View
218
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010
1/12
OPENER Concurrentierecht
28 JANUARI 2011
De greep van het mededingingsrecht wordt forser
8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010
2/12
Enkele jaren geleden was het concurrentierecht nog een exo-
tische tak van het recht. Burgers noch bedrijven besteedden
er veel aandacht aan, laat staan dat ze er wakker van lagen.
Dat is tegenwoordig wel anders. Niet alleen groeide het concur-rentierecht uit tot een strategische discipline die
bedrijven niet langer kunnen verwaarlozen, het raakt
ook een bijzonder belangrijke bekommernis van
de Europese consument, met name zijn
koopkracht. Deze evolutie vertaalde zich
in twee grote trends: enerzijds een
ruimere impact van het concurren-
tierecht, en anderzijds een toe-
nemende mediatisering.
"Bedrijven zondigen vaak
door een gebrekkige
kennis van de r egels",beklemtoont advo-
caat Jacques Deren-
ne, partner bij het ad-
vocatenkantoor Hogan Lo-
vells in Brussel en lector aan
de Ulg voor het vak overheids-
steun en het Europese concurren-
tierecht. Een recent onderzoek naar
de impact van het concurrentierecht op de
private sector in Belgi bevestigt dit: de spe-
cialisatiegraad van de ongeveer 200 bedrijfsjuristen die
aan het onderzoek deelnamen, is relatief klein, ter-
wijl 50% van de respondenten vermeldde dat hunbedrijf al werd beschuldigd van een inbreuk tegen
het concurrentierecht (wat in 20% van de gevallen tot
een veroordeling leidde). Het concurrentierecht is dan ook intrin-
siek gelinkt aan het bedrijfsleven. Ten eerste hebben de bepalingen
uit de concurrentieregels die op Europees niveau werden inge-
voerd betrekking op bijna elk bedrijf, ongeacht de omvang, het
marktaandeel en de activiteit. Daarnaast ontsnapt ook bijna niets
aan de regels, ze zijn van toepassing op commercile gedragingen,
zakenrelaties, contracten, maar evengoed uitwisselingen van infor-
matie of toenaderingen tussen bedrijven. Denk bij dat laatste aan
distributienetwerken, joint ventures, fusies en overnames, kandida-
turen voor een overheidssubsidie, een specifieke fiscale vrijstelling,
deelname aan een certificatieprocedure, enz.
De Europese Commissie speelde een belangrijke rol bij het toene-
mende belang van het concurrentierecht. Haar onderzoeksbe-
voegdheden werden aanzienlijk versterkt. Zo kan ze onverwachte
huiszoekingen verrichten, zowel op de zetel van de verdachte on-
dernemingen als in de privwoningen van hun bestuurders (sinds
2004). De Commissie zorgde daarnaast voor een uitbreiding vanhaar capaciteit voor het opsporen van inbreuken. Ook kleine en
middelgrote bedrijven ontsnappen niet aan de aandacht, en kun-
nen bijvoorbeeld worden verdacht van deelname aan een kartel of
ongeoorloofde concurrentiebeperking in het kader van een distri-
butieovereenkomst.
Ten tijde van Neelie Kroes Europees Commissaris voor Mededin-
ging van 2006 tot 2009 regende het kritiek op de mediatisering
van het mededingingsbeleid. Volgens critici koos de Commissie
voor een puur negatieve doorvoering van de concurrentieregels.
De meeste middelen gingen naar sancties en men verwaarloosde
om bedrijven richtingen aan te geven voor een zelfevaluatie van
hun praktijken. Daarbij kwam nog dat de woede van de Commissiezich vooral richtte op bedrijven die een grote media-aandacht
genieten en goed bekend zijn bij het grote publiek, zoals Intel,
Microsoft of Google. Boze tongen beweren dat de Commissie
bezig is om van het concurrentierecht een PR-instrument te maken,
via een aaneenschakeling van bekendmakingscampagnes en wets-
voorstellen waarmee consumenten die het slachtoffer zijn van
concurrentieverstorend gedrag hun schade kunnen verhalen. Met
alle respect voor bepaalde politici, maar het concurrentierecht is
intrinsiek gelinkt aan de wording van Europa, en de systeemcrisis
die de financile planeet aan het wankelen bracht, toont het enor-
me nut van controles, in het bijzonder van overheidssteun. Zo heeft
de Commissie de lidstaten (na een onderzoek van het Ierse depo-
sito-garantiestelsel in oktober 2008) kunnen overtuigen dat deoplossing lag in een, weliswaar bijgestelde, toepassing van deze
controles, veeleer dan in de deactivatie die in 2008 door bepaal-
de ministers van Financin werd bepleit, repliceert advocaat
Jacques Derenne.
CHG en CHS
30 Zwaard of schild?Helpt het concurrentierecht bedrijven de crisis te boven te komen?
37 Hardcore kartels zijn absolute topprioriteitActief mededingingsbeleid krijgt ook in Belgi vorm
IN DIT DOSSIER
29JANUARI 2011
OPENERConcurrentierecht
The ShowbizzPolitics
8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010
3/12
Dit zou de mediastart kunnen worden in de Europese
carrire van de Spanjaard Joaquin Almunia, sinds iets
minder dan een jaar Commissaris voor Mededinging.
Midden december 2010 opende de Commissie
een onderzoek naar kartelvorming door acht ce-
mentproducenten, waaronder ook de mondiale
tenoren uit de sector. Eens een dergelijke pro-
cedure wordt gestart, steken de bedrijven in
kwestie de nek meestal niet meer te ver uit, en
beperken ze zich tot reacties via korte persberichten... De inzet
is immers enorm.
Juridische zekerheid op het spelHet meest zichtbare deel van de ijsberg zijn de boetes, waar-
van de exponentile toename het bedrijfsleven verontrust (zie
kader). Ze zijn in theorie geplafonneerd tot 10% van de totale
omzet van het bedrijf dat zich zou hebben schuldig gemaakt
aan concurrentieverstorend gedrag. Maar let op, indien bij-
voorbeeld een dochterbedrijf, dat bijna voor 100% in handen
is van een holdingmaatschappij, wordt veroordeeld voor con-
currentiebeperkingen, kan de limiet van 10% worden toegepast
op de omzet van het moederbedrijf, aangezien wordt aange-
nomen dat deze n enkele onderneming vormt met het doch-
terbedrijf. Voor illegale praktijken die al verschillen-
de jaren aanhouden, kan de boete hoger liggen dan
de omzet van het betreffende dochterbedrijf!
