Basisschool De Zonnebloem Christelijke identiteit/SWP WO… · Web viewHet is wel van belang dat de klastitularis met de andere leerkracht afspraken maakt omtrent het brengen of

Basisschool De ZonnebloemKoewacht 1109190 StekeneTel & Fax 03/779 84 [email protected] www.koewacht.be

Schoolwerkplan 1. Werken aan de schooleigen christelijke identiteit

Christelijk opvoedingsproject Eigen opvoedingsproject Schoolwerkplan Infobrochure Schoolreglement

1. Werken aan de schooleigen christelijke identiteit.

Schoolwerkplan Basisschool De Zonnebloem 19-5-2023

1

http://www.koewacht.be/

mailto:[email protected]

1.1 Christelijk opvoedingsproject

Iedere leerkracht beschikt over de basistekst "Opdrachten voor het Katholiek Basisonderwijs in Vlaanderen". (bijlage 1.1.a)

Dit document ligt aan de basis van ons schooleigen christelijk opvoedingsproject (zie infobrochure pag. 3, bijlage 1.1.b).

In de school is door alle leerkrachten te raadplegen: "Opvoedingsconcept voor het Katholiek Basisonderwijs in Vlaanderen" (zie bijlage 1.1.c.).

1.2 Eigen opvoedingsproject

Iedere leerkracht beschikt over de uitgave "Opvoedingsproject voor Basisschool De Zonnebloem en Kleuterschool Het Zonnebloempje" (zie infobrochure pag. 3, bijlage 1.1.b).

1.3 Schoolwerkplan

Elke leerkracht beschikt over dit schoolwerkplan. Het volledige schoolwerkplan met alle bijlagen kan geraadpleegd worden in de mediatheek.

1.4 Infobrochure

Er wordt jaarlijks, voorafgaand aan het nieuwe schooljaar, een informatiebrochure met nuttige inlichtingen opgesteld. Een exemplaar wordt bezorgd aan alle ouders. (zie bijlage 1.4.a.)

1.5 Schoolreglement

De school beschikt over een schoolreglement dat aan alle ouders bezorgd wordt. (zie bijlage 1.5.a.) De ouders ondertekenen een bijgevoegd strookje voor kennisname en akkoord. Deze ondertekende strookjes worden op school bewaard.

2. Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsinhoudelijk aanbod

Werken met basisdocumenten Ontwikkelingsplan voor de Katholieke kleuterschool Leerplannen Ontwikkelingsdoelen en eindtermen

Leergebieden


2

Godsdienst Nederlands Wiskunde Taalopvoeding Frans Schrift Muzische opvoeding Mediaopvoeding Bewegingsopvoeding Wereldoriëntatie

Leergebiedoverschrijdende ontwikkelingsdoelen en eindtermen

Leren leren Sociale vaardigheden

Algemeen Pesten Bos - en zeeklassen Carnaval Sinterklaas Kleuterschoolfeest Schoolproject Schoolprojecten & uitstappen Nascholing

Informatie- en communicatietechnologie

2 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsinhoudelijk aanbod.

2.1Werken met basisdocumenten

De leerkrachten nemen de leerplannen en het ontwikkelingsplan voor de katholieke kleuterschool als uitgangspunt voor het plannen van hun onderwijsaanbod.

Nieuwe leerplannen worden in het team verkend. De leerkrachten zijn op de hoogte van de doelen in de leerplannen en kunnen

aangeven bij welke doelen hun activiteiten aansluiten.


3

2.1.1 Ontwikkelingsplan voor de katholieke kleuterschool

Elke kleuterleidster beschikt in de klas over het “Ontwikkelingsplan voor de katholieke kleuterschool”, 2000 (zie bijlage 2.1.1.a.)

Het document blijft bij de klas.

2.1.2 Leerplannen

Elke leerkracht beschikt over de leerplannen in de klas. De leerplannen blijven bij de klas. Extra exemplaren van de leerplannen zijn in de mediatheek beschikbaar voor duo-

partners, tijdelijken, stagiairs.

2.1.3 Ontwikkelingsdoelen en eindtermen

De map “Ontwikkelingsdoelen en eindtermen” (1998) van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap is beschikbaar op school (zie bijlage 2.1.3.a.).

De ontwikkelingsdoelen en eindtermen kunnen ook geraadpleegd worden in de concordantielijsten in de diverse leerplannen van het VVKBao.

2.2 Leergebieden

2.2.1 Godsdienst

2.2.1.1 Werkplan (KS) en Leerplan (LS)

“Leerplan Rooms-katholieke godsdienst”, 2000. (zie bijlage 2.2.1.1.a.) “Werkplan Rooms-katholieke godsdienst voor het katholiek kleuteronderwijs in

Vlaanderen”, 2001 (zie bijlage 2.2.1.1.b.)

2.2.1.2 Afspraken op schoolniveau

Gevolgde methode: “TOV, Tuin van Heden en andere methodes”, in de kleuterschool en “Tuin van Heden”, van 1ste t/m 6de lj.

Schoolspecifieke afspraken: Lktn. mogen naast hun handleiding ook gebruik maken van Zonnekind, Zonneland

en Zonnestraal. Ook materiaal van websites als “Thomas” kan worden aangewend.

Actuele thema’s komen aan bod in de lessen vb. Welzijnszorg, Broederlijk Delen,… Godsdienst is meer dan verzorgen van onthaal, praatronde op maandagmorgen, …

godsdienstlessen moeten niet het 1ste lesuur vallen opsplitsen van lestijden kan

1ste graad : max. 2 lestijden opgesplitst 2de graad : max. 1 lestijd opgesplitst 3de graad : alleen lestijden van 50 min.

3de graad : regelmatig verwijzen naar gewone tijdsband kleuters : godsdienst integreren in BC’s en in alle situaties die zich voordoen godsdiensthoek : interactieve hoek met vaste en variabele voorwerpen zithoek biedt een meerwaarde aan het lesgeven 2 lessen uit de 1ste graad worden gewisseld n.a.v. de eerste communie “ brood

en maaltijd houden “ en “ water” Vasten

Aansluitend bij de wekelijkse bezinningmomenten in de zaal en in de klas, organiseren we elk jaar een vastenvoettocht ten voordele van een plaatselijk project. We zetten dit jaar voorlopig onze zinnen opnieuw op Kisantu, en we voorzien maandag donderdagnamiddag 20 maart op de kalender.

Als Goede Vrijdag een schooldag is, organiseren we op die dag een sobere maaltijd. Dit jaar is dat het geval op vrijdag 21 maart.


4

2.2.1.3 Eucharistievieringen in de kerk

Bij het begin van het schooljaar (12/09, voorbereiding 4e leerjaar), voor de kerstvakantie (19/12, voorbereiding 2e en 3e leerjaar), voor de paasvakantie (19/03, voorbereiding 5e leerjaar) en op het einde van het schooljaar (25/06, voorbereiding 6e leerjaar) vindt er een eucharistieviering plaats in de kerk voor de leerlingen van de lagere school. Enkele aandachtspuntjes: Er is een apart gebedenblad (in een kleurtje) dat in elke viering zal worden

gebruikt. We streven ernaar om telkens gedurende het volledige schooljaar hetzelfde liedje

te nemen tijdens de schuldbelijdenis en voorbeden. Hou er rekening mee dat je zelf een CD-speler meebrengt, en de micro voor de

luidspreker houdt vermits de installatie in de kerk niets voorstelt. Laat de blaadjes onder de stoelen leggen tijdens de homilie.

2.2.1.4 Nascholing

De studiedag staat dit schooljaar in het teken van ‘werken met de Bijbel in de klas’ (o.l.v. Marc Verwaeren)

2.2.2 Nederlands

2.2.2.1 Leerplannen

“Nederlands – Krachtlijnen voor taalopvoeding: heruitgave”, 2001 (bijlage 2.2.2.1.a.) “Nederlands – Luisteren en spreken: heruitgave”, 2001 (bijlage 2.2.2.1.b.) “Nederlands – Lezen: heruitgave”, 2000 (bijlage 2.2.2.1.c.) “Nederlands – Schrijven: heruitgave”, 2000 (bijlage 2.2.2.1.d.) “Nederlands – Taalbeschouwing: heruitgave”, 2000 (bijlage 2.2.2.1.e.)


Gevolgde methode: “Taalsignaal” in 1ste t/m het 6de lj.

Hierover hadden we een evaluatiegesprek vorig schooljaar. We nemen dit schooljaar de tijd om diverse taalmethoden te vergelijken om dan een keuze te maken naar volgend schooljaar toe.

2.2.2.3 Nascholing

Studiedag op woensdag 10 oktober 2007 Personeelsvergadering in samenwerking met Sint-Franciscus Waasmunster op

maandag 19 november 2007

2.2.3 Wiskunde

2.2.3.1 Leerplan

“Wiskunde”, 1998 (bijlage 2.2.3.1.a.)


Te raadplegen: “Wiskunde: oude en nieuwe doelen vergeleken: toelichting”, 2000 (bijlage 2.2.3.2.a.)

Gevolgde methode: “Rekensprong” in het 1ste t/m het 6de lj.


5

Dit leerboek dient gedurende het eerste jaar“slaafs” gevolgd te worden, ookal is men het niet eens met een bepaalde werkwijze. Er mogen geen andere methodes gebruikt worden ( Uitgezonderd Plustaken ). Wel noteren we wat er niet goed loopt. Zo kan men duidelijk de min – en pluspunten van deze rekenmethode van elkaar afwegen om later tot eventuele klasoverstijgende wijzigingen te komen.

Uitzondering hierop vormt het inoefenen van de tafels. In het derde en vierde leerjaar is er een dagelijks oefenmoment waarop één of enkele van de tafels klassikaal, luidop en ritmisch word(en)t afgedreund. Ook in hogere leerjaren kan dit nog zijn deugdelijkheid bewijzen.

2.2.3.3 Nascholing

Op elke PV verzamelen we de indrukken, bedenkingen, … van de voorbije maand. Op de studiedag van 1O oktober 2007 kunnen we onze eerste vragen kwijt aan Danny

Simons van de uitgeverij. Op de vergaderingen van 17 december 2007 en 17 maart 2008 worden we hierin

bijgestaan door de pedagogisch begeleider die dit proces mee opvolgt.

2.2.4 Taalopvoeding Frans

2.2.4.1 Leerplan

“Frans: heruitgave”, 1998 (bijlage 2.2.4.1.a.)


Gevolgde methode: “Eventail Junior 2000” in het 5de en 6de lj. Enkel de leerkrachten van de 3de graad zijn in het bezit van het leerplan Frans. Zowel in het 5e als in het 6e leerjaar streven we ernaar wekelijks de klas op te splitsen

voor mondeling Frans: O.l..v. de GOK- en zorgleerkracht O.l.v. een ouder

Liesbet Van Poucke werkte als innoverend project rond taalinitiatie Frans. Zij liet heel wat materiaal op school achter. Dit kan je terugvinden in de mediatheek. Wij durven het gebruik van vreemde talen in de kleuterschool en in de twee laagste graden van de lagere school sterk aanbevelen wanneer volgende principes worden gevolgd: Er wordt geen visueel woordbeeld aan de leerlingen meegegeven, liefst ook niet

getoond. Het betreft geen aparte lesjes, maar een bestaande les die eens ‘een ander

accent’ krijgt (vb. een Frans liedje of gedichtje, een kringspelletje, klassikale instructies, …)

Durf aan de hand van een symbool (vb. een das, een Franse vlag, …) met je leerlingen af te spreken dat je geen woord Nederlands meer spreekt zolang bv. de vlag uithangt.

2.2.4.3 Nascholing

Op 27/08/2007 komen we samen met de leerkrachten Frans van de Broedersschool te Stekene en Sint-Laurentius te Wachtebeke.

2.2.5 Schrift

2.2.5.1 Leerplan

“Schrift”, 1998 (bijlage 2.2.5.1.a.)



6

Gevolgde methode: “schooleigen methode” in het 1ste t/m het 6de lj. (bijlage 2.2.5.2.a) Schrift is en blijft een belangrijk aandachtspunt op onze school. Eén van de

voorwaarden voor een mooi en duidelijk geschrift, is een degelijke pen. Daar wij merken dat veel van onze kinderen toch wel baat zouden hebben te schrijven met een volwaardige pen, kunnen wij de kinderen op school totaal vrijblijvend een schneiderpen aanbieden met bijhorende vullingen. Deze pennen lokken een goede pengreep uit, liggen goed in de hand en maken geen vlekken. Wanneer de vulling leeg is, worden vulling + punt vervangen, zodat steeds opnieuw met een fijne punt kan worden verder geschreven. Bovendien oogt deze pen wel bijzonder fraai. Wij kunnen deze pennen aanbieden voor € 3 per pen, een doosje met 5 vullingen moet € 1,5 kosten.

2.2.5.3 Nascholing

2.2.6 Muzische opvoeding

2.2.6.1 Leerplannen

“Muzische opvoeding deelleerplan Algemeen deel”, 1999 (bijlage 2.2.6.1.a.) “Muzische opvoeding deelleerplan Muzikale opvoeding”, 1999 (bijlage 2.2.6.1.b.) “Muzische opvoeding deelleerplan Beeldopvoeding”, 1999 (bijlage 2.2.6.1.c.) “Muzische opvoeding deelleerplan Muzische taalgebruik”, 1999 (bijlage 2.2.6.1.d.) “Muzische opvoeding deelleerplan Bewegingsexpressie”, 1999 (bijlage 2.2.6.1.e.) “Muzische opvoeding deelleerplan Dramatisch spel”, 1999 (bijlage 2.2.6.1.f.)


We verzorgen de verticale lijn via de doorstromingsmap, aanwezig in elke klas van de kleuter- en lagere school.

We trachten in zoveel mogelijk lessen doelen uit 2 of meer verschillende deelleerplannen te combineren.

We werken elk schooljaar aan een muzisch project, dat gespreid wordt over het hele schooljaar. Klassen uit kleuter- en lagere school werken samen. Elk samenwerkingsverband werkt gedurende ongeveer één maand intensief aan

het project. De andere maanden worden de activiteiten van de anderen gevolgd via de maandelijkse weekopening.

2.2.6.3 Nascholing

17 sessies op donderdagnamiddag gevolgd door Hilde Blommaert, Caroline Vanderlinden en Eric De Prycker in de Academie voor Muziek, Woord en Dans Marktplein 21 9220 Hamme.

2.2.7 Mediaopvoeding

2.2.7.1 Leerplan

“Mediaopvoeding”, 2000 (bijlage 2.2.7.1.a.)


2.2.7.3 Nascholing

2.2.8 Bewegingsopvoeding

2.2.8.1 Leerplan


7

“Bewegingsopvoeding in de basisschool”, 1998 (bijlage 2.2.8.1.a.)


Enkel de leerkracht LO is in het bezit van het leerplan. Te raadplegen: “Vademecum bewegingsopvoeding”, 2006 Het bewegingswerkplan kleuters, uitgewerkt voor ‘De Zonnebloem’ en ‘Het

Zonnebloempje’ (bijlage 2.2.8.2.a) Elk schooljaar wordt er een sportweek georganiseerd voor alle klassen van de lagere

school door de gemeente Stekene. Deze gaat door in de sporthal te Stekene, busvervoer is voorzien. Voor de juiste data verwijzen we naar de kalender.

Op het einde van het schooljaar wordt ook voor alle leerlingen en kleuters een sportdag georganiseerd o.l.v. de turnleerkrachten.

2.2.8.3 Nascholing

ISB bewegingsopvoeding voor het lager onderwijs (15 oktober 2007 in de Stationstraat 7 9120 Beveren-Waas) voor Sander Aper

ISB bewegingsopvoeding voor het kleuteronderwijs (18 februari 2008 in de Stationstraat 7 9120 Beveren-Waas) voor Fran Van den Bogaert

2.2.9 Wereldoriëntatie

2.2.9.1 Leerplan

“Wereldoriëntatie”, 1998 (bijlage 2.2.9.1.a.)


Te raadplegen: “Wereldoriëntatie: een blik op veranderende praktijk: toelichting" 1999 (bijlage 2.2.9.2.a.)

De leerkrachten maken elk schooljaar een jaarplanning op met vaste,reeds te plannen thema’s. Deze bestaan en worden aangevuld met materiaal uit Zonnestraal, Zonneland, uit eigen projecten en bestaande methoden. Zo mogelijk wordt er ingespeeld op de actualiteit.

We verzorgen de verticale lijn via de doorstromingsmap, aanwezig in elke klas van de kleuter- en lagere school.

2.2.9.3 Nascholing


8

3. Werken aan een doeltreffende aanpak en een stimulerend opvoedingsklimaat

Leefregels op school Algemeen Afspraken op schoolniveau

Speelplaatsafspraken in de kleuterschool Speelplaatsafspraken in de lagere school Speelplaatsafspraken in de lagere school bij

regenweer Extra afspraken voor als het springkasteel wordt

opgesteld Eten in de kleuterschool Eten in de lagere school Turnlessen

Opvoedings- en onderwijsstijl van de leerkrachten Werk- en organisatievormen

Algemeen Hoekenwerk Leesdagboekje Leeszaal Niveaulezen Ontdekdozen Speelgoedbakken Tandemlezen Voorleesweek

Lestijdenpakket Onderwijstijd

Aanwending onderwijstijd op school- en klasniveau Roosters

Klasadministratie Jaarplannen Lesvoorbereidingen Klasagenda Aanwezigheidsregister Klasboekhouding

Mediatheek Documentatiecentrum Leraarskamer


9

TV, video en DVD op school Tijdschriften op school

3 Werken aan een doeltreffende aanpak en een stimulerend opvoedingsklimaat

3.1Leefregels op school

3.1.1 Algemeen

Samen-leven moet geleerd worden aan kinderen. Kinderen moeten vertrouwd gemaakt worden met regels, op hun niveau en vanuit een positief opvoedende houding. Wij streven naar een school waar iedereen zich goed voelt. Dit veronderstelt: verdraagzaamheid beleefdheid respect voor:

elkaar leerkrachten personeel schoolmateriaal

Alle leerlingen ontvangen bij het begin van het schooljaar de infobrochure met de afgesproken leefregels. In elke klas werkt de klasleraar bewust rond de leefregels. Ook in de kleuterschool komen een aantal leefregels voorbereidend aan bod.

