16

2008 - nr. 1

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Zending ‘Wees trots op Nederland!’ 7 Kerk zijn in het huis van de islam 9 Evangelisatie Contextuele en missionaire verkondiging 12 SCOPUS - bijbelverhalen beleven 14 2 MARJA BRAK IZB Joh. van Oldenbarneveltlaan 10 2818 HB Amersfoort Tel. 033 4611949 E-mail: [email protected] Internet: www.izb.nl Postbank rek.nr. 980980 Uitgave: Gereformeerde Zendings- bond (GZB) Postbus 28 3972 PP Driebergen Tel. 0343 512444 E-mail: [email protected] Internet: www.gzb.org Postbank rek.nr. 28016

Citation preview

Page 1: 2008 - nr. 1
Page 2: 2008 - nr. 1

‘Ondanks de inspanningen van alle kerken en zendings-genootschappen bij elkaar, schat men dat duizend christenen365 dagen moeten werken om één mens te winnen voorChristus. Dat moet echt beter.’ Dit is een uitspraak van deAmerikaanse theoloog dr. Leighton Ford, erevoorzitter vanhet Lausanne Comité voor Wereldevangelisatie.

Naast de ‘zeepkist’ beklimmen, zoals dr. Ford bij de wereld-wijde Billy Graham campagnes deed, zijn er ook anderemanieren om het Evangelie over te brengen. Dat geeft eenislamitische commentator in het Midden-Oosten aan: ‘Deenige zendelingen waar we bang voor zijn, zijn defranciscaner monniken. Al zevenhonderd jaar krijgen we dezenuwen van ze. Wij benaderen potentiële bekeerlingenaltijd met apologetische argumenten. De franciscanen gaanechter niet de discussie aan, maar gaan stil onze steden doorom iedereen te dienen. Als mensen dat eenmaal hebbenmeegemaakt, raken ze geïnteresseerd in het christendom:voor je het weet, zijn ze volgelingen van Jezus.’

Het zijn twee uitersten: de directe verkondiging enerzijds endienstbaar zijn anderzijds. In het werk van IZB en GZBkom je beide tegen: de missionaire toespraak en de noodhulpen alles wat daar tussenin zit. Blijkbaar heeft God velepijlen op Zijn boog om mensen te raken.

Wat de beste manier is in de zending? Dat is geen goedevraag. In de vergaderopening in dit blad schrijft ds.Verhoeven: ‘Wij proberen niet missionair te zijn. We zijnhet gewoon.’ De redactie hoopt dat alles wat u in ditnummer leest daaraan bijdraagt.

MARJA BRAK

E-MAIL: [email protected]

2 Transmissie VOORJAAR 2008

VAN DE REDACTIE INHOUDSOPGAVE

Een kwestie van zijn

KADERBLAD VOOR KERKENRADEN,ZENDINGS- EN EVANGELISATIE-COMMISSIES

Uitgave:Gereformeerde Zendings-bond (GZB)Postbus 283972 PP DriebergenTel. 0343 512444E-mail: [email protected]: www.gzb.orgPostbank rek.nr. 28016

IZBJoh. van Oldenbarneveltlaan 102818 HB AmersfoortTel. 033 4611949E-mail: [email protected]: www.izb.nlPostbank rek.nr. 980980

Redactie:Mw. M.E. Brak (eindred.)Ds. W. DekkerDs. S.J. van der Vlies

Van de redactieEen kwestie van zijn 2

VergaderopeningenDe ogen van Job 3Rust als missionair item 4

PreekschetsGeloven in de oogst 5

Zending‘Wees trots op Nederland!’ 7Kerk zijn in het huis van de islam 9

ColumnLiturgie: waarom moeilijk doen als het christelijk kan? 11

EvangelisatieContextuele en missionaire verkondiging 12SCOPUS - bijbelverhalen beleven 14

Missionaire agenda 16

Foto voorkant: Internationale gemeente in Beirut, LibanonFoto’s: GZB (pag. 1, 7, 9, 10, 11), Rufo Petri (pag. 12, 13, 14, 16)Layout en opmaak: Hans van Eck Grafische Vormgeving, BoskoopDruk: De Bunschoter bv, BunschotenAdreswijzigingen: Wijzigingen in adres of aantal bladen dienen aan het IZB-bureau te worden doorgegeven.

Page 3: 2008 - nr. 1

Job heeft op de puinhoop van zijn levenover zulke vragen lange gesprekken metzijn vrienden. Die brengen hem alleenmaar meer in verwarring. Hij twijfeltaan de zin van zijn bestaan. Waaraanheeft hij dit verdiend? Had hij er maarbeter niet kunnen zijn? Hij roept zelfsGod ter verantwoording. God luistert,maar zet hem wel even op zijn plaats.‘Waar was je, toen Ik de aarde grond-vestte? Vertel het als je inzicht hebt!’(Job 38:4). God vraagt dóór: wil JobHem wel eens vertellen hoe de aarde isontstaan en alles wat daarop leeft? Watkan Job daarop zeggen?

Schepper en VerlosserEn wij dan, zoveel eeuwen later? Wetenwij het beter? Wij, overmoedige mensenvan na de Verlichting, die menen metonze wetenschap alles in de hand tehebben? Wat kunnen wíj God antwoor-den? De westerse mens van nu heeftGod afgezworen. Het antwoord van Jobis anders: ‘Ik leg de hand op mijnmond’. Zo’n bescheiden antwoord staatloodrecht op dat van de moderne mens. Wilde God Job het zwijgen opleggen?Nee, God bedoelde dat Job zijn plaatsscherper ging zien en tegelijkertijd meervertrouwen zou krijgen in zijn God, diede kosmos tot stand bracht. God steekthem een hart onder de riem. Houdmoed, Job, Ik heb alles in de hand! Endat blijkt effect te hebben, want Jobzegt: ‘Slechts van horen zeggen had ikvan U vernomen, maar nu heeft mijnoog U aanschouwd’. Eigenlijk is die uit-spraak heel vreemd. Kende Job God danniet? In het begin van dit bijbelboekzegt God immers tegen de satan dat erniemand op aarde zo vroom en oprechtis als Job. Als íemand God kende, danwas Job het wel. Wát heeft hij dan

gezien, nadat God tot hem heeft ge-sproken? Als je de hoofdstukken 38-41 leest, danontdek je dat God daarin eigenlijk alleenmaar spreekt over wat Hij heeft gescha-pen. Is het zien van de schepping danvoldoende om tot geloof te komen? Nee,zo gaat dat niet. Er gaat iets aan vooraf.Kijk maar: in hoofdstuk 19 staat al zijngeloofsuitspraak: ‘Ik weet: mijn Redderleeft, en Hij zal ten slotte hier op aardeingrijpen’. Opeens ziet Job het: deSchepper van hemel en aarde is dezelfdeals de Verlosser die hem zal bevrijdenvan de puinhoop van zijn leven. Deschepping zie je voor je lijfelijke ogen;van de redding mag je weten door‘horen zeggen’, door de ogen van hetgeschreven Woord.

ParallellenDe genoemde uitspraken van Job staanniet voor niets in deze volgorde: hij wistal dat zijn Verlosser leeft; daarna raakthij ondersteboven van de majesteit vande schepping. Hoe zou hij anders op diepuinhoop hebben kunnen volhouden,wanneer hij niet had geweten dat zijnRedder leeft? Hoe zouden wij het kun-nen volhouden in ons eigen leven als wijniet Jezus hebben leren kennen? Door te

kijken naar de schepping staan wijsprakeloos van Gods almacht, maarnergens komen wij meer onder deindruk, dan wanneer wij Zijn liefde zienin de herschepping. Wij leggen dan dehand op onze mond.

Bij de geschiedenis van Job wordt ookwel aan Jezus gedacht. Hij kwam naarde puinhoop van ons bestaan en eindig-de Zijn leven aan het kruis. Maar even-als voor Job was deze puinhoop niet heteinde. Hij verrees! Er zijn ook parallellentussen de geschiedenis van Job en dievan Israël of die van de kerk. Israël, datalle eeuwen door werd vervolgd; de kerkdie door de wereld met de nek wordtaangekeken. Voor Israël is die vervolgingniet het einde, want er is nog steeds hetperspectief van Romeinen 11. Voor dekerk geldt Christus’ belofte dat Hij methaar zal zijn tot aan het eind van de tijd(Mat. 28:20). Hij maakt dan alle dingennieuw (Jes. 65:17; 2 Petr. 3:13, Openb21:1). Voor ieder die zijn vertrouwen op Godstelt mag de uitspraak van Job gelden:‘Ik weet: mijn Redder leeft, en Hij zalten slotte hier op aarde ingrijpen’. Endat, omdat Jezus Christus de Redder is(Joh. 19:30). Hij zal terugkomen en netals bij Job alle tranen van de ogen af-wissen.