De procedures en berekeningsmethodes van de
Commissie worden vaak met de vinger gewezen om-
wille van een zekere ondoorzichtigheid. Het gebeurt
bijvoorbeeld dat de sancties uiteindelijk worden bij-geschaafd op basis van een beoordeling van de bij-
zondere situatie en de financile positie van het
beboete bedrijf. Met het argument dat het dit bedrag
onmogelijk kon betalen, zag Almamet, een Duitse
fabrikant van reagentia voor de staal- en gasindustrie,
in 2009 zijn boete met 20% verlagen. Wat stoort is niet zozeer
het bedrag van de boetes, die absoluut een ontradend effect
moeten hebben, maar wel het ontbreken van een scheiding tus-
sen de onderzoeks- en beslissingsbevoegdheden, en in bepaal-
de gevallen het niet naleven van fundamentele rechten , be-
klemtoont Philippe Lambrecht, bestuurder-secretaris-generaal
van het VBO en voorzitter van de nieuwe Brussels School of
Competition.
Een Frans rapport van de hand van verschillende prominenten
ter zake roept op tot meer juridische zekerheid voor onderne-
Zwaard of schild?
Helpt het concurrentierecht bedrijven de crisis te boven te komen?
Wilt u graag overtroefd worden door een dominante concurrent op de markt? Of vindt u vee-leer dat uw groeikansen beknot worden door de regels van het concurrentierecht? In onzewesterse visie op ondernemen zijn enkele spelregels noodzakelijk. De vraag is echter welk
doel ze dienen. Is ons concurrentierecht een zwaard,dat bedrijven toelaat te groeien en mee te spelen ineerste divisie in de wereldliga, of is het een schild
dat hen beschermt tegen concurrente,n maar dat hentegelijk weinig bewegingsruimte biedt? Maakt ons
concurrentierecht de juiste keuzes om bedrijven tehelpen de crisis te overwinnen? Een onderzoek.
30 JANUARI 2011
OPENER Concurrentierecht
D.Rys
De scheiding tussen de onder-zoeks- en beslissingsbevoegdheden
ontbreekt Philippe Lambrecht
1. Welke zijn de risicos voor bedrijven?
8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010
4/12
mingen. Dat is niet zo vreemd wanneer we weten dat het Hof
van Beroep van Parijs de nationale concurrentiewaakhond zwaar
terugfloot door een recordboete (575 miljoen euro) voor elf
bedrijven uit de metaalindustrie door acht te delen. In Belgi
hebben dergelijke situaties zich nog niet voorgedaan en op
Europees niveau geeft het Hof van Justitie in geval van een
beroep meestal gelijk aan de Commissie,
als ze het bedrag van de sanctie al niet
verhoogt, stelt Philippe Lambrecht. Om
ondanks alles komaf te maken met de kri-
tiek en uiteenlopende rechtspraak te ver-
mijden, startte het Directoraat-generaal
Concurrentie in januari 2010 met een
grote openbare raadpleging om de antitrustprocedures
transparanter en voorspelbaarder te maken. Ondertussen
werkt iedereen aan zijn eigen argumenten
Een herziening van het businessmodelEen bedrijf dat wordt verdacht van concurrentieverstorend ge-
drag loopt niet alleen het risico op boetes. Charles Gheur, ad-
viseur bij het VBO, wijst op nog drie andere risico's. Ten eerste
vergt de inmenging van de mededingingsautoriteiten in de
handel en wandel van een bedrijf veel tijd en energie van het
management, dat zich dan niet kan focussen op de strategi-
sche doelstellingen. Dit heeft in bepaalde gevallen rampzalige
gevolgen op financieel vlak. Daarnaast is er het imagorisico:
de negatieve publiciteit door de niet-aflatende media-aandacht
zal het koopgedrag van de consument wellicht maar weinig
benvloeden, maar financile analisten en investeerders zullen
minder in hun nopjes zijn, met mogelijk een negatieve impact
op de beurswaarde. Ten slotte, en dat risico is verre van het
meest onschuldige, kan de Commissie een bedrijf verplichten
om zijn businessmodel te wijzigen. Dat ondervonden enkele
Belgische banken na de toekenning van de massale overheids-
steun tijdens de financile crisis (zie pagina 36). Bij fusies en
overnames kunnen de betrokken partijen verplicht worden om
een merk, een dochterbedrijf
of zelfs een volledige bedrijfs-
tak van de hand te doen.
De dreiging opcollectief verhaalEr verschijnen nog andere
wolken aan de horizon. Sommigen willen bovenop de adminis-
tratieve boetes ook strafrechtelijke sancties, een bevoegdheid
die is voorbehouden aan de lidstaten. Dat is nu al het geval in
de Verenigde Staten of in Groot-Brittanni. In 2009 werd er opvraag van minister Van Quickenborne in die zin een vooront-
werp van wet uitgewerkt. Men heeft het idee echter laten varen
door de moeilijkheid om de administratieve en strafrechtelijke
procedure goed op elkaar af te stemmen. In andere landen,
zoals Ierland, is de dreiging veel tastbaarder, stelt Charles
Gheur (zie ook kaderstuk pagina 37). Op middellange termijn
vreest de economische wereld nog het meest voor de invoering
van de mogelijkheid van collectief verhaal door consumenten
die hinder ondervonden door concurrentieverstorend gedrag
en een procedure starten voor een schadeloosstelling en intres-
ten (een soort class action naar Amerikaans model). Hoewel
het collectieve verhaal binnen het geheel van het Europese
mededingingsrecht wat op de achtergrond verdween, is dit
31
OPENERConcurrentierecht
Recordboetes
In 2010 legde de Commissie voor 3,1 miljardeuro aan sancties op voor inbreuken tegenhet mededingingsbeleid. Dat is zes keer
meer dan het totaal aan boetes door Leon
Brittan ofKarel Van Miert tijdens hun volle-
dige mandaat! Wie op wat matiging rekende
na het vertrek van Neelie Kroes de Com-
missaris die door zakenkringen het meest kri-
tiek kreeg wegens haar spektakelbeleid,
kwam dus bedrogen uit. In november legde
de Commissie na een lang onderzoek een
van de grootste collectieve boetes op (799
miljoen euro) aan elf luchtvrachtbedrijven
die gedurende de periode 1999-2006 een
kartel vormden. En enkele weken later vaar-
digde ze een boete uit van 649 miljoen euro
voor vijf fabrikanten van lcd-televisies (vier
Taiwanese en n Zuid-Koreaanse). Ze wer-
den ervan beschuldigd tussen 2001 en
2006 een zestigtal keer vergaderd te hebben
voor het maken van prijsafspraken en het
uitwisselen van informatie over productie-planningen en het gebruik van hun produc-
tiecapaciteit.
