77

Carillon zomer 2012

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Carillon zomer 2012

Citation preview

Page 1: Carillon zomer 2012
Page 2: Carillon zomer 2012

1

VASTE RUBRIEKEN

Pag. 2: Van de redactie. Pag. 6: Bericht van de directeur. Pag. 8: Vertrouwenspersoon Me-dewerkers. Pag. 9: Column Bart Langeveld. Pag. 11. Column Annet van Zeijst. Pag. 14: Be-richt van de Welzijnscommissie. Pag. 16: Vrienden van Insula Dei. Pag. 26: Column Roelf Nobbe. Pag. 54: Vrijwilligers gevraagd. Monica Frequin. Pag. 56: Zomer Puzzel. Pag. 69: Vertrouwenspersoon Bewoners. Pag. 70: Periodiek bericht St. Beheer ID. Pag. 76: Colofon

LEVENSVERHALEN/INTERVIEWS

Pag. 22: Interview meneer Philip de Vries door Henny de Mönnink. Pag. 28: Interview Jessica van Sinten door Henny de Mönnink. Pag. 32: Interview Anita Bosman door Henny de Mön-nink. Pag. 38: Interview Katja Plevnik door Catharina van Ommen. Pag. 48. Interview Frans van Haren door Henny de Mönnink. Pag. 60 Interview Rudy Olders door Henk M. Goudappel

NIEUWE PROJECTEN

Pag. 52: Mond Zorg Project door Renée van der Dungen i.s.m. tandarts Casper Veenemans

VERSLAGEN VAN DIVERSE ACTIVITEITEN

GEDICHTEN

Pag 15: Smoothie Huize Kohlmann.Bart Langeveld. Pag.36: Dagje Uit Afd. 4 HK. Pag. 43: De Gekste Dag op Huize Kohlmann. Pag. 58 Nieuwe Tuin Huize Kohlmann. Pag. 59 O.R. Verkie-zingen IDHK. Pag. 62 Verslag Zomerfeest door Catharina van Ommen en foto’s Eric Korunka. Pag. 68 Koersbal Finale Huize Kohlmann. 73 Bloemschikken, Koken en Bakken bij ID Renate de Breij en Yvonne Wissink

Pag. 4: In Herinnering. Ter nagedachtenis aan Pater Jan Oostelbos MSC. door Pastor Ben Ber-gen MSC. Pag. 12: Gastvrijheid. Zomerbijdrage Pastor Ben Bergen MSC. Pag. 3: Vervolg Alpe d’Huez. Rita van Schaik-Tetteroo. Pag. 18: Afscheid Rineke Leurink. Pag. 27: Afscheid Anton-nique Keemink. Pag. 44: Kloosterfeesten 2012. Verslag van zusters. Foto’s Gerrie van Hoven. Pag. 74 Op naar Bourtange door Emmy en Eric Korunka

FOTOPAGINA’S

Pag. 31: Fotopagina Boerderij Rennen Enk. Pag. 37: Fotopagina Landgoed Rennen Enk.

DIVERSEN

Pag. 10: Alleen zijn. Francien Schers.

Carillon Uitgave Zomer 2012, veertiende jaargang nr. 2

INHOUDSOPGAVE

Page 3: Carillon zomer 2012

2

Van de redactie

Zo, er ligt weer een nieuwe aflevering van het Carillon in uw bus. Dit keer hebben we maar liefst zes interviews. Met Frans van Ha-ren: de nieuwe Manager Zorg, met Jessica van Sinten: Casemanager Ketenzorg Demen-tie en Zorgconsulent, met Anita Bosman: Ontbijtservice en Diëtiste, met meneer Philip Andreas de Vries, hij woont 20 jaar in Huize Kohlmann, met Rudy Olders van de PG-afdeling Noord ID en Katja Plevnik: mede-werker van het restaurant in ID. We hebben voor u een wel zeer uitgebreid verslag van het Zomerfeest alias De Drentse Bruiloft. Een In Memoriam Pater Jan Oostelbos MSC door pastor Ben Bergen MSC. Als columnist is toe-getreden Roelf Nobbe met een verslag van zijn Koninginnedag 2012. Toevalligerwijs wordt er in deze aflevering veel aandacht besteed aan een lievelingshuis-dier: de kat. Een ware ode aan dit dier. Pas-tor Ben Bergen MSC heeft een Zomerbijdrage onder de titel: Gastvrijheid. De vereniging Vrienden Van Insula Dei heeft de nieuwste aanwinst; een vlaggenmast met vlag gepre-senteerd. Dankzij de bijdrage van de Vrienden kon dit gerealiseerd worden. Een persoonlijk bericht ter gelegenheid van het afscheid van Rineke Leurink en van Antonnique Keemink ziet u hierbij. Verslagen van activiteiten van Huize Kohlmann worden beschreven door on-

der andere Bart Langeveld. Ook de jaarlijkse Kloosterfeesten verdienen onze aandacht. Er waren dit keer vier zusters die hun jubileum vierden. Dit gebeurt ieder jaar gezamenlijk op deze Kloosterfeesten. Dit is een traditie van jaren. De zusters Hilaria, Lydia, Renate en Rian schreven het bijpassende verslag. Gerrie van Hoven maakte de foto’s. Het nieuwe Mond Zorg Project van Renée van der Dun-gen en tandarts Casper Veenemans krijgt hier de verdiende aandacht. Er is een nieuwe OR van IDHK, zie pagina 59. Een nieuwe activiteit Bloemschikken, Bakken en Koken wordt onder uw aandacht gebracht door Renate Breij en Yvonne Wissink. U kunt zich daarvoor aan-melden bij o.a. deze dames. Emmy en Eric Korunka brachten een bezoek aan daar waar Roelf Nobbe’s roots liggen: Bourtange. Zo, wij met ons allen, de redactie en de vele andere ‘schrijvers’ hebben ons best gedaan. Wij houden contact en hopen in oktober een geheel nieuwe Herfst Carillon voor u te heb-ben gemaakt. Wij wensen u allen een mooie zomer! Geniet u vooral van de mooie omgeving van onze beide huizen. We bedoelen hierbij dan het mooie Landgoed van Insula Dei en het leuke stadscentrum van Arnhem nabij Huize Kohl-mann.

Page 4: Carillon zomer 2012

3

Opgeven is geen optie

Het is al enige weken geleden dat we naar Zuid-Frankrijk zijn afgereisd om deel te gaan ne-men aan de Alpe d’HuZes. Met drie auto’s volgepakt, de fietsen boven op de auto, kwamen we op 2 juni aan. Wat een invasie, wat een Nederlandse invasie, een Nederlandse enclave in Zuid-Frankrijk. De Hollanders hebben bezit genomen van de hele omgeving, waar je ook komt, je hoort alleen maar Nederlands. Allemaal met een doel: rijden voor de KNF. 6 Juni was de dag waarop het ‘Team Tetteroo’ met vijf man de berg op en af moesten, dus we hadden tijd genoeg om de berg alvast te gaan verkennen met de auto. Dat was al een ervaring op zich, ongelofelijk wat een berg met de 21 bochten! Twee nichtjes van mij hebben toen besloten om die berg lopend op te gaan. Het is ze nog ge-lukt ook. Mijn oudste zoon, die genezen is van kanker, is de berg vier maal op geweest, wel verdeeld over drie dagen. Ongelofelijk trots ben ik als moeder en wat een bikkel is het dan. Iedere fietser met zijn eigen verhaal,die ‘verschrikkelijke berg’ op allemaal voor het zelfde doel, aangemoedigd door zeer veel supporters. Mijn jongste zoon moest helaas afhaken, daar hij na een korte fietstocht aldaar pijn en be-nauwdheidklachten kreeg. Het medisch team raadde hem af verder te fietsen en dat was best een grote teleurstelling. (Thuis gekomen heeft hij zich verder laten onderzoeken en hij is nu onder behandeling bij de cardioloog.) Mijn oudste broer is tijdens onze terugreis overleden aan de gevolgen van darmkanker. We wisten dat hij ernstig ziek was. Met gemengde gevoelens hebben we genoten van de drukte, de sfeer en de omgeving. En wat een resultaat: € 28.000.000 in totaal door alle deelnemers. Rita van Schaik, receptie Huize Kohlmann

Page 5: Carillon zomer 2012

4

Jan wilde in zijn zwarte toog met het koord opgebaard worden. We hebben hem omge-praat:”Jan zo kent niemand je”. Maar het te-kent wel dat Jan met hart en ziel een mede-broeder en missionaris van het H.Hart was, ook al woonde hij de laatste jaren niet meer in een communiteit. We hebben hem het priesterkleed aangedaan dat hij in deze kapel droeg als hij voorging in de liturgie. Teken van de dienst, die zijn leven sterk heeft bepaald: liturgie en verkondiging. Als tekst op de rouwannonce hebben we laten zetten:”Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde”. Want Jan was overtuigd van de liefde van God. Het was de diepste reden van zijn bestaan, zo zei hij eens, toen we met el-kaar in gesprek waren over de zin van het le-ven. Vanuit die liefde leven en die liefde per-soonlijk ook uit te dragen voelde hij als zijn roeping.

Door die roeping werd hij gegrepen toen hij als jongen op de Fraterschool een kaart van Indonesië te zien kreeg met daarop in ver-schillende kleuren de missiegebieden. Rood was de overheersende kleur: de kleur waar de missionarissen van het H. Hart hun werkter-rein hadden. Jan wilde missionaris worden. Het is er niet van gekomen. Niet tenminste zoals hij dat voor ogen had, toen hij naar het klein seminarie ging. Maar het leven loopt vaak anders dan de verwachtingen of verlan-gens van het begin. Jan werd niet uitgezon-den, maar kreeg de taak om in Nederland mogelijke toekomstige missionarissen van het H.Hart opleiden op de apostolische school zo-als het kleinseminarie van ons genoemd werd. Maar gelukkig heeft hij zijn beloofde land toch een keer mogen zien toen hij later als lid van het provinciaal bestuur op visitatiereis werd gezonden naar Indonesië. Dat heeft zijn mis-

In Herinnering Pater Jan Oostelbos MSC 1925-2012

Verkondiging

Page 6: Carillon zomer 2012

5

sionarishart goed gedaan, daar zag hij een kerk die groeide. Het was in eerste instantie ook niet het idee van Pater Chevalier onze stichter om naar de missie te gaan. Het moest hier gebeuren, in Frankrijk waar hij zijn Congregatie stichtte, in Europa en uiteindelijk over heel de wereld. Het was de roepstem die Jan en vele anderen wakker riep:”Bemind zij overal het H.Hart van Jezus”. Het antwoord luidde – vaak slaperig – “in eeuwigheid”. Als eerste lezing voor deze afscheidsdienst van Jan heb ik een gedeelte uit de brief van Paulus aan de Filippenzen gekozen. Daarin laat hij weten waar het in een mensenleven op aankomt. Kortweg gezegd:”aan alles wat deugdzaam is en lof verdient”. Jan was daarin een voorganger. Voor de jongens op het se-minarie. Voor de parochianen van Bloemen-daal, waar hij jarenlang de zorg had voor het pastoraat. Later als overste van het missie-huis van Arnhem en weer later als pastor van Insula Dei, samen met Wim van Betuw, zijn medebroeder. Wat mij in hem verwonderde was dat hij, die toch in zekere zin wat eenzelvig was, zoveel betekend heeft voor veel mensen. Allereerst voor zijn familie, waarvan “heeroom “ de spil werd. Maar ook voor anderen. Er was iets in hem waarmee hij mensen bond. Was het zijn vriendelijkheid en zijn innemendheid waar Paulus over spreekt? Zeker. Maar ook zijn mensenkennis en scherpe geest. In het evangelie horen we Jezus zeggen:”Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder las-ten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven”. Ik vond de oude tekst mooier, kleurrijker:”Ik zal jullie verkwikken”. Missionaris van het H.Hart wil niet zeggen dat we – zoals dat op oude prenten wel te zien is – met het kruis in de hand de blijde boodschap te prediken. Het gaat er om of er in het eigen leven iets zicht-baar wordt van die blijde boodschap van Je-zus in een persoonlijk navolgen van zijn lief-deshart, vol erbarmen en mededogen. Wat dat bij en in anderen te weeg brengt valt niet altijd in kaart te brengen. Donderdag, Hemelvaartsdag ging ik voor bij de zusters Trappistinnen in Oosterbeek. Ik begon mijn verkondiging me te verontschuldi-gen, dat ik niet zoveel aandacht had kunnen besteden aan de verkondiging, gezien de zorg voor Jan. Na de dienst kwam er een mevrouw uit Oosterbeek naar me toe, die me vertelde dat ze heel blij was dat zij Jan ontmoet had, want van hem had ze geleerd hoe zij en ande-

ren als Taizégroep bij elkaar konden komen. En nog steeds kwamen ze wekelijks bij elkaar. Jan had niet kunnen denken dat er nog een ander liefde in zijn leven zou komen, zijn vriendschapsrelatie met Jeannie. En toch: het gebeurde. Toen mijn vader en moeder 60 jaar getrouwd waren of 65 jaar, ik weet het niet precies meer, hield mijn vader een toespraak-je zoals altijd bij een feestelijke gelegenheid. Hij begon met:”Ik weet niet zo goed wat lief-de is, er zijn zoveel verschillende soorten lief-de, maar laat ik het zo zeggen:”Ma en ik zijn in de loop der jaren vrienden geworden”. Het is jammer dat we zo weinig woorden hebben om de vele verschillende liefdesrelaties onder woorden te brengen. En die woorden zijn nog niet eenduidig ook. Maar in die twee maanden dat Jan ziek was en Jeannie en ik samen elke dag aan zijn bed of bij zijn stoel zaten, werd het me duidelijk wat de liefde tussen Jeannie en Jan inhield. Te omschrijven met een we-derzijdse liefdevolle vriendschap, met respect voor de roeping van Jan. Twee maanden waarin een beeld in mij naar boven kwam: Maria en Johannes die op een afstand stonden toe te zien bij hun stervende geliefde. Op afstand en toch nabij. Want soms was Jan zo ver weg of totaal verward dat we geen contact met hem konden krijgen. Soms reageerde hij, maar dan heel traag, na een stilte, zodat we ons afvroegen wat er wel in zijn hoofd mocht om gaan, voor er een ant-woord kwam in een “ja”of “nee”. Duidelijk was dat er in zijn hoofd heel veel kapot was. In het begin zei hij ook dat zijn hoofd niet in orde was. Mogelijk was dat een gevolg van zuurstofgebrek. Hoe dan ook. Vanwege allerlei complicaties werd het voor ons duidelijk dat Jan niet meer beter zou worden. We waren blij dat er een plekje vrij kwam hier op Insula Dei. Maar ook waren we ons bewust dat hij hier terug kwam om op korte termijn te sterven. Maandag, een dag dat hij vrij van morfine was heeft hij van ons afscheid genomen. Nu is hij gestorven. We brengen hem terug naar Tilburg, zijn geboorteplaats. Te midden van zijn medebroeders wordt hij begraven op ons kloosterkerkhof. Moge hij rusten in vrede en moge hij de liefde van God, waar hij zich zo van bewust was, op een meer intense vorm ervaren dan tot nu toe. Ben Bergen MSC Foto van Jan is uit ‘de Gelderlander’ Hans Broekhuizen

Page 7: Carillon zomer 2012

6

Barbara J. Versteegen

Page 8: Carillon zomer 2012

7

Zomer ?!

Buiten is het koud en nat, een frisse zo-merstorm geselt het plein waar de tafels en stoelen voor de boerenbruiloft in af-wachting van de bruidsstoet klaar staan… Het wil maar niet zomeren in Nederland, noodgedwongen blijven we binnen en slaan nog eens een vest om de schou-ders, blij met een comfortabel dak boven ons hoofd. Gelukkig zijn we gezegend met collega’s met veel organisatietalent en in een mum van tijd hebben we binnen een feest ge-bouwd. Met een beetje inschikken kunnen we allemaal in het restaurant en genieten we van de koffie en het krentenbrood maar vooral van het jonge blozende bruidspaar. Het was een mooi gezicht, de trotste fa-milie op en top gekleed in traditionele kostuums en de grote schare vrienden en bekenden die het evenement wilden bij-wonen om het bruidspaar geluk te wen-sen. Die grote schare dat was u met el-kaar ! Ik heb veel glimlachjes op uw ge-zichten gezien van herkenning wellicht bij de getoonde volksdansen of gewoon van het gezellige feestgedruis. We hopen dan maar op een weersomslag, hoewel we ons humeur niet laten beïn-vloeden door een spatje regen kun je toch soms wel een beetje gaan somberen als het voortduurt. Op een weersomslag hoop ik ook maar dan eigenlijk nog meer in de politiek. Met de verkiezingen voor de deur in septem-ber hoop ik dat de aangekondigde maat-regen uit het Lente akkoord met betrek-king tot de ouderenzorg worden verzacht

en dat de partijen met elkaar afspreken dat onze sector wat ontzien wordt. Graag wat minder regeltjes en wat meer vrijheid om onze zorg en diensten Goed-Beter-Best te kunnen maken. Met veel plezier hebben we in juli de bin-nenhof van Huize Kohlmann opnieuw geo-pend; vers beplant met geurende rozen, kleurende wingerds en eetbare aardbeien. Als het lukt kunnen we in september oog-sten van de leipeer, en dat in de stad. In de zomer organiseren we iedere week een ‘Tour de Boer’, uitstapjes op het land waar u allen veel op hebt ingeschreven, fijn ! Ook hebben we inmiddels een schil-derclub, begeleid door een kunstenaar en heeft tijdens het zomerfeest de rondrit met de paardenkoets veel klandizie ge-had, momentjes van genieten, even an-ders dan anders. Ik wens u allen, bewoners, cliënten en collega’s een opgewekte zomer toe, met of zonder regen! Zoek de zomer op door uitstapjes van het alledaagse, binnen of buitenshuis, en wordt het al te somber dan serveren we in het restaurant nog altijd een heerlijke kop warme chocolademelk, de glimlach die u dan aanschouwt kan een hele zomer maken! Barbara J. Versteegen, Directeur/bestuurder Insula Dei Huize Kohlmann

Page 9: Carillon zomer 2012

8

Vertrouwenspersoon voor de medewerkers: Yolanda Kuis

Ik ben Yolanda Kuis, psycholoog, arbeids- en organisatiedeskundige. Mijn rol voor Insula Dei en Huize Kohlmann is die van vertrouwenspersoon.

Naast vertrouwenspersoon kan ik ook worden ingeschakeld voor advies op het gebied van gezondheidsbeleid. Een vertrouwenspersoon heeft drie ‘hoofdtaken’. De eerste is het begeleiden en ondersteunen van medewerkers die op het werk geconfronteerd worden met ongewenst gedrag, de taken die hierbij horen zijn: het voeren van gesprekken ● het behulpzaam zijn bij het zoeken naar

een bemiddelaar; ● het begeleiden bij het indienen van een

klacht, gedurende de klachtenbehandeling

en in de periode daarna; het ondersteunen bij het aangifte doen

bij de politie bij het vermoeden van een strafbaar feit;

● het verwijzen naar hulpverleningsinstan ties;

● het op eigen initiatief kunnen raadplegen van interne/externe deskundigen;

● het attenderen van andere betrokken functionarissen binnen de organisatie op de vertrouwelijkheid;

● het waar gewenst doorverwijzen naar een andere vertrouwenspersoon;

● het hebben van toegang tot alle geledin-gen van het bedrijf en rechtstreeks tot directie/management en medezeggen-schapsorganen.