PROF.DR.IR. J.H. VAN BEMMEL IS BESTUURSLID

VAN DE IZB. E-MAIL: [email protected]

3Transmissie VOORJAAR 2008

VERGADEROPENING

De ogen van Job

1. Wat leert de geschiedenis van Job ons voor het gesprek metniet-gelovigen?

2. Kan men tot geloof komen door onder indruk te geraken vande schepping (zie ook Rom. 1)?

3. Bij Job kwam het goed. Wat zegt deze geschiedenis voor lijdendat niet voorbij gaat?

VERWERKING

J.H. VAN BEMMEL

JOB 39:34-38 (IS NBV 40:1-5); 42:1-6; 19:23-27

Het boek Job is bepaald niet eenvoudig. Job worstelt met de grote levens-vragen: Waarom ben ik op aarde? Waarom onderga ik dit lijden? Heeftmijn bestaan wel zin? Iedereen, gelovig of niet, komt ooit voor zulke vra-gen te staan. Je kunt er maar beter vroeg mee bezig zijn.

Page 4: 2008 - nr. 1

Geen kwaad woord over strategisch den-ken, missionaire (beleids)plannen enorganisatie van zendingsgerichte activitei-ten. Maar wel de waarschuwing dat dieweinig vrucht dragen, tenzij er mensenin deelnemen die innerlijk tot rust zijngekomen bij God.

Eenvoud (vers 1)‘Ik heb geen hoog hart, geen hoge ogen,ik wandel niet in te hoge dingen.’ Datzegt de dichter niet tegen anderen. Zeg jedat tegen anderen, dan loop je het risicovan opbieden tegen elkaar: wie van ons ishet nederigste? De dichter opent zijnhart voor de HERE. U mag kijken tot opde bodem van mijn ziel. U vindt er nietsdan oprechtheid.Hooghartigheid sluipt gemakkelijk bin-nen. De koningen Uzzia en Hizkiamaakten op jonge leeftijd een mooiestart in de dienst aan God. Maar hoog-hartigheid bracht hen ten val (2 Kron.26:16; 32:25). Leer van Jezus: Ik bennederig van hart (Mat. 11:29).Hoge ogen kijken trots. Ogen zijn despiegel van je ziel. Als je oog eenvoudigis, is je hele bestaan een stralend licht(Mat. 6:22 / Luk.11:34). Dat kan nie-mand ontgaan. In het Spreukenboekhoren we dat trotse ogen een werkelijk-heid weerspiegelen waarin leugen engeweld de toon aangeven (Spr. 6:17;16:5; 21:4; 30:13). Ook dat zien demensen.Een kind van God behoort toe aan eenandersoortig Koninkrijk. Je wandelt nietin dingen die je te hoog zijn, te wonder-lijk. Je houdt je aan de menselijke maat.Hoge aspiraties zijn aan jou niet besteed.Burgers van het Koninkrijk der hemelenkennen andere prioriteiten (Fil. 3:20;Mat. 5:1-12). Dat hangt samen met de

hoop (vers 3). Wij kijken vooruit. Ik denk dat het in onze wereld zal opval-len, wanneer wij in eenvoud leven. HetOude Testament noemt dat: leven in devreze des HEREN. Daar schuilt veelwerfkracht in. Overigens is dat leven metGod niet strikt privé. Je doet het samenmet Gods volk (vers 3). Je hebt degemeente nodig.

Stil tot God (vers 2)Een kind wordt na ongeveer drie jaarontwend aan de moederborst, gespeend(Gen. 21:8; 1 Sam.1:22). Als het daarnanog bij moeder op schoot zit, is het nietmeer te doen om de moedermelk. Het isalleen nog maar: je tegen haar aanvlijen,in onbezorgde overgave, verzadigd, vol-daan. De hartenklop van moeder brengtrust. Met deze beeldspraak geeft de dich-ter uiting aan stilte tot God (Ps. 62:2).Hij vraagt geen gaven meer aan deHERE, hij heeft genoeg aan Hemzelf.Hij verlustigt zich in Hem (Ps.37:4). Dit is geen berusting. Helaas kwam datakelige woord in de berijming (van1773) terecht. Berusting legt zich gelatenneer bij het lot. Rust legt zich kinderlijkneer aan Gods hart. Berusting maaktgezapig. Rust maakt sterk. Hoe ook de uiterlijke omstandighedenmogen zijn: ik verblijd mij in de HERE.

Ik verlies de vreugde niet (Fil. 4:4). En ikben bestand tegen alle dingen. DoorChristus die mij kracht geeft (Fil. 4:13).Het geheim daarvan zit in de Naam.Psalm 130 zingt: bij U is vergeving. Wijdan gerechtvaardigd uit het geloof (Ps.130) hebben vrede bij God (Ps. 131).Zonder doorleving van de rechtvaardi-ging word je nooit missionair. Zonderbesef van genade blijven je hart en jeogen hoog. De HERE rekent mij niet af op mijnverleden, Hij rekent mij toe wat Christusvoor mij verwierf. Dat geeft rust. Ookrust om over die wonderlijke God eengoed woord te spreken.

Gewoon missionairLeven als kind van God is leven in rustbij Hem. Stil tot Hem. Wij willen nietpaniekerig de kerk redden. Wij dravenniet onszelf voorbij omdat we nog zoveelvoor God moeten doen. Wij proberenniet missionair te zijn. We zijn hetgewoon. Gewoon? Er liggen wel keuzes achter.Het kost iets. Zo ik niet…! (vers 2). Ookheel letterlijk kiezen we voor momentenvan stilte. Je laat je niet gek maken doorwat de wetten van deze wereld je voor-schrijven. Je slikt niet alles voor zoetekoek. Je woorden zijn weinig, maar er zitwel zout in. Je wandelt eenvoudig,oprecht, matig, moedig en blijmoedig.

DS. J.A.W. VERHOEVEN IS PREDIKANT IN OUDE-

WATER EN BESTUURSLID VAN DE GZB. E-MAIL:

[email protected]

4 Transmissie VOORJAAR 2008

VERGADEROPENING

Rust als missionair item

J.A.W. VERHOEVEN

Missionaire gedrevenheid loopt vast als er geen innerlijke rust in God is.Een christen (of een gemeente) die met het evangelie naar buiten treedt,zal innerlijk sterk moeten staan. Sterk in God. Sterk in God ben je als jedicht bij Jezus leeft, en je leven transparant is tot op God.

1. Vreemdelingschap – in eenvoud leven - heeft missionairekracht. Bent u het daarmee eens?

2. Hoe verhouden stilte (bijbelstudie, gebed, bezinning) en activi-teiten (plannen maken, acties opzetten, activiteiten uitvoeren)zich in uw werk als kerkenraad of missionaire commissie?

VERWERKING

PSALM 131

Page 5: 2008 - nr. 1

Vers 31-33: Weet Jezus wel dat hetetenstijd is? Hij lijkt verstrooid, oppertSmelik. Ik heb een spijs te eten waarvange niet weet. Echein + infinitief: iets tedoen hebben uit innerlijke overtuiging(zie 6:35 en 6:50,51). Het zo genoemdeJohanneïsche misverstand. Een ‘spijs teeten hebben’ wordt tot een metafoor.Zoals het water in dit hoofdstuk en hetbrood (Joh. 6). Misverstand bij buiten-en binnenstaanders’. Het is bij Jezusnooit gesneden koek. Je moet nooitallereerst je ogen open doen, maar jeoren. Maarten Luther: ‘Stop je ogen inje oren’.

Vers 34: Spijze, voedsel is iets dat jeleven voedt. Jezus’ leven wordt gevulddoor de wil te doen van de Vader dieHem zond. Zie Psalm 40:7-9 enHebreeën 10:5-9. Later lezen we: ‘Zoalsde Vader Mij heeft gezonden, zend Ik u’(Joh. 20:21). In Zijn discipelen – Zijngemeente – zetten Vader en Zoon hunwerk voort.Zijn werk volbrengen: met deze opdrachtis Hij gezonden in de wereld.Volbrengen (teleio-oo) = tot voleindingbrengen. Zie Johannes 17:4; 19:30 (hierstaat teleoo = voleinden). Schnackenburg: Jesus lebt ganz aus derinneren Verbundenheit mit dem Vater,empfängt von diesem den Auftrag zumhandeln und beugt sich gehorsam. Er istvon einem Sendungsbewustsein undeinem solchen Eifer für die Sache desVaters erfüllt das die Dinge undBedürfnisse dieser Welt zurücktreten.Seine Verbundenheit mit dem Vatererscheint hier nicht als eine mystischeund metafysische, vielleicht mehr als

Willenseinheit und Wirkgemein-schaft.(…) Sein gehorsames Dienen undWirken zum heil der Menschen wirdzugleich zum Vorbild für seine Jünger,die es aufnehmen und fortsetzen sollen.

Vers 35-36: Nog vier maanden en dankomt de oogst. Dat konden ze met eenblik op de velden constateren. Tegenoverhet ‘zegt gij’ van de discipelen zet Jezus‘Zie Ik zeg u, slaat uw ogen op!” Jezus zietandere ‘velden’ en een andere ‘oogst’! Oogst is in het OT al een eschatolo-gisch begrip (Joël 3:13; Jes. 27:12). Ingelijkenissen keert dat terug, bij voor-beeld in Markus 4:26-29. In Mattheüs9:37 blijkt dat Jezus deze eschatologi-sche oogst als nabij zag en hoe die oogsteruit ziet. Met Jezus is het eschaton alaanwezig. Hij is begonnen met het inza-melen van de vrucht (zie Joh. 12:24;Rom.1:13; 1 Cor. 9:7). ‘Ten eeuwigenleven’: voor het eeuwige leven, met hetoog op het eeuwige leven, dat volgensJohannes 5:24 en 1 Johannes 3:14 nu al

begonnen is. De twee-eenheid van dezaaier en de maaier kan niets andersbetekenen (vers 34) dan die van deVader en de Zoon.

