegd: br. Rick ik ben niet bang om te
sterven, want ik ken de genade van God. Ik kon aan
de vrouw zien dat ze dacht: Oh, it's him…one of
them, zij was niet bang om te sterven, maar ik
wel…wij praatten verder. Deze vrouw ontkende
alles, ja, we begrijpen dit, we begrijpen dat, maar
ze geven er geen acht op, ze laten het
doorvloeien(:1).
Mozes deed dat niet, Farao stelde hem vier
compromissen voor om het door zijn vingers te
laten glippen, het specifieke van Gods plan met het
volk Israël. In het boek Hebreeën zien we
specifieke compromissen, niet het ontkennen van
de HEERE, niet van : er is geen God, maar
bedrieglijke compromissen met de bedoeling om
van Hem vandaan te gaan door het
veronachtzamen van de details, er geen gebruik van
maken.
Wat Farao daar deed zien wij in het boek Hebreeën,
Jakobus, Petrus, Johannes, Judas, en waar zij over
schrijven is dat zij deze grote verdrukking heiligen
toerusten zodat als de listige omleidingen van de
tegenstander, de verleider komt om ze te verleiden
met compromissen zij toegerust zijn om het niet te
doen, en zij zullen de leer niet verlaten, ze zullen de
waarheid niet verlaten, zij zullen dit vaste woord
der profetie en die grote zaligheid begonnen zijnde
verkondigd te worden door den Heere niet verlaten.
Die grote zaligheid waar hij over spreekt in
hoofdstuk 2 is ons uitgelegd in hoofdstuk 1, over de
grote erfenis die Jezus Christus krijgt, door Zijn
Zoonschapsstatus, en de grootheid van het
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 19
programma dat Hij voorziet en de redding die Hij
Israël brengt, Hij sprak erover en het is bevestigd.
Hebreeën is een serie van waarschuwingen, geen
compromissen Israël, raak het niet kwijt! Blijf
trouw aan wat God je gemaakt heeft: dat
afgezonderde volk, het zaad van de zegening voor
alle mensen. Degenen door wie de redding van God
op aarde moet komen.
Hebreeën 2:3-10
Hebr.2:3 “Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij
op zo grote zaligheid geen acht nemen?
dewelke, begonnen zijnde verkondigd te worden
door den Heere, aan ons bevestigd is geworden
van degenen, die Hem gehoord hebben;
Ontvlieden en geen acht geven, hier sprak ik over
met u in vers 1 i.v.m. doorvloeien. Het niet goed
vasthouden van de dingen en dan komt er iets langs
dat verleid en ze laten het programma dat God voor
hen heeft los. En als zij geen acht slaan op deze
grote zaligheid zullen zij niet kunnen ontvlieden.
Ik heb het al eerder tegen u gezegd dat als u door
deze passage heengaat en door het boek Hebreeën
dat de manier waarop dingen klinken, niet
bijzonder lijken, maar elk klein dingetje is
belangrijk. Ik zat in het vliegtuig en las het boek
Hebreeën door en als ik dat deed markeerde ik (met
pen, ik had kopieën gemaakt zodat ik kon
aanstrepen) de plaatsen die direct of indirect
verwijzen naar de grote verdrukking en de tweede
komst. Met een rode pen, en ik was verbaasd, het
leek wel of het boek Hebreeën in een gevecht was
geweest, het boek Hebreeën bloedde overal, met al
die rode strepen. Dat is een illustratie van: hoe
zullen wij ontvlieden als wij geen acht geven.
Het woord ontvlieden is het woord dat gebruikt
wordt in 1 Tes.5:2,3 geenszins ontvlieden... En
beschrijft de bevrijding van de dag des Heeren en
de grote verdrukking. Als u Hebreeën leest leest u
gedeelten, terminologie en beschrijvingen van de
grote verdrukking en het Koninkrijk. U leest nooit
dingen die beschrijvingen zijn van de bedeling der
genade en van het lichaam van Christus. U leest
consequent dingen die betrekking hebben op de
verdrukkingsperiode en het volk Israël. Zij
proberen de toorn van God te ontvlieden.
Lukas 21:36 “Waakt dan te aller tijd, biddende,
dat gij moogt waardig geacht worden te
ontvlieden al deze dingen, die geschieden zullen,
en te staan voor den Zoon des mensen.”
Waar hij het in de context over heeft is de tweede
komst, zie de voorgaande verzen. De rampen die
over de aarde komen in de grote verdrukking en de
toorn die uitgegoten wordt, Lukas 21:22 dagen der
wraak. Dus als we spreken over hoe we kunnen
ontvlieden dan is dat grote verdrukkings-
terminologie.
Hebr.2:3,4 “Hoe zullen wij ontvlieden, indien
wij op zo grote zaligheid geen acht nemen?
dewelke, begonnen zijnde verkondigd te worden
door den Heere, aan ons bevestigd is geworden
van degenen, die Hem gehoord hebben; “God
bovendien medegetuigende door tekenen, en
wonderen, en menigerlei krachten en
bedelingen des Heiligen Geestes, naar Zijn wil.”
Dit is een perfecte samenvatting van de boeken
Mattheus t/m Johannes en de eerste hoofdstukken
van Handelingen. Hoe zullen wij ontvlieden als wij
die reddende boodschap van Christus
veronachtzamen (Mat.-Joh.), bevestigd door de
apostelen en de Heilige Geest(Hand.). Dus de
redding die deze mensen niet moeten
veronachtzamen is de redding die Jezus Christus
predikte. Welke evangelie boodschap predikte
Jezus Christus? Hij predikte: Bekeert u, want het
Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen,
Mat.4:23, het evangelie van het Koninkrijk.
Hij sprak met hen over het Koninkrijksprogramma,
over de komende toorn en hoe zij die ontvlieden
kunnen en over een redding die hen in het
Koninkrijk gebracht zou worden, dat was het
evangelie dat Jezus Christus hen predikte. Een
redding die te maken had met de middelmuur des
afscheidsels die er nog stond en nog in werking
was.
Lukas 19:9-10 “En Jezus zeide tot hem: Heden
is dezen huize zaligheid geschied, nademaal ook
deze een zoon van Abraham is.”“Want de Zoon
des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te
maken, dat verloren was.”
Vers 9 is óók belangrijk, meestal leest men alleen
vers 10. Heden is deze huize zaligheid geschiedt,
nademaal ook deze een zoon van Abraham is.
Vers10: dat verloren was… wat was verloren? De
schapen van het huis Israëls, de verloren kinderen
van Abraham, daar spreekt het vers over.
De redding die Christus predikte in Mat-Joh. werd
gepredikt terwijl de middelmuur er nog was, en je
moest je aan de juiste kant van de muur bevinden
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 20
om de redding te ontvangen en dat was nu precies
de redding die bevestigd werd door de 12
apostelen, zij waren door Christus getraind, Hij
gaat weg en zendt de Heilige Geest op hen, en zij
prediken de boodschap die Hij hun leerde toen Hij
nog bij hen was, in de eerste hoofdstukken van
Handelingen.
Dus wat u ziet in Hebr. is een reddingsboodschap
en een reddingsprogramma. Kijk, u en ik zijn gered
door genade zijt gij behouden zegt Paulus in Efeze
2, maar onze reddingsboodschap en onze redding is
niet zoals de redding die Christus predikte in de
evangeliën, zij werden gered van zonde, wij zijn
gered van zonde, hetzelfde? Nee, Mat.1:21 zegt: gij
zult Zijn naam noemen Jezus, want Hij zal Zijn
volk zalig maken van hun zonden… Wie? Zijn
volk! Was u Zijn volk toen Hij u redde van uw
zonden?! Nee. Zij waren aan de juiste kant van de
middelmuur, dat maakte hen Zijn volk, Hij kwam
om de mensen te redden van hun zonden die aan de
juiste kant waren van die middelmuur. U was daar
niet bij, u zat aan de verkeerde kant. U kon aan de
juiste kant komen door Israël te zegenen, te
onderwerpen aan Israël, maar u moet over de muur
heen. Vandaag is er geen muur. Dus het gaat hier
om wat anders. Door deze gedeelten te negeren
mist u het Koninkrijksprogramma.
In de volgende verzen gaan we de details
bestuderen van de voorziening die God gemaakt
heeft voor het Koninkrijksprogramma door het
kruiswerk van de Heere Jezus Christus. En omdat
Hij voorzieningen voor ons gemaakt heeft op
Golgotha en veel dingen hetzelfde zijn zoals
vergeving van zonden, het bloed van Christus is het
bloed van Christus. En wat Hij doet met het kruis
voor hen heeft zijn bedoeling in hun programma
zoals ook het onze, hij vormt het lichaam van
Christus en vormt het volk Israël en als u het laat
voor wat het is dan begint het opeens een zegening
te worden.
Het boek Hebreeën is een mooi, spannend boek en
is nog mooier als u het laat staan waar het hoort
want dan begint u te zien hoe het
Koninkrijksprogramma gebaseerd is enkel en alleen
op wat Gods genade voorziet.
In het Oude Testament lezen we dat God genadig is
Amos en Hosea en Lukas 4, Hij was vol van
genade en waarheid en Hij kwam om te voorzien
voor Israël wat zij nodig hadden, en Hebreeën legt
dat uit. U kunt de waarheid van het boek Hebreeën
niet begrijpen als u het geheimenis geopenbaard
aan Paulus niet begrijpt Rom.3:25. De openbaring
aan Paulus gegeven over Golgotha legt niet alleen
uit hoe wij gered zijn maar ook hoe Israëls
programma tot stand is gekomen door het
volbrachte werk op Golgotha en Hebreeën gaat dat
uitleggen.
Dus de redding in vers 3 en de bevestiging in vers 4
heeft alles te doen met het Koninkrijksprogramma
en daar leert u wat dingen van, u leert dat Mat-Joh.
en de eerste hoofdst. van Hand. in dat programma
horen en de tekenen in vers 4. Ik hou van de
woorden aan het eind van vers 4: …naar Zijn wil.
Hij gaf de tekenen en wonderen naar Zijn wil. Hij
geeft ze op de manier zo Hij ze wil geven, niet
zoals u ze zou willen geven of ik. Hij doet het op
Zijn manier. En wat wij in het Woord zien is dat
het hen toebehoort.
Hebr.2:1-4 is een waarschuwing over het Woord,
om het evangelie dat hen gepredikt is niet los te
laten. Hij geeft de waarschuwing want Hij was net
klaar met spreken over de heerlijkheid van de
Heere Jezus Christus als de Zoon van God. En Hij
zegt: Kijk hier, als wat de engelen en Mozes zeiden
vast was, wat dan als de Zoon spreekt, dat is nog
belangrijker om naar te luisteren. Nu gaat hij
opnieuw beginnen in Hebr.2:5 over de engelen.
Hebr.2:5 “Want Hij heeft aan de engelen niet
onderworpen de toekomende wereld, van welke
wij spreken.”
Hier zet hij de engelen en Christus weer tegenover
elkaar. Maar nu niet mbt. de wet en het oude
verbond, maar over de positie die Christus gegeven
is, die beter is dan en boven de positie van de
engelen en hij gaat beschrijven hoe Hij die positie
verkreeg.
In Hebr.2:5 tot 4:14 beschrijft hij de Heere Jezus
Christus, de heerlijkheid van Christus als de Zoon
des mensen. Hij begint met Hem als de Zoon van
God, nu spreekt hij over Hem als de Zoon des
mensen, want het belangrijke punt in het boek
Hebreeën is Christus als de Hogepriester. Als
Hogepriester is Hij niet alleen God, maar ook
mens. En daardoor is Hij in staat om voor Israël te
voorzien wat zij nodig hebben van God. Vers
5:…de toekomende wereld. In hoofdstuk 6:5 ziet u
dezelfde uitdrukking, het is niet zo moeilijk om te
begrijpen waar hij het over heeft.
Iemand zei: Dat is het standaard postmillenial idee
dat de toekomende wereld de tijd is waarin wij
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 21
leven, je hebt de tijd van de wet en je hebt de
toekomende wereld. Maar het probleem daarmee is
dat de toekomende wereld er dan al is, het
evangelie is er al, zelfs in het koninkrijks
programma zijn de voorzieningen van het werk
door Golgotha er al, dus dat werkt niet.
Hebr.6:5 de Griekse woorden in vgl. met Hebr.2:5
zijn verschillend maar dat maakt geen verschil. Het
is hetzelfde punt. De toekomende wereld is de
wereld die de Heere Jezus Christus zal brengen met
Zijn tweede komst en gaat over het Koninkrijk. Het
Griekse woord hier in 2:5 is hetzelfde woord voor
wereld als in 1:6. Het is niet het woord eeuw, en
niet het woord cosmos maar het woord voor een
bewoonde plaats. Hij spreekt over de renovatie van
de aarde onder de regering van de Messias, we
gaan naar:
Mattheüs 12:31,32 “Daarom zeg Ik u: Alle
zonde en lastering zal den mensen vergeven
worden; maar de lastering tegen den Geest zal
den mensen niet vergeven worden.” “En zo wie
enig woord gesproken zal hebben tegen den
Zoon des mensen, het zal hem vergeven
worden; maar zo wie tegen den Heiligen Geest
zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven
worden, noch in deze eeuw, noch in de
toekomende.”
Nogmaals, als u dit gedeelte leest, het richt zich op
de aarde, en Christus als de Zoon des mensen, die
titel, zie Daniël 7:13,14, is een Messiaanse titel.
Een titel die Hij draagt als de Messias. Dus als hij
over de toekomende wereld spreekt spreekt hij over
het Koninkrijk. Mat.12:32… er is een wereld waar
wij nu in zijn(deze eeuw), maar er is ook een
toekomende.
Mat.19:28 “En Jezus zeide tot hen: Voorwaar,
Ik zeg u, dat gij, die Mij gevolgd zijt, in de
wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal
gezeten zijn op den troon Zijner heerlijkheid,
dat gij ook zult zitten op twaalf tronen,
oordelende de twaalf geslachten Israels.”
Weet u wanneer die wedergeboorte is? Dat is in het
Koninkrijk! Jezus zegt: Mijn koninkrijk is niet van
deze wereld, Hij gaat een nieuw systeem opzetten.
Het millennium, het Koninkrijk en daar gaat het
om.
Hebr.2:6,7,8 “Maar iemand heeft ergens
betuigd, zeggende: Wat is de mens, dat Gij
zijner gedenkt, of des mensen zoon, dat Gij hem
bezoekt!” “Gij hebt hem een weinig minder
gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en
eer hebt Gij hem gekroond, en Gij hebt hem
gesteld over de werken Uwer handen;”“Alle
dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen.
Want daarin, dat Hij hem alle dingen heeft
onderworpen, heeft Hij niets uitgelaten, dat hem
niet onderworpen zij; doch nu zien wij nog niet,
dat hem alle dingen onderworpen zijn;”
Maar…! In tegenstelling tot de engelen aan wie de
toekomende wereld niet onderworpen is. Maar: er
komt iemand aan wie de wereld zal onderworpen
zijn. Iemand: waarom zegt hij niet gewoon Psalm
8? Ik noemde u net Lukas 19:9,10 en u kent :10 u
heeft dat vers uw hele leven al gehoord, maar als ik
alleen zou zeggen wat er in het vers staat weet ik
dat u weet waar het staat. Dat doet hij hier, hij
neemt aan dat de mensen die het boek Hebreeën
lezen bekend zijn met de Schrift, hij spreekt met
mensen die de Bijbel kennen, en hij haalt Psalm
8:5-7 aan.
Vers 8: Doch…nu zien wij nog niet… Met andere
woorden: de engelen krijgen de toekomende wereld
niet, maar er is Iemand, Psalm 8 vertelt er over.
Vers 7: Spreekt over de roeping waartoe Hij de
mens heeft geschapen.
In vers 6 twisten sommige mensen over wie deze
verwijzing gaat, sommige mensen zeggen Adam.
Adam was niet de Zoon des mensen, dat begrijpt u.
Adam had geen vader en moeder. Hij was niet
geboren, maar geschapen. Hij spreekt over de
mensheid en de kinderen der mensen. In vers 7
staat: een weinig minder dan de engelen, u bent niet
op gelijke hoogte met de engelen. U bent van een
fysieke wereld, zij van een geestelijke. U kunt niet
door muren lopen. U bent wat lager dan de engelen.
De mens is lager dan de engelen, maar hij is
gekroond met eer en heerlijkheid, hoe deed Hij dat?
Genesis 1:26-28 Hij schiep de mens in de beeltenis
van God. Onderwerpt de aarde! Heb heerschappij
over de aarde. Dat was de roeping van de mens,
samen met mensen die God de Almachtige eren als
hun God en die de wereld in onderwerping houden
voor Hem. Erover regeren voor Hem.
Die mogelijkheid gaf Hij nooit aan de engelen, om
de regeerders van de wereld te zijn. Maar er is een
probleem. In vers 8 zegt hij: …niets uitgelaten, dan
bedoelt hij alles! Inclusief de engelen. Vers 7
vertelt over de roeping van de mens. Waarom
schiep God de mens en zette hem op de aarde in
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 22
Genesis 1? Om de aarde te onderwerpen en onder
Zijn autoriteit te brengen.
Maar er is een probleem, wat is het probleem?
Zonde is een probleem. Er is hier rebellie gaande.
Doch nu zien wij noch niet …., er is een probleem.
De bedoelde bestemming van de mens is
verknoeid, verhinderd door de zonde. Zonde heeft
God's originele roeping van de mens onderbroken.
Hebr.2:9,10 “Maar wij zien Jezus met
heerlijkheid en eer gekroond, Die een weinig
minder dan de engelen geworden was, vanwege
het lijden des doods, opdat Hij door de genade
Gods voor allen den dood smaken zou.” “Want
het betaamde Hem, om Welken alle dingen zijn,
en door Welken alle dingen zijn, dat Hij, vele
kinderen tot de heerlijkheid leidende, den
oversten Leidsman hunner zaligheid door lijden
zou heiligen.”
Maar wij zien Jezus….Christus heeft wat de mens
had en verloor. Snapt u het? We spreken hier over
een redding die te maken heeft met de
onderwerping van de aarde, wereld! De vestiging
van Gods autoriteit op deze planeet. Geen engel
heeft ooit deze belofte gehad om dat te hebben.
God schiep de mens en gaf hem de opdracht om uit
te gaan in Zijn beeltenis, gelijkenis om de wereld te
onderwerpen en heerschappij over de aarde te
hebben en de aarde te vervullen. Daar schiep Hij de
mens toe. Maar de mens zondigde! Waar God de
mens voor geschapen heeft is nog niet tot stand
gekomen. Maar weet u? Wij zien de Heere Jezus
Christus.
Vers 10 is een verwijzing naar: Kolos.1:16 en
Openb.4:10,11. Beide gedeelten spreken over het
feit dat Jezus Christus Degene is om Wie en door
Wie alle dingen zijn geschapen. De kronen uit
Openb.4, de positie van regering en autoriteit in het
universum zijn voor U. Jezus Christus is
rechtmatige Erfgenaam van dit universum. Hij is de
rechtmatige Koning van deze planeet. Die een
weinig minder dan de engelen geworden was…
Waarom was Hij minder dan de engelen? Vers 9
om het lijden des doods!
Er zijn veel misverstanden rond dit schriftgedeelte,
mensen zeggen dat Hij voor een kleine tijd minder
was dan de engelen, maar Hij is tot mens gemaakt,
Hebr.2:7 zegt dat de mens lager is dan de engelen,
lager in rangorde, u bent niet zo'n superieur
schepsel als zij zijn. En Jezus Christus was geen
engel, Hij nam niet de natuur van een engel aan,
Hebr.2:16. Hij nam de positie van een mens aan.
Hij kwam in de vorm van een mens, Hij vernederde
Zichzelf in de gestalte van een mens.
Hoe werd Hij minder dan de engelen? Dat is een
verwijzing naar de vleeswording. Joh.1:14, het
Woord werd vlees. Om het verloren domein van de
mens terug te veroveren en een heel geslacht van
mensen te doen opstaa om God's belofte te beërven
en om de mensheid te zijn die God origineel
geroepen had te zijn. Jezus Christus kwam en werd
een mens! Zodat Hij een mensheid kon vormen die
de roeping kon uitvoeren die God de mens had
gegeven in Genesis 1.
Denk nu na over het contrast met u en ik als de
leden van het Lichaam van Christus. God schiep de
mens, zette hem op aarde om de autoriteit te
herstellen op de aarde, Christus kwam en schiep
een nieuwe mensheid, een verloste mensheid. Ten
einde Zijn autoriteit in de hemelen te herstellen
schept, vormt Hij een nieuw schepsel, een nieuw
geslacht mensen. Toen God Adam maakte was
Adam ook een heel nieuw geslacht. Er was nooit
een mens voor Adam, waren er schepselen voor
Adam? Ja! Engelschepselen, rassen van cherubiem,
serafiem, maar geen mensen. Adam is de eerste,
een nieuw soort. Helemaal nieuw in het universum.
Het beloofde Zaad, dat zullen we zo zien. De
zaadlijn wordt het zaad van Abraham. En brengt de
mens over in het Koninkrijk. Vervullend de roeping
die Hij heeft voor de mens op aarde. En dit: een
weinig minder dan de engelen :9 vanwege het
lijden des doods. Het is niet in de natuur van een
engel dat hij het lijden des doods kan ondergaan.
Lukas 20:35,36 “Maar die waardig zullen
geacht zijn die eeuw te verwerven en de
opstanding uit de doden, zullen noch trouwen,
noch ten huwelijk uitgegeven worden;” “Want
zij kunnen niet meer sterven, want zij zijn den
engelen gelijk; en zij zijn kinderen Gods, dewijl
zij kinderen der opstanding zijn.”
Als u niet meer kunt sterven bent u in dat opzicht
gelijk aan de engelen, als u minder bent dan de
engelen kunt u het lijden des doods ondergaan. Dus
Hij neemt het menszijn aan zodat Hij de dood van
de mens kan sterven. Dat wil niet zeggen dat Hij
geen God meer is. Jezus nam onze natuur aan, de
incarnatie, Hij werd mens. Hij werd één van ons.
Voor het lijden des doods.Opdat Hij door de
genade Gods voor allen de dood smaken zou.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 23
Voor wie? Dat is een geweldig vers, als iemand u
verteld dat Christus dood begrensd is kijk dan in dit
vers! Zelfs in het Koninkrijksprogramma is het niet
begrensd zodat niet iedereen erbij kan komen. Zelfs
Johannes de Doper zegt: Zie het Lam Gods dat de
zonde der wereld wegneemt. Hij sterft voor Zijn
mensen. Maar, de hele wereld kan komen en zich
bij Zijn volk voegen en de weldaden ervan krijgen.
Dus Hij sterft voor iedereen, voor ieder mens. In de
gelijkenis van Mat.13:44 spreekt Hij over dat Hij
het hele veld koopt, zodat hij de schat kan kopen
die in het veld zit. De schat is Israël, Hij koopt de
hele wereld zodat hij de schat kan kopen.
Hebr.2:10 Vele… Hij sterft voor iedereen, zodat
degenen die Hem vertrouwen, de vele kinderen tot
heerlijkheid gebracht kunnen worden. De velen uit
vers 10 zijn velen van de allen. 1 Joh.2:2 en Paulus'
brieven zijn er vol van. 1 Tim2:4-7 voor allen. En
nu met deze openbaring en begrip van dit bereik
van het kruiswerk van Christus kan Hebreeën dit
voor u neerschrijven en uitleggen hoe dat gebeurde.
Door de genade Gods: dat is de motivatie die
erachter zit. Vol van genade en waarheid. Voor
allen den dood smaken zou: U ziet het kruis, terug
naar Genesis 2:17 als je van deze boom eet zul je
sterven. Waarom heeft de mens zijn roeping niet
vervult? Door de vloek van de zonde. Dus wat doet
Jezus Christus? Hij komt, smaakt de dood voor
ieder mens, wat doet Hij? Hij overwint de vloek.
Zodat Hij mensen kan redden. Zo zijn we terug in
Eden.
Den oversten Leidsman hunner zaligheid door
lijden zou heiligen: in vers 11,12,13 spreekt hij
over de Leidsman hunner zaligheid. En wat de
Leidsman, de Leider hunner zaligheid Zich heeft
geïdentificeerd heeft met Zijn mensen, de eenheid
die Hij heeft. Daar moet u op letten in vers 10, Hij
werd het, als u zegt dat iets iets wordt, b.v. een jurk
zit goed, het past. Hij is de rechtmatige Heerser van
alles. Hoe maak je iemand volmaakt die zondeloos
is? Dat is het hele punt in de grote
verdrukkingsperiode, kijk in hoofdstuk 5:7-10
spreekt over de Heere Jezus Christus als de grote
Hogepriester vlgs. Melchizedek.
Ziet u, Hij moest volmaakt gemaakt worden,
volmaakt betekend niet zondeloos, maar volmaakt.
Dat vereiste het gehele proces van Zijn
vleeswording, Zijn bediening, Zijn lijden - zie 2:18
- Hij deed alles en was alles wat Israël ooit nodig
had. Hij is Jehovah, Redder. Jehovah is een grote
naam voor God. De grote Ik ben. Maar er is veel
meer in die naam, Hij is eeuwig, Hij doet wat Hij
zegt dat Hij zal doen, betrouwbaar om Zijn Woord
te doen. U kunt dat niet , maar Ik zal het doen.
Jezus Christus komt, Joshua, Jehovah Redder, en
zegt: Ik kom en voorzie alles wat u nodig heeft. En
hoe gaat Hij dat doen? Hij is de Leidsman van hun
zaligheid en het hele proces, het is niet alleen de
dood, maar Zijn incarnatie, Hij komt, Hij lijdt, Hij
is tot een volmaakte, complete Redder gemaakt.
Hoofdstuk 6 zegt: Christus onze Voorloper :20
Degene die vooruit gaat, pioniert en het voor ons
doet. De Leidsman hunner zaligheid leidt de vele
kinderen tot heerlijkheid, overal waar zij gaan is
Hij geweest, maakte het spoor, zet de bakens en
voorziet alles zodat zij er komen.
Hebreeën 2:10-16
We gaan noch even terug naar Hebreeën 2:5. Waar
het hier om gaat is het proces van de onderwerping
van de toekomende wereld, en de autoriteit van
God. Het gaat om de aarde sinds Gen. 1 en het
programma dat aan het volk Israël is gegeven. Gods
bedoeling om Zijn autoriteit te vestigen op de aarde
door het instrument van het koninkrijk gegeven aan
het volk Israël. Om het hoofd te zijn.
Hij spreekt hier over de Heere Jezus Christus, de
Koninkrijksredding die Christus predikt in
Hebr.2:3. En Christus is de Zoon des mensen, Hij is
Degene die komt om dat te volbrengen: Hebr.2:
6,7,8. God had een doel voor de mens, Hij maakte
de mens de kroon, het hoofd van de schepping en
gaf een roeping in Gen.1 om de koning over de
schepping te zijn en de aarde te onderwerpen en
erover te regeren. Maar die situatie zien we nu niet.
Maar nu zien wij nog niet…Hebr.2:8. De bedoeling
die God had met de mens is verknoeid, vertraagd
door de rebellie van satan daartegen, de
tegenstander, tegen wat God doet. Maar hij zegt in
Hebr.2:9 wij zien Jezus… een weinig minder dan
de engelen, Hij komt en neemt de vorm van een
mens aan om Gods bedoeling voor de mens te
herstellen. Christus kwam om de mens te redden.
Hij volbrengt voor de mens wat hij niet kon voor
zichzelf. Hij gaat naar het kruis en volbrengt het
voor de mens, door te dood te smaken.
En ik zeg u nogmaals: U kunt Hebr.2 vergelijken
met Rom.3 in de uitleg van wat er op Golgotha
gebeurde. Romeinen legt het kruis aan ons uit, als
leden van het lichaam van Christus, Gods hemelse
mensen. Hebr. legt het kruis uit aan Gods aardse
mensen, het volk Israël. God had een bedoeling
toen Hij begon te openbaren m.b.t. de toekomende
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 24
wereld. Mat.25:34 dat koninkrijk is bereid van de
grondlegging der wereld, sinds God mensen op
aarde plaatste spreekt Hij, predikt Hij, maakt Hij
bekend en verklaart Hij dit in alle profetische
schriften. Hij predikte, sprak enz. en hield Zijn doel
geheim om de hemelse gewesten ook te herstellen
onder Zijn autoriteit, niet door het instrument
Israël, of een aards koninkrijk, maar door een
nieuwe schepping: het lichaam van Christus. Dat
leren wij in Paulus' brieven.
Ga met mij mee naar het boek Hebreeën en wij
zullen ons richten op Gods aardse programma. En
wij zien hoe Gods aardse programma voor Israël
ontworpen is om te voltooien waar Hij de mens op
aarde mee liet beginnen. En net als het kruis de
hemelse bedoeling met het lichaam van Christus
volbrengt, volbrengt het kruis de aardse bedoeling
voor het volk Israël.
Helaas, doordat het boek Hebreeën de
algenoegzaamheid van Christus door het kruis van
Golgotha leert, en Zijn bedoeling voor het volk
Israël te volbrengen in genade voor het volk Israël,
nemen sommige mensen aan dat die voorziening
gebaseerd op het kruis dat het ook voor u en mij is
als het lichaam van Christus. Maar dat is niet waar,
het is niet nodig om onszelf in dit gedeelte te lezen,
dat het leerstellig over ons en tot ons. Dat is het
niet, het is Israëls programma, en het is tot hen.
Er is veel hier dat overlapt wat Paulus leert, er is
veel hier over een Redder wat ons ook aangaat,
maar de leer hier gaat over het herstel van de aarde
door het volk Israël. Dus ik maak dit onderscheid
voor u, als u het laat waar het is, en past waar het
past, zal het uw hart raken hoe het kruis de basis is
van alles wat God ooit deed. En het is niet nodig
dat iedere keer als u over het kruis leest u denkt dat
het over u gaat, want dat is niet zo. Net als iemand
het woord doop leest in de Bijbel en direct aan
water denkt. Er zijn veel andere soorten dopen in
de Bijbel. Zo is het hier ook.
Hebr.2:10 “Want het betaamde Hem, om
Welken alle dingen zijn, en door Welken alle
dingen zijn, dat Hij, vele kinderen tot de
heerlijkheid leidende, den oversten Leidsman
hunner zaligheid door lijden zou heiligen.”
U ziet tot aan het eind van het hoofdstuk een
opsomming van de dingen die het kruis bewerkt
heeft in het Koninkrijksprogramma. De dingen die
het kruis doet voor Israël:
1.Hij is de Leidsman van hun zaligheid :10-13
2.Overwinning van satan :14-16
3.Barmhartig en getrouw Hogepriester :16-18
Om Welken alle dingen zijn… Openb.4:11,
Kol.1:16 dat spreekt over de regeringsposities,
autoriteiten. Het heiligen van de Leidsman door
lijden… de volmaking van Zijn functioneren als
Leidsman. Daar spraken we vorige keer over, als
we zo verder lezen zien we het weer, met de
bedoeling om voor de mens te volbrengen wat de
mens niet voor zichzelf kon, Hij werd de Redder
van de mens. Er was een vereiste van de kant van
de Heere Jezus Christus om mens te worden, Hij
begon dingen te kennen die Hij als God nooit had
ervaren, die zien we als we verder lezen.
Hebr.2:11 “Want en Hij, Die heiligt, en zij, die
geheiligd worden, zijn allen uit een; om welke
oorzaak Hij Zich niet schaamt hen broeders te
noemen.”
Zijn identificatie, Zijn éénheid met de gelovigen in
Israël. Hij kwam om één met hen te zijn. Er is veel
tegenstrijdigheid over waar :11 heen verwijst: Zijn
allen uit één… mensen zeggen dat het te maken
heeft met dat we één vader hebben, één bron enz.
Het punt is opnieuw éénheid. De identiteit van
Degene Die heiligt en zij die geheiligd worden
worden samen geïdentificeerd. Maar als u kijkt
naar :14 verteld u dat fundamenteel wat het punt is.
Dus als hij spreekt over Degene Die heiligt en zij
die geheiligd worden dan spreekt hij over vers 14,
dat Christus kwam en deel werd van de mensheid,
het zaad van Abraham werd.
Hebr.2:12,13 “Zeggende: Ik zal Uw naam Mijn
broederen verkondigen; in het midden der
Gemeente zal Ik U lofzingen.” “En wederom: Ik
zal Mijn betrouwen op Hem stellen. En
wederom: Zie daar, Ik en de kinderen, die Mij
God gegeven heeft.”
Het gaat hier om de identificatie die Hij had met
Zijn volk, met het gelovig overblijfsel in Israël, hij
haalt Psalm 22:23 aan. De gemeente, een
geprofeteerde gemeente. De gemeente in deze
profetie is de koninkrijksgemeente.
Psalm 22 is een mooie psalm over het kruis, een
verwijzing naar Golgotha. In vers 2 lezen we de
roep van de Heere Jezus aan het kruis: Mijn God,
Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten… wat u
leest in de Psalm is de strijd en het gesprek dat
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 25
Christus had tussen Zichzelf en God. Vanaf vers 22
tot het einde van de psalm kijkt Hij weg van het
lijden van het kruis naar de heerlijkheid. Herinnert
u zich Hebr. 12:2, waar u leest dat de vreugde die
Hem voorgesteld was Hem het kruis heeft doen
verdragen. Vers 22-31 Christus had, bewaarde deze
kennis en informatie, deze schriftgedeelten in Zijn
verstand. Pas preekte ik over wat Christus zei aan
het kruis, Hij haalt de Schrift aan, in al de zeven
uitspraken die Hij deed aan het kruis vervult Hij
iets dat de Schrift had voorspeld dat Hij zou
vervullen. De Schrift is in Zijn verstand en Hij
verdraagt het lijden van het kruis voor de vreugde
die Hem voorgesteld is.
In vers 21 zien wij het lijden, maar daarna gaat Hij
over naar de heerlijkheid in vers 22. Vers 26 in een
grote gemeente…, dat is het vers in Hebr.2.
Mensen zeggen dat kerk een verschrikkelijke
vertaling is die niet in je Bijbel hoort. Maar het
woord kerk is een goed woord. Het woord ecclesia,
het Griekse woord betekend uitgeroepen,
uitgeroepen mensen. Als u die uitgeroepen mensen
bij elkaar brengt dan heeft uit een vergadering.
Uitgeroepen om de Heere toe te behoren. Het
woord kerk is een engels woord en betekend: de
Heere toebehorend. Wij gebruiken dat woord niet
voor een gebouw en kerkgenootschap, maar voor
degenen die aan de Heere toebehoren. Soms
gebruik ik het woord vergadering, een vergadering
van mensen voor de Heere.
De Bijbel gebruikt zijn eigen systeem van definities
en als u het Bijbelsysteem gebruikt en niet het
wereldsysteem, dan kunt u zo ook het woord
bedeling gebruiken. Het woord kerk vinden we niet
in het Oude Testament daar vinden we vergadering.
Psalm 22:29 let op wat voor een kerk dit is, deze
geprofeteerde kerk. Deze kerk is de
koninkrijkskerk, dus de gemeente in het boek
Hebreeën is de koninkrijksgemeente, en ik blijf
tegen u zeggen: Hebreeën spreekt niet over het
lichaam van Christus, maar over profetie, Israël en
over het Koninkrijk. Als u leest merkt u het zelf.
Hebr.2:12 “Zeggende: Ik zal Uw naam Mijn
broederen verkondigen; in het midden der
Gemeente zal Ik U lofzingen.”
Hij is niet beschaamd om hen broeders te noemen,
niet beschaamd om met hen geïdentificeerd te
worden. Wat het kruis doet is de Heere Jezus
Christus toestaan om de Leider van hun zaligheid te
worden.
Hebr.2:13 “En wederom: Ik zal Mijn betrouwen
op Hem stellen. En wederom: Zie daar, Ik en de
kinderen, die Mij God gegeven heeft.”
Dit is een aanhaling uit Psalm 16:1. Merkt u hoe
vaak het Oude testament aangehaald wordt in de
eerste twee hoofdstukken van Hebreeën?
Hoofdst.1:5 en verder is bijna elk vers een
aanhaling uit het O.T. En hier in hoofdstuk 2 zien
wij als Ps.8,22 en nu 16.
Als er een voetnoot staat in uw Bijbel bij vers 13
uit Jes.8:17,18 septuagint streep dat dan maar door,
want dat is niet waar, de aanhaling komt niet uit de
septuagint.De Heere Jezus, Paulus, de Hebreeën
halen nooit de septuagint aan. Er was geen
septuagint in de tijd van deze mensen, die kwam
enkele honderden jaren later.
Psalm 16 is een psalm waar de Heere Jezus
Christus in complete en totale afhankelijkheid is
van God de Vader. In vers 10 ziet u dat. Dit wordt
door Petrus aangehaald in Hand.2. David spreekt
over de Messias. Als u denkt aan het geloof van
Christus laat deze psalm dat aan u zien, Hij leefde
in de tijd Zijn leven, dood en opstanding in
complete afhankelijkheid van de Vader. Hij
identificeert Zichzelf met deze mensen als Hij uit
de hemel komt, en leeft in totale afhankelijkheid
van God.
Als een mens vertrouwde en geloofde Hij de Vader
dat Hij Hem op zou wekken. Joh.2:19 en Joh.10:18,
in drie dagen zal Ik het opwekken. Als God wekte
Hij Zichzelf op, maar als mens vertrouwde Hij op
de Vader. Verschillende aspecten van de Heere. Hij
is dus niet alleen de Zoon van God maar ook de
Zoon des mensen, Die Zich met Zijn mensen
identificeerde, in totale afhankelijkheid van God.
Vers 13: Ziedaar, Ik en de kinderen, die Mij God
gegeven heeft… Hier is Jesaja 8:18. Dat zijn de 12
apostelen en de kleine kudde.
Jesaja 8:16-18 “Bind de getuigenis toe; verzegel
de wet onder mijn leerlingen.”“Daarom zal ik
den HEERE verbeiden, Die Zijn aangezicht
verbergt voor het huis van Jakob, en ik zal Hem
verwachten.” “Ziet, ik en de kinderen, die mij
de HEERE gegeven heeft, zijn tot tekenen en tot
wonderen in Israel, van den HEERE der
heirscharen, Die op den berg Sion woont.”
Vers 17: leest u iets in dit vers van: Ik stel mijn
vertouwen op de Heere? Zelfs als u een Griekse
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 26
vertaling van dit vers maakt in de septuagint hoe
kan men er dan van maken: Ik stel mijn vertrouwen
in Hem? :18 Deze verwijzing is een directe
verwijzing naar de Heere Jezus Christus en de
kleine kudde Joh.13, en de Koninkrijksgemeente,
Mat.16 op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen.
Mijn gemeente, Petrus noemde Hem net de
Christus, de Zoon van de levende God, de Messias.
Jezus zegt: Ik geef u de sleutels van het Koninkrijk
der hemelen. De hele context van Mat 16 is de
Messias en Zijn koninkrijk. En de Messias bouwt in
Zijn koninkrijk een gemeente, een Koninkrijks
gemeente. Ps.22:23 in het midden der gemeente.
Ik ben deel van hen die op U vertrouwen, Ik ben
geïdentificeerd met de kinderen die de Heere mij
gaf, met het gelovig overblijfsel in Israël. Ik ben
niet beschaamd om deze lijdende dienstknecht, dit
volk dat hier lijdt en door de verdrukking gaat en
onder het juk van de antichrist en opstaan tegen het
kwaad, het zijn Mijn mensen. Hoe kan Hij dat
doen? Door Golgotha, Hij is de Leidsman van hun
zaligheid, Hij is Voorloper, Die er voor hen was.
Hij is één met hen, geïdentificeerd, dat is mooi om
te zien.
Joh.13:31-33 kinderen…:33 de kleine kudde
aangevoerd door de 12 apostelen. Joh.17:6,9,
11,12,20,21 het hogepriesterlijke gebed, het ware
onze Vader! …en Gij hebt Mij dezelve gegeven.
Vers 11 zie Hebr.2:11. Vers 12 waar spreekt Hij
hier over? Over de 12 apostelen, degenen die de
Vader Hem had gegeven. Niemand uit hen is
verloren gegaan, dan de zoon der verderfenis,
Judas. U gaf Mij de 12 en Ik heb ze bewaard, Ik gaf
ze Uw Woord en ze zijn klaar om te gaan, wij zijn
één, en Ik bid voor hen. Vers 20 Hij bidt voor de 12
apostelen en de kleine kudde van gelovigen die
door de 12 worden geleid dat zij allen één zullen
zijn. Vers 21: Daar hebben we het over in Hebr.2,
over de kleine kudde, zij zijn één met ons en wij
met hen en in Hebreeën is Hij de Leidsman van hun
zaligheid en niet beschaamd om hen broeders te
nemen, niet beschaamd om met hen geïdentificeerd
te worden. Hij noemt hen broeders, Hij neemt Zijn
positie van vertrouwen met hen in, komt en
sympathiseert met hen, lijdt met hen en deelt waar
zij door heengaan. Ze zijn van Mij, God geeft ze
aan Mij.
Hebr.2:14-16 “Overmits dan de kinderen des
vleses en bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook
desgelijks derzelve deelachtig geworden, opdat
Hij door den dood te niet doen zou dengene, die
het geweld des doods had, dat is, den duivel;”
“En verlossen zou al degenen, die met vreze des
doods, door al hun leven, der dienstbaarheid
onderworpen waren.” “Want waarlijk, Hij
neemt de engelen niet aan, maar Hij neemt het
zaad Abrahams aan.”
Overmits, waar alles vandaan komt ( de
identificatie etc.). Wat is de bedoeling van de
vleeswording? ..Opdat Hij door den dood… Dat is
een mondvol (:14-16) gaat over in vers 17,18:
waarom… Hij neemt vlees en bloed aan, doet teniet
de macht van de duivel, verlost degenen van de
vreze des doods…Waarom Hij in alles den
broeders moest gelijk worden. Dat is weer
hetzelfde punt als vers 11-13 dat Hij hen is
gelijkgemaakt, is geïdentificeerd met hen, dat was
nodig, om hun Verlosser te kunnen zijn. Vers 17,18
opdat Hij een barmhartig en getrouw Hogepriester
zou zijn …
Hij is een weinig minder dan de engelen
geworden… Het aannemen van vlees en bloed
maakte Hem een weinig minder dan de engelen.
Vers:16 zegt Hij neemt de engelen niet aan…1:7
vertelt u wat de natuur van een engel is: geesten,
dienaars, engelen hebben een geestelijke natuur,
geestelijke schepselen, ze zijn gemaakt van geest.
De mens is gemaakt van vlees en bloed. Dat is wat
anders.
Hij nam de natuur van een engel niet aan, dat is een
zegen voor ons, Hij nam de natuur van de mens
aan, en specifiek het zaad van Abraham, maar
Abraham is een zoon van Adam. Er waren verloren
engelen weet u dat? 2 Petrus 2:4 De hel is gemaakt
voor de duivel en zijn engelen. Engelen kunnen niet
gered worden, weet u waarom? Ze hebben niemand
die voor hun zonden betaald, ze hebben geen
verlosser. Kon Christus bloed geen goed doen voor
de engelen? Hij nam de natuur van de engelen niet
aan. Hij nam de natuur van de mens aan. God
voorzag nooit in redding voor engelen, maar voor
de mens.
En hoe verlost Hij de mens, door het zaad van
Abraham. Het zaad van de vrouw in Gen.3:15
wordt het zaad van Abraham, Dat de Heere Jezus
Christus wordt. Er is hier iets wonderlijks:
Leviticus 25:25 “Wanneer uw broeder zal
verarmd zijn, en iets van zijn bezitting verkocht
zal hebben, zo zal zijn losser, die hem
nabestaande is, komen, en zal het verkochte
zijns broeders lossen.”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 27
Ziet u dat de Leidsman een nabestaande moet zijn
om Verlosser te kunnen zijn, om iemand te kunnen
verlossen die een erfenis verloren was. De wet
vereist dat hij dichtbij moet zijn, naastbestaande.
De dichtstbijzijnde losser.
Hij verloste geen engelen, Hij nam de natuur van
een mens aan. Hij moest vlees en bloed aannemen,
een bloedverwant zijn. Het leven van het vlees is in
het bloed. (Lev.17:11). Dus als Hij vlees en bloed
aanneemt neemt Hij de menselijke natuur aan
(1Kor.15:45-50). We spreken over de natuur van de
mens en de natuur die Christus aannam.
Hebr.2:14 Wij hebben vlees en bloed, wat is het
probleem met ons vlees en bloed? Het is verdorven
door de zonde. Daarom zegt vers14: desgelijks
derzelve deelachtig geworden… Zie Hebr.10:5 Gij
hebt Mij het lichaam toebereid… Rom.8:3 De
mensheid van de Heere Jezus Chistus is een heel
unieke menselijkheid, een heel verschillend soort
mensheid. God zendende Zijn Zoon in gelijkheid
des zondigen vleses… In de gelijkheid… Hij neemt
de menselijke natuur aan, maar Hij nam de zonde
niet aan.
Jezus Christus is de meest unieke Persoon Die ooit
op deze aarde leefde. Hij leefde absoluut zonder
zonde, rechtvaardige mensheid iets wat Adam niet
had. Hebr.7:25 Hij had nooit één zonde 1
Joh.3:5. Weet u wat een puinhoop het moet zijn
geweest om op deze aarde te leven, tussen een
stelletjes zondige mensen als u en ik, en nooit één
maal gezondigd… 2Petr.2:8.
Wat moet Hij gedacht hebben?, moet het geen last
geweest zijn om hier te leven? Hij was er niet
beschaamd voor, Ik kwam om dat te doen. Voor de
vreugde Hem voorgesteld verdroeg Hij het.
1Joh.3:5 en geen zonde is in Hem… is dat niet
geweldig? Wij hebben Iemand nodig Die geen
zonde heeft en ons uit onze zonden haalt. 1Joh.3:8
opdat Hij de werken des duivels zou verbreken…
Hij nam deze menselijke natuur aan, waarom?
Zodat Hij kon sterven! Zodat Hij dat kon ervaren
en het loon van de zonde op Zich kon nemen.
Vers:14,15 door den dood enz. de duivel…en
bevrijden…waarom zijn mensen hun hele leven
gebonden aan de wet? De wet zegt: doe dit en u
zult leven, doe dat en u zult sterven. U kunt het niet
riskeren deze dingen te doen want dan gebeurt het:
u bent verloren.
Zij wisten nooit of ze genoeg gedaan hadden, of ze
het goed gedaan hadden, zij vreesden om
onvoorbereid te sterven. Dus zij voegden zich
onder die strikte wetsbetrachting, de regels,
ordeningen al die strikte dingen, zij waren bang!
Dat ze zich niet goed gedroegen. Omdat ze onder
het wetsysteem leefden. Hetgene dat u motiveert
onder het wetsysteem is angst,vrees. En de ergste
angst is onvoorbereid te sterven. En Christus kwam
om degene die de macht over de dood had teniet te
doen. U moet iets begrijpen: we gaan terug naar
Psalmen, over de kracht van de dood.
Psalm 68:21 Die God is ons een God van
volkomene Zaligheid; en bij den HEERE, den
Heere, zijn uitkomsten tegen den dood.”
En bij de HEERE zijn uitkomsten tegen de dood.
(Ps.66:9). God is Degene Die werkelijk, fysieke
dood bezat onder Israëls programma. Wat hun in
leven hield, of hen doodde was aan de Heere.
Vandaag is dat anders. Wat betekend het dat hij het
geweld des doods had? Als hij spreekt over satan is
dat niet zozeer dat hij de macht en mogelijkheid
heeft om te besluiten wanneer een persoon ging
sterven, of wie er ging sterven op een bepaald
moment, ook niet om de dood als een wapen te
gebruiken tegen mensen.
De dood als een macht te gebruiken over mensen
om ze in slavernij te houden, brengen om te vrezen.
Om dat te breken moest de Heere Jezus een mens
worden.
Hebr.2:17 “Waarom Hij in alles den broederen
moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig
en een getrouw Hogepriester zou zijn, in de
dingen, die bij God te doen waren, om de
zonden des volks te verzoenen.”
Daarom staat er in vers 17 dat Hij moest gelijk
worden. Om de macht van satan te kunnen
vernietigen, door de dood als een wapen tegen hem
te gebruiken, en om mensen te bevrijden van dat
wetsdienstprogramma, Mozes verbond. Eén
illustratie:
Zach.3:1 “Daarna toonde Hij mij Josua, den
hogepriester, staande voor het aangezicht van
den Engel des HEEREN; en de satan stond aan
zijn rechterhand, om hem te wederstaan.”
Satan staat aan Jozua's rechterhand om hem te
wederstaan. Als ik hier sta(voor u) en mijn
rechterhand is hier, welke hand is dat voor u?
Ps.109:6 en de satan sta aan zijn recherhand… hij
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 28
staat daar als de aanklager. Hij staat aan de
linkerhand van de HEERE, wie is er aan Zijn
rechterhand: Christus! Wie is er aan de
aangeklaagde linkerhand? Als God de Vader daar is
en Christus aan Zijn rechterhand en ik sta voor
Hem dan is Christus aan mijn linkerhand en satan
aan mijn rechterhand als de aanklager.
1Joh.2:1 “Mijn kinderkens, ik schrijf u deze
dingen, opdat gij niet zondigt. En indien iemand
gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij
den Vader, Jezus Christus, den Recht
vaardige;”
Wij hebben een Voorspraak bij de Vader, als de
Advocaat. Satan als de aanklager. Zach.3:1 terug.
Heere deze man is schuldig, vuil, kijk naar zijn
kleren, wat een rommel, en hij daagt God uit om
het loon van wet, zonde uit te voeren, deze man
verdient te sterven… Ik klaag hem aan voor
misdaden, in de naam van de rechtvaardigheid van
God dood deze man! Satan is de aanklager van de
broederen, brengt hem in de rechtbank. 3:3 vuile
klederen: hij is schuldig, hij is schuldig, hij is
schuldig! Zach.3:2 de Heere zeide tegen satan…,
dat is Jezus Christus staande aan de rechterhand
van de Vader, aan de linkerhand van de
aangeklaagde. Jezus Christus komt naast de
linkerkant van de aangeklaagde staan en Hij slaat
Zijn arm om hem heen en wat denkt u dat Hij gaat
zeggen?!
Wij hebben een Voorspraak, een Advocaat Die
Zichzelf gegeven heeft als een losprijs voor ons.
Hij zegt: Heere, Ik stierf voor hem! Ik heb zijn
dood betaald, hij is niet schuldig meer, Ik bekleed
hem met Mijn rechtvaardigheid. Kijk in vers 2: de
HEERE schelde u, gij satan… Dat is bijzonder,
satan daagt God uit om te straffen en Christus komt
en Hij zegt niet: ik neem het voor Mijn rekening, ga
weg satan, Ik ben de Winnaar, maar weet u wat Hij
zegt: God de Vader schelde u!
Judas 9 “Maar Michael, de archangel, toen hij
met den duivel twistte, en handelde van het
lichaam van Mozes, durfde geen oordeel van
lastering tegen hem voortbrengen, maar zeide:
De Heere bestraffe u!”
Michaël, de duivel en Mozes de enige twee keer in
de Bijbel dat deze uitdrukking voorkomt. Hebr.2:
totdat Jezus Christus in het vlees kwam en de
menselijke natuur aannam, het zaad van Abraham,
vlees en bloed, argumenteerde satan met Hem over
de mens, hij was geen mens, geen vlees. Werd een
mens, en door de dood vernietigde de aanklager en
tegenstander. Nu hoeft Hij niet meer de Vader te
vragen om de duivel te bestraffen, Hij kijkt nu naar
hem en zegt: schiet op, want Ik ben er geweest.
Joh.15:24 “Indien Ik de werken onder hen niet
had gedaan, die niemand anders gedaan heeft,
zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze
gezien, en beiden Mij en Mijn Vader gehaat.”
Er zijn dingen die nooit meer gebeurd waren als
Jezus Christus geen mens was geworden. Er is geen
manier dat God Almachtig de mens zou kunnen
gebruiken om de toekomende wereld te herstellen
en te onderwerpen onder Zijn autoriteit als Jezus
Christus niet was gekomen en een mens was
geworden, als Hij de mens niet had verlost. Het
zaad van Abraham. Het was nodig, het was vereist
om Zijn broeders gelijk te worden, vers 17. De
dingen die u leest in vers 10-14 Zijn identificatie
met hen, was absoluut nodig. Om de satanische
rebellie tegen Zijn doel met de mens en de aarde te
niet te doen.
Hebreeën 2:17,18
Herhaling Hebr.2:10-16. We beginnen te lezen in
Hebr.2:10, de rest van het hoofdstuk beschrijft hoe
dat is volbracht, tot stand gebracht. Ik herhaal voor
u nogmaals het punt van dit gedeelte: de regering
van Christus en de toekomende wereld in
onderwerping voor Hem. Vers 10: dit is net als
Openb.4:11 en Kol.1:16 laten we nogmaals naar
deze verzen kijken:
Openb.4:11 “Gij Heere, zijt waardig te
ontvangen de heerlijkheid, en de eer, en de
kracht; want Gij hebt alle dingen geschapen, en
door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen.”
Kol.1:16 “Want door Hem zijn alle dingen
geschapen, die in de hemelen en die op de aarde
zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij
tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden,
hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en
tot Hem geschapen;”
Als u door dit hoofdstuk heen leest ziet u de Heere
Jezus Christus in Zijn heerlijkheid als de Zoon des
mensen, de beloofde Zoon van God in hfdst.1, en
hier in hfdst.2 is Hij als de Zoon des mensen,
Degene Die kwam om Gods doel te herstellen in de
oorspronkelijke schepping van de mens, waar
schiep God de mens oorspronkelijk voor? Om
heerschappij over de aarde te hebben, maar de
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 29
mens viel, hij ging mee met de satanische rebellie
tegen Gods plan. En Jezus Christus komt om Gods
plan te herstellen met de mens.
En het volk Israël is Gods instrument, Gods middel
door wie Hij de aarde gaat herstellen onder Zijn
autoriteit. Hij gaat doen voor de mens wat de mens
niet kan voor zichzelf door de verlossing die
Christus geeft aan Israël, doordat Israël uitgaat over
de rest van de aarde. U en ik zijn deel van het
verzoeningsprogramma in de hemelse gewesten, en
dat is een geweldig ding om te weten, maar het
boek Hebreeën focust zich op Israëls deel daarin en
hoe God niet alleen het lichaam van Christus
verlost door het bloed en het kruiswerk van
Christus, maar Hij verlost ook Israël en alles wat
Israël ooit krijgt als God de aarde herstelt onder
Christus leiding zal zijn door het bloed van het
kruis dat is tot stand gebracht.
Hebr.2:10 + Kol.1:16, het is duidelijk dat de alle
dingen in dit gedeelte niet zijn de vogels en de
bloemen en de bomen enz. het staat in het vers: die
in de hemel zijn en die op de aarde zijn tronen,
heerschappijen enz. Posities van regerings
autoriteiten. Die Christus schiep, door Hem en voor
Hem. Hij schiep ze zodat Hij ze kon gebruiken om
het universum te regeren, in de hemel en in de
aarde.
Open.4:11 …alle dingen geschapen, en door Uw
wil zijn zij geschapen. Alle regeringen in het
universum, u bent hier in de regeringstroonkamer
van God. In hoofdstuk 5 ziet u dat de Heere Jezus
Christus als het Lam dat het eigendomsbewijs krijgt
van het universum uit de hand van de Vader. De
ouderlingen zeggen in 4:11: wij regeren voor Uw
wil want alles is van U en voor U. Hebr.2:10
Degene waar hij hier over spreekt is Degene voor
Wie alle dingen zijn en door Hem, en Degene Die
de rechtmatige Koning is van het universum. Let
ook op de titel: Leidsman hunner zaligheid.
Jozua 5:13-15 “Voorts geschiedde het, als Jozua
bij Jericho was, dat hij zijn ogen ophief, en zag
toe, en ziet, er stond een Man tegenover hem,
Die een uitgetogen zwaard in Zijn hand had. En
Jozua ging tot Hem, en zeide tot Hem: Zijt Gij
van ons, of van onze vijanden?” “En Hij zeide:
Neen, maar Ik ben de Vorst van het heir des
HEEREN: Ik ben nu gekomen! Toen viel Jozua
op zijn aangezicht ter aarde en aanbad, en zeide
tot Hem: Wat spreekt mijn Heere tot Zijn
knecht?” “Toen zeide de Vorst van het heir des
HEEREN tot Jozua: Trek uw schoenen af van
uw voeten; want de plaats, waarop gij staat, is
heilig. En Jozua deed alzo.”
God trok Israël uit Egypte, zij staken de Rode zee
over en deed het volk geboren worden, in de
woestijn, naar de rivier de Jordaan eroverheen
Kanaän in. In de eerste 5 hoofdstukken van Jozua
trekken zij de rivier de Jordaan over en gaan
Kanaän binnen. Als zij het land binnengaan gaan
(in 3:11) gaat de ark voor hen uit. Twee maal zijn
ze door een geopende rivier getrokken. Eerst door
de Rode Zee, Hij schept het volk Israël, het volk is
geboren. Nu brengt Hij hen naar de rivier de
Jordaan en Hij opent de rivier voor hen, en ze gaan
door het droge. En de ark van de Heere der ganse
aarde gaat voor hen uit.
Wat hier gebeurd is: Hij neemt het volk en zij
worden geboren tot Zijn plan, Hij begint Zijn
officiële weer in bezit name van de aarde, als Hij
Israël in het land brengt, dat Hij beloofd heeft, het
land van waaruit Zijn regering zich zal uitbreiden
over de aarde. Het land dat satan wederrechtelijk in
bezit heeft genomen en onder de regering en
autoriteit heeft gebracht van zeven volken die de
bolwerken en centra van het satanische politieke
kwaad. Zij bezitten het land en God brengt Zijn
volk daar om het te onteigenen.
Num.33:51,52,53 “Spreek tot de kinderen
Israels, en zeg tot hen: Wanneer gijlieden over
de Jordaan zult gegaan zijn in het land
Kanaan;” “Zo zult gij alle inwoners des lands
voor uw aangezicht uit de bezitting verdrijven,
en al hun beeltenissen verderven; ook zult gij al
hun gegotene beelden verderven, en al hun
hoogten verdelgen.” “En gij zult het land in
erfelijke bezitting nemen, en daarin wonen;
want Ik heb u dat land gegeven, om hetzelve
erfelijk te bezitten.”
Jullie moeten ze eruit zetten, verdrijven. En gij zult
het in bezit nemen en daarin wonen… een
geweldige vergelijking hier, als God ons opneemt
in de hemelse gewesten om de regering in de hemel
te herstellen, onteigent Hij de regering van de
engelen en zet ons daar. Hier doet Hij het met
Israël, en als zij binnengaan is dat de eerste
officiële actie van Zijn officiële begin van het
opnieuw in bezit nemen van het aardse programma
met Israël in Jozua 5:13-15. Let op de titel die Hij
geeft in vers 14: Ik ben de Vorst van het heir des
HEEREN, Ik ben nu gekomen. Het heir des
HEEREN=Israël.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 30
De essentie van wat de Heere hier tegen hem zegt
is: wacht even jongen, Ik ben de Leidsman van het
heir des HEEREN, Ik ben de Opperbevelhebber.
Het punt is niet of Ik aan jouw kant ben, maar ben
jij aan Mijn kant?! Hij gaat ze het land
binnenleiden. Hij gaat ze hun overwinning geven,
hun militaire overwinning, Hij zal zijn voor hen de
Jehovah Nissi, de Heere onze Overwinnaar
(Banier). In die context moet je Hebr.2 zien, exact
dezelfde soort context. Het gaat om het opnieuw in
bezit nemen van de aarde. Gods plan om in
Christus de aarde terug te krijgen, door de mens te
verlossen, en mens te zijn, zodat Hij het Zaad van
de vrouw kan zijn, van Abraham, Die de aarde
opnieuw in bezit neemt.
Hebr.2:10 de Leidsman, Degene die de Verlosser
is, en Degene Die de militaire overwinning
behaald, in verlossing voorziet, en voor Israël is dat
niet alleen verlossing van de zonde, maar ook
verlossing in het Koninkrijk. Hebr.2:11-14 al deze
dingen hebben te maken met de Messias en Zijn
identificatie met Zijn volk, en Zijn éénheid met
hen. Hebr.2:14 hier gaat het over de vleeswording,
Hij neemt menselijk vlees aan, zodat Hij de
mogelijkheid heeft om een Helper te zijn, Die hen
kan begrijpen. Zondag sprak ik over: Als Hij God
is en je niets van Zijn Godheid kunt wegnemen,
dan voegt Hij mensheid toe. Hij werd niet minder
God, Hij werd God-Mens. Hij voegde menszijn toe
aan Godheid. Waarom deed Hij dat? Opdat Hij
door den dood…
Daarom staat er in 2:9 dat Hij een weinig minder
geworden is dan de engelen, de mens is lager dan
de engelen, een lager schepsel, dus Christus nam
vlees en bloed aan, de menselijke natuur, zodat Hij
door de dood degene die het geweld des doods had,
tennietdoen zou, dat is de duivel. Satan gebruikte
dood als een werktuig om zijn religieuze systeem te
propaganderen en zijn macht over de mensen.
Hebr.2:15 Deze mensen waren steeds onderworpen,
zij wisten niet onder het wetprogramma of zij alles
gedaan hadden dat zij moesten doen, en zij wisten
dat zij niet konden sterven als niet alles goed was,
dus zij waren altijd bang om te sterven en dan niet
recht met God te staan, geen offer gebracht enz.
wat verschrikkelijk…
Ik was gisterenavond in Detroit voor een
t.v.programma met pastor Bruscha, zijn neef had
zelfmoord gepleegd, een jonge man. Bij de
begrafenis kwam zijn moeder naar Tom toe en zei:
Is hij in de hemel? Dat is een goede vraag. Ik ken
ook een man, een genadegelovige met problemen
die zichzelf door zijn hoofd schoot, en een
professor die van een brug sprong, ik kan het niet
begrijpen, doen gelovigen dat? Is hij in de hemel?
Wel, het lijkt of het bloed van Christus alle zonden
wegneemt behalve deze, zelfmoord is dom, maar
Christus heeft ervoor gezorgd dat al je zonden
vergeven zijn. Maar als u onder een systeem van
tekort leeft dan is zelfmoord een doodzonde, die
kunt u niet belijden en weer recht met God komen,
misschien kunt u die belijden terwijl u onderweg
bent naar de hemel, maar de trip daarheen is een
beetje te snel daarvoor.
Daar leefden deze mensen onder, de vreze des
doods hield hen in dienstbaarheid. Omdat zij
zichzelf onderwiepen aan de strikte wetswaar
neming. De voorvaderlijke overleveringen, zij
vreesden om dood te gaan omdat ze niet alles goed
hebben gedaan. Daarom maakten ze er al die regels
bij om alles maar goed te doen. En Christus kwam
om daar voor te zorgen.
1Petr.1:18,19 Hoe zijn zij verlost? Door het bloed
van Christus, maar let op waar zij van verlost zijn!
Niet door vergankelijke dingen, zilver en goud uit
uw ijdele wandel, die u overgeleverd is van de
vaderen. Het bloed van Christus verloste Israël van
dat religieuze systeem. Al die tradities die u van uw
vaders heeft gekregen. Soms vergeten mensen dat
verlossing niet alleen van de zonde is, maar ook
verlossing van religie, en traditie. We gaan nu terug
naar Hebreeën!
Hebr.2:16 “Want waarlijk, Hij neemt de engelen
niet aan, maar Hij neemt het zaad Abrahams
aan.”
Wat is de natuur van de engelen? Zij zijn geesten
Hebr.1:14. Hij nam de natuur van een mens aan,
het zaad van Abraham, de zaadlijn, daarom komt
de oorspronkelijke roeping van de mens, Adam
Hebr.2:6,7,8 te sprake. Het zaad van de vrouw
wordt het zaad van Abraham.
Hebr.2:17,18 “Waarom Hij in alles den
broederen moest gelijk worden, opdat Hij een
barmhartig en een getrouw Hogepriester zou
zijn, in de dingen, die bij God te doen waren, om
de zonden des volks te verzoenen.” “Waarom
Hij in alles den broederen moest gelijk worden,
opdat Hij een barmhartig en een getrouw
Hogepriester zou zijn, in de dingen, die bij God
te doen waren, om de zonden des volks te
verzoenen.”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 31
Als Hogepriester doet Hij twee dingen:
Eén:verzoening brengen voor de zonden van de
mensen. Twee: vers 18 degenen die verzocht
worden te hulp komen.
Jezus Christus werd een getrouw en barmhartig
Hogepriester. We worden nu geïntroduceerd in het
Hogepriesterschap van Christus. Daar gaat het boek
Hebreeën over, dat is het centrale punt in Hebreeën.
Maar Degene Die Israël’s Hogepriester is was de
Zoon van God, Die de Zoon des mensen werd,
opdat Hij de getrouwe en barmhartige Hogepriester
zou zijn, Die in staat is om verzoening met God
voor de zonden van de mensen te bewerken, maar
Die ook in staat is om mee te voelen met de
zwakheden en gevoelens om hen te kunnen helpen
in hun beproevingen.
Hebr.4:14,15,16 “Dewijl wij dan een groten
Hogepriester hebben, Die door de hemelen
doorgegaan is, namelijk Jezus, den Zoon van
God, zo laat ons deze belijdenis vasthouden.”
“Want wij hebben geen hogepriester, die niet
kan medelijden hebben met onze zwakheden,
maar Die in alle dingen, gelijk als wij, is
verzocht geweest, doch zonder zonde.”“Laat
ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den
troon der genade, opdat wij barmhartigheid
mogen verkrijgen, en genade vinden, om
geholpen te worden ter bekwamer tijd.”
Let op de dubbele negatieven: geen, niet. Waarom
gebruikt hij niet gewoon het positieve woord?
Waarom zegt hij het niet gewoon positief. De reden
daarvoor is omdat wij negatief denken, de mens
denkt altijd: Dit kan hij niet weten. Daarom zegt
hij: wij hebben geen Hogepriester Die niet kan
medelijden hebben…, maar Die in alle dingen
gelijk als wij is verzocht geweest enz.
Let op dat Jezus Christus in alle dingen is verzocht
geweest als wij. En dat is Israël, maar ook de mens.
Toch was Hij zonder zonde. Deze verzen gaan
samen met Hebr.2:18.
Het punt hier is: Als de Zoon des mensen volbrengt
Hij de verlossing aan het kruis, smaakt de dood,
bevrijd van de dood, door deze identificatie met
Zijn mensen, geheel, is Hij in staat om Zijn mensen
te helpen als zij beproefd en verleid worden zoals
Hij. Ga bijvoorbeeld terug naar het boek Psalmen,
als u de Psalmen bestudeert, lees het dan niet als
een stichtelijke liedbundel. Het boek Psalmen is
een wonderlijk leerstellig boek, dat de roep van het
hart van Israël uitdrukt als zij lijdt in de grote
verdrukking periode.
Vaak leest u een Psalm en denkt: Dat is Christus en
dan een paar verzen verder: O, maar dat is Israël in
de grote verdrukking! En dan leest u een ander vers
en u denkt: dat ben ik…dat heb ik gisteren
meegemaakt. Het beschrijft de roep van iemand
die verzocht wordt. En Christus is verzocht als wij
in ons menszijn. Leerstellig gaat het over Israël,
profetisch over de grote verdrukking, geestelijk
over de mens. Israël zal een aantal bijzondere
verzoekingen tegenkomen.
We gaan het hebben over het woord verzoeking
hier. U moet het woord verzoeking in uw
aantekeningen noteren, dat is een goede testvraag.
Jacobus 1:13 God kan niet verzocht worden van
het kwade…, en Hijzelf verzoekt niemand. Geen
verzoeking tot het kwade, wat is het dan wel? Kijk
in Gen.22:1 God verzoekt Abraham.
Gen.22:1 “En het geschiedde na deze dingen,
dat God Abraham verzocht; en Hij zeide tot
hem: Abraham! En hij zeide: Zie, hier ben ik!”.
Hebr.11:17 “Door het geloof heeft Abraham,
als hij verzocht werd, Izak geofferd, en hij, die
de beloften ontvangen had, heeft zijn
eniggeborene geofferd,”
Toen hij verzocht werd (KJV tried) getest(tested).
Het éne gedeelte zegt in het engels KJV verzocht
:tempted, en de andere verzocht:tried(getest). Wat
zegt dat? Dat de verzoeking hier niet een
verzoeking was tot het kwade en de zonde, maar
Hij testte hem, kijken waaruit hij is gemaakt,(zoals
staal) dus het woord verzoeken betekend niet altijd:
proberen iemand iets kwaads te laten doen. Maar
testen,uitproberen. Israël krijgt zo'n soort test in de
grote verdrukkings periode.
Als er staat dat Hij in alle dingen gelijk als wij is
verzocht geweest(4:15) dan wordt dat vers soms
verkeerd begrepen. Mensen zeggen dan: Hij was
geen vrouw, Hij wist niet wat het is om kinderen te
hebben, en Hij weet niet wat het is om met een
echtgenoot samen te leven enz.enz. Dus Hij kan
niet verzocht zijn geweest als wij, zoals ook in onze
moderne tijd van de 21e eeuw. Iemand vertelde mij
dat hij in een goede, veilige buurt woonde en dat hij
rond middernacht zijn hond uitliet iemand vanuit
een auto hem aansprak en vroeg waar hij cocaïne
kon kopen, waarom vroeg hij dat aan hem? Omdat
het te koop was in zijn buurt! Hoe kan de Heere
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 32
weten waar wij nu mee verzocht worden in deze
tijd? Maar Hij wás verzocht als wij!! En ik zal u
laten zien hoe dat werkt.
We gaan drie gedeelten lezen die gaan over de
verzoeking van Israël in de grote verdrukking. U
past het direct op uzelf toe, vandaag, maar er is een
speciale verzoeking en een speciale bevrijding van
de verzoeking van het volk Israël in de verdrukking
die u moet begrijpen.
1Joh.2:15,16,17 “Hebt de wereld niet lief, noch
hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld
liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem.”
“Want al wat in de wereld is, namelijk de
begeerlijkheid des vleses, en de begeerlijkheid
der ogen, en de grootsheid des levens, is niet uit
den Vader, maar is uit de wereld.” “En de
wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid;
maar die den wil van God doet, blijft in der
eeuwigheid.”
1Johannes is een boek over de grote verdrukkings
periode, een boek over de bewaring van het
overblijfsel. Drie dingen die de wereld geeft: de
begeerlijkheid des vleses en de begeerlijkheid der
ogen en de grootsheid des levens. Gen.3:6 Door
heel uw Bijbel heen vindt u deze dingen. Ziet u wat
er gebeurt, de duivel komt en zegt: de
begeerlijkheid des vleses: u bent hongerig, het is
goed. Begeerlijkheid der ogen: je ziet het, het is
mooi, prettig en fijn om te hebben en grootheid des
levens: ik heb het nodig, verdien het.
Lukas 4: Als Jezus verzocht wordt door de
tegenstander. Het is de verzoeking van uw vlees,
van uw ziel, en van uw geest. Het pakt elk deel aan
van u. De verzoeking van Christus vinden we in
Mattheus 4 en Lukas 4. Er is één verschil tussen
Mat.en Luk. Mat. geeft het bedelingsgezichtspunt
van de verzoekingen, vanuit het profetische
programma en de profetische volgorde en de
bedelingsvolgorde van de gebeurtenissen. Dus de
volgorde in Mattheus.
Dan de volgorde in Lukas. Lukas laat Christus zien
als de Zoon des mensen, dus de volgorde in Lukas
is in overeenstemming met Gen.3, dat weer
overeenstemt met 1Joh.2 omdat we spreken over
zonde en verzoeking in de mens. Je hebt vier
verzoekingen in Luk.4 en Mat.4 die Christus
ondergaat.
De eerste: Luk.4:3,4 (in vers 2 is Hij hongerig)
Maak voedsel! Voedt uw vlees.
De tweede: Luk.4:5,6 zie het, de begeerlijkheid der
ogen.
De derde: Luk4:9-12 laat zien wie U bent, en hoe
groot U bent, laat Uw moed zien. De grootsheid des
levens.
Hoe beantwoordt de Heere Jezus Christus deze
verzoeking? Er is gezegd! Weet u wat de duivel
zei? : Er is geschreven… Het Woord wint de strijd.
In Hebr.2 wordt Hij de Hogepriester genoemd, Hij
is verzocht bgeweest in alle dingen als zij. De
volgorde in Mattheüs is verschillend met Lukas.
Omdat de volgorde in Mat. de volgorde is van de
manier waarop het gaat komen.
-Eerst gaat Hij hen voeden.
-Dan komt Hij terug met de wederkomst.
-En dan komt Zijn regering.
Dat zullen zij tegenkomen, meemaken. En zij
zullen moeten uitgaan in de woestijn, honger
hebben, en het teken van het beest niet aannemen,
als zij het teken van het beest nemen kunnen zij
kopen en verkopen, Hij zal hen voeden met manna
in de woestijn, Hij zal hen voorzien, zij zullen
naakt, hongerig zijn, zij zullen roepen, en de
Psalmen lezen en zij zullen begrijpen wat het is om
hongerig te zijn: en Hij zal in staat zijn om tegen
hen te zeggen: Ik was hongerig… Ik weet wat het
is, Ik heb het ook meegemaakt .
De begeerlijkheid van het vlees komt om de hoek
kijken en de honger en Hij zal zeggen: Ik was daar,
zonder te zondigen, Ik kan jullie erdoorheen
helpen. De begeerlijkheid der ogen komt eraan en
Hij kan zeggen: Ik was daar, Ik kan jullie
erdoorheen helpen. De grootsheid des levens komt
langs en Hij kan zeggen: Ik was daar, Ik kan jullie
erdoorheen helpen. Er is niet één verzoeking die u
ooit gehad heeft of die zij hadden die niet past in
één van deze drie categorieën.
1 Kor.10:13 “Ulieden heeft geen verzoeking
bevangen dan menselijke; doch God is getrouw,
Die u niet zal laten verzocht worden boven
hetgeen gij vermoogt; maar Hij zal met de
verzoeking ook de uitkomst geven, opdat gij ze
kunt verdragen.”
Zo menselijk bent u, Gen.3:6, dat geeft u hoop, en
aan hen. Dus als hij spreekt over dat Hij hen te hulp
kan komen(2:18) troosten als zij verzocht worden.
Zij zullen verzoekingen en testen tegenkomen in de
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 33
woestijn. Om wie Hij is, en omdat Hij kwam en het
zaad van Abraham werd is Hij in alle opzichten een
barmhartig en getrouw Hogepriester voor hen. En
zij kunnen gaan naar de troon van genade en
barmhartigheid verkrijgen en genade om geholpen
te worden ter bekwamer tijd (4:16). Zo is de
Leidsman hunner zaligheid volmaakt gemaakt,
door lijden.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 34
Hebreeën 3:1-6
Hebr. 3:1,2 “Hierom, heilige broeders, die der
hemelse roeping deelachtig zijt, aanmerkt den
Apostel en Hogepriester onzer belijdenis,
Christus Jezus; “Die getrouw is Dengene, Die
Hem gesteld heeft, gelijk ook Mozes in geheel
zijn huis was.”
We hebben nu hoofdstuk 1 en 2 bestudeerd, en ik
probeerde u in hoofdstuk 1 te laten zien dat de
Heere Jezus Christus daar getoond wordt als de
Zoon van God, en in hoofdstuk 2 als de Zoon des
mensen. En zij werken toe naar hoofdstuk 3, dat
Hij de Apostel is en de Hogepriester van hun
belijdenis. Hij is Degene Die in Zijn heerlijkheid de
Zoon van God is en ook de Zoon des mensen.
Als de Zoon van God, denk aan hoofdstuk 1 waar
het punt was: de erfenis die Christus (ver)kreeg, Hij
werd Zoon verklaard, Zijn Zoonschapstatus en Zijn
erfenis, we hebben in detail bestudeerd wat die
erfenis is, Zijn hoofdschap over de regeringen, de
onderwerping van de engelen, het Koninkrijk, de
nieuwe hemel en de nieuwe aarde, Zijn regering
daarin en al die dingen. Als de Zoon van God heeft
Hij deze wonderlijke positie
Dan als de Zoon des mensen in hoofdstuk 2. Hij
komt en dient het volk Israël in Zijn aardse
bediening en Hij komt om de Leidsman van hun
zaligheid te zijn. En Hij komt om te voorzien, het
middel waardoor Israël verlost zal worden, en om
het verloste volk zijn, en het doel te volbrengen dat
God met Israël had. Daarom gaat Hij terug naar
Adam en Gods plan met de mens. En de focus richt
zich op de heerschappij en het Koninkrijk, en de
heerschappij van Christus en het innemen van Zijn
positie en Zijn autoriteit op de aarde. Zijn autoriteit
als de Leidsman en de Heerser.
Hebr.3:1 HIEROM. Dat is terugkijken naar
Christus als de Zoon van God en begrijpen wat dat
betekend en kijken naar Christus als de Zoon des
mensen en begrijpen wat dat betekend. We hadden
het de laatste keer over Hebr.2:16,17,18 en ik
moest later nog aan iets denken waar we het niet
over gehad hebben. Vers 16: Het punt van de
bloedverwant verlosser:
Leviticus 25:25,26 “Wanneer uw broeder zal
verarmd zijn, en iets van zijn bezitting verkocht
zal hebben, zo zal zijn losser, die hem
nabestaande is, komen, en zal het verkochte
zijns broeders lossen.” “En wanneer iemand
geen losser zal hebben, maar zijn hand bekomen
en hij gevonden zal hebben, zoveel genoeg is tot
zijn lossing;”
Het punt van Zijn bloedverwantschap. Hij moest
bloedverwant zijn van de mensen die Hij ging
verlossen. Daarom werd Hij de Zoon des mensen,
één van de titels van de Messias, van de Heere
Jezus Christus.
Daniël 7:13 “Verder zag ik in de nachtgezichten,
en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels,
als eens mensen zoon, en Hij kwam tot den Oude
van dagen, en zij deden Hem voor Denzelven
naderen.”
De titel waarmee Hij komt tot de Oude van dagen
en de autoriteit van het Koninkrijk ontvangt. De
reden waarom Hij het Koninkrijk kan ontvangen is
omdat Hij de Zoon des mensen is. Omdat het
Koninkrijk aan de mens gegeven wordt, maar Hij is
meer dan mens alleen, Hij is God. Daarom heeft
Hij de autoriteit en de mogelijkheid om te komen
en te verlossen. Maar om de verlosser van de mens
te zijn moet Hij mens worden.
De mens waar Hebr.2:16 over spreekt is geen
engel, er is geen verlosser voor de engelen. Engelen
kunnen niet verlost worden., zij kunnen niet zingen:
amazing grace, how sweet the sound… zij kunnen
het zien in de heiligen. Hij nam het zaad van
Abraham aan, mensheid, een specifiek geslacht van
mensen, Rom.9:5, Christus kwam door Abraham's
zaad.
Lev.25:25,26 Over de wet van de nabestaande
verlosser, in het boek Ruth is dit wat Boaz doet, hij
lost de verloren erfenis van Ruth en Naomi. Eerst
moet je bloedverwant, nabestaande zijn, je moet de
dichtstbijzijnde bloedverwant zijn. En dan moet je
het kunnen doen, in staat zijn het te doen. En je
moet het willen doen.
In Ruth 4 was er iemand die zei dat hij het niet kon
doen. Je moet een bloedverwant zijn en toen
Christus kwam werd Hij niet 'zomaar' een mens,
maar Hij werd het zaad van Abraham, want Hij
moest Abraham verlossen en specifiek zijn zaad op
aarde om Zijn doel te volbrengen op aarde, daarom
komt Hij als het zaad van Abraham, dat is de
zaadlijn. Hij komt en is onze bloedverwant, en Hij
is in staat om het te doen, en Hij wil het doen. Dus
al deze dingen zijn daarbij betrokken in Zijn komen
als het zaad van Abraham.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 35
We gaan naar Hebr.3:1, we krijgen hier een
overgang, naar het zien van Christus als de
Hogepriester. Het onderwerp van het boek
Hebreeën is het Hogepriesterschap van Christus. En
wat Hij tot stand brengt en heeft gebracht door Zijn
priesterschap voor het volk Israël in het vervullen
van de beloften en de dingen in de wet die wijzen
naar de Koninkrijksperiode. En ik zeg nogmaals
tegen u, en ik begrijp dat iedereen graag terug wil
gaan naar het Oude Testament b.v. naar de
tabernakel van Mozes, dat het beelden zijn van de
verlossing die wij hebben in Christus. Maar de
waarheid is dat Paulus leerstellig in Kol.2:16,17
zegt dat die dingen van toen nu in de bedeling van
de genade een schaduw zijn van de toekomende
dingen. Deze dingen van toen leren het volk Israël
over het Koninkrijk en het plan dat God heeft in
haar verlossing in de toekomende eeuw.
Herinner u zich het schema: Eertijds, Maar nu, en
De toekomende eeuwen. Dit heeft te doen met de
toekomende eeuwen. De leer, de types en de
symbolen enz. in de wet zien uit naar de
toekomende eeuwen. Als de wet vervult zal zijn is
niet vandaag. En de wet was niet vervult op
Golgotha, maar zal vervult zijn in het Koninkrijk.
Het boek Hebreeën legt leerstellig uit aan Israël hoe
het kruis van Jezus Christus, de volmaakte en totale
voorziening voor hen is om het Koninkrijk tot stand
te brengen.
Net als Hij nu een volmaakte en totale voorziening
is voor ons als het lichaam van Christus in deze
bedeling van genade. Dus zowel voor Zijn aardse
als Zijn hemelse mensen.
Daarom zegt Hij: Hierom heilige broeders… Als
hij hen heilige broeders noemt is dat precies waar
Ex.19 over spreekt, en u moet begrijpen dat het
volk Israël een apart gezette groep mensen is. God
neemt het volk Israël en zet hen apart van de
heidenen en Hij bouwt de middelmuur des
afscheidsels(Ef.2:13) tussen hen. Het woord heilig
betekend: apart gezet met een bedoeling. God zet
hen apart met een bedoeling, en maakt hen Zijn
mensen, een volk onder de volkeren.
Soms zeggen mensen tegen me: nu heb ik u broeder
Rick, als deze mensen hier deelachtig zijn aan de
hemelse roeping dan betekent dat dat ze leden van
het lichaam van Christus zijn! Want wij zijn de
hemelse roeping… Dat zou iets kunnen betekenen,
behalve het feit dat dit niet alles is wat er hier aan
de hand is. Laten we in hoofdstuk 11 kijken!
Hebr. 11:8-10 “Door het geloof is Abraham,
geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te
gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel
ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet
wetende, waar hij komen zou.” “Door het geloof
is hij een inwoner geweest in het land der
belofte, als in een vreemd land, en heeft in
tabernakelen gewoond met Izak en Jakob, die
medeerfgenamen waren derzelfde belofte.
“Want hij verwachtte de stad, die fondamenten
heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God
is.”
Hebr.11:13-16 “Deze allen zijn in het geloof
gestorven, de beloften niet verkregen hebbende,
maar hebben dezelve van verre gezien, en
geloofd, en omhelsd, en hebben beleden, dat zij
gasten en vreemdelingen op de aarde waren.”
“Want die zulke dingen zeggen, betonen
klaarlijk, dat zij een vaderland zoeken.” “En
indien zij aan dat vaderland gedacht hadden,
van hetwelk zij uitgegaan waren, zij zouden tijd
gehad hebben, om weder te keren;” “Maar nu
zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar het
hemelse. Daarom schaamt Zich God hunner
niet, om hun God genaamd te worden; want Hij
had hun een stad bereid.”
Hebr.11 Abraham ging het beloofde land in en hij
wist dat hij de erfenis nog niet kreeg. In Genesis 15
ging hij in het land wonen en hij zou sterven, en
zijn zaad zou pas 400 jaar later uit Egypte bevrijd
worden en dan zouden zij pas het bezit van het land
krijgen. Dus Abraham begreep dat hij zou sterven
en opgewekt zou worden in dat land. En als
Abraham het land als gast doorging keek hij uit
naar een stad. Hij had geen stad in het land, hij
reisde zonder vaste verblijfplaats. Maar hij wist dat
op een dag God een stad zou bouwen in dat land,
en hij zou opgewekt worden en in die stad leven.
Hebr.11:13-16 (:16 het hemelse) Deze mensen
keken uit naar een land en een stad waarvan God de
Bouwmeester is. En zij keken uit naar die stad op
aarde, mensen. En die stad was hun hoop, en het
land waar zij naar uitkeken is een hemelse stad, die
God gaat bouwen. In feite als we naar Hebr.12:22
gaan lezen we over het hemelse Jeruzalem. Dat is
het nieuwe Jeruzalem. Het gaat niet meer om het
Oude testament, verbond dingen enz. Als de belofte
aan Abraham gedaan en tot stand gekomen is en
vervult is, gaat het om het nieuwe Jeruzalem, de
nieuwe stad, een nieuw land dat God tot stand
brengt.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 36
Herinnert u het vers uit Dan.2:44 dat de God des
hemels een Koninkrijk verwekt? Als de God des
hemels een koninkrijk verwekt hoe zou u het
Koninkrijk noemen?! Het koninkrijk van God?
omdat God het vestigt? Of het koninkrijk der
hemelen, omdat de God der hemelen het vestigt?
Johannes de Doper komt en hij preekt: het
Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Spreekt
hij over een Koninkrijk in de hemel of een
Koninkrijk op de aarde? Een Koninkrijk op de
aarde! Hij spreekt zoals in Deut.11:21 staat
…gelijk de dagen des hemels op aarde. Daarom
staat er in het gebed: Uw wil geschiedde gelijk in
den hemel, alzo ook op de aarde. De dagen des
hemels op aarde! De God des hemels zet het
Koninkrijk op.
Deze mensen hebben een hoop. Een hemelse hoop,
die de God des hemels gaat opzetten. Jezus
Christus komt en predikt tot het volk Israël, Hij
predikt het koninkrijk dat opgericht zal worden.
Eerst komt de grote verdrukking, Hij is gekruisigd
en vaart op naar de hemel, Hij zit daar, dan komt
Hij terug en zet het Koninkrijk op.
Luk.19:11 “Hij zeide dan: Een zeker welgeboren
man reisde in een ver gelegen land, om voor
zichzelven een koninkrijk te ontvangen, en dan
weder te keren.”
Jezus Christus vertelt een gelijkenis in Luk.19:11
e.v. U bent gewend om deze verzen te lezen zoals
gewend bent, maar ik kom uit een midden
handelingen bedelingspositie, en als we bij Hebr.3
gekomen zijn probeer ik deze stof tot u door te
laten dringen. Hoe meer u het laat staan waar het
hoort en zoals het is hoe meer dit programma zich
voor u opent. En het is geweldig om te zien dat
God een complete en volmaakte voorziening in
Israëls programma door de Persoon en het werk
van Jezus Christus.
En u hoeft zich niet buitengesloten te voelen, of
jaloers want Hij heeft voor ook voor u een
volmaakte voorziening volbracht. Als wij spreken
over onze volmaaktheid in Christus wat zal Israël
dan weer denken van ons? Zijn zij boos, jaloers op
ons? Hebben wij iets van hen gestolen? Nee,
waarom want zij hebben ook een compleet
programma in Christus. Het zijn verschillende
programma's maar het is alles in Christus.
1Petr.1:3-5,10 “Geloofd zij de God en Vader
van onzen Heere Jezus Christus, Die naar Zijn
grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren,
tot een levende hoop, door de opstanding van
Jezus Christus uit de doden.” “Tot een
onverderfelijke, en onbevlekkelijke, en
onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen
bewaard is voor u.” “Die in de kracht Gods
bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid,
die bereid is, om geopenbaard te worden in den
laatsten tijd.” “Van welke zaligheid
ondervraagd en onderzocht hebben de profeten,
die geprofeteerd hebben van de genade, aan u
geschied;”
Waartoe heeft Hij hen wedergeboren? Tot een
erfenis: onverderfelijk, onbevlekkelijk en
onverwelkelijk, bewaard waar? In de hemelen!
Vers 10 een geprofeteerde redding,
Koninkrijksredding. Vers 13 de openbaring van
Jezus Christus, Hij wordt geopenbaard in de glorie
die Zijn lijden zou opvolgen, de redding, die in de
hemelen voor hen bewaard is hen toegebracht
wordt. Die redding word geopenbaard in de laatste
tijd. Zij zijn op de aarde en hun redding is
daarboven in de hemel, in de verdrukkingsperiode
is het daar, wachtend om naar hen toegebracht te
worden.
Luk.12:31-34 “Maar zoekt het Koninkrijk
Gods, en al deze dingen zullen u toegeworpen
worden.” “Vreest niet, gij klein kuddeken, want
het is uws Vaders welbehagen, ulieden het
Koninkrijk te geven.” “Verkoopt hetgeen gij
hebt, en geeft aalmoes. Maakt uzelven buidels,
die niet verouden, een schat, die niet afneemt, in
de hemelen, daar de dief niet bijkomt, noch de
mot verderft.” “Want waar uw schat is, aldaar
zal ook uw hart zijn.”
Deze versen spreken over mensen op de aarde.
Ulieden het koninkrijk te geven…, jullie gaan door
die verdrukking en dan het Koninkrijk in. Dus wij
spreken over mensen in de verdrukking die
uitkijken naar vers 33 een schat…in de hemelen!
Vers 34 waar is hun schat? Waar is de rijkdom van
deze mensen? Waar is hetgeen waar ze naar
uitkijken? Waar is de rijkdom van het programma
dat God voor hen heeft in die tijd? Het is
daarboven! Het Koninkrijk is daar boven, het
nieuwe Jeruzalem, de erfenis is daarboven en zal
geopenbaard worden.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 37
Openb.22:12 “En zie, Ik kom haastiglijk en
Mijn loon is met Mij, om een iegelijk te
vergelden, gelijk zijn werk zal zijn.”
En Mijn loon met Mij… en Ik geef het aan de
mensen daar.
Hebr.11:12 “Daarom zijn ook van een, en dat
een verstorvene, zovelen in menigte geboren, als
de sterren des hemels, en als het zand, dat aan
den oever der zee is, hetwelk ontallijk is.”
Als u teruggaat en Genesis 12,13,15,22 leest, zegt
God Abraham om naar de sterren te kijken, hij kan
ze niet tellen, zo zal uw zaad zijn. In Gen.13 zegt
Hij: Kijk naar het stof van de aarde, zo zal uw zaad
zijn. Gen.22 Kijk naar het zand van de zee, je kunt
het niet tellen, zo zal uw zaad zijn. Zijn zaad zal
zijn als sterren, zand en als stof. Hij heeft het over
de ontelbaarheid, de menigte van zijn geslachtslijn.
Het is opmerkelijk dat Hij ze in 3 categorieën
vermeld die overeenstemmen met de 3 categorieën
mensen die uw Bijbel vermeld worden en die
gezegend worden met de gelovige Abraham:
Het stof van de aarde: wie is van het stof der aarde
gemaakt? De mensheid, dat is een verwijzing naar
de heidenen. In dat Koninkrijk, als een heiden de
zegening wil hebben, wat moet hij dan doen? Hij
moet zich onderwerpen aan Israël. In het
Koninkrijk zullen ze over de volkeren regeren, en
de volken die het Koninkrijk bevolken zullen Israël
eerbetoon geven, de God van Abraham Izaak en
Jacob. En de voorzieningen in het O.T Ex.12,
Jes.54 voor de heidenen zoals vermeld.
We hebben ook het zand der zee, dat is Israël. En
als de sterren, Mat.11:11. Er zijn mensen in uw
Bijbel, die waren van het zand der zee, zij zijn
Israël en dan komen er mensen, ten tijde van de wet
en de profeten tot Johannes, en daarna is het
Koninkrijk gepredikt en dee mensen hebben te
maken met de komst van de Heilige Geest, het
verschil van leven onder het Oude Testament
economie en leven onder het Nieuwe Testament
economie van de Geest. In het Oude Testament
hadden ze dat niet. In het Nieuwe hebben zij de
Geest.Weet u waar de Heilige Geest vandaan
kwam? Van boven. Er zijn dus mensen die van drie
verschillende wegen ingebracht worden; de
oudtestmentische heiligen, de
nieuweverbondsheiilgen en de heidenen.
Hebr.3:1,2 “Hierom, heilige broeders, die der
hemelse roeping deelachtig zijt, aanmerkt den
Apostel en Hogepriester onzer belijdenis,
Christus Jezus;” “Die getrouw is Dengene, Die
Hem gesteld heeft, gelijk ook Mozes in geheel
zijn huis was.”
We spreken hier over de Nieuwe Verbondszaken.
Hebr.6:4,5 de hemelse gave… waar hebben we het
daar over? We hebben het over Nieuwe Verbonds
zaken en het Nieuwe Verbondsprogramma dat
begon met Pinksteren. Hebr.8:5 een voorbeeld en
schaduw der hemelse dingen…., de tabernakel van
Mozes en de Oude Verbondseconomie onder
Mozes is een schaduw van de dingen, de realiteit
van de dingen die in de hemel zijn. Hebr.9:23
dingen die in de hemelen zijn… Dus u ziet dat de
hemelse roeping waar het boek Hebreeën het over
heeft het Nieuwe Verbond is.
En het is het hemelse tegenover het aardse, het
oude verbond tegenover het nieuwe verbond. Het is
wat Christus heeft volbracht tegenover wat Mozes
heeft volbracht. Het is waar Christus als Hoofd
over is aangewezen en waar Mozes hoofd over was.
Als we teruggaan naar Hebreeën is dat exact het de
tegenstelling dat hij gaat maken. In het boek
Hebreeën is er altijd het contrast, de tegenstelling
tussen het Oude verbond en het Nieuwe Verbond.
Het betere offer, priesterschap, beter dan het Oude
verbond. Christus is beter dan Mozes.
Hebr.3:1,2 God stelde Mozes aan, de wetgever in
Israël, het hoofd over Israël, het volk Israel. Mozes
over het Oude verbond. Christus is aangesteld als
hoofd over het Nieuwe verbond, het nieuwe huis en
daar gaat het hier over. Daarom spreekt hij over de
hemelse roeping, als u kunt begrijpen dat de
tabernakel in de woestijn het aardse voorbeeld is
van de dingen die in de hemel zijn, van de echte
dingen in de hemel, dan kunt u begrijpen dat Mozes
een aards voorbeeld diende, een schaduw van de
realiteit in de hemel. Dan kunt u begrijpen wat die
hemelse roeping is in 3:1, dat is niet het Oude
verbond, maar het Nieuwe, het hemelse Jeruzalem
enz.
Hij is de Apostel: dat is Rom.15:8, en Hij is de
Hogepriester, daar gaat het om in Hebreeën en het
Hogepriesterschap van Christus en Zijn uitvoering
van die dienst. In hoofdstuk 8:1 zagen we dat de
hoofdsom is: dat wij hebben en Hogepriester…
Wat hij nu gaat doen is: laten zien dat Christus dat
is, en spreken over de noodzaak om daaraan
getrouw te zijn, in hoofdstuk 5 gaan we het
hogepriesterschap zelf bestuderen.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 38
Hebr.3:3 Want Deze is zoveel meerder
heerlijkheid waardig geacht dan Mozes, als
degene, die het huis gebouwd heeft, meerder eer
heeft, dan het huis.”
Dat is duidelijk: Degene Die het huis bouwt heeft
meer eer dan het huis.
Hebr.3:4-6 “Want een ieder huis wordt van
iemand gebouwd; maar Die dit alles gebouwd
heeft, is God.” “En Mozes is wel getrouw
geweest in geheel zijn huis, als een dienaar, tot
getuiging der dingen, die daarna gesproken
zouden worden;” “Maar Christus, als de Zoon
over Zijn eigen huis; Wiens huis wij zijn, indien
wij maar de vrijmoedigheid en den roem der
hoop tot het einde toe vast behouden.”
Vers 6: Maar Christus als de Zoon, we weten nu
wat voor Zoon Hij was, dat hebben we bestudeert
in hoofdstuk 1, de Zoon van God, en de aanneming.
Wiens huis wij zijn, (en let op): indien wij den
roem tot het einde toe vasthouden..., zie 3:14. Als u
de uitdrukking: het einde leest waar herinnert u dat
aan? Herinnert u zich het vers uit Mat.24:13?
Ga een keer terug naar het boek Daniel, neem uw
concordantie en zoek de uitdrukking: het einde op,
en ga naar het boek Daniel, en kijk waarheen het
verwijst. Steeds, steeds en steeds als een oud of
nieuwtestamentische Jood zijn Bijbel leest en dat
leest( houdt vast tot het einde) dan zal hij geen
probleem hebben om te begrijpen wat dat einde
is/was: het eind van de grote verdrukking. Ik zeg
dat tegen u omdat ik u er op wil wijzen als u door
deze verzen heen leest, duikt iedere keer op, dat de
komst de tweede komst is, het is de
verdrukkingsperiode.
Hebr.3:6 en :14 zijn verzen die mensen gebruiken
in de Bijbel om te bewijzen dat u uw verlossing
kunt verliezen, dit zijn twee favoriete gedeelten.
Een ander vers staat in Hebr. is 6:4-6. Dat is een
moeilijk vers, dat garandeer ik u. U moet nooit
proberen een leer te baseren op een moeilijk vers
dat onduidelijk is en dat u niet begrijpt. U baseert
een leer op gedeelten die u begrijpt en als u het niet
begrijpt moet u zoeken naar het licht. Maar mensen
gebruiken dat gedeelte en zeggen: Ziet u, je kunt
afvallen.
Maar het probleem is dat vers te veel bewijst,
omdat vers 4 over de mens die afvalt in vers 6 zegt
dat het onmogelijk is voor hem om vergeving te
ontvangen. Als die mens zijn verlossing verliest is
het onmogelijk voor hem om weer gered te worden.
De man die u vertelt dat u uw verlossing kunt
verliezen vertelt u dat u kunt doen wat u wilt om
weer gered te worden, maar dit gedeelte helpt u
daar niet mee.
Maar u moet door dit gedeelte heen gaan, en dit
gedeelte laten staan in de verdrukkingsperiode,
voor Israël en de grote verdrukking. Als we in
hoofdstuk 6 komen zullen we het begrijpen want
hoofdstuk 3 en 4 zorgen ervoor dat u het zult
begrijpen.
In Hebr.10:26,28,29 is nog zo'n gedeelte. Vers 28:
Mozes: oude verbond, :29 nieuwe verbond. Het
vers is duidelijk: iemand die de
nieuweverbondsboodschap geweld aandoet,
veracht, terugkeert wacht een verschrikkelijk
oordeel. :35-39 als u dit toepast op iemand in de
bedeling der genade krijgt een puinhoop, dat
garandeer ik u. Ik heb dit in het Grieks,Frans en
Engels en Latijn gelezen, en het zegt allemaal
hetzelfde. De motivatie achter het doen van
sommige dingen hier is dat mensen die teksten
willen veranderen door andere vertalingen
b.v.Markus 16:16 of Hand.2:38 of Hebr.10.
Mensen willen hun koffers met Grieks over u
uitstorten maar er zijn grenzen, u zegt, hier sta ik,
hier sta ik voor en de rest laat ik zo. Deze gedeelten
zijn niet zo moeilijk als u ze begrijpt in de context
van de grote verdrukking. Ik breng ze al ter sprake
in hoofdst.3 en 4 want die leggen de grondslag voor
u om de voorwaardelijke gedeelten te begrijpen.
Hebreeën 3:6-14
De laatste keer hebben we de eerste verzen van
hoofdstuk 3 bestudeert en ik wil nu met vers 6
beginnen. Er is hier een belangrijk punt in vers 6 en
14, iets wat door het hele boek Hebreeën heen trekt.
We komen het verschillende keren tegen en we
moeten het behandelen. De meeste mensen willen
niet eens erkennen dat er hier een probleem is,
omdat ze de Schrift zo wie zo niet recht snijden, en
zelfs onder de broeders die de bedelingen kennen,
en zelfs in ‘middenhandelingen’ worden dit soort
gedeelten over het hoofd gezien, of veranderd in
iets anders, door de theologische overtuiging
waarmee mensen naar deze gedeelten kijken. Het is
nooit goed om door te lezen van de éne in de
andere bedeling.
Wat waar is in onze bedeling is niet altijd waar in
een andere bedeling. Zoals wat waar is in hun
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 39
bedeling niet altijd waar is in onze bedeling. B.v.
waterdoop hoort niet in onze bedeling. Als de
Schrift iets anders leert in een andere bedeling,
redding of zekerheid, dan moet u ze laten staan
waar ze staan en ze laten zeggen wat ze zeggen.
Het probleem in Hebr.3:6,14 is dat het twee
klassieke gedeelten zijn die door mensen gebruikt
worden om te bewijzen dat u uw redding kunt
verliezen. En er zijn een aantal van dezelfde soort
verzen in het boek Hebreeën en in de
‘besnijdenisbrieven’ in het algemeen.
Alles wat ik zeg is wat het vers zegt, en dat het vers
past waar het staat en begrijp ze in het licht van
waar ze staan. De reden waarom er mensen zijn die
leren dat u uw redding kunt verliezen komt niet
omdat ze de Bijbel niet lezen, de reden is dat
mensen hun Bijbel lézen.
Pas zei ik dat ik me zorgen maak over mensen die
leren om te bidden vanuit de evangeliën, uit
Mattheüs 6, maar ik maak me ook zorgen om
mensen die willen leven uit Markus 16:16. Want
vroeger of later, als u uit de Bergrede leert moet u
alles leren, u moet alles doen.
Als u de opdracht uit Markus 16 wilt volgen, moet
u alles opvolgen, u moet doop leren, tekenen,
spreken in tongen, u moet dodelijke dingen
drinken, slangen opnemen enz. De meeste mensen
nemen iets van deze dingen en doen wat zij kunnen
doen, dat werkt niet! U kunt geen waarheid die van
ons vereist wordt in andere eeuwen toepassen en
andersom ook niet.
U en ik die geloven in eeuwige zekerheid, waar de
bedeling van genade en de brieven van Paulus erg
duidelijk over zijn - dat u zeker bent in het lichaam
van Christus eens gered, altijd gered en al die
dingen - eeuwige zekerheid is een noodzakelijkheid
als u nu eeuwig leven bezit. Maar als u terug gaat
naar eertijds en de toekomende eeuwen en Israëls
programma is dat soort zekerheid die u en ik
genieten niet iets dat beloofd is aan die mensen.
Dus u en ik zijn gered door genade, door het geloof
plus niets. En in 2 Tim.2:13 staat: indien wij
ontrouw zijn, Hij blijft getrouw, Hij kan Zichzelf
niet verloochenen. Dat is moeilijk te begrijpen voor
sommige mensen. Mensen die echt geloven dat ze
werkelijk iets kunnen doen om gered te worden
hebben het er moeilijk mee dat zij iets kunnen doen
waardoor zij kunnen verliezen wat zij hebben. Het
is een vrije gift, en dat om uw bankroetconditie…
Als wij komen bij deze verzen (Hebr.3:6,14), zijn
ze duidelijk als u ze laat zeggen wat ze zeggen, en
niet dat ze niet zeggen wat ze zeggen! Lees er geen
dingen in die er niet staan. Ten eerste merkt u hoe
verschillend het klinkt met wat Paulus tegen u
gezegd zou hebben. Vers 14: Paulus zegt in 1
Kor.12:13 dat wij gedoopt tot één lichaam, in
Paulus’ brieven ben je deelachtig aan Christus als
je Hem als je Redder hebt aangenomen maakt de
Heilige Geest je deelachtig aan en doopt u in
Christus en er is geen als of anders…of zoiets. Het
is een ander soort situatie.
Hoofdstuk 6 het vers waarvan men zegt dat je je
verlossing kunt verliezen, en het argument gaat
altijd terug naar of je een Calvinist of een
Arminiaan bent, maar ik zeg u mensen dat het de
correcte positie is om nog een Calvinist te zijn, nog
een Arminiaan. Het is niet: of het één of het ander,
maar nog het één, nog het ander. U neemt een
Bijbelse positie in. Iemand zei mij dat hij een
Bijbelgelovige is, dat is de beste term. Als u Gode
beproefd wilt zijn moet u de positie van het Boek
aannemen.
Als u het Woord niet recht snijdt en u leest deze
twee verzen: 1Kor.12:13 en Hebr.3:14 dan kunt u
dus in Hem gedoopt zijn en toch geen deel aan
Hem hebben… Hebr.6:4-6 dat is een duidelijk
gedeelte. Iemand zei: vers 4,5 betekend niet dat die
mensen echt gered waren, maar dan heeft u een
probleem… degenen die eens verlicht geweest zijn
en de Heilige Geest deelachtig zijn, het gaat hier
dieper en dieper, maar dit gedeelte is eenvoudig te
begrijpen als u het laat staan als een
groteverdrukking gedeelte of een eerste hoofdstuk
van Handelingen gedeelte. Het bedreigt uw
zekerheid niet en zelfs niet van de mensen daar,
maar u moet het laten waar het is.
Nog meer verzen: Hebr.10:26-31,35-39. Er zijn
daar mensen die in de toekomst kijken, naar het
punt dat de redding zal gerealiseerd zal worden en
als men zich onttrekt voor men daar is dan ontvang
je die redding niet die er aankomt. En wat die
mensen moeten doen is hun vertrouwen tot het
einde vasthouden(het einde van de verdrukking en
de wederkomst van Christus). En waar het hier om
gaat in deze gedeelten, ook in 2 Petrus1 en 2 enz.:
De redding voor het volk Israël is verschillend van
onze redding. U en ik hebben een tegenwoordig
bezit van een complete, geestelijke redding en wij
kijken naar de toekomst voor onze lichamelijke
redding met de opname.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 40
Israël is precies het tegenovergestelde, zo is het
altijd. Ten eerste heeft Israël een lichamelijke
bevrijding en redding naar(beweging) een
geestelijke redding. Zij worden bevrijd door de
grote verdrukking naar het Koninkrijk. Dus zij
kijken uit naar een lichamelijke bevrijding en de
lichamelijke redding brengt hun naar een geestelijk
herstel, en het Nieuwe verbond geeft hen dat op de
grote verzoendag.
U herinnert zich Noach, Noach brengt zijn familie
in de ark, veiligheid, de zondvloed, een type van de
grote verdrukking, komt over de wereld, Noach
wordt gered, hij is bewaard en gered door de
zondvloed. Hij komt uit de ark en dan brengt hij
brandoffers voor de Heere. Daar is de lichamelijke
redding en dan de geestelijke. Zo werkt Israëls
programma.
En als we teruggaan naar hoofdstuk 3, gebeurt dat
hier, hij spreekt tot het volk Israël, de verwijzingen
in al deze gedeelten zijn naar Israël. Hij gebruikt
een illustratie in vers 3: Israël was gered uit Egypte,
zij gaan door de Rode Zee en Mozes zegt: Sta en
zie de redding des Heeren (Ex.14,15), ze kijken en
zíen de redding en ze zingen dat lied van redding
en alle volken horen en zien Gods redding.
Wat voor soort redding? Fysiek, lichamelijk redt
Hij Israël van de slavernij uit Egypte. Maar dat
volk dat gered is uit Egypte is een gemengde groep
mensen. Het probleem in het boek Numeri, u ziet
de verwijzing in Hebr. naar die tijd, dat het niet
allemaal gelovigen zijn. Ze komen bij Kades
Barnea in de woestijn, en in die woestijnervaring
identificeert God de Almachtige die gemengde
groep, en Hij schudt ze eruit, uit het volk. Als ze
door de woestijn gaan raakt Hij die gemengde
groep kwijt en als u in Jozua komt gaat het
gelovige overblijfsel in.
De woestijnperiode is een type van de grote
verdrukking (Hosea 2), en het volk Israël gaat die
verdrukking in en verzamelen zich als een
gemengde groep van volk, zoals met Pinksteren, je
maakt brood met gist erin(zuurdesem), en er moet
een uitzuivering gedaan worden, de bedoeling in de
grote verdrukking is de rebellie uitzuiveren uit het
midden van het volk Israël, zoals in Ezechiel 20,22.
Dus de gemengde groep wordt geïdentificeerd en
uitgezuiverd, geschud, bevrijd, en wat zegt hij tot
het volk in Hebr.3:6: tot het einde toe… van wat?
Niet het eind van hun leven, maar tot het eind van
de verdrukkingsperiode. Niet tot het einde van je
leven maar van het systeem, het wereldsysteem,
zoals het dan loopt en dat eind komt aan het eind
van de grote verdrukking met de wederkomst van
Christus.
Mat.24:3 “En als Hij op den Olijfberg gezeten
was, gingen de discipelen tot Hem alleen,
zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen
zijn, en welk zal het teken zijn van Uw
toekomst, en van de voleinding der wereld?”
En van de voleinding der wereld… welk eind? Van
hun leven? Het einde van de wereld, het
wereldsysteem.
Op.11:15 “En de zevende engel heeft gebazuind,
en er geschiedden grote stemmen in den hemel,
zeggende: De koninkrijken der wereld zijn
geworden onzes Heeren en van Zijn Christus,
en Hij zal als Koning heersen in alle
eeuwigheid.”
Wanneer gaat dat gebeuren? Dat is het einde van de
wereld overgedragen aan Christus. Het einde van
de verdrukking. Dat is de context van
Mat.24:14…en dan zal het einde komen. Wanneer
komen deze dingen? In de 7e week van Daniel in
het midden daarvan. De context in Mat. 24 is de
grote verdrukkingsperiode.
De context in Hebr. 3 en Hebr.6 is een grote
verdrukkings gedeelte, zo ook in Hebr.10, daarom
klinken ze hetzelfde. En het einde is het einde van
de grote verdrukking, laten we naar het boek Daniël
gaan. Het is het einde van het wereldsysteem.
Dan.7:24,25 “Belangende nu de tien hoornen:
uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan,
en een ander zal na hen opstaan; en dat zal
verscheiden zijn van de vorigen, en het zal drie
koningen vernederen.” “En het zal woorden
spreken tegen den Allerhoogsten, en het zal de
heiligen der hoge plaatsen verstoren, en het zal
menen de tijden en de wet te veranderen, en zij
zullen in deszelfs hand overgegeven worden tot
een tijd, en tijden, en een gedeelte eens tijds.”
De opkomst van de antichrist, en dan in vers 26 het
oordeel …tot het einde toe! :27 en dan komt het
Koninkrijk. De antichrist zal dus regeren tot het
einde en dan zal het Kon.Gods gevestigd worden.
Dan.8:17,19 “En hij kwam nevens waar ik
stond; en als hij kwam, verschrikte ik, en viel
op mijn aangezicht. Toen zeide hij tot mij:
Versta, gij mensenkind! want dit gezicht zal zijn
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 41
tot den tijd van het einde.” “En hij zeide: Zie, ik
zal u te kennen geven, wat er geschieden zal ten
einde dezer gramschap; want ter bestemder tijd
zal het einde zijn.”
Als hij het in Mat.24 over het einde heeft en over
wat Daniël zei, kennen de mensen waar tegen hij
sprak het boek Daniël, zo maakt hij de verbinding.
8:17 ..tot de tijd van het einde. 8:19 aan het einde
van deze gramschap…zal het einde zijn… Als u de
context van dit gedeelte kent weet u waar hij het
over heeft, het einde van de regering van de
antichrist, het eind van de grote verdrukking en dan
de wederkomst van de Heere Jezus Christus.
Dan.9:26,27 “En na die twee en zestig weken zal
de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet
voor Hem zelven zijn; en een volk des vorsten,
hetwelk komen zal, zal de stad en het heiligdom
verderven, en zijn einde zal zijn met een
overstromenden vloed, en tot het einde toe zal er
krijg zijn, en vastelijk besloten verwoestingen.”
“En hij zal velen het verbond versterken een
week; en in de helft der week zal hij het
slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en
over den gruwelijken vleugel zal een verwoester
zijn, ook tot de voleinding toe, die vastelijk
besloten zijnde, zal uitgestort worden over den
verwoeste.”
Hier spreekt hij over in Mat.24, en u ziet dat hier in
vers 26 gesproken wordt over het einde, het einde
geassocieerd met de regering van de antichrist en
daarna de vestiging van het koninkrijk.
Dan.11:31,35 “En er zullen armen uit hem
ontstaan, en zij zullen het heiligdom ontheiligen,
en de sterkte, en zij zullen het gedurige offer
wegnemen, en een verwoestenden gruwel
stellen.” “En van de leraars zullen er sommigen
vallen, om hen te louteren en te reinigen, en wit
te maken, tot den tijd van het einde toe; want
het zal nog zijn voor een bestemden tijd.”
De context is weer de laatste dagen van de grote
verdrukking…tot de tijd van het einde toe…. U
ziet dat zij moeten volharden tot het einde. Het gaat
niet over het einde van iemands leven of van de
bedeling van genade. Hij die volharden zal tot het
einde zal gered worden, het gaat helemaal niet over
u en mij hier.
Dan.12:4,9,13 “En gij, Daniel! sluit deze
woorden toe, en verzegel dit boek, tot den tijd
van het einde; velen zullen het naspeuren, en de
wetenschap zal vermenigvuldigd worden.” “En
Hij zeide: Ga henen, Daniel! want deze woorden
zijn toegesloten en verzegeld tot den tijd van het
einde.” “Maar gij, ga henen tot het einde, want
gij zult rusten, en zult opstaan in uw lot, in het
einde der dagen.”
Tot de tijd van het einde… tot in het einde der
dagen. U heeft bijna de hele Bijbel al gehad voor u
bij Hebr.3 bent. Als het gaat over het einde dan
betekent dat wat, het einde van iets specifieks in het
profetische programma, steeds als u over het einde
leest in profetie gaat het over: die dag, die dag, die
dag, en dat is altijd de dag des HEEREN. En het
einde is steeds weer het einde van de wereld dat
eindigt met het einde van de grote verdrukking en
de wederkomst van Christus gevolgd door het
Koninkrijk en het einde van het wereldsysteem van
nu. Dus het einde in dit gedeelte is het einde van de
grote verdrukking.
Als u een pakje krijgt. b.v.met kerst, en iemand
anders krijgt een pakje, dus u krijgt beiden een
pakje en beiden een kado, zit er dan in allebei
hetzelfde? Hoe weet u wat erin zit? Open maken,
juist! Nu, vergeving van zonde, rechtvaardigheid,
en eeuwig leven is één ding, maar er zit meer in het
pakje dan dat, en het reddingspakje en de manier
waarop het bezorgd wordt voor u en mij, wij
krijgen het vooruit, van te voren, maar zij krijgen
het aan het einde bij de wederkomst, dus er is hier
een verschillende soort uitdeling.
In hoofdstuk 2:3 waar het gaat over zo grote
zaligheid, zeggen mensen: dat zijn wij… Mozes
zei: sta, en zie de redding des Heren, lichamlijke
bevrijding van de Egyptenaren, was dat geen
redding? Zeker, konden zij gered uit Egypte, door
de zee, in de woestijn sterven en verloren gaan?
Zeker, veel mensen stierven in de woestijn. In
welke zin was je dan gered, in lichamelijke zin. Zij
hadden het geestelijke niet, dus zij stierven in de
woestijn.
Daar moet u dus voorzichtig mee zijn als u het
boek Hebr. bestudeert, als u leest over redding, dat
het over ons zou gaan. Heiliging door het bloed, dat
gaat over ons… En wat er dan gebeurt is dat als u
dan bij gedeelten komt zoals deze en u heeft er
geen licht op komt er veel verwarring!
Hebr.3:7-4:3 gelijk de Heilige Geest zegt. Met
andere woorden terug naar :6 en daaróm… Heden:
Ps.95.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 42
Hosea 2:14,15 Daarom, ziet, Ik zal haar lokken,
en zal haar voeren in de woestijn; en Ik zal naar
haar hart spreken.” En Ik zal haar geven haar
wijngaarden van daar af, en het dal Achor, tot
een deur der hoop; en aldaar zal zij zingen, als
in de dagen harer jeugd, en als ten dage, toen zij
optoog uit Egypteland.”
