2
26 ZEELAND door Cornelleke Blok W at doe je als een paar stoe- re jongens op het school- plein tegen een klasge- noot roepen dat hij stomme kleren heeft? De groe- pen 4 en 5 van basisschool De Linge in Biezelinge buigen zich over deze vraag. Het is donderdagmorgen, negen uur: het vaste tijdstip voor de wekelijkse Kiva-les. Juf Corien Kwekkeboom geeft haar leer- lingen opdracht om in groepjes oplossin- gen te bedenken voor het fictieve pest- probleem. Peinzend en druk overleg- gend hangen de kinderen over de tafels. Op witte vellen noteren ze wat ze zou- den doen. ‘Zorgen voor nieuwe kleren’, is de strategie van één van de groepjes. ‘Zeggen tegen de jongens dat ze zich er niet mee moeten bemoeien’, schrijven anderen op. Enkele klasgenoten kiezen ervoor om het slachtoffer in bescher- ming te nemen en op te beuren. ‘Ik zou zeggen dat zijn kleren mooi zijn en dat hij niet speciaal is’, schrijft iemand op. Even later steken de kinderen bijna alle- maal hun vinger hoog de lucht in, als de juf vraagt wie de situatie wil naspelen. De eer is aan Nicky, die het gepeste meisje speelt, en Milan, die voor even een pestkop is. Hun klasgenoten wor- den uitgenodigd om Nicky te helpen. Evi stapt als eerste naar voren. „Je moet je er niet mee bemoeien. Die kleren zijn heel mooi.” Een ander meisje pakt het op advies van haar juf subtieler aan. Ze gebruikt de ‘ik-boodschap’, die ze in de vorige lessen geleerd hebben. „Ik vind het niet leuk dat je Nicky uitscheldt”, zegt ze dapper. Nu durven de anderen ook. In een mum van tijd drommen wel tien kinderen samen om Nicky te be- schermen. „Kijk eens naar je eigen kle- ren!”, bijt een jongen Milan toe. „Ieder- een heeft een eigen smaak”, deelt een ander hem mee. „Je mag niet zomaar ie- mand uitschelden!”, klinkt het. „Nee, want misschien komt ze wel uit een an- dere cultuur!”, valt een ander bij. De juf grijpt in. Zo is het wel genoeg, maakt ze haar klas duidelijk. „Want an- ders loopt het uit de hand en is Milan straks degene die gepest wordt.” Ze glimlacht, want de boodschap van de les is overgekomen. ‘Wij helpen gepeste kinderen’, schrijft ze op het grote gele vel met anti-pestregels, dat in de klas hangt. De Linge is één van de 66 scholen in Ne- derland die het anti-pestprogramma Ki- Va uitproberen. De school doet mee aan een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen naar de effectiviteit van het programma. „Kiva werkt preventief”, legt Kwekkeboom uit, als de les afgelo- pen is. „Het uitgangspunt is dat pesten op elke school voorkomt. We proberen het te verminderen door het bespreek- baar te maken en kinderen te laten zien dat pesten serieus genomen wordt.” Als een kind gepest wordt, zorgen leer- krachten ervoor dat er een zogeheten ‘steungroep’ komt. Kwekkeboom: „Vroe- ger ging dat anders. Toen spraken we de pester bijvoorbeeld streng toe. Nu gaat niet alleen om het slachtoffer en de pes- ter, maar juist om de kinderen die het slachtoffer kunnen helpen. De pestkop wordt niet aangewezen en niemand krijgt straf. We proberen in zo’n geval samen een oplossing te vinden en er- Basisscholen worden wettelijk verplicht om pesten aan te pakken. Maar hoe? De Linge in Biezelinge lijkt het antwoord ge- vonden te hebben. De school is één van 66 basisscholen in Nederland die het suc- cesvolle Finse antipestprogramma Kiva uitproberen. Met z’n allen Kinderen worden aangemoedigd om het voor slachtoffers op te nemen. REPORTAGE De Kiva-regels die in de klas han- gen op basischool De Linge. Het antipestprogramma Kiva richt zich op de groep als geheel om pestsituaties te voorkomen.

26 ZEELAND REPORTAGE...26 ZEELAND doorW Cornelleke Blok at doe je als een paar stoe-re jongens op het school-plein tegen een klasge-noot roepen dat hij stomme kleren heeft? De groe-pen

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: 26 ZEELAND REPORTAGE...26 ZEELAND doorW Cornelleke Blok at doe je als een paar stoe-re jongens op het school-plein tegen een klasge-noot roepen dat hij stomme kleren heeft? De groe-pen