Wanneer een kind de goede werking van de school hindert of het lesverloop stoort, kan er een ordemaatregel genomen worden (en / of kunnen er meer bindende gedragsregels worden vastgelegd in een geschreven begeleidingsplan). (zie 'afwijkend gedrag' in schoolreglement; bijlage 1.5.a.).

3.1.2 Afspraken op schoolniveau

3.1.2.1 Speelplaatsafspraken in de kleuterschool

Bij regen blijft iedereen onder het afdak aan de klas van juf Ann. De bel bevindt zich in de klas van juf Ann (onderste knop). De kleuters ruimen alle fietsjes en materiaal op bij het horen van de bel en gaan dan

op hun bol staan na het tweede belteken. Om 12.00 en om 15.30 uur wachten de kleuters op hun bol tot er iemand hen komt

halen en de juf hiervoor toestemming geeft. De automatische bel laat zich stipt horen om 8.45 en om 13.15 uur. Alle juffen zijn op

dat moment op de speelplaats aanwezig, zodat ze direct bij hun rij kunnen gaan staan.

In een vaste volgorde stappen de kleuters naar de klas. We proberen dit zo ordelijk mogelijk in 2 rijen te laten verlopen.

De stagiairs nemen alvast de klas mee die moet vertrekken, wanneer de juf zelf nog wordt aangesproken door een ouder of wanneer deze de poort moet sluiten.

De bedoeling van jullie aanwezigheid op de speelplaats is toezicht houden. Probeer dus in de gaten te houden dat je zo weinig mogelijk allebei tegelijkertijd in een gesprek verwikkeld wordt, hetzij met derden, hetzij met elkaar.

3.1.2.2 Speelplaatsafspraken in de lagere school


10

Skeeleren is toegestaan op de overgangszone tussen grote speelplaats en oase. Skeelers en/of schoenen slingeren niet rond op de speelplaats of in de gangen, maar worden in de daarvoor bestemde kastjes gezet. Skateboarden is niet toegestaan.

In de oase, beginnende aan de trap van meester Eric, worden geen trek-,tik- of loopspelletjes gespeeld. We houden het daar rustig.

Op de houtsnippers mag je spelen, ermee gooien doe je niet. Tussen 13.OO en 13.15 uur mag er niet meer worden gevoetbald om de fietsers die

op de speelplaats komen niet te hinderen. Ook de skeelers trekken dan hun skeelers weer uit. Er mogen wel nog andere spelen worden gespeeld met de ballen.

We staan niet op stoelen of banken, en laten deze staan op de voorziene plaatsen. Handenstand kan enkel in de daartoe voorziene zone. De valtegels mogen niet

worden verplaatst. Speelgoed uit de speelgoedbakken dat tijdens de speeltijd zelf even niet wordt

gebruikt, wordt in de blauwe bakken onder het afdak gelegd en bij het belteken weer meegenomen in de klas.

Speelgoed waar niet juist mee gespeeld wordt, wordt afgenomen en in de blauwe bakken gelegd.

We spelen niet achter de gele lijn aan de poort. Er hangt een beurtschema aan het raam van 5A voor de beide voetbalveldjes ? veld

1 (met het voetbalmannetje) voor 1A, 1B, 2 en 3 veld 2 voor 4, 5A, 5B, 6A en 6B Buiten de afgebakende terreinen wordt er niet gevoetbald. Andere balspelen

(waaronder ook Chinese voetbal) kunnen wel daarbuiten. Snoep is op de speelplaats verboden. Enkel in de klas na het eten of bij een

verjaardag is dit toegestaan. Uitzondering, wanneer we buiten eten, kan het snoepje ook daar na het eten.

Kauwgom is altijd en overal verboden. Stoepkrijt kan je vragen aan de leerkracht op de speelplaats. Je mag dan op de grond

tekenen in de oase. We zijn beleefd tegen alle leerkrachten, ook tegen iedereen die op onze school

aanwezig is (opvang, stagiairs, leesmoeders, …) Wie niet naar de opvang gaat, mag de speelplaats (vanaf de gele lijn) niet betreden

voor 8.30 uur. Wie naar het toilet moet, vraagt daarvoor eerst de toelating aan de leerkracht op de

speelplaats. Na de ‘plasbel’ hoeft dat niet meer. een apparaat dat op batterijen werkt zoals een MP3, walkman of game boy, breng ik

niet mee naar school. Ander speelgoed laat je ook best thuis. Breng je het toch mee, en het is stuk of je

bent het kwijt, dan komen wij daar niet in tussen. Het is verboden te duwen, trekken of hangen aan de groene draad rondom de oase en

aan de fietsenberging. Leerlingen die bovenstaande afspraken niet kunnen naleven, worden door de

leerkracht met toezicht tegen de muur geplaatst.

3.1.2.3 Speelplaatsafspraken in de lagere school bij regenweer

De beslissing om de kinderen onder het afdak te laten spelen (of opnieuw ‘in open lucht’) wordt genomen door de toezichter op de grote speelplaats.

Hij/zij laat dit doorzeggen naar de collega in de oase door een (betrouwbare) leerling als boodschapper te sturen.

Eens de keuze gemaakt voor de grote speelplaats of de oase, wordt er niet meer gewisseld van speelplaats.

Dit houdt in dat diegenen die in de oase spelen, de nieuwe toiletten aan de turnzaal mogen gebruiken. Gelieve wel in de klas nog eens te benadrukken dat dit enkel mag wanneer daar onder het afdak moet worden gespeeld!

3.1.2.4 Extra afspraken voor als het springkasteel wordt opgesteld


11

Gedurende enkele mooie weken in het schooljaar zal het springkasteel worden opgesteld op de grote speelplaats van de lagere school. Bij het begin van zo’n week, wordt een beurtsysteem opgesteld dat rekening houdt met de eventuele afwezigheid van bepaalde klassen die week.

Enkele afspraken hieromtrent: In een week dat het springkasteel wordt opgesteld, wordt er niet met skeelers

gereden (beide activiteiten situeren zich immers op hetzelfde terrein). De leerkracht met toezicht steekt de stekker in bij het begin van de speeltijd en

trekt hem ook weer uit op het einde. De kleuters kunnen komen springen tijdens de lesuren in de namiddag. De schoenen en sokken worden liefst gewoon in de klas achtergelaten (met als

voordeel dat iedereen op tijd in de rij kan staan op het einde van de speeltijd), ofwel ordelijk onder het afdak tegen de muur van het toilet geplaatst (het springkasteel moet dan wel eerder worden platgelegd, om de gelegenheid te bieden deze weer aan te trekken). Zeker wanneer het springkasteel nat is, is het aan te raden sokken droog te houden en ze dus ook uit te trekken.

3.1.2.5 Eten in de kleuterschool

In de kleuterschool eet iedereen in eigen klas. Juf Fran en juf Ann zorgen ervoor dat de kindjes die naar huis gaan veilig en wel bij

hun ouders terecht komen. Als er peuters blijven eten bij juf Ann, mogen deze bij juf Anje in de klas gaan eten. Vanaf 12.15 uur is er iemand op de speelplaats om de kleuters die klaar zijn met eten

op te vangen. Alle collega’s zijn van harte welkom in de leraarskamer, waar samen kan worden

gegeten.

3.1.2.6 Eten in de lagere school

Bij fris of regenachtig weer Bij het belteken van 12.00 uur, worden de kinderen buiten gelaten die ’s middags

naar huis gaan. Deze worden opgevangen door juf Caroline D. Ze gaan in stilte in een rij staan en worden door haar overgestoken.

Om verwarring te vermijden sturen we omstreeks 12 uur niemand naar buiten om naar het toilet te gaan.

Iedereen blijft dus met de eigen kinderen in de eigen klas, waar de kinderen hun boterhammen kunnen opeten.

Drank brengen ze zelf mee of kopen ze via de gewone drankkaart in de klas. Verdere afspraken i.v.m. het leegmaken van de banken vooraf en het proper

maken ervan achteraf maakt iedereen voor zichzelf en zijn/haar leerlingen. Vermits het eetmaal nu deel uitmaakt van het klasgebeuren, staat er niets in de

weg om ter gelegenheid van een of ander thema zelf soep te maken of deze maaltijd themagericht in te vullen.

Na het belteken van 12.15 uur kunnen de kinderen naar de speelplaats, waar de middagbewaking op dat moment van start gaat.

Zorg voor een systeem dat iedereen zelf zijn/haar bank moet opkuisen, zodat er geen kinderen alleen moeten achter blijven in de klas om deze proper te maken.

Heb je veel trage eters in je klas, begin dan iets vroeger aan de maaltijd. Bij mooi weer

Bij mooi weer worden er even voor 12.00 uur drie korte beltekens gegeven. Dat is het signaal voor de aangeduide leerlingen uit het 6e leerjaar om de tafels en stoelen buiten te zetten. Pas als de gewone bel gaat komen de leerlingen naar buiten. Iedereen begeleidt de eigen klasrij tot in de oase, waar meester Stany overneemt.

Enkele afspraken: De lege flesjes moeten onmiddellijk nadat ze zijn leeggedronken in de bak

worden teruggeplaatst. Ook afval mag direct in de vuilnisbak worden gelegd.


12

Voor de rest gaat er niemand van z’n plaats zonder toelating, dus ook niet om de brooddoos terug in de bak te leggen.

Je verlaat je tafel pas bij het belteken. Je zet je stoel op de stapel aan het berghok.

We vinden het erg fijn wanneer enkele goede zielen de helpers van het 6e leerjaar een handje toesteken met stoelen en tafels naar de berghokken terug te brengen.

Voor de kinderen die naar huis gaan verandert er niets. Let wel: kinderen die drank willen kopen doen dit vooraf in de eigen klas. Ze

nemen hun drank vanuit de klas dus mee naar buiten. Is meester Stany er niet (en ’t is toch mooi weer) dan eet iedereen in de klas,

tenzij een vrijwillige collega spontaan aanbiedt deze bewaking over te nemen en dus zelf zorgt voor de drie korte beltekens.

Sinds de piratenboot op de oase staat, merken we dat er geen tafels meer tekort zijn. Kinderen zitten dan ook op de valtegels rondom de boot. IN de boot wordt niet gegeten. Ingeval er toch discussie is, reserveren we voor de kleinste klassen, zijnde 1A, 1B, 5A, 5B, 6A, 6B elk twee tafels. Het 3e en 4e leerjaar krijgen drie tafels, het 2e leerjaar krijgt twee tafels + één van de picknicktafels. De andere picknicktafel en de houten stoelen zijn vrij in te nemen. De tafels mogen, indien het aantal eters dat toelaat, eventueel tegen elkaar worden geplaatst.

Alle collega’s (die geen middagbewaking hebben) zijn van harte welkom in de leraarskamer, waar samen kan worden gegeten.

3.1.2.7 Turnlessen

De leerlingen van de lagere school dragen bij de turnlessen hun gele T-shirt en turnpantoffels (die niet buiten worden gedragen). De T-shirt kan op school worden aangekocht voor € 5.Hebben ze dit niet bij, dan turnen ze mee op blote voeten en in de kleren die ze aanhebben.

Enkele richtpunten die we in het oog moeten houden bij het omkleden, dat in de eigen klas gebeurt: De kinderen mogen in korte broek (maar met de jas aan) ook in de winter de

verplaatsing maken van de klas naar de zaal en eventueel de speeltijd overbruggen. Het is hen, wanneer er een speeltijd tussen zit, ook toegestaan hierover een trainingsbroek aan te trekken. Deze moet wel weer makkelijk uit kunnen bij het begin van de les.

Kleren kunnen in de klas op de banken blijven liggen, behalve bij de klas die dinsdag het eerste lesuur turnt. Er wordt dan immers gelezen in niveaugroepen in dat lokaal.

Voor de kleuterschool gaan de lessen door in onze eigen turnzaal. Ook aan de kleuters wordt gevraagd turnpantoffels mee te brengen.

Voor de juffen geldt dat je van je twee turnuren per week, er eentje schoolgebonden bent. Het andere uur kan je de school verlaten. Gelieve wel te melden op het bureel welk van je uren je op school verlaat. Houd er ook rekening mee dat je, bij ziekte van een collega of andere onverwachte omstandigheden, kan opgeroepen worden.

Dit laatste geldt ook voor de collega’s uit de lagere school. De uren die zij ‘thuis blijven’ tijdens het zwemmen zijn schoolgebonden, de gewone turnuren kunnen ze de school verlaten.

Turnlessen die door omstandigheden wegvallen (zowel in de kleuter- als in de lagere school), worden geregistreerd bij meester Stany. Als de gelegenheid zich voordoet, zullen deze ten gepaste tijde worden gecompenseerd. Eveneens probeert hij ervoor te zorgen dat alle klassen ongeveer even weinig lessen ‘verliezen’.

3.2Opvoedings- en onderwijsstijl van de leerkrachten

3.2.1 Afspraken op schoolniveau


13

Om een zorgbrede aanpak te realiseren, dienen een aantal voorwaarden vervuld te zijn: Flexibele organisatievormen hanteren. In tegenstelling tot de frontale

plaatsing zal een wisselende klasopstelling een vlugge en gemakkelijke overschakeling naar andere werkvormen mogelijk maken.

De leerkrachtenstijl zal evolueren van eenzijdig doceren naar meer stimulerende tussenkomsten, samen oplossingen zoeken en autonomie verlenen.

Vele vormen van differentiatie veronderstellen dat kinderen zelfstandig kunnen werken. Leren plannen, het werk organiseren en zelfcontrole dienen geleerd te worden.

Beschikken over aangepast materiaal. De leerkracht GOK en zorgverbreding organiseert samen met de klastitularis bredere,

klas-overstijgende differentiatie-activiteiten. De zorg voor elk kind afzonderlijk staat centraal

Zorgverbreding zal problemen van leer- en ontwikkelingsbedreigde kinderen trachten te verhelpen. Deze interventies vragen een zekere planmatigheid. Een zorgverbredende aanpak is echter niet een persoonszaak maar de zorg van het hele team.

Om adequaat te kunnen inspelen op de noden in de verschillende klassen, werken we met een weekkalender (voorbeeld). Deze bevat: Wekelijks weerkerende interventies (klasintern/klasextern)(klassikaal/in

groep/individueel) Geplande interventies tijdens de lessen van de week

De GOK- en zorgleerkrachten houden de vorderingen bij, en communiceren hierover met betrokken partijen.

De aanvragen hiervoor gebeuren via het zorgformulier (zowel bij kleuter- als lagere school)

3.2.2 Nascholing

3.3 Werk- en organisatievormen

3.3.1 Algemeen

Met een grote zorgbreedte in de klas, in de school betrachten we een onderwijs dat gericht is naar de maximale mogelijkheden van elk kind, naar een onderwijs op maat. Concreet wil dit zeggen dat zoveel mogelijk leerlingen in staat gesteld worden de basisvaardigheden van hun leeftijd te verwerven. Anderzijds zullen we doorgroeimogelijkheden voor tempovluggere en meer begaafde leerlingen voorzien. In de klassen, in de mediatheek en op het bureau bevindt zich reeds heel wat

bruikbaar materiaal voor een groep kinderen die af en toe ‘iets meer’ zou moeten voorgeschoteld krijgen. Plustaak rekenen-taal (in de klassen) Somplex (op het bureau) Uitdagers voor Kids (in de mediatheek)

3.3.2 Hoekenwerk

We verwachten van elke collega lagere school dat hij/zij minstens om de twee weken hoekenwerk organiseert. Hiervoor kan via de weekplanning hulp gevraagd worden van de GOK- en zorgleerkracht. Accenten blijven: Een organisatievorm waarin de kinderen zelfstandig weten wat hen te doen staat. Voldoende afwisseling in het aanbod. Zinvol aanbod, bij voorkeur passende activiteiten vanuit ‘weggevallen’ momenten

uit de voorbije week/weken. Dit moment zelf gebruiken om lln. te remediëren.

3.3.3 Leesdagboekje


14

Vanaf het tweede leerjaar wordt gewerkt met het leesdagboekje voor kinderen die 2 of meer niveaus onder het verwachte AVI-leesniveau lezen.

Deze leerlingen krijgen van de klasleerkracht een leesboek mee op het oefenniveau van het kind, samen met de oranje kaart en de begeleidende bundel.

Iedereen zorgt in zijn/haar klas voor voldoende boekjes met vermelding van het AVI-niveau.

Hiervoor kunnen boeken ontleend worden in de bibliotheek (Voor geïnteresseerden is er een schoolkaart beschikbaar van de Nederlands bieb in Koewacht. Je kan hier ongeveer 50 boeken gedurende 10 weken ontlenen. Een aanrader!). Lijsten die het opzoeken van zulke boekjes makkelijker maakt, zijn beschikbaar op het bureau.

De ouders wordt gevraagd 5 keer per week 10 minuten te lezen volgens een bepaalde leeshulp.

Dit wordt aangeduid op de kaart, in de klas gecontroleerd en beloond.

3.3.4 Leeszaal

Bij regen- en/of koud weer kunnen de leerlingen uit het 6e leerjaar die hiervoor werden aangeduid, de leeszaal openen.

Zij halen dan de stripverhalen vanuit de kast in de berging naast de leraarskamer, leggen matten in de turnzaal en noteren de uitgeleende en teruggebrachte boeken.

De leerlingen die komen lezen doen hun schoenen uit bij het binnenkomen, kiezen een boek en laten dat registreren.

Zij gaan op een mat zitten lezen. Dit alles gebeurt in stilte. Wie niet leest en niet stil is, wordt weer naar buiten gestuurd. De collega die toezicht heeft op de oase houdt regelmatig ook binnen een oogje in het

zeil. We beschouwen de zaal op dat moment als een overdekte speelplaats waar wordt gelezen.

3.3.5 Niveaulezen

Er wordt wekelijks op dinsdagochtend aan niveaulezen gedaan van 8.45 tot 9.15 uur (vanaf september) en daarop aansluitend vanaf november van 9.20 tot 10.45 uur.

Voor de eerste beurt (2e en 3e leerjaar + kinderen uit het 1e leerjaar die niveau 1 of hoger halen) worden de kinderen rechtstreeks uit de klasrijen gehaald door de leesmama’s.

Deze kunnen de map met de boekjes en de kaarten afhalen op de witte tafel, en brengen ze achteraf weer daar terug.