De omzwervingen in de woestijn in Numeri zijn
een type, voorbeeld, repetitie voor de grote
verdrukking hier. Hosea 2 spreekt over de grote
verdrukking en zegt dat het net zo zal zijn als die
woestijnomzwervingen toen Ik jullie uit Egypte
daar bracht. Dat doet de schrijver hier: jullie
moeten volharden in de verdrukking, weten jullie
niet meer wat daar gebeurde?
Hebr.3:12 “Ziet toe, broeders, dat niet te eniger
tijd in iemand van u zij een boos, ongelovig
hart, om af te wijken van den levenden God;”
Ziet toe… dat er een boos,ongelovig hart om af te
wijken van de levende God. U ziet het ongeloof
zich manifesteren.
Hebr.3:14 “Want wij zijn Christus deelachtig
geworden, zo wij anders het beginsel van dezen
vasten grond tot het einde toe vast behouden;”
Zo wij tenminste…, tot het einde vasthouden..
Hebr.4:1 “Laat ons dan vrezen, dat niet te
eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan
nagelaten zijnde, iemand van u schijne
achtergebleven te zijn.”
Zijn rust: het koninkrijk voor deze mensen. Wat ik
wil is dat u begrijpt dat hij het idee introduceert dat
geloof hun er doorheen brengt. Zo spreekt ook
Jacobus over geloof dat zich op die manier
manifesteert. En de waarschuwing helpt u om te
begrijpen dat Hebr.3,6,10 en 2Petr.2,Op.3, Mat.19
zeggen dat iemand zijn redding kan verliezen.
Hij spreekt over wat er gebeurt, zoals in de
illustratie, met het volk Israël: het volk gaat uit
Egypte, het volk gaat door de grote verdrukking.
Toen ze uit Egypte kwamen was het een gemengde
groep, er waren gelovigen en ongelovigen in het
volk en God reinigt, zuivert de ongelovigen eruit in
de woestijn zodat aan het einde van de
woestijnperiode de gelovigen over zijn om Kanaan
in te gaan. Rust! Hier is dezelfde situatie.
Dus als hij spreekt over sommige mensen die er
doorgaan en als hij spreekt over ze dat ze gered zijn
dan zijn ze gered, zij waren zijn mensen
(Joh.1:11,12).
Hij kwam naar Zijn mensen, ze behoorden Hem
toe, waren van Hem. Jezus: Hij zal Zijn volk
redden. Zij waren fysiek al Zijn mensen. Maar zij
moesten ook nog geestelijk Zijn volk worden.
Daarom moesten zij wederomgeboren worden. Dat
ziet u in het boek Hebreeën, en hoe meer u
Hebreeën leest en bestudeert hoe meer u ziet dat het
precies past in de grote verdrukkingsperiode. U
hoeft de woorden niet te veranderen of betekenis
van woorden in dingen die ze niet zeggen.
Hebreeën 3:15-19
Hebreeën 3, we gaan het hebben over het laatste
gedeelte van dit hoofdstuk, we hebben ook al iets
gelezen in hoofdstuk 4 omdat het over hetzelfde
punt gaat.
U weet dat het eerste vers zegt: Hierom heilige
broeders. Dat hierom ziet terug naar de vorige twee
hoofdstukken. En gebaseerd op wat hij in de eerste
twee hoofdstukken geleerd heeft over de Heere
Jezus Christus gaat hij een vermaning geven in
hoofdstuk 3 en 4. Dit gaat over het punt dat zij
langzaam zijn om te verstaan wat het priesterschap
van Christus, Melchizedek inhoud, dat zij moeten
begrijpen welke voorziening God in Christus heeft
gemaakt als hun Hogepriester. Maar hij legt het
fundament in hoofdstuk 1, over de heerlijkheid van
de Heere Jezus Christus als Zoon van God en in
hoofdstuk 2 over de heerlijkheid als de Zoon des
mensen. Hij is de Zoon van God, de Zoon des
mensen, en hierom heilige broeders…. Aanmerkt
de Apostel en Hogepriester van onze belijdenis,
Christus Jezus.
Het idee is:Kijk, u ziet wie Hij is, Hij is de Zoon
van God, de Zoon des mensen, aanmerkt Hem!
Kijk naar Hem, denk over Hem, overpeins Hem,
wie Hij is. Als hij hier zegt: hierom heilige
broeders…, hij is niet beschaamd om hen broeders
te noemen, de heilige broeders, de apart gezette
mensen, deelachtig de hemelse roeping, degenen
die uitzien naar de stad welker Bouwmeester God
is, het hemelse Jeruzalem, het Koninkrijk der
hemelen, een aards Koninkrijk, maar nog in de
hemel, wachtend op hen tot Christus komt.
Aanmerkt, kijk, denk, overpeins, begrijp de Apostel
en Hogepriester van onze belijdenis, dat is echt een
opsomming van de eerste twee hoofdstukken. In
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 43
hoofdstuk 1 wordt Christus gedemonstreerd als de
Apostel hunner belijdenis en hoofdstuk 2 als de
Hogepriester hunner belijdenis. Een apostel is een
gezondene, dat is zijn profetische functie, dat is de
Heere Jezus Christus als 1:2 zegt als Degene die
komt en spreekt, Hij is het woord van God, de
uitdrukking van de gedachten en de zin van God,
de profeet als Mozes waar Israël naar moest
luisteren. Maar Hij is ook de Hogepriester in
hoofdstuk 2. Hij is Israël’s Hogepriester met de
bedoeling om te verlossen en de aarde terug in bezit
te nemen.
En Israël moet naar Hem kijken en over Hem
denken. Hoofdstuk 3 en 4 is de motivatie voor
Israël, en wat hen motiveert om te volharden tot
het einde. In hfdst.3 gebruikt hij de illustratie van
de woestijn, hij kijkt terug en zegt: herinner je je de
dagen van de verbittering in de woestijn, een type
van de verdrukking. Hos.2. Herinner je dat het hun
ongeloof was, ze waren bevrijd uit Egypte, een
volk uitgeleid, er is meer nodig dan een volk
verkregen uit Egypte, fysiek uitgeleid uit Egypte, er
is ook geestelijk, geloof vereist, er is de nieuwe
geboorte, wedergeboorte nodig.
Technisch, leerstellig, Schriftuurlijk, verwijzen de
verzen in uw Bijbel naar een fenomeen dat u en ik
niet ervaren. Wij zijn voortgebracht door God,
maar technisch zijn wij niet wederomgeboren van
God. Israël was geboren van God uit Egypte, en
dan doet Hij hen opnieuw geboren worden. U en ik
kunnen niet zeggen dat wij twee geboorten hebben.
Ik ben in dec.1947 geboren uit mijn moeder en ik
ben in de familie van God geboren in dec.1962, dat
zijn twee geboorten, maar daar gaat het hier niet
om. De verzen in de Bijbel spreken over het volk
Israël geboren in haar Koninkrijk. Ze is al fysiek
het kind van God, en dan geestelijk geboren in dat
Koninkrijk, een wedergeboren volk, daar gaat het
hier om.
Jullie moeten van Mozes naar Christus, Wiens huis
wij zijn 3:6, en waar het hier om gaat is: ga niet
terug, 2:1 niet doorvloeien. En hij zegt, kijk er is
hier een motivatie voor jullie om deze dingen niet
te laten doorvloeien, niet terugtrekken, maar door te
gaan.
En de motivatie voor Israël om door te gaan en te
volharden in de verdrukking tot het einde om de
zegening van het nieuwe verbond te ontvangen, is
om naar Christus te kijken. Kijk en zie de totale,
complete voorziening die God heeft volbracht voor
hen in Jezus Christus. En dat zal hen trekken,
dwingen en hen er door helpen. Wat de schrijver
hier doet, hij geeft de waarschuwing wat er kan
gebeuren als zij hun harten niet zetten op Hem.
Hun harten en gedachten bezighouden met Hem,
Hem aanmerken om te kunnen volharden tot het
einde.
Het probleem dat zij hebben en dat zullen we zien
in hoofdstuk 5 is dat zij de leer niet begrijpen over
Hem, die hen in staat stelt om Hem te waarderen en
om door Hem gemotiveerd te worden, klinkt dat
niet bekend?! Zo is het altijd. Zo is het ook met u
en mij. Als u de leer niet begrijpt wie Jezus
Christus is en Wie God Hem gemaakt heeft voor u
dan kunt u Hem niet waarderen, u heeft geen
vermogen om Hem lief te hebben en u hebt geen
vermogen om vol te houden, te volharden. Dat is
hun probleem, zij hebben een meer direct probleem
met volharding dan u en ik hebben.
We zullen zo een vers lezen dat gaat over (:12) een
boos, ongelovig hart en als zo’n hart bij die mensen
daar opkwam dan knappen zij af in de verdrukking.
In uw en mijn geval, en ik sprak de vorige keer al
over een gebrek aan zekerheid in sommige verzen
in Hebr., als u ze wilt begrijpen dan moet u
begrijpen dat ze niet over u en mij gaan. Deze
gedeelten verwijzen niet naar ons, maar naar het
volk Israël. Ik wil dat u ziet hoe ze passen bij Israël.
In hoofdstuk 3 gebruikt hij de illustratie van de
woestijn en in hoofdstuk 4 gebruikt hij de illustratie
van Jozua en het binnengaan van het land Kanaän.
Het doel was Kanaän’s rust. Israël kreeg die niet in
de woestijn omdat ongeloof hen er buiten hield.
Laat mij u iets vertellen: toen zij binnengingen
onder Jozua hadden ze die nog niet. Leest u Jozua
en Richteren maar na, en u ziet dat ze die daar nog
niet hadden door ongeloof. In Richteren waren zij
alweer onder het oordeel van God, de oordelen uit
Leviticus worden daar vermeld. Daar is dus het
probleem, en de reden waarom ze het niet hadden is
door ongeloof.
Geloof moet gebaseerd zijn op leer. Zij geloofden
niet in de leer die God hun gaf. Deze Hebreeën
moesten de leer over Christus begrijpen, zodat ze in
staat waren om de grote verdrukking door te gaan.
Als zij het niet begrijpen komen ze er niet door. Zo
dat is de waarschuwing over het ongeloof.
Hebr.3:7-19 + Hebr.4:1,2.
Hebr.3:11 “Zo heb Ik dan gezworen in Mijn
toorn; Indien zij in Mijn rust zullen ingaan!”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 44
Kanaän’s rust, voor Israël is dat een type van het
Koninkrijk, het millenium.
Hebr.3:12 “Ziet toe, broeders, dat niet te eniger
tijd in iemand van u zij een boos, ongelovig
hart, om af te wijken van den levenden God;”
Dat is het probleem. Tussen haakjes: als u afwijkt
van iemand, dan was u er eerst. We hebben het niet
over mensen die aan de andere kant zijn van de
middelmuur des afscheidsels en in het geheel geen
toegang hebben tot God. We hebben het over
degenen aan de goede kant van de muur, die
toegang hebben tot God, die God toebehoren en zij
aan Hem. We hebben het niet over heidenen zonder
God.
Als u deze gedeelten toe wilt passen op het lichaam
van Christus en dat al deze mensen hier gered zijn
en gerechtvaardigd en nabij God zoals u en ik en
als zij er dan van afwijken, dan verliezen deze
mensen hun rechtvaardiging, eeuwig leven, toegang
tot God, redding… u kunt deze gedeelten beter later
waar ze horen, dan heeft u dat probleem niet. Want
dan kunt u een deel van Israël zijn en toegang
hebben en dan door een boos ongelovig hart
afwijken en weggaan.
Hij waarschuwt ze nu: Doe dat niet, laat dat boze,
ongelovige hart niet opkomen. Maar: Hebr.3:13
“Maar vermaant elkander te allen dage, zolang
als het heden genaamd wordt, opdat niet
iemand uit u verhard worde door de verleiding
der zonde.”
Broeders, we gaan door de woestijn, we gaan door
de verdrukking. Doe niet wat zij daar deden onder
het eerste verbond, maak niet dezelfde fout! Heb
geen ongelovig hart!
Hebr.3:18 “En welken heeft Hij gezworen, dat
zij in Zijn rust niet zouden ingaan, anders dan
dengenen, die ongehoorzaam geweest waren?”
Wie gingen er niet binnen? Zij die niet geloofden.
Wat geloofden ze niet? Zij zagen de redding van
God toen ze Egypte uitgingen. Ze geloofden niet
dat God hen binnen kon brengen in het land. Ze
kwamen bij Kades Barnea en de spionnen kwamen
terug met de boodschap (Num.13,14) en ze zeiden:
Het is te veel voor ons, dat kunnen we niet en ze
gaven het op, en het ongeloof kreeg hen te pakken.
En God zei: OK, we laten jullie in de woestijn en
daar zul je sterven, je kunt niet binnen gaan.
Hebr.4:1 “Laat ons dan vrezen, dat niet te
eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan
nagelaten zijnde, iemand van u schijne
achtergebleven te zijn.”
We hebben een belofte dat we Zijn rust binnen
kunnen gaan, het Koninkrijk, de ware rust. Iemand
van u, de schrijver wist dat hij niet achterbleef. De
schrijver wist iets over hemzelf, de status en positie
die hij had, die de andere mensen niet zouden
kunnen hebben.
Hebr.4:2 “Want ook ons is het Evangelie
verkondigd, gelijk als hun; maar het woord der
prediking deed hun geen nut, dewijl het met het
geloof niet gemengd was in degenen, die het
gehoord hebben.”
Zij hadden het goede nieuws, we gaan naar het
land, naar het Koninkrijk. Maar het woord der
prediking deed hun geen nut: Waarom deed het hun
geen nut? Omdat het niet gemengd was met geloof
in degenen die het gehoord hebben. Geloof komt
door gehoor en gehoor door het woord van God.
Maar gaat er niet om dat mensen alleen horen en
alleen wat weten over wat God zegt. Het is geloof!
Rusten in wat God zegt! Zij hadden de kennis,
maar zij mengden het niet met geloof.
Er zijn veel mensen in onze dagen, zij weten dat
Christus voor hun zonden stierf. Ik heb jaren
geleefd en heb nooit getwijfeld dat Jezus Christus
stierf voor mijn zonden en is opgestaan, dat heb ik
nooit in twijfel getrokken, of dat Hij de Zoon van
God was. Maar ik was een verloren fundamentalist.
Ik geloofde in de maagdelijke geboorte, de
lichamelijke opstanding, het woord van God en ik
begreep dat allemaal, maar het was nooit gemengd
met een persoonlijke keuze om daar op te
vertrouwen voor mijn redding.
Als het evangelie vandaag wordt gepredikt, moet u
heel voorzichtig zijn, niet alleen luisteren en horen
over het kruis, maar luister wat zij zeggen tegen de
mensen om te doen! In antwoord op het evangelie.
Omdat de prediking van het kruis, het evangelie
van Christus de kracht Gods is voor iedereen die
gelooft. Maar als u de wijsheid van menselijke
woorden, en prestatie toevoegt verijdeld u het kruis.
Iemand kan geloven dat Christus stierf voor hem en
opgewekt is voor zijn rechtvaardigmaking maar dat
het geen reddend effect op, in hun leven heeft
omdat zij denken dat zij dingen moeten doen in
antwoord daarop.Zoals b.v. Billy Graham vertelt.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 45
Billy Graham begon jaren geleden met een goede
prediking, genade prediking, maar in de laatste
jaren…,en dat komt door de bezorgdheid over hoe
mensen verder leven met de Heere nadat ze gered
zijn, dat hij nu een discipelschaps boodschap tot
redding predikt. En hij is niet de enige, maar
iedereen kent hem. Weet u wat hij zegt: Predik het
evangelie, vertel over het kruis, dat Christus stierf,
en dan wat moet u doen? Het eerste is: u moet
berouw hebben van uw zonden. Er is geen vers in
de Bijbel dat u zegt dat u berouw moet hebben van
uw zonden. Dat betekend dat je je schuldig moet
voelen, heel schuldig over je zonden. Vervolgens
moet je Jezus Christus Heer maken van je leven, en
je moet beloven om Hem te gehoorzamen. Dan
moet u geloven en dan zijn er 4,5 dingen die u moet
doen.
Weet u wat het woord berouw betekend? Uw
gedachten veranderen. Weet u wat geloven is? Uw
gedachten veranderen. Weet u hoe u berouw toont
vandaag? U veranderd uw gedachten van niet
geloven in de Heere Jezus Christus naar wel in
Hem geloven. Als u moet stoppen met zondigen
voor u gered kunt worden dan bent u in de
problemen. Maar ik garandeer u als u iets weet over
uzelf, lees Paulus’ brieven, hij instrueert de
gelovigen en leert ze, als geredde mensen geen
problemen meer hadden met de zonde hadden we
de meeste brieven niet nodig. Weet u wat er
gebeurd? Ik probeerde…, ik probeerde het lukte
niet, wat blijft erover? Geloof! Probeer dat, en het
werkt!
Op het moment dat u iets toevoegt aan genade, is
genade geen genade meer, maar werken. U moet
het mengen met geloof in wat God zegt. Het
probleem met de mensen daar in de woestijn was,
zij hoorden wat God zei, ze wisten wat de spionnen
hadden gezegd, en ze geloofden het niet.
Hebr.4:3 “Want wij, die geloofd hebben, gaan
in de rust, gelijk Hij gezegd heeft: Zo heb Ik
dan gezworen in Mijn toorn: Indien zij zullen
ingaan in Mijn rust! hoewel Zijn werken van de
grondlegging der wereld af al volbracht
waren.” Vers 3: Psalm 95. Hebr.4:8 “Want
indien Jozua hen in de rust gebracht heeft, zo
had Hij daarna niet gesproken van een anderen
dag.”
Jozua in het OT, Jezus is dezelfde naam in het NT.
Jozua is een type van wat de Heere Jezus hier gaat
doen, het is dezelfde situatie die zij hadden in de
woestijn, ingaan, keuze maken of zij de rust van
Kanaän in zouden gaan of niet. Deze Hebreeën
gaan dezelfde dingen tegemoet, de grotere Jozua,
de Heere Jezus Christus, ze gaan door de woestijn,
de verdrukking en in het Koninkrijk. En zij moeten
zich inprenten of zij God geloven wat Hij zegt of
niet. En daar dan naar handelen.
Hebr.4:9 “Er blijft dan een rust over voor het
volk Gods.”
Het idee van :4,5,6 is: Dat hij vertelde over een rust
daar, maar ze verkregen het niet, dus de rest waar
hier over gesproken wordt is niet Kanaän, want als
zij die in Kanaän hadden gekregen, David zegt dat
er nog een rust overblijft. En die is nog niet
gekomen. Er is er nog één, wat is die rust? Daar
gaat het Koninkrijk over. De zevende dag,
schepping, de 7e duizend, de rust, de rust als de
schepping rust van de vloek van de zonde in dat
koninkrijk. Koninkrijksrust. Er is Kanaänsrust, de
scheppingsrust en de Koninkrijksrust.
Hebr.4:10 “Want die ingegaan is in zijn rust,
heeft zelf ook van zijn werken gerust, gelijk
God van de Zijne.”
U ziet, het Koninkrijk is Gods rust voor u. Mensen,
als wij in dat Koninkrijk komen kunnen we rusten.
Hebr.4:11 “Laat ons dan ons benaarstigen, om
in die rust in te gaan; opdat niet iemand in
hetzelfde voorbeeld der ongelovigheid valle.”
Hier is een vreemd vers: Laten we ons benaarstigen
om in die rust in te gaan… Mensen zien dit
gedeelten en nemen dit vers, en ik heb het jaren
horen prediken, dat de rust in vers 9 en 10 de rust
van de redding is. Rust van uw werken en rust in de
redding die God u geeft in Christus. Het probleem
zit in het volgende vers: Laten we ons
benaarstigen…Hoe kunt u werken om in te gaan in
een rust waar u niet meer werkt?! Wat heeft dat
voor zin? Het is geen redding, het is niet de rust die
voor ons is in Christus als we rusten van ons werk,
onze zaak in Zijn hand geven en niets meer hoeven
te doen!
Dit is een rust die wacht in de toekomst. Zoals God
6 dagen werkte naar die 7e dag van rust, laat ons
gelovig werken tot het komt en daar zijn. Ga met
mij mee naar:
Lukas 8:11 “Dit is nu de gelijkenis: Het zaad is
het Woord Gods.”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 46
Een gelijkenis die in overeenstemming is met wat
wij hier lezen in Hebreeën en de toestanden die
deze mensen ontmoeten in Hebreeën. Als we vanaf
dit punt verder gaan in Hebreeën met kijken wat zij
moeten begrijpen van de Heere Jezus Christus, om
gemotiveerd door hun geloof om te volharden en
die rust in te gaan. Hij begint met het stellen van
het probleem en dan gaat hij verder naar de punten
en leringen die hen bekwaam zullen maken en
versterken door het begrijpen van de voorziening
die Christus heeft gemaakt door het kruis voor
Israël om de zegeningen in haar Koninkrijk te
ontvangen.
Luk.8:11-15 “En die bij den weg bezaaid
worden, zijn dezen, die horen; daarna komt de
duivel, en neemt het Woord uit hun hart weg,
opdat zij niet zouden geloven, en zalig worden.”
“En die op de steenrots bezaaid worden, zijn
dezen, die, wanneer zij het gehoord hebben, het
Woord met vreugde ontvangen; en dezen
hebben geen wortel, die maar voor een tijd
geloven, en in den tijd der verzoeking wijken zij
af.”“En dat in de doornen valt, zijn dezen, die
gehoord hebben, en heengaande verstikt
worden door de zorgvuldigheden, en rijkdom,
en wellusten des levens, en voldragen geen
vrucht.”“En dat in de goede aarde valt, zijn
dezen, die, het Woord gehoord hebbende,
hetzelve in een eerlijk en goed hart bewaren, en
in volstandigheid vruchten voortbrengen.”
Vers 12: (Luk.8:5) de duivel neemt het woord weg
uit hun hart, opdat zij niet zouden geloven en zalig
worden… en dat lazen we net in Hebr.4:2 niet
gemengd met geloof… zij hebben het gehoord
maar het wordt weggepakt uit hun gedachten zodat
ze het niet geloven.
Vers 13: (8:6) op de steenrots, zij horen het woord
en zeggen, dat is geweldig! Ze nemen het aan, maar
ze hebben geen wortel…., wijken zij af, ga met mij
mee naar Hebr.6:4-6 afvallig worden. Deze mensen
in Hebr.6 zijn de mensen op de steenrots, en ze
hebben geen wortel. En dat is het hele punt in
Hebr.6. Ziet u, sommige mensen in Israël horen,
maar hun aandacht dwaalt af en ze geloofden niet.
Sommige mensen horen en verheugen zich,
beginnen eraan, maar omdat ze de leerstellige
grond niet hebben om ze te stabiliseren en om door
te gaan, hebben ze geen wortel en ze vallen af.
Vers 14:(8:7) de doornen… en voldragen geen
vrucht. Hebr.6:1 laat ons tot de volmaaktheid
voortvaren. U ziet dat er hier een leerstellige grond
is die deze mensen nodig hadden om door te gaan.
Zodat ze wortel hebben en ze door de droge tijd
komen, maar ook door de tijd als de doornen en
distels en de zorgen van dit leven, de rijkdom en de
vreugden komen, niet alleen de verzoeking en de
hitte. Weet u heeft u ooit in uw leven gemerkt
hoeveel makkelijker het is om de Heere te dienen in
moeilijke tijden dan in tijden als alles goed gaat?
Als u in een Jaquar rijdt en uw vrouw in een
Lincoln en u heeft zoveel geld dat u niet weet hoe
het uit te geven is het moeilijk om op de Heere te
vertrouwen! En attent te zijn op de dingen van de
Heere. Maar als u rijdt op vier wielen en u bidt of
hij maar zal blijven rijden…., en u weet niet waar
de volgende maaltijd vandaan moet komen, en u
bent bang om naar huis te gaan omdat de
deurwaarder voor de deur staat….
Vers 15:(8:8) de goede aarde. Laten we naar
Hebr.10:35-39 gaan en déze mensen zien. Een
eerlijk en goed hart, gaat samen met lijdzaamheid
en volharding en brengt vrucht voort in het
Koninkrijk. Wat hij doet in Hebr.3 en 4 is zeggen:
A ls u niet in die eerste drie groepen zit, zit u in de
vierde, en de enige manier om dat te doen is
vertrouwen in de leer, houdt uw hart gevangen door
te begrijpen wat God heeft gedaan, en de
voorziening die Hij heeft gemaakt in de Heere
Jezus Christus, om Zijn doel en programma
mogelijk te maken door het volk Israël. Dat is
hetzelfde principe waar u en ik op vertrouwen.
Als u deze dingen van Israël op uzelf probeert toe
te passen, weet u wat u doet? U stoot uw hoofd
tegen de muur. Wat u en ik moeten doen is wat 1
Korinthe 1:30 doet. Die ons van God geworden
is… Wat God Christus voor ons heeft gemaakt en
dat is de juiste motivatie voor ons om te zijn en te
doen wat God ons gemaakt heeft en te doen. Maar
als dat waar is voor ons, dan is het ook zo voor hen.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 47
Hebreeën 4:1-12
Hebr.4:12,13 zijn een soort conclusie van wat hij
gezegd heeft in hoofdstuk 3 en 4 als hij het heeft
over de waarschuwing aan de Hebreeuwse heiligen,
grote verdrukkingsheiligen,joden. Hij gaat terug
naar de woestijnervaring van Israël bij Kades
Barnea, als zij onder Jozua het land binnen gaan, al
die dingen zijn een plaatje van wat er gaat gebeuren
in de grote verdrukking en dezelfde keus die Israël
daar maakte moeten zij hier maken in de grote
verdrukking.
Heel Israël kwam uit Egypte, maar ze kwamen niet
allemaal in het beloofde land (3:8). Ze geloofden
God niet, zij wandelden door zien, hun hart was
verhard door ongeloof. Toen de 10 verspieders
terugkwamen uit het land zeiden zij: God kan ons
dat land niet geven, het is te groot, en zij kwamen
er niet. Als wij deze gedeelten tegenkomen in de
Hebreeënbrief moet u begrijpen dat u heeft te
maken met een verschillende soort situatie dan
waar u en ik mee te maken hebben, vandaag in de
bedeling van genade.
De reden waarom mensen leren dat u uw verlossing
kunt verliezen is doordat zij verzen in de Bijbel
lezen die hen naar die conclusie leiden. U kunt niet
wat waar is voor u en mij bij hen ‘inlezen’, en dat
wat waar is voor hen ‘inlezen’ voor ons. U moet
begrijpen wie zij zijn, een volk met mensen die
Gods mensen zijn, zij zijn lichamelijk Gods volk,
maar zij hebben ook nog een geestelijke redding
nodig. De engel vertelde aan Jozef: gij zult Hem de
naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk redden
van hun zonden. Er zijn dus mensen die Zijn
mensen genoemd worden en toch niet gered zijn
van hun zonden. Het is Zijn volk, Zijn uitverkoren
volk, een apart gezet volk op de aarde, en zij
hadden ook verlossing nodig.
Om het verloste Israël te zijn moet de wederkomst
van de Heere Jezus Christus komen, en de manier
om zover te komen is wandelen door geloof en in
het programma dat God hen geeft. En daar gaat het
hier om in hoofdstuk 3 en 4. Jullie hebben het
Woord, de beloften, de zegeningen en alles, maar
laat het niet los: Hebr.2:1. Hoe laten zij los? Hoe
hebben zij de kracht, mogelijkheid om door te
gaan. Geloof! Geloof komt door horen en horen
door het woord van God, het is het krachtige woord
van God dat in hen werkt: Hebr.4:12.
Hebr.4:12 “Want het Woord Gods is levend en
krachtig, en scherpsnijdender dan enig
tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de
verdeling der ziel, en des geestes, en der
samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler
der gedachten en der overleggingen des harten.
Hebr.4:12 sluit aan op vers 11 benaarstigen om die
rust in te gaan, die rust is geen reddingsrust, u kunt
niet werken om de rust in te gaan van redding. Als
u rust in Christus als uw Redder en vertrouwt op
Hem dan houdt u op met werken en vertrouwt op
Hem. U kunt niet werken voor iets waar u niet voor
hoeft te werken. De rust daar is de Koninkrijksrust,
vers 9. Er komt een rust voor hen in de toekomst en
die rust is in het Koninkrijk.
Hebr.4:12 Dit vers is een mooie illustratie van de
kracht en de macht van Gods Woord om deze
mensen er doorheen te helpen. En alles wat zij
moeten doen is rusten in wat God zegt, geen zorgen
maken over de omstandigheden, de moeilijkheden,
maar rusten in de voorziening die God hen heeft
gegeven in Zijn Woord, en het woord van God is
levend. Neem uw vinger en prik erin, weet u wat u
doet? Terugtrekken, snel bewegen omdat er leven
inzit, zenuwen enz. Het woord van God is levend,
krachtig, de krachtbron voor de gelovige in elke tijd
en scherper dan een tweesnijdend zwaard.
Scherp: het snijdt. Tweesnijdend zwaard:
Openb.1:16. Paulus zegt dat het zwaard des
Geestes (Ef.6) het Woord van God is. Dat wat de
Geest van God gebruikt om Zijn werk te doen is
Gods Woord. Openbaring 1:16 spreekt over de
Heere Jezus Christus als de Zoon des mensen,
Johannes ziet Hem in vers 13 temidden van de
zeven kandelaren. Vers 16 uit Zijn mond ging een
tweesnijdend scherp zwaard… Wat komt er uit
iemands mond? Hun woorden, daarom spreekt u.
En als Zijn Woord er uitkomt is dat beschreven als
een scherp tweesnijdend zwaard.
Openb.2:12,16 De woorden die uit Zijn mond
komen voeren krijg tegen sommige mensen. In de
Psalmen lezen we over dat de adem van Zijn mond,
2 Tes.2:8 Hij hen zal verdoen. Het woord van
oordeel komt uit Zijn mond, een zwaard van
oordeel. Openb.19:11-15.
Jesaja 11:11 “Want het zal geschieden te dien
dage, dat de Heere ten anderen male Zijn hand
aanleggen zal om weder te verwerven het
overblijfsel Zijns volks, hetwelk overgebleven
zal zijn van Assyrie, en van Egypte, en van
Pathros, en van Morenland, en van Elam, en
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 48
van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden
der zee.”
Jes.11:1ev. de context is het Koninkrijk, Zijn
oordeel is niet gebaseerd op wat je kunt zien(:3) en
horen, maar:4 met rechtmatigheid, ..met de roede
Zijns monds..en met den adem Zijner lippen… Er
gaat een oordeel uit.
Jesaja 30 gaat over de wederkomst van Christus en
het einde van het hoofdstuk gaat over de
vernietiging van de antichrist. Jes.30:30 U kunt dit
vergelijken met 2 Tes.2:8. Vers 30-33 Zijn
heerlijke stem…waar komt uw stem vandaan?
Door de adem. Vers 33 Tofeth is de plaats van
oordeel, in het Nieuwe Testament Gehenna
genoemd. Mensen hebben Gehenna vertaald als
hel, evenals hades. Maar het is niet hetzelfde,
iemand zegt niet als hij boos is: loop naar de
hades… Hades is de plaats waar de verdoemden,
verlorenen zijn voordat zij in de poel des vuurs
terecht komen.
Gehenna: Marc.9 vanaf vers 42 komt overeen met
Tofeth, de vuilnishoop buiten de stad, waar de
schacht van uitkomt in de hel. In het 1000j rijk
kunnen ze er heenlopen, en erin kijken(naar
beneden). Waar ze in kijken is, is een soort schacht
(zoals een mijnschacht) die naar beneden gaat, en
deze wordt in het OT Tofeth genoemd en in het NT
is het Griekse woord Gehenna. Het is een
verwijzing naar de plaats waar ze naar beneden
kunnen kijken in de hel en waar mensen in de hel
gegooid worden in het 1000j rijk. Hij wordt
geopend met de wederkomst van Christus, in
Jes.30:33! De adem des HEEREN zal hem
aansteken als een zwavelstroom…
Wat gebeurt er als Christus terugkomt? Hij zet die
grond in vlammen en als u Jes. 34:8-10 leest ziet
dat het rechtstreeks de hel in brand, en dan krijg je
die schacht, en als Christus terugkomt wordt hij
geopend en u zult in staat zijn om erin te kijken.
Hoe zal dat gebeuren? Door dat zwaard dat uit Zijn
mond komt. Met die vurige stroom van oordeel die
uit Zijn mond komt, dat doet zijn werk en als dat
uit Zijn mond komt is het een tweesnijdend zwaard.
De reden waarom het een tweesnijdend zwaard is
vinden we in:
2 Korinthe 2:15,16,17. “Want wij zijn Gode een
goede reuk van Christus, in degenen, die zalig
worden, en in degenen, die verloren gaan;”
“Dezen wel een reuk des doods ten dode; maar
genen een reuk des levens ten leven. En wie is
tot deze dingen bekwaam?” “Want wij dragen
niet, gelijk velen, het Woord Gods te koop, maar
als uit oprechtheid, maar als uit God, in de
tegenwoordigheid Gods, spreken wij het in
Christus.”
De context is vers 17: u predikt het Woord van
God, en het is een tweesnijdend zwaard, het snijdt
aan de éne kant en het is dood, en hetzelfde zwaard,
dezelfde boodschap, dezelfde woorden snijdt aan
de andere kant en geeft leven. Wat maakt het
verschil? Als er een boos en ongelovig hart is het
een reuk des doods ten dode. Als er geloof is,
gemengd met geloof, is het een reuk des levens ten
leven. Er is een oud gezegde: Dezelfde zon die de
klei hard maakt, doet het ijs smelten. Het zit hem
niet in de zon, maar waar hij op schijnt, wat de
natuur is van het antwoord van hetgeen het
ontvangt. En als u met het Woord van God uitgaat,
en u predikt het, kijk, dan doet het Woord zijn
werk.
Als u Gods Woord kent, en de menselijke natuur en
de tegenstand tegen het kruis dan begint u zich
zorgen te maken over wat u zegt. Weet u hoe het
bij mij is? Als ik grote hoeveelheden mensen zie en
iedereen vindt het mooi wat ik zeg begin ik te
denken: Vertel ik ze werkelijk wat ik ze moet
vertellen? Dan ga ik even goed nadenken of ik ze
de waarheid vertel. U weet hoe het gaat, u kunt niet
vaststellen wat het antwoord zal zijn, maar dat is
uw probleem niet. Uw probleem is: weet zeker dat
ik ze de waarheid vertel!
Wees geduldig, ga uit en predik met de houding
van het leven van Christus dat zich door u heen
manifesteert. Sprekende de waarheid in liefde. En
als het Woord uitgaat en een hart raakt dat
waarheid wil geeft het leven. En als het een hart
tegenkomt dat geen waarheid wil is het een reuk
des doods ten dode. Dat is het tweesnijdend
zwaard.
Wat doet het in Hebr.4? Het Woord van God gaat
uit tot Israël en het doodt sommige van deze
mensen omdat ze een boos en ongelovig hart in
zich hebben. Er zijn sommige van deze mensen die
krijgen leven en het krachtige mechanisme
waarmee God ze de grote verdrukking door helpt.
Ga met mij mee naar Hebr.8:7-13. Het probleem
met het eerste verbond was niet het verbond, maar
de mensen. De mensen aan wie Hij het gaf konden
het niet houden. Wat doet Hij? Hij gaat het Woord
van God nemen, en onuitwisbaar, bovennatuurlijk
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 49
prent Hij het in hun harten en zielen. Als zij het
koninkrijk binnengaan, zal het héle Israël het
Woord van God geschreven hebben in hun harten.
Heel Israël dat het Koninkrijk ingaat is bekeerd, zij
kennen Hem. En er is een bovennatuurlijke
bekrachtiging die God aan het volk Israël geeft.
Maar de manier waarop Hij het geeft is door Zijn
Woord te nemen en het in hun harten te schrijven.
En in elke tijd is het het Woord van God dat Hij
gebruikt als de krachtbron voor het leven van de
gelovige. En zoals dat waar is voor het volk Israël
is dat ook zo voor u en mij, ga met mij mee naar:
1 Tes.2:13 “Daarom danken wij ook God
zonder ophouden, dat, als gij het Woord der
prediking van God van ons ontvangen hebt, gij
dat aangenomen hebt, niet als der mensen
woord, maar (gelijk het waarlijk is) als Gods
Woord, dat ook werkt in u, die gelooft.”
Het woord der prediking Gods van ons ontvangen
hebt: dat is het rechtgesneden woord dat zij van
Paulus hoorden. Ze begrepen dat hem een nieuwe
openbaring was gegeven door de Heere….dat ook
werkt in u die gelooft! Het woord werkt daar is
dezelfde vertaling van het woord kracht uit
Hebr.4:12, het werkt in u, de krachtbron in uw
leven als gelovige als u het gelooft.
Dat is precies hetzelfde als wat hij de Hebreeën
daar verteld. Het woord van God voor hen gebruikt
de Geest van God om ze te laten wandelen in Zijn
inzettingen en Zijn rechten en om te volharden tot
het einde. In Kol.1:9-11 vinden we dezelfde bron
van uw kracht. Waar vindt u de kennis van Zijn
wil? In Zijn Woord! Hij wil dat we ermee vervuld
worden, waarom? :10 opdat… :11, en Efeze 3:16.
De plaats van uw bekrachtiging is in uw innerlijke
mens, in uw ziel. De bedoeling en de maat van uw
bekrachtiging is overeenkomstig de sterkte Zijner
heerlijkheid. Het doel van de bekrachtiging is:
lijdzaamheid, lankmoedigheid met blijdschap. En
dat is zo verschillend met wat het religieuze
systeem predikt en verschillend van het tekenen en
wonderenprogramma dat mensen prediken,
verschillend wat religie en het vlees en wat u en ik
eerst gehoord hebben. De bekrachtiging is niet in
ons vlees of onze uitwendige mens, maar in de
inwendige mens. En het doel van de bekrachtiging
is niet om me te bevrijden van omstandigheden of
van pijn of moeilijkheden, van hoofdpijnen,
kiespijnen, en hartpijnen en armoede en de rest. Het
doel is om mij te bekrachtigen tot alle
lankmoedigheid en lijdzaamheid. Niet door
machtige tekenen en wonderen, maar door
lankmoedigheid, het tegen-overgestelde van
bevrijding.
De vrucht van de Geest vandaag is niet het
bevrijdingsprogramma, dat was Israël’s
programma, en ik weet dat er mensen zijn die de
Bijbel nemen en dat doen, maar als zij het Woord
niet recht snijden maken ze het Woord van God een
leugen. En het werkt tot hun eigen ondergang, ze
verdraaien het tot hun eigen ondergang.
Als u het tweesnijdend zwaard aan het verkeerde
vastpakt, weet u wat er gebeurd? Het is als een mes
in uw handen, het snijdt uw hand af. Maar als u het
aan het goede eind vastpakt en het juist gebruikt
kan het een grote bron van verdediging zijn en
kracht en u bekwaam maken. Als Paulus spreekt
over gesterkt worden in uw innerlijke mens, door
de Geest, door Zijn Woord is het resultaat
lankmoedigheid, lijdzaamheid, blijdschap,
stabiliteit en het vermogen om te volharden,
geduldig, vrede hebben in wat de omstandigheden
ook mogen zijn. Om door te gaan en door te gaan
met blijdschap. Geen gemopper en bitterheid en
boosheid, maar blijdschap. De vreugde des Heeren
is uw sterkte. U verheugen in de Heere en begrijpen
dat al die dingen om u heen slechts tijdelijk zijn,
wij leunen op de onzichtbare dingen, en die zijn
eeuwig.
Als u dat vers in Hebr.4:12 leest is dit wat de
schrijver doet: hij spreekt over de autoriteit van
Gods Woord in het leven van een gelovige.
Nehemia 9:5 “En de Levieten, Jesua, en
Kadmiel, Bani, Hasabneja; Serebja, Hodia,
Sebanja, Petahja, zeiden: Staat op, looft den
HEERE, uw God, van eeuwigheid tot in
eeuwigheid; en men love den Naam Uwer
heerlijkheid, die verhoogd is boven allen lof en
prijs!”
God heeft Zijn Naam verheven boven alle lof en
alle prijs, als iemand iets goeds zegt over iemand
anders, God neemt Zijn Naam en zet die daar
boven. Zijn Naam is boven alle naam Fil.2. Zijn
Naam is verhoogd, Zijn heerlijkheid is boven alles.
Behalve één ding:
Ps.138:2 “Ik zal mij nederbuigen naar het paleis
Uwer heiligheid, en ik zal Uw Naam loven, om
Uw goedertierenheid en om Uw waarheid; want
Gij hebt vanwege Uw gansen Naam Uw woord
groot gemaakt.”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 50
KJV eng: for Thou hast magnified Thy Word above
all Thy name… St.Vert.: want Gij hebt vanwege
Uw gansen Naam Uw Woord groot gemaakt. God
neemt Zijn Naam en plaatst Die boven alles,
Ex.33,34 beschrijft Gods glorie. Een naam is hoe u
iemand beschrijft en identificeert. En als u alles
neemt wie en wat God is, en u zet het uiteen, de
Bijbel doet het in een schitterend licht, en het licht
breekt uiteen in een spectrum van de regenboog.
Het is Zijn glorie. En daarboven zet Hij Zijn
Woord. Zo belangrijk is dat Boek.
Romeinen 9:17 “Want de Schrift zegt tot Farao:
Tot ditzelve heb Ik u verwekt, opdat Ik in u
Mijn kracht bewijzen zou, en opdat Mijn Naam
verkondigd worde op de ganse aarde.”
Dit vers is een aanhaling uit Exodus 9:17. In vers
16 is Degene Die hier spreekt de HEERE.
Rom.9:17 zegt: want de Schrift zegt tot Farao…
Mozes zei: de HEERE zei… Paulus zegt: de
Schrift zegt….! Weet u wat dat betekend? Dat
betekend dat als de Schrift het zegt God het zegt!
Ziet u? Dat betekend dat als de Schrift spreekt de
Almachtige God spreekt. Dan hebben we het niet
over de inkt en het papier, maar de woorden op de
bladzijde. We hebben het over de woorden op het
papier van de Bijbel, dat is de autoriteit die God
aan Zijn Woord geeft. Als God spreekt, spreekt Hij
door Zijn Woord. En God neemt Zijn Woord en
maakt het gelijk aan Zichzelf.
Galaten 3:8 “En de Schrift, te voren ziende, dat
God de heidenen uit het geloof zou
rechtvaardigen, heeft te voren aan Abraham het
Evangelie verkondigd, zeggende: In u zullen al
de volken gezegend worden.”
Een andere illustratie. Over de schuingedrukte
woorden in de Bijbel: als er in het OT
schuingedrukt staat geschreven en in de verwijzing
naar het NT niet, weet u wat dat betekend? Dat als
God de Heilige Geest dat vers schreef in Romeinen
Hij de schuingedrukte woorden in Exodus
overschreef naar daar. Sommige mensen zeggen:
lees die tekst en laat de schuingedrukte woorden
eruit, dat kunt u beter niet doen. Dat is iemand die
zijn ego en zijn mentaliteit en wat hij denkt plaatst
boven wat God deed. Gal.3:8 en de Schrift,
tevoren ziende… Hoe kan de Schrift iets voorzien?
Wie voorziet de toekomst? God. Hij neemt een
eigenschap, die aan God toebehoort en past het toe
op Gods Woord, dat God neerschreef. De Schrift,
de Heilige Schrift, dat is de houding die Paulus had
ten opzichte van Gods Woord en Zijn autoriteit.
We gaan terug naar Hebr.4:12 En gaat door tot de
verdeling der ziel… Dat Boek leest u, en u leest het
Boek. Als u het Woord van God leest is het
probleem niet of het begrijpt, maar het begrijpt u!
En als u het leest, leest het u. Er is geen ander Boek
in het hele universum als dat Boek. Want als het
leest verdeelt, de gedachten, wat u denkt en wat uw
motieven zijn.
Hebr.4:13 “En er is geen schepsel onzichtbaar
voor Hem; maar alle dingen zijn naakt en
geopend voor de ogen Desgenen, met Welken wij
te doen hebben.”
Maar alle dingen zijn naakt en geopend voor de
ogen Desgenen, met Welken wij te doen hebben. U
ziet hoe dat vers veranderd van het Woord van
God, naar God. Vers 13 gaat over wat God doet,
maar hij spreekt over het Woord van God, de reden
waarom het Woord van God dat kan is omdat het
het Woord van God is. Het is het Woord van God
dat het doet, het tweesnijdend zwaard.
Dat Boek legt open wat er in u is. Opent uw ziel,
geest.
Als u uitgaat en het Woord van God predikt en het
Woord deelt met mensen vindt er een geestelijke
transactie plaats in hun levens. Een zuster in de
gemeente belde me deze week, ze sprak met een
man op haar werk, een atheïst. Ik weet niet wat ik
tegen hem moet zeggen, hij zegt zo en zo, wat is
het antwoord? Wel, neem Rom.6:23 en zeg dat
maar steeds tegen hem. Zijn probleem is niet de
intellectuele capaciteit om in een God te geloven,
weet u wat het probleem is? Hij gebruikt zijn
intellectuele gymnastiek om het punt te omzeilen
dat hij een zondaar is en dat hij weet dat hij God in
het oordeel zal ontmoeten…de dwaas zegt in zijn
hart er is geen God, waarom? Om van de
verantwoordelijkheid af te zijn.
Dus wat moet u doen? U neemt de waarheid en
blijf hem er mee prikken, wees vriendelijk,
liefdevol, trouw Jer.48:10, vervloekt zij die het
werk des Heren bedrieglijk doet. Nu spreek ik
geestelijk, daar doet u het werk mee. Als u uitgaat
om het werk van de bediening te doen, neem dat
Boek. En mensen kunnen naar u kijken en denken
dat goed bent, vriendelijk enz. En u moet dat zijn,
want de Geest produceert dat in uw leven. Gebruik
de gelegenheid om de waarheid met de mensen te
delen. En als u dat doet moet u zich herinneren dat
het geestelijke chirurgie is. Het verdeelt de ziel en
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 51
de geest. Dat is wat dat Boek doet. En als het dat
doet legt u de gedachten en de intenties van de
harten open.
Het Woord van God is het instrument waar u dat
mee doet. U kunt het niet verbinden en verbergen,
maar u moet het behandelen. Het probleem met al
deze dingen is in onze dagen is:
2Kor.2:17 “Want wij dragen niet, gelijk velen,
het Woord Gods te koop, maar als uit
oprechtheid, maar als uit God, in de tegen-
woordigheid Gods, spreken wij het in
Christus.”
Velen is veel! Voor zij het gebruiken maken ze er
wat anders van: een soort spatel, de scherpe kanten
zijn eraf, ze maken de punt rond zodat het niet meer
snijdt. Ze gaan er corrupt mee om en het werkt niet
meer. Als u niet over uw Bijbel kunt zeggen wat
God van Zijn Woord zegt, wat voor taal u ook
leest, dan is uw Bijbel niet OK. Omdat God zegt
dat Zijn Woord waar is en recht. Daarom is de
Statenvertaling het Woord van God.
Ik preek en leer steeds dat de Staten Vertaling
zonder fouten of corruptie is. God heeft Zijn Woord
bewaard door de geschiedenis heen en wij hebben
het en u kunt het Woord van God in uw taal nemen
en uitgaan en het werk doen met dat tweesnijdend
zwaard. Dat is niet waar wat betreft de nieuwe
vertalingen. Als u uw traditie stelt boven het Boek
dan heeft u niets waardevols. Daarom houden
mensen niet van het Boek. Als u het zwaard aan de
verkeerde kant blijft aanpakken, snijdt het. Dan
komt iemand langs en zegt: laten we de scherpe
kanten ervan af slijpen, zo, nu snijdt het niet meer!
Bv: Marc.16:16 het snijdt me, dat kan ik niet doen,
dat kan ik niet! Dan komt de ander even slijpen…,
en de nieuwste vertaling heeft dat vers niet meer.
Het antwoord is: niet het Woord van God corrupt
maken. Leer hoe hij het moet gebruiken. Dan
krijgen we te maken met rechtsnijden.
Hebreeën 4:12
We kijken opnieuw naar Hebr.4:12. De laatste keer
hebben we dit vers ook bestudeert, we zagen het
vers in de context. In Hebr.4:14 zien we een
belangrijk punt waar hij mee gaat beginnen: het
punt van de Hogepriester, en vanaf Hebr.4:14 tot
hoofdstuk 7 zien we het hart van het boek
Hebreeën: de Hogepriester, de Heere Jezus
Christus. Let op de woorden:
Hebr.4:14 “Dewijl wij dan een groten
Hogepriester hebben, Die door de hemelen
doorgegaan is, namelijk Jezus, den Zoon van
God, zo laat ons deze belijdenis vasthouden.”
Dewijl wij dan…een groten Hogepriester hebben…
Dat verwijst terug naar vers 12 en 13, want hij heeft
u net vertelt dat de hele wereld, iedereen geopend is
voor de ogen Desgenen met Welken wij te doen
hebben. En Desgenen met Welken wij te doen
hebben is Jezus de Zoon van God, maar er is hier
een contrast tussen het geschreven Woord van God
en het Levende Woord van God en hij verklaard de
dingen over het geschreven Woord van God zodat
hij dan de dingen over het Levende Woord kan
staven.
Maar het is belangrijk om hier te stoppen en
eenzelfde waardering te hebben voor het Woord
van God dat Paulus ervoor heeft en dat het Woord
voor Zichzelf heeft en die in dit gedeelte de
heiligen in de verdrukking ervoor hebben.Hij zegt
in 4:12 dat het Woord van God levend is, levend in
de zin van dat het dood was en weer opgewekt, iets
wat dood was weer levend maken.
Het Woord van God is levend, levengevend, dus
het is levend en het geeft leven (Joh.6:63). Het
Woord van God is de Bron van leven, krachtig,
actief en energiek, het werkt, scherper dan enig
tweesnijdend zwaard, daar hebben we het de vorige
keer over gehad. Het tweesnijdend zwaard geeft
leven aan de gelovigen en dood aan de doden,
degenen die niet geloven. Dat is een belangrijk punt
in Hebr.4, want in hoofdstuk 3 en 4 gaat het om:
gelooft u of gelooft u niet? En heb niet het boze
ongelovige hart, maar meng het woord met geloof,
zodat ze kunnen verdragen tot het einde.
Dan is er een gedeelte in het vers dat snel
overgeslagen wordt: het middelste gedeelte: ...en
der samenvoegselen en des mergs….ik heb
gekeken, maar de meeste commentaren doen dat
ook (overslaan) meestal zegt men: de verdeling van
de innerlijke mens (ziel en geest) en de uiterlijke
mens (samenvoegselen en merg). Maar er is nog
iets anders behalve dat.
Als het gaat over: verdeling der ziel en des geestes
is dat een bekend oudtestamentische zin over het
snijden van de offers en iets opensnijden, in
stukken, u neemt het dier en u snijdt hem open, en
ziet wat erin is, en het Woord is een tweesnijdend
zwaard hier en het legt dingen open zodat ze gezien
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 52
kunnen worden, het opent de ziel en de geest, het
verdeelt, maakt er onderscheid tussen.
Psychologie kan dat niet. Als u psychologie
studeert, het woord zegt het al: psyche=ziel, de
studie van de ziel, maar de menselijke psychologie
kan geen onderscheid maken tussen de geest en de
ziel. Zij kunnen onderscheid maken tussen de ziel
en de lichamelijke aspecten van de mens daar is
ook verschil in.
De laatste jaren wordt er veel over geestelijk leven
(spiritualiteit) gesproken, de geestelijke kant van
het leven, dan gaat het niet over christendom of het
woord van God en de Heere Jezus Christus, maar
waar ze het over hebben is meestal een soort
oosters hindoeïsme, mystiek. Ze erkennen dat er
meer is dan alleen het vlees. En als iemand nadenkt
weet hij dat er meer is dan alleen dit lichaam. U
leeft ín dit lichaam. Ik herinner me mijn vader toen
hij 70 jaar oud was, hij was ziek en erg beperkt
door zijn ziekte, hij kon niet ver lopen en hij zei
tegen mij: ik heb een 20 jaar oude ziel in een 70
jaar oud lichaam. Hoe ouder ik word, hoe meer ik
begrijp wat hij daar mee bedoelde. Soms is het ook
wel eens andersom: soms kan uw lichaam dingen
doen en uw ziel heeft de ‘benzine’ om het waar te
maken. Maar de Bijbel kan scheiding maken tussen
de geest en de ziel en tussen de ziel en het lichaam.
1 Tes.5:23 “En de God des vredes Zelf heilige u
geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en
ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in
de toekomst van onzen Heere Jezus Christus.”
Het is belangrijk om de drie delen van onze natuur
te begrijpen. Als u als een lid van het lichaam van
Christus wilt functioneren in deze bedeling van
genade moet u uzelf begrijpen. Hoe u werkt, niet
zoals Plato: ken uzelf, maar wie u bent, hoe u bent
gemaakt, waarom u doet wat u doet en hoe het
komt dat u dat doet. Wat er gebeurt als Gods
Woord komt en dingen veranderd en de gevolgen
daarvan en u kunt dat begrijpen vanuit Gods Woord
er is geen andere plaats waar u dat uit kunt vinden.
Het grootste handboek over het menselijke gedrag
en menselijke psychologie ooit gemaakt is dat Boek
in uw hand.
Iedereen houdt van psychologie, u weet hoe
populair Jim Dobson is enz. Niets anders dan
humanistische, seculiere psychologie overtrokken
met wat christelijke saus. Maar het woord van God
geeft antwoorden:1 Tes.5:23, het lijkt of dat vers
niet goed klinkt…want altijd als iemand spreekt
over de drie delen van de mens spreken ze over:
lichaam, ziel en geest. Maar dit vers zegt: geest,
ziel en lichaam! Weet u waarom men zegt:
lichaam,ziel en geest? Kijk in:
Jacobus 3:15 “Deze is de wijsheid niet, die van
oven afkomt, maar is aards, natuurlijk,
duivels.”
De wijsheid die niet van boven komt is aards,
natuurlijk, duivels. Weet u wat de volgorde van het
vlees, en het religieuze systeem, en van de satan is?
Lichaam, ziel, geest. Want de duivel en de wereld
werken eerst door uw lichaam om in uw ziel te
komen. God werkt andersom. God woont in uw
geest en door Zijn Woord naar uw ziel en dan
werkt dat uit naar buiten. Consequent spreekt men
over lichaam, ziel en geest. Dat is ons probleem,
zorgen over hoe wij ons voelen, hoe voelt u zich?
Nu, uw geest is binnen in u, een geest in uw
lichaam:
1 Kor.2:11 “Want wie van de mensen weet,
hetgeen des mensen is, dan de geest des mensen,
die in hem is? Alzo weet ook niemand, hetgeen
Gods is, dan de Geest Gods.”
Johannes zegt: God is een Geest. Als u wilt
communiceren met God, kan dat niet met uw
lichaam, maar met uw geest. Het deel van u dat
verbinding kan maken met God is uw geest.
Iemand zegt: ik voel Gods tegenwoordigheid…
Hoe voelt u Gods aanwezigheid? Ik kan de lucht
ook niet voelen? Hoe kunt een Geest voelen? U
voelt geen Geest. U voelt lichamelijke dingen. In
Rom.1:9 zegt Paulus God, Welken ik dien in mijn
geest. Dat is het deel waarmee u contact met God
kunt hebben, daarom heeft u een geest. Uw ziel is
ook in u. Ga met mij mee naar:
Job 14:22 “Maar zijn vlees, nog aan hem zijnde,
heeft smart; en zijn ziel, in hem zijnde, heeft
rouw.”
We gaan zo weer terug naar Hebreeën, maar u moet
deze stof begrijpen voor u kunt begrijpen wat er
aan de hand is in Hebreeën. Let op dat uw ziel
binnen in u is, uw lichaam heeft pijn omdat uw ziel
verdriet heeft, dat zijn de emoties binnen in de
mens.
Mat.10:28 “En vreest u niet voor degenen, die
het lichaam doden, en de ziel niet kunnen
doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide
ziel en lichaam kan verderven in de hel.”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 53
Er is een leer die leert dat uw ziel ontstaan is door
de eenheid van uw geest en uw lichaam. In de
Bijbel is de geest één persoonlijkheid, uw ziel, en
uw lichaam zijn één persoonlijkheid. Mat.10:28 als
uw geest en lichaam samengaan en zo uw ziel
produceren en als u de geest en het lichaam scheidt
en uw lichaam sterft, wat gebeurt er met uw ziel?
Dat klopt niet!
Dit vers zegt: Vrees niet voor degene die uw
lichaam doodt en niet uw ziel… Wel als uw ziel
alleen het resultaat is van uw geest en uw lichaam
en uw lichaam sterft en de geest gaat terug naar
God, wat gebeurt er dan met uw ziel?! Hier is
iemand die uw lichaam kan doden maar niet uw
ziel. Hier ziet u dat de ziel een aparte identiteit is
van de geest en het lichaam. Het is de plaats waar u
denkt, het deel van u dat u bent.
In Hebreeën verwijst hij naar het lichaam op een
bijzondere manier, hij zegt niet ziel, geest en
lichaam of uw vlees, maar hij zegt: hij kan
scheiding maken tussen uw ziel en uw geest. Dat is
het geestelijke deel van de mens en het is moeilijk
om daar onderscheid tussen te maken. Mensen
kijken naar u, maar de Schrift kan het. Maar er zit
meer in dit vers.
En het kan ook scheiding maken tussen de
samenvoegselen en het merg. Uw lichaam is de
drager van uw geest en uw ziel hier op aarde.
Genesis 35:18 de ziel verlaat het lichaam. Jacobus
2:26 de geest verlaat het lichaam. Dus dood is de
scheiding, de geest, ziel en het lichaam worden
gescheiden, dan bent u geen complete persoon
meer. Daarom, als u sterft is er de fase van 2
Kor.5:2,3 van naakt zijn, uw ziel heeft geen huis,
het opstandingslichaam, een incomplete staat. Om
compleet te zijn heeft u het opstandingslichaam
nodig.
Dus als persoon heeft u een geest,ziel, en lichaam
nodig. Hebr.4:12 samenvoegselen: dat is de
structuur van uw gebeente, dat wat vorm en
ondersteuning geeft en speciaal de beweging van
uw lichaam. Merg: zit in de beenderen, daar komt
uw leven vandaan, want daar wordt uw bloed
gemaakt. Ik ken iemand die kanker heeft van de
plasmacellen, de cellen die plasma maken in uw
beenmerg. Dus als hij spreekt over het merg gaat
het over de bron van leven, het bloed. Hij kan dus
ook scheiding maken tussen de samenvoegselen en
het merg in uw lichaam, waarom beschrijft hij het
op deze manier? We gaan naar:
Leviticus 5:1,2 “Als nu een mens zal gezondigd
hebben, dat hij gehoord heeft een stem des
vloeks, waarvan hij getuige is, hetzij dat hij het
gezien of geweten heeft; indien hij het niet te
kennen geeft, zo zal hij zijn ongerechtigheid
dragen.” “Of wanneer een mens enig onrein
ding zal aangeroerd hebben, hetzij het dode aas
van een wild onrein gedierte, of het dode aas van
onrein vee, of het dode aas van onrein kruipend
gedierte; al is het voor hem verborgen geweest,
nochtans is hij onrein en schuldig.”
U moet begrijpen dat in het Oude Testament
voordat het Nieuwe verbond er was, vanaf Adam
tot Hand.2, in uw Bijbel de geest en de ziel van de
mens werd gezien als één. Ze werden samen
gezien, in feite zag u niet veel verschil tussen deze
dingen, u zag ook niet zoveel verschil tussen uw
ziel en uw lichaam. Als u kijkt naar de Oud
Testamentische schriften en onder het Oude
verbond was het alsof uw ziel en uw vlees één
waren.
B.v. Lev.5:1,2(KJV eng.: and if a soul sin…)
St.Vert: als nu een mens gezondigd zal hebben… U
ziet hier dat een ziel zondigt. Horen, aanraken, dat
doet uw lichaam, maar het is beschreven of uw ziel
het deed. Ze worden als één bezien, er is geen
onderscheid.
Lev.22:6 “De mens, die dat aangeroerd zal
hebben, zal onrein zijn tot aan den avond, en hij
zal van die heilige dingen niet eten, maar zal zijn
vlees met water baden.”
(eng. soul), de ziel raakt aan, het lichaam moet
gewassen worden. Wat is er dan vuil? Zijn ziel of
zijn vlees? Zijn vlees raakte het aan. U ziet u kunt
het lezen dan denken wat is wat… In Ezechiel
18:20 staat: de ziel die zondigt zal sterven. Zo zijn
er nog veel verzen, maar deze lees ik met u. Dus
eertijds was er geen duidelijk onderscheid. Maar als
u komt naar het Nieuwe Verbond, zoals wij in het
boek Hebreeën en in de verlossing die voorzien is
voor Israël.
In het Nieuwe Verbond, toegepast op het volk
Israël, zien we de geest ziel en lichaam apart
behandeld. Het eerste ding dat het Woord van God
doet is scheiding maken tussen de geest en de ziel.
Voor die tijd werd er naar de ziel en de geest
gekeken als de innerlijke mens. Nu is er
onderscheid. Voor die tijd werd de ziel
geassocieerd met het lichaam. Nu is er onderscheid.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 54
Joh.3:5 “Jezus antwoordde: Voorwaar,
voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren
wordt uit water en Geest, hij kan in het
Koninkrijk Gods niet ingaan.”
De eerste geboorte was uit water, de fysieke
geboorte. De tweede geboorte is uit geest, die
Nicodemus nodig had. Die uit het vlees geboren is
kan het Koninkrijk niet ingaan, die uit de geest
geboren is is geest. Hier is ook een onderscheid.
Onder het Nieuwe Verbond is een nieuwe geboorte
nodig, maar niet alleen uw geest moet geboren
worden, Israëls geest, maar ook hun ziel, moet
besneden worden:
Deut.30:6 “En de HEERE, uw God, zal uw hart
besnijden, en het hart van uw zaad, om den
HEERE, uw God, lief te hebben met uw ganse
hart en met uw ganse ziel, opdat gij levet.”
Ik geloof dat uw hart een functie is van uw ziel, de
mentale functie van uw ziel, één daarvan is uw
geweten, en een ander uw wil, het denkende deel
van uw hart, het deel waar de beslissingen worden
genomen. Als hij zegt: de Heere zal uw hart
besnijden heeft hij het over de ziel en het losmaken
van het lichaam en het werkt onafhankelijk op
zichzelf. In het nieuwe verbond is de ziel
wedergeboren en vrijgezet. En er wordt met elk
deel apart gehandeld. In het Nieuwe verbond is de
geest wedergeboren. Hoe wordt de geest
wedergeborn? Door het Woord van God.
Jac.1:18. “Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard
door het Woord der waarheid, opdat wij
zouden zijn als eerstelingen Zijner schepselen.”
Hoe wordt de ziel besneden en vrijgezet? Door het
tweesnijdend zwaard, het snijdt het vlees weg.
We gaan terug naar Hebr.4:12. Het Woord van God
in het Nieuwe Verbond is de bron van geestelijk
leven voor het volk Israël. Het is de bron voor hun
wedergeboren geest. Het is de bron voor hun
besneden ziel, hart. Maar het is ook de bron voor
hun lichamelijke opstanding, want het maakt ook
scheiding tussen de samenvoegselen en het merg.
Het maakt ook scheiding in hun fysieke lichaam
tussen wat opgewekt zal worden en wat niet.
1Kor.15:49 “En gelijkerwijs wij het beeld des
aardsen gedragen hebben, alzo zullen wij ook
het beeld des Hemelsen dragen.”
U bent geboren in Adams beeld en u wordt
opgewekt in het beeld van de Heere Jezus Christus.
Met een opgewekt lichaam zoals van Hem. De
beste dag die u ooit zult hebben zal die dag zijn! U
heeft er nog nooit zo goed uitgezien, ik kijk er naar
uit. Nu proberen wij er ‘s morgens wat van te
maken en u probeert er zo goed mogelijk uit te
zien. Maar díe dag ziet u er het beste uit, want u
zult Zijn beeld dragen.
1Kor.15:50 “Doch dit zeg ik, broeders, dat vlees
en bloed het Koninkrijk Gods niet beerven
kunnen, en de verderfelijkheid beerft de
onverderfelijkheid niet.”
De verderfelijkheid komt van uw bloed, vlees en
bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven.
Luk.24:39 “Ziet Mijn handen en Mijn voeten;
want Ik ben het Zelf; tast Mij aan, en ziet; want
een geest heeft geen vlees en benen, gelijk gij
ziet, dat Ik heb.”
Toen Jezus Christus uit de dood was opgewekt,
toen Hij stierf, stierf Hij in vlees en bloed, maar
toen Hij was opgewekt, wat gebeurde er met Zijn
bloed? Hij had Zijn bloed vergoten, Zijn bloed
werd in de derde hemel gebracht en geofferd voor
de troon van genade voor God. En het heeft het
hele universum doordrongen. Hij verloste het
universum met Zijn bloed. Maar toen Hij was
opgewekt, vlees en bloed kunnen het Koninkrijk
niet beërven, dus toen Hij kwam staat er
beschreven: dat Hij vlees en benen had. Dat is
interessant, alsof er geen bloed meer in Hem was.
In ieder geval niet het soort bloed dat Hij eerst had.
Hij had misschien wat Adam had voor de zondeval.
Joh.3:3 “Jezus antwoordde en zeide tot hem:
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat
iemand wederom geboren worde, hij kan het
Koninkrijk Gods niet zien.”
Let op de wedergeboorte en het
opstandingslichaam dat Israël moest hebben om in
het Koninkrijk te kunnen komen. Dit is iets uit
Johannes 3 waar u nooit iemand over hoort
spreken. Mensen praten over wedergeboorte, bent u
wedergeboren? Wij moeten wedergeboren
worden…, en niemand spreekt nooit echt waar
Johannes 3 het echt over heeft! Vers 3 het
Kon.Gods niet zien…, Vers 5 het Kon.Gods niet
ingaan…
Is er verschil tussen het Kon.Gods zien en ingaan?
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 55
Als u op straat loopt en u kijkt naar een gebouw,
ziet u dat gebouw? Ja. Bevat, waardeert u het
gebouw? Ja. Als u er naar toe loopt en de deur is op
slot, kunt u het binnengaan? Is dat verschillend?
Als u binnengaat ziet u het? Zeker doet u dat. Als u
het ziet betekend dat dat u het binnengaat? Nee. Er
is een verschil. Ik weet niet of iemand dat
opgemerkt heeft maar er is een verschil. Tussen
zien en binnengaan. U kunt het zien en niet
binnengaan, en u kunt binnengaan als u het ziet.
Dat zijn twee dingen.
Joh.3:3 is een verwijzing naar de geboorte,
opstanding van iemands dode geest…, tenzij dat
iemand wederom geboren wordt…, tenzij uw geest
geboren wordt uit Gods Geest, Nicodemus, kun je
het Koninkrijk niet zien, begrijpen, bevatten.
Herinnert u zich dat er staat: zalig zijn de reinen
van hart, want zij zullen God zien…(Mat.5:8). Ziet
dat het hier om zien gaat in deze stof. Zien met het
oog, maar ook door begrijpen. Wij zeggen dat ook:
ik zie het… intellectueel, dat u het begrijpt.
Dus de geest moet geboren worden uit God, maar
er is ook een probleem met het vlees, want als deze
man(Nicodemus) het Koninkrijk ingaat, doet hij dat
met een lichaam. En daarom zegt hij in vers 5: door
water en geest…, er moet een fysieke geboorte en
een geestelijke geboorte zijn voor die Israëli.
Lukas 20:35,36 “Maar die waardig zullen
geacht zijn die eeuw te verwerven en de
opstanding uit de doden, zullen noch trouwen,
noch ten huwelijk uitgegeven worden;” “Want
zij kunnen niet meer sterven, want zij zijn den
engelen gelijk; en zij zijn kinderen Gods, dewijl
zij kinderen der opstanding zijn.”
Het binnengaan van het Koninkrijk heeft te maken
met de opstanding van iemands fysieke lichaam.
Hier gaat het exact over wat we hierboven
bestudeert hebben. Maar die waardig geacht zijn
die eeuw te verwerven en de opstanding uit de
doden… Mensen die volharden om de rust van het
Koninkrijk in te gaan. Hebr.4:12 spreekt erover dat
het Woord van God de bron is voor Israëls
geestelijke opstanding en wedergeboorte, voor haar
besnijdenis van het hart, maar ook de bron voor
haar fysieke opstanding.
Het hele punt in Hebr.4 is geloven wat God zegt in
Zijn Woord, gelooft u het, of veracht u het, zoals
Israël nee zei nadat Jozua en Kaleb terugkwamen,
zij hadden een boos en ongelovig hart. Jozua bracht
ze in, en toch gingen ze de rust niet in. De woestijn
is een illustratie in Hebr.3 – Hebr.4 Jozua brengt ze
binnen en toch gaan ze de rust niet in, waarom?
Omdat het woord dat zij hoorden niet gemengd was
met geloof, ze deden niet wat God ze zei om te
doen, door hun ongeloof. Zo is het ook met die
Joden in de grote verdrukking.
Het Woord moet gemengd zijn met geloof, in de
woestijn, het boek van Jozua is een type van de
dingen waarnaar verwezen worden in Jesaja, Hosea
en de profeten, als beelden van wat God met Israël
doet in de grote verdrukking. En het punt is: houdt
dat Woord vast, en dat Woord geeft de
bekwaamheid om door die tijd heen te komen en
zonder dat hebben ze niets. Ze kunnen er beter in
rusten en geloven, omdat het datgene is dat hen de
mogelijkheid geeft om te volharden tot het einde.
En als zij sterven zal het Woord hen opwekken. Ik
heb u verteld dat u dit in een commentaar niet zult
lezen…
Jacobus 1:18 “Naar Zijn wil heeft Hij ons
gebaard door het Woord der waarheid, opdat
wij zouden zijn als eerstelingen Zijner
schepselen.”
De geestelijke opstanding komt door het Woord,
maar de fysieke ook:
Joh.5:28 “Verwondert u daar niet over, want
de ure komt, in dewelke allen, die in de graven
zijn, Zijn stem zullen horen;”
Het Woord van God zal hen roepen en opwekken
en het geeft hen leven.
Hebr.4:14 “Dewijl wij dan een groten
Hogepriester hebben, Die door de hemelen
doorgegaan is, namelijk Jezus, den Zoon van
God, zo laat ons deze belijdenis vasthouden.”
Als we verder gaan naar Hebr.4:14, rusten op wat
God’s Woord gaat doen. Hij vervolgt en zegt: wij
hebben een grote Hogepriester, Jezus, de Zoon van
God. Hij is het Levende Woord, Hij is het levende
Woord. En deze twee zijn verbonden. Dat is een
kleine excursie vanuit de context, maar ik wil dat u
begrijpt dat het Woord van God de besnijdenis voor
de ziel produceert, de wedergeboorte van de geest
en de opstanding voor hun lichaam. Zodat vlees en
bloed het Koninkrijk Gods kunnen beërven, zodat
ze het binnen kunnen gaan en scheiding maken
tussen de samenvoegselen en het merg en van het
bloed afkomen. Het Woord van God is een krachtig
iets. Vraag: Wedergeboorte, heeft dit ook op ons
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 56
betrekking? Het woord wedergeboorte is technisch,
leerstellig, schriftuurlijk niet voor ons, u en ik zijn
niet wedergeboren. Om wedergeboren te worden,
moet God ons ook de eerste geboorte geven, en dat
deed Hij niet. Hij gaf Israël de eerste geboorte. Hij
verkreeg Israël fysiek uit Egypte. Hun fysieke
bestaan komt omdat God hen geboren deed
worden. En zij hadden ook een geestelijke geboorte
nodig. In zekere zin zijn wij wedergeboren, in de
familie van God. U moet geen schriftuurlijke
termen onschriftuurlijk gebruiken. Wij zijn
geestelijk wedergeboren, het Woord van God doet
ons geboren worden (1Kor.4:15). Onze ziel is ook
besneden Kol.2:11. En wij zullen opgewekt worden
in een volmaakt lichaam met de opname. Dus wij
ontvangen dat ook allemaal, maar wij gebruiken
andere verzen om dat te begrijpen.
Hebreeën 4:14
Hebr.4:14-16 Jezus Christus als de grote
Hogepriester. Het punt vanaf hier en verder tot
hoofdstuk 11 gaat over Jezus Christus als de
Hogepriester.
Hebr.4:14 “Dewijl wij dan een groten
Hogepriester hebben, Die door de hemelen
doorgegaan is, namelijk Jezus, den Zoon van
God, zo laat ons deze belijdenis vasthouden.”
Wij hebben een grote Hogepriester…, de schrijver
van het boek Hebreeën spreekt over de Hebreeën.
U moet begrijpen dat toen het boek Hebreeën werd
geschreven het in het Hebreeuws geschreven werd.
Daarom heeft het die naam. En als u erdoor heen
leest zijn: u en wij Hebreeën? Over hen gaat het. En
niet over het lichaam van Christus.
De Hebreeën hebben de Hogepriester. De leden van
het lichaam van Christus hebben geen
Hogepriester. Jezus Christus heeft geen
priesterlijke bediening vandaag. Wij zijn geen
koninkrijk van priesters, wij hebben geen noodzaak
voor een priester, maar Israël wel. Het boek
Hebreeën is geschreven in de Handelingen tijd. Het
is later geschreven dan de val van Israël, Romeinen
is al geschreven, Paulus spreekt al over de val van
Israël, de opzijzetting, de verzoening en de
bedeling van genade is al begonnen. Dit boek is
geschreven gelijk op met de andere Hebreeuwse
brieven, de besnijdenisbrieven, voor het volk Israël
om hen uit te leggen wat de status van Israël is en
de verandering in het programma.
Het boek Hebreeën begint en we zien de
waarschuwingen en het volk en het gemengde volk
en nu begint hij te spreken over de Hogepriester en
de bediening van Christus voor het volk Israël.
Zodat zij kunnen functioneren en begrijpen wat er
gaande is en de motivatie voor Israël om de grote
verdrukking te doorstaan en het Koninkrijk binnen
te gaan en de manier hoe ze genade en hulp kunnen
krijgen te bekwamer tijd, enz. Dus het is belangrijk
om te begrijpen waarom Jezus Christus de
Hogepriester is en wat Hij voor hen doet. Wat
betekend het voor hen om een Hogepriester te
hebben?
Hebr.5:1 U ziet dat God Hem Priester heeft
gemaakt. Hebr.5:6 Gij zijt Priester in der
eeuwigheid naar de ordening van Melchizek.
Hebr.5:10,11 Hij is geen Priester zoals in het Oude
verbond, maar naar de ordening van Melchizedek.
Het punt in het boek Hebreeën is het priesterschap
van Melchizedek, de Hogepriesterlijke positie van
Jezus Christus.Hebr.5:12 Hij legt hen uit waarom
het moeilijk is voor hen om het punt te begrijpen
dat Christus Priester is naar de ordening van
Melchizedek.Hebr.6:20 In het laatste vers van
hoofdstuk 6 komt hij terug op dit punt. Hebr.7
begint hij uit te leggen wie Melchizedek is.
Hebr.8:1,2 hier is de kern en het hart van het boek
Hebreeën, wij hebben zodanigen Hogepriester….
Israël had een aards priesterschap overeenkomstig
het Oude verbond, maar God heeft dat veranderd en
zij kunnen hun zegeningen niet meer krijgen door
het Oude Verbond door hun zondigheid daarom
veranderde God deze situatie. Er is een verandering
in de wet gemaakt Hebr.7:12 één van de manieren
dat Israël weet dat het wetsverbond van Mozes niet
meer in werking is, is dat Jezus Christus een
Hogepriester is niet overeenkomstig het oude
priesterschap maar volgens een nieuwe orde.
Het Oude Verbond is opzij gezet en het Nieuwe is
opgericht. De aardse tabernakel, het aardse heilige
der heilige en alle diensten daar zijn één ding, maar
Christus diende niet daar, zij zijn maar een beeld.
Wij hebben een Hogepriester in de hemel!
Hebr.8:1,2 ...in de ware tabernakel. Betekend het
dan dat de aardse tabernakel vals is, nee, die is een
beeld van de realiteit van de hemel. Het type. En hij
gaat verder met beschrijven van het functioneren
van Christus als een Priester, als de Hogepriester
onder de orde van Melchizedek. U moet begrijpen
in al deze dingen over het priesterschap, en we
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 57
gaan zo naar hoofdstuk 9 om daar over te praten,
maar om te begrijpen wat het priester doet.
Hebr. 9:5 Laten we zien… toen deze dingen
werden verordend ging de priester altijd in de
eerste tabernakel en wat ze deden onder het Oude
Verbond: ze gingen naar binnen naar het heilige,
waar de toonbroden waren en de kandelaar enz.
daar deden ze de dienst van God en ze gingen weer
naar buiten naar de voorhof, offerden de offers enz.
alle priesters deden dat.
Hebr.9:7 maar in de tweede is het heilige der
heilige waar de Hogepriester éénmaal per jaar
kwam. Alle priesters kwamen in de eerste plaats,
maar alleen de Hogepriester kwam in de tweede.
Achter het voorhangsel, daar diende de
Hogepriester.
Hebr.9:11-15 onder het Oude verbond werden de
zonden van de mensen bedekt door het bloed. Maar
nu begrijpen wij dat omdat Rom3:25 het zegt, en de
openbaring aan Paulus legt dat uit, en 9:15 zegt dat
ook, dat toen Jezus Christus stierf, stierf Hij voor
de overtredingen begaan onder het eerst testament,
dus de zonden van het oude testament zijn bedekt
door het bloed van Christus, :16,17 en de mensen in
de aardse periode van Christus op aarde en de
eerste tijd van Handelingen. Maar deze mensen hier
waar we het over hebben, leven :12 voor ons, dat is
de kleine kudde, Petrus en de twaalf. Die mensen
hebben verlossing. Maar in de toekomst als Jezus
Christus terugkomt met de wederkomst brengt Hij
redding voor de mensen dáár.
Hebr.9:26 b.v. Als Jezus Christus dan komt, zal Hij
voleindigen wat Hij begon in het Nieuwe Verbond.
9:28 Hij komt en stelt het Nieuwe Verbond in. Hij
verschijnt zonder zonde. Heeft Hij nu dan wel
zonde? Nee, dat weet u. Het betekend dat als Hij
dan terugkomt is zonde niet hetgeen waar Hij voor
komt. Omdat het zondeprobleem is opgelost. Maar
het is nog niet toegepast op Israël tot zo ver. U
moet wat begrijpen mbt het volk Israël. En we
zagen het in hoofdstuk 3,4,6, het volk Israël, in het
volk zijn individues die gelovig zijn (b.v. de USA,
het hele volk, maar in het volk zijn gelovigen en
ongelovigen).
God deed het volk Israël geboren worden toen zij
uit Egypte kwamen Ex.19. Hij maakt het verbond
met het volk, het verbond van Mozes.
Ex.19:3-5 Hier vestigt Hij het volk voor Zichzelf.
Dit volk dat Hij uit Egypte leidde, vestigde en
waarmee Hij het verbond maakte, zij waren 3
maanden daarvoor verlost, toen ze uit Egypte
kwamen met het Pascha. Het Pascha was de
nationale verlossing van Israël, waren al degenen
van Israël in het Pascha gelovigen? U weet van
niet, er was een gemengde menigte, herinnert u
zich dat? Er was een groep ongelovigen, maar het
hele volk ging uit. Maar er waren gelovigen in het
volk, toen zij bij Sinaï kwamen maakte God het
verbond met het volk. Als we het over Israël
hebben in onze Bijbel, dan hebben we het over het
volk, de individuen die het volk maken in die tijd
waren gelovigen en ongelovigen. Een mix.
Maar het verbond is met het volk. Er zijn daar
verloste verloren mensen, begrijpt u? Het volk is
verlost uit Egypte, door de Rode Zee, bloed aan de
deurpost, verlost door het bloed. Maar persoonlijk
vertrouwt hij God niet, ik geloof het Woord van
God niet, ik ging alleen uit, ik wilde vrij zijn, ik
wilde geen stenen meer maken, ik was moe, toen ze
zeiden we gaan zei ik: ik ga mee…maar in de
woestijn wordt het moeilijk en dan wil ik terug,
deden ze dat? Ze wilden de knoflook en de
komkommers en de uien. Num.11.
Laten we teruggaan naar de vleespotten van
Egypte. Wie deed dat? Die ongelovige individuen.
Waren zij verlost? Ja, hoe? Door het bloed van het
paaslam. Maar individueel waren het geen geredde
mensen. Dat is belangrijk om te begrijpen in Israël.
In Exodus 28 stelt Hij het priesterschap in, en de
priester kan tot God naderen voor de mensen. Hij
doet voorspraak bij God voor het volk Israël, er
was geen priesterschap voordat er een volk was.
Het volk is verlost uit Egypte, een verbond is
gemaakt en dan stelt God het priesterschap in, met
de bedoeling dat het volk zijn status zal handhaven
voor God onder het verbond.
In Ex.28 is Mozes op de berg en krijgt instructies,
hij komt niet naar beneden voor Ex.32. Als u daar
over nadenkt ziet u dat Mozes een type van
Christus is. Hij gaat de berg op om de wet te
ontvangen. Christus gaat weg om het Koninkrijk te
ontvangen. En Hij, hij is weg voor vele dagen 32:1,
toen het volk zag dat Mozes vertoog van de berg…
Jezus Christus ging weg en de gelijkenis in Lukas
(20:9) zegt dat Hij lang weg is.
Als Mozes terugkomt en hij ziet het volk dansen
om het gouden kalf :30 doet Mozes voorspraak
voor het volk…delg mij uit Uw boek. Voor wat,
zodat de verlorenen naar de hel gaan? Nee, Hij
heeft het over het volk, laat het volk niet verdelgt
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 58
worden. Verlossing voor het volk is anders dan de
individuele redding.
In het lichaam van Christus is iedereen die in het
lichaam van Christus is een gered persoon, je kunt
niet in het lichaam van Christus komen voordat je
eerst gered bent. In Israël kun je deel van het volk
zijn en dan als een individu gered moeten worden.
Mat.1:21 Hij zal Zijn volk redden van hun zonden.
Zij zijn al Zijn volk maar zij hebben nog hun
zonden.
Toen Israël in de woestijn was (Num.14), zagen wij
in Hebr.3+4 al dat Num.13,14 de context is van
Hebreeën. In Num.14:19-24 zien we al een
beloftebreuk, wat is hier aan de hand? Hij zegt: Ik
zal het volk niet te niet doen, Ik zal vergeven, maar
die individuen die gerebelleerd hebben, zij gaan
niet in, binnen. Zij gaan zwerven in de woestijn tot
er een nieuwe generatie is die het volk uitmaakt en
zij zullen ingaan. Het volk leeft verder, generatie
op generatie, maar deze personen gaan sterven in
de woestijn en gaan niet in.
Num14:32-34 “Maar u aangaande, uw dode
lichamen zullen in deze woestijn vallen! “En uw
kinderen zullen gaan weiden in deze woestijn,
veertig jaren, en zullen uw hoererijen dragen,
totdat uw dode lichamen verteerd zijn in deze
woestijn.” “Naar het getal der dagen, in welke
gij dat land verspied hebt, veertig dagen, elken
dag voor elk jaar, zult gij uw ongerechtigheden
dragen, veertig jaren, en gij zult gewaar worden
Mijn afbreking.”
Mijn afbreking… God had hen beloofd dat ze in het
land zouden komen, maar Hij zegt: U moet
begrijpen dat u niet binnengaat door uw zonden,
een breuk is niet breken en het niet meer doen, het
is vertragen, een breuk is dat er een gat,
onderbreking is. Ik ga de belofte vervullen, maar
het zijn jullie kinderen die het ontvangen, niet
jullie, jullie zullen sterven.
In de Handelingenperiode is het volk Israël in
precies dezelfde situatie: Christus kwam, zij
verwierpen Hem. Hij is opgestaan en zend de
boodschap opnieuw naar hen en opnieuw
verwerpen zij die. Er is een beloftebreuk in het
boek Handelingen, Hij stopt het profetische
programma door Israëls rebellie en Hij introduceert
de bedeling van genade, waar wij nu in zijn. U bent
in die breuk tussen waar hun programma stopte en
waar het weer zal verdergaan. God werkt nu niet
met Israël, maar Hij zal weer verder gaan met hen.
Nu, waar is Israël ondertussen? Wat gebeurd er
ondertussen? Als er een fysiek Israël zal zijn in de
toekomst dan moet er een fysiek Israël zijn tussen
Handelingen en Hebreeën om er te komen. Zeker.
Deze fysieke Joden zijn bijna allemaal, niet
allemaal, dank God, er zijn er hier die gered zijn,
maar niet veel, de meeste zijn verloren. De meesten
sterven en gaan naar de hel, net als de meeste
heidenen. Maar toch, één ding, God bewaart het
volk. Maar hoe bewaart Hij het volk? Op welke
basis kan Hij het volk bewaren, op dezelfde manier
als hier in Numeri.
Dat is exact de situatie zoals in het boek Hebreeën,
Hebr.3 verwijst terug naar de woestijnervaringen en
hij vertelt hoe de rebelse generatie niet ingaat, kijk
naar Hebr.6:4, het is onmogelijk voor degenen die
eerst verlicht waren…wederom te vernieuwen tot
bekering…
Dat is net als Numeri hier, al de mannen die gezien
hebben Mijn heerlijkheid en Mijn tekenen…:22 Zij
waren uit Egypte verlost, net als deze mensen hier
deel hadden aan de toekomende wereld, maar toen
rebelleerden ze en gingen niet in. Hebr.6 identieke
situatie.
Het volk blijft, maar als u een deel van het volk
wilt blijven… Nu, waar is het volk van Israël voor
God, voor Zijn ogen gedurende de beloftebreuk?
Het is de voorspraak van de Hogepriester dat de
positie van het volk in stand houdt. En het is de
voorspraak van de Hogepriester die ze vasthoudt.
Moet Hij ook voor mij een Voorspraak zijn? Ga
met mij mee naar Leviticus 16. Hij doet geen
voorspraak voor ons vandaag, omdat wij geen
Hogepriester nodig hebben, dat is het punt niet
vandaag. Israël heeft een Hogepriester. En Jezus
Christus is daar in Gods tegenwoordigheid vandaag
als hun Hogepriester. In de Handelingenperiode
begreep de Jood wat dingen over de situatie, hij
begreep over het volk, dat het binnen zou gaan,
maar er is nu een probleem. Op welke basis was
God in staat om het volk al die tijd te bewaren?
Hebr.7:25,26 “Waarom Hij ook volkomenlijk
kan zalig maken degenen, die door Hem tot
God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te
bidden. “Want zodanig een Hogepriester
betaamde ons, heilig, onnozel, onbesmet,
afgescheiden van de zondaren, en hoger dan de
hemelen geworden;”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 59
De manier waarop Israëls status in stand is
gehouden is door die Hogepriester binnen het
voorhangsel, in de hemel.
Lev.16:15-18 “Daarna zal hij den bok des
zondoffers, die voor het volk zal zijn, slachten,
en zal zijn bloed tot binnen in den voorhang
dragen, en zal met zijn bloed doen, gelijk als hij
met het bloed van den var gedaan heeft, en zal
dat sprengen op het verzoendeksel, en voor het
verzoendeksel. “Zo zal hij voor het heilige,
vanwege de onreinigheden der kinderen Israels,
en vanwege hun overtredingen, naar al hun
zonden, verzoening doen; en alzo zal hij doen
aan de tent der samenkomst, welke met hen
woont in het midden hunner onreinigheden.”
“En geen mens zal in de tent der samenkomst
zijn, als hij zal ingaan, om in het heilige
verzoening te doen, totdat hij zal uitkomen; alzo
zal hij verzoening doen, voor zichzelven, en
voor zijn huis, en voor de gehele gemeente van
Israel.” “Daarna zal hij tot het altaar, dat voor
het aangezicht des HEEREN is, uitkomen, en
verzoening voor hetzelve doen; en hij zal van het
bloed van den var, en van het bloed van den
bok nemen, en doen het rondom op de hoornen
des altaars.”
Wat er gebeurt op de grote Verzoendag in de
tabernakel, is vervult in de hemel vandaag. Daar
spreekt het boek Hebreeën over. Het punt in Lev.16
is dat hij binnengaat met het bloed en hij sprenkelt
het op het verzoendeksel en dan komt hij naar
buiten uit het heilige der heilige en dan is er nog
een andere bok, van één bok nam hij het bloed naar
binnen dan komt hij naar buiten tot de zgn.
zondebok en hij legt zijn hand op de kop van de
zondebok en hij wordt de woestijn ingestuurd:21
een beeld van de zonde van de mensen die
weggestuurd worden en niet terugkomen. Exodus
3: Jezus Christus sterft, Hij gaat het voorhangsel
binnen met Zijn hemelvaart en Hij is in de
tegenwoordigheid van God.
Hebr.9:22-28 …voor ons, Hebreeuwse
Koninkrijksheiligen :24 in de hemel zelf. :26 Hij
gaat binnen en maakt verzoening, en let op wat Hij
gaat doen: Hij komt een tweede keer. De priester
ging het heilige der heilige binnen met het bloed
bracht het op het verzoendeksel en hij kwam naar
buiten en verscheen een tweede keer en hij legde
zijn handen op de zondebok en de zondebok droeg
hun zonden weg.
Hij verschijnt de tweede keer zonder zonde. De
verzoening was niet compleet voor die Israëli
zonder dat die zondebok was weggezonden. Jezus
Christus ging achter het voorhangsel en Hij is daar
nu, en als Hogepriester houdt Hij de status voor hen
in stand, zodat Hij terug kan komen met de
wederkomst en het Nieuwe verbond instellen, met
de nationale vergeving van hun zonden.
Hand.3:18-21 ...tot de tijden der wederoprichting…
Jezus Christus is priester naar de orde van
Melchizedek, en werkt in de hemelse heiligdom,
tabernakel vandaag. Als Hij de tweede keer komt
zal hun verzoening compleet en vervult zijn voor
het volk Israël. En wat Hij daar nu boven doet, is
voorbidden voor het volk Israël.
En in de Handelingenperiode en in de verdrukkings
periode daar weten deze gelovige Joden dat zij hun
Hogepriester hebben achter het voorhangsel hen
toegang geeft. En ze wachten tot Hij terugkomt en
de verlossing voor het volk afmaakt. Individueel is
hun verlossing volmaakt, maar als volk is het niet
volmaakt tot Hij terugkomt en Hij de zonden van
het volk uitwist.
Het boek Hebreeën handelt over dat aspect van de
bediening van Christus, wat u en ik ervan leren, wat
wij er nu van zien is dat het volk in staat is daar te
staan voor God. Hoe kan God Israël opzij zetten, ze
nu niet als volk tellen, en ze toch bewaren om daar
te zijn? Het boek Hebreeën is ontworpen om dat uit
te leggen in de Hogepriesterlijke bediening van
Christus. Hij daar, Hij is hun Middelaar, Hij is hun
Hogepriester en in Hem heeft het volk hun status en
hun bestaan, en zijn verbond. En het is door Hem
dat God een lichamelijk zaad kan bewaren op
aarde, zelfs al zijn ze ongelovigen ondertussen. Net
als Hij deed in de woestijn, toen de generatie van
gelovigen inging.
Hebreeën 4:14-16
We zijn gekomen aan het eind van Hebreeën 4.
Hebr.4:14-16 introduceren de rest van het boek. Ik
vertelde u dat het belangrijkste onderwerp van het
boek Hebreeën de Hogepriesterlijke bediening is
van de Heere Jezus Christus. Jezus Christus als de
Hogepriester. De Koning Die als een Priester op
Zijn troon zit.
In hoofdst.1 zagen wij Hem als God de Zoon.
In hoofdst. 2 als de Zoon des mensen.
In hoofdst.3:1 moeten de Hebreeën op Hem zien.
Degene Die tot hen gezonden is, hun Apostel, de
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 60
Heere Jezus Christus is de Zoon van God, de Zoon
des mensen. En hoofdst. 3 spreekt van het belang
van geloof en het naar Christus zien, om te kunnen
volharden tot het einde. De motivatie en
bekrachtiging voor Israël in de grote verdrukking
om alles te volbrengen en te zijn wie God hun heeft
gemaakt, ze moeten van zichzelf afzien en naar
Christus zien en naar de voorziening die God in
Hem heeft gemaakt.
Ze moeten niet doen wat Israël in het verleden
deed. We zagen de illustratie van Israël in de
woestijn, hun verbittering, de gemengde menigte en
het boze ongelovige hart, niet wandelen in geloof.
In hoofdst.4 zagen we de illustratie onder Jozua, ze
gaan het land binnen, maar ze rusten niet in het
land, ze gingen in, maar bezaten het land niet op de
manier zoals God het hun had gegeven. Doordat ze
niet in geloof wandelden kwamen ze er niet
volkomen, helemaal. Het punt is het Woord van
God, en we hebben een paar studies besteed aan
vers 12-14, en het belang van het Woord van God
in hun programma en ons programma.
En nu gaat hij verder, vanuit vers 12,13, ziende…
dat wij een grote Hogepriester hebben…:14 zo laat
ons deze belijdenis vasthouden. Kijk, als het Woord
van God krachtig is en wij hebben daarboven een
Hogepriester, de Heere Jezus Christus, en Hij is het
levende Woord van God, kijk, dan kunnen wij onze
belijdenis vasthouden! Tot het einde. En u begrijpt
dat als ik het over wij heb, dat het om de Joden in
de grote verdrukking gaat…!
De voorzieningen die God voor Israël heeft
gemaakt in Christus, onder het Nieuwe Verbond is
hetgeen waar hij hen op wijst om hun oog op te
vestigen. Het is interessant voor mij, dit is één van
de meest populaire gedeelten in het boek Hebreeën
en als u naar de commentaren gaat, ik was niet lang
geleden in een boekwinkel, mijn vrouw was voor
andere boodschappen en ik stond in de boekwinkel,
daar ga ik altijd heen, er was een christ.
boekenwinkel en ik ging daar heen, ze hadden een
aantal commentaren over het boek Hebr. en ik ging
ze allemaal lezen wat ze te zeggen hadden over dit
gedeelte en wat andere gedeelten, en ik was
verbaasd, ik had al 3 of 4 gelezen en bij dit gedeelte
hadden ze bijna niets te zeggen, en als ze iets te
zeggen hadden waren het verhalen over gebed. Als
mensen u iets vertellen over gebed, vertellen ze
meestal verhalen, u weet hoe dat gaat.
En ik vond het deprimerend, en ik dacht als ik dit
leer wil ik niet over dit gedeelte heenspringen, als
je dit gedeelte leest :14-16 is datgene wat je leest
bijna alles wat je er over kunt zeggen, het spreekt al
veel voor zichzelf. Vers 14 als u kijkt in
hoofdst.5:10 naar de ordening van Melchi-
zedek…:11 en van welken wij hebben vele
dingen..te zeggen! Er is veel te begrijpen voor deze
mensen over het priesterschap vlgs. Melchizedek
dat ze niet kunnen pakken omdat ze traag zijn
geworden om te horen. Maar ze moeten het
priesterschap van Christus waarderen, zodat ze niet
teruggaan naar het priesterschap van Mozes en dat
ze verdergaan met de Heere Jezus Christus in Zijn
priesterschap en in Zijn Koninkrijk. Het is
belangrijk om te begrijpen hoe het priesterschap
van Christus past in het Koninkrijksprogramma.
Zacharia 6:12,13 “En spreek tot hem, zeggende:
Alzo spreekt de HEERE der heirscharen,
zeggende: Ziet, een Man, Wiens naam is
SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en
Hij zal des HEEREN tempel bouwen.” “Ja, Hij
zal den tempel des HEEREN bouwen, en Hij zal
het sieraad dragen, en Hij zal zitten, en heersen
op Zijn troon; en Hij zal priester zijn op Zijn
troon; en de raad des vredes zal tussen die
Beiden wezen.”
Zie…Spruite. Er zijn 4 gedeelten in het Oude
Testament waar Israël gezegd wordt om te Zien op
de Messias. Deze vier gedeelten geven de titel van
de Spruit aan de Messias en hoe zij samengaan met
de vier evangeliën, de reden waarom er vier
evangeliën zijn omdat er vier openbaringen zijn van
het karakter van de Messias, herinnert u zich dat?
Herinnert u zich welke samen ging met Zach.6:12?
Welk evangelie gaf een beeld van Zie, de Man?
Lukas! Hij is de Middelaar en de Priester.
Zach.6:13 Wie regeert er op een troon? Een
Koning! Hij zit als een Priester op de troon. De
vrede waarmee de Messias zal regeren in Zijn
Koninkrijk, is niet alleen een politieke vrede, maar
een bemiddelende vrede vanuit Zijn Priesterlijke
bediening. Er is een geestelijke vrede die Jezus
Christus brengt voor hen die geloven en in het
1000j. rijk is een verlossing die in Christus Jezus is
voor Israël en voor de volken van deze wereld
overeenkomstig het profetische programma, een
redding en de raad des vredes zal tussen die Beiden
wezen..:13 Beide functies, ambten in één Man, de
Priester en de Koning. U ziet, het priesterschap van
de Heere Jezus Christus wordt uitgeoefend en
uitgevoerd door het volk Israël in dat Koninkrijk.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 61
En Hij zit als een Priester, de Hogepriester op Zijn
troon.
We gaan terug naar Hebreeën, dus u begrijpt
waarom Zijn priesterschap belangrijk is! Hij is de
Hogepriester, de Leider van het priesterschap, in
het Koninkrijk van priesters.
Hebr.4:14 “Dewijl wij dan een groten
Hogepriester hebben, Die door de hemelen
doorgegaan is, namelijk Jezus, den Zoon van
God, zo laat ons deze belijdenis vasthouden.”
We spraken net over dat Hij de hemelen is
doorgegaan, in de tempel was een voorhangsel, en
het heilige der heilige waar maar één persoon
binnen mocht gaan om het werk en de dienst te
doen en dat was de Hogepriester, niet zonder bloed,
hij nam altijd bloed mee. Hij sprenkelde het bloed
op het verzoendeksel, herinnert u zich dat? Wie
woonde er tussen de twee cherubs? God.
De shechina/glorie/ heerlijkheid van God. Het
woord shechina, is een Hebreeuws woord en
betekend, de aanwezigheid, de manifeste
aanwezigheid van God de HEERE in de Oud
Testamentische tabernakel. In die kleine tabernakel
met het gouden verzoendeksel lag de wet en
Aarons staf die gebloeid had, het één brengt dood
en veroordeling en het ander leven, en het bloed
werd op het verzoendeksel gesprenkeld en bedekte
de verbroken wet en gaf Israël
ceremonieel,figuurlijk een demonstratie van
bedekking van de gebroken wet en Israël moest al
die dingen leren, en ze deden dat nooit, daarom
kijkt Hebreeën terug en legt het uit.
Wat we hier doen, hij legt van te voren uit waar we
in het boek Hebreeën door heengaan, hij zegt
dingen die uitgelegd gaan worden, over gesproken
worden, geschetst worden. Deze Hogepriester is de
hemel ingegaan, en wie is Hij? Jezus de Zoon van
God. Als de priester het bloed gebracht had op het
verzoendeksel kwam hij weer naar buiten. En als
zij hem hoorden komen was dat voor hen een teken
dat het offer was geaccepteerd door God. Nu, de
schrijver zegt: kijk hier, Hij is daar binnen nu en
wij wachten tot Hij weer naar buiten komt.
Hebr.4:15 “Want wij hebben geen hogepriester,
die niet kan medelijden hebben met onze
zwakheden, maar Die in alle dingen, gelijk als
wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde.”
Het dubbele negatief is positief: geen Hogepriester
Die niet….:15. Zo denkt meestal iedereen, het is
niet genoeg om alleen een positieve verklaring te
geven, hij zegt dat de negatieve verklaring niet
waar is. Niet elke priester kon medelijden hebben,
maar onze Hogepriester is anders dan elke andere
priester. Wat u meegemaakt heeft kan een ander
niet echt begrijpen.
Een broeder belde me dat zijn moeder was
overleden, hij verteld me erover en hij zei: weet je,
toen jij me beschreef hoe jouw moeder stierf een
paar jaar geleden, nu begrijp ik het. Mijn moeder
lag drie weken ziek op een ziekenhuisbed en we
wisten dat ze vroeg of laat zou overlijden, maar de
moeder van die broeder stierf plotseling, het is zo
definitief. U kunt meevoelen, er zijn, maar u kunt
toch niet in iemands anders huid kruipen, maar de
Heere Jezus Christus is anders. Er is geen situatie
waar u in geweest bent en Hij is er geweest, weet
het.
Hebr.4:15 zonder zonde, blij om dat van Christus te
kunnen zeggen, kijk naar Hebr.7:25,26. Goed om
zo’n Hogepriester te hebben! Hebr.9:22,24-28 al
die dingen zijn een beeld van de dingen in de
hemel, deze beelden moesten gereinigd worden
door bloed. Als dat hier beneden al moet, dan moet
dat wat boven is wel door een veel beter offer
gereinigd worden.
Hebr.9:24 Hij is de Hogepriester die achter het
voorhangel gaat met het bloed voor het
verzoendeksel.
Hebr.9:28 daar zijn ze, ze wachten tot Hij
terugkomt. De tweede maal zonder zonde. Hij gaat
achter het voorhangsel, de verzoening is tot stand
gebracht, het bloed is op het verzoendeksel
gesprenkeld en wat doen we, deze Hebreeën zitten
en wachten tot Hij terugkomt met de tweede komst.
Dat is precies wat Petrus in Handelingen 3 het volk
Israël aanbiedt. Hand.3:18-21. Tot de tijden der
wederoprichting aller dingen… U ontmoet veel
mensen die niet echt begrijpen waar Petrus over
spreekt in Hand.2:38, ze zeggen: bekeert u en laat u
dopen opdat u vergeving van zonden hebt…ze
kijken naar het Grieks omdat ze niet precies weten
hoe ze het kloppend moeten maken. Maar dit vers
zegt gewoon wat Petrus bedoelt: Bekeert u laat u
dopen tot vergeving van zonden, dat als Jezus
Christus terugkomt dat uw zonden uitgewist zijn.
Hoe weet ik dat? In vers 19 leest u: wanneer de
tijden der verkoeling enz. Hij is achter het
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 62
voorhangsel en de weg is open naar het Heilige der
heilige, naar God. Ze wachten tot Hij terugkomt.
Wat doet Hij als Hij terugkomt? Lev.16 en Hebr.9
gaat over de grote verzoendag, de dag waarop hun
zonden uitgewist worden, dat is precies waar
Hand.3 over spreekt. U ziet al deze dingen werken
samen.
Hebr.10:10-13 “In welken wil wij geheiligd
zijn, door de offerande des lichaams van Jezus
Christus, eenmaal geschied.” “En een iegelijk
priester stond wel alle dagen dienende, en
dezelfde slachtofferen dikmaals offerende, die
de zonden nimmermeer kunnen wegnemen;”
“Maar Deze, een slachtoffer voor de zonden
geofferd hebbende, is in eeuwigheid gezeten aan
de rechter hand Gods;” “Voorts verwachtende,
totdat Zijn vijanden gesteld worden tot een
voetbank Zijner voeten.”
Hij kwam daar, sprenkelde het bloed op het
verzoendeksel, en toen ging Hij zitten. Hij is een
Priester, zittend op Zijn troon. Nog niet op Zijn
troon, op de troon van de Vader. Het punt is: de
verlossing is volbracht, het bloed is vergoten, de
bestendiging is gemaakt en alles wat nog komt is
dat Hij terugkomt van achter het voorhangsel en
alles ten uitvoer brengen. Vers 13: Hij kijkt uit om
Zijn vijanden tot Zijn voetbank te maken.
Hebr.10:14-23, Vers 16 dat is het Nieuwe Verbond,
Jeremia 31. Ziet u hoe de stof van Hebr.4 hier
doorklinkt! Laten we onze belijdenis vasthouden,
we hebben de Priester Die binnen is gegaan, Hij
kan medelijden hebben, laten wij vasthouden enz.
Vers 20 dat is het Nieuwe Verbond en de
volmaakte, complete voorziening die Jezus
Christus heeft gemaakt voor het volk Israël, door
Zijn kruiswerk. En de motivatie voor Israël om te
volharden en vast te houden en vol te houden tot de
komst is hun geloof rustend in de voorziening die
God voor hen gemaakt heeft in hun Verlosser. Zo
zullen ze er komen, en de mensen met een boos
ongelovig hart, die niet echt in Christus rusten gaan
de andere kant op.
Ga terug met mij naar Hebr.4:15, dat gaat terug
naar Hebr.2:14-18. Hij kan helpen en de mensen
sterken die verzocht worden en getest worden en
beproefd worden en verdrukt, waarom? Omdat Hij
in alle dingen beproefd is als zij, maar zonder
zonde. Ik sprak met u over wat het is om door
zonde verzocht te worden, vaak betekend het
woord verzocht worden: beproeven(test), daar is de
situatie in Genesis 3:6 Eva zag de boom, dat hij
goed was om te eten, ze zag dat hij mooi was 1
Joh.2:15,16 de lust van de ogen… Adam en Eva
bezwijken ervoor in alle dingen (uit 1 Joh.2). Daar
zijn 3 punten in dit leven en in de leer in welke u
verzocht wordt. U kunt beter goede leer in uw ziel
hebben dat werkt als er verzoekingen op uw vlees
afkomen, en in uw ziel en in uw geest.
Wij bestuderen Gen.3 zodat u het begrijpt, de
Heere Jezus Christus en Zijn verzoekingen in de
woestijn in Luk.4 beslaan deze drie gebieden van
verzoekingen. Als er staat dat Hij in alle dingen is
verzocht geweest als wij…. Ik kreeg eens een brief
van een mevrouw en zij schreef: de Heere Jezus
was nooit een moeder en Hij weet niet wat het is
om kinderen op te voeden…ik heb dagelijkse
verzoekingen waar Hij niets van weet…. Ik zei: u
heeft het fout, het probleem is dat u denkt dat uw
situatie iets bijzonders is en er is geen verzoeking
dan menselijke(1 Kor.10:13).
Ziet u God maakte geen speciale verzoekingen om
u te testen, alles wat Hij doet is u in uw dagelijkse
(tredmolen) leven laten lopen en u komt ze vanzelf
tegen…. Weet u wij maken onszelf graag apart of
speciaal, God moet iets speciaals doen met mij, dat
impliceert dat u het zo goed doet dat Hij wel iets
speciaals voor u moet doen. Maar u bent gewoon
vlees en beenderen broeder, zuster. Met u gaat het
gewoon als bij alle anderen, God heeft geen
speciale verzoekingen voor u. Laat het leven z’n
gang gaan.
De begeerlijkheid des vleses, de begeerlijkheid der
ogen, en de grootsheid des levens. Christus kwam
ze allemaal tegen: Begeerlijkheid des vleses, stenen
en brood Hij deed het niet. Begeerlijkheid der ogen,
werp Uzelf neder, Hij deed het niet, Grootsheid des
levens, heerschappij over de koninkrijken, doe
het..U verdient het…Hij deed het niet.
Deze drie dingen, ik hou er niet van om uw leven in
drie stukken te verdelen, maar uw leven is niet zo
gecompliceerd. Ik reed een keer terug naar huis
vanuit Detroit en ik hoorde een broeder op de radio,
hij had het boek van Tim Lahaye gelezen over de
temperamenten. En hij vertelt dat u moeite hebt met
wandelen in de Geest door uw temperament hier en
uw temperament daar, het was te gecompliceerd, ik
kon het niet vatten. God maakt het niet zo
gecompliceerd, mensen proberen het
gecompliceerd te maken, maar zo is het niet.
En een ander sprak over alle filosofieën waar u
gedurende uw leven mee geconfronteerd wordt. En
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 63
er zijn nogal wat filosofieën in de wereld… en ze
hebben allemaal kritiek op het Woord van God,
sommigen waren er al lang voor Christus, Plato,
Aristoles enz. U hoeft zich geen zorgen te maken,
het is niet zo moeilijk. U kunt alle problemen die u
heeft reduceren tot drie gebieden. Dat bemoedigd
mij, dat kan ik bevatten. En dat helpt me door de
dag. Geef mij een paar verzen waar ik op kan staan
en dat helpt. God reduceert tot de kleinste gemene
veelvoud. Zonde compliceert leven.
Als uw verstand afgetrokken wordt van de
eenvoudigheid die in Christus is. Daar gaat genade
over, genade maakt het eenvoudig, niet? Weet u
wat genade zegt: Genade is genoeg. Christus is
alles. Maar…. Ziet u, dat is het, en elke keer als u
begint met; maar… maakt u het gecompliceerd. U
bent volmaakt in Christus. Ja, maar… Wij houden
er van om dat te doen. Wat u moet doen is: Houdt
het onder controle, en onder controle met waarheid.
( Dat doet me goed om zo 6 uur in mijn auto te
zitten vanuit Detriot)
Hebr.4:15,16 “Want wij hebben geen
hogepriester, die niet kan medelijden hebben
met onze zwakheden, maar Die in alle dingen,
gelijk als wij, is verzocht geweest, doch zonder
zonde.” “Laat ons dan met vrijmoedigheid
toegaan tot den troon der genade, opdat wij
barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade
vinden, om geholpen te worden ter bekwamer
tijd.”
Hij weet waar zij doorheen gaan. Alles wat ze
tegen komen kent Hij. Vers 16 Vrijmoedig toegaan,
dat zegt ook in Hebr.10:19. De troon der genade is
een andere manier om het verzoendeksel te
beschrijven voor Israël. Het verzoendeksel in Het
OT, was geen troon van genade, het was een troon
van de wet: Psalm 8. De troon waar die Priester op
zit, de Heere Jezus, is de troon der genade, en hij
zegt niet dat wij de hemelen door moeten gaan
waar Hij is, maar Hij is daarboven en maakt
voorzieningen voor ons in het Nieuwe Verbond om
in dat Koninkrijk te komen, en wat Israël moet
doen is toegang nemen tot de voorziening die God
voor hen heeft gemaakt in de Messias, en wij
moeten vrijmoedig komen tot de troon der genade.
U kent het verzoendeksel, God sprak: Ik zal u daar
ontmoeten. Er zijn twee cherubs op. Dat is een
beeld van de troon van God. Psalm 80 is een
gedeelte over de wederkomst van Christus naar de
aarde, de psalm echoot het gebed van de
verdrukkingsheilige. De zelfde mensen waar het
boek Hebreeën aan geschreven is. Uitkijkend naar
de wederkomst.
Ps.80:1 Voor den opperzangmeester, op
Schoschannim; een getuigenis, een psalm van
Asaf. O Herder Israels! neem ter ore, Die Jozef
als schapen leiddet; Die tussen de cherubim zit,
verschijn blinkende.”
Die tussen de cherubs zit… verschijn blinkende is
de wederkomst, waar woont de Heere Jezus
Christus als zij Hem bidden om terug te komen?
Hij woont tussen de cherubs:
Ps.99:1 “De HEERE regeert, dat de volken
beven; Hij zit tussen de cherubim; de aarde
bewege zich.”
Kijkt ook uit naar het Koninkrijk en naar de
regering van Christus. Hij zit op Zijn troon van
genade, tussen de cherubs als een Priester op Zijn
troon en daar op die troon en de bediening van de
raad des vredes is door Hem.
En Hebreeën zegt: daar is voorziening voor ons en
wat wij moeten doen is waarderen wie Hij is, onze
Hogepriester. Zodat wij de mogelijkheid hebben
om door te gaan in deze verdrukking en
verzoekingen, Hij weet er alles van. Lees zo de
psalmen als het gebedsboek van de grote
verdrukkings-heiligen. Soms leest u en denkt: dat is
de Messias, en soms iemand anders, de reden is dat
Hij hun lijden is ‘binnengegaan’.
Ziet u hoe u daar genade moet vinden? U moet het
vinden!
Met kerst laat u uw kinderen kadootjes onder de
boom zoeken, je hoeft daar niet veel moeite voor te
doen. Als ik u zou vragen om een kado, is het dan
een kado? Een kado is een vrije gave en aan je
gegeven. Je kunt de kinderen plagen en zeggen dat
ze het moeten opzoeken. Maar als u genade moet
zoeken, dan leeft u niet in de bedeling van genade.
U kunt overal genade vinden, het is overal, meer is
er niet.
Jak.4:6 “Ja, Hij geeft meerdere genade.
Daarom zegt de Schrift: God wederstaat de
hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij
genade.”
Hij geeft meerdere genade… onderwerpt, reinigt,
zuivert, treurt, weent enz. Wat is dat allemaal? En
Jak. 5:9 want de Rechter staat voor de deur, dat is
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 64
de wederkomst. 1Petr.5 er is verschil tussen
genade in een bedeling en de bedeling der genade.
Noach vond genade in de ogen des Heeren, in
Genesis, er staat niet dat iedereen genade vond in
de ogen des Heeren. Als u hoofdstuk 7 in Genesis
leest ziet u hoe hij die vond.
1 Petr.5:5 “Desgelijks gij jongen, zijt den ouden
onderdanig; en zijt allen elkander onderdanig;
zijt met de ootmoedigheid bekleed; want God
wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen
geeft Hij genade.”
De nederigen geeft Hij genade, dat is precies wat
hier in Hebreeën gebeurt, wees niet hoogmoedig en
doe het op jouw manier, maar onderwerp jezelf aan
wat Gods Woord zegt. 1 Petr.1:4-13 .
1 Petr.1:5 “Die in de kracht Gods bewaard
wordt door het geloof tot de zaligheid, die
bereid is, om geopenbaard te worden in den
laatsten tijd.”
Hun zaligheid geopenbaard in den laatsten tijd, zo
is het altijd met Israël, een toekomstige redding,
uitkijken naar die redding die hen toegebracht zal
worden in de toekomst als Christus terugkomt.
1 Petr.1:10 “Van welke zaligheid ondervraagd
en onderzocht hebben de profeten, die
geprofeteerd hebben van de genade, aan u
geschied;”
Een geprofeteerde redding, niet de geheimenis
redding.
1 Petr.1:13 “Daarom opschortende de lenden
uws verstands, en nuchteren zijnde, hoopt
volkomenlijk op de genade, die u toegebracht
wordt in de openbaring van Jezus Christus.
U ziet dat is een genade die komt als Jezus Christus
terugkomt en Zijn Koninkrijk vestigt. Als hij het
dus heeft over de Hogepriester en Zijn troon heeft,
laten we vrijmoedig toegaan. Laten we de
voorziening die God voor ons heeft om het
voorhangel binnen te gaan en daar te zijn en die
genade ontvangen, om door te kunnen gaan. En er
te zijn als Hij terugkomt.
Wat is hier aan de hand mensen? Ga mee naar
Efeze 2, een ander manier van zeggen als hij doet
in Hebr.10 nadat hij 10 hoofdstukken leer heeft
geleerd. Laten we vrijmoedig toegaan, achter het
voorhangsel, door de nieuwe en levende weg, die
Christus heeft voorzien voor hen. God heeft een
volmaakte voorziening voor het volk Israël
volbracht in Christus en Zijn kruiswerk. Om hen in
het Koninkrijk te brengen, en het is hun
verantwoordelijkheid onder het Nieuwe Verbond
om daar in te wandelen.
En Hebreeën waarschuwt hen tegen falen om dat te
doen en het motiveert hen om naar Jezus te zien de
Apostel en Hogepriester van hun belijdenis. Dat
alles in Hebr. 4 en 10, en als ik het over ons heb,
spreek ik over Israël, en ik begrijp dat mensen deze
gedeelten claimen voor nu, voor henzelf, als het
lichaam van Christus, omdat wat waar is voor Israël
in deze situatie mbt. toegang tot God is ook waar
voor ons. Mijn persoonlijke menig is dat u geen
priester bent en ik ook niet, er is niet zoiets als het
priesterschap van de gelovige, dat komt door
misverstaan van de bedelingswaarheid en is door de
protestante reformatoren om de roomskatholieken
aan te vallen, het is geen bijbelse leer.