Met ongewenst gedrag bedoelen we (seksuele) intimidatie, pesten, agressief ge-drag (zowel lichamelijk als mondeling) en dis-criminatie. Maar je kunt ook bij me terecht voor andere problemen die zich op je werk voordoen, als je binnen je organisatie niemand hebt om het mee te bespreken. Naast het ondersteunen van medewerkers die ongewenst gedrag melden, geef ik advies ge-richt op het voorkómen van ongewenst ge-drag. Tot slot lever ik een bijdrage aan het actueel houden van het te voeren beleid on-gewenste omgangsvormen. Geheimhoudingsplicht Als vertrouwenspersoon heb ik mij te houden aan geheimhoudingsplicht. Dat is bij wet ge-regeld en als ik deze plicht verzaak, ben ik strafbaar. Alle informatie die betrekking heeft op het werk van vertrouwenspersoon is niet toegankelijk voor derden. Gesprekken kunnen worden gevoerd op een ‘neutrale plek’, of eventueel bij de medewer-ker thuis. Aanvragen van een gesprek kan rechtstreek bij de vertrouwenspersoon via e-mail of mobiele telefoon:

E-mail: [email protected]

Mobiel: 06-23892518

Page 10: Carillon zomer 2012

9

Column Bart Langeveld

Hij liep zomaar voor mijn voeten. Ik had geen idee waar hij vandaan kwam en ik moest nog oppassen dat ik niet boven op hem ging staan. Voor zo’n klein kereltje had hij een ver-bazend luide en zware stem; een stem met gezag en autori-teit. Zijn gezicht was rood, zodat ik dacht dat hij boos of an-derszins opgewonden was. “Wil meneer niet even tekenen voor mijn actie tegen zolen ?” Ik begreep de vraag niet, en vroeg mij af of hij een verkeer-de partij vertegenwoordigde die buitenlanders discrimineert. Hoewel de Zolen mij als nationaliteit onbekend voorkwam. “Wie zijn die Zolen van u dan?” vroeg ik hem, terwijl ik mij verder verbaasde over zijn uiterlijk. Zijn hoofd was eigenlijk ook zijn lijf, waar bij ons de oren groeien staken twee arm-pjes naar opzij. Onder zijn kin liepen twee beentjes met groene laarsjes en gestreepte sokjes. Al met al ontstond het beeld van een mascotte van een voetbalclub of zo. Een club met rood in hun blazoen, want rood was hij. “Het is niet zo wie als wat meneer, als u begrijpt wat ik be-doel. Het zijn watten, die zolen. Dingen aan de voeten van de mensen. Vooral de groten.” “Aha, voetzolen. Wij leven op te grote voet zegt u. Moeten wij de broekriem aanhalen?” Het kleine kereltjes hupte ongeduldig van zijn ene voet op de andere, waarbij zijn armpjes clownesk heen en weer zwaai-den. Boven op zijn test had hij een groene kroon die, zo leek het, vast gegroeid zat aan zijn hoofd. Dauwdruppeltjes als pareltjes vlogen er af bij het schudden, maar groeiden mira-culeus weer aan als hij stil stond. “Wij hebben met broekriemen niets te maken meneer. Het zijn de zolen die ons vertrappen. Die ons tot moes trappen, zogezegd, of jam als u dat liever hebt. Het is helemaal geen koninklijke behandeling. Wij verdienen meer respect van het volk begrijpt u?” “Is u koning dan ?” Het was ondanks zijn kroon niet bij mij opgekomen. “Jawel, van de zomer. En met mij zijn er meer als ik, hoewel ik misschien nog wel het koninklijkst ben.” Ik had niet de neiging om te buigen, sterker ik nog ik had een afkeer van dit pedante uit de hoogte doend mannetje. Hij kon de boom in met zijn ‘meer respect van het volk’. Dat leek me trouwens niet de goede plaats voor hem die boom, maar ik herinnerde mij opeens dat ik die morgen een glazen pot in mijn tas had gedaan. Ik zou onderweg de glasbak pas-seren en als een goede burger het milieu redden. Hij kon de pot op, of in wat mij betreft. Nu gebeurde er iets vreemds, want hoewel het koninkje niet groot was, was de pot belachelijk veel kleiner. Maar toen ik hem bij zijn kroontje oppakte en boven de pot hield floepte hij er zo in. Ik hield enkel maar wat groen gebladerte in mijn hand dat afgaf als nat crêpepapier. Een zomerkoninkje, nou vraag ik je. Het moet niet gekker worden. In plaats van de pot netjes in de glasbak te gooien liet ik hem daar staan op de stoeprand in de zon. Het milieu zou ik een andere keer wel redden.

Zomerkoning

Page 11: Carillon zomer 2012

10

Alleen zijn Alleen zijn, betekent niet eenzaam Alleen zijn geldt niet als een straf Alleen zijn met mooie gedachten Gedachten neemt niemand van je af Alleen zijn met dierbare doden Alleen zijn met herinneringen Aan tijden die lang reeds voorbij zijn Aan alles wat kwam en wat ging Alleen zijn ongestoord in de kamer De dingen vertrouwd om je heen Een rustig en zuiver geweten Dan, ben je gelukkig ‘Alleen’ Wie zo het alleen zijn kan dragen Wie zo zich verzoent met zijn lot Die spreekt niet van eenzame dagen Die leeft in vertrouwen op God Francien Schers Dit gedicht is ons aangereikt door zuster Agneta Smit, Zuster van Liefde

Page 12: Carillon zomer 2012

11

Column Annet van Zeijst

Onverwacht Ik heb een kat. Of beter gezegd: de kat heeft mij. Want het is bekend: een hond heeft een baasje en een kat heeft personeel. Otto is 16 jaar en daarmee voor een kat al hoogbejaard. Twee maanden geleden kwam een vriendin van mij met een nepmuis van bont aanzetten. “Voor de kat om mee te spelen “zei ze. Ik vond het een leuk gebaar Ik wilde haar optimisme niet de grond in boren dus ik vertelde haar maar niet dat mijn kat echt niet meer speelt, zijn voornaamste bezigheden zijn sla-pen en zeuren om eten…Maar om mijn vriendin ter wille te zijn gooide ik de muis een paar naar hem toe… en de kat keek me inderdaad aan alsof ik niet goed snik was. Dus daar hield ik maar mee op en de muis lag ergens in een hoekje. Tot voor kort…ik zat achter de computer en hoorde op-eens een hoop gerommel. Tot mijn stomme verbazing zag ik mijn kat als een beze-tene met de nepmuis spelen; hij gooide hem zeker 10 minuten lang alle hoeken van de kamer in en ging er zelfs mee jongleren..wat een koddig gezicht Ik had het helemaal niet meer verwacht. Niet dat ik bezoekers van de Tuinkamer met een kat wil vergelijken, maar ik moest er opeens wel aan denken. Dat je ook bij mensen nooit te snel moet denken dat iemand iets niet meer kan of iets nooit meer zal doen.. En hoe leuk het is als bewoners verrassend uit de hoek komen. Vaak vergeet ik die dingen weer, maar voor dit stukje heb ik ze eens opgeschreven: Oogst van een dag: Als ik een mevrouw vraag wat ze op de boterham wil: Ik ga er zelf wel op zitten”. En als ik een meneer vraag of hij het niet koud heeft:” Ik krijg het vanzelf wel warm met al die vrouwen om me heen”. Of als ik aankondig een quiz met ze te gaan doen zegt een mevrouw “Kwist het” En als ik aan een meneer vraag of hij een timmermansoog heeft omdat hij ziet dat twee voetsteunen een beetje ongelijk staan antwoordt hij: ”Nou, dat weet ik zo niet, ik zal m’n oog er even uit halen om dat te bekijken.” Voor mij zijn dat bijzondere momenten die –mede- zor-gen voor plezier in het werk. En wat Otto betreft: hij heeft de muis nooit meer aange-keken. Maar ik laat hem toch maar liggen, want je weet maar nooit……

Page 13: Carillon zomer 2012

12

Gastvrijheid De vakanties zijn weer begonnen. Een tijd van nieuwe indrukken, nieuwe ervaringen en bij-zondere ontmoetingen, waarbij de gastvrij-heid een grote rol speelt. Een bijzondere deugd , die niet door iedereen gekend en be-oefend wordt. Want niet iedereen staat open voor een vreemdeling. Vroeger ging ik in mijn vakantie vaak een grote fietstocht maken. Voor op de bagage-drager mijn tentje. Achterop mijn slaapzak en de andere bagage. Zo fietste ik in Nederland, maar ook in Duitsland, Frankrijk, Schotland, Zwitserland en Oostenrijk. Zo kwam ik een keer in Drulingen in Frank-rijk. Het werd avond en ik wilde mijn tentje opzetten en gaan slapen. Maar ik had nog wel schoon water nodig om te drinken. Ik stapte af bij een boerderij. De deur ging open en er stond een man in de deuropening. Ik vroeg of hij mijn bidon met water wilde vullen. Hij wei-gerde, draaide zich om, deed de deur dicht en liet me staan. En ik dacht aan een woord van Jezus:"Wie van deze kleinen al was het maar een beker koud water geeft, omdat hij mijn leerling is, voorwaar, Ik zeg u: Zijn loon zal hem zeker niet ontgaan". Hier mocht ik het tegendeel ervaren. Maar ik ken ook andere, goede ervaringen. Zo kwam ik een keer - het was ergens in Duitsland - in een dorpje. Ik had het koud en was rillerig, want het had de hele dag gere-gend. Ik besloot dus voordat ik mijn tentje ging opzetten, in een winkel wat havermout te kopen en melk en daarvan een lekkere he-te dikke brei van te maken om weer warm te worden. Ik kom de winkel uit en er staat een man bij mijn fiets. Hij rook wat naar de drank en sprak me aan. Hij vertelde dat hij een restau-rant had een paar kilometer terug langs de weg. Hij nodigde me uit om bij hem te komen eten. Ik hoefde er niet voor te betalen. Na enig aarzelen stapte ik weer op de fiets, op weg naar het restaurant. Ik kom binnen krijg een plaatsje en er wordt een schotel met een worst en zuurkool voor me neergezet. Even later komt de restauranthouder bij me zitten en vertelt dat hij dat wel meer deed, mensen die het moeilijk hadden uitnodigde want na de 2e wereldoorlog was hij naar Rusland wegge-voerd. Na verloop van tijd mocht hij weer naar huis. "En" zei hij, "als mensen me bij die tocht onderweg niet geholpen hadden, dan

had ik het niet gehaald. Daarom probeer ik uit dankbaarheid aan anderen op mijn manier wat terug te doen ". Gastvrijheid. Het roept de vraag op naar ons-zelf. Zijn wij Nederlanders gastvrij? Sommi-gen wel, anderen niet. Ik denk aan een bij-zonder ervaring. Ik stond bij een bushalte. Daar stonden twee mensen. Een grote flinke kerel en een klein smal vrouwtje. Die grote kerel was aan het foeteren op de allochtonen. Die kwamen maar hier. Pakten werk af van de Nederlanders, kregen huizen, terwijl landgenoten maar kon-den wachten. En zo was hij maar bezig. Op een gegeven moment keek het vrouwtje hem aan en zei:"Meneer, ik vind dat u verschrikke-lijke dingen over buitenlanders zegt". En de man viel stil. Een andere ervaring. Het was in Darmstad in Duitsland. Het was vroeg in de morgen. Ik voelde me ziek, want ik had de dag tevoren niets gegeten. Ik kon niets binnenhouden. Vermoedelijk had ik iets gegeten wat niet goed was. Hoe dan ook. Ik kwam van een camping langs een supermarkt en besloot wat eten te kopen. Ik zette mijn fiets tegen een muur van een huis, het was het huis van een dokter. Ik ging naar de winkel , kocht eten en ging terug naar mijn fietst. Ging op de grond zitten om te eten. Even later komt de dokter naar buiten en sommeert me weg te gaan. Dit was Privatbesitz. Ik keek hem aan en zei:"Zie je niet dat ik kapot zit?". Toen pas zag hij me. Hij keek me beter aan, bond wat in, maar sommeerde me toch weg te gaan. Dat deed ik maar, weer een ervaring rijker. Want mensen ontmoeten elkaar pas als ze elkaar aankijken. Dan gebeurt er iets. Dan kun je spreken van een ontmoeting, waarin de een voor de ander wat gaat betekenen en omgekeerd. Ik wil afsluiten met een oud joods verhaal. Soldaten zitten een vluchteling achterna om hem te doden. De rabbi neemt hem op in zijn huis en verbergt hem. Maar in een dorp blijft niets lang verborgen. De mensen worden bang en vragen de rabbi om die man uit te leveren, uit angst dat anders de soldaten het hele dorp zullen uitmoorden., De rabbi komt in tweestrijd; wat moet hij doen? Hij zoekt de hele nacht naar een oplossing in de bijbel. Als

Page 14: Carillon zomer 2012

13

hij dan leest dat het beter is dat één mens sterft voor het hele volk, meent hij een oplos-sing gevonden te hebben, 's morgens levert hij dan ook de arme vluch-teling over aan de soldaten. De mensen vie-ren feest, maar de rabbi kan dat niet. Zijn hart is niet tevreden met de redenering van zijn verstand. Plotseling staat de profeet Elia voor hem en vraagt: "Wat heb je gedaan". "Ik heb een onschuldlge uitgeleverd", antwoordde de rabbi. "Die man was de Messias, een ge-zant van God", antwoordt de profeet. En de rabbi vroeg: "Hoe kon ik dat weten?". En Elkia antwoordde: "Als je niet de hele nacht in je

boek gezocht had maar gekeken zou hebben in de ogen van die man, en als je niet de hele nacht gepraat had met jezelf, dan zou je de Messias herkend hebben met de ogen van je hart". Gastvrijheid begint met de ander aan te kij-ken, want dan kun je ontdekken dat de ander - wie het ook mag zijn - een mens van God is. Pastor Ben Bergen MSC

De profeet Elia met een Engel. Schilder: Peter Paul Rubens

Page 15: Carillon zomer 2012

14

Bericht van de welzijnscommissie Insula Dei

Wat kunt u de komende maanden verwachten? Op donderdag 12 juli vieren wij de zomerdag Dit jaar is het thema ‘boerenbruiloft’ Er zal deze dag een echte boerenbruiloft plaats gaan vinden tussen twee personeelsleden in traditionele klederdracht uit Drenthe, wederzijdse ouders zijn blij om dit feest op Insula Dei te mogen vieren. Het bruidspaar zal met een koets om 11.00 naar de trouwlocatie worden ver-voerd. Waar de trouwplechtigheid zal plaatsvinden op het plein aan de achterzijde van Insula Dei ,Na de plechtigheid zullen we getrakteerd worden op koffie met krentewegge en vanaf 12.30 uur zal het feest op het terras volop gaan beginnen. Laat u verrassen en geniet van al het lekkers en de diverse activiteiten. Als u nog in staat bent om plaats te nemen in de koets dan kunt u een rondrit over het landgoed maken. In het volgende carillon vindt u een uitge-breid verslag hierover. Het zou fijn zijn als iemand mooi weer kan regelen. Donderdag 23 augustus komt om 15.00 uur ‘Duo Pardon’ (de man van mevrouw Donderwinkel) een vrolijk meezing programma verzorgen op keyboard en trompet en u mag natuurlijk ook een dansje wagen. Zondag 2 september 15.00 uur komt het ‘Velps Middag Koor’ in de kapel . Mevrouw van den Bosch is lid van dit koor en heeft ons samen in contact gebracht, het be-loofd een mooi concert met zeker herkenbare liederen voor u allen zijn. Maandag 24 september is de Patronesdag De voorbereidingen zijn en volle gang, dit jaar in teken van de kernwaarde ‘Ik ben bewogen”. Komende activiteiten Isula Dei op een rijtje: Donderdag 12 juli 11.00-16.00 uur de zomerdag Donderdag 23 augustus komt om 15.00 uur “Duo Pardon Zondag 2 september 15.00 uur komt het “Velps Middag Koor”in de kapel Maandag 24 september is de Patronesdag,uitnodiging volgt Komende activiteiten Huize Kohlmann op een rijtje: MAXROADSHOW wordt ook gespeeld in Huize Kohlmann,op donderdag 21 juni Donderdag 12 juli de zomerdag op locatie ID 11.00-16.00 uur Vrijdag 31 augustus Duo pardon 15.00 uur. Maandag 24 september de oprichtingsdag in teken van ”ik ben bewogen”, uitnodiging volgt Wij wensen u een hele mooie zomer. De leden van de welzijnscommissie gaan in deze periode allemaal genieten van de vakantie, maar zoals u heeft kunnen lezen gaan de activiteiten gewoon door. Namens de welzijnscommissie, een zonnige groet, Marga Roerdink

Page 16: Carillon zomer 2012

15

Smoothie Donderdag 12 mei was het de dag van de verpleging. Nu heb je de dag van de arbeid, de dag van de secretaresse en nog veel meer van die dagen. Er schijn zelfs een rokjesdag te zijn, maar dat terzijde. Op de dag van de verpleging staan wij even stil welk een werk er gedaan wordt in een verzorgingshuis zoals Insula Deï en Huize Kohlmann. Dat wordt niet alleen ge-daan door de verpleging maar door een hele stoet van medewerkers én vrijwilligers. Zij zor-gen er voor dat alles gladjes verloopt. Gladjes zeggen ze niet in Engeland, daar spreekt men van smooth. Een smoothie is een drankje dat soepeltjes naar binnen glijdt, of dat de conversatie versoepelt. Van dat laatste ben ik niet zeker, maar in ieder geval kregen medewerkers en vrijwilligers die dag een smoot-hie aan de smoothiebar. Groeizaam spul blijkbaar want Gerard zag er ineens een paar decimeter groter uit. Bart Langeveld

Page 17: Carillon zomer 2012

16

Page 18: Carillon zomer 2012

17

Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) De Stichting Vrienden van woonzorgcentrum Insula Dei is door de Belastingdienst aangewe-zen als een ‘ANBI’ (Algemeen Nut Beogende Instelling). Dit betekent dat een donateur de gift van de inkomsten- of vennootschapsbelasting kan aftrekken (uiteraard binnen de daar-voor geldende regels). Door de vriendenstichting ontvangen nalatenschappen zijn vrijgesteld van successierecht.

Gegevens over de Vrienden van Insula Dei wzd kunt u vinden op de laatste pagina in het Colofon.

Het zorgcentrum Insula Dei is een

vlaggenmast met toebehoren rijker

19 juni werd de hele avond in het restaurant een feestje gevierd. De Egerländer kapel was er. Het restaurant was vol. Ook het bestuur van de Stichting Vrienden van het zorgcentrum Insula Dei was aanwezig en niet zonder reden. Herman Barink opende de avond en gaf de voorzitter het woord. Zij begon met het voorstellen van het bestuur van de Stichting, voor zover dat nog niet be-kend was: zuster Dorien de Bruijn, Anne Bolsius en Miriam Groensmit. Op 30 april had er voor het eerst op het grasveld tegenover het restaurant een vlag gewap-perd aan de nieuwe 10 meter hoge mast. Vanavond werd symbolisch door de voorzitter een rood,wit, blauwe wimpel aan Herman Barink en Jorik Peelen overhandigd, waarmee mast en vlaggen werden overgedragen. Bij het cadeau hoorde ook een oranje wimpel, die bij de vlag hoort op Koninklijke verjaardagen. En voor september is er de paars/rode Airbornevlag. De wimpel zal altijd wapperen. Hiermee gaf ze aan dat het een feest is om op Insula Dei te wo-nen. De slinger kreeg Henny Berger. Zij is de vlagspecialist van Insula Dei. Natuurlijk werd even teruggekeken naar giften uit het verleden, die allen aangeschaft kon-den worden omdat bewoners, of mensen die het goed menen met de bewoners, geld gaven aan deze stichting. Het bestuur deed en doet niet anders dan in overleg met ‘het huis’ ca-deautjes hiervan kopen, die de bewoners ten goede komen. Als iemand een gift aan de stichting geeft kan dat van de belasting worden afgetrokken en de stichting hoeft geen belasting af te dragen. Een ANBI-stichting als deze kan dus al het geld dat ze krijgt besteden. Dat geeft een goed gevoel. Tot slot werd aan zuster Galema en mevrouw A.L.M. Pijnappels-Buijvoets gevraagd namens de bewoners mee naar buiten te gaan om de wimpel te hijsen. Intussen speelde de kapel ‘lang zullen ze leven’ wat het hijsen extra feestelijk maakte. En Eric Korunka maakte de nodi-ge foto’s deze avond. Er was nog lang muziek in het restaurant.

