1
GIORGIO MORANDI HIELD NIET VAN REIZEN. De Italiaanse kunstenaar - die altijd bij zijn moeder en drie ongetrouwde zussen bleef wonen - was verknocht aan zijn familie en zijn geboortestad Bologna. De architectuur van de historische binnenstad met zijn ritmische portico’s en zalmkleurige zuilen was van grote in- vloed op zijn stillevens, zo ontdekte de Groningse kunstenares Ada Duker. Muse- um Belvédère in Heerenveen maakte een intrigerende expositie rond haar vondst. E en dichte deur opende Ada Duker de ogen. Want toen de Groningse enke- le jaren geleden Bo- logna aandeed om het lokale Morandi Museum te bezoe- ken maar helaas ontdekte dat het die dag gesloten bleef, besloot ze door de straten te gaan dwalen in het voetspoor van de Itali- aanse meester. Dagelijks wandelde Giorgio Morandi (1890-1964) van zijn atelier naar de academie, waar hij als docent lessen in de ets- techniek gaf. Tot haar ver- rassing zag ze in de archi- tectuur een grote overeen- komst met het werk van de befaamde stillevenschilder. Ruimte, licht, kleur en vorm waren de enige dingen in de zichtbare werkelijk- heid die Morandi interes- seerden. Met die elementen bouwde hij een verstild en consistent oeuvre op, zon- der opsmuk. In zijn kleine spaarzaam ingerichte ate- lier, dat tevens dienst deed als slaapkamer, bewaarde hij tientallen eenvoudige vaasjes, flessen, potjes, doosjes, schaaltjes en kan- nen. Hiermee creëerde hij dag in, dag uit zijn zorgvul- dig gecomponeerde stille- vens. Had Morandi vandaag de dag geleefd, dan was er vast en zeker een label op de bes- te man geplakt, want ga maar na: de kunstenaar was behalve een boom van een kerel ook vooral erg verle- gen, op het schuwe af. Hij hield van een regelmatig en geordend leven, probeerde een teveel aan prikkels bij voorkeur te vermijden en was niet al te handig in sociale contacten. In de catalo- gus valt te lezen dat hij stee- vast met onzekere tred liep, stuntelde in gezelschap en tot op hoge leeftijd de blik van een verdwaald kind had. Zijn hang naar regelmaat verklaart wellicht ook zijn monomane passie voor stil- levens. Op zichzelf is een stilleven natuurlijk al een onderwerp dat om een zeke- re rust en verstilling vraagt, maar bij Morandi wordt dat nog eens versterkt doordat hij niets aan zijn combina- ties van kopjes flessen of vaasjes toevoegt: geen bloe- men, geen insecten of rijk- versierde kleden, niets. „Waar het Morandi om ging was om de kern te ra- ken, de essentie van de din- gen”, zegt Han Steenbrug- gen, directeur en conserva- tor van Museum Belvédère. „Volgens mensen die hem gekend hebben, was het een heel rustige bedaarde man, die echt leefde voor het schilderen. Het is absoluut fascinerend om te zien hoe hij eindeloos hetzelfde the- ma herhaalt en er toch iede- re keer weer in slaagt iets nieuws te maken. Want hoe- wel zijn stillevens steeds va- riaties op hetzelfde thema zijn, is zijn werk beslist niet saai en monotoon.” Hoewel hij, volgens zeg- gen, Mondriaan veraf- schuwde omdat hij die te modern vond, zocht Moran- di net als de Hollandse schil- der van De Stijl in al zijn composities naar de juiste balans. Aan de hand van simpele voorwerpen kwam hij tot evenwichtige compo- sities, die een weldadige rust uitstralen. Het is die rust, die het werk van Mo- randi zo tijdloos en aantrek- kelijk maakt, zeker voor de gejaagde mens in het digita- le tijdperk. Steenbruggen selecteer- de voor de tentoonstelling in zijn museum vooral de rijpe, naoorlogse stillevens van Morandi. Door deze in gezelschap van de foto’s die Ada Duker maakte van de ogenschijnlijk uniforme ar- chitectuur van Bologna te tonen, worden de overeen- komsten zichtbaar. De zachte kleu- ren, waar- voor de Itali- aan een