Msk voorjaar 2009

Preview:

DESCRIPTION

 

Citation preview

MSK

Voorjaar 2009

1

Bij de beschrijving van een distale radiusfractuur staat

vermeld: er is een dislocatie ad latum naar de radiaire zijde

over een halve schachtbreedte.

Hiermee wordt bedoeld dat het proximale fractuurdeel ten

opzichte van het distale fractuurdeel naar radiair is

verplaatst.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

1

Bij de beschrijving van een distale radiusfractuur staat

vermeld: er is een dislocatie ad latum naar de radiaire zijde

over een halve schachtbreedte.

Hiermee wordt bedoeld dat het proximale fractuurdeel ten

opzichte van het distale fractuurdeel naar radiair is

verplaatst. Distaal tov proximaal

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

2

Een skeletserie bij verdenking op kindermishandeling bij

een kind <2 jaar behelst o.a. afbeelding van beide

bovenarmen in 2 richtingen.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

2

Een skeletserie bij verdenking op kindermishandeling bij

een kind <2 jaar behelst o.a. afbeelding van beide

bovenarmen in 2 richtingen. 1

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

Radiological Survey

• Chest (AP % lateral)• SKull (also lateral)• Upper arms • Forearms• Hands• Pelvis• Upper legs• Lower legs• Ankles (also lateral)• Feet• < 12 mo also lateral TL-spine and head CT

High specificity for Child abuse:

- Bucket handle or Corner fractures

- Ribs (especially posterior)

- Acromion

- Spinous processes

- Sternum

- Occipital impression fractures

Corner fracture Bucket handle fracture

These corner and bucket handle fractures are most common in the tibia, distal femora and proximal humeri.They are frequently bilateral.

3

Een ganglion van de pols heeft op echo

een intermediaire echogeniciteit.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

3

Een ganglion van de pols heeft op echo

een intermediaire echogeniciteit. anechoisch

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

4

Fracturen in de wervelkolom worden vaak beschreven

volgens het drie kolommen- of drie pijlermodel.

De dorsale zijde van het wervelcorpus is onderdeel van

de middelste pijler.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

4

Fracturen in de wervelkolom worden vaak beschreven

volgens het drie kolommen- of drie pijlermodel.

De dorsale zijde van het wervelcorpus is onderdeel van

de middelste pijler.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

• anterior column:– anterior part of the vertebral body– anterior annulus fibrosis – anterior longitudinal ligament

• middle column:– posterior wall of the body– posterior annulus fibrosis – posterior longitudinal ligament

• posterior column:– posterior arch – posterior ligaments – facet joint capsules

– Compression # (anterior column)– Burst # (anterior and middle column)– Flexion distraction injury (all 3 columns)– Fracture dislocation (all 3 columns)

5

De kans op avasculaire necrose van de femurkop is bij

een mediale collumfractuur groter dan bij een laterale

collumfractuur.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

5

De kans op avasculaire necrose van de femurkop is bij

een mediale collumfractuur groter dan bij een laterale

collumfractuur.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

6

De piekleeftijd waarop een epifysiolysis van de

femurkop optreedt, is eerder tussen de 5-7 jaar dan

12-14 jaar.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

6

De piekleeftijd waarop een epifysiolysis van de

femurkop optreedt, is eerder tussen de 5-7 jaar dan

12-14 jaar.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

Epifysiolysis

Best view:- Frogleg view

- Osteoporosis- Widening of the physis- Disordered trabecula of the metaphysis- Incongruity of the head or neck of the femur

at the physis

Risk factors:

- Obesity

- Repetitive athletic stress

- Endocrine disorders

- Hypothyroidism

- hypopituitarism

7

Een belangrijk kenmerk van reumatoïde artritis is

osteofytvorming.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

7

Een belangrijk kenmerk van reumatoïde artritis is

osteofytvorming.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

RA

• Soft tissue swelliing

• Osteoporosis

– (symmetric periarticular osteopenia)

• Marginal erosions

• Joint space narrowing

Osteoarthritis

• Sclerosis

• Osteophytes

• Joint space narrowing

• Subchondral cysts

8

Still’s disease is een vorm van juveniele reumatoïde artritis.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

8

Still’s disease is een vorm van juveniele reumatoïde artritis.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

JVA

• Vormen:

– Still’s disease

– Pauciarticular disease

– Seronegative polyarticular disease

– Seropositive polyarticular disease

– Juvenile ankylosing spondylitis

Still’s disease

• 20% van JRA• < 5 jr• Acute systemische ziekte

– high fever– anemia– hepatosplenomegaly– lymphadenopathy– Polyartritis

• Radiologic findings mild, may not show erosions

9

Eén van de kenmerken van artrose is periarticulaire

ontkalking.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

9

Eén van de kenmerken van artrose is periarticulaire

ontkalking.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

Artrose

• Sclerosis

• Osteophytes

• Joint space narrowing

• Subchondral cysts

10

Rondom degeneratieve disci kunnen veranderingen in het beenmerg van de wervelcorpora ontstaan, welkegeclassificeerd worden volgens Modic.