Miriam Groensmit, voorzitter Vrienden van Insula Dei

Page 19: Carillon zomer 2012

18

Rineke Leurink

Page 20: Carillon zomer 2012

19

Afscheid van Insula Dei, 26 april 2012

Inmiddels is het juli en is mijn afscheid van Insula Dei alweer ruim 2 maanden geleden. 2 Maanden waarin ik heb mogen wennen aan het niet vertoeven in Insula Dei. Ik geniet el-ke dag en elk moment van de dag, neem ruim de tijd voor allerlei activiteiten in en rond het huis. Mijn hondje Tikoes vindt het zichtbaar geweldig om altijd iemand om zich heen te hebben en Nelle vindt het geweldig dat zij ontheven is van allerlei huishoudelijke taken. Na 17 jaar werken in Insula Dei maak ik de balans op. Ik begon in juni 1995 als hoofd zorg, ik had gesolliciteerd en verscheen voor de commissie met groene kousen, een kort rood rokje en aan beide handen 20 zilveren ringen. Zr. Agneta Smit, die destijds leiding gaf aan de Zusters van Liefde, vertelde mij veel later dat mijn uiterlijk doorslaggevend was voor het maken van de keuze. Er moes-ten allerlei nieuwe ontwikkelingen worden in-gezet en iemand die het lef had om zo voor de sollicitatiecommissie te verschijnen, moest de klus wel aan kunnen. Het was de tijd dat servetjes als briefjes over en weer en voor professionele overdrachten werden gebruikt. Het was ook de tijd van klooster 1, 2 en klooster 3. Klooster 3 was destijds wat nu pand zuid is, klooster 1 en 2 wat nu pand noord is. De me-dewerkers van klooster 3 werkten niet samen met klooster 1 en 2, er werd zelfs niet met elkaar gesproken. Mijn opdracht was om de kloosters weer sa-men te brengen en te zorgen voor samenwer-king middels een deugdelijk zorgsysteem, want dit was er destijds ook niet. Tegelijker-tijd moesten er zorgplannen worden geïntro-duceerd. Er kwam een overlegstructuur, er werd ge-werkt met een agenda en werden notulen ge-maakt. Van lieverlee verdween de servetten-cultuur en maakte plaats voor een professio-nelere cultuur. De veranderingen gingen niet altijd van een leien dakje, naast de formele organisatie waar ik als Hoofd Zorg verantwoordelijk voor was bestond er de informele organisatie waar Zr. Agneta leiding gaf aan de Zusters van Liefde. Het heeft enige tijd geduurd voordat wij el-kaars bedoelingen en werkwijze begrepen. Tot voor kort heeft onze intensieve samen-werking geresulteerd in tenminste 1 x per jaar met elkaar uit eten gaan en ik ga ervan

uit dat dit zal blijven. Uiteindelijk is de integratie van de kloosters tot stand gekomen, medewerkers spraken weer met elkaar , heel bijzonder is dat er ook een huwelijk uit is voortgekomen. Met vereende krachten zijn alle doelen bereikt dank zij de enorme gedrevenheid en enthou-siasme onder leiding van de toenmalige team-leiders, Gerrie Wentink ( toen nog niet ge-huwd) en Marcella Dominicus. Er kwam een directiewisseling, Gerard de Wals kwam in Insula Dei. De ontwikkelingen waren niet meer te stoppen, intramuraal ge-beurde er ontzettend veel van 1 congregatie tot uiteindelijk 9 congregaties in huis. Vervol-gens huisden er niet kloosterlingen in, de re-gelgeving verscherpte en er kwamen allerlei nieuwe wetten en regels. In deze tijd werd Dineke Essenstam Hoofd Zorg intramuraal en begon ik met het ontwikkelen en opzetten van de extramurale zorg, samen met Antonnique Keemink. Er volgden nog vele projecten waar-onder het opzetten van het Zorgsteunpunt Velperweg e.o. Er werden zowel intramuraal als extramuraal productieafspraken gemaakt met en de bijbehorende verantwoording aan het zorgkantoor. Voorbereidingen, o.l.v. Gerard de Wals, voor de nieuwbouw werden opgestart. Opnieuw vond er een directiewisseling plaats en brak er helaas voor velen en ook voor mij een duistere periode aan, in deze tijd verlie-ten diverse collega’s Insula Dei, sommigen uit vrije wil anderen om andere redenen. Men zegt wel eens dat verlies nodig is om iets an-ders geboren te laten worden. Voor mij was dat ook zo, ik heb erg veel geleerd uit die tijd en uiteindelijk heeft het mij veel positiefs ge-bracht. Gelukkig waren er collega´s om mij heen die mij door deze moeilijke periode heb-ben weten te loodsen, ik denk dan aan Wim Combé en John Evers en aan Rob die mij vaak uit zeer penibele situaties heeft gered. De laatste paar jaar heb ik weer als zorgcon-sulent kunnen en mogen werken, dit met heel veel plezier en enthousiasme, samen met Elly op 1 kantoor waar we lief en leed konden de-len. Ik heb vele mensen, die nu in Insula Dei of Huize Kohlmann wonen, mogen begeleiden vanaf het eerste huisbezoek tot aan de wer-kelijke huisvesting, het heeft mij positief beïn-

Page 21: Carillon zomer 2012

20

vloed en gevormd, ik dank alle bewoners daar hartelijk voor, ook de bewoners op het land-goed waar ik een bijzondere band mee had. De dames van de administratie, Heidi, Ineke en Marianne , Moepbie in de wandelgang, werden mijn maatjes, wij konden goed met elkaar overleggen en hadden plezier onder-ling. Als het niet regende en niet te koud was gingen wij tussen de middag wandelen in het park. Aan Yvonne Holterman heb ik een zeer inspi-rerende collega gehad waar ik veel van heb geleerd, de samenwerking was perfect en ben haar daar zeer dankbaar voor. Ik wens haar samen met Jessica een goede toekomst en heel veel succes toe. Tot slot wil ik graag alle mensen, medewer-kers, bewoners die ik niet bij naam heb ge-noemd, zowel intern als extern, hartelijk dan-ken voor de warme samenwerking.

Het afscheid op 26 april 2012 met Insula Dei was voor mij hartverwarmend! Ik ben onder de indruk dat het een Indische sfeer mee-kreeg en onder de indruk van wat jullie voor mij hebben gedaan en gezegd. Dat het een afscheid was met bewoners, zusters en col-lega’s sluit precies aan bij mijn ervaringen binnen Insula Dei. Het is een huis waar de samenwerking met bewoners en personeel voorop staat. Rest mij iedereen heel erg te bedanken voor alle prachtige cadeaus en kaarten die ik heb ontvangen en te zeggen:

het ga jullie goed

Rineke Leurink

Page 22: Carillon zomer 2012

21

Page 23: Carillon zomer 2012

22

Philip Andreas de Vries

Page 24: Carillon zomer 2012

23

‘Tot mijn verbazing moest ik stoppen met mijn werk toen ik 65 jaar werd’

Een interview met meneer Philip Andreas de Vries van Huize Kohlmann.

Aanleiding voor dit interview is de opmerking van Neeske Teunissen dat meneer Philip de Vries dit jaar 20 jaar in Huize Kohlmann ver-blijft. Philip de Vries (10 april 1914, Groningen) heeft geen bezwaar tegen dit interview, inte-gendeel, hij vertelt volop over zijn leven en zijn twintigjarig verblijf in Huize Kohlmann. Hijzelf gezeten in een gemakkelijke ‘sta op stoelachtige ’ stoel in zijn gezellige apparte-ment, boordevol met oude herinneringen in de vorm van foto’s en schilderijen. Ik zit te-genover hem met het mooie vroege morgen voorjaarslicht in mijn rug. Op de achtergrond klinken de vrolijke geluiden van spelende kin-deren van de nabijgelegen basisschool. Hij moet smakelijk lachen toen ik van zijn leef-tijd, 98 jaar, hoorde en tegen hem zei dat hij dan nog een paar jaren vol moet houden om ook zijn portret bij de eregalerij van de 100-jarigen te zien hangen.

Philip Andreas de Vries is ondanks zijn 98 jaar nog redelijk goed te been. Het wordt wel wat minder de laatste tijd, maar daarom niet ge-klaagd. Het gehoor laat hem ook wel een beetje in de steek, maar wat wil je: 98 jaar…! Hij is geboren in Groningen en heeft zijn eer-ste jaren gewoond aan de Veemarktstraat 3, vlakbij de Oosterhaven en tegenover de Bonte Brug. Het oude huis moet er nu nog staan. Van het hele gezin, hij had een zus en twee broers, is alleen nog zijn 17 jaar jongere broer over. Voor de rest heeft Philip geen fa-milie meer. Door het beroep van zijn vader, die coupeur (kleermaker) was, hij heeft bij diverse zaken in het land gewerkt, zijn ze nogal eens verhuisd. Van Groningen naar Utrecht, daarna Haarlem en in Deventer. De jonge Philip heeft dan ook niet zo lang in Gro-ningen gewoond. Tegen de tijd dat hij van school kwam en werk zocht, kwam hij auto-matisch bij zijn vader op de zaak te werken, een kleermakerij. Misschien dat het wel in zijn

De Veemarktstraat

Page 25: Carillon zomer 2012

24

genen zat, maar hij had ook dezelfde aanleg voor het coupeursvak als zijn vader. Ze woon-den toen in Tiel. Later kwam hij terecht bij een bedrijf waarvan zijn baas de kleding die bestemd was voor C&A in Amsterdam zelf achterover drukte. Philip werkte daar aan een lopende band om regenjassen te maken. Na deze fraude van zijn baas besloot hij ander werk te gaan zoeken en vond dit in Nijmegen. Hij werd daar ‘bandchef’ bij een industriële kleermakerij. Dit bedrijf ging later over de kop. Nu had Philip twee keer kort na elkaar pech gehad met zijn werk en heel eerlijk ge-zegd: hij vond het kleermakersvak ook niet zo leuk meer. Maar zoals zo vaak: als de ene deur dicht-gaat, dan gaat er een andere deur open. Zo ging het ook bij meneer De Vries. Luister maar naar zijn verhaal: “ Toen ik ontslagen was bij dat bedrijf werd ik dus werkloos en moest ik, samen met mijn collega’s, stempe-len bij de werknemersbond. Ik woonde des-tijds in Nijmegen en iedere maandag moest ik naar Arnhem om mijn centjes op te halen. Toen ik op zo’n maandag weer eens mijn geld had gehaald, sprak ik in de trein op de terug-

reis iemand die mij vertelde dat hij wel een baan kon krijgen, maar hij aarzelde om deze aan te nemen omdat hij het vrouwenwerk vond. Wat was het geval; hij zou bij een aan-tal zaken in damestextiel kunnen komen. De man gaf mij het telefoonnummer van het be-drijf en ik belde er naartoe. Het ging om een nieuw te vestigen zaak van Piet van de Brul, in dameskleding. Van den Brul had zijn hoofd-vestiging in Amsterdam en acht vestigingen in het land. Bij deze Piet van den Brul begon voor mij de victorie; ik werd er voorlopig aan-genomen. In Den Haag kon ik gaan proef-draaien. Aan het einde van mijn eerste werkweek werd ik gebeld door het hoofdkantoor in Amster-dam. Ik moest me vervoegen bij het hoofd personeelszaken meneer Van Woudenberg. Deze man vroeg mij wat ik allemaal al gedaan had, welke opleiding ik gevolgd had en hoe ik bij Van de Brul gekomen was. Alles gehoord hebbende nam deze man mij aan. Ik kreeg een vast dienstverband en zou gaan werken in de vestiging in Arnhem. Ik was verbaasd en tegen zei meneer Van Woudenberg dat die zaak nog totaal gerenoveerd moest worden.

Page 26: Carillon zomer 2012

25

Vond hij juist geen punt: er lag al een overall voor mij klaar. Ik kon direct gaan helpen met de verbouw. Vanaf die tijd kon ik geen kwaad meer doen bij de leiding. Later ben ik ook commerciële activiteiten gaan doen. Ik heb er altijd veel plezier in gehad, anders had ik het daar geen 25 jaar uitgehouden. Daarna ben ik met pensioen gegaan, dat wil zeggen ik moest. Ik kreeg thuis bezoek van een hoge delegatie van Piet van Brul. Ze feliciteerden mij met mijn 65ste verjaardag. Ik kreeg ge-schenken en mijn vrouw bloemen, ik werd bedankt voor mijn werk en dat was het. Ik was stomverbaasd: ik moest ermee stoppen.” Meneer de Vries is vijftig jaar getrouwd ge-weest. Omdat zijn vrouw ernstig ziek gewor-den was, zocht hij een verzorgingshuis en bij toeval, weer dat toeval… sprak hij in die tijd een oude vriend, een schoolmakker die in Arnhem een bedrijfje had. Philip legde hem de situatie voor en deze vriend vertelde hem van Huize Kohlmann; hij zou daar maar moeten informeren. “Het huis heeft een goede naam,” zei hij nog. Deze raad volgde meneer de Vries op en inderdaad: nog geen maand later kon het echtpaar de Vries zijn intrek ne-men in Huize Kohlmann. Nu dus twintig jaren geleden. Het was 1 mei 1992. Dat de leiding van HK dit niet zo maar voorbij wilde laten gaan blijkt wel uit een bos bloemen die hij kreeg en een feestelijk gebakje bij de koffie, inclusief een mooie toespraak van Neeske Teunissen. Mevrouw de Vries is in 2000 overleden en sinds die tijd is hij alleen. Veel hulp krijgt hij van Bep, een oud-personeelslid van HK. Ook delen ze samen hun liefde voor muziek. Bep bezocht regelmatig concerten met meneer De Vries. Zo gaat ze ook weleens met hem in de stad wandelen. Het bezoeken van een con-cert wordt wel steeds moeilijker omdat hij niet meer zo goed ter been is. Als hobby heeft Philip altijd getekend en later ook geschilderd. Toen hij zes jaar was heeft hij de Deventer spoorbrug getekend. Zijn va-der was dol op die tekening. Zoals gezegd: de inrichting van zijn kamer getuigt van deze passie. Ook hangen in de gangen schilderijen van hem: échte Philip de Vriesen. Met het laatste is hij sinds 2010 gestopt; het wil niet meer. Zijn motoriek loopt achteruit en het kost hem teveel kracht. Zijn laatste schilderij staat op de kast te pronken. Het is een af-

beelding geschilderd naar een ansichtkaart van een plein aan de Sint Jansbuitensingel uit 1910. Je ziet daarop nog de trams van vroe-ger en mensen die zo te zien inkopen in de stad hebben gedaan. Voorwaar een nostal-gisch en gezellig tafereel. Als meneer De Vries eens een bezoekje brengt aan de bin-nenstad dan gaat zijn interesse nog steeds uit naar de betere modezaken. “Dat spul van te-genwoordig is niet zo veel bijzonders. Alleen bij de duurdere zaken zie je de echte kwaliteit nog. Er verdwijnen ook zoveel winkels, dat is gewoon niet leuk meer.” Hoe vindt u deze moderne tijd , meneer De Vries? Peinzend zegt hij: “Kijk ik zit nu in het stadium van bo-ven de negentig jaar; het raakt me allemaal niet meer zo. Staat me iets niet aan op de televisie, dan gaat het eraf. Ik ga me niet meer ergeren. “ Vroeger, toen zijn vrouw nog leefde gingen ze vaak een weekje naar zee. Eerst naar Bergen; daar was het een beetje te stil. Later kozen ze voor Egmond aan Zee. Een leuk hotelletje. Dat hebben ze zo’n tien jaar gedaan, totdat Philips vrouw ziek werd. Een tijdje geleden is zijn kamer gerenoveerd en moest hij een week in een andere kamer. Lachend: “Het was een klein kamertje, zonder muziek, zonder telefoon.” Ik voeg eraan toe: “Zeg maar de isoleer…?” Om deze gevatte op-merking van mij moet hij vreselijk lachen, maar hij beaamt het. Hij is uiteindelijk heel tevreden met het resultaat en daar gaat het om. Meneer Philip Andreas de Vries is heel tevre-den zo met zijn leven in Huize Kohlmann en hoopt er op deze manier nog een paar jaar aan vast te knopen. Over anderhalf jaar gaan we een portret van hem maken: vast en ze-ker…. Henny de Mönnink

Page 27: Carillon zomer 2012

26

Column Roelf Nobbe

. Wat een overvloed aan zon over héél Nederland en een feestelijke televisieverslag, want het was Koninginnedag 2012. Het was een lust om het volledig programma langs Rhe-nen en Veenendaal te volgen, ook al ben ik dit jaar voor de eerste keer de enige aanwezige toeschouwer en genie-ter in mijn appartement in Insula Dei Na bijna 60 jaar ‘Arnhemmer’ te zijn was het toch ook wel een apart gevoel om dit volksfeest voor het eerst hele-maal in afzondering op een scherm te moeten volgen en die gedachte ging me parten spelen. Mijn verlangen om naar de stad te gaan groeide gestaag en rond vier uur nam ik lijn 3 naar het Velperplein. Deze korte busrit bracht me al snel in een meer acceptabele stemming, doordat ik me als het ware opgenomen voelde in de grote schare van mensen in kleurige kledij, die lopend of fietsend op weg waren naar hetzelfde doel in dezelfde richting, naar een inmiddels overvolle stad. Het plein naast Musis Sacrum, met veel stoelen en bezoe-kers lekker dichtbij, trok me wel en daar heb ik me dan genesteld. Ik was – denk ik - wel de enige 85 jarige te midden van een fleurig oranje, maar bovenal jeugdig ge-zelschap met een geschat jaargemiddelde van plusminus 20 jaar. Twee vriendelijke tafelgenoten stelden zich voor als inmid-dels afgestudeerde ICT-ers en daarbij als speciaal ken-merk de toevoeging: “Hier geboren, tweede generatie asielzoekers”. ‘t Werd een leuk en zinvol contact, totdat ze besloten om verder op verkenning te willen gaan bedoeld als hun voor-bereiding op de latere uren van deze bijzondere dag. Op het grote plein was het een gekrioel van honderden zich steeds verplaatsende eenlingen, koppels, groepjes, in opvallende oranje getinte kleding en dito versieringen. De massa, zo begreep ik uit verdere gesprekken (want iedereen bleek zeer spraaklustig) richtte zich intussen op de nog te verwachten activiteiten elders in de stad. Hun eindbestemmingen bleken in de meeste gevallen al vastgelegd te zijn, veelal bepaald door vroegere ervarin-gen . Een groot feest in elk geval, waarvan in de komende uren de stemming al bepaald zou gaan worden. Dus het was cool, vet, tricky, etcetera, als u het al mocht begrijpen wat daarmee bedoeld wordt. Visueel een geweldig schouwspel, een ultieme beleving: vriendelijk, vrolijk, je senang en vrij voelend, blij, lachend, tevreden en dit allemaal gemixt met de oerharde decibels uit de vele versterkers. Ik zat met plezier ongeveer vier uur op de stoel bij Musis Sacrum, aangesproken door en kletsend met talloze aan-vankelijk onbekende jongeren uit Arnhem en omgeving en dat onder het genot van vier oranje bitters, waarvan er twee waren aangeboden. Koninginnedag 2012 was een waar feest.

