58
ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004

ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

ANATOMIE

PLOTopleiding ambulanciers

2004

Page 2: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Hoofdstukken

1. Waar ligt wat

2. Een overzicht van de lichaamsstelsels

1. Het zenuwstelsel

2. Het ademhalings-stelsel

3. Het hart- en bloedvatenstelsel

4. Het bewegingsstelsel

5. Het spijsverteringsstelsel

6. Het urogenitaal stelsel

7. De inwendige klieren

8. Het afweerstelsel

9. De zintuigen

10. De huid

Page 3: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Anatomische houding

• boven• rechts• vooraan• proximaal• mediaal

• onder• links• achteraan• distaal• lateraal

Page 4: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Toepassingboven-onder links-rechts vooraan-achteraan

proximaal-distaal mediaal-lateraal

• De elleboog ligt … tov de hand• Het hoofd ligt … tov de hals• De duim ligt … tov de pink• Het hart ligt … tov de longen• De neus ligt … tov het hoofd• De voet ligt … tov het bovenbeen• De pols ligt … tov de vingers

• proximaal• distaal• lateraal• mediaal• vooraan• distaal• proximaal

Page 5: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De kwadranten van de buikholte

Page 6: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het zenuwstelsel

• Hoe is het zenuwstelsel opgebouwd?

• Hoe werkt het zenuwstelsel?

• De ambulancier en het belang van het zenuwstelsel

Page 7: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Hoe is het zenuwstelsel opgebouwd?

• Centrale zenuwstelsel

– hersenen

– ruggenmerg

• Perifere zenuwstelsel

– zenuwen

Page 8: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Doorsnede van de schedel

• Huid• Schedel• Hersenvliezen• Hersenvocht• Grijze stof• Witte stof

Page 9: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De hersenen

• grote hersenen• kleine

hersenen• hersenstam• ventrikels

Page 10: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het ruggenmerg

Page 11: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Werking

• Willekeurig zenuwstelsel

• Onwillekeurig (autonoom) zenuwstelsel

• Prikkeloverdracht

• Kruisen zenuwbanen

• Reflexen

• Dominantie

Page 12: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Kruisen van de zenuwbanen

Page 13: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Reflexen

Page 14: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De ambulancier en het belang van het zenuwstelsel

• Zuurstoftekort ter hoogte van de hersenen– na 4-6 minuten: schade– na 10 minuten: hersencellen beginnen af te

sterven

• Breuken van de wervelkolom kunnen leiden tot verlammingen

Page 15: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het ademhalingsstelsel

Hoe is het ademhalingsstelsel opgebouwd?

Hoe werkt het ademhalingsstelsel?

De ambulancier en het belang van het ademhalingsstelsel

Page 16: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Hoe is het ademhalingsstelsel opgebouwd?

• Neus – mond – keelholte• Strottenhoofd• Luchtpijp• Longblaasjes• Middenrif• Omgevende structuren

Page 17: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Neus – mond – keel - strottenhoofd

Page 18: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De keelholte

• Huig• Amandelen• Keel• Tong

Page 19: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het strottenhoofd

Page 20: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De luchtpijp

Page 21: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De longen

Page 22: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De gasuitwisseling

Page 23: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Hoe werkt het ademhalingsstelsel?

• Inademen en uitademen

• De longvliezen

• De hulpademhalingsspieren

• Het ademhalingscentrum

• Volume en frequentie

• De gasuitwisseling

Page 24: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De ambulancier en het belang van de ademhaling

• Het lichaam kan niet overleven zonder zuurstof. Na 4 tot 6 minuten: begint onherstelbare hersenschade

• Belemmering van de luchtweg: taak van de ambulancier: luchtwegen vrijmaken

• Ribbreuken of doorboorde borstkas kunnen de blaasbalgfunctie verstoren

Page 25: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het hart- en bloedvatenstelsel

Page 26: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het hart- en bloedvatenstelsel

• Hoe is het hart- en bloedvatenstelsel opgebouwd?

• Hoe werkt het hart- en bloedvatenstelsel?

• De ambulancier en het belang van het hart- en

bloedvatenstelsel

Page 27: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Hoe is het hart- en bloedvatenstelsel opgebouwd?