Vers 37-38: Het spreekwoord verduide-lijkt wat gebeurt. Ieder die gehoor geeftaan die missionaire opdracht zal dezewaarheid ervaren. Nu komen kerk- enzendingsgeschiedenis in beeld. ‘Gij hebtde vrucht van hun arbeid geplukt’, letter-lijk: gij zijt ingetreden in de arbeid/moeite van … ‘Arbeid’ of ‘moeite’: eenwoord dat we tegenkomen als eenmissionaire term bij Paulus. (Zie 1 Thess. 3:5; 1 Cor. 3:8, 15:10;Col. 1:29). Schnackenburg: ‘Alle Missionstätigkeitsteht in kontinuierlichen Zusammen-hang mit der Sendung und dem WirkenJesus, und jeder Missionar baut auf derArbeit seiner Vorgänger auf. Die Zeitder Kirche ist nichts anders als dieVerlängerung und Fruchtbarmachungder Zeit Jesu.’

5Transmissie VOORJAAR 2008

PREEKSCHETS

Wat me trof in dit ‘missionaire intermezzo’ is, dat de gemeente door het geloof betrokken is bij het missionaire werk van de Vader en deZoon. Dat verhindert de preek te laten opgaan in missionaire vuist-regels of een vermoeiende ‘oproep’. Het zorgt voor een heiligevanzelfsprekendheid: de gemeente kan niet anders! Voor een groteontspannenheid: het is niet haar werk! En voor een gegronde hoop:het loopt uit op oogst!

Geloven in de oogstZ. DE GRAAF

JOHANNES 4:31-38

UUiittlleegg

AAaannwwiijjzziinnggeenn vvoooorr ddee pprreeddiikkiinngg

Ik heb me laten leiden door de meditatieve uitleg van E.L. Smelik. Hij schrijft bijvers 31-32: ‘Er is in Christus op zulke momenten iets van een heilige verstrooid-heid, iets dromerigs ligt over zijn antwoord wanneer Hij daar, als met gesloten ogenver van de nabije werkelijkheid zegt: het is mijn spijze dat Ik Gods wil doe en zijnwerk volbreng’. Hij stelt de vraag of Jezus een ‘verstrooide professor’ is of juist heel geconcentreerdop wat er werkelijk te doen is en zijn dus de discipelen verstrooid? Jezus weigert alleafleiding van de taak die Hij te doen heeft, namelijk het werk van de Vader vol-brengen. Het is etenstijd! Tijd voor een diepe concentratie, in verbondenheid metJezus, op:1. de wil van de Vader2. het doel van de Vader: de oogst. 3. het werk van de Vader: zaaien en maaien.

Page 6: 2008 - nr. 1

1. De verzen 27-30 wellicht navertellenen beëindigen met de opmerking dathet inmiddels etenstijd geworden is.Dan komt het misverstand. Etenstijdbetekent voor Jezus iets heel anders.Geef aandacht aan het feit dat zowelbinnen- als buitenstaanders Hem mis-verstaan. Wat Hij zegt is nooit gesne-den koek. Je moet open staan (gaan!)voor zijn woorden. Jezus verdringt niet de gewone dage-lijkse dingen. Zie de bruiloft te Kana.Psalm 40 kan hier meeklinken. Vaderswil moet ‘volbracht’. Zo duurt Jezus’etenstijd de lange dag van zijn leven,in één grote concentratie op die wil.Daarin mag Hij niet gestoord wor-den. Dus wie zijn nu verstrooid hier? Hijof zijn volgelingen? Ga na waar we opgeconcentreerd zijn, welke afleiding (en waarvan af dan?) we zoeken. Jezusbetrekt de gemeente bij die concen-tratie. Is dat de constante van onsleven? Zie ook Markus 3:31-35!Gemeente zijn is een werkgemeenschapvormen met deze Zoon en Zijn Vader.Met een samengevoegd hart (zingtpsalm 86). Daarin niet af te leiden,niet gestoord! Want het is etenstijd.

2. Het gesprek wordt concreter. AlsJezus de Samaritanen ziet naderen,zegt Hij: daar is de oogst. Een lijnvalt te trekken naar gelijkenissen overde oogst. Bij Johannes is die nu albegonnen. Zoals het eeuwige leven bijhem nu al begint (zie Joh. 5:24).De oogst bestaat uit Samaritanen.Jezus ziet in Mattheüs 9 de schare,voortgejaagd en afgemat, als Zijnoogst. We leven temidden van deoogst: de verstrooide mens van dezetijd, die zoveel te eten heeft en zoveelom zich op te concentreren en diezich door van alles laat afleiden.Geef voorbeelden uit verschillendelagen van de bevolking (gemeente!) enwaar het leven door gevuld wordt!Jezus laat zich niet storen, maar stoort

ons met zijn vraag: ‘Verstrooide pro-fessoren’, zien jullie (in al die mensenbij jullie in de straat, in je dorp ofwijk) de oogst? En wat doe je eraan? Etenstijd is oogsttijd.

3. Oogst is een eschatologisch gegeven(Openb. 14:14-20!) Jezus verplaatstdie naar nu! Tot vreugde van de zaaier(de Vader) en de maaier (de Zoon).Werk waarin de gemeente betrokkenwordt (Joh. 20:21). Dat geeft ont-spannenheid aan het missionairewerk. Gemeente zijn is betrokkengeraakt zijn bij dit geweldige zaai- enmaaiwerk (en bij de blijdschap!) vanVader en Zoon. Met alle beloften enverhalen die de Bijbel ons daarom-heen vertelt. Verblijden: woord dat bijoogst past (Jesaja 9, Psalm 126 en hetslot van de gelijkenissen in Lukas 15!)De grote blijdschap van de oogst isons leven binnen gekomen. Zo zal hetvoortaan gaan: de een zaait met allemoeite van dien (zie weer Psalm 126!)en de ander maait en plukt de vrucht.En soms mag je het allebei doen.Denk aan de opvoeding, aan evangeli-satie en zending. Het verhaal krijgt een enorm perspec-tief. Het gaat om een kerk die zichlaat uitzenden tot zaaien en maaien ineen wereld die er niet op wacht. Daarzit de moeite! Of moet Jezus zeggen:het leeft niet? Lettend op gesprekkenna de dienst, de agenda van dekerkenraadsvergaderingen, vragen vanmensen op huisbezoek? Zijn we zogeconcentreerd op ‘ons eten’ en niet‘af te leiden’ van óns werk? Hoe wordt dat dan anders? Doorakker te zijn voor het zaad van hetevangelie, dat ons betrekt bij het werkvan Vader en Zoon. Om zo’ngemeente gaat het, die daarbij al debeloften van God ‘mee’ heeft! En deGeest van Pinksteren!Etenstijd is werktijd. En voorlopigzingen we tijdens het werk psalm 126(met de vreugde en de tranen) en

blijft het gedicht van Adriaan RolandHolst ons bemoedigen:‘Ik zal de garven niet meer zien,noch binden ooit de volle schoven,maar doe mij in de oogst geloven,waarvoor ik dien.’

LLiittuurrggiisscchhee aaaannwwiijjzziinnggeenn Schriftlezingen: Psalm 40:1-9;Johannes 4: (26-30) 31-38 (39-42); 1 Corinthiërs. 3:1-9.Liederen: psalm 22:67, 72, 86, 87;gezang 168, 244 , 249, 304, 312,313, 314.Voorbede: Aansluitend op Jezus’woord (Mattheüs 9:37,38) bidden weom arbeiders in de oogst en voor dedagelijkse zaaiers thuis en in het chris-telijk onderwijs.

GGeerraaaaddpplleeeeggddee lliitteerraattuuuurrUit de serie ‘Prediking van hetNieuwe Testament’: E.L.Smelik, Deweg van het woord, het evangelie naarJohannes. Vanwege de meditatievetoonzetting geeft hij beeldende moge-lijkheden voor de preek. RudolfSchnackenburg, DasJohannesevangelium (HerdersKommentar zum NT).

DS. Z. DE GRAAF IS EMERITUS-PREDIKANT EN

WOONT IN KATWIJK A/D RIJN.

E-MAIL: [email protected]

6 Transmissie VOORJAAR 2008

PREEKSCHETS

DDee pprreeeekk

Page 7: 2008 - nr. 1

De GZB nodigt natuurlijk niet zomaargasten uit. Waarom investeert een zen-dingsorganisatie in een delegatiebezoekvanuit het buitenland? Wat willen weermee bereiken?