Ik geloof naar mijn eigen, privé, persoonlijke,
individuele, subjectieve mening dat Jezus Christus
niet mijn Hogepriester is. Ik heb geen priester
nodig en al die priesterlijke stof komt uit een geheel
verschillend programma. Maar nadat ik u dit
gezegd heb wil ik een vers lezen:
Efeze 2:18 “Want door Hem hebben wij beiden
den toegang door een Geest tot den Vader.”
Want door Hem hebben wij beiden den toegang
door één Geest tot den Vader. Wat het ook is dat
iemand denkt te hebben door een priester, ik heb
het al! Door in Jezus Christus te zijn. Dus, als
iemand het boek Hebreeën wil nemen en dit
allemaal wil zeggen, leren. Het doet me niets, want
ik heb al die dingen al! Ik wil dat u begrijpt dat ik
begrijp dat mensen Hebreeën anders nemen als ik
het doe.
Ik heb het jaren bestudeert en over gebeden en
gestudeerd, gestudeerd en ik lees deze gedeelten en
ik zie de grote verdrukkingleer en Israël’s
programma en hoe het prachtig in elkaar past,
waarom zien andere mensen dat niet?! En ik denk
dat het de meeste keren is omdat zij de
voorzieningen zien die God voor ons heeft gemaakt
en dan willen ze dat wat waar is voor ons overal
lezen waar ze kunnen, en ze lezen het in de andere
programma’s. Het moet waar zijn voor ons, want
het is waar voor ons, en het is waar voor hen en is
waar voor ons, dus het is allemaal het zelfde! En
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 65
ongelukkigerwijze brengt u dat in problemen met
recht snijden. Ik denk dat dat de reden is.
Hebreeën 5:1-10
Hebreeën 5, we eindigden met hoofdstuk 4, ik
probeerde u te laten zien dat het punt hier de
Hogepriesterlijke bediening van de Heere Jezus
Christus is in het boek Hebreeën. En ik probeerde u
te laten zien hoe dat uitwerkt voor het volk Israël
gedurende haar Lo-Ammi periode en hoe dat hen
zelfs nu beïnvloed. Jezus Christus is nooit gezegd
te zijn de Hogepriester van het lichaam van
Christus. U en ik hebben geen Hogepriester, wij
hebben er geen nodig, wij hebben geen
verbondsrelatie met God die in stand gehouden
moet worden tijdens onze afwijking en ons falen.
Wij zijn in Christus, er is geen moment dat wij
afgesneden worden van God het is niet nodig om
een verbond in stand te houden dat ons in
gemeenschap en in relatie met God houdt, want we
zijn er al. Als u in Christus bent en u bent
rechtvaardig verklaard dan bent u aanvaardbaar
voor God, en volkomen geschikt om in Zijn
aanwezigheid te zijn. Soms kunt u geaccepteerd
zijn en niet geschikt zijn, mensen accepteren u in
uw beperkingen, maar dat doen wij met elkaar.
Maar zo zijn wij niet voor de Heere, wij zijn
compleet en totaal geschikt en Hij kijkt niet naar
ons als zijnde beperkt, want in Christus heeft Hij
ons de totale voorzieningen gegeven van Zijn
genade.
In Israëls situatie, voor het volk en u moet zich
herinneren dat er een verschil is tussen het volk,
Gods belofte voor het volk en de individuen van de
generatie die het volk uitmaken in die speciale tijd.
Die individuen kunnen of kunnen de zegeningen
van het volk niet ontvangen, uitgaande van hun
geloof in Gods Woord voor hen. Maar God gaat het
volk niet opzij zetten, soms is dat moeilijk om op
die manier te denken, want het is soms moeilijk om
als leden van het lichaam van Christus op die
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 66
andere manier te denken, maar dat is de sleutel om
veel uit het boek Hebreeën te begrijpen. Te
begrijpen dat Hij die generatie aanspoort, vermaant
om die generatie te zijn die de zegeningen
ontvangen van het volk. U en ik zijn een generatie
in ons volk, wij zijn Amerikanen, Nederlanders, wij
zijn de generatie die nu ons volk bezighouden
gedurende de laatste helft van deze 20e eeuw.
Er was een generatie van mensen die leefden in de
laatste helft van de voorgaande eeuw en daarvoor.
Het is steeds één volk, maar er zijn verschillende
generaties in dat volk. Verschillende generaties in
Amerika hebben hun beheer mbt. Amerika en de
zegeningen van de zgn. ‘American dream’ op
verschillende manieren uitgedragen, maar onze
generatie laat die verloren gaan, en onze generatie
ziet het afbrokkelen, de volgende generatie zal het
zien neerstorten en iets anders uit het puin maken.
Nu, in Israël hebben zij een grondwet, een verbond,
zegeningen, een volk, en op een dag zal het volk
haar Koninkrijk hebben. Maar wat gebeurd er als
de tijd daar is en de generatie die er dan is faalt?!
En leeft niet volgens de standaard zoals het volk
hoort te leven? Deel van de bediening van de
priesters is om tussen beiden te komen, voorbede te
doen voor de falende mensen. En Jezus Christus, en
Zijn Hogepriesterlijke bediening achter het
voorhangsel doet dat voor Israël in de tijd dat het
boek Hebreeën is geschreven. Hebreeën is
geschreven in de Handelingenperiode, na het begin
van de gemeente, het lichaam van Christus, na het
begin van de bedeling van genade, en er is iets van
een toepassing voor hen zelfs vandaag, als er geen
Israël is.
Denk na, als de roeping en verkiezing van God
onberouwelijk is, wat is het dat God toestaat om het
volk Israël in stand te houden vandaag in de
bedeling van genade? Wel, de meerderheid van het
volk is verloren, ik weet niet of u zich dit
afgevraagd heeft…, de meerderheid is verloren en
gaat naar de hel, degenen die gered zijn gaan mee
als de opname komt en zijn niet meer hier, het
enige deel wat hier overblijft na de opname zijn
verloren mensen die naar de hel gegaan waren als
ze gestorven waren voor de opname. Na de opname
komen ze in de grote verdrukking en daar gaat God
uit hen zo’n 144.000 kiezen die het fenomeen zoals
in het begin van de Handelingenperiode zullen
reproduceren en het programma opnieuw starten
zoals in het begin van de Handelingen in plaats van
12 discipelen zullen er 144.000 zijn die het
opnieuw gaan doen.
Wat geeft God het vermogen om dat volk zo te
bewaren? Als zij kennelijk verloren zijn, en toch is
er de bewaring van een fysiek, lichamelijk Israël
om daar te komen. Wel dat alles heeft betrekking
op wat de Hogepriester Christus en Zijn voorbede
bewerkt voor hen vandaag, gedurende de Lo Ammi
periode. Wat er gaat gebeuren als God de draad
weer oppakt met Israël, ze moeten begrijpen wat
hun status is en de voorziening die God voor hen
heeft gemaakt in de Hogepriester, de Heere Jezus
Christus.
Nu zijn we zover gekomen dat hij hen heeft
vermaant in hoofdstuk 1 over de Zoon van God, in
hfst.2 als de Zoon des mensen. In hfdst.3 en 4 de
waarschuwing over het volk dat binnengaat, en dat
zij deel uit moeten maken van de generatie die
gehoorzaam is zodat zij binnen kunnen gaan.
In hoofdstuk 5 gaan we beginnen met de studie
over het punt van de Hogepriester. En het eerste
wat hij doet in hoofdstuk 5 is het introduceren van
het punt van het priesterschap van Melchizedek
van de Heer Jezus Christus. En dan onmiddellijk in
Hebr.5:11 interrumpeert hij zichzelf en gaat naar
hfdst.6 met een kleine uitweiding tussen haakjes
waar hij deze mensen waarschuwt m.b.t. het feit dat
zij dat punt niet begrijpen van: Christus, de
Hogepriester naar de ordening van Melchizedek.
En dat de reden waarom zij het niet begrijpen is dat
zij traag zijn om te horen. En dan gaat hij terug
naar de vermaning en de instructies in hfdst. 7,8,9
en10. We hebben hier dus een kleine korte
introductie, die doen we nu: de eerste tien verzen
Hebr.5:1-10.
Hebr.5:1,2 “Want alle hogepriester, uit de
mensen genomen, wordt gesteld voor de mensen
in de zaken, die bij God te doen zijn, opdat hij
offere gaven en slachtofferen voor de zonden;”
“Die behoorlijk medelijden kan hebben met de
onwetenden en dwalenden, overmits hij ook zelf
met zwakheid omvangen is;”
Met andere woorden: God kiest een priester, hij is
uit de mensen genomen en Hij is gesteld voor de
mensen in de zaken die bij God te doen zijn. Hij
representeert de mens voor God, en God voor de
mens. En hij is genomen uit de mensen zodat hij u
kan begrijpen, dat hij medelijden kan hebben. Hij
weet wie u bent, omdat hij ook een mens is. Hij kan
aan God uitleggen wat er aan de hand is,
communiceren met God. Hij voelt onze zwakheden
zoals in hfdst.4:15,16, Hij begrijpt ons.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 67
Hebr.5:3 “En om derzelver zwakheid wil moet
hij gelijk voor het volk, alzo ook voor
zichzelven, offeren voor de zonden.”
Hij is een zondaar, dus hij moet voor andere
mensen, maar ook voor zichzelf offeren.
Hebr.5:4 “En niemand neemt zichzelven die eer
aan, maar die van God geroepen wordt,
gelijkerwijs als Aaron.”
Om priester te zijn moet je door God geroepen zijn,
je moet degene zijn die God verordineert heeft, je
komt niet zomaar op. Iemand van de stam Naftali
zei: Weetje, ik wijd mezelf aan God, ik wil dat God
me tot priester roept… Zo gaat het niet. God riep
Aäron en zijn zonen, hij had vier zonen, twee
stierven Lev.10 omdat ze vreemd vuur offerden, de
andere twee zijn: Ithamar en Eliëzer, zij kregen
zonen en families in het priesterschap. Maar God
verordineerde hen.
Hebr.5:5,6 “Alzo heeft ook Christus Zichzelven
niet verheerlijkt, om Hogepriester te worden,
maar Die tot Hem gesproken heeft: Gij zijt Mijn
Zoon, heden heb Ik U gegenereerd.” “Gelijk Hij
ook in een andere plaats zegt: Gij zijt Priester in
der eeuwigheid, naar de ordening van
Melchizedek.”
Zo ook met Christus, Hij heeft Zichzelf niet
verheerlijkt om Hogepriester te zijn. Hoe werd
Christus verordent tot Hogepriester? God
verordineerde Hem tot die dienst. Jezus Christus als
de Messias heeft drie basis bedieningen(offices): 1.
Profeet, zoals Mozes. 2.Koning, zoals David. 3.
Priester, voor eeuwig naar de ordening van
Melchizedek.
Voor deze diensten moet je aangesteld, aangewezen
worden. Al deze diensten worden met olie gezalfd.
De zalving met olie is een symbool van de
aanstelling van God tot de dienst. Christus deed het
niet op zichzelf, dat is het hele punt hier in de
eerste verzen, Hij wijst Zichzelf niet aan, maar God
de Vader. Hij zei tot Hem: Gij zijt Mijn Zoon,
heden heb Ik U gegenereerd. Dat is een verwijzing
naar de opstanding, kijk terug naar hfdst.1:1,2, daar
begint het boek Hebreeën mee.
Hebr.1:2 wanneer heeft Hij Hem Erfgenaam
gemaakt van alles? Hebr.1:3-5. Dat is de naam, de
titel die God de Vader aan God de Zoon gaf de dag
dat Hij Hem genereerde, een aanhaling uit Ps.2:6.
Er is hier een aanstelling. Dat is de opstanding.
Met de opstanding van Jezus Christus verklaarde
God de Vader Hem de Zoon van God met kracht,
en de Heilige Geest door de opstanding van de
dood.
In Hand.13:33 haalt Paulus Ps.2:6 aan als een
duidelijke verwijzing naar de opstanding, de
generatie van Jezus Christus uit de dood. En die
generatie verklaard Hem openlijk en vertoond Hem
aan het universum in de positie van Zoonschap.
Niet langer een dienstknecht, niet langer
gehoorzaamheid leren, nu geplaatst in de positie
van aanname. En Hem is gegeven die betere naam
dan de dienaars, de engelen zijn dienaren, u
herinnert zich Gal.4:1,2 dat is hier aan de hand.
Daarom zegt hij in Hebr.5:5 dat Christus Zichzelf
niet verheerlijkt heeft om Hogepriester te worden.
Hij was geen Hogepriester toen Hij op aarde was.
Toen Hij op aarde was, was Hij van de stam van
Juda. En de stam van Juda heeft geen bediening in
het priesterschap, daarom was Hij geen priester
toen Hij op aarde was. Hij werd aangewezen als
hun Hogepriester bij Zijn opstanding. God de
Vader wees Hem aan, verheerlijkte Hem op die
manier: door te zeggen: Gij zijt Mijn Zoon, heden
heb Ik U gegenereerd. Ik heb U gesteld tot
Erfgenaam van alles.
Hebr.5:6 nu, als u een priester voor eeuwig bent,
hoe lang moet u dan leven? Als u voor eeuwig
leeft, wat voor soort leven moet u dan hebben?
Eeuwig leven, wat voor soort leven is dat? Dat is
opstandingleven, gaat het om in het Koninkrijk. U
ziet, in het Koninkrijk, in het opstandingsleven van
het Koninkrijk dat het volk Israël eeuwig leven
heeft. Voor Israël was eeuwig leven synoniem met
leven in het Koninkrijk.
Ik blijf deze dingen zeggen, ik herhaal en ik kijk
terug met jullie zodat het in uw verstand komt,
want ik weet hoe moeilijk het is om al deze dingen
in uw verstand op te slaan, in uw referentieframe.
Dus ik herhaal nu snel zodat u zo vers 7,8,9 zult
begrijpen. Sommigen van u zullen niet al deze leer
die ik nu behandeld heb begrijpen, en als u het niet
begrijpt, voel u zelf niet slecht, want u kunt niet
alles van Hebreeën begrijpen, maar we gaan erdoor
heen en ik herhaal deze dingen, omdat ik weet dat u
die achtergrond, referentieframe moet hebben.
Luk.18:28-30 “En Petrus zeide: Zie, wij hebben
alles verlaten, en zijn U gevolgd.” “En Hij zeide
tot hen: Voorwaar, Ik zeg ulieden, dat er
niemand is, die verlaten heeft huis, of ouders, of
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 68
broeders, of vrouw, of kinderen, om het
Koninkrijk Gods;” “Die niet zal veelvoudig
weder ontvangen in dezen tijd, en in de
toekomende eeuw het eeuwige leven.”
De komende eeuw, dat is het Koninkrijk. Wat
hebben zij? Eeuwig leven! Voor hen die leven in
het Koninkrijk, is dit een andere manier van zeggen
dat zij eeuwig leven zullen hebben. Eeuwig leven
voor hen was opstandingsleven in het Koninkrijk
dat Jezus Christus aan hen beloofde.
Mark.10:30 “Of hij ontvangt honderdvoud, nu
in dezen tijd, huizen, en broeders, en zusters, en
moeders, en kinderen, en akkers, met de
vervolgingen, en in de toekomende eeuw het
eeuwige leven.”
Parallelgedeelte, hier zegt hij het op deze manier.
Ik ben blij dat ik niet deze tekst hoef te claimen,
wat zal ik moeten doen met al die broeders en
zusters, en ik heb er al heel wat, maar… de
toekomende wereld is eeuwig leven. U ziet,
opstandingsleven was de basisbelofte van het
verbond met Abraham. Toen God tegen Abraham
zei dat zijn zaad dat land zou bezitten voor eeuwig,
maar dat hij eerst zou sterven, toen begreep
Abraham instinctief, onmiddellijk dat hij zou
sterven en weer op zou staan en voor eeuwig in het
land zou leven.
We gaan terug naar Hebr.5. Het punt dat Jezus
Christus priester voor eeuwig is, is vlgs.
Melchizedek. En we zullen begrijpen waarom hij
Melchizedek erbij haalt ivm het eeuwige
priesterschap van Christus als we bij hfdst. 7
komen, want dan gaat hij het uitleggen aan ons.
Sommigen zeggen: Melchizedek was een heiden.
Nu, er waren nog geen Joden toen Melchizedek
leefde.
Hebr.5:7,8,9 “Die in de dagen Zijns vleses,
gebeden en smekingen tot Dengene, Die Hem uit
den dood kon verlossen, met sterke roeping en
tranen geofferd hebbende, en verhoord zijnde
uit de vreze.” “Hoewel Hij de Zoon was,
nochtans gehoorzaamheid geleerd heeft, uit
hetgeen Hij heeft geleden.” “En geheiligd zijnde,
is Hij allen, die Hem gehoorzaam zijn, een
oorzaak der eeuwige zaligheid geworden;”
Let op, Hij is de Zoon, maar in de dagen van Zijn
vlees leerde Hij gehoorzaamheid. Wie leert
gehoorzaamheid? Een dienstknecht! In de dagen
van Zijn vlees is Hij nog niet verhoogd en
aangesteld tot die Naam van Zoonschap. Hij leert
gehoorzaamheid, en daarom roept Hij tot de Vader
met tranen om Hem van de dood te verlossen. Hij
leert hier wat hfdst.4:15 zegt dat Hij is, Hij leert
wat het is om een leven van gehoorzaamheid des
geloofs te leven, en volmaakt te worden :9,10.
Het punt van vers 7,8 is het punt van Gal.4:1,2.
Deze dag ben je Mijn Zoon, dat is de opstanding.
Gedurende Zijn aardse bediening was het karakter
van Zijn leven dat van een Profeet. In Zijn aardse
bediening van Jezus Christus functioneerde Hij als
de lijdende Knecht, Hij leefde als Degene Die
gehoorzaamheid moest leren door de dingen die Hij
leed, en door Zijn lijden :7 leed Hij in alle punten
zoals Zijn broeders.
Vers 7 is soms niet begrepen. Er is een vreemde
leer die door het niet begrijpen van het geheime
karakter van wat er op Golgotha gebeurde, vers 7
op een fascinerende manier lezen, zij lezen zo: die
in de dagen van Zijn vlees enz. en het idee is dat
het Gethsemané is. Mat.26 en het idee is dat toen
Jezus Christus in Gethsemané was, en Hij bad dat
de beker Hem voorbij zou gaan, en Lukas zegt dat
Zijn zweetdruppels bloed werden, de intensiteit van
Zijn gebed, en het idee is dat Hebr.5:7 dat de duivel
Hem probeert te doden in Gethesemané. En de
duivel probeert Hem tegen te houden om naar het
kruis te gaan, want de duivel wilde niet dat Hij zou
sterven op Golgotha. Daarom probeert de duivel
Hem te doden in Gethsemané. Maar Jezus bad en
weende met tranen tot de Vader en God redde Hem
van sterven in Gethsemané zodat Hij naar het kruis
kon gaan.Wat is daar fout aan?
Ga mee naar 1 Kor.2:7 Want zo was het niet. Een
pastor die een groot voorbeeld was voor mij
vertelde, het was zondag voor Kerst en een vrouw
stond voor 10000 mensen in Madison Square
Garden en zij zong met heel haar hart en een
prachtige stem het lied Jeruzalem. Het klonk
prachtig, en iedereen was onder de indruk, en ik
dacht wat zal die broeder zeggen? Hij zei: dat was
mooi, een mooi lied ook, maar het is niet waar.
Prachtig, klinkt geweldig, maar als u naar de
woorden luistert geloof ze niet… Zo is het met
Hebr.5:7 zoals ik het beschreef. Ik hoorde het over
de radio preken en het is algemeen zo gezien dat in
Gethsemané omdat Hij bad, en weende God Hem
redde van de dood. De duivel probeerde Hem te
doden voor Hij naar Golgotha ging.
1 Kor.2:7,8 “Maar wij spreken de wijsheid
Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 69
was, welke God te voren verordineerd heeft tot
heerlijkheid van ons, eer de wereld was;”
“Welke niemand van de oversten dezer wereld
gekend heeft; want indien zij ze gekend hadden,
zo zouden zij den Heere der heerlijkheid niet
gekruist hebben.”
Satan begreep niet wat het kruis betekende, hij
hield Christus niet tegen om naar het kruis te gaan,
hij probeerde Hem juist aan het kruis te krijgen. Hij
probeerde Hem te doden, probeerde Hem te
verslaan, de dood is de ultieme vijand, en wie had
de macht van de dood? We zagen in hfdst.2:14 dat
satan die had. Hebr.5:7 …Die Hem uit de dood
kon verlossen. Er staat niet verlossen van sterven.
Er is een verschil tussen gered zijn van de dood en
gered van sterven. Gered zijn van sterven betekend
dat u niet sterft. Gered zijn van de dood betekend
dat u dood bent maar de dood kan u niet
vasthouden. Herinnert u zich Hand.2:24 de dood
kon Hem niet houden… Hij was niet gered van
sterven, Hij stierf, maar de dood kon Hem niet
houden.
Fil.2:8 “En in gedaante gevonden als een mens,
heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam
geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des
kruises.”
Gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja den
dood des kruises. Gehoorzaamheid tot den dood
Hebr.5:9. Hij was niet gered van sterven, maar van
de dood. Jezus Christus ging naar Golgotha en
stierf in het absolute vertrouwen en geloof dat God
de Vader Zijn Woord zou houden en Hem
opwekken. Hij legde Zijn leven neer op Golgotha
in complete en totale gehoorzaamheid en
vertrouwen op wat God de Vader en God de Geest
met Hem overeengekomen waren, Zij hadden Hem
beloofd en Zich voorgenomen door Zijn dood en
opstanding.
Maar Jezus Christus heeft het onafhankelijke
uitoefenen van Zijn eigen eigenschappen van Zijn
Godheid opzij gezet en heeft het menszijn op Zich
genomen en heeft Zichzelf voor een kleine tijd
lager dan de engelen gemaakt, en heeft Zich
onderworpen aan de dood. Dus Hij gaat naar
Golgotha in het vertrouwen dat God de Vader, tot
Wie Hij gebeden heeft en geroepen alle dagen in
Zijn vlees, gedurende de dagen van Zijn lijden, en
gedurende de dagen dat Hij de gehoorzaamheid des
geloofs geleerd heeft, Hij gaat naar Golgotha en
sterft en Hij is gered van de dood, Hij is hét
voorbeeld van de gehoorzaamheid des geloofs. En
door Zijn absolute, complete gehoorzaamheid des
geloofs is Hij de Oorzaak der eeuwige
zaligheid(:9). Hoe krijgt u eeuwige zaligheid? U
moet eeuwig leven hebben, opstandingsleven.
Hebr.5:10 “En is van God genaamd een
Hogepriester, naar de ordening van
Melchizedek.”
En is van God genaamd een Hogepriester naar de
ordening van Melchizedek, het opstandingsleven,
dat hij bediend. Betekent dat wat voor u?
Joh.10:17,18 “Daarom heeft mij de Vader lief,
overmits Ik Mijn leven afleg, opdat Ik hetzelve
wederom neme.” “Niemand neemt hetzelve van
Mij, maar Ik leg het van Mijzelven af; Ik heb
macht hetzelve af te leggen, en heb macht
hetzelve wederom te nemen. Dit gebod heb Ik
van Mijn Vader ontvangen.”
God de Vader had een afspraak met God de Zoon,
dat als God de Zoon naar Golgotha zou gaan en
sterven, God de Vader Hem zou opwekken.
Rom.6:4 Hij is opgewekt door de heerlijkheid des
Vaders, dat door Zijn dood op Golgotha zekere
dingen zullen worden volbracht en door Zijn
opstanding zekere dingen zullen worden volbracht.
Hij en de Vader in de raad van de Godheid in het
verleden van de eeuwigheid zijn dit
overeengekomen. En de Vader heeft de Zoon in de
dood gegeven en de Vader heeft toegestemd dat
Zijn Zoon kon sterven en dat Hij zou sterven. En de
Vader gaf Hem de opdracht, de instructie, het plan
en het doel dat de Heere Jezus Christus de keus had
in deze zaak of Hij Zijn leven zou neerleggen en
weer zou opnemen.
Mat.26:39,40 enz. “En een weinig voortgegaan
zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en
zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is,
laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan!
doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.”
“En Hij kwam tot de discipelen en vond hen
slapende, en zeide tot Petrus: Kunt gij dan niet
een uur met Mij waken?”
Ik wil dat u ziet wat de gehoorzaamheid des geloofs
is. De beker is de beker van de toorn en de wraak
van de almachtige God over de zonde, zie Jeremia,
de Heere Jezus zag in de beker. Zoals Hij deed in
vers 27: deze drinkbeker is de drinkbeker van Mijn
bloed. Deze beker bevat Mijn offer voor de zonden
van Mijn mensen. Hij keek in die beker en Hij zag
de toorn en de wraak van God tegen de zonde, en
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 70
als het mogelijk is laat deze drinkbeker aan Mij
voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij
wilt. Ik ga de gehoorzaamheid des geloofs
uitoefenen. Begrijpt u iets van wat Hij zegt in vers
38? Begrijpt u iets van waar Hij hier door
heengaat?
Mat.26:42 “Wederom ten tweeden male
heengaande, bad Hij, zeggende: Mijn Vader!
Indien deze drinkbeker van Mij niet voorbij
kan gaan, tenzij dat Ik hem drinke, Uw wil
geschiede!”
Jezus Christus doet de wil van Zijn Vader. Hoe doe
je dat? Dat is de gehoorzaamheid des geloofs.
Mat.26:44,45,46 als zij de hof van Gethsemané
verlaten is er geen vraag meer over. De wil van
God is het enige absolute ding in Zijn leven. Hij
heeft de keus gemaakt, het besluit genomen: Ik ga.
Hij is gehoorzaam.
Maar ik wil dat u begrijpt dat die gehoorzaamheid
niet gedwongen of geforceerd was, en wij weten
dat uit vers 52,53. Dit zijn ontroerende verzen,
meestal lezen we erover heen. Ziet u wat Hij zegt:
Ik heb besloten, doe de wil van de Vader en Ik ben
onderweg en Petrus probeert Hem te stoppen, en
Hij zegt: Wacht even, Ik heb jou niet nodig om dit
te stoppen, begrijp je niet dat Ik de Vader kan
vragen en Hij zal 12 000 engelen sturen? Maar Hij
deed het niet, in plaats daarvan stierf Hij voor u en
mij, dat is geweldig! Dit vers vernietigd compleet
en totaal de calvinistische theologie.
Als Jezus Christus op dit punt zei: OK Vader, Ik ga
dit niet doen, Ik maak de keus: Ik ga niet naar het
kruis… De Vader zou onmiddellijk terugtrekken en
stoppen en alles vernietigen en alles afblazen. Hij
was niet geforceerd, gedwongen om te gaan en tot
dat moment in Mat.26 waar Hij Zijn wil nam en
koos om te gaan, was de vraag open. U moet
begrijpen: Christus legde compleet en vrijwillig
Zelf Zijn leven af, door een daad van Zijn eigen
vrije wil in gehoorzaamheid aan de Vader. Het was
niet iets dat voor de grondlegging der wereld in
steen was gegrift en nooit veranderd kon worden,
dat bedoel ik te zeggen. Hij léérde gehoorzaamheid
door de dingen die Hij leed, en Hij was
gehoorzaam tot de dood.
En daarom Hebr.5 werd Hij gered van de dood,
God wekte Hem op! Nu, dat punt dat Hij gered
werd van de dood, we hebben geen tijd om alles
door te gaan, maar er zijn veel gedeelten in de
Psalmen waar u Hem ziet als Messias roepende tot
de Vader om Hem te redden van het graf. Ik geef u
er één:
Psalm 49:15 Maar God zal mijn ziel van het
geweld des grafs verlossen, want Hij zal mij
opnemen. Sela.”
En als u tijd hebt lees Ps.16,18. Dat is het geloof
dat Hij had toen Hij naar Golgotha ging. We gaan
terug naar Ps.16:9,10 Petrus haalde deze Psalm aan
op het Pinksterfeest.
Ps.16:9,10 “Daarom is mijn hart verblijd, en
mijn eer verheugt zich; ook zal mijn vlees zeker
wonen.” “Want Gij zult mijn ziel in de hel niet
verlaten; Gij zult niet toelaten, dat Uw Heilige
de verderving zie.”
En Fil.2 zegt: omdat Hij gehoorzaam was tot de
dood des kruises, God heeft Hem daarom uitermate
verhoogd. Dat is precies wat Hebr.5 zegt in vers 8,9
een eeuwige zaligheid, geen tijdelijke zaligheid en
dat is het punt van het priesterschap van
Melchizedek. Het priesterschap van Aaron duurde
zolang als Aaron en de wet duurde en toen er een
verandering in de wet kwam in een Nieuw Verbond
kon het priesterschap van Aaron niet meer duren.
Er was een nieuw priesterschap nodig, het Nieuwe
verbond zou voor eeuwig duren dus ze hadden een
priesterschap nodig dat voor eeuwig duurde, het
priesterschap van Melchizedek was een eeuwig
priesterschap. We zullen dat zien als we bij hfdst.7
komen.
Hebreeën 5:11-14
De vorige keer keken we naar de eerste tien verzen
en ik probeerde u te laten zien dat hij nu het punt
van het priesterschap van Melchizedek van
Christus ter sprake brengt. Hij is gekomen bij het
punt in Hebreeën van de Hogepriesterlijke
bediening van de Heere Jezus Christus voor het
volk Israël. En ik probeerde u uit te leggen wat de
invloed van Zijn Hogepriesterlijke bediening is
voor die tijd in het boek Hebreeën. En nu gaat hij
spreken over Zijn priesterschap en waarom zij Zijn
priesterschap moeten begrijpen en het verschil in
Zijn priesterschap door de verandering die plaats
had in de wet.
In Hebr.7:12 gaat het er om dat als er volmaaktheid
mogelijk was geweest voor Israël en iedereen onder
het verbond met Mozes en het Levitische
priesterschap van Aaron dan was er geen nieuw
verbond nodig geweest. Als het oude verbond
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 71
toereikend was geweest om redding aan Israël te
brengen had God nooit gezegt: Ik maak een nieuw
verbond met jullie. Als het oude priesterschap
voldoende was geweest was er geen nieuwe nodig
geweest. Als het priesterschap van Aaron, van de
wet van Mozes voldoende was geweest was Jezus
Christus niet verklaard te zijn een priester volgens
de orde van Melchizedek.
Met andere woorden: Psalm 110 als Hij verklaard
wordt te zijn priester naar de ordening van
Melchizedek heeft dat alles te doen met het feit dat
het duidelijk is dat God de ordening van het
priesterschap gaat veranderen. In de eerste verzen
heeft God Hem aangewezen, en niet een mens en
Hij wees Hem aan een priester voor eeuwig
volgens de ordening van Melchizedek, dat heeft te
maken met de opstandingsbediening van Christus,
Zijn bediening als de opgestane Christus. In Zijn
opstanding is Hij een priester volgens de ordening
van Melchizedek. Dat is een eeuwig priesterschap.
Het punt van priester te zijn voor eeuwig :6
Ps.110:4. Het priesterschap van Melchizedek heeft
eeuwig leven, opstandingsleven. Jezus Christus
bezit opstandingsleven. Hij behandelt dit alles,
brengt het tevoorschijn, klaar om het te vertonen en
dan stopt hij in vers 11!
Hebr.5:11 “Van Denwelken wij hebben vele
dingen, en zwaar om te verklaren, te zeggen,
dewijl gij traag om te horen geworden zijt.”
Van denwelken wij hebben vele dingen…te
zeggen, dewijl gij traag om te horen geworden zijt.
Ik heb veel te vertellen over Jezus Christus als onze
Hogepriester naar de ordening van Melchizedek, er
zijn veel dingen die deze mensen moeten
waarderen over het priesterschap van Christus,
zodat zij niet teruggaan naar het priesterschap van
Mozes. Als zij Hem waarderen als priester naar de
ordening van Melchizedek zullen zij gemotiveerd
en geïnstrueerd zijn in wie Christus voor hen is, en
de voorzieningen in het priesterschap van
Melchizedek en dat begrip zal hen motiveren om
door te gaan met Christus en niet teruggaan naar de
wet van Mozes en het Oude Testament. Maar naar
het Nieuwe Verbond en de zegeningen voor hen
daarin.
Het is duidelijk voor mij dat deze gedeelten niet
veel met ons te maken hebben omdat als wij te
maken zouden hebben met het priesterschap van
Melchizedek naar welk priesterschap moeten we
dan terug moeten? Wij hebben er geen één om mee
te beginnen. Wij zijn geen priesterlijk volk om mee
te beginnen, dus het contrast, behalve als u er zich
op fixeert dat u een deel bent van het volk Israël, en
teruggaat naar het Joodse programma, er is een
verandering…
Vers 11, hij stopt nu en de rest van de verzen van
hfdst.5 en hfdst.6 gaat hij hen uitleggen waarom het
zo moeilijk is voor hen om het punt te vatten van
dit nieuwe priesterschap van Christus. En wat u
hier gaat ontdekken is precies hetzelfde wat Paulus
aan de Korinthiers in de eerste drie hoofdstukken
van het eerste boek van de Korinthiers schrijft.
Heeft u zichzelf ooit afgevraagd, of is u gevraagd
waarom mensen het geheimenis niet zien? Dat
vragen mensen mij steeds, afgelopen week in een
meeting in Californië ontmoette ik drie mensen, ze
verblijdden zich in het woord rechtgesneden, en de
aparte bediening van Paulus en in het geheimenis
en de genade van God. Br. Rick: waarom kunnen
wij het zien en andere mensen niet?! Dat is een
soort tendens. Ik zal u mijn antwoord laten zien, ga
met mij mee naar 1 Korinthe 1 als u wilt begrijpen
waarom mensen het geheimenis niet zien: Paulus
schreef 3 hoofdstukken in 1 Korinthe om het aan
hen uit te leggen waarom zij het niet zagen:
hoofdstuk 1,2,3. Er zijn hier drie basis redenen
uitgelegd waarom zij het niet zien.
En als u die gedeelten zult bestuderen zult u het
begrijpen waarom mensen het niet zien, en
waardeert u waarom u het ziet. Wat mensen
meestal denken is: wij zien het en zij niet, er moet
iets bijzonders zijn met ons… God moet bijzonder
goed voor ons geweest zijn (Ik dacht dat ook), Hij
koos mij uit om het te laten zien en niet aan broeder
zo en zo, dus Hij moet mij bijzonder aardig
vinden… U deed dat natuurlijk niet maar… Maar
als u gaat begrijpen wat genade is dan weet u dat
dat niet waar is! God is even rijk voor mij als voor
die ander, het probleem is niet van Gods kant, maar
van mijn kant. Het probleem is niet dat God het niet
heeft bekend gemaakt, het probleem is: ik heb het
niet aangenomen en gewaardeerd. Dan gaat u
zeggen: waarom heb ik het aangenomen? Dan
begrijpt u dat het niet iets is dat u trots maakt, maar
nederig.
1 Korinthe 1:26-29 “Want gij ziet uw roeping,
broeders, dat gij niet vele wijzen zijt naar het
vlees, niet vele machtigen, niet vele edelen.”
“Maar het dwaze der wereld heeft God
uitverkoren, opdat Hij de wijzen beschamen
zou; en het zwakke der wereld heeft God
uitverkoren, opdat Hij het sterke zou
beschamen;” “En het onedele der wereld, en het
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 72
verachte heeft God uitverkoren, en hetgeen
niets is, opdat Hij hetgeen iets is, te niet zou
maken;” “Opdat geen vlees zou roemen voor
Hem.”
U ziet dat het mensen zijn die niet zo wijs, machtig,
edel zijn, maar dwaas, zwak, niets. Weet u waarom
u het hebt? Omdat u een dom, zwak niemand bent
die dwaas wilde zijn en veracht en niets. Begrijpt u
waarom ik dit tegen u zeg? In plaats van te zeggen:
ik ben zo geweldig is het een teken dat ik zo dwaas
wilde zijn om te geloven wat God zegt. Ik wil zwak
genoeg zijn om in Zijn kracht te rusten, ik wil niets
zijn, dat Hij alles kan zijn. En dat is de eerste basis
vereiste voor Hem om u alles te laten zien, Hem
alles te laten zijn. En als u deze waarheid ziet
maakt het u niets en het betekent dat u niet machtig
bent, u bent één van de weinigen die niets willen
zijn. Vers 29 dat is de weg van geloof. Dus in
plaats van verhogen is het Christus is alles. Hun
vlees zit in de weg.
Hebr.5:11 Hij gaat naar de redenen die de Hebreeën
niet oppakken, en het moeilijk vinden om gesticht
te worden volgens hun programma.
Hebr.5:12 “Want gij, daar gij leraars behoordet
te zijn vanwege den tijd, hebt wederom van
node, dat men u lere, welke de eerste beginselen
zijn der woorden Gods; en gij zijt geworden, als
die melk van node hebben, en niet vaste spijze.”
U herkent hier direct het verband met 1 Kor.2,3
hetzelfde idee. Israël heeft altijd het Woord van
God gehad, God had het aan niemand anders
gegeven, toen Christus kwam en Johannes en de
apostelen. Hebr.1:1 Israël had het Woord, had de
informatie. En nu hebben ze weer iemand nodig die
hen het ABC opnieuw leert. Ze hadden niet eens de
basis dingen geleerd. Israël heeft nooit de
basisdingen van de wet geleerd, de wet van Mozes
was ontworpen om hen te leren, de basisbeginselen
over henzelf, over hun eigen zondigheid, hun eigen
beperkingen, hun eigen onmogelijkheden en hun
eigen behoefte aan een Verlosser, ze hebben deze
dingen niet geleerd. Dus zij moesten opnieuw
geleerd worden, als degenen die melk nodig hebben
en geen vlees.
Het probleem was dat zij niet in staat waren om
effectief te horen. We gaan naar Mat.13:3 en verder
en dit gaat over de leer van het oor en is heel
belangrijk in Israël, daarom bespreek ik het nu.
Mat.13:9 “Wie oren heeft om te horen, die
hore.”
Wie oren heeft om te horen, die hore. Dat is een
heel belangrijke uitdrukking, omdat in dit gedeelte
de Heere aan Israël een bijzondere manier van leren
begint te introduceren.
Mat.13:10 “En de discipelen tot Hem komende,
zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen
door gelijkenissen?”
Hij begon ze te leren in gelijkenissen. Dit is de
eerste gelijkenis, van de zaaier. En als Hij daar staat
en deze mensen in Israël begint te leren in
gelijkenissen, vragen de discipelen Hem: waarom
doet U dat?!
In elk commentaar dat u leest of als u naar de
predikers op de radio luistert en u vraagt het hen:
waarom leerde Christus in gelijkenissen? Wat
vertellen zij u? Hij gebruikt huiselijke illustraties
die iedereen begrijpt zodat Hij de waarheid
duidelijk kan maken voor hen. Zoals een illustratie
in een preek, een illustratie uit het leven zoals b.v.
de zaaier, dat begrijpen ze zodat ze dan kunnen
horen en meer precies begrijpen wat Hij leert.
Maar kijk wat Hij zegt: Mat.13:11-16. Het punt
daar is duidelijk: er zijn twee groepen van
luisteraars. Er is een groep die zegt: spreek wat
duidelijker, wil je, ik kan het niet horen, ik zie het
niet, waar heeft U het over, ik zie niets. Dat is die
groep, zij hebben hun ogen gesloten zodat ze niet
zien, ze hebben hun oren dichtgedaan. Dat is het
probleem van deze mensen, ze hebben hun oren
dicht, hun ogen dicht, daarom spreekt Christus tot
hen in gelijkenissen zodat zij het niet kunnen
pakken, omdat zij het niet willen.
En dan gaat Hij verder en verklaart de gelijkenis
van de zaaier. Christus leert twee gelijkenissen die
Hij Zelf uitlegt aan Zijn discipelen. In Mat.13,
Mark.4 en Luk.8 als Hij ze uitlegt zegt Hij tot hen:
Ik ga deze gelijkenis uitleggen zodat jullie de
principes kunnen begrijpen waarmee je al de andere
gelijkenissen kunt uitleggen. Dus Hij leert hen hoe
zij ze kunnen begrijpen. Maar Hij spreekt in deze
bedekte, parabolische taal zodat mensen die hun
oren en ogen sluiten niet kunnen horen, zien .
Mat.13:15 en Hebr.5:11 Wat is het probleem: er
zijn een heel stel mensen in hun midden die niet
geloven… Het horende oor, herinnert u Openbaring
2 en 3? Met de 7 gemeenten, elke keer eindigt hij
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 73
met: die oren heeft , die hore… De reden daarvan
is: (ga mee naar Johannes 8) dat horende oor was
het oor van geloof en dat trage horen was ongeloof.
Er zijn twee groepen in Israël, de gemengde
menigte, en wat er in de grote verdrukking gaat
gebeuren is dat die groep mensen “uitgewied”,
uitgezuiverd zullen worden. De manier waarop dit
zal gebeuren is door het Woord van God en
sommigen zullen horen en anderen niet, sommigen
geloven en sommigen niet, sommigen zullen
gezegend worden in het Koninkrijk en sommigen
zullen omkomen in de verdrukking en het volk zal
uitgezuiverd worden en dat vertelt hij in Hebr.5 en
6. Als u dit begrijpt en in hoofdstuk 6 komt zal het
niet zo moeilijk zijn voor u om te begrijpen waar
hij over spreekt in vers 4,5,6 in dat gedeelte waar
iedereen altijd zo graag om strijd.
Johannes 8:30,31,32 “Als Hij deze dingen
sprak, geloofden velen in Hem.” “Jezus dan
zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Indien
gijlieden in Mijn woord blijft, zo zijt gij
waarlijk Mijn discipelen;” “En zult de waarheid
verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.”
Indien gijlieden in Mijn woord blijft… dan…!
Joh.8:43-47 “Waarom kent gij Mijn spraak
niet? Het is, omdat gij Mijn woord niet kunt
horen.” “Gij zijt uit den vader den duivel, en
wilt de begeerten uws vaders doen; die was een
mensenmoorder van den beginne, en is in de
waarheid niet staande gebleven; want geen
waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen
spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen; want hij is
een leugenaar, en de vader derzelve leugen.”
“Maar Mij, omdat Ik u de waarheid zeg, gelooft
gij niet.” “Wie van u overtuigt Mij van zonde?
En indien Ik de waarheid zeg, waarom gelooft
gij Mij niet? “Die uit God is, hoort de woorden
Gods; daarom hoort gijlieden niet, omdat gij uit
God niet zijt.”
Tot wie spreekt Hij hier? Mensen gebruiken dit
vers alsof Jezus dit spreekt tot iedereen die Hij op
straat tegen kwam, weet u tot wie Hij hier sprak?
Tot de religieuze leiders van Israël. Tot de
farizeeën en schriftgeleerden, zij die hun oren
dichtgestopt hebben en hun ogen dicht hebben door
hun eigen keus. Dit is geen algemene uitspraak
over de gehele mensheid. Vers 44: In Hebr.2:14,15
hebben we dit gezien over de duivel enz. dus de
context is erg gelijkend vers 45-47.
Terug naar Hebr.5 hij zegt: ik heb jullie veel te
vertellen, maar het is moeilijk om jullie zover te
krijgen dat je het begrijpt, jullie zijn traag om te
horen. Waarom? Ze hebben hun oren dichtgestopt.
Ziet u hij spreekt tegen het volk Israël, de generatie
geadresseerd in die tijd, die gemengde menigte.
Johannes 10:1,2 “Voorwaar, voorwaar zeg Ik
ulieden: Die niet ingaat door de deur in den stal
der schapen, maar van elders inklimt, die is een
dief en moordenaar.” “Maar die door de deur
ingaat, is een herder der schapen.”
De schapen zijn de kleine kudde, het ware volk
Israël, de deur tot de kudde is de waterdoop,
mensen die leiderschap willen hebben in de kudde
zonder zich aan Johannes waterdoop te
onderwerpen zijn de dief en de moordenaar. Lukas
7:29,30. De Herder komt en onderwerpt Zich aan
Johannes’ doop en gaat verder. De deur, is de doop
van Johannes. Als iemand u vertelt dat de deur naar
de baptistenkerk waterdoop is dan hebben ze gelijk,
dat leerde Johannes de Doper en hij stichtte de
eerste baptistenkerk, een Joodse baptistenkerk die
uitkeek naar de wederkomst en het Koninkrijk. Dus
u ziet mensen in onze dagen, leden van
baptistenkerken die uitkijken naar de wederkomst
en het Koninkrijk.
Joh.10:3,4 “Dezen doet de deurwachter open,
en de schapen horen zijn stem; en hij roept zijn
schapen bij name, en leidt ze uit.” “En wanneer
hij zijn schapen uitgedreven heeft, zo gaat hij
voor hen heen; en de schapen volgen hem,
overmits zij zijn stem kennen.”
Als de Herder komt horen de schapen naar Hem, zij
kennen Zijn stem. Vers 16 en zij zullen Mijn stem
horen… Vers 25-28 Hij spreekt tot de religieuzen,
mijn schapen horen Mijn stem. Vers 28 dit vers
wordt soms gebruikt om eeuwige zekerheid voor u
en mij als leden van het lichaam van Christus, maar
dat is een probleemvers voor eeuwige zekerheid,
omdat hun in vers 28 gaat over mensen die Zijn
stem horen en Hem volgen vers 27, dat is
voorwaardelijk! Bent u een discipel? Joh.8:31
indien gij in Mijn Woord blijft, zo zijt gij waarlijk
Mijn discipelen… U ziet dat dit een andere situatie
is dan in de brieven van Paulus.
Hebr.5 Het probleem is dat deze mensen geen
voortgang maken in de leer die zij moeten leren. Zij
worden als hen die weer opnieuw de beginselen
moeten horen en als die melk nodig hebben, een
baby. Zij hebben nodig: né,né , doe je mond open,
hier komt de trein… Ik heb vandaag gelunched, ik
ging naar de koelkast nam vlees deed het in de gril
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 74
en aardappelen, en wat sellerie en brocolli en
bloemkool en ik at. Ik at zelf, mijn vrouw is niet
altijd thuis. Doe het zelf! Israël moest volwassen
zijn, maar ze zijn nog baby’s.
Hebr.5:13,14 “Want een iegelijk, die der melk
deelachtig is, die is onervaren in het woord der
gerechtigheid; want hij is een kind.” “Maar der
volmaakten is de vaste spijze, die door de
gewoonheid de zinnen geoefend hebben, tot
onderscheiding beide des goeds en des kwaads.” Geestlijk een baby zijn, de twee belangrijkste
verzen zijn vers 13,14. Wel religieus, maar een
baby, ook als je regelmatig naar de diensten komt
kun je een baby zijn. Als u het Woord van God
belangrijk maakt voor u, er de antwoorden in zoekt,
er ervaren in wordt, dan zijn de antwoorden die u
vindt in Gods Woord veel meer dan de antwoorden
die het religieuze systeem u geeft.
Vers 14 als de persoon in vers 13 onervaren is in
het Woord, wat is de persoon in vers 14? Hij
gebruikt het woord der gerechtigheid, ervaren, zijn
zinnen geoefend in onderscheid van goed en kwaad
hij gebruikt de Schrift om wat om hem heen
gebeurd te evalueren en wat goed en kwaad is. Dit
zijn de twee grootste verzen in het woord van God
over geestelijke volwassenheid.
Een objectieve maatstaf voor u en mij als voor
Israël hoe u ervaren kunt worden in het woord der
gerechtigheid, als u het ten eerste recht snijdt. In
Israëls programma ziet u in hfdst.6 hoe u gesticht
kunt worden in ons programma ziet u dat in
Rom.16 en de stichting overeenkomstig . De
Korinthiers hadden een probleem, ten eerste ze
stelden menselijke gezichtspunten boven Gods
gezichtspunt. U zult nooit de waarheid van Gods
Woord zien tot u eerst ziet dat Gods Woord de
autoriteit is. Zij hadden een autoriteitsprobleem in
hun leven. Het Woord was de autoriteit niet, hun
religie, hun leraren, hun kerkelijke structuur, de
mensen die zij volgden en dit boek was niet de
autoriteit in hun leven. Dat is de basis waar alles
start, begint. 1 Korinthe 2 zij waren niet betrokken
en begrepen het leerroces niet, zo is het ook met
deze mensen.
Rom.9:30,31 “Wat zullen wij dan zeggen? Dat
de heidenen, die de rechtvaardigheid niet
zochten, de rechtvaardigheid verkregen hebben,
doch de rechtvaardigheid, die uit het geloof is.
“Maar Israel, die de wet der rechtvaardigheid
zocht, is tot de wet der rechtvaardigheid niet
gekomen.”
God gaf Israël het Woord, Israël begreep niet wat
de wet hun probeerde te leren :32, zij hebben het
nooit gevat, God gaf hen de wet, zij hadden hem,
zij lazen hem, zij bestudeerden hem maar zij
leerden nooit wat de wet hen probeerde te leren: uw
falen, je kunt het niet, je zult het nooit maken, jouw
manier, je kunt het alleen maken door te
vertrouwen wat God deed. Psalm 51: ik heb
gezondigd tegen God, ik ben een zondaar en de
offeranden Gods zijn een gebroken geest en een
gebroken en verslagen hart. Dat waardeert God.
Die Jood toen moest begrijpen dat het niet de
ceremonieën waren, zij waren maar een uiterlijke
uitdrukking van geloof, en het rusten in wat God
zegt. Ze begrepen niet hoe het bloed van al die
dieren moest gegeven worden, ze wisten dat God
het zei en zij geloofden. En het was het hart dat
vreesde voor het Woord van God, dat was het punt.
Zij leerden de les, maar het volk als geheel deed het
nooit.
Rom.10: 3 “Want alzo zij de rechtvaardigheid
Gods niet kennen, en hun eigen gerechtigheid
zoeken op te richten, zo zijn zij der
rechtvaardigheid Gods niet onderworpen.”
Ziet u het probleem met Israël toen Christus kwam,
en Jezus is het levende Woord van God, en de
reden waarom zij Hem niet herkenden en hoorden
was omdat zij steeds niet naar het Woord van God
luisterden, zij wandelden niet door geloof. Als zij
steeds hadden gewandeld door geloof en in Zijn
Woord, en als toen het levende Woord had
gekomen dan hadden ze gezegd: hé, we horen Hem
ook. Maar zij hadden een hoorprobleem.
Ze hadden de basis lessen die het wetsysteem voor
hun had niet geleerd, dus toen Christus kwam en
met hen begon te delen en te leren de dingen van de
Koninkrijkswet waren ze blanco. Ze vatten het
niet. Dus de Joden daar en die van Hebr. is dezelfde
situatie. Allen in de context van hun programma,
waren zij traag om te horen. Waarom, ze waren
onervaren in het woord der gerechtigheid. Dus hij
zegt in hfdst.6:1 daarom…laten we verder gaan, er
is meer voor ons dan alleen deze oude basis ABC’s
en 1,2,3 we moeten verder gaan tot de
volmaaktheid. Waar is volmaaktheid?
Volmaaktheid was in het Nieuwe Verbond, niet in
het Oude. Hij zegt: mensen jullie hebben de Oude
les niet geleerd, maar laten we verder gaan met wat
jullie wel kunnen vatten in het Nieuwe Verbond.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 75
Hebreeën 6:1-4
Ik vertelde net aan een paar mensen dat ik gisteren
om 11uur vertrok naar Detroit, ik moest daar om 16
uur zijn, ik reed 340 miles in 5 uur…en ik weet nog
niet hoe ik dat deed, maar ik weet dat ik laat was
toen ik vertrok en ik wilde niet te laat aankomen
daar, maar nu ik vandaag terug kwam deed ik het
niet zo, iedereen haalde me in en ik kon m’n
snelheid niet op pijl krijgen, ik voel me door elkaar
geklutst, als je die weg rijdt en denkt dat de wegen
hier slecht zijn, daar zijn ze nog veel slechter…
We gaan naar Hebr.6.
Hebr.6:1,2 “Daarom, nalatende het beginsel
der leer van Christus, laat ons tot de
volmaaktheid voortvaren; niet wederom
leggende het fondament van de bekering van
dode werken, en van het geloof in God,” “Van
de leer der dopen, en van de oplegging der
handen, en van de opstanding der doden, en
van het eeuwig oordeel.”
Het beginsel der leer… gaat terug naar
hfdst.5:11,12 waar de mensen traag zijn om te
horen. En zij kunnen dingen niet begrijpen door het
hoorprobleem. De illustratie is dat zij iemand nodig
hebben die hen de eerste beginselen der woorden
Gods leren(:12).
En wat hij nu gaat doen, hij gaat verder
daarvandaan en zegt: jullie mensen moeten verder
gaan tot de volmaaktheid(6:1), verder dan deze
basis dingen die je al hebt en verder in het
materiaal voor jullie stichting. Dit gedeelte lijkt
veel op wat Romeinen 16 is voor het lichaam van
Christus, dit gedeelte beschrijft de fundamentele
leer van het programma van de
Koninkrijksboodschap.
De leer die het fundament legt voor stichting in het
Koninkrijksprogramma zien we in vers 1 en 2, dit
zijn de leerstukken die Christus leerde toen hij bij
hen was en van Zijn apostelen, en nu moeten ze
bouwen op deze fundamenten en waarheden van
het Nieuwe Verbond: het priesterschap vlgs.
Melchizedek van Christus, en de verandering die
kwam door het nieuwe programma, de
basiselementen die voor hen gelegd zijn, ze moeten
staan op dat fundament en verder gaan in hun
begrijpen van wat het Nieuwe verbond voor hen is
en door de Hogepriesterlijke bediening van de
Heere Jezus Christus te begrijpen.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 76
Nalatende(:1) Hij heeft het dan niet over verzaken
en dat ze niet meer geloven, hij spreekt over: laten
we verder gaan dan deze dingen: ...laat ons tot de
volmaaktheid voortvaren(:1).
Het fundament van de beginselen… deze dingen
zijn gelegd in Mattheus t/m Johannes. Denk er over
na. Deze Koninkrijksheiligen wordt vertelt dat
volmaaktheid voor een Koninkrijksheilige niet
gevonden kan worden in Mat-Joh., zij moeten
verder gaan in de waarheden die gevonden worden
in Hebreeën t/m Openbaring om volmaakt te
worden.
Daar is een reden voor, en ik laat u dat zo zien,
maar u moet iets begrijpen: als dat vers betekent
wat het zegt: dan kan niemand, in het
koninkrijksprogramma of in het lichaam van
Christus programma(profetische of geheimenis
programma) teruggaan naar Mat.t/m Joh. en
geestelijke volwassenheid vinden. En alle
bedieningen over de hele wereld vandaag gaan
terug en baseren hun bedieningen op de Bergrede
en de leer van Christus in Mattheus, Markus, Lukas
en Johannes!
Ik kreeg een brief van een bekende genadeprediker
over Johannes, hij zei: Je moet je gedachten
updaten over het boek Johannes, dat het boek later
geschreven is en dat het daarom voor ons zou zijn,
alsof de dingen die Christus zei toen Hij op aarde
was en geschreven door Johannes op ons moet
toegepast worden… Maar mensen, mijn Bijbel zegt
dat toen Jezus Christus op aarde was Hij een
dienaar was der besnijdenis. Het commentaar dat
Johannes schreef heeft te maken met het uitleggen
van wat Christus zei en bedoelde in het programma
waar Hij in leefde, en Christus sprak niet over ons.
Wij zijn een geheimenis, en ik schud mijn hoofd
over wat zij zeggen en ik lees het en ik hoor het en
spreek er zelfs met hem over: waarom zie je niet
dat dat tegenstrijdig is of ben je slimmer dan ik.
Misschien is het dat… Ik kan het niet, in Mat.t/m
Joh. vinden we geen volmaaktheid voor deze
mensen. Waarom is er geen volmaaktheid in
Mat.t/m Joh.?
Lukas 18:31-34 “En Hij nam de twaalven bij
Zich, en zeide tot hen: Ziet, wij gaan op naar
Jeruzalem, en het zal alles volbracht worden aan
den Zoon des mensen, wat geschreven is door
de profeten. “Want Hij zal den heidenen
overgeleverd worden, en Hij zal bespot worden,
en smadelijk behandeld worden, en bespogen
worden.” “En Hem gegeseld hebbende, zullen zij
Hem doden; en ten derden dage zal Hij
wederopstaan.” En zij verstonden geen van deze
dingen; en dit woord was voor hen verborgen,
en zij verstonden niet, hetgeen gezegd werd.”
Dit is aan het einde van het leven van Christus, ze
gaan naar Jeruzalem. Vers 34: en zij verheugden
zich omdat Hij zou gaan sterven voor hun
zonden…. Staat dat in vers 34? Maar dat is de
manier waarop iedereen dit vers leest. Vers 34 zegt
en zij verstonden geen van deze dingen…ze
verstonden niet één woord van wat Hij zei. En of
dit al niet genoeg was: …en dit woord was voor
hen verborgen en zij verstonden niet hetgeen
gezegd werd. Drie keer staat er in dit vers dat zij
niet begrepen dat Hij zou gaan sterven en opstaan.
Als zij niet begrepen dat Hij zou sterven en opstaan
dan begrepen zij helemaal niet wat Zijn dood en
opstanding betekende. Ze begrepen niet eens wat er
ging gebeuren. En toch waren dit de twaalf
apostelen die met Hem meegingen en 3 jaar het
evangelie predikten van het Koninkrijk. Zij hebben
het fundament gelegd voor het
Koninkrijksprogramma en de leer in zich
opgenomen, maar hier is iets waar zij niets van
wisten.
Lukas 24:44,45 “En Hij zeide tot hen: Dit zijn
de woorden, die Ik tot u sprak, als Ik nog met u
was, namelijk dat het alles moest vervuld
worden, wat van Mij geschreven is in de Wet
van Mozes, en de Profeten, en Psalmen.” “Toen
opende Hij hun verstand, opdat zij de Schriften
verstonden.”
Let op in :45 zegt: Toen opende Hij hun verstand
opdat zij de Schriften verstonden… Lukas 18 zegt
zij verstonden geen van deze dingen….én dit
woord was voor hen verborgen…. Nu neemt Hij de
bedekking weg en begint voor hen te ontvouwen
waar de profeten over spraken, in Zijn dood en
opstanding en waarom Hij deze dingen moest doen.
Begrijpt u? U zult nooit in Mat.t/m Joh. een uitleg
vinden van de betekenis van het kruis en de
opstanding van Christus voor het volk Israël of
voor iemand anders, want die is er niet! Het was
Zijn bedoeling niet om het bekend te maken of het
daar te plaatsen, u zult de bedoeling niet vinden van
het priesterschap vlgs Melchizedek van Christus.
Mat.t/m Joh. zijn het fundament, maar als deze
Koninkrijksheiligen volmaaktheid willen moeten
zij verder om die te krijgen. Begrijpt u?! Dus als u
terugwilt naar Mat.t/m Joh. voor uw leven en
bediening, dan is dat melk, geen volmaaktheid, dat
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 77
vertelt Hebr.6 u, niet voor hen en zeker niet voor u
en mij. Dat vind ik fascinerend.
Johannes 16:12-14 “Nog vele dingen heb Ik u
te zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen.”
“Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk
de Geest der waarheid, Hij zal u in al de
waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven
niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord
hebben, zal Hij spreken, en de toekomende
dingen zal Hij u verkondigen.” “Die zal Mij
verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne
nemen, en zal het u verkondigen.”
Hij spreekt hier tot de apostelen, over welke dingen
heeft Hij het hier? U heeft er net een paar gelezen
in Lukas 18, dit is de nacht voordat Hij stierf. Hij
zei: Ik moet jullie wat vertellen, maar jullie kunnen
het nu niet bevatten, Ik ga sterven en opstaan, en Ik
ga weg en de Heilige Geest komt en Hij zal jullie
het uitleggen.
Terug naar het boek Hebreeën, hoe gaat Hij het hen
uitleggen? Eén van de dingen is: Hij gaat het voor
hen opschrijven in het Woord van God, en u vind
dat in Hebreeën en Jakobus, 1,2 Petrus en 1,2,3
Johannes enz.
En de openbaring van het geheimenis? Ga mee naar
Efeze 3:1-5 De informatie geopenbaard aan Paulus
was een geheim in andere eeuwen, de mensen
wisten er niet van, maar nu is het geopenbaard. Nú,
aan Paulus door Christus. Paulus gaat uit en vertelt
het en in Hand.15 als Paulus naar Jeruzalem gaat en
het evangelie voorstelt dat hij onder de heidenen
predikt en zij de genade zien die God hem gegeven
heeft leidde de Heilige Geest hen ook in die
waarheid. Maar de manier waarop Hij leidde was
door de bediening van Paulus.
Soms gebruiken de mensen dat gedeelte uit Joh.16
om te zeggen: Wel, zie je Hij wilde hen ook over
het geheimenis vertellen, maar Hij kon niet over het
geheimenis vertellen, Hij moest wachten tot de
Geest van God kwam. Maar de Geest van God
vertelde nooit over de waarheid van het geheimenis
tot nadat Christus die aan Paulus gaf, en door de
prediking van Paulus openbaarde de Geest van God
het aan hen. Zelfs Petrus, in 2 Petr. begreep
duidelijk dat het profetische programma was
onderbroken door het geheimenisprogramma.
We gaan terug naar Hebr.6. en het is hier duidelijk
dat het Koninkrijksprogramma onderbroken is, ze
begrepen dat het onderbroken was en ze kijken uit
naar dat het weer opgepakt zal worden enz. Dus de
onderbreking is erbij betrokken hier Christus als de
Hogepriester is achter het voorhangsel en steunt
hen in hun Lo-Ammi- staat op aarde.
Hebr.6:1 ze moeten bouwen op de fundamenten
van deze verder gevorderde waarheden die bij het
nieuwe priesterschap van Christus horen.
Hebr.6:3 “En dit zullen wij ook doen, indien het
God toelaat.”
Ik weet niet hoe diep je in al deze dingen moet
doorgaan, maar ik denk dat u snel zult begrijpen
waar hij over spreekt. Dode werken: religieuze
werken zonder waarde. Toen Johannes de Doper
hen opriep tot bekering, waar zij zich van moesten
bekeren waren de dode werken van Judaïsme die
het woord van God krachteloos maken en die hun
eredienst ijdel maakte.
Het eerste fundament was: bekeert u, want het
Koninkrijk der hemelen is nabij, bekeren van hun
afvalligheid, van hun ijdele, waardeloze aanbidding
van God, door hun dode werken van religieuze
traditie. Dus het eerste wat zij moesten doen was
bekeren van dode werken.De religieuze activiteiten
waar zij bij betrokken waren. Die geen leven
brengen. Verandering van gedachten.
En van het geloof in God: het punt was geloof in
God en niet alleen de ceremoniën waar zij mee
bezig waren. Zij moesten hun geloof richten op de
God van Abraham,Izaak en Jakob. Daarom wordt
in het boek Johannes zo vaak de nadruk gelegd op
geloven, omdat al de werken die Israël moest doen
eenvoudig de uitwendige uitdrukking van het
geloof was in hun binnenste en in wat God zegt.
En van de leer der dopen: nu, wat doet u als u zich
bekeert van dode werken en u heeft geloof in wat
God tot u zegt, u rechtvaardigt God, hoe
rechtvaardigt u God? Door gedoopt te worden door
de doop van Johannes, Lukas 7 kent u dat gedeelte?
Dus de leer der dopen was een natuurlijk begrip, zij
wisten van nature wat dopen was.
Hebr.9:8-10 “Waarmede de Heilige Geest dit
beduidde, dat de weg des heiligdoms nog niet
openbaar gemaakt was, zolang de eerste
tabernakel nog stand had;” “Welke was een
afbeelding voor dien tegenwoordigen tijd, in
welken gaven en slachtofferen geofferd werden,
die dengene, die den dienst pleegde, niet konden
heiligen naar het geweten;” “Bestaande alleen in
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 78
spijzen, en dranken, en verscheidene wassingen
en rechtvaardigmakingen des vleses, tot op den
tijd der verbetering opgelegd.”
Verscheidene wassingen… zij wisten wat dat was,
ze kenden de wassingen. En toen Johannes de
Doper kwam en bekering predikte en zij de
boodschap geloofden en zij begrepen dat zij
besprenkeld moesten worden met schoon water, om
gereinigd te worden van hun afgoderij enz.
begrepen zij wat er gaande was. Ga mee naar:
Mattheus 3:1 “En in die dagen kwam Johannes
de Doper, predikende in de woestijn van
Judea,”
Johannes predikt, bekeert u want het Koninkrijk is
nabij, zorg dat u van al die dode werken af komt,
het Koninkrijk komt.
Mat.3:5,6 “Toen is tot hem uitgegaan Jeruzalem
en geheel Judea, en het gehele land rondom de
Jordaan;” “En werden van hem gedoopt in de
Jordaan, belijdende hun zonden.”
Gedoopt, belijdende hun zonden. Ze deden precies
zoals Leviticus 26 zegt. De doop der bekering tot
vergeving der zonden, zij begrepen wat bekering
was en dat zij hun geloof in God moesten hebben.
Zij hadden meer dan één doop.
Mat.3:11 “Ik doop u wel met water tot bekering;
maar Die na mij komt, is sterker dan ik, Wiens
schoenen ik niet waardig ben Hem na te dragen;
Die zal u met den Heiligen Geest en met vuur
dopen.”
Kijk ook in vers 7: adderengebroed, dezen komen
tot Johannes doop en hij zegt: wie heeft u
aangewezen te vlieden van den toekomenden
toorn? Hoe doen zij dat?
Door zich door Johannes’ doop te laten dopen!
Johannes doop zou hen uit het vuur van de toorn
van God houden bij de wederkomst. Wilt u uit het
vuur blijven? Ga in het water! Vers 11 vertelt u dat.
De Heilige Geest en met vúúr, de wederkomst, het
oordeel.
Mat.11:12 “Wiens wan in Zijn hand is, en Hij
zal Zijn dorsvloer doorzuiveren, en Zijn tarwe
in Zijn schuur samenbrengen, en zal het kaf met
onuitblusselijk vuur verbranden.”
Hoe doorzuivert Hij de dorsvloer? Maleachi 3,
Ezechiël 20, Micha 4, met vuur! Onuitblusselijk
vuur. De doop met vuur heeft niets te maken met
spreken in tongen, maar met het oordeel van de
almachtige God en de poel die brandt met vuur en
zwavel. Dat lezen we in het boek Openbaring.
Dus zij begrepen de dopen, er was een doop in
water en er was een doop met de Heilige Geest en
een doop met vuur. En het was elementair in het
Koninkrijksprogramma voor een
Koninkrijksheilige om te begrijpen waar waterdoop
om ging, en wat de doop met de Geest is, de
reiniging en de zalving en het oordeel als je die niet
hebt. Zij begrepen de leer van de dopen.
Johannes 5:24 “Voorwaar, voorwaar zeg Ik u:
Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij
gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en
komt niet in de verdoemenis, maar is uit den
dood overgegaan in het leven.”
En gelooft Hem Die Mij gezonden heeft… In wie
gelooft u in dit vers? Christus woorden, en u
gelooft in God de Vader niet? In heel mijn
christenleven heb ik mensen dit vers horen
gebruiken als zekerheid voor redding als u Christus
als uw Redder vertrouwt. Maar dat vers zegt niets
over vertrouwen in Christus, maar vertrouwen in
Degene Die Hem heeft gezonden.
Als hij in Hebreeën spreekt over geloof in God,
zegt Christus consequent steeds en steeds en steeds
en steeds weer in het boek Johannes: als u Mij
hoort, hoort u de Vader. Als u Mijn woorden
gelooft, dan zijn dat de woorden van de Vader.
En van de oplegging der handen: Dat gaat om
identificatie, de bediening van de Geest van God
communiceerde op die manier, geïdentificeerd zijn
samen in de groep.
En van de opstanding der doden: Markus 9:9 het
feit dat er een opstanding uit de doden zou zijn
begrepen zij, een bijzonder, vreemd gedeelte hier.
Zij kwamen naar beneden na de verheerlijking op
de berg, zij kregen een beeld van Christus in Zijn
komende heerlijkheid, de Koninkrijksheerlijkheid.
Zij zagen de verheerlijkte mensheid van Christus.
Een voorvertoning van als de Zoon des mensen zal
komen in Zijn heerlijkheid met de heilige engelen
en als Hij zal zitten op de troon Zijner heerlijkheid.
Dan wanneer de Zoon des mensen uit de dood zal
opgestaan zijn… Er is een verschil tussen de
opstanding der doden en de opstanding uit de
doden.
De opstanding der doden: dode mensen worden
opgewekt. Opstanding uit de doden: daar zijn veel
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 79
mensen en sommigen worden opgewekt en de
anderen niet, Lazarus, één dode man, opgewekt uit
de dood. Hij stond op vanuit hen. De opstanding
der doden, iedereen. Allen die in de graven zijn
zullen Mijn stem horen… Sommigen tot het
eeuwige leven, anderen tot het oordeel.
Zij begrepen de opstanding.Dat was het basis punt
in het verbond met Abraham, de opstanding. Hoe
kon Abraham een land beërven waar hij eeuwig
zou leven als hij zou sterven? Als u sterft kunt u
niet voor eeuwig in het land leven. Hoe kan dat?
God zal hen opwekken! En eeuwig leven geven,
opstandingsleven. Dat begrepen zij.
Markus 9:9,10 “En als zij van den berg
afkwamen, gebood Hij hun, dat zij niemand
verhalen zouden, hetgeen zij gezien hadden, dan
wanneer de Zoon des mensen uit de doden zou
opgestaan zijn.” “En zij behielden dit woord bij
zichzelven, vragende onder elkander, wat het
was, uit de doden opstaan.”
Wat het was, uit de doden opstaan… Dus zij
begrepen wat opstanding der(van de) doden was,
maar zij begrepen niet wat het betekende om uit de
dood op te staan. Lees in:
Marc.9:30-32 “En van daar weggaande, reisden zij
door Galilea; en Hij wilde niet, dat het iemand
wist.” “Want Hij leerde Zijn discipelen, en zeide
tot hen: De Zoon des mensen zal overgeleverd
worden in de handen der mensen, en zij zullen Hem
doden, en gedood zijnde, zal Hij ten derden dage
wederopstaan.” “Maar zij verstonden dat woord
niet, en zij vreesden Hem te vragen.”
Vers 32: maar zij verstonden het woord niet, en zij
vreesden Hem te vragen… dit vind ik mooi…, ze
snappen het niet, waarom niet? Omdat het
onderdeel is van de stof is die ze later pas zullen
begrijpen. Dus wat krijgen we in Hebr.6? Jullie
begrijpen het basispunt van het verbond met
Abraham het punt van de opstanding, maar er meer
voor jullie om te begrijpen over de opstanding! We
zagen in hfdst.5 al het priesterschap vlgs
Melchizedek van Christus, een eeuwig
priesterschap, voor eeuwig. Hoe kun je iets eeuwigs
hebben? Dat is opstandingsleven. Daarom
benadrukte ik in hfdst.5:6-10 het punt: de
opstanding. Gered van de dood door de opstanding.
Dus er is meer voor hen om te leren dan de basis.
En van het eeuwige oordeel: Dat is het alternatief
voor eeuwig leven. Zij begrepen het, we gaan terug
naar Mat.25. Dat het verbond met Abraham leven
bood en dood. Mozes zei: Deut.30:15,19 Kies dan
het leven. Dat vind ik een mooi gedeelte. Vertel het
aan iedereen. Maar zij kozen dood… Eeuwig
oordeel: er zijn twee manieren om dit op te vatten.
Sommige mensen zeggen dat ze nooit zeker weten
dat ze gered zijn omdat ze altijd tekort komen,
maar die situatie is niet echt eeuwig, dat is maar
tijdelijk oordeel.
Ik neem het zoals Mat.25:31-46, u begrijpt het punt
van opstanding van de doden en van eeuwig leven,
de zegening van het verbond van Abraham, maar u
begrijpt ook de vloek van het verbond van
Abraham. Weet u wat Hij aan Abraham vertelde:
wie u zegent zal Ik zegenen. Mat.25:35-40 Zij
zegenden Israël en zij ontvangen Gods zegen.Dat is
de vervulling van het verbond van Abraham.
Vers41: Maar wat is daar de andere kant van? Die u
vervloeken zijn vervloekt. Vers 46: dezen zullen
gaan in de eeuwige pijn. Dáár had Israël mee te
maken. Je ging het Koninkrijk binnen en het leven
of in het oordeel. Het Koninkrijk en leven of het
oordeel en vuur. Dat is fundamenteel materiaal.
Terug naar:
Hebr.6:3 “En dit zullen wij ook doen, indien
het God toelaat.”
En dit zullen wij ook doen… we gaan verder in
Hebreeën, in de gevorderde leer. Indien het God
toelaat… een mooie uitdrukking, maar niet vaak
begrepen. Ga met mij mee naar Jakobus 4, nog zo’n
gedeelte. Als iemand zegt: als God toelaat of met
Gods wil dit of dat, heeft iedereen een ander idee
wat dat betekent. Ik kan vlgs de Schrift zeggen,
Paulus deed het in 1 Kor.4, dat wat het betekent
geheel verschillend is van wat Hebr.6 en Jak.4
betekenen, maar ook van wat het algemeen
betekend.
Want als algemeen bedoelt wordt met de
uitdrukking: als God toelaat of als de Heere wil,
dan wordt verwacht wordt dat ik kijk naar de
dingen die gebeuren in het leven om te zien of God
de omstandigheden zo regelt zodat ik dat kan
volbrengen, tot stand brengen, en als Hij alle
omstandigheden zo organiseert op de juiste manier,
dan is het Zijn wil voor mij om dat te doen… Maar
zo vindt u niet uit wat Gods wil is. Weet u waar u
Gods wil vindt? In Gods Woord. En als u Gods wil
uit Gods Woord haalt en opslaat in uw ziel dan
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 80
vernieuwt u uw verstand en leeft u en doet u wat
God wil.
En u kunt de wil van God doen in de omstandig
heden, in plaats van uit de omstandigheden
proberen Gods wil te vinden. Maar dat is niet wat
mensen meestal bedoelen, ziet u. Men denkt dat
God een van te voren georganiseerd plan voor mijn
leven heeft, u zult verbaasd zijn hoeveel ideeën er
in de wereld zijn door theologische kronkels van
theologen. En het denken in Amerika is zo
overheerst door de theologie van de Nederlandse
reformatoren: Calvinisme en Armenianisme dat het
soms moeilijk is om door die stof heen te breken….
Het deel van het land waar u en ik in leven, de
Genade beweging als beweging, is zo overheerst
door Calvinisme, dat het soms moeilijk is om adem
te halen en licht te krijgen op dingen zoals dit, door
de druk van hun systemen. Maar deze systemen
hebben niets te doen met de Bijbel, filosofische
systemen van theologen die het fijn vinden om
zichzelf te horen spreken. Zij ontwikkelen hun
systemen om te proberen de eer te verdedigen van
de almachtige God, maar dat hoeven zij niet te
doen, God zorgt voor Zichzelf. Maar dat gebeurt.
Maar al die dingen zoals een vooraf opgestelde
plan, het idee is dat voor de grondlegging van de
wereld God alles heeft gepland en er gebeurt niets
wat Hij niet gepland heeft. En vlgs dat plan moet u
al die plaatsen vinden, het rare is: waar maakt u
zich dan nog zorgen om als toch gebeurt wat Hij
gepland heeft? Mensen vragen: Oh,oh, hoe vind ik
Gods wil? Wel als Hij het gepland heeft waarom
maakt u zich zorgen?! Doe wat u wil, want Hij
heeft het gepland. Er gebeurd niets buiten Zijn
eeuwige raad.
U zegt: Waarom maak je er een grapje van? Het is
grappig, als het niet zo tragisch was. Aan de
andere kant bedenk dat al die dingen komen door
een stelletje Nederlandse theologen die zitten te
argumenteren over wie er gelijk heeft, en het is net
als praten over hoeveel engelen er boven mijn pen
zweven, het maakt geen verschil wie er gelijk heeft
want niemand heeft gelijk, het is niet eens de
moeite waard om over te spreken.
Nu, als er een geheime wil van God is voor uw
leven in een plan, weet u, als het geheim is dan
kunt u het niet weten. Dus waar maakt u zich druk
om. Waarom maakt u zich niet druk om wat God u
wel heeft bekend gemaakt! Dat u kúnt weten.
Efeze 1:9 “Ons bekend gemaakt hebbende de
verborgenheid van Zijn wil, naar Zijn
welbehagen, hetwelk Hij voorgenomen had in
Zichzelven.”
God had een geheime wil, maar Hij heeft die
bekend gemaakt. Dus er is geen geheime wil van
God meer, want Hij zegt dat Hij die al aan u vertelt
heeft. En schreef het neer in een Boek voor u. Dus
als u wilt weten wat de geheime wil van God voor
uw leven is, pak het Woord van God rechtgesneden
en zoek het op! Het staat er. Zwart op wit (en soms
in het rood, in sommige bijbels).
Wel, als hij zegt: indien het God toelaat… en de
Heere wil, heeft hij het niet over al deze dingen als
hierboven! Er kwam een storm en God hield me
tegen…
Jak.4:13-17 “Welaan nu gij, die daar zegt: Wij
zullen heden of morgen naar zulk een stad
reizen, en aldaar een jaar doorbrengen, en
koopmanschap drijven, en winst doen.” “Gij,
die niet weet, wat morgen geschieden zal, want
hoedanig is uw leven? Want het is een damp,
die voor een weinig tijds gezien wordt, en
daarna verdwijnt.” “In plaats dat gij zoudt
zeggen: Indien de Heere wil, en wij leven zullen,
zo zullen wij dit of dat doen.” “Maar nu roemt
gij in uw hoogmoed; alle zodanige roem is boos.”
“Wie dan weet goed te doen, en niet doet, dien is
het zonde.”
Vers 15: Waar hij daar over spreekt, bent u bekend
met het boek Jakobus?, U bent iets vergeten, kijk in
Jak.5 vers 7 de Heere komt en als de Heere terug
komt. Denk na, als de Heere vanavond terugkomt
en ons opneemt is het dan Gods wil voor ons dat
we morgen gaan werken? Absoluut niet, we gaan
daar heen om met Hem te zijn! Dus als u zegt: ik ga
volgend jaar dit en dat doen…mijn vrouw zegt al
20 jaar tegen mij: als we 25 jaar getrouwd zijn gaan
we naar Hawaii! Ze heeft haar hart erop gezet en
rekent erop, ze zegt niet dat het Gods wil is, we
gaan!
Nu, ik kan zeggen: als de Heere wil, want als de
week dat we 25 jaar getrouwd zijn en we zitten op
de boot naar Hawaii en de opname komt dan zal het
niet Gods wil zijn voor ons om daar te komen want
we gaan mee met de opname. En dat is wat hij hier
tot deze mensen zegt, en dan gaat het niet om de
opname maar over de komst van de Heere.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 81
Jak.5:8,9 “Weest gij ook lankmoedig, versterkt
uw harten; want de toekomst des Heeren
genaakt.” “Zucht niet tegen elkander, broeders,
opdat gij niet veroordeeld wordt; ziet, de
Rechter staat voor de deur.”
De Rechter staat voor de deur, wakker worden, de
Heere komt terug en het punt in uw leven waar het
om gaat is dat de Heere terug komt, Hij is
lankmoedig, maar Hij komt, dus maak niet te
langebaanplannen.
Luk.12:13-21 bestudeer dat maar eens en denk na
waar het over gaat. Het punt met: als de Heere wil
en als de Heere toelaat, het voorwaardelijke
element daarin is niet de eeuwige raad van God
voor de grondlegging van de wereld van wat u wel
of niet kunt doen vandaag of morgen en dat Hij het
al gepland heeft. Het punt daar is: we moeten dit
gedaan hebben voordat de Heere terugkomt, we
doen dit en we gaan door tot de volmaking en het
enige wat ons kan stoppen is: dat Hij terugkomt.
En we zullen daar meer van zien als we verder in
Hebreeën komen. Dus als u mij hoort zeggen: als
de Heere wil… en misschien doe ik het soms, plan
alsof de Heere over 10jaar komt, maar leef alsof
Hij de volgende 10 seconden kan komen. Dus leef
verstandig.
Hebreeën 6:4-6
Hebreeën 6, we zijn gekomen tot vers 4, misschien
wel één van de meest controversiële gedeelten van
het boek Hebreeën. Vers 4-8 wordt door de meeste
Bijbelleraren bezien als het moeilijkste gedeelte
van het boek Hebreeën.
Hebr.6:4-6 “Want het is onmogelijk, degenen,
die eens verlicht geweest zijn, en de hemelse
gave gesmaakt hebben, en des Heiligen Geestes
deelachtig geworden zijn,” “En gesmaakt
hebben het goede woord Gods, en de krachten
der toekomende eeuw,” “En afvallig worden,
die, zeg ik, wederom te vernieuwen tot bekering,
als welke zichzelven den Zoon van God
wederom kruisigen en openlijk te schande
maken.”
Met andere woorden: Als zij afvallig worden is het
onmogelijk om hen opnieuw te bekeren… Dit
gedeelte is moeilijk omdat het gebruikt wordt door
legio mensen om te laten zien dat u uw redding
kunt verliezen. Er zijn ongeveer vijf verschillende
interpretaties van deze verzen die algemeen bekend
zijn.
Één ervan is dat het leert dat u uw redding kunt
verliezen, vers 6 hier is iemand die gered is, licht
heeft en hij valt af. Zij zeggen: U kunt uw redding
verliezen. Het probleem daarmee is dat vers 6 zegt:
als zij afvallen dat het onmogelijk is om hen
opnieuw te bekeren. De enige mensen die zeggen
dat u uw redding kunt verliezen en zondigen op
zo’n manier dat u niet gered kunt worden zijn
degenen die een doodzonde doen. Maar ik heb
nooit iemand horen zeggen dat u gered was voordat
u de doodzonde deed.
Het idee is, dat als u uw redding verliest het niet
mogelijk is om hen opnieuw te bekeren. Dus als u
gered bent en u verliest uw redding, bewijst het
vers te veel. Omdat u het verloren hebt en het niet
terug kunt krijgen.
Er is een interessante zienswijze die leert dat dit
gedeelte het tegenovergestelde leert( Ik vind dat
wel een goede). Ik heb wat vrienden in het zuiden,
uit reguliere kerken die van dit gedeelte zeggen: Dit
gedeelte leert dat je je redding niet kunt verliezen,
zoals het lijkt, maar het leert dat je je redding niet
kunt verliezen.
Ik zat een keer met een broeder in het vliegtuig
naar Florida, Orlando en hij zei over dit gedeelte: je
trekt een lijn en als je boven die lijn komt ben je
gered en als je in het geredde gebied bent en
verlicht en de hemelse gaven kent enz. als je daar
bent, dan kúnt u niet op het punt komen dat u weer
verloren, omdat je niet beneden de lijn kúnt komen.
Als iemand gered is en valt is het onmogelijk om
opnieuw gered te worden. Dat is een creatieve
manier om dit gedeelte te bestuderen… ga u zitten,
en denk er even over na.
Een andere manier van uitleg, zoals veel mensen in
dit gedeelte van het land doen is; onder invloed van
de mannen zoals: M.R.Dahon, Harry Ironside, is
dat het de rechterstoel van Christus is. Dat heb ik
ook nooit echt begrepen.
Hebr.6:8 “Maar die doornen en distelen draagt,
die is verwerpelijk, en nabij de vervloeking,
welker einde is tot verbranding.”
Met andere woorden: als u vruchten voortbrengt
ontvangt u een zegening, zo niet het einde is de
verbranding, en die verbranding daar is zoals 1
Korinthe 3 :15. Maar dit gedeelte heeft niets te
maken met 1 Korinthe 3.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 82
Een vierde manier is: dat het hypothetisch,
veronderstellend is. Dat is: als hij zegt: áls zij
afvallen… hij zegt niet dat ze het doen, maar áls
zij…, maar zij zullen niet afvallen. Zoiets… Als zij
zouden kunnen, maar zij kunnen niet afvallen.
Zoals in Openb.3:5 en Ik zal zijn naam geenszins
uit doen uit het boek des levens… Hij zal het niet
doen. Daarom kan niemands naam uitgewist
worden. Een belofte en geen bedreiging. Als dat
uitmaakt voor u, OK, omdat het woord als erin
staat, ik begrijp het nog niet.
Deze vier gezichtspunten: 1. dat u uw redding kunt
verliezen. 2. dat u die niet kunt verliezen. 3. dat het
de rechterstoel van Christus is. 4. dat het
hypothetisch is. Deze gezichtspunten hoort u niet
zoveel, maar ze zijn er.
-Het meest bekende(5e) gezichtspunt onder
fundamentele evangelischen is dat de mensen om te
beginnen niet echt gered zijn. En de dingen in vers
4,5 zijn niet echt verklaringen mbt. geredde
mensen, maar mensen die bijna gered zijn. Zoals de
man die dichtbij het koninkrijk was en bijna
overtuigt, bijna…zie Scofieldreference Bijbel. Dat
is een goede illustratie, en lijkt erop, maar de rest
van de verklaring is wishful thinking. Kijk naar
vers 4, ik kan zeggen dat misschien de meeste
genade gelovigen en leraars u zullen vertellen wat
Scofield zegt…De meeste mensen van de
genadebeweging zullen zeggen dat dit mensen zijn
die om te beginnen niet echt gered waren. De reden
is dat het te maken heeft met het feit dat als dit
gedeelte door Paulus is geschreven en als het
geschreven is aan de leden van het lichaam van
Christus, u en ik een probleem hebben! Met de leer
in het gedeelte.
Maar als u en ik, zoals wij tot nu toe deden,
Hebreeën nemen zoals het is, het laten waar het is,
en niet aannemen dat Paulus het schreef, maar
aannemen dat het aan de Hebreeën is geschreven.
Dat het aan de Hebreeën is geschreven in de grote
verdrukking, uitkijkend naar het Koninkrijk is het
niet zo moeilijk om te begrijpen. Maar als u de
Bijbel leest en bepaalde dingen aanneemt voor u bij
het gedeelte komt dan zal uw conclusie niet beter
zijn dan uw vooropstelling, dat kan niet.
De reden waarom mensen een probleem hebben
met dit gedeelte, dat mensen kunnen afvallen en
verliezen wat zij hadden komt omdat mensen
aannemen dat u en ik als leden van het lichaam van
Christus absoluut eeuwige zekerheid hebben en
nooit onze redding kunnen verliezen in geen enkele
zin van het woord en dat dan niemand dat kan…!
Maar dan neemt u aan dat de redding van iedereen
hetzelfde is als uw redding. Dat is kortzichtig, want
ieders redding is niet hetzelfde als die van u.
Als hij in Mat.24:13 zegt: die volhardt tot het einde
zal zalig worden dan is dat niet hetzelfde als Efeze
2:8 door genade, door geloof. Dat is niet dezelfde
soort redding. De redding van Mat.24 is zoals hij
zegt in dat gedeelte: 22 dat als die dagen niet
verkort werden geen vlees zou behouden
worden…wat voor soort redding is dat? Van vlees,
fysieke redding, dat is niet de redding waar over
gesproken wordt in Ef.2:8.
De redding van Mat.24 is een toekomstige redding
en in Efeze 2 bezitten we de redding nu reeds.
Redding is anders in Israëls programma dan in ons
programma. En de redding waarover gesproken
wordt in het boek Hebreeën, die zagen we al in
hfdst.2:3, waar Christus over sprak in Mat./Joh. en
de eerste hfdst. Van Hand. Het is niet de redding
van Efeze en Romeinen, die was een geheim.
Vanuit dat standpunt kunt u anders naar dit
gedeelte kijken en aannemen dat het u minder
ongerust zal maken. U komt in problemen als u
probeert aan te nemen dat het om u gaat en wie u
bent.
Hebr.6:4 …want het is onmogelijk.. hij spreekt
over de dingen die hij besproken heeft in het laatste
gedeelte van hfdst.5 en het begin van hfdst.6. Hij
waarschuwt wat er kan gebeuren als zij niet
doorgaan tot de volmaking. Er zijn daar mensen die
traag zijn geworden om te horen en zij gaan niet
verder tot de volmaking. En dit zullen wij ook
doen, indien het God toelaat vers 3
:4 want…. Zij hebben een probleem als zij niet
doorgaan. Zoals bij Kades Barnea, zij moesten het
land binnengaan, daar is het beloofde land, daar is
het Koninkrijk, daar is wat God beloofde, we
moeten ingaan! Hier staan en de vruchten van het
land in onze handen hebbend is niet genoeg. We
moeten volharden en doorzetten en het land ingaan.
We benadrukten en hebben het al bestudeert in
hdst.3 en 4 over de woestijn en de inname van het
land onder Jozua. Dat zijn precies de punten waar
Hebr.6 mee te vergelijken is.
Maar let op wat hij zegt in Hebr.6:4 ...degenen die
eens verlicht zijn geweest: Zij hadden het niet echt
gevat, ze hebben maar een glimp opgevangen, dat
is het idee…
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 83
En de hemelse gave gesmaakt hebben; we, ze
hebben niet echt gegeten, ze hebben maar een klein
beetje geproefd…met een klein lepeltje . Ze hebben
het niet echt ‘binnen gekregen’.
En des Heiligen Geestes deelachtig geworden zijn:
Dat is een beetje moeilijker, hoe kunt u deelachtig
zijn aan de Heilige Geest en Hem niet echt
hebben?! Weet u hoe u dat doet? U hervertaalt, en u
doet wat Scofield deed: deelachtig is u bent op weg
met de Heilige Geest. Zo gauw als u hervertaald
naar uw eigen wensen met de bedoeling om de leer
te bewijzen…..
En gesmaakt hebben het goede woord Gods en de
krachten der toekomende eeuw: Dus deze mensen
bezaten dit niet echt, ze proefden er maar wat van,
raakten het aan maar hadden het niet echt. Dat is:
de wens is de vader van de gedachte. U kunt dit
gedeelte niet lezen en denken dat ze het niet echt
hadden. Kijk wat hij zegt:
Verlicht: als u verlicht bent geweest en niet
bekeert?... De bediening van verlichting van de
Heilige Geest.
Hemelse gave: wat is dat? De hemelse roeping 3:1,
denkt u dat dat betekent dat u op weg geweest bent
met de hemelse roeping? Wat is dat? Weet u wat u
doet als u deel neemt aan iets? Kom naar mijn huis
en neem deel aan een maaltijd, betekent dat dat u
daar staat en wat opsnuift of kijkt hoe ik eet? Maar
u gaat aan tafel en eet van uw bord! Maar u bent er
en u krijgt het ook. Hier zijn mensen deelgenoot
aan de hemelse roeping die de hemelse gave
hebben gesmaakt:
Hebr.8:5 “Welke het voorbeeld en de schaduw
der hemelse dingen dienen, gelijk Mozes door
Goddelijke aanspraak vermaand was, als hij den
tabernakel volmaken zou: Want zie, zegt Hij,
dat gij het alles maakt naar de afbeelding, die u
op den berg getoond is.”
De schaduw der hemelse dingen…Hij spreekt hier
over het Nieuwe Verbond, gaven die komen in
verband met het Nieuwe verbond.
Hebr.2:4 “God bovendien medegetuigende door
tekenen, en wonderen, en menigerlei krachten
en bedelingen des Heiligen Geestes, naar Zijn
wil.”
En bedelingen des Heiligen Geestes… Zij proefden
van deze gaven verbonden met het Nieuwe
verbond. Zij proefden deze geestelijke gaven en
wondertekenen. Petrus zei: Bekeert u en laat u
dopen en u zult de gave van de Heilige Geest
ontvangen. God de Heilige Geest had gaven te
geven aan hen. En zij proefden deze dingen. Zij
hadden de volheid nog niet, maar een voorsmaak.
Hoe deden zij dat?
Hebr.6:5 het goede Woord Gods en de krachten der
toekomende eeuw. Wat is dat? De Pinkster tekenen
en wonderen die God toen zond 2:4 was allemaal
een voorsmaak van de toekomende wereld, de
Koninkrijkseeuw, zij hadden de zegeningen van het
Koninkrijk in hun midden als een voorsmaak als
een voorsmaak van hoe die zegeningen zouden
zijn.
Men zal daar niet meer zeggen: Ik ben ziek, Hij
komt en geneest de zieke en de melaatse en werpt
de duivelen uit enz. Wat doet Hij? Hij demonstreert
de krachten, Hij geeft hen een voorsmaak van de
zegeningen die zullen komen in dat Nieuwe
Verbond. Vers 4 de Heilige Geest deelachtig, Hij is
daar met hen, werkende al deze dingen, en opnieuw
als u deelachtig bent dan maakt u deel uit.
Als ik al deze dingen lees, heb ik geen vragen, als
u ontkent dat deze mensen gered zijn, dat deze
termen geredde mensen beschrijft, ze kunnen niet
gered zijn, ze zitten niet in de familie van God,
want mensen die gered zijn kunnen het niet
verliezen. Het is onmogelijk om het te verliezen,
dus ze hadden het niet. Zet dat nu eens uit uw
hoofd, maar houdt uw hoofd er wel bij. En lees
opnieuw.
Hebr.4:4-6 Dit zijn mensen die de
Pinkstergetuigenis zagen, zij zagen de tekenen en
wonderen en het getuigenis en de hoop en de
boodschap van het begin van Handelingen, Christus
predikte deze dingen en is bevestigd door hen die
Hem hoorden, zij zagen het getuigenis van het
begin van Handelingen. Zij waren verlicht in wat
God deed, zij smaakten de zegening hoe het
Nieuwe Verbond zou zijn, zij namen deel in de
activiteit van de Heilige Geest en de zegeningen
van het Nieuwe verbond, en het goede Woord van
God.
Als hij zegt: smaakten het goede Woord van God,
kijk in Hebr.2:9 de Heere Jezus Christus smaakte
de dood voor allen. Mijn zoon vroeg mij: kan ik de
rest van de Cola uit de koelkast opdrinken? Ik
zei:ja. En hij dronk zo snel dat de fles(plastic)
helemaal in elkaar trok, zo graag wilde hij hem
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 84
leegdrinken… Als mensen dus het smaken van 6:4
en 2:9 willen vergelijken, doe dat niet( in de zin
van een beetje smaken). Want ik weet wat het was
toen Hij de dood smaakte, dat was niet een beetje…
En ook hier, zij maakten ten volle deel uit, zij
hadden nog niet alles omdat het Koninkrijk nog
niet gekomen was, maar zij hadden het.
Let ook op dat alles in vers 4-6 in de verleden tijd
is. Ook als u wilt zeggen dat deze mensen het niet
echt hadden, kijk in vers 6: …wederom te
vernieuwen tot bekering… dan weet ik één ding: zij
hadden een bekering gehad, daarvoor. Zij waren er,
en zij zijn afvallig geworden en zij kunnen niet
terugkomen. Zij hebben het verlaten en kunnen niet
terug. Nee, deze mensen zijn geen mensen die het
niet echt hadden.
Dus alles in dit gedeelte is een opnieuw situatie.
Als zij afvallen wilt u ze terugbrengen naar waar ze
van afvielen. Ze moesten er zijn om er van af te
vallen. Wat is het? Niet zo moeilijk, mits u uw
verstand bevrijd van al deze theorieën. Het is altijd
beter om de Bijbel eerst voor uzelf te bestuderen,
dus ik probeer u te leren hoe u de Bijbel recht moet
snijden, waar de stukken passen en de outlines
zodat u kunt studeren op uzelf. Als u studeert en
studeert en dan kijkt wat iedereen anders zegt. Dat
is beter dan dat u eerst hun ideeën bestudeert.
Meestal lezen mensen een commentaar of luisteren
naar de leraar en ze lezen het niet zelf, zo gaat het
niet.
Zij waren verlicht, hebben gesmaakt(verleden tijd)
en waren deelachtig aan de Heilige Geest, nu zijn
ze dat niet meer. Het Pinksterprogramma waarin zij
zich verheugden en getuigden gaat niet meer
verder, het is geëindigd, onderbroken. En dat is
precies wat met deze Hebreeën is gebeurd, hun
programma liep en zij zagen het, zagen het werken,
en de machtige Pinkster wonderen de boodschap en
de rest en nu is het geïnterrumpeerd(onderbroken).
En het functioneert niet meer. Zij hebben een
Hogepriester boven die hen in standhoudt, de status
van het volk en hij zegt dat ze dat moeten
begrijpen.En ik heb veel te zeggen, maar jullie zijn
traag om te horen. We moeten verder dan deze
elementaire dingen, verder in de voortschreidende
waarheid over het priesterschap van Christus en
laat mij u waarschuwen: als jullie niet verdergaan
in deze dingen, weet u wat er dan gebeurd? Jullie
eindigen in het vuur, de verdrukking komt eraan, ga
verder! Jullie moeten gemotiveerd zijn door wie
Jezus Christus is, als jullie Hogepriester, en door de
zegeningen die Hij in het Koninkrijk zal brengen.
Ik wil dat u de complete, totale voorziening die
God gemaakt heeft en in het Koninkrijkprogramma
zal brengen en laat dat hetgeen zijn dat u
meeneemt. Want als u dat niet ziet dan zult u niet
gemotiveerd zijn om door die verdrukking heen te
gaan en wat gebeurt er? U eindigt in het vuur en de
vloek, vers 8.
Dat is een beetje een ander soort visie, maar komt
overeen met wat we bestuderen in Hebreeën. Ziet
u, als hij hier zegt dat het onmogelijk is …enz.
Luister er is geen weg terug te gaan en opnieuw te
beginnen. U kunt niet terug en er komt geen nieuwe
Messias die naar het kruis gaat en een andere
Pinksteren, luister, dit is het! Het programma is aan
de gang, loopt, God heeft het gedaan, het Pascha is
vervult en Pinksteren is vervult, we zitten in het
programma.
Het is onderbroken voor een tijd, en als u teruggaat
naar Lev.23, naar het Pascha, Pinksteren,
Wekenfeest dan kwam er een tijd dat er niets was
tot de oogst kwam (7e maand) waarom die
middenperiode? Jes.42!
De man wachtte 40 jaar bij het water(Bethesda)
Joh.5. Ik sprak een man die meedeed aan
Desertstorm (de golfoorlog) hij reed op een
voertuig dat jeeps verplaatste, en hij was verdwaalt
in de woestijn daar. En in de middle of nowhere
waren we verdwaalt, en ik vroeg: wat deed je? Hij
zei: we namen een kompas en volgden die naar het
zuiden, hij ging in ieder geval in de goede richting.
Weet u wat de woestijn deed met Israël?
Identificeren wie gelovig was en wie niet. De
gelovigen bleven over om in te gaan.
Ezechiël 20:33 “Zo waarachtig als Ik leef,
spreekt de Heere HEERE: Zo Ik niet met een
sterke hand, en uitgestrekten arm, en met een
uitgegoten grimmigheid over u zal regeren!”
Dat is precies wat zal gaan gebeuren in de grote
verdrukking, en het doel van de verdrukking.
Ez.20:35 is precies als Hosea 2:14 e.v. Hoe vaak
heb ik u gezegd dat Ex.Num.Deut.Jozua een beeld
is en een generale repetitie van wat hier gebeurd.
Ez.20:37,38 “En Ik zal ulieden onder de roede
doen doorgaan, en Ik zal u brengen onder den
band des verbonds.” “Daartoe zal Ik, die rebel
zijn, en die tegen Mij overtreden, uit ulieden
uitzuiveren; Ik zal hen uit het land hunner
vreemdelingschappen uitvoeren, en zij zullen in
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 85
het landschap Israels niet weder komen, en gij
zult weten, dat Ik de HEERE ben.”
Hij gaat het volk Israël rechten in de woestijn en de
rebellen uitzuiveren. Ziet u dat dat het hele doel is
van de verdrukking. In Hebr.6, als deze mensen die
het Pinkstergetuigenis en Pinksterhoop en de
boodschap gehoord hebben afvallen dan is er geen
hoop voor hen. Weet u waarom? Omdat zij
uitgezuiverd zijn, zij zijn het deel van de mensen
die niet geloven, de ongelovigen. Zo, hier is het
volk dat al deze dingen beleeft heeft, een gemengde
menigte met individuen en sommigen gaan weg. En
er is geen bekering voor hen. We gaan naar
Hebreeën 12:14,15 dat punt van geen bekering.
Hebr.12:14,15 “Jaagt den vrede na met allen, en
de heiligmaking, zonder welke niemand den
Heere zien zal; “Toeziende, dat niet iemand
verachtere van de genade Gods; dat niet enige
wortel der bitterheid, opwaarts spruitende,
beroerte make en door dezelve velen ontreinigd
worden.”
Ziet u het voorwaardelijke hier. Ga maar eens zitten
en probeer deze verzen toe te passen op iemand uit
het lichaam van Christus, dat lukt niet. Vers 14:
zonder heiligmaking God niet zien… sommigen
zeggen: ik heb dat ín Christus, maar dat zegt dit
vers niet, dat vers zegt dat het iets is wat u moet
krijgen. Hoe krijgt u vrede met alle mensen: u
werkt eraan, zij moeten er voor werken.
Vers 15: Hoe verachterd u van de genade Gods? En
die wortel der bitterheid, heeft u die wel eens
gehad? Heeft u wel eens gelezen in Kol.3:19
mannen wordt niet verbitterd tegen haar… Als hij
zegt: doe dat niet, weet u dan waarom hij dat zegt?
Omdat u een probleem krijgt.
Hebr.12:16,17 “Dat niet iemand zij een
hoereerder, of een onheilige, gelijk Ezau, die om
een spijze het recht van zijn eerstgeboorte
weggaf.” “Want gij weet, dat hij ook daarna, de
zegening willende beerven, verworpen werd;
want hij vond geen plaats des berouws, hoewel
hij dezelve met tranen zocht.”
Hij vond geen plaats des berouws… (Hebr.6:6).
Ezau had de zegen, maar hij verkocht hem aan zijn
broer, later dacht hij: ik heb een slechte zaak
gedaan, maar hij kreeg het geboorterecht nooit
terug, niet? Hij kon geen manier vinden om zijn
verstand te veranderen, hij veranderde wel, maar
het werkte niet. Hij zocht het met tranen. Als u
zegt: wat zocht hij: de zegen of het berouw, dat
maakt geen verschil. Het feit is: hij kon de zegen
niet terugkrijgen, al wilde hij het, omdat er geen
manier was om de deal die hij maakte te
veranderen. En zelfs al wilde zijn vader het hem
geven, kon dat niet. Want God zou dat niet
toestaan. Geen plaats voor berouw, waarom? Het
verachten van het geboorterecht.
Het verachten van de zegening.
Openb.9:20,21 “En de overige mensen, die niet
gedood zijn door deze plagen, hebben zich niet
bekeerd van de werken hunner handen, dat zij
niet zouden aanbidden de duivelen; en de
gouden, en zilveren, en koperen, en stenen, en
houten afgoden, die noch zien kunnen, noch
horen, noch wandelen;” “En hebben zich ook
niet bekeerd van hun doodslagen, noch van hun
venijngevingen, noch van hun hoererij, noch van
hun dieverijen.”
Er komt een punt in de grote verdrukkingperiode
waarna geen berouw meer is. Kennelijk is er geen
berouw na de eerste 3 1/2 jaar. Zij wilden geen
berouw hebben. Het is onmogelijk … Het zal niet
gebeuren. Hebr. 6 spreekt over die mensen. Het
volk Israël, dat een gemengde menigte is, en die
verdrukking zullen zij een andere Pinkstergetuige
hebben, als in het boek Hand., de 144 000, Mozes
en Elia zullen ze leiden. En dat zal gezien worden
en ze krijgen de gelegenheid om verlicht te worden
en de hemelse gaven smaken en al die dingen, en
zij moeten doorgaan tot het einde en volhouden en
gemotiveerd worden door het priesterschap
vlgs.Melchizedek van Christus, en als zij niet
volhouden en zij gaan terug en nemen het teken van
het beest dan is er geen hoop meer voor hen!
Hebr.6:11,12 “Maar wij begeren, dat een
iegelijk van u dezelfde naarstigheid bewijze, tot
de volle verzekerdheid der hoop, tot het einde
toe;” “Opdat gij niet traag wordt, maar
navolgers zijt dergenen, die door geloof en
lankmoedigheid de beloftenissen beerven.”
Tot het einde toe… Weet u nog hoe we dat
bestudeerden in hfdst.3? Weet u wie de
beloftenissen beërven? Degene die lankmoedig
door geloof volhard.
En wie niet? Degene die afvalt van gelovig,
lankmoedig volharden tot het einde. En als hij
afvalt: Hebr.10:26 er is geen andere plaats om
heen te gaan dan naar Christus, Die ze verworpen
hebben. Ze hebben Hem opnieuw gekruisigd, er is
geen offer meer over… Er komt geen ander meer.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 86
Nu, dat is een beetje andere manier om door dit
gedeelte heen te gaan dan de meeste mensen u
vertellen, maar ik zei u al bij hfdst.3,4, we lezen de
rest van de waarschuwing de volgende keer en ik
zal u laten zien hoe dat past in de rest: Hoofdstuk 5
begint hij te vertellen over Melchizedek, maar hij
heeft een probleem, ze luisteren niet (hfdst.6) als
jullie het niet vatten omdat jullie traag zijn om te
horen, dan waarschuw ik jullie, als jullie deze stof
mbt. het priesterschap van Christus aannemen dan
mis je de leer die je motiveert om te volharden met
geloof en lankmoedigheid. Lankmoedigheid komt
door hun geloof, geloof komt door het rusten in de
volbrachte voorziening die God voor hen heeft
gemaakt in Christus, als hun Hogepriester. Dus
Hebr. waarschuwt hen voor afval en geeft hun de
leer die hen motiveert om niet af te vallen.
Hebreeën 6:7 (6:7-12)
De vorige keer zei ik tegen u dat Hebr.6:4-6 het
meest controversiële gedeelte in het boek Hebreeën
is, en misschien ook één van de meest
controversiële van de hele Bijbel… De reden
daarvoor is dat verzen 4,5,6 gebruikt worden als
basis door mensen die u willen leren dat u uw
redding kunt verliezen. Nu, u begrijpt dat als u uw
redding kunt verliezen, dan maakt dat niet veel
verschil uit, zelfs niet in Israëls programma. Als u
gered bent, waar bent u dan van gered? Wel, als u
die verliest bent u van niets gered. Als ik redding
heb, wat heb ik dan? Wel, waar ben ik van gered?
Nergens echt van, want uiteindelijk maakt het niets
uit of iemand gered is en dan hun redding verliest.
In Israëls programma wordt naar redding gekeken
als een toekomstig iets. Iets wat komt tot Israël met
de tweede komst van Christus.
Hebr.9:28 “Alzo ook Christus, eenmaal geofferd
zijnde, om veler zonden weg te nemen, zal ten
anderen male zonder zonde gezien worden van
degenen, die Hem verwachten tot zaligheid.”
Let op dat u niet over Israël en Israëls programma
denkt zoals u over uw programma denkt. Hebr.9:28
wanneer is dat? Met de wederkomst van Christus.
Waarom verschijnt Hij dan zonder zonden? ….tot
zaligheid! Daar is een toekomstige redding
voorzien voor Israël met de tweede komst.
Rom.5:11 “En niet alleenlijk dit, maar wij
roemen ook in God, door onzen Heere Jezus
Christus, door Welken wij nu de verzoening
gekregen hebben.”
Door Welken wij nú de verzoening gekregen
hebben. Israël moet wachten tot Christus
terugkomt, dat is haar dag der verzoening. U en ik
hebben die nú. Wij hebben het als een
tegenwoordig bezit. Zij als een toekomstig
perspectief. En de reden daarvan heeft te maken
met de aard van wat God doet met Israël als een
volk.
Wat God met het volk Israël doet is: Zijn autoriteit
herstellen over de planeet aarde. Door een aards
Koninkrijk dat Hij geeft aan een volk van mensen
die de regering hebben over dat Koninkrijk. Nu, als
dat allemaal waar is, en dat is het, dan begrijpt u
onmiddellijk dat dit te maken heeft met een
koninkrijk en een volk dat functioneert als regering
van dat Koninkrijk, dan is dat een: Letterlijk,
zichtbaar, fysiek, aards Koninkrijk, en zijn er
letterlijke, zichtbare,fysieke, aardse, dingen die
moeten gebeuren met de bedoeling om dat
Koninkrijk tot aanzien te roepen.
Bijvoorbeeld: het volk moet er zijn, bestaan,
mensen moeten geboren zijn, opgegroeid en ze
moeten tot geloof in Christus komen enz. enz. En
als u daar over nadenkt en het begrijpt dan begrijpt
u iets van waarom er geschreven wordt over:
volharden, doorgaan tot het einde, en de beloften
beërven van God, als Christus terugkomt en Zijn
Koninkrijk vestigt.
En het hele punt in Hebr. is: Christus komt terug,
en het Koninkrijk wordt gevestigd en de mensen in
Israël die volhard hebben met geloof en
lankmoedigheid om de beloften te beërven hebben
het. En zij die afgevallen zijn onderweg hebben het
niet. Maar mensen nemen Hebr.6 en passen dat
concept toe op u en mij vandaag… En wat dan
gebeurt, u slaat door. U moet niet bang zijn voor dit
gedeelte. Vorige keer bespraken we 5 ideeën die
mensen hebben over dit gedeelte.
Het gedeelte is een waarschuwing voor Israël, een
waarschuwing voor Israël in de verdrukking in hun
Lo Ammi staat, u weet wat dat betekent: in Hos.1:
niet Mijn volk. In hun afgesneden conditie, dat is
de positie waarin zij zijn in de grote verdrukking en
God neemt hen en maakt van hen weer Zijn volk.
In vers 4 waarschuwt hij hen, in vers 1 en 2 spoort
hij hen aan om door te gaan naar de volmaaktheid,
in vers 4 dat als ze dat niet doen.. het onmogelijk
is… Het punt is: dit is de mogelijkheid, en er is
geen andere mogelijkheid. Het staat in de verleden
tijd, het programma is onderbroken. Het punt van
het priesterschap heeft te maken met de
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 87
onderbreking van het programma en de situatie als
Israël Lo Ammi is, in de grote verdrukking.
Dit is een kleine herhaling van vorige keer, want ik
wil naar de illustratie gaan in vers 7, als het volk
daar, de mensen in het volk de getuigenis gezien
hebben, gehoord hebben, de hoop van het
Koninkrijk en de boodschap die gepredikt werd, als
zij afvallen en teruggaan naar het systeem van de
wet van Mozes. U moet begrijpen dat in de
verdrukking de antichrist er is en hij herbouwt de
tempel, denk aan die situatie.
Een broeder gaf mij een boek van Joodse rabbi’s
over waarom Joden zich niet tot Christus zouden
moeten bekeren en tot het christendom. En hoe zij
moeten blijven wie ze zijn enz. en het is
fascinerend om te lezen, hoe zij spreken over Jesaja
53, en wat de christenen er van maken. En dat zij
zeggen dat het zo duidelijk in het OT is, maar het is
niet duidelijk, weet u, het kruis is daar niet
duidelijk. Hij schreef er wel over, maar hij wist niet
waar hij over schreef, het is een geheim niet
geopenbaard dan tot bij Paulus. Alleen als u bij
Paulus komt en u kijkt terug begrijpt u waar het
over ging. En één van de boeken gaat over: wat
doet Israël als ze geen offer hebben? Zij
behandelen het offer, elke OT Jood, iedereen die
bekend is met de Joodse Bijbel weet wat Israël doet
als ze geen offer hebben, het boek Psalmen vertelt
het u. Ik laat het u zien:
Psalm 141:1,2 “Een psalm van David. HEERE!
ik roep U aan, haast U tot mij; neem mijn stem
ter ore, als ik tot U roep.” “Mijn gebed worde
gesteld als reukwerk voor Uw aangezicht, de
opheffing mijner handen als het avondoffer.”
Wel, als u tot een Israëliet spreekt die zijn Bijbel
kent zal hij dit noemen. Waar was het reukwerk? In
de tempel. Maar David kon niet naar de tempel
gaan om een offer te brengen, maar laat mij door
gebed komen, wat U wilt is een verbroken hart en
een verslagen geest, U kijkt naar de innerlijke
mens, David begreep Ps.51, hij begreep dat het om
het hart ging voor God.
David zei: ik kan er niet zijn, door de
omstandigheden, ik heb geen offer, dus Heere laat
mijn gebed zijn als reukwerk en de opheffing van
mijn handen als het avondoffer. En zo was het voor
Hem. Hoe kan dat? We begrijpen nu, dat het niet
het offer was, maar David had begrepen wat geloof
was en wat het is om zich aan de genade van God
toe te vertrouwen toen niet alles beschikbaar was
wat hij moest doen.
Als we dus een Jood in de verdrukking hebben in
Hebr.6, met de situatie dat de antichrist er is, hij is
de leugen, waar liegt hij om? Hij overtuigt de
wereld en in het bijzonder Israël dat hij de messias
is. Hij maakt een verbond met Israël en hij gaat
Israël en de wereld rond dat hij de redder, de
messias is, om de utopia en vrede te brengen. Hij
start met de herbouw van de tempel en begint de
dagelijkse offers, 220 dagen nadat de 7jarige
periode begint. 220 dagen nadat hij het verbond
heeft gemaakt in een soort vals verbond van
Abraham, en zij wonen veilig in het land, de tempel
is herbouwt en het morgen en avondoffer zijn weer
begonnen en het systeem van Mozes is opnieuw
‘geïnstalleerd’.
In dat boek(zie boven, van de joodse rabbi’s) wordt
geschreven dat dat op een dag zal gebeuren. Op een
dag zullen we het weer hebben. Op de berg waar
Abraham Izaak offerde. De dierenoffers zullen er
weer zijn. Maar wij willen niet die slechte
menselijke offers die de heidense christenen
promoten. Wij weten dat alleen heidenen
menselijke offers promoten, ziet u hoe slim dit is.
Wat voor menselijke offers promoten u en ik? Wat
op Golgotha gebeurde, niet?
Ziet u dat het dwaasheid is voor hen die verloren
gaan? Godslastering voor hen die verloren gaan. Er
komt een dag, dat mensen die Gods Woord geloven
en de fundamentele leer van het christelijke geloof
belijden gezien worden als slecht, gek in deze
wereld. Wij preken een menselijk offer, wij zijn
een stelletje heidenen. Dat zegt hij over ons, ziet u
dat wat wij prediken dwaasheid is voor de wereld.
Deze wereld is geen vriend van genade. Is het nooit
geweest en zal het nooit zijn.
In de grote verdrukking zullen deze Joden een
situatie tegenkomen waarin de antichrist zichzelf
verklaard god te zijn, de messias, de hoop van
Israël, hij herbouwt de tempel en het judaïsme
opnieuw geïnstalleerd, het systeem van Mozes met
de offers enz. Hij waarschuwt ze om niet terug te
gaan, ze staan op een kruispunt, het is een stap
terug, en er is geen hoop daarin, we moeten verder
gaan.
En Hebreeën is de leerstellige motivatie om hen te
leren waarom ze niet terug moeten gaan naar het
systeem van Mozes, maar naar Christus en het
Nieuwe verbond dat Hij voor hen heeft volbracht
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 88
door het kruis en als Hij terugkomt. Hebr.5:11 tot
het einde hfdst. 6 is een waarschuwing, hij is
gekomen tot het priesterschap v. Melchizedek en
stopt om te zeggen: luister, ik waarschuw jullie,
jullie moeten doorgaan, er zijn er die terug kunnen
vallen in een vervloekte situatie.
Hebr.6 vers 7,8: “Want de aarde, die den regen,
menigmaal op haar komende, indrinkt, en
bekwaam kruid voortbrengt voor degenen, door
welke zij ook gebouwd wordt, die ontvangt
zegen van God;” “Maar die doornen en distelen
draagt, die is verwerpelijk, en nabij de
vervloeking, welker einde is tot verbranding.”
De illustratie gaat over dat de regen komt, de zegen
komt neer(vers 4,5), zij zijn neergeregend op Israël
en als deze zegeningen goede vruchten produceren
is er zegen. Maar als deze zegeningen rebellie
produceren en vloek, distel en doorn brengen ze
slechte vruchten voort. Dan komt er een vloek.