De tweede leesbeurt (leerlingen uit het 1e leerjaar die nog geen niveau halen) vindt voornamelijk plaats in het eerste leerjaar. De mappen en boekjes worden dan ook daar afgehaald.

Op het moment dat er meer lezers uit het 1e leerjaar in de eerste leesbeurt lezen dan de leesmoeders aankunnen (max.5 à 6 lezers per groep) krijgen de lezers die AVI 9 reeds halen een aangepaste leesopdracht. De organisatie van de eerste beurt en de AVI-9 groep is in handen van juf Caroline D. De tweede beurt wordt geleid door juf Hilde en juf Caroline Vdl.

Ook op woensdag (11.30 uur) organiseren de juffen van het eerste leerjaar een leesbeurt met de hulp van bereidwillige ouders.

3.3.6 Ontdekdozen

3.3.7 Speelgoedbakken

In de lagere school: Elke vrijdag rond de middag worden de speelgoedbakken opgehaald door meester

Sander of zijn medewerker. Ze worden gecontroleerd en een nieuwe bak wordt in de klas bezorgd. Niet elke

week is er voor elke klas een bak voorzien. Van alle collega’s wordt verwacht dat deze bakken heel regelmatig worden

gecontroleerd, zodat eventuele problemen snel kunnen worden aangepakt.


15

Als er in de loop van de week iets stuk is of zoek, wordt de volledige bak binnengebracht bij meester Stany.

Enkel de lln. van de klas die de bak kreeg, spelen met het speelgoed. Suggesties over hoe spelen, wat spelen, … vanuit de turnleerkracht en

klasleerkrachten kunnen enorm stimulerend werken. Voor de kleuterschool

staan de bakken in de berging aan de speelplaats. De juffen met toezicht bepalen zelf welke kleuters met welke bak mogen spelen. Ze zorgen er ook voor dat alles op het einde van de speeltijd weer netjes op zijn

plaats staat. De juffen maken afspraken hieromtrent in hun eigen klas. Voor de klassen van juf Ann en juf Veerle worden geen koffers voorzien voor op de

speelplaats. Desgevallend kunnen ze wel zo’n koffer ontlenen voor gebruik tijdens de lesuren en onder begeleiding.

Denk eraan geen bakken te gebruiken als de speelplaats nat ligt.

3.3.8 Tandemlezen

Bij tandemlezen gaan kinderen van verschillende leeftijd (een kind van een tweede en een kind van een vijfde leerjaar) samen lezen.

De leiding van de tandem is in handen van de leerling uit het vijfde leerjaar. Haar of zijn taak: De leesbeurt voorbereiden, de tweedeklasser begeleiden, ondersteunen en

aanmoedigen, de leesbeurten evalueren, het kind uit het tweede leerjaar halen en terugbrengen naar de klas.

De bedoeling is om de leesvaardigheid van beide leeftijdsgroepen te verbeteren. De jongste leerling krijgt individuele hulp van een getrainde oudere leerling. Bij de oudere leerling werkt dit systeem bijzonder motiverend omdat ze

verantwoordelijkheid krijgen en verplicht worden om stipt en nauwkeurig te werken. Deze activiteit vindt maandelijks plaats (zie kalender)

3.3.9 Voorleesweek

Tijdens de voorleesweek (dit jaar van 17 tot 25/11) organiseren o.a..: Een voorleesmoment waarbij de kinderen van de lagere school een verhaal

kunnen kiezen dat ze gaan beluisteren bij één van de leerkrachten. We nodigen mama’s, schrijvers, … uit die komen voorlezen in de klas. We lezen gewoon eens een extra keer voor. Voorlezen hoort immers het hele jaar

op het programma te staan, ook bij de oudste kinderen.

3.4 Lestijdenpakket

3.4.1 Procedure

3.4.2 Criteria

Kleuterschool: een groep 2,5-jarigen en een groep derdekleuterklassers met een eigen leidster. gemixte groepen tussen twee bovenstaande leeftijdsgroepen in, om deze

klasgroepen kwantitatief in evenwicht te brengen. Het voorzien van een leerkracht zorg en GOK. Deze lestijden worden bij voorkeur

ingezet in de kwantitatief grootste klassen. Invullen van de taken van de leerkracht zorgverbreding:

klasdoorbrekend werken differentiatie: taalatelier, contractwerk, werken in hoeken

Integratie van de godsdienstige opvoeding. De klastitularis geeft zelf godsdienst. Bepalen van het aantal lestijden lichamelijke opvoeding per klas door een leerkracht

L.O. in de lagere school. Bepalen van het zwemrooster met begeleidingsopdrachten. Bewegingsopvoeding in de kleuterschool: kleuterleidster.


16

Het mogelijk maken van overlegmomenten.Bepalen van het aantal kindvrije pedagogische activiteiten: voorbereiding MDO’s, MDO’s zelf, functioneringsgesprekken, op aanvraag via zorgformulier.

Het al of niet overdragen van lestijden binnen de eigen school. Jaarlijkse streefdoelen: 6 ambten in de kleuterschool Koewacht, 2 ambten op de Kruisstraat 9 klassen in de lagere school

Aspect nascholing: bespreken en selecteren van het aanbod i.f.v. de eigen prioriteiten. Aanvullend op basis van vrijwilligheid.

Vervangingen bij ziekte, nascholing, … Hoe gaan bewakingsopdrachten georganiseerd worden?

3.4.3 Indeling in leerlingengroepen

De directeur bepaalt in welke leerlingengroep (klas) een leerling wordt opgenomen. De directeur beslist in overleg met de klassenraad over het advies tot zittenblijven.

3.4.4 Toewijzing ambten

Rekening houdend met de capaciteiten van elke leerkracht wijst het schoolbestuur in overleg met de directeur de ambten toe.

3.5 Onderwijstijd

3.5.1 Aanwending onderwijstijd op school- en klasniveau

3.5.1.1 Kleuterschool

De onderwijstijd dient optimaal te worden aangewend. Er dient naar gestreefd dat bij de begeleiding van de kinderen elk kind de tijd krijgt

die het nodig heeft om als persoon in al zijn dimensies te ontwikkelen. Deze tijdsverdeling is vooral gekoppeld aan activiteiten of een aanbod.

3.5.1.2 Lagere school

De onderwijstijd dient optimaal te worden aangewend. Het document van het VVKBaO (1998) wordt gebruikt als leidraad i.v.m. de

aanwending van de onderwijstijd. (bijlage 3.5.1.2.a.)

3.5.1.3 Schooluren

8.30 uur de schoolpoort gaat open 8.45 uur de lessen beginnen 10.25 tot 10.40 uur speeltijd 12.00 uur einde van de voormiddag 13.00 uur de schoolpoort gaat open 13.15 uur hervatting van de lessen 14.30 tot 14.40 uur speeltijd 15.30 uur einde van de namiddag3.5.2 Roosters

3.5.2.1 Lessenrooster lagere school

Voor het einde van de eerste volledige week na de start van het schooljaar, verwachten we van iedereen van de lagere school het uurrooster van je klas. Hierop worden dan de verschillende leergebieden (bv. taal) en eventueel leerdomeinen (bv. schrift) genoteerd. De leergebieden (en eventueel de leerdomeinen) zijn rechtstreeks


17

gekoppeld aan lestijden. Voor de spreiding van de leergebieden respecteren we het document “de aanwending van de onderwijstijd” van het VVKBao, 1998. (zie ook 3.5.1.2; bijlage 3.5.1.2.a.)

‘Er moet echter ruimte zijn voor een flexibele toepassing van het lessenrooster. De klasorganisatie moet flexibel kunnen inspelen op wisselende behoeften (actualiteit, thematisch werken, belangstelling leerlingen,…). Op deze manier kunnen de horizontale samenhang tussen de leergebieden (en leerdomeinen) en het gedifferentieerd en zorgverbredend werken tot zijn recht komen.

3.6 Klasadministratrie

3.6.1 Jaarplannen

Voor de leergebieden wiskunde, Nederlands, Frans en wereldoriëntatie zijn in de lagere school jaarplannen opgesteld. Deze worden voor het einde van de eerste volledige week na de start van het schooljaar afgegeven aan de directie, en zijn daar en bij de titularis zelf beschikbaar.

Het werken met een week- en/of maandplanning strekt tot aanbeveling, zeker voor beginnende leerkrachten of leerkrachten die bijvoorbeeld voor de eerste keer een bepaald leerjaar of een bepaalde leeftijdsgroep onder hun hoede hebben. (zie ook arbeidsreglement)

3.6.2 Lesvoorbereidingen

Een specifieke voorbereiding van de te geven lessen strekt tot aanbeveling. Van beginnende leerkrachten wordt verwacht dat ze minstens de voornaamste stappen van de lesgang schriftelijk hebben vastgelegd en dit voor twee lessen per dag. (zie ook arbeidsreglement).

3.6.3 Klasagenda

Het klassenboek van de leerkracht vermeldt minstens de onderwerpen van de lessen of activiteiten, de lesdoelen, de gebruikte bronnen, de media, vormen van differentiatie. Bij het opmaken van het klassenboek worden de lessen gepland zoals ze in het uurrooster zijn voorzien. Eventuele noodzakelijke wijzigingen worden met reden vermeld. Het klasboek is een kwartier voor het begin van de eerste lestijd volledig ingevuld en vermeldt de planning voor een ganse dag. Uitzonderingen kunnen door de directie toegestaan worden. De directie kan dit klassenboek om het even wanneer opvragen. Het moet ten minste drie jaar ter beschikking blijven. (zie ook arbeidsreglement)

Probeer in de mate van het mogelijke je agenda zo snel mogelijk op school te laten bezorgen als je afwezig bent. Zorg er ook voor dat de nodige handleidingen, werkboeken en mappen makkelijk terug te vinden zijn.

3.6.4 Aanwezigheidsregister

Wij rekenen erop dat dit belangrijk document per klasgroep plichtsgetrouw dagelijks correct wordt ingevuld. Hieromtrent werden aan alle collega’s de nodige formulieren gegeven teneinde ook de bijhorende map met afwezigheidsbriefjes in orde te houden (ook de doktersbriefjes nummeren a.u.b.).

Dit register vermeldt volgens alfabet: de naam de geboortedatum


18

het adres de naam van het gezinshoofd het telefoonnummer het stamboeknummer van het kind

Aanwezigheden moeten genoteerd worden bij de aanvang van het 1ste lesuur van elke halve schooldag . Onder ‘aanvang’ verstaan wij als de klasdeur dicht is. Wie dan alsnog binnenkomt, krijgt een ‘L’ in het register.

Onderaan de aanwezigheden parafeert de leerkracht. We zullen dit controleren tijdens de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie en n.a.v.

het bezoek van de verificateur. Gelieve dus de registers (+ bijhorende map voor de leerplichtige leerlingen) de vrijdag voor bovenstaande vakanties binnen te geven op het bureau. Voor informatie omtrent de codes, zie bijlage.

Indien voor een leerling de ‘ Problematische afwezigheden ’ bijna opgebruikt zijn, meld je dit zo vlug mogelijk aan de ouders om te vermijden dat die halve dagen volledig op zijn. Indien dit het geval is, moet via het CLB een volledig dossier opgesteld worden en dat proberen we zeker te voorkomen.

Wanneer een leerling afwezig is, en dit telefonisch wordt gemeld, kan je dit op een briefje in je vakje terug vinden. Desgewenst kunnen we dit via mail in je klas bezorgen. Kreeg je echter van niemand een melding van een afwezige leerling, dan moet je dit zo snel mogelijk doorgeven naar het bureau. Zo kunnen wij de ouders contacteren.

Bij schoolactiviteiten zoals bepaald in artikel 13 van het Algemeen Reglement wordt de lijst van aanwezige leerlingen bijgehouden door de klastitularis of door wie op dat moment voor de groep verantwoordelijk is. Bij evacuatie neemt de klastitularis of de leerkracht die op dat moment voor de groep verantwoordelijk is de lijst van de aanwezige leerlingen mee bij het verlaten van de lokalen. (zie ook arbeidsreglement)

3.6.5 Klasboekhouding

Als je, ter gelegenheid van een of andere actie (wafelverkoop, Zonnebloemfeesten, maar ook trimestergeld, …) geld binnenbrengt op het bureau, krijg je een hiervan een kwitantie. Je houdt deze bij tot de actie is afgelopen of je een afschrift van je klasboekhouding kreeg en alles klopt.

Er zijn ook kwitanties om mee te geven met de leerlingen wanneer ze geld binnen brengen. Gelieve deze voor het trimestergeld en andere grotere bedragen zeker te gebruiken.

Voor de rest verwijzen we naar het overzicht van Hilde.3.7 Mediatheek

3.7.1.Documentatiecentrum

Zowel in de kleuterafdeling als lagere school wordt gewerkt aan de uitbouw van een documentatiecentrum dat door leerkrachten, ouders en eventueel leerlingen kan gebruikt worden. We zien in de uitbouw van een D.C. de kans om alle partijen actief te betrekken bij de inhoud van het schoolgebeuren.

Deze is ondergebracht in de kasten in de onthaalruimte. In de bijhorende fichenbak kan je alfabetisch de inhoud consulteren. De mappen bevinden zich in het gedeelte met de glazen schuifdeuren. Boeken, CD-roms en video’s situeren zich in de kast daaronder.

Telkens wanneer je iets meeneemt, noteer je je naam en datum op de betreffende fiche en plaats je deze rechtop in de bak. Het volstaat dit weer te doorstrepen en de kaart terug horizontaal te zetten als je deze zaken terugbrengt. Ook aan ouders kan, op naam van de leerkracht, worden uitgeleend.

De nieuwe aanwinsten worden steeds aangekondigd in de zonnebloemwijzer, de volledige lijst is te vinden op onze schoolwebsite.Een extra lijst met o.a. videofragmenten uit ‘het Klokhuis’ werd door Stany ter beschikking van iedereen gesteld. Deze video’s dienen vooraf aan hem te worden opgevraagd.


19

Het tijdschrift ‘De Opvoeder’ staat maandelijks vol met praktisch uitgewerkte lessen en werkblaadjes voor alle leerjaren. Dit materiaal kan je weliswaar rechtstreeks uit het boekje kopiëren, maar je kan ook terecht in de groene mappen (glazen kast) in de onthaalruimte. Daar zitten ze gekopieerd en per vak geordend. Ook interessante artikels uit de Katholieke Schoolgids en uit de ‘gele blaadjes’ van de Guimardstraat zijn daarin ondergebracht. Een schat vol direct bruikbaar en boeiend materiaal voor je klas, ook voor de kleuters.

3.7.2. Leraarskamer:

De leraarskamer is gesitueerd in het eerste deel van de vroegere refter. In de zonnebloemwijzer staat wekelijks een overzicht van de binnengekomen post.

Deze kan je terugvinden in de leraarskamer in het vakje ‘nieuw’ of aan het prikbord. Post van de vorige week wordt uitgesorteerd in de vakjeskast (uitstappen, nascholingen, catalogussen, …). Catalogussen kan je eveneens vinden in de kast in de bergruimte naast de leraarskamer, tijdsgebonden info verdwijnt na een tijdje in de papiermand.

Pas vanaf de post uitgesorteerd is (en dus niet meer in het item ‘nieuw’ zit), kan ze door geïnteresseerden worden meegenomen. Dit is ook het geval voor tijdschriften.

Ben je achteraf op zoek naar zo’n meegenomen tijdschrift, kunnen we een oproep lanceren via de zonnebloemwijzer.

3.7.3. TV, video en DVD op school:

In de ijzeren kast op wieltjes in de leraarskamer staat een TV, video en DVD, die door iedereen kan gebruikt worden en naar de klas kan worden gerold. Wil je zekerheid omtrent het gebruik op een bepaald moment, kan je ook hiervoor het zwarte agenda (reserveringen) gebruiken.

Video’s kan je vinden in de mediatheek (kast onderaan). Er is ook een lijst met opgenomen uitzendingen van ‘het Klokhuis’ beschikbaar bij meester Stany.

3.7.4. Tijdschriften op school:

In de leraarskamer is in de vakjeskast een item voorzien voor tijdschriften (zie 3.7.2 leraarskamer).

Een aantal tijdschriften zijn geselecteerd op basis van hun inhoud en worden beschikbaar gesteld aan het team. De nummers uit de vorige jaargangen zijn beschikbaar in de kast in de bergruimte naast de leraarskamer.

De abonnementen worden gezien als een extra inhoudelijke ondersteuning van het team o.a. door vakliteratuur.


20

4. Werken aan de ontplooiing van elk kind, met brede zorg Evalueren en opvolgen van kinderen

Nazicht leerlingenwerk Leerlingendossier Observeren Toetsen (met o.a. LVS) Rapporteren MDO

Stappenplan om zorgbreed te werken Klasinterne werking Klasinterne/klasexterne werking met extra ondersteuning Externe hulp en maatregelen op schoolniveau Verwijzing naar buitengewoon onderwijs

Bijzondere zorg Zieke kinderen Kansarmoede Anderstaligen Inclusief onderwijs Afstemming met buitengewoon onderwijs

Gelijke onderwijskansen Aanwendingsplan Evaluatie


21

4 Werken aan de ontplooiing van elk kind, met brede zorg.

4.1Evalueren en opvolgen van kinderen

4.1.1 Nazicht leerlingenwerk

Wat meegaat naar huis moet nagekeken worden. Werkjes op losse bladen als inoefening, moeten slechts steekproefsgewijs nagekeken

worden wanneer ze via zelfcorrectie of correctie door medeleerlingen werd verbeterd. Deze werkjes dienen niet teruggegeven te worden, ze bewezen immers reeds hun nut.

Het is sterk indien men kinderen een attitude bijbrengt van zelfcorrectie, dus zeker ja voor zelfcorrectie, correctie van eigen werk of van medeleerlingen. Maar men moet zich er wel van bewust zijn dat men kinderen moet leren zelf te verbeteren.

Dat veronderstelt een gezonde, kritische manier van omgaan met fouten. Steeds opnieuw benadrukken dat kinderen kunnen leren uit fouten en fouten niet als bedreigend voorstellen zorgt er voor dat kinderen geen fouten gaan verdoezelen of laten staan. Dus met kinderen praten over fouten, over remediëren, ..