overduide- lijke voor- keur had, zijn overal terug te vinden in binnenstad: het smoeze- lige wit, het gedempte geel, het poederachtige zalmro- ze, het grijs met daarin een vleugje blauw of groen. Ook de vormen en de rit- miek in zijn composities ko- men overeen met die van de bouwwerken in het cen- trum van zijn geliefde stad, die hij zelden of nooit ver- liet. Eenmaal reisde Moran- di naar Zwitserland, waar in Winterthur een expositie van zijn werk opende, maar na twee dagen had hij al vre- selijke heimwee. De kunste- naar had een voorkeur voor geometrische vormen en wisselde vorm en restvorm, lichte en donkere partijen af, op eenzelfde manier zo- als zon en schaduw stuiver- tje wisselen tussen de zui- lenrijen van de portico’s. Volgens Ada Duker is dat kenmerkende straatbeeld, dat hij dagelijks in zich op- nam, langzaam maar zeker in het werk van Morandi ge- slopen. In de catalogus om- schrijft ze dat mooi: „Alsof Bologna voor hem een ser- vieskast was, waar hij einde- loos uit kon putten.” Wie zal het zeggen of het werkelijk zo is geweest? Feit is dat haar blik een verrassende nieuwe kijk op zijn oeuvre geeft. De tentoonstelling Giorgio Morandi en Bologna is tot en met 10 juni te zien in Museum Belvédère in Heerenveen (Oranjewoud). De expositie is onderdeel van het hoofdpro- gramma van Leeuwarden Fryslan 2018, culturele hoofd- stad van Europa. DE ARCHITECTUUR VAN ZIJN GEBOORTESTAD BOLOGNA INSPIREERDE MORANDI Hij had al na twee dagen heimwee Han Steenbruggen tussen de Morandi’s uit Bologna: „Volgens mensen die hem gekend heb- ben, was het een hele rustige bedaarde man, die echt leefde voor het schilderen.” FOTO ANNE VAN DER WOUDE Morandi gefotografeerd in zijn atelier in 1964. FOTO LIONNI ’Natura morta’ uit 1957 van Giorgio Morandi. door Paola van de Velde Stillevens zonder opsmuk W12 DE TELEGRAAF WOENSDAG 28 FEBRUARI 2018 CULTUUR W13 CULTUUR DE TELEGRAAF WOENSDAG 28 FEBRUARI 2018 The Killers zijn terug in Nederland, vanavond speelt de band met Brandon Flowers voorop in Ziggo Dome. MUZIEKTIP kom, het bergdorp Chámbe- ry in Zuidoost-Frankrijk. Tegelijkertijd is de clip een hommage aan mijn held Maurice Baquet”, vertelt Ca- puçon. „Hij was een feno- menaal cellist én acteur. Die veelzijdigheid herken ik. Blijf je breder oriënteren dan je instrument, is mijn devies.” De Fransman strijkt zijn bruine lokken uit zijn gezicht: „Mijn hele car- rière probeer ik op mijn in- tuïtie te varen. Dat heeft me tot nu toe ver gebracht.” Niet gek dus dat zijn al- bum de titel Intuition draagt. Het album draait om klassiekers als Vocalise van Rachmaninoff en De Zwaan van Saint-Saëns, al zijn er ook avontuurlijke uitstapjes naar de ragtime-koning Scott Joplin en tangospecia- list Astor Piazolla op te vin- den. Is het geen risico om met repertoire te komen dat voorgangers uitmuntend Hij ontving de presti- gieuze Victoires de la Musique – het Franse equivalent van de Gram- my –, volgde lessen bij legende Heinrich Schiff en is een graag geziene gast bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Toch is de charmante cellist Gautier Capuçon een relatief onbekende in Nederland. Met zijn nieuwste album Intuition, dat van klassiek naar ragtime gaat, wil hij daar verandering in brengen. In het Amsterdamse Hil- ton Hotel is het goed toeven, vindt Gautier Capuçon. Warme chocomel staat op tafel, buiten is het koud, maar zonnig. „Ik heb mijn cello net in de kamer gezet, maar ik weet niet hoe lang ’ie daar blijft. De galm van de ontvangs- thal klinkt zo lekker. Het kriebelt om de akoestiek te testen.” De 36-jarige cellist heeft er zin in. Misschien wel omdat hij een warme band heeft met Nederland. Zo speelde hij al eens onder directie van Bernard Haitink en is hij