117
De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open opstelling Universiteitsbibliotheek Utrecht, augustus 2016 ONDERZOEK NAAR DE SAMENSTELLING EN HET GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING IN DE UB UTRECHT MET DE BLIK OP 2025

De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

De (toekomstige)

vorm, inhoud en

functie van de

open opstelling

Universiteitsbibliotheek Utrecht, augustus 2016

ONDERZOEK

NAAR DE SAMENSTELLING

EN HET GEBRUIK VAN DE OPEN

OPSTELLING IN DE UB UTRECHT

MET DE BLIK OP 2025

Page 2: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

1

Dit onderzoeksverslag is in opdracht van de bibliothecaris Anja Smit geschreven door

Coen Wilders, in samenwerking met Anne Rutgers, Jan de Boer, Henk Zonneveld en vele

anderen.

Page 3: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

2

INHOUDSOPGAVE

VOORNAAMSTE BEVINDINGEN ........................................................................... 4

BESCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK .............................................................. 11

AANLEIDING VAN HET ONDERZOEK .............................................................................. 12

DOEL VAN HET ONDERZOEK ..................................................................................... 12

GEBRUIKTE ONDERZOEKSMETHODEN ........................................................................... 13

BOEKEN EN DE OPEN OPSTELLING IN BREDER PERSPECTIEF ........................... 18

ACQUISITIE VAN DIGITALE LITERATUUR IN UB´S ............................................................. 18

HET GEBRUIK EN FUNCTIE VAN DE OPEN OPSTELLING IN UB’S............................................... 22

GEBRUIK VAN E-BOOKS VERSUS PAPIEREN BOEKEN .......................................................... 24

VERSCHILLENDE GEBRUIKERSGROEPEN VAN E-BOOKS ....................................................... 26

VERWACHTINGEN VAN UITGEVERS .................................................................. 30

WAT BEPAALT OF EEN UITGEVER E-BOOKS PUBLICEERT? .................................................... 30

DE TE VERWACHTEN SITUATIE IN 2025 ROND E-BOOKS .................................................... 33

SAMENSTELLING EN GEBRUIK VAN DE UBU COLLECTIE ................................... 36

SAMENSTELLING VAN DE COLLECTIES EN DE OPEN OPSTELLING ............................................. 36

GEBRUIK VAN DE COLLECTIES EN DE OPEN OPSTELLING ..................................................... 41

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR ......................................................................... 48

COLLECTIES VAN DE FACULTEIT BÈTAWETENSCHAPPEN .................................. 52

SAMENSTELLING VAN DE OPEN OPSTELLING ................................................................... 53

GEBRUIK VAN DE PAPIEREN COLLECTIE ........................................................................ 55

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR ......................................................................... 57

COLLECTIES VAN DE FACULTEIT DIERGENEESKUNDE ...................................... 60

SAMENSTELLING VAN DE OPEN OPSTELLING ................................................................... 60

GEBRUIK VAN DE PAPIEREN COLLECTIE ........................................................................ 63

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR ......................................................................... 64

COLLECTIES VAN DE FACULTEIT GEESTESWETENSCHAPPEN ............................ 66

DE SAMENSTELLING VAN DE OPEN OPSTELLING ............................................................... 66

HET GEBRUIK VAN DE PAPIEREN COLLECTIE .................................................................... 69

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR ......................................................................... 72

COLLECTIES VAN DE FACULTEIT GENEESKUNDE .............................................. 75

DE SAMENSTELLING VAN DE OPEN OPSTELLING ............................................................... 75

GEBRUIK VAN DE PAPIEREN COLLECTIE ........................................................................ 77

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR ......................................................................... 80

COLLECTIES VAN DE FACULTEIT GEOWETENSCHAPPEN ................................... 83

DE SAMENSTELLING VAN DE OPEN OPSTELLING ............................................................... 83

GEBRUIK VAN DE PAPIEREN COLLECTIE ........................................................................ 85

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR ......................................................................... 88

COLLECTIES VAN DE FACULTEIT REBO ............................................................. 91

DE SAMENSTELLING VAN DE OPEN OPSTELLING ............................................................... 91

Page 4: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

3

TENDENSEN ROND HET GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING ................................................. 93

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR ......................................................................... 97

COLLECTIES VAN DE FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN ......................... 100

DE SAMENSTELLING VAN DE OPEN OPSTELLING ............................................................. 100

GEBRUIK VAN DE PAPIEREN COLLECTIE ....................................................................... 102

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR ....................................................................... 105

LITERATUURLIJST .......................................................................................... 108

Page 5: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

4

VOORNAAMSTE BEVINDINGEN

Het doel van het onderzoek is conclusies te trekken over de (toekomstige) vorm, inhoud

en functie van de open opstelling in de UB Utrecht (UBU). Om dat te kunnen doen is

vanuit het perspectief van de uitgever, de gebruiker en de bibliotheek antwoord gegeven

op twee onderzoeksvragen:

1) Wat is de verwachte ontwikkeling van de collectie van de UBU voor de

komende 10 jaar met betrekking tot de vorm waarin deze beschikbaar zal

komen (fysiek en digitaal)?

2) Hoe worden de collecties gebruikt en welke functie heeft de open opstelling

van fysieke materialen?

Toekomstige ontwikkelingen rond de samenstelling van de collectie

De verwachting is dat rond 2025 de meeste wetenschappelijke publicaties in zowel

papieren als elektronische vorm beschikbaar zijn, al ligt het beschikbaar komen van

elektronische alternatieven bij boeken1 gecompliceerder dan bij tijdschriften. Veel

boeken zijn vooralsnog alleen nog in papieren vorm beschikbaar, wat uitgevers vooral

verklaren door erop te wijzen dat er voldoende schaal (van afzetgebied, maar ook van

de uitgever zelf) en klantvraag nodig is om e-books te kunnen uitgeven. Veel boeken die

verschijnen bij kleine uitgevers, in niet-Engelstalige taalgebieden en die ook interessant

zijn voor een niet-wetenschappelijk publiek zijn tot nog toe alleen in papieren vorm

beschikbaar. Dit zal volgens uitgevers gaan veranderen. Er zal vermoedelijk steeds

minder schaal nodig zijn om e-books uit te geven, omdat de investeringskosten lager

zullen zijn, en de vraag naar e-books zal naar verwachting toenemen, zeker in de

particuliere markt. Tegelijkertijd is het voor uitgevers eenvoudig om naast een

elektronisch exemplaar, ook een papieren boek te blijven aanbieden. In dat opzicht is

interessant dat nog grotendeels onduidelijk is hoe het e-book zich onder meer qua prijs

en gebruiksvoorwaarden gaat ontwikkelen. Het is niet ondenkbaar dat de UBU, ondanks

een e-preferred beleid, jaarlijks duizenden papieren boeken zal blijven kopen, al is de

trend dat er telkens meer e-books ter beschikking worden gesteld.

De komende tien jaar zullen er door de opkomst van het e-book waarschijnlijk steeds

minder nieuwe titels aan de open opstelling toegevoegd worden, waarbij de verschillen

tussen faculteiten groot zullen zijn. In de periode 2007-2014 is het aantal papieren

boeken dat de UBU koopt met 64% afgenomen, van 15.295 naar 5.551 per jaar. Voor de

collecties van Bètawetenschappen, Diergeneeskunde, Geneeskunde, Geowetenschappen

en Sociale Wetenschappen wordt vooral digitaal materiaal gekocht en is het aantal

papieren boeken dat wordt aangeschaft klein (zie figuur 1). De papieren boeken die wel

voor deze collecties worden gekocht, betreffen vaak specifieke disciplines die nog papier

wensen (zoals Wiskunde binnen Bètawetenschappen) of bepaalde typen publicaties

(zoals studiemateriaal bij Diergeneeskunde en Geneeskunde). Dit beeld is totaal anders

binnen REBO en vooral binnen de Geesteswetenschappen. Bij REBO gaat bijna 80% van

de uitgaven aan boeken naar papier. Maar het meest in het oog springen de

Geesteswetenschappen: van de 5.500 papieren boeken die de UBU kocht in 2014, waren

er zo’n 4.000 bestemd voor deze faculteit.

1 Binnen het verslag wordt er gesproken van boeken als het over het publicatiemedium in het algemeen gaat.

Gaat het om een papieren exemplaar dan wordt dat vermeld. Als het gaat het om een elektronisch exemplaar dan

wordt de term e-book gebruikt.

Page 6: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

5

Figuur 1: aantal bestelde papieren boeken per faculteit, in de periode 2005-2014.

Figuur 2: aantal banden in de open opstelling per faculteit, in de periode 2005-2014.