Voor het bedrag van de
opgelegde boetes ba-
seert de Commissie zich
op twee grote criteria: het
handelsvolume waarop de
concurrentiebeperkingen
betrekking hadden en de
duur van de inbreuk. Twee
bedrijven die informatie
uitwisselen over toekoms-
tige prijzen en dus in de
ogen van de Commissie
een kartel vormen op een
markt met een om zet van
5 miljoen euro, riskeren in
theorie dus een boete die
kan oplopen tot 30% van
dit bedrag per inbreukjaar. Indien er drie jaar
lang informatie werd uitgewisseld, kan dit be-
drag dus worden verdrievoudigd! In de praktijk
zien we doorgaans boetes van 15 20% van de
betreffende bedragen, maar er is wel een lich-te toename merkbaar, stelt Luis Ortiz Blanco.
Er is echter n magere troost: bedrijven
kunnen de boetes, in elk geval in Belgi, fis-
caal in mindering brengen. Ondanks een
rondzendbrief van 13 augustus 2008 van de
minister van Financin die inging tegen het
principe van de fiscale aftrekbaarheid, blijftde rechtspraak in het voordeel van de belas-
tingplichtigen.
Boetes swingen de pan uitTotaal aan boetes opgelegd door de EU-Commissarissenvoor de Mededinging aan ondernemingen schuldigbevonden aan karteldeelname sinds 1990 (in miljard EUR)
1990-94
Leon Brittan
0,57
1995-99
Karel Van Miert
0,57
1990-94
Mario Monti
3,70
2005-09
Neelie Kroes
8,27
De mandaten van de commissarissen vallen niet samen met kalenderjaren.Het betreft hier dus niet noodzakelijk volledige jaren.Bron : Europese Commissie
De Commissie blijft voorzichtigom zeker niet het Amerikaansesysteem te kopiren Luis Ortiz Blanco
JANUARI 2011
EuropeseUnie
8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010
5/12
idee van de voormalige Eurocommissaris Neelie Kroes
een idee dat het VBO overigens tot op de laatste minuut
van haar mandaat heeft bestreden niet helemaal
begraven, verre van. Sommigen verwijten de Commissie
dat ze maar weinig vooruitgang boekt op het gebied
van de bescherming van de consument en de Com-
missie zou dit idee, na een ruime publieke raadpleging,
kunnen gebruiken om haar blazoen op te poetsen. De
Commissie wil in die richting gaan, maar blijft voorzich-
tig om zeker niet het Amerikaanse systeem te kopiren.
Daar hebben we zelfs bedrijven gezien die gespeciali-
seerd zijn in het opkopen van de rechten van gedu-
peerde klanten om vermeende overtreders van de con-
currentieregels aan te vallen, vernemen we van Luis
Ortiz Blanco, partner bij het Madrileense advocaten-
kantoor Garrigues en gespecialiseerd in concurrentie-recht. In dit stadium is het Europese bedrijfsleven erin
geslaagd om de Commissie ervan te overtuigen dat een
systeem op z'n Amerikaans zowel voor de bedrijven als
de consument nefast zou zijn.
Dit is uiteraard een bijzonder heikele vraag en het zou
gevaarlijk zijn om ons aan een algemeen antwoord te
wagen. Er wordt echt niet gespot met inbreuken tegen
het mededingingsbeleid. Terwijl de Europese Commissie tradi-
tioneel trachtte concrete feiten vast te stellen alvorens zich uit te
spreken over het concurrentieverstorende karakter van een uit-
wisseling van informatie, werd het beleid recent verstrengd. Het
voorwerp van de informatie-uitwisseling kan bij
sommige situaties volstaan om ze als concurren-
tieverstorend te beschouwen. De Commissie
volgt zo het Hof van Justitie dat in het arrest rond
T-Mobile Netherlands oordeelde dat een gewo-
ne vergadering voor het uitwisselen van informatie tussen con-
currenten de Commissie ontheft van de verplichting om de
eventuele concurrentieverstorende gevolgen ervan na te gaan.
Er bestond tot dan een zekere tolerantie van de Commissie ten
aanzien van ontmoetingen waarvan ze niet had kunnen aanto-
nen dat deze concurrentiebeperkingen tot gevolg hadden ge-
32 JANUARI 2011
Wie speelt politie en hoe demo-
cratisch is ze georganiseerd?O p Europees vlak werken zon900 ambtenaren in de dienstmededingingsrecht. Dat lijkt veel,
maar naar het terrein vertaald bete-
kent dat bv. 15 man beschikbaar voor
de hele Europese transportsector.
Het DG Mededinging bestrijkt
fusie-controle, antitrust waaronder
misbruik van machtspositie en kartel-
zaken, en de controle op staatssubsi-
dies die de mededinging kunnen ver-
valsen. Verdeeld over de verschillen-
de instrumenten, en gegeven het feitdat de hele Europese markt wordt
bestreken, is het aantal mensen verre
van luxueus, laat een insider ons
weten. Daarnaast zijn er de nationale
autoriteiten. Hun slagkracht hangt af
van land tot land, al lopen de natio-
nale wetgevingen en de toegekende
onderzoeksmogelijkheden doorgaans
vrij parallel met de Europese. De
taakverdeling en cordinatie tussen
de autoriteiten gebeurt via het Eu-
ropean Competition Network. Zo
houdt een nationale autoriteit zich
uiteraard bezig met een louter lokale
aangelegenheid, pakweg een kartel
tussen de bakkers in een bepaaldestad, en wordt de lokale wetgeving
toegepast. Betreft het een lokaal
dossier, maar is er een effect op de
had, verklaart advocaat Luis Ortiz Blanco. Op 14 december
werden de regels voor de beoordeling van samenwerkings-
overeenkomsten tussen bedrijven verstrengd. De Commissie
onderzoekt nu van naderbij de concurrentieverstoring die
voortvloeit uit de uitwisseling van informatie.
Betekent dit dat bedrijven uit eenzelfde sector dus zelfs niet
meer met elkaar mogen praten? Nogmaals, alles hangt af van
de marktomgeving in kwestie en van het relatieve ge-
wicht van de betreffende bedrijven op deze markt. Erzijn echter twee gulden regels bij de uitwisseling van
informatie: spreek nooit over prijzen en nog minder
over toekomstige prijzen (in dat geval is er sprake van
kartelvorming) en geef geen informatie over klanten
vrij. Om buiten het vizier van de Commissie te blijven,
kan men het inwinnen van informatie ook uitbesteden. Een der-
de krijgt dan de taak om de gegevens voor een volledige sec-
tor te consolideren en zorgt op die manier voor een zekere
neutraliteit van de uitwisselingen. Die regel geldt trouwens
ook voor de bijeenkomsten van beroepsverenigingen en sec-
torfederaties. Beroepsverenigingen houden zich best aan
zeer strikte regels, vervolgt Luis Ortiz Blanco. Wanneer ze
hun leden informatie of statistieken bezorgen, moeten ze er
enerzijds op toezien dat het gegevens betreft die geaggre-
geerd zijn voor de volledige sector, zodat bepaalde gegevens
niet terug te brengen zijn tot een bepaald bedrijf. Anderzijds
OPENER Concurrentierecht
2. Kunnen twee bedrijven uit eenzelfde sector noginformatie uitwisselen over het domein waarbinnen
ze actief zijn, of elkaar gewoon ontmoeten?