Ziet u dat het punt met Israël vruchtdragen is.
Mat.3:7 e.v. “Hij dan, ziende velen van de
Farizeen en Sadduceen tot zijn doop komen,
sprak tot hen: Gij adderengebroedsels! wie heeft
u aangewezen te vlieden van den toekomenden
toorn?”
Dit gedeelte moet direct bij u naar boven komen.
Brengt dan vruchten voort der bekering waardig…
Vruchten die uw verandering van gedachten en
houding laten zien. Ziet u dat het uitwendige leven
het punt niet was, dat was niet genoeg. Alle boom
dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt
uitgehouwen en in het vuur geworpen….:10. Als de
bijl aan de wortel van de boom ligt betekent dat dat
iemand zo gaat beginnen met omhakken, hij heeft
hem bekeken en hakt hem om, als hij geen goede
vrucht voortbrengt, hij gooit hem in het vuur…:11
met vuur…:12 tarwe in de schuur en het kaf wordt
verbrand…
Hij spreekt hier over de tweede komst en de toorn
van God en dat Hij een scheiding maakt in het volk
Israël en Hij brengt ze op de dorsvloer, de tarwe
gaat naar het Koninkrijk en het kaf wordt verbrand.
Hij spreekt hier tot mensen die Zijn mensen zijn. U
begrijpt dat, daarom raken mensen in de war. Het
zijn Gods mensen en Hij gaat ze met vuur
verbranden? Dan zijn ze toch niet Gods mensen?
Zij zijn Gods uitverkoren volk, God heeft hen
geboren laten worden, Mat.1:21, Hij zal Zijn
mensen redden van hun zonden. Maar het is niet
genoeg voor Israël om fysiek een geslacht van God
te zijn, om Abraham als vader te hebben.
In Joh.8:44 zei Jezus tot hen dat de duivel hun
vader was, geestelijk. Zij zijn fysiek de mensen van
God, God schiep het volk, het enige volk op aarde
dat God schiep, en zij moeten ook geestelijk Zijn
volk zijn. Daarom moeten zij wederom geboren
worden. Zij zijn al één keer uit God geboren,
fysiek, maar zij hadden een nieuwe geboorte nodig,
een geestelijke. Als u dit begrijpt, begrijpt u
Hebreeën.
Hier zijn mensen die Gods mensen zijn en toch
zullen zij niet gered worden aan het eind, maar
vervloekt, omdat zij geen kinderen van geloof zijn,
ze zijn slechts fysiek een deel van Israël, maar ze
zijn niet geestelijk in de familie van God. En dit
helpt u, als u dit perspectief in gedachten houdt, als
u denkt dat zij kinderen van God zijn zoals wij dat
zij, maar nee, dat zijn ze niet. En u zult nooit een
kind van God worden zoals zij waren. Zij zijn Gods
mensen, aan de goede kant van de middelmuur.
In Joh.15:1-6 spreekt Jezus tot Zijn apostelen in de
opperzaal, de nacht voor Hij sterft. Vers 1 zie
Jesaja 5:1-7. Het volk Israël is een wijnstok, een
type en een beeld van het nationale leven van
Israël, van wat Israël is als een volk. Als Hij zegt:
Ik ben de ware Wijnstok, zegt Hij: Ik ben het ware
volk. Vers 2,3 Let op, het gaat om vruchtdragen.
Hoe kunnen zij vruchtdragen? Door in de Wijnstok
te blijven, door in de levende gemeenschap en
verbintenis met Christus te blijven. De enige
manier om ooit vrucht te dragen is door het Nieuwe
Verbond en de Geest van God die in hen komt, en
door Hem vrucht dragen. Joh.15:5,6 Dat is precies
wat wij lazen in Mattheus, en in Hebreeën. Het is
een parallelsituatie.
In Hebr.6:7,8 De zegeningen waren op hen
gekomen en nu zijn vruchten het punt. Zij moesten
vruchten voortbrengen, zij moesten God op Zijn
Woord nemen. Als zij in het koninkrijk wilden
komen dan moesten zij vruchten voortbrengen en
geloof, lankmoedigheid hebben om de beloften te
beërven. En als u terug gaat naar Hebr.6 ziet u wat
de vrucht is waar Hij naar uitkijkt is: vers 9.
Hebr.6:9 “Maar, geliefden! wij verzekeren ons
van u betere dingen, en met de zaligheid
gevoegd, hoewel wij alzo spreken.”
U ziet hoe hij van :4,5,6 degenen, die, welken enz.
overgaat naar: maar, geliefden, wij verzekeren ons
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 89
van u betere dingen… U ziet dat er het gelovige
overblijfsel is in het volk, de kleine kudde.
Hebr.6:10-12 “Want God is niet onrechtvaardig
dat Hij uw werk zou vergeten, en den arbeid
der liefde, die gij aan Zijn Naam bewezen hebt,
als die de heiligen gediend hebt en nog dient.”
“Maar wij begeren, dat een iegelijk van u
dezelfde naarstigheid bewijze, tot de volle
verzekerdheid der hoop, tot het einde toe;”
“Opdat gij niet traag wordt, maar navolgers zijt
dergenen, die door geloof en lankmoedigheid de
beloftenissen beerven.”
Hoe beërft u de belofte? Wat is de belofte? God
beloofde Abraham eeuwig leven en een Koninkrijk.
Hoe beërft u de belofte? Door geloof en
lankmoedigheid. Dan geeft hij een illustratie in vers
13,14,15 over Abraham. :15 door lankmoedigheid
heeft hij de belofte verkregen… Wanneer krijgen
zij de beloften? Nadat zij gelovig volharden. Het is
geen tegenwoordig bezit zoals u heeft gekregen.
En als u dit gedeelte neemt en het toepast op de
gemeente, het lichaam van Christus, moet u het
gedeelte herschrijven. Dit past in de grote
verdrukking, waarin u mensen hebt die lankmoedig
volharden, door geloof in de voorziening die God
voor hen heeft volbracht, door het Nieuwe verbond,
in Christus zodat zij de belofte kunnen verkrijgen
als Hij komt voor hen.
Let op de goede werken die Hij hen te doen geeft:
Dingen die de redding vergezellen. Vers 10 heeft te
maken met het dienen van de heiligen, ga mee naar:
Hebr.10:32 “Doch gedenkt de vorige dagen, in
dewelke, nadat gij verlicht zijt geweest, gij veel
strijd des lijdens hebt verdragen.”
Nadat gij verlicht zijt geweest… Hebr.6:4
verlicht… ziet u het verband? Er was een tijd dat
deze verlichting er was. Hebr.10:33-37 Er is nu al
een vertraging in het programma, zegt de schrijver,
ziet u hoe Hebreeën past, het komt na Paulus’
brieven. Vers 37 Hij komt, ook al is er een
vertraging.
Jakobus 2: De mensen waar Hebreeën aan
geschreven is hebben gediend, het werk der liefde,
hij zegt: ik ben verzekerd dat jullie niet mensen zijn
die terug zullen vallen, want ik heb jullie gezien en
ben bij jullie geweest, ik heb jullie werk van liefde
gezien en de bediening aan de heiligen temidden
van hartzeer en zorgen en dat jullie je leven
inzetten voor de broeders. In de grote verdrukking
en de regering van de antichrist ben je een vijand
van de staat, als je het teken van het beest niet hebt
kun je niet kopen en verkopen Dan heb je iemand
nodig die je te eten geeft, of een huis?
Jac.1:26,27 “Indien iemand onder u dunkt, dat
hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom
houdt, maar zijn hart verleidt, dezes godsdienst
is ijdel.” “De zuivere en onbevlekte godsdienst
voor God en den Vader is deze: wezen en
weduwen bezoeken in hun verdrukking, en
zichzelven onbesmet bewaren van de wereld.” Als Israël niet doet wat het woord zegt dat ze
moeten doen is dat omdat ze geen geloof hebben,
als je alleen hoort en het niet doet misleid je jezelf.
Vers 27 dat is zuivere godsdienst: Openb.16,
Mat.25 Ik was hongerig en u gaf mij te eten, gaf
kleding, in de gevangenis mensen gedood om hun
getuigenis, ze namen het merkteken niet, zij zeiden
nee. In het boek Hebreeën en Jakobus weet u wat
zuivere godsdienst is? Zij, die mensen dienen.
Jac.2:14 “Wat nuttigheid is het, mijn broeders,
indien iemand zegt, dat hij het geloof heeft, en
hij heeft de werken niet? Kan dat geloof hem
zaligmaken?”
Controversieel gedeelte als u dit vergelijkt met
Romeinen 4 , gaat niet samen. Waarom? Omdat
Jakobus past in Gods bedelingsplan, precies waar
het staat in de canon van de Schrift. Het past na de
openbaring van Paulus, na de bedeling van genade.
De redding wordt gebracht als een fysieke redding
op de aarde, als ook een geestelijke. Het geestelijke
herboren Israël produceert een fysiek volk. Dus er
moeten fysieke dingen worden volbracht om dat zo
ver te krijgen.
Jac.2:14-20 Als u het teken van het beest niet
neemt kunt u niet kopen(naakt, gebrek aan
voedsel). Als we teruggaan naar de Psalmen en de
verzen die gaan over de arme, en zorg dragen voor
de armen, ze niet verdrukken, dan gaat dat niet over
iemand in Chicago, die werkt voor z’n
levensonderhoud, of iemand die een moeilijke tijd
heeft, Paulus zegt: als iemand niet werkt dat hij niet
ete, over een luie houding, het is vandaag een
andere economie, de manier waarop God werkt
vandaag.
Maar al die gedeelten in de Psalmen en de
evangeliën over armen gaat over een tijd dat Gods
mensen arm zullen zijn gemaakt, naakt, hongerig
omdat zij het teken van het beest niet aannemen, ze
willen ze laten uitsterven. Mattheus 6, geef ons
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 90
heden ons dagelijks brood… Dat is nu een
vreemd gebed om te bidden is het niet? Mensen
gooien meer levensmiddelen weg elke week dan
meer mensen in de rest van de wereld op kunnen,
weet u? Vers 16 als u dat niet doet, dan is uw
geloof dood… In Israëls programma als zij geloven
wat Gods Woord zegt en zij horen het, zegt hun
geloof dat zij het moeten doen. En één van die
dingen is om mensen te dienen in hun omgeving.
Jac.2:21-24 is een illustratie mbt. Abraham, we
gaan terug naar Hebr.6, dit is precies dezelfde
illustratie die hij gebruikt in Hebr.6:13-15 over
Abraham. De illustratie van Jac.2 komt uit Gen.22
als hij Izaak offert
. .
Als Paulus spreekt in Rom. 4 over Abraham
spreekt, spreekt hij over Abraham uit Gen.15, voor
Abraham was besneden, de vader van allen die
geloven. Jacobus spreekt in Gen.22 over Abraham
mbt. het verbond dat te maken heeft met de
Verlosser en het Koninkrijk. Tussen Gen.15 en 22
gebeurden veel dingen, een 40j periode in
Abraham’s leven waarin enorme geestelijke
transacties tussen hem en God plaats vonden mbt.
de besnijdenis en de middelmuur des afscheidsels
werd opgericht. In Hebr.6 is het de Jac.2 illustratie
en niet de Rom.4 illustratie. U ziet dat de situatie in
Hebr.6 dezelfde soort situatie is als Jak.2. Werken
vergezellen redding.
Hebr.6:11 “Maar wij begeren, dat een iegelijk
van u dezelfde naarstigheid bewijze, tot de volle
verzekerdheid der hoop, tot het einde toe;”
U moet voorzichtig en ijverig zijn tot de volle
verzekerheid der hoop, tot het einde toe… Niet lui,
maar ijverig, vers 12. Daarna komt er een illustratie
over Abraham in vers 13-18 over het erven van de
belofte.Geloof en geduld beërven de belofte. Vers
18-20 gaat over de hoop, de volle verzekerdheid
der hoop, en de hoop is de hoop van het beërven
van de belofte. De hoop is gebaseerd in het
priesterschap vlgs. Melchizedek van Christus, hun
hoop om de belofte te beërven is gebaseerd op het
priesterschap van Christus, in het Nieuwe
verbondspositie die Hij heeft, daarom is die solide
en standvastig en motiveert hen om door te gaan.
Hebr.6:10,11 hier is het punt opnieuw van de
illustratie: vruchten, werken als een bewijs van
redding. Ik hoorde John McArthur op de radio hij
predikt populistisch calvinisme, calvinisme en
armenianisme geloven dat u niet gered kunt worden
of gered zijn tenzij u bepaalde werken voortbrengt.
Het idee is: uw geloof plus werken is vereist. De
Armeniaan vereist geloof plus werken en u wordt
gered en een Calvinist vereist geloof plus werken
om gered te zijn. Reddend geloof. Redding hangt af
van de kwaliteit van mijn geloof. Geloof ik dat ik
genoeg reddend geloof heb, of bijna reddend geloof
enz. het is allemaal theologische lariekoek.
Theologisch argumenteren binnengebracht door
Nederlandse theologen, Arminianen en Calvinisten
omdat zij niet begrijpen hoe ze het woord recht
moeten snijden. Waar komt het vandaan? Ze nemen
het programma van Israël en maken het de norm en
standaard voor u en mij b.v.Joh.10, Hij stierf voor
de uitverkorenen, maar wie zijn de uitverkorenen
voor wie Hij stierf? Israël!
Één vrouw werd eens zo boos op mij, ze vroeg me
om te komen eten na de dienst, ze was Italiaans en
haar man Duits ze waren met de boot gekomen,
immigranten, ze maakte een flinke spagettipasta en
ik wist niet hoe zij gewent waren om spaghetti te
eten… ik ben gewent om gewoon met m’n vork en
mes af te snijden wat ik wil eten. Die vrouw werd
boos en pakte mijn bord weg en met veel gemopper
terug naar de keuken….Ik zei tegen haar man: ik
veronderstel dat ik haar kwaad heb gemaakt, wat
deed ik verkeerd?! Hij zei: je moet nooit een mes
gebruiken bij dit soort maaltijd.
En dit is het soort puinhoop die u krijgt die mensen
maken als ze niet het mes van 2 Tim2:15 gebruiken
en het woord recht snijden. Vandaag is er een
aanval op de duidelijkheid van het evangelie van
genade. Men kan zeggen wat men wil over ‘Jezus
is Heer redding’ en dat u moet werken om gered te
worden of gered te blijven, het is allemaal
religieuze, vleselijke verwarring. Uw oude mens
wil iets doen. En als de leraar zegt wat u moet doen
dan doet u het. In 2 Kor.3 en 4 ziet u dat de satan
niet verblind door humanisme of communisme
maar met religieuze werken, zodat God blij met hen
kon zijn.
Hebreeën 6:13-7:1
Hebr.6, we hebben besproken dat het eerste deel
van het hoofdstuk een waarschuwing is voor het
volk Israël.
Deze week hoorde ik nog een radiodominee die zei
dat Hebr. 6 ging over doodzonde die de Jood kon
begaan in de eerste eeuw, dat is waar, maar het is
niet alleen in de eerste eeuw. De zonde in dit
gedeelte is een vooruitziend iets, het kijkt uit naar
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 91
de grote verdrukking in de toekomst, en over het
gemengde volk, zij konden het getuigenis zien en
horen, en de boodschap en de krachten van de
toekomende eeuw, en in de Handelingenperiode
zagen zei het Pinkstergetuigenis en hoop en dat
verdween uit zicht, en als zij teruggaan naar Mozes
en het wetsysteem, om offers te brengen en het
geloof in Christus verlaten en het werk aan het
kruis. Als zij teruggaan gaan ze terug naar een
systeem waarin geen hoop is.
In Hebr.10:26 zegt hij dat zij nergens anders heen
kunnen gaan om hun zonden te laten vergeven dan
naar het kruis, en als je het bloed van de Zoon van
God onheilig acht, als je je rug keert naar de
voorziening die God maakte door Christus en het
Nieuwe verbond dan is er geen hoop. Alleen
veroordeling en dood en oordeel en vernietiging, de
hoop is in het Nieuwe Verbond. De hoop is in de
voorziening die God voor hen maakte in de
eeuwige redding, door de eeuwige Geest en het
eeuwige bloed en offer van de Heere Jezus
Christus. En hij waarschuwt ze hier om niet terug te
gaan.
Hebr.6:9 “Maar, geliefden! wij verzekeren ons
van u betere dingen, en met de zaligheid
gevoegd, hoewel wij alzo spreken.”
Hij spreekt over de kleine kudde. In de eerste
verzen over het gehele volk. Het volk dat gemengd
is. Nu, als hij tot hen spreekt, over de dingen die
redding vergezellen, die hebben we besproken,
Hebr.6:10 (Jak.2). Hebr.6:11,12 De hoop in vers 11
is de hoop van het beërven van de beloften van vers
12. En de naarstigheid bewijzen tot de volle
verzekerdheid der hoop tot het einde toe(:11) is het
zelfde als door geloof en lankmoedigheid de
beloften beërven. Volharden om de beloften te
beërven. Hij geeft een illustratie, het beërven van
de beloften is door geloof en lankmoedigheid, hij
zegt opnieuw in vers 15 Abraham. En dat geeft hen
hoop. Een voortdurende ijver is nodig en daarom is
Abraham het voorbeeld en illustratie van hun
situatie.
Hebr.6:13-20 Hij eindigt met Melchizedek en dan
zijn we weer terug waar hij eindigde in Hebr.5:10.
In dit laatste gedeelte van dit hoofdstuk spreekt hij
over de motivatie om door te gaan, te volharden in
geloof en lankmoedigheid, de belofte motiveert hen
en de voorziening van God. God deed een belofte
aan Abraham, dat Hij hem zou zegenen. En de
illustratie hier komt uit Genesis 22:16. God riep
Abraham in Genesis12, maakte een verbond met
hem in Gen.13, in Gen.14 schetst hij de
voorzieningen: het land, in Gen.15 bevestigd Hij
het verbond met hem, in Gen.17: een teken van het
verbond: de besnijdenis. En hij heeft nog steeds
geen kinderen, behalve Ismaël, Abraham leerde iets
over zijn vlees in Ismaël Abraham dacht ik kan
God helpen, maar God wilde niet de werken van
zijn vlees. God wacht tot hij het niet meer kan en
dan geeft God op een wonderlijke wijze een kind
aan Abraham, Izak.
In Gen.22 is Izak een jonge man en het meest
perfecte beeld, type van de kruisiging en
opstanding van Jezus Christus in de Bijbel,
terugkijkend kunnen we dat zien. God zei: neem
uw zoon, uw enige zoon, uw oogappel, er was er
nog één, maar dit was de enige, neem hem mee
naar die berg en dood hem… Dat is tegenstrijdig,
die jongen is, uw zaad, Ik maak een volk uit hem
dat het land zal beërven, neem hem en dood hem…
Wacht even Heer maar hij nam hem mee de berg
op en met het mes in zijn handen stopt Hij hem.
Abraham kreeg hem terug uit de dood, type van de
opstanding. Abraham wist dat als hij de jongen zou
doden God hem uit de dood zou opwekken.
Abraham geloofde in de opstanding, we lazen dat
in Gen. 13,15 dat hij voor eeuwig in het land zou
wonen en het bezitten, maar hij moest eerst sterven.
Abraham was niet dom, hij wist als God hem dit
land zou geven en zijn zaad voor eeuwig en als hij
sterft voor hij het krijgt dan weet hij dat hij
opgewekt zal worden en er voor eeuwig in zal
leven. Hij vertrouwde God. En God zag zijn geloof,
Hij beproefde hem, Ik heb het gezien, Ik heb je
beproefd, Ik zal zegenen die u zegent, Hij zweerde
met een eed.
Hebr.6:16 “Want de mensen zweren wel bij den
meerdere dan zij zijn, en de eed tot bevestiging
is denzelven een einde van alle tegenspreken;”
Als je wilt zweren neem je iemand die groter is dan
jezelf, weet u dat ieder ijdel woord dat uit iemands
mond komt in het oordeel zal komen. Bij wie moest
God dan zweren? Wie is groter dan Hij? Niemand.
Als iemand het contract heeft getekend en het
getekend, dan is het klaar, dan argumenteren we er
niet meer over. Tekenen van het contract is genoeg.
Hebr.5:17 “Waarin God, willende den
erfgenamen der beloftenis overvloediger
bewijzen de onveranderlijkheid van Zijn raad,
met een eed daartussen is gekomen;”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 92
God beloofde het niet alleen, Hij bevestigde het
met een eed, Hij zweerde. God’s Woord moet
genoeg zijn, niet?
Heb.6:18 “Opdat wij, door twee
onveranderlijke dingen, in welke het onmogelijk
is dat God liege, een sterke vertroosting zouden
hebben, wij namelijk, die de toevlucht genomen
hebben, om de voorgestelde hoop vast te
houden;
Twee onveranderlijke dingen: één: u heeft Mijn
woord en twee: Ik zweer met een eed. Sterke
vertroosting: in wat God zegt en wat Hij zweert, er
is geen zekerder woord om in te vertrouwen. De
toevlucht genomen hebbende: daar gaat het om in
dit gedeelte. Het gelovig overblijfsel in het volk, in
de verdrukking, zij hebben de toevlucht genomen.
Illustratie, de zondvloed komt, de toorn komt, het
oordeel komt, zij gaan, als Noach in de ark –
daarom spreekt 1 Petr.3:20,21 over Noach. Acht
zielen gingen in de ark en waterdoop redt nu deze
mensen. Weet u wat de deur naar die kleine kudde
was? Johannes 10: de waterdoop!
Luk.7:29,30 “En al het volk, Hem horende, en
de tollenaars, die met den doop van Johannes
gedoopt waren, rechtvaardigden God.” “Maar
de Farizeen en de wetgeleerden hebben den raad
Gods tegen zichzelven verworpen, van hem niet
gedoopt zijnde.”
Hoeren en tollenaars werden gedoopt met de doop
van Johannes, de doop der bekering tot vergeving
der zonden, de farizeeën en Schrifgeleerden
verwierpen Gods raad door zich niet te laten dopen.
Waterdoop voor het volk Israël bereidde hen voor
om in de ark te gaan, zij vluchtten in de
schuilplaats, illustratie, Jozua 20, Num35.
Er zijn in het OT plaatsen, zes vrijplaatsen,
vrijsteden die een plaats voor toevlucht zijn als een
Israëliet onschuldig bloed vergoten heeft, ze zijn
geen moordenaars. De persoon die gedood werd
heeft verwanten, familie die bloedwraak willen
nemen en zij zoeken de veroordeling van die
persoon, hij heeft het recht om hem voor de
rechtbank te dagen omdat hij zijn familie heeft
gedood. Maar als u naar een vrijstad kunt gaan en
daar blijven, zolang u in die vrijstad bent bent u
veilig, een veilige haven waar u heen kunt voor de
wraak die u verdient.
Israël vergoot het bloed. Jezus zei: Vader vergeef
het hen, want zij weten niet wat ze doen, Hand.3,
ze deden het door onwetendheid. Wat deed God?
Hij zei: Ik verander deze moord in doodslag en geef
hen een kans om naar een toevluchtsoord te
vluchten en daar is hij. Maar degene die niet vlucht,
weet u wat er gebeurt? De bloedwreker komt en
vangt hem en weet u wat er gebeurt: executie,
oordeel. Weet u wie de bloedwreker is? De
antichrist. Dat is een interessant iets. Waarheen
vluchten zij? Naar de kleine kudde. Tot wie spreekt
hij hier? Hebr.6:18. Zij vluchten en krijgen een
hoop, door geloof en lankmoedigheid beërven ze
die.
Hebr.6:19 “Welke wij hebben als een anker der
ziel, hetwelk zeker en vast is, en ingaat in het
binnenste van het voorhangsel;”
Weet u wat hier stabiliteit geeft aan deze mensen?
Die hoop daar. Jezus Christus is achter het
voorhangsel en Hij komt terug, hun Verlosser en
Messias. En die hoop en toevlucht en veiligheid en
plaats van zegening voor de kleine kudde is
gebaseerd op de voorziening gemaakt door de
Heere Jezus Christus op Golgotha.
Hebr.6:20 “Daar de Voorloper voor ons is
ingegaan, namelijk Jezus, naar de ordening van
Melchizedek, een Hogepriester geworden zijnde
in der eeuwigheid.”
Nu zijn we terug bij het priesterschap van
Melchizedek van Christus. En dat gaan we vanaf nu
bestuderen. Het punt in Hebr.7 en 8 is het
priesterschap, hetgeen dat de beloften garandeert
voor Israël door Jezus Christus als hun
Hogepriester. Hun hoop is daarop gebaseerd. Het
bloed van Jezus Christus is de basis waarop Israël
haar eeuwige redding krijgt en haar erfenis in het
Koninkrijk. En dat is de hoop voor Israël, voor deze
mensen zodat ze lankmoedig kunnen verdragen en
volharden.
Ga met mij mee naar Lukas 21:10-19 :19 geloof
en lijdzaamheid, zo is het precies in Hebr.6:7-12. In
de conditie van verdrukking, van nood die over hen
komt, maar zij hebben een hoop en de reden
waarom zij hoop hebben is de erfenis, een anker,
zeker en vast in hun ziel, want zij begrijpen wat
God beloofd heeft zal Hij doen, het geeft niet wat
met hen gebeurd, wat God zegt is waar. Als zij
sterven, ga mee naar:
Hebr.10:18,19 “Waar nu vergeving derzelve is,
daar is geen offerande meer voor de zonde.”
“Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 93
hebben, om in te gaan in het heiligdom door het
bloed van Jezus,”
Het maakt geen verschil, God gaat hen opwekken,
Jezus Christus heeft door één offerande de zonde
weggedaan, er is vergeving en dan is er geen offer
om terug te gaan. In de grote verdrukking komt
Israël in een situatie met de antichrist, de mens der
zonde en in het midden van de week wordt hij
gedood, we studeerden dat in Openbaring, dan
wordt hij opgewekt uit de dood. Na zijn opstanding
doet hij grote wonderen en tekenen in zijn naam.
Wat beschrijf ik voor jullie? Het lijden en de
opstanding en de Pinkster wonderen en tekenen en
hij zal zeggen: ik ben jullie messias. En weet u wat
Israël doet? Ze geloven hem.
De offers zijn er weer, 220 dagen na het begin van
de 70e week van Daniël is de tempel herbouwt en
de dagelijkse offers zijn weer begonnen. Dan komt
hij en zegt: nadat hij is opgestaan en na al die
tekenen en wonderen, dat hij God is… en hij neemt
de offers weg, het oude syteem van Mozes is
voorbij, ik breng het nieuwe, kom en aanbid mij.
Daar is hij en hier is het gelovig overblijfsel van
Israël en zij zeggen: Nee, Christus is al gekomen,
dit is een valse. En wat gebeurt er met hen? Zorg
dat je van ze afkomt. Je kunt niet kopen, niet
verkopen, niet eten, geen boodschappen,
vervolging, en ze vluchten in de woestijn.
Hebr.10:19-23 Want Hij die belooft heeft is
getrouw… Het anker voor hun ziel het begrip van
Gods onveranderlijkheid, Hij heeft het gezegd. Ze
kunnen niet vertrouwen op wat ze zien, de traditie,
alleen wat God zegt in Zijn Woord. En God zegt:
jullie hebben twee dingen: Mijn belofte en Mijn
eed. Ik zal het doen.
In 2 Petr.1:19 Op de berg der verheerlijking
veranderd Christus in heerlijkheid, maar wij hebben
het Woord van God. Je kunt niet altijd vertrouwen
wat je ziet. Luk.16:19-31 De rijke man had vijf
broers, en hij wilde niet dat zij daar kwamen, zend
ze terug naar hen en zeg dat ze niet hierheen
komen.
Terug naar Hebr.5:11 traag om te horen. Laat ik u
iets vertellen: het heeft te maken met uw begrip van
Gods openbaring, daar is het anker. Hij gaat nu
verder en geeft hen het begrip om het anker vast te
leggen.
Hebreeën 7:1-3
Hebreeën 7, we beginnen aan een nieuw hoofdstuk,
onderwerp, wat de schrijver hier doet is: hij gaat
het belangrijkste punt samenvatten van de brief, we
hebben al gezien dat als je Hebreeën bestudeerd het
belangrijkste punt is: het priesterschap. De
bedoeling van het hogepriesterlijke karakter van de
Heere Jezus Christus. Wat u ziet in Hebr.7 tot
Hebr.10:18, daar eindigt het leerstellige gedeelte
van het boek Hebreeën, u ziet vanaf hier dat
Christus de betere Hogepriester is, beter dan Aaron.
In hfdst.7 heeft Hij een betere ordening van
priesters. In hfdst.8-10 heeft Hij een betere
bediening als Hogepriester. Daar gaat we ons op
richten.
Hebr.7:1 “Want deze Melchizedek was koning
van Salem, een priester des Allerhoogsten Gods,
die Abraham tegemoet ging, als hij wederkeerde
van het slaan der koningen, en hem zegende;”
Hij begint nu met terug te gaan naar Melchizedek,
de verwijzing is naar Hebr.6:20. En dat verwijst
naar Hebr.5:1-10, waar hij het priesterschap
introduceert, en het feit dat Jezus Christus
gekwalificeerd is en gekozen door God om de
Hogepriester te zijn. Op grond van Zijn opstanding
en Zijn eeuwig leven, Hij bezit opstandingsleven,
en daarom moeten deze Joden en Israëlieten
begrijpen dat zij in de grote verdrukking dingen
zullen tegenkomen, zij zijn de eerst eeuw
Israëlieten, dezelfde periode als uit Handelingen.
Wat zij moeten begrijpen is het punt van de
Hogepriesterlijke bediening van Christus, hoe die
hen brengt van het Oude verbond met Mozes, naar
het Nieuwe verbond. Van de wet van Mozes naar
de Koninkrijkswet van het Nieuwe verbond van
Jezus Christus. Mozes was een dienaar over zijn
huis, maar Christus over Zijn huis. Dus deze
nieuwe bediening hier komt tot Israël en is geen
voortzetting van de oude, het vervangt de oude.
Soms begrijpen mensen het niet, toen ik in het
college was, een liberaal college, spraken zij over
mensen die in het 1000j rijk geloven en de nieuw
testamentische kerk die de voortzetting was van de
oud testamentische gemeenschap. Oh, ze moeten
geslapen hebben als ze hun Bijbel lezen of zoiets.
Er zijn veel van dat soort ideeën, en in Israël heb je
het idee dat ze het nieuwe met Christus toevoegen
aan het oude, nee, nee, wat Christus voor Israël
heeft volbracht is geen toevoeging aan het oude.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 94
Het is een Nieuw verbond, niet zoals het vorige
verbond. Iets brandnieuw.
De wet van God is het rechtvaardige karakter van
God, het contract van Israël in hun relatie met God.
Maar Hij doet ook de oude wet van Mozes weg en
introduceert een nieuw contract: het Nieuwe
verbond. En Hij doet dat als hun Hogepriester. In
hfdst.5:1-10 introduceert hij het punt van het
priesterschap vlgs Melchizedek. In Hebr.5:6, dat
vers wordt herhaaldelijk aangehaald, in 7:1. In
Hebr.5:11 zegt hij dat hij vele dingen te zeggen
heeft maar ze zijn traag om te horen. Deze mensen
waren niet in staat om deze nieuwe, verdere
informatie te ontvangen.
In Hebr.5:12 tot Hebr.6 einde is een uitweiding,
afdwaling, hij waarschuwt hen ivm hun
onmogelijkheid om te horen en deze leer te
begrijpen. Hij laat hun nood zien om deze waarheid
wel te begrijpen, want het is de waarheid van het
priesterschap vlgs Melchizedek van Christus en
Zijn bediening. Dit zal hen motiveren en
bekrachtigen, het begrip geven en duidelijkheid in
hun gedachten om door te gaan in, naar het Nieuwe
verbond en hun motiveren om te volharden en niet
terug te gaan gedurende de verdrukking en de
moeilijkheden en de beproevingen die zij zullen
tegenkomen als zij wachten op de wederkomst van
Christus en als Hij het Nieuwe verbond zal
inwijden.
Ziet u, het Oude verbond waarschuwde hen wat er
zou gebeuren als zij het verbond zouden breken, het
ene oordeel na het andere als zij het contract
zouden breken. Het Oude verbond gaf hen de
bekwaamheid niet om te doen wat het Oude
verbond zegt om te doen. Het Nieuwe verbond is
niet zo. De bekwaamheid en kracht om de mensen
te zijn die God hen gemaakt heeft om te zijn is voor
hen voorzien. Dat komt door het kruiswerk van de
Heere Jezus Christus waar Zijn dood en Zijn
opstanding de sleutel is voor Israël om te krijgen
wat ze nodig heeft. Het is de basis waarop iedereen
alles van God krijgt.
Romeinen legt uit wat op Golgotha gebeurde voor
u en mij als leden van het lichaam van Christus,
Hebreeën legt uit wat er volbracht is op Golgotha
voor het volk Israël. Specifiek leerstellig. Er zijn
dezelfde gedachtenlijnen, omdat het kruis de basis
is van alles.
In Hebr.7:1 begint hij de verwijzing dat
Melchizedek dezelfde is als uit Hebr.6:20. Deze
mensen waren traag in het maken van vooruitgang.
Hebr.3:1 aanmerkt de Hogepriester. Hebr.7:4
…aanmerkt. Hebr.2:3…acht nemen. Ze moesten er
over nadenken, u ziet dat het niet komt aanwaaien.
Je moet nadenken, een studeerinstructie. En dat
geeft hen de capaciteit om dingen te doen die van
hen verwacht werden.
Zoals ik zei: het begrip van het priesterschap vlgs
Melchizedek is voor volwassen mensen: Hebr.6:1.
Hebr.6:16 Jezus Christus is ingegaan binnen het
voorhangsel als de grote Hogepriester. Dat punt
van achter het voorhangsel binnengaan, waar u
Christus ziet in Hebreeën is Hij de Hogepriester in
het heilige der heilige, achter het voorhangsel,
maakt en bestendigt en voltooit de verzoening voor
Israël, dan komt Hij terug van achter het
voorhangsel tot de mensen en brengt de
verkondiging van bevrijding.
Als we teruggaan naar Lev.16 en lezen wat de
Hogepriester deed achter het voorhangsel, hij nam
het bloed en het reukwerk en hij sprengde het bloed
op het verzoendeksel, en hij voltooid daarbinnen de
verzoening. Dat heeft Christus gedaan. Ze moeten
over Hem nadenken. Hebr.7:26-28 Éénmaal,
wanneer? Toen Hij Zichzelf offerde. Stelt de Zoon,
Die in der eeuwigheid geheiligd is. Eeuwigheid, dat
is het punt in het priesterschap vlgs Melchizedek
van Christus. Hij zegt niet: Hogepriester van de
orde van Melchizedek, Hij is niet beperkt tot
Melchizedek, Hij is Hogepriester naar de ordening
van Melchizedek. Zijn priesterschap is
overéénkomstig Melchizedek en we zullen zo zien
hoe.
Het is niet zijn afkomst, geslacht, niet van, maar
naar, overeenkomstig. De basis overeenkomst
tussen Melchizedek en Christus is: eeuwigdurend.
Hij heeft eeuwige redding volbracht, eeuwige
erfenis, als iets eeuwig is wat zegt u dat dan? Wat
voor soort leven moet u hebben om eeuwig te zijn?
Eeuwig leven, wat is dat voor soort leven?
Opstandingsleven. Hoe vaak heb ik u daar al op
gewezen? God vertelde aan Abraham, het
basiselement in de belofte aan Abraham Ik zal u
een groot volk maken, gezegend, Ik geef u dit land
en uw zaad zal er voor eeuwig leven. U zult het
voor eeuwig bezitten, wat zei dat tot Abraham? Hij
zou eerst sterven, maar hij zou het toch krijgen,
anders zou God een leugenaar zijn. Dus het heeft
alles te maken met opstandingsleven, dat zagen we
in Hebr.5:7,8,9, Hij werd de Oorzaak der eeuwige
zaligheid. Hij stierf, maar God redde Hem van de
dood en gaf Hem leven. Zo is Hij Hogepriester,
maar niet zoals Aaron, maar als Melchizedek.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 95
We kunnen nog een maand verder studeren want de
dingen over Melchizedek in Genesis zijn zo
fascinerend met lijnen van informatie die u overal
ziet. Soms doen we drie weken over 1 vers, en zo
wordt het een grote studie, ik hou er van om zo te
studeren, maar we moeten hier doorheen. Deze
Hebreeën studies moeten niet tot in eeuwigheid
doorgaan. Het is diep, maar niet gecompliceerd.
Hebr.7:1 Dat is de geschiedenis van wat er gebeurde.
Hebr.7:2,3 interpreteert hij.
Hebr.7:2,3 “Aan welken ook Abraham van alles
de tienden deelde; die vooreerst overgezet
wordt, koning der gerechtigheid, en daarna ook
was een koning van Salem, hetwelk is een
koning des vredes;” “Zonder vader, zonder
moeder, zonder geslachtsrekening, noch beginsel
der dagen, noch einde des levens hebbende;
maar den Zoon van God gelijk geworden
zijnde, blijft hij een priester in eeuwigheid.”
Melchizedek wordt op twee plaatsen in het Oude
Testament gevonden: Genesis 14 is geschiedenis
Psalm 110 is profetie. In Genesis komt uit het niets
Melchizedek, en hij verdwijnt weer. Het lijkt een
klein incident in Abraham’s leven en niemand
denkt er meer aan, totdat de Geest van God David
inspireert om Psalm 110 te schrijven, hij kijkt
profetisch naar het Koninkrijk en het karakter van
de bediening van Christus in dat Koninkrijk.
Niemand spreekt meer over Melchizedek totdat we
komen bij het boek Hebreeën, en Hebreeën haalt
Ps.110 verschillende malen aan, alsof er iets groots
gebeurd is toen.
En als de Heilige Geest dat niet gedaan had in
Hebreeën had u misschien nooit op Melchizedek
gelet. Hij neemt niet zovel verzen in in de Bijbel,
maar hij is een heel belangrijk karakter. Christus is
groter dan Aaron, Hij is beter dan Aaron omdat Hij
naar de ordening van Melchizedek is. Melchizedek
was de koning van Salem en de priester van de
Allerhoogste God. Vers 2 zegt dat hij de koning der
gerechtigheid is, Melchizedek betekend: koning der
gerechtigheid. Dus Hij is beide: Priester en Koning.
Dat maakt hem direct verschillend van Aaron.
Zacharia 6:12,13 “En spreek tot hem, zeggende:
Alzo spreekt de HEERE der heirscharen,
zeggende: Ziet, een Man, Wiens naam is
SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en
Hij zal des HEEREN tempel bouwen.” “Ja, Hij
zal den tempel des HEEREN bouwen, en Hij zal
het sieraad dragen, en Hij zal zitten, en heersen
op Zijn troon; en Hij zal priester zijn op Zijn
troon; en de raad des vredes zal tussen die
Beiden wezen.”
U moet zich herinneren dat in de regering van
Christus in Israël Hij als een Koning regeert en als
een Priester, dat hebben we in het bestuderen van
het Oude Testament gezien, het is fascinerend om
te beginnen met koning Saul. Koning Saul was een
koning maar hij probeerde zich ook de
priesterdienst toe te eigenen, maar die positie is de
positie van Christus in het Koninkrijk.
Zach.6:13 “Ja, Hij zal den tempel des HEEREN
bouwen, en Hij zal het sieraad dragen, en Hij
zal zitten, en heersen op Zijn troon; en Hij zal
priester zijn op Zijn troon; en de raad des
vredes zal tussen die Beiden wezen.”
Wie heerst op zijn troon? Een koning. Vers 13 En
de raad des vredes zal tussen die Beiden wezen…
Tussen welke Beiden? Tussen deze twee diensten
van Koning en Priester.
Jer.23:4,5,6 “En Ik zal herderen over hen
verwekken, die ze weiden zullen; en zij zullen
niet meer vrezen, noch verschrikt worden, noch
gemist worden, spreekt de HEERE.” “Ziet, de
dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik aan
David een rechtvaardige Spruit zal verwekken;
Die zal Koning zijnde regeren, en voorspoedig
zijn, en recht en gerechtigheid doen op de
aarde.” “In Zijn dagen zal Juda verlost worden,
en Israel zeker wonen; en dit zal Zijn naam
zijn, waarmede men Hem zal noemen: De
HEERE: ONZE GERECHTIGHEID.”
De Heere onze Gerechtigheid als Koning. Als Jezus
Christus regeert doet Hij dat als de Koning der
Gerechtigheid. Maar Hij is ook de Priester, en daar
tussen zal vrede zijn in dat Koninkrijk. Politieke
vrede omdat Hij in rechtvaardigheid regeert, maar
ook geestelijke vrede want Hij bemiddelt het
verbond dat vrede brengt tussen God en de
volkeren. Dit heeft allemaal te maken met
Melchizedek.
Ga terug met mij naar Genesis 14. In Gen.11
hadden we de toren van Babel en de grote
afvalligheid onder Nimrod en God geeft de volken
van de aarde op, Hij laat ze gaan, en de tijd der
onwetendheid waarover Paulus spreekt begint daar.
In Gen.12 roept God Abram, Hij scheidt hem af uit
de volken en maakt uit hem een nieuwe groep
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 96
mensen. De middelmuur des afscheidsels wordt
opgetrokken tussen Israël en de volkeren, maakt
een verbond met Abraham, hij wordt een groot
volk.
Gen.13 God scheidt Lot van Abraham, en God
maakt een verbond met Abram en beschrijft het
land dat Hij hem zal geven.
Dan in Gen.14 Abraham’s neef Lot komt in de
problemen, er is een grote oorlog en Abraham
bevrijdt Lot en brengt hem terug. Als Abraham
terugkomt van die strijd, oorlog zegt Hebr.7:1 dat
hij terugkomt van het slaan der koningen. Als hij
terugkomt met alle goederen en bezittingen
ontmoet hij Melchizedek.
Gen.14:18-20 “En Melchizedek, koning van
Salem, bracht voort brood en wijn; en hij was
een priester des allerhoogsten Gods.” “En hij
zegende hem, en zeide: Gezegend zij Abram
Gode, de Allerhoogste, Die hemel en aarde
bezit!” “En gezegend zij de allerhoogste God,
Die uw vijanden in uw hand geleverd heeft! En
hij gaf hem de tiende van alles.”
Brood en wijn , Melchizedek zegent Abraham.
Abraham geeft hem de tienden. Dat is alles wat
beschreven staat, maar er zit veel in: Hij komt terug
van het slaan der koningen: dat is een type van de
wederkost van Christus. En Melchizedek komt hem
tegemoet en hij zegent hem: dat doet een priester.
Deut.21:5 één van de functies van een priester is:
zegenen.
Gen.14:19 dat is het Koninkrijk, Abraham komt
terug van het slaan en daar zijn de zegeningen van
het Koninkrijk, bezitter van hemel en aarde.
Melchizedek vers 18, is de koning van Salem, u
weet wat dat is? Psalm 76, Salem is een heel
belangrijke plaats in het leven van Abrahams
geslacht. Salem is de oude naam van: Jeru – salem.
Ziet u? Jeruzalem, Origineel Salem, Jozua 15:8 de
Jebusieten leefden daar, de plaats die God verkozen
heeft om Zijn naam te vestigen.
De heidenen en afgodendienaars bezitten het,
wederrechtelijk, het is niet in de handen van Israël
tot 2 Samuël 5 als David het verovert van de
Jebusieten en hij neemt de berg Sion in. De berg in
Jeruzalem, de stad van David, hij verovert het. Wij
kennen het als Jeruzalem. Ps.76 beschrijft, schildert
de wederkomst van Christus en de vestiging van
het Koninkrijk. Zoals we net lazen in Gen.14.
Ps.76:1-10, als Stefanus de Heere ziet staan,
hetzelfde, het oordeel komt. Hij komt en verlost de
zachtmoedigen van de aarde. Waar lazen we dat
ook al weer? Mat.5:5, Zalig de zachtmoedigen
want zij zullen de aarde beërven. We spreken over
Christus Die terugkomt, Zijn vijanden verstrooit, en
Zijn mensen op aarde zet en zegent. De eerste keer
dat u Salem ziet, is in die context. Ps.132:11-14,
God koos die plaats, vanaf de schepping. Daar is
Zijn troon. Daarom is die kleine staat zo belangrijk
vandaag, voor de tegenstander, de duivel, de
systemen van deze wereld begrijpen iets van de
belangrijkheid van die grond daar.
In Luk.21:24 en in Jesaja 2 staat dat de wet zal
uitgaan uit Jeruzalem. En mensen zullen komen
naar Jeruzalem om het Woord van God te horen.
Weet u wat Hij doet? Hij neemt het terug uit de
handen van de heidenen en geeft het terug aan Zijn
mensen.
Melchizedek bracht Abraham brood en wijn:
Ps.104:15 deze twee dingen zijn ontworpen om de
harten van de mensen te verblijden en sterken. Wat
later in Mat.26 een herinnering, gedachtenis werd:
Mijn lichaam, de beker… totdat Ik die nieuw met u
drink in het Koninkrijk(!). Hij gaf een gedachtenis
in het Koninkrijk voor wat? Dat Jezus Christus
Zichzelf heeft gegeven, als Degene Die voorziet in
de Koninkrijkszegeningen voor Israël.
In 1 Kor.11 spreekt Paulus over hetzelfde, vers23
Christus heeft aan hem overgegeven… Zoals God
aan Israël een gedachtenis gaf geeft Hij ons een
gedachtenis, maar Hij zegt tot hem niet: dat Hij het
opnieuw zal drinken in het Koninkrijk maar Paulus
voegt toe: ..zo verkondigt den dood des Heeren,
totdat Hij komt, vers 26. Dat is iets anders, een
andere toepassing. Weet u waarom? Het gebroken
lichaam en het vergoten bloed, het brood en de wijn
gaf Israël haar zegeningen, maar wat gaf u uw
zegeningen? Hetzelfde! Het kruis is het geen dat
ons allen verenigd.
Dus het is niet zo vreemd dat er een gedachtenis is
voor ons die demonstreert wat wij doen, daarom
elke keer als wij avondmaal vieren benadruk ik
voor u het feit dat wij ons herinneren wat de basis
is van alles wat wij doen. Hij geeft de wereld buiten
geen gedachtenis, Hij geeft het aan ons.
Weet u wat het punt in deze plaatselijke gemeente
is? Christus! En als ik iets van u weet en dat weet
ik, want ik ken mijzelf, en jullie zijn niet beter dan
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 97
ik ben, wij hebben het nodig om er aan herinnert te
worden. Amen.
Hebr.7:4 “Aanmerkt nu, hoe groot deze geweest
zij, aan denwelken ook Abraham, de patriarch,
tienden gegeven heeft uit den buit.”
Abraham gaf Melchizedek tienden, Abraham
erkende Melchizedek’s priesterschap status, en
erkende dat God hem de overwinning had gegeven
en dat hij God door Zijn man(Melchizedek) de
tienden gaf van de buit.
De interpretatie daarvan: eerst: de naam
Melech=koning tzedek= rechtvaardigheid. Vers 2,
ten eerste is hij de koning der rechtvaardigheid en
daarna ook koning van Salem(sjalom=vrede). Let
op de volgorde, eerst koning der rechtvaardigheid,
daarna koning van Salem, vrede. Zo is het altijd.
Rechtvaardigheid is de oorzaak, vrede is het
resultaat.
De meeste mensen willen vrede tegen elke prijs, als
u het zo doet is de prijs die u betaald de waarheid.
Jacobus 3:15-17 “Deze is de wijsheid niet, die
van boven afkomt, maar is aards, natuurlijk,
duivels.” “Want waar nijd en twistgierigheid is,
aldaar is verwarring en alle boze handel.”
“Maar de wijsheid, die van boven is, die is ten
eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden,
gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van
goede vruchten, niet partijdig oordelende, en
ongeveinsd.”
Vers 17, ten eerste zuiver, daarna vreedzaam... als u
geïnteresseerd bent in vrede en bescheidenheid enz.
voordat u geïnteresseerd bent in waarheid, heeft u
een geestelijk probleem. Als iedereen me maar
rechtvaardig behandeld en als we maar vrede
hebben….Weet u wat waarheid is? Het Woord van
God. Als u waarheid hebt, en als waarheid zijn
werk doet produceert het al die andere dingen.
Maar zonder waarheid is al dat andere maar
hypocrisie.
Jes.32:17 “En het werk der gerechtigheid zal
vrede zijn; en de werking der gerechtigheid zal
zijn gerustheid en zekerheid tot in eeuwigheid.”
Het werk der gerechtigheid zal vrede zijn. Het
effect van gerechtigheid is gerustheid en zekerheid
tot in eeuwigheid. Dus hij is eerst de koning der
rechtvaardigheid en daarna de koning van vrede.
Let op de goede volgorde, het is altijd zo.
Haggai 2:9 De heerlijkheid van dit laatste huis
zal groter worden, dan van het eerste, zegt de
HEERE der heirscharen; en in deze plaats zal Ik
vrede geven, spreekt de HEERE der
heirscharen.”
Eerst Zijn glorie en dan Zijn vrede.
Luk.2:14 “Ere zij God in de hoogste hemelen, en
vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.”
Een vers veel gelezen met kerst, en veel veranderd
in nieuwe vertalingen. Eerst glorie aan God en
daarna vrede. Weet u waarom er geen vrede op
deze aarde is?
Er is geen glorie voor God in de hoge, en dan is er
geen vrede.
Hebr.7, Melchizedek definieert de bediening van
de Heere Jezus Christus in zijn totaliteit. Hij is de
koning van beide: rechtvaardigheid en vrede.
Hebr.7:3, hij heeft geen ouders, geen stamboom,
geen begin of einde van dagen, daarom moet hij
eeuwig zijn. Dus wie is Melchizedek? :4 zegt dat
hij een mán was. Sommige mensen zeggen: ik weet
wie hij is, en ze gaan dan naar vers 3 de Zoon van
God gelijk… Hij is eeuwig, deze verzen
veroorzaken veel veronderstellingen, gissingen:
Er is een bekend idee dat Melchizedek en
voorincarnatie van Jezus Christus, één van de Oud
testamentische verschijningen van Christus. Het
probleem daarbij is dat het vers zegt dat hij de Zone
Gods gelijk was.. gelijk, dus niet Hemzelf.
Terzijde, toen de Here Jezus Christus kwam had
Hij een moeder.
Anderen zeggen: Sem,Cham en Jafeth. Sem leefde
nog toen Abraham Melchizedek ontmoette, wist u
dat? Hij was een tijdgenoot van Abraham. Zij
zeggen dat het Sem was. Het probleem daarmee is
dat wij weten wie Sem’s vader was: Noach, wie is
Sem’s moeder? Noach’s vrouw. Dus hij had een
vader en een moeder en een afstamming.
Iemand zegt: hij was de Engel des Heeren. Een
engel kan geen priester zijn. Dat lezen we nergens
in de Bijbel.
De makkelijkste manier om de tekst te lezen is: dat
zover als het verslag in de Schrift gaat verschijnt
Melchizedek en verdwijnt hij. En in het verslag van
de Bijbel heeft hij geen vader en moeder geen
geslachtsrekening, hij verschijnt alleen. Hij
verschijnt niet als de zoon van iemand, maar hji is
er gewoon. En dan verdwijnt hij weer.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 98
Er wordt over hem gesproken als een priester, hij
heeft geen afstamming of geslachtsrekening. En
geslachtrekening is niet relevant als we over het
priesterschap van Christus spreken. Mattheus 1 gaat
terug naar het huis van Juda. In Lukas 3 naar
Adam. Deze geslachtsregisters registreren Hem als
een mens, man, maar hebben niets te doen met Zijn
priesterschap. Zo kan Hij naar (en niet van) de
ordening van Melchizedek zijn, want hij heeft geen
geslachtrekening waar je deel van kunt uitmaken.
Wat bedoelt hij met noch begin der dagen, noch
einde des levens hebbende? Opnieuw heeft dat te
maken met zijn priesterschap. Herinnert u zich
Num.8:24? De dienst van een Leviet had een begin:
als hij 25 jaar werd. Einde 50 jaar. Dit ziet u niet bij
Melchizedek, want hij is de Zoon Gods gelijk.
Melchizedek is de copie, Christus is het origineel.
Melchizedek is als Christus, hij is een type van de
bediening van Christus. En…vers 3, blijft hij een
priester in eeuwigheid… Jezus Christus voorziet in
een totale redding, eeuwige erfenis door Zijn dood
en opstanding voor Israël. Wat Israël moet leren
over het priesterschap van Christus is dat het niet
hetzelfde is als Aaron. Van een andere orde en
status. Zodat het eeuwig is. En voor een stelletje
domme heidenen als u en mij, vandaag heeft God
de bijzondere status van Israël weggenomen omdat
Jezus Christus naar de aarde kwam om zondaren te
redden.
Hebreeën 7:4-28
We beginnen nu met Hebreeën 7 vers 4.
Hebr.7:4 “Aanmerkt nu, hoe groot deze geweest
zij, aan denwelken ook Abraham, de patriarch,
tienden gegeven heeft uit den buit.”
De laatste keer zagen we hoe groot deze man was.
Hij is Melchizedek, koning der gerechtigheid,
koning van Salem. Melchizedek is een interessant
karakter, hij verschijnt ineens en hij verdwijnt weer
in Gen.14. We horen niet meer over hem dan bij
Ps.110 waar we profetisch naar het Koninkrijk
kijken. En dan horen we niet meer over hem tot het
boek Hebreeën en voor we aan het eind van dit
hoofdstuk zijn is Ps. 110 zes maal genoemd in het
boek Hebreeën. Dus het moet belangrijk zijn. De
schrijver van het boek Hebr. begrijpt dingen van
het kruiswerk van de Heere Jezus Christus en hij
schrijft ze in de verdere openbaring gegeven aan de
apostel Paulus.
Rom.3:25 “Welken God voorgesteld heeft tot
een verzoening, door het geloof in Zijn bloed,
tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door
de vergeving der zonden, die te voren geschied
zijn onder de verdraagzaamheid Gods;”
De zonden tevoren geschied zijn kwijtgescholden,
hoe God in staat was om mensen hun zonden te
vergeven onder het oude verbond in Israëls profetie
programma is uitgelegd door het volbrachte werk
van Christus op Golgotha door de apostel Paulus.
En Hebreeën legt dat weer uit, het begrip dat
Paulus’ openbaring geeft. Hebreeën begint uit te
leggen hoe het volbrachte werk van Christus op
Golgotha en hoe Zijn voorziening daar van
verlossing wordt toegepast op Israël. En plaatst hen
onder het nieuwe verbond. Één van de dingen die
veranderen, en één van de manieren dat je moet
verdergaan van het Oude verbond naar het Nieuwe
verbond in Israëls programma, en dat het
Koninkrijk nooit kan opgericht worden onder het
Oude verbond, is het feit dat Jezus Christus priester
is in Zijn Koninkrijksbediening naar de orde van
Melchizedek. Dat is niet de orde van Mozes.
Dat is het probleem en wat hij in Hebr.7 laat zien is
dat Jezus Christus als Hogepriester naar de orde
van Melchizedek het nodig acht en vereist en
vraagt dat het Oude verbond verlaten wordt. Jezus
Christus kan geen priester zijn onder het Oude
verbond, want wie waren priester onder het Oude
verbond? De Levieten. De Messias kwam niet van
de stam van Levi, waar kwam Hij vandaan? Juda!
Er moest iets nieuws gebeuren. Dus in Hebr.7
begint hij deze mensen uit te leggen over de leer
van het priesterschap naar Melchizedek van
Christus. Dat Hij een priester is voor eeuwig, want
het eeuwige leven is het punt in dit priesterschap.
De enige manier voor Israël om eeuwig leven te
krijgen is door het Nieuwe verbond, het Oude
verbond is een bediening van dood, er is geen leven
in. Hij zei alleen wat ze moesten doen. En zij
faalden, zij konden het niet doen en u ook niet. Dus
Hij zei: Ik kom voor u en doe het voor u, Ik geef
Mijn Geest en Mijn leven in u en Ik doe voor u wat
u niet zelf kunt.
Genade en waarheid komt door het Nieuwe
Verbond. Dus wat we hier hebben is dat Christus
priester was naar de ordening van Melchizedek,
Melchizedek was heel speciaal. Aanmerkt nu, hoe
groot deze geweest is…!
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 99
Hebr.7:5-7 “En die uit de kinderen van Levi het
priesterdom ontvangen, hebben wel bevel om
tienden te nemen van het volk, naar de wet, dat
is, van hun broederen, hoewel die uit de lenden
van Abraham voortgekomen zijn.” “Maar hij,
die zijn geslachtsrekening uit hen niet heeft, die
heeft van Abraham tienden genomen, en hem,
die de beloftenissen had, heeft hij gezegend.
“Nu, zonder enig tegenspreken, hetgeen minder
is, wordt gezegend van hetgeen meerder is.”
Dan vertelt hij hoe groot hij was, en dat is
onvoorstelbaar voor een Jood, iemand onder het
profetische programma; Abraham gaf hem de
tienden. Met andere woorden: Melchizedek is
groter in status en privilege dan Abraham was.
Daar zijn twee redenen voor: Ten eerste: Abraham
gaf tienden, en de mindere geeft aan de meerdere.
Ten tweede: hij zegende hem. De meerdere zegent
de mindere. Niet andersom.
Daarom zegt hij: Kijk hoe groot die man was.
Abraham verhief hem boven zichzelf, omdat hij
een priester is van de Allerhoogste God. En
Melchizedek erkende wat Abraham deed door
Abraham te zegenen. U ziet hoe mooi deze positie
is, een verhoogd priesterschap.
Hebr.7:8 “En hier nemen wel tienden de
mensen, die sterven, maar aldaar neemt ze die,
van welken getuigd wordt, dat hij leeft.”
In het Oude verbond met Levi begonnen zij hun
bediening met 25jaar en stopten zij met 50jaar, en
zij stierven. Maar Melchizedek, hij ontving tienden,
leeft voor eeuwig. Een contrast met het
priesterschap onder de wet en Abraham’s
afstammelingen is een tijdelijke situatie. Maar met
Melchizedek eeuwig.
Hebr.7:9,10 “En, om zo te spreken, ook Levi,
die tienden neemt, heeft door Abraham tienden
gegeven;”“Want hij was nog in de lenden des
vaders, als hem Melchizedek tegemoet ging.”
Levi gaf tienden in Abraham aan Melchizedek.
Niemand van Abraham’s afstammelingen kon
hoger, meerder zijn dan Abraham.
Romeinen 5:12 “Daarom, gelijk door een mens
de zonde in de wereld ingekomen is, en door de
zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen
doorgegaan is, in welken allen gezondigd
hebben.”
Één man zondigde: Adam, daardoor u en ik ook,
want wij waren in de lendenen van Adam, wij zijn
afstammelingen van Adam. Wat uw vader deed
gaat door naar u. Zijn natuur is uw natuur. Levi was
in de lendenen van Abraham.
Hebr.7:11 “Indien dan nu de volkomenheid
door het Levietische priesterschap ware (want
onder hetzelve heeft het volk de wet ontvangen),
wat nood was het nog, dat een ander priester
naar de ordening van Melchizedek zou opstaan,
en die niet zou gezegd worden te zijn naar de
ordening van Aaron?”
Is voor zichzelfsprekend. Als volmaaktheid,
redding en het Koninkrijk waren volbracht,
voorzien door Aaron, de Levieten, waarom, als
Christus komt als Israëls koning, is Hij dan een
priester naar de orde van Melchizedek? Dan was er
geen verandering nodig geweest.
Hebr.7:12 “Want het priesterschap veranderd
zijnde, zo geschiedt er ook noodzakelijk
verandering der wet.”
Een verandering van wet, het gaat in Hebreeën om
het veranderen van het Oude verbond naar het
Nieuwe. Er is een verandering van Gods handelen
van de wet van Mozes naar de wet van het
Koninkrijk. Hebr.7:18,19 De wet is vervallen,
vervangen door een beter systeem. Er is iets beters
gekomen dan de oude wet van Mozes:
Hebr.7:28 “Want de wet stelt tot hogepriesters
mensen, die zwakheid hebben; maar het woord
der eedzwering, die na de wet is gevolgd, stelt
den Zoon, Die in der eeuwigheid geheiligd is.”
Iets vervangt de wet:
Hebr.8:7 “Want indien dat eerste verbond
onberispelijk geweest ware, zo zou voor het
tweede geen plaats gezocht zijn geweest.”
De eerste, de tweede…. De verandering gaat door
hier, we veranderen van de eerste naar de tweede:
In Hebr.8:8 “Want hen berispende, zegt Hij tot
hen: Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, en
Ik zal over het huis Israels, en over het huis van
Juda een nieuw verbond oprichten;”
Hij haalt eerst Jeremia 31 aan, dus waar is het
Nieuwe testament in het Oude testament? Het
antwoord?! Jeremia 31:31-34.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 100
Hebr.8:13 “Als Hij zegt: Een nieuw verbond, zo
heeft Hij het eerste oud gemaakt; dat nu oud
gemaakt is en verouderd, is nabij de
verdwijning.
Het eerste verbond is oud gemaakt en nabij de
verdwijning. En als hij zegt: een Nieuw verbond
dan wordt het Oude oud. Als u iets heeft en u koopt
een nieuwe, dan maakt dat nieuwe het oude oud.
Dus als Hij in Jer.31:31 zegt dat Hij een Nieuw
verbond met hen maakt dan zegt Hij dat ze het met
het Oude niet redden.
Hebr.10:9,10 “Toen sprak Hij: Zie, Ik kom, om
Uw wil te doen, o God! Hij neemt het eerste
weg, om het tweede te stellen.” “In welken wil
wij geheiligd zijn, door de offerande des
lichaams van Jezus Christus, eenmaal
geschied.”
Ziet u dat er iets nieuws komt?! En als we
teruggaan naar Hebreeën 7 dan is het hele punt
hier: ten einde het Nieuwe in te brengen is Christus
geen deel van het Oude. Het is een nieuw
priesterschap, en een nieuw systeem, en een Nieuw
verbond.
Hebr.7:12 “Want het priesterschap veranderd
zijnde, zo geschiedt er ook noodzakelijk
verandering der wet.”
Het feit dat de Messias naar de orde van
Melchizedek is en niet naar Aaron en Levi maakt
het nodig om de wet te veranderen.
Hebr.7:13 “Want Hij, op Wien deze dingen
gezegd worden, behoort tot een anderen stam,
van welken niemand zich tot het altaar begeven
heeft.”
Met andere woorden: als we spreken over de
Verlosser, Hij zit in de ‘verkeerde’ stam, Hij kan
geen priester zijn.
Hebr.7:14 “Want het is openbaar, dat onze
Heere uit Juda gesproten is; op welken stam
Mozes niets gesproken heeft van het
priesterschap.”
Ziet u als de Messias een priester is, Ps.110,
Zach.6, en een andere orde dan Mozes toestaat,
dan moeten we van Mozes af, opdat Hij priester
kan zijn. Ik blijf het zeggen.
Hebr.7:15-17 “En dit is nog veel meer openbaar,
zo er naar de gelijkenis van Melchizedek een
ander priester opstaat:” “Die dit niet naar de
wet des vleselijken gebods is geworden, maar
naar de kracht des onvergankelijken levens.”
“Want Hij getuigt: Gij zijt Priester in der
eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek.”
We kunnen het niet duidelijker maken dan het is,
iedere keer als we dit gedeelte lezen heb ik
benadrukt dat het voor ééuwig is. Waarom Hij een
Priester voor eeuwig kan zijn is dezelfde manier als
Abraham en zijn zaad het land kunnen bezitten
voor eeuwig, het heeft met eeuwig leven te maken.
En als er een gebod was dat eeuwig leven had
kunnen geven dan zou er rechtvaardigheid door de
wet zijn. Want God zou leven geven aan iedereen
die rechtvaardigheid had, maar u kunt geen
rechtvaardigheid onder de wet van Mozes krijgen,
want u kunt hem niet houden.
Ziet u elke keer als u uzelf onder een wetssysteem
plaatst om de zegening te krijgen zult falen en u
zet zichzelf aan om te falen, want u bent een
zondaar! En wat doet de wet, hij wijst u op uw
zonden. En als er een systeem is met regels en
verordeningen die u moet houden om de zegening
te krijgen zult u die niet krijgen, en dat heeft Israël
ervaren. Dus wat doet God voor Israël? Hij doet het
niet langs de weg van de wet, maar langs de weg
van het verbond van Mozes, Hij vervangt dat
verbond door een Nieuw verbond en neemt Zijn
rechtvaardige maatstaf en schrijft die in hun harten,
door Zijn Geest. Hoe doet Hij dat? Hij geeft hen
rechtvaardigheid in Christus. En daarom kan
Christus hun leven zijn. Daar heeft Zijn
Hogepriesterlijke bediening mee te maken.
Hebr.7:18 “Want de vernietiging van het
voorgaande gebod geschiedt om deszelfs
zwakheids en onprofijtelijkheids wil;”
Ziet u de wet is zwak en onprofijtelijk. Zelfs in
Israëls programma, werkte het verbond met Mozes
het niet. Daarom zegt Paulus in Galaten een beetje
sarcastisch, tegen leden van het lichaam van
Christus, dat als ze teruggaan naar het wetssysteem,
u een last op de schouders legt van deze mensen die
wij en onze vaders niet konden dragen en als zij het
niet konden, hoe kunnen een stelletje domme
heidenen dat dan wel?
Wij hebben geleerd dat we het niet zelf kunnen. U
kunt het niet zelf, is het niet vreemd dat christenen
vandaag dat niet geleerd hebben? Het getuigenis
van het Woord van God en het Koninkrijks
programma, eertijds en Paulus’brieven is: iedere
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 101
keer als u zich onder een werksysteem plaatst moet
u uitvoeren, doen, leven, moet u bidden, moet
genoeg geven, genoeg doen, streven en als u dat
allemaal doet zal God u zegenen. 1500j
schriftgeschiedenis, 2000j kerkgeschiedenis
getuigen dat het niet werkt, en hier zitten ook
mensen die het proberen, ons vlees wil het doen.
Als u me nog een kans geeft zal het lukken…
Paulus zegt: oh, gij uitzinnige Galaten! U gebruikt
uw hersenen niet. Wees niet te snel om Israël te
oordelen, wij doen hetzelfde. Zelfs genade
gelovigen, Paulus schrijft er bijna elke brief over.
Paulus schreef alleen aan genadegelovigen(er
waren geen baptisten of andere gemeenten).
Het was voor hen vreemd dat er iemand was die
groter was dan Abraham. En dan dat hun
wetsysteem, waar ze al hun identiteit voor 1500
jaar in hadden, veranderd zal worden…! En ze
moeten het opgeven, en Christus vertrouwen, hun
Messias. Met de bedoeling dat ze alles zullen
ontvangen waar ze naar streefden, Hij geeft het
hun. Daar hebben ze motivatie voor nodig, niet? In
ieder geval ik zou het nodig hebben. Heeft u geen
motivatie nodig voor het christenleven?
Hebr.7:18 100% religie is zwak en onprofijtelijk.
Het zal uw leven niet bekrachtigen om God te
dienen of de dingen te doen die u moet doen in uw
leven. Waarom? Rom.8:3 omdat zij krachteloos is
door uw vlees. U bent het probleem.
Hebr.7:19 “Want de wet heeft geen ding
volmaakt, maar de aanleiding van een betere
hoop, door welke wij tot God genaken.”
Schrijf dit vers bij Galaten 3:3 De wet maakt niets
volmaakt. U moet niet terug naar de wet om
volmaakt te worden. Maar we doen het wel… En
de wet is nooit aan u gegeven!
Hebr.7:20,21 “En voor zoveel het niet zonder
eedzwering is geschied, (want genen zijn wel
zonder eedzwering priesters geworden;” “Maar
Deze met eedzwering, door Dien, Die tot Hem
gezegd heeft: De Heere heeft gezworen, en het
zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in der
eeuwigheid naar de ordening van Melchi
zedek).”
Daar is dat vers weer(:21)! Voor de 6e keer. Hij wil
dat u weet dat Jezus Christus een priester is voor
eeuwig, naar de orde van Melchizedek. De
Levieten werden geen priester met een eed. De
Leviet werd geboren als priester, erin geboren, niet
zoveel keus. Maar God deed een eedzwering om
Christus priester te maken naar de ordening van
Melchizedek.
Hebr.7:22 “Van een zoveel beter verbond is
Jezus Borg geworden.”
Ik doe het Zelf. Ik doe voor u wat u niet kan. De
wet kwam door Mozes, maar genade en waarheid
door Jezus Christus. God voorzag ons van een
gunst. Het Nieuwe verbond geïdentificeerd door
genade en waarheid die kwam door Jezus Christus.
En de reden waarom Hij een priester is is omdat
God een eed zwoor en het zeker maakte.
Nu, er zijn 7 dingen in het boek Hebreeën waarvan
gezegd wordt dat ze beter zijn. Het Oude
Testament, het verbond met Mozes is oud
geworden, en vervangen door een beter iets, er
komen betere dingen aan. Melchizedek is groter,
groter dan Abraham’s geslacht, groter dan Aaron,
groter dan het priesterschap van Levi.
Hebr.7:19 zegt dat Hij een betere hoop brengt.
Hebr.7:22 een beter verbond.
Hebr.8:6 betere beloftenissen en verbond.
Hebr.9:23 betere offeranden.
Hebr.10:34 een beter en blijvend goed in de
hemelen.
Hebr.11:16 een beter, naar het hemelse (het
Kon.der hemelen dat Hij naar hen toebrengt).
Hebr.11:35 een betere opstanding, opstandings
leven.
Hebr.7:23,24 “En genen zijn wel vele priesters
geworden, omdat zij door den dood verhinderd
werden altijd te blijven; “Maar Deze, omdat Hij
in der eeuwigheid blijft, heeft een
onvergankelijk Priesterschap.”
Hij spreekt tot de Hebreeën over de
Hogepriesterlijke bediening van Christus, als Zijn
priesterschap volgens het Oude verbond, vlgs
Aaron, zij zijn gestorven, de wet is veranderd en er
zijn er geen vandaag, dus er is geen priester
vandaag. Maar Jezus Christus is onze Leidsman
Hebr.6:19, Hij is achter het voorhangsel. Hij heeft
nu een eeuwig priesterschap, Hij leeft en Zijn
Hogepriesterlijke bediening van vandaag achter het
voorhangsel in de derde hemel, dat bestendigd
Israëls status gedurende de tijd dat ze Lo Ammi
zijn, en niet Zijn mensen in de bedeling van
genade.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 102
Heeft u zich ooit afgevraagd of het verbond met
Abraham nog in werking is vandaag? Hoe bewaard
God een overblijfsel in Israël vandaag, zodat Hij ze
in de verdrukking weer kan opwekken. En Hij
bewaard ongelovige Joden, bekeek u wel eens
Hebr.7:25? Heeft u ooit de Hogepriesterlijke
bediening van Christus naar de orde van
Melchizedek overdacht? Als het Nieuwe verbond
gebaseerd is op het priesterschap van Aaron en het
Koninkrijk op het Oude systeem dan zijn we
terneergeslagen, want het is helemaal uitgestorven.
Maar de Heere Jezus Christus en het Koninkrijk en
het Nieuwe verbond is gebaseerd op een ander
systeem en die Priester leeft. En waar is Hij, Hij is
achter het voorhangsel. En Hij leeft altijd om
voorspraak voor Israël te doen. Hij leeft eeuwig om
hun status in stand te houden.
Hebr.7:25,26 “Waarom Hij ook volkomenlijk
kan zalig maken degenen, die door Hem tot
God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te
bidden.” “Want zodanig een Hogepriester
betaamde ons, heilig, onnozel, onbesmet,
afgescheiden van de zondaren, en hoger dan de
hemelen geworden;”
Dat is een vreemde verklaring, Hij betaamde ons
(KJV: befitting us) zoals: die jurk past bij je, hij
staat je goed. Deze Hogepriester “staat ons goed”
zegt hij.
Hebr.7:27,28 “Dien het niet allen dag nodig
was, gelijk den hogepriesters, eerst voor zijn
eigen zonden slachtofferen op te offeren, daarna,
voor de zonden des volks; want dat heeft Hij
eenmaal gedaan, als Hij Zichzelven opgeofferd
heeft.” “Want de wet stelt tot hogepriesters
mensen, die zwakheid hebben; maar het woord
der eedzwering, die na de wet is gevolgd, stelt
den Zoon, Die in der eeuwigheid geheiligd is.”
Ik lees dit en zeg: Glorie aan God.
Hebr.8:1 “De hoofdsom nu der dingen, waarvan
wij spreken, is, dat wij hebben zodanigen
Hogepriester, Die gezeten is aan de rechter hand
van den troon der Majesteit in de hemelen:”
Ziet u dat het punt in Hebreeën de Hogepriester
lijke bediening van Christus achter het voorhangsel
is, terwijl Israël in een Lo Ammi staat is, in de
grote verdrukking. Er moest een verandering in de
wet komen, van het Oude naar het Nieuwe.
Hebr.7:26 Als hij zegt: afgescheiden van de
zondaren, dan is dat een grote illustratie van wat
afgescheiden betekent in de Bijbel, Lukas 15:2
Mensen kijken naar Christus en zeggen: Hij is een
vriend van zondaren, Hij eet met zondaren, Hij is in
gezelschap van slechte mensen, Hij eet met hen,
Hij dient hen, maar Hij volgt hun levensstijl niet en
hun gewoonten. Ziet u, Hij was in de wereld en in
de maatschappij, maar Hij was niet van de wereld.
Hij was niet bezoedelt door medeplichtigheid.
Hij was voortdurend temidden van de zondaren.
Maar Hij was niet gelijkvormig aan hun levensstijl
en nam geen deel eraan. Afgescheiden van de
zondaren wil niet zeggen dat u buiten dit leven
staat. Paulus zegt; dat wij in de wereld zijn, maar
niet van de wereld. Dan zou u uit de wereld moeten
gaan. Daar kunnen we van leren.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 103
Hebreeën 8:1-13
We gaan aan een nieuw onderdeel van het boek
Hebreeën beginnen. De eerste 7 hoofdstukken
gingen over de Hogepriester en Zijn persoon.
Hebr.8:1 “De hoofdsom nu der dingen,
waarvan wij spreken, is, dat wij hebben
zodanigen Hogepriester, Die gezeten is aan de
rechter hand van den troon der Majesteit in de
hemelen:”
Waar het om gaat in Hebreeën is: wij hebben een
Hogepriester, dat spreekt over de Joden die een
Hogepriester hebben. Israël heeft een Hogepriester
en de eerste zeven hoofdstukken spreekt over dat
wij zodanigen Hogepriester hebben, dát is het soort
Hogepriester dat wij hebben! En als we terugkijken
naar de eerste zeven hfdst. En als we ze
bestudeerden hebben we gezien:
In hfdst.1 is Hij de Zoon van God
In hfdst.2 is Hij de Zoon des mensen In hfdst. 3+4
waarschuwingen om niet achter te blijven In hfdst.5
Christus als priester naar de ordening van
Melchizedek, die eer was Hem gegeven, gebaseerd
op Zijn opstandingsleven.
In Hebr.5 eind-Hebr.6+7 Legt hij uit wat het is om
een priester te zijn naar de ordening van
Melchizedek. De glorie en persoon van de Heere
Jezus Christus. B.v: Hebr.7:26 dat is wat!
Hebr.7:27,28 de glorie van Degene Die hun
Hogepriester is. Wij hebben een Hogepriester zegt
hij.
Nu begint hij in hfdst.8 tot hfdst.10:18 en spreekt
hij over het werk van deze heerlijke Hogepriester.
Eerst ziet u zijn heerlijkheden van Zijn Persoon,
wie Hij is. En nu over het werk dat Hij doet.
En de schrijver van Hebreeën verhoogd de Heere
Jezus Christus als Israëls Hogepriester. Verhoogd
Zijn Persoon en dan Zijn werk. In onze situatie
vandaag in de bedeling van genade maar ook in het
Koninkrijksprogramma gaat het om het geloof in de
Persoon en het werk van Christus. Hij verhoogd
Zijn persoon, hij is hun grote Hogepriester, hun
koninklijke Hogepriester, de koning op de troon.
Nu gaan we het werk zien dat Hij voor hen doet. En
hoe het werk demonstreert hoe het niet meer om het
Oude verbond gaat, maar er is een Nieuw verbond,
een betere bediening, een meer uitnemende weg.
En hij begint hier in Hebr.8,9,10:18 om het punt te
behandelen van deze nieuwe weg, dit Nieuwe
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 104
verbond. En u ziet de overgangsperiode van het
Oude verbond naar het Nieuwe verbond. Het boek
Hebreeën is een overgangsboek van Israël van het
verbond met Mozes, het Oude verbond en het
priesterschap van Aaron, het Levitische systeem, de
aardse tabernakel naar de grotere Hogepriester, de
Heere Jezus Christus en het huis dat Hij bouwt en
de tempel die Hij opricht en het offer dat Hij bracht
enz. Nu gaan we het werk zien.
Hebr.8:1 en als ik het lees, denk ik: daar is het
weer.
Hebr.8:1-5 zien we Christus dienen in een betere
tabernakel.
Hebr.6-13 zien we Hem dienen onder een beter
verbond.
Hebr.9:1-12 zien we Hem een betere dienst geven.
Hebr.9:13-10:18 zien we Hem een beter offer
brengen.
Zo gaat hij door het werk van Christus heen, als je
het beste hebt en het echte, wat moet je dan nog
met het oude? Waarom bent u tevreden met een
kopie, een schaduw en een afbeelding als u het
echte hebt?! En dat is het punt met Israël. Realiteit.
Iemand sprak gisterenavond met mij over
waterdoop en u en ik in de bedeling van genade. Ik
zei: waterdoop is een ritueel, de echte doop is de
doop door de Geest in één lichaam, maar dit is een
ritueel. Waarom wilt u een ritueel als u de
werkelijkheid hebt? Hij zie: Ik heb liever iets wat ik
kan vasthouden en geen schaduw. Dat is Israëls
situatie, zij gaan van de schaduw naar de
werkelijkheid.
Hebr.8:1: Daar is Ps.110 weer, dit is de derde keer
dat er naar Ps.110:1 verwezen wordt, er komen nog
2x voor het boek uit is. Dat is 5x. Ps.110:4 hier
wordt 6 of 7x naar verwezen. Ps.110 is een
belangrijke Psalm in Hebreeën. Hij is daar niet voor
eeuwig, maar tot Zijn vijanden gemaakt zijn tot een
voetbank voor Zijn voeten en dan komt Hij terug.
Maar Hij is daar boven en is een Hogepriester,
zittende aan de rechterhand van den troon der
Majesteit in de hemelen. Zijn priesterschap is een
koninklijk priesterschap, het priesterschap van een
koning.
Zach.6:13 “Ja, Hij zal den tempel des HEEREN
bouwen, en Hij zal het sieraad dragen, en Hij
zal zitten, en heersen op Zijn troon; en Hij zal
priester zijn op Zijn troon; en de raad des
vredes zal tussen die Beiden wezen.”
De priester zittend op de troon. En Hij is daar en
Hij komt terug. Maar het ‘plaatje’ van Christus in
Hebreeën is als een koninklijk priesterschap met
een koninklijke priester. Het beeld dat wij van
Christus in Hebreeën krijgen is niet Christus zittend
in de hemelen ver boven de overheden en machten
als het Hoofd van het lichaam van Christus. Maar
Hij is daar in ballingschap, als de koninklijke
priester wachtend om terug te komen. Om dan Zijn
koninklijke priesterschap te introduceren op de
aarde.
Hebr.8:2 “Een Bedienaar des heiligdoms, en des
waren tabernakels, welken de Heere heeft
opgericht, en geen mens.”
Hij is een Bedienaar van het heiligdom en van de
ware tabernakel, die de Heere heeft opgericht, en
geen mens. Als hij spreekt over de ware tabernakel
is dat niet in de zin van waar en vals, alsof er een
valse tabernakel is geweest. Maar in de zin van: dit
is de originele, niet de kopie. Mozes maakte de
kopie op de aarde. Dit is de originele, de ware.
Hij spreekt over de tabernakel en dat is interessant,
Hij spreekt niet over de tempel! Salomo bouwde de
tempel, en de tempel die Salomo bouwde is een
type van de glorie van de duizendjarige regering
van Christus. David heeft bloed aan zijn handen,
God wil Hem de tempel niet laten bouwen. David
aanbidt in de tabernakel in Silo. David mag de
tempel niet bouwen omdat de tempel een type is
van de 1000j regering van Christus, de vrede en de
zegeningen gewonnen door een man van oorlog.
David is een beeld van Christus als een bloedige
man, wat Hij wint door het bloed en de strijd en de
oorlog en dan David’s zoon: Salomo is de regering
van vrede.
Het boek Hebr. gaat niet terug naar de tempel, maar
gaat helemaal terug naar de tabernakel. Omdat de
tempel het 1000j rijk uitbeeld en de
Koninkrijksregering. Waar was de tabernakel
opgericht? In de woestijn! Weet u dat we Hebr.3 en
4 bestudeert hebben, hoe Israël in de verdrukking
teruggetrokken wordt in de woestijnconditie en hoe
God uit hen de rebellie uitzuivert, dezelfde situatie
van de woestijn is een parallel met de situatie
waarin deze mensen zullen zijn in de grote
verdrukking.Zo gaat hij terug waar zij geestelijk
zijn, terug naar de tabernakel. En de tabernakel in
de woestijn was opgericht door mensen. Op de
aarde. Een kopie, schaduw. De ware tabernakel is
in de Hemel. De realiteit, werkelijkheid.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 105
In Hebr.9 zullen we zien waar het is en hoe het
werkt, ,aar het gaat niet over. In Openb.11, 15 als
de tempel genoemd wordt is de regering van
Christus begonnen. Maar hier zijn we nog in de
woestijnsituatie, voor de regering van Christus, met
de beslissingen die gemaakt moeten worden en de
conflicten die er zijn.
Hebr.8:3 “Want een iegelijk hogepriester wordt
gesteld, om gaven en slachtofferen te offeren;
waarom het noodzakelijk was, dat ook Deze wat
had, dat Hij zou offeren.”
De Hogepriester onder Mozes offerde gaven. Die
offers waren uitdrukkingen van dank en lof aan
God. Maar zij offerden ook offers. Dingen die
vereist waren door God voor verzoening. Het ene
had te doen met dank aan God en de andere voor de
reiniging van de zonden. De Hogepriester bracht
beiden tot God. Dus Christus Zelf zal deze dingen
doen.
Hebr.8:4 “Want indien Hij op aarde ware, zo
zou Hij zelfs geen Priester zijn, dewijl er
priesters zijn, die naar de wet gaven offeren;”
Hier hebben we het al over gehad in hoofdstuk 5,
want als Hij op de aarde was en onder het oude
priesterschap met de wet van Mozes, zou Hij niet
gekwalificeerd zijn als priester. Want Jezus
Christus was van de stam…? Juda. En de priesters
kwamen van de stam Levi. We gaan terug naar
Numeri 16. Er zijn verschillende keren in het Oude
Testament dat verschillende mensen proberen
binnen te dringen in het priesterschap. En proberen
zichzelf deze eer toe te eigenen. Hebr.5:4 zegt dat
niemand zelf deze eer aanneemt en mensen die dat
in ongehoorzaamheid doen aan wat God zegt
komen in moeilijkheden.
Num.16:3 e.v. Korach Dathan en Abiram zij zegen
dat Mozes teveel doet en dat hij zich verheft… :10
zoekt gij nu ook het priesterambt? ….. Zij proberen
in Aaron’s dienst binnen te dringen. Weet u wat er
met deze mensen gebeurde? Zij werden levend
opgenomen in de hel.
1 Samuel 13:8 e.v. “En hij vertoefde zeven
dagen, tot den tijd, dien Samuel bestemd had.
Als Samuel te Gilgal niet opkwam, zo
verstrooide het volk van hem.”
Zij waren niet in overeenstemming met. Oordeel,
God is jaloers. Aaron had vier zonen. De eerste tijd
dienden twee van hen niet. Weet u wat er met hen
gebeurde? Zij werden gedood, zij offerden vreemd
vuur. Het was een gevaarlijk beroep om priester te
zijn in Israël. Als ze het niet goed deden kregen ze
met God te doen. God was jaloers over het
priesterschap.
1 Sam.13:8 e.v. Koning Saul, hij vond dat hij te
lang moest wachten op Samuel, en Saul zei: breng
het offer en hij offerde het brandoffer…En dat
mocht hij niet, dat was Samuel’s werk. En toen hij
klaar was met offeren kwam Samuel, Samuel zei:
wat heeft u gedaan? Hij zei niet: bedankt dat u het
alvast gedaan heeft. Maar: wat heeft u gedaan!! Hij
had allerlei excuses….zo dwong ik mijzelf en heb
geofferd.Net zulke excuses als u en ik geen voor
zonde, niet? Ik dwong mijzelf… Het is een droevig
einde, weet u wat er met Saul gebeurde? Het
koningschap werd hem afgenomen door deze
ongehoorzaamheid, een serieuze zaak.
2 Kron.26:16 “Maar als hij sterk geworden
was, verhief zich zijn hart tot verdervens toe, en
hij overtrad tegen den HEERE, zijn God; want
hij ging in den tempel des HEEREN, om te
roken op het reukaltaar.”
Koning Uzzia wordt melaats nadat hij offerde in de
tempel. Een melaatse kan niet meer in de tempel
komen.
Terug naar Hebr.8, het is een serieuze zaak is om
de wet geweld aan te doen. En als Christus op aarde
was en het verbond van Mozes was in werking, kon
Hij geen priester zijn. Omdat Hij iets zou doen wat
Hem niet toekwam. Dus wat moest er gebeuren? Er
moet een verandering komen, dat zagen we in
Hebr.7:12. Een verandering van de wet,
verandering van het Oude naar het Nieuwe
verbond, daarom kwam er een nieuwe tabernakel.
Want het ging niet meer om de tabernakel van
Mozes, dat was hij nooit:5.
Hebr.8:5 “Welke het voorbeeld en de schaduw
der hemelse dingen dienen, gelijk Mozes door
Goddelijke aanspraak vermaand was, als hij den
tabernakel volmaken zou: Want zie, zegt Hij,
dat gij het alles maakt naar de afbeelding, die u
op den berg getoond is.”
Dat illustreert het belang dat God hecht aan de
tabernakel. De tabernakel was niet zomaar iets
leuks in de woestijn, het was belangrijk in het leven
van Israël. En God zei: je moet hem exact maken
vlgs. het voorbeeld. Maar het punt is: het is nog
steeds een voorbeeld. Hoe belangrijk het ook was,
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 106
het was nog steeds de kopie van de werkelijkheid.
En Christus gaat van de kopie naar de
werkeljkheid, het echte. Dus de tabernakel is het
punt niet meer, het is de echte. En daar gaat het om.
We hebben nu een echt iets.
Hebr.8:6 “En nu heeft Hij zoveel uitnemender
bediening gekregen, als Hij ook eens beteren
verbonds Middelaar is, hetwelk in betere
beloftenissen bevestigd is.”
Hier gaan we het verder over hebben: Zijn betere
bediening. In de ware tabernakel, de betere. Met
betere beloften.
Hebr.8:7 “Want indien dat eerste verbond
onberispelijk geweest ware, zo zou voor het
tweede geen plaats gezocht zijn geweest.”
Als u iets heeft, en het doet het en het is OK dan
heeft u niets nieuws nodig om het te vervangen. Als
het verbond met Mozes goed was geweest en het
werk zou gedaan zijn, dan was er geen ander nodig
geweest. Doordat Hij zegt dat er een nieuw komt
begrijpt u dat er iets niet goed is met het Oude.
Wat was er fout met het Oude verbond? Was God
fout? Het eerste verbond laat de heiligheid en
rechtvaardigheid van God zien, is dat fout? Maar u
en ik komen te kort daaraan.
Hebr.8:8 “Want hen berispende, zegt Hij tot
hen: Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, en
Ik zal over het huis Israels, en over het huis van
Juda een nieuw verbond oprichten;”
Hebr.8:8 vertelt u de fout in het eerste verbond. De
fout zit in de mensen. Niet in de wet, de wet is goed
en heilig en juist. Rom.8:3 De wet is zwak in het
vlees. Wie heeft vlees? U en ik. U en ik kunnen het
niet. En Israël kon het niet.
Jer.31:31-34 “Ziet, de dagen komen, spreekt de
HEERE, dat Ik met het huis van Israel en met
het huis van Juda een nieuw verbond zal
maken;” “Niet naar het verbond, dat Ik met hun
vaderen gemaakt heb, ten dage als Ik hun hand
aangreep, om hen uit Egypteland uit te voeren,
welk Mijn verbond zij vernietigd hebben,
hoewel Ik hen getrouwd had, spreekt de
HEERE;” “Maar dit is het verbond, dat Ik na
die dagen met het huis van Israel maken zal,
spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun
binnenste geven, en zal die in hun hart
schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij
zullen Mij tot een volk zijn.”“En zij zullen niet
meer, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn
broeder, leren, zeggende: Kent den HEERE!
want zij zullen Mij allen kennen, van hun
kleinste af tot hun grootste toe, spreekt de
HEERE; want Ik zal hun ongerechtigheid
vergeven, en hunner zonden niet meer
gedenken.”
Als iemand u vraagt: waar is het Nieuwe testament
in het Oude testament? Hier. Met Israël en Juda.
Hij maakt met hen beiden het Nieuwe verbond
Ezechiel 37 Weer één volk! Tussen Israël en Juda
is een politieke scheiding en Hij maakt weer één
volk van hen. Hun scheiding demonstreert hun
zondigheid en rebellie. Ze hadden nooit Israël én
Juda moeten zijn maar één geheel. Maar zij
rebelleerden. Zij kozen een koning, dat was
rebellie.
En toen zij hem kozen, kozen zij niet de juiste. Het
Woord van God zei dat ze een koning zouden
krijgen, ze waren niet onschriftuurlijk in de zin dat
het verkeerd was om een koning te hebben,
Deut.17, zij wisten dat ze een koning kregen. Maar
zij wilden hem op hun tijd, op hun manier, op hun
voorwaarden, in plaats van dat God het voor hen
zou vervullen. Hun koning was er één naar hun
eigen hart, niet naar Gods hart. Dus riep God
David, de man naar Zijn hart. En Hij maakte een
nieuw verbond met Israël door David. Hij belooft
zegen en de Messias en redding en een
rechtvaardige regering door David.
David sterft, Salomo sterft en de volgende
koningen Jerobiam, Rehabiam scheiden het
koninkrijk, op religieuze gronden. 1 Kon.1-12 de
strijd tussen de dienst aan de HEERE en Baäl. God
heeft een Nieuw verbond nodig om dit te genezen.
Hebr.8:9 “Niet naar het verbond, dat Ik met
hun vaderen gemaakt heb, ten dage, als Ik hen
bij de hand nam, om hen uit Egypteland te
leiden; want zij zijn in dit Mijn verbond niet
gebleven, en Ik heb op hen niet geacht, zegt de
Heere.”
Zij hielden het verbond niet, God strafte hen. En
hier zijn ze in Hebreeën en de verdrukking kastijdt
hen. God maakt een Nieuw verbond, want jullie
konden het oude niet houden,Israël, jullie maakten
er een rommeltje van, jullie zijn niet alleen de
kinderen van Abraham, maar ook de kinderen van
Adam.
Ziet u dat gebeurd in de bedeling van genade. Het
maakt niet uit wiens zoon je bent, je bent een zoon
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 107
van Adam. God gaat terug naar voor Abraham, de
kerk en meeste religies vandaag gaan terug naar
Abraham, want iedereen wil Israël zijn. Letterlijk
Israël als je Joods erfgenaam bent of u bent gered
en een Joods christen een Messiaanse christen of
hoe ze zichzelf ook noemen. En je wil die status
houden, of ben je gewoon zo’n domme heiden in de
kerk en denkt dat je geestelijk Israël bent. Het
grootste deel van het christendom vandaag denkt
dat ze geestelijk Israël zijn.
En de leer is: dat de Nieuw Testamentische kerk
een voortzetting is van de Oud Testamentische
gemeenschap. Maar zo is het niet! Amen.
God, in de bedeling van genade, ziet u als zoon van
Adam. En Abraham’s kinderen zijn ook kinderen
van Adam. En God maakte een Nieuw verbond met
hen. Met nieuwe voorzieningen, en deze
voorzieningen starten in vers 10/
Hebr.8:10-13 “Want dit is het verbond, dat Ik
met het huis Israels maken zal na die dagen,
zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun
verstand geven, en in hun harten zal Ik die
inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en
zij zullen Mij tot een volk zijn.” “En zij zullen
niet leren, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk
zijn broeder, zeggende: Ken den Heere; want
zij zullen Mij allen kennen van den kleine onder
hen tot den grote onder hen.” Want Ik zal hun
ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden
en hun overtredingen zal Ik geenszins meer
gedenken.” “Als Hij zegt: Een nieuw verbond, zo
heeft Hij het eerste oud gemaakt; dat nu oud
gemaakt is en verouderd, is nabij de
verdwijning.”
De voorzieningen in vers 10-12 bestaan uit drie
delen:
1. Hij geeft de wet in hun harten en verstand, ze
hebben directe bekrachtiging van God, van
Hem.(:10)
2. Zij zullen Hem allen kennen(:11) Heel Israël is
gered in het Koninkrijk .
3. Hij zal hun zonden niet meer gedenken (:12)
Dat zal allemaal gebeuren met de wederkomst van
Christus. Als Petrus in Hand.2:38 spreekt over
bekeert u en laat u dopen tot vergeving van zonden
dan interpreteert hij dat in Hand.3:19 …als de
tijden van verkoeling zullen gekomen zijn… Israël
kijkt altijd uit naar een toekomstige redding met de
wederkomst. Dan zal heel Israël gered zijn. Alleen
gered, gelovig, verlost Israël, de kleine kudde van
gelovigen komen door de verdrukking in het
Koninkrijk. Dan zal niet iedereen zijn naaste leren,
dan zullen ze Hem allemaal kennen.
Hij geeft de wet in hun verstand en schrijft die in
hun hart en zorgt er voor dat ze Zijn geboden
houden, een Goddelijke bekrachtiging voor Israël,
gebaseerd op het kruiswerk van Christus. God plant
Zijn leven in hen, en er is een directe, Goddelijke
bekrachtiging. De wet draagt hen dingen op om te
doen, maar geeft geen mogelijkheid om het te
doen, en liet ze aan zichzelf over om het te doen.
Het Nieuwe verbond zorgt ervoor dat ze het kunnen
doen. Ziet u het verschil? Eerst geboden en nu
gezorgd.
Onder genade heeft u geen gebod nog zorg. Ziet u
wat er gebeurd als mensen denken dat we nu onder
het Nieuwe verbond zijn? Ze bidden tot God en
vragen God om ze ervan af te helpen. Ik heb een
probleem en bid: Oh God. zend de zegen neer en
laat het vuur komen…Zend ons een herleving…
Weet u, dat was toen daar. En u denkt dat God u nu
een ervaring geeft waardoor u helemaal wauauww
verder gaat. Maar onder genade is u niets geboden
of aan u zelf overgelaten. Maar er wordt ook niet
gezorgd dat u het doet. Het wordt gegeven aan u als
een gift maar toegepast door geloof. En vandaag in
de bedeling van genade werkt Gods bekrachtiging
indirect in de gelovige, niet direct als daar, toen.
Indirect door Zijn Woord, als u daarin wandelt door
geloof , net zo krachtig, alleen een andere manier
van werking.
Let op wat hij zegt in vers 11: Als je het Nieuwe
verbond in werking is, als geheel Israël gered is, en
niet iedereen zijn naaste leert… Het Nieuwe
Testament heeft te maken met de tijd als geheel
Israël is gered en ze geen leraar nodig hebben.
Vertelt dat iets over u vandaag? Wat doet u hier
vanavond?! Wat doe ik? Ik leer u. Heeft u een
leraar nodig? Paulus schrijft dat God aan het
lichaam van Christus herders en leraars geeft, nu
het Woord compleet is, is de leraarbediening er nog
steeds.
Kijk in de pastorale brieven en lees wat hij zegt,
één van de verantwoordelijkheden van een oudste
of een leraar is om bekwaam te zijn om te leren.
Leer geen andere leer. Wij hebben een leraar nodig.
Zegt u iets over het Nieuwe verbond. Het Nieuwe
verbond is niet in werking vandaag. Dit is geen
Nieuw Testamentische kerk. Weet u hoe u kunt
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 108
weten dat het Nieuwe testament niet in werking is
vandaag? Want als het in werking is, heeft niet
ieder zijn naaste nodig om de Heere te kennen, u
heeft de kennis(:11).
1 Joh.2:20 “Doch gij hebt de zalving van den
Heilige, en gij weet alle dingen.”
En gij weet alle dingen… Weet u waarom Hij ook
zei in Mattheus: Wat u ook zult vragen in gebed,
gelovende Ik zal het u geven? Het werkt niet voor
u, niet? Weet u waarom? U weet niet alle dingen.
Weet u wat u doet, u bidt zoals Rom 8:26, wij
weten niet waarvoor wij bidden zullen. Er zijn veel
dingen die wij niet weten. Maar deze mensen
hebben een zalving en zij weten wat zij moeten
weten. En wat zij zullen vragen is juist, want zij
weten wat zij vragen als zij vragen. Dat is anders
dan u.
1 Joh.2:27 “En de zalving, die gijlieden van
Hem ontvangen hebt, blijft in u, en gij hebt niet
van node, dat iemand u lere; maar gelijk
dezelfde zalving u leert van alle dingen, zo is zij
ook waarachtig, en is geen leugen; en gelijk zij u
geleerd heeft, zo zult gij in Hem blijven.”
Dat past bij de 12 apostelen, de 144000, de kleine
kudde, maar niet bij u! We gaan naar Hebr.9:16,17
als dat waar is, en daar is geen twijfel aan, weet ik
dat Mat-Joh. niet in het Nieuwe Testament staan,
want Jezus Christus was nog niet dood, Hij stierf in
de laatste twee hoofdstukken van de meeste van
deze boeken. Romeinen-Filemon hebben geen
Nieuw Testamentische gronden. Pas vanaf
Hebreeën-Openbaring.
Dat is het verschil met wat je van mensen hoort en
waar de Bijbel over spreekt. U zegt: dat heb ik nog
nooit gehoord… En ik zeg weer tegen u, als ik door
deze dingen heen lees en ze bestudeer, ik kan van
mijn leven niet, en ik heb oprecht geprobeerd om
het anders proberen te doen, maar ik kan niet zien
hoe je het boek Hebreeën moet nemen en toepassen
op het lichaam van Christus in deze bedeling van
genade….dat kan ik niet zien, ik begrijp het ook
niet, of: ik begrijp het maar het is een gebrek aan
waardering van het feit dat deze mensen een
gedeelte van het Woord van God nodig hebben dat
adequaat en toepasselijk is voor hen zoals u heeft.
Laat hen houden wat hen toebehoort en waardeer
het op die manier. Want deze stof past niet bij u.
Het werkt niet. Laat het beter waar het is en
waardeer het en verheug u in wat God doet voor
Israël in hun programma. Daar wordt u niet minder
van, het maakt u rijk. En maakt dingen duidelijk.
Hij houdt Zijn Woord en Zijn beloften. En Zijn
wijsheid heeft het alles uitgewerkt. Zodat het
volmaakt is.
Hebreeën 8:11-13
Hebr.8:11-13 wil ik nog een keer bestuderen, want
ik wil zeker zijn dat u de dingen begrijpt van het
Nieuwe verbond. Ik zei dat het Nieuwe verbond te
maken heeft met de tijd dat geheel Israël behouden
is, als ze geen leraar nodig hebben en al hun zonden
vergeven zijn. Zij hebben Gods Geest in hen en zijn
allemaal wedergeboren, zij kennen de Heere van de
grootste tot de kleinste. Zo is het zeker vandaag
niet. Je kunt niet zeggen dat dat Israëls conditie is
vandaag. Dus weet ik dat het Nieuwe verbond niet
vandaag is, u bent geen deel van de zogenoemde
Nieuw testamentische kerk.
Wij zijn geen Nieuwtestamentische kerk. Het
lichaam van Christus is geen Nieuwtestamentische
kerk maar een genadekerk. De enige reden waarom
u zegeningen en voordelen heeft van God vandaag
is omdat God in Zijn genade u ook er ook bij heeft
inbegrepen, en het aan u heeft gegeven. U kreeg het
niet omdat God een contract met u maakte en toen
Zijn Zoon stierf erfde u de zegeningen van het
contract, maar u was buiten het contract en toch gaf
God het aan u omdat Hij dat wilde vanuit de
goedheid van Zijn hart.
Dat is het verschil. Het Nieuwe testament begon
niet voor het kruis. Mattheus-Johannes zijn niet in
het NT. Paulus’ brieven zijn niet in het Nieuwe
testament. Het Nieuwe testament gaat in werking in
de toekomst. In Hebreeën-Openbaring. Hebreeën-
Openbaring gaat over deze dingen. De drie dingen
die ik al met u besprak de vorige keer, deze drie
categorieën: -de wet in hun harten. -heel Israël
gered en geen leraar nodig. -al hun zonden
vergeven. Dit zijn de drie zegeningen waar Israël
op wacht en naar uitkijkt in haar Nieuwe verbond,
testament.
Hebr.8:10 “Want dit is het verbond, dat Ik met
het huis Israels maken zal na die dagen, zegt de
Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand
geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven;
en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij
tot een volk zijn.”
Ga mee naar Ezechiël 36 en Mattheus 19. Hij
verzekerd de zegeningen voor hen. Onder het
verbond met Mozes gaf Hij hen Zijn wetten. Hij
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 109
vertelde hen dat ze de wet in hun harten moesten
schrijven en aan hun deurposten, ze aan de muur
hangen, of een briefje aan de spiegel zodat als je er
‘s morgens in keek dat je het zag. Overal waar je
heen gaat zodat ze in je hart zijn. Ze moesten het
hun kinderen inprenten en zij faalden. Ze faalden
zelfs om het in hun verstand te schrijven. Zodat het
hun niet van de zonde afhield, bewaarde. En Hij
zegt dat het Nieuwe verbond niet als het oude zal
zijn. Ik ga het voor jullie doen wat jullie niet zelf
konden doen.
Het: ..als…u Mijn geboden houdt…. Onder het
Nieuwe verbond gaat God het als voor hen houden.
Begrijpt u dat? God gaat het voor hen doen. Dus als
Hij zegt: als u doet mijn geboden, dan krijg je de
zegening. Dus Hij gaat hen door Zijn genade de
bekwaamheid geven om te doen wat de wet vereist.
Ez.36:24 “Want Ik zal u uit de heidenen halen,
en zal u uit al de landen vergaderen; en Ik zal u
in uw land brengen.”
Vers 1-23 spreekt tot het land van Israël. Ezechiël
is een profeet die profeteert in Israël gedurende het
begin van de kastijding van Israël. Ezechiël is
weggevoerd in de tweede ballingschap. Hij
profeteert tot Israël: We worden weggevoerd en het
land gaat van zijn rust genieten. Israël wordt
weggevoerd uit het land. Jeremia zegt dat het voor
70 jaar zal zijn. En het land geniet haar sabbatrust.
Het land wordt gereinigd :16 Als het land
gereinigd is gaat Hij de mensen terugbrengen, maar
de mensen zijn niet rein. Na de 70 jaar
gevangenschap was het land schoon, klaar om de
mensen terug te ontvangen. Maar de mensen waren
nog niet gereinigd, zij moesten gereinigd worden.
Met mensen is het anders dan met land, want zij
zijn onrein door zonde. In het boek Daniël krijgt
Daniël een visioen dat het 70 jaarweken zal duren
om de mensen te reinigen. En er is een voorschrift
voor de reiniging van de mensen in Ez.36 en Dan.
voor de uitgebreide tijdsperiode. Als de tijd komt
voor de mensen en hun reiniging zegt Hij in vers 24
dat Hij hen uit de volken zal vergaderen en ze in
het land zal brengen. Maar voor Hij ze terugbrengt
reinigt Hij ze. Hij sprenkelt rein water op hen…dat
is het punt met waterdoop.
Leviticus 15, zie wat er nodig is voor de reiniging
van een onreine vrouw. Ez.36:17 verwijst hiernaar.
Ze moest gewassen worden met water. Waterdoop
heeft te maken met het apartzetten, het wegwassen,
het heiligen van Israël van hun afgoden. En het
wegwassen van het wereldsysteem waar zij inzaten.
Ez.36:26 “En Ik zal u een nieuw hart geven, en
zal een nieuwen geest geven in het binnenste
van u; en Ik zal het stenen hart uit uw vlees
wegnemen, en zal u een vlesen hart geven.”
Een nieuw hart… daarom zegt Petrus in
Hand.2:38…en gij zult de gave des Heiligen
Geestes ontvangen. Dat is de volgende stap. Een
nieuw hart en een nieuwe geest… Dat is
wedergeboorte. De implantatie van een nieuw hart,
nieuwe natuur in het volk Israël.
Mat.19:27 Die Mij gevolgd zijt in de
wedergeboorte….als de Zoon des Mensen zal zitten
in Zijn glorie… Als Jezus Christus terugkomt zal
het volk Israël een wedergeboorte ontvangen. Hij
neemt Zijn Geest en geeft Die in hen en een nieuw
hart en maakt hen, 2 Petr.1:4, deelachtig aan de
Goddelijke natuur. U en ik kunnen niet
wedergeboren worden zoals Israël kon, kan. Israël
was geboren uit God, lichamelijk als een volk, wij
niet. Het volk Israël is leven gegeven, uit God, uit
Egypte, door de wateren van de Rode Zee. Een
watergeboorte. Deut.32:18, de Rotssteen die u
gegenereerd heeft….
Zo deed Hij het volk geboren worden in de Exodus,
uit Egypte. Fysiek zijn zij Gods eerstgeboren zoon.
Maar het is niet genoeg om fysiek de kinderen van
God te zijn en het zaad van Abraham. Je moet ook
geestelijk het kind van God zijn. En dat leerden zij
onder het Oude verbond, toen hadden zij die
geestelijke geboorte niet. Hij laat hen
wedergeboren worden, opnieuw. En wij gebruiken
die woorden vandaag, en ik begrijp het wel, maar
laat ik u vertellen: als u die terminologie gebruikt
zoals wedergeboorte, het brengt verwarring met
betrekking tot wat redding is.
Als u mensen vertelt dat ze wedergeboren moeten
worden en u legt niet uit aan hen wat zij moeten
doen. Ze moeten begrijpen dat zij zondaars zijn,
rijp voor de hel en dat zij moeten geloven in de
Redder Die Zijn bloed voor hen gaf op Golgotha
en gestorven is voor wat er allemaal mis is met hen
en dat Hij is opgewekt om hen eeuwig leven te
kunnen geven. Als zij dat niet begrijpen dan is het
mis als zij dat bedoelen. U moet een nieuwe
schepping worden. Iets helemaal nieuws. Geen
renovatie. Paulus zegt: ik heb u door het Evangelie
verkregen. U en ik zijn ook vernieuwd maar het is
niet een nieuwe geboorte. Want wij zijn niet eerder
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 110
uit God geboren. Israël wel. Zij zullen een
wedergeboren volk zijn in het Koninkrijk. Als
Jezus Christus zal zitten op Zijn troon van glorie is
één van Zijn beloften dat Hij Zijn Geest in hen zal
geven. En op de Pinksterdag is dat een voorsmaak,
en in de bediening van de 144000 in de grote
verdrukking. Maar de volle zegen komt als Hij hen
verzamelt en Zijn Geest in hen geeft. En zij zullen
deelgenoot worden aan Zijn natuur, van Zijn hart,
en Zijn Geest.
Luk.18:28-30 “En Petrus zeide: Zie, wij
hebben alles verlaten, en zijn U gevolgd. “En Hij
zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg ulieden, dat er
niemand is, die verlaten heeft huis, of ouders, of
broeders, of vrouw, of kinderen, om het
Koninkrijk Gods;” “Die niet zal veelvoudig
weder ontvangen in dezen tijd, en in de
toekomende eeuw het eeuwige leven.”
Dat kunt u vandaag niet doen. Ik hoorde iemand op
de radio…hij sprak over dit vers dat u uw vrouw,
kinderen enz. moet verlaten voor de zaak van het
Koninkrijk – sommigen zouden dat wel
wensen….maar dit vers gaat niet over vandaag.
Dus als hij zegt: Ik schrijf Mijn wet in uw verstand,
dan geeft Hij hen een nieuw hart en een nieuwe
geest, de implantatie van een nieuwe herboren
natuur. En dit is nodig voor Israël om hun
Koninkrijk te ontvangen. Weet u hoe hun nieuwe
houding eruit ziet:
Ezechiel 36:36-38 “Dan zullen de heidenen, die
in de plaatsen rondom u zullen overgelaten zijn,
weten, dat Ik, de HEERE, de verstoorde
plaatsen bebouw, en het verwoeste beplant. Ik,
de HEERE, heb het gesproken en zal het doen.”
“Alzo zegt de Heere HEERE: Daarenboven zal
Ik hierom van het huis Israels verzocht worden,
dat Ik het hun doe; Ik zal ze vermenigvuldigen
van mensen, als schapen.” “Gelijk de geheiligde
schapen, gelijk de schapen van Jeruzalem op
hun gezette hoogtijden, alzo zullen de eenzame
steden vol zijn van mensenkudden; en zij zullen
weten, dat Ik de HEERE ben.”
Weet u wat Hij zegt in vers 37? Ik wacht op de dag
als Israël tot Mij komt om te vragen om voor de
heidenen te doen wat Hij voor hen heeft gedaan.
Neem de zegeningen van het Koninkrijk en geef ze
aan de volkeren. Dit is een nieuwe natuur en een
nieuw hart en een nieuwe houding van Israël om
dat te doen. Als er iets is dat u weet uit de
bladzijden van de Bijbel dan is het dat zij geen
interesse hebben in iemand dan zichzelf. Het zit
ingebakken in hun natuur, die zij ontvingen van
Adam.
En u ziet het vandaag soms ook onder Joodse
gelovigen, degenen hier aanwezig uitgesloten… de
zogenaamde Messiaanse gelovigen, wij zijn
speciaal, bijzonder, nu ook nog… weet u wat dat
is? De oude trots van de oude zondige natuur. Maar
God geeft hen een nieuw hart en transformeert hen
dat ze willen dat hetgeen ze van God hebben
gekregen anderen het ook zullen krijgen. Dat is wat
anders.
Terug naar Ez.36:27 daar zal, en luister goed naar
me, een wedergeboorte zijn en een bekrachtiging
voor het volk Israël. En die bekrachtiging is een
directe bekrachtiging door God door Zijn Geest,
schrijvend Zijn Woord in hun harten die zal maken
dat ze zullen wandelen in Zijn inzettingen en
rechten en om ze te doen. Een directe
bovennatuurlijke bekwaamheid voor het volk
Israél. En gij zult kracht ontvangen wanneer de
Heilige Geest over u zal komen… Met de
wedergeboorte is er ook de bekrachtiging die hen
bekwaam maakt om deze dingen te doen. Dat is
ook verschillend van hoe het vandaag is.
U en ik hebben geen directe bekrachtiging, de
bekrachtiging vandaag voor u en mij is
beschikbaar, maar hij komt indirect. Door het
Woord van God als we dat bewaren in ons hart, en
het kan daar ook zijn en ons toch niet bekrachtigen
in ons leven. Want het Woord van God werkt in u
die gelooft! Ons geloof past toe wat Gods Woord
zegt. Dus het is anders voor ons. Hier in het
Chicago amfitheater waren 10.000 predikers,
fundamental KJV gelovigen, zij waren hier 4 uur en
smeekten God om Zijn zegen uit te storten uit de
hemel op hen zodat zij bekrachtigd zouden worden,
om naar huis gaan en Amerika redden. Weet u wat
het probleem daarmee is? U kunt bidden wat u wilt
maar het komt niet. Zo gebeurd het niet vandaag,
het gaat niet zoals dat beertje met zijn batterij dat je
aan kunt zetten en daar gaat hij… dat is het
programma niet vandaag.
Het programma vandaag is op basis van genade. En
genade vereist één ding en dat is geloof! Het
accepteert alleen geloof en het vereist alleen geloof.
Dus het is anders bij ons.
Hebr.8:11 “En zij zullen niet leren, een iegelijk
zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder,
zeggende: Ken den Heere; want zij zullen Mij
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 111
allen kennen van den kleine onder hen tot den
grote onder hen.”
In de krachten van de toekomende wereld zullen zij
het hebben, als de Geest van God in hun harten
schrijft, dat is de manier waarop God hen kracht
geeft. Hou uw hand hier en ga eerst mee naar
Jes.2:3 dit gaat over het Koninkrijk, als Christus
regeert.
Jesaja 2:3 “En vele volken zullen heengaan en
zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des
HEEREN, tot het huis van den God Jakobs,
opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij
wandelen in Zijn paden; want uit Sion zal de
wet uitgaan, en des HEEREN woord uit
Jeruzalem.”
Hij zal ons Zijn wegen leren…. In de regering van
Christus in het Koninkrijk zal het volk Israël
bestaan uit leraars en zij zullen mensen leren. Eén
Jood zal niet een andere Jood leren. Waarom?
Geheel Israël zal Mij kennen, van de kleinste tot de
grootste. Dus wat gaat er gebeuren? Israël kent de
Heere, zij hebben Zijn Woord in zich en zij gaan uit
om te leren wie ze maar leren kunnen. Dus mensen
die niet-Israël zijn.
Mat.28:18-20 “En Jezus, bij hen komende,
sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle
macht in hemel en op aarde.” “Gaat dan henen,
onderwijst al de volken, dezelve dopende in den
Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen
Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik
u geboden heb.” “En ziet, Ik ben met ulieden al
de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.”
Begint u deze stof te begrijpen en hoe het past en
hoe het werkt? En u krabbelt achter uw oor en
denkt: wat doet de kerk in vredesnaam vandaag?!
Alle macht is aan Jezus Christus gegeven in hemel
en aarde. Niet vandaag, maar wanneer zal dat zijn?
In het Koninkrijk, dan zal Hij alle macht hebben.
Dit is een opdracht die uitkijkt naar die dag. Alle
volken: ga mee naar:
Num.23:9 “Want van de hoogte der steenrotsen
zie ik hem, en van de heuvelen aanschouw ik
hem; ziet, dat volk zal alleen wonen, en het zal
onder de heidenen niet gerekend worden.”
Israël zal onder de heidenen niet gerekend
worden… Hier is een opdracht waar Joodse
discipelen uitgezonden worden om te leren, maar
ze gaan niet Israël leren. Maar de heidenen, de
volken. Waarom niet Israël? Omdat Hebr.8:11 u
vertelt dat als het Nieuwe verbond in werking is in
het Koninkrijk dan zal niemand meer zijn naaste
leren, want zij kennen Mij allemaal. Zij hebben
geen leraar nodig, want zij hebben alles. Het is niet
zo moeilijk om Mat.28:18-20 te laten waar het is.
Vers 20 ze moeten alles wat Hij hen bevolen heeft
onderhouden…. Mat.5:17-20 Weet u wat zij leren
in het Koninkrijk? Zij leren mensen om de wet te
houden.
Zoek ook Mat.16 op, en vergelijk met Mat.5:17,18.
In Mat.5:17,18 was er nog geen kruis en Golgotha.
Zelfs niet in Zijn gedachten, hoe weet ik dat?
Mat.16:21 vanaf toen aan begon Hij Zijn discipelen
te vertonen… Hij begint ze te vertellen, vertelde
Hij het hen voor Mat.16:21? Hier begint Hij het ze
te vertellen over het kruis en Golgotha. We lazen
net Mat.5, komt hoofdstuk 5 voor hoofdstuk 16 of
erna?! Wacht even, het antwoord dat u daarop
geeft zet u tegenover elk theologisch seminarie en
denominatie en fundamentele evangelische
groepen, als u vindt dat 5 voor 16 komt dan bent u
in de problemen…maar u doet wat God zegt.