4.1.2 Leerlingendossier

Bij de start van elke nieuwe leerling wordt er een leerlingendossier aangelegd. Dit dossier bestaat uit:

Een hangmapje (kast mediatheek) met daarin de individuele steekkaart van de leerling (persoonlijke en familiale gegevens). Dit mapje wordt geleidelijk aangevuld met gegevens uit gesprekken (MDO, ouders, …), AVI-tests, gele kaarten, onderzoeksgegevens, …

De gele map (te vinden bij de leerkracht zelf), met daarin enkel objectieve gegevens doorheen de basisschool. Deze worden via de GOK- en zorgleerkrachten doorgegeven op het einde van het schooljaar.

Proefbladen (Toeter, LVS, …) in een map of door, bijgehouden in de klas zelf. Een leerlingendossier bevat vertrouwelijke en bij voorkeur beschrijvende informatie.

Ouders hebben inzagerecht.

4.1.3 Observeren

De week voor het MDO plannen we via de weekplanning een lesuur per klas ter voorbereiding. We vullen dan samen (= klasleerkracht + GOK- en zorgleerkracht


22

+directie) a.d.h.v. de observatiegegevens van de leidster/leerkracht een overzichtsblad in, waarbij we elk kind inschatten naar leren en gedrag In de lagere school

Volgens onderstaande code: 1 positief, opvallend goed 2 geen moeilijkheden 3 als leerkracht moet ik die leerling in het oog houden, zonder een vorm

van speciale aandacht gaat het moeilijk of niet 4 het loopt mis, ik heb er geen vat op, ik zie het niet meteen meer zitten,

hier is extra hulp nodig. Bij code 4 beslissen we samen of we hulp willen inroepen van de mensen van

het CLB en formuleren een concrete vraag hieromtrent. Ook spreken we af al dan niet de ouders en/of externen uit te nodigen.

Deze vragen worden dan door de directie in een uurrooster gegoten en doorgespeeld aan Marc en An van het CLB.

Na het MDO wordt er door de GOK/zorgleerkracht een doe-agenda opgemaakt, met daarin de concrete afspraken uit de bespreking en wie verwacht wordt hieraan te werken.

Het is dan ook aan de vermelde personen de gemaakte afspraken na te leven binnen de afgesproken tijdslimiet.

Vermits de data van de MDO’s vooraf op de kalender staan aangegeven, kunnen er op deze data geen uitstappen, schoolreizen, sportdagen, worden gepland.

In de kleuterschool Volgens onderstaande kleurencode op lijsten o.b.v. het ontwikkelingsplan voor

kleuters: Groen geen probleem Oranje toch vraagtekens, extra aandacht geven Rood ernstig probleem Wit hierover heb ik nog geen gegevens

De klasjuf gaat dan, samen met juf Fran, na de bespreking de rood gekleurde items verder uitdiepen.

Van deze gedetailleerde screening wordt door de klasjuf en juf Fran voor bepaalde items een handelingsplan uitwerkt. Al deze documenten zijn bij juf Fran, en gedeeltelijk bij de klasjuf, te raadplegen.

4.1.4 Toetsen

De leerkracht is verantwoordelijk voor zijn bijdrage bij het kindvolgsysteem dat door de school gehanteerd wordt en volgt de richtlijnen van de school voor het afnemen van toetsen, het geven van taken en het invullen van de rapporten. (zie ook arbeidsreglement)

We maken hierbij een onderscheid tussen leerstofgebonden en genormeerde toetsen. Leerstofgebonden toetsen:

Op regelmatige tijdstippen controleert de leerkracht of de leerlingen de aangebrachte leerstof van een leergebied of een leerdomein voldoende begrijpen en kunnen toepassen. Dit kan op verscheidene manieren gebeuren: via een toets, via een controle van het dagelijkse werk, via observatie,…

De gemaakte toetsen of taken gaan zo vlug mogelijk (= zeker binnen de week) verbeterd en besproken mee naar huis. Op deze manier krijgen de ouders op korte termijn een zicht van de vorderingen van hun kind.

Deze brengen ze ondertekend weer mee naar school, waar ze gebundeld worden per rapportperiode. Deze bundel kan dan eventueel nogmaals meegegeven worden samen met het rapport. Hij blijft hoe dan ook vanaf dat moment op school en wordt dus niet terug meegegeven op het einde van het schooljaar.

De leerkracht noteert de resultaten van deze toetsen in een evaluatieboek (vrij te kiezen). Dit document bevat gegevens over de leerstofgebonden toetsafnames van deze klas. Deze gegevens kunnen variëren van puntenscores, waarderingen,


23

klasspreidingen,… tot toetsanalyses. Deze gegevens dienen als basis tot het invullen van de rapporten.

Genormeerde toetsen: De resultaten van de genormeerde toetsen worden gebruikt bij de

kindbesprekingen en geven ons zicht op het niveau van het aangeboden onderwijs.

We werken met het LVS-VCLB van Paul Dudal De klasleerkrachten nemen dit af op de voorziene tijdstippen voor wat rekenen en

spelling betreft. Ze verbeteren de toetsen en brengen de gegevens in op de computer.

De informatie en testen kan je terugvinden in de kast in de onthaalruimte. Hieruit kan je kopiëren, maar vragen wij met aandrang het materiaal direct weer terug te zetten. In de afnameperiodes zijn namelijk alle collega’s op zoek naar deze informatie.

De respectieve periodes waarbinnen elke afname dient te gebeuren, zijn de volgende: begin schooljaar = 15/09 – 30/09 midden schooljaar = 1/02 – 15/02 einde schooljaar = 15/05 – 30/05

Via de rapporten kunnen de scores (A-B-C-D-E) van deze testen worden meegedeeld aan de ouders. Ook het behaalde AVI-niveau kan hier worden vermeld.De testen zelf worden niet meegeven naar huis. Enkel via persoonlijke contacten met ouders, en dus voorzien van de nodige uitleg rond het opzet van een leerlingvolgsysteem, kunnen deze worden bekeken en besproken.

Naast deze testen kunnen we de bijhorende werking in verband met analyse en handelen verkennen.

Ongeveer 4 keer per schooljaar worden de AVI-niveaus afgenomen door meester Stany van al diegenen die nog geen AVI 9 haalden.

Ze krijgen telkens een ‘AVI-rapportje’ mee, de klasleerkracht krijgt een overzichtslijst. A.d.h.v. deze resultaten worden de groepen voor het niveaulezen opnieuw aangepast door de GOK- en zorgleerkracht.

Wie eind 1e oefenniveau 4 haalt, eind 2e oefenniveau 7 en eind 3e oefenniveau 9+ zonder teveel fouten verdient een 10 op het rapport voor technisch lezen.

Op rapport : 1ste : alleen technisch lezen 2de en 3de : technisch en expressief lezen samen vanaf 4de : expressief lezen

4.1.5 Rapporteren

De indeling van het rapport is aangepast aan de leergebieden en leerdomeinen van elk leerjaar. Deze indeling kan jaarlijks terug bekeken worden.

Op regelmatige tijdstippen controleert de leerkracht of de leerlingen de aangebrachte leerstof van een leergebied of een leerdomein voldoende begrijpen en kunnen toepassen. Dit kan op verscheidene manieren gebeuren: via een toets, via een controle van het dagelijkse werk, via observatie,… Deze gegevens verzamelt de leerkracht in zijn evaluatieschrift. De gemaakte toetsen of taken gaan zo vlug mogelijk mee naar huis. Op deze manier krijgen de ouders op korte termijn een zicht van de vorderingen van hun kind. (zie 4.1.4 toetsen)

We starten dit jaar met een nieuw rapportprogramma. Zeven maal per schooljaar (Vrijdag 12/10; vrijdag 16/11; woensdag 19/12; vrijdag 1/2;

vrijdag 21/3; vrijdag 23/5; woensdag 25/6) vult de leerkracht a.d.h.v. de verzamelde gegevens in het evaluatieschrift het schoolrapport in. De leerkracht kan hierbij gebruikt maken van een puntensysteem (het resultaat van de toets, het gemiddelde van de resultaten van de gemaakte toetsen, het resultaat van een summatieve toets), van een waardering a.d.h.v. een lettercode (de prestaties van de leerling vergeleken met zijn eigen mogelijkheden) en/of van een verbale omschrijving. Hierbij proberen we steeds de nadruk te leggen op wat het kind al goed kan (motivatie en aanmoediging). Op deze manier krijgen ouders informatie over een langere periode.


24

De rapporten dienen ten laatste de dag voordat ze worden uitgedeeld bij de directie te worden binnengebracht.

De ene keer deel je ze zelf uit, de andere keer komt meester Stany dit doen (zie kalender). Verzorg je commentaar op het rapport, zodat deze zinvol overkomt bij de leerlingen en ouders.

Wij benadrukken geen percenten en rangschikking van leerlingen binnen de klasgroep. Klassikaal meedelen van punten en (eveneens klassikale) goktoestanden vooraf zijn dus uit den boze.

Naast de gewone toetsen of evaluaties worden er in de klas regelmatig testen afgenomen waarbij de prestaties van elk kind worden vergeleken met de prestaties van een grote groep leeftijdsgenoten. (zie SWP 4.1.4. toetsen).

Voor kinderen die werken met een begeleidingsplan zijn er enkele extra afspraken (zie SWP 4.2.3)

De werking en de indeling van het rapport zijn ieder schooljaar onderwerp ter bespreking.

4.1.6 M.D.O.

We streven ernaar om per leerlingengroep 3 maal per schooljaar een M.D.O. te organiseren (begin, midden en einde schooljaar).

Verdere concrete afspraken inzake het M.D.O. vind je terug bij ‘observeren’ (SWP 4.1.3)

4.2 Stappenplan om zorgbreed te werken

4.2.1 Klasinterne werking

De leerkracht probeert zelf na te gaan waar het probleem zit om zo zijn onderwijs en omgang met het kind af te stemmen op wat hij als noden van het kind ervaart.

De leerkracht analyseert het probleem : dit hoeft nog niet op papier te staan. De leerkracht handelt hiernaar:

tijdens de les zelf tijdens de momenten van differentiatie

4.2.2 Klasinterne/klasexterne werking met extra ondersteuning

4.2.2.1 Algemeen

Indien er te weinig rendement is na enkele differentiatiemomenten, vult de leerkracht het zorgformulier in.

De vraag wordt op de weekplanning van de volgende week verwerkt. Kleuterschool

Juf Fran haalt elke woensdag de zorgformulieren op en puzzelt de aanvragen in de weekplanning van de volgende week. Zij geeft dit op donderdag door aan juf Caroline D.

Op de weekplanning, die je vrijdag ontvangt, kan je dan nakijken of en wanneer jouw vraag werd ingeboekt.

Lagere school Wil je extra hulp (voor preventie en/of remediëring) van juf Caroline D., dan kan je

dit aanvragen via het zorgformulier uiterlijk op donderdagvoormiddag. Zij giet dit, samen met de gegevens van juf Fran (zie hierboven) in een planning die ze doormailt een meester Stany.

Op de weekplanning die je vrijdag ontvangt kan je dan nakijken of en wanneer jouw vraag werd ingeboekt.

De GOK- en zorgleerkracht handelt steeds in overeenstemming met de gegevens op het basisformulier. Er is dus een constante en duidelijke wisselwerking nodig tussen de klasleerkracht en de hulpverlenende leerkracht


25

Afhankelijk van de vorderingen betreft het een eenmalige tussenkomst, ofwel eentje van beperkte duur. Het doel is het kind tijdelijk gericht op te volgen.

Op de eerstvolgende voorbespreking voor het MDO wordt de hulp geëvalueerd. Indien nodig wordt hierna een team gepland met CLB en/of ouders erbij. (zie observeren, SWP 4.1.3)4.2.2.2 Kinderjury

Kinderen die dat willen kunnen in september intekenen om mee te lezen als jurylid voor de Vlaamse Kinderjury.

Hiervoor moeten ze voor eind maart 10 nieuwe boeken hebben gelezen en beoordeeld.

Deze boeken werden door de school aangekocht en kunnen rechtstreeks ontleend worden via de directie (behalve in het 2e leerjaar, waar meester Eric de zaken coördineert).

Wij vragen wel aan de andere klasleerkrachten de deelnemers aan te moedigen om de boeken niet te lang bij te houden.

4.2.3 Externe hulp en maatregelen op schoolniveau

Opstellen begeleidingsplan Voor sommige leerlingen kan vanuit het MDO, of gewoon tussentijds na overleg

met directie, beslist worden een begeleidingsplan op te stellen. Hierop worden, al dan niet met diagnose ADHD/dyslexie/dyscalculie, de nummers

omcirkeld van de maatregelen die we willen uitproberen met betreffende leerling. Op het einde van het schooljaar, wordt geëvalueerd of de omcirkelde maatregel

daadwerkelijk een positief effect heeft gehad, of eerder niet. Een + of – wordt omcirkeld in de kolom van het betreffende leerjaar.

Het is aan de leerkracht van het volgende jaar om verplicht te starten met de met plusjes gemarkeerde maatregelen. Voor de maatregelen die vorig jaar niet echt lukten, worden alternatieven gezocht en uitgeprobeerd. Deze worden aangeduid door het nummer te omcirkelen, en zo zijn we weer vertrokken.

Wanneer we bij een proef aan een leerling hulp bieden die we niet aan iedereen bieden, dan dienen de punten vervangen te worden door groene punten op het rapport. Zowel op de proef zelf als op het rapport wordt letterlijk de geleverde hulp vermeld die overeenkomt met de lijst op het begeleidingsplan.

Natuurlijk dienen de ouders vooraf ingelicht te worden van deze werkwijze. Gaan ze hiermee niet akkoord, dan wordt enkel die hulp geboden die voor iedereen geldig is. Voor het klasgemiddelde worden deze groene punten niet meegerekend.

Bijkomende onderzoeken en therapieën (externe hulp ): revalidatiecentrum logopedie CLB – testen

Mogelijke maatregelen op schoolniveau: dubbelen klasoverschrijdend differentiëren Curriculumdifferentiatie

indien klasinterne/klasexterne werking met extra ondersteuning onvoldoende renderen en men ondervindt een achterstand van meer dan een jaar voor verscheidene basisvakken, is het nodig dat men werkt aan curriculumdifferentiatie.

4.2.4 Verwijzing naar buitengewoon onderwijs

Vanuit de besprekingen met het CLB, en rekening houdend met de resultaten van interne en externe hulp, kan verwijzing naar het buitengewoon onderwijs overwogen worden.

Belangrijk voor een goede doorverwijzing is dat de ouders ook bij de vroegere stappen ingelicht werden over de aanpak en de resultaten.


26

Een doorverwijzing kan op om het even welk moment plaatsvinden, wanneer dat voor het kind het beste is.

4.3 Bijzondere zorg

4.3.1 Zieke kinderen

4.3.2 Kansarmoede

Via individuele contacten wordt de situatie van deze kinderen ingeschat en worden desgevallend ondersteunende maatregelen genomen.

4.3.3 Anderstaligen

4.3.4 Inclusief onderwijs

Meer en meer ouders kiezen in Vlaanderen voor onderwijs binnen een inclusieve setting. Binnen deze inclusieve setting is de leerkracht de spilfiguur. Hij of zij moet het inclusieproces verwezenlijken in de dagdagelijkse praktijk.

Een aantal basiscompetenties krijgen extra aandacht binnen inclusief onderwijs: zorgen voor het welbevinden van alle leerlingen, differentiëren binnen de groep maar zoveel mogelijk binnen de klas, overleg met ouders, samenwerking met collega’s binnen de klasruimte en kennis van de problematiek.

Uit onderzoek blijkt dat de attitude van de leerkracht een grote invloed heeft op het al dan niet slagen van inclusief onderwijs. Daarom willen we aandacht besteden aan de attitudes van leerkrachten tav inclusief onderwijs.

Leerkachten die een kind in de klas krijgen dat een inclusief traject volgt, moeten zeer frequente ondersteuning krijgen binnen en buiten de klas. Dit kan gebeuren in de vorm van: Stagiairs onderwijsassistenten (ROC Terneuzen) Persoonlijk assistenten (aangereikt door de ouders, al dan niet met de hulp van

een PAB-budget) Kan deze extra ondersteuning niet waargemaakt worden, dient besproken te worden

in welke mate het draagvlak van de school voldoende groot is om deze zorg op te nemen.

ION

4.3.5 Afstemming met buitengewoon onderwijs

In onze school zijn verschillende leerlingen ingeschreven die genieten van GON-ondersteuning. Als de noodzaak er is, kan know-how van het buitengewoon onderwijs zijn weg vinden naar onze eigen leerkrachten.

In dit verband enkele afspraken, gemaakt met Els Cattrysse: De klasleerkracht bemiddelt bij conflictsituaties in de klas waarbij een leerling

betrokken is die GON krijgt Bij conflictsituaties die klasoverschrijdend zijn, bemiddelt juf Els Aanbod van lessen sociale vaardigheden : juf Els wil hier graag op ingaan indien

wenselijk

4.4 Gelijke Onderwijskansen

4.4.1 Aanwendingsplan


27

De school schreef een schoolspecieke visie met een aantal concreet geformuleerde en realiseerbare doelstellingen uit. (zie bijlage 4.4.1)

Het decreet bepaalt dat de uitbouw van een gelijk onderwijskansenbeleid betrekking heeft op zes thema's: a) preventie en remediëring van ontwikkelings- en leerachterstanden;b) taalvaardigheidsonderwijs;c) intercultureel onderwijs;d) socio-emotionele ontwikkeling;e) leerlingen- en ouderparticipatie;f) doorstroming en oriëntering.

Wij besloten te werken rond de peilers preventie en remediëring en socio-emotionele ontwikkeling.

Wij werkten een kwaliteitsvolle beginanalyse uit van de eigen situatie voor de hoger genoemde thema's.

Onze school legde op basis van deze beginanalyse vast: welke concrete doelstellingen zij op het vlak van leerlingen, van personeelsleden

en van de school wil bereiken; op welke manier zij deze doelstellingen wil bereiken en op welke manier zij evolueert.