UitwisselingHet gaat in de eerste plaats om het uit-wisselen van kennis en ervaring. Onzegasten maken het gewone gemeentelevenvan dichtbij mee. Ze zien hoe kerkmen-sen in onze samenleving christen zijn.Zij reageren daarop, stellen vragen, doenvoorstellen en gaan met ons in gebed. Voor de gastgemeenten komt door hetbezoek ook het zendingswerk van verweg, dichtbij. Zeker als één van de gas-ten op zondag in het Russisch preekt engetolkt moet worden. Uiteindelijk lerenwe van elkaar anders kijken naar dewereld waarin we leven, naar de kerk diewij samen vormgeven, naar onszelf alschristen én naar God. We ontdekken dat

God veel groter is dan wij denken. Hetgesprek met de ander verdiept en ver-rijkt ons geloof. Eén van de verslagen uitde gemeenten meldt: We hadden ditbezoek niet willen missen! […] Wij heb-ben zeker veel van hen geleerd en zijnweer aan het denken gezet over ons eigendagelijks leven, onze omgang met mensen,ons werken in de kerk. Zo mogen we vanelkaar leren en door elkaar bemoedigdworden in de dienst van onze God.

Ang Yian Kwan 1

Aan één van de gasten, Yian, heb ikgevraagd om een aantal bevindingen oppapier te zetten. Ik heb hem ookgevraagd kritisch te zijn. Dat is meestallastig voor niet-Nederlanders. Bovendienschreef hij: ik ben maar één week, opéén plaats geweest en alleen daarom al ismijn kijk beperkt. Toch is het de moeitewaard om met buitenlandse ogen naarNederland en de Nederlandse kerk te

kijken. Dat begint reeds met de ver-woording. Die is vaak net even andersdan wij gewend zijn. Zo schreef Yian: Ikmis jullie allemaal […]. Geve God, datik jullie weer kan ontmoeten ergens in detoekomst voor ik naar de hemel ga. Overhet algemeen zijn de gasten zeer dank-baar voor het bezoek en de ontmoe-tingen. Ze hebben zich hier thuisgevoeld. We hebben elkaar herkend inhet dienen van God.

TraditieYian begint met indrukken die de tradi-tie op hem hebben gemaakt. Hij schrijft:Het was verfrissend om een schone en nettekerk zonder beelden en snijwerk van reli-gieuze figuren binnen te stappen. Echter,een kerk moet wel van tijd tot tijd bepaal-de praktijken evalueren. Met name prak-tijken die niets met de bekering te makenhebben. Bij voorbeeld het gebruik vanalleen het orgel voor de begeleiding en hetzingen van alleen maar de psalmen enbepaalde gezangen. Buitenlanders gevenvaak dit commentaar.

PrekenYian vervolgt: Ik vind dat de preken‘tamme’ christelijke onderwerpen aanroe-ren: het liefhebben van elkaar, onderlingebemoediging, wandelen in het licht, hetevangelie doorgeven en dergelijke. Daarbijwerd gebruik gemaakt van christelijke ter-men, van jargon en veel voorbeelden uit

Vijf christenen uit Centraal Azië kwamen op bezoek in Nederland. Vieruit een land dat sinds 1991 onafhankelijk is van Rusland en één uitRusland zelf. Ze waren een week te gast in onze kerk, in drie PKN-gemeenten. Hun advies: ‘Wees trots op Nederland’.

’Wees trots op Nederland!’SIMON VAN DER VLIES

“We hadden dit bezoek niet willen missen”.

1 Mr Yian Kwan Ang is de president van eennon-gouvernementele organisatie voor edu-catieve, humanitaire en community develop-ment programma’s. Van oorsprong komt hijuit Maleisië, heeft als landbouwingenieureerst in Thailand gewerkt en is nu al achtjaar als zendingswerker vanuit Bangkok inCentraal-Azië werkzaam. Zijn e-mailadres isverkrijgbaar via mij, SV.

77Transmissie VVOOOORRJJAAAARR 22000088

ZENDING

Page 8: 2008 - nr. 1

88 Transmissie VVOOOORRJJAAAARR 22000088

de Bijbel. Ik zou willen voorstellen ommeer voorbeelden te gebruiken die met hetechte leven te maken hebben. En dan opeen manier dat de luisteraars dagelijksegebeurtenissen en situaties kunnen linkenaan de Bijbel. Spreek mensen aan metdirecte vragen als: wat gebeurt er metmensen die overspel plegen? Is echt-scheiding een reële optie? De HeiligeSchrift kan sommige controversiële christe-lijke kwesties verduidelijken, zoals de rolvan mannen en vrouwen in de kerk, hetspreken in tongen en het uitwerpen van deduivel. Zeker, dat zijn gevoelige en eigen-tijdse kwesties, maar dat betekent niet datwe ze moeten laten liggen.

GemeenteAls Yian nadenkt over de gemeente, danborrelen er vragen op. Stimuleren julliementorschap van ouderen voor jongeren?Wordt de gemeente gemotiveerd om relatiesaan te gaan met niet-christenen, door bijvoorbeeld ongelovigen uit te nodigen voorde maaltijd, samen op vakantie te gaan ofvoetbalwedstrijden te organiseren?Christenen uit landen buiten Europazijn vaak missionair. Ze zijn zich meerbewust van hun rijkdom en van hunverantwoordelijkheid. Als ze inNederland komen, valt het op, dat wijvooral met onszelf bezig zijn. Zo schrijftYian: Wat me opviel, waren de vele kerke-lijke activiteiten door de week. Genoeg omvanaf je geboorte totdat je naar de hemelgaat binnen de kerk actief te zijn. Is het inhet algemeen zo, dat jullie je bewegen injullie eigen christelijke kring, onder ‘onssoort mensen’? Zo merkt hij van de zon-dagschool op: Ik was erg onder de indrukvan de zondagscholen en de hele organisa-tie daarvan. Het was duidelijk dat deleiders houden van het werken met dekinderen. Het lijkt me heel goed als diekinderen hun niet-christelijke vriendjes envriendinnetjes met wie ze spelen ook uit-nodigen voor de club van de kerk.

DomineeVoor ons is het vanzelfsprekend, dat eenkerk wordt geleid door een betaaldekracht die de hele week wordt ingezet

voor het werk in de gemeente. In veellanden hebben predikanten een betaaldebaan naast hun werk in de gemeente enzijn verschillende ‘leken’, gewonegemeenteleden, betrokken bij erediensten pastoraat. Vandaar dat Yian het vol-gende opmerkt: De dominee doet alles,van A tot Z. Tenminste dat is wat ikgezien heb en gelukkig was het een jongeen energieke dominee. Mijn vraag is of hetwerk niet gedelegeerd kan worden aanleken. Wij zijn het lichaam van JezusChristus en iedereen heeft zijn eigen taakom niet-gelovigen te bereiken: collega’s,buren, de vrouwen bij de kassa in desupermarkt en de mannen als ze het huis-vuil bij de weg zetten. Ook de geestelijkeleiding kan onder supervisie van dekerkenraad, worden gedelegeerd. Yian is vol lof over de vele vrijwilligersdie hij in en rond de kerk tegenkomt,maar ziet dat voor het echte werk vooralde dominee wordt ingezet. Maakgebruik van elke gelegenheid om dagelijksde ziel van de ander aan te raken. Dat isniet alleen de taak van een dominee ofzendingswerker, zo zegt hij.

NederlandWat wij ons vaak niet realiseren, is datheel veel wereldburgers meertalig zijn.Wij klagen wel eens over de invloed vanhet Engels, maar kunnen overal in heteigen land terecht met onze moedertaal.

Dat is Yian niet ontgaan, hij vindt hetopmerkelijk en heeft er een verklaringvoor. Hij schrijft: Nederlanders sprekenNederlands met elkaar. Hoewel zij Engelskennen, spreken zij toch Nederlands metelkaar. Dat komt, omdat zij een langegeschiedenis hebben. Wees daar trots op enop wat God heeft gedaan in de geschiede-nis: de pracht en de plaats van dekoninklijke familie, de tulpen, de molens,koffie, voetbal, pannenkoeken, Sinterklaasen de zwarte Piet en de nationale kleuroranje. Zeker er zijn allerlei invloeden vanEngeland, Frankrijk en Duitsland, maarze zijn nu typisch Nederlands. Het her-innert me aan de mensen van Thailand.Zij hebben het vermogen om nagenoegalles van andere landen te absorberen enmaken het vervolgens Thai.

ZendingYian rondt af met de woorden: Het iszeer te prijzen, dat de kerk van Nederlandzoveel levens in verschillende delen van dewereld door hun zendingswerkers bereikt.Wat ons betreft, waren wij zeer bevoor-recht om zoveel jaren zendingswerkersvanuit Nederland te hebben. Daar zijnwe dankbaar voor. Uiteraard stemt datook ons tot dankbaarheid.

DRS. S.J. VAN DER VLIES IS STAFMEDEWERKER

STUDIE EN TOERUSTING BIJ DE GZB. E-MAIL:

[email protected]

1. Wat kunt u met deze observaties van Yian? Welke opmer-kingen van hem blijven u het meeste bij?

2. Yian komt uit een land met jonge kerken en jonge christenen.Dat is de achtergrond van zijn waardering van onze traditie.Wat zijn voor- en nadelen van onze jarenlange kerkgeschiede-nis en traditie? Formuleer eens waarop we trots kunnen zijn.