Als er rekening wordt gehouden met de hoeveelheid papieren boeken die aan de

collecties wordt toegevoegd, dan zal de omvang van de open opstelling per faculteit

steeds meer gaan verschillen. De afgelopen tien jaar is de omvang van de open

opstelling sterk afgenomen, maar de verschillen tussen faculteiten waren daarbij groot

(zie figuur 2). Een steeds groter deel van de papieren collectie is in het depot komen te

staan, doordat oudere papieren boeken die minder gebruikt werden naar het magazijn

zijn verplaatst. Daarnaast zijn veel papieren tijdschriften uit de open opstelling

Page 7: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

6

verwijderd, omdat deze in digitale vorm beschikbaar kwamen. Als deze trend zich

voortzet, dan zullen de open opstellingen van de meeste faculteiten in de toekomst klein

zijn. De open opstelling van Geesteswetenschappen zal naar verwachting een telkens

groter deel van de open opstelling gaan vormen: in 2014 was dat al meer dan 50% van

het totaal. In de UB Uithof zal dan nog slechts een kleine open opstelling zijn en het

overgrote deel van de open opstelling zal dan in de UB Binnenstad staan.

Gebruik van de collecties en functie open opstelling

Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren

publicaties minder gebruikt. Als er kortere teksten geraadpleegd moeten worden, zoeken

in een tekst belangrijk is of snelle, plaatsonafhankelijke toegang een grote rol speelt bij

de selectie van literatuur, dan geven de meeste gebruikers de voorkeur aan digitale

publicaties. In alle disciplines zijn gebruikers over het algemeen tevreden over het

gebruik van e-journals. Bovendien worden binnen de meeste disciplines vooral recente

publicaties geraadpleegd, die meestal alleen in digitale vorm door de UBU zijn gekocht.

Daarbij geldt dat er binnen disciplines grote verschillen kunnen zijn. Gekeken op facultair

niveau vormen vooral de geesteswetenschappers de uitzondering. Meer dan 50% van

het totaal aantal uitleningen van papieren publicaties binnen de UBU werd in 2014 door

geesteswetenschappers gedaan, terwijl toen 10,4% van de UU-medewerkers en 19,9%

van de UU-studenten tot deze faculteit behoorde.

Figuur 3: gemiddeld aantal uitgeleende banden per jaar aan medewerkers, in de periode 2010-

2014.

Page 8: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

7

Figuur 4: gemiddeld aantal uitgeleende banden per jaar aan studenten, in de periode 2010-2014.

Het gegeven dat geesteswetenschappers veel meer papieren boeken gebruiken, komt

door verschillende factoren. Deels heeft dit te maken met de vorm waarin publicaties

beschikbaar worden gesteld. Veel geesteswetenschappers hebben geen andere keus dan

papieren publicaties te raadplegen, gewoonweg omdat er geen elektronisch alternatief is.

Maar de keus om een papieren boek te gebruiken, hangt niet alleen van de

beschikbaarheid af, maar ook van het lees- en leergedrag van de gebruiker. Studenten

en medewerkers willen over het algemeen langere teksten in papieren vorm raadplegen,

omdat het op een scherm minder prettig is lang te lezen en moeilijker is om de structuur

van een tekst te doorgronden. Ook als gebruikers een gecompliceerde tekst intensief

willen bestuderen, doen ze dat bij voorkeur op papier, omdat het eenvoudiger is om dan

met een tekst te interacteren waardoor het beter internaliseert. Omdat

geesteswetenschappers over het algemeen niet alleen langer lezen, maar ook veel meer,

zijn zij ook meer gehecht aan het gebruik van papieren publicaties. (zie figuur 3 en 4).

Bij het gebruik van de open opstelling zijn er evenwel niet alleen grote verschillen tussen

disciplines, maar vooral ook tussen studenten en medewerkers (zie figuur 5). Over het

algemeen geldt dat buiten de Geesteswetenschappen, REBO en enkele andere kleinere

disciplines de gebruikers vrijwel alleen maar digitaal materiaal gebruiken en weinig de

open opstelling raadplegen. Bij veel studenten speelt bij de selectie van hun literatuur

vooral mee dat zij snel toegang willen tot materiaal en om die reden een voorkeur

hebben voor digitale publicaties. Bovendien wordt de literatuur die zij gebruiken vaak

door docenten voorgeschreven, waardoor zij minder geneigd zijn zelf op zoek te gaan

naar literatuur en dus een open opstelling minder nodig hebben. Ook onder

medewerkers daalt het gebruik van de open opstelling, maar hier spelen andere factoren

mee. Degenen die papieren boeken gebruiken, zouden de open opstelling wel willen

raadplegen, maar vinden vaak dat deze te ver van hun werkplek staat, beschouwen de

UBU vooral als het domein van studenten en vinden dat er te weinig plek is om papieren

boeken te raadplegen. Zij lossen dit (noodgedwongen) op door papieren boeken in veel

gevallen via de catalogus aan te vragen en vervolgens op hun eigen werkplek te

Page 9: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

8

raadplegen. Hierdoor is er sprake van een paradox: de UBU wordt vooral bezocht door

studenten die de open opstelling over het algemeen weinig gebruiken, terwijl veel

medewerkers weinig in de UBU komen, maar de open opstelling wel zouden willen

raadplegen.

Figuur 5: what do you do when you visit the University Library? Answer: search or read literature

from the bookshelves (all respondenten, weergegeven in percentages, N=800).

Figuur 6: what do the books in the library bookshelves mean to you? Answer: to me, books on the

bookshelves create an intellectually stimulating and supportive environment (alle respondenten,

weergegeven in percentages, N=676).

Voor studenten en medewerkers heeft de open opstelling niet alleen een functie als bron

van informatie, maar ook als intellectueel stimulerende omgeving. Veruit de meeste

studenten en medewerkers van de UU, in alle disciplines, onderschrijven deze brede

functie van de open opstelling - ook degenen die de open opstelling niet gebruiken (zie

figuur 6). Daarbij hechten vooral binnen de Geesteswetenschappen zowel studenten als

medewerkers aan de browsefunctie die de open opstelling biedt, vanwege de

serendipiteit bij het zoeken op onderwerp, maar ook omdat het staand voor een kast

eenvoudiger is snel een indruk te krijgen van de beschikbare literatuur. Anders dan bij

tijdschriften, speelt bij boeken het fysieke uiterlijk ervan een grote rol bij de selectie van

literatuur. Gebruikers kunnen eenvoudiger door een papieren exemplaar bladeren, zien

Page 10: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

9

in één oogopslag wat de uitgever is, enzovoorts. Maar doordat er steeds meer

publicaties in de open opstelling ontbreken, doordat deze digitaal gekocht worden, wordt

hiervan steeds minder gebruikt gemaakt. De open opstelling krijgt geleidelijk aan steeds

meer alleen de functie van een intellectueel stimulerende omgeving voor studerende

studenten.

Figuur 7: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het aantal uitleningen uit de open opstelling van

de faculteiten, gebaseerd op de trend sinds 2010.

Conclusies over de toekomstige vorm, inhoud en functie van de open opstelling

De verwachting is dat in 2025 de open opstelling als bron van informatie alleen nog een

belangrijke rol speelt binnen de Geesteswetenschappen en in mindere mate ook binnen

REBO en enkele andere disciplines. Tegen die tijd zal het aantal uitleningen bij alle

faculteiten vermoedelijk sterk zijn gedaald (zie figuur 7). Maar de mate waarin zal niet

alleen door gebruikers, maar ook in hoge mate door de bibliotheek zelf bepaald worden.

De UBU heeft over tien jaar de keuze of zij een publicatie in papieren of elektronische

vorm aanschaft. Binnen veel disciplines zal waarschijnlijk de voorkeur uitgaan naar een

e-journal of e-book. De open opstelling zal daardoor langzaam verouderen en minder

gebruikt worden, een proces dat overigens al jaren gaande is.

Toch kan de open opstelling een belangrijke rol spelen in de fysieke bibliotheek van de

toekomst. Aansluitend bij de behoefte van zowel studenten als de medewerkers, kan de

open opstelling:

1) gebruikt worden voor het beschikbaar stellen van publicaties waarvan gebruikers

ze bij voorkeur in papieren vorm raadplegen, vanwege hun lees- of

leerbehoeften. Bij de collectievorming zal rekening gehouden moeten worden

waarvoor en op welke manier publicaties geraadpleegd worden. Los van de vraag

of boeken überhaupt als e-book beschikbaar zijn, zou bijvoorbeeld de keuze

gemaakt kunnen worden bundels vooral in digitale vorm te kopen en

monografieën niet. Dit zou waarschijnlijk betekenen dat voor sommige

disciplines, zoals de Geesteswetenschappen, er een relatief grote open opstelling

gehandhaafd zou moeten worden, terwijl in de meeste andere disciplines een

kleine open opstelling kan volstaan.