4.4.2 Evaluatie

In de loop van het tweede trimester van het tweede schooljaar werd een zelfevaluatie uitgevoerd (zie bijlage 4.4.2.a). Wij volgden hiervoor een uitgetekend scenario. Dit betekent: de school gaat na of de gegevens verzameld en geanalyseerd werden met

betrekking tot de vooropgestelde doelstellingen; de zelfevaluatie resulteert in voorstellen voor verbetering van de eigen werking en

in eventuele bijsturingen;


28

5. Werken aan de school als gemeenschap, als organisatie Kwaliteitszorg

Prioriteitenplan Nascholingsplan Schoolzelfevaluatie Doorlichtingsverslag inspectie

Coaching personeel Functioneringsgesprekken Klasbezoeken Beginnende leerkrachten Nascholingen

Interne communicatie en samenwerking Informatiedoorstroming

Woensdagmailtje Zonnebloemwijzer Jaar- en maandkalender Informatiehoek- en borden in de leraarskamer De vakjeskast Mondelinge communicatie Weekopeningen en weeksluitingen

Overlegmomenten en vergaderingen Samenwerking duopartners Andere samenwerkingsverbanden

Integratieactiviteiten 3e kleuterklas - 1e leerjaar Werkdagen in augustus

Werkgroepen / taakgroepen Onderhandelingscomités Overleg met het schoolbestuur

Samenwerking met ouders en anderen Schoolraad Oudervereniging Informatiedoorstroming Oudercontacten Opendeurdag Peuterspeelvoormiddagen Hulp op school Administratie CLB Schooloverstijgende samenwerking Stages

Samenwerking met onderwijsondersteuners CLB Pedagogische begeleiding

Verdeling van onderwijs- en begeleidingstaken Vervangingen Toezicht Aanwezigheid op school


29

Veiligheid en gezondheid Gezondheidsmaatregelen Verkeersveiligheid Brandpreventie EHBO Verzekering bij schoolongevallen Veiligheidsmaatregelen

Zorg voor materiële uitrusting Onderhoud Gebruik van infrastructuur en media Fotokopiëren Bestelling schoolmateriaal

5. Werken aan de school als gemeenschap, als organisatie.

5.1 Kwaliteitszorg

Als katholieke basisschool willen we systematisch blijven werken aan de verbetering en het behoud van de kwaliteit van ons werk op school.Het is daarbij belangrijk rekening te houden met de feitelijke en wenselijke situatie op school.De toetsing gebeurt op basis van een aantal kwaliteitscriteria.

In onze school willen we deze kwaliteitscriteria baseren op het opvoedingsconcept voor het Katholiek Basisonderwijs in Vlaanderen. Daarin vinden we de 5 basisopdrachten als katholieke basisschool terug: 1. Werken aan de schooleigen christelijke identiteit2. Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsinhoudelijke aanbod


30

3. Werken aan een stimulerend opvoedingsklimaat en een doeltreffende didactische aanpak

4. Werken aan de ontplooiing van ieder kind, vanuit een brede zorg5. Werken aan de school als gemeenschap en als organisatie

Op basis van deze opdrachten kunnen een aantal kwaliteitscriteria vastgesteld worden die echter nog algemeen zijn en vertaald moeten worden in concrete kenmerken van de schoolwerking.

Op basis van de lijst van kwaliteitskenmerken aansluitend bij de 5 basisopdrachten willen we de relevante kenmerken voor onze school uitzoeken, een sterkte-zwakte-analyse uitvoeren, daaruit prioriteiten bepalen, deze uitvoeren en bewaken.

5.1.1 Prioriteitenplan

Op basis van de sterkte-zwakte-analyse (intern of extern) wordt een prioriteitenplan opgesteld: Intern: op basis de PV van 5 december 2005 (planning en uitwerking op overzicht

in onthaalruimte) Extern: door de onderwijsinspectie,

Het plan wordt opgemaakt voor het nieuwe schooljaar met de prioriteiten die gerealiseerd moeten worden.

De school beschikt ook over een plan op lange termijn waarbij aangegeven wordt welke aspecten prioritair, dringend of op termijn voor de school nog gerealiseerd dienen te worden. (zie overzicht in onthaalruimte)

Bij het einde van een werkjaar wordt een stand van zaken opgemaakt in hoeverre de vooropgestelde prioriteiten uitgewerkt zijn, afgerond kunnen worden of eventueel bijgestuurd en uitgediept dienen te worden. Dit gebeurt in overleg met de betrokken leerkrachten en de pedagogische begeleider.

Het plan op langere termijn kan vanuit deze evaluatie bijgestuurd worden.

5.1.2 Nascholingsplan

Bij het einde van elk schooljaar wordt in overleg met het team een nascholingsplan opgesteld voor het nieuwe werkjaar.

We kiezen ervoor om het nascholingsplan zoveel mogelijk te laten aansluiten bij het prioriteitenplan van de school

Er wordt geopteerd voor teamgerichte nascholing aansluitend bij de prioriteit(en) uit het prioriteitenplan.

5.1.3 Schoolzelfevaluatie

We willen werk maken van schoolzelfevaluatie: intern op basis van de kwaliteitskenmerken, gebaseerd op de vijf basisopdrachten voor een katholieke basisschool (zie bijlage 1.1.c.: opvoedingsconcept Katholiek onderwijs in Vlaanderen).

De schoolzelfevaluatie kan gebeuren op klas- of schoolniveau met zelfevaluatie-instrumenten die intern aangemaakt worden of extern aangereikt aan de school. Vanuit de zelfevaluatie kunnen prioriteiten afgebakend worden op klas- of schoolniveau.

De prioriteiten die vanuit de schoolzelfevaluatie aangepakt worden zijn onderwerp van evaluatie bij het einde van een werkjaar om de cirkel van plan-uitvoering-evaluatie-bijsturing rond te maken en zo aan kwaliteitsverbetering systematisch te werken.

Leerlingenbevraging: In de laatste week van het schooljaar wordt door de directie een korte bevraging

afgenomen van alle leerlingen vanaf het 2e leerjaar i.v.m. de klaswerking van het voorbije schooljaar. In het 1e leerjaar zal een aangepaste versie worden uitgewerkt.

De bevragingen worden in kaart gebracht door de GOK-leerkracht om een zicht te krijgen op de sociaal-emotionele beleving van onze leerlingen op school.


31

Nadien krijgen alle collega’s deze (overwegend naamloze) papieren. Bekijk ze, relativeer, trek er conclusies uit, … maar gebruik ze niet om de kinderen eventueel later eens ‘op hun punt’ te zetten.

5.1.4 Doorlichtingsverslag inspectie

De onderwijsinspectie voorziet een externe kwaliteitsdoorlichting van onze school. A.d.h.v. specifieke instrumenten van de overheid om de kwaliteit van de

schoolwerking te evalueren, wordt een grondige analyse gemaakt van de huidige schoolwerking.

Vanuit deze sterkte-zwakte-analyse kan de inspectie specifieke aandachts- en werkpunten formuleren voor de school als geheel.

Het doorlichtingsverslag wordt na goedkeuring door de inrichtende macht, aan heel het team voorgesteld en doorgelicht.

Op basis van het doorlichtingsverslag wordt in overleg met de pedagogische begeleider van de school een aangepast prioriteiten- en nascholingsplan opgesteld. Ook het prioriteitenplan op langere termijn kan op basis van het doorlichtingsverslag bijgestuurd worden.

Er wordt getracht zowel oog te hebben voor de interne als externe evaluatie bij het vorm geven aan het prioriteiten- en nascholingsplan.

5.2 Coaching personeel:

5.2.1 Functioneringsgesprekken (ontwikkelingsgesprekken)

De functioneringsgesprekken kunnen aansluiten bij concrete functiebeschrijvingen of bij afgelijnde aspecten van het concreet functioneren van personeelsleden op school.

Hiervan is geen schriftelijk verslag vereist. Functioneringsgesprekken kunnen gepland worden op initiatief van de directeur

(einde schooljaar) of gevraagd worden door de personeelsleden zelf. Doel van het functioneringsgesprek zijn o.a.

de sterke en zwakke punten in het uitoefenen van de feitelijke werkzaamheden door de medewerker laten ontdekken en verwoorden

de factoren die een goede samenwerking en werksfeer bij die werkzaamheden bevorderen of belemmeren ontdekken en verwoorden

ontwikkelingsmogelijkheden van de medewerker bespreken en concrete afspraken maken voor de toekomst

De leerkrachten bereiden dit gesprek voor a.d.h.v. een formulier met een SWOT-analyse.

5.2.2 Klasbezoeken

Klasbezoeken maken een essentieel onderdeel uit van het coachen van leerkrachten. Voor de klasbezoeken gelden de volgende afspraken op school :

Verspreid over het schooljaar (vnl. tussen de herfst- en de paasvakantie) zullen alle collega’s in de klas worden bezocht in functie van de gekozen prioriteit.

Hier is het in principe de klasleerkracht die de directie uitnodigt om eens te komen kijken naar een activiteit die georganiseerd wordt naar aanleiding van gemaakte afspraken i.v.m. onze prioriteit.

Hiervan wordt, na een gesprek, een verslag opgemaakt waarvan, na gelezen en goedgekeurd te zijn door de klasleerkracht, elke partij een exemplaar krijgt.

Tijdens dit bezoek wordt de schoolagenda (zie ook SWP 3.6.3) van de leerkracht, alsook in de lagere school de schoolagenda van één of enkele leerlingen, nagekeken. Ook de doorstromingsmap en de gele fiches worden ter gelegenheid van dit bezoek bekeken.

5.2.3 Beginnende leerkrachten


32

Beginnende leerkrachten worden éxtra opgevolgd binnen de school. We betrachten daarbij minimum 3 keer per jaar een bespreking over het functioneren op school te voorzien.

De schoolleider stel de leerkracht in kennis van de schoolspecifieke werking en visieteksten die in de school afgesproken zijn. Dit komt een eerste keer aan bod bij het kennismakingsgesprek op school.

Er worden bij voorkeur meerdere klasbezoeken gepland met telkens onderling afgesproken aandachts- en werkpunten die opgevolgd en/of bijgestuurd worden.

Beginnende leerkrachten worden in de eerste plaats opgevangen door het volledige team. In geval er een parallelklas is, zal deze collega vanzelfsprekend het voortouw nemen.

Voor beginnende leerkrachten wordt een beperkt vademecum uitgewerkt met de belangrijkste afspraken voor de dagelijkse schoolwerking .(zie bijlage 5.2.3.a.: vademecum beginnende leerkrachten)

5.2.4 Nascholingen

In de leraarskamer bevindt zich ook een bakje met allerhande nascholingen. Via de rubriek ‘informatiehoek’ in de zonnebloemwijzer kan je volgen wat er nieuw is binnengekomen. Geïnteresseerd in één of andere nascholing die je kan gebruiken voor het optimaliseren van je werk in de klas en op school? Geef een seintje, en we bekijken samen wat haalbaar is.

Anderzijds werd vanuit de functioneringsgesprekken genoteerd in welke richting je je eventueel zou willen bijscholen. Nascholingen die passen in dit kader, kunnen je persoonlijk worden aangereikt. Aan jou om te beslissen of je hier dan wil op ingaan.

Een overzicht van de gevolgde nascholingen kan je terugvinden in het nascholingsplan in de leraarskamer.

Volgde je een nascholing, dan breng je op de eerstvolgende PV mee wat je interessant vindt voor je collega’s en geeft daar kort uitleg bij.

Je klas wordt tijdens de nascholingen overgenomen door de GOK- of zorgleerkracht in de lagere school. Voor wat betreft de kleuterschool worden de ‘vervangingsafspraken’ toegepast die ook gelden bij afwezigheden.

5.3 Interne communicatie en samenwerking

5.3.1 Informatiedoorstroming

5.3.1.1 Woensdagmailtje

Elke woensdag wordt aan iedereen een mailtje verstuurd met in bijlage enkele zaken waarover uw mening wordt gevraagd.

Wij verwachten de antwoorden nog diezelfde woensdag terug. Wie hiermee niet vlot kan werken, kan onderstaande instructie volgen: De vragen bevinden zich in bijlage , dus eerste deze bijlage openen door te

dubbelklikken op de paperclip. In het WORD-document dat opent kan je je antwoorden (al dan niet in een

kleurtje) intypen. Vergeet je naam niet te vermelden. Klik dan op `bestand` links bovenaan. Kies verzenden naar. Hierin kies je `emailadres (als bijlage)` Vul nu bij `aan`mijn adres in ([email protected] ) Klik op verzenden

Eventuele conclusies die hieruit kunnen worden getrokken, vind je maandag terug in de zonnebloemwijzer. Is het ook na die mail allemaal niet zo duidelijk, dan wordt dit punt op het agenda van de volgende personeelsvergadering geplaatst.

Vermits we wekelijks op donderdag teamen met de collega’s van de kleuterschool, gebeurt het regelmatiger dat er voor hen geen vragen zijn via mail. Toch telkens kort even nakijken a.u.b.


33

5.3.1.2 Zonnebloemwijzer De zonnebloemwijzer (op geel papier) ligt elke eerste lesdag rond 8.15 uur in de

vakjes en dient nog voor het begin van de lessen te worden meegenomen. Deze nieuwsbrief heeft een dubbel opzet. Enerzijds willen we hierin duidelijk

afspraken publiceren die in de loop van de voorbije week werden gemaakt en die op deze manier iedereen kunnen bereiken.

Anderzijds zullen we wekelijks de resultaten meedelen van de antwoorden op de vragen uit de woensdagmailtjes.

Zaken die kunnen wachten tot op de volgende personeelsvergadering omdat ze niet zo dringend zijn en/of omdat ze beter in overleg met het hele team worden besproken, zal je hier niet zien verschijnen.

Soms heeft de informatie vermeld in de Zonnebloemwijzer een eerder vertrouwelijk karakter. Laat daarom dit informatieblad niet zomaar rondslingeren in ieders bereik, maar klasseer het in een map waarin ook de verslagen van de personeelsvergaderingen komen te zitten. In de mediatheek staat ook een groene map met daarin alle edities van het lopende schooljaar.

En tenslotte nog dit: de rubrieken maken duidelijk dat we nieuws voor zowel de kleuterscholen als de lagere school opnemen in één en dezelfde zonnebloemwijzer zodat we allen op de hoogte blijven van wat er op onze school reilt en zeilt. Op eenvoudige vraag kan dit nieuws je via mail worden verzonden.

5.3.1.3 Jaar- en maandkalender De jaarkalender van het nieuwe schooljaar hangt uit in de leraarskamer. Telkens

wanneer een nieuwe activiteit opduikt die van belang kan zijn voor de ganse groep, noteer je dit op de betreffende datum.

De maandkalender wordt op het einde van de maand ter controle voorgelegd en daarna gekopieerd.

Van deze kalender wordt een afgeslankte versie gemaakt voor het zonnebloemnieuws naar de ouders toe.

Op eenvoudige vraag kunnen deze kalenders je via mail worden verzonden.

5.3.1.4 Informatiehoek- en borden in de leraarskamer

5.3.1.5 De vakjeskast

Iedereen die op school een taak uitoefent heeft een vakje in de gang naar het bureel. Door de voltijdse collega`s dient dit vakje minstens twee maal per dag te worden leeg

gemaakt (eenmaal voor- en eenmaal namiddag) omdat dit voor ons het communicatiemiddel bij uitstek is voor dringende boodschappen.

5.3.1.6 Mondelinge communicatie

5.3.1.7 Weekopeningen en weeksluitingen

Voor de lagere school staat er wekelijks een bijeenkomst geprogrammeerd op maandagnamiddag na de speeltijd (14.40 uur) in de turnzaal of op de speelplaats bij mooi weer.Voorbereiding en uitwerking is in handen van meester Stany, juf Caroline D. en een (steeds wisselende) werkgroep. Er wordt dit jaar gewerkt op basis van ‘Leeftocht’. Inbreng vanuit de klassen zijn mogelijk en welkom.

Bij het binnenkomen van de zaal zorgt ieder er voor dat de eigen klas in stilte plaats neemt en stil blijft tot begonnen wordt met de weekopening.


34

Voor het verlaten van de zaal maken we gebruik van de twee uitgangen. Als je jouw klas hoort vernoemen, gelieve dan zo snel mogelijk de zaal in stilte te verlaten en pas buiten je rij te vormen om zo naar de klas te gaan.Volgorde van buitengaan:

Uitgang dubbele deur Uitgang enkele zijdeur 1 6A 6B 2 5A 5B 3 4e lj. 3e lj. 4 1A & 1B 2e lj.

Voor de weeksluitingen in de kleuterschool (vrijdag 11.45 uur) brengt elke klas om beurt iets naar voor. Deze klas is voor die week tevens de beverklas (netjes houden speelplaats).

De foto’s met de klaspop zullen worden gebruikt op de verjaardagskaarten. Deze kunnen vooraf genomen worden (+ na instapdatum bij de nieuwtjes) en dus worden afgedrukt via de fotograaf i.p.v. op school.

5.3.2 Overlegmomenten en vergaderingen

In principe is er elke laatste maandag van de maand een personeelsvergadering voor iedereen (lagere- en kleuterschool, Koewacht en Kruisstraat). Hiervan zal worden afgeweken naargelang de onderwerpen voor de lagere- of kleuterschool verschillen (zie overzicht in bijlage).

Daarnaast kunnen er, indien de noodzaak zich voordoet, teamvergaderingen plaatsvinden in onderlinge afspraak met de betrokkenen.

De vergaderingen starten telkens stipt om 16.00 uur. Diegene die ‘van koffie’ is voorziet dat er nog voldoende koffie is voor deze vergadering. Koekjes worden voorzien door Stany.

Ook op de PV van augustus wordt afgesproken wie het verslag maakt op de PV’s. Naast de papieren versie stuurt de verslaggever binnen de week na de vergadering ook de digitale versie via mail naar het bureau ([email protected])

En tenslotte nog dit: de dag van de PV worden er geen uitstappen of andere activiteiten gepland die je verhinderen aanwezig te zijn op deze vergadering. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan hiervoor toelating worden gegeven.

Daarnaast is er elke donderdag een korte teamvergadering in de leraarskamer tussen 12.30 en 13.00 uur waarop alle kleuterleidsters (afdeling Koewacht) worden verwacht.

Dit teamoverleg vindt ook wekelijks op de Kruisstaat plaats, op maandag tijdens de middagpauze.

Het betreft hier een vragenronde van collega’s en directie. Indien dit niet kan doorgaan wordt dit vooraf verwittigd.

5.3.3 Samenwerking duopartners (zie arbeidsreglement artikel 6)

5.3.4 Andere samenwerkingsverbanden

5.3.4.1 Integratieactiviteiten 3e kleuterklas – 1e leerjaar

Op de jaarplanning worden de meeste integratieactiviteiten vooraf vastgelegd. Na afloop wordt de voorbereiding, het verloop en de evaluatie ervan gebundeld in een speciaal daartoe voorziene map. Deze map ligt bij juf Fran, maar ook juf Roos, juf Hilde en juf Caroline Vdl. hebben een exemplaar.