3. Buitenlandse waarnemers merken altijd op dat Nederlandsechristenen zo naar binnen gericht zijn. Gaat dat ook voor uop? Hebt u vrienden die niet-christelijk zijn? Hoe kunnen wehet perspectief verleggen naar de wereld? Wat kunt u daarzelf aan doen?

VERWERKING

ZENDING

Page 9: 2008 - nr. 1

Wij zijn onbewust geneigd te denken dathet Midden-Oosten aan de islam toebe-hoort en dat het christendom een westerseindringer is. Kerk en zending bevindenzich in ‘vijandig gebied’ dat veroverd moetworden. Niets is echter minder waar. Dehele regio was sinds de apostolische tijdtot diep in de zevende eeuw overwegendchristelijk. De islam is, vergeleken met hetchristendom, een nieuwkomer. Dat is pre-cies Salibi’s punt: we moeten het Midden-Oosten niet aan de islam prijs geven.Zonder de christenen is het Midden-Oosten zichzelf niet meer.

DiversiteitHet christendom is een authentiek ooster-se religie. Zodra we gaan nadenken overkerk en zending in het Midden-Oostenmoeten we dit gegeven diep tot ons latendoordringen. Voor de islam haar verove-ringstochten begon, strekte het Byzan-tijnse Rijk zich uit van de Egyptischewoestijn tot in de Kaukasus en vanConstantinopel tot op het Arabischeschiereiland. Het Byzantijnse christendomleek op een veelkleurige lappendeken:Kopten in Egypte; Arabische stammen inde centrale woestijn; Aramees sprekende

inwoners in Libanon, Syrië en Irak;Armeniërs in Oost-Anatolië; Grieken aande Middellandse Zeekust en in Klein-Azië. Maar ook voorbij de grenzen vanhet Byzantijnse Rijk had het christendomwortel geschoten. Denk bij voorbeeld aande Nestoriaanse kerk in Mesopotamië ende Thomas-christenen in India. De westerse kerk zou vaker verwonderden dankbaar naar het oosten moetenkijken. Daar liggen immers onze wortels,niet slechts in het jodendom, maar ook indie oude, oosterse kerk. De oosterse kerkis in sommige opzichten de moeder vande westerse kerk.

Onder drukIs er nog iets van over? Of zijn al dieoosterse kerken en christenen sinds deopkomst van de islam langzamerhandweggekwijnd? Op sommige plaatsen is erinderdaad bitter weinig van het christe-lijke erfgoed te bespeuren. In Saoedi-Arabië is vandaag alleen de islam toe-gestaan; bijbels en kerken hebben er geenplaats. Turkije heeft haar christelijkegemeenschappen (Grieken, Armeniërs enSyrisch-Orthodoxen) er in de loop van detwintigste eeuw systematisch uit gewerkt

en is druk doende de sporen van hetchristelijke verleden uit te wissen. In Iraken Iran zijn de Assyriërs tot een minder-heid die niet meer van betekenis isgeworden, terwijl er in de periode vandekolonisatie nog sprake was van eenonafhankelijk thuisland voor deze groep. Op andere plaatsen zijn wel restanten vanhet corpus christianum te vinden. DeKopten in Egypte en de Maronieten inLibanon zijn de belangrijkste voorbeelden.Zij vormen christelijke subculturen enleggen nog enig gewicht in de politiekeschaal. Maar ook zij staan onder druk, inEgypte onder een soennitische meerder-heid, in Libanon onder het opkomendepolitieke sji’isme van Hezbollah. Ooit riephet westen uit tot het oosten: ‘Kom overen help ons!’ Nu klinkt de roep vanuit hetoosten: ‘Help ons, want wij vergaan!’

Exodus zonder beloofd landSteeds meer christenen verlaten het zin-kende schip. De schaarse demografischecijfers die wij hebben zijn verontrustendgenoeg. Tarek Mitri, Grieks-Orthodoxdenker en de huidige Libanese ministervan buitenlandse zaken, schat dat in 1914de christenen in Syrië, Libanon, Jordanië

99Transmissie VVOOOORRJJAAAARR 22000088

ZENDING

De Bijbel kwam uit Arabië: zo luidtde titel van een boek van deLibanese schrijver Kamal Salibi,waarin hij wil aantonen dat hetchristendom een godsdienst is diein het Midden-Oosten thuis hoort.Hij gaat zelfs zo ver te zeggen datJezus geen Hebreeuwse rabbi, maareen Arabische profeet was. Dit zaldoor weinigen onderschreven wor-den, maar toch moeten we probe-ren Salibi’s bedoeling te begrijpen.

Kerk zijn in het huis van de islamWILBERT VAN SAANERUTGER MAURITZ

Rutger Mauritz achter de preekstoel in Egypte

Page 10: 2008 - nr. 1

en Palestina nog 25% van de bevolkinguit maakten. In 1990 was dat nog slechts10%! Het Libanese christendom ging indezelfde periode van 53% naar 35%.Voor andere landen zijn de cijfers nietbeter. Inmiddels hebben de meeste ooster-se kerken twee maal zoveel leden buitenhet Midden-Oosten dan in het Midden-Oosten! In Nederland zien wij hier detekenen van: zo hebben wij een Syrisch-Orthodox klooster in de Achterhoek eneen Iraanse gemeente in Almere. Als we de foto van de belijdenisgroep vande Protestantse Kerk van Beiroet van vierjaar geleden bekijken, dan kunnen we zeafstrepen: Assaad is in Dubai, Dima inParijs, Mike in Amsterdam et cetera.Toegegeven, dit is een gemeente in hethart van Beiroet, de poort naar hetwesten. Maar toch is dit een trend diedoor het hele Midden-Oosten is tebespeuren. De kerk lijdt aan bloedverlies,met name van jong leidersbloed. Wat zit er achter de massale emigratie ende geleidelijke verdwijning van dechristenen uit het Midden-Oosten? Demeest gangbare uitleg is dat christenenzich steeds vaker vreemdelingen voelen ineigen land en dat zij de toekomst somberinzien. Het voortdurende geweld in deregio maakt dat ze zich onzeker en ver-volgd weten. Veel van het geweld heefthen immers niet ongemoeid gelaten: demassamoorden op Armeniërs en Syrisch-Orthodoxen in het Ottomaanse Rijk; deonteigening en uitzetting van duizendenPalestijnse christenen in 1948 en 1967; deLibanese burgeroorlog (1975-1991); deIraanse revolutie (1979); en ten slotte deAmerikaanse inmenging in Irak en hetvoortdurende geweld aldaar.

Politieke islam – economische malaiseDeze historische wapenfeiten zijn echterniet alles. Het leven van vele oostersechristenen wordt beheerst door veelsubtieler en kleinschaliger geweld. Opsommige plaatsen mogen christenen geeneigen bedrijf hebben; op andere plaatsenis het christenmannen verboden metmoslimvrouwen te trouwen; weer elders is

het drukken en/of importe-ren van bijbels verboden.Beschadiging van kerkge-bouwen is in Egypte enIrak niet uitzonderlijk. Ookstaat de kerk in de meestelanden – Iran, Saoedi-Arabië, Syrië, Egypte enook in de kleinereGolfstaten – onder voort-durende overheidscontrole: er wordt mee-gekeken en meegeluisterd, om te voorko-men dat de kerk zich kritisch tegen deoverheid uitspreekt. Naast het geweld weegt de economischefactor zwaar. Waar zie je een toekomstvoor jezelf en je kinderen? Hoog op-geleide, getalenteerde, jonge christenenslagen er vaak in om naar het westen teemigreren. Maar voor het merendeel vandegenen die willen vertrekken is dit nietlanger een optie: Europa heeft de ophaal-brug opgetrokken en ook de VerenigdeStaten en Australië hebben een steedsstrenger toelatingsbeleid. Steeds vakertrekken christenen daarom naar hetArabische schiereiland: Saoedi-Arabië,Dubai, Kuweit en de andere economischegrootmachten, waar christenen echter nogminder vrijheden genieten dan in delanden waar zij vandaan komen.

Delen in de pijnHet verhaal van de oosterse christenen isniet opwekkend. Als wij ons afvragen watwe kunnen doen voor het oostersechristendom, dan moet ons eerste ant-

woord zijn: delen in de pijn. Als een deelvan het lichaam lijdt, dan lijden alle delenmee. Oosterse christenen willen door hunwesterse broeders en zusters erkend engehoord worden. Uit de diepte roepen zijtot ons, hopend dat wij het kunnen op-brengen om af te dalen en in de dieptenaast hen te komen zitten. Toch mogen we de hoop niet opgeven;oosterse christenen doen dat zelf ook niet.Zij blijven bijeen komen; zij belijden hungeloof; zij geven het door aan nieuwegeneraties. De GZB gelooft dat het cruci-aal is om hen bij te staan, simpelweg doorbij hen te zijn. Financiële hulp voor missi-onaire en diaconale projecten is goed;maar nog beter is om mensen te sturen:niet mensen die het beter weten, maarmensen die eenvoudigweg dienstbaar aande oosterse kerk willen zijn, zoals kinde-ren hun oude moeder dienen, zodat zijnieuwe hoop vat en herleeft.