Page 11: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

10

2) de fysieke bibliotheek als een plaats voor studie en onderzoek (blijven)

versterken. Vrijwel alle gebruikers zien de open opstelling als intellectueel

stimulerende omgeving, ook degenen die niet of nauwelijks gebruik maken van

de collectie. Hiervan kan gebruik gemaakt (blijven) worden bij de inrichting van

de bibliotheek. Daarbij zal wel rekening gehouden moeten worden met de

uiteenlopende behoeften van studenten en medewerkers. Onder studenten is er

een luide roep om meer studieplaatsen, maar ook vinden zij het fijn om tussen

boekenkasten te studeren, omdat deze rust uitstralen. Onder medewerkers is er

vooral behoefte aan raadpleegplaatsen, desnoods in de vorm van

uitschuifplanken in de kasten, waar zij gelegenheid hebben om de literatuur uit

de kast te bestuderen of kort in te zien.

3) bijdragen aan de integratie van de fysieke en digitale collectie en de toegang

daartoe. Tot aan 2025 zal er in toenemende mate een hybride collectie ontstaan,

doordat steeds meer publicaties in digitale vorm worden gekocht, maar veel

boeken ook nog in papieren vorm worden aangeschaft, nog afgezien van de 3,64

miljoen banden die de UBU momenteel bezit. Bij het toegankelijk maken van

wetenschappelijke informatie dient er nagedacht te worden dat ook in de

toekomst gebruikers niet alleen online, maar ook in de fysieke bibliotheek

toegang (willen) krijgen tot informatie. Elders wordt er geëxperimenteerd met

bijvoorbeeld een blended shelf, waarbij staand voor de kast de gebruiker ook

inzicht krijgt in welke digitale publicaties de bibliotheek bezit. De UBU zou kunnen

aansluiten bij dergelijke experimenten om de samenhang tussen de open

opstelling en de overige (digitale) collectie te versterken en het gebruik ervan te

blijven stimuleren.

Page 12: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

11

BESCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK

Sinds enkele decennia hebben studenten en medewerkers van de Universiteit Utrecht

(UU) direct toegang tot een deel van de papieren collectie van de Universiteitsbibliotheek

Utrecht (UBU), opgesteld in kasten. Wanneer studenten en wetenschappers wordt

gevraagd naar hun mening over deze zogenaamde ´open opstelling´, dan roept dat heel

uiteenlopende reacties op:

“[Books] give atmosphere, although I don’t really use them.”

“I never search for a book at the library. I always search online.”

“Don’t you dare remove actual books from the library.”

“Create more study spots.”

“I can’t study without my handbooks and the literature in the library.”

”Though I don’t make use of them [i.e. books] that much, I would prefer staying them

were they are.”

“Don’t even think about creating more study places by removing books. Instead, remind

people that books are awesome.”

“If you are considering taking away books and making more space for study spots, that’s

a brilliant plan.”

“At the end it is the main function of the library. So they [i.e. books] should be there.”

“I think most of the visitors of the library use the library for a desk to study. It would be

great if more places are arranged for desks instead of books.”

“I like the books are being there. I find them stimulating. However, for many studies I

mostly use electronic journals.”

“I think books are an essential element of a library. It is good to have them on screen as

well, but I wouldn’t want to miss them. It creates an intellectual stimulating

environment. Digitization is a good thing, but should never replace paper.”

“I study at desks from my own study books”

“I always search online and let the books come to the library for me. Great service!”

“Please, don’t take the books away!!!”

“Although many students do not utilize the library to check out books, I think the

presence of books lend a certain charm to this place.”

“It makes the library, a library.”2

In het beleidsplan van de UBU staat dat de bibliotheek een ‘inspirerende omgeving’ wil

bieden, waar studie en ontmoeting plaatsvindt. Er wordt nagedacht over de inrichting

van de bibliotheekgebouwen, om deze te laten voldoen aan de uiteenlopende wensen

van gebruikers. Om aan de wens voor meer studieplekken tegemoet te komen, is

bijvoorbeeld de keus gemaakt dat “de omvang van de fysieke collectie in de open

opstelling [geleidelijk daalt] ten gunste van de inrichting van studieplaatsen,” vooral in

de UB Uithof.3 Maar ook het beschikbaar stellen van de fysieke en digitale collectie is één

van de kerntaken van de UBU. De aanwezigheid van de collectie in het

bibliotheekgebouw speelt daarbij een wezenlijke rol. Zoals in het beleidsplan verwoord is

“de bibliotheek […] het laboratorium van de Geesteswetenschappen.”4

2 Willekeurige bloemlezing van reacties van gebruikers uit de survey over de open opstelling in de UBU,

gehouden in 2015. 3 http://www.uu.nl/sites/default/files/ubu_beleidsplan2015-2017_nl.pdf 26-27.

4 Idem, 5.

Page 13: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

12

AANLEIDING VAN HET ONDERZOEK

Rond de open opstelling in de UBU zijn de afgelopen decennia twee belangrijke

ontwikkelingen gaande. Ten eerste worden sinds de jaren tachtig van de 20ste eeuw de

bibliotheken en collecties van de UU gecentraliseerd. Er waren aanvankelijk 145

instituutsbibliotheken. Nu resteren er drie bibliotheeklocaties: de UB Uithof (sinds 2004),

de UB Binnenstad (sinds 2009) en de bibliotheek Wiskunde in het Hans

Freudenthalgebouw op De Uithof. Ten tweede zijn sinds eind jaren negentig van de 20ste

eeuw de bibliotheekcollecties steeds digitaler geworden. Eerst kwamen vooral

tijdschriften in elektronische vorm beschikbaar en sinds 2010 koopt de UBU ook e-books.

Als gevolg van deze twee ontwikkelingen bevindt de collectie van de UBU zich nu in de

open opstelling van de drie bibliotheeklocaties, in het magazijn in de UB Uithof en in ‘the

cloud’.

De kwaliteit van de open opstelling staat onder druk. Lang was het voor studenten en

medewerkers van de UU de voornaamste plek om informatie te vinden. Maar hoewel het

grootste deel van de UBU-collectie nog altijd uit papieren materiaal bestaat, ontbreken

door de voortschrijdende digitalisering steeds vaker belangrijke werken in de open

opstelling. Hierdoor is de vraag steeds urgenter geworden wat in de toekomst de functie

zal zijn van de open opstelling is. Hoe gaat de open opstelling eruit zien, hoe is deze

samengesteld, met welk doel en voor wie? Hoe breed is bijvoorbeeld de behoefte aan

het ‘browsen’ langs de open opstelling en hoe zal deze behoefte zich gaan ontwikkelen in

een alsmaar digitaler wordend tijdperk? Wat zijn de consequenties daarvan voor de

inrichting van de UBU?

Dit alles maakt dat met de opkomst van de digitalisering van wetenschappelijke

literatuur opnieuw nagedacht moeten worden wat de inhoud, vorm en functie van de

(papieren) open opstelling moet zijn, in relatie tot de digitale collectie en het magazijn.

Er moet daarbij rekening worden gehouden met de verschillen tussen faculteiten, zowel

qua samenstelling van de collectie als het gebruik daarvan. Hiertoe heeft de

bibliothecaris Anja Smit opdracht gegeven voor een onderzoeksproject, getiteld ‘Functie

Open Opstelling UB Utrecht’. Het is de bedoeling een toekomstverwachting uit te spreken

over hoe de functie van de open opstelling zich de komende 10 jaar (tot 2025) gaat

ontwikkelen.

Het project moet uiteindelijk als een basis dienen voor het ontwikkelen van een visie

voor een coherente open opstelling, die wat betreft vorm en inhoud voldoet aan de

behoeften van de gebruikers. Daarnaast zal het onderzoek mede als uitgangspunt

kunnen dienen voor een plan om te kunnen inspelen op toekomstige ontwikkelingen

rond de inrichting van de UBU-locaties.

DOEL VAN HET ONDERZOEK

De opdrachtgever heeft zijn opdracht als volgt geformuleerd: Doel is het uitvoeren van

een onderzoek naar (1) de ontwikkeling van de samenstelling van de UBU-collecties en

(2) naar het gebruik van deze collecties, in het bijzonder naar de functie van de open

opstelling. Het beoogde resultaat is een onderzoeksverslag waarin de volgende

onderzoeksvragen beantwoord worden:

1

Page 14: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

13

1) Wat is de verwachte ontwikkeling van de collectie van de UBU voor de komende

10 jaar met betrekking tot de vorm waarin deze beschikbaar zal komen (fysiek en

digitaal)? Deze verwachting moet gebaseerd zijn op de verwachting van wat er

beschikbaar komt in papieren en digitale vorm, op de ontwikkeling van de

beschikbare budgetten voor de papieren en digitale collectie en op de

ontwikkeling van de aanwas van papieren en digitale collecties.