26 ZEELAND

door Cornelleke Blok

Wat doe je alseen paar stoe-re jongens ophet school-plein tegeneen klasge-noot roepen

dat hij stomme kleren heeft? De groe-pen 4 en 5 van basisschool De Linge inBiezelinge buigen zich over deze vraag.Het is donderdagmorgen, negen uur:het vaste tijdstip voor de wekelijkseKiva-les.Juf Corien Kwekkeboom geeft haar leer-lingen opdracht om in groepjes oplossin-gen te bedenken voor het fictieve pest-probleem. Peinzend en druk overleg-gend hangen de kinderen over de tafels.Op witte vellen noteren ze wat ze zou-den doen. ‘Zorgen voor nieuwe kleren’,is de strategie van één van de groepjes.‘Zeggen tegen de jongens dat ze zich erniet mee moeten bemoeien’, schrijvenanderen op. Enkele klasgenoten kiezenervoor om het slachtoffer in bescher-ming te nemen en op te beuren. ‘Ik zouzeggen dat zijn kleren mooi zijn en dathij niet speciaal is’, schrijft iemand op.Even later steken de kinderen bijna alle-maal hun vinger hoog de lucht in, als dejuf vraagt wie de situatie wil naspelen.De eer is aan Nicky, die het gepestemeisje speelt, en Milan, die voor eveneen pestkop is. Hun klasgenoten wor-den uitgenodigd om Nicky te helpen.Evi stapt als eerste naar voren. „Je moetje er niet mee bemoeien. Die kleren zijnheel mooi.” Een ander meisje pakt hetop advies van haar juf subtieler aan. Zegebruikt de ‘ik-boodschap’, die ze in devorige lessen geleerd hebben. „Ik vind

het niet leuk dat je Nicky uitscheldt”,zegt ze dapper. Nu durven de anderenook. In een mum van tijd drommen weltien kinderen samen om Nicky te be-schermen. „Kijk eens naar je eigen kle-ren!”, bijt een jongen Milan toe. „Ieder-een heeft een eigen smaak”, deelt eenander hem mee. „Je mag niet zomaar ie-mand uitschelden!”, klinkt het. „Nee,want misschien komt ze wel uit een an-dere cultuur!”, valt een ander bij.De juf grijpt in. Zo is het wel genoeg,maakt ze haar klas duidelijk. „Want an-ders loopt het uit de hand en is Milanstraks degene die gepest wordt.” Zeglimlacht, want de boodschap van deles is overgekomen. ‘Wij helpen gepestekinderen’, schrijft ze op het grote gelevel met anti-pestregels, dat in de klashangt.De Linge is één van de 66 scholen in Ne-derland die het anti-pestprogramma Ki-Va uitproberen. De school doet mee aaneen onderzoek van de RijksuniversiteitGroningen naar de effectiviteit van hetprogramma. „Kiva werkt preventief”,legt Kwekkeboom uit, als de les afgelo-pen is. „Het uitgangspunt is dat pestenop elke school voorkomt. We proberenhet te verminderen door het bespreek-baar te maken en kinderen te laten ziendat pesten serieus genomen wordt.”Als een kind gepest wordt, zorgen leer-krachten ervoor dat er een zogeheten‘steungroep’ komt. Kwekkeboom: „Vroe-ger ging dat anders. Toen spraken we depester bijvoorbeeld streng toe. Nu gaatniet alleen om het slachtoffer en de pes-ter, maar juist om de kinderen die hetslachtoffer kunnen helpen. De pestkopwordt niet aangewezen en niemandkrijgt straf. We proberen in zo’n gevalsamen een oplossing te vinden en er-

Basisscholen worden wettelijk verplichtom pesten aan te pakken. Maar hoe? DeLinge in Biezelinge lijkt het antwoord ge-vonden te hebben. De school is één van66 basisscholen in Nederland die het suc-cesvolle Finse antipestprogramma Kivauitproberen.

Met z’n allen� Kinderen worden aangemoedigd om het voor slachtoffers op te nemen.

REPORTAGE

� De Kiva-regels die in de klas han-gen op basischool De Linge.

� Het antipestprogramma Kiva richt zich op de groep als geheel om pestsituaties te voorkomen.

Page 2: 26 ZEELAND REPORTAGE...26 ZEELAND doorW Cornelleke Blok at doe je als een paar stoe-re jongens op het school-plein tegen een klasge-noot roepen dat hij stomme kleren heeft? De groe-pen

ZATERDAG 13 APRIL 2013 ZEELAND 25

E en beter antipestprogrammadan Kiva is er niet op de we-reld, zegt onderzoeker Gijs

Huitsing van de RijksuniversiteitGroningen. „Kiva is gericht op pre-ventie, het heeft concrete en duidelij-ke materialen, zorgt voor een struc-turele cultuurverandering in deschool en voor professionele trai-ning van leerkrachten.”Hoewel in Fins onderzoek al bewe-zen is dat Kiva werkt - het pestge-drag op Finse scholen nam met veer-tig procent af - onderzoekt de vak-groep sociologie van de Rijksuniver-siteit Groningen onder leiding vanRené Veenstra hoe effectief het anti-pestprogramma is op Nederlandsebasisscholen. Huitsing: „Veel anti-pestprogramma’s worden ingevoerdzonder dat scholen weten of ze effec-tief zijn. Het onderzoek naar Kiva isnodig, omdat de Nederlandse scho-len anders zijn dan de Finse. De sa-menstelling van de klassen in Fin-land is homogener, hier zijn meercombinatieklassen. En in Finlandzijn alle docenten universitair opge-