regelmatig te gast bij het Rotterdams Philharmo- nisch Orkest. Toch is Capuçon geen standaardcellist. Hij houdt van avontuur. De clip bij zijn album Intuition is opgeno- men in de vrieskou tussen de besneeuwde bergen. „Een vriend van mij is cine- ast en we speuren altijd naar hoe we onze talenten kunnen combineren. Hij vond dat ik wat moest doen met de waar ik vandaan hebben uitgevoerd? „Het is voor mij een meerwaarde als je als luisteraar een ge- voel van herkenning er- vaart. Ik wil dat je wordt te- ruggeworpen in de tijd waarin de stukken zijn ge- componeerd, waardoor her- inneringen levend blijven.” In Frankrijk slaat Capu- çons aanpak aan. Zijn optre- dens worden geroemd om hun intensiteit. Regelmatig staat ook zijn broer Renaud, een bekend violist, met hem op het podium. „Muziek zit in ons bloed”, beaamt hij. „Ik kreeg op mijn vierde een cello, direct was ik begees- terd.” Hij had het geluk dat in zijn geboortedorp de prestigieuze Ecole Nationa- le de Musique de Chambéry is gevestigd. „Het studeren ging mij gemakkelijk af. Ik nam er pianoles bij, waar ik mijn liefde voor jazz in kwijt kon.” Is het dan alleen muziek wat de klok slaat in huize Capuçon? De violist kijkt de hoteltuin in. „Het helpt wel als je na het muziek maken lekker op de ski’s kan sprin- gen.” Carrière op intuïtie Gautier Capuçon: geen standaardcellist. FOTO FELIX BROEDE Nieuw album topcellist Gautier Capuçon door Louis Gauthier ’Muziek zit in ons bloed’ In het verleden behaal- de resultaten bieden geen garantie voor de toe- komst. Dat blijkt maar weer eens bij het zien van de theaterversie van In de Vlaamsche Pot, die maan- dagavond in première ging in het Isala Theater in Capelle aan den IJssel. De gelijknamige tv- serie, over de perikelen in het restaurant van het homoseksuele stel Luciën en Karel, waar hun hitsi- ge huurder Frits voortdu- rend de sexy serveerster Dirkje probeert te versie- ren, werd tussen 1990 en 1994 uitgezonden door Veronica en was tamelijk succesvol. Ondanks het kluchtige karakter wer- den toch vaak pittige onderwerpen aan de kaak gesteld. Haye van der Heyden, een van de oorspronkelij- ke schrijvers, heeft zich nu ook over het theater- script gebogen, maar hij weet de tv-serie zelfs niet in de kern te benaderen. Er zijn weliswaar perso- nages die ergens in de verte aan Karel, Luciën, Dirkje en Frits doen den- ken en hij heeft er wat authentieke uitspraken tussen gefrommeld, maar verder heeft hij een nogal mager en voorspelbaar verhaaltje afgeleverd. Zo is Dirkje terugge- bracht tot een ordinaire golddigger, waarbij Betti- na Holwerda eigenlijk niet verder komt dan wat koket gedraai. Voor de acteurs valt er werkelijk geen eer aan dit stuk te behalen. Bovendien is de ’humor’ tenenkrommend plat- vloers, tenzij teksten als ’een gepijpte hond is wat anders dan een gebefte poes’ je wel kunnen beko- ren. Het is prijzenswaardig dat Theater van de Klucht het blijspel nieuw leven in wil blazen, maar dan moet je dat genre wel eer aandoen. Eerder werden bestaande, met name Engelse kluchten gespeeld, zoals vorig seizoen bij- voorbeeld Boeing Boeing. Met een stevig script blijft er dan nog wel wat overeind, maar dit was duidelijk een stap te ver. Wie warme herinnerin- gen bewaart aan de tv- serie In de Vlaamsche Pot, kan zich maar beter niet richting het theater bege- ven. Esther Kleuver PLATVLOERS EN TENENKROMMEND Wat: toneelkomedie Wie: Theater van de Klucht Spel: Arijan van Bavel, Onno Innemee, Bas Muijs, Bettina Holwerda, Sabine Beens Info: theatervande- klucht.nl IN DE VLAAMSCHE POT V.l.n.r. Dirkje (Bettina Holwer- da), Frits (Arijan van Bavel), Luciën (Onno Innemee) en Karel (Bas Muijs). FOTO ERIK VAN DER BRUGT Voorspelbaar en mager verhaaltje