Te recente gegevens kunnendoor de autoriteiten als verdachtworden beschouwd Luis Ortiz Blanco
8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010
6/12
publiceert men cijfers best niet te snel. Te recente gegevens kun-
nen door de autoriteiten als verdacht worden beschouwd. Een
bijkomende voorzorgsmaatregel zou erin kunnen bestaan dat
men bij de vergaderingen een expert op het vlak van mededin-
gingsrecht uitnodigt. Hij zal erop toezien dat bij de gesprekken
niet buiten het toegestane wetgevende kader wordt gegaan.
De Commissie houdt vooral grote ondernemingen in het vizier,
maar dat wil niet zeggen dat kmos zomaar hun gang kunnen
gaan. Voor bedrijven met minder dan 250 werknemers houden
de nationale mededingingsautoriteiten een oogje in het zeil, met
vaak nog een engere opvatting van een markt en dus een ho -
ger risico dat er concurrentieverstorende praktijken worden
opgemerkt. In mei 2010 veroordeelde de Raad voor de Mede-
dinging vier radiatorfabrikanten de belangrijkste spelers op de
Belgische markt die niet alleen een overeenkomst hadden ge-
sloten voor de uitwisseling van gevoelige informatie inzake con-
currentie, maar ook voor een gecordineerde verhoging van hun
groothandelsprijzen. Een van de bedrijven werd vrijgesteld we-gens het aanbrengen van de eerste bewijzen waarmee de in-
breuk kon worden vastgesteld. Dus, melden of niet? Het blijft
een strategische vraag voor bedrijven omdat elk clementiever-
zoek zal inhouden dat men ten volle moet meewerken met de
mededingingswaakhond, de nationale of de Europese. Zoniet
zal dit een boemerangeffect teweegbrengen.
Chantal Samson en Christian Dominici
Er wordt wel eens beweerd dat het actuele
concurrentierecht het Europese bedrijven onmogelijk
maakt om wereldspelers te worden. Dat is onzin,
zo reageert advocaat Peter LEcluse van Van Bael en Bellis.
Als we kijken naar de bedrijven die in het vizier lopen van
de Europese Commissie, heeft dat niets te maken met hun
omvang, en nog minder met hun al dan niet Europese
karakter. Kartels voor prijsafspraken vind je in allerlei sectoren,
met bedrijven van allerlei grootteordes en van allerlei afkomst.
De grootste kartels die de Commissie on langs aanpakte - in LCD-
panelen en in luchttransport- , betroffen inderdaad veel Aziatische
bedrijven, en in de dossiers over misbruiken van machtspositie
werden de zwaarste boetes uitgedeeld aan Amerikaanse bedrijven
als Microsoft en Intel. Maar dat bewijst nog niet dat Europesebedrijven geen hinder ondervinden eens ze een machtspositie
opbouwen. LEcluse: Bij concentratiecontrole gaat men kijken
naar marktaandeel, en dat is nog iets hele-
maal anders dan omvang. Al lopen grotere
bedrijven wel meer kans daar in moeilijkhe-
den te komen. Maar het aantal transacties dat verboden is ge-
weest in de 20 jaar dat concentratiecontrole bestaat, is uiterst
beperkt. Ook daar zit volgens mij geen probleem.
interstatelijke handel, blijft de nationale autori-
teit de lead houden in het dossier, maar moet
het wel EU-recht toepassen. Strekt de zaak
zich werkelijk uit over verschillende landen,dan is de kans groot dat de Commissie de
zaak naar zich toe trekt en past ze uiteraard de
Europese wetgeving toe. Op inhoudelijk vlak
is er dus al grote eenvormigheid, op proces-
matig vlak niet. Elke autoriteit is op zn eigen
manier georganiseerd. Op dat vlak bestaat er
behoorlijk wat kritiek op het DG Mededinging.
Die is rechter en partij tegelijk, aldus Peter
LEcluse, partner van advocatenkantoor Van
Bael & Bellis. En ja, er werd gewerkt aan inter-
ne check and balances, en bijna alle zaken
(momenteel zijn er zon 200 aanhangig) trek-
ken voor een beroepsprocedure naar het
Europees Hof in Luxemburg, maar die demo-cratische controle duurt lang, veel te lang,
geven ook de EU-autoriteiten grif toe. Om aan
dat probleem tegemoet te komen werden
vorig jaar twee zaken afgehandeld met een
schikking. Als partijen zich kunnen vinden in
het verdict van de Commissie
en het boetekader accepte-ren, kunnen ze 10% reductie
verkrijgen. Een goede deal, in
ruil voor rechtszekerheid op
korte termijn. Bedrijven die
bovendien gebruik maken
van de clementieregeling en
het kartel waarvan ze deel uit-
maakten aangaven, n goed
meewerken in een zaak, kun-
nen op Europees niveau in
het totaal een boetereductie
tot 60% opbouwen. Indien
een onderneming als eerste
met belangrijke informatienaar de Commissie stapt, kan zij zelfs een vol-
ledige kwijtschelding van de boete verkrijgen.
Die clementieregelingen en schikkingen
zullen ook in de toekomst succes hebben,
voorspelt ons contact bij de DG Mededinging.
Bij onze Belgische autoriteiten wer-
den onderzoek (het Auditoraat ende Dienst Mededinging van de FOD
Economie) en beslissingsmacht
(Raad voor de Mededinging) wel
duidelijk van elkaar gescheiden.
En uiteraard is er is Belgi ook altijd
beroep mogelijk tegen elke beslis-
sing.