Begrijpt u dat in het Koninkrijk, en in Kol.2:16,17
de dingen van de wet een schaduw zijn van de
toekomende dingen. Uw Bijbel zegt niet een
schaduw van het kruis, maar een schaduw van de
toekomende dingen.
De ceremonieën van de wet zijn dingen die leer
verkondigen hoe Israël gereinigd en geaccepteerd
zal worden in dat Koninkrijk. Daar is de reiniging,
op basis van het bloed van Christus, maar het is
daar vervuld. En al die ceremonieën en activiteiten
en alles van de wet komt daar in het Koninkrijk van
pas. Alles wat de profeten geprofeteerd hebben
komt daar uit. De hoop die zij hadden was in het
Koninkrijk.
Terug naar Mat.28:18,19 al deze stof hoort bij
elkaar, dit is de Koninkrijksopdracht, de opdracht
die Israël uitvoert als zij eens de zegeningen van
het Nieuwe verbond ontvangen hebben. Zij gaan
niet elkaar leren, zij gaan de volken leren. Dat is de
Koninkrijksopdracht, die opdracht kunt u niet
vandaag uitvoeren.
Als u die opdracht in de bedeling van genade
uitvoert kunt u niet prediken tot Israël. En u leert de
wet? Is dat geen contrast.
Nog één ding uit Hebr.8. Ten eerste hebben zij de
directe bekrachtiging, de Goddelijke bekrachtiging,
de nieuwe natuur, de wedergeboorte, deelgenoten
aan de nieuwe natuur. Dan hebben zij de opdracht
om uit te gaan en de volken te leren, onderwijzen.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 112
Zij zoeken de heidenen en wat God voor hen
gedaan heeft. En dan zegt Hij in Hebr.8:12 hun
zonden en ongerechtigheden zal Ik geenszins meer
gedenken…Zover als het oosten is van het westen
zover zal Ik uw zonden van u wegdoen… En dat
zal realiteit voor Israël zijn in die dag. Dat gebeurt
als Christus terugkomt.
Hebr.9:26-28 “(Anders had Hij dikwijls moeten
lijden van de grondlegging der wereld af) maar
nu is Hij eenmaal in de voleinding der eeuwen
geopenbaard, om de zonde te niet te doen, door
Zijnszelfs offerande.” “En gelijk het den mensen
gezet is, eenmaal te sterven, en daarna het
oordeel “Alzo ook Christus, eenmaal geofferd
zijnde, om veler zonden weg te nemen, zal ten
anderen male zonder zonde gezien worden van
degenen, die Hem verwachten tot zaligheid.”
Deze verschijning in vers 28 is de wederkomst,
Zijn tweede verschijning, Hij verschijnt de tweede
keer zonder zonde tot redding. Weet u wanneer
Israël redding verkrijgt van haar zonden? Als
Christus terugkomt.
Hand.3:18,19 “Maar God heeft alzo vervuld,
hetgeen Hij door den mond van al Zijn profeten
te voren verkondigd had, dat de Christus lijden
zou.”“Betert u dan, en bekeert u, opdat uw
zonden mogen uitgewist worden; wanneer de
tijden der verkoeling zullen gekomen zijn van
het aangezicht des Heeren,”
Dit is de vaste lijn en programma van de dingen die
gebeuren in de profetie. Er kwam eens een man bij
mij thuis in Alabama om mij te redden van mijn
bedelingsleer. En terwijl wij spraken zei ik: Zeg
mij, u bent overtuigt dat Hand.2,3 is wat God nu
doet, leg mij Hand.3:19 uit! Dus hij begon: Betert u
enz, en hij begon goed tot hij kwam bij: wanneer de
tijden der verkoeling zullen gekomen zijn….toen
wist hij het niet meer. Dit vers interpreteert
Hand.2:38 mensen zeggen bekeert u laat u dopen
want u heeft al de vergeving van zonden
ontvangen…maar dat staat er niet. Er staat: tot
vergeving der zonden. Wel, kijk in Hand.3:19
wanneer denkt Petrus dat de zonden uitgewist
zullen worden? Als Christus terugkomt. Dat is niet
wat u en ik nu prediken. Weet u wat u vandaag
predikt? Romeinen 5:11 …door Welken wij nu de
verzoening gekregen hebben.
De Engelse KJV zegt hier atonement en niet
reconciliation! Omdat u moet begrijpen dat datgene
waar Israël op moet wachten tot de Day of
atonement, de wederkomt, u nu krijgt op het
moment dat u Christus vertrouwt, gelooft. Hun
zonden worden vergeven, hun ongerechtigheden
weggenomen en zonden uitgewist, en eeuwige
vergeving en zij wachten, maar u krijgt het op het
moment dat u Christus vertrouwt, u heeft het nu.
Zij wachten op een geestelijke redding met de
wederkomst, en u krijgt het op het moment dat u
Christus vertrouwt. Zij ontvangen een fysieke
redding en kijken uit naar een geestelijke. U krijgt
een geestelijke en kijkt uit naar een fysieke, de
opname!
En weet u wat mensen doen? De meerderheid van
het christendom, wat doen zij? Zij kijken uit naar
een fysieke redding van elke pijn en klacht en
moeite en alles wat zij maar hebben, en als u
luistert naar zijn gebed en hoe hij met God spreekt
en wat hij denkt dat God voor hem zal doen: geef
mij, geef mij..ik wil, ik wil….ik heb dit nodig, dat
nodig…een hele lijst. Oh, ja dank U…voor wat?
Voor wat U mij geeft. Hoe meer u over de genade
leert, weet u wat er gebeurt? U raakt steeds minder
geïnteresseerd in: geef mij, geef mij enz. en steeds
meer in: u zegt: wow!! Wat geweldig, wow, kijk
wat Hij al gedaan heeft! Dan ziet u pas wie Hij
werkelijk is. En wie Hij u gemaakt heeft in
Christus. En alles veranderd. En als u gaat
begrijpen wat gebed is in het leven van de gelovige
vandaag: Spreken met de beste Vriend die u ooit
gehad heeft en een gedurig contact met uw Redder.
En dat is anders, dan wordt het danken dat u niet
meer kunt stoppen. Dus wij hebben een geestelijke
redding. En op een dag geeft Hij ons een fysieke.
Daar kunt u zich in verheugen en verblijden.
Handelingen 3:19 gaat daar mee samen.
Rom.11:25,26 “Want ik wil niet, broeders, dat u
deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet
wijs zijt, bij uzelven), dat de verharding voor
een deel over Israel gekomen is, totdat de
volheid der heidenen zal ingegaan zijn.” “En
alzo zal geheel Israel zalig worden; gelijk
geschreven is: De Verlosser zal uit Sion komen
en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.”
Wij kunnen steeds weer zien in de profeten dat het
een standaard patroon is van hoe de profetische
regel gaat. Paulus zegt dat hij niet wil dat ze deze
verborgenheid zullen missen, er is blindheid over
Israël totdat… de volheid der heidenen ingaat. De
vorming van het lichaam van Christus is compleet.
Wat gebeurd er daarna? Rom.11:26! Geheel Israël
zal zalig worden, gelijk geschreven is. Niet het
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 113
geheimenis maar volgens het profetische
programma zoals in de schrift staat.
Terug naar Hebr.8, het hele punt in Hebr.8 is: zij
waren gewend onder het Oude verbond, maar God
heeft een Nieuw verbond gemaakt. Onder het Oude
verbond moesten zij het doen, onder het Nieuwe
doet God het voor u! Onder het Oude verbond
waren uw zonden nog niet vergeven dan voor een
korte termijn, tijd en ze moesten steeds opnieuw
offeren. Nu zijn ze compleet en geheel voorzien
door Christus. En Hebr. 9 gaat verder met
geweldige details daarvan: de betere dienst die de
Heere Jezus Christus geeft aan het volk Israël en
het betere offer dat Hij hen geeft. Om hen te
voorzien van de zegeningen die God en geeft
volgens het verbond en door Zijn genade, tot Zijn
eer.
Hebreeën 9:1-10
We komen nu bij een gedeelte van het boek
Hebreeën waar zoals ik de laatste keer zei we twee
dingen kunnen doen: er veel tijd besteden of er
doorheen gaan. Ik heb besloten om er doorheen te
gaan, niet dat er informatie is waar we veel tijd aan
kunnen besteden, maar deze informatie is u bekend
zodat u mij niet noodzaakt om te veel tijd te
besteden op dat punt. Als Hebreeën het enige boek
was in de Bijbel dat ik u kan leren dan zou ik veel
tijd kunnen besteden aan de tabernakel en de
details, maar u zult merken als wij door de verzen
heen gaan dat de schrijver van Hebr. door ook ‘niet
in geïnteresseerd is’. Dus ik zal doen zoals hij.
Hebr.9:1 “Zo had dan wel ook het eerste
verbond rechten van de gods dienst, en het
wereldlijk heiligdom.
Zo… verwijst terug naar wat hij net heeft gezegd in
Hebr.8:13. Het Oude verbond is nabij de
verdwijning, het Oude verbond was in feite al
opzijgezet, zie 9:1, want er staat: hád. Het Oude
verbond is niet langer in werking. Zo wás het. De
tempel en de ceremoniën en alle andere dingen die
God losgelaten heeft voor het Nieuwe, ze zijn er
nog maar ze zijn nabij de verdwijning. God heeft ze
verlaten en ze zijn niet meer ter sprake. Hfdst.8:13
zegt dat heel mooi.
Het Oude verbond met de tabernakel, het
priesterdom en de offers, en daar lezen we over in
hfdst.9 leerde Israël iets. Zelfs al heeft God het
opzijgezet. En in Israëls programma is Hij van het
Oude verbond naar het Nieuwe gegaan. U leest
deze gedeelten tevergeefs als u probeert uit vinden
dat de schrijver in Hebreeën zegt dat we zijn
overgegaan van het Oude verbond naar het lichaam
van Christus. Of dat u van het oude joodse
profetische programma bent overgegaan naar het
geheimenisprogramma met het éne lichaam waarin
geen Jood en heiden is. Dat zult u niet vinden.
Het doel van het boek Hebreeën is niet om u de
verandering te laten zien van het profetische
programma naar het lichaam van Christus. Van de
wet naar de genade. Want in het Oude verbond in
Israëls programma heeft God belooft dat het
vervangen zou worden door een Nieuw en dat er
een Redder zou komen en dat is precies wat er is
gebeurd. En we gaan van Israëls Oude
verbondprogramma naar haar Nieuwe
verbondsprogramma.En als u het boek Hebreeën
leest ziet u dat. Het is niet nodig om Hebreeën
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 114
geforceerd op u en mij toe te passen. Het is niet
nodig om dat te doen. En het is bevrijdend en
leerzaam om het te laten waar het is en er zo van te
genieten.
Wat hij doet in Hebr.9: In de verzen 1-10 spreekt
hij tot u over het Oude verbond. Dan van vers 11-
15 stelt hij daar het Nieuwe verbond tegenover. Hij
zegt: kijk, het Oude verbond had een tabernakel en
een priesterschap en offers, maar er is iets beters:
een betere tabernakel, een betere priesterschap en
een betere offerande voorzien door Christus in het
Nieuwe verbond. We hebben niets verloren of we
zijn niet beroofd, maar we zijn beter af, we zijn
rijker gemaakt.
Maar dat betekend niet dat het Oude verbond niet
veel dingen leerde, dat deed ze. Het Oude verbond
was ontworpen om een schoolmeester te zijn om
Israël te instrueren en te leren van haar nood voor
een Redder, Hebr.9:1 Het leerde Israël over
redding, het had waarde.
Hebr.9:2-5 “Want de tabernakel was toebereid,
namelijk de eerste, in welken was de kandelaar,
en de tafel, en de toonbroden, welke genaamd
wordt het heilige; “Maar achter het tweede
voorhangsel was de tabernakel, genaamd het
heilige der heiligen;” “Hebbende een gouden
wierookvat, en de ark des verbonds, alom met
goud overdekt, in welke was de gouden kruik,
daar het Manna in was, en de staf van Aaron,
die gebloeid had, en de tafelen des verbonds.”
“En boven over deze ark waren de cherubijnen
der heerlijkheid, die het verzoendeksel
beschaduwden; van welke dingen wij nu van
stuk tot stuk niet zullen zeggen.”
De tabernakel, Hebr.9: 6,7 het priesterschap, vers
8-10 de diensten. Ze hadden allemaal een speciale
betekenis. In vers 8 staat dat de weg nog niet open
was van het heiligdom, het moest hen leren dat de
dingen nog niet af waren. De priester was nooit
klaar , er was geen stoel of iets dergelijks om te
gaan zitten. De man had geen plaats om te rusten.
Hij liep rond op sandalen op een vuile grond en
werkte de hele dag en er was geen stoel om op te
gaan zitten. Geen rust. Als hij klaar was voor die
dag kwam hij de volgende dag terug en moest
steeds weer het zelfde doen, het was nooit klaar.
God was in het heilige der heilige, daar kon je niet
komen, alleen éénmaal per jaar de hogepriester met
het bloed en dat was alles. Beperking, geen vrije
toegang. Alles was beperkt een tekortkomend
systeem. Dat werd geleerd en alles wat geleerd
werd onder het Oude verbond is dat er grenzen
waren, de weg was nog niet open, geen duidelijke
weg.
Hij begint met de tabernakel. Ik zeg u nogmaals:
Hebreeën behandelt niet de tempel, maar de
tabernakel en de reden daarvoor is: de tempel
gebouwd door Salomo is een beeld van het
1000jarig rijk. De tabernakel is een beeld van de
(gods)dienst van Israël in de woestijn. Hebreeën
kijkt naar Israël in de woestijn. Als God hen trekt
naar de woestijn Hosea 2. En Hij pleit met hen in
de grote verdrukkingsperiode, dat is de woestijn
periode voor Israël.
Wat hij weglaat is het voorhof. De tabernakel was
een kleine tent en het had een voorhof een soort
omheining eromheen. De tent was verdeelt in twee
afdelingen. Als je van buiten kwam door de deur,
door de omheining zag je eerst een altaar waar de
offers werden gebracht. En tussen het altaar en het
huis was een wasvat, dan kom je in het heilige in
het heiligdom. Daar was de kandelaar, het licht en
het gaf warmte. Er was de tafel met de toonbroden,
2x6 broden. Dan het reukofferaltaar aan het eind.
Dus aan één kant is de kandelaar en aan de andere
kant de toonbroden en dan het reukofferaltaar aan
het verste eind. Dan is er nog een groot gordijn.
Daarachter gaat niemand, daar was het heilige der
heilige.
In vers 4,5 lezen wat daar is. De kandelaar: licht.
De olie: de Heilige Geest. Brood: het brood des
Levens, het is fascinerend dat er 2x6 broden liggen:
dat Jezus Christus zegt: ik ben het Brood des
Levens en dat het getal waarin de canon van de
Schrift is gelegd Hoeveel boeken heeft u in uw
Bijbel? 66!! De toonbroden zijn 2x6! Het licht van
de Heilige Geest schijnt op het brood.
En ik lees dat en zeg: dat is fascinerend. Al zou u
niets weet van hoeveel Bijbelboeken er zijn kunt u
met deze typologie bestuderen en er achterkomen.
Wel, het is misschien moeilijk. Al deze dingen zijn
leer voor Israël.
Nu, het voorhof wordt hier niet genoemd (en wordt
helemaal niet genoemd in Hebreeën) omdat het
voorhof al was vervuld in Mat.-Joh. in de aardse
bediening van de Heere Jezus Christus hier op
aarde. In het voorhof werd publiekelijk gehandeld
mbt. de zonde, iedereen kon dat bronzen altaar
zien, iedereen zag de arbeid en de offers die
gebracht werden, de man bracht een offer, de
priester slachtte het dier nam het bloed en
sprenkelde het op het altaar. Iedereen zag het
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 115
slachten en de bloedstorting. Niemand kon in het
heilige kijken, dat was afgesloten, je moest een
priester zijn om daar te komen. Hebreeën spreekt
over die bevoorrechte positie. De publieke
afhandeling met de zonde is al over, voorbij.
Nu behandelen we de dingen die verkregen zijn, de
toegang die verkregen is voor Israël dóór de
offerande die gedaan is. Dus Hebreeën gaat verder
dan dat offer, gaat over wat is verkregen door de
betere offerande van Christus. Dus het focused op
de punten die daar over gaan, in, binnen het heilige
en het heilige der heilige.
Let op dat hij niet zoveel uitleg geeft, als u
commentaren over Hebreeën leest, worden er
bladzijden na bladzijden en uur na uur besteed aan
de eerste 5 verzen hier. Er is veel fascinerende
informatie. Er wordt u vaak verteld dat het boek
Hebreeën de typologie van het Oude Testament
opent en ik begrijp wat ze bedoelen als ze dat
zeggen, maar het is fascinerend dat Hebreeën geen
grote verklaring, uiteenzetting geeft van de
typologie van het Oude Testament. En nadat hij
alles heeft opgenoemd wat er in de tabernakel is
eindigt hij in vers 5 dat hij: …van welke dingen wij
nu van stuk tot stuk niet zullen zeggen…
Dat is: mijn bedoeling van het schrijven van
Hebreeën is niet het verklaren van de typologie die
we in het Oude verbond vinden! Zijn bedoeling van
het schrijven van Hebreeën is het verklaren van de
leer die geopenbaard is in het Nieuwe verbond. En
dat moet u in uw achterhoofd houden als u al die
dingen gaat bestuderen, bedenk dat het begrijpen
van alles wat Israël onder de wet is geleerd lang
niet zo belangrijk is als het begrijpen van de
openbaring van wat God heeft volbracht door het
kruiswerk van Christus.
Let op de dingen die hij in Hebr.9:4 noemt in het
heilige der heilige waar God woont: -het gouden
wierookvat, soms is er verwarring over wat dat is, u
ziet het in Lev.16:12. -de ark des verbonds,
herinnert u zich dat God tegen Mozes zei om een
de ark te maken en te overtrekken met goud en
twee cherubiem rusten erop. Dat was het
verzoendeksel, Gods aanwezigheid(shekinah)
erboven en daar komt God.
In de ark waren 3 dingen: de kruik met manna: God
zei tegen Mozes om wat manna te bewaren in een
gouden kruik als een herinnering van Gods zorg en
Zijn voorziening en Zijn liefde voor het volk in het
geven en voorzien van hen. Dan de staf van Aaron:
Num.17 daar ziet u dat de mensen twijfelden aan
Aaron en zijn priesterschap en God zegt: degene
die zal bloeien is Mijn priester, en Aarons staf is
een symbool van de opstandingskracht van het
priesterschap, dat hebben wij ook bestudeert in het
priesterschap van Melchizedek. Dan is er de wet al
deze dingen typeren wat Israël zal krijgen. In de
grote verdrukkingstijd zend God hen uit in de
woestijn en Hij zal hen voeden en hen voorzien
(Openb.12) zoals Hij deed in het verleden in de
woestijn toen zij uit Egypte vluchtten, Hij zal ze
letterlijk voeden met manna in de toekomende tijd,
in de verdrukking, als zij vluchten voor de
antichrist. En dit is een herinnering, een voorsmaak
daarvan, Hij zal letterlijk hen opgestane Priester
zijn, dát bestuderen we in Hebreeën.
We bestudeerden pas hoe Hij de wet in hun harten
schrijft. Alle dingen die in de ark zijn zijn wat God
voor hen zal voorzien en over de ark ligt het
verzoendeksel. Weet u wat daarop gebeurde? In die
ark is het manna, de staf en de wet, maar de wet is
gebroken en geschonden en het brengt dood geen
leven, het brengt vloek en geen zegen, dus God
brengt het verzoenende bloed op het verzoendeksel
en dat verzoenende bloed bedekt. En als wij
spreken over bedekking in de verzoening, over de
bedekking van hun zonden betekent dat niet dat
zoals ik dit blaadje papier over een ander blaadje
papier leg en ik haal het weg dat ik het weer kan
zien. Het is meer zoals het overschilderen van b.v.
de volière, je schildert over de oude verf heen met
een mooie groene verf. En de andere kleur, wat
voor kleur het ook was is bedekt met groen. Het
kost moeite om de oude kleur weer tevoorschijn te
halen, het is bedekt.
Hun zonden waren weg omdat het bloed over de
wet heen was, en als God naar beneden keek zag
Hij het bloed en in het paasfeest zei Hij: Als Ik het
bloed zie ga Ik voorbij. Maar dat bloed maakt die
wet, staf en manna ook voorzieningen voor Israël in
plaats van vloeken.
Hebr.9:6 “Deze dingen nu, aldus toebereid
zijnde, zo gingen wel de priesters in den eersten
tabernakel, te allen tijde, om de gods diensten te
volbrengen;”
De priester was nooit klaar, het was een continue,
dagelijkse bediening. Hij diende in het heilige.
Hebr.9:7 “Maar in den tweeden tabernakel ging
alleen de hogepriester, eenmaal des jaars, niet
zonder bloed, hetwelk hij offerde voor
zichzelven en voor des volks misdaden.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 116
U weet dat is de grote verzoendag, 1x per jaar. Hier
zien we wat de Heilige Geest Israël wilde leren met
al deze dingen, met al dat meubilair, met de
dagelijkse dienst van de priester en met de
éénjaarlijkse grote verzoendag.
Hebr.9:8-10 “Waarmede de Heilige Geest dit
beduidde, dat de weg des heiligdoms nog niet
openbaar gemaakt was, zolang de eerste
tabernakel nog stand had;” “Welke was een
afbeelding voor dien tegenwoordigen tijd, in
welken gaven en slachtofferen geofferd werden,
die dengene, die den dienst pleegde, niet konden
heiligen naar het geweten;”“Bestaande alleen in
spijzen, en dranken, en verscheidene wassingen
en rechtvaardigmakingen des vleses, tot op den
tijd der verbetering opgelegd.”
De Heilige Geest beduidt dat de weg des
heiligdoms nog niet openbaar gemaakt was… U
merkt hier duidelijk op dat het hier gaat om
tijdelijke dingen. En ziet u het belang van het Oude
verbond? Het geweten was nooit volmaakt. Het
was een onvolmaakte reiniging, een constant
tekortkomend systeem, we zien dat in hfdst.10 als
hij in vers 1 zegt…nooit volmaakt.
Dus in het Oude verbond was het werk nooit klaar,
en er waren veel ordeningen Hebr.9:10. Allerlei
fysieke dingen om te doen allemaal tot de tijd der
verbetering.
Hebr.9:11 “Maar Christus, de Hogepriester der
toekomende goederen, gekomen zijnde, is door
den meerderen en volmaakten tabernakel, niet
met handen gemaakt, dat is, niet van dit
maaksel,”
Maar Christus, hier is het contrast ….der
toekomende goederen. Dus Christus brengt hen een
betere tabernakel, dus ze raken de oude kwijt want
die van Christus is een betere.
Hebr.9:12 “Noch door het bloed der bokken en
kalveren, maar door Zijn eigen bloed, eenmaal
ingegaan in het heiligdom, een eeuwige
verlossing teweeggebracht hebbende.”
Hij heeft niet alleen en betere, een echte tabernakel,
maar Hij gaat daar binnen met Zijn eigen bloed.
Niet het bloed van bokken en kalveren, maar het
bloed dat door Zijn aderen gaat. Gods bloed. Het
bloed van bokken en kalveren kan de zonden niet
voor eeuwig wegnemen, maar Christus, door het
geven van Zijn eeuwige bloed, Gods bloed voorziet
in eeuwige redding.
Hebr.9:13-15 “Want indien het bloed der
stieren en bokken, en de as der jonge koe,
besprengende de onreinen, hen heiligt tot de
reinigheid des vleses;”“Hoeveel te meer zal het
bloed van Christus, Die door den eeuwigen
Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd
heeft, uw geweten reinigen van dode werken,
om den levenden God te dienen?” “En daarom
is Hij de Middelaar des nieuwen testaments,
opdat, de dood daartussen gekomen zijnde, tot
verzoening der overtredingen, die onder het
eerste testament waren, degenen, die geroepen
zijn, de beloftenis der eeuwige erve ontvangen
zouden.”
Als u eeuwige redding wilt hebben dan heeft u de
eeuwige erve en wat moet u hebben om de eeuwig
erve te bezitten? Leven dat is….eeuwig! Dat komt
u hier steeds tegen: eeuwig durend
opstandingsleven dat Christus als priester naar de
orde van Melchizedek heeft volbracht. Ziet u het
contrast hier in dit gedeelte?
De Hogepriester gaat in het heilige der heilige,
Christus gaat de hemel zelf binnen. De priester gaat
binnen maar hij is een zondaar. Christus is zonder
blaam enz. De priester offert het bloed van dieren,
Christus offert Zijn eigen bloed. De priester moet
steeds naar binnen, en 1x per jaar, Christus gaat 1x
binnen voor eeuwige redding. Het contrast tussen
het Oude en het Nieuwe.
Hij begint hier in deze gedeelten om u te doen
begrijpen wat het bloed van Christus doet en het
werk en de tabernakel en de offers en de voordelen
daarvan. Dus waarom terug naar het Oude is zijn
vraag aan hen.
Willen ze de tabernakel en het oude systeem
weeropzetten? Er is iets beters. En wat is er beter
wat ze in Christus hebben? Er is veel in vers 9, 10
enz. die ik niet in detail doorga, maar in vers 10:
Hebr.9:10 “Bestaande alleen in spijzen, en
dranken, en verscheidene wassingen en
rechtvaardigmakingen des vleses, tot op den tijd
der verbetering opgelegd.”
Dit vers gebruiken we vaak als we het hebben over
de verscheiden wassingen, de reinigingsceremonies
van het vlees, dat zijn dopen, Israël had
verschillende dopen en allemaal demonstreren ze
hoe onreinheid weggedaan kan worden van de
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 117
mensen. …tot de tijd der verbetering opgelegd. Ga
mee naar:
Hand.3:18-21 “Maar God heeft alzo vervuld,
hetgeen Hij door den mond van al Zijn profeten
te voren verkondigd had, dat de Christus lijden
zou. “Betert u dan, en bekeert u, opdat uw
zonden mogen uitgewist worden; wanneer de
tijden der verkoeling zullen gekomen zijn van
het aangezicht des Heeren, “En Hij gezonden
zal hebben Jezus Christus, Die u tevoren
gepredikt is;” “Welken de hemel moet
ontvangen tot de tijden der wederoprichting
aller dingen, die God gesproken heeft door den
mond van al Zijn heilige profeten van alle
eeuw.”
De tijd der verbetering is de tijd van de
ingebruikname van het Nieuwe verbond, en er is
geen twijfel over wanneer dat is, Hand.3 met de
wederkomst van Christus. Er komt een tijd van
verkoeling en wederoprichting en reformatie, als
het Oude is weggedaan en als het Nieuwe in
gebruik is genomen. Reformatie betekent: dingen
rechtzetten, en het enige om dingen recht te zetten
is door het Nieuwe verbond, de wederkomst van
Christus en Zijn orde die opgezet wordt en in
werking wordt gesteld voor Israël, met de wetten in
hun hart en hun zonden zijn weggedaan, zij zijn
allen bekeert en gaan de volken bereiken. En als dit
allemaal functioneert is alles anders voor Israël,
alles is rechtgezet. Dat Oude verbond was tijdelijk,
totdat het Zaad zou komen. En het Zaad is Christus
en als Hij wederkomt voorziet dit. Als u in
Hebr.9:26-28 kijkt, dan brengt Hij die verkoeling
en wederoprichting mee. En dat alles is niet
verkrijgbaar in het Oude maar in het Nieuwe.
In het Oude verbond, ga met mij mee naar Luk.16,
als hij zegt dat de weg naar het heilige der heilige
nog niet openbaar was, nog niet open dat betekent
meer dan dat ze niet fysiek in de tegenwoordigheid
van God konden komen, het feit dat ze er niet
konden komen demonstreert een geestelijke
realiteit voor hen.
In ‘eertijds’ onder het Oude verbond gingen de
heiligen niet dood en dan naar de hemel. Als een
heilige stierf in het Oude testament gingen ze niet
naar de derde hemel om met God te zijn, zoals ze
geen toegang hadden in het heilige der heilige
achter het voorhangsel in de tabernakel, als mensen
stierven in ‘eertijds’, als een gelovige of een
ongelovige stierf ze gingen beiden naar het hart van
de aarde, in Psalm 16 spreekt koning David dat
God zijn ziel niet zal verlaten in de hel. Het is
schriftuurlijk om te weten waar David heenging
toen hij stierf in Ps.16, naar de hel.
Als ik nu tegen u zeg dat David naar de hel ging
toen hij stierf wat denkt u dan? Dat hij verloren
was? Want wie gaat er vandaag naar de hel?
Verloren mensen. Maar zo was het toen niet, onder
het Oude verbond, waarom? Omdat de weg naar de
tegenwoordigheid met God nog niet open was. Het
was niet duidelijk, je kon er niet heen. Je kon niet
in het heilige der heilige, dat is een type en een
beeld van de hemel, waar God woont.
Luk.16:19-31 Dit weet ik, ze konden elkaar zien, de
rijke man was in de pijn in de hel. Sommige
mensen zeggen dat dit een gelijkenis is. Een
gelijkenis is om te illustreren, een illustratie kan
nooit zo reëel zijn als de realiteit die geïllustreerd
wordt , mensen zeggen dat om te ontvluchten aan
de vlammen.
Mat.13, de Heere Jezus interpreteert de gelijkenis,
en het enige dat Hij niet interpreteert is het vuur.
Het moet echt zijn. En ik neem het ook voor echt
hier. Als u er een gelijkenis van maakt moet het
erger zijn dan de gelijkenis. Sommigen zeggen: het
is een figuurlijke toespraak.
Mark.9:43 “En indien uw hand u ergert, houwt
ze af; het is u beter verminkt tot het leven in te
gaan, dan de twee handen hebbende, heen te
gaan in de hel, in het onuitblusselijk vuur.
Het is beter …heen te gaan in de …figuurlijk…u
weet beter dan dat. Die man is in de pijn daar, maar
er is een andere afdeling daar genoemd: Abraham’s
schoot, boezem.
Mat.12:40 “Want gelijk Jonas drie dagen en
drie nachten was in den buik van den walvis,
alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie
nachten wezen in het hart der aarde.”
Luk.23:42,43 “En hij zeide tot Jezus: Heere,
gedenk mijner, als Gij in Uw Koninkrijk zult
gekomen zijn.” “En Jezus zeide tot hem:
Voorwaar, zeg Ik u: Heden zult gij met Mij in
het Paradijs zijn.”
Jona was 3 dagen en drie nachten in het hart der
aarde! Toen Jezus stierf ging hij in plaats van naar
de hemel, naar het hart der aarde. De moordenaar
naast Jezus aan het kruis: een goede
Koninkrijksgelovige, hij erkent de Godheid van
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 118
Christus en dat Hij de Redder is Hij weet dat Hij
terugkomt en dat Hij een Koninkrijk gaat opzetten.
Jezus zegt tegen Hem: Heden zult gij met Mij .. in
het hart der aarde zijn. Daar ging Christus heen,
niet? Waar zegt Hij dat ze heengaan? Naar het
paradijs. Waar is dan het paradijs? Het is in het hart
der aarde. En weet u waar de hel is, ook in het hart
der aarde.
Eertijds had het hart der aarde twee afdelingen: één
kant de pijn en de andere kant het paradijs. Als
David het heeft over sterven en naar de hel gaan,
heeft hij het niet over naar de kant van de pijn,
maar over de paradijskant. Er zit een grote kloof
tussen die twee. Nu, dat is allemaal omdat in dat
Oude verbond de weg naar het heilige der heilige,
in de tegenwoordigheid met God nog niet
geopenbaard was.
Hebr.12: 22-24 “Maar gij zijt gekomen tot den
berg Sion, en de stad des levenden Gods, tot het
hemelse Jeruzalem, en de vele duizenden der
engelen;” “Tot de algemene vergadering en de
Gemeente der eerstgeborenen, die in de
hemelen opgeschreven zijn, en tot God, den
Rechter over allen, en de geesten der volmaakte
rechtvaardigen, “En tot den Middelaar des
nieuwen testaments, Jezus, en het bloed der
besprenging, dat betere dingen spreekt dan
Abel.”
Met het Nieuwe verbond en het nieuwe programma
voor Israël en hun nieuwe zegeningen is die weg nu
open. En die mensen in het hart der aarde zijn
verplaatst naar de derde hemel, in het nieuwe
Jeruzalem. Waar zijn de geesten der volmaakte
rechtvaardigen volmaakt gemaakt? (vers 23) Zij
zijn niet langer in het hart der aarde, waar zijn zij?
In het Nieuwe Jeruzalem, met de Heere Jezus
Christus. Hoe kunnen zij daar komen? Omdat nu,
door het bloed van Christus, een nieuwe levende
weg geopend is en de toegang is open. En toen God
het voorhangsel scheurde van boven naar beneden
demonstreerde Hij dat Hij niet meer in dat heilige
der heilige was. Dat Hij die aardse tabernakel
verlaten had, dat het afgedaan had, Hij was er niet
meer. Hij richtte een nieuwe op.
Hebreeën 9:11-14
Het gaat in dit gedeelte om: het beschrijven van de
betere weg die Christus heeft volbracht. De betere
tabernakel, offer, heiligdom, verlossing, Geest,
reiniging, dienst die beschikbaar zijn door Jezus
Christus. En dat vergeleken met het wetssysteem
onder het principe van Mozes, het verbond met
Mozes. Het Nieuwe en het Oude verbond zijn
beiden wetsprincipeverbonden, maar het éne
voorziet en het andere niet, het éne vertelt u wat te
doen(het verbond met Mozes)maar geeft de
bekwaamheid niet en gaf geen reiniging. Maar het
Nieuwe verbond dat Christus volbracht vraagt niet
maar het voorziet en het doet voor u wat u zelf niet
kunt. Wat hij hier doet is de voortreffelijkheid
demonstreren van wat Christus heeft gedaan. Daar
ging het over in de eerste 10 verzen. Nu zien we het
contrast in vers 11.
Hebr.9:11 “Maar Christus, de Hogepriester der
toekomende goederen, gekomen zijnde, is door
den meerderen en volmaakten tabernakel, niet
met handen gemaakt, dat is, niet van dit
maaksel,”
In het boek Hebreeën kijkt u steeds naar …de
toekomende dingen, herinner u het schema (schema
bedelingen) als hij spreekt over de toekomende
goederen het wetsverbond met Mozes wijzen naar
de dingen die komen in de Koninkrijkseeuw, het
Nieuwe verbond voorziet in deze dingen, ze zijn
nog niet gerealiseerd voor de Hebreeuwse
gelovigen in die tijd, maar ze komen.
In de eerste 10 verzen spreekt hij over de
tabernakel van Mozes, de tabernakel die Mozes
bouwde die gemaakt was naar het voorbeeld dat
God hem gaf, het was een voorbeeld en model van
de ware tabernakel in de hemel. Hij zegt dat
Christus de Hogepriester is niet van het model, de
kleine tabernakel, maar van de volmaaktere
tabernakel, de ware. U zult dat zien als we verder
gaan.
Hebr.9:12 “Noch door het bloed der bokken en
kalveren, maar door Zijn eigen bloed, eenmaal
ingegaan in het heiligdom, een eeuwige
verlossing teweeggebracht hebbende.”
Het punt is niet de dierenoffers onder de wet van
Mozes, maar door Zijn eigen bloed is Hij
binnengegaan… daar is het contrast daar is de
‘ondergeschikte’ mindere tabernakel met de
mindere offers, maar met het offer van Christus is
het werk gedaan.
Hebr.9:13 “Want indien het bloed der stieren
en bokken, en de as der jonge koe,
besprengende de onreinen, hen heiligt tot de
reinigheid des vleses;”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 119
Dat is wat de ordeningen en de dingen onder de wet
van Mozes deden, zij reinigden de uitwendige
mens, zij heiligden voor het doel waarvoor het was
gemaakt. God schiep het volk Israël, en zij zou
zouden een heilig volk zijn, Hij zette ze apart voor
Zichzelf. En Hij gaf ze ordeningen en dingen om te
doen. Dat was om hun apartgezette positie te laten
zien en hun gereinigde conditie, heilig voor de
Heere. En als ze deze dingen deden heiligde en
reinigde dat hun vlees, het nam hun zonden niet
weg, maar ze waren anders, heilig, apartgezet voor
het doel waarvoor God hen schiep.Als het bloed
van bokken en kalveren dat kon doen…:
Hebr.9:14 “Hoeveel te meer zal het bloed van
Christus, Die door den eeuwigen Geest
Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd heeft,
uw geweten reinigen van dode werken, om den
levenden God te dienen?”
Hoeveel meer het bloed van Christus… Alles wat
je kan doen is dat vers lezen, het heeft geen uitleg
nodig als je het leest. Hoe kun je het beter zeggen
dan dat het daar staat! Waar kun je een beter offer
vinden? Dat beter uitwerkt dan Jezus Christus’
bloed en wat Hij deed. Nergens. Het bloed dat
Jezus Christus vergoot op Golgotha is het bloed dat
het werk heeft gedaan. Let op:…onbestraffelijk
opgeofferd heeft, terug naar vers 12 staat: door Zijn
eigen bloed.
Het bloed van de Heere Jezus Christus is een heel
belangrijk iets in uw Bijbel, het is interessant maar
er is een groot geschil gaande de laatste jaren over
het bloed van Christus. Ongeveer 20 jaar
geleden(het was daar toen 1993) was er een man in
Texas met een grote kerk, hij had een grote
bediening en het groeide, tapes gingen over de hele
wereld. Hij is een interessante man, hij schreef een
boek genoemd: het bloed van Christus. Hij zegt dat
het bloed dat Jezus Christus op Golgotha vergoot
het punt niet was, en dat het bloed dat door de
aderen van Christus stroomde gewoon bloed was,
het kwam op het kruis en aan de voet van het kruis
en verdween in het zand en Zijn bloed was niet het
belangrijkste, het was een geestelijke dood die Hij
stierf, niet de fysieke dood en Hij had alles kunnen
doen en het was OK. Al zou Hij geen bloed
vergoten hebben zou het ook goed geweest zijn en
zo ging het verder, het punt was de dood die Hij
stierf, de geestelijke dood, Jezus Christus stierf een
geestelijke dood toen Hij aan het kruis van
Golgotha hing en toen het donker werd en in het
midden van die duisternis riep Hij uit: Mijn God,
Mijn God waarom hebt Gij Mij verlaten? Hij riep
hard zodat u en ik het zouden weten wat er
gebeurde in die duisternis, en gebeurde iets in de
ziel van de Heere Jezus Christus, een verandering,
de tweede dood, als u kunt identificeren(en dat kunt
u) uit de Bijbel wat de tweede dood is, dan kunt u
begrijpen wat Jezus Christus leed aan het kruis
want dat was die tweede dood.
Hij stierf uw geestelijke dood terwijl Hij aan dat
kruis hing en aan het eind zei Hij: Vader in Uw
handen beveel Ik Mijn geest, en Hij boog Zijn
hoofd en stierf lichamelijk. En in dat alles vergoot
Hij Zijn bloed en Zijn bloed was vergoten vanaf
Gethsemané en aan het kruis zodat het offer was
gebracht en het leven van het vlees is in het bloed.
En zonder bloedstorting is er geen vergeving zoals
we straks zullen lezen in vers 22.
En het leven dat Jezus Christus gaf, Zijn
bloedvergieten vertelt u over de soort dood die Hij
stierf, een offer, het enige antwoord op het loon van
de zonde is de dood en het enige antwoord voor
dood is leven, zodat Jezus Christus Zijn bloed gaf,
Hij gaf Zijn leven in Zijn bloedvergieten. Het leven
van het vlees is in het bloed. En als dan iemand
zegt dat het bloed niet echt het belangrijkste is
wordt hij een echte persona non grata. Er is nog een
populaire man op de radio, John Macarthur uit
California, 3 jaar geleden begon hij ook deze
dingen te leren, dat het bloed van Christus geen
verschil uit maakt, dat het fysieke bloed het punt
niet is enz. Dat Hij een geestelijke dood stierf.
Maar ik wil dat u begrijpt dat Hij een geestelijke
dood stierf én een fysieke dood , zoals ook u en ik
als U Christus niet gelooft komt u in de tweede
dood, de poel des vuurs.
Hij leed de eeuwige toorn van God, de poel des
vuurs voor uw zonden, en deed het voor u, maar
Hij stierf ook een fysieke dood, het bloed van Jezus
Christus is erg belangrijk, omdat Hij door Zijn
eigen bloed het heilige der heilige inging. Hij gaf
Zijn eigen leven. Maar ik wil dat u weet wat voor
soort bloed door Zijn aderen stroomde.
Hand.20:28 “Zo hebt dan acht op uzelven, en op
de gehele kudde, over dewelke u de Heilige
Geest tot opzieners gesteld heeft, om de
Gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen
heeft door Zijn eigen bloed.”
Paulus spreekt tot de oudsten van Efeze….welke
Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed! Ziet u
dat het bloed in de aderen van de Heere Jezus
Christus was niet zoals van ieder andere persoon.
Hij was de Mens Jezus Christus en Hij had
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 120
menselijke bloed in de zin dat Hij een mens was,
Hij was gemaakt in de gelijkenis van het zondige
vlees. Het verschil tussen Hem en ons is dat Hij
geen zonde had. Geen zondige natuur, geen
bezoedeling in Zijn geest, ziel en vlees. En het
bloed dat door Zijn aderen stroomde was het bloed
van God Zelf. Immanuëls, Gods bloed.
Als het leven van vlees in het bloed is, en Jezus
Christus had Gods bloed, wat voor soort leven heeft
God? Eeuwig leven! Precies! Dan is het leven dat
het bloed in Christus aderen produceert eeuwig
leven, daarom en ik geef niets om John Macarthur,
want als u gaat rommelen met de Bijbel wordt ik
boos, als u goed nieuws voor de moderne mens
wilt, zoals ook die Bijbel heet iedere keer als het
woord bloed verschijnt in Paulus brieven halen ze
het eruit. En ze weigeren het woord bloed te
vertalen in bloed maar ze vertalen het met dood,
Zijn dood. Je kunt sterven zonder bloed te
vergieten, maar als u geen bloed vergiet, als het
karakter van de dood die u sterft geen offer is en
het geven van leven voor de ander is, kan dat geen
vergeving van zonden produceren, omdat het het
vergieten van bloed is dat leven geeft, omdat het
leven van het vlees in het bloed is.
Toen de Heere Jezus Christus opstond uit de dood
zei Hij in Luk 24 tot Zijn discipelen: Kom en zie,
ze dachten dat Hij een spook, een geest was, en
raak Mij aan dat een geest geen vlees en benen
heeft, als u ziet dat Ik heb… Toen Hij opgewekt
was, was Zijn bloed vergoten en het was er niet
meer, Zijn opstandingslichaam had geen bloed dat
het had voor het kruis, waarom? Omdat het bloed
vergoten was. Ik kan u vertellen wat er gebeurde,
de verzen lezen en u vertellen dat toen Jezus
Christus daar op Golgotha stierf, maar de Bijbel
meent wat er staat en er staat wat het meent en ik
heb daar geen vragen over. Dus als toen Jezus
Christus Zijn bloed vergoot was dat een geestelijke
en een fysieke transactie, in het vergieten van Zijn
bloed was dat niet zomaar dat Zijn bloed in het
zand kwam enz. dat bloed ging letterlijk door het
universum naar de derde hemel.
En de reikwijdte van dat bloed, en daar heeft
Hebreeën het over, doordringt/trekt het hele
universum, zoals de as van de rode koe, Num.19.
Voor iemand die door contact met een dode
verontreinigd was. Ze mengden de as met het water
en dan is het ontzondigingswater, dat water
reinigde hen, en zie dan in Hebr.9:13, …tot
reinheid des vleses… het bloed van Jezus Christus
heeft het reinigende en heiligende effect voor het
gehele universum. Hoe kan dat? Omdat het Gods
bloed is!
Door geloof, het is een geestelijke transactie, hoe
kan bloed dat doen? Omdat het Gods bloed is.
Geen bloed zoals ik heb, maar het bloed van de
eeuwige God.
Kol.1:20,21,22 “En dat Hij, door Hem vrede
gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises,
door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot
Zichzelven, hetzij de dingen, die op de aarde,
hetzij de dingen die in de hemelen zijn. “En Hij
heeft u, die eertijds vervreemd waart, en
vijanden door het verstand in de boze werken,
nu ook verzoend,” “In het lichaam Zijns vleses,
door den dood, opdat Hij u zou heilig en
onberispelijk en onbeschuldiglijk voor Zich
stellen;”
Kol.1:20 gaat niet over u, maar over dingen in de
hemel en op de aarde. Dit spreekt over de
verzoening van het systeem van de regering van het
universum. Kijk even terug naar vers 16 tronen,
heerschappijen, overheden… sommige kan ik zien,
anderen niet, maar Jezus Christus heeft ze
geschapen. Ze verwijzen naar regerende
autoriteiten. Toen Jezus Christus het heelal schiep,
in den beginne schiep God de hemel en de aarde,
schiep Hij een regering in de hemelen (tronen,
heerschappijen, overheden) en tronen, machten,
heerschappijen overheden op de aarde, ze waren
geschapen door Hem en voor Hem, de regering van
dit universum is geschapen voor Jezus Christus met
de bedoeling om Zijn heerschappij uit te breiden
over het universum.
Er was een rebellie in die regering, daar zat satan
achter, Jes.14, het doel van satan was gelijk God te
zijn, de Allerhoogste God is een titel voor de
Almachtige God die Hem beschrijft als de Bezitter
van hemel en aarde. Satan zei: ik wil de regering in
de hemel bezitten en de regering van de aarde, ik
wil degene zijn die het universum aanbidt en
gehoorzaamt.
Job 15:15 “Zie, op Zijn heiligen zou Hij niet
vertrouwen, en de hemelen zijn niet zuiver in
Zijn ogen.”
De hemelen zijn niet zuiver in Zijn ogen…
Waarom? Omdat er rebellie, zonde is daar boven.
De aarde is ook niet rein in Zijn ogen, er is hier
zonde. Ziet u het probleem is niet de grond en de
planten, het probleem is de mensen, zo ook met de
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 121
hemelen, er zijn daar gevallen schepselen. Jezus
Christus kwam en voorzag een middel waarbij God
kon herstellen en terug verzoenen, niet alleen de
aarde maar de hemelen. Niet alleen u en ik of
heiligen, maar ook het systeem dat Hij had
geschapen voor ons om in te functioneren.
Kol. 1:20 Vrede voor wat? Vrede voor het systeem,
het is het bloed van Jezus Christus dat God de
Almachtige de mogelijkheid geeft om de aarde
terug te claimen en de aarde te reinigen, die bevlekt
en bezoedelt is door zonde. En om de hemelse
regering terug te claimen die bevlekt en bezoedelt
is door rebellie, het bloed van Jezus Christus
beslaat dat alles. En voorziet redding en verzoening
voor alles.
We gaan terug naar Hebr.9, als hij spreekt over de
tabernakel, dan spreekt hij daar over het universum.
Hebr.9:23,24 “Zo was het dan noodzaak, dat
wel de voorbeeldingen der dingen, die in de
hemelen zijn, door deze dingen gereinigd
werden, maar de hemelse dingen zelve door
betere offeranden dan deze. “Want Christus is
niet ingegaan in het heiligdom, dat met handen
gemaakt is, hetwelk is een tegenbeeld van het
ware, maar in den hemel zelven, om nu te
verschijnen voor het aangezicht van God voor
ons;”
Weet u wat Hij heeft gedaan? Hij is naar die
tabernakel in het universum gegaan die God heeft
gebouwd en Zijn verlossing heiligt en reinigt niet
alleen maar de geheiligde vaten en instrumenten die
in de tempel zijn. Wat Hij doet Hij heiligt het hele
universum. Hij zet het apart voor het goede doel
waarvoor God het had gemaakt, dat doet Hij! Dat is
de reikwijdte die Zijn bloed beslaat.
Daarom staat er in Hebr.9:12 eeuwige redding, en
wat voor soort leven moet je hebben om eeuwige
redding te hebben? Eeuwig leven. Eeuwigdurende
redding, niet één maal per jaar maar eens voor
altijd.
Hebr.9:13,14 “Want indien het bloed der
stieren en bokken, en de as der jonge koe,
besprengende de onreinen, hen heiligt tot de
reinigheid des vleses;”“Hoeveel te meer zal het
bloed van Christus, Die door den eeuwigen
Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd
heeft, uw geweten reinigen van dode werken,
om den levenden God te dienen?”
Als hij spreekt over het reinigen van uw geweten
van dode werken, dan zijn de dode werken de
werken van het oude systeem. Het oude dat geen
leven voortbracht. Hij reinigt uw geweten van dode
werken. Uw geweten is uw gedachtenleven. Uw
geweten is een systeem dat u gegeven is door God,
het zit in uw ziel. Een evaluerend mechanisme in
uw innerlijke mens. Dat neemt de normen en
standaarden, waarden op die u opgebouwd heeft in
uw geweten.
U heeft daar een systeem van normen en waarden,
en uw geweten is hetgeen dat uw normen en
waarden toepast op uw gedrag van dat moment of
uw gedrag uit het verleden, of uw toekomstige
gedrag. Weet u wat u met gisteren kunt doen?
Absoluut niets, u kunt gisteren niet veranderen. U
kunt uzelf geen zorgen maken of angstig zijn of
terugwensen naar een goed verleden. Het verleden
is gedaan, daar is het, kijk ernaar.
Zoals: ik heb een ei gelegd, nu, kijk ernaar, daar
ligt het... Vindt uit hoe u dat nog eens kunt doen. U
kunt het koken of bakken, u kunt er van leren. Dus
wij maken ons zorgen, maken ons angstig over het
verleden. Ons falen uit het verleden, of onze
successen. Of wij kijken naar de toekomst en wij
projecteren dat slechte verleden naar de toekomst.
En uw emoties (zij zijn dom?!), zij hebben geen
enkele mogelijkheid om onderscheid te maken
tussen iets dat echt is en wat niet echt is. Uw
emoties reageren op de manier waarop u denkt. De
manier waarop u zich de dingen voorstelt. En als u
al die dingen projecteert op het scherm van uw
voorstellingsvermogen, weet u wat uw emoties dan
doen? Oeh,oeh, oehhhhh….!Of ahahahah… Uw
emoties zijn dom ze reageren slechts op wat u ze
vertelt. Dus als u blijft bij het negatieve, wat er in
het verleden was of hte projecteert in de toekomst
weet u wat u doet? Whaw,brrr,oehh enz….
Waarom? Omdat u niet goed nadenkt, niet juist.
Als hij zegt dat het bloed van Jezus Christus uw
geweten reinigt van dode werken, geven dode
werken u leven? Nee! Zij produceren dood. Al die
dingen produceren dood. Dus als u het dode
verleden projecteert naar de toekomst: het is alleen
dood. En het enige om daar van af te komen is: het
bloed van Christus. En het bloed van Jezus Christus
reinigt, dat is: het komt daar en de zonden gaan
eruit, ruimt het compleet op in uw geweten, uw
gedachtenleven. Het veranderd de manier waarop u
denkt over dingen.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 122
Hebr.10:1,2 “Want de wet, hebbende een
schaduw der toekomende goederen, niet het
beeld zelf der zaken, kan met dezelfde
offeranden, die zij alle jaren geduriglijk
opofferen, nimmermeer heiligen degenen, die
daar toegaan. “Anderszins zouden zij
opgehouden hebben, geofferd te worden, omdat
degenen, die den dienst pleegden, geen geweten
meer zouden hebben der zonden, eenmaal
gereinigd geweest zijnde;”
Ziet u die dode werken geven u geen leven, geen
volmaaktheid, u doet ze en u doet ze en u doet ze
en u doet ze en u doet ze en u krijgt er nooit leven
uit, ze doden u. Als het werk gedaan was zou u het
niet weer hoeven doen. Vanavond zag ik een groot
billboard in de straat bij Franklinpark en het station
en er staat een grote verfkwast op die uit een pot
komt en er staat op geschreven: never paint again –
nooit meer verven – dat is leuk, maar niet voor
schilders. U hoeft nooit uw huis meer te verven,
waarom? Omdat het goede verf is.
Zo is het hier ook, als die dingen het werk hadden
gedaan had u het niet over hoeven doen.
Waar hij het over heeft is dat het zonde probleem
opgelost is, de schuld voor uw falen is weg.
Waarom? Christus nam het. Bent u daar nog?! De
herinnering en de vrees en de schuld is allemaal
voor gezorgd. Weet u wat het bloed van Christus
doet? – het brengt de hele zaak op orde. En zoals in
Hebr.10:2 staat: het maakt u volmaakt. Nu, de
werken van een mens kunnen dat niet doen.
Hebr.10:10 – eenmaal geschied. Hebr.10:14 in
eeuwigheid, in eeuwigheid volmaakt. Weet u wat
dat is? Hebr.10:18 geen offerande meer.
Hebr.10:17 zal Ik geenszins meer gedenken. Als
God ze niet meer herinnert, waarom herinnert u ze
dan? En als God er niet meer door geplaagd wordt,
waarom u dan wel?
Weet u wat het verschil daartussen is? Dat is Mozes
onder het Oude verbond en Christus onder het
Nieuwe verbond. Nu, u kunt teruggaan en onder dat
Oude verbond leven, maar hoe dwaas zult u zijn,
om daar te leven als u al deze dingen hebt om van
te genieten. Als u hier de straat uitgaat bij dat
restaurant bij Harlem dan ziet u daar een man die
uit de vuilnisbakken eet, hij heeft honger. En de
eigenaar van dat restaurant zegt tegen hem: Kom
op, ik wil niet dat je dat doet, kom ik geef je een
maaltijd. En hij geeft hem een goede maaltijd en
zegt: kom morgenochtend terug voor ontbijt en
tussen de middag en om 17 uur voor avondeten, en
elke dag krijg je 3 maaltijden in mijn restaurant.
Denk je dat die man daar moeite mee zal hebben?
Dat hij weer uit de vuilnisbak zal eten tussen de
middag? Nee, hij gaat naar dat restaurant om te
eten, goede dingen.
Zo is het ook met mensen als je hen vertelt over de
goede dingen die God u gegeven heeft, laat al die
andere dingen voor wat ze zijn. U moet de kok
vertrouwen dat hij u de goede maaltijd geeft, als u
dat niet doet gaan mensen weer uit de vuilnisbak
eten. Hier is goed eten, precies zoals je het lekker
vind en het is gratis.
We zijn volmaakt en daar gaat het hier om.
Hebr.9:14 Er is verder niets dat uw geweten kan
reinigen dan het bloed. Geen geweten meer van
zonde, de vrees en de schuld die u lastig valt en de
vervreemding en de barrières, en de schande en de
verwerping en al de rest. Schuilen onder het bloed
is het gene dat dit allemaal opzij zet. Dat is leven,
dat is in Christus. En in het Nieuwe verbond voor
Israël is de enige plaats voor de zegeningen die
God voor haar heeft. Wij zijn niet Israël, en wij zijn
niet in haar programma en wij krijgen het op de
zelfde plaats, omdat de enige manier hoe God alles
doet door het bloed van Christus is.
Weet u vers 14 zegt: Het is wonderlijk om te weten
dat toen Jezus Christus stierf op Golgotha Hij
Zichzelf gaf, Zijn eigen bloed. Het was ook God de
Vader Die zijn ziel gaf ten offer voor de zonde en
het was ook de eeuwige Geest, er is een complete,
totale eenheid over het doel en de gedachte in de
Godheid. En Jezus Christus ging naar Golgotha’s
kruis, legde Zijn leven neer, en leed de tweede
dood en riep: Mijn God, God de Vader, Mijn God,
God de Heilige Geest waarom hebt Gij Mij
verlaten? In het absolute, totale vertrouwen en
vertrouwen in de waarheid en het plan van God de
Vader, dat als Hij dat deed Hij Hem op zou wekken
uit de dood. En dat is geweldig, dat de Godheid in
éénheid samenwerkte voor ons.
En die voorziening neemt al het andere weg, al de
schaduwen en voorbeelden nu is de werkelijkheid
er. U en ik en de wereld waarin wij leven moeten
weten dat we een gereinigd geweten hebben van
dode werken. Ik sprak een man die zei dat hij maar
niet kon vergeten mbt eeuwige zekerheid. Z’n hele
leven was hem vertelt dat als hij dit deed dan
gebeurde er dat en als ik dat niet goed doet dan….
Dan zou God me wel krijgen….Hij zei: ik verheug
me in Christus en ik ben er blij mee. Maar dan
komen die oude gedachten weer en ik weet niet hoe
ik ze moet stoppen. Weet u hoe u ze moet stoppen?
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 123
Hebr.9:14. Denken over en denken zoals God over
wat Christus deed op Golgotha . En sluit die
gedachten op in uw verstand en laat het bloed van
Christus, de Geest van God de waarde Die Hij ziet
in het bloed van Christus uw geweten reinigen, uw
gedachtenleven reinigen van deze dingen. Dan is er
overwinning over zonde. Weet u waar zonde begint
in uw leven? Het begint in uw gedachtenleven.
Zonde stopt niet als u stopt iets te doen, het is uw
gedachtenleven. Weet uw wanneer u stopt met
zorgen maken? Of angst of bitterheid, jaloersheid
en naijver en vrees? In uw gedachtenleven. Weet u
waar u dronkenschap, drugsverslaving, overspel en
moord en stelen stopt? U stopt het in uw
gedachtenleven. Daarom werken gevangenissen
niet, maar het bloed van Christus wel.
Hebreeën 9:13-28
We gaan nog even terug naar waar dit gedeelte
begint in vers 11-13 dat zijn al de ceremonieën die
reinigden en heiligden, we gaan even naar Ezechiël
36. U moet begrijpen dat waterdoop in uw Bijbel te
maken heeft met de heiliging en reiniging van het
vlees. Het is een antwoord van een goed geweten
tot God en het heeft in zich een ceremoniële
reiniging.
Ezechiel 36:25-28 “Dan zal Ik rein water op u
sprengen, en gij zult rein worden; van al uw
onreinigheden en van al uw drekgoden zal Ik u
reinigen.” “En Ik zal u een nieuw hart geven, en
zal een nieuwen geest geven in het binnenste
van u; en Ik zal het stenen hart uit uw vlees
wegnemen, en zal u een vlesen hart geven.” “En
Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u;
en Ik zal maken, dat gij in Mijn inzettingen zult
wandelen, en Mijn rechten zult bewaren en
doen.” “En gij zult wonen in het land, dat Ik uw
vaderen gegeven heb, en gij zult Mij tot een
volk zijn, en Ik zal u tot een God zijn.”
Israël weer vergaderd in het Land(:24), het Nieuwe
verbond(25-28), de Geest in hen, (:33,34) de
regering van het 1000j rijk.
Ez.36:25…rein water op u sprengen, In uw Bijbel
is het gebruik van waterdoop hier geïdentificeerd:
Ik zal sprenkelen(!) rein water op u. Zo werden
mensen in water gedoopt in de Bijbel. Zo is het niet
in religie, er zijn denominaties die willen dat u
ondergedompeld wordt. En de reden is ze willen
alleen volwassenen dopen en je kunt niet een baby
onderdompelen. En ik begrijp de motivaties daar
achter maar het is geen Bijbelse reden. Er is geen
reden in uw Bijbel te geloven dat waterdoop op een
andere manier wordt toegepast dan door
besprenkelen, zoals de verzen zeggen. Vers 25: en
van uw drekgoden…, ziet u dat het gaat om een
ceremonie die reinigt van afgoderij, een apartzetten
van mensen van de verontreiniging die ontstaan
was door het dienen van andere goden en afgoden.
We gaan naar Hebr.9:13 de as van de jonge koe
(Num.19), het water der afzondering en
ontzondiging. Zo maak je “heilig water” religie
gebruikt dat ook. Ik sprak iemand over Vodo, en
hun ceremonies, als je hen wilt bezoeken voordat je
er komt moet je in een kuil springen, en ik vroeg
waarom? Maar weet u wat dat is? De verscheidene
wassingen, broeders. Toen God Judaisme en al die
dingen opzij zette zal het u niet verbazen dat de
duivel met zijn programma (ook Baal in het OT en
de antichrist) neemt wat God deed en maakt net
zoiets wat er op lijkt en hij maakt ceremonies en
priesters en tempels en offers en activiteiten die
lijken op wat God deed.
Als God die dingen opzijzet gaat satan gewoon
door en u ziet het in Hindoeïsme en Islam en het
heidendom van de vodo enz. van domme heidenen.
Allemaal ceremonies. Waar hij hier over spreekt
zijn de dingen die toen in werking waren en ter
zake deden. U hoeft zich geen zorgen te maken
over de valsheid van al die dingen, als u de
waarheid verstaat en de realiteit, werkelijkheid als
de fouten dan komen is het geen probleem, verdiep
je niet te veel in al die dingen over de new age, de
regenboog en al die dingen u kun er boeken over
lezen en ik las er wat in en ik gebruikte 2 trips in
een vliegtuig van kust tot kust om me er in te
verdiepen maar ik zei: het is verspilling van mijn
tijd. Als ik al die valse leer begrijp, maar ik wil
eenvoudig zijn in het kwaad en wijs in het goede.
Ik wil alles weten over de waarheid en de man die
die boeken schreef wist daar niet zo veel van. Maar
als u de waarheid leert zet die u vrij en beschermt
u. U kunt toch niet al die domme dingen leren die
mensen uitgedacht hebben, dus maak u er niet druk
om. Leer de waarheid en die zal u in staat stellen
om de juiste maatstaf te hebben om mee te
vergelijken. En in plaats van de leugen een sensatie
te maken, predik de waarheid. Dat is het verschil.
Hebr.9:13,14 “Want indien het bloed der
stieren en bokken, en de as der jonge koe,
besprengende de onreinen, hen heiligt tot de
reinigheid des vleses;” “Hoeveel te meer zal het
bloed van Christus, Die door den eeuwigen
Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 124
heeft, uw geweten reinigen van dode werken,
om den levenden God te dienen?”
U heeft zoveel beter in het bloed van Christus, de
laatste keer spraken we hier over.
Hebr.9:15 “En daarom is Hij de Middelaar des
nieuwen testaments, opdat, de dood daartussen
gekomen zijnde, tot verzoening der
overtredingen, die onder het eerste testament
waren, degenen, die geroepen zijn, de beloftenis
der eeuwige erve ontvangen zouden.”
Het is belangrijk om te zien dat Hij de Middelaar is
niet van de bedeling van genade, niet van het
lichaam van Christus, niet van het geheimenis
programma maar van het Nieuwe Testament. In
Hebreeën is de overgang altijd tussen het Oude en
het Nieuwe testament, het Oude verbond en het
Nieuwe verbond, het oude programma van Israël en
het nieuwe programma.
Hebreeën legt uit wat er gebeurde aan het kruis
voor het volk Israël, zoals Romeinen uitlegt wat er
gebeurde aan het kruis voor de gemeente, het
lichaam van Christus, voor u en ik. Hebreeën heeft
de zelfde positie voor de Hebreeuwse gelovigen, de
kleine kudde in de toekomende tijd. Het is hun
fundamentele leer over het kruiswerk. Let op dat
Hebr.9:15 zegt dat Christus de Middelaar is van het
Nieuwe Testament, wie was de Middelaar van het
Oude verbond? Mozes.
Rom.3:25 “Welken God voorgesteld heeft tot
een verzoening, door het geloof in Zijn bloed,
tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door
de vergeving der zonden, die te voren geschied
zijn onder de verdraagzaamheid Gods;”
Hebr.9:15 is geschreven in het licht van het begrip
dat komt door de bediening van Paulus. …een
verzoening is een goed Bijbels woord, een
technisch Bijbels woord en betekent een volledig
genoeg offer, iets dat de rechtvaardigheid van God
voldoet. Gooi die Bijbelse woorden niet weg, in elk
werkveld heeft u woorden die specifiek zijn voor
uw beroep of voor uw vakbekwaamheden die
beschrijven hoe uw werk werkt en u begrijpt ze, ze
zijn niet zo gebruikelijk buiten uw werk maar u
gebruikt ze. U komt daar en u leert de woorden en
hoe het gebruikt wordt. En u zegt niet: ik denk niet
dat ik dat woord op die manier ga gebruiken… U
gebruikt de woorden want u wilt dat werk hebben
en geld verdienen. Wel, als u de Bijbel wilt
bestuderen en de informatie uit de Bijbel wilt
hebben, neem de Bijbelse woorden en leer hoe ze
gebruikt worden, het is verbazend en spannend.
Wel, dat woord verzoening is een goed
Bijbelwoord. En het betekent iets voor God, en het
moet iets voor u betekenen. Een woord dat
beschrijft wat Christus deed aan het kruis van
Golgotha. Één van de vele dingen van het offer van
Jezus Christus aan het kruis van Golgotha waar Hij
Zijn leven voor u gaf, waar Hij zijn bloed voor u
vergoot. Één van de dingen die zijn bloedvergieten
doet is dat het aan de rechtvaardige eis van de
heiligheid en rechtvaardigheid voldoet van God.
Gods integriteit, Zijn heiligheid is Zijn
rechtvaardigheid, dat is Zijn maatstaf van Zijn
integriteit, Hij is altijd recht.
Zijn rechtvaardigheid en dan Zijn recht. Gods recht
is de eigenschap van God die Zijn rechtvaardigheid
uitvoert, kracht bij zet. Rechtvaardigheid is de
maatstaf, recht is het deel van Gods uitvoering die
de rechtvaardigheid kracht bij zet. Als iets niet
rechtvaardig is en niet voldoet aan de maatstaf en
Zijn recht neemt en pakt Hij het en gooit het eruit,
Ik wil het niet hebben…
Nu, verzoening: U heeft de rechtvaardigheid van
God niet, u heeft een probleem. Het recht van God
kijkt naar u en zegt: Ik zal je krijgen… En u zegt:
dat wil ik niet…U begrijpt de situatie niet: Ik zal je
krijgen… Waarom? Omdat u niet rechtvaardig
bent, u heeft Mijn recht overtreden, en Ik laat
niemand Mijn recht overtreden. Dus Jezus Christus
gaat naar Golgotha en betaalt een schuldbetaling en
brengt het over naar rechtvaardigheid en zegt: Hier,
en rechtvaardigheid zegt: OK. En recht zegt: bent u
tevreden rechtvaardigheid? En rechtvaardigheid
zegt: Ik ben tevreden. En recht zegt: OK, ik zal je
niet meer pakken, krijgen. Dat is verzoening,
verzoening datgene dat Gods recht tevreden stelt,
door het bloed van Christus.
Weet u waar God op vertrouwt om Zijn eigen recht
te voldoen, op het bloed van Christus. Daarom zou
u het bloed van Christus moeten vertrouwen!
…zonden die tevoren geschied zijn… dat zijn niet
de zonden van voordat u gered werd, dat is de
vergeving van zonden van onder het Oude
testament van Hebr.9:15. Totdat Golgotha een
werkelijkheid was en Jezus Christus als het Lam
werd geslacht. Het plan van God van voor de
grondlegging der wereld was dat Jezus Christus op
Golgotha zou sterven, totdat dat een historische
realiteit werd en totdat Jezus Christus uit de
hemelse heerlijkheid stapte en echt naar deze
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 125
wereld kwam en een mens werd en naar Golgotha
ging en God Hem strafte voor mij en mijn zonden.
God plande en bedoelde het zo dat voor de
grondlegging der wereld Christus was bestemd om
het Lam te zijn, maar tótdat Hij stierf en het bloed
vergoten werd was u nog niet uit de problemen.
Alles wat de rechtvaardigheid van God deed was:
verdragen.
En wat betekent dat? U gaat hier winkelen en u
koopt iets, u gaat het betalen en het kost 100
dollar/euro en u legt een briefje van 100 op de
toonbank, u betaalt, en zij hebben hun geld. Maar
als u geen 100 dollar kunt neerleggen, wat doet u?
U schrijft een check uit. Als u een check uitschrijft
moeten zij wachten tot de bank het overschrijft naar
hun rekening. Die check is niets waard totdat de
bank kijkt of u genoeg krediet heeft en het
overschrijft. De man in de winkel vertrouwt en
verdraagt u, hij geeft u een mogelijkheid om 7
dagen te wachten… de tijd die u krijgt om een
schuld te betalen. De Oud testamentische heiligen
werden gered of krediet van het kruis. De man
neemt uw creditcard, en dat is geen geld, hij kan er
niet mee naar McDonald. Wat doet hij, hij gaat
ermee naar de bank. En drie of vier dagen later
krijgt hij het op zijn rekening.
Wetend dat Golgotha zou komen gaf God
rechtvaardigheid aan die mensen, Hij vergaf hen,
maar Golgotha moest komen. En de tijd kwam dat
Jezus Christus naar Golgotha ging, maar omdat er
zoveel van afhing van wat God zou gaan doen door
het kruiswerk van Christus, vertelde God niemand
wat het kruis zou gaan betekenen. Want als satan
had geweten wat God door het kruis allemaal zou
gaan doen: dat Hij uw en mijn zonden zou
vergeven enz. dan zou hij Christus nooit gekruisigd
hebben! Zo dom is hij niet. Dus God verborg de
betekenis van het kruis, Hij vertelde erover,
profeteerde erover, over de opstanding maar Hij
verborg de volheid van wat het betekende, hield het
geheim. Daarom predikt Paulus wat hij noemt het
geheimenis. De geheime bedoeling die God met dit
alles had.
Als u Israëls programma hebt dan vindt u daar wat
dingen over het kruis, die zij nu leren maar die zij
eerst niet wisten. Zij zijn eerst aan Paulus
geopenbaard en nu in het boek Hebreeën
opgeschreven. En als we bij Hebr.9:15 komen ziet
u hoe die Oud testamentische heiligen hun
verlossing kregen, niet door het bloed van stieren
en bokken en die ceremonies. Die konden nooit de
zonden wegnemen. Ze waren een uitwendige
uitdrukking van het geloof van die mensen van wat
Gods Woord tegen hen zei. Het bloed van Christus
zou daar zorg voor dragen. En de enige manier
waarop zij een eeuwige erfenis krijgen, het basis
punt van Abraham’s verbond is eeuwig leven, is
door eeuwig leven.
Hebr.9:16 “Want waar een testament is, daar is
het noodzaak, dat de dood des testamentmakers
tussen kome;”
Een laatste wil in een testament is een verbond. Elk
testament is een verbond, en niet elk verbond is een
testament. U en ik kunnen een overeenkomst
aangaan in verbond, maar een testament is iets dat
in werking treedt als u sterft. Iemand zegt: Waarom
heet het: Oude testament? Omdat het bloed nodig
was, het bloed, het bloed. Dat is de dood van de
testamentmaker. Daarom is bloedstorting nodig
voor vergeving. Als u de voordelen van dat
verbond wilt hebben dan moet het een testament
zijn. Want een testament treed niet in werking dan
na de dood van de testamentmaker. Dus onder het
Oude verbond was er bloedstorting om het verbond
in werking te stellen.
Hebr.9:17 “Want een testament is vast in de
doden, dewijl het nog geen kracht heeft,
wanneer de testamentmaker leeft.”
Weet u dat dat betekent dat de boeken Mattheus,
Markus, Lukas, Johannes niet in het Nieuwe
testament horen? Denk er over na! Als een
testament in werking treedt nadat de
testamentmaker sterft, wanneer stierf Jezus? Aan
het eind van Mat-Joh. Dus het Nieuwe Testament
kan niet in werking treden dan nadat Hij stierf. Dus
in de eerste 26 hoofdstukken van Mattheus en de
eerste 14 van Markus, de eerste 22 boeken van
Lukas en de eerste 18 hoofdstukken van Johannes
kon het Nieuwe Testament er nog niet zijn. Want
de testamentmaker was nog niet gestorven. Daarom
bevindt u zich in al die boeken op Oud
testamentische gronden. Daarom zegt Hij: doe wat
Mozes u vertelt, houdt de wet, want u bent nog in
het Oude testament.
Hebr.9:18-20 “Waarom ook het eerste niet
zonder bloed is ingewijd.” “Want als al de
geboden, naar de wet van Mozes, tot al het volk
uitgesproken waren, nam hij het bloed der
kalveren en bokken, met water, en purperen
wol, en hysop, besprengde beide het boek zelf, en
al het volk,” “Zeggende: Dit is het bloed des
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 126
testaments, hetwelk God aan ulieden heeft
geboden.”
Ex.24:8 Dit is het bloed des verbonds… In deze
Bijbel is er geen verbond gemaakt dan op de basis
van bloedstorting, zodat het een testamenteel soort
contract is.
Hebr.9:21,22 “En hij besprengde desgelijks ook
den tabernakel, en al de vaten van den dienst
met het bloed.” “En alle dingen worden bijna
door bloed gereinigd naar de wet, en zonder
bloedstorting geschiedt geen vergeving.”
Er was bloed nodig om het testament in te stellen.
Hebr.9:23-26 “Zo was het dan noodzaak, dat wel
de voorbeeldingen der dingen, die in de hemelen
zijn, door deze dingen gereinigd werden, maar
de hemelse dingen zelve door betere offeranden
dan deze.” “Want Christus is niet ingegaan in
het heiligdom, dat met handen gemaakt is,
hetwelk is een tegenbeeld van het ware, maar in
den hemel zelven, om nu te verschijnen voor het
aangezicht van God voor ons;” “Noch ook,
opdat Hij Zichzelven dikwijls zou opofferen,
gelijk de hogepriester alle jaar in het heiligdom
ingaat met vreemd bloed;” “(Anders had Hij
dikwijls moeten lijden van de grondlegging der
wereld af) maar nu is Hij eenmaal in de
voleinding der eeuwen geopenbaard, om de
zonde te niet te doen, door Zijnszelfs offerande.”
Weet u wat Jezus Christus heeft gedaan met Zijn
bloed: het doet zonde teniet, weg. Als u echt begint
te begrijpen wat God op Golgotha deed: Hij deed
de zonde teniet. Als u zich verheugt in genade,
waar verheugt u zich dan in? Dat de zonde weg is,
met zijn schuld, bevuiling en falen en geeft u leven
in plaats daarvan en volheid en wijsheid en
rechtvaardigheid en vreugde. Geluk voor paniek, ik
kan ontspannen in de vreugde van het feit dat al
mijn zonden zijn vergeven. U zegt dat dat betekent
dat u nooit meer faalt? Ha, ha, praat even met mijn
vrouw, daar zit ze, zij kan je wel wat vertellen… Er
is een groot verschil met foutloos zijn en
onberispelijk zijn. Moet ik het nog een keer
zeggen? Er staat dat Hij ons uitverkoren heeft in
Hem..om heilig en onberispelijk te zijn voor Hem
in de liefde(Ef.1:4). Ik ben niet foutloos en u ook
niet. Maar voor God zijn wij onberispelijk. Hij is
niet tegen ons, Hij heeft ons al vergeven. En Hij
heeft het al weggedaan, dus wat moeten wij doen?
Wij moeten leven in de realiteit van wie we zijn.
Dat is een wonderlijke waarheid.
Hebr.9:26 We hebben dit al meer besproken en we
hoeven er niet meer zo lang bij stil te staan. Mozes
had een systeem, maar er is nu een beter systeem,
Mozes had de typen, de dingen op de aarde die
fysiek waren, het beeld. Maar de realiteit is daar in
de hemel. Het was nooit klaar met de dierenoffers,
Christus kwam en nam de schaduw weg voor de
realiteit. Ik geef Mijn bloed en Ik reinig niet het
beeld, maar Ik doe de echte betaling. Éen die duurt
voor eeuwig. Het werk is klaar. Elke keer als ons
huis schoon is, arme vrouw met 4 mannen,
wekelijks moet je de badkamer schoonmaken, de
huiskamer, alle kamers behalve mijn
studeerkamer…daar mag niemand aankomen, je
moet over dozen heenstappen om binnen te komen,
het is een soort grot waarin ik me kan verschuilen.
Maar je moet schoonmaken. Je moet niet wachten
tot volgend jaar. Christus deed het in één keer.
Compleet en perfect.
Mensen moeten naar de kerk gaan om hun zonden
te laten vergeven, bidden, belijden. Wij komen hier
niet mensen om onze zonden te laten vergeven, of
omdat God boos wordt als we niet komen. Wij
komen hier omdat er waarheid is in Zijn Woord, we
willen geleerd worden en we willen elkaar zien. Ik
denk vaak: ik wil jullie zien. Tussen de zondag en
woensdag verlang ik er naar om jullie te zien. Er is
een gemeenschap en als jullie er niet zijn voel ik
het, niet zo van: ik krijg je wel, maar omdat ik jullie
mis. En als ik op reis ben en ergens ben dan denk
ik: wat zullen ze doen in de kerk, begrijpt u? Er is
hier een relatie als een familieleven hier in ons
midden en dat betekent wat voor ons. De waarheid
wordt geleerd en dat wil ik niet missen. Het is een
leven, niet: ik wil iets van God… Dat is de realiteit.
Christus gaf Zichzelf om het rantsoen te zijn, een
voldoende betaling die maakte dat het werk klaar
was. Israël moet niet teruggaan naar de tabernakel.
In de grote verdrukking herbouwen ze de
tabernakel en de dierenoffers worden weer
gebracht, en het boek Hebreeën zegt: het is niet
nodig om terug te gaan. Het bloed van Christus
heeft er al voor gezorgd. Hij verscheen éénmaal in
de voleindig der eeuwen…:26
Hebr.9:27,28 “En gelijk het den mensen gezet
is, eenmaal te sterven, en daarna het oordeel;”
“Alzo ook Christus, eenmaal geofferd zijnde, om
veler zonden weg te nemen, zal ten anderen
male zonder zonde gezien worden van degenen,
die Hem verwachten tot zaligheid.”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 127
Dit vers wordt niet altijd goed gelezen: Let op het
eerste woord van vers 27: gelijk. En het eerste
woord van :28: alzo. Uw Bijbel gebruikt deze
contrasten. De regel van dit leven is: u gaat sterven.
Iemand zegt: wel, ik ken mensen die niet gestorven
zijn: Elia, Henoch dus het vers is niet
absoluut….Dit zijn geen uitzonderingen. Lazarus
stierf opnieuw. Hij wekt hen op en ze kregen fysiek
leven, maar ze stierven opnieuw. Dat doet het vers
geen geweld aan. Hét principe is gelijk het de
mensen gezet is éénmaal te sterven… Weet u
waarom mensen niet van sterven houden? Wat is er
aan de andere kant? Aan het eind? De Bijbel zegt:
en daarna het oordeel.
Weet u dat elke persoon geboren op deze aarde
daar een bewustzijn van heeft: ze weten dat er een
God is en ze zullen Hem zien in het oordeel. God
heeft die kennis in elk mens gelegd. Iedereen weet
dat. In de DNA van uw geest is het er, u weet het.
En mensen vrezen de dood daarom. Vers 28 alzo.
Hij betaalde de prijs voor de zonden. U heeft een
Redder, die de schuld betaalde. Iemand die de
zonde wegnam. Hij zegt: het probleem is: je gaat
sterven en zult God zien in het oordeel, je kunt het
zelf niet , daarom was Christus éénmaal geofferd
om uw zonden te dragen. En als u Hem vertrouwd,
komt Hij de tweede maal voor deze mensen zonder
zonde. Zonde zal nooit meer een punt zijn. Let op
dat redding voor deze mensen een toekomstige
gebeurtenis is. Geen tegenwoordig bezit, waarin zij
zich in verheugen zoals u en ik dat doen. Een
toekomstig vooruitzicht met Zijn tweede komst.
U en ik hebben wij nu in de Heere Jezus Christus
de verzoening ontvangen. Wij, leden van het
lichaam van Christus hebben nu waar Israël nog op
moet wachten.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 128
Hebreeën 10:1-10
Hebr.10:1 “Want de wet, hebbende een
schaduw der toekomende goederen, niet het
beeld zelf der zaken, kan met dezelfde
offeranden, die zij alle jaren geduriglijk
opofferen, nimmermeer heiligen degenen, die
daar toegaan.”
Want de wet… Want introduceert een verdere
uitleg en ontwikkeling van de gedachtengang. Hij
sprak tot ons in hfdst.9 over de superioriteit van het
offer en het priesterschap van de Heere Jezus
Christus, over het Oude verbond, priesterschap en
offers. Een logische verklaring, een makkelijk te
begrijpen verklaring: de wet was en schaduw der
toekomende goederen. De wet was niet het wezen,
het was een schaduw, een beeld.
Voorin mijn Bijbel heb ik een foto van mijn vrouw.
Een foto die gemaakt was voor highschool, ze heeft
lang haar en mooie ogen en zo. Als ik van huis was
wilde ik een foto hebben om aan haar te denken.
Maar, ik vertel u ik kan vasthouden aan die foto,
maar zij is de werkelijkheid. U kunt die foto een
kus geven, maar… de wet was goed ziet u, het was
een schaduw. Kol.2:17 Dit is een verschrikkelijk
belangrijk punt. Waar de wet een beeld van is,
hebben we vandaag niet mee te maken. De wet was
geen beeld van het lichaam van Christus, geen
beeld van de verlossing die u en ik in Christus
hebben. De wet was een beeld van wat God zou
gaan doen met Israël in het Koninkrijk, als Hij
Israël verlost en Israël alles zou maken waar Hij
Israël voor heeft uitgekozen om te zijn.
Als Hij het volk Israël heiligt, als Hij haar dat
heilige volk maakt die Hij haar geschapen heeft. De
wet was een beeld van hoe dat tot stand zou komen.
De wet toen was een beeld van wat God zou doen
in de toekomende tijd.
Kol.2:16 “Dat u dan niemand oordele in spijs of
in drank, of in het stuk des feest dags, of der
nieuwe maan, of der sabbatten;”
Dat waren dingen die Mozes hun gaf om te houden
onder de wet. Zij zijn de schaduw van de
toekomende goederen. Paulus zegt dat niemand ons
moet oordelen in deze dingen, zij hebben niets met
ons te maken.
Kol. 2:17 “Welke zijn een schaduw der
toekomende dingen, maar het lichaam is van
Christus.”
Deze dingen zijn nu, vandaag een schaduw van
dingen die in de toekomst zullen komen. Hij zegt
niet dat ze een schaduw wáren van ons, hij zegt ze
zijn nu een schaduw van de toekomst. Wat komt er
in de toekomst? De wederkomst en het Koninkrijk.
En als u teruggaat in uw Bijbel, Ezech.45 15-17
Ezechiel spreekt over het Koninkrijk en de tempel
in het Koninkrijk en over de nieuwe maan en de
sabbatdag en al die dingen die gehouden worden in
het Koninkrijk, onder het Nieuwe verbond. Dus de
wet was een soort beeld voor Israël van wat God
zou gaan doen in de toekomende eeuwen, hoe dat
zou zijn. Maar het was een schaduw, ziet u onder
de wet hadden ze alleen beperkte kennis, er waren
veel dingen die zij niet wisten.
1 Petrus 1:10 “Van welke zaligheid
ondervraagd en onderzocht hebben de profeten,
die geprofeteerd hebben van de genade, aan u
geschied;”
Een geprofeteerde redding en een geprofeteerde
genade. U heeft geen geprofeteerde redding en
geprofeteerde genade. Wat voor genade heeft u?
Een geheime genade, een geheimenis,
verborgenheid. Uw redding en het voorrecht om
hier te zijn als leden van het lichaam van Christus
was nooit geprofeteerd en of iemand beloofd, het
was iets dat God ons gaf uit Zijn genade en Hij
hield het verborgen zodat niemand er van wist
totdat Hij het openbaarde, in verschillend
programma. Ik sprak gisteren iemand die zei:
bedoelt u dat de profeten dingen opschreven
waarvan ze niet wisten wat het was dat ze
opschreven? Ik zei: laten we de Schrift lezen.
1 Petr.1:11 “Onderzoekende, op welken of
hoedanigen tijd de Geest van Christus, Die in
hen was, beduidde en te voren getuigde, het
lijden, dat op Christus komen zou, en de
heerlijkheid daarna volgende.”
Als zij schreven over het lijden van Christus en
over de heerlijkheid daarna begrepen zij niet wat
deze schrift betekende. En naar welke tijd het
verwees. Negen van de tien keer als dit vers
gelezen wordt zegt men dat het hier om de timing
gaat, maar let op vers 11 het gaat niet alleen over
de timing maar over wat. Wat betekent het ? Als
het gaat over het lijden van Christus en wat is het
tijdselement daartussen? Zelfs toen Jesaja
hoofdstuk 53 schreef of Jeremia hoofdstuk 30 of
David Psalm 22 of welk gedeelte u ook noemt of
Zach.12. Elk gedeelte waar u heengaat om te laten
zien dat het daar gaat om het lijden van Christus
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 129
had degene die het schreef geen idee waar hij het
over had! Dat vertelt 1 Petr.1:11 u, dat ze het niet
wisten.
Deze dingen waren een schaduw, ze keken ernaar
maar ze konden het niet begrijpen, ze hadden
beperkte kennis van de toekomende goederen. Met
het offersysteem was het ook zo; de offers die in
Israël gebracht werden waren schaduwen. De
mensen die deze offers brachten brachten ze niet
omdat ze begrepen dat die offers een beeld waren
van het offer van Christus aan het kruis. Ze wisten
niets van het kruiswerk van Christus. God vertelde
het hen niet. Nu Hebreeën geschreven is brengt Hij
hen op de hoogte wat er nu voor hen beschikbaar is,
door de openbaring die gegeven is aan de apostel
Paulus.
Hebr.10:1 De wet had de schaduw, maar niet de
uitleg. Het bloed gaf verzoening voor hun zielen,
maar gaf geen uitleg hoe dat werkte, het zei alleen:
daar is het bloed van de kalveren en bokken, daar is
het offer, doe het! Maar het gaf hun niet de leer, de
essentie. Die krijgen we in het Nieuwe verbond. Dit
gedeelte wordt soms verkeerd gelezen. Het punt is:
als de offers die zij brengen, jaar na jaar hun
volmaakt konden maken dan zouden zij niet steeds
die offers moeten brengen. Als dat offer uw
rekening betaalde, zodat de rekening voor eeuwig
weg is, waarom moet u hem dan weer opnieuw
brengen, dat zou niet nodig zijn.
Hebr.10:2,3 “Anderszins zouden zij opgehouden
hebben, geofferd te worden, omdat degenen, die
den dienst pleegden, geen geweten meer zouden
hebben der zonden, eenmaal gereinigd geweest
zijnde;” “Maar nu geschiedt in dezelve alle jaren
weder gedachtenis der zonden.”
Als de zonde weg was, zou er geen probleem meer
zijn. Maar in deze offers is een herinnering aan de
zonde elk jaar, Israël had een systeem dat tekort
kwam mbt de zonde. Vandaag zijn er ook
gelovigen die dit systeem kennen, je komt tekort bij
God. Zo ben ik opgevoed, iedere keer als u zondigt
moet u dat belijden aan God zodat Hij u kan
vergeven. Zo werkte het precies met de Oud
testamentische Joden, zij waren onder dat systeem.
Iedere keer als hij een geweten had dat faalde,
moest hij gaan en een offer brengen.
Er zijn zoveel offers voor zoveel zonden (voor
overtredingen, zonden, brandoffers, vredeoffers
enz.) deze offers waren voor als hij iets fout had
gedaan, als hij iets onreins had aangeraakt dan
waren er regels dat hij kon komen en gereinigd
worden, weer recht en in de gemeenschap
opgenomen worden van het verbond. En overal
hoort u predikers vandaag spreken over tekorten
met God en in de gemeenschap blijven met God.
Ze nemen u allemaal mee terug naar het systeem
van de wet. Precies zo leefde Israël.
Hebr.10:2 is iets om te herinneren… degene die de
dienst pleegden geen geweten meer zouden hebben
der zonden… Dat betekent niet dat hij zich niet
bewust is van het feit dat hij zondigt als hij zondigt.
Geweten van zonde gaat over schuld, berouw en
angst die veroorzaakt wordt door schuld als je
zondigt. Met andere woorden de veroordeling die
ontstaat als je zondigt. Als u gereinigd bent en het
zondeprobleem is opgelost dan hindert de zonde u
niet meer. Waarom? Omdat het in orde is.
Als u een schuld hebt en u heeft hem nog niet
betaald, elke keer als u de persoon ziet die u wat
schuldig bent wat doet u dan? U kunt hem niet
ontwijken, u bent een beetje onzeker, uw geweten
klaagt u aan, schuld, vrees. Maar als u die schuld
betaald heeft en u betaald op tijd en helemaal en als
u die man dan tegenkomt hoe voelt u zich? Goed,
nietwaar?! Waarom? De schuld is betaald. Er is
geen geweten meer van schuld, geen probleem.
Als u leeft onder een programma van werken voor
uw rechtvaardigmaking of om uw gemeenschap
met God in stand te houden enz. Als u werkt op een
basis van wat u doet om vergeving en acceptatie in
stand te houden voor God, eindigt u in totaal falen
want u kan het niet. U plaatst u zelf terug onder het
wetprogramma, uit eertijds van Israël. U moet zich
herinneren wat hij hier zegt. Als God zegt dat het in
orde is dan is het in orde. En er is geen reden om
het weer tevoorschijn te halen. En als u het in uw
verstand steeds weer terughaalt komt dat omdat u
werkt en het zelf probeert. En als u er geen vrede
mee heeft, komt dat omdat u denkt dat u er iets aan
kunt doen om de schuld op orde te krijgen met
God, en u kunt het niet. U kon het niet als een
verloren persoon en u kunt het ook niet als een
gelovige.
Dit soort dingen: Ik ga uit om God te dienen enz.
en Hij zal blij met mij zijn en mij zegenen, Hij zal
voor mij zorgen want ik dien God, en als ik Hem
dien dan krijg ik sterren in mijn kroon enz. U doet
het voor uzelf. En u zult ontevreden en
teleurgesteld zijn want u doet het. En daar gaat het
niet om. Het voor Hem doen is anders. Want als het
voor Hem doet, doet u het niet zo, met al die
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 130
redenen. Als u het voor Hem doet, doet u het niet
omdat u wilt dat Hij iets voor u doet. Begrijpt u
dat? Dat is anders. Als u het voor Hem doet, doet u
het niet zodat Hij iets voor u doet, dan doet u het
voor uzelf.
Het Oude verbond kwam tekort, en wat hij hier in
dit gedeelte doet: hij laat de beperking zien van de
Oud testamentische offers. Één van de beperkingen
is dat het geen zonde kan wegnemen :4. Houdt uw
hand hier en ga mee terug naar Leviticus, want dat
vers(:4) wordt erg misverstaan. De Levitische
offers onder de wet namen de zonden weg van
Israël voor God, zij namen zonde weg, maar wat ze
niet deden; ze namen het niet permanent weg.
Daarom moest er jaar na jaar na jaar na jaar
geofferd worden. En het punt in Hebr.10 is niet of
dat offer iemands zonde wegnam, ik kan u verzen
tonen waar het staat, maar ze deden het niet
permanent, blijvend. De offers waren niet blijvend.
Lev.4:30,31 “Daarna zal de priester van haar
bloed met zijn vinger nemen, en doen het op de
hoornen van het altaar des brandoffers; dan zal
hij al het bloed daarvan aan den bodem van dat
altaar uitgieten.”“En al haar vet zal hij
afnemen, gelijk als het vet van het dankoffer
afgenomen wordt, en de priester zal het
aansteken op het altaar, tot een liefelijken reuk
den HEERE; en de priester zal voor hem
verzoening doen, en het zal hem vergeven
worden.”
….en het zal hem vergeven worden! Waarom?
Omdat hij een offer bracht.
Lev.16:11,17 “Aaron dan zal den var des
zondoffers, die voor hemzelven zal zijn,
toebrengen, en voor zichzelven en voor zijn huis
verzoening doen, en zal den var des zondoffers,
die voor hemzelven zal zijn, slachten.” “En geen
mens zal in de tent der samenkomst zijn, als hij
zal ingaan, om in het heilige verzoening te doen,
totdat hij zal uitkomen; alzo zal hij verzoening
doen, voor zichzelven, en voor zijn huis, en voor
de gehele gemeente van Israel.”
Verzoening doen. Vers 20,21 de zondebok. De bok
draagt de zonde van de mensen en draagt het weg.
Lev.17:11 “Want de ziel van het vlees is in het
bloed; daarom heb Ik het u op het altaar
gegeven, om over uw zielen verzoening te doen;
want het is het bloed, dat voor de ziel
verzoening zal doen.”
Het bloed is het bloed van stieren en bokken. Terug
naar: Hebr.10:4 “Want het is onmogelijk, dat
het bloed van stieren en bokken de zonden
wegneme.”
Als hij hier zegt dat het bloed van stieren en
bokken de zonden niet weg kunnen nemen is dat de
conclusie van wat hij zegt in vers 1-3. Hij zegt niet
dat de offers geen zonde wegnamen, want dat
deden ze, maar dat ze niet blijvend de zonden
wegnamen. Geen blijvende rust en blijvende vrede,
alleen tijdelijk. Alleen uitwendige dingen,
ceremonies die geen relatie met zonde hebben.
Alleen symbolen.
De stier en de bok, een fysiek dier, hebben geen
relatie met de zonde van het individu. Het was wat
God zei dat ze moesten doen. en omdat God zei dat
ze het moesten doen, en zij deden het in geloof,
God beloonde het geloof van de mens en deed het,
God wist dat Golgotha zou komen, zij wisten het
niet! Maar in het verstand van deze mensen waren
hun zonden geplaatst op dat dier en dat dier nam
het weg en herstelde de relatie tussen hen en God.
Maar het bleef niet, ze moesten het steeds opnieuw
doen. Bedekken, bedekken, bedekken, wat hadden
ze nodig? Iets permanents, ze hadden een soort
witkalk dat zo weer weggewassen was. Nu, het
offer dat Christus bracht is niet zo.
Hebr.10:5,6 “Daarom, komende in de wereld,
zegt Hij: Slachtoffer en offerande hebt Gij niet
gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam
toebereid;” “Brandofferen en offer voor de
zonde hebben U niet behaagd.”
Daarom… nu komt het contrast met het offer dat
Christus bracht. Wat Israël had kon de zonde niet
permanent wegnemen, kon het probleem niet
oplossen, kon geen vrede geven, geen rust. Dus het
moest steeds over, je kon nooit gaan zitten en
rusten. Maar het offer van Christus was anders. Hij
kwam niet om een inefficiënt offer te brengen zoals
de Oud testamentische offers waren. Hij kwam om
een effectief offer te brengen dat het werk af zou
maken.
Het dier dat geslacht werd was alleen een
symbolische relatie tussen God en de zondaar, want
het was een dier en niet een persoon. Wat gaat
Christus doen? We hebben het al bestudeert. Hij
komt niet om het symbolisch te vertegenwoordigen,
Hij komt en neemt de natuur van de mens aan, Hij
wordt één van ons. Hij is geen lam, koe, geit, die je
vertegenwoordigt, Hij wordt ons, wordt een mens.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 131
Hij heeft alleen geen zonde, als Hij sterft kan het
uw dood zijn, of hun dood.
Als Hij in de wereld komt…vers 5,6. Hij zegt niet
dat God niet wil dat Israël offers brengt, want God
gaf hun dat te doen. Hij zegt: Als Ik in de wereld
kom wat wilt U dan dat Ik doe, niet die offers van
het Oude verbond, dat heeft u niet voor mij bereid.
U heeft Mij een lichaam toebereid! U bereide voor
Mij een manier om één met de mens te worden.
Hebr.10:7 “Toen sprak Ik: Zie, Ik kom (in het
begin des boeks is van Mij geschreven), om Uw
wil te doen, o God!”
Dit vind ik een mooi vers…in het begin des boeks
is van Mij geschreven. God wilde niet dat Hij de
offers van de Oud testamentische heiligen zou
brengen. Hij had een beter offer voor Christus. Hij
is het Lam geslacht van voor de grondlegging der
wereld. God heeft een plan met Hem, Degene
zonder vlek of rimpel offert Zichzelf.
Een lichaam…dat komt uit Psalm 40. Alle
commentaren die u hierover leest vertellen u over
het verschil in de vertaling, daar hebben ze moeite
mee voor een bepaalde reden.
Psalm 40:6,7 Gij hebt geen lust gehad aan
slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt mij de oren
doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij
niet geeist.” Toen zeide ik: Zie, ik kom; in de rol
des boeks is van mij geschreven.”
Dit is hetzelfde als in Hebr.10 behalve met één
verschil:
In Hebr.10:5 staat lichaam, geen dieren offers, U
bereidde Mij een lichaam, Mijzelf. In Ps.40:6 staat:
Gij hebt Mij de oren doorboord… De
commentatoren zeggen gelijk: wat bedoelt Hij,
waarom zegt het NT lichaam terwijl er in het OT
staat: oren doorboord? En het eerste antwoord is
altijd: ze halen de Septuagint aan… Weet u wat de
Septuagint is? Gezegd een Griekse vertaling van
het Oude testament die gebruikt wordt door
Christus en de apostelen gedurende de tijd van
Christus en de tijd van Paulus… 200j voor Christus
geschreven en veronderstelt dat iedereen die
gebruikte… Nu, twee dingen: Ik twijfel er niet aan
dat er Griekse vertalingen voorradig waren in de
tijd van Christus. Er waren allerlei vertalingen in
verschillende talen. Maar er was geen en er zal
nooit een bewijs zijn dat de Septuagint bestond.
Als mensen spreken over de Septuagint als de
vertaling van het Oude testament die mensen in de
tijd van Christus gebruikten, en dat ze die
vertaalden in uw Nieuwe testament, dus dat de
aanhalingen in het NT uit het OT uit de septuagint
komen… als u dat hoort doe dan direct uw vingers
in uw oren, zodat in ieder geval uw oren schoon
worden… want er zit geen enkele waarde in wat die
persoon zegt. Dat is alleen lucht. Het is allemaal
gefabriceerd, er is geen enkel historisch bewijs. Het
is een glibberige weg die het manuscript van de
Bijbel wil manipuleren, mensen willen de apocriefe
boeken toevoegen aan het OT. Wie van u gaf mij
die boeken over de Grieks orthodoxen? Er staan
fascinerende dingen in over de apocriefe boeken,
waarom? Omdat de Septuagint die erin had staan.
Geen Hebreeuws Joodse Bijbel had ooit de
apocriefen.
Een kerkgeschiedenis boek beschrijft de
hexapla(?): een parallel vertaling van het OT. De
Hebr.Latijn, Griekse tekst naast elkaar en de vijfde
kolom van deze 6 kolommen vertaling zegt te zijn
de Septuagint… Maar die kolom was Oregon’s
vertaling van het OT, hij leefde 180-150 AD dus
ipv van 200 voor Christus was het een vert. van 200
na Chr. En alle kopieën die iemand heeft zijn
degenen die Oregons produceerde. Zo proberen ze
te rechtvaardigen om boeken toe te voegen aan uw
Bijbel die daar niet horen. Dus als u iets van deze
dingen hoort…laat het voor wat het is! Maak u er
geen zorgen om, ga niet argumenteren, u heeft
betere dingen te doen.
De reden waarom er daar oren staat en hier
lichaam, als u gewoon uw Bijbel bestudeert kunt u
erachter komen: We gaan naar: Exodus 21, hij
refereert naar de kwaliteit van het lichaam, zijn uw
oren een deel van uw lichaam? Waarom spreekt hij
over mijn oren? Die rijke man in de hel in Luk.16.
Vader Abraham stuur Lazarus dat hij zijn vinger
dope in water en verkoele mijn tong… Wat vertelt
u dat? Dat die man Lazarus een vinger had, waar is
uw vinger deel van? Van een lichaam. Zijn ziel in
het paradijs had de vorm van een lichaam en de
rijke man had een tong, waar is dat een deel van?
Van een lichaam! Zijn ziel in de hel had de vorm
van een lichaam.
Mijn oren heeft u geopend (KJV) doorboord
(St.vert.), wat betekent dat? Dat Hij een lichaam
heeft, wat voor soort lichaam? Een lichaam dat
hoort en luistert, wiens oren open zijn. Voor een
Oud testamentische Jood, die zijn Bijbel begrijpt,
betekent het iets: geopende oren.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 132
Ex.21:5,6 “Maar indien de knecht ronduit
zeggen zal: Ik heb mijn heer, mijn vrouw en
mijn kinderen lief, ik wil niet vrij uitgaan; “Zo
zal hem zijn heer tot de goden brengen, daarna
zal hij hem aan de deur, of aan den post
brengen; en zijn heer zal hem met een priem
zijn oor doorboren, en hij zal hem eeuwiglijk
dienen.”
Hoe vindt u het om uw oren op die manier te
doorboren? Je oor tegen de deurpost en dan de
hamer… Maar dat was een symbolische manier om
te zeggen: Ik hou van mijn meester en ik wil hem
gehoorzamen, en ik wil naar hem luisteren, wat hij
zegt en ik wil doen wat hij wil. Dat wordt een
lijfeigene genoemd. Je wordt iemands slaaf, je bent
vrij maar je wordt vrijwillig onderdanig aan zijn
autoriteit. Dat punt daar gaat het hier over in
Hebr.10. Als Christus komt, komt Hij om wat te
doen? Om Uw wil te doen, o God!
Hebr.10:10 “In welken wil wij geheiligd zijn,
door de offerande des lichaams van Jezus
Christus, eenmaal geschied.”
Ziet u, Christus kwam als een lijfeigene om te
horen en te doen de wil van de Vader. Daarom is de
wil het punt in vers 5-7. Hier is een offer, een
vrijwilllig offer, Hij is vrijwillig gehoorzaam tot de
dood. En de wil van de Vader is niet: ga en offer de
Oudtestamentische offers. De wil van de Vader is:
Ga, en wees het offer dat het werk zal volmaken.
Dus Hij komt als een gewillig offer, doet de wil van
de Vader en brengt een compleet, volmaakt offer
vers 8.
Hebr.10:8,9 “Als Hij te voren gezegd had:
Slachtoffer, en offerande, en brandoffers, en
offer voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch
hebben U behaagd (dewelke naar de wet
geofferd worden);”“Toen sprak Hij: Zie, Ik
kom, om Uw wil te doen, o God! Hij neemt het
eerste weg, om het tweede te stellen.”
Als Hij zegt: Ik kom om Uw wil te doen, wat doet
Hij dan? Hij neemt de eerste weg, het Oude
verbond, het eerste verbond, opdat Hij een tweede
zou oprichten. God zei niet: Je gaat daarheen en
offert de offers van het eerste verbond maar, Je gaat
voor een offer dat het fundament zal worden voor
het Nieuwe verbond. En wat Hij doet in zijn offer
op Golgotha en wat het boek Hebreeën u wil laten
zien, Hij vervangt het oude voor het nieuwe
verbond. Hij komt en brengt een beter offer, dat het
Oude wegneemt en een nieuw opricht.
Het boek Hebreeën is de overgang van het Oude
verbond naar het Nieuwe verbond. Het is niet
tussen Israël en het lichaam van Christus, of tussen
Israëls wetsprogramma en ons genadeprogramma.
Het is tussen Israëls wetsprogramma onder Mozes,
het Oude verbond en Israël Koninkrijks
wetsprogramma (de koninklijke wet) onder het
Nieuwe verbond. Alles gebaseerd op wat Christus
deed, op Golgotha.
dat God Israël uit Egypte zal bevrijden, hij weet
waarom ze in Egypte zijn en hij weet dat hij zal
sterven en dat zijn mensen zullen groeien tot een
groot volk, alle twaalf stammen zijn daar en Egypte
zal ze in gevangenschap houden voor 400 jaar.
Maar dan zal God ze bevrijden. Gen.50:24. Ziet u,
Jozef begreep door geloof wat God Abraham
vertelde, dat zijn volk uit Egypte zal geleid worden,
dat ze daar niet zullen blijven, en hij zegt: laat mij
daar niet achter! Neem mijn beenderen mee als
jullie gaan, want er zal een opstanding zijn en ik zal
met jullie in het beloofde land verblijven, dus neem
mij mee.
Als we teruggaan naar Hebr.11:22, Jozef neemt
God op Zijn Woord ondanks de fysieke
omstandigheden van dood en dienstbaarheid voor
een periode van tijd, Gods Woord zal vervuld
worden. Die belofte en dat begrijpen dat Jozef had,
was waar Israël mee leefde in die tijd. In Egypte, in
hun slavernij, nadat Jozef stierf, Exodus 1, er kwam
een andere farao die Jozef niet kende en zijn
vaderen. Hij maakte slaven van hen. En toen dat
gebeurde, u kent Exodus 1, ze werden verdrukt en
het Hebreeuwse volk werd groter, en hij verdrukte
ze nog meer en ze werden nog groter, en ze werden
nog meer verdrukt en ze groeiden, en de 3e
verdrukking was dat alle jongensbaby’s die
geboren werden gedood .
Hebr.11:23 “Door het geloof werd Mozes, toen
hij geboren was, drie maanden lang van zijn
ouders verborgen, overmits zij zagen, dat het
kindeken schoon was; en zij vreesden het gebod
des konings niet.”
Dit spreekt over het geloof van Mozes’ ouders. Ze
verborgen hem, door het geloof. Ze zagen dat het
een schoon kind was, er was iets in deze jongen dat
maakte dat ze hem door geloof verborgen. En ze
waren niet bang voor het gebod van de koning. Er
gebeurd hier iets belangrijks, ga met mij terug naar
Exodus 6 en Genesis 15.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 133
Er is iets dat Mozes vader en moeder wisten, dat
maakte dat toen ze deze jongen zagen hem
verborgen. Het was een schoon kind, zoals
geschreven is van David in 1 Sam. 16:12 schoon
van aanzien, er was iets waarin hij zich
onderscheidde, er was iets waardoor zij dat door
geloof deden.
Ex.6:15 Dit nu zijn de namen der zonen van
Levi, naar hun geboorten: Gerson, en Kehath,
en Merari. En de jaren des levens van Levi
waren honderd zeven en dertig jaren.
Wie is Levi? Levi was één van de 12 zonen van
Jacob, Israël, die nakomelingen had die de trots van
Levi zijn. Ex.6:16-19 Amram en Jochebed, en
Mozes is hun zoon.
Amram is Kahath’s zoon en Kahath is Levi’s zoon.
Levi is één generatie en Kahath is de tweede
generatie. Amram is de derde generatie, en zij
tellen, 1,2,3,4 we zijn er, zij hielden de vierde
generatie in hun armen. En wat zegt farao om te
doen met de vierde generatie? Dus wat deden zij?
Zij vertrouwden God en niet de koning. Dat is
belangrijk. Er is iets gaande met de geboorte van
Mozes, er is een tijdschema voor Israël’s
bevrijding. In de grote verdrukking is het
tijdsschema voor Israëls bevrijding aangebroken
en door geloof vrezen ze niet voor de bevelen van
de koning, maar ze herkennen waar ze zijn in het
tijdsschema.
Als we teruggaan naar Hebr.11 dan zien we dat
Mozes dit ook begreep, hij wist wat er gaande was
in zijn leven, hij liep niet met oogkleppen op, zijn
vader en moeder voeden hem op, en later wordt hij
de zoon van farao’s dochter. Zijn moeder mag zijn
voedster zijn, later groeit hij op met alle
geleerdheid van Egypte, maar hij is ook opgevoed
op zijn moeders knieën, en zijn moeder vertelt hem
wie hij is en wat er met zijn generatie aan de hand
is en ze geeft de leer aan hem door, ik zal u zo laten
zien dat ze dat deed. Hij is opgevoed met die
informatie. Als u opgevoed wordt in farao’s hof, en
u ontvangt alle zegeningen en voorrechten en de
rijkdom die u dat geeft en u heeft een getuigenis
van uw moeder, uw ouders wat doet dat met u?!
Dat geeft een conflict in uw verstand, niet? Het
brengt u vroeg of laat op een punt dat u een keus
moet maken.
Hebr.11:24 “Door het geloof heeft Mozes, nu
groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van
Farao’s dochter genoemd te worden;”
Persoonlijk verantwoordelijk.
Hebr.11:25 “Verkiezende liever met het volk
van God kwalijk gehandeld te worden, dan voor
een tijd de genieting der zonde te hebben;”
Verkiezende…!
Hebr.11:26 “Achtende de versmaadheid van
Christus meerderen rijkdom te zijn, dan de
schatten in Egypte; want hij zag op de
vergelding des loons.”
Achtende…!
Hebr.11:27 “Door het geloof heeft hij Egypte
verlaten, niet vrezende den toorn des konings;
want hij hield zich vast, als ziende den
Onzienlijke.”
Verlaten…!
Ziet u al de woorden hier die zijn keus beschrijven?
Weet u wat Mozes deed? Hij maakte een
geestelijke keus van geloof. Hij verkoos liever…
Daar zit heel wat in. Hij weigerde de zoon van
Farao’s dochter genoemd te worden, en de rijkdom
van Egypte. U ziet dat in Hand.7 in Stefanus’
getuigenis.
Hand.7:22 “En Mozes werd onderwezen in alle
wijsheid der Egyptenaren; en was machtig in
woorden en in werken.”
Mozes was getraind en had toegang tot alle
wijsheid van Egypte en alles wat Egypte had. Hij
was in een bevoorrechte positie, de troon van farao
was binnen zijn bereik. En hij weigerde de zoon
van farao’s dochter genoemd te worden, hij
weigerde de troon van Egypte. Waarom? Hij
verkoos liever met het volk van God kwalijk
behandelt te worden. Mozes koos wat God had
voor Israël, hij maakte een keus.
Hand.7:23-25 “Als hem nu de tijd van veertig
jaren vervuld was, kwam hem in zijn hart, zijn
broeders, de kinderen Israels, te bezoeken. “En
ziende een, die onrecht leed, beschermde hij
hem, en wreekte dengene, dien overlast
geschiedde, en versloeg den Egyptenaar. “En hij
meende, dat zijn broeders zouden verstaan, dat
God door zijn hand hun verlossing geven zou;
maar zij hebben het niet verstaan.
Hand.7:25 …en hij meende dat zijn broeders
zouden verstaan, dat God door zijn hand hun
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 134
verlossing geven zou! Dat ze het tijdsschema van
hun verlossing zouden kennen en geloven en dat ze
zouden zien dat hij in de positie was om de belofte
die God aan Abraham gaf tot stand te brengen. Hij
dacht dat ze het zouden begrijpen, zien waarom
God hem in die positie had gebracht. Maar ze
deden het niet, en ze zeggen in Hand.7:26 Wie
heeft jou aangewezen om de baas te zijn?
Hand.7:27 …en overste en rechter. Weet u wat
Deut.33:5 zegt:
Deut.33:5 “En Hij was koning in Jeschurun, als
de hoofden des volks zich vergaderden, samen
met de stammen Israels.”
Hij was koning in Jeschurun. God maakte hem een
overste en rechter en een koning. Weet u wat er met
Mozes gebeurde? Terug naar Hebr.11:25 er is
alleen genieten van de zonde voor een korte tijd.
Spreuken zegt dat ze aan het eind bijt als een adder.
Zonde brengt dood voort. Haar einde is de weg
naar de hel. Maar dat is toch niet precies waar dit
vers het over heeft. Maar hij weet dat God Egypte
zou gaan verwoesten. Dat zegt Genesis 15, zij gaan
uit en Hij zal hen zal verwoesten, die hen gevangen
hield.
Hij weet dat de tijd komt en gelooft het. En hij kiest
wat God Israël heeft belooft in plaats van iets te
zoeken wat toch verwoest zal worden. Hebr.11:26
want hij zag op de vergelding des loons. Dat is het.
Hij wist dat de tijd voor God om hen te bezoeken
en de vijanden gekomen was. En God gaat Israël
bevrijden uit de slavernij van Egypte en ze zullen
uitgaan met grote have. En God gaat Egypte
verwoesten. Mozes kiest voor het lijden nu, maar er
komt heerlijkheid aan. Het lijkt of de Egyptenaren
nu winnen, maar God zal ze verwoesten.
In Ex.13:19 herinnert Mozes ze er aan om Jozef’s
beenderen mee te nemen. Weet u wat dat mij zegt?
Hij wist wat Jozef had gezegd! Hij herinnert zich
wat God Jozef zei en hij geloofde wat Jozef had
gezegd en hij vervulde het. Dat uit Gen.50 is in het
hart van Mozes. Wat gebeurt er? Grote
verdrukking, Hand.5:41. Weet u wat er gebeurt met
die mensen die de grote verdrukkingsperiode
meemaken? Zij zullen smaadheid dragen voor Zijn
naam, zij dragen de smaadheid van Christus in die
verdrukking en zij verkiezen dat boven de rijkdom
van de wereld. Wetende dat er loon komt voor hen.
Ziet u de parallel? Wat Mozes doorstond en wat zij
zullen doorstaan in de verdrukking. God zal hen
eren aan het einde.
Wat Hebr.11 doet is u demonstreren aan die
Hebreeuwse heiligen in de verdrukking dat het
loont om te blijven bij Gods Woord en Gods
Woord te kennen en begrijpen dat God ze zal
bezoeken en bevrijden en het loon der erfenis zal
geven. Blijven bij het Woord ondanks alle
verleidingen die ze ervan willen weghouden. Het
werkt, het deed dat altijd en zal het altijd doen.
Hebreeën 11:27-31
We lezen terug vanaf vers 23 om de context met
Mozes erbij te hebben.
Hebr.11:23 “Door het geloof werd Mozes, toen
hij geboren was, drie maanden lang van zijn
ouders verborgen, overmits zij zagen, dat het
kindeken schoon was; en zij vreesden het gebod
des konings niet.”
Het geloof van de vader en moeder van Mozes, we
zagen de laatste keer hoe zij begrepen waar zij in
het programma van God zaten, het tijdschema waar
zij in betrokken waren, en de bevrijding van Israël
uit Egypte. Ze gingen niet uit van de menselijke
gezichtspunten en waarden van de wereld om hen
heen, ze waren niet bang voor het bevel van de
koning. Ze kwamen in een daad van civiele
ongehoorzaamheid terecht gebaseerd op geloof.
De Bijbel vertelt ons steeds weer om goede burgers
te zijn en de overheid te gehoorzamen enz. Maar
als de overheid u iets vertelt om te doen dat
tegengesteld is aan Gods Woord, zegt God u niet
om iemand te gehoorzamen die Hem
ongehoorzaam is. U bent een goede burger en u
doet wat de regering u zegt, maar als zij u zeggen
iets te doen wat God niet zegt moet u God
gehoorzamen meer dan de mensen. Denk b.v. aan
Daniël, Darius vaardigt een bevel uit zodat zij niet
konden bidden, maar Daniël zoals zijn gewoonte
was, richtte zijn houding naar Jeruzalem en bad, in
geloof en God beloonde dat. Hij sloot de bek van
de leeuwen en bevrijdde hem. Om geloof te hebben
moet u Gods Woord hebben om te gehoorzamen.
Veel mensen zien bijgeloof als geloof, ze zien
geloof als blind in het donker rondlopen. Maar
waar gelooft u in? Wat is de inhoud van uw geloof?
Het is een ik hoop het en ik doe mijn best enz. Zo
waren de ouders van Mozes niet. Zij wisten waar
zij in het programma van God waren en ze hadden
er vertrouwen in.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 135
Hebr.11:24,25 “Door het geloof heeft Mozes, nu
groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van
Farao’s dochter genoemd te worden;” (Heb
11:24 STV) “Verkiezende liever met het volk
van God kwalijk gehandeld te worden, dan voor
een tijd de genieting der zonde te hebben;”
Ik vertelde u hoe dit vers soms gebruikt wordt, mbt
de genieting van de zonde voor een tijd… Het punt
in dit gedeelte is niet zozeer de genieting van de
zonde, dat dat altijd voor een tijd is, dat is waar,
Jac.1 vertelt u dat. Maar waar dit gedeelte over
spreekt is: hij begrijpt dat God de troon van Egypte
omver zal werpen en Israël zal uitleiden, hij
begrijpt het tijdschema waar ze in zitten. Dus het
zoon zijn van de dochter van farao zal hij niet
genieten, en het regeren in Egypte, wetende dat het
niet lang zal duren voor God Israël uit Egypte zal
leiden.