DE ARCHITECTUUR VAN ZIJN GEBOORTESTAD BOLOGNA … · gus valt te lezen dat hij stee-vast met onzekere tred liep, stuntelde in gezelschap en tot op hoge leeftijd de blik van een verdwaald

  • Upload
    lamdieu

  • View
    217

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

GIORGIO MORANDI HIELD NIET VAN REIZEN. De Italiaanse kunstenaar - diealtijd bij zijn moeder en drie ongetrouwde zussen bleef wonen - was verknochtaan zijn familie en zijn geboortestad Bologna. De architectuur van de historischebinnenstad met zijn ritmische portico’s en zalmkleurige zuilen was van grote in-vloed op zijn stillevens, zo ontdekte de Groningse kunstenares Ada Duker. Muse-um Belvédère in Heerenveen maakte een intrigerende expositie rond haar vondst.

Een dichte deuropende Ada Dukerde ogen. Want toende Groningse enke-le jaren geleden Bo-

logna aandeed om het lokaleMorandi Museum te bezoe-ken maar helaas ontdektedat het die dag geslotenbleef, besloot ze door destraten te gaan dwalen inhet voetspoor van de Itali-aanse meester. Dagelijkswandelde Giorgio Morandi(1890-1964) van zijn ateliernaar de academie, waar hijals docent lessen in de ets-techniek gaf. Tot haar ver-rassing zag ze in de archi-tectuur een grote overeen-komst met het werk van debefaamde stillevenschilder.

Ruimte, licht, kleur envorm waren de enige dingenin de zichtbare werkelijk-heid die Morandi interes-seerden. Met die elementenbouwde hij een verstild enconsistent oeuvre op, zon-der opsmuk. In zijn kleinespaarzaam ingerichte ate-lier, dat tevens dienst deedals slaapkamer, bewaardehij tientallen eenvoudigevaasjes, flessen, potjes,doosjes, schaaltjes en kan-nen. Hiermee creëerde hijdag in, dag uit zijn zorgvul-dig gecomponeerde stille-vens.

Had Morandi vandaag dedag geleefd, dan was er vast

en zeker een label op de bes-te man geplakt, want gamaar na: de kunstenaar wasbehalve een boom van eenkerel ook vooral erg verle-gen, op het schuwe af. Hijhield van een regelmatig engeordend leven, probeerdeeen teveel aan prikkels bijvoorkeur tevermijdenen was nietal te handigin socialecontacten.In de catalo-gus valt te lezen dat hij stee-vast met onzekere tred liep,stuntelde in gezelschap entot op hoge leeftijd de blikvan een verdwaald kind had.

Zijn hang naar regelmaatverklaart wellicht ook zijn

monomane passie voor stil-levens. Op zichzelf is eenstilleven natuurlijk al eenonderwerp dat om een zeke-re rust en verstilling vraagt,maar bij Morandi wordt datnog eens versterkt doordathij niets aan zijn combina-ties van kopjes flessen of

vaasjes toevoegt: geen bloe-men, geen insecten of rijk-versierde kleden, niets.

„Waar het Morandi omging was om de kern te ra-ken, de essentie van de din-gen”, zegt Han Steenbrug-gen, directeur en conserva-tor van Museum Belvédère.„Volgens mensen die hemgekend hebben, was het eenheel rustige bedaarde man,die echt leefde voor hetschilderen. Het is absoluutfascinerend om te zien hoehij eindeloos hetzelfde the-ma herhaalt en er toch iede-re keer weer in slaagt ietsnieuws te maken. Want hoe-wel zijn stillevens steeds va-riaties op hetzelfde themazijn, is zijn werk beslist nietsaai en monotoon.”

Hoewel hij, volgens zeg-gen, Mondriaan veraf-schuwde omdat hij die temodern vond, zocht Moran-di net als de Hollandse schil-der van De Stijl in al zijncomposities naar de juistebalans. Aan de hand vansimpele voorwerpen kwamhij tot evenwichtige compo-sities, die een weldadigerust uitstralen. Het is dierust, die het werk van Mo-randi zo tijdloos en aantrek-kelijk maakt, zeker voor degejaagde mens in het digita-le tijdperk.

Steenbruggen selecteer-de voor de tentoonstellingin zijn museum vooral derijpe, naoorlogse stillevensvan Morandi. Door deze ingezelschap van de foto’s dieAda Duker maakte van deogenschijnlijk uniforme ar-chitectuur van Bologna tetonen, worden de overeen-komsten zichtbaar. De

zachte kleu-ren, waar-voor de Itali-aan eenoverduide-lijke voor-keur had,

zijn overal terug te vindenin binnenstad: het smoeze-lige wit, het gedempte geel,het poederachtige zalmro-ze, het grijs met daarin eenvleugje blauw of groen.