Meer weten over uw rechten als be-drijf bij een onderzoek naar inbreu-ken op de mededingingswetge-ving door de Commissie: http://ec.europa.eu/competition/antitrust/
legislation/explanatory_note.pdf
SBR
33JANUARI 2011
OPENERConcurrentierecht
3. Is big bad?
Het aantal transacties dat ver-boden is geweest in de 20 jaardat concentratiecontrole bestaat,is uiterst beperkt Peter LEcluse
8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010
7/12
en het is zeer moeilijk om exact dezelfde regels toe te passen op
heel verschillende bedrijven in totaal verschillende markten. Dat is
bij uitstek het geval als het gaat over een zogenaamd misbruik van
machtspositie. Al klinkt dit uiterst negatief voor grote bedrijven, er
wordt ons door vriend en vijand verzekerd dat een machtspositie
op zich geen probleem is, integendeel, het is een teken van suc-
ces. Maar daarvan misbruik maken om op een niet normale ma-
nier te concurreren, mag dan weer niet. De vraag is onmiddellijk:
wat is niet normaal?, zegt LEcluse. Dat is een echt controver-
sieel punt. Microsoft werd onlangs tot een monsterboete veroor-
deeld, maar ik stel mij grote vragen bij dat dossier. Ook de farma-
sector wordt zwaar aangepakt, maar moet toch zijn octrooien kun-
nen verzilveren. Anders leg je de hele cyclus van investering en in-
novatie stil! Er wordt enorm veel internationaal overleg gepleegd
tussen concurrentieautoriteiten, maar op dit vlak blijven de groot-
ste interpretatieverschillen bestaan tussen landen. Europa is mis-schien wel te streng, vindt LEcluse. Dat er desondanks de strikte
regels op papier, toch ruimte is voor interpretatie, zien we ook als
we navraag doen over het begrip nationale kampioen. Niemand
blijkt heel duidelijk te weten welke definitie daarachter schuilt. Ik
denk dat dat bedrijven zijn die belangrijk zijn voor de nationale
economie en daarom moeten worden gekoesterd, antwoordt
LEcluse voorzichtig. Misschien moet u eens aan de Commissie
vragen wat dat is Daar spreekt men vrijuit over bedrijven die,
volgens sommige nationale regeringen, moeten kunnen genieten
van een voorkeursbehandeling, bv. op het gebied van staatssteun
of belastingvoordelen (recent nog de auto-industrie in Frankrijk
met speciale steun voor Franse producenten), of op het vlak van
fusiecontrole. Zo werd in het verleden de fusie tussen Volvo enScania verboden wegens een te sterke dominantie op de Scandi-
navische markt. De nationale politiek voerde nochtans druk uit op
Brussel om de fusie toch te laten plaatsvinden met als argument
dat hun kampioenen beter behandeld moesten worden. Big is
dus niet bad in Europa, en al zeker niet als je de juiste men sen
aan je zijde krijgt. We mogen zeker niet de ogen sluiten voor lob-
bywerk bij de concurrentieautoriteiten, bevestigt LEcluse.
Relevante marktMisschien ligt het aan de afbakening van de markt? Wordt die te
klein gezien, heeft dat immers consequenties voor de groeikan-sen van bedrijven. Die oefening blijkt gebaseerd op economische
analyses, geval per geval. Toch geven onze gesprekspartners toe
dat dit aspect voor onzekerheid kan zorgen. LEcluse: Er zijn sec-
toren waarvoor die afbakening heel duidelijk is, voor andere is er
discussie mogelijk. Voor kabeltelevisie kan Vlaanderen of Wallo-
ni de relevante markt zijn, als je diamanten verkoopt, is dat wel-licht de wereldmarkt. Energiebedrijven zijn een punt van discus-
sie. Electrabel zou de Europese, of minstens de West-Europese
markt als referentie willen, terwijl de autoriteiten vasthouden aan
de nationale markt. Idealiter zou het concurrentierecht een neu-
traal instrument moeten zijn, een beetje in de zin van verkeersre-
gels. Die doen niemand kwaad of goed, je moet ze wel volgen om
ongelukken te vermijden. Het gaat hier echter om mensenwerk,
OPENER Concurrentierecht
34 JANUARI 2011
strijden omdat meer mensen finan-
cile moeilijkheden hebben. Er zijn
andere beleidsinstrumenten om uit
de crisis te raken (fiscale mechanis-
men, sociale transfers, enz.). Is het
dan totaal onmogelijk om de economische effecten van het
concurrentiebeleid te kwantificeren? Belleflamme: Het ant-
woord uit de theorie van de micro-economie is eenvoudig: de
Hoe stevig de theorie van een doortastend concur-
rentiebeleid ook in elkaar steekt, in de praktijk
blijft het een bijzonder grote uitdaging om der-
gelijk beleid ook eerlijk en consequent toe te passen. Maar
de cruciale vraag of een dergelijke markt-
waakhond onze bedrijven nu ook econo-
misch helpen om de crisis te overwinnen,
is nog niet beantwoord. Paul Belleflam-
me, professor aan de UCL: We mogen
niet alles door elkaar halen. Er is geen re-
den om het mededingingsbeleid anders toe te passen in tij-
den van crisis. Het is alsof we ons de vraag zouden stellen of
de politie in crisistijd de criminaliteit minder hard moet be-
4. Zwaard of schild?
We mogen zeker niet de ogen sluitenvoor lobbywerk bij de concurrentie-autoriteiten Peter LEcluse
Er is geen reden om het mededin-gingsbeleid anders toe te passenin tijden van crisis Paul Belleflamme
8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010
8/1235JANUARI 2011
OPENERConcurrentierecht
Brussels School of Competition
Een opleidingsinstituut voor mededingingsrecht
M et de zetel van de Europese Commis-sie, van de Belgische mededingingsau-toriteiten en van heel wat be-
drijven en grote adviesbureaus,
is Brussel de mondiale hoofd-
stad voor mededingingsbeleid.
Toch kon men nergens in Brus-
sel een gespecialiseerde oplei-
ding rond dit onderwerp vol-
gen. Het VBO heeft nu deze
leemte ingevuld met de Brus-sels School of Competition
(BSC). Sinds oktober 2010
biedt deze nieuwe school een
volledige cyclus van opleidin-
gen rond mededingingsrecht en -economie.
De directeurs van de Brussels School of
Competition, Charles Gheur en Nicolas Petit,
zijn tevreden: het studieprogramma kon voor
het eerste werkingsjaar al meteen rekenen
op bijna 80 inschrijvingen, waaronder heel
wat bedrijfsjuristen, advocaten en buiten-
landse studenten.
Een grondige kennis van het
concurrentierecht is momenteel een
echte troef, zelfs een noodzaak,
beklemtoont Charles Gheur, advi-
seur bij het VBO. Het programma
wil bedrijven en hun adviseurs extra
kennis laten verwerven voor dezematerie die men niet langer kan ver-
waarlozen.
Voor de ontwikkeling van het pro-
gramma kon het VBO rekenen op de
expertise van Nicolas Petit, hoogleraar aan
de Universiteit van Luik, waar hij een aanvul-
lende master Concurrentierecht leidt. De
concepten die bij deze tak van het recht aan
bod komen, vereisen een grondige kennis
van gespecialiseerde en complexe economi-
sche theorien. Elke cursus wordt daarom
gecordineerd door een docentenduo, mees-
tal een jurist en een economist.