Activiteiten die samen met de Kruisstraat worden gegeven, worden ook gezamenlijk voorbereid.

5.3.4.2 Werkdagen in augustus

Eind augustus voorzien we twee volledige dagen waarop alle collega’s op school aanwezig zijn.


35

mailto:[email protected]

Deze dagen worden in overleg voor het einde van het vorige kalenderjaar vastgelegd. Eén van beide voormiddagen wordt de personeelsvergadering gepland, de andere

voormiddag zijn de peuters welkom om de peuterspeelvoormiddag. De rest van de tijd wordt besteed aan klasoverstijgende klusjes, tenzij er geen zijn. In

dat geval kan de tijd worden besteed in eigen klas.

5.3.5 Werkgroepen / taakgroepen

Volgende werkgroepen zijn op onze school actief: Financiële werkgroep: juf Veerle en juf Roos voor de kleuters, juf Caroline Vdl. voor

de lagere school. Deze komt samen naargelang de behoefte zich voordoet iets te wijzigen/ toe te voegen/ te bespreken/ …

Werkgroep kerstversiering: juf Veerle, juf Roos en juf Ann voor de kleuters, juf Caroline D. voor de lagere school coördineren het werk van de ouders. Een voorbereidende vergadering is voorzien op woensdag 21 november om 20.00 uur.

Voor de weekopeningen in de lagere school wordt er gewerkt met een werkgroep met wisselende deelnemers.

De Zonnebloemfeesten vinden elk jaar plaats op zaterdag en zondag van het Pinksterweekend. Ter compensatie wordt er na Pinkstermaandag anderhalve facultatieve verlofdag genomen. Wat deze feesten aan afspraken inhoudt, kan je terugvinden in het aparte draaiboek.Toch nog even de verantwoordelijken op een rijtje. Deze collega’s zijn weliswaar verantwoordelijk voor een onderdeel van de organisatie, maar moeten niet noodzakelijk deze taak ook zelf opnemen tijdens de feesten. Uitnodigingen Fran Tombola Karolien Friettent Roos Toog buiten Liliane Talentenjacht Hilde Spelenmarkt Eric Extra attractie Caroline Vdl Cafetaria Anje en Veerle Drank algemeen + toog binnen Johan Eten medewerkers Liesbet Reclameboekje Marina Restaurant Leen en Paul Afwas Caroline D Groenten Ann

Op de Kruisstraat vindt het schoolfeest dit jaar plaats op 27 april 2008. 28 april is daar dan ook een facultatieve verlofdag.

5.3.6 Onderhandelingscomités

5.3.7 Overleg met het schoolbestuur

De afgevaardigde beheerders van het schoolbestuur wonen regelmatig de vergaderingen van de schoolraad bij. Daarnaast zijn er heel wat mogelijkheden tot spontane communicatie. Zij krijgen ook de wekelijkse zonnebloemwijzer via mail toegestuurd.

De voorzitter van het schoolbestuur woont de directievergaderingen van onze schoolgemeenschap bij.

5.4 Samenwerking met ouders en anderen

5.4.1 Schoolraad


36

De schoolraad is ontstaan via een decreet van de Vlaamse Raad. Dit decreet schept een wettelijk kader voor de inspraak van de personeelsleden, de ouders en de lokale gemeenschap in het dagelijks onderwijsgebeuren.

De schoolraad is een orgaan waar mensen samen, elk met een eigen inbreng, opkomen voor de christelijke opvoeding van de leerlingen.

Participeren in onze school is het leggen van eigen accenten, elk vanuit eigen bekommernissen, betrokkenheid en verantwoordelijkheid, om gezamenlijk ons opvoedingsproject te verwezenlijken. Hierdoor ontstaat een samenwerking die op de eerste plaats het welzijn van de kinderen beoogt.

De verslagen van de schoolraad worden aan alle leerlingen meegeven.

5.4.2 Oudervereniging

Alle ouders vormen als het ware één grote oudervereniging. Ze worden aangesproken wanneer er noodzaak aan is, wij zijn aanspreekbaar

wanneer er voor hen noodzaak is. Ze komen dan ook samen op momenten wanneer dat nodig is. Zo zien we ouders

werken in de werkgroep gebouwenzorg, in de groep rond kerstversiering, in verschillende kleuteractiviteiten, bij de voorbereidingen van de meimarkt en de Zonnebloemfeesten, als wekelijkse leesmoeders op dinsdag en woensdag, als spreekouder Frans, als fruitouders, …

Een vertegenwoordiging van 2 ouders en 2 leerkrachten vormt de financiële werkgroep, die de inkomsten beheert van meimarkt, Zonnebloemfeesten, klasfoto’s, wafelverkoop, …

Van hieruit bieden ze financiële ondersteuning aan activiteiten van onze kinderen in de school. Met het geld van de financiële werkgroep-kas worden activiteiten van de school gesponsord zoals een deel van het busvervoer van schoolreizen, schoolprojecten, fruitdag, … Het komt allemaal rechtstreeks ten goede van de kinderen.

5.4.3 Informatiedoorstroming

Dit gebeurt via: Het maandelijks infoblaadje, het Zonnebloemnieuws

Het zonnebloemnieuws ligt in de vakjes op de laatste of voorlaatste dag van de maand en dient nog diezelfde dag aan alle kinderen te worden uitgedeeld.

Het bevat een vooruitblik naar de activiteiten van de volgende maand toe, samen met een overzichtskalender van die maand.

Wanneer je dus de volgende maand een uitstap of activiteit plant waarover de ouders extra uitleg nodig hebben, gelieve deze dan door te geven (liefst via mail) aan meester Stany ten laatste enkele dagen voor de PV. Wanneer de informatie volledig is, hoeft er dan ook geen extra brief meer te worden opgemaakt.

Alle edities staan verzameld in een groene map in de mediatheek. De Zonnebloemkrant

Twee keer per schooljaar verschijnt de zonnebloemkrant, telkens onder een andere vorm: Voor de kerstvakantie verwachten we een bijdrage van elke klas met

tekstjes, werk van de leerlingen, … Eén, max. twee blz. per klas. Zorg voor een waardevolle inhoud, die een facet van je klaswerking

weerspiegelt. Houd er rekening mee dat de pagina(‘s) worden gekopieerd in zwart-

wit. Foto’s en gekleurde prenten geven dan eerder een slordige indruk. Voor de zomervakantie selecteren we foto’s van het voorbije schooljaar.

Hiermee wordt door juf Fran een fotoboek samengesteld. Beide krantjes worden rondgedeeld aan alle huizen van Koewacht.

De schoolagenda


37

Tot en met het vierde leerjaar worden de agenda’s dagelijks nagekeken. In de derde graad gebeurt dit nog wekelijks.

Boodschappen van de school naar huis dienen thuis ondertekend te worden en ’s anderendaags aan de leerkracht te worden getoond.

Boodschappen van thuis naar de school dienen op school door de leerkracht te worden ondertekend en thuis te worden getoond.

Het verslag van de schoolraad (zie schoolraad, SWP 5.4.1) De post die meegegeven wordt met de leerlingen (brieven, aankondigingen,...)

Het meegeven van brieven, folders, e.d., het houden van geldinzamelingen, tombola’s, e.d., in de school gebeuren uitsluitend na goedkeuring van de directeur. (zie ook arbeidsreglement artikel 7)

5.4.4 Oudercontacten

Informatieavond begin schooljaar Begin september starten we met een informatieavond voor elke klas (zie

kalender). Hierop wordt de eigen klaswerking uit de doeken gedaan. Op de Kruisstraat gebeurt dit om de twee jaar. Een neerslag van je klaswerking zoals je deze overmaakt aan de ouders, wordt

vooraf afgegeven aan de directie. Denk eraan, zeker in het eerste half uur van je betoog, sterk de nadruk te leggen

op de praktische werking van je klas. Probeer overzichten van leerinhouden te beperken of naar het einde toe te brengen zodat ouders die nog naar een collega moeten, het belangrijkste mee hebben.

Het eerste leerjaar sluit aan bij de kleuters op dinsdagavond (uitz. Peuterklas), de andere leerjaren starten op woensdagavond om 18.OO uur. Er is telkens een half uur tussen de verschillende informatiesessies.

Individuele oudercontacten Voor de kerst- en voor de zomervakantie voorzien we individuele oudercontacten

voor de lagere school. Deze vinden plaats in de zaal. We dringen sterk aan op het respecteren van de voorziene 10 minuten per leerling.

Verwacht je meer tijd nodig te hebben voor een leerling, voorzie dan doelbewuste pauzes, of je nodigt de ouders op een andere keer uit.

De uitnodigingen, alsook de bevestiging van het tijdstip, gebeuren via een uniform formulier dat vertrekt op het bureau.

Gelieve vooraf een kopietje van je schema aan de kast tegenover het bureau te hangen. Zo kunnen we een overzicht opmaken dat ons toelaat de timing op te volgen en zonodig bij te sturen.

Voor de ouders van de kleuters is er in het laatste trimester een oudercontact voorzien. De Kruisstraat organiseert dit enkel voor de 3e kleuterklas en voor contacten die zich opdringen n.a.v. het kindvolgsysteem.

Individuele gesprekken Individuele gesprekken met de betrokken titularissen of leerkrachten kunnen

steeds aangevraagd worden via de schoolagenda, een briefje of bij toevallige gelegenheden.

5.4.5 Opendeurdag

De opendeurdag voor de kleuterschool en het eerste leerjaar is traditioneel gepland tijdens de meijaarmarkt.

Tussen 15.00 en 17.00 uur staan de deuren open en verwelkomen de juffen hun bezoekers.

Buiten deze uren is er iemand van de kleuterleidsters aanwezig om nieuwsgierigen een woordje uitleg te geven.

5.4.6 Peuterspeelvoormiddagen


38

Deze worden op het einde van het schooljaar voor het daaropvolgende jaar vastgelegd op de jaarkalender.

Naast de klasjuf is ook de GOK- en/of zorgleerkracht van de kleuterschool steeds aanwezig om de ouders en peuters te ontvangen.

De kleuters van 1KA worden tijdens de uren van de speelvoormiddag opgevangen door de collega’s in onderlinge afspraak.

Voor het helpen klaarzetten en opruimen worden, indien mogelijk, stagiairs ingeschakeld.

De GOK- en/of zorgleerkracht zorgt in samenspraak met de klasjuf voor de uitnodigingen, in een omslag voorzien van naam en adres. Deze worden minstens een week op voorhand rondgedragen door de klasjuf.

In de Kruisstraat is er op het einde van de maand augustus (zie kalender) een kleuterreceptie, waarop iedereen wordt uitgenodigd.

Juf Veerle zorgt voor de uitnodigingen, ook voor de speelvoormiddag in maart.

5.4.7 Hulp op school

Deze wordt georganiseerd via de klastitularissen i.v.m. leesbegeleiding, leerlingenvervoer, knutselactiviteiten, …

De ouders kunnen ook de oproep via de hulpbrief beantwoorden.

5.4.8. Administratie

Hiervoor kan je terecht bij Hilde. Zij is op school op maandagnamiddag, dinsdagvoormiddag en donderdag de hele dag (van 8.00 tot 16.30 uur).

Herwig is elke maandag tot 14.30 uur op het bureau. Hij verzorgt de boekhouding van onze school.

5.4.9. Centrum voor LeerlingenBegeleiding

Centrum voor leerlingenbegeleiding, gevestigd op volgend adres:Ankerstraat 639100 Sint-Niklaas03/780 66 04

Ann Daelman en Marc Van Boxlaer zijn onze begeleiders.

5.4.10. Schooloverstijgende samenwerking

5.4.10.1 Samenaankoop

De scholengemeenschap sloot een overeenkomst met brandstoffen Vercauteren voor het leveren van mazout aan de verschillende scholen tegen extra voordelige prijzen.

Een meegenomen extraatje is, dat hij ook bereid is dezelfde prijs toe te passen bij de leerkrachten thuis.

Voorwaarde is dat je minimum 1000 liter afneemt, dat je kan wachten op een gezamenlijke leveringsdatum en dat je toch wel in de buurt van Stekene woont.

Geef een seintje aan meester Eddy wanneer je erbij wil zijn de volgende tankbeurt.

5.4.10. Stages

ROC Terneuzen In de lagere school zal er voorlopig één stagiair op school aanwezig zijn. Zij wordt ingeschakeld als onderwijsassistente van Sven De Smedt in 5B. Anderzijds kan zij worden ingeschakeld in het hoekenwerk, bij uitstappen of

speciale gelegenheden (zie weekplanning) na afspraak met meester Johan. Ze gaat ook mee naar het zwembad om er een groepje te begeleiden. In de kleuterschool komen er (voorlopig) 2 stagiaires.


39

Zij worden gekoppeld aan de klassen van juf Ann en juf Veerle, waar ze de juf kunnen bijstaan bij haar activiteiten met de kleuters.

In het begin van het schooljaar, wanneer er bij juf Ann nog weinig peuters zijn, kan zij ook bij juf Anje gaan helpen.

Zij staan om de beurt in voor het netjes houden van de leraarskamer. Ook zijn zij om de beurt een dag ‘van wacht’ om eventueel taken van algemene

orde uit te voeren. Ze zijn die dag gewoon in hun klas, maar kunnen daar opgeroepen worden door Hilde of de directie.

Omdat zij het hele schooljaar bij ons blijven, stellen we hen voor d.m.v. foto’s in de leraarskamer, en bezorgen we hen vooraf een lijstje met specifieke schoolafspraken.

Artevelde hogeschool Zij komen stage lopen in de kleuterschool in een bepaalde periode.

KAHO sint- Lieven Zij komen stage lopen in de lagere school in een bepaalde periode.

Wij voorzien een onthaalbrochure voor stagiairs, zodat zij meteen op de hoogte zijn van de op onze school geldende afspraken en geplogenheden.

5.5 Samenwerking met onderwijsondersteuners

5.5.1 CLB

Het CLB, centrum voor leerlingenbegeleiding, is een dienst die aan leerlingen, ouders, leerkrachten en schooldirecties informatie, hulp en begeleiding aanbiedt.

Het CLB team voor onze school is samengesteld uit: een sociaal verpleegkundige, een arts, een psycholoog en een maatschappelijk werker.

Tussen de school en het CLB bestaat een samenwerkingsovereenkomst.(zie bijlage 5.5.1.a)

Deze omschrijven: Wie is wie-bereikbaarheid-informatieuitwisseling-samenwerkingsverbonden. Afspraken op schoolniveau Afspraken op groepsniveau Evaluatie van de werking

5.5.2 Pedagogische begeleiding

De pedagogische begeleider vanuit de Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst (DPB) voor onze school is nog niet bekend. Hij staat in voor de pedagogisch-didactische ondersteuning voor een groot aantal basisscholen in de regio. Wij kunnen op hem een beroep doen bij het werken aan kwaliteitszorg.

5.6 Verdeling van onderwijs- en begeleidingstaken

5.6.1 Vervangingen

In de kleuterschool De klas wordt in de voormiddag opgevangen door juf Fran. Dit wil zeggen dat de

turnlessen die daardoor wegvallen, gegeven worden door de klasjuf. In de namiddag wordt de klas van de afwezige collega in principe opgevangen

door juf Ann, eventueel door de andere collega’s in onderlinge afspraak afhankelijk van het aantal op te vangen kleuters en de geplande activiteiten.

In de lagere school geldt onderstaand schema wanneer een collega zich afwezig meldt: De eerste schooldag van de afwezigheid.

Wanneer we beroep kunnen doen op een korte vervanging, moeten er verder geen regelingen worden getroffen. Hij/zij neemt de taken van de afwezige collega over.


40

Zoniet, of in afwachting van de komst van een korte vervanging wordt de klas de eerste schooldag opgevangen door juf Caroline D., eventueel door meester Stany. De geplande zorgactiviteiten voor die lesmomenten vervallen.

Vanaf de tweede schooldag van de afwezigheid. Loopt de korte vervanging nog verder, of vinden we een interimaris (bij een

afwezigheid vanaf 10 werkende dagen), dan moeten er ook hier verder geen regelingen worden getroffen. De taken van de afwezige collega worden door hem/haar overgenomen.

Indien dit niet het geval is, treffen we volgende regelingen: Parallelklassen gaan samen zitten in één van beide lokalen. Voor de

zorgplanning kan opnieuw de draad worden opgenomen. Aan deze klassen wordt ook het turnen in grote groep gegeven, zodat de

collega die de groep opvangt 2 lesuren vrij heeft. Grote klassen (2e, 3e en 4e leerjaar) blijven opgevangen worden door juf

Caroline D (eventueel meester Stany). De zorg vervalt gedurende deze periode.

5.6.2 Toezicht

5.6.2.1. Tijdens de speeltijden & aflossing

De speeltijd is voor de kinderen het moment om zich uit te leven. Na enkele uren concentratie reageren zij zich af op de speelplaats. Dat heeft voor gevolg dat er daar heel wat bewogen, gelopen en gespeeld wordt. Dat spelen verloopt niet altijd even rustig. Om het aantal ongevallen te beperken, is het belangrijk dat de afspraken inzake bewaking goed worden opgevolgd. (zie ook speelplaatsafspraken op schoolniveau SWP 3.1.2)

Wanneer het einduur van je bewakingsopdracht is aangebroken (de grote klok onder het afdak aan de leraarskamer is de maatstaf), mag je de speelplaats verlaten ook als de collega die je moet aflossen er nog niet is. Mocht er zich tijdens de (onbewaakte) periode die daarop volgt iets voordoen, dan is de collega die zonder verwittigen te laat op de speelplaats verschijnt toch verantwoordelijk.