leid. Dat is in Nederland niet het ge-val.” Zesenzestig basisscholen, waar-van De Linge in Biezelinge de enigeZeeuwse is, proberen Kiva geduren-de twee schooljaren uit; 33 anderescholen zijn ‘controleschool’. Zij ge-bruiken Kiva niet, maar doen welmee aan het onderzoek. Leerlingenvan de deelnemende scholen vullenvijf keer een vragenlijst in over hunwelbevinden en over pestgedrag opschool. „We hopen dat het pesten opde Kiva-scholen na deze periodeminder is geworden.”De eerste resultaten van het Gro-ningse onderzoek zijn na de zomerbekend. Als bewezen wordt dat Kivaook op Nederlandse basisscholenwerkt, kunnen alle scholen het pro-gramma vanaf juni 2014 gaan gebrui-ken. Volgens Huitsing voldoet Kivaaan alle eisen die staatssecretaris San-der Dekker (Onderwijs) en Kinder-ombudsman Marc Dullaert stellenaan scholen in hun plan van aanpakom pesten te voorkomen.

kijk ook op www.kivaschool.nl

voor te zorgen dat het gepeste kind zichweer fijn voelt op school. Kinderen be-denken zelf hoe ze dat willen doen: deéén loopt bijvoorbeeld met het gepestekind mee naar huis, de ander zegt elkeochtend ‘goedemorgen’.”Dat het KiVa-programma helpt, is alaangetoond in Finland. Onderzoekheeft uitgewezen dat het pesten daarmet 40 procent afnam. Kinderen voelenzich bovendien prettiger, zijn meer ge-motiveerd en presteren beter. Daaromwordt KiVa in Finland inmiddels op on-geveer 90 procent van de scholen ge-bruikt.Of Kiva op De Linge ook succesvol is,moet nog uit de onderzoeksresultatenblijken, maar Kwekkeboom ziet al verbe-teringen. Het is tot nu toe nog niet no-dig geweest om een steungroep te vor-men. „Pas geleden bleek dat een kindvaak geduwd werd in de gang. Toen benik met de klas in gesprek gegaan, en hebze duidelijk gemaakt dat ze als klas ver-antwoordelijk zijn voor een goede sfeer.Daarna merkte ik dat kinderen heel aar-dig deden tegen die leerling. Ze vroegenof hij wilde spelen en of hij naast henwilde zitten in de kring.”De kracht van Kiva zit ’m volgens Kwek-keboom vooral in de positieve aanpak.„We kijken niet naar wat er is gebeurd,maar naar de toekomst. Daardoor ko-men kinderen eerder naar ons toe als erpestsituaties zijn. Eerst deden ze datniet, omdat ze bang waren dat er ie-mand op z’n kop zou krijgen en ze zelfgepest zouden worden. Pesters hebbensoms veel macht. Ze kunnen alleen meteen blik of een gebaar iets duidelijk ma-ken aan slachtoffers. Die dingen zie jeals leerkracht niet, maar je wilt wel dathet stopt.”

Nicky (8) weet door de Kiva-lessen be-ter hoe ze haar grenzen moet aangeven.„Pas werd ik in de pauze bijna gedwon-gen om op het klimrek te spelen. Toenheb ik gezegd dat ik dat niet leuk vond.Ze luisterden. Er wordt bijna niet ge-pest op onze school, maar als ik het zie,ga ik echt wel ingrijpen.” Yannick (10)uit groep 7 wist wat hij moest doentoen hij merkte dat een leeftijdsgenoot-je bij de voetbalvereniging gepest werd.„Ik heb na de training mijn vriendenmeegenomen, want met meer kinderensta je sterker. We hebben gezegd dat zeermee op moesten houden. Toen stop-ten ze. Daarna ging het nog een beetjedoor, maar het werd wel minder erg. Dejongen die gepest werd, zei later ‘be-dankt’ tegen me. Toen was ik wel heeltrots.”

� Leerlingen uit groep 4 en 5 van basisschool De Linge in Biezelinge spelen een pestsituatie na tijdens de wekelijkse Kiva-les. foto’s Willem Mieras

� In Nederland worden gemiddeld drie leer-lingen per klas gepest.

� Scholen worden wettelijk verplicht ompesten op een effectieve manier tegen tegaan. Staatssecretaris Sander Dekker (On-derwijs) en Kinderombudsman Marc Dul-laert presenteerden daarvoor onlangseen plan van aanpak.

� Leraren spelen een belangrijke rol bij deaanpak van pesten en moeten daarom be-ter getraind worden.

� Voor cyberpesten (via internet) komt spe-ciale aandacht.

� Gepeste kinderen en hun ouders die opschool geen gehoor vinden bij de school,kunnen in het uiterste geval terecht bijde Kinderombudsman.

tegen pesten

SCHOOL MOET PESTEN AANPAKKEN

Kiva-onderzoek