DS.IR. R.F. MAURITZ IS REGIOCOÖRDINATOR

MIDDEN-OOSTEN EN LATIJNS-AMERIKA BIJ DE

GZB, E-MAIL: [email protected]

DS. W.P.J.L. VAN SAANE WERKT VOOR DE GZB IN

LIBANON, E-MAIL: [email protected]

1100 Transmissie VVOOOORRJJAAAARR 22000088

ZENDING

1. Uit onderzoek blijkt dat in de zending de meeste aandachtwordt gegeven aan Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Slechtsongeveer 6% van de zendingswerkers gaat naar het Arabischezendingsveld, een gebied (Midden-Oosten en Noord-Afrika)met verreweg de meeste mensen die niet of moeilijk over hetevangelie kunnen beschikken. Hoe komt dat, denkt u? Watzegt dat van de zendende kerken? Wat vindt u daarvan?

2. Iemand zei eens, doelend op de islam: ‘Als wij niet naar hetzendingsveld willen, brengt God het zendingsveld bij ons’. Watdoen wij daarmee?

VERWERKING

Kinderclub in internationale gemeente in Libanon

Page 11: 2008 - nr. 1

Een liedje meer of minder, lied-bundel zus of zo, wel of geenpowerpoint, gitaar, drum of orgel in de dienst. Er worden compro-missen over gesloten waar uit-eindelijk niemand echt blij vanwordt. Voor het evangelicalegemeentelid is het opwekkingsliedvoor de zegenbede net niks. Voorhet iets stemmiger gemeentelid iszo’n compromis juist het hoorbarebegin van het einde. Voor alle non-verbale mopperaars en alle kerkenwaarin de liturgische discussie piept en kraakt, heb ik een tip.

Om u gerust te stellen, dit wordt nietzo’n buitenlandse bijdrage waarin u weerlinks en rechts om de oren krijgt. Uheeft al te vaak van (ex)zendelingenmoeten horen dat, vergeleken met chris-tenen elders in de wereld, Nederlandsechristenen een stelletje luie, materialisti-sche, gebedsloze lieden zijn. Nee, ik wilu echt helpen met een tip uit de VS,waar wij nu wonen.

De kerk waar we naar toe gaan, heeft – net als veel andere gemeenten hier – een mooie keuze gemaakt wat liturgiebetreft. De kerk komt namelijk tege-

moet aan de liturgische verscheidenheiden heeft meer te bieden voor zoekers dielangs willen komen. Op zatermiddag iser een dienst voor gezinnen, waarbij nietop of om wordt gekeken wanneer eenkind draait en een baby kraait.Zondagmorgen om 9.00 uur is er eeningetogen dienst, met een orgel, een uit-geschreven liturgie, soms een koor. Om11.00 uur is er een dienst met iets meerdecibellen en iets meer mensen die alzingend hun handen ten hemel heffen. ’s Middags is er eerst een dienst voorSpaanstaligen en daarna een dienst voorjong volwassenen, waar ik als ouderejongere nooit ben geweest maar me weleen voorstelling van kan maken. Hetaardige is dat alle voorgangers in allesoorten diensten voorgaan (met dedienst voor Latino’s als uitzondering).Hoor ik daar Nederlandse bedenkingenover Amerikaanse toestanden? Jazeker, ikhoor ze luid en duidelijk. In mijn eigenhoofd.

Maar zo wordt de eenheid van degemeente aangetast.Augustinus zei ooit dat er in de kerkeenheid behoort te zijn op hoofdzakenen verscheidenheid in bijzaken. Daarhoudt onze kerk zich aan. Als het gaatom het hart van het evangelie, het kruis,zonde en genade, de betrouwbaarheidvan de Bijbel, is er volstrekte eenheid.Als het gaat om liedkeuze, muziek-begeleiding, volume en lichaamshoudingis er verscheidenheid. En als er nietlanger gekibbeld wordt over bijzaken,kan een kerk juist beter onderscheidenwaar het in de kern op aankomt.

Maar zo versnippert de gemeente insubgroepjes.Het is maar hoe je het bekijkt. Met ver-schillende diensten bereikt onze gemeen-

te meer verschillende soorten (be)zoe-kers, houdt ze beter verschillende soor-ten gemeenteleden vast en voorkomt zeheilloze discussies waar niemand wijzervan wordt. Per saldo is het aantal kerk-gangers in de laatste 20 jaar vervier-voudigd. Je ziet ook dat mensen – zoals wijzelf –op verschillende momenten verschillen-de diensten bezoeken. Er zijn momentenwaarop de stilte een lofzang voor God is,maar ook momenten waarop de praise-band helpt om het hart tot God te hef-fen. Er zijn fases in het leven waarop eendraaiend kind, een opgeheven hand, eenelectrische gitaar een verademing is,maar ook momenten waarop het irri-teert. Ik vind het bijzonder dat een kerkdaar ontspannen mee omgaat en zoveelmogelijk onnodige hindernissen tussenGod en de gemeenteleden wil wegne-men. En ik vind het een verademing datliturgische verschillen een non-issue zijnen mensen zoveel mogelijk in staatworden gesteld om op een authentiekemanier God de lof toe te zingen.Eenzelfde keuze kan Nederlandse kerkenvan onzalige discussies verlossen, kanvoorkomen dat gemeenteleden omliturgische bijzaken afhaken en biedtverschillende (be)zoekers verschillendevormen zodat God voor hen allenrelevant kan worden.

Hoe dan ook, wij gaan iedere week metveel plezier naar de kerk en in de autozingen wij altijd, naar oud Segers-gebruik, psalm 122: ‘Ik ben verblijdwanneer men mij godvruchtig opwekt,zie wij staan gereed om naar Gods huiste gaan. Kom ga met ons en doe als wij.’

DRS. G.J. SEGERS WAS VAN 2000-2007 VOOR DE

GZB WERKZAAM IN EGYPTE EN STUDEERT NU

IN WASHINGTON DC.

Liturgie: waarom moeilijkdoen als het christelijk kan?

GERT-JAN SEGERS

COLUMN

1111Transmissie VVOOOORRJJAAAARR 22000088

Page 12: 2008 - nr. 1

1122 Transmissie VVOOOORRJJAAAARR 22000088

EVANGELISATIE

Alle informatie over het centrum is tevinden op de website van de IZB:www.areopagusizb.nl. In dit artikel wil ikwat dieper ingaan op de vraag welke her-meneutiek Areopagus hanteert. Dat wilzeggen: welke sleutel hanteren we om deBijbel te lezen en te verstaan in de missio-naire context van vandaag?

De vraag naar de sleutelEr zijn gemeenteleden en predikanten, diede vraag naar de sleutel voor het verstaanal een beetje riskant vinden. Ze menendat je de Bijbel gewoon moet lezen zoalsdie er ligt. Elke sleutel die wij hanterenom te verstaan, kan leiden tot een selectie,die te maken heeft met eigen voorkeuren. Bij even dieper nadenken, blijkt dezeargwaan geen stand te kunnen houden.Altijd is de Bijbel op een bepaalde maniergelezen. Dat geldt van de oudste joodseuitleggers, van wie het werk in de Talmudis terecht gekomen. Sinds de komst vanChristus ontstond er een beslissend ver-

schil tussen de interpretatie van het Eerste Testament door hen, die in Jezus de Messias zagen en de andere joden. Dekerkvaders interpreteerden het OudeTestament allegorisch en zagen de kerk alsde vervanging van het joodse volk.Luther las de Bijbel als getuigenis vanChristus en de rechtvaardiging van degoddeloze. Waar hij dat niet tegenkwam,haakte hij af. Zo kende hij bij voorbeeldgeen enkel gezag toe aan de brief vanJacobus. Calvijn keerde terug naar deletterlijke historische betekenis van deteksten, maar bleef daar niet in steken.Ook voor hem was heel de Bijbel vervuldvan het in Christus geopenbaarde heil. Bijzijn preken uit het Oude Testament heefthij oog voor het concrete historische vande gebeurtenissen. Vaak verbindt hij daarpraktische toepassingen aan voor zijneigen tijd en hoorders volgens de methodevan de analogie. Maar telkens veronder-stelt hij ook reeds in het Oude Testamenthet heil van het Nieuwe onder de scha-duwen aanwezig. In de negentiende eeuwkwam het (heils)historische denken op,dat ook op de gereformeerde theologie en

prediking grote invloed gehad heeft.Veel preken kregen een heilshistori-sche inslag volgens het schemabelofte - vervulling.

Bang voor subjectivismeIn de discussie over de herme-neutiek speelt altijd de angst voorsubjectivisme een rol. Veel predi-

kanten omzeilen de vragen van dehermeneutiek, weigeren te kiezen

voor een bepaalde manier van bijbellezen. Zij zeggen: de Schrift moet zelf aanhet woord komen, ik mag daar met mijnsubjectieve voorkeur niet over gaan heer-sen. Maar wie zegt geen speciale sleutel tehanteren, bedriegt zichzelf. Elke preek-analyse brengt aan het licht welke sleutel

is gehanteerd. En als die absoluut niet teontdekken valt, heeft de preek ook geenboodschap, maar is slechts een aaneenrij-ging van teksten of algemene uitspraken.Belangrijk is dus dat we ons bewust zijnwelke sleutel(s) we hanteren en waarom.Bij de waarom vraag spelen voor mij tweedingen een rol.1. Gaat op deze manier de Bijbel open

voor de mensen van nu? Wij belijdenimmers dat de Bijbel het woord van delevende God is, die ook nu door dezewoorden tot mensen spreekt. Ditlaatste kan echter niet alleen maar eentheologische waarheid zijn. Daar moetde ervaring van mensen aan beant-woorden, dat ze in de Schrift de stemvan de levende God zelf horen.