Er werd voor gezorgd dat de opleidingscy-
clus, waarvoor men een diploma ontvangt,
combineerbaar is met professionele verplich-
tingen. De cursus vindt alle vrijdagnamidda-
gen plaats, verklaart Pierre Sabbadini, assis-
tant bij de Brussels School of Competition,
maar wie niet het volle-
dige programma kanvolgen, kan wel bepaal-
de cursussen la carte
kiezen. Het programma
bestaat uit 12 modules
rond de grote themas:
kartels, misbruik van een
dominante marktpositie,
distributieovereenkoms-
ten, fusies en overna-
mes, Staatssteun, enz.
JJDeNayer/Tryptique
Charles Gheur, Directeurvan de Brussels School of
Competition
JJDeNayer/Tryptique
Nicolas Petit, Professoraan de ULg
8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010
9/12
totale welvaart van de samenleving (gemeten als de som van de
producentenwelvaart met name de winsten en de consumen-
tenwelvaart met name het verschil tussen de waarde die ze toe-
kennen aan goederen die ze verbruiken en de prijs die ze voor de-
ze goederen betalen) neemt
toe naarmate er op de mark-
ten meer concurrentie is.
Het klopt dat een concurren-
tiebeperking normaal leidt
tot meer winst bij de bedrij-
ven, maar deze toename van
de winst is altijd lager dan de welvaartsvermindering die op die
manier aan de consument wordt opgelegd. Daar zien we dus de
positieve macro-economische gevolgen van het mededingingsbe-
leid. Wat de impact op de groei betreft, moeten we aldus de pro-
fessor refereren aan de innovatie. De link tussen concurrentie en
innovatie is moeilijk vast te stellen, zowel op het theoretische als
het praktische vlak. Toch houdt het concurrentierecht vandaag
rekening met de specifieke eisen van innoverende bedrijven. Zo
kunnen marktmonopolies tijdelijk en wor-
den ook fusies toegestaan die de gewone
regels geweld aandoen. Of om de vraag of
dit beleid onze bedrijven vooruit helpt of
tegenwerkt, te beantwoorden met de woor-
den van Peter LEcluse: Het is steeds goed
de marktwerking te bewaken, zeker in cri-
sissituaties, want dan gaan de rotte appels eruit en worden de
andere bedrijven verplicht om scherp te blijven.
SBR
OPENER Concurrentierecht
36 JANUARI 2011
S taatssteun vormt een belangrijk luikvan het concurrentierecht. Omdatde Staten zelf soms de voornaamste
schenders van het recht zijn!, zo be-
gint Jacques Derenne, vennoot bij het
advocatenkantoor Hogan Lovells en do-
cent aan de ULg (aanvullen-
de master concurrentierecht).
Sommigen benadrukken
vooral de logheid ervan,
maar zonder de interne
controles van Europa zou de
Europese ruimte zijn uiteen-
gevallen door het patholo-
gische nationalisme van de
Staten. De gespecialiseerde
advocaat beklemtoont dat
de financile crisis het grote nut van het
concurrentierecht heeft aangetoond.
Laten we niet te snel vergeten dat
rond 29 september 2008 in Belgi openkele uren tijd 51 miljard euro werd
opgeslokt in de vorm van een uitzon-
derlijk noodkrediet (van de ECB en van
de andere centrale banken) aan Fortis.
Dat bedrag stemt overeen met de helft
van de fiscale inkomsten op een jaar!
Een uitzonderlijke situatie vergt uitzon-
derlijke maatregelen: tussen oktober
2008 en oktober 2010 keurde de Euro-
pese Commissie voor 4,6 triljoen euro
aan Staatssteun voor de financile sec-
tor goed. Het grootste deel van dit
manna bestond uit garantiewaarborgen,
waarvan slechts 32% ook werkelijk werd
betaald. Van deze 4.600 miljard werd
329 miljard aan Belgi toegekend, aldus
het meest recente scorebord van de
Europese Commissie dat in december
werd gepubliceerd. Dat is het resultaat
van een uitzonderlijke praktijk van de
Commissie, waar de medewerkers ze-
ven dagen op zeven werkten en waar
bepaalde beslissingen in n nacht tijdwerden genomen. Uit alle diensten van
de Commissie werden tientallen men-
sen met ervaring inzake Staatssteun
teruggeroepen om een
taskforce te vormen.
Gedurende twee of drie
maanden stond Neelie
Kroes toe om beslissingen
te nemen zonder de zware
procedure van het college
van commissarissen te doorlopen.
Zoniet zou het een jungle zijn ge-
weest, vervolgt Jacques Derenne.
Zodra de dreiging van een implosie van
het systeem geluwd was, begonnen be-
paalde waarnemers zich vragen te stel-
len. Moeten we drastische vermage-
ringskuren eisen, op gevaar af dat be-
paalde opgelegde verkoopoperaties
uiteindelijk leiden tot het ontstaan van
andere, almaar grotere, machtigere
groepen die ook meer risicos inhou-
den, vraagt bankier Axel Miller in een
in 2010 verschenen boek (*). Deze
vraag gaat over het evenwichtspunt tus-
sen de vereiste leefbaarheid van een
bank en het offer dat deze moet bren-
gen ter compensatie van de steun die
ze heeft ontvangen, en dat om concur-
rentieverstoring te vermijden. Bepaalde
banken hebben flinke afschrijvingen
moeten doen op hun balansen, andere
hebben maatregelen moeten nemen
om de markt te openen voor nieuwe
concurrenten, een Duitse bank (WestLB)
zal zelfs worden geprivatiseerd Het
scenario is verschillend voor elke bank,al naargelang haar risicoprofiel en haar
eigen moeilijkheden, en het lijkt me
niet gerechtvaardigd om het ene geval
met het andere te vergelijken, temeer
omdat de niet-vertrouwelijke tekst met
alle beslissingen van de Commissie nog
niet werd gepubliceerd, argumenteert
Jacques Derenne. De belangrijkste
vaststelling is volgens mij dat vr de
crisis bepaalde banken te groot waren
om een bankroet denkbaar te achten,
terwijl het vandaag voor elke lidstaat
mogelijk zou moeten zijn om te onder-
zoeken of een bank in moeilijkhedenhet waard is om gered te worden met
andere woorden het nut ervan op de
markt te beoordelen zonder daarom
een systeemcrisis te veroorzaken.
CHS
(*) Bruno Colmant en Axel Miller, Le
Capitalisme daprs, Ed. De Boeck &
Larcier, 2010.