5.6.2.2. Het einde van de speeltijd

Enkele minuten voor het einde van de speeltijd klinkt er automatisch één belteken. Op dit sein wordt de leerlingen aangeraden nog eens naar het toilet te gaan, mocht

dit nog niet zijn gebeurd. De collega op de grote speelplaats trekt even later (of laat dat door een leerling doen)

aan het belletje in de leraarskamer. Op dit sein zetten de collega’s in de leraarskamer hun vuile kopjes aan de afwasbak

en komen naar buiten. Pas als de meeste collega’s buiten zijn, bedient de leerkracht met toezicht handmatig

de ‘lange’ bel (bevindt zich aan de buitenkant van gang 1 van de lagere school). De collega die toezicht houdt op de oase, vat post aan de hoek aan de houtsnippers, om erop toe te zien dat er geen botsingen gebeuren tussen komende en gaande leerlingen. Deze bel duurt (lang) totdat de meeste leerlingen in hun rijen staan. Op het moment dat deze bel stopt met rinkelen moet het ogenblikkelijk stil zijn en staat iedereen bij de eigen klas om hierop toe te zien.

De leerlingen gaan dan in stilte naar de klas. Bij het zwemmen mogen de kinderen bij het eerste belsignaal hun zwemspullen gaan

halen in de gang. Bij het tweede belsignaal rennen ze naar de juiste rij om daar in stilte te wachten op het vertrek.

In de kleuterschool gaan de kleuterjuffen mee met de collega’s van de lagere school naar hun speelplaats, dus na het eerste belsignaal.


41

Er wordt jaarlijks een bewakingsregeling opgesteld. Iedereen krijgt hiervan een kopie.

5.6.2.3. Vervanging van toezichten

Lagere school Een voorziene afwezigheid moet vooraf geregeld worden met een collega. Bij een onvoorziene afwezigheid neemt diegene over die bovenaan de vervanglijst

staat. Dit toezicht moet niet worden ingehaald. Vijf keer per schooljaar mag je ook bij een voorziene afwezigheid of moment naar

keuze de collega aanspreken die bovenaan de vervanglijst staat. Deze toezichten moeten dan ook niet worden ingehaald. Je neemt in dit geval contact op met juf Caroline D, die de administratie hiervan bijhoudt.

Wanneer iemand een voorziene afwezigheid niet vooraf regelde, neemt de collega over die bovenaan de lijst staat. Deze laatste geeft echter zijn/haar eerstvolgende toezicht dat theoretisch in aanmerking komt, terug aan eerstgenoemde. De collega die verving, blijft wel bovenaan de lijst staan. Hij/zij moet immers zijn/haar volgende toezicht niet doen.

Kleuterschool Vervangingen worden onderling geregeld.

Het toezicht moet steeds actief en in de onmiddellijke nabijheid van de leerlingen (tussen hen) worden uitgevoerd.

5.6.2.4 Toezicht tijdens de lesuren - leswisselingen

De leerlingen moeten voortdurend onder toezicht staan. ‘Klassen zonder toezicht, zijn klassen zonder leerlingen’. Het komt er voor de leerkrachten dus op aan de toezichtstaak zo goed mogelijk (als ‘goede huisvader’) uit te voeren.

Wanneer de klastitularis zelf geen les geeft, omdat dat is toevertrouwd aan een andere leerkracht, dan is de klastitularis niet aansprakelijk voor hetgeen er dan gebeurt.

Het is wel van belang dat de klastitularis met de andere leerkracht afspraken maakt omtrent het brengen of halen van de leerlingen. Deze afspraken zijn afhankelijk van de opdracht van de betrokkenen. Ook bij de aanvang van de lessen vergezelt de leerkracht zijn klasgroep naar de klas (zie punt 5.6.2.2).

Het is ook goed te weten dat de leerkracht die zijn lokaal verlaat om met een collega op de gang te staan praten zeker zal aansprakelijk gesteld worden, mocht er zich ondertussen in zijn klas iets voordoen. Daarom doet men er best aan zijn toezichtstaak steeds uit te voeren, behalve wanneer het echt gerechtvaardigd is (vb. erg ziek kind,…). In deze laatste situatie verwittigt men de leerkracht van het aanpalend lokaal.

Er mogen geen kinderen alleen achterblijven in de klassen. Gebeurt dit toch, dan blijft de leerkracht verantwoordelijk bij een gebeurlijk ongeval.

Kinderen die een briefje mee hebben van thuis om binnen te blijven, gaan bij meester Paul. Daar werken ze in stilte aan een taak of lezen een boek.

5.6.2.5 Rijen van fietsers en voetgangers De fietsers halen hun fiets op en vormen twee rijen (rechts voor wie richting

Nederland rijdt, links voor wie de andere kant kiest). Deze vertrekken onder het afdak en worden gevormd naar de oase toe. Voetgangers vormen 2 rijen naast het afdak, wie in de opvang blijft verzamelt onder het afdak voor de toiletten.

Als de bel gaat zwijgt iedereen. Het verlaten van de speelplaats gebeurt rustig en op het teken van de leerkrachten.

Kan je door uitzonderlijke omstandigheden de kinderen pas buiten laten komen als de bel (die om stilte vraagt) reeds heeft gerinkeld, is het niet meer dan logisch dat jij ervoor zorgt dat je leerlingen dan ook in stilte buiten komen.

Voor de bel is gegaan, die het einde van de lessen aankondigt, mag je de kinderen niet naar buiten laten komen.

Voor de taakverdeling verwijzen we naar een overzicht in bijlage.


42

5.6.2.6 Zwemmen De lln. van de lagere school zwemmen om de twee weken (zie kalender) op

vrijdagnamiddag (vertrek 13.00 uur, terug omstreeks 15.00 uur) in 2 verschillende zwembaden: De beginners in Hulst (organisatie is in handen van juf Caroline D.) De gevorderden in Wachtebeke (organisatie is in handen van meester Sander)

Op een jaaroverzicht kan iedere collega zijn/haar taak aflezen: Of je gaat mee naar Wachtebeke of Hulst. Of je blijft op school met de thuisblijvers. Of je blijft op school en je bent schoolgebonden vrij tot als de zwemmers terug

zijn. Na de paasvakantie gaan ook de kleuters van juf Roos mee zwemmen. Zij rijden met

de bus naar het zwembad, juf Fran wordt dan ingeschakeld als vaste begeleider bij het zwemmen.

Juf Caroline D (voor de groep die naar Hulst gaat) en meester Sander (voor de groep die in Wachtebeke zwemt) zorgen voor de verdeling in groepen, zowel in het zwembad als op de bus.

Zij zorgen ook voor lesfiches, zodat de meereizende collega’s en stagiairs zoveel mogelijk leerlingen doeltreffend mee kunnen begeleiden.

5.6.3 Aanwezigheid op school

Zie ‘Arbeidsreglement onderwijzend personeel’. (bijlage 5.6.3.a.)

5.7 Veiligheid en gezondheid

5.7.1 Gezondheidsmaatregelen

5.7.1.1 Verluchten van de klassen

Tijdens de speeltijd zorgen we ervoor dat er twee ramen, of een raam en een deur, open staan zodat het lokaal goed kan worden verlucht.

5.7.1.2 Rugschool

Elk jaar krijgen de leerlingen van het 5e leerjaar gedurende een voormiddag les over een gezonde rug, gegeven door een kinesist. Naast een theoretische instap, wordt er ook praktisch gewerkt in de turnzaal.

Gedurende de rest van het schooljaar worden attitudes die voortvloeien uit deze lessen, zoveel als mogelijk aangehouden.

5.7.1.3 Fruitdag

Vanuit het trimestergeld wordt € 1 per kind betaald. De rest wordt bijgelegd door de financiële werkgroep.

Het fruit wordt door een bereidwillige ouder op dinsdag na de schooluren op school geleverd.

Op woensdagmorgen wordt het vanaf 8.30 uur door de leerlingen van het 6e leerjaar naar de klassen gebracht. De coördinatie hiervan is in handen van de zorgen gokleerkracht van de lagere school.

Kinderen die het fruit niet lusten, eten geen van thuis meegebrachte koek. Mogelijke alternatieven zijn een eigen stuk fruit of een boterham.

Het fruit dat hierdoor over is, wordt meegegeven of verdeeld. In elke klas zijn voldoende koffielepeltjes aanwezig om eventuele kiwi’s te lijf te gaan. De blauwe bakjes waarin het fruit in de klassen wordt afgeleverd, dienen proper terug

te worden bezorgd aan juf Caroline D (ten laatste tegen het einde van de week).


43

5.7.1.4 Temperatuur in de klassen

19, 20 en 21° zijn ideale werktemperaturen voor in een klaslokaal. In elke klas hangen dezelfde thermometers op een vergelijkbare plaats. Als de temperatuur lager is in jouw klas, mag je dat komen melden. Anderzijds dienen we erop toe te zien dat de temperatuur in de wintermaanden niet hoger komt te liggen. Dit is niet verantwoord voor kinderen die warm gekleed naar school komen en dan oververhit weer in de koude buitenlucht komen.

Om te verhinderen dat de temperaturen in de nieuwe klassen oplopen tot meer dan 30°C, werden zonneweringen geplaatst aan de ramen in het dak.

5.7.1.5 Allergieën

We brengen geen dieren in de nabijheid van Brandon (2) en Dylan Van Damme (5B).

5.7.1.6 Brooddozen

Wij promoten het gebruik van brooddozen sterk. De kinderen van het 1e leerjaar ontvangen elk jaar een gratis brooddoos van de gemeente Stekene.

In de lagere school worden de brooddozen, wanneer er buiten wordt gegeten, verzameld in kisten. Deze worden weer meegenomen naar de klassen als het belt.

Bij warm weer mogen de brooddozen in de koeling van de refter.

5.7.1.7 Dikke truiendag

Naast de jaarlijkse ludieke actie, dit jaar op vrijdag 15 februari, is het de bedoeling die dag speciaal aandacht te hebben voor de problematiek van de opwarming van de aarde op het niveau van de kinderen uit jouw klas.

5.7.1.8 Rationeel energiegebruik

Elke 15 de van de maand moet de meterstand opgenomen worden voor gas, water, elektriciteit en stookolie. Patrick, de preventieadviseur, neemt deze taak zelf op zich.

5.7.2 Verkeersveiligheid

5.7.2.1 Verkeersprojecten

We nemen deel aan volgende projecten, georganiseerd door de gemeente Stekene:

o Ronde van Stekene o Dode hoekspiegelo Sleutelen aan de fietso Fietscontrole en graveringeno Verkeersparko Verkeerseducatieve route

5.7.2.2 Veiligheid aan de schoolpoort

De voetgangers verlaten als eersten de school omdat er dan al heel wat ouders plaats kunnen maken voor de fietsers.

Deze rijden van de speelplaats in twee rijen. Wie richting Nederland moet, rijdt in de rechtse rij, de anderen houden zich links.

Doordat fietsers ter hoogte van de apotheek op elkaar wachten, ontstaat ook daar een gevaarlijke situatie. Leerkrachten, vooral van de oudste klassen, dienen de lln. regelmatig te wijzen op het gevaar voor andere fietsers. Deze moeten immers uitwijken tot het midden van de straat om voorbij de wachtenden te fietsen.


44

5.7.2.3 Schooleigen afspraken voor leerlingen die met de fiets naar school komen

De kleuters die met hun fiets naar school komen, kunnen hun fiets aan het hekje tegen de muur zetten.

In de lagere school worden de fietsen achteraan in de oase gezet, rekening houdend met de voorziene plaatsen per klas.

In de zomermaanden mogen de fietsen van de leerlingen die geen plaats meer hebben in de fietsenberging, op de grasstrook in de oase worden gezet.

Hoe ze de speelplaats verlaten, lees je hierboven.

5.7.3 Brandpreventie

Er hangt in elk lokaal een evacuatieplan, waarop de nodige richtlijnen zijn voorzien. Er zijn twee evacuatieoefeningen per schooljaar o.l.v. de preventieadviseur. In de adventstijd zijn kaarsen nooit ver weg. Maar ook doorheen het jaar wordt vaak

een kaarsje aangestoken. Het schept een gezellige sfeer, maar houdt ook een groot risico in. Een kaarsje dat blijft branden, zelfs in een glazen stolpje, kan verschrikkelijke gevolgen hebben. Daarom vragen wij met aandrang enkel kaarsen aan te steken tijdens een afgebakend lesmoment (een gebed, godsdienstles, …) en deze onmiddellijk daarna weer te doven. Het is dus absoluut verboden kaarsen de hele of zelfs maar een halve dag te laten branden.

Zorg ervoor dat niets de weg tot de brandblusapparaten en elektriciteitskasten kan belemmeren.

5.7.4 EHBO

In de kast in de onthaalruimte vind je het meeste EHBO-materiaal terug. Afhankelijk van wat er gebeurd is, neem je de passende doos. Daarin zit alles wat je nodig hebt.

Bij juf Veerle, juf Anje en in de onthaalruimte (bovenop de kasten) zijn ziektebedjes te vinden.

Juf Ann zorgt ervoor dat deze kast regelmatig opnieuw wordt geordend en aangevuld. Eventuele tekorten kunnen dan ook aan haar worden doorgegeven.

Ook in de gang van het 1e en 2e leerjaar, en aan de klas van juf Veerle bevindt zich een apotheekkastje.

Wanneer de medische conditie van het kind gevolgen zou kunnen hebben van je interventie of wanneer er een doktersbriefje aan te pas komt, noteer je de EHBO-interventie in het logboek. Ouders kunnen jou of de school dan niets verwijten.

In de Kruisstraat neemt Chris dit op haar. Zij meldt wat er tekort is, wat dan door de juffen wordt aangekocht.

Bij kleine ongevallen worden liefst de ouders verwittigd die dan met hun kind naar de arts kunnen gaan voor verzorging. Is dit door omstandigheden niet mogelijk, dan doen we een beroep op dokter Van Meirvenne (tel. 03/789 18 48) Hechtingen kunnen eventueel door de betrokken huisarts worden gedaan.(zie leerlingenfiche in dossier in de kast van de onthaalruimte)

Adressen en telefoonnummers van alle leerlingen vind je in het gele mapje bovenop het ladenblok van de directeur.

Noodnummers hangen aan het magnetisch bord op het bureau. Afspraken bij ernstige ongevallen:

De leerkracht beslist in functie van de ernst van het ongeval of een kind moet afgevoerd worden naar het ziekenhuis;

Via de telefoon op het bureel wordt de dienst 100 verwittigd met een nauwkeurige omschrijving van de aard en de ernst van het ongeval.

Doorgeven voor welke ingang de ziekenwagen moet stationeren. Directie wordt verwittigd. Bij afwezigheid het secretariaat. Bij een ernstig ongeval wordt zo snel mogelijk de speelplaats ontruimd. Een

ongeval is niet direct een schouwspel voor kinderen.


45

Indien mogelijk begeleidt iemand van de school het kind naar het ziekenhuis. Indien dit onmogelijk is dan moet je zeker vragen naar welk ziekenhuis het kind wordt afgevoerd. Ondertussen verwittigt de school de ouders.

Raadgevingen i.v.m. eerste wondverzorgingen vind je in de EHBO-kast terug.

5.7.5 Verzekering bij schoolongevallen

5.7.5.1 Voor een minder ernstig ongeval

waarvan de ouders oordelen geen dokter te raadplegen zijn er ook geen verzorgingskosten en zal de verzekering dus niet dienen aangesproken te worden.

5.7.5.2 Voor een ernstiger ongeval

De school bezorgt aan de ouders een formulier “ongevalsaangifte”. De geraadpleegde dokter, die het eerste onderzoek doet, vult het medische

getuigschrift in van dat formulier. De vierde bladzijde is voor de mutualiteit die daarop aanduidt:

Hoeveel de ouders hebben betaald aan verzorging. Hoeveel de mutualiteit terugbetaalde Hoeveel de ouders dus moeten opleggen.

Bewaar de briefjes van de geneesheer, de apotheker en de mutualiteit dus goed. De ouders krijgen uitbetaald hetgeen ze moesten opleggen. Deze betaling gebeurt rechtstreeks aan de ouders indien zij hun bankrekening

vermelden op blz. 4. Voor meer uitleg over de gedekte risico’s en de bedragen kan je steeds terecht bij de

directeur.

5.7.6 Veiligheidsmaatregelen

Bij winderig weer zal de deur tussen de gang van juf Leen/juf Liesbet en de speelplaats van de lagere school, worden afgesloten met de sleutel. Iedereen maakt dan de omweg via de kleuterschool. Zowel juf Leen als juf Liesbet dienen deze maatregel toe te passen als gevaar van dichtslaande deuren dreigt.

5.8 Zorg voor materiële uitrusting

De leerkracht draagt zorg voor het lokaal en materiaal dat hem door de school ter beschikking wordt gesteld als een zorgzame ouder. Daaronder wordt verstaan dat hij zorgt voor het klein onderhoud, het doven van de lichten, dat hij waakt over zuinig energieverbruik, regelmatige verluchting van het lokaal, enz.. (zie arbeidsreglement artikel 7)

5.8.1 Onderhoud

5.8.1.1 Afspraken rond de lokalen

De klassen worden gepoetst door Carla volgens een vast schema. Zij rekent erop dat stoeltjes en andere losse voorwerpen omhoog worden

geplaatst. Zelf zorg je ervoor dat je de klas na schooltijd netjes achterlaat. Ook afstoffen

wordt je verondersteld zelf te doen. Bij het ingaan van de kerst- en grote vakantie rekenen we erop dat alle

raamschilderingen zijn verwijderd van de ramen. Ook de vensterbanken moeten dan leeg zijn. De kerstbomen worden terug verwacht op de plaats waar ze werden opgehaald.

5.8.1.2 Afspraken rond de speelplaatsen


46

Op een jaarkalender wordt aangeduid welke klas instaat (per week) voor het opruimen van papiertjes en andere rommel op de speelplaats, in de skeelerkast en in de blauwe bakken.

Om dit niet te vergeten wordt symbolisch een bezem doorgegeven van klas naar klas. Dit gebeurt telkens op de eerste lesdag van de week, voor de speeltijd van 10.25 uur Deze bezem hangt of staat duidelijk zichtbaar in de klas.

In de kleuterschool gebeurt dit door de klas die de weeksluiting verzorgt, De klasfoto’s zullen om de beurt onder de bever worden gehangen, zodat de kleuters zien wanneer het hun taak is om de speelplaats te ‘verzorgen’. De handpop ondersteunt deze en andere ‘beveracties’ op regelmatige tijdstippen.

5.8.1.3 Afspraken rond afval

De school is geen sorteercentrum om afval te verzamelen en te sorteren. We ondersteunen een gezond milieubeleid en stimuleren de kinderen dit ook te doen. Hieronder vindt u het sorteerschema dat we op onze school toepassen.