2. In de tweede plaats gaat het erom, datmet deze hermeneutische sleutel op eenaantoonbare manier recht gedaan kanworden aan zeer grote delen van deSchrift. Het gaat er nooit om of wij nude enige echte manier van bijbeluitleggevonden hebben. Dat is te tijdloosgedacht. De kracht van de Bijbel ligt inhet kunnen spreken in elke tijd encultuur, de contextualiteit. Het gaat erwel om dat de context niet gaat heersenover de Schrift en de Bijbel niet gaatbuikspreken. Een hermeneutischesleutel waardoor grote delen van deBijbel buiten spel zouden komen testaan, bij voorbeeld het Oude Testa-ment of de brieven van Paulus of deApocalyptiek, is niet goed.

Relationele hermeneutiekDit alles overdacht zijnde, spreekt Areo-pagus zijn voorkeur uit voor een relatio-nele hermeneutiek. Wat wordt daarmeebedoeld? Er wordt niet mee bedoeld, datwe heel de Bijbel uit zouden moetenleggen vanuit de invalshoek van depersoonlijke relatie tot God of tot Jezus.Dat zou wel eigentijds zijn, omdatindividuele spiritualiteit eigen is aan onzecultuur. Maar de Bijbel zelf verzet zichtegen een dergelijke relationele herme-neutiek. In de Bijbel gaat het over dewereld, de schepping, de volkeren enbepaald niet alleen om de persoonlijke

Contextuele en missionaire De IZB heeft er een nieuwe werktak bij. Een centrum voor contextueleen missionaire verkondiging onder de naam Areopagus. Het centrum is voortgekomen uit het reeds bestaande IZB-cursusaanbod voor predi-kanten op Hydepark: de cursussen ’Presentatie en communicatie’, ‘Preken dichter bij het leven’ en ‘Een prediking die landt’.

Page 13: 2008 - nr. 1

1133Transmissie VVOOOORRJJAAAARR 22000088

relatie van de mens met God.In de Bijbel gaat het echter wel om rela-ties. Dat heeft iedereen er altijd al inkunnen lezen. Alleen opent het relationeledenken van onze tijd er ons wel extra deogen voor. In de gereformeerde theologieis het relationele niet zodanig benoemd,maar aangeduid met de term ’verbond’.Dat de mens geschapen is in de relatiedrukte de gereformeerde theologie bijvoorbeeld uit in de gedachte van hetwerkverbond in het paradijs. Na dezondeval kwam het genadeverbond. Altijdging het God om een relatie tussen Hemen Zijn mensen. Evenzeer gaat het om derelatie van de mens tot de wereld en totzijn medemens. Adam geeft de dierennamen (een relationele handeling bij uit-stek, omdat de naam het wezen weergeeft)en tot Kaïn klinkt de vraag: Waar is jebroeder?Dit alles vinden we op de eerste bladzij-den van de Bijbel. In dit preludium wordthet grondstramien ten gehore gebrachtmet behulp waarvan we de hele compo-sitie van de Bijbel kunnen verstaan. Derelationele hermeneutiek in de drievou-dige zin (God - mens, mens - wereld enmens – medemens) vinden we dus in deopening van de Schrift zelf. Tegelijk

kunnen we met deze sleutel in handenheel eigentijds preken. Vandaag immerservaart de mens zich sterk als een relatio-neel wezen in verantwoordelijkheid voorde wereld. Evenzeer als een relationeelwezen in de gesegmenteerde samenleving,waarin het collectief zeer weinig bescher-ming meer biedt aan persoonlijke relaties. Relaties blijken deze nieuwe situatienauwelijks aan te kunnen. Het meesteleed vandaag is dan ook relationeel leed.En de relatie tot God? Hoe zit het daar-mee? Voor de meesten is Hij de onbeken-de X geworden, hetgeen niet betekent datze helemaal opgehouden zouden zijn metzoeken. Maar een persoonlijk God? Is datniet achterhaald? Wat bedoelt de Bijbelmet een persoonlijk God? Een relationelehermeneutiek geeft alle gelegenheid hierdiep op in te gaan.

Bijbels, eigentijds, bevindelijkDe relationele hermeneutiek geeft demogelijkheid de Bijbel heel letterlijk tenemen in het concrete verhaal van Godmet de mensen. Bij de exegese vragen weons niet alleen af hoe en waar het gebeur-de, maar we letten vooral op de dynamiekin de relaties tussen mensen en de relatietussen mens en God. Wat gebeurt daar,

ook in psychologische zin, zodat we woor-den vinden om het in taal van vandaagover te zetten. Want daar zit natuurlijkwel een punt. Wij zijn geen schaapherderszoals Abraham en Lot. Maar zitten wijpsychologisch anders in elkaar of kunnenwe ook zonder veel moeite in de verhalenvan deze herders de angsten en ver-langens, begeerten en teleurstellingen vanmensen van alle tijden tegenkomen? Wanneer ‘bijbels’ betekent dat het altijdgaat over de relaties, die alles bepalendzijn voor het menszijn, dat kan er nooiteen grote kloof zijn tussen ‘bijbels’ en‘eigentijds’. Dan is het alleen een kwestievan hedendaagse verwoordingen te vindenvoor altijd aanwezige menselijke patro-nen.‘Bevindelijk’ zijn preken die gebaseerd zijnop een relationele hermeneutiek ook.Relaties impliceren dat er heel veel beleefdwordt. In het dagelijkse leven met God,de medemens en de wereld. Bevindinggaat niet over een apart geestelijk leven.Daar zijn nauwelijks bijbelse papierenvoor. Bevinding is beleving van het ver-rukkelijke en verschrikkelijke leven hieren nu, maar dan voor het aangezicht vanGod in verantwoordelijkheid voor dewereld en in ontmoeting met de naaste.In een relationele hermeneutiek verdwijnthet verschil tussen voorwerpelijk enonderwerpelijk, heilshistorisch en heil-sordelijk, uitleg en toepassing. Het gaattoen en nu om de ontmoeting met delevende God in het leven van elke dag.Met alle vreugde en gevecht, schuld enschaamte, genade en verwachting, daar-mee gegeven.

ToekomstIn dit artikel konden slechts enkele aspec-ten worden aangeduid. Elke predikant,die er meer van wil weten en vooral ook:die erin wil oefenen, is van harte welkomop de cursussen. Verder gaat Areopagusook een publicatiereeks starten, waarin aldeze zaken uitvoerig aan de orde komen.

DS. W. DEKKER IS STUDIESECRETARIS VAN DE

IZB EN COÖRDINATOR VAN AREOPAGUS.

E-MAIL: [email protected]

Medewerkers Areopagus: dr. Paul Visser, mevr. Astrid Slob en ds. Wim Dekker

verkondiging WIM DEKKER

Page 14: 2008 - nr. 1

1144 Transmissie VVOOOORRJJAAAARR 22000088

EVANGELISATIE

SCOPUS – bijbelverhalen

We introduceren dit jaar de Scopus-cursusmodule (vijf bijeenkomsten) ‘Eenplek onder de zon’. Er zijn perioden inons leven dat de zon schijnt, maar ooktijden waarin het - meer of minder -donker is. Soms gaan wij in het lichtstaan, waardoor we anderen in deschaduw zetten. Maar het komt ookvoor dat iemand anders in de zon gaatstaan en wij in de schaduw terechtkomen. In deze Scopus-cursus willen we dezonnige plaatsen in ons leven zoeken,die misschien al lange tijd schaduw-plekken geworden zijn. Aan de handvan verhalen uit het Nieuwe Testamentbeleven we mee hoe door Jezus de zondoorbreekt in het leven van mensen enzij nieuwe levensruimte krijgen.

Ontstaan van de cursus Scopus is de naam die de IZB heeftgekozen voor de van oorsprong inDuitsland ontwikkelde cursus Stufen desLebens. Al 25 jaar wordt er met dezecursus gewerkt, waarvan er nu zo’n 20thema’s beschikbaar zijn. De IZB is eensamenwerkingsrelatie aangegaan met deDuitse Stiftung Pflanzschule. Concreetbetekent dit dat voor elke nieuwemodule IZB-medewerkers in Duitslandna een training gecertificeerd worden.Vervolgens mogen zij in Nederland voordeze module kringleiders trainen. Dedeelnemers aan deze training ontvangenvan de IZB een certificaat om dezecursus (dit onderdeel van Scopus dus) in hun eigen gemeente te mogen ver-zorgen. Het is niet mogelijk om het

materiaal bij de IZB te bestellen en erdan mee aan de slag te gaan. Uw ge-meente kan pas met Scopus gaanwerken nadat één of meer gemeente-leden door de IZB getraind zijn alscursusleider.