Neelie Kroes stond toe om beslis-singen te nemen zonder de zwareprocedure van het college van com-missarissen te doorlopen Jacques Derenne
Staatssteun aan de financile sector: de wals der triljoenen
Het is steeds goed demarktwerking te bewaken, zekerin crisissituaties Peter LEcluse
8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010
10/1237JANUARI 2011
OPENERConcurrentierecht
nen de fusie verbieden of goedkeuren. Of een voorwaarde
stellen. Zo werd Belgacom in 2008 toen het Scarlet wou over-
nemen, verplicht om het Scarlet-netwerk te verkopen. Sinds
de wijziging in 2005 moeten concentraties worden aange-
meld waarbij minstens 2 bedrijven zijn betrokken, elk met
een omzet van 40 miljoen euro en samen minstens 100 mil-
joen euro. Die concentratiecontrole is interessant, vindt
Hardcore kartels zijn absolutetopprioriteitSinds een jaar of vijf laten ook de Belgische autoriteiten steeds meer van zich horen. Het stoffi-ge dossiervretersimago van zich afgooiend, gaan de autoriteiten steeds vaker op pad om actiefonderzoek te doen. Zo viel het Auditoraat onlangs alweer (!) binnen bij Belgacom en ook defreight handling bedrijven op de luchthaven kregen bezoek. Klachten en verzoeken tot clemen-
tie liggen voorlopig bijna altijd aan de basis. Aan ambitie om zelf proactief marktscreenings tedoen ontbreekt het niet, aan mankracht nog steeds.
Actief mededingingsbeleid krijgt ook in Belgi vorm
In 2008 stelde de Raad voor de Mededinging niet minder
dan 5 kartelinbreuken vast. In 2009 was er slechts n veroor-
deling, namelijk de spraakmakende Belgacomzaak waar het
ging over een misbruik van machtspositie en er liefst 66,3 mil-
joen euro boete werd opgelegd, en in 2010 staat de teller
begin december op 3 veroordelingen. Je zou er zowaar een
cyclus in durven herkennen. Bert Stulens, auditeur-generaal
en daarmee hoofd van de onderzoeksequipe van de Belgische
mededingingsautoriteit, bevestigt: Dat komt omdat zononderzoek vaak enkele jaren in beslag neemt, en dat heeft
dan weer tot gevolg dat de raad in n jaar substantieel veel
veroordelingsbeslissingen neemt, en het jaar daarna bijna
geen. Een technische zaak dus, of zou er ook een conjunctu-
rele grondslag zijn? Er bestaat alvast een theorie. Er werd
wetenschappelijk aangetoond dat periodes van crisis een
goede voedingsbodem bieden voor ondernemingen om
prijsafspraken te maken. Stulens acht het in de concrete
Belgische gevallen echter niet bewezen dat er een duide-
lijke link is tussen crisis en aantal cases.
Voor alle duidelijkheid hebben we het hier over veroorde-
lingsbeslissingen. In veel meer dossiers wordt er na onder-zoek besloten dat er geen inbreuken zijn gebeurd, of dat er
niet genoeg bewijzen zijn. In sommige gevallen beslissen
de autoriteiten tot voorlopige maatregelen, tot de zaak
helemaal wordt afgerond. Zo werd diamantgroep De Beers
recent veroordeeld om diamanten te leveren aan de
Antwerpse diamantair Spira. Spira viel uit de boot toen De
Beers zijn distributiesysteem wijzigde. Misbruik van machtspo-
sitie, aldus Spira, die prompt klacht neerlegde en aldus zijn
leveringen veilig stelde tot de definitieve uitspraak valt.
Maar waar zijn de concentratiesgebleven?
Bedrijven die willen fuseren of een aqui-
sitie doen, moeten dat als ze bepaalde
drempels overschrijden ook melden
aan de Belgische autoriteiten. Die kun-
In sommige landen worden kartelinbreuken ook straf -rechtelijk gesanctioneerd. In Belgi is dat voorlopigniet het geval. Stefaan Raes, voorzitter van de Raad
voor de Mededinging: Het is goed dat dat voorlo-
pig niet zo is. Het is best dat er eerst een sterk
publiek handhavingsbeleid komt door de mededin-
gingsautoriteit vooraleer men naar strafsancties en
dan vooral naar gevangenisstraffen grijpt. In Belgilijkt het waarschijnlijker dat men zou denken aan het
opleggen van administratieve geldboetes aan natuur-
lijke personen, met name de bestuurders en direc-
teurs van de ondernemingen die een inbreuk hebben begaan. En
dat is nog niet alles. Ook ideen over collectieve vorderingen zou-
den in deze context een extra bedreiging voor bedrijven kunnen
betekenen. Ik denk wel dat die er komen, zegt Raes. Op EU-vlak
is men vast van plan daar uniforme regels voor alle lidstaten over
uit te werken, en ik voel ook op Belgisch niveau een wil om die col-
lectieve vordering in te voeren voor alle inbreuken waar er zoge-
naamde splinterschade is. Inbreuken op het mededingingsrecht zijn
daar niet het enige, maar wel een typisch voorbeeld van. En dan is
het wel oppassen geblazen voor bedrijven, want als ze naast de
hoge boetes ook geconfronteerd worden met fikse schadevergoe-
dingen aan de slachtoffers, dan kunnen de bedragen nog fors
oplopen tegenover wat we vandaag zien.
SBR
Morgen ook gevangenis-straffen?
8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010
11/12
OPENER Concurrentierecht
38 JANUARI 2011
effect op de welvaart en op de consument. Je mag boven-
dien niet vergeten dat ook bedrijven vaak slachtoffer zijn
van kartelafspraken in de B-to-B-sfeer. Prijsafspraken ontne-men voorts de motivatie om te innoveren, en zijn dus op
lange termijn ook nefast voor de kartelbedrijven zelf. Hard-
core kartels zijn voor ons een absolute topprioriteit, al moet
ik eerlijkheidshalve toevoegen dat in tegenstelling tot de
Europese Commissie de meeste nationale mededingings-
Stefaan Raes, voorzitter van de Raad voor de Mededin-
ging, zelfs al keuren we de meeste voorstellen goed. Zo
worden we immers ingelicht over bewegingen op de
markt. Al verdwijnt er sinds de verhoging van de drempels
in 2005 nogal wat onder de radar. Een marktspeler die ach-
tereenvolgens kleine acquisities verricht, maar telkens
onder de aanmeldingsdrempel blijft, kunnen de autoritei-
ten bv. moeilijk traceren, ook al bouwt dat bedrijf een
machtspositie op. Toch is Raes niet ontevreden. Door te
lage aanmeldingsdrempels vroeger wa-
ren we de hele tijd met con centratiecon-
trole bezig. Sinds de wijziging hebben
we tenminste tijd om restrictieve mede-
dingingspraktijken aan te pakken, met
name kartels en misbruiken van machts-positie. En dat is een hele positieve evo-
lutie.