2) Hoe worden de collecties gebruikt en welke functie heeft de open opstelling van

fysieke materialen? Dit moet gebaseerd zijn op gebruikcijfers en op het gedrag

van gebruikers.

3) Welke conclusies kunnen worden getrokken op basis van deze ontwikkelingen

(vraag 1 en 2) over de inhoud, vorm en functie van de open opstelling van

fysieke collecties?

Hierbij wordt het volgende onderscheid gemaakt, namelijk formats (onderscheid tussen

boeken en e-books, tijdschriften en e-journals), disciplines (onderscheid tussen

faculteiten en eventueel daarbinnen (waar mogelijk en gewenst) tussen departementen),

gebruikersgroepen (onderscheid tussen wetenschapper, BA-student en MA-student)

en locaties (onderscheid tussen de UB Uithof, de UB Binnenstad en het depot).

AFBAKENING

In het projectvoorstel is vastgelegd waartoe het project zich zal beperken. Het project

richt zich op de fysieke collectie in de open opstelling van de UB Utrecht, in de locaties

UB Binnenstad en UB Uithof, op de fysieke collectie in het depot en op de digitale

collectie. Daarnaast beperkt de scope zich tot gebruik en gedrag van studenten en

medewerkers van de UU.

Buiten het project valt het ontwikkelen van een visie (of visies) op de open opstelling,

het maken van keuzes over de inhoud, vorm en functie van de open opstelling en het

ontwikkelen van ideeën en activiteiten over de inrichting van de bibliotheeklocaties.

Daarnaast blijven grotendeels buiten beschouwing de open opstelling van de locaties

Universiteit van Humanistiek, Diergeneeskunde, Wiskunde en UMC Utrecht, het

materiaal gepubliceerd vóór 1900 (Bijzondere Collecties), evenals alle mogelijke

gebruikersgroepen die geen wetenschapper of student zijn van de UU.

GEBRUIKTE ONDERZOEKSMETHODEN

Om antwoord te kunnen geven op de geformuleerde onderzoeksvragen, zijn er in de

periode juni 2015 tot en met maart 2016 kwantitatieve en kwalitatieve gegevens

verzameld, door middel van (1) het in kaart brengen van bestaande gegevens in de

registratiesystemen van de UBU, (2) een literatuuronderzoek, (3) een papieren survey

onder gebruikers van UBU en een online survey onder medewerkers, (4) interviews met

uitgevers en (5) een gestructureerd groepsproces met focusgebruikersgroepen. De

uiteenlopende methodes worden hierna toegelicht.

VERZAMELEN BESTAANDE GEGEVENS

De projectgroep heeft met medewerking van de afdeling ICT-beheer veel gegevens

verzameld als het gaat (1) om de acquisitie voor de UBU collecties en (2) het gebruik

van de UBU-collecties (vooral de papieren collectie). Hierbij is vooral, maar niet alleen,

Page 15: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

14

gebruik gemaakt van kengetallen en de benchmark-rapporten, Aleph-uitvoerrapporten

en acquisitierapporten. De verzamelde kwantitatieve data zijn vervolgens bewerkt en per

faculteit verwerkt in grafieken. Deze grafieken zijn voor iedere faculteit afzonderlijk

besproken met de vakspecialisten, vooral om trends in de samenstelling van de

collecties (in het bijzonder de open opstelling) te kunnen duiden. In dit kader is ook aan

de vakspecialisten gevraagd hoe zij de toekomstige acquisitie(budgetten) van de

faculteiten zien ontwikkelen.

Belangrijke beperking:

Als het gaat om het gebruik van digitaal materiaal, kan er binnen de registratiesystemen

waarover de UBU beschikt geen onderscheid gemaakt worden tussen gebruikersgroepen

en disciplines. De gebruikersstatistieken van e-journals en e-books zijn voor het

overgrote deel alleen UU-breed te genereren.

LITERATUURONDERZOEK

Om de ontwikkelingen rond de samenstelling en het gebruik van de UBU-collecties in

breder perspectief te plaatsen, is er systematisch literatuuronderzoek gedaan. Hierbij is

gebruik gemaakt van de databases Library and Information Science Abstracts (LISA),

Scopus en Google Scholar, om literatuur te vinden die betrekking heeft op te verwachten

toekomstige ontwikkelingen op het gebied van wetenschappelijke publicatiecultuur

(vooral de voortschrijdende digitalisering), het gebruik van de collecties (vooral de open

opstelling) en de inrichting van universiteitsbibliotheken (vooral de open opstelling en

studieplekken).

Er is gebruik gemaakt van zogenaamde search chains, waarna de zoekresultaten

handmatig zijn gefilterd op relevantie. De zoekresultaten zijn via de sneeuwbalmethode

aangevuld met andere relevante literatuur. NB. Doel van het literatuuronderzoek was

niet zozeer om alle publicaties te omvatten, als wel om een goed beeld te krijgen van de

huidige stand van zaken van het onderzoek.

PAPIEREN SURVEY IN DE UB-LOCATIES

Om goed zicht te krijgen op het huidige gebruik van de open opstelling is er een

papieren survey verspreid in de UB Binnenstad en UB Uithof. Doel van deze survey was

om kwantitatieve gegevens te verzamelen, zeker over onderwerpen waarbij de

registratiesystemen ontoereikend zijn, zoals het gebruik niet-uitleenbaar materiaal of de

open opstelling als intellectueel stimulerende omgeving.

De korte vragenlijst behandelde achtereenvolgens de achtergrond van de bezoeker

(gebruikersgroep en faculteit), welke UB-locatie het meest wordt bezocht, wat tijdens

het bezoek wordt gedaan, waarvoor men al dan niet de open opstelling gebruikt en wat

de open opstelling voor de gebruiker betekent.

De vragenlijst werd uitgedeeld door medewerkers van PD en ingevuld op statafels bij de

ingang van de beide UB-locaties. Hierbij werd geselecteerd op studenten en

medewerkers van de UU. Bezoekers mochten de vragenlijst maar één keer invullen. Om

zoveel mogelijk een bias te voorkomen, mochten per sessie (van twee uur) hoogstens

50 vragenlijsten ingevuld worden per locatie. In totaal zijn er 810 vragenlijsten ingevuld,

402 in de UB Binnenstad en 408 in de UB Uithof.

Page 16: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

15

Belangrijke beperking:

Met deze methode is er geen zicht gekregen op het UU-brede gebruik van de UBU-

locaties en de open opstelling. De uitkomsten gelden vooral voor bezoekers van de UBU-

locaties.

ONLINE SURVEY

Omdat de verwachting was dat met een papieren survey in de UBU-locaties het

wetenschappelijk personeel minder goed bereikt zou worden, omdat deze de bibliotheek

minder vaak bezoeken dan studenten, is er gekozen voor een aanvullende online survey,

gericht op docenten en onderzoekers. Het was niet mogelijk de survey breed onder het

wetenschappelijk personeel te verspreiden. Aan de faculty liaisons en vakspecialisten is

daarom gevraagd om onder hun bestaande contacten de online survey te verspreiden.

Zij moesten ervoor zorgen dat de samenstelling van de responsegroep zou bestaan uit

een gevarieerde groep wetenschappers.

De vragen van de online survey waren hetzelfde als van de papieren survey, behalve dat

er een extra vraag was toegevoegd over welk belang het wetenschappelijk personeel ziet

van de open opstelling voor studenten. In totaal hebben 176 leden van het

wetenschappelijk personeel de online survey ingevuld (en 12 wetenschappers de

papieren survey).

De data van de papieren en online survey zijn in de analyse samengevoegd, in

samenwerking met het Loket Gebruikersonderzoek. De responsegroep waarop het

onderzoek gebaseerd is, bestond uit 831 respondenten, waarvan 365 BA-studenten, 285

MA-studenten en 181 docenten en/of onderzoekers.5

Faculteit BA-

studenten

MA-

studenten

Docent/

Onderzoeker

Totaal

Bètawetenschappen 31 45 18 94

Diergeneeskunde 2 6 1 9

Geesteswetenschappen 100 47 73 220

Geneeskunde 13 17 16 46

Geowetenschappen 33 56 30 119

Recht, Economie en Bestuur en

Organisatie

78 50 15 143

Sociale Wetenschappen 108 64 28 200

Belangrijke beperking:

Het gegeven dat de selectie van mogelijke respondenten plaatsvond door de faculty

liaisons en vakspecialisten heeft ervoor gezorgd dat de responsegroep niet willekeurig

tot stand is gekomen. Met deze methode is niet gestreefd naar een representatief beeld

van het wetenschappelijk personeel, maar naar een goede afspiegeling van voor de UBU

belangrijke gebruikersgroepen.