Ervaringen De afgelopen twee jaar hebben we voor-bereidingen getroffen. IZB-medewerkerszijn gecertificeerd, het materiaal is ver-taald, de bodembeelden en figuren zijngemaakt én er is in een zevental gemeen-ten ervaring opgedaan met Scopus. Demensen die hieraan meegedaan hebben,zijn unaniem in hun aanbeveling omScopus een plaats te geven binnen onzegemeenten. Opmerkelijk is dat allerleiverschillen tijdens de Scopus-bijeen-komsten wegvallen. Zowel christenendie met het geloof opgegroeid zijn alszoekers en mensen die kort geleden totgeloof gekomen zijn, zijn enthousiastomdat het bijbelverhaal voor hen echttot leven komt. Ook niveauverschillen

Scopus is een nieuwe missionaire cursus in het palet van mogelijkhedenom zoekers kennis te laten maken met de Bijbel. Door de bijbelverhalenheen ontdekken de cursusdeelnemers wie God is en wat Hij met ons dage-lijkse leven te maken heeft. Vanuit deze nieuwe invalshoek is er ook voorchristenen heel wat aan Scopus te beleven.

Tineke Zeefat en Coby van der Zee

Page 15: 2008 - nr. 1

1155Transmissie VVOOOORRJJAAAARR 22000088

vallen weg. De bijeenkomsten zijn, endat is anders dan bij andere missionairecursussen, meer op de eigen reflectie enbeleving gericht dan op het verbaal ver-woorden. Mensen met jarenlange kring-ervaring stonden ervan versteld dat er inkorte tijd – vaak al in de eerste bijeen-komst – zo’n enorme diepgang bereiktwordt. Het is mooi te ervaren dat deBijbel zo van-zelf-sprekend is. De rol van de cursusleider is van grootbelang. Ervaring met groepen en enigelevenservaring zijn vereist om eenScopus-groep te kunnen leiden.

Plaats in het gemeenteaanbod Scopus is geschikt voor zoekers en toe-treders en kan heel goed vóór of ná eenandere missionaire cursus gebruikt wor-den. De cursus is namelijk bedoeld voormensen die zoeken naar wat van belangis in hun leven en in die zoektocht deBijbel willen verkennen. De thema’s zijnherkenbaar en van belang voor iedereen.De manier van bespreken is enorm ont-

dekkend. De opzet van de cursus is ookzeer geschikt om de integratie tussennieuwkomers en gemeenteleden testimuleren. Door de korte duur van een cursus-module – vijf bijeenkomsten – is dezeflexibel in te passen in het jaarprogram-ma. In de ene gemeente stopt na Pasenhet kringwerk en is er ruimte voorgemeentebrede toerusting, in de anderegemeente zoekt men naar mogelijkhedenvoor na de Alpha-cursus of juist naar eenmethode die de integratie tussen zoekersen gemeenteleden bevordert. In al dezesituaties is Scopus goed in te zetten.

Starten in uw gemeente?Het begint dus met het volgen van detraining voor kringleiders. In de trainingvolgt u als deelnemer het cursus-programma, zodat u zelf ervaart wat ditmet mensen doet. Daarnaast wordt ugeïnformeerd over hoe u in uw gemeen-te de cursus kunt organiseren. Ook is eraandacht voor hoe u leiding kunt gevenaan een kring. Welkom bij deze kringleiderstrainingzijn: - kringleiders die de cursus in hun

gemeente willen gaan geven- evangelisten / missionair werkers - predikanten

Regio Huizen: 15, 22, 29 mei en 5 en 12 juni 2008Regio Nieuwerkerk a/d IJssel: 19 mei, 2, 16, 23 en 30 juni 2008

Voor de kringleiderstraining kunt u zichopgeven via [email protected]. Verderzijn er folders beschikbaar om mensenbinnen uw gemeente te attenderen opde training. Deze kunt u telefonisch ofper e-mail bestellen. Voor verdere infor-matie kunt u contact opnemen metTineke Zeefat of Coby van der Zee.

MEVR. J.D. VAN DER ZEE-VAN DER PLOEG IS

MISSIONAIR TOERUSTER BIJ DE IZB.

E-MAIL: [email protected]

beleven‘Een plek onder de zon’

COBY VAN DER ZEE

SCOPUS

... is een missionaire methode, diebijbels en pastoraal opgebouwdis vanuit algemeen herkenbarelevensthema’s.

... richt zich op die mensen voorwie de drempel voor het geloofen de gemeente te hoog(geworden) is. Niet kennisover-dracht staat voorop, maar hetvers voor vers tot je door latendringen van het bijbelverhaal.De cursus is ook geschikt voorgroepen waaraan mensen deel-nemen die nog maar kort gelo-ven of geïnteresseerd zijn endeelnemers die al lange tijdgeloven.

... werkt met bodembeelden waar-in bijbelse verhalen met behulpvan vormen en figuren toegan-kelijk gemaakt worden. Opdeze wijze wordt de aanzetgegeven tot een persoonlijkegedachtewisseling.

... heeft als kenmerken: • directe ontmoeting met de

bijbeltekst• bijbelkennis is niet vereist• niet discussie, maar de dialoog

staat centraal• deelnemers voelen zich per-

soonlijk aangesproken• in / door de bijbelverhalen

worden diepere lagen aange-boord

• door het associatief omgaanmet teksten worden bekendeverhalen heel concreet

… bestaat uit vijf bijeenkomstenper cursusmodule - waarvan de 5eeen evaluatief en / of vierendkarakter heeft - en zo’n module iseen afgerond geheel. Sommigemodules behandelen nieuwtesta-mentische bijbelgedeelten, andereoudtestamentische en sommigebeide.

Page 16: 2008 - nr. 1

1166 Transmissie VVOOOORRJJAAAARR 2200008816

MISSIONAIRE AGENDA

Het Dienstencentrum van de PKNheeft samen met onder andere de IZBde Engelse theoloog en missionairdenker Stuart Murray uitgenodigdvoor een bezinningsdag op 29 mei2008 in Utrecht. Murray is bekendvan zijn analyses van de omslag naar

een post-christendom tijd en zijn plei-dooi voor een veel vrijere kerkvorm envoor kerkplanting. Ook is hij de inspi-rator van een netwerk van missionairegroepen in grote steden (UrbanExpression). Hij zal twee lezingenhouden: over wat een post-christen-

dom tijd betekent voor de kerk enover de wederzijdse beïnvloeding vanoudere en nieuwe kerkvormen.Reacties van Nederlandse theologen enmissionaire werkers. Zie voor meer gegevens: www.izb.nl

‘Samen leren’ – symposium met Stuart Murray

‘Nieuwe religiositeit, teken van hoop of verder verval?’

Oriëntatiecursus christelijk geloof,Alpha-cursus, 7 + 1 BasiscursusGeloven, Emmaüs, Scopus... Er zijn talvan cursussen voor zoekers die meerwillen weten over de Bijbel en hetchristelijk geloof. Maar niet elke cursusis in elke situatie bruikbaar. Voor welkedoelgroep is welke cursus geschikt?Welke leiding is nodig? Wat past bij jegemeente? Wat is de beste volgordevoor deze cursussen? Het kiezen van dejuiste cursus in een bepaalde situatie isuitermate belangrijk, evenals hetnadenken over een vervolg: hoe houdje deelnemers vast? De IZB houdtdaarover een landelijke werkdag opzaterdag 7 juni 2008 in Woudenberg.In het ochtendprogramma spreekt ds.René van Loon, die vele jaren geledende nog altijd actuele Oriëntatiecursuschristelijk geloof ontwikkelde. Hij zalingaan op de mogelijkheden om men-sen die meer willen weten over deBijbel, God en het christelijk geloofmet een cursus te bereiken. Daarbij

put hij uit een grote ervaring. ’s Middags zijn er over elk van degenoemde cursussen workshops, waar-voor al medewerking is toegezegd doords. René van Loon (OCG), Jan Bakker(Alpha), ds. Peter Hendriks (7 + 1).IZB-medewerkers verzorgen de pro-gramma’s over Emmaüs en Scopus.

We verwachten dat het een inspireren-de dag wordt die het evangelisatiewerkin uw gemeente een nieuwe stimulanskan geven. Toegang: ca. € 17,50 (incl.lunch). Aanmelding voor deze dag isnoodzakelijk: tel. 033-4611949 of e-mail: [email protected] informatie op: www.izb.nl

Ds. W. Dekker, studiesecretaris van de IZB, ziet in de oplevende religiositeit vooral nieuw heiden-dom. Hij sprak daarover op de predikantencontio van de Gereformeerde Bond. Uit reacties blijktdat hij nog wel iets heeft uit te leggen, want het is toch niet de bedoeling dat we ons afwenden vande cultuur en opsluiten in de veiligheid van de kerk? Een nieuwe lezing dus (de vorige is te vindenop: www.izb.nl) op een bezinningsavond in De Schakel te Nijkerk. Een eerste reactie geeft dr.Arjan Markus, missionair predikant in Utrecht. Datum: 28 mei 2008, 19.45-22.00 uur. Aanmelding niet nodig.

dr. Arjan Markuc

‘Kennis maken met…’ – informatiedag over missionaire cursussen