Ook de vormen en de rit-miek in zijn composities ko-men overeen met die van debouwwerken in het cen-trum van zijn geliefde stad,die hij zelden of nooit ver-liet. Eenmaal reisde Moran-di naar Zwitserland, waar inWinterthur een expositievan zijn werk opende, maarna twee dagen had hij al vre-selijke heimwee. De kunste-naar had een voorkeur voorgeometrische vormen enwisselde vorm en restvorm,lichte en donkere partijenaf, op eenzelfde manier zo-

als zon en schaduw stuiver-tje wisselen tussen de zui-lenrijen van de portico’s.

Volgens Ada Duker is datkenmerkende straatbeeld,dat hij dagelijks in zich op-nam, langzaam maar zeker

in het werk van Morandi ge-slopen. In de catalogus om-schrijft ze dat mooi: „AlsofBologna voor hem een ser-vieskast was, waar hij einde-loos uit kon putten.” Wie zalhet zeggen of het werkelijk

zo is geweest? Feit is dathaar blik een verrassendenieuwe kijk op zijn oeuvregeeft.

De tentoonstelling GiorgioMorandi en Bologna is tot en

met 10 juni te zien in MuseumBelvédère in Heerenveen(Oranjewoud). De expositie isonderdeel van het hoofdpro-gramma van LeeuwardenFryslan 2018, culturele hoofd-stad van Europa.

DE ARCHITECTUUR VAN ZIJN GEBOORTESTAD BOLOGNA INSPIREERDE MORANDI

Hij had al na tweedagen heimwee

Han Steenbruggen tussen deMorandi’s uit Bologna: „Volgensmensen die hem gekend heb-ben, was het een hele rustigebedaarde man, die echt leefdevoor het schilderen.”FOTO ANNE VAN DER WOUDE

Morandi gefotografeerd in zijn atelier in 1964. FOTO LIONNI

’Natura morta’ uit 1957 van Giorgio Morandi.

door Paola van de Velde

Stillevens zonder opsmuk

W12 DE TELEGRAAFWOENSDAG 28 FEBRUARI 2018

CULTUURW13CULTUURDE TELEGRAAF

WOENSDAG 28 FEBRUARI 2018

The Killers zijn terug in Nederland, vanavond speelt deband met Brandon Flowers voorop in Ziggo Dome.

MUZIEKTIP

kom, het bergdorp Chámbe-ry in Zuidoost-Frankrijk.Tegelijkertijd is de clip eenhommage aan mijn heldMaurice Baquet”, vertelt Ca-puçon. „Hij was een feno-menaal cellist én acteur. Dieveelzijdigheid herken ik.

Blijf je breder oriënterendan je instrument, is mijndevies.” De Fransmanstrijkt zijn bruine lokken uitzijn gezicht: „Mijn hele car-rière probeer ik op mijn in-tuïtie te varen. Dat heeft metot nu toe ver gebracht.”

Niet gek dus dat zijn al-bum de titel Intuitiondraagt. Het album draait omklassiekers als Vocalise vanRachmaninoff en De Zwaanvan Saint-Saëns, al zijn erook avontuurlijke uitstapjesnaar de ragtime-koningScott Joplin en tangospecia-list Astor Piazolla op te vin-den. Is het geen risico ommet repertoire te komen datvoorgangers uitmuntend

Hij ontving de presti-gieuze Victoires de laMusique – het Franseequivalent van de Gram-my –, volgde lessen bijlegende Heinrich Schiffen is een graag gezienegast bij het RotterdamsPhilharmonisch Orkest.Toch is de charmantecellist Gautier Capuçoneen relatief onbekende inNederland. Met zijnnieuwste album Intuition,dat van klassiek naarragtime gaat, wil hij daarverandering in brengen.

In het Amsterdamse Hil-ton Hotel is het goed toeven,vindt Gautier Capuçon.Warme chocomel staat optafel, buiten is het koud,maar zonnig. „Ik heb mijncello net in de kamer gezet,maar ik weet niet hoelang ’ie daar blijft. Degalm van de ontvangs-thal klinkt zo lekker.Het kriebelt om deakoestiek te testen.”De 36-jarige cellist heeft erzin in. Misschien wel omdathij een warme band heeftmet Nederland. Zo speeldehij al eens onder directievan Bernard Haitink en ishij regelmatig te gast bij hetRotterdams Philharmo-nisch Orkest.