Type 2 Modicveranderingen uiten zich in verhoogdsignaal op de T1- en de T2-gewogen sequenties.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

10

Rondom degeneratieve disci kunnen veranderingen in het beenmerg van de wervelcorpora ontstaan, welkegeclassificeerd worden volgens Modic.

Type 2 Modicveranderingen uiten zich in verhoogdsignaal op de T1- en de T2-gewogen sequenties.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

MODIC CHANGES on MRI

 

T1 T2 significance  

TYPE 1 

edema

TYPE II (or slight )

fatty degeneration

TYPE III bony sclerosis

 

11

De meest voorkomende plaats van osteosarcomen is

de metafyse.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

11

De meest voorkomende plaats van osteosarcomen is

de metafyse.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

12

Het voordeel van een zuivere AP-opname van de enkel

ten opzichte van de Mortise-opname is dat bij een

zuivere AP-opname zowel de laterale als mediale

gewrichtsruimte in het bovenste spronggewricht open

wordt geprojecteerd.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

12

Het voordeel van een zuivere AP-opname van de enkelten opzichte van de Mortise-opname is dat bij eenzuivere AP-opname zowel de laterale als medialegewrichtsruimte in het bovenste spronggewricht openwordt geprojecteerd.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

Mortise AP

13

Een distale fibulafractuur van het type Weber-B bevindt zich

op het niveau van de syndesmosis.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

13

Een distale fibulafractuur van het type Weber-B bevindt zich

op het niveau van de syndesmosis.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

Syndesmosis

- anterior tibiofibular ligament

- interosseous ligament

- posterior-fibular ligaments

14

Osteochondritis dissecans wordt gegradeerd aan de

hand van de stabiliteit van het osteochondrale

fragment.

Bij graad II is het overliggende kraakbeen intact.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

14

Osteochondritis dissecans wordt gegradeerd aan de

hand van de stabiliteit van het osteochondrale

fragment.

Bij graad II is het overliggende kraakbeen intact.

a) Juist (??) b) Onjuist c) Weet niet

Sleutel geeft juist, volgens requisites onjuist

MRI classification of OCD

I No break in articular cartilage.

Thickening of articular cartilage

II Articular cartilage breached.

Low signal rim behind fragment indicating fibrous attachment

III Articular cartilage breached with high signal T2 changes

behind fragment suggesting fluid behind the lesion

IV Loose body with defect of articular surface

15

De meerderheid van de tibiaplateaufracturen betreft het

mediale tibiaplateau.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

15

De meerderheid van de tibiaplateaufracturen betreft het

mediale tibiaplateau.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

Tibia-plateau fractuur

• Pedestrian automobile accident

– (at level of car bumpers)

• 80% lateral: valgus load due to impaction lateral tibial condyl

• voor mediaal: grotere kracht nodig

16

Het SI-gewricht bestaat deels uit een met synovium

beklede articulatie en deels uit een syndesmose.

Het craniale eenderde deel van het gewricht betreft de

syndesmose.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

16

Het SI-gewricht bestaat deels uit een met synovium

beklede articulatie en deels uit een syndesmose.

Het craniale eenderde deel van het gewricht betreft de

syndesmose.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

17

Bij spondylolysis is er sprake van een onderbreking in

de pedikel.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

17

Bij spondylolysis is er sprake van een onderbreking in

de pedikel.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

Spondylolysis

Defect in pars interarticularis

Spondylolysis

18

Fibromatosis colli is een aandoening die zich typisch

presenteert in de tweede helft van het eerste

levensjaar.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

18

Fibromatosis colli is een aandoening die zich typisch

presenteert in de tweede helft van het eerste

levensjaar.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

Fibromatosis colli

'sternocleidomastoid tumour of infancy'

birth trauma manifest between the 2nd and 4th week of life usually unilateral 

Injury leads to secondary pressure necrosis andfibrosis within the muscle

Fibromatosis colli

• enlargement of the sternocleidomastoid muscle

• Homogenous / heterogeneous

• no evidence of calcification or cyst

• no extension of mass beyond the confines of the sternocleidomastoid

• surrounding tissues appear normal

19

Normale conversie van rood beenmerg naar geel

beenmerg vindt vroeger plaats in de epifyse dan in de

metafyse.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

19

Normale conversie van rood beenmerg naar geel

beenmerg vindt vroeger plaats in de epifyse dan in de

metafyse.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

Conversion bone marrow

• Earliest conversion red to yellow in:– Epiphyses– Apophyses

• Peripheral appendicular skelet < axial skelet• Long bones: diaphysis < metaphysis