Page 28: Carillon zomer 2012

27

Afscheid van Insula Dei en nu met prepensioen

Langs deze weg wil ik even stil staan bij mijn afscheid van Insula Dei Extramuraal op 9 mei. Ik ben nog steeds verbaasd en onder de indruk over hoeveel aandacht en blijken van waarde-ring ik heb gekregen. Dank aan mijn dierbare collega’s, cliënten en hun familie die mijn af-scheid zo bijzonder hebben gemaakt. Deze belangstelling en de vele reacties zie ik ook als waardering voor de manier waarop wij als team - met daarbij Ad, Rob en zes interieurverzorgenden - de afgelopen jaren ons best hebben gedaan goede zorg te leveren, en het management te laten in zien dat extramurale zorg onmisbaar is op het Landgoed. Ik ben dan ook zeer verheugd dat de nieuwe directie en management de waarde van een zelfstandig organisatiedeel extramuraal herkent en dat Extramuraal weer klantgericht moet worden opgezet met alle disciplines voor de extramurale zorg bij elkaar, zodat weer motiva-tie, collegialiteit en samenwerking kunnen ontstaan ten gunste van kwaliteit van de zorg voor de bewoners. Dat is waar ik de afgelopen jaren voor gevochten heb. Na 45 jaar werken in de gezondheidszorg, waarvan achteneenhalf jaar voor de organisatie Insula Dei, zal het nog wel even duren voordat ik helemaal los ben van het werk. Maar u zult begrijpen dat het mij erg goed zou doen als ik zou horen dat cliënten in hun laatste levensfa-se en familie tevreden kunnen zijn over de zorg op en rond het landgoed. In mijn komend prepensioen en daarna pensioen ga ik genieten van het ‘Oma-zijn’. Ik mag een à twee dagen per week voor onze kleinzoon zorgen. Verder ga ik aan het eind van het jaar naar Indonesië op zoek naar een deel van mijn ‘roots’. Ook hoop ik nog lang te kunnen tennissen, fietsvakanties te houden, te bridgen, mijn man te helpen met de imkerij enzo-voorts, kortom vervelen zal ik me niet. Ik wens alle collega’s en bewoners in Insula Dei, en op het Landgoed een hele goede toe-komst toe! Hartelijke groet aan u allen, Antonnique Keemink

Page 29: Carillon zomer 2012

28

Jessica van Sinten

Page 30: Carillon zomer 2012

29

’Misschien komt mijn keuze voor de Zorg wel door mijn ouders’

Een interview met Jessica van Sinten, Casemanager Ketenzorg Dementie en

Zorgconsulent bij Insula Dei Huize Kohlmann

Op het afgesproken tijdstip voor dit interview vervoeg ik me bij haar kantoor en hoor daar al op de gang vrolijke geluiden vandaan ko-men en, jawel hoor: er staat gebak en Jessica en haar collega Yvonne hebben enkele co-llega’s uitgenodigd om samen een kopje koffie te komen drinken op hun beider verjaardag. Jessica was deze week jarig en Yvonne vorige week. Voor mij geen punt. We beginnen iets later met interview. Dit doen we een kantoor-tje verderop. Jessica van Sinten (1972, Veghel) is sinds maart werkzaam bij IDHK als opvolgster van Rineke Leurink die na een lang dienstverband mag genieten van haar prepensioen. Jessica is geboren in Veghel en getogen in Venhorst, in Brabant. Ze heeft drie zusjes, waarvan een tweeling. Haar vader heeft 40 jaar ‘in de Zorg gezeten’ bij Huize Padua in Boekel en haar moeder is al 20 jaar als vrijwilliger verbonden aan de Zonnebloem. “Misschien komt het wel daardoor dat ik gekozen heb voor de Zorg.” Na haar middelbare school heeft ze eerst ge-tracht haar geluk te vinden in de horeca, zon-der succes; het ligt haar niet zo. Daarna nog een tijd administratie gedaan. Ook dat beviel niet en uiteindelijk besloot ze haar studie te vervolgen; immers ze wilde altijd al maat-schappelijk werk gaan doen, en koos voor een Hbo-opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening bij de HAN in Nijmegen. Jessica: “Tijdens deze opleiding heb ik een stage gelopen als maatschappelijk werker in een verpleeghuis. Na mijn opleiding kreeg ik een baan bij de Stichting Philadelphia in de gehandicaptenzorg in Wijchen. Toen ik een advertentie van IDHK onder ogen kreeg waar-in een functie van Zorgconsulent en Casema-nager aangeboden werd, heb ik besloten om daarop te solliciteren. Ik werd hier aangeno-men per 1 maart als Casemanager en 1 mei als Zorgconsulent. Ik heb dus een dubbelfunc-tie.” Jessica woont in het dorpje Zeeland en toen ik haar belde voor een interview en vroeg waar

ze woonde, dacht ik: wat een eind weg; hele-maal in Zeeland. Maar het blijkt dus een dorp-je in Brabant te zijn. Nog wel zo ver weg – een uur rijden - dat we maar besloten om het interview in Insula Dei te doen. Het blijkt dat er voor een fulltime baan (36 uur) die zij zocht niet zoveel mogelijkheden zijn in haar omgeving, dus moet ze deze afstand maar voor lief nemen. Ze rijdt dagelijks een weg waar nogal veel files zijn; het knooppunt Val-burg is berucht in die zin. Enfin, nu zit ze dan tegenover mij en praten we over van alles, maar natuurlijk ook over Insula Dei Huize Kohlmann. Thuis in Zeeland heeft ze behalve een toege-wijde echtgenoot ook nog twee honden en twee katten. Ze wonen daar riant met zijn al-len op een stuk grond van 6600 m2, vrij-staand nog wel. Wensen zijn er nog te over; ze willen er nog schapen bij en wat kippen. “Supermooi wonen.”, zegt ze. Omdat ik weinig kennis heb van wat haar bei-de functies inhouden, legt ze me dat uit. “ De functie van casemanager (voluit luidt dit: ca-semanager Ketenzorg Dementie) houdt in dat ik bij mensen die nog thuis wonen, maar al wel dementeren, de taak heb om te zorgen dat ze zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Mijn taak is om alle zorginstanties die om die persoon cirkelen te bundelen. Ik heb het over de huisarts, de geriater, de gemeen-telijke instanties en de familie uiteraard. Dit om te bezien of er geen dubbele taken uitge-voerd worden en het hele proces zo ge-stroomlijnd mogelijk te laten verlopen. Ik ben er om het overzicht te houden. De cliënten komen voornamelijk via de Zorginstanties bij ons. Een aantal zorgcentra hebben een of meerdere casemanagers. Voor onze organisa-tie is deze functie nieuw. Ik ben de eerste die dit mag doen. Ik heb op dit moment zo’n 14 cliënten en heb nog ruimte voor zes cliënten, gezien de uren die ik werk. De mensen kun-nen zelf kiezen naar welk zorgcentrum ze uit-eindelijk willen gaan. Dat hoeft niet IDHK te zijn. Tot op heden heb ik nog niet meegmaakt

Page 31: Carillon zomer 2012

30

dat een cliënt van mij in een zorgcentrum ge-plaatst werd. Wel hebben we een cliënt waarbij kort geleden dementie is gecon-stateerd en die zich zorgvuldig wil voorberei-den op zijn toekomst. Wat hij niet wil is dat hij later in een verder stadium direct van huis naar een verpleeghuis gaat. Hij wil het in etappes faseren. Te beginnen met te wonen in het zorgcentrum en dan als het écht zo ver is, naar de PG afdeling. Deze man wil absoluut niet te last zijn voor zijn familie. Nu hij het zelf nog kan regelen, zal hij het ook doen. Hij heeft onlangs kennis gemaakt met Huize Kohlmann. Ik moet zeggen dat ik dit heel bij-zonder vind. Mijn functie als Zorgconsulent deel ik met Yvonne Holterman. Wij gaan over de cliënten die op de wachtlijst staan voor een plaats in ons Zorgcentrum. Omdat de vraag het aan-bod overstijgt hebben we te maken met wachtlijsten, zowel voor de Psychogeriatrie (dementie) en Somatiek (mensen met een lichamelijke beperking als hartfalen, diabetes etc.) als voor een Woonzorgplek voor oude-ren.” Jessica doet dit werk met hart en ziel. Veel cliënten hebben geen ziekte inzicht. “Met mij is niets aan de hand”. Ze laten vaak facade-gedrag zien en hebben een enorme weerstand ten aanzien van hulp. Zij doen vaak de hele dag niets en zijn zeer passief. Omdat de om-geving steeds verwarrender wordt trekken ze zich terug uit de maatschappij. Ze sluiten zichzelf uit meestal uit zelfbescherming. Vaak hebben ze tevens een weerstand ten aanzien van dagbesteding. Bij zulke casussen schakel je bijvoorbeeld individuele begeleiding in die hen sociaal begeleiden. Bij één cliënt heb ik een sociaal begeleider ingezet. Die af en toe samen met haar koffie drinkt en praat om zo te proberen haar uit het isolement te halen. Het helpt, want zij knapt er zichtbaar van op. Is toegankelijker geworden en nu willen we proberen om haar naar een dagbesteding te krijgen. In Insula Dei hebben we helaas niet de mogelijkheid om mensen van buiten een dagbesteding aan te bieden. Ik zou wel graag willen dat dit in de toekomst gaat verande-ren.”

De mensen die op de wachtlijst staan en die hier graag willen wonen begeleidt ze en geeft ze rondleidingen, om zo kennis te laten ma-ken met het huis en de appartementen. Ze moet dan ook een inschatting maken of ie-mand wel zo zorgbehoevend is. Het is niet meer zo dat als iemand 80 jaar is, dat men dan automatisch in een zorgcentrum kan gaan wonen. Er moet echt wel wat lichamelijk of geestelijk aan de hand zijn. Als ik Jessica van Sinten vraag hoe ze Insula Dei ervaart, zegt ze: “Al bij mijn sollicitatiege-sprekken ervoer ik de goede sfeer; ik kon me-zelf zijn en dat is prettig. Ik vind de medewer-kers hier zeer betrokken. Het niveau op IDHK is professioneel te noemen. Dit is beslist geen instelling die in slaap gesukkeld is. Stilstand is achteruitgang, zeg ik altijd. Het is een zorg-centrum in beweging. Verder vind ik het huis mooi, met ruime appartementen. Ook het res-taurant is heel bijzonder en wat ik vooral fijn vind is de natuur om ons heen. Het mooie landgoed Rennen Enk, waarvan ik weleens denk: er mogen wel meer mensen gebruik van maken. Ik zie altijd dezelfde mensen die er wandelen en dat is maar een klein groepje. Natuurlijk is het zo dat niet iedereen in de ge-legenheid is om te wandelen. Vaak hebben mensen begeleiding nodig en dat is er ook niet altijd. Maar toch… Het blijft een mooie rustige omgeving en voor wie van de binnen-stad houdt is er Huize Kohlmann, midden in de stad. Een sfeervol huis wat teruggrijpt naar vroegere tijden. Het heeft een heerlijke kneuterigheid waardoor je je direct thuis voelt. ” Ik neem nog een kopje koffie en maak een paar foto’s van Jessica op het landgoed. Dit past bij haar en haar gevoel voor de natuur. Henny de Mönnink

Page 32: Carillon zomer 2012

31

De gerenoveerde boerderij op het Landgoed Rennen Enk

Page 33: Carillon zomer 2012

32

Diëtiste Anita Bosman

Page 34: Carillon zomer 2012

33

De ontbijtservice en mijn vak als diëtiste valt soms goed samen’

Een interview met Anita Bosman, diëtiste, ontbijtservice- en

keukenadministratie medewerker.

Anita Bosman is een bekend gezicht in Insula Dei. In april was ze hier alweer 12,5 jaar. Oorspronkelijk werkte Anita samen met een paar collega’s voor het klooster van de paters van het Heilig Hart, de congregatie van onder andere de onlangs overleden pater Jan Oos-telbos en pastor Ben Bergen, de pastor van Huize Kohlmann. Zij was daar kok. Omdat ook daar de vergrijzing toesloeg en de congregatie uitdunde, zozeer dat de grote villa aan de Tooropstraat, de Sterrenberg, van de hand werd gedaan en de paters op zichzelf gingen wonen, werden Anita en haar collega’s daar overbodig. Op Insula Dei wilde men van een handmatige verwerking van de administratie naar automatisering en kon men Anita daarbij goed gebruiken. Zo trad ze in 1999 in dienst bij het toenmalig geheten Kloosterverzor-gingshuis Insula Dei. “Dat was nog in de tijd dat Insula Dei hoofdzakelijk werd bewoond door zusters en er, zij het wel, aarzelend nieuwe reguliere bewoners werden toegela-ten.” Anita kon in de keuken gaan helpen bij de ad-ministratie. Nu doet ze dit nog vier uur in de week. Toen de ontbijtservice, zo’n twee jaren geleden, werd gestart ging ze daar ook voor 14 uur in de week helpen. Anita is van oor-sprong diëtiste. Ze studeerde diëtetiek, een HBO-opleiding, en was in 1988 klaar met deze studie. De opleiding diëtetiek kwam eigenlijk voort uit de aandacht die er aan de vroegere Huishoudschool werd gegeven aan gezond eten (bereiden). De studie diëtetiek is als het ware een vervolg daarop. Volgens Anita is die huishoudschool achtergrond ook de verklaring van het feit dat ze zoveel vrouwelijke col-lega’s heeft. Na haar studie heeft deze kennis bij haar een slapend bestaan gehad en heeft ze andere dingen gedaan, tot ze een paar jaar

geleden besloot om haar kennis weer op te frissen en er daadwerkelijk mee aan de slag te gaan. Dit werk doet ze dan ook, sinds fe-bruari 2011 als ZZP-er (Zelfstandige Zonder Personeel) en niet in dienst van de organisa-tie. Geheel voor eigen rekening dus. Anita: “ Het feit dat ik al lange tijd bij IDHK werk zorgt ervoor dat ik weet wat er binnen de organisatie mogelijk is wat voeding betreft. Ik weet hoe de lijnen lopen. De bewoners, zo-wel intra- als extramuraal kunnen bij mij te-recht met vragen over bijvoorbeeld: overge-wicht, onbedoeld gewichtsverlies/ondervoeding, gebrek aan eetlust, diabetes (suikerziekte), maag- en darmproblemen, te hoge bloeddruk (hypertensie) en kauw- en slikproblemen. Vaak constateert de verzor-ging een probleem bij een bewoner en word ik ingeschakeld, wel nadat men een verwijzing heeft gekregen van de huisarts. Natuurlijk kan de bewoner ook rechtstreeks bij mij te-recht met vragen. Mocht het zo zijn dat ik een speciaal dieet adviseer dan kan men in vele gevallen dit samen laten stellen in onze eigen keuken. Door mijn werkzaamheden aldaar heb ik ook goede contacten en kunnen we sa-men veel realiseren voor de bewoner. Behalve het advies over de maaltijden ben ik er voor om de bewoner te helpen met een andere leefstijl, wat betreft voeding en beweging om iets te veranderen voor hem of haar. Het grootste deel van de gesprekken gaan dan, behalve over dieet, ook vaak daar over. Juist het omgekeerde van mensen die moeten afnemen in gewicht maak ik ook mee: men-sen die moeten aankomen, die onbedoeld ge-wicht verliezen door welke oorzaak dan ook.” Zoals vermeld: Anita zet zich ook in bij de

Anita woont in Rheden aan de Arnhemseweg, vooral niet te verwarren met de Arnhem-sestraat: die bestaat ook in Rheden. Wat een logica. In ieder geval niet voor mijn navigator; die wist er geen raad mee, zodat ik ten einde raad een voetganger maar moest vragen hoe het nu precies zat met die Arnhemseweg. Enfin, ik ben er gekomen. Anita en haar man Jan bewonen er een mooi groot huis, samen met hun twee zonen en een oldtimer, geheten Heidi. Logisch toch: het is een oude Mercedes uit de 1948. Blauwgrijs is ze. Een mooie dame voor-waar … Het blijkt dus een gezamenlijke hobby te zijn van het echtpaar Bosman. Ze gaan met Heidi op vakantie en er valt altijd wel wat te sleutelen aan deze oude dame.

Page 35: Carillon zomer 2012

34

Samen met haar collega’s Yvonne Wissink, Yvonne De Vries, Ans van Heumen en Ilse Gomez verzorgt Anita Bosman de

Ontbijtservice in Insula Dei. Iedere morgen van 8.15 tot 10.00 uur

Page 36: Carillon zomer 2012

35

Ontbijtservice, samen met haar collega’s: de beide Yvonne’s (Wissink en De Vries), Ans van Heumen en Ilse Gomez, elke morgen in Insula Dei. Een initiatief waar overigens bij Huize Kohlmann ook aan wordt gedacht. Dit gebeu-ren breidt zich uit. Steeds meer bewoners zien het nut ervan in. Het gezamenlijk ontbijten is behalve gezellig ook eetlust bevorderend. Het is een sociaal gebeuren. Voor Anita is het dan ook nog een voordeel dat ze mensen kan adviseren over het eten, dit met het oog op zijn of haar di-eet. Ook helpt het dat ze in het verleden als voedingsassistent heeft gewerkt en door haar kontakten met de keuken veel kan betekenen voor de mensen. De meeste mensen doen nu hun dagelijkse boodschapjes in de nieuwe uit-gebreide winkel. Alleen voor de mensen die dat niet kunnen, die niet zo mobiel zijn, wordt er nog aan de deur gebracht. Anita lachend: “ De Ontbijtservice is eigenlijk een verlengstuk van mijn vak als diëtiste, het valt goed sa-men. Zo ken ik een bewoner die op haar ka-mer zat te ‘verpieteren’. Toen ze voor het

eerst kwam ontbijten, slobberde haar jurk om haar heen. Nu na een aantal maanden ziet ze er weer gezond uit. Het helpt daadwerkelijk om mensen uit een isolement te halen. Er ko-men nu tussen de 35 en 40 bewoners iedere morgen van 8.15- tot 10.00 uur. Het mag rustig een succes genoemd worden. We voor-zien duidelijk in een behoefte. Nu Huize Kohl-mann nog. Ook voor dit huis adviseer ik de bewoners als diëtiste.” Ik besluit dit interview met het voorstel om een paar foto’s te maken ivan Anita in Insula Dei. Een foto bij de Ontbijtservice en een bij mevrouw Van Elferen op haar kamer, in haar andere rol van diëtiste. Samen met Anita en Jan loop ik nog even om het huis en zie ik voor het eerst die blauwgrijze Duitse dame, genaamd Heidi. Henny de Mönnink

Contact met Anita Bosman, inlichtingen, vragen etc. via de recepties van

Insula Dei Huize Kohlmann of direct 06 40017231

Anita, haar man Jan en Heidi

Page 37: Carillon zomer 2012

36

Dagje uit van afdeling 4 Huize Kohlmann naar de dierentuin

We zijn op woensdag 27 juni naar Burgers Zoo geweest met zes bewoners en zes begeleiders. Om 9.45 vertrokken we per rolstoelbus. Bij de dierentuin aangekomen werden de be-woners in een rolstoel geholpen, jammer genoeg was het een beetje aan het regenen. Omdat het regende gingen we gelijk naar de ‘Bush’ (overdekt tropisch regenwoud) daar was het droog en lekker warm. Op weg naar de ‘Bush’ zagen we pinguïns,alle bewoners reageerden enthousiast: wat leuk deze dieren! Ook kwamen we langs otters maar die waren verstoppertje aan het spelen, we zagen ze niet, wel zagen we mooie gekleurde vogels. We liepen door naar de ‘Ocean’ (naar de vis-sen) dit was zo mooi om te zien dat de bewo-ners er stil van waren ” hoe krijgen ze dit toch voor elkaar.” Vooral bij de grote ruimte waar de haaien zwommen, het was zo mooi !! De haaien kwamen een voor een showen voor het raam zodat we ze goed konden bekijken. Na de ‘Ocean’ gingen we naar de ‘Safari’. We kwamen eerst bij de jachtluipaarden maar die lagen helemaal achter tussen het hoge gras, af en toe zagen we hun kop er bovenuit ko-men. Verderop kwamen we bij de leeuwen, nou die waren ook lui, ze lagen ook te ver weg om ze goed te kunnen zien. Na een helling (echt rolstoelvriendelijk is het niet) kwamen we aan bij het savannegebied, de neushoorns en de zebra s̀ zaten achter elkaar aan, een mooi gezicht. Iets verder op liepen giraffen en antilopen. Prachtig hoe de giraffe ging eten van het stro met die lange nek naar beneden.

Tegen half een kwamen we bij het Safari-restaurant aan voor de lunch. We hebben heerlijk zitten smullen van de meegebrachte belegde broodjes, want van al die dieren bekijken krijg je best wel trek. Na de lunch gingen we weer verder met onze trektocht door de dierentuin. Op naar de ‘Rimba’, een Maleis tropisch re-genwoud waar de slangen, apen, tijgers en beren leven. Och en dan heb je nog al die prachtige vo-gels! Om half drie op het terras van het Park-restaurant neergestreken voor een kop koffie en een appelpunt met slagroom, ieder-een zat er van te genieten. Even na drie uur de laatste ronde: ‘de Dessert’ die hadden we vergeten. Het begon weer een beetje te regenen dus we waren net op tijd weer binnen. De Dessert is namelijk een overdekte woestijn. We kwamen via een koude en donkere tunnel bij de nachtdieren, muizen, spinnen en ratel-slangen. Toen we uit de tunnel kwamen zagen we een woestijnlandschap: metershoge stenen, zand, droge rivierbeddin-gen en planten die weinig water nodig hebben zoals cactussen, agaves en yucca’s. Eenmaal weer buiten gekomen waren we al-len moe maar voldaan en bracht de rolstoelbus ons weer terug naar Huize Kohl-mann. HET WAS EEN PRACHTIGE DAG EN IEDEREEN HEEFT ONTZETTEND GENOTEN.