Dit is allemaal leerzaam, en een hulp voor de
heiligen in de verdrukking, want dat is exact wat zij
zullen meemaken, zij weten waar ze zijn in het
tijdschema, dat hebben zij in Daniël 9, de 7e week
en dat de verlossing komt en dat zij moeten
volhouden en de genieting van de zonde moeten
weerstaan, het deel zijn van de troon en de regering
en het rijk van de antichrist. En God vertrouwen op
Gods Woord en de verlossing die komt.
Hebr.11:26 “Achtende de versmaadheid van
Christus meerderen rijkdom te zijn, dan de
schatten in Egypte; want hij zag op de
vergelding des loons.”
Dat is precies de situatie waar de verdrukkings
heiligen in zullen zijn. Let op er staat : de
versmaadheid van Christus. Mozes wist niets van
de Heere Jezus Christus in die tijd, hij vertelde de
mensen niet over de komst, dood en opstanding van
Jezus Christus, hoe weten we dat? Hoe weet u dat
Mozes niet rondging en mensen vertelde dat
Christus zou komen en voor hen zou sterven en dat
ze dat als beter moesten beschouwen als de rijkdom
van Egypte. U hoort dat wel vanaf preekstoelen,
radio en tv. overal ter wereld. Geen van de Oud
Testamentische heiligen keek uit naar de komst,
dood en opstanding van Christus en leerde dat in
hun dagen.
Waar u dat uit kunt weten is 1 Petr.1. U moet dit
soort verzen weten zodat u weet wat die mensen
toen begrepen van de komst van de Messias. Mozes
begreep er niets van. Als de profeten komen, de
schrijvende profeten, en zelfs zij begrepen het niet.
1 Petr.1:9-11 “Verkrijgende het einde uws
geloofs, namelijk de zaligheid der zielen. “Van
welke zaligheid ondervraagd en onderzocht
hebben de profeten, die geprofeteerd hebben
van de genade, aan u geschied;“Onderzoekende,
op welken of hoedanigen tijd de Geest van
Christus, Die in hen was, beduidde en te voren
getuigde, het lijden, dat op Christus komen zou,
en de heerlijkheid daarna volgende.”
Toen de profeten schreven, toen Jesaja Jes.53
schreef b.v. of toen Zacharia Zach.13 schreef, toen
zij deze gedeelten schreven begonnen zij te kijken
en te zoeken en studeren: Wát betekent het dat wij
schrijven? Toen de Geest Jes.53 neerschreef en
Jesaja las het en het begon te bestuderen dacht hij:
waar spreekt hij toch over? En als hij niet wist waar
Hij over sprak dan wist hij het niet. Hoe kan hij iets
prediken dat hij niet weet?
De Geest van God schreef het en hij profeteerde
het, maar hij begreep niet wat het betekende ook
niet de tijd(:11), wanneer het zou zijn.
1 Petr.1:12 “Denwelken geopenbaard is, dat zij
niet zichzelven, maar ons bedienden deze
dingen, die u nu aangediend zijn bij degenen, die
u het Evangelie verkondigd hebben door den
Heiligen Geest, Die van den hemel gezonden is;
in welke dingen de engelen begerig zijn in te
zien.”
God openbaarde hen dat zij dingen neerschreven
die niet voor hen waren, maar voor de mensen in de
laatste dagen. Dus het was niet nodig om ze te
begrijpen. Dat is een interessant gedeelte, mensen
zeggen: alle beloften in de Bijbel zijn voor mij…
En ik wil alles voor mijzelf claimen… Daar zijn de
mensen die de Schrift neerschreven en toen zij
schreven vertelde God hen dat het niet voor hen
was maar voor iemand anders. Dat is het
rechtsnijden van het Woord! God gebruikt iemand
om het op te schrijven en vertelt hen: het is niet
voor jou. Mensen zeggen: Ik claim het, U bent toch
geen beperkte God…
Luk.18:31-34 “En Hij nam de twaalven bij
Zich, en zeide tot hen: Ziet, wij gaan op naar
Jeruzalem, en het zal alles volbracht worden aan
den Zoon des mensen, wat geschreven is door
de profeten. “Want Hij zal den heidenen
overgeleverd worden, en Hij zal bespot worden,
en smadelijk behandeld worden, en bespogen
worden.” En Hem gegeseld hebbende, zullen zij
Hem doden; en ten derden dage zal Hij
wederopstaan.” En zij verstonden geen van deze
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 136
dingen; en dit woord was voor hen verborgen,
en zij verstonden niet, hetgeen gezegd werd.”
Christus vertelt over Zijn lijden. En zij begrepen
deze dingen en verblijden zich dat Hij naar
Jeruzalem zou gaan om voor hun zonden te
sterven…. Dat zegt dat vers niet. Zij begrepen geen
van deze dingen.
Als God Job antwoord in Job 38 is het eerste wat
Hij tot Job zegt:
Job 38:2 “Wie is hij, die den raad verduistert
met woorden zonder wetenschap?”
Dat is een goed vers. Wat is hier aan de hand in
Luk.18? Zelfs gedurende de tijd van Christus, voor
Zijn dood begrepen zij niet dat Hij zou gaan
sterven. Zij begrepen de bedoeling niet. Als we
teruggaan naar Mozes in Hebr.11:26 dan begrijpt u
dat Mozes het ook niet begreep. Waar het hier over
gaat, hij lijdt dezelfde soort schande die later op
Christus kwam en die nog later zou vallen op de
verdrukkingsheiligen. Het soort schande die
Christus leed van Israël en de verdrukkingsheiligen
is het soort schande die Mozes hier leed. Houdt in
gedachten de schande van Christus
Psalm 69 is de zogenaamde lijdenspsalm.De
schande en de degradatie die op de Heere Jezus
Christus komt zien we in dit gedeelte. U ziet hier
een gebed, een Psalm van David, het is een
Messiaanse Psalm, een toekomstige kijk in het hart
van de Heere Jezus Christus als Israël Hem afwijst.
Ps.69:4 zij haten Mij zonder oorzaak
Psalm 69: Het is meer dan alleen historisch wat
David hier spreekt, het is leerstellig ook de Heere
Jezus Christus. Heeft u ooit iemand over Maria
horen spreken, over de maagd Maria? Dat zij geen
andere kinderen had dan de Heere Jezus Christus?
En dan gaat u naar Mark.6 en Mat.13 en u laat zien
dat Jozef en Maria ook andere kinderen hadden, de
broeders van de Heere Jezus Christus. En dan
zeggen ze: dat woord broeders moet neven zijn…
Wel, God heeft een manier van verzen in de Bijbel
plaatsen die niemand zou zien dan een
Bijbelstudent.
Ps.69:9 Ik ben mijn broederen vreemd
geworden, en onbekend aan mijner moeders
kinderen.”
Hier spreekt Christus. Ziet u, u moet een
Bijbelgelovige en Bijbelstudent zijn om dat te zien.
U moet begrijpen dat Joh.2:17 verwijst naar
Christus en teruggaat naar het Oude Testament, u
moet graven in het Woord van God en als u een
poosje gegraven heeft dan vindt u het. En er is
niemand die er aan dacht om in Ps.69 te kijken als
het gaat om of Maria meer kinderen had, behalve
de Bijbelstudent.
Ps.69:13 Die in de poort zitten, klappen van mij;
en ik ben een snarenspel dergenen, die sterken
drank drinken.”
Zo is het vandaag nog: …Ik ben een snarenspel
dergenen die sterken drank drinken. Iedere
drinkende zanger zingt wel iets over Jezus, men
zingt een gospelsong aan het eind van de avond om
alles OK te maken. Alle bekende schilders hebben
iets geschilderd over het kruis, van Christus, of het
laatste avondmaal.
Hebr.11:26 “Achtende de versmaadheid van
Christus meerderen rijkdom te zijn, dan de
schatten in Egypte; want hij zag op de
vergelding des loons.”
Dus de smaadheid van Christus heeft niets te
maken met het feit dat Mozes de dood en
opstanding van Christus verkondigde, dat is
wishfull thinking van degenen die hun Bijbel niet
goed hebben bestudeert. De smaadheid die hij daar
leed is dezelfde houding die mensen later ten
opzichte van Christus hadden. Mozes is een beeld
van een man die opstond en de smaadheid droeg
zoals ook deze mensen zullen dragen.
Hebr.11:27 “Door het geloof heeft hij Egypte
verlaten, niet vrezende den toorn des konings;
want hij hield zich vast, als ziende den
Onzienlijke.”
Dat is een mooi vers. Hoe kun je iemand zien die je
niet ziet? Door geloof. Dat zagen we in Hebr.11:1.
Hij hield vol, en dat is het punt in dit hoofdstuk: de
volharding van het geloof. De manier waarop deze
mensen zullen volharden in de verdrukking, het
lijden en de smaadheid en de moeilijkheden is door
God te vertrouwen en Zijn Woord tot hen. Dat is
ook waar voor u en mij. Als u en ik volharding
hebben vandaag door de beproevingen en de
omstandigheden is dat doordat we Gods Woord tot
ons vertrouwen. Daarom is rechtsnijden zo
belangrijk . Dat u weet wat Gods Woord voor u is.
En niet te vertrouwen op wat God tot iemand
anders zegt.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 137
Zoals die profeten die dingen opschreven en dat
God tot hen zei: Het is niet voor jullie, maar voor
anderen. Als zij geprobeerd hadden daarop te
vertrouwen zou het hen geen goed gedaan hebben.
Het was hun informatie niet.
Hij verlaat Egypte, dat is een verwijzing naar de
Exodus: Ex.5-11. Als u deze hoofdstukken leest
dat als Mozes bij Farao binnenloopt, waar hij was
opgegroeid, hij zat 40j in de woestijn en komt
binnen met zijn zonverbrande gezicht en zijn
kleren, en hij zegt: Laat mijn volk gaan! En farao
keek vanaf zijn troon naar hem en zegt: Wie is de
Heere God, dat ik naar Hem zou luisteren? Mozes
stond te bibberen in zijn schoenen toen hij dat zei,
ik weet niet wat u zou denken. Als hij zijn staf
neergooit en een slang wordt, als ik het was die de
staf de eerste keer moest neergooien zou ik snel om
me heen kijken om te kijken of er een uitgang in de
buurt was en of ik er vlak bij was…
En als die staf geen slang werd zou ik hem snel
oppakken en snel wegwezen door die deur. Zo was
Mozes niet, hij was niet bang voor de koning, hij
vertrouwde op God. Zo zullen in de grote
verdrukking die gelovigen niet bang zijn voor de
antichrist. Ziende op den Onzienlijke, door het oog
des geloofs.
Hebr.11:28 “Door het geloof heeft hij het
pascha uitgericht, en de besprenging des bloeds,
opdat de verderver der eerstgeborenen hen niet
raken zou.”
Door het geloof heeft hij het pascha uitgericht.
Hier hebben we het over het pascha in Exodus 12,
de laatste plaag is de dood van alle eerstgeborenen
van Egypte. En God stuurt de boodschap tot de
kinderen van Israël, dat ze het leven van hun
eerstgeborene kunnen redden, op de 10e dag van de
1e maand, de nieuwjaarsmaand voor Israël. Het
begin van het volk Israël begint in die maand, de
eerste maand, ze moeten een lam nemen,
afzonderen van de kudde, een lam zonder gebrek,
ze moeten hem drie dagen bekijken of hij goed is,
of er geen problemen met hem zijn, dat hij geen
ziekte of iets dergelijks heeft. Hij moet volmaakt
zijn, en op de 14e dag in de avond moeten ze het
lam nemen en het slachten, zijn bloed nemen en het
op de deurposten smeren, aan de deurposten en de
bovendorpel en misschien spetterde er wat bloed op
de grond eronder.
Als we terugkijken zien we dat ze het bloed
smeerden waar het aan het kruis was: de handen,
Zijn hoofd en Zijn doorboorde voeten. Zij begrepen
dat niet, maar wij kijken terug en wij zien dat. Als
’s nachts de doodsengel komt, komt hij langs elk
huis en hij dood de eerstgeborene , maar als hij bij
de deur komt waar het bloed is, wat gebeurt er? Hij
gaat voorbij. En God verloste Israël uit Egypte die
nacht. Als ze de volgende morgen wakker worden,
en alle eerstgeborenen dood zijn, zijn zij die onder
het bloed zijn nog in leven. En nu zegt farao: Ga
weg, ga weg, vertrek, en zij gaan, met grote
rijkdom en have die de Egyptenaren hun hebben
gegeven om van ze af te zijn.
En Israël is verlost uit Egypte ten eerste door het
bloed en hun verlossing is door het paaslam dat hun
bevrijd van de goden en de religieuze slavernij van
Egypte. Dan vertrekken ze van daar. Het vroeg
geloof om te doen wat zij deden. Om het paaslam te
nemen en het te doden, weet u wat eenvoudiger zou
zijn geweest? Als ze vier dagen gehad hadden om
alles te pakken, dat ging niet, ze hadden geen
caravan om mee te nemen, ze hadden geen voyager
of een volvo, ze waren slaven.
En door geloof smeerden ze het bloed aan de deur,
en ze namen het lam en roosterden het en aten het
en gingen naar bed…..
Ze aten de maaltijd en hielden zich klaar! Want in
de morgen vertrekken we, ze hadden goed gegeten
en waren klaar om te gaan en in de morgen gingen
ze uit. En weet u nog wat er met hen gebeurde in
Exodus 14? Ze komen bij de Rode Zee. Ze hebben
een grote triomf door geloof, vertrouwden het
bloed, ze waren verlost, ze zijn bevrijd door het
bloed en ze gaan uit.
Hebr.11:29 “Door het geloof zijn zij de Rode
zee doorgegaan, als door het droge; hetwelk de
Egyptenaars, ook verzoekende, zijn
verdronken.” Ze komen bij de Rode Zee en nu hebben ze een
probleem. Ik weet niet of u zich de eerste winter dat
we hier waren herinnert? We gingen naar een groot
meer, we waren een beetje bang om er op te gaan,
we wisten niet of het kon(ijs), we zaten aan de kant,
en toen we er een auto over zagen rijden durfden
we, en mijn vrouw nam een foto die we later naar
Alabama stuurden met de zin: ik vertelde jullie toch
dat ik op een dag op het water zou kunnen lopen…
Farao wilde hetzelfde pad nemen en de muren van
water kwamen neer en verzwolgen hen allen, en
farao en zijn leger verdronk. God oordeelde en
vernietigde hen, als zij Zijn volk wilden
vernietigen. Zij werden verlost door het bloed,
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 138
maar zij werden ook verlost door kracht. En deze
twee dingen in Israëls leven zijn:
Het volk Israël werd geboren. De geboortedag van
Israël was die Exodus uit Egypte, hier liet God
Israël geboren worden. Door de besprenging des
bloeds en door kracht, door de wonderlijke
bevrijding door de Rode Zee, waar zij stonden en
de redding van God zagen. Het was door geloof dat
zij het bloed toepasten, en het was door geloof dat
zij in gehoorzaamden en de Rode Zee doortrokken,
en hun bevrijding ervaarden.
We gaan naar Deuteronomium 4 om de toepassing
van deze dingen te zien op de verdrukkings
heiligen, want dat wat deze mensen ervaren is exact
wat Israël in de grote verdrukking tegen komt en
moet verdragen.
Deut.4:29-35 Mozes kijkt vooruit in de toekomst
voor het volk Israël. In dit hoofdstuk gaat het over
de speciale positie en status die God Israël gegeven
heeft boven alle andere volken.
Deut.4:30 “Wanneer gij in angst zult zijn, en u
al deze dingen zullen treffen; in het laatste der
dagen, dan zult gij wederkeren tot den HEERE,
uw God, en Zijn stem gehoorzaam zijn.”
In het laatste der dagen..
Deut.4:33 “Of een volk gehoord hebbe de stem
van God, sprekende uit het midden des vuurs,
gelijk als gij gehoord hebt, en levend zij
gebleven?”
Heeft ooit een volk het privilege gehad dat Israël
had? Ziet u God deed dat allemaal voor Israël, Hij
deed hen geboren worden, en Hij leidde hen uit
door het bloed en door kracht en maakt hen voor
Hem een heilig volk, een groot volk. En als ze
straks in de grote verdrukking zijn kijken ze terug.
Ze moeten zich herinneren waarom God hen daar
gevormd heeft en geloof hebben in wat God gaat
doen, wat Zijn doel is en Zijn plan voor Israël.
Daarom is hier deze overeenkomst. Mozes, zijn
ouders begrepen het tijdschema van bevrijding en
door geloof stonden ze erop. En als de tijd er is
worden ze bevrijd door bloed en door kracht. Het
boek Hebreeën laat de besprenging met het bloed
zien. Hebr. spreekt steeds weer over het bloed van
het Lam dat het Nieuwe Verbond instelt en dat de
kracht voorziet waardoor Israël zal verlost worden
en in staat zal zijn om te volharden.
Hebr.11:30 “Door het geloof zijn de muren van
Jericho gevallen, als zij tot zeven dagen toe
omringd waren geweest.”
Nu slaat hij alle geschiedenis van Israël over wbt
Kades Barnea, het niet ingaan, de omzwervingen in
de woestijn, en komt bij Jericho en Rachab. U moet
zich hierbij herinneren wat we bestudeerden in het
boek Jozua, leer vooruit geschreven. Ze komen uit
Egypte, God vormt het volk Israël, Hij heeft een
doel met Israël, Hij gaat ze naar Zijn land brengen
en ze daar planten en door Israël Zijn Naam
vestigen en Zijn Koninkrijk en Zijn wet en Zijn
waarheid op de aarde.
Satan heeft een plan van rebellie dat daartegen in
gaat, hij hield het land Israël gevangen, het
beloofde land. Satan houdt het land vast in een
afgodisch, demonisch, religieus systeem. Daarom
moeten de Kanaanieten vernietigd worden. Hij
brengt Israël door de woestijn aan de oostkant van
de Dode Zee en de rivier de Jordaan, en in Jozua 3
gaan zij door de rivier de Jordaan. En zoals God de
Rode Zee geopend heeft, en ze door het droge
doorgingen en ze geboren liet worden, en Hij
behandelde ze als een kind, als een klein kind
brengt Hij ze hier naar de rivier de Jordaan en Hij
opent de rivier en ze gaan door droog land.
Maar deze tweede doorgang is geen doorgang naar
de geboorte, maar een doorgang naar
volwassenheid. De plaats waar Israël zou moeten
ingaan in haar volwassen status. Maar ze deed het
niet en het falen was haar fout. Maar wat gebeurt er
als God in Joz.3 de rivier de Jordaan opent en Israël
doorgaat, ze gaan letterlijk binnen om de aarde te
bezitten en Hij is de Heere God van de gehele
aarde, Die binnengaat met Zijn volk om bezit te
nemen en zij gaan in en ze beginnen te vechten en
de afgodendienaars uit te werpen en de demonische
religie en de Baalaanbidders en zij gaan het land
bezitten door oorlog, vernietigen en verslaan hun
vijanden.
Num.33, zij moeten het volk onteigenen, en het
land voor God bezitten. De eerste stad die ze
tegenkomen is Jericho. Jericho is de eerst stap in
God’s heroveringsplan voor de aarde. Er zijn
muren om de stad. Ze wandelen 6x om de stad
heen, het lijkt een beetje op Naaman in 2 Koningen
5, Elia zegt hem zich 7x te wassen in de rivier de
Jordaan. Het klinkt gek, wandel één keer om de
stad, volgende dag… de 7e dag, ze lijken gek in de
ogen van de mensen van Jericho. Misschien
gooiden ze rotte tomaten naar hen… en riepen
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 139
dingen naar hen… Maar weet u wat er op de 7e dag
gebeurde? De muren vielen om. Waarom? Ze
hoefden geen schot te lossen, ik weet dat ze toen
geen geweren hadden. God liet hen Zijn vermogen
zien om de overwinning voor hen te voorzien.
Hebr.11:31 “Door het geloof is Rachab, de hoer,
niet omgekomen met de ongehoorzamen, als zij
de verspieders met vrede had ontvangen.”
Nu, in de stad Jericho waren enige gelovigen
(Jozua 2).
Laat me u vertellen wat Hebr.11 hier doet. Hebr.11
vertelt u over Mozes en het tijdschema voor de
verlossing uit de slavernij, en hun verlossing door
het bloed en kracht. En de muren van Jericho
vallen, en Rachab de heiden, gelovige is gered. In
de verdrukking is een tijdschema en door geloof
kunnen ze het eren. Ze kunnen verlost worden door
bloed en kracht en als zij verlost zijn is er geen
omzwerving, falen meer, maar ze zijn verlost door
hun Messias Koning Die komt, Hij bevrijdt ze en
brengt ze in het Koninkrijk en zegent hen en door
hen alle volken van de aarde.
Nu, de hoer Rachab, in Hebr.11 wordt ze een hoer
genoemd, niet dat ze toen een hoer was, en niet als
een beschuldiging, maar als een herinnering waar
ze vandaan kwam. En er is een leerstellige reden
dat ze hoer genoemd wordt, en we moeten terug
naar Jozua 2 om dit te begrijpen. Jozua 2:1-3 de
spionnen kwamen binnen en in vers 4 verstopt ze
hen en willen ze hen ophalen, :5,6 ze heeft ze
verstopt op het dak onder de stoppelen. Joz.2:9 Let
goed op wat ze zegt: “ik weet dat de HEERE u dit
land gegeven heeft…”. Zeg mij: Is dit geen goede
geloofsbelijdenis? Weet u wat God zei toen Hij
Israël uitleidde? Alle volken zullen er over horen…
Rachab hoorde erover en zij geloofde. Het was al
40 jaar geleden, en ze hoorde over de God van
Abraham, Izaak en Jacob en zij realiseerde wie Hij
was en zij geloofde. En zij werd bekeerd lang
voordat de spionnen daar kwamen, ze werd niet
gered toen de spionnen kwamen, maar toen ze
hoorde wat God had gedaan in de Exodus 40jaar
geleden.
Joz.2:12 “Nu dan, zweert mij toch bij den
HEERE, dewijl ik weldadigheid aan ulieden
gedaan heb, dat gij ook weldadigheid doen zult
aan mijns vaders huis, en geeft mij een
waarteken,”
Bevestig het verbond met Abraham: Zegen wie u
zegenen en vervloekt wie u vervloekt. Ze wist wat
ze deed. Vers 6 is een indicatie dat ze geen hoer
meer was.... De vlasstoppelen, die van haar op het
dak beschikt waren... ze had duidelijk haar beroep
veranderd, ze had een baan, ze verkocht vlas, iets
heel anders, het ging goed met haar.
In Spreuken 31:13 lezen we over de deugdelijke
huisvrouw(het tegenovergstelde van een hoer): zij
zoekt wol en vlas, en werkt met lust harer handen.
Weet u wat er gebeurde met Rachab? Zij werd
gered en het veranderde haar. En hier verstopt ze de
spionnen omdat ze begreep wie Israël was en dat
deed ze door geloof! Geloof in wat God had gedaan
en zou doen door Israël. Want Israëls God is God.
En dat is aan de orde in de grote verdrukkings
periode.
Laten we ook nog eens kijken in Jozua 6 en nog
één ding zien. Maar eerst Lukas 7, en ik zal u laten
zien waarom ze nog steeds de hoer genoemd wordt.
Luk.7:29 “En al het volk, Hem horende, en de
tollenaars, die met den doop van Johannes
gedoopt waren, rechtvaardigden God.”
(KJV:publicans). De farizeën en de wetgeleerden
dachten het niet nodig te hebben om gedoopt te
worden. De gewone mensen (Luk.15:1,2). Het
afvallige volk was religieus, uiterlijk rechtvaardig
maar de gewone zondaren (publicans) hoorden
Hem.
Mat.21:28-32 De mensen waaruit de kleine kudde
bestaat waren niet het afvallige volk, maar
tollenaren en zondaren. Wie deed de wil van de
Vader? De eerste. Voorwaar Ik zeg u, dat de
tollenaars en de hoeren u voorgaan in het
Koninkrijk Gods (:31). Als zij het Kon.Gods
binnen wilden gaan, weet u wat ze dan moesten
doen? Ze moesten ingaan met een stelletje
tollenaren en hoeren, want ze moesten komen en
erkennen dat ze fout waren en dat ze gezondigd
hadden. En daar waren ze te rechtvaardig voor, en
dat deden ze niet!
Jozua 2:13 “Dat gij mijn vader en mijn moeder
in het leven zult behouden, als ook mijn
broeders en mijn zusters, met alles, wat zij
hebben; en dat gij onze zielen van den dood
redden zult.”
Ik wil dat jullie mijn familie redden, mijn vader,
moeder en broers en zusters en alles wat zij hebben.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 140
En zij zeiden: dat zullen we doen, en door het
scharlaken koord uit haar raam te laten
identificeerde ze haar huis.
En nu het leger is gekomen (Joz.6) en de muren
instorten, maar Jozua had tot de twee mannen
gezegd.
Joz.6:22,23 “Jozua nu zeide tot de twee mannen,
de verspieders des lands: Gaat in het huis der
vrouw, der hoer, en brengt die vrouw van daar
uit, met al wat zij heeft, gelijk als gij haar
gezworen hebt. “Toen gingen de jongelingen, de
verspieders, daarin en brachten er Rachab uit,
en haar vader, en haar moeder, en haar
broeders, en al wat zij had; ook brachten zij uit
al haar huisgezinnen, en zij stelden hen buiten
het leger van Israel.”
Let nu op: zij brachten uit Rachab en haar vader en
haar moeder en haar broederen en al wat zij had…
Wie missen we vergeleken met Joz.2:13? Haar
vader is er, haar moeder is er, en haar broeders.
Maar ziet u haar zusters in Joz.6:23? Nee, er waren
leden van haar familie die niet in haar huis wilden
zijn, haar zusters zeiden: Ik ga daar niet heen, dan
ben ik net zoals zij…ze had een reputatie.. Weet u
wie er in de kleine kudde zullen zijn hier(Hebr.)?
Mensen die hun plaats wilden innemen in het stof,
die zich bekeerden en zich lieten dopen tot
vergeving van zonden. Geen mensen die de raad
van God afwezen en zeiden: Wij hebben geen
problemen. Maar mensen die erkenden en Hem
vertrouwden. Zij gingen in.
En Rachab werd bevrijd, maar alle andere mensen
werden verdelgd. En God bevrijdde de heidenen
door Israël op die dag. Er is een parallel, hoe meer
je het bestudeert en er dieper op ingaat dan is er
zoveel. En als u studeert dan blijft u uit de
problemen.
Hebreeën 11:32
We zijn gekomen aan het eind van de lijst van
individuen, en hij vertelt u over hun geloof.
Hebr.11:32 “En wat zal ik nog meer zeggen?
Want de tijd zal mij ontbreken, zou ik verhalen
van Gideon, en Barak, en Samson, en Jeftha, en
David, en Samuel, en de profeten;”
Deze schrijver had veel te zeggen, hij had een rijke
achtergrond van de Schriften met al deze mannen
van geloof. Hij komt tijd tekort en hij gaat van vers
32 snel door tot vers 38, eerst wat namen en dan
begint hij categorien van dingen te beschrijven.
Hebr.11:33-35 “Welken door het geloof
koninkrijken hebben overwonnen, gerechtigheid
geoefend, de beloftenissen verkregen, de muilen
der leeuwen toegestopt; “De kracht des vuurs
hebben uitgeblust, de scherpte des zwaards zijn
ontvloden, uit zwakheid krachten hebben
gekregen, in den krijg sterk geworden zijn,
heirlegers der vreemden op de vlucht hebben
gebracht; “De vrouwen hebben hare doden uit
de opstanding weder gekregen; en anderen zijn
uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing
niet aannemende, opdat zij een betere
opstanding verkrijgen zouden.”
Deze dingen zijn niet eens altijd gedaan aan de
personen van vers 32. De personen van vers 32
hebben koninkrijken overwonnen(vers 33) en
gerechtigheid geoefend en beloftenissen verkregen,
maar ze hebben geen muilen van leeuwen
toegestopt. Dus wat hij doet in vers 33 en verder:
hij beschrijft niet de wie, niet de individuen uit vers
32, maar hij spreekt over de mensen van geloof, de
mensen die wandelden door geloof en een goed
getuigenis ontvingen door geloof, een lange lijst
van details. Maar als we kijken in vers 32, dan zijn
er mensen daar in die lijst met vreemde karakters:
U weet wie Gideon was? En David en Samuël.
Maar sommige mensen hebben moeite om Barak te
lokaliseren. U weet wie Simson is, maar Jefta? Elk
commentaar op Hebr.11 suggereert eigenlijk dat hij
niet in de lijst thuishoort, hij was een dom soort
man, we zullen dat zo zien. Maar dit zijn mannen
van geloof, en God heeft ze in de lijst opgenomen.
Gideon is een groot voorbeeld en deze mensen zijn
een voorbeeld van de moed die geloof inboezemt
in mensen, het vermogen om te overwinnen voor
God en het vermogen om te lijden voor God.
Deze namen in vers 32, zij nemen een periode in in
Israël geschiedenis, het eerste verloop van oordeel,
de namen in vers 32 zijn Gideon, Barak, Samson en
Jefta, deze vier mannen zijn vertegenwoordigers
van het boek Richteren, zij zijn richteren in Israël.
David en Samuel, David is de eerste koning,
Samuel is de laatste van de richteren en het hoofd
van de profeten, van de categorie van profeten. En
hij is een overgangsfiguur van richteren naar de
koningen.
Saul is natuurlijk de eerste koning, maar hij is
afvallig, aanmatigend, David is God’s man. Wat we
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 141
hier hebben we gaan van vers 31 van Rachab en
Jozua, hij brengt Israël tot stand, met Abraham,
Izaak en Jakob, Hij leidt Israël uit Egypte, bevrijdt
hen naar het beloofde land en brengt ze in het land,
en u weet: de woestijn wordt gemist in dit alles, wat
we hier zien is dat zij wandelen door geloof niet
hun afdwalingen. We hebben hier over gesproken
hoe Hebr.11 terugkijkt met Gods ogen, zoals God
naar Zijn mensen kijkt in dat verleden, over de
waarde van het bloed van de Heere Jezus Christus
dat de zonde, problemen en moeilijkheden voor
Zijn rekening neemt en het falen van de heiligen.
Num.23:21 Als Bileam over Israël uitkijkt en zegt:
Hij schouwt niet aan de ongerechtigheid in Jakob,
ook ziet Hij niet aan de boosheid in Israël. Dat is in
het vooruitzicht wat Hebreeën in werkelijkheid is,
hoe God kijkt. Dus God rekent rechtvaardigheid
toe, het kruis is een totstandbrenging daarvan, en
alles van het volbrachte werk en de voorzieningen
van het Nieuwe verbond voor Israël daar spreekt
Hebreeën over. Nu gebruikt hij het punt van geloof
en hun volharding en de bekwaamheid om te
overwinnen en te lijden voor God door de
verdrukking in het Koninkrijk waar zij bezit nemen
van de zegeningen. En het is steeds: geloof dat het
doet en geloof is wat God beloont in elke tijd,
geloof in Gods Woord, geloof in wat geopenbaard
was en in hetgeen ze moesten vertrouwen, geloof
was altijd het punt.
Dus als we hier terugkijken, kijken we niet naar
hun falen, maar naar hun geduld, hun geloof.
Gideon, Barak, Simson en Jefta, staan niet in de
chronologische volgorde waarin u ze vind in
Richteren. Barak komt voor Gideon, Gideon is de
4e richter. De regel hier is om ze uit te selecteren
met een bedoeling. Let u op, Barak en Simson staan
in het midden en deze twee mannen worden
geassocieerd met vrouwen. Barak’s bediening als
een richter is begonnen met en voltooid door twee
vrouwen, hij is uitgeholpen door twee vrouwen.
Simson is verraden door twee vrouwen.
En Gideon en Jefta aan het begin en het andere
eind, grote mannen, die grote dingen doen. En we
zullen straks daar meer van zien, parallellen tussen
Gideon en Jefta, zij zijn ook niet de “grootste
jongens” die op aarde rondliepen, zij deden ook
rare dingen, maar de Bijbel noemt hen: dappere
mannen, grote mannen. Het is belangrijk om te
begrijpen waar u bent in het boek Richteren, dus
dat u begrijpt wat hier aan de hand is. Gideon is de
4e richter, u vind hem in Richt.6,7.
Richt.6:1,2 “Maar de kinderen Israels deden,
dat kwaad was in de ogen des HEEREN; zo gaf
hen de HEERE in de hand der Midianieten,
zeven jaren“Als nu de hand der Midianieten
sterk werd over Israel, maakten zich de
kinderen Israels, vanwege de Midianieten, de
holen, die in de bergen zijn, en de spelonken, en
de vestingen.”
Wat er gebeurt in het boek Richteren? Richt.2 er is
een serie van oordelen in Richteren, een serie van
Goddelijke kastijding die God Israël beloofd had
als zij Zijn verbond zouden breken, Lev.26. De
eerste reeks oordelen vindt plaats in Richteren en
Richteren strekt zich uit tot de eerste acht
hoofdstukken van 1 Samuël, waar Samuël, de
laatste van de richteren, aan het werk is. En die
eerste reeks oordelen, en de reden waarom Hebr.11
deze mannen naar voren brengt en ze identificeert
is omdat de eerste serie oordelen en de laatste serie
bij elkaar horen zij zijn een reflectie, een
spiegelbeeld van elkaar.
Er is een punt in de eerst serie en de dingen die
plaats vinden in de eerste serie, die herhaalt en
gereflecteerd worden in de laatste, de vijfde serie
van oordelen. In de Oud Testamentische studies
bestudeerden we de vijfde serie profeten, dat is
Jesaja tot Maleachi. Alle profeten in uw Bijbel die
boeken schrijven, schrijvende profeten, Jesaja tot
Maleachi zijn allemaal ‘vijfde serie profeten’. En
de vijfde serie is ook verdeeld in vijf gedeelten. Het
eerste deel van de vijfde serie en het laatste deel
van de vijfde serie zijn ook weer een spiegelbeeld
van elkaar. Dus Jesaja en Jeremia en Ezechiël en
Daniël en Hosea en Joël en Amos en alle
schrijvende profeten schrijven dingen op en
beschrijven wat er gebeurt als de vijfde serie
oordelen begint, zich begint te voltrekken, en hoe
God Israël vertelt hoe ze bevrijd zullen worden van
de vijfde serie van oordelen door hun Verlosser
door hun Messias, door hun Koning, door de Heere
Jezus Christus in hun Koninkrijk.
En hij beschrijft dat in het eerste deel van de vijfde
serie, maar letterlijk heeft het nog niet plaats
gevonden vele jaren later, zelfs in de toekomst waar
wij nu zijn. Daar zijn vijf speciale fases in die
vijfde serie van oordelen. Wat we hier doen: er zijn
meer details gegeven aan u over de eerste serie
oordelen. Dan zijn er de tweede, derde en vierde:
deze gaan snel en het is erdoor vliegen, Samuël en
Koningen. In de vijfde serie heeft u een hele berg
geschreven informatie, zodat u dingen kunt
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 142
vergelijken. Ik zeg u dit omdat hij ons in
Hebr.11:32 met reden terugbrengt in details.
U zegt: de man die de mond van de leeuwen stopte,
wie was dat? Wel, daar is Daniël, maar er zijn ook
anderen: in Kronieken, iemand die een leeuw in de
sneeuw versloeg, zijn hand kleefde aan het
zwaard(?). Hij spreekt over het karakteristiek van
het doen, koninkrijken overwonnen, wel veel
hebben dat gedaan, hij identificeert mensen, zodat
als u Hebr.11 bestudeert u teruggaat en Richteren
gaat bestuderen. En u heeft gestudeerd, elke keer
als we in Hebr. 11 verder gingen, gingen we terug
naar gedeelten in Genesis, Exodus, Numeri, Deut.
en Richteren en dat identificeert leer voor u die niet
alleen dingen waren die God tot Israël zei in het
verleden, maar die een leerstellige toepassing
vinden ergens in de toekomst, naar de situatie waar
deze Hebreeuwse gelovigen in zullen zijn, komen.
Dus hij geeft hen verwijzingen om terug te gaan
naar het Oude Testament en daar leer te halen die
hen zal verlichten in hun toekomstige
verdrukkingsperiode. De sleutel om te weten hoe ze
terugmoeten gaan en de leer halen is door wat hij
hen geeft in Hebr.11. Ik hoop dat dit iets voor u
betekent, voor mij wel, toen ik het bestudeerde. Het
punt is, zo moeten deze mensen in staat zijn om te
studeren, waar naar terug te gaan en de informatie
op te halen en de relatie te leggen met hun
toekomst.
Richteren 2:11 “Toen deden de kinderen Israels,
dat kwaad was in de ogen des HEEREN, en zij
dienden de Baals.”
Dus u begrijpt wat de richteren waren…! In Richt.2
heeft u een soort introductie tot het boek, het doel
van de richteren en waar ze voor waren. Richt.2:8-
12 U krijgt hier een overgang: de oude generatie
die uit de woestijn kwam en het land inging en het
land bewerkt in het boek Jozua en het bezit, zij
sterven en een nieuwe generatie komt ten tonele.
Let op de het buigen, het lijkt op 1 Koningen 19 als
Elia het heeft over degenen die niet voor Baal
gebogen hadden, het punt is Baalverering. En dat
vertoornd de Heere, dat doet het verbond dat Israël
met de Heere geweld aan om geen andere goden
voor Zijn aangezicht te hebben.
Zij maakten een contract met God, en als zij dat
verbond zouden breken zou Hij hen straffen met
speciale straffen.
Dus de eerst serie, de eerste les in deze straffen
vinden we in Leviticus 26 komt over hen.
Richt.2:13-15 zoals de Heere gesproken en
gezworen had…. Ziet u de oordelen komen over
hen.Het eerste oordeel dat Hij hen beloofd had zien
we in vers 14.
Richt.2:14 “Zo ontstak des HEEREN toorn
tegen Israel, en Hij gaf hen in de hand der
rovers, die hen beroofden; en Hij verkocht hen
in de hand hunner vijanden rondom; en zij
konden niet meer bestaan voor het aangezicht
hunner vijanden.”
Richt.2:16-20 en de Heere verwekt richters, daarom
noemen we deze oordelen kastijdingen. Omdat een
kastijding niet is bedoelt om iemand te vernietigen,
maar corrigerende discipline, om te leren, en te
corrigeren, om correct gedrag te produceren.
Daarom noemen we ze een les, een school, een
schoolmeester die hen probeert te leren. Over de
straf en het resultaat in het verbond. Dus van het
eind van al deze lessen zegt Hij : Als jullie niet naar
Mij luisteren, dat betekent dat Hij ze probeert terug
te roepen, en als zij niet luisteren krijgen ze een
andere les.
Dus temidden van de straffen brengt God richteren
tot hen die ze verlosten uit de hand van degenen die
hen beroofden. Heeft u ooit zo’n kind gehad? Oh
nee, u heeft allemaal lieve, aardige kinderen die
altijd de eerste keer gehoorzamen als u ze iets
vraagt. Herinnert u de tijd dat u een kind was… Ze
luisterden niet, ze deden hun eigen dingen en waren
eigenwijs. Hij straft hen, Hij werkt aan ze. Ik kan
me herinneren als klein kind dat mijn moeder mij
en mijn broer zou gaan slaan,en ik leerde al snel dat
hoe harder ik ging huilen hoe minder slaag ik
kreeg. Mijn broer was halsstarrig, als een muilezel,
ik niet. En hij zei: het doet geen pijn. De sleutel om
een kind te disciplineren is niet om hem halfdood te
slaan, of een volwassene, maar om hem naar de
plaats van berouw te brengen. Als u hem niet op
andere gedachten kunt brengen maakt u hem alleen
maar boos. De grootste strijd in mijn leven zit daar:
mijn oudste zoon, ik worstel liever met twee grizzly
beren dan dat ik één kind opvoed, ze kijken waar je
zwakke plekken zijn om te kijken waar ze je
kunnen raken en dan ben je verloren.
Het gaat er om dat u in staat bent om zo veel van
dat kind te houden dat u doet voor dat kind wat u
moet doen als ouder, al nekt het je, dat is moeilijk.
Er zijn geen ouders die denken dat ze het goed
gedaan hebben, maar als u het door geloof doet op
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 143
de manier zoals God zegt dat u het moet doen, en
dan praat ik niet over slaan, maar om te volharden
tot het eind tot er berouw komt en een
hartsverandering. Mijn broer zei dus: het doet geen
pijn, en hij huilde nooit totdat mijn moeder de
kamer verliet. En dan lag hij op bed en huilde als
een baby en ik zei: Travis wat doe je? Waarom huil
je niet als ze je slaat? Ik wil haar de voldoening niet
geven… OK, daar spreekt dit vers over.
Een volk in relatie tot de Heere. Hij straft ze, en ze
leren niet, waarom leren zij niet? Ongeloof. Als we
naar Gideon gaan, in Richt.6, Gideon is om te
beginnen niet zo’n geloofsman. God spreekt 7 keer
tot hem in Richt.6 om hem voor te bereiden,
persoonlijk Zijn Woord te geloven, geloof komt
door horen, horen door het Woord van God. God
spreekt 7x voor hij gelooft. Hij start met de taal van
ongeloof, en dan komt hij tot wat God hem zegt.
God ziet meer in hem dan hij in zichzelf ziet.
In Richt.6:12 “Toen verscheen hem de Engel
des HEEREN, en zeide tot hem: De HEERE is
met u, gij, strijdbare held!”
Hij noemt hem een strijdbare held, en als u naar de
rest van de verzen kijkt ziet u dat hij steeds:
waarom en waar en hoe en maar en niet ik zegt.
Maar uiteindelijk bereid God hem voor. Hij spreekt
5 keer om hem te instueren hoe hij het werk moet
doen. En weet u wat Gideon deed? Ze begonnen
met teveel mannen. Dus er moesten er naar huis, en
toen had hij nog teveel mannen en dan moeten er
nog meer naar huis, er blijven er 300 over.
En ik zeg u, als u 300 man had voor 10.000-enden
van de vijand dan is dat niet veel. En dan moet hij
een kruik met een lamp maken en verbergen en een
trompet en dan de bergtop op en de trompet blazen
en de kruik breken, de pot van klei en houdt het
licht op en blaast de trompet en zegt: Voor de
Heere en voor Gideon! Wat een plan! Het klinkt
niet erg naar een plan en toch werkte het. En wat
deed Gideon? Hij vertrouwde op God, hij deed wat
God zei, nam God op Zijn Woord. Weet u wat
Paulus zegt: door de dwaasheid van de
prediking…! Mensen kijken naar ons en denken dat
we watjes zijn, maar we doen het op Gods manier
en het werkt.
Na Gideon komt Barak. Richteren 4, er is een tijd
in Richt.4. De cirkel : 1 zonde :2 de kastijding : 3
zij belijden, roepen. Sisera verdrukt de kinderen
Israëls 20 jaar, in Richt.5. De manier waarop Sisera
Israël verdrukt is belangrijk om naar te kijken, laten
we naar hoofdstuk 5 gaan waar Sisera is gedood en
ze de overwinning hebben behaald. Deborah is
profetes in die tijd en zij zegt over de overwinning
in Richt.5:6.
Richt.5:6,7 “In de dagen van Samgar, den zoon
van Anath, in de dagen van Jael, hielden de
wegen op, en die op paden wandelden, gingen
kromme wegen.“De dorpen hielden op in Israel,
zij hielden op; totdat ik, Debora, opstond, dat ik
opstond, een moeder in Israel.”
De mensen waren te bang om de straat op te gaan,
de vijand kwam binnen en verdrukte hen en ze
bleven thuis en als ze buiten kwamen namen ze een
andere weg dan de normale, ze namen
achterweggetjes door het veld enz. om
onopgemerkt te blijven. Één van de redenen
daarvoor zien we in vers 30.
Richt.5:30 “Zouden zij dan den buit niet vinden
en delen? een liefje, of twee liefjes, voor
iegelijken man? Voor Sisera een buit van
verscheidene verven, een buit van verscheidene
verven, gestikt; van verscheiden verf aan beide
zijden gestikt, voor de buithalzen?”
Met andere woorden als ze je op straat zagen,
pakten ze je kleren af, heeft u dat ooit iemand zien
doen? Als iemand een jack ziet dat hij graag wil
hebben, of tennisschoenen die de kinderen willen
hebben? Iemand komt naar u toe met een geweer en
zegt: Doe je schoenen uit of ik schiet…! Wat er
vandaag gebeurd in de straten van Chicago is niet
zo veel verschillend van wat daar gebeurde. Sisera
was een bendeleider. De stad wordt geterroriseerd,
mensen durven niet naar buiten.
De onderdrukking van Sisera in Israël had een
speciaal karakter, ze kwamen en vielen mensen
persoonlijk aan. Ze kwamen niet om hun
voorraadschuren of hun veld met graan en hun
bezittingen. Maar ze pakten hun kleding maar ze
namen ook hun vrouwen mee, als een vrouw op
straat liep werd ze gewoon meegenomen. Dat was
dus een speciale verdrukking voor de vrouwen.
Deborah is een profetes, zij staat op als een moeder
in Israël, ze staat op tegen die verdrukking.
Richt.4:4 “Debora nu, een vrouw, die een
profetesse was, de huisvrouw van Lappidoth,
deze richtte te dier tijd Israel.”
Zij richtte Israël in die tijd, ze woonde onder de
palmboom tussen Rama en Bethel (:5). In
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 144
Richt.2:16 staat dat als God Israël door de richteren
verloste uit de hand van hen die hen beroofden.
Deborah is dus niet door God geroepen om een
richter te zijn maar om een profetes te zijn, en het
Woord van God te spreken. En Israël komt tot haar
en zij functioneert toch als een richter. Maar dan
zend God hen een verlosser: Barak. En zij spreekt
tot Barak in Richt.5:6-8 het Woord van God, dat
God Sisera over zal geven in Barak’s handen. In
vers 8 zegt Barak dat hij niet zal optrekken als zij
niet meegaat. En zij zegt dat ze zeker mee zal gaan.
Barak is niet bang om te gaan zonder haar, u hoort
veel rare dingen over Barak: dat hij niet zonder die
vrouw durfde te gaan. Als u deze verzen leest ziet u
dat deze man niet bang was. In vers 10 leest u dat
hij met 10.000 man ging. Als u al 10.000 man heeft
die met u gaat vechten zal één vrouw niet
uitmaken. Daar gaat het niet om in vers 8. Hij geeft
daar eer aan wie eer toekomt.
Wie was Deborah? Iemand die sprak namens God.
Wat zegt hij? Hij zegt: Ik ga niet zonder dat het
Woord van God met me mee gaat. In vers 9 zegt ze
dat ze meegaat maar dat de eer niet voor hem zal
zijn maar voor een vrouw. Dat is belangrijk. Barak
zocht geen eer voor zichzelf, hij zocht bevrijding
voor zijn volk. Hij wilde dat de eer zou gaan naar
degene die de eer toekwam, en Deborah vertelt hem
dat de Heere Sisera zal geven in de hand van een
vrouw. En als u verder leest in het hoofdstuk ziet u
dat Jaël :17-21 Sisera letterlijk met zijn hoofd aan
de grond nagelde. Ze doodde hem door een spijker
door zijn slaap in haar tent. En zij bevrijdde Israël.
Barak versloeg zijn leger terwijl Sisera wegkwam
en een vrouw, Jaël, doodde hem.
Van Jaël staat in Richt.5:24 dat zij gezegend is
bóven de vrouwen. Van Maria staat er dat ze
gezegend is onder de vrouwen, Luk.1. Zo wordt ze
in een meer verhoogde positie geplaatst dan Maria,
de moeder van de Heere Jezus Christus. U ziet
mensen Maria aanbidden, en ik weet niet of mensen
weten dat Jaël bestaat, maar God plaatste haar
boven de vrouwen. Dus met Barak waardeert God
zijn geloof.
In de Bijbel zijn vrouwen over het algemeen het
zwakkere vat 1 Petr.3:7, maar wat leren we hier.
Als we terugkijken naar Gideon en u ziet dat God
Israël bevrijd, hoe? Met 300 man, niet met de
10.000den, met de kleipot met de lamp erin. Weet u
wat hij daar over zegt in Mattheus 6? Gij zijt het
licht der wereld, maar u moet het niet onder de
korenmaat zetten, niet in een pot, u moet hem,
bang, laten zien, en u blaast de trompet en u
proclameert het Woord van bevrijding, door
zwakke dingen.
Hoe ziet het kleine overblijfsel er in de grote
verdrukking eruit? Een groep zwakkelingen,
onbeduidend, dwaas volk. Wat ziet u met Barak? U
ziet Barak, maar wie krijgt de eer? Het is de vrouw,
het zwakke vat.
Hetzelfde met Jefta, Richteren 11. Jefta heeft een
moeilijk begin, zijn moeder is een hoer, geen
moeder waar je trots op kunt zijn. Een jongen nu,
opgebracht in zo’n familie wordt agressief in het
leven, wraakgierig. En dat ziet u hier ook, hij wordt
uit huis gegooid op jonge leeftijd en leeft op straat,
hij probeert vrienden te vinden maar hij vind alleen
ijdele mannen (:3). Een stelletje waardeloze
mannen zonder respect. Hij had vrienden nodig om
te overleven, voor gevoel van veiligheid en
identiteit, dus wat doet hij: hij wordt een
bendeleider.
U begrijpt dat de problemen met de bendes en alles
op straat, armoede is. Maar het probleem is niet de
armoede, er zijn veel mensen die geleefd hebben in
armoede, maar die integer waren en eerlijk en die
werkten en ze waren geen dieven en rovers en
leugenaars en hoeren. Dat waren ze niet. Wie van u
leefde in de depressie, uw grootmoeders en vaders,
zij leefden eerbare levens, onder omstandigheden
die slechter waren dan de slechtste persoon hier in
Chicago. Mijn vrouw’s opa voedde 10 kinderen op
gedurende de depressie en ik zeg u dat hij minder
had voor 10 kinderen dan 1 persoon die hier op
straat heeft aan soepkeukens enz. Wij gooien
genoeg afval weg om mensen te voeden en het is
meer dan mensen in de depressie hadden toen. Ziet
u, armoede is het probleem niet. Of waar mensen
naar wijzen: gebrek aan onderwijs, weet u waar het
vandaan komt? Van twee dingen:
Ten eerste: Door een gebrek aan respect voor het
leven, voor de waarde van een menselijke ziel, voor
wie u werkelijk bent. Ten tweede: de worsteling
voor het vinden van identiteit en waar u bij hoort.
De reden waarom mensen in bendes gaan, en ik ben
geen socialist, maar ik weet genoeg van het Woord
van God om te weten wat het probleem is. Het
probleem is de worsteling waar mensen mee zitten:
waar horen ze bij, wat hun identiteit is en het enige
antwoord wat u ooit daarop zult vinden is, een
blijvende identiteit: in Jezus Christus.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 145
Mensen proberen hun identiteit in hun werk te
vinden. We horen over de multiculturele
samenleving, mensen proberen hun identiteit te
vinden in zichzelf en in hun geschiedenis, een
stelletje zondaren die iets groots uit zichzelf
proberen te halen. Maar het antwoord, is in het
Evangelie. Dan wijzen we op Iemand Die hen
werkelijk een identiteit kan geven die telt.
Terug naar Jefta, Jefta was een harde jongen en als
Israël bevrijd moet worden, weet u tot wie ze gaan?
Ze gaan naar Jefta.
Richt.11:7 “Maar Jeftha zeide tot de oudsten
van Gilead: Hebt gijlieden mij niet gehaat, en
mij uit mijn vaders huis verstoten? waarom zijt
gij dan nu tot mij gekomen, terwijl gij in
benauwdheid zijt?
Hier zegt hij (en u ziet de wrok die hij t.o.v. hen
heeft) Waarom kom je nu tot mij..enz. De oudsten
zeggen: Vecht voor ons, we hebben je nodig, we
hebben je nodig, we hebben je nodig. En kijk wat
hij in vers 9 zegt: als God mij de verlosser en de
richter maakt zullen jullie dat dan waarderen?
Zullen jullie dan doen wat God zegt?!
Richt.11:9 “Toen zeide Jeftha tot de oudsten
van Gilead: Zo gijlieden mij wederhaalt, om te
strijden tegen de kinderen Ammons, en de
HEERE hen voor mijn aangezicht geven zal, zal
ik u dan tot een hoofd zijn?”
En zij zeggen: We zullen het doen.En Jefta sprak al
zijn woorden voor het aangezicht des Heeren (:11).
En hij bevrijd hen, maar weet u, temidden daarvan
maakt Jefta een grote fout.Hij is een man van
geloof, dat ziet u in dit hoofdstuk, maar hij maakt
een grote fout:
Richt.11:30,31 “En Jeftha beloofde den HEERE
een gelofte, en zeide: Indien Gij de kinderen
Ammons ganselijk in mijn hand zult geven; “Zo
zal het uitgaande, dat uit de deur van mijn huis
mij tegemoet zal uitgaan, als ik met vrede van
de kinderen Ammons wederkom, dat zal des
HEEREN zijn, en ik zal het offeren ten
brandoffer.”
Op dat moment in zijn leven als hij begint te
merken dat hij iemand is komt hij op een punt dat
zijn mond hem in de problemen brengt. Hij maakt
een afspraak met God en hij beloofde de Heere een
gelofte: Als U me laat winnen en als ik dan naar
huis gaat het eerste dat uit mijn deur komt is voor U
en ik zal het offeren.
Wat het ook is: een koe, een paard, een favoriete
bezitting, wat dan ook, het is voor U. God gaf hem
de overwinning en het probleem komt in vers 34:
Richt.11:34 “Toen nu Jeftha te Mizpa bij zijn
huis kwam, ziet, zo ging zijn dochter uit hem
tegemoet, met trommelen en met reien. Zij nu
was alleen, een enig kind; hij had uit zich anders
geen zoon of dochter.”
Zie zo ging zijn dochter uit hem tegemoet… En als
u dit leest dan denkt u: gaat die man zijn dochter
doden? Het is zoals het er staat. Al de commentaren
proberen het te veranderen. Bullenger en al de
anderen, zeggen: hij doodde haar niet echt, wat hij
deed is: hij maakte een levenslange maagd van
haar. Maar dat staat er niet, in vers 40 staat dat de
dochters van Israël jaarlijks haar gingen betreuren.
Vertel mij: u gaat toch niet jaarlijks de berg op om
een maagd te bewenen. Ze gingen daar als een
herinnering heen en ze beweenden haar dood.
Nu, God heeft dat niet gewild, niet goedgekeurd.
Wat dit illustreert is de dwaasheid van een man die
zijn mond niet in bedwang had en daarna te trots
was om terug te nemen wat hij had gezegd. Wat
Jefta deed vinden we in Leviticus 27 en Prediker
5. Er is geen reden in de wereld om Gods Woord
op een vergissing te doen lijken, met de bedoeling
om Jefta hier te rechtvaardigen, en dat doen de
commentaren en de predikers. Ze zeggen: Hij deed
het niet echt, want Hebreeën noemt hem een man
van geloof en een man van geloof zal al deze
dingen niet doen, wij verdedigen Jefta en de Bijbel
heeft het bij het verkeerde eind…!
Nee, de Bijbel heeft het niet verkeerd. U probeert
een zondaar zoals u en ik te nemen en ons gelijk te
geven en God was verkeerd. Dat is helemaal fout.
Als u een probleem heeft en u weet het antwoord
niet, en elke keer als u een probleem in de Bijbel
heeft en u blijft studeren wat doet u dan? U vindt
het antwoord. Dus als u in dit geval een probleem
heeft en u weet het antwoord niet, wat is dan de
oplossing? Blijf studeren zodat u het antwoord zult
vinden en ga niet de Bijbel veranderen! Als u een
Bijbel student bent dan weet u dat, als u uw Bijbel
regelmatig bestudeert dan bent u al 1000 problemen
tegengekomen waar u het antwoord niet op wist,
maar u bleef studeren of u vroeg het aan iemand
anders en u vond het antwoord.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 146
Dus wat doet u nu? U gaat gelovend de Bijbel
bestuderen en dat is karakteristiek voor een
Bijbelgelovige. Een Bijbelshopper zal zeggen: Een
betere vertaling zal zijn…Of u kunt dat niet zo in
onze taal zeggen… enz. Ik zeg dat tegen u na 30
jaar Bijbelstudie, dan leert u hoe u antwoorden
moet vinden, blijf studeren! Als u veel hersens
heeft en veel geld uitgeeft aan studie dan kunt u
waarschijnlijk niet aanvaarden dat het zo simpel is.
Prediker 5:1,3,4,5 Wees niet te snel met uw
mond, en uw hart haaste niet een woord voort
te brengen voor Gods aangezicht; want God is in
den hemel, en gij zijt op de aarde; daarom laat
uw woorden weinig zijn.” Wanneer gij een
gelofte aan God zult beloofd hebben, stel niet uit
dezelve te betalen; want Hij heeft geen lust aan
zotten; wat gij zult beloofd hebben, betaal het.
Het is beter, dat gij niet belooft, dan dat gij
belooft en niet betaalt. Laat uw mond niet toe,
dat hij uw vlees zou doen zondigen; en zeg niet
voor het aangezicht des engels, dat het een
dwaling was; waarom zou God grotelijks
toornen, om uwer stemme wille, en verderven
het werk uwer handen?”
Beloof niet iets wat u niet kunt betalen. Wat met
Jefta in Richteren gebeurde is niet zijn grootste
moment van geloof, het was een moment van
dwaasheid, en gebrek aan geloof.
Lev.27:1,13 “Spreek tot de kinderen Israels, en
zeg tot hen: Wanneer iemand een gelofte zal
afgezonderd hebben, naar uw schatting zullen
de zielen des HEEREN zijn. “Maar indien hij
het immers lossen zal, zo zal hij deszelfs vijfde
deel boven uw schatting toedoen.”
Dit is wat hij had moeten doen. Iemand had iets aan
de Heere beloofd, maar nu wil hij het houden, wat
moet hij dan doen? Er is een weg om datgene te
behouden. De priester moet de waarde van datgene
vaststellen en hij moet er 20% aan toevoegen als
een soort belasting.
U weet toch dat de priester 20% meer kreeg dan
iemand anders in Israël? Als alle twaalf stammen
hun tienden naar de priesters moeten brengen,
zodat de priester genoeg had om van te leven,
hoeveel is dan 12x 10%? 120% nietwaar!
Dat is het extra deel dat God aan de priesters gaf
omdat zij geen fysiek land hadden geërfd. Omdat
zij priesters waren. En als Jefta door geloof had
gewandeld in plaats van naar zijn eigen wensen, en
toegegeven had dat hij een fout had gemaakt, God
keurde het niet goed, God zei niet dat het juist was.
Maar God stopte het ook niet in de doofpot. Hoe
kan deze man dan nog in de rij van geloofshelden
staan? Al deze heiligen hebben zonden, ze hadden
allemaal problemen. Ze maakten allemaal fouten en
God kijkt naar hen en ziet hun geloof en niet hun
dwaasheid. Dit zijn allemaal praktische
voorbeelden voor de verdrukkingsheiligen om na te
volgen.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 147
Hebreeën 12:5
Hebr.12:5 “En gij hebt vergeten de vermaning,
die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht
niet klein de kastijding des Heeren, en bezwijkt
niet, als gij van Hem bestraft wordt;”
Dit is een meer bekend gedeelte in het boek
Hebreeën, vaak aangehaald maar weinig begrepen,
het is een gedeelte over kastijding. Ik leer dit
gedeelte zoals zo veel andere gedeelten in
Hebreeën in verband met het volk Israël in de grote
verdrukking, en kastijding heeft daarin een
belangrijk deel. Met Israël en hun programma.
Meestal wordt dit gedeelte gebruikt met kastijding
in het leven van gelovigen. Maar dit gedeelte hier,
al kunnen we sommigen dingen toepassen, heeft te
maken met het volk Israël. Zij zien een periode van
kastijding tegemoet, zij moeten volharden en ze
moeten er van leren, er van profiteren.
In Hebr.10 en 11 vertelt hij hen over volharden, in
de verdrukking en moeilijkheden, maar daarna
komt de heerlijkheid. Daarom moeten zij geloof
hebben om de toekomstige druk aan te kunnen en
daarna de hoop van de heerlijkheid van het
Koninkrijk. En door hun geloof in de hoop die voor
hun ligt zijn ze in staat om vol te houden tot het
einde.
In Hebr.12:5 zegt hij dat ze de vermaning vergeten
hebben. In vers 1-4 heeft hij het gehad over het met
volharding de loopbaan lopen ziende op Jezus, Die
wat voor Hem lag in de toekomst kracht gaf om te
volharden, het kruis en de schande veracht. In vers
3 zegt hij nogmaals op Jezus te zien.
Het probleem is dat vervolgingen en moeilijkheden
je moe maken en doen verflauwen, bezwijken.
Trauma doet iets met uw verstand. Jaren geleden
begreep ik 1 Tes.4:18 pas goed, ik herinner me dat
toen ik pas een pastor was ik naar mensen moest
gaan die een geliefde verloren hadden in een
tragische situatie en ik wist niet wat ik moest
zeggen, iets wijs, ik las alleen de verzen, het is
soms goed om onwetend te zijn, want dan kunt het
juiste doen. Ik bad in die kamer met die mensen en
las dit gedeelte met hen, en ik kende de verzen, ik
had betere leraars dan ik ze horen lezen, maar het
lezen en zeggen van deze verzen in hun
tegenwoordigheid had maakte indruk op hen, en
later ging ik ook door sommige van die ervaringen
heen en mensen deden dat voor mij, toen mijn
vader naar de Heere ging zat een broeder bij mij
aan tafel en las die verzen uit 1 Tes.4. je verstand is
een beetje murw en je gaat nadenken.
Een trauma heeft invloed op uw verstand, je
verstand is moe en je bent zwak en dat komt terecht
in je denkprocessen. Soms zeg je: ik ben moe, b.v.
als ik terugkom uit Detroit (ik ging heen in 5.10 uur
en terug in 4.45 uur) en ik reed in een auto zonder
stuurbekrachtiging, er is veel te doen in het
kantoor, een machine werkte niet en dan zeg je:
man, ik ben moe. Maar de moeheid is het probleem
niet, want u kunt moe, uitgeput zijn en als er dan
iemand langskomt met iets wat u erg leuk vind dan
vind u wel weer energie…
Dus de verleiding die deze mensen tegenkomen, in
Daniël 7 staat dat het doel van de antichrist is om
hen uit te putten, als ze down zijn. Hebreeën geeft
ze de balans, de satanische politiek wil hen
uitputten, ze moe maken, zwak in hun verstand. En
hij zegt: Let op als dat gebeurd: aanmerkt de Heere
Jezus Christus, Hij gaf niet op, Hij stopte niet. In
Hebr.12:4 zegt hij dat ze nog niet ten bloede toe
hebben tegengestaan. Jullie hebben het nog niet zo
slecht als Hij het had. In Hebr.12:5 begint hij over
wat ze moeten begrijpen over de vervolging.
Vergeten… dat gebeurt als je zwak begint te
worden in je verstand, ze vergeten de vermaning
van de Schrift. Vergeten, je begint onjuist te
denken en het resultaat is dat je het af laat weten, je
gaat niet meer. Dit staat in:
Spreuken 3:11,12 “Mijn zoon! verwerp de tucht
des HEEREN niet, en wees niet verdrietig over
Zijn kastijding; “Want de HEERE kastijdt
dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader
den zoon, in denwelken hij een welbehagen
heeft.”
Jullie handelen niet op grond van de leer, die jullie
gegeven is, jullie hebben niet geleerd wat de Schrift
hier over zegt, en als Israël het
‘kastijdingsprogramma’ tegen hen ziet werken
vertelt hen dat twee dingen.
Hebr.12:6,7,8 “Want dien de Heere liefheeft,
kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon,
die Hij aanneemt. “Indien gij de kastijding
verdraagt, zo gedraagt Zich God jegens u als
zonen; (want wat zoon is er, dien de vader niet
kastijdt? “Maar indien gij zonder kastijding zijt,
welke allen deelachtig zijn geworden, zo zijt gij
dan bastaarden, en niet zonen.”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 148
Dat is een verklaring dat kastijding twee dingen tot
het volk Israël zegt: 1) God houdt van hen, want
Hij houdt zijn Woord aan hen. 2) Zij zijn zonen, en
Hij verspilt Zijn tijd niet door mensen die niet bij
Zijn familie horen te kastijden.
Deze mensen hebben te maken met het probleem
van verflauwen. Als u zich Hebr.2:1,2 herinnert
door geen aandacht aan het Woord te geven,
doorvloeien. Houdt uw verstand scherp, blijf erbij.
Anders wordt u moe onder de verdrukking en u
bent niet meer in staat om te volharden tot het
einde. Het is belangrijk om dingen te begrijpen
over de kastijding, ze zitten in een periode van
kastijding waar zij doorheen moeten, en ze moeten
er van leren en van profiteren.
Hebr.12:9,10 “Voorts, wij hebben de vaders
onzes vleses wel tot kastijders gehad, en wij
ontzagen hen; zullen wij dan niet veel meer den
Vader der geesten onderworpen zijn, en leven?
“Want genen hebben ons wel voor een korten
tijd, naar dat het hun goed dacht, gekastijd;
maar Deze kastijdt ons tot ons nut, opdat wij
Zijner heiligheid zouden deelachtig worden.”
De reden waarom God hen kastijd, zie de twee
punten, zij zijn Zijn speciale mensen. En de
kastijding heeft een doel, want het profijt dat
beschikbaar is in de kastijding is dat zij Zijn
heiligheid deelachtig worden. Herinnert u zich dat
hij in Hebr.3:6 zegt: Wiens huis wij zijn en in
Hebr.3:1 heilige broeders, deelgenoten van
Christus. 2 Petr.1:2-7 Voeg al deze groeipotenties
toe aan uw leven, voeg deze dingen toe aan het doel
waartoe God u apart gezet heeft voor Zichzelf.
Deelgenoten aan Zijn heiligheid.
Heiligheid is de integriteit van God, apart gezet.
Apart gezet voor het doel waartoe God u heeft
geschapen. Dat zij mogen zijn waartoe God het
volk heeft geschapen om te zijn. Deelgenoten van
de goddelijke natuur, laat dat in u uitwerken en
voeg toe aan uw geloof…
2 Petr.1:8 “Want zo deze dingen bij u zijn, en in
u overvloedig zijn, zij zullen u niet ledig noch
onvruchtbaar laten in de kennis van onzen
Heere Jezus Christus.”
U zult niet onvruchtbaar zijn als deze dingen in
overvloedig zijn.
2 Petr.1:9 “Want bij welken deze dingen niet
zijn, die is blind, van verre niet ziende,
hebbende vergeten de reiniging zijner vorige
zonden.”
Vergeten… In vers 10-12 ziet u dat hier een
volmaking is in de heiligheid, het deelgenoot zijn
daarvan, ze moeten deze dingen letterlijk nemen en
deel maken van Gods heiligheid in hun leven.
1 Petr.1:15-18 “Maar gelijk Hij, Die u geroepen
heeft, heilig is, zo wordt ook gijzelven heilig in
al uw wandel;” “Daarom dat er geschreven is:
Zijt heilig, want Ik ben heilig.” En indien gij tot
een Vader aanroept Dengene, Die zonder
aanneming des persoons oordeelt naar eens
iegelijks werk, zo wandelt in vreze den tijd
uwer inwoning;” “Wetende dat gij niet door
vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt
uit uw ijdele wandeling, die u van de vaderen
overgeleverd is;”
Dat is precies wat we lazen in Hebr.12:5, niet
verflauwen, het éne is positief en het andere
negatief. En het is dezelfde context als Hebr.12. Hij
maakt er een punt van dat ze moeten profiteren van
dat wat hen kracht geeft om te volharden. Ze zitten
niet in een statische situatie, deze
verdrukkingsheiligen, ze kunnen niet achterover
gaan zitten en niets doen en zo volharden en het
Koninkrijk binnengaan.
Hebr.12:11 “En alle kastijding als die
tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde,
maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft
zij van zich een vreedzame vrucht der
gerechtigheid dengenen, die door dezelve
geoefend zijn.”
Kastijding is niet prettig, maar daarna…een
vreedzame vrucht. Dat herinnert ons weer aan
Hebr.10:35-39, daar begint alles. Zij moeten het
doel en het profijt van de kastijding begrijpen waar
zij doorgaan, want later brengt het een vrucht van
vrede en gerechtigheid brengen. Die kastijding
produceert voor de kleine kudde van gelovigen de
rust van het Koninkrijk. Zij zijn degenen die het
verkrijgen. En de manier hoe zij het krijgen is door
te leren van deze kastijding tot heiligheid. Nu, het
is heel belangrijk wat de kastijding is, inhoud. Ga
met mij mee naar: Hebr.12:8 en let op de definitie
die de tekst geeft van kastijding.
We gaan eerst naar Job. Het is belangrijk om de
termen te definiëren, soms begrijpen mensen niet
wat kastijden inhoudt. De Bijbel heeft zijn eigen
definities, standaard, van de termen die in de Bijbel
gebruikt worden. U moet termen gebruiken zoals
de Bijbel ze gebruikt. En kastijding is een heel
specifiek Bijbels woord, en heeft een betekenis in
de Schrift. En het is niet altijd de betekenis die wij
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 149
aan het woord geven. U hoort preken over dat God
mensen kastijdt en dat God ze straft, ze slaat, en als
er rampspoed komt in het leven denkt men dat God
hen kastijd, alsof God u laat boeten voor uw
zonden. Maar dat is het niet!
Job 5:17“Zie, gelukzalig is de mens, denwelken
God straft; daarom verwerp de kastijding des
Almachtigen niet.”
Verwerpt de kastijding des Almachtigen niet. Een
ander woord voor kastijding in uw Bijbel is?
Correctie. Kastijding is correctie, discipline die
bedoelt is om goed gedrag te produceren. Het is
geen straf. De poel des vuur b.v. is geen kastijding,
dat is straf. En het doel van de hel, de poel des
vuurs is niet bedoeld om iemand te veranderen of
gedrag te veranderen, maar vergelding. De
natuurlijke consequenties van de zonde. De hel en
de poel des vuurs is geen kastijding, maar straf. Het
punt is geen hervorming, maar straf.
Maar kastijding is bedoeld om goed gedrag te
verkrijgen, en dat is een groot verschil. Als we
teruggaan naar Hebr.12 zien we hetzelfde.
Hebr.12:6,8 vers 6 is een aanhaling uit Spreuken
3:12, het woord geselen komt verder niet meer voor
in Hebr.12. Maar in Hebr.12 heeft hij het over wat
God door leven, genade, rechtvaardigheid door het
Nieuwe verbond voor het volk Israël en de focus op
kastijding. Want het systeem van de wet en Mozes
is over.
We gaan terug naar Leviticus 26, want u moet
begrijpen dat kastijding iets is dat een grote en
prominente plaats heeft in de geschiedenis van het
volk Israël. En dat het ervaren zal worden in de
grote verdrukking. Een bijzondere tijd in de
geschiedenis van Israël, Mozes heeft Israël uit
Egypte geleid, ze zijn de Rode Zee overgestoken,
ze zijn in de woestijn, ze gaan naar de Sinaï, het
verbond van de wet is gemaakt en in dat verbond
doet God Israël een voorstel: Als jullie Mijn
geboden houden dan zullen jullie een bijzonder
volk zijn. En zij bevinden zich in een contract met
God: Als u deze geboden houdt dan krijgen jullie
deze zegeningen.
Als we de geboden niet houden dan kunt U ons
deze straffen geven, vloeken en zij hebben een
wettelijk, bindend contract waardoor ze zegeningen
ontvangen of vloeken.
Mozes begint de wet voor hen uit een te zetten en
de instructies en de geboden. En als we in Lev.26
komen geeft Mozes ze een overzicht van het
verbond, de zegeningen en de vloeken. Lev.26:3-13
zijn zegeningen. Jullie houden het verbond en Ik
geef jullie al die zegeningen, en hier ziet u
specifieke zegeningen: hun land brengt vrucht
voort, hun vijanden kunnen hen niet vervolgen,
lastig vallen. Het weer zal goed zijn enz. Allemaal
geweldige zegeningen zodat zij kunnen
functioneren op de aarde in veiligheid en
overvloed. Maar, Israëls probleem was dat zij
dachten dat zij het konden doen en zij moeten er
achter komen dat zij het niet kunnen.
In Lev.26:16 begint een lijst met straffen,
kastijdingen, zes kastijdingen, oordelen. Het zijn
‘oordeelcursussen’. Een serie van oordelen over
Israël, maar niet met de bedoeling om ze te
vernietigen, het is een soort verbetercursus. Op
school doen kinderen soms een remedial les in
rekenen of wiskunde.
Lev.26:16,17 “Dit zal Ik u ook doen, dat Ik over
u stellen zal verschrikking, tering en koorts, die
de ogen verteren en de ziel pijnigen; gij zult ook
uw zaad te vergeefs zaaien, en uw vijanden
zullen dat opeten.“Daartoe zal Ik Mijn
aangezicht tegen ulieden zetten, dat gij geslagen
zult worden voor het aangezicht uwer vijanden;
en uw haters zullen over u heerschappij hebben,
en gij zult vlieden, als u niemand vervolgt.”
Hier geeft Hij hen de eerste les
Lev.26:18 “En zo gij Mij tot deze dingen toe nog
niet horen zult, Ik zal nog daar toedoen, om u
zevenvoudig over uw zonden te tuchtigen.”
De bedoeling van vers 16,17 was dat Israël zou
gaan luisteren, maar als jullie niet naar Mij
luisteren, dan straf Ik jullie 7 maal meer voor jullie
zonden.
Lev.26:21 “En zo gij met Mij in tegenheid
wandelen zult, en Mij niet zult willen horen, zo
zal Ik over u, naar uw zonden, zevenvoudig
slagen toedoen.”
Het doel van de straffen was reformatie, en de
reden waarom Hij hen deze lessen geeft, en de
reden waarom wij ze lessen, cursussen noemen, is
dat het is als naar school gaan. De wet was een
schoolmeester, en de wet leerde hen lessen in wat
zij moesten weten en zij leerden ze niet erg goed.
Zij gaan door een serie van vijf sessies van een
hervormingsschool, proberen om reformatie te
verkrijgen, vijf lessen.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 150
De eerste is in Lev.26:16,17 en beslaat het boek
Richteren tot Salomo’s regering. (Saul, David en
Salomo).
De tweede is Lev.26:18,19,20 de tweede serie
oordeelslessen en gaat tot de scheuring van het
koninkrijk en de rest van de koningen.
De derde is in Levr.26:21,22 de derde serie
oordelen gaat tot 2 Koningen 10.
De vierde is in Lev.26:23-26 de vierde serie
oordelen gaat tot 2 Koningen 16.
De vijfde is in Levr.26:27 en verder gaat door tot
het eind van het volk. De vijfde oordeelsles eindigt
met de gevangenschap van het volk: Lev.26:32 de
vijanden komen en bezetten het land en ze worden
onder de heidenen verstrooid en de heidenen nemen
Israël in bezit.
Het land Israël wordt gegeven in de handen van de
heidenen. Wat de Bijbel noemt de tijden der
heidenen begint. Dat introduceert het boek Daniël,
dat begint met de Babylonische ballingschap. Die
vijfde serie oordelen begint met de Babylonische
ballingschap maar duurt tot de tweede komst van
Jezus Christus.
Daniël wordt weggevoerd naar Babylon en hij
krijgt een serie visioenen, en deze visioenen geeft
details van die vijfde serie oordelen.
In het eerste ziet hij een beeld van Nebukadnezar
en het overzicht van de koninkrijken die over Israël
zullen regeren in de tijden der heidenen. In Dan.7-
9 geeft hij een tijdschema waaronder het vijfde
oordeel onder zal opereren. Hoe het zal verlopen en
eindigen, alle details worden uitgelegd.
Alle schrijvende profeten (Jesaja t/m Maleachi)
schrijven allemaal gedurende die vijfde serie
oordelen en ze schrijven allemaal over die vijfde
serie. De vijfde serie is de geestelijke conditie
waaronder Israël is als Johannes de Doper
verschijnt, als de Heere en de twaalf er zijn,
wanneer de kleine kudde en de eerste periode van
Handelingen er is, totdat het profetische
programma wordt onderbroken is die vijfde
oordeelsserie daar, die vijfde cirkel van kastijding
waaronder Israël zit.
De bedeling van genade onderbreekt die
tijdsperiode en het is niet in werking vandaag. Maar
in de grote verdrukking komt het terug in werking,
en de conditie waarin Israël is in de grote
verdrukking en in de 7e week totdat Christus
terugkomt en Zijn Koninkrijk opzet ondergaan ze
de afsluiting van Gods vijfde serie oordelen. Die
vijfde cirkel van kastijdingen die bedoelt is om ze
op de plaats te brengen waar ze zullen erkennen dat
ze een Verlosser nodig hebben! En als u in Lev.26
kijkt naar de manier waarop ze er uit kunnen
komen. Ze kunnen op elk moment tot Hem roepen
en onder deze kastijding vandaan komen:
Lev.26:40 “Dan zullen zij hun ongerechtigheid
belijden, en de ongerechtigheid hunner vaderen
met hun overtredingen, waarmede zij tegen Mij
overtreden hebben, en ook dat zij met Mij in
tegenheid gewandeld hebben.”
Dan zullen zij hun ongerechtigheden belijden….
Als u wilt weten waarom Daniël in Daniël 9 zijn
zonden en de zonden van zijn volk belijd, daarom!
Hij doet daar wat dit gedeelte, Lev.26:40 zegt. Als
u wilt weten waarom Johannes de Doper uitgaat en
predikt de doop van bekering tot vergeving van
zonden en alle mensen tot zijn doop komen
belijdende hun zonden, dan is hier de reden.
1 Joh.1:9 “Indien wij onze zonden belijden, Hij
is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de
zonden vergeve, en ons reinige van alle
ongerechtigheid.”
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw
enz… De remedie om de cirkel van kastijding
onder de vijfde serie van oordelen te doorbreken
voor Israël is door hun falen te erkennen
Lev.26:41,42! “Dat Ik ook met hen in tegenheid
gewandeld, en hen in het land hunner vijanden
gebracht zal hebben. Zo dan hun onbesneden
hart gebogen wordt, en zij dan aan de straf
hunner ongerechtigheid een welgevallen
hebben;” “Dan zal Ik gedenken aan Mijn
verbond met Jakob, en ook aan Mijn verbond
met Izak, en ook aan Mijn verbond met
Abraham zal Ik gedenken, en aan het land zal
Ik gedenken;”
Maar het vraagt een verandering in hun hart van
hun kant, door hun falen te belijden, hun zonden,
hun ongerechtigheden. Als Johannes verschijnt
gebeurt dit, en dat is het punt, dat is de reden in
Hand.2-5 als Petrus dezelfde boodschap predikt als
Johannes: bekering tot vergeving van zonden.
Als we naar Hebr.12 gaan en hij heeft het over
kastijding dan zou een Bijbels intelligente Israëlier
dat moeten verstaan. Hij spreekt niet over: Als u als
individuele gelovige er een bende van maakt God u
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 151
er van langs zal geven. Hij heeft het hier over het
volk! En Hij heeft het over de conditie waarin het
volk zich bevind, in de laatste dagen van die vijfde
serie oordelen.
Zoals we bestudeerden in Hebr.11, dat de ouders
van Mozes begrepen in welk tijdschema ze zaten en
ze begrepen waar ze waren in dat tijdschema. En
deze Hebreeuwse heiligen zullen het tijdschema
van deze vijfde serie begrijpen, waar ze zijn. En hij
zegt: Kijk, deze kastijdingsperiode, daar is een
bedoeling mee, ontworpen om het volk bij zijn
positieven te brengen. Bedoelt om het volk te laten
luisteren en horen, en om niet te verflauwen.
Beantwoord in geloof wat God zegt en Zijn
bedoeling .
Hier is weer iets wat laat zien dat Hebreeën niet
gaat over de bedeling van genade: want als hij in
Hebr.12:7 en 8 zegt dat God Zich gedraagt jegens u
als zonen. De zoonschapstatus van het volk Israël is
op dit punt herstelt. De middelmuur des
afscheidsels is opgetrokken en de speciale positie is
herstelt, en nogmaals hij spreekt hier niet over
individuen. Het gedeelte spreekt over het volk. En
de kastijding waar het volk doorgaat en wat het in
hen moet produceren.
Hebr.12:11 “En alle kastijding als die
tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde,
maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft
zij van zich een vreedzame vrucht der
gerechtigheid dengenen, die door dezelve
geoefend zijn.”
Er is rust als je juist bent getest, en de les geleerd
hebt die je moest leren.
Jesaja 32 dit gedeelte kijkt vooruit naar het
Koninkrijk, profetisch.
Jes.32:1,2 “Ziet, een koning zal regeren in
gerechtigheid, en de vorsten zullen heersen naar
recht. “En die man zal zijn als een verberging
tegen den wind, en een schuilplaats tegen den
vloed, als waterbeken in een dorre plaats, als de
schaduw van een zwaren rotssteen in een
dorstig land.”
Dat is Christus en de apostelen regeren, en hij
spreekt hoe het zal gebeuren.
Jes.32:6 “Want een dwaas spreekt dwaasheid,
en zijn hart doet ongerechtigheid, om
huichelarij te plegen, en om dwaling te spreken
tegen den HEERE, om de ziel des hongerigen
ledig te laten, en den dorstige drank te doen
ontbreken.”
Dit vers gaat over de antichrist.
Jes.32:13-15 “Op het land mijns volks zal de
doorn en de distel opgaan; ja, op alle
vreugdehuizen, in de vrolijk huppelende stad.
“Want het paleis zal verlaten zijn, het gewoel
der stad zal ophouden; Ofel en de wachttorens
zullen tot spelonken zijn, tot in der eeuwigheid,
een vreugde der woudezelen, een weide der
kudden. “Totdat over ons uitgegoten worde de
Geest uit de hoogte; dan zal de woestijn tot een
vruchtbaar veld worden, en het vruchtbare veld
zal voor een woud geacht worden.”
Dat is een belofte voor het volk, God stort Zijn
Geest uit op het volk. En het resultaat van het
uitstorten van de Geest zal een vruchtbaar veld en
de zegeningen in het Koninkrijk (Jes.35:16-20). Als
hij in Hebr.12:11 schrijft dat zij daarna een
vreedzame vrucht der gerechtigheid geeft, na de
kastijding, dan heeft hij dat in zijn gedachten. De
rustige, vredige rust waar Israël naar uitkijkt in haar
Koninkrijk.
Hebr.12:12-14 “Daarom richt weder op de
trage handen, en de slappe knieen;” “En maakt
rechte paden voor uw voeten, opdat hetgeen
kreupel is, niet verdraaid worde, maar dat het
veelmeer genezen worde. “Jaagt den vrede na
met allen, en de heiligmaking, zonder welke
niemand den Heere zien zal;”
Let op in vers 12 en 13 zegt hen twee dingen om te
doen in het licht van alle zegeningen die komen als
ze volharden. Deze dingen zijn een soort
verwijzing naar Jes.35:3,4. Met andere woorden:
laat het niet afweten, ga door. Loop een rechte weg,
blijf er bij.
Hebr.12:5 als u een probleem heeft brengt dat weer
problemen voor andere mensen. Het hele punt heeft
te maken met deze Koninkrijkszaken. En de
kastijding, het is niet nodig om een gedeelte als dit
aan te passen zodat u en ik het niet in ons
programma hoeven mee te maken. Het is
makkelijker om het te laten zoals het is, waar het is.
En laat het Israëls programma zijn en wat het zegt
tot hen. Als Hebreeën in werking treed zullen ze
onder een geweldig kastijdingsprogramma komen.
Bedoelt om een rechtvaardig volk te ‘produceren’
dat dan het Koninkrijk ingaat. Er niet tegen
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 152
rebelleren maar ervan profiteren. Want zij die ervan
profiteren wandelen door geloof en gaan in.
Hebreeën 12:6 (Kastijding)
Ik wil nog een keer teruggaan naar één punt en een
soort zijspoor opgaan van de Hebreeën, want er zijn
hier sommige dingen die in het algemeen niet
begrepen worden, een beneden de waarheid
blijvende bewering, het punt van kastijding.
In Hebr.12:5-13 probeerde ik te spreken over wat
kastijding is, en het is belangrijk om te begrijpen in
hoofdstuk 12 dat het volk Israël onder die vijfde
serie van oordelen en kastijding is die God doet
voortkomen uit het contract dat Hij met Israël heeft,
door het verbreken van het verbond. En de grote
verdrukking en de antichrist en de oordelen in
Jacob’s benauwdheid en de geprofeteerde laatste
dagen, de dag des Heeren, heeft allemaal te maken
met de kastijding van God en Zijn corrigerende
oordelen en lering voor het volk Israël. We gingen
terug naar Leviticus 26, en ik liet u zien wat God
doet, Hij straft ze niet alleen om het straffen alleen,
maar het is een soort herstellend iets. Een
terechtwijzing en herstel. Bijles, daarom noemen
we het lessen van oordeel en kastijding. Dat is voor
Israël.
Als we door Hebr.10 en 11 zijn heengegaan, en nu
de eindconcluderende gedachten zien in Hebr.12
over de volharding die nodig is en het geduld dat
deze heiligen nodig hebben. In Hebr.10:35,36 zegt
hij dat ze hun vrijmoedigheid niet moeten
wegwerpen… gij hebt lijdzaamheid nodig… opdat
gij de beloftenis moogt wegdragen. Christus komt
terug, er is een periode van kastijding die het volk
moet verdragen en ze kijken uit naar die
Koninkrijkshoop. Hij zal het Koninkrijk oprichten
dat niet zal bewogen worden, maar voor Hij het
Koninkrijk opricht zal Hij de wereld bewegen,
schudden, er komen oordelen, en de heiligen
moeten in staat zijn om dat te kunnen doorstaan, en
het enige dat hun erdoor heen zal helpen is hun
geloof in de belofte en het Woord dat God hen
geeft. En de motivatie erachter, zagen we in
Hebreeën, is het zien op Jezus, de Leidsman en
Voleinder des geloofs. Zien op de voorzieningen
die God voor hen heeft gemaakt door het kruiswerk
van de Heere Jezus Christus in het nieuwe verbond
dat Hij met heeft gemaakt.
Daarbij inbegrepen is het punt van kastijding, en zij
moeten begrijpen dat zij in dat kastijdingsproces
zitten. Ga mee terug naar Job 5 en laten we weer
naar die definitie kijken. Kastijding in uw Bijbel is
niet iemand slaan en straffen om hem te slaan en te
straffen. Het heeft te maken met correctie.
Job 5:17 “Zie, gelukzalig is de mens, denwelken
God straft; daarom verwerp de kastijding des
Almachtigen niet.”
Uw Bijbel heeft zijn eigen definities van termen.
Als u een woord in een woordenboek opzoekt, dan
heeft het woord misschien 5 of 6 verschillende
betekenissen. De Bijbel definieert haar eigen
termen voor u als u dat wilt zien, de Bijbel vertelt u
welke van die definities u moet gebruiken. Daarom
hoort u mensen zeggen: het Griekse woord is dit en
het Griekse woord is dat. Het Griekse woord of een
Hebreeuws woord is net als een Engels woord, zij
hebben 6,7 en ik weet niet hoeveel definities. Welk
woord, welke betekenis moet u gebruiken? Wel als
u zoekt naar termen is het goed om eerst in de
Schrift te kijken om ze te vinden en te definiëren.
Als u spreekt over kastijden, dan zijn er allerlei
verschillende ideeën over wat dat betekent. En
zeker, het heeft een heel specifieke betekenis.
Job.5:17 Als u dat vers leest ziet u dat er eerst straft
staat en later kastijd. Hij gebruikt die woorden
afwisselend. En dan weet ik iets. Ik weet dat
kastijding discipline is bedoelt om correctie te
produceren. Discipline die goed gedrag bewerkt.
Niet alleen straf. U straft mensen niet om ze te
corrigeren of te verbeteren. U straft ze om ze te
straffen. Straf is niet verbeterend.
In Lukas 16 zien we dat de mensen in de hel geen
gelovigen worden, nee dat zal niet gebeuren, het zal
eerder erger worden, de reden waarom mensen naar
de hel gaan is dat ze in rebellie leven t.ov. God, en
in de hel zal dat karakter net zo ongerechtig blijven,
eerder erger, ze zullen geen spijt hebben. Er zijn
geen berouwvolle harten in de hel. Ze zijn nog
steeds in rebellie met God. Ze zijn in de hel omdat
er geen andere plaats is. Als ze in de hemel zouden
zijn zouden ze het daar niet uithouden want ze
vervloeken de God in de hemel, en ze gaan daar
mee door in de hel. Dat is dus straf. Dat is het
verschil.
Maar het idee met kastijding is geen wraak en straf,
maar om discipline in uw leven te brengen, met de
bedoeling om uw gedrag te corrigeren. En als u in
Hebr.12 kijkt ziet u dat. De kastijding in Hebr.12
heeft met de Hebreeën te maken, en de toekomst,
en de grote verdrukking, vanuit het contract met
God, als zij het verbond zouden houden ontvangen
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 153
zij zegeningen en als zij het verbond niet hielden
zou Hij hen straffen.
Jes.49:25,26 “Doch alzo zegt de HEERE: Ja, de
gevangenen des machtigen zullen hem
ontnomen worden, en de vangst des tirans zal
ontkomen; want met uw twisters zal Ik twisten,
en uw kinderen zal Ik verlossen. “En Ik zal uw
verdrukkers spijzen met hun eigen vlees, en van
hun eigen bloed zullen zij dronken worden, als
van zoeten wijn; en alle vlees zal gewaar
worden, dat Ik, de HEERE, uw Heiland ben, en
uw Verlosser, de Machtige Jakobs.”
Hij heeft het over de Verlosser en Christus Die
terugkomt, Israël is in slavernij, zij zijn gerechtelijk
door satan onder slavernij gehouden. Hij houdt ze
gerechtelijk vast, volgens het verbond. Daarom
moest Christus komen om ze te bevrijden van de
vloek van het verbond. Hij komt en vervult de straf
en de vloek en Hij bindt de sterke man en Hij haalt
ze onder dat contract vandaan en brengt ze onder
een nieuw verbond.
Als u dat allemaal begrijpt mbt Israël, reist de
vraag: Kastijd God vandaag de gelovige in deze
bedeling van genade?
Het antwoord is: Ja, dat doet Hij! De vraag is dan:
Hoe doet Hij dat? Doet Hij het zoals Hij dat deed
met Israël?
Het antwoord is: Nee, dat doet Hij niet!
Begrijp dit goed: God, in uw relatie met u als een
lid van het lichaam van Christus, levend in de
bedeling van genade, is nog steeds geïnteresseerd,
en actief in het brengen van discipline in uw leven
om correct gedrag te produceren. U bent Zijn
werkmanschap, geschapen in Christus Jezus tot
goede werken die God tevoren bereid heeft opdat u
daarin zult wandelen. Er zijn bepaalde dingen voor
u om te doen. Er is werk om te volbrengen, dingen
die u als een lid van het lichaam van Christus
dagelijks in uw leven moet uitvoeren, God heeft
voor de grondlegging van de wereld een plan
gemaakt voor het lichaam van Christus dat zij
moeten uitvoeren. Als u lid bent van het lichaam, is
dit hoe het lichaam werkt, functioneert en handelt:
1 Tes.4:1 “Voorts dan, broeders, wij bidden en
vermanen u in den Heere Jezus, gelijk gij van
ons ontvangen hebt, hoe gij moet wandelen en
Gode behagen, dat gij daarin meer overvloedig
wordt.
In Paulus’ brieven is geschreven, 1 Tes.4:1, hoe wij
moeten wandelen en God behagen. Dat betekent
dat u de werken gaat doen die God geschapen heeft
voor u om in Christus te doen. En wij hebben
discipline nodig, God weet dat. Maar de Heere
handelt met ons op de basis van genade, en de
discipline die in uw en mijn leven komen als een
gelovige is niet als een straffend iets bedoelt om het
ons betaald te zetten omdat wij falen of omdat wij
niet volgens de standaard van genade leven.
Te vaak hebben mensen het idee dat als er iets
rampzaligs in hun leven gebeurd dat ze zonde
hebben toegelaten of: wat wil God mij leren, wat
gebeurd er? Als ik mensen in het ziekenhuis bezoek
is vaak de vraag: Br.Rick wat wil God mij hier
leren? Wat heb ik gedaan? Ik moet iets gedaan
hebben…Ik herinner me een situatie van een
broeder, hij reed zijn auto in de sloot, hij had een
lekke band, ging over de kop, kwam in het
ziekenhuis, brak benen enz. En ik stond aan het
voeteneinde, en hij zei: br. Rick, wat heb ik
gedaan?! Waarom brengt God mij hier? Ik lig er de
hele dag aan te denken. Ik zei: je vergat om je
banden te vernieuwen, dat is het…en je kwam in de
sloot terecht. God stuurt geen engel naar beneden
voor een les. Wat een God als Hij je zo een les wil
leren?!
Ik kreeg ook een brief van een jonge man en hij zei:
Mijn broer is omgekomen met een auto ongeluk en
mijn vader en moeder en ik proberen uit te vinden
wat God wil zeggen. Wat een God, om een kind te
doden om de ouders wat te leren… Dat betekent
niet dat u niets kunt leren als u door zo’n ervaring
heengaat, maar het feit dat God u die slag toebrengt
is totaal onverenigbaar met genade. En te vaak
begrijpen we het niet, zo handelt God niet met u.
Als er zonde in uw leven komt, en uw leven als een
gelovige functioneert niet op de manier zoals God
het heeft bedoelt dan is er een systeem en een
interesse van God de Heilige Geest, die in uw hart
woont, om u tot correct gedrag te brengen. U kunt
niet de brieven van Paulus lezen en dat niet
begrijpen. Er staan teveel instructies in over als u
dit verkeerd doet, doe dan dat, enz. U leest dat
allemaal, en u dan probeert de Heilige Geest ons tot
overtuiging en discipline te brengen.
Want weet u, als u zondigt, probeert de Heilige
Geest echte, ware, oprechte schuld te produceren,
ons te brengen naar de plaats waar u en ik objectief
ons falen erkennen, en er iets mee te doen. Wat
doet genade met onze zonde? Jezus Christus heeft
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 154
onze zonde weggedaan door het offer van Zichzelf.
Dus als ik naar mijn leven kijk en ontdek dat ik
gefaald heb, ik zie zonde en dingen die er niet
horen te zijn. Wat leert Christus mij dan om er mee
te doen? Er mee doorgaan? Nee, genade leert mij
dat God de zonde weggedaan heeft, dat ben ik dus
niet, het hoort niet in mijn leven.
Dus in plaats van mijn leven te laten bepalen door
mijn falen, laat ik mijn leven bepalen door wat God
zegt: ik ben een nieuwe schepping, ik ben in
Christus, ik ben een kind van God, wat doet dat
(zonde) daar?!
Ik ging zondagmiddag naar een trouwerij en voor
wij weggingen inspecteerde mijn vrouw mij, zij
lette op hondenharen, wij hebben een jonge, witte
labrador en hij verhaart, ’s zomers, ’s winters,
lente, herfst, hij verhaart. We kunnen kleden maken
van alle haren die hij verliest. En mijn vrouw
gebruikt een soort antistatische spray, ze sprayde
het helemaal over mij heen om alle hondenharen
weg te krijgen. Die horen daar niet. En ik dacht: zo
doet de Heere dat ook, Hij wil niet al die stof over
je heen, maak dat je ervan afkomt.
Er zijn drie manieren, waarop God disciplineert,
kastijd en correctie aanbrengt in het leven van de
gelovige, ik spreek nu over de bedeling van genade.
Hij staat niet klaar met een klap of een
mattenklopper en al dat soort dingen.
1. Een directe tussenkomst door God. Ja, God komt
zeker tussendoor vandaag, niet zoals in Israëls
programma. Hij komt niet tussendoor, door
schoolbussen tegen te houden voor ze in de sloot
rijden. Of Hij zendt geen persoon langs de weg om
uw huis te kopen enz. Daar gaat het niet om
vandaag. De manier waarop God tussenbeide komt
is door Zijn Woord. En als Gods Woord in uw hart
komt en als u het Woord van God leert en predikt
dan is dat een directe tussenkomst door God Zelf in
uw leven.
2 Tim.3:16 “Al de Schrift is van God ingegeven,
en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot
verbetering, tot onderwijzing, die in de
rechtvaardigheid is;”
De eerste manier die de Heilige Geest gebruikt om
discipline en correctie in uw leven te brengen is
door het Woord van God, de gezonde leer,
opgeslagen in uw ziel. Als u het Woord van God in
uw verstand hebt is uw geweten de functie van uw
ziel die altijd uw gedrag evalueert, gebaseerd op de
standaard van de nieuwe natuur die u heeft in
Christus. Als uw geweten zwak is als in 1 Kor.8
dan is het niet versterkt met gezonde leer, dan is uw
geweten onmachtig om goed te kunnen evalueren.
Uw geweten is een bijzonder mechanisme in uw
ziel en het werkt absoluut. De sleutel is om de
juiste informatie in uw ‘filebank’ te hebben zodat
het past bij uw gedrag en denken.
Dus als u het Woord van God in uw verstand heeft
en u vernieuwd uw denken en u leert hoe God
denkt, door Gods Woord dagelijks tot u te nemen,
dan slaat u ‘files’ op, de hulpbron, en als er
correctie nodig is in uw denken of in uw gedrag,
dan kan de Heilige Geest die informatie activeren,
het is aanwezig. En als uw geweten gaat werken, en
uw gedrag evalueert en zegt: Oeps, dit klopt niet
met de standaard! Dan doet het wat? Het
beschuldigt u of het spreekt u vrij. Dat doet uw
geweten, dat is het interne mechanisme, dat in uw
ziel zit en dat u er toe brengt om te wandelen door
geloof, door te kiezen om het op Gods manier te
doen en niet de andere wegen.
Dus dat is het eerste mechanisme waar de Heilige
Geest u als een volwassene, lid van de familie van
God, behandelt. Weet u wat u doet met kinderen?
Ik stond op een morgen in de hal van de kerk en
een kleine jongen kwam binnen en hij liep door, en
ik zei tegen hem: Hé, jij hoort daar en daar en hij
luisterde niet, toen greep ik hem bij de kladden en
zei: Die kant op!! Ga! En hij stribbelde tegen,
waarom doen ze dat? Omdat het kinderen zijn. Als
er een volwassene binnen komt, en er is een
samenkomst wat zou ik met een volwassene doen?
Ik behandel een volwassene niet hetzelfde als een
kind, hoewel je dat soms wel eens zou moeten
doen... Een volwassene zou zeggen: Wacht even,
daar binnen is iets belangrijks waar ik voor kom, en
ik wil naar binnen. Dat is het verschil. Soms
moeten volwassenen behandelt worden als
kinderen, daar gaat het om met correctie. Maar God
verlangt van ons dat wij functioneren als
volwassenen. Als mensen die keuzes maken, de
situatie evalueren, en door geloof kiezen om te
wandelen op de manier zoals God zegt dat wij
horen te functioneren.
We hebben een vernieuwd verstand zodat wij het
beste kunnen kiezen. 2 Tim.3:16 …tot lering
…daar houden we van nietwaar? Maar kijk naar het
volgende:…tot wederlegging dat zegt u dat u iets
niet goed deed, u deed het verkeerd. …tot
verbetering dat zegt dat u niet goed dacht, u denkt
verkeerd. …tot onderwijzing die in de
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 155
rechtvaardigheid is, dat is: Hier zijn die dingen die
u moet doen, en stop met die andere domme
dingen.
Wij houden ervan dat het Woord van God ons leert,
maar bent u net zo blij als dat Boek u wederlegt en
verbetert? Wel, ik ken mijzelf en ik denk dat u niet
beter bent dan ik, ik ben niet zo blij met dat tweede
en derde als met dat eerste. Maar weet u wat ik
geleerd heb? Als het Woord van God het eerste
doet dan kan ik het niet tegenhouden om de andere
twee ook te doen. Want het eerste produceert de
anderen. Dus waar begint God mee? En als we bij
die andere twee komen, die discipline in uw leven
brengen. De andere twee manieren, zijn niet
bedoelt om de eerste te vervangen, maar om u de
eerste te laten doen. Zodat u handelt als een
volwassene en u maakt uw eigen besluiten.
2. De tweede manier om correctie of discipline te
produceren in het leven van een gelovige is een
indirecte tussenkomst. Is het Woord van God dat
in uw geweten en gedachten wordt gebracht door
de vermaning van broeders.
Rom.15:14 “Doch, mijn broeders, ook ik zelf
ben verzekerd van u, dat gij ook zelven vol zijt
van goedheid, vervuld met alle kennis, machtig
om ook elkander te vermanen.”
De eerste manier is het Woord van God in uw hart
dat u overtuigt, corrigeert dat zegt: Hé, daar is iets
wat u niet zou moeten doen! Hier is wat je moet
doen! En als u niet weet wat u moet doen, ga dan
naar het Woord van God en zoek het op. Weet u dat
er niets is dat u moet doen waar Gods Woord u niet
toe in staat stelt. U bent geheel toegerust tot alle
goede werken. U zegt: hoe weet ik wat ik moet
doen? Dan weet u ook wat u moet doen! Uitzoeken
wat u moet doen. Dus zelfs als u niet weet wat u
moet doen, zoek uit wat de Schrift zegt, blijf
zoeken. Soms doen we dat niet zo goed, soms door
ik weet niet wat doen we het niet volgens de leer,
we weten de leer niet. Soms doen we iets zonder er
te veel bij na te denken.
Soms is het uw man of uw vrouw waar u de beste
raad van krijgt, soms zien zij het het eerst. Ik kan
dat bevestigen, binnenkort ben ik 25 jaar getrouwd
en ik leerde na 6 maanden te zijn getrouwd dat ik
getrouwd was met de beste raadgever die ik ooit
heb gehad en zal hebben. Want mijn(uw) vrouw is
de meest accurate barometer van mijn(uw) leven
die ik(u) kunt vinden, daarvoor is ze geschapen, in
Gen.2. Iemand noemde haar een spiegel, die helpt
om te reflecteren, ze spiegelt terug, dat is een
bijzonder iets voor een man.
Én vrouwen, dat begrijpt alleen een man, jullie
hoeven dat niet te begrijpen. Dus je hoeft niet te
gaan proberen om het te gaan doen, want dan lukt
het niet. Dus wees gewoon jezelf en leef u leven in
Christus met de zachtmoedige en stille geest die
God je gegeven heeft en je doet het zonder dat je
weet dat je het doet.
En zogauw je het gaat proberen, vergeet het, daar
zal een man niet op reageren. Gewoon doen.
Rom.15:14…machtig om ook elkander te
vermanen. Vermanen heeft te maken met iemand
waarschuwen m.b.t. wat ze doen, om ze te
corrigeren in hun gedrag.
B.v. Als je die weg gaat krijg je problemen…
1 Kor.4:14 “Ik schrijf deze dingen niet om u te
beschamen, maar als mijn lieve kinderen
vermaan ik u.”
Paulus schrijft de Korinthiers om ze te
waarschuwen, hij komt tussen beide in hun leven,
God de Heilige Geest, door hem past hij de
waarheid toe in hun leven, jullie moeten wakker
worden m.b.t. deze waarheid, het is ook het Woord
van God.
Kol.3:16 “Het woord van Christus wone
rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant
elkander, met psalmen en lofzangen, en
geestelijke liederen, zingende den Heere met
aangenaamheid in uw hart.”
U ziet, dat dat een functie is die we hebben t.o.v.
elkaar. God loopt niet rond, en elke keer als je
verkeerd gaat krijg je een tik, dat doet God vandaag
niet. Maar laat mij u vertellen, dat de Almachtige
God Die in de hemel zit weet waar u bent
vanavond, en wat u doet. Hij verblijft in uw
lichaam, dat is Zijn verblijfplaats op aarde en u
draagt de Heilige Geest met u overal waar u bent in
uw leven. Hij is geen ver weg heilige, vreemde Die
niet geïnteresseerd is, Hij is actief betrokken in uw
leven. En als het Zijn leven is dat Hij door u heen
leeft, dan is het Zijn dienende, gevende Geest en
houding die door u heen leeft. En als u merkt dat er
iets anders in u leeft dan is Hij het niet. En als Hij
het niet is, leeft er iemand anders in u. Zo moeilijk
is dat niet om uit te vinden. Als uw geweten met
het Woord van God u niet tot de overtuiging
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 156
brengt, dan zijn het andere broeders die een Woord
spreken, soms weten ze dat en soms weten ze het
niet. Maar de broeders vermanen, zij brengen een
corrigerend woord, de Heilige Geest dient.
1 Kor.11:31,32 Want indien wij onszelven
oordeelden, zo zouden wij niet geoordeeld
worden. “Maar als wij geoordeeld worden, zo
worden wij van den Heere getuchtigd, opdat wij
met de wereld niet zouden veroordeeld worden.
Als u die eerste lijn van discipline gebruikt, uzelf
oordelen, uzelf evalueren dan zult u niet geoordeeld
worden: dan hoeft er niet iemand anders te komen
om dat te doen. Als God correctie in uw leven
brengt, en u doet het niet dan zijn er andere leden
van het lichaam van Christus die zullen zoeken om
u te herstellen. En als zij u zien en zij zien het
probleem in uw leven en zij proberen u niet te
herstellen dan moeten zíj herstelt worden. Dus
vroeger of later komt u op een punt dat iemand
komt en u helpt om zover te komen dat u herstelt.
Het probleem daarmee is dat mensen zich willen
bemoeien met andere levens, daarom zijn er
procedures in Paulus’ brieven hoe dat moet gedaan
worden. En onder genade, in alle instructies over
vermaning weet u wie het meeste te horen krijgt
over hun gedrag? Degene die vermaant. Over
degene die vermaning ontvangt wordt niet gepraat,
maar degene die vermaant, want dat is het
moeilijkste om te doen. Daar is een reden voor, hoe
God met ons handelt als wij falen en als wij
zondigen: Het Woord en andere gelovigen. 1
Kor.11:32, zie 1 Kor.5:5 zuivert hem uit, zend hem
weg. Als de broeders komen en ons liefdevol
vermanen, herstellen en met ons praten dan is daar
geen : Geef hem over aan satan soort conditie. Daar
is een doel mee.
3. Als iemand niet reageert op de discipline die
hem geleerd wordt door de broeders.
Gal.6:1 “Broeders, indien ook een mens
vervallen ware door enige misdaad, gij, die
geestelijk zijt, brengt den zodanige te recht met
den geest der zachtmoedigheid; ziende op
uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt.”
Er staat: vervalle ware door enige misdaad… dat is
de tweede stap, niet als u denkt dat iemand iets
doet wat u niet zou doen. We spreken niet over het
opleggen van uw standaarden en uw ideeën en uw
overtuigingen.
Dus als het vers zegt (Gal.6:1) ware, en de persoon
reageert niet dan is er de derde stap:
Gal.6:7-9 “Dwaalt niet; God laat Zich niet
bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal
hij ook maaien. “Want die in zijn eigen vlees
zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar
die in den Geest zaait, zal uit den Geest het
eeuwige leven maaien. “Doch laat ons, goed
doende, niet vertragen; want te zijner tijd zullen
wij maaien, zo wij niet verslappen.”
Dat is een absolute wet: dwaalt niet, dat gaat er
gebeuren! De derde stap in discipline is het feit dat
zonde haar vruchten altijd afwerpt. En als u in het
vlees zaait, dan maait u wat u gezaaid heeft. Als u
slecht gedrag zaait, dan zaait u voor de wind. Als u
de vrucht van de Geest zaait dan maait u
overeenkomstig wat u gezaaid heeft. Dat is waar
voor uw persoonlijke leven en in uw familie en in
uw werk. Als u zaait in het vlees, en u kunt zeggen:
ik ben een genadegelovige… Ja, maar u zult ook
maaien wat u gezaaid heeft. U zegt waarom doet
God het zo? Maar zo zijn de dingen. Maar wat doet
de Heere daarmee? Kijk in 1 Kor.11 hoe dat werkt.
1 Kor.11:29 daarom zijn velen onder u ziek en
zwak en velen slapen. In de kerk in Korinthe waren
mensen die dronkaards en gulzigaards waren en
daarom waren ze zwak, ziek en slapen ze. Wat is
dat, dat zijn de consequenties van wat ze doen.
Weet u wat dat is? Dat is discipline. Op een dag
wordt u wakker en zegt: Dit wil ik niet meer. En
wat doet u? U gaat terug naar het Woord.
Ziet u met de tweede en de derde stap (de broeders
en de consequenties van uw gedrag) deze zijn
bedoelt om u terug te brengen naar nummer één.
Want de manier waarop u omgaat met zonde in uw
leven als een volwassen kind van God is een keus
te maken om door geloof te wandelen, en wat God
zegt dat u bent in Christus. En als u dat doet dan is
dat de kastijding en de procedure waardoor God de
Heilige Geest in uw leven werkt: u kijkt naar het
probleem: daar is het en hier is de oplossing en uw
produceert correct gedrag. En dat brengt discipline
in onze levens. Dat is de discipline van genade. De
genade van God is verschenen aan alle mensen en
onderwijst ons: Titus 2:11,12 Wat onderwijst de
genade ons? Dat wij de goddeloosheid en wereldse
begeerlijkheden verzaken…
Ik kijk in mijn leven en zie dingen die er niet horen
en zeg: Jullie horen daar niet! Weg ermee! Spray de
antistatische spuitbus eroverheen en borstel het af.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 157
Titus 2:12 Dat wij matiglijk en rechtvaardiglijk en
godzaliglijk leven zouden in deze tegenwoordige
wereld. Daar zijn dingen die niet in mijn leven
horen, weg ermee, wie heeft mij dat vertelt?
Genade, genade leerde mij dat God de zonde
weggedaan heeft door de offerande van Zichzelf en
genade leert mij wie ik ben in Christus en dat ik
godzalig zal leven, matig en rechtvaardig. Dat ik
zal leven naar wie ik ben. Genade leert mij dat. De
manier om goddeloosheid en wereldse
begeerlijkheden te verzaken is correctie,
vermaning, kastijding. Er zijn geestelijke
zegeningen en er zijn geestelijke kastijdingen.
Genade leert mij op de basis van wie ik ben in
Christus. Het Woord van God instrueert, leert,
corrigeert en verbeterd mij. En als ik er geen
aandacht aan geef ben ik deel van een familie, die
mij liefhebbend vermaant. De meeste vermaning in
de Schrift is bedoelt voor in de gemeente. Er is
weinig één op één vermaning in Paulus’ brieven.
God wil dat u zult functioneren als een volwassene,
niet als een klein kind.
Als u teruggaat naar die eerste stap, en dan is wat u
ziet al gauw wat u maait. Doe zoals met een krop
sla, gooi hem in de vuilcontainer en ga terug naar
één. Een krop gemaaid uit het vlees. Dus denk niet
dat alle kastijding voor Israël is en dat er geen
discipline voor ons is. Want er is wel discipline
voor ons. Maar maak ook weer niet de volgende
fout door te denken dat God op dezelfde manier
met ons handelt als met Israël. Dus: kastijd God
ons? Ja. Hoe doet Hij dat? Met een geestelijk
proces bedoelt om correct gedrag te produceren.
Hij behandelt ons als volwassenen en als familie.
Hebreeën 12:14
Hebr.12, hier zien we een waarschuwing en hij
spreekt tot hen dat ze een periode van kastijding
tegemoet gaan, de tijd van Jacob’s benauwheid. En
het hele doel van de grote verdrukking in Israëls
leven is om de rebel uit te zuiveren, het volk te
kastijden om hun rebellie tegen God en hun falen
om het verbond te houden en de geboden die God
hen geeft en Zijn vijfde serie van oordelen eindigt
met deze periode van Jacob’s benauwheid waar de
ongelovige en rebel uit het volk wordt gezuiverd.
Het volk wordt gecorrigeerd zodat het ongelovige
gedeelte van het volk geïdentificeerd en weggedaan
wordt en het gelovige overblijfsel, de kleine kudde
wordt geïdentificeerd tot het einde. Dus deze
periode van kastijding voor het volk is er en zij
moeten volharden tot het einde, en zij moeten er
ook van leren en profiteren. In Hebr.12:10 zegt dat
zij deelachtig worden aan Zijn heiligheid. Het volk
heeft de glorie van God op hen geplaatst.
Nadat hij dit met hen heeft besproken geeft hij een
waarschuwing om niet te falen om door deze
kastijdingsperiode heen te komen en dat het niet
negatief in hen zal werken. De kleine kudde moet
het als iets positiefs gebruiken dat hen deelgenoten
maakt van de heiligheid, hij waarschuwt ze
daarover in vers 14. De grote verdrukking zal een
verleidelijke tijd zijn, de gelovigen in die tijd zullen
de vredestichters zijn, het punt in het leven van een
Koninkrijksgelovige is verschillend van de
levensstijl van de mensen die het land bewonen.
Hebr.12:11 als zij beproefd zijn door de kastijding
ontvangen zij de vrucht der gerechtigheid.
Hebr.12:14 “Jaagt den vrede na met allen, en de
heiligmaking, zonder welke niemand den Heere
zien zal;”
Dus de praktische instructie is: jaagt de vrede na,
volg de vrucht die God wil dat je geeft door de
discipline. Elke keer als iemand u vertelt dat u uw
redding kunt verliezen is dit een vers dat zij
aanhalen. Zij zeggen: ziet u als je geen heiligheid
hebt en een levensstijl die niet voldoet aan mijn
standaard of aan de religieuze standaard of de
kerkstandaard of Gods geboden dan verliest u uw
redding. Want zonder heiligheid zal niemand God
zien! Maar het probleem met deze manier van dit
vers gebruiken is dat dit een vers is waar u
voorzichtig mee moet zijn. Want iemand die dit
vers aanhaalt weet niet wat er allemaal bij dit vers
komt kijken.
Openb.1:7 “Ziet, Hij komt met de wolken en
alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem
doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde
zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen.”
Iedereen op deze aarde zal Christus zien als Hij
terugkomt. En dat vers in Heb.12 zegt dat zonder
heiligmaking niemand de Heere zal zien. Als u
deze twee verzen met elkaar vergelijkt weet u
direct dat u voorzichtig moet zijn met het begrijpen
van Hebr.12:14 want u weet dat iedereen God zál
zien. Als Jezus Christus terugkomt zal iedereen op
de aarde Hem zien en dat zijn niet alleen geredde
mensen.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 158
Openb.6:15,16 “En de koningen der aarde, en de
groten, en de rijken, en de oversten over
duizend, en de machtigen, en alle
dienstknechten, en alle vrijen, verborgen
zichzelven in de spelonken, en in de steenrotsen
der bergen; “En zeiden tot de bergen en tot de
steenrotsen: Valt op ons, en verbergt ons van
het aangezicht Desgenen, Die op den troon zit,
en van den toorn des Lams.”
Zij zien Zijn toorn en Zijn toornig aangezicht om
hen te oordelen en zij zullen zich verstoppen, ze
zien Hem dus, ook de verloren mensen zien Hem.
Als u dit leest en u gaat terug naar Hebr.12, dan is
dat vers niet zo eenvoudig als mensen zeggen. Het
is dus een vers om eens goed over na te denken,
met al die mensen die leren dat u uw redding kunt
verliezen. Alle gedeelten in Hebreeën die gaan over
het verliezen van redding staan ook in Petrus en
Jacobus en 1,2 Johannes enz. allemaal gedeelten
over voorwaardelijke redding, ze zijn er en u hoeft
niet te ontkennen wat de verzen zeggen want ze
zijn er en dat zeggen ze.
Geen van deze verzen staan in Paulus’ brieven, ze
staan allemaal in Israëls programma. En de verzen
hebben te maken met wie een deel van het volk is
en wie niet. Wie van Israël, het Israël van God is en
wie niet. Zij zijn een deel van het verbondsvolk,
maar als ze geen kind van geloof zijn, als ze de
besnijdenis van het hart niet hebben dan is er
vernietiging voor hen en zij verliezen de status en
de bevoorrechte positie die ze hebben.
