Onze plannen even samenvouwen... Broederlijk Delen (Vierde vastenzondag 2015)

Preview:

Citation preview

Dag mensen om mij heen

in deze kring van hoop,

geroepen één voor één

tot dienst en wederdoop.

Dag levensboek, Gods woord

dat vuur uit steen wil slaan;

dag levensbrood, Gods woord

dat voedt om op te staan.

Dag sabbat, lieve bruid,

onmisbaar zondagskind

dat onze toekomst duidt

en van bevrijding zingt.

Dag lieve dag van God

die komt door alles heen,

die keert ons schijnbaar lot,

ons eeuwig handgemeen.

Dag mensen om mij heen

in deze kring van hoop,

geroepen één voor één

tot dienst en wederdoop.

Dag levensboek, Gods woord

dat vuur uit steen wil slaan;

dag levensbrood, Gods woord

dat voedt om op te staan.

Dag sabbat, lieve bruid,

onmisbaar zondagskind

dat onze toekomst duidt

en van bevrijding zingt.

Dag lieve dag van God

die komt door alles heen,

die keert ons schijnbaar lot,

ons eeuwig handgemeen.

(van O

pberg

en J

an /

‘G

od d

ie o

ns h

eeft

gezie

n’)

Draag mij, God in barmhartigheid.

Til mij op uit al mijn kleinheid.

Koester mij in barmhartigheid:

Vader, Moeder, God met ons.

(Oosterhuis/Huijbers)(Taizé)

Gods Woord, zo dikwijls afgeschreven,bestaat niet louter op papier,Maar komt in vlees en bloed tot leven:de speelplaats van het heil is hier.Verborgen vuur, een sterk vermoeden,verwaaide flarden van een lied;voldoende om de hoop te voedenop 't Rijk waarin God zelf voorziet

Wij scholen samen rond de schriften:de weg wordt vóór ons uitgelegd.Woorden doorbreken onze driften;mens Gods, uit duister opgedregd.Vermenigvuldig dan de vreugdewaarmee gij rijk gezegend zijtom in de wereld te getuigenvan liefde en goedgunstigheid.

Gods Woord, zo dikwijls afgeschreven,bestaat niet louter op papier,Maar komt in vlees en bloed tot leven:de speelplaats van het heil is hier.Verborgen vuur, een sterk vermoeden,verwaaide flarden van een lied;voldoende om de hoop te voedenop 't Rijk waarin God zelf voorziet

Wij scholen samen rond de schriften:de weg wordt vóór ons uitgelegd.Woorden doorbreken onze driften;mens Gods, uit duister opgedregd.Vermenigvuldig dan de vreugdewaarmee gij rijk gezegend zijtom in de wereld te getuigenvan liefde en goedgunstigheid.

(Abm

a H

enk /

Bie

sbro

uck P

ete

r)

(Vg)

Wij beseffen en aanvaarden

dat wij onze rust niet vinden

in de zekerheid van wat wij belijden,

maar in verwondering

over wat ons toevalt en geschonken wordt;

Geloofsbelevenis

(al)

dat wij onze bestemming niet vinden

in onverschilligheid en hebzucht,

maar in wakkerheid en verbondenheid

met al wat leeft;

(Vg)

Wij beseffen en aanvaarden

dat ons bestaan niet voltooid wordt

door wie we zijn en wat we hebben,

maar door wat oneindig groter is dan wij kunnen bevatten.

(al)

Door dit besef geleid, geloven wij in Gods Geest

die al wat mensen scheidt te boven gaat

en hen bezielt tot wat heilig is en goed,

opdat zij, zingend en zwijgend,

biddend en handelend,

God eren en dienen.

(Vg)

Wij geloven in Jezus, een van Geest vervulde mens,

het gelaat van God dat ons aanziet en verontrust.

Hij had de mensen lief en werd gekruisigd

maar leeft, zijn eigen dood en die van ons voorbij.

Hij is ons heilig voorbeeld van wijsheid en van moed

en brengt ons Gods eeuwige liefde nabij.

(al)

Wij geloven in God, de Eeuwige,

die ondoorgronde liefde is, de grond van het bestaan,

die ons de weg van vrijheid en gerechtigheid wijst

en ons wenkt naar een toekomst van vrede.

(Vg)

Wij geloven dat wij zelf,

zo zwak en feilbaar als wij zijn,

geroepen worden om

met Christus en allen die geloven verbonden,

kerk te zijn in het teken van de hoop.

(al)

Want wij geloven in de toekomst van God en wereld,

in een goddelijk geduld dat tijd schenkt

om te leven en te sterven en om op te staan,

in het koninkrijk dat is en komen zal,

waar God voor eeuwig zijn zal: alles in allen.