5 Respondenten die aangaven dat zij niet tot een van de gebruikersgroepen (BA-studenten, MA-studenten of

wetenschappelijke medewerker) van een van de zeven UU faculteiten behoorden, zijn buiten beschouwing

gelaten.

Page 17: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

16

INTERVIEWS MET UITGEVERS

Om zicht te krijgen op de toekomst van de wetenschappelijke publicatiecultuur, vooral

als het gaat om het digitaal beschikbaar komen van wetenschappelijke publicaties, zijn

interviews afgenomen met in totaal zeven uitgevers en twee leveranciers. Het streven

was om algemene tendensen in kaart te brengen, zodat (op facultair niveau) een

gefundeerde uitspraak gedaan kan worden over in hoeverre de literatuur (vooral

boeken) die de UBU aanschaft in de toekomst (2025) digitaal beschikbaar zal zijn.

Tijdens de interviews is ingegaan op de huidige en de te verwachten situatie binnen de

leverancier c.q. uitgeverij en de representativiteit daarvan voor bredere ontwikkelingen

binnen de wetenschappelijke publicatiecultuur. Ter versterking van de interne validiteit

van het onderzoek is voor de interviews een instructie geschreven, die ervoor zorgde dat

de interviews vergelijkbaar verliepen. De bevindingen hebben vervolgens hun neerslag

gekregen in gespreksverslagen.

Bij de keuze voor met welke leveranciers en uitgevers gesproken zou worden was

leidend of de gesprekspartners een brede blik hebben op de uitgeverswereld. Hierbij

werd aanvankelijk vooral uitgegaan van een spreiding over disciplines. Daarnaast is

rekening gehouden met de schaal en taalgebied van uitgevers, omdat dit bepalend bleek

voor de mate waarin e-books beschikbaar komen. Uiteindelijk zijn interviews gehouden

met de volgende personen:

Leveranciers:

- Erasmus Boekhandel: Dirk Raes (Managing Director), Maarten Hepp (Operations

Manager) en Beate A Jahnel (Projectleider)

- Yankee Book Peddler: Michael Zeoli (Vice President, YBP Strategic eContent

Development and Partner Relations)

Uitgevers:

- Boom: Wirt Soetenhorst (Directeur, divisie Den Haag)

- Brepols Publishers: Patrick Daemen (Marketing Manager)

- Edward Elgar Publishing: Tim Williams (Managing Director)

- Olms Verlag: Mirjam Burgdorf (Verantwoordelijk voor e-books) en Bruno Vogel

(Verantwoordelijk voor contact met bibliotheken en personen)

- Springer Nature: Wim van der Stelt (Executive Vice President Corporate Strategy)

- Uitgeverij Verloren: Tys Verloren van Themaat (Uitgever)

- Wiley: Lisa Nachtigall (Director of Business Development, Digital Books)

NB. Met alle gesprekspartners is afgesproken dat in het onderzoeksverslag niet verwezen

zal worden naar de specifieke situatie bij leveranciers of uitgeverijen, noch dat de

gesprekspartners geciteerd zullen worden. Drie uitgevers hebben niet gereageerd op ons

verzoek tot een interview, namelijk Cambridge University Press, Oxford University Press

en Kluwer.

GESTRUCTUREERD GROEPSPROCES MET FOCUSGEBRUIKERSGROEPEN

Om de verzamelde kwantitatieve data over het gebruik van de open opstelling goed te

kunnen duiden zijn vier bijeenkomsten georganiseerd met focusgebruikersgroepen. Via

Page 18: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

17

een gestructureerd groepsproces is ernaar gestreefd de mening van individuen in

groepsverband te expliciteren en in kwalitatieve termen weer te geven. Hierbij is het

groepsproces zo gestructureerd dat is voorkomen dat dominante persoonlijkheden of

gevestigde belangen de overhand krijgen en de resultaten vertekenen.

Er is uitgegaan van de ‘seriële verklarende techniek’, waarbij de kwantitatieve data die

binnen het project verzameld zijn via kwalitatieve data geduid zijn. Hiertoe hebben in

een gestructureerde procedure “gebruikers” in een aantal rondes een aantal opdrachten

uitgevoerd. Hiermee is zicht verkregen op mogelijke verklaringen voor de tendensen in

het gebruik van de open opstelling.

Bij de samenstelling van de focusgebruikersgroepen zijn disciplines die grote

overeenkomsten vertonen zoveel mogelijk samengevoegd. Daarnaast is ernaar gestreefd

om elke focusgroep te laten bestaan uit een BA-student, MA-student, PHD-student, UD,

UHD en een hoogleraar. Maar in de praktijk bleek dit streven niet haalbaar. Uiteindelijk

zijn de volgende groepen gevormd: Sociale Wetenschappen en Geowetenschappen (6

personen), Bètawetenschappen, Diergeneeskunde en Geneeskunde (6 personen),

Geesteswetenschappen (7 personen) en REBO (2 personen). Van elke bijeenkomst is

een verslag gemaakt, dat gebruikt is bij het interpreteren van de kwantitatieve data

rond het gebruik van de open opstelling.

Belangrijke beperking:

De focusgroepen vormen geen representatie van alle gebruikersgroepen van de UBU.

Zeker de focusgroep REBO is daarvoor helaas te klein geweest. De uitkomsten geven wel

een belangrijke indicatie voor wat volgens gebruikers de tendensen in het gebruik van

de open opstelling verklaart.

Page 19: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

18

BOEKEN EN DE OPEN OPSTELLING IN BREDER PERSPECTIEF

Wereldwijd ontwikkelen bibliotheken nieuwe vormen om informatie beschikbaar te

maken aan lezers. Dat is niet nieuw. In de geschiedenis hebben bibliotheken zich onder

meer moeten aanpassen aan de opkomst van de codex (ruim 2000 jaar geleden), de

boekdrukkunst (ongeveer 500 jaar geleden) en digitale media (ongeveer 100 jaar

geleden). Het instituut universiteitsbibliotheek (UB) is in dat opzicht nog een relatief

nieuw verschijnsel, met haar opkomst vooral in de negentiende eeuw en verdere

professionalisering in de twintigste eeuw. Net als andere bibliotheken moeten UB’s

nadenken over wat hun rol zal zijn in de digitale eenentwintigste eeuw.6

Eén van de belangrijkste vragen die momenteel binnen UB’s speelt is hoe de fysieke

bibliotheek zich zal gaan verhouden tot de digitale bibliotheek. Hoewel veel bibliotheken

hiermee bezig zijn, is er slechts weinig literatuur beschikbaar waarin concrete

toekomstverwachtingen op dit gebied worden uitgesproken. Deels komt dat doordat het

e-book nog een relatief nieuw verschijnsel en nog sterk in ontwikkeling is.7 Er is al wel

veel geschreven over hoe collecties zich aan het ontwikkelen zijn, in het bijzonder over

de snelheid waarmee literatuur digitaal beschikbaar komt en onder welke voorwaarden

dat gebeurt. Bovendien is er steeds meer bekend over de manier waarop fysieke en

vooral digitale collecties worden gebruikt.

ACQUISITIE VAN DIGITALE LITERATUUR IN UB´S

In Nederland verscheen in 2011 het UKB8-beleidsplan met de veelzeggende titel ‘De

wetenschappelijke bibliotheek op weg naar ‘the cloud’’.9 UB’s zijn onderdeel van een

wetenschappelijk communicatiesysteem dat in toenemende mate digitaliseert. In deze

tendens gaan de UB’s mee.10 Van oudsher hebben zij als taak het beschikbaar maken en

houden van publicaties, zowel als het vindbaar maken ervan, welke zich nu vertaalt naar

het digitale tijdperk.11 UB’s schaffen een steeds groter deel van de wetenschappelijke

publicaties in elektronische vorm aan, als e-journal of e-book. De belangrijkste reden die

UB’s daarvoor geven is dat gebruikers in toenemende mate verwachten dat zij 24/7 en

overal toegang hebben tot informatie. Digitale publicaties kunnen beter dan papieren

publicaties aan deze verwachting voldoen.12 Daarnaast sluiten UB’s met digitale

collecties aan bij ontwikkelingen binnen het universitaire onderwijs, rond bijvoorbeeld

‘distance learning’ , waarbij online materiaal een grote rol speelt. Digitale publicaties zijn