Denk na: als u door geboorte een kind van God zou
zijn, een Israëlier, in Israëls programma, zij zijn
Gods kinderen, Mat.1:21 Hij zal Zijn volk
redden… Er zijn mensen die Gods mensen zijn
maar nog niet gered zijn, ze zijn fysiek Gods
mensen, geboren uit Abraham, uit Egypte
geroepen, fysiek Gods mensen, maar geestelijk zijn
ze nog niet gered. Dus denk aan de positie dat u één
van Gods kinderen bent in de verbondsrelatie in het
volk en dat dan verliezen… dat is de manier om uw
verlossing te verliezen in Israëls programma.
Het is niet iemand die verlost is en gerechtvaardigd
door het bloed van Christus door geloof in wat God
zegt en het dan ‘wegzondigt’ en het verliest, het is
geen lid van het lichaam van Christus. Als u gered
bent in de zin zoals u en ik redding kennen, dan
denkt Israël altijd aan redding m.b.t. de tweede
komst. En u moet dan naar Hebr.9 dat kan dit
gedeelte voor ons uitleggen. In Israëls programma
kijken ze naar redding niet als een tegenwoordige
positie zoals wij doen, maar als een toekomstige
positie, iets dat komt met de tweede komst, als Hij
redt, het gelovige overblijfsel in het Koninkrijk
brengt.
Ik ben gered in december 1962, overgegaan van de
dood naar het leven, ik vertrouwde op Christus als
mijn Redder op grond van Zijn bloed, maar waar
ben ik van gered? Van de hel, van het loon van de
zonde, van eeuwige dood en verdoemenis. Maar als
ik mijn redding verlies, sterf en naar de hel ga in
welke zin was ik dan gered in december 1962?!
Dan was ik toch niet gered? Als ik overging van de
dood naar het leven en ik verlies het leven en
eindig in de dood, in welke zin was ik toen dan
gered? Want de dingen waar ik dacht van gered te
zijn eindig ik toch weer in.
Dus in een voorwaardelijke redding geloven is dat
je het niet nu bezit, maar u moet wachten tot u het
misschien in de toekomst zult krijgen. Want er is
geen zekerheid of u de redding zult hebben als u
denkt dat u de redding kunt verliezen, want als u
het kunt verliezen, in welke zin heeft u het dan
eigenlijk? U heeft het niet echt. Dus dit is allemaal
erg verwarrend.
In Hebreeën heb ik u dit laten zien, en we zullen in
Hebr.12 eenzelfde gedeelte zien zoals in Hebr.6.
Een Hebreeër zijn, een deel van het volk Israël zijn
is niet genoeg, het is een begin, zij zitten aan de
goede kant van de middelmuur des afscheidsels, zij
zijn Gods mensen, zij hebben Gods verbond, ze
hebben een verbondsrelatie met God en moeten
toch nog geestelijk worden gered enz. Daarom staat
er: Hij kwam tot het Zijne en de Zijnen hebben
Hem niet aangenomen. Wie zijn Het Zijne? Israël!
Zij namen Hem niet aan. Maar zovelen Hem
aangenomen hebben hun heeft Hij macht gegeven
kinderen Gods te worden. Joh.1:12. Hier zijn
mensen die de kinderen van God waren, de macht
gegeven om de kinderen van God te worden,
daarom moesten zij opnieuw geboren worden. Dat
is de wedergeboorte.
Israël de eerste keer uit God geboren uit Egypte en
nu opnieuw, geestelijk uit God geboren in haar
Koninkrijk door het Nieuwe verbond. Waar heeft
hij het over als hij het heeft over: zonder
heiligmaking zal niemand God zien? Openb.1:7 We
moeten dus voorzichtig zijn met het vers, het is niet
zomaar een verklaring over iedereen, want er zijn
mensen die geen heiligmaking hebben, en die God
zien en Hem zien in het oordeel. Het vers spreekt
over het zien van de Heere op een heel bijzondere
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 159
tijd, als hij het heeft over dat niemand zonder
heiligmaking de Heere zal zien dan heeft hij het
over het Hem zien zoals in Hebr.9:28. Dat is de
tweede komst, een toekomstige verschijning van
Christus met Zijn wederkomst als Hij redding
brengt voor deze mensen. Zonder heiligmaking zal
niemand Christus zien met de wederkomst, dat zegt
hij letterlijk. Hebr.9:28 zij zullen Hem zien tot
zaligheid, de anderen zien Hem tot verderf.
Mat.5:8 Zalig de reinen van hart want zij zullen
God zien. Wat is reinheid van hart? Kunt u dat
heiligheid noemen? Het ligt niet ver bij elkaar
vandaan. Wat gebeurt er als u een rein hart heeft in
de zaligsprekingen? Hij beschrijft de inwoners van
Zijn Koninkrijk in Mat.5, Hij beschrijft de
tijdsperiode van de grote verdrukking, als zij
vervolgd worden :10 enz. Hij spreekt over de kleine
kudde, Zijn gelovig overblijfsel, de
verbondsgelovigen, de ware besnijdenis en al die
termen die het gelovig Israël beschrijven in de
verdrukking, uitkijkend naar het Koninkrijk. Hun
levensstijl wordt hier beschreven en één van de
dingen is zij zijn rein van hart, daar spreekt Hebr.12
over.
3 Joh:11 …maar die kwaad doet heeft God niet
gezien…! Het zien van de Heere heeft te maken
met zien als Hij komt.
We gaan terug naar Hebr.12. Dus het zien hier is
geen absolute verklaring, als Hij terugkomt zal
ieder oog Hem zien. Het is een verklaring die
gemaakt is als in Hebr.9:28.
Hebr.12:15 “Toeziende, dat niet iemand
verachtere van de genade Gods; dat niet enige
wortel der bitterheid, opwaarts spruitende,
beroerte make en door dezelve velen ontreinigd
worden.”
Hij gaat hier toepassingen over maken. Het
verachteren van de genade Gods en het opschieten
van een bittere wortel gaan parallel. Verachteren,
Hebr.4:14-16. Laat ons dan…Hij is totaal
geïdentificeerd met ons, begrijpt onze beperkingen,
onze moeilijkheden en de dingen die wij meemaken
en Hij heeft wat u en ik meemaken overwonnen,
daar kijk ik naar.
Één van de voorrechten in het christenleven is om
elkaars lasten te dragen en u spreekt met elkaar, en
als u iemand met iemand spreekt die problemen
heeft Weet u wat mensen willen horen? Ze willen
horen hoe ze er overheen kunnen komen. Als
iemand niet zelf door de dag heen kan komen en u
heeft problemen dan kan hij u ook niet helpen. U
wilt met iemand spreken die u kan vertroosten met
de vertroosting die hij van God heeft gekregen toen
hij in de problemen zat.
2 Kor.1:3,4 “Geloofd zij de God en Vader van
onzen Heere Jezus Christus, de Vader der
barmhartigheden, en de God aller vertroosting;
“Die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat
wij zouden kunnen vertroosten degenen, die in
allerlei verdrukking zijn, door de vertroosting,
met welke wij zelven van God vertroost
worden.”
Dus u moet iemand hebben die het aankan, en wij
zijn niet volmaakt, maar de Heer Jezus is volmaakt,
Hij leefde een absoluut, totaal rechtvaardig leven,
een leven van volmaakte heiligheid en
rechtvaardigheid, en toen stierf Hij op Golgotha, en
waarom ik weet dat Zijn offer een rechtvaardig
offer is en mijn problemen aankan is omdat Hij het
gedemonstreerd heeft ten opzichte van al Zijn
critici, de tegenstander en zijn leger. Hij
demonstreerde een leven van absolute heiligheid,
zonder zonde. Daarom kunnen wij vrijmoedig naar
Hem toegaan, Hebr.4:16.
Nu, deze mensen zullen door een geweldig
moeilijke tijd heengaan, zij zullen het nodig hebben
om gesterkt te worden, Iemand die verzocht is
geweest en getest in dezelfde punten al zij, maar
zonder zonde, Die niet gefaald heeft. Iemand die
consequent is en door de problemen heengaat.
Ik zei tegen u dat er drie tijden zijn in uw Bijbel dat
de toorn van de Almachtige God ongemengd
uitgestort wordt. Één is de hel, één is de grote
verdrukking en de derde is het kruis. Jezus Christus
ging naar het kruis en nam het op zodat u niet naar
de hel hoeft, zodat Hij geïdentificeerd kan worden
met het lijdende overblijfsel. Daarom is het boek
Psalmen verdeeld in vijf delen. Deze vijf
Psalmboeken laat de Heere Jezus Christus zien in
Zijn vijf verschillende bekwaamheden, als Degene
die komt en het verbond van David met het volk
Israël vervuld. Hij komt in deze bekwaamheden om
de beloften voor Israël te volbrengen die God met
hen heeft gemaakt.
In de Psalmen leest u steeds weer over het lijdende
overblijfsel van het volk Israël in die vijfde serie
van oordelen, maar meer dan dat iedere keer leest u
dat en zegt: Dat is Christus Die daar spreekt. B.v
Ps.22 , dat is een Messiaanse Psalm. U leest het en
ziet dat het Christus is, nee, dat is het overblijfsel,
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 160
nee dat is Christus. De reden daarvan is dat Hij zo
totaal geïdentificeerd is met het lijden van Zijn
volk. Het is soms niet te onderscheiden. Als u
spreekt over hulp voor hen, dat is hulp! Als zij deze
Psalmen lezen en de troost krijgen en hun hart
wordt bemoedigd en hun motivatie om door te
gaan, Hij spreekt door de Psalmen heen tot hen.
Daar is genade voor hulp in tijd dat het nodig is
voor deze mensen in Christus.
Hebr.12 vertelt hen: Let op, ziet toe, volg vrede na
en heiligmaking, geef aandacht aan wat er gaande
is, hij zei het ook al in de eerste waarschuwing in
Hebr.2:1. Deze dingen in Hebr.12:13,14 zijn een
andere waarschuwing en komt overeen met de
waarschuwing uit Hebr.2 en 3, de waarschuwing
vanuit de woestijn. Dus niet verachteren, iemand
faalt om genoeg genade te hebben om heilig te zijn
en jaagt de vrede na. Als u kijkt naar Hebr.13:9, en
herinner u wat Petrus zegt in 2 Petr.3:18 maar wast
op in de genade en kennis van onze Heere en
Zaligmaker Jezus Christus. Hebr.13:9 Met andere
woorden het is goed voor uw hart om bezig te zijn
met Gods voorzieningen voor u in het Nieuwe
verbond, gebaseerd op het bloed van Christus. En
herinner u, Hebr.10 we zijn in het praktische
gedeelte van het boek, hij heeft de leerstellige
grondslag gelegd in de eerste tien en halve
hoofdstukken. Nu moedigt hij hen aan om ermee
door te gaan en de enige manier om door te kunnen
gaan en later de zegening te ontvangen is
Hebr.10:36.
Hebr.12:16 “Dat niet iemand zij een hoereerder,
of een onheilige, gelijk Ezau, die om een spijze
het recht van zijn eerstgeboorte weggaf.”
Hier ziet u dat de genade van God is bedoelt om
een hulp te zijn in de tijd dat het nodig is, om hen te
bewaren voor een bittere wortel die uit wil spruiten
in hun hart. Als u geen genade heeft en hulp in de
tijd dat het nodig is wat gebeurt er dan? Een wortel
der bitterheid opwaarts spruitende Hebr.12:15. Dat
is een verwijzing naar Deut.29:28,29.
Deut.29:28,29 “En de HEERE heeft hen uit hun
land uitgetrokken, in toorn, en in grimmigheid,
en in grote verbolgenheid; en Hij heeft hen
verworpen in een ander land, gelijk het is te
dezen dage. “De verborgene dingen zijn voor
den HEERE, onzen God; maar de geopenbaarde
zijn voor ons en voor onze kinderen, tot in
eeuwigheid, om te doen al de woorden dezer
wet.”
De jongere generatie staat klaar om het beloofde
land in te gaan, Mozes gaat niet met hen mee, hij
gaat sterven in de woestijn. Jozua gaat hen
binnenbrengen. Mozes vernieuwd hun begrip van
het verbond dat God met hen maakte, met het volk
de jaren daarvoor. In Deut.28:14,15 vernieuwd hij
het verbond. M.a.w dit verbond is niet alleen
gemaakt met Israël toen het uit Egypte kwam en
met de mensen toen, maar ook voor de generatie
die zou komen, het verbond is gemaakt met het
volk. En het geeft niet welke generatie van het volk
leeft, het verbond behoort tot het volk. En 300/400
jaar later kon het volk niet zeggen: wij hebben dat
verbond niet gemaakt…!
Waar die bittere wortel vandaan komt is: het
verzaken van het verbond dat God met Israël
maakte en het achterna gaan van andere goden. Het
resultaat daarvan zien we in:
Deut.29:20 “De HEERE zal hem niet willen
vergeven; maar alsdan zal des HEEREN toorn
en ijver roken over denzelven man, en al de
vloek, die in dit boek geschreven is, zal op hem
liggen; en de HEERE zal zijn naam van onder
den hemel uitdelgen.”
Deze mensen zijn onder een verbond met
specifieke voorwaardelijke zegeningen, en het
verliezen van deze zegeningen is het uitdelgen van
zijn naam van onder den hemel. En we gaan terug
naar Hebr. en we zien dezelfde soort dingen. Daar
gaan die verzen m.b.t. uitdelgen over. De
zegeningen niet ontvangen die God aan Israël heeft
beloofd, uit het boek uitgedelgd worden.
Hebr.12:15 de bittere wortel is het hart dat zich
afwendt van de Heere. Het is een herhaling van de
waarschuwing uit Hebr.3:12 m.b.t. het boze
ongelovige hart dat weggaat van de levende God.
Hebr.12:16 “Dat niet iemand zij een
hoereerder, of een onheilige, gelijk Ezau, die om
een spijze het recht van zijn eerstgeboorte
weggaf.”
Hier geeft hij een illustratie, dit is een
waarschuwing voor hen die verleidt worden om
hun volharding op te geven. Er is iets dat zij hadden
in het Nieuwe verbond dat een blijvend voorrecht
en zegening was, en zij verzaken die eeuwige
redding en eeuwige erfenis voor de tegenwoordige
gelegenheid, dan zijn ze net als Ezau. Wat voor
soort gezindheid had Ezau? Die faalt om van de
genade van God te profiteren. Die weggaat van het
Woord van God en teruggaat naar de dingen van de
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 161
wereld. Voor die gezindheid waarschuwt hij, wees
niet zoals Ezau!
Hebr.12:17 “Want gij weet, dat hij ook daarna,
de zegening willende beerven, verworpen werd;
want hij vond geen plaats des berouws, hoewel
hij dezelve met tranen zocht.”
Ziet u hoe dit hier past? Er zijn twee belangrijke
gebeurtenissen in het leven van Ezau:
1) Toen hij zijn eerstgeboorterecht weggaf, voor
een bord linzen, betekende dat niets voor hem.
Jacob zag de waarde ervan. Ezau was alleen
geïnteresseerd in materialistische dingen, in aardse
dingen en is representatief voor een hoereerder of
onheilig persoon. Het woord onheilig benoemen
wij nu als wereldlijk, profaan, buiten de tempel
deur (Grieks, Latijn) daarom heeft hij het over
mensen die verachteren. Als u de gezindheid wilt
zien die het niet kan maken, redden door de grote
verdrukking heen, en de erfenis niet beërfd, iemand
die zegt als het Koninkrijk begint, rondkijkt en
zegt: Ik heb toch het geboorterecht, waarom kan ik
hier niet ingaan? En hij wordt verlaten. Dat is het
soort gezindheid die Ezau had. Hij was een
materialist, hij is profaan en neemt zo weinig
notitie van dingen buiten de fysieke en materiële
dingen om hem heen en die hij bezit, deze dingen
waren zo onbelangrijk voor hem, dat later als hij de
zegening zou ontvangen en afgewezen werd
rondliep en een weg zocht om alsnog de zegening
te krijgen en om te veranderen wat hij had gedaan.
Met andere woorden het verkopen van zijn
geboorterecht was zo’n onbetekenend iets voor
hem dat hij denkt nadat hij dat had gedaan, later
kan ik dat wel weer ongedaan maken… Het feit dat
hij naar zijn vader toegaat om te proberen dat hij
het ongedaan zou maken zegt genoeg dat hij niet
wist wat hij deed. Het geestelijke punt wie hij was
als eerstgeborene zoon van zijn vader, Izak, het
verbond met Abraham, Izak en Ezau… maar Ezau
gaf er zo weinig om, om dat verbond dat hij het
gewoon verkoopt. Wat gebeurt er in de grote
verdrukking met deze mensen? Hetzelfde.
2) Gen.26:34,35 De tweede gebeurtenis is dat hij
een aantal heidense vrouwen trouwde, twee
Kanaanitische vrouwen, herinnert u zich Noach dat
Kanaan vervloekt was? Gen.9. Als Israël het land
Kanaan binnen gaat en ze hen moeten verslaan om
hun slechtheid omdat ze helemaal in de strik van de
duivel zaten, zij waren het zaad van zijn politiek,
zij bezaten het land en zij moesten verslagen
worden.
Gen.26:34,35 “Als nu Ezau veertig jaren oud
was, nam hij tot een vrouw Judith, de dochter
van Beeri, den Hethiet, en Basmath, de dochter
van Elon, den Hethiet. “En deze waren voor
Izak en Rebekka een bitterheid des geestes.”
Weet u wat Ezau doet? Hij trouwt een Kan.vrouw
en zij waren een bitterheid des geestes voor Izak en
Rebekka. Hj ziet dat zijn ouders boos zijn en hij
trouwt er nog één… Gen.27:46 Rebekka: ik heb
verdriet aan mijn leven vanwege de dochteren
Heths. Zij hadden geen gelukkig huisgezin waarin
iedereen elkaar begreep, waarom? Hij trouwde
buiten het verbond, daarom noemt Hebreeën hem
een hoereerder en een onheilig persoon, dat past bij
de twee gebeurtenissen in zijn leven. 1) hij
verkoopt zijn geboorterecht, zijn materialisme,
profaan, eten, nu. Als ze in de verdrukking het
merkteken van het beest niet nemen zullen ze niet
kunnen eten. Voor één bord eten het geboorterecht
voor het Koninkrijk verkopen, dat is een
hoereerder.
Openb.2:14-20 De leer van Bileam, dingen eten
geofferd aan de afgoden en Izebel die hoereert. Ziet
u de parallel? Als je daar wilt komen in het
Koninkrijk, wees dan niet zoals Ezau, want toen hij
de zegening wilde beërven werd hij afgewezen, hij
vond geen plaats voor berouw. Een waarschuwing
net als Hebr.6:4-6, als zij afvallig worden is het
onmogelijk om hen opnieuw te vernieuwen tot
bekering. Het is als Hebr.10:26, er is geen plaats
van berouw, waarom? De enige plaats waar uw
zonden kunnen worden vergeven is bij het kruis, er
is geen andere plaats om heen te gaan en als zij dat
afwijzen, het Nieuwe verbond afwijzen en hun rug
toekeren naar de voorzieningen die God voor hen
heeft gemaakt door het kruis van Christus en ze
gaan terug naar het Oude verbond, dat wil de
antichrist dat ze doen, terug naar Judaïsme en de
tempel die weer is opgericht, in plaats van buiten
het kamp in geloof in Christus, met Christus, dan is
er niets meer voor je.
Hebr.8:7 Want indien dat eerste verbond
onberispelijk geweest ware, zo zou voor het tweede
geen plaats gezocht geweest zijn. Hij vond geen
plaats! Voor berouw, hoewel hij die zocht met
tranen. Weet u wat hij zegt: als dat eerste verbond
had gewerkt dan had hij de tweede niet hoeven
zoeken. Dus als u ziet dat het tweede verbond het
is, en het kruis en de genade die God voor u heeft
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 162
volbracht en dat daarom het Koninkrijk komt en u
verlaat dat dan is er geen plaats meer voor u om
heen te gaan, om te schuilen, dan is het over. Wie
verzaakt de schuilplaats van het kruis? En het
Nieuwe verbond, welke persoon in Israël zal dat
doen? Iemand als Ezau. Dus wees voorzichtig wees
niet als Ezau.
Hebreeën 12:13-24
Hebr.12:18 “Want gij zijt niet gekomen tot den
tastelijken berg, en het brandende vuur, en
donkerheid, en duisternis, en onweder,”
In Hebr.12:17 begint hij met wat er volgt in vers
18. Ezau had de zegening, hij verkocht de zegen
aan zijn broeder voor een bord soep, hij was meer
geïnteresseerd in de materialistische dingen, zijn
honger van dat moment, en hij waardeerde het
eerstgeboorterecht niet en de zegen die hij had. Die
geestelijke waarde was niet in zijn verstand. Het
was onbelangrijk voor hem. Daarom verkocht hij
het aan zijn broer en Jacob begreep de geestelijke
waarde van dat geboorterecht en hij zocht een weg
dat zijn broer het aan hem zou geven, verkopen.
Jacob had het verstand om die waarde te zien. Dus
nadat de zegen door Izak aan Jacob was gegeven en
niet aan Ezau zegt Ezau tegen zijn vader: is er geen
zegen voor mij? En Jacob zegt: Nee, er is er geen,
ik kan je wel een zegening geven, maar ik kan je
niet de zegen van het verbond met Abraham geven
want die heb ik al weggegeven.
Dus nádat al deze dingen gebeurd zijn en hij zijn
hart veranderde en de zegen wilde ontvangen, kon
hij niet. Hij was afgewezen, hij gaat uit en zoekt
een manier van berouw en hij zocht die en vond die
niet. U kunt zeggen: zocht hij berouw of de zegen?
Maar het punt is hij kon ze allebei niet vinden. Hij
kon geen manier vinden om de situatie te
veranderen zodat hij een zegen kon krijgen. Net als
in Hebr.6 het voor de mensen toen met al hun
wonderen en tekenen die ze geproefd hadden, en
toen afvielen het onmogelijk was om ze te
vernieuwen tot bekering, er is geen plaats voor
berouw voor hen, ze kunnen de situatie niet meer
veranderen. Met andere woorden er is geen andere
plaats voor Israël om heen te gaan dan de
voorzieningen die God voor hen heeft gemaakt in
het Nieuwe verbond.
Zoals Ezau geen plaats had om een zegen te
vinden, is er geen plaats voor Israël om heen te
gaan, het is nádat Israël de zegen zou willen
ontvangen en het Koninkrijk beërven, bij de tweede
komst. Het is een situatie als met Ezau, als zij niet
volharden als ze niet geloven, de waarheid
vasthouden, de belijdenis vasthouden tot het eind
ontvangen ze de zegen niet. En geen plaats voor
berouw. De laatste keer liet ik u in Hebr.8:7 dat
daar ook staat: geen plaats voor de tweede. Het
contrast tussen het Oude en het Nieuwe verbond.
Hebr.10:26 geen offer meer over voor de zonde.
Als zij de voorzieningen begrijpen die God voor
hen heeft in Christus op Golgotha in het Nieuwe
verbond en ze gaan terug naar het Oude verbond,
naar het systeem van Mozes, naar het Judaïsme,
naar het oude programma en dat is de verleiding
waarin zij komen in de grote verdrukking. De
antichrist bouwt de tempel, herstelt de
tempeldienst, herstelt de offers met bloed, herstelt
al deze dingen uit het Judaïsme en brengt het weer
in werking. En ze hebben hun land en hun identiteit
en hun religieuze systeem werkt weer.
De Heere Jezus zei: Als die generatie de
vijgenboom ziet uitlopen, herinnert u zich de
gelijkenis? De vijgenboom in de Bijbel is een beeld
van het volk Israël, maar niet Israël als een volk,
alle Bijbelcommentaren leren al jaren dat dat 1948
is, toen Israël weer een volk, natie werd, dat is
nonsens.
In uw Bijbel zijn er vier bomen die het volk Israël
representeren: De olijfboom ,de vijgeboom, de
wijnstok en de doornstruik. De doornstruik
representeert Israël onder de slavernij van de
antichrist. De olijfboom is Israël in haar
bekwaamheid om het kanaal van Gods zegen te
zijn. De wijnstok Jesaja 5, Psalm 80 is Israël als
een volk, als God over Israël wil spreken als een
volk. De vijgenboom is het religieuze leven van
Israël, daarom vervloekt de Heere Jezus in Mat.21
de vijgenboom: dat ze nooit meer vrucht zal
dragen… Als de vijgenboom het nationale leven
van Israël vertegenwoordigt, dan is Israël vervloekt
en zal nooit meer vrucht dragen, nooit meer een
volk zijn. Als de vijgenboom uitloopt, als u dat
vervloekte religieuze systeem weer herstelt, ziet in
Israël, die mensen zullen de wederkomst
meemaken.
Wanneer zal dat vervloekte religieuze systeem
herstelt worden in Israël? Dat is het Oude verbond,
en Christus vervloekte dat, het brengt geen vrucht
voort en kan het werk niet doen, er is niets mis met
de wet, de wet laat de zwakheid zien van de
mensen die hem proberen te houden. God zet de
wet opzij, het oude programma, de wet en het
eerste verbond werkt niet. Er komt een Nieuw
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 163
verbond dat Hij met hen maakt, gebaseerd op het
bloed van de Heere Jezus Christus, en Hij doet voor
hen wat ze zelf niet kunnen. Dat is de enige manier
voor Israël om haar zegeningen te ontvangen.
In Hebr.12:17 ziet u een waarschuwing, één van de
laatste waarschuwingen in het boek Hebreeën.
Hebreeën doet twee dingen: 1) het gevaar van
afvallen, teruggaan naar het oude systeem en niet
verdergaan met de zegeningen van het Nieuwe
verbond. 2) Uitleggen wat God voor hen heeft
voorzien, volbracht voor Israël in Christus, in het
Nieuwe verbond om ze te motiveren om door te
gaan. Een waarschuwing voor het volk om niet te
stoppen, maar om te volharden tot het einde en de
motivatie om het te doen en de voorzieningen die
God hen heeft gegeven om het te doen. Wees niet
als Ezau, wees niet iemand die de geestelijke zegen
van geen waarde acht, van de belofte die God hen
gegeven heeft, van het verbond dat God met hen
maakte. ‘Verkoop’ het niet voor iets tijdelijks.
Offer nooit het blijvende op het altaar van het
onmiddelijke. Daar gaat de waarschuwing hier
over.
In het licht van de tegenstelling die hij maakt in
vers 17 tussen het Oude en het Nieuwe verbond
begint hij in vers 18 tot het eind van het hoofdstuk,
en speciaal in vers 24, het Oude en het Nieuwe
verbond tegenover elkaar te zetten.
En hij geeft een strakke vergelijking tussen het
Oude en de superioriteit van het Nieuwe verbond.
Hebr.12:18 “Want gij zijt niet gekomen tot den
tastelijken berg, en het brandende vuur, en
donkerheid, en duisternis, en onweder,”
Het woord want geeft een verdere uitleg. U krijgt
een verdere uitleg, verdere lering. Want.. reden: u
bent niet…enz. Het gaat hier om de berg Sinai,
jullie zijn niet geassocieerd met de berg Sinai en
met het verbond dat daar werd gemaakt. Het Oude
verbond bracht ondragelijke angst en vrees met
zich mee, zelfs al raakte je de berg aan werd je
vernietigd. Deze verdrukkingheiligen zijn niet
daartoe gekomen, dat hebben ze opzij gezet.
Hebr.12:22 “Maar gij zijt gekomen tot den berg
Sion, en de stad des levenden Gods, tot het
hemelse Jeruzalem, en de vele duizenden der
engelen;”
Maar gij zijt gekomen tot… Dit is uw bezitting en
wie u bent. In de voltooide tijd en conditie die al
bestond en de effecten gaan door tot in de
toekomst. Dit is de positie die hen al is gegeven in
het Nieuwe verbond, dit is hun status: Gij zijt
gekomen. En er zijn acht dingen waartoe ze
gekomen zijn zegt hij. Acht in uw Bijbel is het
getal van een nieuw begin. U bent niet tot het Oude
verbond gekomen, maar tot het Nieuwe verbond en
hij noemt acht nieuwe dingen op waartoe zij
gekomen zijn.
Hebr.12:23,24 “Tot de algemene vergadering en
de Gemeente der eerstgeborenen, die in de
hemelen opgeschreven zijn, en tot God, den
Rechter over allen, en de geesten der volmaakte
rechtvaardigen; “En tot den Middelaar des
nieuwen testaments, Jezus, en het bloed der
besprenging, dat betere dingen spreekt dan
Abel.
Kijk eens naar al deze wonderbare voorzieningen,
dingen die Gods doel vervullen en volmaken met
Israël. Gods doel met Israël was niet om ze te
vernietigen, het Oude verbond deed dat wel,
waarom? Omdat ze niet foutloos waren, ze hadden
een oplossing nodig voor hun zonden. Ziet de
zonen en dochters van Abraham waren ook de
zonen en dochters van Adam. De wet kon het niet
doen, het leerde hen een les, hij was een
schoolmeester die ze leerde dat ze een verlosser
nodig hadden. En deze mensen zijn bemoedigd om
die les te leren en naar de Verlosser te gaan in het
Nieuwe verbond dat God met hen maakte.
Er is hier een lange lijst en we kunnen een uur aan
elk van deze dingen besteden en we zullen een
mooie tijd hebben, want het zijn mooie dingen,
maar ik ga er in het kort overheen:
Gij zijt gekomen tot de berg Sion enz. vers 22, dit
zijn drie manieren om hetzelfde te zeggen: De berg
Sion, er is een berg op aarde genoemd Sion, maar
dat is deze niet, want in Hebr.12:18 lezen we deze
berg is niet op de aarde, u komt tot een berg die u
niet aan kunt raken. Deze berg is niet op de aarde.
We hebben al een keer een studie gedaan over de
structuur van het universum en dat de hemelen een
structuur hebben, niet alleen een fysieke, maar ook
een politieke structuur. Er zijn territoria en
denominaties en overheden en machten enz.
regeringen zoals op de aarde en in de hemelen, het
zijn plaatsen die net zo reëel zijn als waar wij nu
zijn. En er is een plaats in de hemelen die genoemd
wordt: de berg Sion, en de aardse berg Sion en het
aardse Jeruzalem zijn hiervan een aardse
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 164
vertegenwoordiging. Van de berg Sion in de hemel,
en de stad van God is daar.
In Openbaring 21 zagen we dat het nieuwe
Jeruzalem uit de hemel neerkwam naar de aarde.
Hier heeft hij het over als hij het heeft over de berg
Sion en de stad van de levende God. Het hemelse
Jeruzalem, dat is het nieuwe Jeruzalem uit
Openb.21. Het nieuwe Jeruzalem is op een plaats
genoemd de berg Sion, zie bijvoorbeeld in
Ezechiel 28. Dit is een gedeelte dat over satan
spreekt. Als u dit leest denkt u dan eens na:
wanneer was de koning van Tyrus in Eden? Hij was
daar niet, of wel? Hij spreekt hier over de
werkelijke kracht achter de koning van Tyrus. Wie
was er in de hof van Eden? De Heere Jezus
Christus was er, Adam en Eva waren er, en wie nog
meer? Satan en de engelen.
Ez.28:14 “Gij waart een gezalfde, overdekkende
cherub; en Ik had u alzo gezet; gij waart op
Gods heiligen berg; gij wandeldet in het midden
der vurige stenen.”
Satan is geen engel, hij is een cherub, de
overdekkende engel; over de troon van God, er zijn
nu vier levende schepselen rond de troon en zijn
positie was over de troon, hij was mooi en
getalenteerd en wijs, volmaakt in wijsheid en
schoonheid en dat maakte hem trots, en zijn hart
verhief zich. Hebr.12 zegt wees geen
onheilig(profane) persoon zoals Ezau… En
Hebr.12 zegt jullie zijn genaderd tot de berg Sion,
tot de plaats waar God zit, tot het doel van God, de
hemelse stad, het hemelse Jeruzalem, de stad van
de levende God.
Psalm 48 U ziet deze stad steeds opnieuw in de
Psalmen. In Opb.14:1 worden de 144000
opgenomen in de hemel en Johannes ziet ze op de
berg Sion in de hemel, ze zijn in de stad van de
levende God, het hemelse Jeruzalem. Dit is een
locatie, een planeet in het universum waar de troon
van God is gemanifesteerd. God is overal, Hij is
niet beperkt door tijd of ruimte, maar omdat Hij
God is kiest Hij ervoor om Zijn Persoon te
manifesteren in een speciale plaats, gebied zodat
wij als schepsels Hem kunnen begrijpen en zien en
Hem kennen. En dat doet Hij, Hij heeft een stad
waar Hij in leeft en Hij heeft een planeet waar die
stad is, en die planeet wordt Sion genoemd. Psalm
48 Die stad is in de noordelijke regio in de hemel,
in de noordelijke einden van het universum.
Ps.50:1,2 “Een psalm van Asaf. De God der
goden, de HEERE spreekt, en roept de aarde,
van den opgang der zon tot aan haar ondergang
“Uit Sion, de volkomenheid der schoonheid,
verschijnt God blinkende.”
Deze Psalm kijkt profetisch uit naar de tweede
komst van Christus. In Ps.50 zijn de
verdrukkingsgelovigen op de aarde en de tweede
komst van Christus is aanstaande, precies waar het
Hebr.12 gedeelte over gaat. Uit Sion verschijnt God
blinkende, Hij komt uit die stad, Hij komt terug uit
Sion.
Ps.50:4 “Hij zal roepen tot den hemel van boven,
en tot de aarde, om Zijn volk te richten.”
Hier komt Hij neer van de hemel en Hij roept tot de
hemel van boven(:4). Hij is daar nog en Hij roept
tot de hemel en we zullen zo zien wat dat is in
Hebr.12. Hij roept tot de aarde, voor Hij terugkomt
naar de aarde, ziet de aarde Hem in de hemelen.
Dat wordt genoemd : het teken van de Zoon des
mensen, Openb.6, de hemelen zijn geopend en zij
zien de Zoon des mensen zittende op de troon en zij
roepen dat de bergen op hun vallen en ze willen
zich verbergen voor Hem Die op de troon zit, want
de grote dag van Zijn toorn is gekomen, dat is niet
de tweede komst naar de aarde.
Hij is in de hemel en zij zien Hem zoals in Psalm
50 en zij weten dat Hij komt om hen te oordelen en
ze verbergen zich voor Hem en vragen de bergen
om op hen te vallen. Openbaring 19, als de legers
van de aarde vergadert zijn tegen Jeruzalem en ze
verbergen zich dan niet, ze vechten tegen Hem. Dat
is iets anders dan in Openb.6, dat is niet de
wederkomst daar rennen ze weg van Hem. Dit
gebeurt voor, in het midden van de week zodat de
volkeren weten dat Hij daar boven is en ze weten
dat hun gevecht tegen Hem en de antichrist komt en
gebruikt dat om de volkeren te vergaderen en om te
vechten en overtuigd de mensheid dat degene waar
ze tegen vechten de duivel is, de vijand. En dat de
duivel de vriend is en dat hij god is, en hij verleid
de volkeren en ze geloven dat hij god is en dat hij
Jezus Christus is en dat hij hun messias is en hun
hoop en dat is de context waar deze Hebreeën zich
in bevinden. De antichrist roept hen terug naar hun
wortels, terug naar Mozes en ze zullen
Schriftuurlijk zijn, terug naar Exodus en Levitucus
en ze willen niet volgens de bedelingen zijn.
Het meest gevaarlijke wat u kunt doen in uw leven
is om Schriftuurlijk zijn en niet rechtgesneden. De
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 165
Bijbel gebruiken, maar niet rechtsnijden. Gods
Woord nemen en het destructief maken in uw
leven, volgens 2 Petrus 3. U worstelt en draait met
de Schrift, mixt het allemaal door elkaar en Petrus
zegt: het is destructief, u doet dat tot uw eigen
destructie. Daarom is het lichaam van Christus zo
zwak, vleselijk.
In de Psalmen, Psalm 75:4-9 weer een psalm die
uitkijkt naar de wederkomst van de Heere. De wijn
van Zijn toorn komt en waar komt Hij vandaan? Uit
het oosten uit het westen? Hij komt uit het
noorden! Die stad is aan de zijde van het Noorden,
want daar is God en als Hij komt komt Hij niet uit
de oostenlucht, maar uit het noorden. Als ik naar de
begraafplaats ga waar mijn vader ligt , kijken alle
graven uit naar het oosten, iemand vroeg mij eens
of ik wist waarom? Ik zei: vertelt u mij dat eens.
Hij zei: van die kant komt Jezus terug en als Hij
komt willen ze die kant uitkijken. Ik wilde hem niet
teleurstellen, maar het is omdat de zon in het oosten
opkomt. En als u de zongod aanbid moet u die kant
opkijken. Dat is de werkelijke reden. Zelfs al zou u
denken dat Hij van die kant komt, het is niet zo.
Bijbelgelovige christenen zullen het dode lichaam
van iemand begraven met zijn gezicht in een
bepaalde richting alsof hem dat goed zou doen. Dat
is bijgelovig heidendom.
Hebr.12:22 “Maar gij zijt gekomen tot den berg
Sion, en de stad des levenden Gods, tot het
hemelse Jeruzalem, en de vele duizenden der
engelen;”
De berg Sinai en de wet en hij zegt: de wet bracht
slavernij, maar het nieuwe Jeruzalem was vrij. Hoe
kreeg Abraham de belofte van het nieuwe
Jeruzalem, God gaf hem die en Hij beloofde het
hem, het was een vrije gave van God aan Abraham.
Dat is de moeder van ons allen. Weet u hoe u iets
van God krijgt? Als een vrije gift. Daarom spreekt
hij over een vrije gift en dat het hemelse Jeruzalem
vrij is. En die vrije gift van God, dat principe dat is
de moeder van ons, dat is de basis van het Nieuwe
verbond en dat is de basis waarop wij alles hebben.
Wij hebben andere dingen dan Israël in onze
redding, maar het is ook aan ons gegeven door het
bloed van Christus, en genade is alles wat God vrij
is om te doen, door het bloed van Christus.
Dus in Hebr.11:16 gaat het om de aartsvaders en zij
zochten een beter vaderland, een hemels…Hij had
een stad voor hen bereid. En deze mensen in
Hebreeën zijn tot die stad gekomen, het is voor hen
om te bezitten, want die voor hen zijn gestorven en
hebben de belofte niet gezien, zij zagen het van
verre, ze waren niet in staat om het te hebben. De
Hebreeën is de generatie die het zullen hebben! Het
is voor jullie om het te hebben, om het te bezitten, u
bent gekomen tot… Zij zagen het van verre, en u
gaat het krijgen! U krijgt het door het Nieuwe
verbond, niet door wat u doet.
Hebr.13:14 “Want wij hebben hier geen
blijvende stad, maar wij zoeken de
toekomende.”
Wat zegt hij hier: het gaat niet om Jeruzalem
beneden, wij hebben een stad die komt, wij hebben
de berg Sion! Wij hebben de stad van de levende
God, het hemelse Jeruzalem. Iets echts, waar de
heiligen naar uitgekeken hebben sinds God het hen
had beloofd. Dit is de generatie waar de beloften
aan worden vervuld, tot wie Hebreeën schrijft.
Hebr.12:22 We gaan terug naar Hebr.1 en zien
waar de engelen voor zijn, we kunnen hier veel tijd
aan besteden en er zijn veel misverstanden over
engelen. Iemand vertelde mij twee weken geleden
over publiciteit rond Billy Graham, hij zegt nu dat
hij niet zeker weet of er een hel is…! Dat komt
door die 30,40 jaar modernisme. 40 jaar gelden
geloofde hij in de hel, en 40 jaar geleden begon hij
met modernisten samen te werken en die weten niet
waar ze nu wel en waar ze niet in geloven. Maar hij
gelooft in engelen, hij heeft een boek geschreven
over engelen. Maar de Bijbel leert u over engelen
en de hel beiden kunt u niet zien, ik weet niet meer
wat Billy gelooft, maar mijn punt is dat engelen
belangrijk zijn in de Bijbel en dat het een
onbegrepen onderwerp is.
Maar u zult engelen zien als u naar de Heere gaat.
In de Bijbel zijn engelen mannen. Hebr.1:14 Het
doel van engelen in relatie tot de aarde in de Bijbel
heeft te maken met dienen, een engel is gemaakt
om werk, plichten te doen, hij is een dienaar, de
zaken van God voor degenen die erfgenamen zijn
van de verlossing en dat is het volk Israël, daarom
ziet u engelen in Israëls programma, zij voeren
Gods doel uit, beschermen, geven miraculeuze
bevrijding en bewaring aan het volk Israël. Zij zijn
dus genaderd tot deze vele duizenden van engelen,
vers 22. Luk.15 zegt dat de engelen in de hemel
zich verblijden als één van die Joodse mensen
berouw heeft. Als het goed komt met Israël weten
ze hoe het met het programma zit. Nu, vandaag
worden ze onderwezen over het onderwerp van
genade waar wij deel van uit maken door ons
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 166
Ef.3:10. Deze vele duizenden zijn in de hemel en
op de aarde Openb.5:11.
Hebr.12:23 “Tot de algemene vergadering en de
Gemeente der eerstgeborenen, die in de
hemelen opgeschreven zijn, en tot God, den
Rechter over allen, en de geesten der volmaakte
rechtvaardigen;”
Het is een goede vraag wie de algemene
vergadering en de gemeente der eerstgeborenen
zijn. Sommige mensen zeggen: Dat zijn wij. Maar
de eerstgeborene is de Heere Jezus Christus, Hij is
de eerstgeborene uit de doden Hebr.1:5
Hand.13:33 In Zijn opstanding is Hij verkregen,
Kol.1:15. Hij is de eerstgeborene uit de dood. De
gemeente hier is de gemeente van Christus, de
gemeente die Hem toebehoort, die geschreven zijn
in de hemelen. Maar weet u de Heere Jezus is niet
de enige in de Bijbel Die de eerstgeborene wordt
genoemd. Het is een titel die ook aan Israël
toebehoort, en het is alleen het volk Israël dat in
Christus is waar het om gaat in Hebreeën.
Ex.4:22 “Dan zult gij tot Farao zeggen: Alzo
zegt de HEERE: Mijn zoon, Mijn
eerstgeborene, is Israel.”
Dit gaat over Israël die uit Egypte komt.
Jer.31:9 “Zij zullen komen met geween, en met
smekingen zal Ik hen voeren; Ik zal hen leiden
aan de waterbeken, in een rechte weg, waarin zij
zich niet zullen stoten; want Ik ben Israel tot
een Vader, en Efraim is Mijn eerstgeborene.”
Als Israël in de toekomst bevrijd zal zijn van de
vijfde serie oordelen. Israël in die dag van
bevrijding, is bevrijd als Zijn eerstgeborene. Zijn
eerstgeboren volk. Dus is het het lichaam van
Christus? Of is het Israël? Wel, Israël draagt die
titel van eerstgeborene en het is Israël verenigt met
Christus daar en lees in de rest van Hebr.12:23 wat
hij erover zegt: …die in de hemelen opgeschreven
zijn.
Luk.10:20 “Doch verblijdt u daarin niet, dat
de geesten u onderworpen zijn; maar verblijdt
u veel meer, dat uw namen geschreven zijn in de
hemelen.”
Dat is iets specifieks dat gezegd wordt van de
kleine kudde in Israël. De 70 komen terug,
verheugd u dat uw namen zijn geschreven in de
hemel. Waar zijn ze opgeschreven? In een boek in
het nieuwe Jeruzalem, in de rol van de algemene
vergadering van de gemeente der eerstgeborenen.
Hij zegt: jullie zijn gekomen tot het nieuwe
Jeruzalem, de stad van de levende God, tot de vele
duizenden engelen en tot de algemene vergadering,
jullie zijn gekomen tot het huishouden waar alle
heiligen van God zijn. Jullie zijn deel van wat God
doet en God is de Rechter over allen.
Als ik sterf en naar de Heere gaat, ben ik niet van
plan eerst de hand van Paulus te gaan schudden en
van Mozes(Mozes zal daar niet zijn), eerst wil ik de
Heere zien, u niet?! Amen. Als ik 2000 jaar naar
Hem gekeken heb zal ik misschien naar iemand
anders kijken maar ik wil Hem eerst kennen. En ik
heb wat vragen voor Paulus, een paar verzen waar
ik niet uit ben, en ik denk dat ik het toch aan de
Heere moet vragen, maar er zijn daar heiligen die
ik zou willen spreken weet u, ik las het
levensverhaal van John Wesley en elke keer als u
denkt dat u veel voor de Heere doet en dat u moe
bent en een rust nodig hebt ga dan dat boek maar
lezen en wordt snel weer actief, hij wekte een heel
continent op voor God. Ik wil graag John’s hand
schudden, hij had een verschrikkelijke vrouw maar
hij ging er niet vandoor, ik zou er w.s. wel vandoor
gegaan zijn.
Ik kijk er echt naar uit om deze gelovigen te zien,
echt, maar er zijn prioriteiten. ..en de geesten der
volmaakte rechtvaardigen. Alle Oud
Testamentische heiligen zijn er, Abraham, Mozes
enz. ze keken allemaal vooruit, en deze mensen
hebben het.
Hebr.12:24 “En tot den Middelaar des nieuwen
testaments, Jezus, en het bloed der besprenging,
dat betere dingen spreekt dan Abel.”
Ze zijn niet alleen tot de OT heiligen gekomen die
wachten om opgewekt te worden, de
gerechtvaardigde heiligen van toen, maar ze zijn
gekomen tot het hele reddingsprogramma, ze zijn
tot Jezus gekomen, de Middelaar van het Nieuwe
verbond en het bloed. Dat spreekt betere dingen
spreekt dan Abel, omdat het volbracht is, het werk
is gedaan, de strijd is over, de overwinning is
gewonnen, en zij zijn er. Hé, wees niet als Ezau
zegt hij, Ezau nam het moment. Jullie zijn de
mensen die het gaan erven.
Hebr.12:25 “Ziet toe, dat gij Dien, Die spreekt,
niet verwerpt; want indien dezen niet zijn
ontvloden, die dengene verwierpen, welke op
aarde Goddelijke antwoorden gaf, veelmeer
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 167
zullen wij niet ontvlieden, zo wij ons van Dien
afkeren, Die van de hemelen is;”
Hij gaat het nu hebben over de Heere Jezus
Christus Die terugkomt, Hij komt terug en het gaat
er om dat zij niet zijn gekomen tot de berg Sinai op
de aarde, maar tot de berg Sion, en alle wonderlijke
dingen die voorzien zijn in het Nieuwe verbond,
God sprak van de Sinai, maar op een dag spreekt
Hij van de hemel en dat zal wat zijn, en dan komt
het Koninkrijk.
Hij zal de hemel en de aarde schudden, waarom?
Om alles er uit te halen dat zich verzet. Hij schudt
alle demonische schepselen naar de aarde en Hij
reinigt de hemelen letterlijk door ze uit te
schudden, zoals je de modder ergens vanaf schudt.
Hij schudt ze op de aarde en dan gaat hij de aarde
schudden door Zijn komst en zal Israël reinigen, en
dan richt Hij Zijn Koninkrijk op.
Hebreeën 12:25-29
Hebr.12:26 “Wiens stem toen de aarde bewoog;
maar nu heeft Hij verkondigd, zeggende: Nog
eenmaal zal Ik bewegen niet alleen de aarde,
maar ook den hemel.”
Vers 26, deze aanhaling is geïnterpreteerd als een
referentie naar de Heere Jezus Christus Die Zijn
Koninkrijk bevestigd, Hij schud de ongelovigen
eruit, de onstabiele dingen die te niet gaan en Hij
richt een onwrikbaar Koninkrijk op, die aanhaling
is uit:
Haggai 2:6 Want alzo zegt de HEERE der
heirscharen: Nog eens, een weinig tijds zal het
zijn; en Ik zal de hemelen, en de aarde, en de
zee, en het droge doen beven.”
Maar in Haggai 2:7 moet u de context in gedachten
houden, want Hebr.12 vertelt u dat Haggai 2
spreekt over het Koninkrijk en de komst van
Christus.
Haggai is een vijfde serie oordelen profeet. Hij is
een profeet in Israël die kijkt naar Israël, de
ballingschap in Babylon is voorbij en ze gaan terug
onder Ezra en Nehemia en Haggai en Zerubabel en
Zacharia, en ze komen terug uit de ballingschap in
het land. Dus u bent historisch gezien bij Ezra,
Nehemia en Esther, na de Bab.balllingschap en
daar spreekt Haggai over, hij heeft het over de
herbouw van de tempel en hij kijkt verder dan de
herbouw van de tempel. Ze hebben in die tijd de
informatie uit het boek Daniël en ze weten dat er
een tijdsschema is, ze hebben die informatie en
Haggai spreekt daar over.
En hij zegt in Haggai 2:3-7 Weet iemand nog hoe
deze plaats was voor de ballingschap? Met andere
woorden: waar zij op hoopten is de verlossing die
de Heere voor hen heeft als Hij komt om Zijn
Koninkrijk op te richten. Hag.2:8-10 en zij hadden
geen idee dat er nog iets mooiers kon zijn dan de
tempel die Salomo had gebouwd. Als zij de tempel
herbouwen en ze kijken ernaar in het perspectief
van het doel van God, als de Messias terugkomt,
dan begrijpen ze dat er een tijdsperiode is voordat
dat gebeurd. En wat hij doet is: hij vertelt hen dat
wat ze doen zwak lijkt en niet veel voorstelt, maar
wat wij hier doen is eindigt uiteindelijk in de
heerlijkheid van de Almachtige God Die de aarde
vervult, en God’s doel wordt volbracht.
Hag.2:7 Ja, Ik zal al de heidenen doen beven, en
zij zullen komen tot den Wens aller heidenen, en
Ik zal, dit huis met heerlijkheid vervullen, zegt
de HEERE der heirscharen.”
In Hag.2:7 staat een titel: en zij zullen komen tot
den Wens aller heidenen. Speciaal in de tijd rond
kerst en in de liederen wordt deze titel gebruikt als
een referentie voor de Heere Jezus Christus. En dat
heeft mij altijd gefascineerd, als u een lijst ziet van
titels van de Heere Jezus Christus. In boeken is die
titel gebruikt voor Hem. Maar als u er even over
nadenkt is dat een beetje dwaas. Want welk volk
wenst Hem? Romeinen 3 zegt dat niemand God
zoekt, en Hij is God, wie zoekt Hem? En het
antwoord dat gegeven wordt is: dat er een
Godgeschapen vacuüm is in elk mensenhart. U
komt nooit tot rust voordat dat vacuüm is gevuld
door de Heere Jezus Christus. In een zekere zin is
dat waar.
Maar de Wens der heidenen hier gaat niet over alle
volken die Hem aanbidden en zeggen: Kom
alstublieft terug Heere en help ons. Want als u Hem
terug ziet komen met de tweede komst zijn alle
volken van de aarde vergadert om te vechten tegen
Hem! Ze geven Hem geen welkom, ze wensen niet
dat Hij komt. Ze wensen iemand die kwam in zijn
eigen naam, en ze hebben hem aangenomen. Waar
hij het hier over heeft in dit gedeelte: de wens aller
heidenen is: welvaart, goud en zilver, glans en
heerlijkheid en daar gaat het over als u dit gedeelte
leest. Hij heeft het over de heerlijkheid van de
dingen die zij doen en die er misschien niet zo
mooi uit zien, maar als de Heere terugkomt en de
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 168
aarde doet beven en Zijn eigen Koninkrijk opzet
dan is dat hetgeen de volkeren respecteren, wensen
, eren en Israël zal vervullen.
En zal de tempel vullen: vers 8 het zilver is Mijne
en het goud, de heerlijkheid en de welvaart en de
aanbidding en het gebrek aan aanbidding in
Zerubabels tempel wordt meer dan gecompenseerd
op de dag in de milleniumtempel. Wie zal die
dingen brengen?
Jes.60:1-7 al de weelde en de kracht van de
heidenen wordt naar Israël gebracht. Jes.60:8 de
manier van aanbidding is door al de welvaart die de
heidenen en de kracht die ze in de handen van Zijn
volk leggen.
Jes.60:6 “Een hoop kemelen zal u bedekken, de
snelle kemelen van Midian en Hefa; zij allen uit
Scheba zullen komen; goud en wierook zullen zij
aanbrengen, en zij zullen den overvloedigen lof
des HEEREN boodschappen.”
In Jes.60:6 staat dat ze goud en wierook brengen, in
Mat.2 staat dat de wijzen goud en wierook en
mirre, zij begrepen wat ze mee moesten brengen, ze
begrepen dat Hij een profeet, een priester en een
koning was. Hier brengen ze het goud en de
wierook omdat Zijn lijdende bediening voorbij is,
de mirre wordt geassocieerd met het lijden, maar
die is over en niemand kan de Heere Jezus ooit
weer laten lijden. Hij is nu de verheerlijkte Zoon
des mensen. Geen lijden meer voor Hem. Dus de
mirre is voorbij. Het goud en de wierook, de koning
en de priester. Hij is de Priester zittend op Zijn
troon, zoals Zacharia 6 spreekt.
Dus de Wens aller heidenen, meer dan dat het een
titel is voor de Heere Jezus Christus is de welvaart
die naar Israël gebracht wordt en het Koninkrijk
vervult. Wat het volk wenst: macht en welvaart en
kracht en heerschappij wordt voor het volk Israël
neergelegd en Israël zal het hoofd van de volken
zijn en zij zullen het volk zijn waar de volkeren
naar kijken met de bedoeling om de waarheid van
God te krijgen en licht en begrip.
En als u verder gaat in Jes.60 en 61 en u leest er
over dan is dat een geweldig gedeelte, daar is het,
en de welvaart komt binnen en Israël is verheven
als het hoofd van de volken en alle volken dienen
Israëls Koning, de Heere Jezus Christus. De reden
waarom deze titel aan de Heere Jezus Christus
wordt gegeven is denk ik dat al die modernisten en
liberalen niet in het Koninkrijk op de aarde geloven
, dus ze begrijpen het gedeelte niet. Dus de Heere
Jezus Christus is zeker een Persoon die u moet
begrijpen wie Hij is.
Ga met mij mee naar Zacharia 14, we spreken over
de geboorte van de Heere Jezus Christus en u moet
begrijpen wie Hij is in Zijn Persoon. Toen Hij
ontvangen werd in de maagd Maria, kwam Hij niet
op dat moment tot bestaan, toen u werd ontvangen
bestond u nog niet voor uw conceptie. Er is een oud
heidens idee dat u in de hemel was wachtend tot u
naar beneden moest. Wachtend tot God de juiste
persoon had gevonden om u heen te zenden. Toen u
ontvangen werd ontstond u. U had geen vorig
leven. Maar de Heere Jezus Christus had dat wel.
Hij is de enige persoon geboren in dit menselijke
geslacht Die bestond voor Zijn conceptie. Negen
maanden voor u ter wereld komt leeft u in uw
moeders baarmoeder, en met de geboorte krijgt u
een andere verblijfplaats. In de USA is één van de
gevaarlijkste plaatsten waar u kunt leven in uw
moeders baarmoeder, met de abortus enz. Maar het
feit is; daar bent u en u komt tot bestaan en u wordt
een onafhankelijk persoon hier levend buiten uw
moeders baarmoeder. U komt tot ontstaan op het
moment van de conceptie.
Zo is het niet met de Heere Jezus Christus, Hij had
geen aardse vader nodig, een levensbron van een
vader. Hij had Zelf al leven, Hij bestond al, Hij was
er altijd, en Hij stapt uit de eeuwigheid in de tijd en
Hij legt Zijn vrije wil van Zijn Godheid af en neemt
zondig vlees aan. Als Hij dat deed en het is
belangrijk dat u begrijpt dat Hij Degene is Die
ontvangen is in de maagd Maria en geboren in
Luk.2 als een ander soort persoon dan wij zijn. Hij
is God en mens. Theologen kunnen dat niet
begrijpen en proberen het te beschrijven zoals: de
theotropische Persoon. Theotropisch is een paar
Griekse woorden bij elkaar dat betekent de
Godmens, de hypostatische eenheid, en dat
betekent een eenheid die men niet kan uitleggen.
Zach.13:6,7 “En zo iemand tot hem zegt: Wat
zijn deze wonden in uw handen? zo zal hij
zeggen: Het zijn de wonden, waarmede ik
geslagen ben, in het huis mijner
liefhebbers.“Zwaard! ontwaak tegen Mijn
Herder, en tegen den Man, Die Mijn Metgezel
is, spreekt de HEERE der heirscharen; sla dien
Herder, en de schapen zullen verstrooid
worden; maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen
wenden.”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 169
Een verwijzing naar de Heere Jezus Christus, dit
gedeelte wordt aangehaald in Mat.26:31 als een
verwijzing naar de Heere Jezus Christus, en als een
verwijzing naar de kruisiging en de verstrooiing
van de kleine kudde als resultaat van Zijn
kruisiging. Let op wat er staat in Zach.13:7 de
HEERE zegt dat er een Man is Die Zijn Metgezel
is. De term Metgezel, wat betekent dat? Een
gelijke, we spreken over gemeenschap,een
metgezel is gelijk met de ander.
En de HEERE zegt: deze Man is de Herder van
Mijn mensen. Hier is een Man die gelijk is aan de
HEERE, aan God de Vader, Wie is dat? Het is de
Heere Jezus Christus. De Man Christus Jezus. En
Hij is God, Hij is gelijk in essentie en zijn met God
de Vader, als u er eens goed over nadenkt dan
schieten woorden tekort. Als God niet naar de aarde
was gekomen in menselijk vlees dan hadden we er
helemaal niets van begrepen, van Zijn eeuwigheid.
Br. Jeremy Graham schrijft een klein boek over de
Bijbel, en de vertaling van het Woord van God, of
het geïnspireerd is of niet en of de vertaling van
Gods Woord nog steeds geïnspireerd is. Jeremy
besprak dat het echte probleem met het vertalen
van
Gods Woord niet het vertalen vanuit het Hebreeuws
of Grieks is naar het Engels, het is een makkelijk
om van de éne naar de andere taal te vertalen
vergeleken met het probleem dat God had met
vertalen, denk aan het probleem dat de Almachtige
God had om Zijn denken, Goddelijke gedachten, de
gedachten van de Godheid te vertalen in een taal
die u kunt begrijpen! Nu, u heeft het over
beperkingen… Hoe moeilijk is het voor God om in
onze taal te vertalen! Hoeveel woorden zullen er in
God’s vocabulaire zitten? Vreemd om daar over na
te denken niet? Toch heeft Hij er een menselijke
taal van gemaakt. Wel, als u dat kunt begrijpen
m.b.t. het geschreven Woord van God, denk dan
eens na over het levende Woord van God, de Heere
Jezus Christus. En iets te scheppen dat totaal uniek
is, dat is de Heere Jezus Christus, ziet u, de Held
van ons geloof is niet zoals Boeddah of Confusius
of Jozef Smith of u en ik. Hij is Iemand geheel
anders.
Joh.1:1 zegt in den beginne was het Woord. Toen
het begin begon was het Woord er. Het Woord
kwam niet tot bestaan in het begin, Het was er al.
Dat maakt het eeuwig, buiten de schepping, want
vers 3 zegt dat Hij de Schepper is, Hij is
afgescheiden van alles wat gemaakt is. Dus alles
wat gemaakt is is door Hem gemaakt. Hij maakte
Zichzelf niet, dus Hij is buiten de schepping, Hij is
geen deel van de schepping. Hij is de Schepper.
Niemand schiep Hem. God de Vader heeft Hem
niet geschapen, Hij was er. Het Woord was met
God, twee gescheiden identiteiten. Het Woord was
God, niet gescheiden maar gelijk.
Joh.1:14 Het Woord is vlees geworden… Joh.1:18
Hij heeft Hem verklaard. Wilt u God zien? U moet
kijken naar de gemanifesteerde Persoon van de
Godheid. Jezus Christus is God geopenbaard. Hoe
Hij denkt, voelt, antwoord, handelt, hoe Hij Zich
gedraagt, hoe Hij voelt en wat Hij doet, hoe Hij
wandelt.
Dat punt van begrijpen, weten en zien ziet u in de
Persoon van de Heere Jezus Christus en dat is
belangrijk om te begrijpen dat de Mens Christus
Jezus God Zelf is Die een deel van de mensheid is
geworden. En ik zeg dit niet tegen u niet om u
ervan te overtuigen, maar om aan de heerlijkheid
ervan te herinneren.
Het is goed om af en toe stil te staan en te
waarderen wie de Heere Jezus Christus is en Hem
lief te hebben voor wie Hij is. Want als Paulus zegt:
…en gij zijt volmaakt in Hem…
Wat is de beschrijving van Zijn functie? Hij is de
Redder, en er is geen andere Redder. Weet u dat er
maar één Redder is in de Bijbel? Dat is Jehovah
God Zelf. Israël had geen ander om heen te gaan
dan Jehovah God. Jes.45:21 En er is geen God
meer behalve Ik, een rechtvaardig God en een
Heiland, niemand is er dan Ik. Er is maar één God
in deze Bijbel en één Redder en dat is Jehovah.
Hosea 13:4 …want er is geen Heiland dan Ik. Er is
geen God of Redder dan Ik. Elke Jood die iets van
zijn Bijbel weet, weet dat er maar één Redder is. En
dat er maar één Persoon is die die titel heeft en dat
is Jehovah.
Luk.2:11 ...geboren de Zaligmaker, welke is
Christus de Heere. Er is niet iemand geboren die u
van wat problemen zal verlossen, maar die de titel
van de Redder draagt. En als de Heere Jezus de
Redder is, wat maakt dat van Hem? Dat maakt
Hem Jehovah! Titus 2:13 . …onze grote God en
Zaligmaker Jezus Christus. Dus wie denkt u dat
Paulus dacht dat Jezus Christus was? Jehovah!
Jes.45:11,12 Jehovah is de Formeerder, Maker,
lazen we net niet in Joh.1:3 dat door Jezus Christus
alle dingen zijn gemaakt? Ef.3:9 …alle dingen
geschapen heeft door Jezus Christus. Nieuwe
vertalingen laten dit gedeelte eruit.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 170
Iedereen begrijpt dat de Maker Jehovah is en in het
Nieuwe Testament claimt Paulus mbt de Heere
Jezus Christus en Johannes: dat Hij Jehovah God is,
zoals in Jes.45. Weet u wie de echte Jehovah’s
getuigen zijn? Niet de Russelieten. Het is de leer,
het zijn niet de mensen. Maar een echte Jeh.getuige
zegt dat Jezus Christus niet God is, Joh.1:18. Hij is
Jehovah, onze Redder. En als u uw Bijbel doorleest
en ziet wie Jehovah is dan is dat geweldig, en om in
Christus te zijn.
Jes.45:22-24 dat Mij alle knie zal buigen… weet u
dat dat vers aangehaald wordt in Filippenzen 2:10?
Is dat niet mooi, Zijn naam betekent Jehovah
Redder, Zaligmaker. Wat dat gedeelte zegt is waar
van Jehovah en wat Paulus zegt is waar van de
Heere Jezus Christus. De Heere Jezus Christus van
uw Bijbel is de Jehovah God. Dit is het gedeelte
waar de sekten en religies een probleem hebben.
Zach.12:10 “Doch over het huis Davids, en over
de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten
den Geest der genade en der gebeden; en zij
zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken
hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als
met de rouwklage over een enigen zoon; en zij
zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men
bitterlijk kermt over een eerstgeborene.”
Overeenkomstig dit vers zal God de Heilige Geest
op Israël worden uitgestort zoals in Handelingen 2,
en in de toekomst in de verdrukking en zij zullen
Hem aanschouwen Die zij doorstoken hebben en zij
zullen rouwklagen enz. en zij zullen berouw
hebben zoals Leviticus 26 zegt. En Zach.13:1 zegt
dat er te dien dage een fontein geopend zal zijn
voor het huis Davids. En dan verder naar Zach.14
en dan komt het Koninkrijk.
Let op wat Zach.12:10 zegt: Zij zullen zien op Mij,
Dien zij doorstoken hebben…(dat is Jehovah). In
Joh.19:37 is dat gedeelte aangehaald mbt het
doorsteken van Jezus Christus aan het kruis op
Golgotha. Wie zegt uw Bijbel dat zij doorstoken
hebben op Golgotha? Zij doorstaken Jehovah.
Degene Die stierf op Golgotha was Jehovah. De
Jehovah, Die de Maker is en Die Israël al deze
zegeningen heeft beloofd, Hij is de Jehovah, de
Zaligmaker, Die stierf op Golgotha.
Kunt u begrijpen waarom Paulus zegt dat God in
Christus de wereld met Zichzelf verzoenende was?
God was persoonlijk aanwezig in de Persoon van
Jezus Christus op Golgotha, hun zonden hun niet
toerekenende, dat is wonderlijk. Dit is niet iets door
mensen bedacht. Dit is iets dat de God van hemel
en aarde, Die alles heeft gemaakt om ons heen,
heeft uitgedacht en bedoelt. En de God des hemels
is niet Iemand Die zo’n beetje op vakantie is en de
aarde zijn gang laat gaan, Hij is de God Die heeft
ingegrepen in Zijn eigen schepping, niet om
zomaar te spelen, maar om er deel van te worden.
Jes.53:4,6,10 “Waarlijk, Hij heeft onze
krankheden op Zich genomen, en onze smarten
heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat
Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt
was.” “Wij dwaalden allen als schapen, wij
keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de
HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op
Hem doen aanlopen.” “Doch het behaagde den
HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem
krank gemaakt; als Zijn ziel Zich tot een
schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad
zien, Hij zal de dagen verlengen; en het
welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand
gelukkiglijk voortgaan.”
Vers 6: de HEERE(Jehovah)…op Hem(Christus).
Vers 10: de HEERE (Jehovah) …Hem(Christus). In
dat gedeelte wordt God de Vader Jehovah
genoemd, iedere keer als u in het OT leest over
Jehovah is dat niet God de Zoon, maar God de
Vader. In Zach.14:7 lazen we dat ook. Soms is de
titel gebruikt voor Jezus Christus. Dat is
wonderbaar om te waarderen wie de Heere Jezus
Christus is.
De reden waarom dat zo belangrijk is voor u en mij
is Kol.2:19 zegt dat wij in Christus volmaakt zijn.
In Christus zijn we vervult met alle volheid van
God. Wat een vreugde om zo’n status te hebben,
niet omdat u het verdient, maar omdat God voor
Zijn glorie het aan u geeft, door Zijn genade. Weet
u mensen wat wij in ons leven doen als individuén
en in onze bediening in de gemeente, als deel van
het lichaam van Christus, de standaard is niet wat
er om ons heen gebeurt of de vijand die ons dwars
zit, maar de grootheid van God. De maat van de
kracht is niet hoeveel mensen betrokken zijn, wie
het met ons eens is en wie niet, of hoe andere
mensen naar ons kijken. Maar door de grootheid
van wie onze God is en Zijn doel en Zijn genade.
Eindig niet zonder u te verheugen in de Heere en
wie Hij u heeft gemaakt in Zichzelf.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 171
Hebreeën 12 – einde.
Hebr.12:25-29 het laatste gedeelte van dit
hoofdstuk en de laatste waarschuwing in het boek
Hebreeën, Hebr.13 is misschien een meer
bemoedigend, prettiger hoofdstuk, en het vat min of
meer alles samen wat er hiervoor in het boek
voorkwam.
Hebr.12:25-27 “Ziet toe, dat gij Dien, Die
spreekt, niet verwerpt; want indien dezen niet
zijn ontvloden, die dengene verwierpen, welke
op aarde Goddelijke antwoorden gaf, veelmeer
zullen wij niet ontvlieden, zo wij ons van Dien
afkeren, Die van de hemelen is;” “Wiens stem
toen de aarde bewoog; maar nu heeft Hij
verkondigd, zeggende: Nog eenmaal zal Ik
bewegen niet alleen de aarde, maar ook den
hemel.” “En dit woord: Nog eenmaal, wijst aan
de verandering der bewegelijke dingen, als
welke gemaakt waren, opdat blijven zouden de
dingen, die niet bewegelijk zijn.”
Ziet toe dat gij Hem Die spreekt niet verwerpt enz.
Het punt van luisteren naar Degenen die sprak, het
punt hierbij is het contrast dat hij maakt tussen het
Oude en het Nieuwe verbond en dat er niets meer
voor Israël is in het Oude verbond, voor niemand
behalve vervloeking, wanhoop enz. Diepe donkere
depressie en misère dat is alles wat er in is, het is
een verbond van vervloeking.
Maar er is iets in het Nieuwe verbond, met alle
zegeningen die Christus heeft voorzien (:22-24).
Ziet toe dat gij Hem die spreekt niet verwerpt…
Met andere woorden: luister, faal niet in het
doorgaan met het Nieuwe verbond en de nieuwe
zegeningen. Want als zij niet ontvloden zijn… Als
de mensen onder het Oude verbond niet ontvloden
zijn door te weigeren te luisteren naar wat God zij.
Veel meer zullen wij niet ontvlieden…die
waarschuwing herinnert u aan Hebr.2:1,2. Aan de
eerste waarschuwing die Hij gaf, het is dezelfde
terminologie.
De woorden gesproken door engelen, dat is de wet,
die aan Mozes was gegeven, toen we dit bespraken
gingen we naar Gal.3:19, waar staat dat Mozes de
wet van de engelen heeft gekregen. De Engel des
Heeren gaf de woorden aan Mozes. En als deze
woorden gesproken door engelen werden vertreden.
dan werden ze geoordeeld.
Hoe zullen wij dan ontvlieden Hebr.2:3… Hoe
zullen deze mensen ontvlieden als ze geen aandacht
geven aan wat Christus tot hen zegt! Dat is precies
wat er aan de hand is in Hebr.12, als hij de
tegenstelling maakt tussen het Oude en het Nieuwe
verbond. En wij weten waar vandaan Christus
spreekt in Hebr.12:25… vanuit de hemel. Dat is
belangrijk, in Hebr.1 liet ik u dat zien toen we
begonnen met het boek, gaat u mee terug.
Het boek Hebreeën is Jezus Christus sprekend tot
het volk Israël, en Hij spreekt tot hen vanuit de
hemel en speciaal tot de kleine kudde in Israël, over
vertrouwend doorgaan. En er zijn veel mensen in
de genadebeweging b.v. die zich dat toe willen
eigenen omdat Hij vanuit de hemel spreekt,
Christus sprak vanuit de hemel tot Paulus en Paulus
tot ons en wij hebben een hemelse bediening. Het
probleem daarmee is dat als we teruggaan naar het
Oude Testament dat daar steeds opnieuw staat dat
de Heere, die in de hemel zit zal lachen Ps.2, Hij
spreekt tot hen vanuit de hemel.
Ps.50 de Heere zal roepen vanuit de hemel…tot de
aarde. Als u iedere keer zegt als er staat dat de
Heere vanuit de hemel spreekt dat wij dat zijn, dan
zijn wij overal in de OT.schriften, ziet u, dus dat
kunt niet doen, alleen omdat er staat dat Hij vanuit
de hemel spreekt.
In Hebr.3:1 spreekt hij erover dat zij de hemelse
roeping deelachtig zijn. Kijk, als Iemand vanuit de
hemel roept, hoe noemt u dat dan? Een hemelse
roeping, niet?! En wat doet hij? En dan zeggen
mensen: dat zijn wij, want wij zijn de hemelse
mensen.
Maar het punt is: De roeping is niet om naar de
hemel te komen, maar dat Hij in de hemel is en dat
er dingen in de hemel voor hen bewaard worden en
dat die klaar staan om naar hen toegebracht te
worden als Hij komt.
Hij is als de man in Luk.19:11, de welgeboren man
die in een vergelegen land reisde en terugkwam. De
Heere Jezus Christus is de welgeboren man, Hij
gaat naar de hemel, een vergelegen land, zit aan de
rechterhand van de Vader tot Zijn vijanden Zijn
voetbank zijn, Hij ontvangt autoriteit en het
Koninkrijk van Oude van dagen, Daniël 7, in de
tegenwoordigheid van de Vader en dan komt Hij
terug naar de aarde met Zijn Koninkrijk en richt het
op. Dat is er hier aan de hand.
Hij waarschuwt ze en zegt: Kijk, als ze onder het
Oude verbond ongehoorzaam waren ‘kregen ze er
van langs’ toorn en oordeel kwam over hen. Denk
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 172
niet dat nu God Zelf in menselijk vlees is
geopenbaard en Hij was onder ons en Hij is onze
Messias en Hij is terug naar de hemel in
ballingschap en Hij zegt dat we moeten volharden
en dat Hij terugkomt, denk niet dat als u geen
aandacht geeft aan wat Hij zegt Hij u zal ontzien!
Ik herinner u eraan, 12 hoofdstukken terug, in
Hebr.1:1 dat God in deze laatste dagen tot u spreekt
door Zijn Zoon. En Zijn Zoon is in de hemel! Hoe?
Het boek Hebreeën is Jezus Christus Die spreekt
vanuit de hemel tot Israël.
Mensen weten niet wie Hebreeën heeft geschreven,
en ik vertelde u dat ik ook niet weet wie Hebreeën
heeft geschreven en ik geloof dat als God wilde dat
ik het geweten had, dan had Hij het me vertelt!
Het eerste woord in elke brief die Paulus of Petrus
schreef of Jacobus of Johannes heeft de naam van
de schrijver van het boek. Het eerste woord in het
boek Hebreeën is God, wie spreekt er? God spreekt
en de reden waarom de menselijke schrijver
anoniem is, is omdat de woorden in Hebreeën de
woorden van de Heere Jezus Christus zijn,
sprekend vanuit de hemel tot Israël, over wat er
gaande is in hun midden.
Hij zegt in Hebr.2:3 Eerst gesproken door de Heere
(in zijn aardse bediening). Christus predikte het
evangelie van het Koninkrijk tot hen en daarna is
dat bevestigd in de eerste periode van Handelingen
door de apostelen en de kleine kudde. Hebr.2:3,4 is
een duidelijk schriftuurlijk bewijs dat de val van
Israël niet plaats had op Golgotha, dat er niets
nieuws begon, gepredikt werd op de Pinksterdag.
Waarom? Omdat dat vers zegt dat die verlossing
door Christus werd gesproken, in Zijn aardse
bediening en daarna bevestigd werd door degenen
die Hem hoorden, dat is de eerste Handelingen
periode. Met de tekenen en wonderen van de
Pinksterkerk. Wat predikte de Pinksterkerk?
Hebr.2:3 zegt dat zij predikten wat Christus
begonnen was te prediken in Mattheus, Markus,
Lukas, en Johannes.
Wat predikte Hij in Mat. t/m Joh? Het Evangelie
van het Koninkrijk. Zij predikten niet het Evangelie
van genade.
Hij heeft het over het verzamelen van de gelovigen
in Israël voor het Koninkrijk, hij spreekt niet over
het lichaam van Christus waarin Jood en heiden
samen in één geestelijk lichaam gevoegd zijn op
een totaal gelijke basis. Het Evangelie dat zij
predikten liet mensen niet eens nadenken over de
dood van Christus op Golgotha, ze predikten het en
wisten niet dat Hij zou gaan sterven!
In de eerste periode van Handelingen bleven ze
doorgaan om dat te prediken, dit is een bijzonder
goed vers om dat te laten zien. Maar mijn punt is
dat het spreken in Hebreeën, en de reden waarom
het boek anoniem is omdat de Heere Jezus Christus
een boodschap stuurt aan deze verdrukkings
heiligen door Zijn Woord.
De waarschuwingen in Hebreeën relateren aan het
Evangelie van het Koninkrijk. Hoe zullen we
ontvlieden, als we verachten… Om niet terug te
gaan. Het boek Hebreeën is geschreven om de
Heere Jezus Christus te presenteren als de betere
weg, Hij is de nieuwe en levende weg, Hij is de
realiteit, werkelijkheid om de schaduw weg te
nemen van de wet. En Hebreeën laat zien wat God
voor Israël heeft volbracht in Christus, door Zijn
verlossing op Golgotha en de voorzieningen die
beschikbaar zijn voor hen door Zijn kruiswerk, het
Oude verbond wegdoen en het Nieuwe oprichten.
En de positieve kant om hen te motiveren om door
te gaan met Christus. Van de negatieve kant samen
met de positieve kant geeft hij deze negatieve
waarschuwingen: jullie moeten doorgaan, hier is de
reden: de nieuwe en levende weg, de betere dingen.
Het woord beter, beter, beter is het sleutelwoord in
dit boek. Ze zijn er beiden: de waarschuwing en de
motivatie. En als ze niet doorgaan is er letterlijk
een hel te wachten. Want de hel wacht daarbuiten,
de toorn van God, Openb.6, de dood en hel volgde
hem, letterlijk. Het oordeel, en de straf. En hij zegt
dat dat de keuzes zijn. Het Koninkrijk komt,
Christus komt, en Hij komt om Zijn vijanden te
verstrooien en te oordelen. U heeft de keuze: u
heeft de wonderlijke voorzieningen in Christus en
oordeel en destructie als ze niet gehoorzamen en als
ze niet volharden.
We hebben door Hebreeën heen steeds gekeken
naar de volharding om door de grote verdrukking
heen te gaan, de geweldige druk die op hen gelegd
wordt om niet door zien en fysieke behoeften te
wandelen maar door geloof en de realiteit die komt.
We zijn gekomen door Hebr.11 dat spreekt over de
overwinning die geloof voorziet in alle
verschillende omstandigheden die ze tegen zullen
komen. En nu gaat hij samenvatten. Met alle
wonderlijke voorzieningen die God volbracht heeft
in het Nieuwe verbond, en hij zegt: daar is het
Oude en daar is het Nieuwe. Weet u? U kunt beter
naar dat Nieuwe luisteren, want als Christus komt
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 173
is het over en dat is de enige weg tot redding voor
hen.
U moet zich herinneren dat redding in het boek
Hebreeën gezien wordt als een toekomstig iets,
herinnert u zich Hebr.9:28? Geen absolute realiteit
op het moment als zij Christus vertrouwen zoals u
en ik, maar als Hij terugkomt en Zijn Koninkrijk
opzet. Want voor hen was redding meer dan gered
worden van hun zonden, er was een redding van het
volk van de vijanden en van de slavernij van
religieuze corruptie en politieke tirannie in een
Koninkrijk van leven en voorspoed op de aarde. En
zij worden het hoofd van de volkeren gemaakt en
niet de staart.
We gaan terug naar Markus 10, het punt van
eeuwig leven voor het volk Israël heeft te maken
met het ingaan in dat Koninkrijk.
Mark.10:28-30 “En Petrus begon tot Hem te
zeggen: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn U
gevolgd.”“En Jezus, antwoordende, zeide:
Voorwaar zeg Ik ulieden: Er is niemand, die
verlaten heeft huis, of broeders, of zusters, of
vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of
akkers, om Mijnentwil en des Evangelies wil,”
“Of hij ontvangt honderdvoud, nu in dezen tijd,
huizen, en broeders, en zusters, en moeders, en
kinderen, en akkers, met de vervolgingen, en in
de toekomende eeuw het eeuwige leven.”
Hier is iemand die volhard tot het einde…Wat
komt er dan? Overvloedige zegen met vervolgingen
en in de toekomende eeuw het eeuwige leven…!
Ziet u dat hij er niet naar kijkt als een tegenwoordig
bezit, en u hoort het mij zeggen: weet u zeker dat al
uw zonden zijn vergeven? En dat u eeuwig leven
hebt als wat? Als een tegenwoordig bezit. Ik zeg
het omdat de realiteit nu voor ons is. Hoe vaak
heeft u mensen horen spreken als zij hun gebed
eindigen: wij bidden U dat U ons tenslotte zult
redden in de hemel, amen. Met andere woorden:
wij weten niet of we gered zijn totdat wij sterven en
dan zullen we zien of we naar de hemel gaan of
niet… Wanneer denken zij dat ze eeuwig leven
zullen krijgen? Als u sterft?! Weet u wat dat is? Dat
is proberen Israël te zijn, ipv een lid van het
lichaam van Christus.
Dat is Schriftuurlijk, dat kunt u in de Bijbel vinden,
maar het is niet rechtgesneden, dat zijn wij niet.
Wij hebben nú eeuwig leven, als een tegenwoordig
bezit. Wij hebben nu de verzoening, als een
tegenwoordig bezit. Rom5:11 Door Welken wij nú
de verzoening verkregen hebben! Het woord
verzoening is een goede vertaling en het staat daar
op zo’n manier dat het laat zien dat wij die
verzoening nu al bezitten. En wanneer krijgt Israël
haar verzoening? Als Christus terugkomt.
Dus de redding in Hebreeën is heel verschillend. En
als u de redding in Hebreeën gelijk stelt aan de
redding voor ons vandaag dan maakt u een
vergissing. U raakt niet alleen in de war dat zij
dingen niet bezitten en u berooft uzelf van een
groot voorrecht van begrip van wat God zegt tegen
deze Hebreeuwse gelovigen, dit Hebreeuwse volk
in de toekomende tijd.
Hebr.12:26 “Wiens stem toen de aarde bewoog;
maar nu heeft Hij verkondigd, zeggende: Nog
eenmaal zal Ik bewegen niet alleen de aarde,
maar ook den hemel.”
Let op het contrast, tegenstelling: toen en nú, hemel
en aarde, Sinai en Sion, het Oude en het Nieuwe
verbond. Let op dat dit vers zich richt op het
tijdselement dat in Zijn spreken vanuit de hemel zit.
Vertel mij wanneer zal dat plaats vinden? (aarde en
hemel bewegen)? Met Zijn eerste komst? Nee. Is
het nu? Nee, de hemelen zijn stil vandaag. Wanneer
is het? Met de tweede komst. Een aanhaling uit
Haggai 2.
Haggai 2:6 Want alzo zegt de HEERE der
heirscharen: Nog eens, een weinig tijds zal het
zijn; en Ik zal de hemelen, en de aarde, en de
zee, en het droge doen beven.”
En denk erover na: de tijd van Zijn spreken in het
boek. De tijd dat Hij vanuit de hemel zal
spreken(speak from heaven) Page 963 als u de
juiste Bijbel heeft….
Hij zet de heerlijkheid van de eerste tempel
tegenover die van de tweede.
Wanneer zal Hij zijn huis met heerlijkheid
vervullen? In het 1000j rijk in het koninkrijk.
Wanneer zal Hij de volkeren bewegen(shake), de
hemel en de aarde?
Met de tweede komst van Christus. Joël 3:9 enz.
Kijk hoe al deze dingen aansluiten bij de tweede
komst. De stijd van Harmageddon en de oorlog met
de antichrist En de Heere zal brullen uit Sion… de
berg Sion, de hemelse stad, het hemelse Sion.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 174
…dat hemel en de aarde beven zullen… Hij wet
Zijn zwaard in de hemel, en er zal oorlog in de
hemel zijn en Hij zal de vijand er uit
schudden(shake out), alle regeringen in de
hemelen, de duivel en zijn leger zullen
neergeworpen worden op de aarde.
En dan zal Hij de aarde bewegen. Wat ik wil dat u
ziet is dat het bewegen(shaking) geassocieerd is
met Zijn tweede komst, oordeel en toorn aan het
eind van de grote verdrukking. Jes.2:10-22
De eerste keer dat u in uw Bijbel leest over de dag
des HEEREN. Hij waarschuwt mbt het komende
oordeel :19 om de aarde te verschrikken… als Hij
terugkomt.
Jes.13:6,13 den hemel beroeren, en de aarde
bewogen worden.
Ik wil dat u iets begrijpt: de dag des Heern begint in
de hemel!
Als Hij de hemel beweegt is dat de dag des Heeren
en als dat oordeel en toorn en Zijn zwaard deel is
van de dag des Heeren en de wederkomst van Jezus
Christus, Paulus noemt het: de dag van Christus, de
dag van de Heere Jezus Christus. De HEERE is
Jezus Christus. En door de openbaring van het
geheimenis aan Paulus, het geheime doel van God
om de regering van hemel aan het lichaam van
Christus te reclaimen. Wij begrijpen nu dat deze
dag des Heeren niet alleen de regering op de aarde
beïnvloed, maar ook de regering in de hemel.
En wat Jesaja daar over wist is dat God die regering
daar ging terugclaimen en Hij beweegt de hemel,
en het veroorzaakt niet alleen een catastrofe op de
aarde, maar het is het uitschudden van de vijand uit
de hemelen, van de regering daar. En de dag des
Heeren begint daar in de hemel. En de dag van de
Heere Jezus Christus begint, Hij begint te regeren
in de hemel en Hij komt neer naar de aarde en Hij
beweegt de aarde. En in dat oordeel van de dag des
Heeren dat begint in de hemel en komt naar de
aarde, komt naar het centrum van de regering van
het universum, dat is het territorium dat herovert
moet worden, de hoge berg. Het voorwerp van de
regering.
Hij gaat dingen bewegen met Zijn komst.
Luk.21:25-27…en alsdan(als de krachten der
hemelen zullen bewogen worden) zullen zij den
Zoon des mensen zien komen… Wanneer zal dat
zijn, dat de hemelen zullen bewogen worden? Dat
is niet de opname. Luk.21:28 als Christus
terugkomt, dan ontvangen zij hun verlossing. Wij
hebben onze redding nu. Maak voor uzelf de
vergissing niet dat u in dat Hebreeuwse programma
zit.
Hebr.12:27 “En dit woord: Nog eenmaal, wijst
aan de verandering der bewegelijke dingen, als
welke gemaakt waren, opdat blijven zouden de
dingen, die niet bewegelijk zijn.”
En begrijp dat het tijdselement van dit spreken en
het bewegen van de aarde en de hemel de
wederkomst is. Waar over gesproken wordt in dit
boek Hebreeën is de grote verdrukking en de
wederkomst. Ik kan het niet duidelijker voor u
maken dan dit gedeelte doet.
Zij luisterden niet naar Mozes, Hij spreekt nu
opnieuw. U kunt beter luisteren naar Hem Die van
de hemel spreekt, dat is Christus. Het tijdselement
is in de toekomst, hoe doet Hij dat? Door dit boek.
Wanneer wordt dit boek t/m Openbaring toegepast?
Hebr.2:5 ! Het is hard om tegen de prikkels
achteruit te slaan van wat het boek zegt. Let op het
doel van het bewegen in Hebr.12:27. Dus als
Haggai zegt: Nog eenmaal, heeft hij het over de
dingen die bewogen worden. God gaat dingen
bewegen zodat alles wat kan neervallen neervalt en
de dingen die niet kunnen vallen zullen daar
blijven.
Waar heeft hij het over? Hij heeft het over het
wegnemen van de dingen die kunnen worden
vernietigt en de dingen die blijvend, permanent zijn
zullen overblijven.
Dan.2:44 “Doch in de dagen van die koningen
zal de God des hemels een Koninkrijk
verwekken, dat in der eeuwigheid niet zal
verstoord worden; en dat Koninkrijk zal aan
geen ander volk overgelaten worden; het zal al
die koninkrijken vermalen, en te niet doen,
maar zelf zal het in alle eeuwigheid bestaan.”
Een beeld van een geweldige man: hoofd van goud,
borst zilver enz. En dat is een beeld van de loop,
opeenvolging van de heidenen, het koninkrijk van
Babylon, Meden en perzen, Griekenland, de
koningen van het noorden en zuiden en het
antichristkoninkrijk. En hij ziet al die heidenen van
Babylon 606BC tot de wederkomst van Christus en
dan ziet hij die grote steen die uit de hemel komt en
hij raakt dat beeld aan de voeten en hij valt aan
stukken, Hij schudt de wereld koninkrijkskrachten
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 175
en weet u wat er gebeurt? Zij vallen in elkaar. En
die steen wordt een grote berg, dat is: God zet Zijn
eigen Koninkrijk op. En het koninkrijk dat God
opzet ipv deze volken kan niet bewogen worden!
Als Jezus Christus terugkomt en de aarde beweegt
zullen de volken van de aarde vallen en de
koningen van de aarde zullen zoals Jes.2 zegt:
verslonden worden, gebroken en verstrooid en het
ene Koninkrijk van Christus zal het overnemen. Hij
wordt de Koning der koningen en de Heere der
heren. Hij verstrooid dus de koninkrijken en zet
Zijn Koninkrijk op, en het heeft ook effect op het
volk Israël, kijk in Jesaja 1, het punt van de grote
verdrukking, de 7e week van Dan. is het uitzuiveren
van de rebel uit de gelovigen in Israël.
Jes.1:25-28 “En Ik zal Mijn hand tegen u keren,
en Ik zal uw schuim op het allerreinste
afzuiveren, en Ik zal al uw tin wegnemen.” “En
Ik zal u uw rechters wedergeven, als in het
eerste, en uw raadslieden als in den beginne;
daarna zult gij een stad der gerechtigheid, een
getrouwe stad, genoemd worden. “Sion zal door
recht verlost worden, en haar wederkerenden
door gerechtigheid. “Maar er zal verbreking
zijn der overtreders, en der zondaars te zamen;
en die den HEERE verlaten, zullen omkomen.”
Als Christus terugkomt zal Hij allen die Zijn
Woord niet gehoorzamen doen omkomen. Wat
overblijft zijn zij die luisteren en zij die geloven,
het gelovige overblijfsel in Israël. Het kaf waait
weg en het koren blijft en wordt vergaderd in de
schuur.
Hebr.12:27 Er is iets dat u moet weten over vers
27, zij ontvangen een onbeweeglijk Koninkrijk.
Wat is hun hoop? Een Koninkrijkshoop. Een
letterlijk, zichtbaar, fysiek koninkrijk. Hoe weet u
dat? Omdat er staat in vers 28 …als welke gemaakt
waren… Hoe spreekt hij over het bewegen van
wat? Het hele punt in vers 27 en 28 is het bewegen
van het fysieke universum, de aarde en de hemel.
We spreken niet over een geestelijk, moreel,
rechtvaardig Koninkrijk in de harten van mensen.
We spreken over een letterlijk, fysiek, zichtbaar
bewegen van de aarde, dat aardse koninkrijken
wegdoet en een aards Koninkrijk opricht. Het
Koninkrijk in het gedeelte is letterlijk, fysiek,
zichtbaar, aards koninkrijk.
Dus het koninkrijk waar zij naar uitkijken komt
overeen met waar Christus hen voor laat bidden:
Onze Vader Die in de hemelen zijt…Uw
Koninkrijk kome…Onze Vader breng het
Koninkrijk, waar? Hier beneden. Uw wil geschiede
op de aarde als in de hemel, dat is het punt in het
Onze Vader. Wij kunnen dit nu niet bidden, en ik
weet dat mensen het bidden.
Dan steelt u iemand anders beloften en u probeert
te claimen wat God nooit voor u zal doen, en u
heeft er geen recht toe. Als u naar de winkel gaat en
u neemt iets mee waar u geen recht op heeft dan
bellen ze de politie. In de kerk noemt men dat
religie. Het vernielt uw geestelijke leven, want u
doet wat God niet doet. Doe iets echts en niet
zoiets.
Het andere punt wat dit gedeelte u vertelt is dat dit
Koninkrijk toekomst is. Want de aarde is nog niet
bewogen. Afgelopen week was er een aardbeving
in Californie, en men zei: dat is God Die spreekt.
Mijn volgende preek zal gaan over: Veroorzaakte
God de grote aardbeving in Californie? Dat is een
goede vraag, ik doe het ook voor de radio en zal
zien wat er gebeurt.. Het Koninkrijk komt na iets
wat nog moet komen in de toekomst. Het is niet
wat God nu doet. De dingen waar deze Hebreeën
naar uitkijken, zijn wij niet, maar in de toekomst.
Hebr.12:28,29 “Daarom, alzo wij een
onbewegelijk Koninkrijk ontvangen, laat ons de
genade vast houden, door dewelke wij
welbehagelijk Gode mogen dienen, met eerbied
en godvruchtigheid.” “Want onze God is een
verterend vuur.”
Dan.2:44, en dat is Hebr.4:16 en Hebr.12:15. En de
reden is: 29 want onze God is een verterend vuur.
Hiervoor is ook al gezegd: Het is vreselijk om te
vallen in de handen van de levende God. Respect
voor wie Hij is en de nood om door te gaan en te
volharden tot Hij terugkomt.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 176
Hebreeën 13:1-3
Het laatste hoofdstuk van het boek Hebreeën, en als
u een titel voor dit hoofdstuk wilt zullen we het :
Geloof aan het werk noemen. We beginnen met
Hebr.12:28 zodat we nog een paar dingen beter
kunnen bekijken dan de vorige keer, en dan gaan
we verder met Hebreeën 13.
Hebr.12:28,29 “Daarom, alzo wij een
onbewegelijk Koninkrijk ontvangen, laat ons de
genade vast houden, door dewelke wij
welbehagelijk Gode mogen dienen, met eerbied
en godvruchtigheid. “Want onze God is een
verterend vuur.”
Dat is de conclusie, hij heeft het onderwerp van het
Koninkrijk behandelt en de overgang van het Oude
naar het Nieuwe verbond, van de dingen die
bewogen kunnen worden naar de dingen die niet
bewogen kunnen worden en het stevige fundament
voor deze Hebreeuwse gelovigen in de
voorzieningen die God voor hen heeft volbracht
door Zijn genade in het Nieuwe verbond. En hij
zegt: Daarom alzo wij een onbeweeglijk koninkrijk
ontvangen… Denk eraan dat het in het boek
Hebreeën gaat om het ontvangen van een
Koninkrijk.
Het boek Hebreeën is niet geschreven met de
bedoeling om het lichaam van Christus te
onderwijzen en op te bouwen, maar om de
Hebreeuwse heiligen aan te moedigen en het volk
Israël in de grote verdrukking mbt tot dingen die zij
tegen komen en zij gaan het Koninkrijk ontvangen.
Dit zijn Koninkrijksheiligen. Het is hun Koninkrijk
en het zal niet bewogen worden, als Christus
terugkomt ontvangen zij het Koninkrijk en Hij
verstrooit alle heidense volkeren en richt het
Koninkrijk op, zoals we hiervoor bestudeert
hebben. Met die hoop zeggen zij: laten we God
dienen enz.
Het punt in de rest van het boek gaat verder over:
Door welke wij God welbehaaglijk mogen dienen.
Kijk in Hebr.13:16… want in zodanige offeranden
heeft God een welbehagen. Hebr.13:21… hetgeen
voor Hem welbehaaglijk is… Het gaat om:God
welbehaaglijk dienen voor deze mensen.
En hier zijn deze Koninkrijksheiligen en ze gaan de
grote verdrukking tegemoet en het bewegen, hij
zegt: OK, ik heb jullie de leer gegeven en de
voorzieningen van het Nieuwe verbond zodat je
erdoorheen kunt, ik heb jullie gemotiveerd en jullie
gewaarschuwd om niet terug te vallen, en laten we
nu verder gaan met het programma. Dit is de
situatie, dit is onze hoop, laten we gaan en God
dienen, laten we genade hebben, laten we de
waarheid die God ons heeft gegeven en die de
invloed op ons leven heeft en laten we gaan en God
welbehaaglijk dienen, in overeenstemming met de
leer die Hij gegeven heeft, met eerbied en
godvruchtigheid.
De manier waarop zij God dienen is met de
bedoeling om Hem te behagen. Hij gebruikt hier
terminologie die alle dingen in gedachten brengt
die hij hen geleerd heeft in het boek Hebreeën.
Hebr.11:6 “Maar zonder geloof is het
onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God
komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is
dergenen, die Hem zoeken.”
We hebben dit vers bestudeert en Henoch en we
gingen hoofdstuk 11 door en ik liet u zien hoe
geloof God op Zijn Woord neemt ondanks alle
dingen die in de weg staan om het te doen, het is
het pad dat deze mensen moesten volgen zodat zij
daarna de belofte van de erfenis zouden ontvangen.
En als zij God welbehaaglijk dienen moet het een
wandel van geloof zijn.
Geloof dat werkt en de dingen produceert die u hier
in hoofdstuk 13 ziet, hij noemt veel dingen op in
hoofdstuk 13, het zijn categorieën die we elk wel 2
uur kunnen bestuderen en teruggaan naar het Oude
Testament, op dit punt in het boek Hebreeën
hebben ze niets aan zo’n lange verhandeling. Het is
als in het eind van 1 Tessalonicenzen. In 1 Tes.5
noemt Paulus veel dingen op en al deze dingen zijn
categorieën van leerstellige onderwerpen die in
gedachten komen van een volwassen gelovige,
maar hij noemt ze alleen, hij werkt ze niet verder
uit, want als de mensen aan wie hij het schrijft het
niet hebben, dan hebben ze het niet.
Zo is het ook met de Hebreeën, Hebr.13 zijn de
dingen die hij wil dat ze doen.
Hebr.12:28,29 Let op de twee: eerbied én
godvruchtigheid.Dat is geen angstige vrees voor
God, dit is vrees die godvruchtigheid produceert in
mensen. Het is overweldigend om te staan
tegenover de God van hemel en aarde, als u daar
staat mensen staat u daar niet met grote trots in
uzelf, Paulus zegt in Efeze 3:12 dat wij
vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen
hebben door het geloof in Hem. Dat is niet zo van:
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 177
hier ben ik, maar U bent bij de Schepper van hemel
en aarde. De enige Persoon in het universum die
absoluut heilig en rechtvaardig is! En onze
vrijmoedigheid en vertrouwen mbt onze toegang is
niet in onszelf, maar door wie Christus is, daarin is
onze vrijmoedigheid, niet in onszelf, maar wie wij
zijn in Hem.
Soms nemen mensen dit punt van: God vrezen en
vergelijken dat met zoiets als: respect voor God en
ontzag en u hoort steeds zeggen dat vrees voor God
ontzag is met een ohhh, ontzag voor God, maar let
u op dit vers: met eerbied en godvruchtigheid.
Godvruchtigheid is meer dan alleen ontzag voor
wie Hij is.
Fil.2:12 “Alzo dan, mijn geliefden, gelijk gij te
allen tijd gehoorzaam geweest zijt, niet als in
mijn tegenwoordigheid alleen, maar veelmeer
nu in mijn afwezen, werkt uws zelfs zaligheid
met vreze en beven:”
Met vreze en beven! Ziet u dat? En wat deze vrees
tot stand brengt? Wat vrees vergezelt. U werkt uw
zaligheid met wat? Met vreze en beving. Dat
spreekt over het echte, werkelijke aandacht
schenken aan wat u doet opdat u geen fout maakt.
De uitwerking van onze redding, de
gehoorzaamheid van ons geloof, dat is belangrijk
voor ons. En we doen het met grote zorg opdat we
geen fout maken. En dat punt van vreze vinden we
in Spreuken. Daar is het gedefinieerd in uw Bijbel,
het heeft een definitie die speciaal belangrijk is
voor hier in het boek Hebreeën.
Spr.1:7 “De vrees des HEEREN is het beginsel
der wetenschap; de dwazen verachten wijsheid
en tucht.”
Dat is duidelijk, en laten we ook gaan naar:
Spr.8:13 “De vreze des HEEREN is, te haten
het kwade, de hovaardigheid, en den hoogmoed,
en den kwaden weg; Ik haat ook den mond der
verkeerdheden.”
Hier definieert hij voor u wat de vreze des Heeren
is, de vreze des Heeren is de dingen te haten die
God haat.
Spr.9:10 “De vreze des HEEREN is het beginsel
der wijsheid, en de wetenschap der heiligen is
verstand.”
God vrezen is weten wie God is, want als u gaat
weten wie God is en u begint te begrijpen hoe Hij
begrijpt, en te denken hoe Hij denkt. Hij denkt wijs.
En u begint te haten wat Hij haat en lief te hebben
zoals Hij liefheeft.
U ziet hier waar het over gaat: beving, en waarom
het niet genoeg is om vreze te definiëren als eerbied
en respect voor God. Want vreze gaat dieper, het
gaat over wijsheid en het begrijpen, de capaciteit
hebben om te kunnen denken en te reageren zoals
God. Het heeft te maken met het verkrijgen van
wijsheid en begrip van het Goddelijke gezichtspunt
en wat dat doet in ons denken. Want de vreze des
Heeren is de kwade weg te verlaten, haten.
Jes.66:1,2 “Alzo zegt de HEERE: De hemel is
Mijn troon, en de aarde is de voetbank Mijner
voeten; waar zou dat huis zijn, dat gijlieden Mij
zoudt bouwen, en waar is de plaats Mijner
rust? “Want Mijn hand heeft al deze dingen
gemaakt, en al deze dingen zijn geweest, spreekt
de HEERE; maar op dezen zal Ik zien, op den
arme en verslagene van geest, en die voor Mijn
woord beeft.”
Een die voor Mijn Woord beeft! Ziet u als Paulus
spreekt over het bewerken van uw zaligheid met
vreze en beven, waar heeft hij het dan over? Hij
heeft het over respect, hoogachting, vrees en beving
voor het Woord van God. En als u wilt weten wat
dat is dan moet u even stilstaan en over het leven
nadenken. Dat is: God zegt het en zo is het en ik
geloof het. Dat is een uitdrukking, geen discussie
en het is over wat ik geloof, want God is
waarachtig en ieder mens leugenachtig, wat God
zegt, daar gaat het om.
Jes.66:5 “Hoort des HEEREN woord, gij, die
voor Zijn woord beeft! Uw broeders, die u
haten, die u verre afzonderen, om Mijns Naams
wil, zeggen: Dat de HEERE heerlijk worde!
Doch Hij zal verschijnen tot ulieder vreugde, zij
daarentegen zullen beschaamd worden.”
Hoort des Heeren Woord, gij die voor Zijn Woord
beeft… U hóórt Zijn Woord. Dus als er in
Hebreeën 12 gesproken wordt over het dienen van
God met (:28) met eerbied en godvruchtigheid dan
heeft hij het over de bekwaamheid om God te
dienen met waardering voor wie Hij is en met
aandacht voor wat Hij zegt, dat is belangrijk. Want
vaak als mensen denken dat ze weten wie Hij is
hebben ze nog geen aandacht voor wat Hij zégt. En
voor de uiteindelijkheid en de autoriteit van wat Hij
spreekt.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 178
En er is een verschil tussen het kennen van de
Heere Jezus Christus en Zijn Woord kennen. Maar
u kunt Hem niet kennen zonder de Bijbel. U kunt
de Bijbel kennen, er dingen over weten zonder dat
u Hem hebt leren kennen, u kunt nooit in aanraking
komen met Hem zonder de Bijbel. Er is geen
andere manier, geloof in wat Hij zegt brengt u in
contact met wie Hij is.
Ps.89:8 God is grotelijks geducht in den raad
der heiligen, en vreselijk boven allen, die
rondom Hem zijn.”
En vreselijk boven allen die rondom Hem zijn…
Dat is de eerbied waar het over gaat in Hebr.12:28.
Psalm 89 is een Psalm over het Koninkrijk dat God
aan David zal geven, dit is een Psalm die gaat over
mensen die een Koninkrijk ontvangen dat niet zal
worden bewogen.
In Deuteronomium 4 en Hebreën 12 en 13 doelt de
schrijver op dingen in het Oude Testament, en de
context is steeds dezelfde als Hebr.12,13. Wat er
gaande is in Hebr.12 en 13 is het uitwerken van het
profetische programma, hij refereert steeds terug,
zoals we zagen in Ps.89, we moeten Hem dienen
zoals Ps.89 zegt, want wij hebben het Koninkrijk
ontvangen zoals Psalm 89 zegt dat wij zullen
ontvangen. Dus zo wordt steeds verband gelegd
tussen het profetische programma en deze verzen
hier.
Als we Hebr.13 bestuderen is het probleem met de
meeste commentaren die er snel over heen gaan dat
ze de historische bedelingscontext niet zien van dit
gedeelte. Als hij zegt (Hebr.12:29) dat onze God
een verterend vuur is, is dat een aanhaling uit
Deut.4:24. Als u daar leest ziet u dat de context
daar weer dezelfde is als Hebreeën. Hier zijn de
instructies om het land binnen te gaan en het te
bezitten(Deut.4:1-4). Israël bezit dat land niet totdat
het Koninkrijk komt omdat ze gefaald hebben.
Maar als ze het land bezitten dan doen ze dat op de
basis van wat dit hoofdstuk zegt!
Deut.4:3 “Uw ogen hebben gezien, wat God om
Baal-peor gedaan heeft; want alle man, die
Baal-peor navolgde, dien heeft de HEERE, uw
God, uit het midden van u verdaan.”
Baal Peor… Weet u nog wat God deed bij Baal
Peor? Num.25! In Num.25 moest Bileam Israël van
Balak leren om te zondigen: Baal te aanbidden en
zij deden dat door hoererij met de vrouwen van het
land, zij verbonden zich met de vreemde vrouwen
en met afgodendienst. En door de gemengde
huwelijken bracht Israël afgoderij binnen en
vervloekte God Israël. Balak vroeg Bileam om
Israël te vervloeken maar hij kon het niet, hij kon
ze alleen zegenen. Maar Bileam leerde Balak hoe
God ze zou vervloeken, en dat was door de
gemengde huwelijken en afgodenaanbidders. In die
context staat Deut.4:24 . De hele context is
Baalafgodendienst.
Hebr.13:4 “Het huwelijk is eerlijk onder allen,
en het bed onbevlekt; maar hoereerders en
overspelers zal God oordelen.”
Een klein, vreemd vers, waar komt dat vandaan?!
Dat is het hele punt, BaalPeor, in de grote
verdrukking als ze afdwalen, Openb.2:14,20, daar
komen ze de leer van Bileam tegen! En de profetes
Izebel. Wat leren zij? Om dingen te eten die aan
afgoden zijn geofferd en te hoereren, geassocieerd
met Baaldienst. Precies zoals ze deden in Baal
Peor.
Dus wat hij doet in Hebr.12:28 hij haalt een
gedeelte aan, we hebben een Koninkrijk ontvangen
zoals ook Psalm 89 zegt, en we dienen God met
eerbied en godvruchtigheid en onze God is en
verterend vuur… en als we in Baaldienst terecht
komen zal Hij ons verteren… Als we deze grote
verdrukking doorstaan, dan wandelen we door
geloof om dat Koninkrijk te ontvangen, later.
Ik hoop dat het verschil uit maakt voor u, voor mij
is het een grote hoeveelheid stof, al die contexten
van deze gedeelten, maar als u het waardeert, en ik
hoop dat u de verbanden hier ziet, want bijna elk
woord hier kunt u bestuderen, ik heb Deut.4
bestudeerd om te begrijpen waarom hij dat zegt in
Hebr.12:28,29. Ps.89 is het antwoord, hij brengt het
in hun herinnering.
Nu, hij begint met de instructies in Hebreeën 13.
De eerste verzen hier gaan over dienst: Hebr.13:1-3
dienst aan anderen. Hebr.13:4-9 dienst aan henzelf.
Hebr. 13:10-21 dienst aan God.
Hebr.13:1 “Dat de broederlijke liefde blijve.”
Een korte verklaring, maar het is een grote
verklaring voor deze mensen. We gaan terug naar
Johannes 13. En denk aan wat hen vertelt is
hierover, deze verklaring moet hen een hele serie
leer te binnen brengen. Uw Bijbel leert u over
onderwerpen, er zijn categorieën van leer. De
manier waarop ik leer is niet zozeer uiteenzetten,
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 179
het is ook categorisch, als een topic, een
onderwerp. U moet niet alleen begrijpen wat er in
een gedeelte wordt gezegd als u door het hoofdstuk
heen leest, maar u moet ook in staat zijn als er een
onderwerp ter sprake komt hoe u dat onderwerp in
de hele Bijbel moet bestuderen.
Want de Bijbel is niet één boek dat u leest, in één
context. Maar één boek tussen 65 anderen. De
Bijbel is één boek gemaakt uit 66 kleine boeken,
individuele boeken. Dus als u de verzen leest
hebben die niet alleen te maken met de context
waarin u ze vindt, in het hoofdstuk, maar ze hebben
te maken met alle andere verzen in de Bijbel. Één
daarvan is b.v.: dat de broederlijke liefde blijve. Er
is een soortgelijk gedeelte in Romeinen 12 voor u
en mij, maar dit is specifiek geadresseerd aan de
Hebreeuwse heiligen.
Joh.13:34,35 “Een nieuw gebod geef Ik u, dat
gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb,
dat ook gij elkander liefhebt.”Hieraan zullen zij
allen bekennen, dat gij Mijn discipelen zijt, zo
gij liefde hebt onder elkander.”
Één van de tests voor de kleine kudde, van de ware
gelovige in Israël, is dat zij de broeders liefhebben.
Johannes 17, hier is het echte onze Vader. Mensen
noemen het gebed in Mattheus 6 het onze Vader,
maar dat is het onze Vader niet. De Heere heeft dit
gebed nooit gebeden, en Hij heeft er nooit op
gestaan dat iemand anders het zou bidden, Hij gaf
de woorden als een voorbeeld. Hij zei niet te
bidden door gebeden te herhalen zoals de heidenen,
Hij gaf hen geen gebed om te herhalen. Iemand die
denkt door vele malen het onze Vader te bidden en
zo God te behagen is vergeten om het vers ervoor
te lezen waarin staat dat ze dat juist niet moeten
doen.
U kunt God niet behagen door iets te doen wat Hij
niet van u vraagt om te doen. En dat is niet mijn
mening, maar wat Jezus Christus zegt. Nu, als u
wilt weten wat Hij bad kijk dan in Joh.17, dat is een
verslag van het gebed van Christus voor de kleine
kudde, Zijn discipelen in de hof van Gethsemane,
voor Hij sterft.
Joh.17:21 “Opdat zij allen een zijn, gelijkerwijs
Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons
een zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij
gezonden hebt.”
Hij geeft een nieuw gebod: hebt elkander lief, heb
de broeders lief, zo zal de wereld weten dat gij
Mijn discipelen zijt. Jezus bidt dat zij één zullen
zijn, één van hart, en liefde en bewogenheid en
gemeenschap en broederschap. Waarom? Opdat de
wereld zal weten! Dat zij zullen weten wie zij zijn,
en dat U Mij gezonden heeft. U ziet dat er meer bij
komt kijken als hij zegt Hebr.13:1. dat de
broederlijke liefde blijve…!
Één van de belangrijkste onderscheidings
merktekenen en karakterpunten van de kleine
kudde in de grote verdrukking is deze test van
broederlijke liefde. Het boek 1 Johannes is
geschreven met het doel om te identificeren wie de
echte gelovigen in Israël zijn. Één van de tests,
merktekenen zien we in: 1 Joh.3:14-17. Dit vers
moet u goed bedenken: de broeders liefhebben
heeft te maken met een broeder in nood zien en
hem helpen, een sociaal plan dat de noden verhelpt
voor degenen die het nodig hebben onder de
broeders.
1 Joh.3:18 “Mijn kinderkens, laat ons niet
liefhebben met den woorde, noch met de tong,
maar met de daad en waarheid.”
Daad en waarheid. Uitgaan in een geest van
broederschap en milddadigheid, en hun noden
lenigen. Dus als hij in Hebr.13 zegt: dat de
broederlijke liefde blijve, kijk in vers 2 en zie hoe
het uitwerkt.
Hebr.13:2 “Vergeet de herbergzaamheid niet;
want hierdoor hebben sommigen onwetend
engelen geherbergd.”
Heb niet alleen de broeders lief, maar ook de
vreemdelingen, houdt 1 Joh.3 in gedachten.
Jac.2:14-16 “Wat nuttigheid is het, mijn
broeders, indien iemand zegt, dat hij het geloof
heeft, en hij heeft de werken niet? Kan dat
geloof hem zaligmaken? “Indien er nu een
broeder of zuster naakt zouden zijn, en gebrek
zouden hebben aan dagelijks voedsel;” En
iemand van u tot hen zou zeggen: Gaat henen in
vrede, wordt warm, en wordt verzadigd; en
gijlieden zoudt hun niet geven de
nooddruftigheden des lichaams, wat nuttigheid
is dat?”
Let op het soort werken dat u moet hebben. Als u
zegt dat u de broeders liefheeft en dat u geloof hebt
en u ziet iemand die nood heeft en u zegt: God
zegene u broeder, en wat fijn dat we deel zijn van
dezelfde gemeente en u doet niets aan zijn noden
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 180
dan heeft u hem niet lief. Ten eerste betekend het
dat u geen eeuwig leven hebt: 1 Joh.3. En ten
tweede u heeft geen geloof: Jac.2. Waar gaat dit
over?
Jac.1:26,27 “Indien iemand onder u dunkt, dat
hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom
houdt, maar zijn hart verleidt, dezes godsdienst
is ijdel. “De zuivere en onbevlekte godsdienst
voor God en den Vader is deze: wezen en
weduwen bezoeken in hun verdrukking, en
zichzelven onbesmet bewaren van de wereld.”
Let op het woord onbevelkte godsdienst, Hebr.13:4,
het bed onbevlekt. Dat spreekt over een religieuze
context. Zuivere en onbevlekte godsdienst voor
God is….: wat: geloven in de Heere Jezus Christus,
in de bedeling van genade? Nee, maar Jac.1:27 is
dat zuivere godsdienst voor u? Zorgt u voor de
wezen en de weduwen? Zodat u uw godsdienst
zuiver houdt? Begrijpt u waarom mensen het woord
niet rechtsnijden om hun sociale evangelie van
voedseluitgifte en huisvesting enz. allemaal in de
naam van Christus. Zij zien een arme en zeggen:
dat is Christus, en zo lenigt God de noden.
Weet u waar dat vandaan komt? En het heeft er
niets mee te maken! Wat is dat allemaal? Als we
het hebben over de wezen en de weduwen dan
denkt u onmiddellijk aan Mat.25:31-36? Klinkt dat
niet zoals de verzen die we lazen? Hier komt
iemand aan uw deur en zij voeden, kleedden hem
en omdat ze dat doen ontvangen ze het Koninkrijk.
Mat.25:37-enz. Let op: voor zoveel gij dit één van
deze Mijn minste broeders gedaan hebt…vers 40.
Weet u over wie hij het hier heeft? In die grote
verdrukking zullen er mensen zijn in Israël die niet
kunnen kopen en verkopen omdat ze het merkteken
niet hebben. Ze zijn verdrukt, op de vlucht, arm
omdat ze staan voor de waarheid en ze vluchten
voor de antichrist en de politieke vervolging en de
religieuze vervolging en zij moeten geholpen
worden en hij zegt: Als u geloof heeft, als u eeuwig
leven heeft zal u de broeders liefhebben en dat
wordt gedefinieerd in 1 Joh.3 als voedsel geven aan
iemand die dat nodig heeft en kleding geven als
iemand dat nodig heeft, Mat.25.
Jac.2 zegt als u geloof heeft dat u in het Koninkrijk
brengt en u daar houdt zal dat werken produceren.
Welke werken Jacobus? Niet in de straten van
Chicago en tractaten uitdelen, dat laten de predikers
u geloven, geen soepkeuken openen en arme
mensen voeden die niets te eten hebben. Geen
sociaal evangelie, zo krijgt u het niet. Maar in díe
dag! Hoe gaan ze dat doen?
Luk.12:31 “Maar zoekt het Koninkrijk Gods,
en al deze dingen zullen u toegeworpen
worden.”
Als u de verzen daar voor leest ziet u dat: al deze
dingen…, dingen zoals vlees, kleding, allemaal
materiële dingen die u gegeven worden als u het
Koninkrijk Gods zoekt.
Luk.12:32 “Vreest niet, gij klein kuddeken,
want het is uws Vaders welbehagen, ulieden het
Koninkrijk te geven.”
Zo zijn we terug in Hebr.12:28 …wij ontvangen
een Koninkrijk.
Luk.12:33 “Verkoopt hetgeen gij hebt, en geeft
aalmoes. Maakt uzelven buidels, die niet
verouden, een schat, die niet afneemt, in de
hemelen, daar de dief niet bijkomt, noch de mot
verderft.”
De mensen die het Koninkrijk ontvangen wat
moeten zij doen? Verkoopt hetgeen gij hebt, en
geeft aalmoezen! Weet u wat aalmoezen zijn?
Verkoop uw spullen en geef het aan de armen. Wat
doen zij in Hand.2?! Hand.2:41-45. Wilt u het
programma in werking zien? Weet u wat zij deden?
Ze doen precies wat het Koninkrijksprogramma
van hen verlangde om in het Koninkrijk in te gaan.
Dat is broederlijke liefde, kijk in vers 42-45 heeft u
ooit zo broederlijke liefde gezien? Dat is
milddadigheid als zij elkanders noden lenigen en
goed doen aan allen.