(Tai

zé)

Jij die onze gedachten raadt, ons bidden woordeloos verstaat.

Als Jij ons niet hoort, wie dan wel?

(Zagers Marcel / Siemansma Johan)

Maaltijd van vreugde, licht overgoten.Stralend staat alles voor ons klaar,zegenend groeten wij elkaar,cirkel van mensen, tafelgenoten.

Maaltijd van liefde, hier zijn we samen,eten van wat de aarde geeft,voelen de goedheid die hier leeft,lichaam en geest, zij komen op adem.

Maaltijd van delen, laten we geven,aandacht en warmte aan elkaar,tijd en geduld, een stil gebaar,woorden waarmee je voortkunt in 't leven.

Maaltijd van vreugde, licht overgoten.Stralend staat alles voor ons klaar,zegenend groeten wij elkaar,cirkel van mensen, tafelgenoten.

Maaltijd van liefde, hier zijn we samen,eten van wat de aarde geeft,voelen de goedheid die hier leeft,lichaam en geest, zij komen op adem.

Maaltijd van delen, laten we geven,aandacht en warmte aan elkaar,tijd en geduld, een stil gebaar,woorden waarmee je voortkunt in 't leven.

Maaltijd van vreugde, licht overgoten.Stralend staat alles voor ons klaar,zegenend groeten wij elkaar,cirkel van mensen, tafelgenoten.

Maaltijd van liefde, hier zijn we samen,eten van wat de aarde geeft,voelen de goedheid die hier leeft,lichaam en geest, zij komen op adem.

Maaltijd van delen, laten we geven,aandacht en warmte aan elkaar,tijd en geduld, een stil gebaar,woorden waarmee je voortkunt in 't leven.

(de B

ruijne M

ari

jke /

Silcocks

Eileen)

[Vg]

Jouw koninkrijk, God, bouwt niet op grootheid en geweld,

niet op banken en kerken,

niet op bezwerende woorden en daverende bewijzen.

Tussen de machten van hebben en houden,

van geld en vrije markt,

van berekening en planning,

is Jouw Rijk als een machteloos zaadje,

neergelegd in mensen.

Jij vertrouwt het hun toe

en wacht tot het ontkiemt en vrucht gaat dragen.

Rond de tafel

[Al]

In Jouw Rijk ligt de macht in handen van de

armen,

wordt de gemartelde gekroond,

wordt geluisterd naar hen die vrede brengen,

wordt niet getwijfeld aan de goede trouw

van hen die vergeving schenken.

[Vg]

Jouw machteloze kracht, God,

greep ooit een mens uit Nazareth aan.

In Hem ontkiemde uw weerloze waarheid zo

dat Hij haar uitstraalde

naar ieder die maar zien en horen wilde.

[Al]

Hartstochtelijk en partijdig

kwam Hij op voor de schreiende,

de hongerende,

de weerloze mens.

(rechtstaan

)

[Vg]

Heel zijn leven was liefde, ook toen Hij

de laatste avond van zijn leven

met zijn vrienden samen was

[consecratie]

Gedenk Mij met dit gebaar, vroeg hij ons

en daarom bidden wij:

[Al]

Zolang het nodig is

verkondigen wij Zijn dood en opstanding.

Wij gedenken zijn naam totdat Hij komt,

tot Hij herleeft in heel de wereld.

[Vg]

Door Jou wakker geroepen, door Jou

gedragen,

reiken wij de hand aan alle slachtoffers,

mensen die moesten buigen,

die geslagen werden, gepijnigd, ja vermoord,

maar die toch niet klein te krijgen waren,

niet gebroken werden door bewapening,

vluchtelingenkampen,

inflatie, honger, werkeloosheid, …

[Al]

Omwille van die zovelen

noemen wij Jouw naam:

God van mensen,

onvoorstelbare Goedheid,

Geest van leven,

hoop die de wereld doet veranderen,

liefde die mensen bij elkaar brengt.

Vrede voor jou,

Vrede voor jou,

Vrede voor jou,

(Löwenthal Tom)

Zeg nooit: "onze wereld is gebroken

en de mens tot weinig goeds in staat."

Zeg nooit: "Niemand kan op vrede hopen,

alles gaat nu eenmaal als het gaat."

Zeg nooit dat het godvergeten lijden

toch het noodlot is van ons bestaan.

Zeg nooit: "Stil maar, wacht op beet're tijden."

Zeg nooit: "Niemand kan de dood weerstaan.".

(van der Velden Mar/ Joods-Pools)

Recommended