• Het hart

• De bloedvaten

• Het bloed

Page 28: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het hart

Page 29: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het hart

linker boezemlinker kamerrechter boezem

rechter kamer

Page 30: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De bloedvaten

• Slagaders (arteriën)

• Aders (venen)

• Haarvaten (capillairen)

Page 31: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De bloedvaten

Page 32: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het bloed

• Plasma

• Rode bloedcellen (5 000 000 /mm3)

• Witte bloedcellen (10 000 /mm3)

• Bloedplaatjes (150 000 – 300 000 /mm3)

Page 33: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Werkinghart- en

bloedvatenstelsel

Page 34: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De ambulancier en het belang van het hart- en bloedvatenstelsel

• Zonder circulatie wordt geen zuurstof vervoerd en sterven weefsels af (eerst de hersenen). Ambulancier moet vitale functies vaststellen

• Hartspier die geen zuurstofrijk bloed krijgt, geeft pijn op de borst.

Page 35: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het hartinfarct

Page 36: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het bewegingsstelsel

Page 37: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het bewegingsstelselBouw en werking

• Functie– steun en vorm geven aan het lichaam– bewegingen mogelijk maken (gewrichten /

spieren)– bescherming belangrijke organen– aanmaak bloed

• Bouw van het bot

Page 38: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het skelet

Page 39: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De ambulancier en het belang van het bewegingsstelsel

• Bij ongevallen ontstaan vaak breuken van beenderen, gewrichten of spieren

Page 40: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het spijsverteringsstelsel

Page 41: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het spijsverteringsstelselBouw en werking

• Mond

• Slokdarm• Maag

• Dunne darm• Dikke darm• Aars

• Mechanisch verkleinen voedsel

• Transport• Mechanisch en chemisch

verkleinen voedsel• Opname voedingsstoffen• Opname vocht• Uitscheiding

Page 42: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De ambulancier en het belang van de spijsvertering

• Bij verslikking kan het voedsel het ademhalingskanaal geheel of gedeeltelijk belemmeren

• Bij een stomp buiktrauma kunnen inwendige organen beschadigd geraken. Dit kan leiden tot gevaarlijke inwendige bloedingen

Page 43: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het uro-genitaal stelsel

Uitscheidingsstelsel

Voortplantingsstelsel

Page 44: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het uro-genitaal stelselBouw en werking

• De man– Nieren

– Urineleider

– Blaas

– Urinekanaal

– Prostaat

– Penis

– Teelballen

• De vrouw– Eierstokken

– Eileiders

– Baarmoeder

– Vagina

Page 45: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De ambulancier en het belang van het uro-genitaal stelsel

• Ongevallen met hevige stoten of bruuske vertragingen kunnen leiden tot beschadiging van de nieren ernstige bloedingen

Page 46: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De inwendige klieren

Page 47: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De inwendige klierenBouw en werking

• Definitie hormoon

• Hypofyse

• Alvleesklier

Page 48: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De ambulancier en het belang van de inwendige klieren

• Patiënten met suikerziekte die teveel insuline hebben gespoten, vertonen tekeken van suikertekort

Page 49: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het afweerstelsel

Page 50: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Het afweerstelsel

• Witte bloedlichaampjes antilichamen

• Vaccinatie

Page 51: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De ambulancier en het belang van het afweerstelsel

• Sommige vaccinaties zijn beroepshalve belangrijk voor de ambulancier

Page 52: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De zintuigen

Page 53: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De zintuigen

• Het oog– Bouw– Werking– Belang voor de ambulancier:

• Bepaalde hersenletsels zorgen voor ongelijke pupillen

• Het oor– Bouw– Werking– Belang voor de ambulancier

• Sterke en plotse drukverschillen kunnen het trommelvlies doen scheuren

• Een schedelbasisbreuk kan leiden tot bleodverlies uit het oor

Page 54: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De huid

Page 55: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De huidBouw en werking

• Huidlagen– Opperhuid– Lederhuid– Onderhuid

• Eigenschappen– Bescherming– Doorlaatbaar (medicatie, giftige stoffen)– Temperatuurregeling (zweten)

Page 56: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

De ambulancier en het belang van de huid

• Door temperatuur of bijtende scheikundige stoffen kunnen brandwonden optreden

Page 57: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Algemene samenvatting

Page 58: ANATOMIE PLOT opleiding ambulanciers 2004 Hoofdstukken 1.Waar ligt watWaar ligt wat 2.Een overzicht van de lichaamsstelsels 1.Het zenuwstelselHet zenuwstelsel

Algemene samenvatting

• Als ambulancier moet je weten waar de voornaamste organen liggen en hoe ze werken

• Drie stelsels zijn van onmiddellijk levensbelang en moeten door de ambulancier indien nodig ondersteund worden:– Zenuwstelsel

– Ademhalingsstelsel

– Hart- en bloedvatenstelsel