Mat.5,6,7 de Bergrede, Hand.2 is een illustratie van
de levensstijl van een Koninkrijksheilige zoals
beschreven in de bergrede. Niemand in Amerika
die belijd de Bergrede te volgen vertelt u de
waarheid. De mensen die zeggen dat ze de
Bergrede volgen, hebben het probleem dat ze hier
een vers uithalen en daar een vers eruit halen. Maar
mijn probleem is dat ik alle verzen die er tussen
staan ook lees en zie dat ze die verzen niet doen.
Als iemand een jas van u nodig heeft, geef er twee!
Iemand wil dat u een mijl met hem meegaat, u gaat
2 mijlen mee en dat spontaan, dat de broederlijke
liefde blijve! En de vreemdelingen! Waar hebben
we het dan over? We hebben het over de levensstijl
van het Koninkrijk, en zij doen het en er is een
reden voor.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 181
Al deze stof, al deze gedeelten zijn verbonden met
Hebr.13. Nog een ding: laat de broederlijke liefde
blijven, de vreemdelingen het huwelijk en het
volgende waar hij het over heeft gedenkt uw
voorgangers, tegen wie spreekt hij? Aan wiens
voeten legden zij hun spullen? Aan de voeten van
de apostelen, zij waren krachtige regeerders in hun
midden. Hij spreekt tot het volk Israël en heeft het
over hun slechte conditie, een zondig volk.
Jes.1:4 “Wee het zondige volk, het volk van
zware ongerechtigheid, het zaad der
boosdoeners, de verdervende kinderen! Zij
hebben den HEERE verlaten, zij hebben den
Heilige Israels gelasterd, zij hebben zich
vervreemd, wijkende achterwaarts.”
Ze hebben er een potje van gemaakt, en hij roept ze
terug en zegt in vers 16: Wast u…
Jes.1:16-18 “Wast u, reinigt u, doet de boosheid
uwer handelingen van voor Mijn ogen weg, laat
af van kwaad te doen. “Leert goed te doen, zoekt
het recht, helpt den verdrukte, doet den wees
recht, handelt de twistzaak der weduwe.”
“Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de
HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij
zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood
als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.”
Vers 18 is een mooie tekst om over te preken, maar
het is een boodschap voor Israël over hoe zij hun
Koninkrijk kunnen krijgen. Jes.1:17 Wat doet u als
u goed doet? Zoek het recht,…doet de wees recht,
handelt de twistzaak der weduwe! Lazen we niet in
Jac.1 dat deze dingen doen is zuivere godsdienst.
Jes.1:19 “Indien gijlieden willig zijt en hoort, zo
zult gij het goede dezes lands eten;”
Als u deze dingen doet dan krijgt u de
milddadigheid van het Koninkrijk straks en hij zegt
in:
Jes.1:26 “En Ik zal u uw rechters wedergeven,
als in het eerste, en uw raadslieden als in den
beginne; daarna zult gij een stad der
gerechtigheid, een getrouwe stad, genoemd
worden.”
Het herstellen van de raadslieden…dat zijn de
leiders en de apostelen van Israël, zij zitten op
twaalf tronen en oordelen de twaalf stammen van
Israël.
We gaan terug naar Hebr.13, dus waar heeft hij het
over in vers 3? De mensen in de gevangenis. Jullie
krijgen zo een Koninkrijk, maar we moeten door
een verdrukking heen voor we er komen en je moet
geloof hebben dat deze werken produceert, dus
laten we verder gaan met het programma en God
dienen met eerbied en godvruchtigheid. Laten we
de broeders liefhebben en dat betekend niet alleen
in een kerkgebouw zitten en fijn om iedereen te
zien…maar laten we werkelijk die liefde hebben
waar Joh.13 en 1Johannes over spreekt. Laten we
de vreemdelingen niet vergeten, weet u wie engelen
herbergde? Gen.18 Abraham, Genesis 19 Lot,
Richteren 6 Gideon, Richteren 13 Manoah. En 2
Petrus 2 als de dagen van Lot. Mattheus 17 als de
dagen van Noach, zo zullen de dagen van de Zoon
des mensen zijn.
In Hebr.1:14 lazen we dat engelen dienende
geesten zijn. Er zal een bediening zijn voor
engelen in het midden van deze mensen in die dag.
Niet vandaag, u heeft geen beschermengel nodig of
een engel die u dient. U heeft God de Heilige Geest
Die in u woont en Hij zorgt goed voor u, u heeft
geen extra hulp nodig. Maar zij zijn in een andere
situatie met andere noden en alle dingen die de
engelen deden in het verleden om Israël te
bevrijden en hen te beschermen enz. dat zullen ze
dan weer doen. Gedenkt de gevangenen, denk
aan wat het is om in hun schoenen te staan,
identificeer je met hen.
Hebreeën 13:4-9
Veel mensen vinden de ‘smaak’ van Hebreeën 13
anders dan de rest van het boek. Ik vind dat niet zo,
maar sommige mensen denken dat Hebr.13 door
heel iemand anders is geschreven. De reden
daarvoor is dat aan het eind van het boek
Timotheüs genoemd wordt, dat iemand anders 1-12
schreef en Paulus hfdst.13… Of dat Paulus de
eerste 12 hfdst. in het begin van zijn bediening
schreef en het laatste hfdst. aan het eind van zijn
bediening. Geen van deze dingen zijn voor mij
deugdelijk, want hoofdstuk 13 is zeker een
voorzetting van de gedachte van hfdst.12, met de
conclusie van hfdst.12, hij sluit met een
waarschuwing om te luisteren naar Hem die spreekt
van de hemel, dat is Christus.
Toen we Hebr.12:25-27 bestudeerden zagen we dat
als Hij vanuit de hemel spreekt dat het niet
hetzelfde is als toen Hij sprak vanuit de hemel tot
Paulus, maar Hij spreekt als Hem Die terugkomt
met de wederkomst, met oordeel en wraak, om Zijn
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 182
toorn op de aarde te brengen en te doen wat Psalm
2 zegt. En dat is heel verschillend zoals Hij nu tot
de wereld spreekt in genade, nu Hij vandaag de
toorn wederhoudt en Zijn genade uitstort.
En letterlijk is het boek Hebreeën de boodschap
van Jezus Christus, Die spreekt van de hemel tot
het volk Israël. De context is de grote verdrukking,
en de tijd dat Hij zal komen en zijn toorn uitgieten.
In Hebr.12 eindigt hij door te zeggen dat ze God
moeten dienen met eerbied en godvruchtigheid. In
Hebr.13 geeft hij een lijst, een groep van
categorieën waar ze aan moeten denken.
Dit hoofdstuk lijkt op Romeinen 12, waar Paulus
een lange lijst opnoemt van categorieën van
activiteiten waar de gelovigen hun leven mee
moeten vullen. Hij verklaart ze niet allemaal, hij
noemt ze op, en hij weet dat tegen de tijd dat u bij
Rom.12 bent aangekomen en u heeft die
vernieuwde geest die de leer van de eerste 11
hoofdstukken u geeft, dat u begrijpt waar hij het
over heeft. Zo is het ook in Hebr.13, deze mensen
verstaan de leer, ze begrijpen waar het over gaat en
wie ze zijn, hun motivatie om door te gaan, hun
situatie in de verdrukking om met geduld te
verdragen zodat zij later het Koninkrijk zullen
beërven. Zij weten waar zij zijn. En nu geeft hij hen
een lijst van instructies. Deze lijst is bruikbaar voor
deze mensen gedurende die periode van tijd.
Hebr.13:4 “Het huwelijk is eerlijk onder allen,
en het bed onbevlekt; maar hoereerders en
overspelers zal God oordelen.”
Hier neemt hij de lijst weer op. En we gebruiken dit
vers graag, gisteren had ik een trouwerij. Het is
meestal één van de eerste dingen die ik zeg: het
huwelijk is eerlijk, het is goed en recht. Er is een
leer in 1 Tim.4:3 waar het verboden wordt om te
trouwen( leer van duivelen), maar het huwelijk is
eerlijk in alles. En het bed onbevlekt, daar hebben
we het eerder over gehad. Seksuele relaties horen
alleen in het huwelijk, de enige plaats waar
seksuele relaties legitiem zijn is in de band van het
huwelijk, het huwelijksbed zoals het vers het
noemt. De seksuele relatie maakt een huwelijk een
huwelijk. Al het andere in een huwelijk kunt u doen
zonder getrouwd te zijn, je kunt vrienden zijn, maar
dit éne is het wat een huwelijk een huwelijk maakt.
Daar is het waar het hoort.
Als hij het heeft over hoereerders en overspelers zal
God oordelen, dan heeft hij het niet alleen over het
punt van losbandigheid. Maar hij heeft het over de
context waarin deze mensen gaan leven en dat erg
belangrijk is.
Openb.2:14 “Maar Ik heb enige weinige dingen
tegen u, dat gij aldaar hebt, die de lering van
Balaam houden, die Balak leerde den kinderen
Israels een aanstoot voor te werpen, opdat zij
zouden afgodenoffer eten en hoereren.”
En laat ik u herinneren aan de dingen die we
bestudeert hebben. Over Balak en Bileam,
Num.22,23. Balak huurde Bileam om Israël te
vervloeken en hij kon het niet, God zou het hem
niet toegelaten hebben, dus hij moest hen zegenen.
Maar hij wilde het geld hebben en de positie, hij
hield van het loon der ongerechtigheid (2
Petr.2:15). Dus wat Bileam deed was: hij leerde
Balak hoe hij God Israël kon laten vervloeken. En
de manier waarop hij dat deed vinden we in de rest
van het gedeelte: het eten van dingen die aan de
afgoden waren geofferd, en het toestaan van
hoererij. Dat is het praktiseren van
Baalsgodsdienst, deelnemen in Baalsafgoderij, in
hun activiteiten. En er is een religieuze leer die hij
communiceerde die resulteerde in het feit dat ze
hoereerders en afgodendienaars werden.
Openb.2:20 “Maar Ik heb enige weinige dingen
tegen u, dat gij de vrouw Jezabel, die zich zelve
zegt een profetes te zijn, laat leren, en Mijn
dienstknechten verleiden, dat zij hoereren en
afgodenoffer eten.”
Izebel, 1 Kon.16 was een priesteres van Baal, ze is
een religieuze leidster van het systeem van Baal.
Haar vader ook. En door haar introduceerde satan
de Baalsgodsdienst in Israël als een officiële
staatsreligie, en ze richtte die op. Ze had een
enorme corrupte invloed, een vrouwelijke prediker,
ze predikte Baalaanbidding. Ditzelfde zullen ze in
de grote verdrukking hebben, deze mensen aan wie
Hebreeën is geschreven zijn in de zelfde conditie
waarin de mensen van Openb.2 zijn. Wat preekte
zij?! Op.2:20 …en Mijn dienstknechten verleiden
dat zij hoereren en afgodenoffer eten… Hebr.13:4
dus als hij het heeft over het huwelijk eerlijk en het
bed onbevlekt dan heeft hij het over het deelnemen
aan die Baalgodsdienst dat mensen leert om te
hoereren en deel te hebben aan de religieuze
activiteit.
Hebr.13:5 “Uw wandel zij zonder
geldgierigheid; en zijt vergenoegd met het
tegenwoordige; want Hij heeft gezegd: Ik zal u
niet begeven, en Ik zal u niet verlaten.”
Uw wandel zij zonder geldgierigheid… Herinnert u
zich Kolossenzen 3:5? Paulus definieert
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 183
geldgierigheid als wat? Wie weet het? Dit is de
manier hoe uw Bijbel moet bestuderen. Als u een
vers als dit leest en u heeft het Woord van God niet
in uw gedachten, u moet de bijbel lézen! U moet de
Schrift lezen! En het in uw gedachten bergen, zodat
als u een vers als dit leest die andere verzen naar
boven komen. Weet u als u meer weet over
….(t.v.sterren?) dan weet u niet waar ik het nu over
heb, u luistert naar de verkeerde dingen. Maar deze
stof hier is blijvend, maar u moet erin betrokken
raken, u moet het lezen, zodat als u door de verzen
heen leest, en soms denkt u: ik lees het maar ik
vergeet het weer…
Luister, dat is OK, u gebruikt uw tijd goed, iemand
zegt: mijn gedachten zijn als een zeef, maar of u het
weet of niet u neemt het toch op in uw gedachten.
Wel: het huwelijk zij eerbaar, het bed onbevlekt, de
hoereerder zal God oordelen, uw wandel zij zonder
geldgierigheid…Laat de manier waarop u zich
gedraagt zonder geldgierigheid zijn.
Kol.3:5 “Doodt dan uw leden, die op de aarde
zijn, namelijk hoererij, onreinigheid,
schandelijke beweging, kwade begeerlijkheid, en
de gierigheid, welke is afgodendienst.”
En de gierigheid, welke is wat? Afgoderij! Hoe
definieert hij geldgierigheid? Afgoderij. Hebr.3:4
spreekt hij over hoererij. Hebr.3:5 spreekt hij over
afgoderij. En wat lazen we net in Openb.2:14,20?!
Hoererij en afgodendienst! De context die we hier
lezen, is een context die deze mensen eraan
herinnert om geen deel uit te maken van dat
Baalgodsdienstsysteem.
En zijt vergenoegd met het tegenwoordige; want
Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven en Ik zal u
niet verlaten… En zijt tevreden: en laat u niet
verleiden door het valse systeem waar zij in terecht
zullen komen als zij de materiële goederen hebben
en geen vreemdelingen zijn en nooddruftig zijn.
Laat uw wandel zonder liefde voor geld zijn en
weest tevreden met wat u heeft enz. De grond voor
tevredenheid is God’s tegenwoordigheid, maar let
op dat het om tevredenheid gaat. Nu, geldgierigheid
en tevredenheid gaan niet samen. De grond voor
tevredenheid is dat God zegt: Ik zal u niet begeven
en niet verlaten.
Hebr.13:6 “Zodat wij vrijmoediglijk durven
zeggen: De Heere is mij een Helper, en ik zal
niet vrezen, wat mij een mens zal doen.”
Opnieuw is de hele context hier die tijdsperiode, ze
zullen de verleiding hebben van het religieuze
systeem in Israel, de tempel zal er zijn, de offers
zullen weer gebracht worden en de wet van Mozes
zal weer geïnstalleerd worden en de Levieten zullen
de tempeldienst verrichten. En Israël zal verleid
worden met het leugenprogramma van de duivel
terug te gaan naar dat valse systeem. En Hebreeën
zegt: Kijk, God heeft met dat alles afgedaan. Het
Oude verbond is opzij gezet en een Nieuw verbond
is opgericht door het bloed van de Heere Jezus
Christus en een nieuwe en levende weg die we
nooit hadden onder de wet, we hoeven niet terug
naar dat systeem.
En herinner u hoe gevaarlijk het is om terug te gaan
naar dat systeem. Zij zeggen dat het OK is, maar
God zegt dat het niet zo is. Dus ga niet terug, weest
tevreden met wie de Heere is en wat Hij voor u
heeft voorzien en de motivatie voor de
tevredenheid: Ik zal u niet begeven en u niet
verlaten. Zodat wij vrijmoedig durven zeggen : de
Heere is mij een Helper enz. Wat de situatie ook zal
zijn waarin in kom, ik zal niet vrezen wat mij een
mens zal doen. Weet u wat Jezus zei: Vrees hen
niet die het lichaam doden, maar vrees Hem die
beiden lichaam en ziel in de hel. Dat vers zegt dat
sommige mensen zullen proberen om hun lichaam
te doden. Maar ze hoeven niet bang te zijn voor wat
mensen hen kunnen aandoen.
De aanhaling uit Hebr.13:5 Ik zal u niet begeven en
niet verlaten komt uit het Oude Testament. Ga met
mij mee, het komt 3x voor. En elke context laat
zien waar deze mensen zijn. De laatste boodschap
die Mozes aan Israël geeft, hij noemt hun
geschiedenis en verzekerd hen opnieuw dat God
voor hen zal doen wat ze zelf niet kunnen door hun
een besneden hart te geven enz.
Israël staat op het punt om het beloofde land in te
gaan.
Deut.31:6 “Weest sterk en hebt goeden moed, en
vreest niet, en verschrikt niet voor hun
aangezicht; want het is de HEERE, uw God, Die
met u gaat; Hij zal u niet begeven, noch u
verlaten.”
Als hij dit vers aanhaalt in Hebr.13 dan gaan hun
gedachten ten eerste terug naar de tijd dat ze
onderweg waren om het beloofde land in te nemen,
naar de erfenis. En hij zegt als jullie het land in
gaan nemen ben Ik met jullie en Ik zal jullie niet
verlaten!
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 184
Joz.1:5,6 “Niemand zal voor uw aangezicht
bestaan al de dagen uws levens; gelijk als Ik
met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn; Ik zal
u niet begeven, en zal u niet verlaten.“Wees
sterk en heb goeden moed! want gij zult dit volk
dat land erfelijk doen bezitten, dat Ik hun
vaderen heb gezworen hun te geven.”
Hij zegt: Jullie gaan het land in en jullie zullen de
overwinning hebben, Ik zal het voor jullie doen.
1 Kron.28:20 “En David zeide tot zijn zoon
Salomo: Wees sterk, en heb goeden moed, en
doe het, vrees niet, en wees niet verslagen; want
de HEERE God, mijn God, zal met u zijn; Hij
zal u niet begeven, en Hij zal u niet verlaten,
totdat gij al het werk tot den dienst van het huis
des HEEREN zult volbracht hebben.”
David bemoedigd Salomo om de tempel te bouwen.
Denk nu na over de context van deze gedeelten.
Daar zijn ze: ze zien het beloofde land en Mozes en
Jozua zeggen : we gaan het land in en God gaat met
ons mee, en Hij zal het voor ons doen. David zegt
tegen Salomo: bouw het huis voor God en Hij zal
met je zijn. Het land en het huis, weet u wat Hebr.3
zegt over dat huis?
Hebr.3:5,6 “En Mozes is wel getrouw geweest in
geheel zijn huis, als een dienaar, tot getuiging
der dingen, die daarna gesproken zouden
worden;“Maar Christus, als de Zoon over Zijn
eigen huis; Wiens huis wij zijn, indien wij maar
de vrijmoedigheid en den roem der hoop tot het
einde toe vast behouden.”
Ziet u wat hier in Hebreeën gebeurt is, de Heere
Jezus Christus, de ware Zoon van David, de ware
Jozua, de Profeet als Mozes leidt Zijn mensen in
het beloofde land en ze gaan het veroveren en Hij
gaat Zijn huis bouwen, daar. Dus wat de schrijver
van Hebreeën doet is, hij gaat terug naar de context
daarvan. Weet u wat mensen hier doen en de
geestelijke toepassing, en ik heb geen bezwaar als
mensen zeggen dat we onze tevredenheid in de
Heere hebben, want wij hebben ook overwinning in
de Heere op verschillende manieren. Maar de
context in Hebr.13 zijn niet u en ik, maar God die
Israël meeneemt door en in en Hij bouwt een huis
met hen.
Hebr.13:6 “Zodat wij vrijmoediglijk durven
zeggen: De Heere is mij een Helper, en ik zal
niet vrezen, wat mij een mens zal doen.”
Laten we teruggaan naar Mattheus 10, men zal
dingen doen met deze mensen.
Mat.10:16 “Ziet, Ik zende u als schapen in het
midden der wolven; zijt dan voorzichtig gelijk
de slangen, en oprecht gelijk de duiven.”
Hij spreekt tot de 12 apostelen, en Mat.10 is de
grote opdracht die Jezus Christus aan de twaalf
apostelen en u ziet dat in de eerste verzen waar de
twaalf worden genoemd. Wij lezen meestal vers 5-
7 maar de rest van het hoofdstuk is ook aan hen
gewijd en wat Mat.10 doet is: hij vertelt hen wat
hun werk is, alles mbt het Koninkrijk, dit neemt
hun dus mee naar het aardse Koninkrijk van
Christus, door het boek Handelingen, de komst van
de Heilige Geest, naar de grote verdrukking naar de
tweede komst in het Koninkrijk.
Wat verwachten zij dat hen zal gebeuren?
Mat.10:16-20, is dat niet precies wat er gebeurde
op de dag van Pinksteren?! Zij spraken zoals de
Geest hen gaf uit te spreken. Mat.10:20-22 Is dat
niet precies wat we door heel Hebreeën heen
bestudeert hebben?! Over de voorwaardelijke
volharding tot het einde? Mat.10:23 Wat is dat? Dat
is de tweede komst! Christus komt terug. Wanneer
komt Hij terug? Aan het eind van de grote
verdrukking om zijn Koninkrijk op te richten. Ik
zeg alleen maar tegen u dat als u deze gedeelten
bestudeert en u checkt de verwijzingen om te zien
wat er aan de hand is dan ziet u dat Hebr.13 precies
past in die situatie!
Jer.20:11 “Maar de HEERE is met mij als een
verschrikkelijk Held; daarom zullen mijn
vervolgers struikelen, en niets vermogen; zij zijn
zeer beschaamd geworden, omdat zij niet
verstandiglijk gehandeld hebben; het zal een
eeuwige schande zijn, zij zal niet vergeten
worden.”
God is met hen als de verschrikkelijke Held om hen
vervolgers en vijanden te verstrooien en hen er
veilig doorheen te brengen. Een tijdje terug sprak ik
met een man en hij zei: God zij met u. En ik zei:
Hij is. En toen hij wegging zei hij : De Heere gaat
met u. En ik zei: Dat doet Hij. Hij werd een beetje
boos op me en zei: Het lijkt wel of u wil zeggen dat
als u gaat dat God ook gaat! En ik zei: Dat doet Hij.
Toen werd hij echt boos op me. Maar weet u:
overal waar ik heen ga, gaat Hij met mij mee. En
overal waar u heengaat gaat Hij met u mee.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 185
Maar dit gedeelte spreekt in een wat andere zin dan
dit.
De Heere is met hen op die manier. De Heilige
Geest blijft ook bij hen: Joh.14. Maar hier is het
meer in de zin van dat Hij hen bevrijd en dat zij
geen vrees hebben voor wat mensen doen, want Hij
werkt door hen en zal hen erdoor heen leiden.
Hebr.13:7 “Gedenkt uwer voorgangeren, die u
het Woord Gods gesproken hebben; en volgt
hun geloof na, aanschouwende de uitkomst
hunner wandeling.”
Wat is de uitkomst van hen wandel? Lazen we net
niet over het volharden tot het einde? En dat mbt.
de tweede komst? Het eind van de wandel van hun
voorgangers. Wie waren hun voorgangers? De
apostelen, wat was het doel van de 12 apostelen?
Zitten op 12 tronen en regeren, waken over de 12
stammen van Israël. Het einde van de boodschap
die de apostelen gaven aan hen, laten we kijken in:
1 Petr.1:9 “Verkrijgende het einde uws geloofs,
namelijk de zaligheid der zielen.”
Wacht even, moet u wachten tot het einde van uw
geloof tot zaligheid der zielen? Ziet u, dit is die
toekomstige redding aan het einde als Christus
terugkomt.
1 Petr.1:10 “Van welke zaligheid ondervraagd
en onderzocht hebben de profeten, die
geprofeteerd hebben van de genade, aan u
geschied;”
Hier is een geprofeteerde redding door de profeten
over genade die aan deze mensen zal gegeven
worden aan het einde. Deze genade is nog niet tot
hen gekomen. Het zal naar beneden komen, aan het
einde.
1 Petr.1:13 “Daarom opschortende de lenden
uws verstands, en nuchteren zijnde, hoopt
volkomenlijk op de genade, die u toegebracht
wordt in de openbaring van Jezus Christus”.
Als Jezus Christus terugkomt brengt Hij redding en
genade tot hen, zie 1 Petr.1:4,5. In de laatste tijd(:5)
zie Hebr.1:1 …deze laatste dagen. Ik probeer al
deze verzen samen te voegen zodat u kunt zien dat
ze allemaal bij elkaar horen en dat ze in die grote
verdrukkingsperiode passen voor deze mensen.
Hebr.13:8 “Jezus Christus is gisteren en heden
dezelfde en in der eeuwigheid.”
Hier zien we een interessant klein vers tussendoor.
Dit vers is één van de meest onbegrepen verzen in
heel de Bijbel. Elke charismatische gelovige zal dat
vers aanhalen om te laten zien dat Jezus Christus nu
ook nog wonderen kan doen omdat Hij gisteren,
vandaag en morgen dezelfde is. Wat Hij gisteren
kon kan Hij ook vandaag. Wacht, niemand zegt dat
Hij het niet kan, ik zeg niet dat God dingen niet
kan. Maar de vraag is niet kan Hij het , maar wil
Hij het! En er zijn veel dingen die Hij vandaag niet
doet.
Dus u beperkt God. Dat is wat u zegt. God zond de
zondvloed op een dag over de aarde, kan Hij dat
nog een keer doen?! Zeker kan Hij dat. Wil Hij dat?
Nee! Hij kan het, maar Hij wil het niet. Waarom?
Omdat Hij zei dat Hij het niet meer zou doen. Is dat
God beperken? Nee, dat is erkennen dat wat God
zegt belangrijker is dan wat u erover denkt.
Maleachi 3:1 “Ziet, Ik zende Mijn engel, die
voor Mijn aangezicht den weg bereiden zal; en
snellijk zal tot Zijn tempel komen die Heere,
Dien gijlieden zoekt, te weten de Engel des
verbonds, aan Denwelken gij lust hebt; ziet, Hij
komt, zegt de HEERE der heirscharen.”
Als u de context hier leest van Mal.3(wat niemand
doet natuurlijk) dan zult u wat meemaken. Want de
context in Maleachi is een exacte parallel van
Hebr.13. Het is alsof de schrijver van Hebr.13
Mal.3 voor u heeft geparafraseerd.
Let op, vers 1: Ik zend Mijn engel, die voor Mijn
aangezicht den weg bereiden zal… Wie is dat? Dat
is Johannes de Doper. Mat.3, Marc.1, Luk.3. In
feite haalt Marc.1:2,3 dit gedeelte aan als een
verwijzing naar Joh.de Doper. Dus waar bent u in
Mal.3? U kijkt naar de bediening van Joh.de Doper
die de weg bereid voor de Heere Jezus Christus. De
context is de komst van Christus.
Mal.3:2-4 “Maar wie zal den dag Zijner
toekomst verdragen, en wie zal bestaan, als Hij
verschijnt? Want Hij zal zijn als het vuur van
een goudsmid, en als zeep der vollers.“En Hij
zal zitten, louterende, en het zilver reinigende,
en Hij zal de kinderen van Levi reinigen, en Hij
zal ze doorlouteren als goud, en als zilver; dan
zullen zij den HEERE spijsoffer toebrengen in
gerechtigheid. “Dan zal het spijsoffer van Juda
en Jeruzalem den HEERE zoet wezen, als in de
oude dagen, en als in de vorige jaren.”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 186
Dat is en Hij zal de ongerechtigheden van Jacob
afwenden en Israël bekeren en ze brengen naar de
plaats waar ze God waardig dienen. Klinkt dat niet
als Hebr.12:28?!
Mal.3:5 “En Ik zal tot ulieden ten oordeel
naderen; en Ik zal een snel Getuige zijn tegen
de tovenaars, en tegen de overspelers, en tegen
degenen, die valselijk zweren, en tegen degenen,
die het loon des dagloners met geweld inhouden,
die de weduwe, en den wees, en den vreemdeling
het recht verkeren, en Mij niet vrezen, zegt de
HEERE der heirscharen.”
We zijn nu bij de tijd van oordeel bij de
wederkomst. Tegen de tovenaars en tegen de
overspelers… herinnert u dat niet aan Hebr.13?
Tegen degenen die de weduwe en den wees en den
vreemdeling het recht verkeren.. Hebben we dat
niet bestudeert in Hebr.13:1? Het lijkt wel of hij
Jacobus aanhaalt. En de vreemdeling..Hebr.13:2.
En Mij niet vrezen… Lazen we dat niet in
Hebr.12:28 God dienen met eerbied en
godvruchtigheid. Hebr.12:29 onze God is een
verterend vuur… dit gaat weer terug naar Mal.3:3.
Mal.3:6 “Want Ik, de HEERE, word niet
veranderd; daarom zijt gij, o kinderen Jakobs!
niet verteerd.”
Nu, daar is het vers. Ik kom en Ik ga dat allemaal
doen en Ik breng Jacob in het land. De reden voor
de leiders in Hebr.13 vers 7 en Mal.3:4 hun offer
zal zoet wezen. Ze hebben de instructies die ze
nodig hebben van God en Zijn Woord om Hem
juist te dienen en te functioneren. Jezus Christus is
de Heere Die komt dan, de boodschap van de
boodschapper komt. Jezus Christus is Dezelfde
gisteren en vandaag en voor eeuwig, Hij veranderd
nooit.
Dat is als dat vers in Rom.11:29 de genadegiften
en de roeping Gods zijn onberouwelijk. God heeft
een doel en een plan, iets wat Hij gaat doen en Hij
gaat zijn gedachten niet veranderen mbt wat Hij
gaat doen. Daarom zijn de kinderen van Jacob niet
verteerd Mal.3:6. Waarom is Israël niet gewoon
verstrooid en uitgewist? Omdat Jezus Christus de
Redder is, Die heeft bepaald om te redden en voor
Israël te voorzien wat zij niet kunnen voor henzelf.
Hij doet het voor hen, waartoe zij niet bekwaam
waren onder het Oude verbond, daar hebben we al
veel over geleerd in Hebreeën. Wat hij nu doet is
het toepassen daarvan in de laatste drie
hoofdstukken van Hebr. in de plichten van hun
levens.
Hebr.13:9 “Alwaar Mij uw vaders verzocht
hebben; zij hebben Mij beproefd, en hebben
Mijn werken gezien, veertig jaren lang.”
Gesterkt door genade, gesterkt met het Nieuwe
verbond. Joh.1:17 Het Oude verbond kwam met
Mozes. Maar genade en waarheid en het Nieuwe
verbond door Jezus Christus. Het Nieuwe verbond
is een verbond van genade. Dat is het principe van
het Nieuwe verbond. Begrijp dat het punt hier is:
dat het karakter en wezen van wie Hij is nooit
veranderd, Hij spreekt niet over Zijn
bedelingshandelingen, maar over Zijn karakter en
wezen. De context van Hebreeën is een
bedelingsverandering, dat het Oude verbond opzij
is gezet en het Nieuwe verbond is ervoor in de
plaats gekomen. Dat is een bedelingsverandering.
Een verandering in Gods handelen, dus het is een
dom idee om een vers als dit te gebruiken om te
zeggen dat God Zijn handelen met mensen niet
veranderd als het hele punt van het boek Hebreeën
is dat Hij Zijn handelen hééft veranderd van het
Oude naar het Nieuwe verbond door het kruiswerk
van de Heere Jezus Christus.
Maar door al deze veranderingen blijft de Heere
onveranderlijk. De Schepper blijft dezelfde. Hij is
altijd beschikbaar voor Zijn mensen. Hij verlaat ze
nooit Hij begeeft ze niet, Hij doet altijd wat Hij
beloofd heeft te doen
Hebreeën 13:7,8
Hebr.13:7 “Gedenkt uwer voorgangeren, die u
het Woord Gods gesproken hebben; en volgt
hun geloof na, aanschouwende de uitkomst
hunner wandeling.”
We hebben het eerste gedeelte van het hoofdstuk
gezien, dat het enkele concluderende vermaningen
om God acceptabel te dienen. Hij spreekt over
dienen, en speciaal om afgescheiden te zijn van het
afvallige volk, en het afvallige systeem in het volk
Israël en daar gaat het over in het hele boek. Ze zijn
in een situatie waarin het volk Israël als geheel in
afvalligheid is en het satanische kwade politiek
heeft hen gevangengenomen. En nu is daar het
gelovige overblijfsel dat God riep uit het volk dat
getuigt Wie Christus is en Gods doel met hun
Messias.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 187
Als u spreekt over de Handelingen periode waarin
het boek Hebreeën is geschreven, en tot wie het is
geschreven, of als u spreekt over de
groteverdrukkingsheiligen: zij zijn in dezelfde
situatie als de mensen van Handelingen periode.
Als u de bedeling van genade eruit kunt nemen en
elimineren uit uw denken en u plaatst Handelingen
voor de grote verdrukkingsperiode krijgt u een
voortzetting, Hebreeën is geschreven in een soort
‘dualsetting’ historisch gezien zijn ze in de
Hand.periode, maar leerstellig past het ook in de
grote verdrukking en de reden daarvoor is dat de
grote verdrukking startte in het boek Handelingen,
die mensen waren betrokken in dat profetische
programma. En het hele punt van Hebr. is dat zij
afgscheiden zijn van het afvallige volk, die gaan
aanbidden en verleid worden door de antichrist.
In Hebr.13:7 herinnert hij hen aan hen voorgangers,
ze moeten de gezonde leer volgen die hen geleerd
is door hun voorgangers en dat is belangrijk omdat
hij het weer noemt in vers 17. En in vers 24 zegt
hij: groet al uw voorgangers…! Gehoorzaam hen
en onderwerpt u. Dat zijn dus drie vermaningen:
Gedenkt(:7) Gehoorzaam en weest onderdanig
(:17) en Groet(:24) al uw voorgangers.
Elke vermaning in zijn context spreekt over iets
specifieks: Vers 7 Gedenkt, blijf bij de gezonde leer
die zij u geleerd hebben. Vers 17 Gehoorzaam,
onderdanig: wees ook een dader van het woord dat
zij u leerden. Vers 7 is belangrijk. Blijf bij hen de
hele weg tot het eind wat zij u geleerd hebben.
Deze voorgangers zijn de ware bouwers van het
volk Israël. Als u met me mee teruggaat naar
Hand.4, en let dan op het contrast.
Hand.4:8-12 “Toen zeide Petrus, vervuld zijnde
met den Heiligen Geest, tot hen: Gij oversten
des volks, en gij ouderlingen van Israel! “Alzo
wij heden rechterlijk onderzocht worden over
de weldaad aan een krank mens geschied,
waardoor hij gezond geworden is. “Zo zij u allen
kennelijk, en het ganse volk Israel, dat door den
Naam van Jezus Christus, den Nazarener, Dien
gij gekruist hebt, Welken God van de doden
heeft opgewekt, door Hem, zeg ik, staat deze hier
voor u gezond. “Deze is de Steen, Die van u, de
bouwlieden, veracht is, Welke tot een hoofd des
hoeks geworden is.” “En de zaligheid is in geen
Anderen; want er is ook onder den hemel geen
andere Naam, Die onder de mensen gegeven is,
door Welken wij moeten zalig worden.”
Petrus heeft de lamme man genezen in de tempel en
wordt nu op het matje geroepen voor wat hij deed,
en in vers 8 zegt hij : Gij oversten des volks.
Hand.4:11 U, de bouwlieden.. Hand.4:12 dat is een
interessant vers, het wordt vaak aangehaald en we
gebruiken om te zeggen dat er geen andere weg is,
maar weet u dat vers gaat over: …door welken wij
moeten zalig worden. Petrus zag zichzelf nog niet
als een geredde man in dit gedeelte, ziet u?
De wij daar is Israël. Wij, is een verwijzing naar
een nationale redding waarover deze mannen
oversten zijn.
In Hand.4:8 noemt hij hen de oversten des volks en
in vers 11 de bouwlieden. Wat de oversten in Israël
hoorden te doen is het bouwen van het volk,
opbouwen, leren overeenkomstig het verbond dat
God hen had gegeven, zodat zij een huis zouden
zijn waarin God woont, zodat het volk het huis van
God zou zijn. Nu, de oversten faalden ernstig om
dat te doen, en in Mat.21 spreekt Christus tot hen
dat Hij het Koninkrijk van hen af zou nemen en aan
een volk gegeven worden dat hun vruchten zou
voortbrengen, de kleine kudde. Vreest niet gij klein
kuddeke want het is des Vaders welbehagen om u
het Koninkrijk te geven .
En over dat rechtvaardige volk, het gelovige
overblijfsel, het ware Israël heeft de Heere Jezus
Christus oversten geplaatst. Deze oversten plaatste
Hij oversten over de kleine kudde.
Mat.16:15-17 “Hij zeide tot hen: Maar gij, wie
zegt gij, dat Ik ben?“En Simon Petrus,
antwoordende, zeide: Gij zijt de Christus, de
Zoon des levenden Gods.” “En Jezus,
antwoordende, zeide tot hem: Zalig zijt gij,
Simon, Bar-jona! want vlees en bloed heeft u
dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in
de hemelen is.
God de Vader openbaarde aan Petrus, door het
Woord van God wie Christus was. En Christus gaat
wat toevoegen aan wat God de Vader openbaarde
aan Petrus.
Mat.16:18 “En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus,
en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen,
en de poorten der hel zullen dezelve niet
overweldigen.”
En Ik zeg u ook… Nu gaat Christus iets openbaren,
dat gij zijt Petrus, Hij veranderd zijn naam. …en op
deze petra, rots (de steen die de bouwlieden
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 188
verachten Hand.4) zal Ik Mijn gemeente bouwen,
en de poorten der hel zullen dezelve niet
overweldigen.
Mat.16:19 “En Ik zal u geven de sleutelen van
het Koninkrijk der hemelen; en zo wat gij zult
binden op de aarde, zal in de hemelen gebonden
zijn; en zo wat gij ontbinden zult op de aarde,
zal in de hemelen ontbonden zijn.”
En Ik zal u geven enz. Weet u wat sleutels doen?
Zij vertegenwoordigen verantwoordelijkheid,
toegang. Als ik naar uw huis kom klop ik aan en u
doet open, maar als u naar uw huis gaat gebruikt u
de sleutel en gaat naar binnen. Aan Petrus is
letterlijk de autoriteit gegeven als het hoofd van de
kleine kudde. Petrus is de belangrijkste van de
apostelen. Maar aan al de discipelen is dit soort
leiderschapsrol gegeven.
Mat.18:18-20 “Voorwaar zeg Ik u: Al wat gij op
de aarde binden zult, zal in den hemel gebonden
wezen; en al wat gij op de aarde ontbinden zult,
zal in den hemel ontbonden wezen. “Wederom
zeg Ik u: Indien er twee van u samenstemmen op
de aarde, over enige zaak, die zij zouden mogen
begeren, dat die hun zal geschieden van Mijn
Vader, Die in de hemelen is.”“Want waar twee
of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben
Ik in het midden van hen.”
Dat is: zij hebben de autoriteit om op aarde te
handelen voor de hemel. Wat zij doen zal
toegestaan worden in de hemel. Samenstemmen,
vers 19 op aarde. Vers 20 Dit is geen
gebedsbelofte. Dit vers wordt gebruikt als een
gebedsbelofte op de tv, en in preken, maar dit vers
spreekt niet over gebed. Dit gedeelte spreekt over
wat het betekent om een minimumaantal te vormen
om actie te kunnen nemen in de naam van de Heere
Jezus Christus!
Een quorum om actie te nemen onder de discipelen,
Petrus kan zelf binden en ontbinden en de
verklaring geven dat: dit is dit en dat is dat.
Mat.16:19. De rest van de discipelen in hun positie
van leiderschap moeten eerst samen een quorum
maken. En de quorum is als twee of drie samen zijn
en samenstemmen over datgene dan heb je een
officiële afkondiging. En wat zij vragen aan de
Vader in de hemel, binden of ontbinden, Hij zal het
doen. Mat.18:20, Hij zal het aannemen,
toestemmen. Dus wat u hier heeft is een verklaring
wat het is om onder de leiders en onder de oversten
van Israël in de kleine kudde om officieel actie te
ondernemen.
Mat.19:27,28 “Toen antwoordde Petrus, en
zeide tot Hem: Zie, wij hebben alles verlaten, en
zijn U gevolgd, wat zal ons dan geworden?”“En
Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij,
die Mij gevolgd zijt, in de wedergeboorte,
wanneer de Zoon des mensen zal gezeten zijn op
den troon Zijner heerlijkheid, dat gij ook zult
zitten op twaalf tronen, oordelende de twaalf
geslachten Israels.”
Ziet u, God heeft Israël in haar Koninkrijk beloofd
dat Hij de leiders van Israël zal herstellen. Één van
de dingen die God in Zijn Koninkrijk heeft beloofd
is dat Hij hun leiders en richters zou herstellen en
Zijn regering over het volk zou herstellen.
Num.1:4 “En met ulieden zullen zijn van elken
stam een man, die een hoofdman is over het
huis zijner vaderen.”
Elke stam heeft een hoofdman over het huis zijner
vaderen.
Num1:16 “Dezen waren de geroepenen der
vergadering, de oversten der stammen hunner
vaderen; zij waren de hoofden der duizenden
van Israel.”
Oversten, en hoofden der duizenden. Zij zetten een
systeem op waarin een stam een regeringsstructuur
met één overste voor elke stam, die regeert en richt
en de autoriteit is in die stam.
1 Kron.27:22 “Over Dan was Azarel, de zoon
van Jeroham. Dezen waren de oversten der
stammen van Israel.”
Dezen waren de oversten der stammen Israëls. Ziet
u zelfs nadat Israël een koning had, Saul en David,
hadden ze ook nog deze regeringsstructuur. Dit is
een structuur die God aan het volk gegeven heeft,
en deze mannen rechten en regeerden onder de
koning in elk van hun stammen om het volk op te
bouwen, overeenkomstig het verbond. Hun werk
was om het volk op te bouwen, overeenkomstig het
verbond en de wet te leren en die uit te voeren.
2 Kron.19:6 “En hij zeide tot de richters: Ziet
wat gij doet, want gij houdt het gericht niet den
mens, maar den HEERE; en Hij is bij u in de
zaak van het gericht.”
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 189
Josafat is in Jeruzalem, hij heeft richters in het land
en zegt tot hen: let op wat je doet, doe het voor de
Heere en niet voor mensen, en Hij is bij in de zak
van het gericht. Het doel van deze richters was om
te regeren in Israël en het volk op te bouwen door
hen te leren uit het Woord van God en ze te leiden
in gehoorzaamheid aan het Woord van God
overeenkomstig het verbond dat God hen had
gegeven, daarom zijn alle instructies hier zo
uitgewerkt.
Wat gebeurt hier, ongeloof begint, ze rebelleren
tegen het verbond, ze geven niet meer om Gods
Woord, de profeten profeteren leugens in Mijn
naam en de mensen vinden het goed zo. En de
oversten liegen, Jeremia veroordeelt de oversten,
over deze mensen spreekt hij. Nu, als Christus
terugkomt en Zijn Koninkrijk opzet belooft Hij aan
Israël om die regeringsstructuur weer op te zetten
in hun midden, maar met Zijn mensen.
Jes.1:25,26 “En Ik zal Mijn hand tegen u keren,
en Ik zal uw schuim op het allerreinste
afzuiveren, en Ik zal al uw tin wegnemen.” “En
Ik zal u uw rechters wedergeven, als in het
eerste, en uw raadslieden als in den beginne;
daarna zult gij een stad der gerechtigheid, een
getrouwe stad, genoemd worden.”
Ziet u Hij gaat deze posities herstellen, laten we
ook naar Jes.32:1 gaan:
Jes.32:1 “Ziet, een koning zal regeren in
gerechtigheid, en de vorsten zullen heersen naar
recht.”
Dit gedeelte in Jes.32 beschrijft de grote
verdrukkingperiode die leidt naar de zegeningen
van het Koninkrijk en de context in Jes.32:12-18 is
dat ze in dat oordeel zullen zijn(:15) totdat wat
gebeurt? De Heilige Geest op hen wordt gegeven.
En wanneer gebeurde dat? Handelingen 2.
Ziet u wat Christus doet, als Hij die kleine kudde
van gelovigen samen heeft en zegt dat het des
Vaders welbehagen is om hen het Koninkrijk te
geven, dat zijn de oversten waarover hij spreekt in
Jes.32:1. dat zijn de vorsten waarover hij spreekt in
Jes.1:26. Hij zal hen herstellen en als u over de
belofte leest in de context, dan is dat precies de
context van Handelingen waar de mensen zijn
vervuld met de Heilige Geest en zij kijken uit naar
de zegeningen die zullen komen. En deze mannen
waren krachtige leiders en regeerders in Israël.
Let op de Heilige Geest die op hen is. Herinnert u
zich dat de Heere Jezus op hen blies en zei:
Ontvangt de Heilige Geest, Hij gaf die kracht niet
zomaar in de hand van falende mensen, maar aan
mensen die Hij vervulde met Zijn Geest en aan wie
Hij de voorsmaak geeft van de krachten van de
toekomende wereld.
We zijn nog niet toe aan Hebr.13:16,17 waar hij het
heeft over de voorgangers, dat ze hen gehoorzaam
en onderdanig moeten zijn. De gehoorzaamheid en
de onderdanigheid is met het oog op wat hij hen net
had verteld in vers 16, en dat te maken heeft met de
weldadigheid en mededeelzaamheid en het delen
met andere mensen. U weet dat dat precies is wat
ze doen in Hand.4.
Hand.4:32-35 “En de menigte van degenen, die
geloofden, was een hart en een ziel; en niemand
zeide, dat iets van hetgeen hij had, zijn eigen
ware, maar alle dingen waren hun gemeen.“En
de apostelen gaven met grote kracht getuigenis
van de opstanding van den Heere Jezus; en er
was grote genade over hen allen. “Want er was
ook niemand onder hen, die gebrek had; want
zovelen als er bezitters waren van landen of
huizen, die verkochten zij, en brachten den
prijs der verkochte goederen, en legden dien aan
de voeten der apostelen. “En aan een iegelijk
werd uitgedeeld, naar dat elk van node had.”
Dat is precies het gedeelte waar ze alles verkopen
en ze leggen het aan de voeten van de apostelen en
het wordt verdeelt onder de heiligen, door de
apostelen, door de regeerders. Dus ze doen goed en
ze delen en doen wat Hebreeën hen vertelt wat ze
moeten doen. In Hand.13:7 staat dat zij het Woord
Gods gesproken hebben. Dat doen ze hier, de
Heilige Geest vervult hen en zij spreken het Woord
van God. Hand.4:31 zij zijn vervuld met de
H.Geest en spreken het Woord met vrijmoedigheid.
Hand.4:33 ..met grote kracht getuigenis van de
opstanding van de Heere Jezus en er was grote
genade over hen allen. We lazen net in Hebr.13:9
dat het hart gesterkt moet worden door genade en
niet door spijzen…! U ziet dat de context die we
behandelen hetzelfde is, met elkaar verbonden.
Hand.4:34-5:10 In 5:5 sterft Ananias en in vers 10
zijn vrouw. Vijf is een nummer van dood in de
Bijbel. Hand.4:11-13 U ziet dat deze mannen macht
hadden, deze mannen hadden kracht, deze mannen
waren regeerders die de autoriteit hadden om te
handelen in afwezigheid van de Heere Jezus
Christus in Zijn naam omdat Hij weg was. Zij
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 190
spraken het Woord van God en zij leidden hen in
het verstaan van het Woord van God en zij moesten
hen gehoorzamen, en als we terugkomen in
Hebr.13:17 zullen we het daar ook bestuderen, zij
onderwierpen zich aan hen, want deze mannen
waakten over hen en regeerden over hen, zij waren
de autoriteiten.
Hij zegt tegen hen: wat er gaande is in Israël, zij
hebben deze oversten, deze rechters in Israël, die in
Gods plaats kunnen spreken, dingen binden en
ontbinden en hebben de autoriteit om te handelen
en hij zegt gedenkt hen die over u, die het Woord
Gods tot u gesproken hebben(Hebr.13:7), blijf bij
Hand.4, maar ik lees u uit Hebr.13. Het punt in
Hebr.13 is het volgen van de leer die hen geleerd is,
vergeet de leer niet, en let op dat is precies wat zij
doen.
Hand.2:41 “Die dan zijn woord gaarne
aannamen, werden gedoopt; en er werden op
dien dag tot hen toegedaan omtrent drie
duizend zielen.
Let op dat er staat: zielen, zoals in Hebr.13 zien we
dat zij waken over uw zielen… 1 Petr.1:9 de
zaligheid der zielen. Hand.4:42-47 Zij bleven
volharden in de leer der apostelen enz. Het punt is
zij doen precies wat Hebr.13:7 hen vertelt om te
doen. En dat doet hij hier, hij herinnert ze eraan om
bij de leer te blijven en als hij dat tot hen zegt leren
deze oversten hen de leer en zij blijven er bij. En
dat doen ze in Hand.2 en u ziet een andere
illustratie in Hand.4 en in Hand.6.
En wat hij hier in Hebreeën doet is hen herinneren
aan de leer die de apostelen hen leerde en dat ze
daar bij moeten blijven, als we in Hebr.13:17
komen zult u zien dat het de leer is die onder vuur
ligt van de tegenstanders van de Hebreeuwse
heiligen. En het was de leer die onder vuur lag in
het boek Handelingen en het is de leer die onder
vuur ligt in het boek Hebreeën. Hij waarschuwt ze
om niet terug te gaan naar de Joodse religie, naar de
wet van Mozes en het verbond en hun hart moet
gesterkt worden door genade, de genade waar u
over leest in Hand.4 en dat spreekt over het Nieuwe
verbond.
Hebr.13:8 “Jezus Christus is gisteren en heden
dezelfde en in der eeuwigheid.”
Vers 8 is hier ingevoegd als een vers, en ik zei dat
de laatste keer tegen u dat het w.s. het meest
misverstane vers is in het boek Hebreeën, er zijn
veel verzen in Hebr.6,10 enz. die mensen niet
kennen maar dit vers kent iedereen. Het vers wordt
misbruikt, verkeerd gebruikt, zoals ook Hand.2:38.
Hij spreekt er niet over dat er geen
bedelingsveranderingen plaats hebben gehad,
mensen halen dit vers aan om te zeggen dat wat
God gisteren deed Hij ook vandaag kan doen. Dat
is niet zo, het boek Hebreeën zelf, en we zijn al een
heel eind in het boek, vertelt u in hfdst.7:12,18,28
en hfdst.8:7, 10:9,10 en 12:18,22 en 27 dat er
dingen zijn veranderd. Dat zijn al 10 verzen! Er is
een verandering in de wet, een verandering van het
Oude naar het Nieuwe, van Mozes naar Christus,
van het aardse Jeruzalem naar het hemelse. U kunt
Hebreeën niet lezen zonder te zien dat er een
verandering is van het Oude naar het Nieuwe
verbond.
Dus in Hebr.13:8 zegt hij zeker niet dat God nooit
Zijn programma met mensen wijzigt. Dan geeft u
niet veel aandacht aan uw Bijbel. Hij spreekt over
de Persoon van Jezus Christus in Zijn wezen, Jezus
Christus verandert ook. Voor Hij in het vlees kwam
was Hij de tweede persoon van de Godheid toen
kwam er een punt in tijd, in de volheid van de tijd
dat Hij kwam geboren uit een vrouw, Hij nam vlees
aan en God Zelf werd mens. Vlees, incarnatie is
invlees. Maar Christus in Zijn wezen is niet
veranderd, Hij in Zichzelf veranderd niet. Al heeft
Hij de positie van Middelaar en Verlosser
aangenomen.
Dus het gaat niet over dat God Zijn handelen met
mensen nooit veranderd en dat wat Hij op een dag
deed dat Hij dat altijd zal doen. God gaf de
zondvloed en alles wat leefde behalve zij die in de
ark waren kwamen om. Zal Hij dat nog eens doen?
Nee, waarom niet? Omdat Hij gezegd heeft dat Hij
het niet meer zal doen.(Gen.9). Wel, beperkt dat
God? In zekere zin, Hij beperkt Zichzelf. En doet
dat af van Zijn kracht en de almacht van God, raakt
u daardoor van slag? Nee, Hij beperkte Zichzelf,
Hij kan het, Hij deed het al een keer. De vraag is:
wil Hij het? Nee, en ik neem Hem op Zijn Woord.
Is dat een verandering? Zeker, Hebr.13 spreekt dáár
niet over, waar dan wel over? En waarom staat dit
vers hier?
De reden waarom het hier staat is omdat hij een
punt maakt van de leer die deze apostelen hen
leren. Gedenkt uw voorgangers, die u het Woord
Gods gesproken hebben en volgt hun geloof na,
vers 7. Welk geloof moeten zij volgen? Let op de
uitkomst van hun wandel. Hij vertelt hen en ook in
Deut.32 zegt Mozes om op hun einde te letten
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 191
(:20). Waar brengt de leer u? Naar het Koninkrijk.
Houdt uw oog gericht op het doel. Later komt de
erfenis, sinds hfdst. 10 hebben we dat al bestudeert.
Jezus Christus Dezelfde gisteren, vandaag en
morgen voor eeuwig. Wanneer was Zijn gisteren?
Daarover wordt geargumenteerd. Wel, zegt men:
Zijn gisteren was voor Zijn vleeswording… Zijn
gisteren begon in de eeuwigheid, Micha 5:1 zegt:
Wiens uitgangen zijn vanouds, van de dagen der
eeuwigheid. Hij heeft geen begin. Zijn gisteren
begon in de eeuwigheid, en duurde tot Zijn
vandaag, en Zijn vandaag kunnen we vinden in
Hebr.1.
En wat hij hier doet is u herinneren aan wat hij u
leerde in Hebreeën over het priesterschap van Jezus
Christus, dat doet hij. Hij herinnert u aan de
verandering voor Israël door het priesterschap
volgens Melchizedek van Jezus Christus. Het is
dezelfde Jezus. Als er staat: Jezus Christus is
Dezelfde doet dat u aan een ander vers denken? Als
ik dit lees moet ik aan een vers denken. De
apostelen gaan naar de Olijfberg en de Heere vaart
op naar de hemel…weet u het nu? Hand.1:11 Deze
Jezus …
Dus naar wie kijken ze uit? Ze kijken uit naar
dezelfde Jezus. Hij degene die gisteren het verbond
maakte met Israël, maar we zijn verdergegaan van
gisteren, de tijd van verbetering is
gekomen(Hebr.9:10) en we zijn aangekomen bij
vandaag vertelt de schrijver hen, dat is de Nieuwe
verbondsdag. We begonnen het boek Hebr. met
vandaag, het was verleden, en nu is het vandaag.
Hebr.1:1-4 Jezus Christus is aangwezen als de
Erfgenaam van alle dingen en zit aan de
rechterhand van de Vader en Hem is een Naam
gegeven beter dan welke ook. En wanneer dat
gebeurde is nadat Hij de reinigmaking onzer
zonden heeft teweeggebracht en nadat Hij is gaan
zitten, het gebeurde met Zijn hemelvaart. Het
gebeurde door de verdienste van Zijn gaan naar
Golgotha, Hij betaalde voor alle zonden God wekte
Hem op en zette Hem aan Zijn rechterhand.
Hebr.1:5 Een verdere uitleg van wanneer dit plaats
vond, wanneer de erfenis aan Hem is gegeven en de
Naam aan Hem is gegeven. Heden heb Ik u
gegenereerd! De adoptie, Ps.2:6 Herinnert u zich
dat nog? Als u in uw herinnering 13 hoofdstukken
terug denkt en herinnert: Heden heb Ik u
gegenereerd, waar is dat een verwijzing naar?
Ps.2:6 en Hand.13:33 dat is een verwijzing naar de
opstanding, een verwijzing naar het feit dat Jezus
Christus verklaard is te zijn de Zoon van God met
kracht door de opstanding uit de dood. En de Vader
zegt: Ik ben een Vader voor Hem en Hij is een zoon
voor Mij, dat is de adoptie.
Hij is verklaard door de Vader om een erfgenaam te
zijn van alle dingen. Uw adoptie en Israëls adoptie,
we delen alleen Zijn adoptie, de Zijne telt. Dus als
hij zegt: Jezus Christus is Dezelfde gisteren,
vandaag…zegt hij: Kijk, Jezus Christus heeft ons
meegenomen van het Oude verbond naar het
Nieuwe verbond. Het is dezelfde God, het is geen
andere God Die terugkomt op Zijn Woord en het is
hetzelfde Israël. Maar Hij heeft het Oude
ineffectieve verbond weggedaan dat niet werkte en
Hij kwam en maakte een Nieuw verbond, niet zoals
het Oude dat Hij maakte met de vaderen toen Hij
hen uit Egypte leidde. En Hij maakte het op de
basis van dit priesterschap volgens Melchizedek,
Hij is een Priester voor ééuwig.
Zo is Jezus Christus Dezelfde gisteren, vandaag en
voor eeuwig. Ziet u dat? Iets in dat vers is
verschillend van wat men er meestal van maakt. En
Hij zegt dit tot hen, zodat zij zich herinneren door
deze ‘ingekapselde’ kleine verklaring in zijn geheel
wat Hebr. hen geleerd heeft. Want dat is het geloof
dat zij volgen. Nu het probleem met volgen is vers
9.
Hebr.13:9 “Wordt niet omgevoerd met
verscheidene en vreemde leringen; want het is
goed, dat het hart gesterkt wordt door genade,
niet door spijzen, door welke geen nuttigheid
bekomen hebben, die daarin gewandeld
hebben.”
Laat u niet bezig houden door de ceremonieën en
rituelen, vlees, spijzen. Hebr.10:1 een schaduw der
toekomende goederen… De spijzen waren een
schaduw, niet de realiteit. Hebr.9:9,10 bestaande
alleen in spijzen en dranken… tot op de tijd der
verbetering opgelegd. Genade is het principe van
het Nieuwe verbond. Genade is dat wat God voor je
doet omdat je het zelf niet kunt. En er is een
geprofeteerde genade, die tot Israël wordt gebracht
door haar Messias: 1 Petr.1:9,13 geopenbaard aan
hun in de laatste dagen.
Er is een verschil tussen de bedeling van genade en
genade in een bedeling. En dat is dit. En als er staat
dat de wet door Mozes kwam en de genade en
waarheid door Jezus Christus dan is dat waar hij het
over heeft, niet de bedeling van genade, maar God
Die genade tot Israël brengt in het Nieuwe verbond.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 192
We hebben dat al bestudeert in hoofdstuk 12:15,
niet verachteren van de genade Gods. En we zagen
het in Hebr.4:16 de troon der genade, u ziet het
door het hele boek heen.
En wat hij zegt is: u moet het geloof volgen dat u
leidt naar Christus en Zijn werk en niet uw werk.
Zien wat Hij heeft volbracht en niet u, dat is het
punt. Richt uw geloof op Hem en niet op de
rituelen en op de tradities, en vers 9 is een
waarschuwing om niet omgevoerd te worden door
vreemde leringen. En de vreemde leringen hebben
te maken met de spijzen, de uiterlijke religie, met
de schaduwen en met het Oude verbond en niet met
de realiteit. De tradities van de vaderen.
Marc.7 de wassingen van de bekers voor je ze kunt
gebruiken, en het handen wassen allemaal vreemde
leringen. En er zullen vreemde leringen zijn in de
grote verdrukking, maar zij moeten luisteren naar
de echte oversten in Israël. Het is genoeg voor u om
te begrijpen dat het punt in vers 9 is om u te richten
op te genoegdoening die er is in Christus, de
onveranderlijke genoegdoening die God in Hem
heeft gegeven, ga verder met de zegeningen van het
Nieuwe verbond en hij gaat een illustratie
gebruiken in vers 10-14 om ze te laten zien dat
Christus werk voldoende is en dat ze door moeten
gaan en staan met Hem omdat Hij de Verlosser is.
Hebreeën 13:10-17
We gaan verder met vers 10-14, dit zijn misschien
de meest bekende ‘preekteksten’ in het boek
Hebreeën. Hebr.2:3 is w.s. dé meest bekende,
waarschijnlijk leest men de rest van het vers niet,
zo lijkt het op een lolly, je pakt het lekkerste deel
eruit en de rest laat je voor wat het is. Hebr.13:10-
14 is ook populair maar is niet beter begrepen van
Hebr.2:3, we zullen er doorheen gaan maar en we
beginnen in vers 9.
Hebr.13:9 “Wordt niet omgevoerd met
verscheidene en vreemde leringen; want het is
goed, dat het hart gesterkt wordt door genade,
niet door spijzen, door welke geen nuttigheid
bekomen hebben, die daarin gewandeld
hebben.”
Omdat het hier begint. Dit is wat hij hen duidelijk
wil maken, het hart van deze mensen moest
gesterkt worden door genade, dat is het principe
van het Nieuwe verbond. Genade is dat wat God
doet door het volbrachte werk van Christus op
Golgotha en dat laat het boek Hebreeën zien. Het
laat de voorzieningen zien die God heeft volbracht
en de geloofsrust die de Hebreeën daarin kunnen
hebben. Toen Jezus de mensen vertelde: Komt tot
Mij allen die vermoeid en belast zijt…Mat.11, gaf
Hij een uitnodiging aan Israël om de werken en de
frustraties en de slavernij van de wet van Mozes los
te laten, van het Oude verbond en te komen en te
rusten bij Hem, rust voor hun zielen in de
voorzieningen die er voor hen zijn in Christus, in
het Nieuwe verbond.
Israëls hoop is niet in het Oude verbond, daarom
zijn we in Hebreeën gegaan van het Oude verbond
naar het Nieuwe en sinds hoofdstuk 1 zagen we dat
de hoop voor Israël en de voorzieningen voor Israël
niet in het Oude verbond zijn, in de ceremonies en
de schaduwen, maar in de realiteit die God voor
hen voorziet in Christus. Hij zegt: Het is goed dat
uw hart gesterkt wordt door genade en niet door
vreemde leringen. Niet met spijzen, dat is het
contrast tussen hetgeen dat werkt en dat niet werkt.
De bediening veranderde ook en we bestudeerden
dat de laatste keer in vers 8,9. Hij gaat een
illustratie laten zien en een vermaning als een soort
laatste aanmoediging van het boek.
Hebr.13:10 “Wij hebben een altaar, van
hetwelk geen macht hebben te eten, die den
tabernakel dienen.”
Ze konden niet eten van het altaar omdat dat offer
was verbrand, dat is het zondoffer. Deze verzen
zijn heel duidelijk dat ze buiten het kamp, de
legerplaats gaan tot Jezus, buiten religieus Israël,
buiten het Oude verbond en de Joodse religie zoals
Paulus zegt in Gal.1.
Het hele punt van het vormen van de kleine kudde
in het volk Israël, het gelovige overblijfsel, is dat
zij het afvallige Israël verlaten en zich samen
identificeren als dat dwaze volk, en ze hebben dat
volk verlaten, als dat gelovig overblijfsel in het
volk. Ze hebben de structuur verlaten van dat volk,
en begrepen dat God het Koninkrijk en de
zegeningen van het gestructureerde politieke
systeem in het volk, het afvallige religieuze
systeem, geeft aan deze kleine kudde, dit volk dat
de vrucht voortbrengt.
Dus zij verlaten het afvallige Israël en verlaten
Israëls religie en de ceremonies en de rechten die
zij van Mozes hadden geërfd en zij gaan door tot
Christus en ze hebben letterlijk alles van het volk
verlaten en gaan naar Christus. Hij is de ware
Wijnstok, de ware natie om gevonden te worden in
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 193
Hem. Hun geloof is gericht op Christus, niet op de
rituelen, niet op de rechten en ceremoniën, maar op
Zijn werk voor hen.
Hij gebruikt een illustratie m.b.t. om dit uit te
leggen over het niet bezig te zijn met spijzen, maar
het naar Christus gaan. En de illustratie is in vers
10 en 11, een type, vers 10 wordt ook vaak niet
goed geïnterpreteerd, hij spreekt hier niet over een
altaar in een kerk waar je heen kunt gaan. Ik ben
ook opgegroeid in een kerk waar een groot altaar
stond. Maar een echt altaar is een plaats waar je
heen gaat en offert. Dus het altaar hier is geen
plaats in een kerkgebouw. Het is ook niet het
avondmaal. Want iedereen eet met het avondmaal
en hier staat: van hetwelk géén macht hebben te
eten. Het is ook niet het kruis, het kruis in uw
Bijbel wordt nooit een altaar genoemd! Toen Jezus
Christus stierf op Golgotha was Hij het offer op het
altaar, en Hij is geslacht, maar Hij is geen altaar,
Hij is het offer.
In vers 10 staat: Wij hebben…, wij Hebreeën. Wij
hebben een altaar… Dit is een altaar in de
tabernakel, dit is een Joods altaar in de tabernakel
waar het zondoffer wordt gebracht. Hij spreekt over
het ritueel, het vlees en we zien het gebeuren, maar
ze hebben geen macht om er van te eten want de
lichamen van deze beesten, wiens bloed in het
heiligdom wordt gebracht, worden verbrand buiten
de legerplaats. Waar hij hier over spreekt is het
altaar in de tabernakel, in de tempel en hij spreekt
over het zondoffer, laten we naar Leviticus 4 gaan
en er over lezen.
Als het zondoffer wordt gebracht neemt de priester
het bloed en brengt het in het heilige en dan worden
de lichamen van de dieren verbrand buiten het
kamp. Verbrand zodat het helemaal toegewijd is
aan God, normaalgesproken als zij offeren werd het
dier aan de priester gegeven en de priester at het en
zo werd de priester voorzien. De Leviet leefde van
de dingen die hem gegeven werden en die geofferd
werden, in de voorraadopslag in de tempel sloegen
ze het graan en het meel en de dieren op, en daar
aten zij ook van, de Levieten hadden geen erfenis
in het land. De Leviet hoefde niet na te denken, hij
had alle zegeningen van het land, als u 10% krijgt
van 12 stammen, dan is dat 120% dus zij hadden
zegeningen.
Waar hij hier over spreekt is de tempel en hij zegt:
wij hebben hier een altaar waar we geen toegang tot
hebben, en als er een zondoffer gebracht wordt
kunnen we daar niet van delen, zelfs de priester
niet. Want de hogepriester brengt het bloed in het
heiligdom op de dag van verzoening en sprenkelt
het op het verzoendeksel en hij zegt: we hebben
geen toegang daar, het lichaam van dat dier is
verbrand en dat zondoffer gaat buiten de
legerplaats. Dat is de illustratie. Wij Hebreeën
hebben in het Levitische systeem een altaar op de
verzoendag, in de tabernakel, daar heeft hij het
over: hier is de spijze en de drank, hier is het oude
systeem.
Hebr.13:12 “Daarom heeft ook Jezus, opdat Hij
door Zijn eigen bloed het volk zou heiligen,
buiten de poort geleden.”
Jezus kwam en vervulde het voorbeeld, het
voorbeeld was dat het dier verbrand werd, het
zondoffer was buiten de legerplaats, dus toen Jezus
Christus kwam en Hij stierf, stierf Hij buiten de
legerplaats. Laten we kijken wat de legerplaats is:
Joh.19:17-20 “En Hij, dragende Zijn kruis, ging
uit naar de plaats, genaamd Hoofd
schedelplaats, welke in het Hebreeuws genaamd
wordt Golgotha;” “Alwaar zij Hem kruisten, en
met Hem twee anderen, aan elke zijde een, en
Jezus in het midden.” “En Pilatus schreef ook
een opschrift, en zette dat op het kruis; en er
was geschreven: JEZUS, DE NAZARENER, DE
KONING DER JODEN.” “Dit opschrift dan
lazen velen van de Joden; want de plaats, waar
Jezus gekruist werd, was nabij de stad; en het
was geschreven in het Hebreeuws, in het
Grieks, en in het Latijn.”
Golgotha, was nabij de stad(:20), dus Hij is
gekruisigd bij, maar buiten Jeruzalem, het
hoofdkwartier van het volk, de plaats waar de
tempel was, waar de religie zijn hoofdkwartier
heeft. Hij werd gekruisigd buiten de stad, buiten de
legerplaats. Dus, waar is de realiteit? De
voorbeelden van de tabernakel vertellen waar u de
realiteit kunt vinden, de realiteit is buiten de
legerplaats, dus wat Jezus Christus doet als Hij
gekruisigd wordt, Hij gaat buiten de legerplaats,
daar lijdt Hij en daar sterft Hij.
Nu de uitleg en de vermaning: Hebr.13:12 Zo laat
ons dan tot Hem uitgaan…. Tot Hem…, waar is
Christus? Is Hij in het Levitische systeem? Of is
Hij erbuiten? Hij is erbuiten, dus wat moeten de
Hebreeën doen? Hun plaats is met Christus, hun
plaats is niet in het Judaïsme of in de Joodse religie,
hun plaats is met Hem. Laten we het oude systeem
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 194
verlaten en laten we tot Hem gaan. …buiten de
legerplaats, Zijn smaadheid dragende.
Dat neemt ons mee terug naar Hebr.11, alle dingen
die we daar zagen naar het wandelen door geloof
ondanks alle hindernissen die u tegenkomt. Ps.69.
Hij nam op Golgotha uw plaats in en alle schande
en verwijten en alle vernedering en de angst en
verwerping die op u, mij had moeten komen nam
Hij! Dat is wonderlijk, wist u? Wat een zegen, Hij
nam onze plaats in. Met de bedoeling dat wij Zijn
plaats mogen nemen in de aanneming en de
zegeningen van Zijn aanneming door God.
In het eerste gedeelte van Handelingen is een
situatie die zij ook weer zullen tegenkomen in de
grote verdrukking, u en ik zullen dat niet
meemaken, maar zij wel. Zij deden en zij zullen. Er
was toen een tempel, de Joodse religie, God was er
niet meer, maar het was hun erfenis, ik ken een
Joodse broeder, hij gaf me een boek geschreven
door een rabbie, Roep terug naar het Judaïsme, wat
zegt het boek? Het is een zwaar boek, ten eerste
vervloekt het het christendom als een heidense
religie van afgodendienaars en dan gaat het terug:
bedenk wie je bent, herinner je erfenis, kom terug
naar huis…! Met Kerst reed ik eens over straat en
er was een grote vlag met: Come home for
Christmas. Ik kwam erachter dat de RK kerk dit
had gedaan, terug naar de RK kerk.
In de grote verdrukking herbouwt de antichrist de
tempel, de tempeldienst wordt herstelt en ze zullen
weer offeren, Levitische offers, het dagelijkse offer
en al die dingen zullen weer gebeuren. En hij zegt:
Let op, ik heb jullie de informatie gegeven, zie je
dat daar, ga er niet heen. Hier is wat God doet,
laten we tot Hem gaan. Laten we bij Christus
blijven. Laten we niet teruggaan, laten we Zijn
smaadheid dragen. En zij zullen het merken, want
ze staan tegenover de antichrist en alles van zijn
programma. Buiten de legerplaats…laten we ook
gaan naar:
Mat.23:37-39 “Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de
profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden
zijn! hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen
bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar
kiekens bijeenvergadert onder de vleugels; en
gijlieden hebt niet gewild.“Ziet, uw huis wordt u
woest gelaten “Want Ik zeg u: Gij zult Mij van
nu aan niet zien, totdat gij zeggen zult:
Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des
Heeren!”
Is dat niet droevig, aan het einde van Christus
bediening kijkt Hij uit over de stad Jeruzalem en
zegt: Oh Jeruzalem, Jeruzalem, kunnen jullie niet
luisteren? Ik wil jullie vergaderen en beschermen
en jullie willen niet. Zie, uw huis wordt u woest
gelaten. Weet u wat dat betekend? Leeg. In het
begin van Zijn bediening ging Hij naar de tempel
en zei: U heeft Mijns Vaders huis een rovershol
gemaakt, nu noemt Hij het niet meer Zijns Vaders
huis! Nu is het: uw huis… Mat.23:39 wordt
gevolgd door Mat.24:1 En Jezus ging uit en vertrok
van den tempel…!
Weet u wat Hij doet, Hij staat in die tempel en
proclameert een oordeel: Ik vertrek en wanneer Ik
vertrek verlaat Jehovah deze plaats, als Ik deze deur
uitga en God is hier niet meer totdat Ik terugkom
met de tweede komst. Waar is Hij? Hij is niet meer
in de tempel, Hij heeft hem verlaten. Hebreeën
zegt: wij hebben een altaar daar, maar het doet ons
geen goed, het punt is wat Christus voor ons
gedaan heeft. Hij is de realiteit, Het Oude verbond
werkt niet meer, het is vervangen door een Nieuw
verbond. Dus laten we uitgaan buiten de
legerplaats, laten we al deze dingen achterlaten en
tot Hem gaan. Laten we naar Galaten 1 gaan en let
op hoe Paulus al deze dingen noemt.
Gal.1:13,14 “Want gij hebt mijn omgang
gehoord, die eertijds in het Jodendom was, dat
ik uitnemend zeer de Gemeente Gods vervolgde,
en dezelve verwoestte;“En dat ik in het
Jodendom toenam boven velen van mijn
ouderdom in mijn geslacht, zijnde overvloedig
ijverig voor mijn vaderlijke inzettingen.”
Ziet u hoe hij het noemt: Mijn omgang in het
Jodendom. Is dat niet fascinerend? Het woord
religie is in slechte zin gebruikt in uw Bijbel. De
enige keer niet is in Jacobus 1 als hij het heeft over
zuivere godsdienst, maar zij bedorven het.
Hebr.13:13 “Zo laat ons dan tot Hem uitgaan
buiten de legerplaats, Zijn smaadheid
dragende.”
Laten we weggaan uit de Joodse religie, niet terug
naar de types, symbolen en de spijzen en de
dranken, laten we verder gaan met de realiteit die
beschikbaar is door Christus. Zijn smaadheid
dragende. De dingen die Hem overkwamen
dezelfde overkomen ons, de dienstknecht is niet
meerder dan zijn Meester. Als we teruggaan naar
Psalm 69 ziet u dat daar duidelijk uitgelegd. In
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 195
geval dat er een misverstand zou zijn hier, vers 14
maakt het duidelijk.
Hebr.13:14 “Want wij hebben hier geen
blijvende stad, maar wij zoeken de
toekomende.”
Vanaf dag één, toen we met het boek Hebreeën
begonnen, u hoeft geen vergissing te maken wat
betreft de hoop van deze Hebreeën dat is het
Koninkrijk. Kijk terug naar Hebr.12:28. Het idee in
Hebreeën is een letterlijk, fysiek, zichtbaar, aards
Koninkrijk dat mensen verwachten te beërven. En
het heeft niets te maken met het hemelse
Koninkrijk, het hemelse programma, en mensen die
opgenomen worden in de hemel en die God dienen
in de hemelse gewesten, maar met mensen die
uitkijken naar een stad op deze aarde. We gaan
terug naar Hebr.11:10, naar Abraham. Dat is
duidelijk, hij verwacht een stad die gebouwd zal
worden, Hij zegt: wel, waar zal God het bouwen,
waar zal het zijn? Hebr.11:13-16. In Hebr.13:14
zegt hij: we kijken uit naar een stad! We hebben
hier geen blijvende stad, we zoeken de komende.
Mensen zeggen: Hier beneden is het niet, we gaan
naar boven naar de hemel en krijgen een stad. Maar
hij heeft het over een stad die God naar beneden zal
brengen en op de aarde zal bouwen. Abraham was
niet dom, hij kijk uit naar een stad hier beneden.
Dit land zal voor u zijn met de beschrijving van de
grenzen erbij, wandel er in alsof je het bezit, alsof
het van jou is, want dat is het, Ik geef het je nu nog
niet, je zult sterven en nakomelingen krijgen en zij
zullen sterven en Ik zal een groot volk uit je maken,
maar Ik zal je opwekken en in dat land brengen en
al je zaad zal het voor eeuwig beërven, Ik weet
waar Ik over spreek. Je zult opgewekt worden in
een letterlijk, fysiek, zichtbaar, aards Koninkrijk.
En daar kijken deze mensen ook naar uit.
Wat wij krijgen is er nog niet, het was er nog niet in
Handelingen en in de grote verdrukking, maar waar
ze naar uit kijken is de stad die Jezus meebrengt als
Hij terugkomt in het Koninkrijk, maak dat je hoop!
Hebr.13:15,16 “Laat ons dan door Hem altijd
Gode opofferen een offerande des lofs, dat is, de
vrucht der lippen, die Zijn Naam belijden.“En
vergeet de weldadigheid en de mede
deelzaamheid niet; want aan zodanige
offeranden heeft God een welbehagen.
Hier komt waarom ze tot Hem gaan: Laat ons door
Hem… Hier zijn de offers die Hij wil dat ze
offeren, geen dierenoffers, geen graan enz. maar
het is een geestelijk offer. Het zijn dus twee soorten
offeranden: Ten eerste: je woorden, de vrucht der
lippen, die Hem steeds danken. Ten tweede: de
goede werken die Hij hen te doen geeft. Doe goed
en communiceer, we zagen het in de eerste verzen
van dit hoofdstuk vers 1 enz. En gastvrijheid, dat
heeft te maken dat Israël voor elkaar zorgt en met
elkaar deelt in die grote verdrukking.
In vers 15 spreekt hij over het gedurig prijzen van
God, ga met mij mee naar: Hand.5, en let op wat er
daar gebeurt. Dit offeren van lof, daar is het boek
van de Psalmen vol van. Houdt Hand.5 vast en
laten we eerst naar de Psalmen gaan.
Ps.51. In de context van de tweede komst is Israël
blij, zij prijzen God met: Halleluja! Prijst de Heer
betekent dat in de Bijbel. Weet u wanneer Halleluja
ten eerste wordt gebruikt?! Als zij Gods toorn
uitgestort zien op de heidenen, dan zeggen ze:
Halleluja! Niet omdat de heidenen uitgewist
worden, maar omdat hun bevrijding is gekomen.
Ps.51 u weet het verhaal met David en Bathseba,
Ps.51 is de psalm met de belijdenis die David gaf
en in vers 19 zegt hij iets heel bijzonders: De
offeranden Gods zijn een gebroken geest enz. Wat
hij zegt is dat God niet al die rituelen en rechten
wil, en David heeft dat geleerd.
Er was voor hem geen offer om te brengen, wat
voor offer was er in het verbond van Mozes voor
een man die overspel had gepleegd?! Er was er
geen. Wat voor offer kon hij brengen om vergeving
te krijgen voor moord? Dat was er niet, er waren
steden waar je heen kon vluchten, maar er waren
geen offers. David zegt: ik ben in een situatie
waarin ik iets geleerd heb: Er zijn geen offers die ik
U kan brengen, U wilt mijn hart zien dat rust in U,
dat U vertrouwt, in U gelooft. En daarom zegt Gods
steeds tegen Israël: Ik wordt ziek van al die offers
van jullie als je hart ver weg is van Mij. Laten we
in Psalm 50 kijken. Als Christus komt dan geeft Hij
hen een nieuw hart en dan zal hun hart in Hem
rusten, Hij besnijdt hun harten, Hij brengt nieuw
leven in hen.
Ps.50 :14 “Offert Gode dank, en betaalt den
Allerhoogste uw geloften.”
Offer Gode dank, ziet u zij offeren God, als Hij
terugkomt met dank. Vers 23 Als Hij terugkomt,
we gaan terug naar Ps.69, zij verheugen zich in
God hun Verlosser. Ps.69 is de psalm van de
schande.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 196
Ps.69:31,32 Ik zal Gods Naam prijzen met
gezang, en Hem met dankzegging grootmaken.”
En het zal den HEERE aangenamer zijn dan een
os, of een gehoornde var, die de klauwen
verdeelt.”
Hij is meer geïnteresseerd in de realiteit van hun
bevrijding dan in de rituelen.
Jes.12:1 e.v. “En te dienzelfden dage zult gij
zeggen: Ik dank U, HEERE! dat Gij toornig op
mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en
Gij troost mij.”
Deze mensen zijn zo blij, waarom? Omdat hun
redding komt. We gaan naar Hand.5, zij offeren de
offerande van lof, de vrucht van hun lippen. Geven
voortdurend dank aan Zijn naam. Let op wat er
gebeurd als u dat doet! Als hij het heeft over
genade onder het Nieuwe verbond, dan heeft hij het
over de motivatie daarachter. De motivatie van
dankzegging voor wat God doet en heeft gedaan
voor hen. Als zij zien dat Hij Zijn doel voltooit in
Israël, als dankbaarheid hun hart beheerst en zij
geven de vrucht van hun lippen, voortdurend Hem
prijzen begrijpt u dan dat dat de grootste motivatie
is voor evangelisatie ooit. Als u blij bent met de
Heere en gemotiveerd bent om andere mensen
daarover te gaan vertellen, stel uzelf dan niet onder
een soort wettisch systeem dat als u een keer niet
gaat er iets fout is met u, zo werkt het niet. Als u
blij bent met de Heere zullen op een gegeven
moment uw lippen een ander soort conversatie gaan
voeren.
Hand.5:27,28 “En als zij hen gebracht hadden,
stelden zij hen voor den raad; en de
hogepriester vraagde hun, en zeide:“Hebben wij
u niet ernstiglijk aangezegd, dat gij in dezen
Naam niet zoudt leren? En ziet, gij hebt met
deze uw leer Jeruzalem vervuld, en gij wilt het
bloed van dezen Mens over ons brengen.”
En zie gij hebt Jeruzalem met deze uw leer
vervuld… Wat deden zij: ze gingen naar buiten en
konden hun mond niet houden. En ze vervulden
Jeruzalem. Hoe? Het was de offerande van lof, hun
levensstijl was een openlijke bevestiging voor Zijn
Naam. Ze gaven dank aan Zijn Naam.
Hebr.13:16 “En vergeet de weldadigheid en de
mededeelzaamheid niet; want aan zodanige
offeranden heeft God een welbehagen.”
Zoals Jac.1 en Jac.2 Weest daders van het Woord
en niet alleen hoorders. Als hij het heeft over
goeddoen, vergeet de mededeelzaamheid niet in de
zin van Gal.6:6 geven aan mensen. Enige tijd
geleden hadden we het over een broeder die aan de
deur komt met nood en men zegt: God zegene u en
verder niets, dan is die persoon een leugenaar,
zonder geloof. Mat.25 als u het aan één van deze
Mijn minste broeders gedaan heeft …. Dat systeem
is het. Zuivere godsdienst Jac.1 daders van het
Woord en dan noemt hij de dingen op, doe goed!
Waarom? Omdat dat is wat God hen te doen gaf,
deel van het vergaderen van het volk tesamen, dat
zijn de goede werken, het offer. Hoe doen ze het?
Het is Zijn leven dat Hij leeft door hen heen. Het is
het Nieuwe verbond in werking.
Jes.58:3 “Zeggende: Waarom vasten wij, en Gij
ziet het niet aan, waarom kwellen wij onze ziel,
en Gij weet het niet? Ziet, ten dage, wanneer
gijlieden vast, zo vindt gij uw lust, en gij eist
gestrengelijk al uw arbeid.”
Is dat geen berisping tegen hun godsdienst? Ze
zeggen: Kijk Heere wij vasten en U let er niet
op…U begrijpt niet wat ik er voor opgeef… En hoe
moeilijk het was, en U waardeert het niet…! En
God kijkt naar hen en zegt: Jullie in jullie vasten en
opgeven hebben jullie al je lust, jullie hebben jullie
beloning al omdat je het voor de mensen doet.
Weet u nog wat Jezus zei in Mat.6? Mbt. bidden
ziet iedereen je of niet , de farrizeeër en de
tollenaar, een publiek gebed.
Als u aan alle regels van religie beantwoord dan
ziet iedereen dat. Daarom hebben mensen bij een
kerk als deze het verkeerde idee van wat wij doen,
ze denken dat dit religie is. Jarenlang kwamen er
mannen langs die zeiden: Ik wil preken! En ik
vroeg waarom wil je preken? Ze zeiden: Dan sta ik
voor iedereen en ze luisteren naar me. Maar weet je
wat ik geleerd heb? Als zij uitvinden wat het kost
om hier te staan en te preken en goed te preken dan
betalen ze de prijs niet. Er gaan veel bloed zweet en
tranen aan vooraf voor je hier staat. Om het Woord
te preken is geen show. Dan is het een voorstelling
en: Hoe doe ik het?
Jes.58:6 “Is niet dit het vasten, dat Ik verkies:
dat gij losmaakt de knopen der goddeloosheid,
dat gij ontdoet de banden des juks, en dat gij
vrij loslaat de verpletterden, en alle juk
verscheurt?”
Hier is wat Ik wil dat je doet. Ga, en doe goede
werken, help mensen en leer ze te leven onder de
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 197
principes die Ik je gegeven heb. Leef zoals Ik je
geleerd heb om te leven.
Jes.58:7,8 “Is het niet, dat gij den hongerige uw
brood mededeelt, en de armen, verdrevenen in
huis brengt? Als gij een naakte ziet, dat gij hem
dekt, en dat gij u voor uw vlees niet
verbergt?”“Dan zal uw licht voortbreken als de
dageraad, en uw genezing zal snellijk
uitspruiten; en uw gerechtigheid zal voor uw
aangezicht heengaan, en de heerlijkheid des
HEEREN zal uw achtertocht wezen.”
Als je dat gaat doen dan…. Hij heeft het over het
Koninkrijk, als er gehoorzaamheid is en
broederlijke liefde als vers 6-10 zegt dan kan God
weldadig zijn voor hen in het Koninkrijk en daarom
zegt hij hier: Hier is het waar God naar uitkijkt, dus
mensen: laten we tot Hem uitgaan. Laten we al die
religieuze rituelen vergeten, rechten, ceremonies en
laten we ons realiseren wie Christus is en wat Hij
ons zal brengen als Hij zijn Koninkrijk gaat
opzetten, en laten we tot Hem gaan en laten we
Hem het offer geven waar Hij naar uitkijkt, de lof
van onze lippen, voortdurend, laten we Hem de
goede werken geven waar Hij naar uitkijkt.
Hebr.13:17 “Zijt uw voorgangeren gehoorzaam,
en zijt hun onderdanig; want zij waken voor uw
zielen, als die rekenschap geven zullen; opdat zij
dat doen mogen met vreugde en niet al
zuchtende; want dat is u niet nuttig.”
Hebr.13:7 Zij hebben leiders, voorgangers en als ze
doen wat Hebr.13:7 zegt en wat vers 17 zegt,
gedenken en gehoorzamen en onderdanig zijn. Als
zij blijven bij het Woord en gehoorzamen aan de
ware bouwers van het volk, de apostelen dan
volbrengen zij het doel waarvoor God de kleine
kudde heeft gemaakt. En waar het in Hebreeën om
gaat is, en hij is nu aan het einde van het boek en
nu al de informatie die hij gegeven heeft komt hij
hier ‘right to the point’: laten we doorgaan met het
programma en laten we functioneren op de manier
waarop God Israël heeft gemaakt dat ze moeten
functioneren. We zijn de kleine kudde, laten we
verder gaan.
U en ik zijn niet de mensen waar hij aan schrijft en
de vermaning voor hen is: om het woord van de
apostelen te nemen en standvastig te blijven in de
leer van de apostelen en er verder mee te gaan.
Hebr.13:17-eind
Hebr.13:17 “Zijt uw voorgangeren gehoorzaam,
en zijt hun onderdanig; want zij waken voor uw
zielen, als die rekenschap geven zullen; opdat zij
dat doen mogen met vreugde en niet al
zuchtende; want dat is u niet nuttig.”
De laatste serie vermaningen van het boek. Ik
vertelde u toen we Hebr.13:7 bestudeerden dat hij
hen vermaande om hun voorgangers te gedenken en
in vers 24 om hen te groeten en hier in vers 17 zegt
hij hen te gehoorzamen. In Hebr.13:7 hadden we
het over het feit waarom deze vermaningen zo
verdeelt geplaatst zijn. Het past in de context, laat
wat ik jullie vertelt heb niet verloren gaan, gedenkt
wat je in dit boek geleerd is, gedenk de woorden
die de apostelen gesproken hebben. Hand.2 toen de
pinkstergemeente begon en de gelovigen uit de
besnijdenis groeiden, bleven ze bij de woorden van
de apostelen en hun leer, dat is wat hij zegt: vergeet
het niet om dat te doen.
In Hebr.13:17 zegt hij: vergeet het niet, maar
gehoorzaam ook en weest onderdanig aan de leer
die je overgegeven is. Het is belangrijk om te
begrijpen wat hier aan de hand is, we komen aan
het eind van het boek Hebreeën. Hebreeën staat aan
het begin van de brieven aan de besnijdenis.
In Mattheus t/m Johannes hebben we de aardse
bediening van de Heere Jezus Christus aan het volk
Israël. Het boek Handelingen gaat over de val van
Israël en de redding gaat naar de heidenen door de
bediening van Paulus. En Romeinen tot en met
Filemon is de bedeling van de genade door de
apostel Paulus, waar wij vandaag aan deel hebben.
De gemeente, het lichaam van Christus waar u en
ik deel van zijn vind zijn instructies en de details
voor ons programma in Romeinen tot en met
Filemon. Dan nadat de bedeling van genade voorbij
is en wij opgenomen zijn gaat God verder en
vervult Zijn doel met het volk Israël.
Dus we hebben een groep boeken: Hebreeën tot
met Openbaring en dat zijn besnijdenisbrieven. En
het is niet moeilijk om te begrijpen aan wie het
boek Hebreeën is geschreven: aan de Hebreeën, aan
het eind van 13 hoofdstukken begrijpen we dat.
Maar Hebreeën staat aan het hoofd van de brieven
aan de Hebreeuwse gelovigen en het doet voor de
Hebreeuwse gelovigen wat het boek Romeinen
voor het lichaam van Christus is: Romeinen en
Hebreeën leggen het kruis uit, Romeinen legt het
kruis uit aan de leden van het lichaam van Christus
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 198
en de voorziening die God voor hen heeft gemaakt
door Zijn genade en dat het kruiswerk van Christus
is de basis van alles wat we hebben. Het boek
Hebreeën doet hetzelfde, vergeet niet dat alles wat
God doet voor het lichaam van Christus én voor
Israël gedaan is op de basis van het vergoten bloed
van de Heere Jezus Christus.
En het boek Hebreeën legt Gods voorzieningen uit
door het Nieuwe verbond voor het volk Israël en
het kruis is de basis van dat alles. Dus als hij komt
aan het einde van het boek benadrukt hij, en het is
bijna het laatste wat hij tot hen zegt: gehoorzaamt
hen die over u regeren en weest hen onderdanig.
Gehoorzaam de leer, God heeft regeerders over het
volk Israël aangesteld. Zij zijn aangewezen om te
regeren en het volk te bouwen, we keken in Hand.
4 waar staat: de Steen die de bouwlieden hebben
verworpen hebben… De leiders moesten het volk
opbouwen, de leer nemen, de waarheid van God en
hen onderwijzen overéénkomstig Gods Goddelijke
plan, en zij faalden om dat te doen. Dus God nam
dat privilege van hen weg en gaf het aan een andere
groep mensen, de kleine kudde, aangevoerd door de
twaalf apostelen.
Joh.14:20 “In dien dag zult gij bekennen, dat Ik
in Mijn Vader ben, en gij in Mij, en Ik in u.”
Dat is duidelijk, toen de Heere Jezus de apostelen
zond naar het volk Israël, dan gaat Hij weg en zendt
Hij hen om hier bezig te zijn in Zijn afwezigheid in
Zijn plaats.
Mat.16:15 “Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt
gij, dat Ik ben?”
De apostel Petrus is hoofd gemaakt over de twaalf
apostelen. God de Vader openbaarde aan Petrus, op
basis van de wonderen die Christus heeft gedaan,
op basis van de bevestiging en het vervullen van
het Woord van God en alles dat Hij volbrengt
volgens de Schrift, wie Jezus Christus is. En Petrus
wist wie Hij was: U bent de Messias. God heeft
Zijn identiteit geopenbaard als Israëls Messias. En
nu gaat de Heere Jezus iets zeggen, openbaren aan
Petrus: En Ik zeg u ook (:18). Nu ga Ik jou ook iets
laten zien Petrus! Gij zijt Petrus en op deze
petra(steen) zal Ik Mijn gemeente bouwen. Er is
geen twijfel mogelijk over wat de rots is.
Petrus identificeert de rots als Jezus Christus. Maar
u moet vanuit de context er op letten wie Jezus
Christus is: het is Jezus Christus als de Zoon van de
levende God, het is Jezus Christus als Israëls
Messias. Israëls Messias gaat Zijn gemeente
bouwen op het fundament van het feit dat Jezus
Christus de Messias is van Israël. Hij spreekt over
de Koninkrijksgemeente.
Mat.16:19 “En Ik zal u geven de sleutelen van
het Koninkrijk der hemelen; en zo wat gij zult
binden op de aarde, zal in de hemelen gebonden
zijn; en zo wat gij ontbinden zult op de aarde,
zal in de hemelen ontbonden zijn.”
Niet de sleutels van het lichaam van Christus, let
daar op, de sleutels van het Koninkrijk der
hemelen. Ziet u dat het woord gemeente in uw
Bijbel een algemene term is. Toen Hij Israël uit
Egypte leidde noemt Hand.7:38 hen de vergadering
des volks. Een uitgeroepen vergadering van
mensen. Dus Israël in de woestijn was een
gemeente en hier hebben we de
Koninkrijksgemeente, de Messiaanse gemeente,
Israëls gemeente zal het Koninkrijk beërven. Petrus
is het hoofd gemaakt van die gemeente.
U en ik zijn leden van de gemeente, het lichaam
van Christus, dat is een andere gemeente. We zijn
geen gemeente in de woestijn en geen
Koninkrijksgemeente, maar de gemeente het
lichaam van Christus. Het boek Hebreeën spreekt
over de mensen daar en aan Petrus zijn de sleutels
gegeven van het Koninkrijk der hemelen( binden en
ontbinden), dat is: aan Petrus op zichzelf is
autoriteit gegeven als hoofd van de apostelen om
iets op aarde te binden of te ontbinden en wat hij op
aarde doet daar zal de hemel het mee eens zijn. Aan
hem is autoriteit gegeven om officieel te handelen
in de afwezigheid van Christus, de afwezigheid van
de Messias, om te handelen volgens zijn officieele
capaciteit als hoofd van de apostelen. Hij is
regeerder over Israël gemaakt, het ware Israël van
God. Dezelfde soort capaciteit is gegeven aan alle
apostelen en aan al de leden van de kleine kudde.
Mat.18:15-17 “Maar indien uw broeder tegen u
gezondigd heeft, ga heen en bestraf hem tussen
u en hem alleen; indien hij u hoort, zo hebt gij
uw broeder gewonnen. “Maar indien hij u niet
hoort, zo neem nog een of twee met u; opdat in
den mond van twee of drie getuigen alle woord
besta.” “En indien hij denzelven geen gehoor
geeft; zo zeg het der gemeente; en indien hij ook
der gemeente geen gehoor geeft, zo zij hij u als
de heiden en de tollenaar.”
Het gaat hier om een punt van conflict en oordeel,
als twee broeders problemen hebben.
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 199
Mat.18:18 “Voorwaar zeg Ik u: Al wat gij op de
aarde binden zult, zal in den hemel gebonden
wezen; en al wat gij op de aarde ontbinden zult,
zal in den hemel ontbonden wezen.”
Let op dit vers gaat niet over het houden van een
collecte, het gaat ook niet om het losmaken van
ziekte of de demon van armoede, maar over een
conflict tussen broeders in de gemeente, in de
gemeente daar. De context is belangrijk! Aan deze
mensen is autoriteit gegeven om in de gemeente te
regeren en officieel actie te nemen en verklaringen
te doen die bindend zijn in de hemel. Die de hemel
goed vind. Petrus kan dat zelf doen, in de kerk als
geheel heeft één man die autoriteit niet, hij geeft
hen een quorum(minimum aantal) voor actie:
Mat.18:19 “Wederom zeg Ik u: Indien er twee
van u samenstemmen op de aarde, over enige
zaak, die zij zouden mogen begeren, dat die hun
zal geschieden van Mijn Vader, Die in de
hemelen is.”
Dit vers is geen gebedsbelofte, en spreekt niet over
dat God in ons midden is als drie of vier
samenkomen, want overal waar u heen gaat gaat
God met u mee. Als u ergens bent is God er ook, u
bent God niet, maar u bent de plaats waarin Hij
leeft, u bent de tempel. Dit gebouw is de kerk niet,
u bent de kerk. Wij noemen het kerkgebouw de
kerk en we noemen de liturgieën in de kerk het
werk van de bediening, en we bouwen de kerk en
het werk, maar kijk rond in het christendom
vandaag, men mist wat de kerk is en wie het is en
wat het werk van de bediening is, wij denken dat
het werken aan het programma het werk van de
bediening is en het gebouw van de kerk, sommigen
denken dat je geen kerk kunt hebben zonder een
klok.
Te vaak gaan mensen naar de kerk voor de muziek
en dat ze de dingen prettig vinden gaan, maar dat is
het punt niet: de leer is het punt, vergeet mij het
gaat om de waarheid. De leer en niet de persoon die
de leer leert. Als hij dus zegt: gehoorzaam hen die
over u regeren en weest hen onderdanig aan hun
woord en aan hun bediening in uw midden.
Waarom doet hij dat?
In Galaten 2 ik zal u een paar van die regeerders
laten zien en wat interessants over hen. Hebr.13:18
“Bidt voor ons; want wij vertrouwen, dat wij
een goed geweten hebben, als die in alles willen
eerlijk wandelen.”
Dit is de conclusie van het boek. Maar het laatste
wat hij zegt, de laatste instructie die hij geeft is:
Hebr.13:19. “En ik bid u te meer, dat gij dit
doet, opdat ik te eerder ulieden moge
wedergegeven worden.”
Ze zijn geplaatst is de positie van het waken over
uw ziel, deze apostelen en de leiders van deze
kleine kudde, blijf erbij, houdt je er aan vast en
onderwerp je eraan.
Gal.2:9 “En als Jakobus, en Cefas, en Johannes,
die geacht waren pilaren te zijn, de genade, die
mij gegeven was, bekenden, gaven zij mij en
Barnabas de rechter hand der gemeenschap,
opdat wij tot de heidenen, en zij tot de
besnijdenis zouden gaan;”
Let op de drie Joodse leiders: Jacobus,
Cefas(Petrus) en Johannes. Hoe weet u dat Cefas
Petrus is? Joh.1. Uw Bijbel is de grootste bron van
definities, God’s Woord heeft Zijn eigen gebruik
van termen, dat is uniek voor de Schrift zelf. Dus
als u een definitie nodig heeft van een term dan is
de eerste plaats waar u moet kijken in de Bijbel
zelf, het is fascinerend om te zien hoe de Bijbel
termen voor u definieert.
Joh.1:41,42 Deze vond eerst zijn broeder Simon,
en zeide tot hem: Wij hebben gevonden den
Messias, hetwelk is, overgezet zijnde, de
Christus.” En hij leidde hem tot Jezus. En Jezus,
hem aanziende, zeide: Gij zijt Simon, de zoon
van Jonas; gij zult genaamd worden Cefas,
hetwelk overgezet wordt Petrus.”
Dat vers legt uit wat het woord Messias betekent,
de term Messias is een Hebreeuws woord en is
hetzelfde als de Griekse term: Christus. Zo zijn er
veel dingen in uw Bijbel. Blijf lezen en het komt in
uw hart terecht en als u dan over iets nadenkt komt
dat vers ineens in uw gedachten. En hoe weten we
wie Cefas, Petrus is, dat vertelt vers 42 u. Dat helpt
mij.
We gaan weer naar Gal.2:9, let op de volgorde van
deze mannen: Jacobus, Cefas en Johannes, zij zijn
pilaren, leiders, regeerders in Jeruzalem’s gemeente
van de besnijdenis gelovigen. Als we nu teruggaan
naar Hebr.13:17, wie hebben over hen geregeerd?
Gal.2:9 Jacobus,Cefas en Johannes. Welk boek
volgt er op Hebreeën? Jacobus! Wie volgt er op
Jacobus? Petrus! En wie volgt er op Petrus?
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 200
Johannes! Ik vraag me af wie dat heeft uitgedacht?
Is dat niet fascinerend!
Hij zegt in Hebr. 13 gehoorzaam uw voorgangers
en wat gebeurd er? De mannen die over hen
regeren: Jacobus, Petrus en Johannes. Zij gaan
verder in het volgende hoofdstuk. Weet u wat hij
doet als hij het boek Hebreeën beëindigt? Hij zet
hen aan, blijf lezen, en wat deze mannen u vertellen
in Jacobus, Petrus en Johannes doe het. Hebreeën
t/m Openbaring is geschreven voor deze mensen
om zich daar onderdanig aan te maken, in deze
boeken waken zij voor hun zielen als in 2 Johannes,
als hij spreekt over de welvaart van hun ziel. En als
hij in 1 Petrus 1 spreekt over de zaligheid van hun
zielen. Opdat zij dat doen mogen met vreugde…
zodat ze niet teleurgesteld zullen worden door
jullie.
Hebr.13:18 Dit is de conclusie van het boek. Nu
vertelt, instrueert hij hen niet meer, hij gaat nu de
groeten doen en hij vraagt of ze voor hen willen
bidden, hij doet ze een verzoek. Hebr.13:19 “En
ik bid u te meer, dat gij dit doet, opdat ik te
eerder ulieden moge weder gegeven worden.”
De reden waarom hij wil dat ze voor hem bidden is
niet dat hij geen goed geweten heeft. Niet dat hij
niet eerlijk wandelt, maar omdat hij te eerder aan
hen wedergegeven zou worden. De man die het
boek Hebreeën schreef was onderdeel van de
Hebreeuwse gemeente anders kan hij niet aan hen
wedergegeven worden. Dus wie de schrijver van
het boek Hebreeën ook is, ik weet niet wie het heeft
geschreven, maar ik weet wat dingen over de
schrijver. En één van die dingen is dat hij een deel
is van de Hebreeuwse besnijdenis gemeente.
Hebr.10:34 Let op dat de schrijver van het boek
Hebreeën in de gevangenis was, en de Hebreeuwse
gelovigen dienden hem terwijl hij in de gevangenis
was en ze hadden medeleven met hem, hij was een
deel van hun groep en van hun bediening.
Hebr.13:20,21 “De God nu des vredes, Die den
grote Herder der schapen, door het bloed des
eeuwigen testaments, uit de doden heeft
wedergebracht, namelijk onze Heere Jezus
Christus, “Die volmake u in alle goed werk,
opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u,
hetgeen voor Hem welbehagelijk is, door Jezus
Christus; Denwelken zij de heerlijkheid in alle
eeuwigheid. Amen.
De zegen van het boek. Dat is een geweldig
gedeelte, in zekere zin somt dit gedeelte alles op
wat hij hen heeft willen leren in het boek Hebreeën.
Vers 20, Hij is de God des vredes die de Heere
Jezus Christus heeft opgewekt uit de dood, daar
komt vrede vandaan. Vrede komt door het
volbrachte werk van de Heere Jezus Christus, Hij is
de Grote Herder der schapen. Joh.10 en 1 Petr.5 en
Hebr. 13 gaat over Christus de Herder. De Goede
Herder geeft Zijn leven voor de schapen, het is als
de Goede Herder dat Hij gaat en sterft voor de
schapen.
Hebr.13:20 Die Grote Herder van de schapen, wie
is Hij? De God des vredes die uit de doden heeft
wedergebracht… Als de Goede Herder sterft Hij
voor de schapen en als de Grote Herder is Hij
opgewekt uit de dood. 1 Petr.5:4 En als de overste
Herder zal verschijnen… Als de overste Herder
komt Hij terug en zet Zijn Koninkrijk op. Hier
hebben we dus drie punten: de dood, opstanding en
wederkomst van Christus. Jezus Christus heeft door
Zijn dood en opstanding, door Zijn volbrachte werk
aan het kruis en Zijn voorzieningen van Golgotha,
met het getuigenis van de opstanding, toestemming
gekregen om terug te komen en het Koninkrijk op
te zetten.
Wat hij hier doet: het punt van de God des vredes,
de God Die de eeuwige gerechtheid zal brengen en
de vrede en het Koninkrijk en het zal opzetten, het
is allemaal volbracht door het Nieuwe verbond
door de dood en opstanding van Christus en de
voorzieningen die God door Golgotha heeft
gemaakt voor Israël en die zij ontvangen in het
Nieuwe verbond. En hij spreekt over het bloed des
eeuwigen testaments, het eeuwige testament is het
Nieuwe verbond. Overal in de Schrift wordt Israël
de schapen genoemd en Israëls Messias wordt de
Herder genoemd, Hij is de Goede Herder Die Zijn
leven geeft. Hij is de Grote Herder Die opgewekt is
en Hij is de Overste Herder Die komt en het
Koninkrijk opzet.
U ziet dit soort trilogie verschillende keren in het
boek Psalmen. Als u spreekt over Jezus Christus als
de Herder, aan welk gedeelte denk u dan direct?
Psalm 23, de Heere is mijn Herder. Weet u dat Hij
Psalm 22:1-4 aanhaalt als Hij dat zegt. Toen Jezus
Christus aan het kruis van Golgotha hing gingen
deze verzen door Zijn hoofd, Zijn ziel is in
gemeenschap met God de Vader en als de tijd
kwam dat Zijn ziel een offer voor de zonde werd,
als God Almachtig Zijn ziel zal nemen en Zijn ziel
het offer en de betaling voor alle mensen van alle
eeuwen zal maken kwamen deze woorden van Zijn
lippen. Waarom?
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 201
Vraagt u zich wel eens af waarom iets gebeurd?
Waarom die tragedie? Waarom hartzeer? Ik sprak
vandaag een broeder, hij doet het goed nadat zijn
vrouw naar de Heere is gegaan, maar hij vertelde
me dat hij allerlei gedichten gelezen had toen ze
leed van de kanker en hij had alles bij elkaar
gezocht en hij zat in zijn stoel en hij zei: Ik ken de
leer, ik ken de waarheid en ik weet dat ze bij de
Heere is en ik weet wat Gods genade doet en ik leef
erdoor, maar als ik hier naar kijk zeg ik: waarom?
Zou het niet fijn zijn als ze nog hier was en dit
(gedichten schrijven) nog steeds kon doen? En hij
zei: Ik moet mezelf aanpakken. En als iemand door
het proces is gegaan van de pijn van het verlies van
een geliefde, al die jaren met het gevecht tegen de
kanker en het getuigenis dat zij erin gaven, daarom
zegt Hij: weest in geen ding bezorgd, maak je geen
zorgen Hij hoort alles wat je zegt, u hoeft u niet te
verbergen voor Hem, laat alles bekend worden bij
God, stort uw hart uit, Hij weet het. En de vreugde
is: Hij weet het, Hij wil alleen dat u het vertelt.
Want weet u wat u doet als u uw hart uitstort dan
begint de leer naar boven te komen: en dan komt de
vreugde en de dankzegging, want de leer werkt. Als
u geen gezonde leer in uw hart heeft dan krijg je
het: och, arme ik!
Maar u zegt: waarom? Weet u mensen, de Heere
weet wat het is om uit te roepen: Waarom! Toen
Hij aan het kruis hing van Golgotha keek Hij op
naar God en zei: Waarom? Waarom heeft U Mij
verlaten? En Hij praat met de Vader over al deze
dingen: Al die mensen hier vertrouwen U niet,
maar U verlaat Mij, en Hij zag Zijn hart.
In Psalm 22 ziet u de Goede Herder Die Zijn leven
neerlegt voor de schapen. En dan komt u bij Psalm
23: de Heere is Mijn Herder…. En u leest verder en
u zegt: Daar is Hij, Hij is er door heen. Ps.22 is het
kruis. Ps.23: is de gemeente. Als Hij de Goede
Herder is in Ps.22, dan is Hij de Grote Herder in
Ps.23, de Opgestane, levend in Zijn mensen in
Ps.23.
Dan Psalm 24. Wie is de Koning der ere? Daar is
de Overste Herder, Zijn wederkomst, om Zijn
Koninkrijk op te zetten. Ziet u de Herder in Israël is
Israëls Messias. En de Messias voor Israël doet
alles voor Israël wat Israël nodig heeft maar niet
zelf kan. Hij betaalt hun zonden, Hij produceert het
leven dat in hen leeft en doet wat ze zelf niet
kunnen. Weet u de generatie die zal leven in Israël
en het Koninkrijk ontvangen is een generatie die
volmaakt voor de Heere kan wandelen en
rechtvaardigheid voortbrengen, dat kon Israël niet
op zichzelf. Weet u wat Hij zegt: Hij zegt: Ik betaal
voor al uw zonden en Ik geef Mijn Geest in u en ik
maak dat u het kunt doen. Ik bekrachtig u, Ik stel u
in staat.
Jeremia 33, het Nieuwe verbond maakt dat ze de
dingen kunnen doen, zodat ze in staat zijn om het
Koninkrijk te ontvangen. Weet u wat dat is? Dat is
de voorziening van genade. Hebr.13:21 “Die
volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil
moogt doen; werkende in u, hetgeen voor Hem
welbehagelijk is, door Jezus Christus;
Denwelken zij de heerlijkheid in alle
eeuwigheid. Amen.”
Dat is het Nieuwe verbond, dat is wat Hij voor hen
doet, Hij legt de wet in hun hart en maakt ze
bekwaam om Zijn wil te doen, en er volmaakt in te
zijn. Het bloed van het eeuwige testament, dat is
een interessante term voor het verbond van
Abraham. We zien het ook in Jer.32:40 en Jes.55:3
en 1 Kron.16:14-17. Het is letterlijk een andere
naam voor het verbond met Abraham. U weet nu
wat er in Hebreeën staat niet? Over het
priesterschap vlgs Melchizedek in hfdst.5,7 en het
ging om eeuwig leven. Hoe kan Abraham zien, het
land bezitten voor eeuwig? Mensen als u voor
eeuwig in een land wilt leven is er maar één manier
om daar voor eeuwig te leven, dat is: eeuwig leven
hebben, bezitten.
Maar Abraham wist dat hij zou sterven, Gen.15,
God zei het hem. Hij wist dat hij nageslacht zou
hebben dat zou sterven en sterven en sterven voor
400 jaar en dan zouden ze uit Egypte komen als een
volk, hij wist dat zijn nageslacht zou sterven in
geloof en de belofte nog niet zouden zien van het
land. Hoe zouden ze het krijgen? Als u voor eeuwig
in het land wilt leven, dan moet u opgewekt
worden, en Abraham begreep dat. Daarom verkreeg
hij Izaak als uit de dood terug, Abraham begreep de
opstanding, God testte hem of hij echt geloofde in
wat hij zei dat hij geloofde. En hij deed het.
Het gaat om opstanding, eeuwig leven. De zonde
moet dan geheel weggedaan worden. En dat heeft
het kruis gedaan. Het is een eeuwig verbond, een
verbond dat eeuwig leven geeft. En het komt door
het bloed van het eeuwige verbond, dat is de basis.
En het hele boek Hebreeën is ontworpen om dat
punt te laten zien. Dat het bloed van het eeuwige
verbond de basis is waarop zij volmaakt zijn
gemaakt, tot elk goed werk om Zijn wil te doen
enz. vers 21. De enige manier om dit te krijgen is
De Hebreeënbrief
www.Bijbel.nl 202
door wat Jezus Christus heeft volbracht door de
genade voorziening aan het kruis, om hen een
Nieuw verbond zegening te geven, die voor hen
voorziet wat ze zelf niet kunnen. Hebr.13:22
“Doch ik bid u, broeders, verdraagt het woord
dezer vermaning; want ik heb u in het kort
geschreven.”
Ik hou van dat vers. Fil.3:1 Voorts, mijn broeders,
hier schrijft hij zoiets halverwege de brief. Aan het
eind van een boek van 13 hoofdstukken, ik bedoel
denk erover na, er zijn 6913 woorden in het boek
en hij noemt dat: ik heb u in het kórt geschreven…!
Ik preek 45 minuten en mensen zeggen: wat een
uithoudingsvermogentest, en ik denk: man, het zijn
maar een paar woorden. Waarom? Wel, er is nog
veel meer om te zeggen. En dat heeft hij
waarschijnlijk in gedachten hier. Als u terugkijkt
naar Hebr.5:11 …van dewelken wij hebben vele
dingen …te zeggen. Wel, hij zegt niet veel, jullie
kunnen niet omdat je traag bent om te horen.
Verdraagt het woord dezer vermaning…
Ik heb een brief aan jullie geschreven in weinig
woorden, het boek Hebreeën is een brief van
vermaning, bedoelt om u te motiveren. Sinds
Hebr.1:1 zijn de vermaningen in Hebr. allemaal
bedoelt om het volk te motiveren, hij waarschuwt
ze niet terug te gaan en hij motiveert ze om door te
gaan, vooruit te gaan, door hen te leren wat God
voor hen gedaan heeft in Christus. Niet terugkeren
naar het Oude verbond, het oude systeem, dat er zal
zijn in de grote verdrukking, de antichrist zal de
tempel herbouwen, het oude systeem van Mozes
instellen, het Judaïsme, de Joodse religie, en de
verleiding zal zijn, de roep zal zijn: kom terug naar
huis. Hij motiveert ze om door te gaan en te
volharden, wetende dat het Koninkrijk komt,
wetende dat Christus komt, wetende dat Jezus
Christus de werkelijkheid is waar ze in moeten
rusten. Hebr.13:23 “Weet, dat de broeder
Timotheus losgelaten is, met welken (zo hij haast
komt) ik u zal zien.”
Wel, dat is het vers dat iedereen gebruikt om te
zeggen dat Paulus het boek heeft geschreven,
omdat Timotheus hier genoemd wordt. Maar voor
mij is het geen argument. Als het voor u een hulp is
om dat te geloven, dan is dat OK. Losgelaten
betekend dat hij vastzat, een slaaf of een gevangene
of onder een verplichting. Misschien was
Timotheus in de gevangenis, de schrijver van het
boek Hebreeën lijkt niet in de gevangenis te zijn. Ik
hoor mensen zeggen: Paulus was in de gevangenis.
De man die Hebreeën schreef is niet in de
gevangenis in dit gedeelte, misschien was
Timotheus er. Het beste wat u kunt doen is het
nemen zoals het er staat: weet dat de broeder
Timotheus losgelaten is enz. Hebr.13:24 “Groet al
uw voorgangeren, en al de heiligen. U groeten
die van Italie zijn.”
Die van Italië zijn… dat kunt u dat op twee
manieren lezen: Het zegt niet: zij die ván Italië zijn
en ook niet zij die ín Italië zijn groeten u. Dus het
kan makkelijk een groep Italianen zijn die leven
waar de schrijver was toen hij de brief schreef. We
weten niet waar hij was. Maar dat is het
belangrijkste niet. Maar het is interessant dat hij
zegt: die van Italië zijn groeten u, omdat Italië en
Rome zo corrupt zijn en tegen het werk van
Christus zijn.
En als er één tegengif is tegen Romanisme dan is
het wel het boek Hebreeën. En als u dat niet gelooft
dan neemt u de eerste 15 verzen van hoofdstuk 1 en
kijk wat er staat, gebeurt. Een aantal van u was
eerst Rooms Katholiek en kijk wat er gebeurde.
Wat er gebeurde in Rome, ze hebben alle Oud
testamentische gebruiken: de jurken, het
priesterschap, de offers overgenomen en het boek
Hebreeën zegt: laat ze weg, achter. Ga er van weg.
Dus het is interessant dat Italië hier genoemd wordt
aan het eind. Hebr.13:25 “De genade zij met u
allen. Amen.
Dat is een ander vers waar mensen van zeggen:
Paulus is degene die zijn boeken eindigde met een
genade groet. Mensen zeggen dat hij de enige is die
dat deed. Dat is niet waar: Openb.22:21. Het boek
Openbaring eindigt met: De genade van onzen
Heere Jezus Christus zij met u allen, Amen. Dan
zou Paulus het boek Openbaring ook geschreven
moeten hebben. We hebben het vaak genoeg gehad
over wat genade is in: Jac.4:6 en 1 Petr.1:13 en 1
Petr.5:10 en 2 Petr.3:18.
Genade is een punt in het Koninkrijksprogramma.
Het is niet de bedeling van genade waarin wij
leven, maar genade is een punt voor hen omdat
genade de basis is van het Nieuwe verbond. En
daarom is in Hebr.13:9 geschreven dat het hart
gesterkt moet worden met genade. En dat doet het
boek Hebreeën voor deze besnijdenisgelovigen, en
ik hoop dat de tijd die we besteed hebben aan het
bestuderen van het boek u geleerd heeft om dat te
waarderen, waar het past, thuishoort en wat het
zegt. We kunnen de vermaning van Hebreeën 13
volgen en verder gaan met het bestuderen van de
boeken van: Jacobus, Petrus en Johannes.
Recommended