Page 38: Carillon zomer 2012

37

Landgoed Rennen Enk

Page 39: Carillon zomer 2012

38

Rennende Bomen Een interview met Katja Plevnik, medewerker restaurant ID

Begin januari en een dag voor haar verjaar-dag, kwam Katja Plevnik (1959, Djakovo)thuis, na haar avonddienst. Gewoontegetrouw grabbelde ze in haar tas, op zoek naar haar telefoon. Haastig zocht ze verder, keerde de inhoud op tafel om. Geen mobieltje. “Verdikkeme, waar ís die?! Ik móet ‘m hebben – morgen ben ik jarig.. Hij ligt vast nog op het werk !” Rond tien uur ’s avonds draaide ze haar au-tootje opnieuw het voorplein op. De nacht-dienst was al aanwezig. “ik ben mijn telefoon vergeten; misschien heb ik ‘m hier laten lig-gen - ik ga even kijken.” Overal gezocht, op de wonderlijkste plekken, maar geen telefoon. ‘Ik ga mezelf bellen,’ dacht ze en vroeg de nachtdienst mee te luisteren. Niks. Nog een keer bellen - weer niks. Misschien dat ie er-gens in de auto is gevallen. Terug naar de au-to; voorbank, achterbank, tussen stoel en portier – niks. “En wie staat er ineens naast me.. de kat.” Die ze al een week bij de ach-terkant van Insula Dei had zien rondscharre-len. “Hee, wat doe jij nu, hier aan de voor-kant,” sprak ze tot het dier, “altijd zie ik je aan de achterkant en nou toevallig aan de voorkant. Ach lieverd.. wat moet ik nou met jou?” Het was inmiddels elf uur en haar tele-foon was nog steeds zoek. Ze ging terug naar binnen en zei tegen de nachtdienst dat ze weer naar huis ging; er zat niets anders op.

Door de hoofdingang stapte ze naar buiten, in de koude avondlucht. De kat zat heel zielig op een van de twee houten bankjes bij de in-gang. “Nee, ik kán niet weggaan en die kat niet meenemen – dat kan niet! Maar hoe moet dat nou.. ik heb mijn hondje bij me! .. ach, wat kan het me ook schelen – ik dóe het gewoon.. dus ik nam die hond op schoot –– de kat in de kofferbak en rijden maar..”. Via die kofferbak kun je de auto in komen, door de hoedenplank op te wippen. Ineens ziet ze in haar achteruitkijkspiegel het koppie daarbovenuit komen.. “Ze ging op de hoeden-plank zitten; soms kwam ze even op de ach-terbank en klom weer terug naar boven. Twee straten voor mijn huis, was ze ineens voorin – ik had haar steeds proberen weg te houden, maar ik stuurde met één hand .. eigenlijk le-vensgevaarlijk, maar .. het was gelukkig rus-tig op de weg – ze dook, vlak voor mijn huis, onder m’n dashboard, bij mijn voeten .. ooh, wat was ik blij dat ik thuis was.” Eerst de hond naar binnen, toen de kat .. nou, die voelde zich meteen thuis .. wel veel blazen naar de hond. Die trekt er zich niks van aan; Lizzy is katten gewend en er dol op. Na twee dagen experimenteren, naar boven rennen, en dan, na een tijdje weer naar beneden – en hup, weer naar boven, naar beneden.. werd het steeds interessanter..

Page 40: Carillon zomer 2012

39

Een maand heeft Katja haar binnengehouden. En is er mee naar de dierenarts gegaan, chip gegevens gekregen. Die leidden naar een man met een telefoonnummer – de eigenaar van de kat. Haar zoon, Quincy, belde hem op. De man reageerde lauw op de mededeling dat de kat terecht was. “Ja?’ klonk ’t lomp, “moet ik die kat nou komen halen?” Zijn zoon wilde twee katten hebben maar hij verschoonde de kattenbak niet. Ze werden vaker en langer naar buiten gezet. De buren gingen klagen dat de katten steeds meer bij hen in de tuin zaten. Een was er al eerder weggelopen en nu nummer 2., op zoek naar een beter bestaan. Het moest zo zijn. Dat die kat op Katja’s weg kwam. De eigenaar kwam op een zaterdag de papieren van de kat brengen. “En toen ie dus binnenkwam, hij zag die kat.. hij taalde niet naar die kat – loopt zo het beest regelrecht voorbij.. En die kat rende naar boven, en keek vanaf de trap naar die man met zoiets van ‘pfuh, wat moe jij hier’ en ik dacht: dat beestje moet ‘m niet.. Die man was ..eh.. vreemd; een horkerig type.” Een onvriendelij-ke man die allang blij was dat hij van ’t beest af was. En een zielsgelukkige Katja. Die de kat voelt als een bijzonder verjaardagsge-schenk. “Die was voor mij bestemd. Dat voel-de ik al de eerste keer dat ik haar zag.. een zwervertje.. en de mensen die haar zagen, zeiden: ’`Nee, dat is geen zwerver, ze ziet er veel te goed uit. Maar ík zei: dat kan wel zo zijn maar ik vóel dat het een zwervertje is .. dat voel ik.” Ze heeft het goed gevoeld – ze is een honden- en kattenfluisteraar. De hond en de kat zijn al snel dol op elkaar geworden, liggen samen in de mand, slapen bij haar op bed, ruiken aan elkaars neus om die vervol-gens te wassen, wat de ander met groot ge-noegen ondergaat. Katja, geboren en opgegroeid in het binnen-land van voormalig Joegoslavië, met kippen, koeien, varkens, van alles een beetje, en .. heel veel katten. Haar moeder weet nog dat wanneer de katten haar in het oog kregen, ze naar alle kanten weg stoven. Beducht als ze waren voor de sterke armpjes van dappere Katja, die ze half fijn drukte, wanneer ze er een vast had. Gewend aan buiten te leven, kwamen de kat-ten nooit in huis. Dat was ook niet de ge-woonte. Ze werden door de familie op het erf gevoed en kregen liefdevolle verzorging. Ter wereld gekomen in het ziekenhuis van Djakovo, groeide Katja tot haar zesde op in het dorp Piskorevci (in Kroatië). Met een su-permarkt (waar de bakker bij in zat), een

kerk, een school.. In haar kinderogen was het een gróót dorp, terwijl het in werkelijkheid niet veel voorstelt – ze is er terug geweest, evenals naar het weer iets grotere dorp waar ze haar pre-tienerjaren doormaakte. De be-huizing in haar eerste dorp betrof een grote kamer, ook hoog, waar alles in gebeurde: ko-ken, eten, slapen, spelen .. ruziën.. Tussen Katja en haar zusje boven haar, heeft nog een kind geleefd, een jongetje dat slechts vijf maanden oud werd. Het kind begon schuim af te scheiden uit ’t mondje – haar moeder in paniek naar de dokter in het dorp. De dokter had geen tijd voor haar moeder. Hij was bezig varkens te slachten; hij wilde dit afmaken.. Het jongetje is in de armen van moeder ge-storven, voor de deur van de dokter, vermoe-delijk aan een kinderziekte. Haar ouders werkten hard; in een collectief dat in dienst was van de landbouwfabriek. Va-der als lasser voor de werktuigen, de machi-nes en daarnaast op het land. Moeder werkte hele dagen op het land, sjouwde geregeld zakken van 25 kilo op haar rug, om in de laadbak van een truck te gooien. Of hooien en maïs afhalen.. Vanaf haar zesde verbeterde de woonsituatie: het gezin: vader, moeder en twee oudere zus-ters, verhuisde naar Pozarevac (in Servië). Het leven in het dorp was te zwaar geworden; het gezin was erg arm. Naar de bruiloft van haar oudste zuster, die trouwen moest omdat ze zwanger raakte – in die tijd daar een schande, een hele toestand.. kon Katja als kind niet gaan: er waren geen schoenen voor haar, noch kon moeder ze van iemand uit de buurt lenen. Voor Louisa hadden ze bij de bu-ren wel schoenen, en ook kleren kunnen le-nen; zij kon mee. Het was normaal veel op blote voeten te lopen, en op rubber laarzen. Soms hadden ze geluk, en kregen ze schoe-nen van een nichtje; van de rijke tak uit de stad. In het grotere Servische dorp betrokken ze twee kamers; in de ene werd gekookt, gege-ten en daar sliepen haar ouders; de andere was voor de drie zussen. De enige warmte-bron was een houtkachel waar op zaterdags ook de grote vierkante zinken teil stond om het badwater te warmen. Katja zat vaak op een heel klein krukje. Van daaruit keek ze omhoog naar de hoge kast. Op die kast stond een radiootje. Haar moeder zei wel eens te-gen haar: “Kom kind, waarom kijk je altijd naar die radio?” “Ja, mama, kijken wanneer die mensen eruit komen.” In het eerste, Kroatische dorp woonde ook

Page 41: Carillon zomer 2012

40

Katja’s oma (van vaders kant) – ze was daar eigenlijk altijd. Oma van moeders kant heeft ze niet gekend. Katja sliep heel veel bij oma. In een groot, hoog bed; een matras van stro, het dekbed gevuld met veren en dons van geplukte kippen. Het eenvoudige onder-komen werd ’s avonds verlicht door petrole-umlampjes en verwarmd door een houtka-chel. Ze kan zich nog altijd de geur herinne-ren die bij haar oma in het huisje hing. Van-uit de donkere veiligheid van het bed, keek ze naar de bewegingen van haar oma, die wel tien zwachtels van haar benen haalde, voordat ze zelf in bed stapte. Haar oma kon haar de geborgenheid geven die ze thuis niet kon krijgen – haar ouders hadden geen tijd om aandacht te geven. Zoals het bij oma’s gebruikelijk is, vertelde ook zij veel verhalen, ook enge ver-halen, die als nachtmer-ries in het dromende hoofd van Katja opkwa-men. Vakantie was er niet bij. Wel mocht Katja een keer met haar moeder mee naar de stad, Du-brovnik, om eieren te verkopen op de markt. Ze gingen met de trein en een tante ging mee. Katja keek door ’t raam-pje naar buiten. “Kijk, mama, kijk hoe die bo-men achter ons aanren-nen.” Na de markt bezochten ze de zuster van Katja’s vader die een geleerd iemand was en arts van beroep. Ze leefde ‘op stand’. Tijdens dat bezoek waren er ook twee achternichtjes aanwezig die de lieveling waren van de dok-ter-tante. Men kreeg chocolade uitgedeeld en het gezelschapje van Katja kreeg 1 grote plak, voor drie personen om te delen. De lie-velingetjes samen een grote plak. Moeder voelde zich al beledigd: dokter-tante had meteen al duidelijk laten merken dat ze ge-leerd had – ze keek op Katja’s clubje neer – alsof zij minder waren.. Moeder griste het stuk chocolade uit de kinderhand en wierp de plak met een ferme zwaai over het dak van het huis. Weg. Toen Katja de chocola over het dak heen zag vliegen, was dat een ramp – ze kreeg hoogstens op een verjaar-

dag twee of drie kleine stukjes. Toen kon ze nog niet begrijpen waarom mama dat ge-daan had. Van alles werd er gedaan om bij te verdie-nen. Zo hield moeder een paar varkens, mestte ze vet, liet ze slachten om er worsten van te maken en weer andere delen te dro-gen, in te maken met zout, als voorraad voor de winters. Niet voor de verkoop, dat kon ze zich niet veroorloven. Groente maakte ze in, van fruit maakte ze jam – dat ging allemaal naast de werktijd in de fabriek. Het was daar in Pozarevac dat Katja voor ’t eerst naar school ging. Een ramp, ze bleek zwaar dys-

lectisch te zijn - alleen kende niemand dat in die tijd. Ze werd voor dom en lui versleten, niet alleen door de juf-frouw. Een heel bang kind, ook heel bang op school.. Veel steun had ze aan Louisa, haar ou-dere zusje die het te-genovergestelde is. Die kwam voor Katja op die veel gepest en geslagen werd. Als haar zusters naar school waren en zij (nog) niet, durfde Katja niet alleen in huis te zijn.. in huis was eng. Gevoelig voor sferen, voor dode mensen die weer opstonden, uit alle verhalen die ze vroeger hoorde. Daar in het dorp, waar de mensen ‘s avonds bij elkaar op de bankjes gingen zitten,

werden die verhalen verteld. Dat je bijvoor-beeld ’s avonds een glas rode wijn op tafel moet zetten, en als dan de volgende dag het glas leeg is, weet je dat de geest van die-en-die geweest is.. Ook diende je zout te strooi-en in een huis waarin iemand was doodge-maakt.. Ze bleef de hele dag buiten, uitkij-kend naar haar zusters van wie de oudste, Maritsa, haar lievelingszuster was en Louisa haar beschermster, voor geen duivel bang, net een jongen. “Die ging erop af en sloeg de jongen die mij had geslagen, kort en klein. Zelfs de leraar heeft ze een keer aan-gevallen..” Maritsa, een net en fatsoenlijk meisje en Louisa, meer een haaiebaai – met die twee boven zich, groeide Katja verder op.

Page 42: Carillon zomer 2012

41

Wegens de op handen zijnde sluiting van de fabriek waardoor vader zowel als moeder hun werk kwijt zouden raken, ging vader kijken naar advertenties voor werk in het buitenland. Duitsland vond hij niks; plotseling viel zijn oog op een advertentie in Nederland. Als las-ser. Haar vader was briljant te noemen in zijn vak – wat hij zag, kon hij maken. Hij werd aangenomen en ging een jaar in Nederland werken. Hij kwam weer thuis en vond Neder-land een geschikt land om z’n gezin naar toe te halen. Moeder besloot om eerst een jaar in Nederland te verblijven, om te kijken hoe het leven daar was. Dat jaar bleven de drie zus-ters een jaar samen, in het ouderlijk huis waar Maritsa nu met haar man woonde. Na een jaar, in de vakantieperiode kwam moeder terug om de 2 jongsten op te halen. De ver-huizing naar Nederland was op haar twaalfde een feit. Maritsa ging wonen in de buurt van haar schoonouders. En woont daar nog altiid. Katja voelde zich meteen helemaal thuis in Nederland. Ze miste Joegoslavië geen mo-ment. Nederland was in haar ogen een soort paradijs. Hier durfde ze in huis te zijn, ze voelde zich eindelijk veilig. Haar ouders be-trokken twee verdiepingen aan de Gravestraat 38 in Arnhem. “Nou – kun je je voorstellen.. twee verdiepingen! Een paleis..” Ze huurden dit paleis van een Russische vrouw, van wie ze het huis later hebben gekocht, voor heel weinig geld: 25.000 gulden. Haar moeder kwam te werken in een wasse-rettefabriek, haar vader werkte verder als las-

ser. Vanuit onze (Nederlandse) ogen gezien was vader gastarbeider. Acht maanden ging Katja niet naar school. Ze was net dertien en haar vader vond dat ze maar moest gaan werken – ze was toch te dom voor school. Louisa werkte al, in dezelfde wasserij als haar moeder. Katja vond werk bij de eigenaars van een restaurant in huis, voor de kinderen en het poetswerk. Ze kende nauwelijks een woord Nederlands. Haar werkgeefster pakte haar onder de arm en zei: “Kom – we gaan ramen zemen. Dit is ‘emmer’, dit is ‘sop’, dit is ‘kraan’.. die draai ik nu uit..” En zo leerde Katja Nederlands; bij ’t koffiedrinken: “Dit is ‘kopje’, ‘schoteltje’, ‘lepeltje’, ‘suikerpot’.. En bracht hun jongste dochtertje naar school, liet de hond uit, en poetste veel. Haar vader vond dat ze zich wat meer moest ontwikkelen en Katja kwam te werken in de kapsalon, vlak tegen over haar huis. “Op zaterdagen stond mijn moeder vanaf ons huis, mij altijd te gebaren, van ‘schiet je op!’.. dan ging ze altijd m’n haren netjes maken, want ik ging uit – op de Korenmarkt. Ik wist precies hoe ik mijn vader kon paaien.. als ik het vroeg kreeg ik het altijd voor elkaar om uit te mogen. Als Louisa ’t vroeg, ging het niet door. Ik was nog wel jong (15), maar het ging zo.. voor mijn leeftijd was ik al heel volwas-sen, als kind moest je altijd alles zelf doen..“ Ze vond werk bij De Martinushof, een ver-pleeg- en verzorgingshuis, waar ook haar moeder en haar zus werk hadden gevonden. Tegenover Kronenburg dat toen nog niet be-stond. Bijna negen jaar heeft ze als voedings-

Page 43: Carillon zomer 2012

42

assistente daar ge-werkt. Louisa trok verder, kwam in Zwolle terecht en la-ter, als kokkin, bij Dubrovnik in Arnhem; in die tijd een begrip. Nadat Katja haar dienst bij De Marti-nushof had gedraaid, ging ze bij haar zuster ‘s avonds daar in de afwas werken, bij Du-brovnik Het was klein en altijd stampend vol. Je moest reserveren, en dan nog.. De Joego-slavische smaken pasten in die tijd ver-rassend goed bij Ne-derlanders. (In die tijd kwam ik daar zo geregeld, dat de baas ons kende en ons even de hand kwam schudden. Een sterk borreltje bij de koffie, altijd ‘van het huis’.) Intussen had Louisa haar ouders zo gek ge-kregen een Joegoslavisch restaurant te gaan openen in Eindhoven. Als onderpand diende het huis in Arnhem. Het gezin verhuisde naar Eindhoven. Katja bleef De Martinushof trouw en ging op kamers wonen. Het restaurant flopte. Katja liet zich door Louisa overhalen om naar Leeuwarden te komen, waar zij een restau-rant gingen overnemen. Het droeg de naam “Montenegro” maar bijna alle gasten van het 120 zitplaatsen tellende restaurant, zeiden altijd: “We gaan naar Katja.” Zo goed paste ze in het horeca-leven, dat haar aanwezigheid het gezicht bepaalde. “Ze was goed en werkte hard. Geen verschil met het werk bij Insula Dei in het restaurant.“, lacht Katja. De verhouding tussen haar zuster en haar man werd moeizaam. “Eigenlijk net als vroe-ger thuis,niet aangenaam..” Op een ochtend besloot ze ontslag te nemen. Zonder dat ze iets anders had. Terug naar Arnhem, naar haar moeder en een goede vriendin. Met wie ze twee maanden in Zwitserland ging werken. Weer in Nederland, vroeg Louisa (inmiddels gescheiden) haar opnieuw in Leeuwarden te komen, waar zij het restaurant had overgeno-men. De goede sfeer was terug. De gasten waren blij, net als Katja. Met haar vriendin

Bea ging ze na ’t werk een keer uit, in een discotheek. Daar ont-moette ze hem voor ’t eerst; een blonde jon-gen met een ‘zwaai-lok’. Later aten ze er-gens een broodje en kwam ze die Hein op-nieuw tegen. Het werd haar liefde met wie ze later een zoon kreeg. Arnhem bleef in haar hoofd. Met Hein verhuisde ze weer en openden een eethuisje op de Johan de Wittlaan. Daarbo-ven woonden ze. Het liep daar als een trein en zondags was het buffelen; men stond op de stoep te wach-ten om een bestelling te doen, om mee te nemen. Haar man wil-de graag kinderen, zij ook. Maar ze zag het niet zitten om met

zo’n drukke baan van ongeveer 80 uur per week kinderen groot te brengen. Na vier jaar verkochten ze de zaak, maar dus ook het woonhuis. Haar vriendin bood uitkomst. Ze kochten haar stacaravan in de Betuwe waar ze een jaar hebben gewoond. Ze vonden een flatje, hielden de caravan aan, speciaal voor Katja die zo graag de grond onder haar voe-ten voelt en met haar handen in de aarde wil zitten. Hun zoon Quincy werd er geboren. Er kwam een moment dat hun huwelijk ophield te bestaan. Katja vond het werk waar ze nu nog steeds is, bij Insula Dei, op dat moment in de tijdelijke behuizing ‘Casa Intermezzo’. Bogend op haar ruime ervaring bij De Marti-nushof werd ze aangenomen. Ze heeft veel tragische gebeurtenissen in haar leven meegemaakt. Haar levensinstelling die je niet uit boeken haalt maar uit leven, is on-veranderd. Haar levenskracht is niet geknakt. Met haar in gesprek te zijn, was voor mij een bijzondere ervaring. Catharina van Ommen

Page 44: Carillon zomer 2012

43

‘De Gekste dag’ gevierd op 30 mei op Huize Kohlmann

Op 30 mei heeft de vrijwilligersorganisatie Arnhem Cares de bewoners van Huize Kohl-mann getrakteerd op een geweldige avond. Omdat zij op deze dag de ouderen in de bin-nenstad in het zonnetje wilden zetten, hadden zij bedacht om een stadswandeling te organi-seren voor de bewoners van Huize Kohlmann met aansluitend een concert in de Walburgis-kerk. Om zes uur kwam er een veertigtal met na-me, jonge vrijwilligers, vanuit verschillende bedrijven en sportverenigingen, Huize Kohl-mann binnen. Na wat uitleg en een cursus rol-stoel rijden van Monica en Marga, ging men met z’n allen de afdelingen op om de bewo-ners op te halen. Het was een hele organisatie om met twee kleine liften 40 bewoners met begeleiders beneden te krijgen maar om ze-ven uur kon de stoet toch vertrekken. De heer van Leeuwen werd gevraagd om door het lint te rijden, waarna we de wandeling konden starten. Een prachtig gezicht, een lange slinger van mensen door de binnenstad van Arnhem, langs bekende kroegjes en pleintjes, via de

Rijnkade weer terug. Op de Rijnkade liep ik naast een bewoner van afdeling 4 die mij vroeg of hetgeen zij meemaakte ‘echt’ was? Op mijn vraag wat zij hiermee bedoelde, ant-woordde zij: Het is zo mooi dat ik denk dat ik droom en zo weer wakker word. Na deze zin was de vraag of de bewoners van deze wan-deling genoten volledig overbodig. Terug aan-gekomen bij Huize Kohlmann werden wij op-gewacht in de Walburgiskerk, waar wij behal-ve op een hapje, gemaakt van insecten, en een drankje werden getrakteerd op een optre-den van een heus Smartlappenkoor. Al met al een fantastische avond, niet alleen voor de bewoners, maar zo hoorden wij bij het afscheid nemen, ook voor de vrijwilligers. Het heeft mij bijzonder geraakt om te zien dat er zulke mooie ontmoetingen mogelijk zijn tussen ‘oud en jong’. Een dankwoord aan Arnhem Cares is dan ook zeker op zijn plaats en voor de toekomst houden wij ons zeker aanbevolen voor dit soort cadeautjes! Neeske Teunissen.