Glas (in een curverbox in de berging waar de volle bakken drank staan) Toegelaten: glazen flessen, bokalen volledig ledigen. Geen deksels of

doppen. Verboden: vlak glas zoals ruiten en spiegels, lampen, TL-lampen, stenen

flessen en kruiken, porselein, aardewerk

Papier en karton (in het berghok op de speelplaats van de lagere school, netjes in dozen. In elk lokaal staat ook een papiermand)

Toegelaten: papieren zakken, kartonnen dozen, tijdschriften en kranten, reclamebladen, boeken, telefoonboeken, computerpapier, schrijf- en machinepapier

Plastic folie verwijderen van kranten, tijdschriften en reclamebladen Verboden: vuil of vet papier, aluminiumpapier, cellofaanpapier,

behangpapier

Keukenafval (in de plastic emmers op de speelplaats van de lagere school en het compostvat op de kleuterschool)

Toegelaten: resten van fruit, koffiegruis Verboden: restpapier, plastiek

Plastic flessen en flacons (er staan blauwe vuilniszakken op de speelplaatsen en in de leraarskamer)

Toegelaten: Plastic flessen en flacons (eventueel platgedrukt en met hun dop), verpakking volledig ledigen

Verboden: plastic potjes of vlootjes (vb. margarine en yoghurt), plastic zakken, plastic folie of film

Metalen verpakkingen (er staan blauwe vuilniszakken op de speelplaatsen en in de leraarskamer)

Toegelaten: drankblikjes, conservenblikjes, schroefdoppen, kroonkurken en deksels van flessen, aluminium schoteltjes, schaaltjes en bakjes

Verpakkingen volledig ledigen Verboden: plastic potjes of vlootjes (vb. margarine en yoghurt), plastic

zakken, plastic folie of film

Drankkartons (er staan blauwe vuilniszakken op de speelplaatsen en in de leraarskamer)

Toegelaten: Drankkartons voor vloeibare levensmiddelen (fruitsap, melk,…) Verpakkingen volledig ledigen. Verboden: Plastic potjes of vlootjes (vb. margarine en yoghurt)

Batterijen (in de gang aan de inkom van de lagere school)


47

Toegelaten: Enkel batterijen

Restafval (er staan groene vuilniszakken op de speelplaatsen en in de leraarskamer)

Verboden: Verf of lijm door te spoelen in de wasbakken in de klas of in de leraarskamer.

Onderhoud

Plaats Opdracht Wanneer WieDakgoten Kleine beurt September Klusjesman

Grote beurt November KlusjesmanSpeelplaats Zwerfvuil

verwijderenDagelijks Beurtsysteem per klas

Vuilnisbakken ledigen

2 x per week Onderhoudspersoneel

Zakken op straat zetten

Wekelijks Onderhoudspersoneel

Opvegen bladeren

Herfst Klusjesman/onderhoud

Inkom + fietsparking

Zout strooien Winter Directie

Snoeien Voorjaar en najaar

Vrijwilliger

Nazicht fietsen Juni/juliMaart/april

Preventiedienst

Speeltuin Onderhoud speeltuigen

Na afroep Patrick/klusjesmannen

Toiletten Reinigen Dagelijks OnderhoudspersoneelToiletpapier Dagelijks OnderhoudspersoneelSeptische put ledigen

Jaarlijks Patrick

Gang Reinigen Wekelijks OnderhoudspersoneelTurnzaal Dweilen Wekelijks Onderhoudspersoneel

Vegen Dagelijks GebruikersKlaslokalen Vegen en

afstoffenRegelmatig Leerkracht

Handdoeken wassen

Wekelijks Onderhoudspersoneel

Schuren Trimestrieel OnderhoudspersoneelDweilen Wekelijks OnderhoudspersoneelAfval verwijderen 2 x per week Onderhoudspersoneel

Refter Afval verwijderen 2 x per week OnderhoudspersoneelDweilen Wekelijks OnderhoudspersoneelHandoeken wassen en vaatdoek

2x / week Onderhoudspersoneel

Aanrecht schoonmaken

Dagelijks Onderhoudspersoneel

5.8.1.4 Afspraken rond gemeenschappelijke lokalen

5.8.1.4.1 De turnzaal

De kasten die op slot zijn, bevatten het materiaal specifiek voor de turnlessen. Het andere materiaal mag worden gebruikt door anderen (opvang, leeszaal, …) op voorwaarde dat het netjes weer wordt opgeruimd.


48

We vragen volgend schooljaar dat de kinderen (kleuters en leerlingen lagere school) naar de turnles apart sportschoeisel meebrengen.

We kijken bieden linnen zakjes aan als turnzak, zodat deze in de gangen aan de kapstok kunnen blijven hangen. Deze zakjes worden gepersonaliseerd met tekeningen tijdens een van de eerste muzische lessen dit schooljaar.

Op aangeven van juf Fran en meester Sander zal aan de kinderen worden gevraagd de turnkledij mee te nemen naar huis voor een wasbeurt.

Dit betekent dus dat de matten niet meer mogen betreden worden met schoenen waarmee de kinderen ook buiten spelen, ook in de opvang.

Net zoals je na een partijtje tennis het plein weer netjes maakt, verwachten wij dit ook in onze turnzaal. Zo kan je steeds een propere zaal gebruiken bij het binnenkomen. Na je activiteit in de zaal (turnles, opvang, …) vraag je één van de lln. even rond te gaan met de speciale borstel die daar staat.

Nadat je de zaal hebt gebruikt verwijder je ook alle losliggende spullen: kleren die ‘van niemand’ zijn in de bak van de verloren voorwerpen, de rest in de vuilbak.

We voorzien een nieuwe mat (de kokosmatten zijn niet goed, en de te reinigen matten waren heel goed maar te duur) aan de ingang.

Juf Fran maakt een overzichtje op van deze afspraken en bevestigt dit aan de deur.

Afspraken rond gemeenschappelijke lokalen. (ook voor duo-leerkrachten) Afspraken rond: kleren, kasten, vensterbanken.

5.8.1.4.2 Toiletten

De toiletten bevinden zich: In de klassen van

Juf Ann 2 toiletjes Juf Roos 1 toiletje Juf Anje 1 toiletje

Op het einde van de kleutergang 2 kleine toiletjes 1 groot toilet (Dit is voorzien van een sleutel. Om echter te vermijden dat

deze opnieuw in de WC verdwijnt, vragen we hem op te hangen aan het haakje in het toilet.)

In de gang tussen het 4e en het 6e leerjaar 1 groot toilet (voor leerkrachten)

Op de speelplaats van de lagere school 6 toiletten 3 urinoirs

Aan de turnzaal 3 toiletten (te gebruiken tijdens de turnlessen en door de opvang, niet tijdens

de speeltijd bij droog weer) Je vindt het in elk verslag van de kinderraad terug, we stellen het al jaren vast, de

toiletten krijgen dagelijks een beurt, maar ze blijven een bron van ergernis. Enkele maatregelen om ervoor te zorgen dat de WC’s zoveel als mogelijk proper en netjes blijven:

Alle slotjes, lampen en toiletpapierhoudertjes werden hersteld, zodat er niemand nog reden heeft om voor de deur van een vriend(in) post te vatten.

Tijdens de lessen sturen we nooit meer dan één leerling gelijk naar het toilet. ’t Is op die momenten dat er zonder toezicht kan geprutst worden.

Loop tijdens de speeltijd regelmatig eens binnen. Kinderen die niet op toilet zitten/staan moeten daar niet zijn en gaan op straf aan de muur.

Defecten (sloten, lampen, …) of mistoestanden (papier op de grond, …) altijd direct laten melden op het bureau.

Kinderen vragen de toelating om naar het toilet te gaan, tenzij na de plasbel.

5.8.1.4.3 Bergplaatsen


49

In het berghok aan de kleuterspeelplaats staat het materiaal voor de zandbak en bewegingsmateriaal voor op de speelplaats.

In het berghok aan de lagere school staan de lege drankbakken en het oud papier. In de berging aan de refter kan ten allen tijde papier en karton worden binnengebracht. Voorwaarde is wel dat alles netjes in de dozen die daar staan wordt gelegd. Deze dozen mogen dus niet worden meegenomen. Kartonnen dozen die je zelf binnenbrengt, moeten eerste worden ‘gedemonteerd’.

Er mag geen materiaal gestockeerd worden in de ruimte van de verwarmingsketels.

De zolder … Hier ligt voornamelijk materiaal van kleuterfeesten, zonnebloemfeesten, kledij en

ander licht materiaal. Vooraleer je hier iets neemt of terug legt, breng je eerst juf Fran op de hoogte. Zij

weet wat er is, en aan wie iets werd uitgeleend.

5.8.1.4.4 Gangen

In de gangen van de kleuterschool mogen er geen jassen en boekentassen op de grond liggen. Er zijn voldoende voorzieningen om dit te vermijden.

Voor elke vakantieperiode worden de houten bakjes leeggemaakt, zodat Carla deze kan reinigen in de vakantie.

In de lagere school mogen er evenmin jassen of tassen op de grond liggen. Skeelers hebben hun plaats in de daarvoor bestemde kastjes op de speelplaats. Schoenen staan ofwel in diezelfde kastjes (skeeleren) ofwel netjes in de klas of op de gang (klas).

Wanneer jouw klas het springkasteel mag gebruiken tijdens de speeltijd, worden de schoenen in de klas gelaten of netjes onder het afdak tegen de muur van de toiletten geplaatst en niet kriskras op de speelplaats.

5.8.1.4.5 Leraarskamer

Op het einde van de speeltijd plaatst iedereen zijn of haar kopje aan de afwasbak, en gooit papiertjes en ander afval in de vuilbak. Losse (‘anonieme’) papieren die toch blijven liggen aan de kopieermachine worden door Carla in de papiermand gedropt.

De grote frigo’s zijn, behalve voor gelegenheden, buiten werking. De nieuwe koelkast/diepvriescombinatie, waarvan het verbruik merkelijk lager zou moeten liggen, werd in werking gesteld. De ijszakken zouden nu echt koud moeten zijn. Gelieve etensresten die toch niet meer zullen worden opgegeten, direct weg te gooien zodat deze koelkast netjes blijft.

Als iedereen het nodige respect aan de dag legt, kunnen we op elk moment van de dag in een proper en net lokaal zitten.

Houd er rekening mee dat de leerlingen van 5B les hebben in dezelfde ruimte, weliswaar gescheiden door het gordijn.

5.8.1.4.6 Reserveren

Wil je de turnzaal, het fototoestel, het televisietoestel met video, … reserveren, dan noteer je dit (op het beoogde tijdstip) in de zwarte agenda die in de leraarskamer ligt. Wel eerst even de uurroosters bekijken, want turnlessen en wat reeds op de kalender staat heeft natuurlijk voorrang voor wat de zaal betreft.

5.8.2 Gebruik van infrastructuur en media

5.8.2.1 Algemeen

Het gebruik van communicatie en informaticatoepassingen: het personeelslid krijgt toegang tot alle communicatie- en informaticatoepassingen die nodig zijn voor de goede uitoefening van zijn/haar taak, eventueel met beperkingen in de tijd. Het


50

personeelslid maakt van deze toepassingen gebruik op een wijze die verenigbaar is met de normale uitoefening van zijn/haar taak en die overeenkomt met de richtlijnen van het schoolbestuur of haar afgevaardigde. De persoonlijke GSM van het personeelslid is steeds uitgeschakeld tijdens het uitvoeren van zijn ambt. De directie kan uitzonderingen toestaan in speciale omstandigheden. (zie ook arbeidsreglement artikel 7)

Zijn er ‘grote’ kosten aan jouw lokaal, in jouw klas, die het jaarlijkse klasbudget overstijgen? Dan breng je deze vraag op een PV. Samen bekijken we dan of de financiële werkgroep kan bijspringen, dan wel kan geput worden uit het daarvoor voorziene budget uit de werkingstoelagen.

Hiervoor heeft Hilde een exceldocument opgesteld. Dit is zowel in te lezen op naam als op lokaal. Zo kan er bij een aanvraag gekeken worden wie of welk lokaal er bij voorkeur aan bod kan komen.

5.8.2.2 Afspraken rond het gebruik van video en DVD

Zie SWP 3.7.3. TV, video en DVD op school.

5.8.2.3 Afspraken rond het lamineerapparaat

Het lamineerapparaat dat door iedereen mag gebruikt worden staat op het bureel. Dit moet ter plaatse worden gebruikt. Wel even vooraf komen aanzetten, want het apparaat heeft zo’n tiental minuten opwarming nodig.

De plastic lamineertasjes breng je zelf mee vanuit de klas.

5.8.2.4 Afspraken rond het afzetten van computers

Iedereen schakelt ’s avonds na de lessen de computers in de klassen uit en trekt de stekkers uit.

5.8.2.5 Afspraken rond het melden van defecten, kapotte speeltuigen, …

Op het bureau aan het magnetisch bord hangen de klusjeslijsten. Hierop noteer je defecten en andere klusjes die zouden moeten gebeuren op school.

Gelieve hierbij onderscheid te maken tussen taken voor onze jojo-medewerker Kenny en onze vaste klusjesman François. Beiden hebben een lijst.

5.8.2.6 Beamer en projectiescherm

De school beschikt over een eigen beamer. Deze moet minstens één dag op voorhand worden besproken bij meester Stany. Bij gebruik in eigen klas kan je het diascherm gebruiken uit de klas van meester Johan (afspreken met hem).

In de turnzaal hangt een groot projectiescherm vast aan het plafond. Wel vooraf de zaal reserveren via het zwarte agenda.

Belangrijk hierbij is het scherm niet te laten uit- of intrekken door de kinderen.

5.8.2.7 Digitaal fotoapparaat

De school beschikt over een digitaal fototoestel. Dit kan afgehaald worden op het bureau, maar kan ook gereserveerd worden in het

zwarte boek (zie SWP 5.8.1.4.3 Reserveren). Mogen wij erop aandringen om enkel volgende functies te gebruiken: AAN/UIT ZOOM

IN/ZOOM UIT FOTO NEMEN

5.8.2.8 Deuren afsluiten

De lokalen van de lagere klassen dienen telkens te worden afgesloten als de leerkracht het lokaal verlaat. Zo kunnen kinderen niet in de klassen tijdens de speeltijd en na de schooluren, tenzij ze begeleid worden door leerkracht, directie of iemand van de opvang.


51

Deze kan de reservesleutel gaan ophalen (en achteraf terughangen!) aan de kapstok aan de deur in het bureau.

Voor de kleuterschool: Juf Ann sluit de twee deuren van haar lokaal af. De poort wordt door haar dichtgemaakt. Juf Roos, juf Anje en juf Veerle sluiten hun terrasdeuren af Juf Veerle doet de grendel aan de bruine buitendeur vast Juf Leen doet de grendel aan de bruine buitendeur van haar gang vast en sluit de

deur van haar klas af met de sleutel. Deze hangt aan een haakje in de gang. In het sleutelkastje in het zorglokaal en aan de kapstok in het bureau, hangen de

dubbels van de beschikbare sleutels. Deze dienen hier altijd na gebruik direct weer te worden terug gehangen.

5.8.2.9 Koffie en thee

Iedereen is om de beurt een week verantwoordelijk voor koffie in de leraarskamer (zie overzicht) en krijgt de eerste dag van de week 14 zakjes in het vakje gelegd. Je verdeelt je koffie zelf over de week, rekening houdend met de specifieke kalender van die week. Je zorgt ervoor dat alles netjes ligt, dat er voldoende kopjes aanwezig zijn, …

Als diegene die eerst op school is, het knopje van het koffiezetapparaat wil aanzetten, kan de dag van de koffiemadame/meneer al niet meer stuk.

Er wordt geen koffie gedronken voor het begin van de lessen of tijdens de lessen in de klas. Neem je een kop mee voor op de speelplaats, zorg er dan a.u.b. voor dat deze worden teruggebracht naar de leraarskamer.

Meester Johan duidt een leerling aan uit zijn klas die even voor de speeltijd begint de waterkoker aanzet. Zo kunnen de theedrinkers sneller aan hun theetje beginnen drinken.

5.8.2.10 Muziekinstallatie

De mobiele muziekinstallatie bevindt zich in de (lage) kast op wieltjes in de leraarskamer. Ook de draadloze micro zit hierin. De sleutels zijn te verkrijgen bij meester Stany.

Wil je zekerheid omtrent het gebruik op een bepaald moment, kan je ook hiervoor het zwarte agenda (reserveringen) gebruiken.

5.8.3 Fotokopiëren

We zijn samen verantwoordelijk voor het functioneren van kopieermachine en copy-printer en houden ons aan volgende afspraken: We nemen geen overbodige en geen extra kopijs (voor het geval dat …) We kopiëren zoveel als mogelijk recto-verso. Onze machine beschikt over zeer

handige instellingen hiervoor. Wanneer je hier niet goed mee overweg kan, hebben we liever dat je uitleg vraagt dan dat je deze functies niet gebruikt.

Voor kopijs boven de 50 ex. gebruiken we de copy-printer. Wanneer je van iets het laatste ex. gebruikt (toner, inkt, papier, …) vul je de

voorraad aan of verwittig je Hilde om een nieuwe voorraad te bestellen. Wanneer de machine blokkeert of je hebt een probleem, meld je dit zeker aan

iemand op het bureau zodat er snel kan gehandeld worden. Niemand wordt graag geconfronteerd met een machine die geblokkeerd werd achtergelaten.

Als het wit kopieerpapier aan de machine in de leraarskamer op is, kan je een nieuwe doos gaan halen in de bergruimte achter het gordijn. Gekleurd of ander papier moet je zelf bestellen en aan Hilde doorgeven.

5.8.4 Bestelling schoolmateriaal


52

Bestellingen van papier, lijm, verf, penselen doe je bij voorkeur via Lumap. De catalogus kan je bij Hilde (secretariaat) opvragen en je kan de bestelling ook aan haar doorgeven.

Boeken en schriften worden enkel besteld via de Standaard Boekhandel, waar we 10% korting krijgen indien we al onze aankopen via hen laten passeren.

Verdere afspraken hieromtrent vind je terug in het document omtrent de klasboekhouding.


53

Documents

Basisschool De Zonnebloem Christelijke identiteit/SWP WO… · Web viewHet is wel van belang dat de klastitularis met de andere leerkracht afspraken maakt omtrent het brengen of