6 Paulus Jr, “Reconceptualizing Academic Libraries and Archives in the Digital Age.”

7 (Mincic-Obradovic, 2010) 16. Over wat een e-book precies is en wat niet, wordt veel gediscussieerd. In dit

stuk wordt uitgegaan van de definitie van Mincic-Obradovic die een e-book beschouwt als iedere monografie

die in elektronische vorm beschikbaar is gemaakt, ongeacht de vorm en samenstelling. 8 Het UKB is het samenwerkingsverband tussen Nederlandse universiteitsbibliotheken en de Koninklijke

bibliotheek. 9 (Smit, 2011)

10 (Parks & Geller, 2012)

11 (Sewell, 2013) 44-45; (R. Anderson, 2011b). Anderson wijst er terecht op dat de positie van de bibliotheek

aan het veranderen is; zij is met de komst van het Internet voor academici niet meer de belangrijkste toegang tot

informatie. 12

(McMullen, 2012); (Proctor, 2013)

Page 20: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

19

bovendien meestal full-tekst doorzoekbaar en bieden mogelijkheden om teksten te

verrijken.13

De bibliotheken zien de aankoop van digitaal materiaal ook als een manier om efficiënter

te collectioneren. Bibliotheken kampen met krimpende budgetten, wat ertoe leidt dat

steeds minder bibliotheken zich kunnen veroorloven een omvangrijke collectie op te

bouwen en stringentere keuzes moeten maken bij de aanschaf van literatuur.14

Bovendien hebben al decennialang veel bibliotheken overvolle depots, waardoor zij ook

uit ruimtegebrek selectiever met de aankoop van papieren materiaal moeten omgaan.15

Daartegenover staat een wereldwijde stelregel dat ongeveer 20% van de collectie zorgt

voor 80% van het gebruik, al zijn er ook cijfers die suggereren dat het percentage

veelgebruikt materiaal nog veel lager is.16 In het licht van deze ontwikkelingen is het

voor bibliotheken interessant dat met de aankoop van digitaal materiaal er niet alleen op

ruimte wordt bespaard, maar digitale collectiemethoden het ook mogelijk maken

literatuur eerst tijdelijk beschikbaar te stellen en vervolgens aan te kopen op basis van

gebruikcijfers. Dergelijke vormen van zogenaamd Demand Driven Acquisition (DDA)

maken dat bibliotheken publicaties steeds vaker Just in Time in plaats Just in Case

kopen, oftewel op het moment dat een titel gebruikt wordt en niet zekerheidshalve voor

het geval het gebruikt gaat worden.17 Bovendien is het, anders dan bij papieren

materiaal, relatief eenvoudig e-books en e-journals in pakketvorm aan te schaffen, wat

bibliotheken in staat stelt meer materiaal aan te bieden dan ooit in gedrukte vorm

mogelijk was geweest.18

De digitalisering van de universitaire collecties is gaande sinds de jaren 1990. Eerst

werden veel referentiewerken zoals bibliografieën en encyclopedieën in elektronische

vorm aangeboden, waarna de tijdschriften volgden.19 Sindsdien is het overgrote deel van

alle wetenschappelijke tijdschriften (ook) als e-journal beschikbaar gekomen. Dit was

mede te danken aan gunstige economische omstandigheden, waardoor er veel

investeringen konden worden gedaan in de technologische infrastructuur voor e-journals

en in zoekmachines. Er kwam een goede, breed geaccepteerde standaard voor artikelen

(pdf) en steeds meer aanschaf vond plaats via licenties voor grote pakketten e-journals.

Bovendien werd ook het bewaren van digitale publicaties steeds beter geregeld, wat het

vertrouwen in dit medium deed toenemen. Dit alles maakt dat toen in het eerste

decennium van de eenentwintigste eeuw de eerste academische e-books beschikbaar

kwamen, de brede verwachting was dat boeken van de ontwikkelingen rond e-journals

zouden profiteren en op relatief korte termijn digitaal beschikbaar zouden komen. Die

verwachting bleek onjuist.20 In 2009 gaven Amerikaanse UB’s ongeveer 6,6% van

boekbudget aan e-books uit, in 2013 was dit 18,8%.21 Er wordt steeds meer aan e-

13

(Mincic-Obradovic, 2010); (Moore, 2015) 128. 14

(R. Anderson, 2011a). 15

(Mincic-Obradovic, 2010); (Acadia, 2015) 16

(Moore, 2015) 128; (Ward, Freeman, & Nixon, 2015) 127-145. Bij bepaalde bibliotheken werd wel dertig

procent van de aangekochte titels überhaupt nooit gebruikt. 17

(Sharp & Thompson, 2010); (Ferris & Buck, 2014); (Seger R. & Allen, 2015) 18

(Wells & Sallenbach, 2015) 3. 19

(Ford, O’Hara, & Whiklo, 2009) 251-252. 20

(Malpas, 2013); (Heath, 2007); (Ryder, 2013); (Medeiros, 2010) 21

(Ward et al., 2015) 21-28.

Page 21: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

20

books besteed, maar de omslag van papier naar digitaal gaat bij boeken niet zo snel als

verwacht.

Er zijn factoren die ervoor zorgen dat de opkomst van het e-book wordt geremd. E-

books kwamen op tijdens de economische recessie van de afgelopen jaren, waardoor

niet alleen bibliotheken te maken kregen met sterk krimpende budgetten, maar er ook

buiten bibliotheken minder geïnvesteerd werd in het beschikbaar stellen en faciliteren

van e-books. Er zijn nog altijd verschillende e-bookstandaarden die met elkaar

concurreren, waarvan de belangrijkste ePub, PDF en HTML. Daarnaast zijn uitgevers nog

altijd druk aan het experimenteren onder welke voorwaarden e-books beschikbaar

gesteld moeten worden, met uiteenlopende gebruikersvoorwaarden tot gevolg. Via

Digital Rights Management (DRM) zorgen uitgevers ervoor dat een beperkt aantal lezers

het e-book (tegelijkertijd) kunnen raadplegen en slechts een deel ervan kunnen printen,

downloaden of kopiëren, om zo hun omzet te beschermen.22 Al deze beperkingen en

onzekerheden kunnen voor bibliotheken overwegingen zijn om publicaties niet in digitale

vorm te kopen.23 Sterker nog, in een aantal bibliotheken vormt DRM aanleiding om

aangekochte e-books te deselecteren.24 Niet alle e-books die gepubliceerd worden bleken

voor bibliotheken geschikt om beschikbaar te stellen.

Er zijn ook twijfels over de haalbaar- en wenselijkheid van de acquisitiemodellen

waarmee bibliotheken e-books aanschaffen. Uitgevers luiden de noodklok over

ontwikkelingen rond DDA-programma’s, omdat deze hen te weinig zekerheid bieden over

hun inkomsten. De marges als het gaat om het uitgeven van boeken zijn klein en

uitgevers kunnen het zich met DDA nauwelijks meer veroorloven titels uit te geven die

wellicht niet direct een groot publiek trekken. Juist veel academische boeken zijn gericht

op een specialistisch publiek.25 Maar ook binnen bibliotheken is niet iedereen overtuigd

van het idee om boeken vooral Just in Time te kopen, bijvoorbeeld omdat dit model

volgens sommigen te weinig recht doet aan het belang van boeken die gevonden worden

omdat ze in het verleden door de bibliotheek zijn aangekocht.26 De brede aanschaf van

literatuur via grote e-bookpakketten zou hierbij uitkomst kunnen bieden. Maar doordat

literatuur in toenemende mate via pakketten wordt aangekocht, zijn UB’s bij tijdschriften

met enorme prijsstijgingen geconfronteerd. Het is volgens sommigen de vraag of het

ook op de lange termijn financieel verstandig is om ook boeken vooral in pakketvorm

aan te gaan kopen.27

Onzekerheid over het business model rond e-books zorgt ervoor dat veel academische

uitgevers vooralsnog vooral papieren boeken publiceren.28 In 2008 suggereerde

onderzoek dat ongeveer dertig procent van de boeken als e-book beschikbaar is.29 Dit

percentage stijgt niet snel. Uit onderzoek in 2012 en 2013 kwamen vergelijkbare

22

(Guthrie, 2012); (Magdalini Vasileiou, Hartley, & Rowley, 2012); (Magdalini Vasileiou, Rowley, & Hartley,

2012). 23

(LaMagna, Hartman-Caverly, & Danowitz, 2015). 24

(Waugh, Donlin, & Braunstein, 2015); (Miller, 2015). 25

(Seger R. & Allen, 2015). 26

(Bird, 2015). 27

(Proctor, 2013). 28

(Dewan, 2012) 30-31. 29

(Price & McDonald, 2008).