Page 45: Carillon zomer 2012

44

Kloosterfeesten 2012

Foto’s Gerrie van Hoven

Page 46: Carillon zomer 2012

45

Het is een mooie gewoonte om een keer per jaar extra aandacht te geven aan de kloosterlingen van Insula Dei. Allen die dan een jubileumjaar hebben, worden uitgeno-digd om die dag in het licht van de schijnwerpers te lo-pen, zitten of staan en daar is geen ontkomen aan. Deze keer waren het vier zusters van de Missie- en Aan-biddingszusters van de Heilige Familie. Samen zijn wij: 1x 50 en 3x 60 jaar geleden door onze Professie lid ge-worden van onze kloostergemeenschap. Na heel veel om-zwervingen zijn wij hier in Insula Dei terecht gekomen. En nu vierden we hier ons feest! We begonnen op 2 mei met de vespers in de kapel: Samen gekomen om te gaan vieren. Uur van Gemeenschap, van Woord en van Geest, Dat warm en met liefde en licht is doorweven, Ons helpt om ons leven gestalte te geven. Verwachtingsvol zijn wij gereed voor dit feest. De Eucharistieviering op 3 mei was om 11.00 uur. Onze Pastores Harry Smithuis en Moniek Siermann gin-gen daarin voor. Wij hebben onder andere gebeden: Gij, die alle tijden door, Uw stem aan ons doet horen. Die zegt hoe mensen kunnen zijn, Uw beeld en Uw gelijkenis, Door voor elkaar zó goed te zijn, Als Gij zijt voor ons, elke dag; Wij zegenen Uw Naam! Het feest buiten de kapel speelde zich af in ons mooie en voor die dag nog mooier gemaakte restaurant. Hoe te beginnen met te danken? Het zijn heel mooie feestdagen geweest! De aandacht en zorg was zichtbaar en voelbaar! Hartelijk dank aan allen, die onze feestdag tot een dag van grote betekenis hebben gemaakt. Dat er nog heel veel feesten hier in Insula Dei mogen vol-gen. Mede namens de feestelingen, Zuster Hilaria, zuster Lydia, zuster Renate en zuster Rian.

Page 47: Carillon zomer 2012

46

Van l. naar r.: zr. Lydia, zr. Rian, zr. Hilaria en zr. Renate

Page 48: Carillon zomer 2012

47

Page 49: Carillon zomer 2012

48

Frans van Haren

Page 50: Carillon zomer 2012

49

‘Ga samen in een bootje: het gesprek komt dan vanzelf !’

Een interview met Frans G.H.C. van Haren, Manager Zorg IDHK

Een gesprek met Frans Gerardus Hendrikus Catharina van Haren (Helmond, 1954), de nieuwe Manager Zorg van Insula Dei Huize Kohlmann verloopt niet langs platgetreden paden, integendeel; behalve dat hij een be-vlogen mens is, is Frans iemand van grote passies: zijn werk, zijn gezin, zijn spiritualiteit en nog veel meer. Het gesprek met hem valt niet gauw stil, het gaat al snel over zijn wijze van vragen stellen. Daarover straks meer. Ik zit op het kantoor van Frans van Haren op de eerste verdieping Noord. Hij haalt koffie voor me. Eenmaal weer aangekomen vraag eerst maar eens naar zijn personalia. Goed, dat begon ( de victorie…) dus in 1954 in Hel-mond, een niet al te mooie plaats in Brabant. Lang is hij daar niet gebleven. Het gezin, zijn ouders, zijn drie broers Marcel, Alexander, Paul en zijn zus Bertie verhuisden later naar Tilburg. Een goedlachse Frans: “Het leuke is dat ik hier de zusters van Liefde tref die in onder andere Goirle geschiedenis hebben ge-schreven. Daar kan ik met hen over praten.” Tot zijn achttiende jaar woonde Frans in Til-burg, daar heeft hij zijn middelbare school, de MULO gedaan bij de fraters. Ofschoon hij zich niet de naam van de congregatie kan herinne-ren, weet hij nog feilloos de namen van enke-le fraters te noemen, zoals frater Reforcatus, de rector, frater Stephanus gaf er Franse les en de frater die Engels gaf heette Annastaas. Grappig, hij zal die namen dan ook nooit meer vergeten. Na de MULO in Tilburg onderging Frans een beroepskeuze test. Daaruit kwamen twee pieken tevoorschijn waarin hij uitblonk. Dat waren techniek en zijn sociale kant. Door een artikel in de Panorama, dat zijn moeder hem liet lezen, dat ging over de rol van man-nen in de verpleging, werd zijn interesse ge-wekt. In Den Bosch is hij in de verpleging ge-gaan. Tussendoor vervulde hij zijn militaire dienst bij de geneeskundige troepen. Frans: “Ik wist toen heel zeker dat ik verder wilde in de verpleging.” Na de dienst haalde hij zijn A-diploma verple-ging in Tilburg. Dit kon door een zogenaamde inservice opleiding van het Maria ziekenhuis daar. Daarvoor had ik gewerkt bij het Caro-lusziekenhuis in Den Bosch, vlakbij de Dieze, een deels boven- en deels ondergronds rivier-

tje. Frans: “Ik ontdekte dat de mens niet al-leen uit botten, pezen en spieren bestaat, maar dat ook de geest een rol speelt en het lichaam inspireert. Daarop ben ik naar Deven-ter gegaan om daar te gaan werken in de Psychiatrische Kliniek Brinkgreve en mijn B-diploma, psychiatrische verpleging te halen. Al snel daarna kreeg ik mijn eerste leidingge-vende functie in het Joachim en Anna Ver-pleeghuis in Nijmegen, een zogenaamd cate-goraal huis voor alle mensen die leden aan dementie. Er waren daar zo’n 250 plaatsen. Ik werd daar teamleider van de opname afde-ling. Door onderzoek en observaties moesten wij erachter komen in welke plek van het huis de mensen het best geplaatst konden worden. Waar ze het beste konden wonen en de beste begeleiding kregen. We werkten nauw samen met de toenmalige RIAGG. Als zij niet wisten wat ze met bepaalde mensen moesten, dan konden wij dit gaan uitzoeken. Al met al was dit een interessante periode. Ik heb er niet voor niets zo’n 18 jaar gewerkt. Maar ik wilde verder kijken dan alleen deze kant van het verhaal. Ik ben gaan solliciteren in de Zorg en ben in Rheden terecht gekomen. Ik werd loca-tiemanager van Rhederhof, nu onderdeel van Attent. Dit was op 1 januari 2000. Tot februari van dit jaar heb ik voor Attent gewerkt. Als vanzelf kwam er de vraag vanuit de leiding of ik ook iets kon doen voor het Sint Elizabeth in Doesburg en later voor Ijsselzicht. Ik werd er regiodirecteur en afgelopen februari heb ik afscheid genomen en ben hier gaan werken als Manager Zorg. Hier heb ik het naar mijn zin, deze organisatie past bij mij en bij waarin ik geloof. Het mooiste wat mensen kunnen doen in hun werk is als ze er passie bij voelen. Die passie heb ik en wil ik ook overbrengen op mijn me-dewerkers. Het juiste gevoel is hier. Ik hoef alleen al maar te wijzen op de zes Kernwaar-den. Die passen bij bewust leven, daar waar ik persoonlijk ook naar streef. In mijn privéle-ven houd ik mij regelmatig bezig met spiritua-liteit.” Frans haalt een zogenaamd wallpaper van de wand en laat mij de spreuk lezen: ‘Success is not the key to happiness: happi-ness is the key to success!’

Page 51: Carillon zomer 2012

50

“We kunnen het niet omdraaien. Als je geluk-kig bent met dat wat je doet dan heb je ook succes, het kan haast niet anders. Als mijn medewerkers die passie voelen, dan zijn ze gelukkig in hun werk en dit straalt dan als vanzelf weer naar onze bewoners toe. Het is belangrijk dat medewerkers, die deze passie niet zo voelen, dat ze een leidinggevende hebben die hen daarop attent maakt en met hen werkt aan verbetering. Natuurlijk is niet iedereen zo gepassioneerd, dat komt in alle zorginstellingen voor, maar we moeten er wel aan werken. Het is zo belangrijk voor de me-dewerkers en ook voor onze bewoners. We willen kwalitatief op een goed niveau staan, dat zijn we aan ons zelf en aan de bewoners verplicht.” Frans vertelt dat rond de tijd van het Europe-

se Kampioenschap voetballen er een grote oranje vlag hing op de afdeling. ”Natuurlijk had je overal in de steden en op het platte-land straten waar het oranje totaal overheers-te in die tijd. Maar er zijn ook plaatsen waar je dat niet ziet. De mensen moeten zich er wel van bewust zijn dat niet iedereen hier in huis, of in Arnhem of waar dan ook, hier van gecharmeerd is. Ik wil de mensen daar wel bewust van maken, dat ze in ieder geval het besef hebben dat er zulke mensen zijn. Ik stel dan vragen als: ken je ook straten waar het niet oranje gekleurd is? Zo ja, logisch toch dat wij ook bewoners hebben die hier niet van houden, probeer daar dan rekening mee te houden In ons huis kunnen de mensen het niet ontwijken, dus ga met dit soort uitingen spaarzaam om, dat wil ik er mee zeggen. Iets anders is dat als de mensen in de gezamenlij-

Page 52: Carillon zomer 2012

51

ke ruimte, het restaurant bijvoorbeeld, waar ze samen de wedstrijden gaan volgen, dat daar dan wel de oranje vlaggetjes etc. han-gen. Dat verhoogt de sfeer, net als het biertje er bij en de hapjes,logisch toch. Daar ga je dan ook naar toe als je van oranje en van voetbal houdt. Maar als de wedstrijd is afgelo-pen, dan kunnen de oranje spullen ook wel weer weg.” Frans lacht: “We spreken elkaar nu begin juli en het probleem heeft zich van-zelf opgelost door de vroegtijdige uitschake-ling van het Nederlands elftal, hoe zeer ik dit ook betreur.” Over zijn gezin vertelt Frans: “Allereerst ben ik een toegewijd vader. Ik heb twee dochters Anne en Fleur. Anne is nu 21 jaar en studeert sociaal maatschappelijk werk in Zwolle. Zij was als kind al begaan met de problemen van anderen om haar heen. Fleur studeert vol-gend jaar af van het gymnasium en wil daar-na verder in landschapsarchitectuur. Zij heeft een passie met het milieu, natuur en met die-ren en gaat naar de universiteit van Wagenin-gen. Ik heb een hele lieve vrouw, Karin. We zijn beiden hele goede sparringpartners. Zij heeft een praktijk in natuurgeneeskunde. Zij is psychodynamisch therapeut. Haar praktijk heet Manasha ( dat betekent: Zij die arri-veert). Manasha is ook haar esoterische naam, het betekent: Zij die arriveert. Zij geeft tevens lessen in de oosterse bewegings-leer Tai Chi. We wonen heel mooi in Zelhem. Terug komende op wat ik al eerder zei: ik vind dat deze taak als vader van mijn kinde-ren en man van mijn vrouw heel dicht staat bij het leiderschap. Als vader en als leider moet ik consequent zijn in alles. De dingen die ik verkondig moet ik zelf ook naleven. Je moet duidelijk zijn in wat je wilt, waarheen je wilt. Ben je dat niet dan kunnen je medewer-kers of bijvoorbeeld je kinderen, het niet meer volgen. Je aan afspraken houden is heel

belangrijk, zowel thuis al hier op IDHK. Er zijn wel eens belangrijke zaken te bepra-ten, ook in mijn gezin. Laatst huurde ik sa-men met mijn jongste dochter een kano. We gaan daarvoor naar Zutphen en varen dan de IJssel op. Geloof me, als je samen in zo’n bootje zit, dan komen de gesprekken vanzelf. Er is geen betere methode dan samen iets te ondernemen, juist dan kom je makkelijk in gesprek.” Frans lachend: “Je kunt natuurlijk niet met iedere medewerker in een bootje gaan zitten, maar het gaat om de essentie.” Al eerder in dit gesprek vertelde Frans dat techniek een van zijn talenten is. Zo heeft hij bijvoorbeeld geheel eigenhandig de zelfont-worpen praktijkruimte van zijn vrouw ge-bouwd. Ik heb dit gezien en inderdaad het is mooi gedaan. Ook de tuinaanleg eromheen ziet er piekfijn uit, met een vijver en, hoe kan het anders, ook Boeddha is hier nadrukkelijk aanwezig. Het lezen van spirituele boeken geeft Frans van Haren ook veel inzicht in het leven. “Er is meer tussen hemel en aarde dan we zouden denken, daar ben ik van over-tuigd.” We spreken over deze moderne tijd en heb-ben beiden onze gedachten over waar het naar toe zal gaan. We verwonderen ons over het tempo van de technische ontwikkelingen van de laatste pakweg 100 jaar en zien dat de ontwikkelingen razendsnel gaan. De ene vin-ding wordt al snel weer ingehaald door de vol-gende. Het is een interessante tijd. Frans van Haren heeft in Insula Dei een nieu-we passie gevonden. Insula Dei Huize Kohl-mann past bij deze bevlogen man. Henny de Mönnink

Page 53: Carillon zomer 2012

52

MOND GEZOND

Tandarts Casper Veenemans en Renée van der Dungen-Clashen

Page 54: Carillon zomer 2012

53

Mond Zorg Project Henny de Mönnink vroeg mij om een stukje over mijn werk als mondzorgcoördinator te schrijven, hier geef ik met plezier gehoor aan. Ik zal mij eerst voorstellen: Mijn naam is Renée van den Dungen-Clahsen, ik ben op 20 april 1952 geboren in Enschede. Als jongste telg van een gezin met 6 kinderen groeide ik op in een warm nest. Mijn vader had een zeepfabriek waar een half-fabrikaat voor bv. Biotex werd gemaakt Het liefst speelde ik met kinderen uit de buurt buiten: schaatsen, rolschaatsen, touwtje springen, knikkeren en in bomen klimmen. Als het slecht weer was (eigenlijk was het al-tijd goed weer in mijn herinnering) werd er binnen met Mecano en Dinky-toys gespeeld en natuurlijk spelletjes gedaan. Spelen met poppen was niet aan mij be-steed,dat liet ik aan mijn zusjes over. Na de MULO was mijn wens om als verpleeg-ster naar de tropen (Venezuela) te gaan en begon aan de opleiding tot A-verpleegkundige in Zevenaar. In deze periode leerde ik mijn man kennen die fysiotherapeut was in hetzelfde zieken-huis, Je moet keuzes maken in het leven: we trouwden en Venezuela ging dus niet door. We hebben twee kinderen en drie kleinkinde-ren, het vierde kleinkind wordt volgende maand geboren! Na verschillende omzwervingen koos ik in 2003 bewust voor de ouderenzorg, zelf een dagje ouder wordend dacht ik hierin mijn ‘ding’ te vinden en dat klopte! In 2009 kwam ik op Insula Dei, afdeling zuid 4 werken. Een jaar geleden stapte ik over naar Huize Kohlmann waar ik als EVV-er werkzaam ben. Naast mijn EVV-erschap ben ik wondverpleeg-kundige, trainer skillslab, ergocoach en mondzorgcoördinator. Het logo bovenaan heeft betrekking op het mondzorgproject waar ik in 2010 mee startte. In die tijd werd mij duidelijk dat in de Neder-landse verpleeg- en verzorgingstehuizen de mondzorg/mondverzorging ondermaats was. Doel van mijn project is de mondzorg/mondverzorging op Insula Dei/Huize Kohl-mann te verbeteren . In 2010 kreeg ik van de toenmalige zorgma-nager (Marij Lamberts) toestemming de

opleiding mondzorgcoördinator te volgen. Na deze opleiding startte ik een ‘pilot’ op In-sula Dei, afdeling zuid 4, in oktober 2011 ge-volgd door het opzetten van het project op de 4e etage van Huize Kohlmann. Inmiddels is een begin gemaakt op afdeling 2 en 3 van Huize Kohlmann. Daarna hoop ik ieder kwartaal op de overige afdelingen van Insula Dei te beginnen met de mondzorg. Een gezonde mond is van levensbelang: -het kan ondervoeding voorkomen -het kan infecties voorkomen -het kan maag-en darmklachten voorkomen -een lachende, fris ruikende mond kan mee-werken aan de opbouw en het onderhouden van sociale contacten Mondzorg/mondverzorging is een multidisci-plinaire aangelegenheid, zoiets kun je niet alleen! In tandarts C. Veenemans heb ik een tandarts met een hart voor ouderen gevonden: empa-thie, rust en kwaliteit zijn woorden die op hem van toepassing zijn. Op de afdelingen waar een start is gemaakt heb ik zeer gemotiveerde collega’s gevonden die mondzorgcoach zijn geworden, Deze collega’s controleren, adviseren en hou-den de individuele mondzorgkaart in het zorg-dossier bij (deze coaches zijn mijn mondzorg-maatjes). Echter: zonder de inzet van onze collega’s op de werkvloer is dit project gedoemd te mis-lukken, dank zij hen kunnen we in de toe-komst rekenen op een goede mondgezond-heid van onze bewoners. Naast overleggen met de coaches heb ik ieder kwartaal overleg met onze zorgmanager, ook in teamvergaderingen en cliëntbesprekin-gen wordt de mondzorg ook een vast onder-deel zodat de mondzorg onder de aandacht blijft. Ik hoor dat veel bewoners en hun eerste con-tactpersonen blij zijn met deze vernieuwde mondzorg, duidelijk moge zijn dat deelname voor iedereen geheel vrijblijvend is! Laten we met z’n allen gáán voor een “gezonde mond”. Renée Van der Dungen-Clahsen

Page 55: Carillon zomer 2012

54

VRIJWILLIGERSWERK INSULA DEI HUIZE KOHLMANN:

MAAK WERK VAN JE TALENT!

Locatie Insula Dei Assistent activiteitenbegeleiding Wij zijn op zoek naar mensen die zelfstandig (gesteund door de activiteitenbegeleiding) een activiteit willen draaien. U heeft affiniteit met dementerende ouderen en houd u van muziek of bent u creatief, houd u van spelletjes of van koken, dan bent u degene die wij zoeken. Dagen en tijden in overleg. Begeleider soosmiddag Vrijwilliger die ondersteuning biedt bij de soosmiddag. Dinsdag van 10.00 tot 12.00 uur Begeleider koersbal Vrijwilliger die ondersteuning biedt bij koersbal. Vrijdag van 13.30 tot 16.00 uur. Medewerker winkel Dagen en tijden in overleg Bezoekvrijwilliger Een bewoner bezoeken, wandelen, winkelen etc. Tijden in overleg met de bewoner.

Interesse of wilt u meer weten? Heeft u interesse of wilt u nadere informatie, belt u dan tijdens kantooruren met Monica Frequin, coördinator vrijwilligerswerk via telefoonnummer 026 - 3697989

Page 56: Carillon zomer 2012

55

VRIJWILLIGERSWERK INSULA DEI HUIZE KOHLMANN:

MAAK WERK VAN JE TALENT!