Het is een kwestie van optimaliseren van
de beschikbare middelen, met andere
woorden. Want het antikartelbeleid be-
hoort vandaag tot de topprioriteiten van
praktisch alle mededingingsautoriteiten, ook van de Bel-
gische. Stulens: Wanneer de efficinte marktwerking bui-
tenspel wordt gezet, heeft dat een onmiddellijk negatief
2010 in een oogopslagWat onthouden we uiteindelijk van een jaar antitrusttoezicht in Belgi? Enkele huiszoekingen, de veroordeling zonder financile sanc-
tie van een beroepsorganisatie, boetes voor meerdere radiatorfabrikanten, voorlopige sancties voor de nummer n uit de diamant-
wereld ... en een groot aantal klasseringen zonder gevolg door het Auditoraat bij de Raad voor de Mededinging, omdat de termijnen
voor verjaring zijn bereikt.
Januari: Het Auditoraat stelt gecordineerde prijsverhogingen vast
in de sector van de voedingswaren die via de grootdistributie wor-
den verkocht.
Maart: De Raad voor de Mededinging keurt de overname van KPN
Belgium Business NV door Mobistar NV voorwaardelijk goed.
April: Het Auditoraat vermoedt overeenkomsten en/of onderling
afgestemde feitelijke gedragingen in de sector van cement en stort-
klaar beton, in het bijzonder gemalen hoogovenslakken.
Mei: De Raad legt boetes (3,5 miljoen euro) op voor een kartel in
de sector van de radiatoren.
Juni: Huiszoekingen bij verschillende ondernemingen in de sector
van de luchtvrachtafhandeling bij de luchthaven Brussel Nationaal.
Overeenkomsten en/of onderling afgestemde feitelijke gedragin-
gen in de sector van de BSE-testen, aldus het Auditoraat.
Augustus: De Raad veroordeelt het Beroepsinstituut van
Vastgoedmakelaars voor het opstellen en verspreiden van aanbe-
Je mag bovendien niet vergeten datook bedrijven vaak slachtoffer zijn vankartelafspraken in de B-to-B-sfeer
Bert Stulens
8/7/2019 In de greep van het concurrentierecht, FORWARD magazine, januari 2010
12/12
OPENERConcurrentierecht
Zo droomt Stulens van proactieve sectoronderzoeken, maar
hij mist mankracht. Als het Auditoraat de komende jaren 5
6 inbreuken per jaar aan de Raad voor de Mededinging
kan overmaken, spreekt het van een goed resultaat. Vijf of
zes, dat is wellicht slechts het topje van de ijsberg, al is de
situatie op het terrein moeilijk exact in te schatten.
Maar of dat Belgische bedrijven nu mag doen besluiten dat
vervolging weinig waarschijnlijk is, lijkt toch voorbarig. Het
Auditoraat slaagde er in 2010 toch in een 8-tal dossiers neer
te leggen en laat naar eigen zeggen geen serieus signaal
uit de markt ongemoeid. Net zoals op Europees niveau,
wordt de Belgische autoriteiten vaak de weg getoond door
een klacht. Maar in 80% van de dossiers over kartels deed
een deelnemer aan het kartel een beroep op het clemen-
tieprogramma waarbij het in ruil voor de biecht, vrijstelling
van boete krijgt. Die boetes staan trouwens altijd in ver-
houding met de omzet. Het is dus niet omdat de Belgische
boetes lager uitvallen dan de Europese, dat ze minderzwaar vallen. Het gaat gewoonweg om bedrijven met lage-
re omzetcijfers.
Sofie Brutsaert
autoriteiten nog vaak wor-
den geconfronteerd met
misbruik van dominante
machtspositie. De liberali-
satie van bepaalde secto-
ren die uit een monopolie-
positie komen, verloopt
niet altijd even vlot. Diezaken hebben relatief vaak
betrekking op energie en
telecommunicatie. En zijn
bovendien een pak moei-
lijker te bewijzen. Want
precieze regels over wat
misbruik van machtsposi-
tie nu precies inhoudt, zijn
er immers niet.
Op kruissnelheid?Zijn onze Belgische autoriteiten daarmee op kruissnelheid
gekomen? Wellicht nog niet. Stulens: Er is substantilevooruitgang geboekt tegenover het verleden, maar niet in
die mate dat we vandaag kunnen spreken van een efficint
werkende machine. Men klaagt er vooral over dat de mid-
delen die de autoriteiten toegekend krijgen niet in verhou-
ding staan met de bevoegdheden waarover ze beschikken.
volen minimumbaremas.
September: De Raad verwerpt twee beroepen tegen sepotbeslis-
singen van het Auditoraat in de sector van de distributie van Franse
boeken in Belgi.
Oktober: Huiszoekingen op de zetel bij Belgacom, dat door andere
operatoren wordt verdacht van obstructiepraktijken in de groot-
handelsdiensten voor DSL.
November: De Raad spreekt zich uit over het voortbestaan van de
voorwaarden voor Telenet inzake de live uitzending van de
Belgische voetbalcompetitie.
December: De Raad beslist dat De Beers, de grootste diamantpro-
ducent ter wereld, moet blijven leveren aan de Antwerpse firmaSpira. De zaak moet nog ten gronde worden bekeken.
Johan Ysewyn, advocaat bij het kantoor Linklaters en docent bij de
Brussels School of Competition, wijst op de duidelijke wil van de
Raad voor de Mededinging om zijn toezicht toe te spitsen op de
sectoren die de eindconsument in het bijzonder raken. Deze trend
werd duidelijk gellustreerd door verschillende zaken waar interieur-
architecten, autorijscholen en bakkers bij betrokken waren en werd
in mei van dit jaar bevestigd in de zaak van de radiatorfabrikanten.
Deze trend zal vermoedelijk de volgende maanden worden voort-
gezet via beslissingen in zaken met onder meer spelers uit de
grootdistributie, de chocoladesector en drogisterijartikelen.
We zien duidelijk een evolutie in de beslissingspraktijk van de
Belgische mededingingsautoriteiten. We kunnen enkel verheugd
zijn met de toenemende kwaliteit van de beslissingen omdat deze
bijdraagt tot een grotere juridische zekerheid. We hopen dat op
termijn de zaken ook sneller zullen worden behandeld, iets watvoor onze bedrijven cruciaal is, besluit Johan Ysewyn.
CHS en PS
Als het Auditoraat de komendejaren 5 6 inbreuken per jaar aande Raad voor de Mededingingkan overmaken, spreekt het vaneen goed resultaat. Vijf of zes isechter wellicht slechts het topjevan de ijsberg.
In tegenstelling tot de Commissieworden de meeste nationale mededingings-autoriteiten nog vaak geconfronteerd metmisbruik van dominante machtspositie
Recommended