Page 22: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

21

percentages naar voren en soms ligt het aandeel titels dat digitaal beschikbaar is zelfs

lager of bleek dat de elektronische variant pas drie tot achttien maanden na de papieren

variant verschenen.30 Daarbij is interessant dat de meeste particulieren nog altijd

papieren boeken kopen. Als het gaat om inkomsten van academische uitgevers uit

boeken dan bestond in 2013 in de Verenigde Staten 7,6% uit de verkoop van e-books,

50,9% uit hardbacks en 40,8% uit paperbacks.31 Deze lage verkooppercentages voor e-

books zorgen ervoor dat veel uitgevers de investering in e-books uitstellen.

Voor bibliotheken is bovendien een complicerende factor dat e-books voor hen tot nu toe

veel duurder zijn dan gedrukte boeken.32 In 2015 is er onderzoek gedaan aan de

universiteit van Montgomery, waaruit bleek dat dit prijsverschil geldt voor alle disciplines

en ongeacht of de titel werd gepubliceerd bij een commerciële uitgever of een

universiteitsuitgever.33 Over het algemeen is op dit moment een single user e-book voor

bibliotheken net zo duur als een hardback en een multi-user e-book kost ongeveer 150%

van de hardback prijs.34 Uitgevers verklaren deze prijsontwikkeling door erop te wijzen

dat met een e-book in een bibliotheek er meervoudige toegang tot een titel wordt

verleend, waardoor de verwachting is dat er minder exemplaren worden verkocht.35

Al deze ontwikkelingen zijn er debet aan dat de verwachtingen over e-books bij

bibliotheken zijn getemperd. Uit een survey in 2012 bij 32 Engelse UB’s over de

toekomst van het e-book bleek dat veel bibliotheken zichzelf vooralsnog geplaatst zien in

een spagaat tussen de verwachtingen rond de beschikbaarheid van e-books van

gebruikers en het daadwerkelijke aantal titels dat beschikbaar gesteld wordt door

uitgevers. De meeste UB’s voorzien een toename van het belang van het e-book, maar

de mate waarin verschilt erg per bibliotheek. Enkele UB’s verwachtten een dramatische

toename, maar de meesten verwachten dat er vooral grote verschillen zullen ontstaan

tussen disciplines.36

In 2013 voorspelde de Australian Library Information Association (ILIA) dat in 2020 de

bibliotheekcollecties voor ongeveer vijftig procent uit digitaal materiaal zal bestaan, een

situatie die zich daarna voorlopig zou consolideren. Het voornaamste argument voor

deze consolidatie is dat de komende vijftig jaar nog veel gebruikers opgegroeid zijn in

een tijdperk waarin gedrukt materiaal (grotendeels) de norm is. Deze “print-generation”

zal in 2070 tachtig jaar zijn. Er is volgens hen vooralsnog geen reden om aan te nemen

dat deze generatie volledig zal willen overgaan op digitaal materiaal. In plaats daarvan

zouden veel gebruikers materiaal graag zowel in gedrukt als digitaal format willen

hebben.37 Hierop hebben Wells en Sallenbach van Curtin University Library, Perth,

gereageerd. Hun verwachting is dat naarmate er meer elektronisch materiaal wordt

gekocht, de acceptatie ervan ook zal toenemen, totdat er een omslag plaatsvindt. Zij

voorspellen dat in 2050 10-20% van de titels in papieren vorm zal worden

30

(F. E. Link, 2012); (F. Link, Tosaka, & Weng, 2012); (C. Anderson & Pham, 2013) i.h.b. 42; (Walters, 2013). 31

(Ward et al., 2015) 21-28. 32

(Ryder, 2013). 33

(Bailey, Scott, & Best, 2015). 34

(Lippincott et al., 2012) 4. 35

(Ward et al., 2015) 24-27. 36

(M. Vasileiou, Rowley, & Hartley, 2012). 37

(Lodge, 2015)

Page 23: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

22

aangeboden.38 De grote verschillen tussen beide toekomstvoorspellingen laten zien hoe

moeilijk het is concrete verwachtingen uit te spreken rondom e-books, zeker op korte

termijn.

HET GEBRUIK EN FUNCTIE VAN DE OPEN OPSTELLING IN UB’S

Uit een grootschalige survey in Engelse UB’s in 2008 bleek dat 87 procent van de

studenten naar een bibliotheek kwam om boeken te lenen of te lezen. Op gepaste

afstand, op 54 procent, stond dat zij er kwamen om rustig te kunnen studeren.39 Dit is

deels onder invloed van de voortschrijdende digitalisering van de collectie aan het

veranderen.40 De komst van digitale literatuur heeft tot gevolg dat het gebruik van

papieren materiaal daalt.41 Mede als gevolg daarvan is de focus bij de inrichting van

bibliotheken verschoven van collecties naar gebruikers. Bibliotheken proberen aan te

blijven sluiten bij de behoeften van gebruikers, die heel uiteenlopend zijn, afhankelijk

van de verschillende vormen van leergedrag en van verschillende soorten gebruikers.42

Veel UB’s kiezen ervoor een “sociale hub” te worden, met ruimten voor studie,

samenwerking en andere activiteiten.43 Bij veel UB’s dalen de leencijfers, maar neemt

het bezoek (door studenten, maar niet door onderzoekers) toe, vooral in die bibliotheken

die inzetten op een hoogwaardig gebouw met tal van studiefaciliteiten.44

Hierbij worstelen bibliotheken met de vraag wat de toegevoegde waarde is van de open

opstelling. Enkele technische universiteiten zijn of worden geheel boekloos en richten

zich op het creëren van plekken voor samenwerken en online faciliteiten.45 Anderen

wijzen erop dat de boeken in open opstelling overgebracht kunnen worden naar het

depot, zolang klanten indien gewenst snel bij hun materiaal kunnen.46 Maar over het

algemeen staan in de meeste UB’s nog veel boekenkasten.47 Deels komt dat doordat

veel bibliotheken een grote papieren collectie bezitten die voor studenten en

wetenschappers (nog altijd) van belang is.48 Onderzoek laat bovendien zien dat de

leerervaring van studenten in bibliotheken over het algemeen heel positief is, niet alleen

omdat ze er kunnen studeren en samenwerken, maar ook omdat ze er toegang hebben

tot informatie. De fysieke aanwezigheid van boeken zorgt ervoor dat studenten

geëngageerd raken met literatuur.49 Boekenkasten worden door studenten niet alleen

gezien als een bron van informatie, maar ook als een wezenlijk onderdeel van de

ambiance van een bibliotheek waar rustig gestudeerd wordt.50

38

(Wells & Sallenbach, 2015) 39

(Nicholas et al., 2008) 329. 40

(Kao & Chen, 2011). 41

(Bradford, 2005). 42

(Montgomery, 2014) 43

(J. Beard & Dale, 2010); (C. Beard & Bawden, 2012). 44

(Bailin, 2011) 343-345. 45

(McAdams, 2011); (Cha & Kim, 2015). 46

(Haapanen, Kultamaa, Ovaska, & Salmi, 2015). 47

(Smith, Kinash, & Brand, 2013). 48

(Massis, 2011); Keller, “The Future of Books, Research Libraries, and Scholarly Publishing: An Insider’s

View TT - L'avenir des livres, des bibliotheques de recherche et de l'edition intellectuelle: speculations d'un

praticien.”. 49

(Pennington, 2012); (Wayne, 2015). 50

(Andrews, Wright, & Raskin, 2015).

Page 24: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

23

Directe toegang tot fysieke boeken speelt een rol bij het selecteren bij van literatuur.51

Bij tijdschriften is het lezen van de samenvatting vaak doorslaggevend bij het bepalen of

een publicatie relevant is, iets wat online goed gefaciliteerd kan worden. Bij boeken

speelt, naast de inhoud en auteur, ook het uiterlijk van een boek een grote rol. Lezers

bepalen de relevantie van een boek door een snelle blik op de voor- en achterkant en op

de inhoudsopgave van een papieren boek.52 Gebruikers zien op de omslag in één

oogopslag of het boek behoort tot een bepaalde uitgever of serie, maar zien ook gelijk

de omvang van het boek, wat helpt bepalen of de gebruiker een boek wil raadplegen.53

Vooralsnog kunnen fysieke bibliotheken dit beter faciliteren dan digitale bibliotheken.

Lezers kunnen voor een kast staan, snel een overzicht krijgen van de boeken die er

staan (en hun uiterlijk), boeken uit de kast nemen en erin neuzen, om zo boeken met

elkaar te vergelijken en te selecteren op relevantie.54

Maar in een fysieke bibliotheek ervaren gebruikers ook belemmeringen bij het

raadplegen van literatuur. Afgezien van het feit dat een gebruiker er heen moet en

gebonden is aan openingstijden, zijn kasten in bibliotheken vaak te hoog of te laag voor

gebruikers en is er vaak te weinig ruimte om literatuur uitgebreid te bestuderen.