20

Eén van de typische kenmerken van hyperparathyreoïdie

is demineralisatie van het bot.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

20

Eén van de typische kenmerken van hyperparathyreoïdie

is demineralisatie van het bot.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

Hyperparathyreoïdie

• Subperiosteal bone resorption (pathognomonic)– Radial aspect of the middle phalanges of the 2nd

and 3rd digits– Distal clavicle– Medial tibia– Skull (salt and pepper skull)

• Osteopenia• Lytic bone lesions (brown tumors)• Soft tissue calcification and chondrocalcinosis

Subperiosteal bone resorption

Brown tumor

21

Een Brodie’s abces komt vaker corticaal voor dan in

het beenmerg.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

21

Een Brodie’s abces komt vaker corticaal voor dan in

het beenmerg.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

Brodie’s abscess

• Subacute/chronische osteomyelitis

• Usually occurs at the metaphysis of long bones

• Lucent oval focus

• Occasionally cortically based,

then reactive bone formation may be seen

22

In een gezonde situatie is op een T1-gewogen opname

de signaalintensiteit van een wervel hoger dan die van

de discus.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

22

In een gezonde situatie is op een T1-gewogen opname

de signaalintensiteit van een wervel hoger dan die van

de discus.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

T1 T2

23

Botmetastasen kunnen puur lytisch, puur blastisch of

gemengd lytisch en blastisch zijn.

Een voorbeeld van puur lytische botmetastasen zijn

botmetastasen van de prostaat.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

23

Botmetastasen kunnen puur lytisch, puur blastisch of

gemengd lytisch en blastisch zijn.

Een voorbeeld van puur lytische botmetastasen zijn

botmetastasen van de prostaat.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

Bone metastases

• Lytic:– Kidney– Lung– Thyroid– Melanoma

• Sclerotic:– Breast– Prostate– Bowel– Bronchogenic– Bladder– Bone (osteosarcoma)– Lymphoma– Brain tumor, medulloblastoma

174

Op de foto is de anterieure humerale lijn getrokken.

De stand/positie van de diverse afgebeelde

botstructuren is correct.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

174

174

Op de foto is de anterieure humerale lijn getrokken.

De stand/positie van de diverse afgebeelde

botstructuren is correct.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

Anterieure humerale lijn

Normaal:

door middelste 1/3 van capitellum

Abnormaal in supracondylaire #:

(capitellum naar dorsaal verplaatst)

175

Twee axiale coupes van een MR-arthrogram van een

schouder.

De met de pijl aangegeven structuur betreft het

middelste glenohumerale ligament.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

175

175

Twee axiale coupes van een MR-arthrogram van een

schouder.

De met de pijl aangegeven structuur betreft het

middelste glenohumerale ligament.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

176

Twee axiale coupes van een MRI van een schouder

gemaakt op een zeer oude 1 Tesla machine. Het sterk

hyperintense gebied geheel links betreft een artefact.

Er is een Hill Sachs laesie aanwezig.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

176

176

Twee axiale coupes van een MRI van een schouder

gemaakt op een zeer oude 1 Tesla machine. Het sterk

hyperintense gebied geheel links betreft een artefact.

Er is een Hill Sachs laesie aanwezig.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

177

Een sagittale MRI-opname van de mediale meniscus.

De posterieure hoorn is groter dan de anterieure hoorn.

Dit is een abnormale bevinding.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

177

177

Een sagittale MRI-opname van de mediale meniscus.

De posterieure hoorn is groter dan de anterieure hoorn.

Dit is een abnormale bevinding.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

178

Een sagittale T2-gewogen MRI-opname van de

achillespees.

Dit beeld kan goed passen bij een tenosynovitis.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

178

178

Een sagittale T2-gewogen MRI-opname van de

achillespees.

Dit beeld kan goed passen bij een tenosynovitis.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

179

MRI-afbeelding van de knie, respectievelijk een

coronale en sagittale opname.

De pijlen wijzen naar de pees van de m. popliteus.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet

179

179

MRI-afbeelding van de knie, respectievelijk een

coronale en sagittale opname.

De pijlen wijzen naar de pees van de m. popliteus.

a) Juist b) Onjuist c) Weet niet