Locatie Huize Kohlmann Medewerker huiskamer Ondersteuning bieden bij het ontbijt en het verzorgen van de koffie, een spelletje doen, wan-delen de krant voorlezen. Dagelijks vanaf 8.30 uur. Affiniteit met dementerenden, goed sociaal contact en zelfstandigheid zijn hierbij belangrijk. Dagen in overleg. Gastvrouw/heer Koffie serveren op de appartementen van de bewoners tevens aanspreekpunt zijn voor de bewoners die even behoefte hebben aan een luisterend oor. Dagelijks van 18.30 tot 20.30 uur. Dagen in overleg. Bezoekvrijwilliger Een bewoner bezoeken, wandelen, winkelen etc. Tijden in overleg met de bewoner. Helper restaurant middagmaaltijd

Samen met een medewerker tafels dekken en helpen met het uitserveren van de warme maaltijd Tijden van 11.30 tot 14.00 uur. Dagen in overleg.

Interesse of wilt u meer weten? Heeft u interesse of wilt u nadere informatie, belt u dan tijdens kantooruren met Monica Frequin, coördinator vrijwilligerswerk via telefoonnummer 026 - 3697989

Page 57: Carillon zomer 2012

56

Zomerpuzzel Horizontaal 1 zalfsoort, 6 romp van een beeld, 9 geschikt, 13 vreugdekreet, 15 muziek-soort, 17 loot, 19 schamele woning, 20 groef, 21 hondenras, 23 skelter, 25 pose, 27 grondsoort, 28 hoofdbestuurder van Venetië, 29 zintuig, 31 timmermansgereedschap, 34 Turkse rijst, 35 schilddrager, 37 zuinig, 38 middel tegen koorts, 39 zeer harde wind, 41 hulpsein, 42 zoetwatervis, 43 godsdienst, 45 optocht, 47 grondvlak, 48 symbool cerium, 49 gewicht, 51 gesloten auto, 53 onervaren, 54 hulde, 55 in de toekomst, 57 sinterklaass-noepgoed, 58 aansporing, 59 tekortkoming, 61 aan- en afvoertroepen, 62 familielid, 63 roestwerende verf, 64 Nederlandse norm, 66 hete damp, 68 dandy, 69 vorm van belasting, 71 gesel, 73 grotsalamander, 74 uitroep, 75 hartstochtelijk, 77 langwerpig rond, 78 berucht, 79 universal serial bus, 81 Ierse vrijheidsbeweging, 82 snavel, 84 viskaar, 85 Algemene Loterij Neder-land, 87 scherp voorwerp, 88 sinds, 90 deegwaar, 92 zwak, 94 terrein, 95 soort scan van hetmenselijk lichaam, 97 fiasco, 100 Engelse titel, 101 deel van een fiets, 103 Europese Voetbalbond, 104 deel van een voet, 105 bam-boebeer, 106 binnenste van een sigaar, 108 ontvangtoestel, 109 alle leefti-jden, 110 bewijs van eerbetoon, 112 piraat, 114 meer dan wenselijk is, 115 adieu, 116 paardenziekte, 118 pijlinstrument, 120 spitten, 122 overvloedig, 124 automerk, 126 inhoudsmaat, 127 gevolg, 129 stamsymbool, 130 pas-sie, 131 voetbalclub, 132 kledingstuk, 134 oplichtende ster, 135 voertuig, 136 legerkamp 137 vertering, 139 dierenverblijfplaats, 140 boze geest, 142 drank, 144 ronduit, 145 soort ondergoed, 146 bekommering. Verticaal 2 mindering, 3 shilling, 4 godin, 5 half, 6 vele in getal, 7 ambtshalve (Lat.), 8 boekformaat, 9 onaangenaam koud, 10 jongensnaam, 11 psalm, 12 leuze, 14 gesneden hengst, 16 niet gevuld, 17 likdoorn, 18 torenomgang, 21 soort raaigras, 22 pluimage, 24 soort spijker, 26 nadeel, 28 volledige, warme maaltijd, 30 slaghout, 32 niet lang geleden, 33 verhoogde toon, 34 bloem, 36 militaire eenheid, 38 haarknot, 40 mythologische tovenares, 42 traag, 44 kwast in hout, 46 Spaanse hapjes, 47 religieus, 48 kersrood, 50 visgerei, 52 bruto min tarra, 53 aardgeest, 54 energieleverancier, 56 soldeermetaal, 58 vruchtbaar, 60 Iuxeaardewerk, 63 houtsoort, 65 vreemde taal, 67 invetten, 68 noodlot, 69 spuugzat, 70 rag, 72 tijdrekening, 74 soort slee, 75 orde-broeder, 76 linie, 80 lichtbundel, 82 oplosmiddel, 83 hertje uit een Walt Dis-neyfilm, 86 bij voorkeur, 87 muziekteken, 88 toestand van rust, 89 jon-gensnaam, 91 oude, vreemde munt, 92 aangenaam, 93 zwaardwalvis, 94 finish, 96 tussenvoegsel 98 afscheiding, 99 filmmedewerker, 101 mislukken, 102 bewaarplaats voor goederen, 105 jong mens, 107 wellust, 110 beesten-voer, 111 snoepgoed, 113 afzetgebied, 115 snater, 116 sporenplant, 117 vrouwelijk dier, 119 deel van een helikopter, 121 tegenkandidaat, 122 leeg, 123 oude, Spaanse munt, 125 eveneens, 127 militaire organisatie, 128 sport, 131 mythologisch wezen, 133 soort gevulde koek, 136 meisjesnaam, 138 graanjenever, 140 debet, 141 niet even, 143 symbool chroom.

Page 58: Carillon zomer 2012

57

Ontbijtservice, samen met haar collega’s: de beide Yvonne’s (Wissink en De Vries), Ans van Heumen en Ilse Gomez, elke morgen in Insula Dei. Een initiatief waar overigens bij Huize Kohlmann ook aan wordt gedacht. Dit gebeuren breidt zich uit. Steeds meer bewoners zien het nut ervan in. Het gezamenlijk ontbijten is behalve gezellig ook eetlust bevorderend. Het is een sociaal gebeuren. Voor Anita is het dan ook nog een voordeel dat ze mensen kan advise-ren over het eten, dit met het oog op zijn of haar dieet. Ook helpt het dat ze in het verleden als voedingsassistent heeft gewerkt en door haar kontakten met de keuken veel kan beteke-nen voor de mensen. De meeste mensen doen nu hun dagelijkse boodschapjes in de nieuwe uitgebreide winkel. Alleen voor de mensen die dat niet kunnen, die niet zo mobiel zijn, wordt er nog aan de deur gebracht. Anita lachend: “ De Ontbijtservice is eigenlijk een verlengstuk van mijn vak als diëtiste, het valt goed samen. Zo ken ik een bewoner die op haar kamer zat te ‘verpieteren’. Toen ze voor het eerst kwam ontbijten, slobberde haar jurk om haar heen. Nu na een aantal maanden ziet ze er weer gezond uit. Het helpt daadwerkelijk om mensen uit een isolement te halen. Er komen nu tussen de 35 en 40 bewoners iedere morgen van 8.30- tot 10.30 uur. Het mag rustig een succes genoemd worden. We voorzien duidelijk in een be-hoefte. Nu Huize Kohlmann nog. Ook voor dit huis adviseer ik de bewoners als diëtiste.” Ik besluit dit interview met het voorstel om een paar foto’s te maken in Insula Dei. Een foto bij de Ontbijtservice en een bij mevrouw Van Elferen op haar kamer, in haar andere rol van diëtiste. Samen met Anita en Jan loop ik nog even om het huis en zie ik voor het eerst die lichtblauwe Duitse dame. Henny de Mönnink

Page 59: Carillon zomer 2012

58

Nieuwe Tuin Huize Kohlmann

Vrijdag 29 juni had het ’s morgens nog geregend. Maar iemand had de weergoden goed ge-stemd want de zon brak door en de stoelen konden naar buiten. Die dag daarvoor hadden de tuinmannen en -vrouwen nog de laatste afrikaantjes gestoken in de grote rode bakken. Het zag er werkelijk heel fleurig uit, een overdaad aan oranje alsof het Nederlands elftal toch de finale had gehaald. De zon scheen en het was tijd voor een drankje. In echte champagneglazen werden drankjes uitgedeeld, wel alcoholvrij helaas, met een rietje en een randje suiker aan het glas. Er was ook buitenmuziek en er waren toespraken. Barbara Versteegen sprak uiteraard en er waren wijze woorden van de tuinarchitect over de planten. Het belangrijkste echter waren de vissen. Vissen zegt u, ja vissen. Mevrouw van de Pol had zich sterk gemaakt voor de vijver en zijn bewoners. Dus had zij met Neeske de plaatselijke dierenwinkel bezocht en een plastic zak vol blinkende en blozende goudvissen aangeschaft. Het te water laten van deze zwemmers werd de officiële opening van de tuin. Met luid applaus plonsden ze in het nat. Waarna de nathalzen aan de kant zich ook konden laven, zij het vaak niet met water. Vanuit het niets was er opeens een draaiorgel zodat ieder lekker in het zonnetje mee kon neuriën met bekende wijsjes van vroeger. De tuin had er nog nooit zo vol en zo gezellig uit gezien. Het werd een mooie belofte voor een mooie zomer. Bart Langeveld

Page 60: Carillon zomer 2012

59

Uitslag OR Verkiezingen IDHK 2012 Donderdag 21 juni 2012, de OR verkiezing is achter de rug. Meer dan 50 % van alle mede-werkers van ID/HK heeft een stem uitgebracht! Een ongekend hoog aantal medewerkers heeft op deze manier zijn betrokkenheid bij de organisatie laten blijken. De uitslag van de verkiezing is inmiddels bekend. De nieuwe samenstelling van de OR is als volgt: Ferry van de Boom, John Evers, Toos Landman, Ruud Louters, Heidi Mom, Catharina van Om-men, Jorik Peelen, Ruud Smits, Gerard Weimer. In de loop van de zomer zal de nieuwe OR officieel geïnstalleerd worden.

Jorik Peelen en Gerard Weimer konden niet bij het fotomoment zijn.

Vanaf links: Ruud Smits, John Evers, Toos Landman, Ferry van de Boom, Catharina van Ommen, Ruud Louters en Heidi Mom

Page 61: Carillon zomer 2012

60

‘Ik besefte niet hoezeer ik aan de PG-Zorg verknocht was’

Een interview ‘achter de schermen’ met Rudy Olders, medewerker PG

In een voorgaand Carillon (Winter 2011) maakten we kennis met drie van de (20) deel-nemers aan de interne opleiding van ‘helpenden’ naar ‘verzorgenden’, die in september 2010 van start ging. Nu zij halverwege zijn, zoeken we hen op. Te beginnen met Rudy Olders, de oudste van de drie.

We komen Rudy al in de gang van Insula Dei Noord, vloer 1 tegen. Behoedzaam brengt hij een bedlegerige bewoner naar de huiskamer om haar toch vanmiddag het zo gewenste contact met anderen in de woongemeenschap te bieden. Dan is er voor hem even rustpau-ze, nadat collega’s nog geïnstrueerd zijn over het werk: de Zorg …. We praten in de ‘derde huiskamer’. Ja ! we zijn alweer over de helft met deze op-leiding die Insula Dei Huize Kohlmann voor de eigen medewerkers verzorgt en waarin we de kans krijgen om van Helpende opgewaardeerd te worden tot (gediplomeerd) Verzorgende. Het was voor mij, als 60 jarige een zware be-slissing om die opleiding toch nog te gaan vol-gen. Ik ben nu zo’n 15 jaar in dit werk, nadat ik destijds al bij Regina Pacis deel uitmaakte van de afdeling transport. Een vakantieweek met een groepje bewoners, waaraan ik als chauffeur deelnam, maakte in mij het bijzon-dere van de zorgverlening aan ouderen wak-ker en ik besloot toen als “helpende” daarin verder te gaan. Dat heeft me veel genoegen opgeleverd, al bijna vijftien jaren. Destijds heb ik mij in mijn nieuwe situatie ingewerkt door een opleiding tot helpende bij het ROC Rijn-IJssel in Arnhem, waartoe ik door Regina Pacis in staat werd gesteld. Maar om nu ook nog weer de uitdaging aan te gaan om een verdere opleiding te volgen ? Ik twijfelde; terug in de schoolbanken vraagt toch ook weer een hele omschakeling. Maar mijn afdelingshoofd op Insula Dei , Hen-ny Witjes, wist mij te overtuigen dat ik die stap toch moest maken. Hij vond me een ‘natuurtalent’ dat verder ontwikkeld moest worden; de Zorg zou in mijn bloed zitten. Mijn echtgenote, die ook in de zorg werkt, vond het ook een goed idee en gaf me de moed om de stap te wagen. Maar het betekende ook dat de vertrouwde werkverdeling in huis tijde-lijk even op de schop moest; ik kreeg weer met veel huiswerk, in de vroegere betekenis te maken en ik mocht me wat beperken in mijn thuiswerk.

Laten we eerlijk zijn…… het begin van de nieuwe opleiding was vrij moeilijk. Het valt niet mee om de studiedraad weer op te pak-ken en weer in de discipline van het leren te-recht te komen. Maar na een paar lesdagen (één maal per twee weken) kreeg ik toch de smaak te pakken en ik moet zeggen dat het me nu weer heel goed afgaat. We krijgen een prachtige opleiding, waarin theorie en praktisch handelen elkaar afwisse-len en elkaar ook versterken. Het is dan ook weer goed om dat in de praktijk van het da-gelijkse werk meteen te kunnen inpassen. Dat geeft veel voldoening. Op zich zijn de zaken waar ik mee te maken krijg mij niet vreemd. Ik heb er al jaren naar mogen kijken. Nu zal ik het zelf mogen gaan doen: verbinden, in-jecties geven, zorghandelingen verrichten en vooral ….. voor al die zaken een stuk verant-woordelijkheid gaan dragen. Wat vooral inspi-rerend is, is dat je nu de achtergronden en de overwegingen hoort, waarom en hoe we dat allemaal zó doen. De hele studiegang is opgedeeld in losse stuk-ken, die we modules noemen. Ieder module is een afgerond geheel van kennis en/of hande-len. ‘Hapklare brokken’ zou de hondenliefheb-ber zeggen: we kunnen ieder onderdeel op zichzelf bestuderen en ook afronden. Dat kun-nen praktische bekwaamheden zijn, kennis-vragen of zelfstandige opdrachten die we moeten uitwerken. Ik sta er op om zo’n werk-stuk, als onderdeel van het vrij omvangrijke huiswerk, eerst zelfstandig uit te werken en dan laat ik het aan mijn vrouw lezen, wat na-tuurlijk vanuit haar ervaring, nog wel eens verdere gedachten oplevert, die dan ook on-derwerp van gesprek zijn. Dan moet ik mijn hapklare brokje voor de leeuwen gooien en dat betekent voor mij dan dat er telkens weer een stukje klaar is. Ik kan dan weer vrij aan een volgend studieonder-deel beginnen. Ik heb tot nu toe alle modules gehaald, dus met goed resultaat afgerond, en dat stimuleert heel erg.

Page 62: Carillon zomer 2012

61

Het grote voordeel van deze voortgezette op-leiding in eigen huis is, dat deze helemaal toegespitst is op de zorg voor de oudere mens. Bij een schoolopleiding zou ik mis-schien ook nog allerlei modules moeten vol-gen voor de zorg van gehandicapten, kraam-verzorging, e.d.. Nu komt kraamverzorging bij ons op de afdeling toch al niet meer zo veel voor (misschien bij enkele collega’s) dus …… waarom zou ik mijn kennis en vaardigheden daarmee nog belasten? Eén van die onderdelen was dat ik een maand op een andere afdeling binnen IDHK moest gaan werken, in mijn geval op een zorgafde-ling van Huize Kohlmann. Dat was voor mij toch wel een heel aparte belevenis. Ik heb het heel leuk gevonden om die ervaring op te doen ook eens in de ‘normale’ zorg te werken. Maar het heeft me ook geleerd hoe verknocht ik ben geraakt aan de PG (Psycho Gereatri-sche) zorg. Dat was voor mij eigenlijk wel een openbaring. Het is dan wel goed om je eens af te vragen wat dan wel het verschil is. De mensen waar ik nu voor werk vragen van mij de invulling van een stukje leven of be-wustzijn, waarover zij niet meer ten volle be-schikken. Ik denk een stukje mee, vul dat aan en doe ook, waarover zij geen volledige con-trole meer hebben. Daar moet je met alle be-

scheidenheid op inspelen, waarbij het van be-lang is om hen, overal waar mogelijk, zichzelf te laten zijn. Ik ben wat dat betreft een echte doener. De mensen waar ik bij mijn stage mee werd geconfronteerd weten alles nog heel goed en willen terecht meestal ook zelf hun leven in-vullen. Je helpt en verzorgt hen waar ze het nodig hebben. Je vult aan (en niet in). Ik heb daar alle begrip en respect voor, maar ik moest toch even de knop omzetten en dat was een heel goede ervaring. Maar daarna ging ik toch maar graag weer terug naar mijn eigen stekje. Komende december hoop ik mijn volgende stap te kunnen maken: naar Verzorgende IG (individuele gezondheidszorg). Dat lijkt me wel goed en ook prettig voor de volgende en laatste vijf jaartjes. Misschien moet ik dan al drie maanden langer werken, alvorens ik mijn AOW ga krijgen. Maar ophouden dan? Nee, dat niet. Ik hoop in staat te zijn om nog ergens verder te gaan als vrijwilliger. Bij voorbeeld als (toch weer) chauffeur, maar nu met zorgbevoegdheden, bij het Rode Kruis. Vlakbij waar we nu wonen in Rheden. Want ik hoop wel te kunnen blijven doen. Henk M. Goudappel.

Page 63: Carillon zomer 2012

62

Het Zomerfeest-Een Drentse Boerenbruloft

Het regende al steeds, in die week waarin het zomerfeest viel. Tegen veel betrokkenen uit de organisatie, die ik daags daarvoor tegenkwam, zei ik steevast het volgende: “Ik ben in gesprek met de weergoden, ze gaan ervoor zorgen dat het mooi wordt..” Gespannen hield ik in de vroege ochtend van 12 juli de buienradar in de gaten. Grote geblokte velden kleurden de wijde om-geving op de kaart van Velp blauw en donker-blauw. In plenzende regen fietste ik naar Insula Dei. Voor zover het gutsende water het toeliet, keek ik soms naar boven, die diep-donkere bewolking in, en fluisterde in mijn hoofd: ‘Please.. stort je water nu maar uit – zorg dat het straks droog is.. please!’ Bij de achteringang trof ik een troosteloos beeld aan: rijen zogenoemde biertafels (smalle houten planken, geschraagd door groene stalen klapconstructies). Daartussen, in gelid, rijen en rijen bruine kunststof stoel-tjes. ‘Er zal niemand, maar dan ook niemand zijn die daarop gaat plaatsnemen, of het moet een grap zijn..,’ schoot er door me heen. Maar ook: ‘Straks is het goed – straks, wanneer het tijd is, zal de lucht opdrogen, zal de zon ko-men..’ Deze gedachte woorden sprak ik uit tegen eenieder die met somberde blik door de gan-gen liep, tijdens de voorbereiding. Of mijn woorden veel succes hadden, kon ik bij de mensen niet goed waarnemen. Wel zag ik va-ker een blik van: ‘Typisch Catharina, om zo te denken.’