Toch is Capuçon geenstandaardcellist. Hij houdtvan avontuur. De clip bij zijnalbum Intuition is opgeno-men in de vrieskou tussende besneeuwde bergen.„Een vriend van mij is cine-ast en we speuren altijdnaar hoe we onze talentenkunnen combineren. Hijvond dat ik wat moest doenmet de waar ik vandaan

hebben uitgevoerd? „Het isvoor mij een meerwaardeals je als luisteraar een ge-voel van herkenning er-vaart. Ik wil dat je wordt te-ruggeworpen in de tijdwaarin de stukken zijn ge-componeerd, waardoor her-inneringen levend blijven.”

In Frankrijk slaat Capu-çons aanpak aan. Zijn optre-dens worden geroemd omhun intensiteit. Regelmatigstaat ook zijn broer Renaud,een bekend violist, met hemop het podium. „Muziek zitin ons bloed”, beaamt hij.„Ik kreeg op mijn vierde eencello, direct was ik begees-terd.” Hij had het geluk datin zijn geboortedorp deprestigieuze Ecole Nationa-le de Musique de Chambéryis gevestigd. „Het studerenging mij gemakkelijk af. Iknam er pianoles bij, waar ikmijn liefde voor jazz in kwijtkon.”

Is het dan alleen muziekwat de klok slaat in huizeCapuçon? De violist kijkt dehoteltuin in. „Het helpt welals je na het muziek makenlekker op de ski’s kan sprin-gen.”

Carrière op intuïtie

Gautier Capuçon: geen standaardcellist. FOTO FELIX BROEDE

Nieuw album topcellist Gautier Capuçon

door Louis Gauthier

’Muziek zit in ons bloed’

In het verleden behaal-de resultaten bieden geengarantie voor de toe-komst. Dat blijkt maarweer eens bij het zien vande theaterversie van In deVlaamsche Pot, die maan-dagavond in premièreging in het Isala Theaterin Capelle aan den IJssel.

De gelijknamige tv-serie, over de perikelenin het restaurant van hethomoseksuele stel Luciënen Karel, waar hun hitsi-ge huurder Frits voortdu-rend de sexy serveerster

Dirkje probeert te versie-ren, werd tussen 1990 en1994 uitgezonden doorVeronica en was tamelijksuccesvol. Ondanks hetkluchtige karakter wer-den toch vaak pittigeonderwerpen aan dekaak gesteld.

Haye van der Heyden,een van de oorspronkelij-ke schrijvers, heeft zichnu ook over het theater-script gebogen, maar hijweet de tv-serie zelfs nietin de kern te benaderen.Er zijn weliswaar perso-nages die ergens in de

verte aan Karel, Luciën,Dirkje en Frits doen den-ken en hij heeft er watauthentieke uitsprakentussen gefrommeld, maarverder heeft hij een nogal

mager en voorspelbaarverhaaltje afgeleverd.

Zo is Dirkje terugge-bracht tot een ordinairegolddigger, waarbij Betti-na Holwerda eigenlijkniet verder komt dan watkoket gedraai. Voor deacteurs valt er werkelijkgeen eer aan dit stuk tebehalen.

Bovendien is de ’humor’

tenenkrommend plat-vloers, tenzij teksten als’een gepijpte hond is watanders dan een gebeftepoes’ je wel kunnen beko-ren.

Het is prijzenswaardigdat Theater van de Kluchthet blijspel nieuw levenin wil blazen, maar danmoet je dat genre wel eeraandoen. Eerder werdenbestaande, met name

Engelsekluchtengespeeld,zoals vorigseizoen bij-voorbeeld

Boeing Boeing. Met eenstevig script blijft er dannog wel wat overeind,maar dit was duidelijkeen stap te ver.

Wie warme herinnerin-gen bewaart aan de tv-serie In de Vlaamsche Pot,kan zich maar beter nietrichting het theater bege-ven.

Esther Kleuver

PLATVLOERS EN TENENKROMMEND

Wat: toneelkomedieWie: Theater van deKluchtSpel: Arijan van Bavel,Onno Innemee, BasMuijs, Bettina Holwerda,Sabine Beens Info: theatervande-klucht.nl

IN DE VLAAMSCHEPOT

V.l.n.r. Dirkje (Bettina Holwer-da), Frits (Arijan van Bavel),Luciën (Onno Innemee) enKarel (Bas Muijs).FOTO ERIK VAN DER BRUGT

Voorspelbaar enmager verhaaltje