Meteen kwam ik in de werveling van de werk-zaamheden terecht. Voor een buitenstaander zien de bewegingen van alle medewerkers eruit als het gekrioel in een mierenhoop – voor ons, die elkaar immers zo goed ‘verstaan’ blijft het, in de ogenschijnlijke ono-verzichtelijkheid, toch begrijpelijk. Het restaurant was al omgetoverd tot een theaterzaal: een groot podium en met eigen en leenstoelen goed verdeeld in drie vakken – er werd gerekend op veel toeloop, zowel van I.D. als van H.K. Dat het er zoveel meer zou-den worden, had niemand kunnen bedenken. Het aantal soepkommen dat de dag ervoor was klaargezet, bedroeg 225 stuks. Op het moment van serveren bleken we tekort te ko-men – er moest ijlings uit de centrale keuken kommen bij gehaald worden. Ik vermoed dat we rond de 250/270 gasten hebben ontvan-gen. Een klein gezelschap van leden van de feest-commissie, collega’s uit de zorg en de Drentse dansgroep hadden zich in het Binnenhof ge-kleed in oud Drentse dracht. Ter voorberei-ding was de commissie een keer naar Emmen geweest, om uitgebreid geïnformeerd te wor-den, een draaiboek samen te stellen, kleding te kiezen en een pasronde te doen. Op het laatst werd ik tot mijn plezier aan het gezel-schap toegevoegd, als bakkersmeid die de lange en zware krentenwegge op de schouder mee zou torsen, het restaurant in. Ons feestgezelschap met de aanstaande bruid en bruidegom (Jolien en Jorik) voorop, had zich verzameld onder de overkapping aan ’t

Lees verder pagina 64

Page 64: Carillon zomer 2012

63

Page 65: Carillon zomer 2012

64

einde van de tussendoorgang naar Mariën Enk. Het regende nog altijd maar de druppels werden kleiner en de kleur van de hemel lich-ter. John, gekleed in eenvoudige boeren-dracht met pet, werd er met een omafiets op uit gestuurd om de open koets op te halen. Dat duurde wat lang. Er werden grappen ge-maakt als ‘de koetsier is ervandoor’ of ‘John is bang voor paarden’. Niets van dat alles was waar. Het paard zelf was bang voor de ver-keersdrempel die op de weg naar beneden, naar de wachtende bruiloftsgasten toe, is aangebracht. De Fries had een keer of 10 no-dig om de drempel te leren kennen en ‘m te durven oversteken. Er steeg gejuich op toen John, met achter zich het koetsje in beeld kwam. Op het laatst deden sommigen hun horloge nog snel af en stopten dat in de bui-deltjes van fluweel die bij de vrouwen tot de outfit behoren. Het aanstaande paar klom in het koetsje en nam plaats, naast elkaar. Een man uit de dansgroep riep dat het paar te-genover elkaar diende te zitten – ze waren immers nog niet in de echt verbonden. Naast

elkaar zitten was in die tijd uit den boze. De koetsier, met de palfrenier naast zich op de bok, klakte met z’n tong en raakte heel licht met z’n zweep het prachtig geborstelde en glanzende paard aan, ter hoogte van de flank– het was meer een streling – de koets zette zich in beweging. Jolien riep: “Oehh..”, Jorik lachte geruststellend. De kleine stoet volgde. De boerenknecht sloot de rij, met de fiets aan de hand; de bakkersmeid zat in amazonezit achterop en droeg de krenten-wegge op de rechterschouder. Bij de hoofdin-gang aangekomen werd de a.s. bruid hoffelijk door de palfrenier uit het koetsje geholpen. De gasten volgden langzaam naar binnen, door de gang. We trokken veel bekijks, ook al onderweg. John manoeuvreerde met fiets tus-sen de bezoekers van het feest door; achter-op gezeten zei ik soms kort: “Hou me..” en “..oef..” De balans bleek geen gemakkelijke opgave; vooral de krentenwegge, die ook nog behoorlijk uit stak vormde een moeilijke fac-tor. Lees verder pag. 66

Page 66: Carillon zomer 2012

65

Foto’s: Eric Korunka

Page 67: Carillon zomer 2012

66

.In de feestzaal aangekomen stond het gezel-schap enige tijd stil. De toespraak van de pre-sentator, geheel in ’t Drents, nam meer tijd in beslag dan men gedacht had. De krentenweg-ge liet z’n gewicht voelen. “Hou je ‘m nog?” “Niet lang meer..” John hielp mij het ding te dragen – later lieten we ‘m aan een kant op het stuur van de fiets rusten. Er werd gedanst door de groep, daar-na nog gesproken. En toen kwam eindelijk het moment dat de wegge naar de feesttafel ge-bracht mocht worden. Ik kreeg associaties met ‘de Dikke en de Du-nne’ (Stan Laurel en Olivier Hardy) - in die aflevering dat de Dikke met een plank heen en weer loopt, omdat ze samen iets gaan re-pareren aan een huis. De Dunne heeft net een hap spijkers in z’n mond genomen; gemakke-lijker zo.. de spijkers dicht bij de hand.. de Dunne roept iets naar de Dikke - deze draait zich om – de plank zwiept mee.. de rest laat zich raden. Zonder gedoe plaatste ik de krentenwegge op de feesttafel. Na een deel van de ceremonie kwam ik terug en sneed het lange krenten-brood aan. Het ‘vuurtorenmeisje’ annex ‘vlaggenbewaarster’ Henny Berger, besmeer-de de plakken met boter en deelde ze uit aan de gasten op het podium. Intussen werd er door collega’s en vrijwilligers krentensneetjes uitgedeeld, koffie en thee geschonken; op zich een hele operatie om alle bezoekers te bereiken, zo vol was het in het restaurant. Na nog een paar uitgevoerde dansen en een da-verend eindapplaus, stroomde het restaurant leeg. Tijd om de boel weer op z’n plaats te zetten voor het middagprogramma. Vele han-den hielpen mee om het weer op een gewone opstelling te laten lijken. In afwachting van de gasten werd alles binnen klaargezet, om soep te scheppen en drankjes te schenken. De re-

gen ruimde het veld – men kon buiten ook alle voorbereidingen treffen. De keukenploeg rende af-en-aan met réchauds en schalen om de diverse keukenkraampjes te vullen, bor-den, lepels om op te scheppen, bestek en houtskool voor de barbecue. Een groot ge-vaarte werd door de deur naar buiten gedra-gen: een voorgerookt, heel speenvarken, met kop en al. Het werd aan de spies geregen, rondgedraaid en later aangesneden. Binnen werd het buffet geopend met groentesoep. Het waaide wel, soms flink.. maar.. de zon was er en ging later op de middag nog maar weinig schuil achter stapelwolken. Niettegen-staande de frisse temperatuur, stroomde het terras volledig vol en deed men zich tegoed aan bloedworst met rode kool, zomerstampot, balletjes gehakt, boerenomelet en natuurlijk plakjes van het speenvarken. Het buitenbuffet werd besloten met griesmeel met watergru-wel, waarna er nog veel ijsjes werden rondge-deeld. Men vermaakte zich, tussen de hapjes door met diverse spelletjes als hoefijzer gooi-en, koeien melken, stok vangen, gaten kaas, blik werpen, en spijker slaan – dat laatste om je ‘agressie’ af te reageren. De biertafels en stoelen waren naar het voorplein verhuisd. Dat bleek een gouden zet: aangezien de zon kwam werd het daar ’s middags net zo aange-naam. Ook hier stonden keukenkraampjes opgesteld met warme gerechten. Een jonge broodbak-ker had zijn kraampje gevuld met diverse soorten brood en broodjes, alles het proeven zeer waard. De hit van de dag was een ritje met het koetsje. Iedereen die in staat was het hoge treeplankje te nemen, werd rondgereden door koetsier en palfrenier.

Page 68: Carillon zomer 2012

67

Het paard dat luistert naar de naam ‘Luts’ bleek onvermoeibaar. Ik zag ze steeds weer gaan en wenste dat ik ook een keer mee mocht. Door de grote drukte leek dat bij een wens te blijven. Totdat ik plotseling mijn naam hoorde roepen en : “..kom.. nu! En roep je collega’s!” Kleine Henny stond op het plein, gebaarde ons op te schieten – eigenlijk had het paard z’n laatste ritje van die dag al gehad en zou naar de stal gaan. Ze had de koetsier zover gekregen ons restaurantploeg-je nog voor een ritje mee te nemen. John konden we niet vinden; we gingen op weg. Bij het passeren van het terras kregen we hem in ’t oog. We riepen in koor z’n naam, gebaarden druk.. en ja, ook hij klom erbij. Ik zat op de bok en sprak met de koetsier. Hij doet dit al 55 jaar; is als 15-jarig jochie begonnen en heeft een uistekende blik op paarden ontwik-

keld. “Dit paard, Luts, is koel in de kop..,” zei hij terwijl hij mij onderzoekend aankeek. Be-greep ik wel wat hij daarmee bedoelde? “Rustig, bedoelt u dat?” Verrast knikte hij. We bedankten hem nadien uitgebreid. Ilze en ik bleven nog geruime tijd bij Luts; helemaal verliefd op de prachtige, zwart/bruine Fries die zich onze aanrakingen heerlijk liet welgevallen. Wij werden er bijzon-der rustig door. Het kostte moeite om ons los te maken van de heilzame invloed die het paard om zich heen droeg. Het werk, onze collega’s riepen ons terug. Terug naar de wer-kelijkheid van dat moment. Catharina van Ommen

Foto’s Eric Korunka

Page 69: Carillon zomer 2012

68

Koersbal finale Huize Kohlmann

Was het nog spannend wie de beker dit jaar zou winnen in Huize Kohlmann van het Koersbalseizoen?

Nou, nee. Eigenlijk niet. Mevrouw Waltmann stond al ruim bovenaan en op de laatste dag haalde zij er nog zes punten bij.

Om de tweede plaats werd nog wel fel gestreden. Dhr. Hoekstra legde er beslag op met maar twee punten voorsprong.

De eindstand is als volgt: 1 Mw. Waltmann 2 Dhr. Hoekstra 3 Mw. de Haas 4 Mw. Nagel 5 Mw. Hansen 6 Mw. Hobein 7 Mw. Gerritsen 8 Dhr. De Leeuw 9 Mw. La Faille 10 Mw. Fransoice Wanneer er in het volgend seizoen koersbal wordt gespeeld is nog onduidelijk. Het hangt af van de belangstelling voor deze activiteit.

135 117 115 95 84 82 76 65 36 29

Punten:

Page 70: Carillon zomer 2012

69

Vertrouwenspersoon Bewoners

Als u het woord Vertrouwenspersoon leest denkt u misschien wat is dit nu weer voor ie-mand? Graag wil ik u daar iets over vertellen. Het is alweer enige tijd geleden dat ik begonnen ben als Vertrouwenspersoon in Insula Dei en sinds kort ook in Huize Kohlmann. Door mijn werk in het Ouderenpastoraat heb ik in de loop van de jaren veel contact gehad met ouderen. Wat mij boeit in mensen is de wijze waarop zij in het leven staan. Vooral oudere mensen met hun levenservaring en – wijsheid weten daar dikwijls hele mooie dingen over te zeggen.. Hun ervaringen en hun manier van omgaan met wat het leven biedt en geboden heeft, zijn niet alleen boeiend maar ook leerzaam. Ze gaan over vreugde en verdriet, over mo-gelijkheden en onmogelijkheden die ieder mens kent. en meemaakt. Daarnaast heb ik ervaren dat het mensen goed kan doen om daar met iemand over te praten. Daarom wil ik als vertrouwensper-soon graag met u in gesprek. In de afgelopen tijd heb ik alle nieuwe bewoners van Insula Dei, binnen 6 weken na hun komst, bezocht. Zij vertellen mij hoe het met hen gaat. Hoe zij de overgang van thuis of vanuit van zieken-huis, naar zorginstelling ervaren. Dat is niet altijd even gemakkelijk hoor ik.. Oud, écht oud worden is een gave maar vaker nog een opgave. Afhankelijk worden evenzo.

Dat is voor niemand fijn. Loslaten van het ou-de vertrouwde is moeilijk en vraagt tijd.. Toch zijn er velen die blij zijn dat zij geen zor-gen meer hebben over hun dagelijkse zorgen als de boodschappen doen, het huis op orde houden, het eten bereiden en ga zo maar door. Het is zeker geen gesprek alleen over het ver-leden. Belangrijker is te kijken hoe het nu met u gaat. Wat betekent het voor u te wo-nen in Insula Dei?. Wat komt u tegen en waar hebt u vragen over?Bent u tevreden over de zorg die u ont-vangt? Zijn er dingen waar u aan moet wennen en hoe doet u dat? Krijgt u voldoende aandacht voor uw verhaal Hierover en over nog veel meer kunnen we samen praten. De gesprekken vinden plaats in een vertrou-welijke sfeer en dat betekent dat het een ge-sprek is tussen u en mij. Als vertrouwensper-soon heb ik mij verplicht tot geheimhouding. U kunt mij bereiken op mijn mobiele nummer 06 10 98 53 59. U kunt dan uw naam en uw telefoonnummer inspreken. Ik bel u dan zo gauw mogelijk terug voor ver-dere afspraken. Marijke Wasser-Westerman

Page 71: Carillon zomer 2012

70

Page 72: Carillon zomer 2012

71

Periodiek bericht over de werkzaamheden Van Beheer ID op het Landgoed Rennen Enk

We horen het vaak: het park ligt er mooi bij. En dat is een compliment aan onze medewer-kers, stagiair en vrijwilliger die hier erg druk mee zijn. Een landgoed als het onze brengt met elk jaargetijde weer ander werk met zich mee, zowel voor de gebouwen als het park. Het is misschien niet zo’n goed voorjaar ge-weest, maar het heeft ons in ieder geval wel een mooi groen park gegeven. Inmiddels wordt er op het park aan de laatste zaken voor de vakanties gewerkt. De trap naar de opgeknapte pergola ligt er en hier is een mooie leuning bij geplaatst. De vloer van het prieel nabij Mariën Enk is opgeknapt. Het meditatiehuisje langs het pad aan de noord-zijde van het woonzorgcentrum wordt in de huidige situatie niet meer gebruikt en daarom is besloten deze te verwijderen. We hebben naast de brug nabij de hoofdin-gang van het landgoed nog een kleinere brug in het bos. Deze is ook opgeknapt. Er zijn en-kele extra banken geplaatst en achter Mariën-

en Velper Enk is het straatwerk en het terras aangepakt en voorzien van een gezellig zitje. Ook is er veel onderhoud gepleegd aan het complex Stellen Enk. De gevel van het ronde gebouw en o.a. alle stalen spanten aan het grote hoekgebouw zijn schoongemaakt. Alle voordeuren en de deuren van de algemene ruimten zijn van een nieuwe laag verf voor-zien en de vloerbedekking is in de centrale gedeelten vervangen. De villa Rennen Enk heeft weer een mooi ter-ras met hekwerk en twee borders gekregen aan beide zijden van de hoofdingang. Zoals vorige keer al aangegeven “dit jaar wordt een druk jaar voor ons.” Hiermee heb-ben we een goede start gemaakt dit eerste halfjaar. Wij hopen dit verder door te zetten. Nieuws over het Landgoed Rennen Enk: www.landgoedrennenenk.nl. Jozé Janssen

Page 73: Carillon zomer 2012

72

Page 74: Carillon zomer 2012

73

Bloemschikken, koken en bakken bij ID

Als u belangstelling heeft kunt u zich weer opgeven voor : De kook en bakgroepen , of voor de bloemschik groep. Dit is afwisselend op de dinsdag middagen in de grote AB ruimte. In de kook/bakgroep komen we bij elkaar om iets lekkers te maken. Onder het genot van een kop thee of koffie. Dat kan een salade zijn, soep, koekjes, taart. of iets hartigs. Het kan ook uw favoriete recept zijn. Met elkaar spreken we af wat we de eerst volgende keer gaan maken. En u hoeft helemaal geen handige keukenprins of prinses te zijn. Wij assisteren waar nodig en komen u van uw appartement halen en brengen u weer terug. En natuurlijk, als het gerecht klaar gaan we lekker proeven. Bij de bloemschik groep maakt u uw eigen bloemstukje. Natuurlijk krijgt u hier ook hulp bij waar nodig en halen en brengen we u naar uw appartement. Hier zijn wèl kosten aan verbonden. Afhankelijk van het bloemstukje zijn de kosten hiervan 4 of 6 euro. Renate en Yvonne hebben al weer genoeg inspiratie voor het volgende seizoen. U kunt zich opgeven bij Renate Breij en Yvonne Wissink, in de grote AB ruimte op maandag,dinsdag woensdag en vrijdagmiddag.

Page 75: Carillon zomer 2012

74

Op naar Bourtange Dat was onze gedachte toen we vele maanden na het lezen van de verhalen van Roelf Nobbe in het Carillon in het noorden van Drenthe terecht kwamen. Immers op de kaart leek het nog maar een klein stukje te zijn, zeker goed te doen met de auto maar net iets te ver voor met de fiets. Vanaf Borger ging het richting Stadskanaal, dat kenden wij nog van een eerder be-zoek. Achter de prachtige kanaalweg bleek een wanstaltig nieuw stadshart te zijn neer ge-zet, bestaande uit immense parkeerterreinen, een (te) groot stadhuis, een theater en natuurlijk een winkelcentrum ( met meer leegstand dan we tot nu toe ergens had-den gezien ). Kortom: wilt u snel dépri worden ga dan naar dit deel van Stadskanaal, zet u gedu-rende tien minuten neder op een bankje in dit bloedend hart en het is zo en afdoen-de gepiept. Echter: Er was nog hoop want we waren immers op weg naar Bourtange ! Via Onstwedde en Vlagtwedde kwamen we laat in de middag eindelijk in het plaatsje Bourtange aan. We kwamen daar tot onze opluchting niet in de file richting vesting terecht, in tegen-deel. Op de parkeerplaats stond slechts één auto, die was van een Fries echtpaar dat op een bankje in de schaduw een boterhammetje zat te eten. Het infocentrum en het museum waren zojuist om 17.00 uur gesloten. Van de vesting zelf was nog niets te zien. Wel een plaquette met daarin de platte-grond van de vesting gegraveerd. Eerst langs een gelukkig ongevaarlijke wachter bewapend met een lans zien te ko-men, een bruggetje met een wachthuisje over, een stukje een keienpad oplopen en toen zagen we het eindelijk de eerste contouren van deze vesting. Inderdaad, het is een juweeltje van Hollandse krijgsbouwkunst. Perfect onderhouden en qua vorm nog exact in originele staat. Slechts door twee poorten ( de Friese Poort en de Munsterse Poort ) kun je binnen in de vesting komen. Daar bevindt zich nu een alleraardigst, compact gebouwd ‘dorpje’ met een markt-plein, een kerk, een synagoge, wat winkeltjes en dicht opeen gebouwde huisjes met bloemtuintjes ed. Er stonden opvallend genoeg wel enkele van deze huisjes te koop. Het houten strafpaard stond er nog. De munitieloodsen doen nu waarschijnlijk dienst als garage. Heel leuk waren de wachthuisjes die opzij van de bruggen waren gebouwd: Zij waren voorzien van een zogenaamd ‘gemak’: een plank met een gat erin. ( Iets dergelijks is ook te zien in ons Openlucht Museum, in de Zaanse buurt ). Helaas krijg je al rondlopend geen duidelijk beeld van de vorm van deze vesting. Dit werd echter meer dan goed gemaakt door een reclame op de televisie van de provincie Groningen, enkele weken later, Daarin werd een luchtfoto van de vesting getoond. En alsof de koek niet op kon kregen wij onlangs ook nog enkele van de krijgers van destijds te zien. In juni, vlakbij Insula Dei, op Bronbeek, tijdens de start van de her-denking van zoveel jaren militaire aanwezigheid in Gelderland. De luide knallen van de musketten mochten er wezen. Veel van de daar aanwezige figuranten spelen ook regelmatig de slag om Bourtange na. Emmy en Eric Korunka.

Page 76: Carillon zomer 2012

75

Page 77: Carillon zomer 2012

76

COLOFON

REDACTIE Bart Langeveld

Elly Ligtvoet-Raben Anne Marie van Loon-Hoefsloot

Henny de Mönnink Catharina van Ommen

INSULA DEI HUIZE KOHLMANN

Organisatie voor Wonen, Zorg en Dienstverlening e-mail Insula Dei: [email protected]

email Huize Kohlmann: [email protected]

Fotografie, ontwerp cover en opmaak: Henny de Mönnink Interviews: Henny de Mönnink, Catharina van Ommen en

Henk. M. Goudappel.

INFORMATIE OVER DE STICHTING ‘VRIENDEN VAN INSULA DEI wzd’:

Rekeningnummer 84.82.63.006, t.n.v. St. ‘Vrienden van Insula Dei’

Bezoekadres: Velperweg 139 Postadres: postbus 9011, 6800 DN ARNHEM

Telefoon: 026 369 79 89 E-mail: [email protected]

Website: www. insuladei.nl

TELEFOONNUMMER VERTROUWENSPERSOON BEWONERS: 06 10 98 53 59

Niets uit deze uitgave mag, zonder uitdrukkelijke toestemming van Insula Dei Huize Kohlmann, Organisatie voor Wonen, Zorg en Dienstverlening, gebruikt cq. vermenigvuldigd worden.

De redactie dankt iedereen voor zijn of haar bijdrage aan deze uitgave.