Bovendien is het in een fysieke bibliotheek niet mogelijk om de ordening van de boeken

aan te passen aan de informatiebehoefte van de klant, zoals in een digitale bibliotheek

wel kan.55 Daarnaast is de vindbaarheid van materiaal in een fysieke bibliotheek vaak

een groot probleem. Veel gebruikers hebben moeite om snel bij hun materiaal te komen,

vooral door onvoldoende duidelijke, eenduidige bewegwijzering.56

Bij de overweging wat het belang is van een open opstelling wordt er vaak op gewezen

dat doordat in veel open opstellingen de boeken op onderwerp staan, serendipiteit wordt

bevorderd. Lezers zoeken het ene papieren boek op in de kast en vinden vervolgens een

andere relevante publicatie. Na de Tweede Wereldoorlog zijn steeds meer bibliotheken

ingericht om deze manier van zoeken in de kasten te faciliteren, iets wat daarvoor –

zeker voor studenten – nauwelijks bestond.57 De afgelopen decennia is daardoor het

zoeken in de kasten in een UB een belangrijk onderdeel geworden van het zoeken naar

wetenschappelijke informatie.58 Veel onderzoekers geven aan dat zij door een

onverwachte vondst van literatuur op nieuwe gedachten werden gebracht.59 Bovendien

kan een lezer door het browsen langs een kast waarop boeken op onderwerp staan

bewuster worden van de bredere context van een werk.60 Maar de browsefunctie van de

open opstelling staat met de komst van het e-book onder grote druk, doordat steeds

51

(Rowlands, Nicholas, Jamali, & Huntington, 2007). 52

(McKay et al., 2012) 14-15. 53

(Lynema, Lown, & Woodbury, 2012); (Peterson, 2008). 54

(Lynema et al., 2012). 55

(Hinze, McKay, Vanderschantz, Timpany, & Cunningham, 2012). 56

(Schoonover & Kinsley, 2014); (Hahn & Zitron, 2011); (Li & Klippel, 2012); (Jones, McCandless, Kiblinger,

Giles, & McCabe, 2011); (Stempler, 2013) Met aanpassing van de fysieke inrichting van open opstelling kan het

gebruik van de open opstelling sterk gestimuleerd worden. 57

(Barclay, 2010). 58

(Ross, 1983); (Rowlands et al., 2007); (Lynema et al., 2012); (McKay et al., 2012); (Lynema et al., 2012);

(Peterson, 2008); (Lynema et al., 2012). 59

(Bird, 2015). 60

(Sewell, 2013) 46; (Martin & Quan-Haase, 2013).

Page 25: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

24

vaker recente werken niet meer in de kasten staan, omdat deze louter in digitale vorm

worden gekocht.

Serendipiteit bij digitaal browsen faciliteren blijkt lastig, omdat gebruikers in online

zoekmachines vaak heel specifiek (moeten) zoeken om het (enorme) aantal

zoekresultaten behapbaar te maken. De afgelopen jaren zijn er verschillende initiatieven

genomen die zoeken in boekenkasten ook virtueel mogelijk zouden moeten maken.61 Al

vanaf 2009 is serendipiteit bij digitaal zoeken naar informatie bevorderd door

bijvoorbeeld tags aan boeken toe te kennen en door suggesties te laten verschijnen bij

het browsen in bibliografieën en catalogi.62 Daarnaast zijn er pogingen om het fysieke

browsen langs de kast in digitale vorm te gieten, zoals het Explore the Stacks System,

een interface waarbij de gebruiker digitaal browset langs een kast om zo digitale

publicaties te verkennen aan de hand van titels, keywords en zoekvragen.63 Een ander

voorbeeld is de Open Library64 of de Infinite Digital Bookcase65 van Google, waarbij je

langs e-books kan browsen alsof zij in een kast staan. Ook zijn er ideeën rond het

ontwikkelen van een Blended Shelf, waarin digitaal en fysiek materiaal wordt

gecombineerd.66 Maar vooralsnog staan de meeste van deze initiatieven nog in de

kinderschoenen.

GEBRUIK VAN E-BOOKS VERSUS PAPIEREN BOEKEN

Hoewel de verschillen tussen bibliotheken groot zijn, is onmiskenbaar dat het gebruik

van e-books toeneemt. Voor een belangrijk deel hangt dat samen met de groeiende

beschikbaarheid van e-books.67 Daarbij is het interessant dat desgevraagd de meeste

gebruikers nog altijd een voorkeur voor het gedrukte boek hebben. Sterker nog, recent

onderzoek laat zien dat als het gaat om monografieën gebruikers eerder meer dan

minder de papieren variant boven de digitale versie lijken te prefereren.68 Tegelijkertijd

laten gebruikersstatistieken meestal ook zien dat als van een boek zowel een papieren

als digitaal exemplaar beschikbaar is, het digitale alternatief meer gebruikt wordt,

althans dat het aantal online raadplegingen hoger is dan het aantal uitleningen.69

Bovenal blijkt dat de voorkeur voor een digitaal of papieren boek sterk afhankelijk is van

het type boek en onderwerp, van de leeftijd en academische status van de gebruiker en

van het doel waarmee het boek wordt gelezen.70

Een voorkeur voor papier of digitaal materiaal hangt vooral samen met verschillende

manieren van lezen. Over het algemeen worden de volgende leesvormen onderscheiden:

(1) receptief, lineair lezen van begin tot eind met weinig tempoverschillen, om te weten

wat een auteur te zeggen heeft, (2) responsief lezen, waarbij er actieve interactie met

61

(Lynema et al., 2012); (Lynema et al., 2012);(Peterson, 2008); (Hahn, 2012). 62

(Ford et al., 2009). 63

(Hall, 2014). 64

https://openlibrary.org/. 65

http://bookcase.chromeexperiments.com/. 66

(Kleiner, Rädle, & Reiterer, 2013); (Kleiner & Schäfer, 2012). 67

(Nicholas et al., 2008); (Dewan, 2012). 68

(Wolff, Rod, & Schonfeld, 2015) 69

(Kimball, Ives, & Jackson, 2010). 70

(Moore, 2015) 129-131.

Page 26: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

25

de tekst plaatsvindt en delen worden herlezen, (3) het scannen van teksten, waarbij een

publicatie snel wordt doorgenomen om te kijken of het nuttige informatie bevat en (4)

het zoeken naar een antwoord op een vraag of (5) het zoeken naar een specifiek woord

of fragment. Uit recent onderzoek blijkt dat receptief lezen minder goed gaat in

elektronische vorm en dat e-books vooral gebruikt worden voor responsief lezen,

scannen en zoeken.71 E-books hebben vaak een goede zoekfunctionaliteit, wat naast hun

online (24/7) toegankelijkheid de belangrijkste meerwaarde is.72 Daarentegen vinden

veel studenten wetenschappers lang lezen op een scherm onwenselijk.73 Sommigen

stellen: e-books worden gebruikt, niet gelezen.74

Het is gebleken dat het lezen van een gecompliceerde tekst (vooralsnog) beter gaat op

papier dan op een scherm.75 Zelfs bij relatief korte, gecompliceerde teksten van 1200-

2000 woorden kunnen lezers de tekst veel beter op papier doorgronden dan op een

scherm.76 Dit komt doordat het voor lezers (vooralsnog) eenvoudiger is om met een

papieren tekst te interacteren, bijvoorbeeld via het maken van aantekeningen of

onderstrepen, waardoor een tekst beter internaliseert.77 Daarnaast vinden veel

gebruikers dat het navigeren door een e-book onvoldoende wordt ondersteund en zien

dat afbeeldingen, tabellen, grafieken en e-readers vaak op schermen niet goed worden

weergegeven.78 Ook blijkt het voor lezers moeilijker de structuur van een tekst op een

scherm te doorgronden en dus ook hoe informatie (in een betoog) zich in een

elektronische publicatie tot elkaar verhoudt.79 Tenslotte is het voor lezers moeilijker om

in te schatten wat de status is van een online tekst, omdat de vorm ervan vaak weinig

zegt over de kwaliteit en inhoud ervan.80

Bij minder gecompliceerde teksten zijn de verschillen qua tekstbegrip tussen lezen op

scherm en op papier minder evident.81 Recent onderzoek suggereert bovendien dat

degenen die meer vertrouwd zijn met elektronische media er betere leer- en

leesresultaten mee behalen. Waar eerder bijvoorbeeld bleek dat lezen op een scherm

wel 10-30% langzamer gaat dan op papier, lijken deze verschillen kleiner te worden.

Hoe vaker men digitale literatuur gebruikt, des te langer lezen mensen op een scherm.82

Dit zou erop kunnen duiden dat voor toekomstige gebruikers, bij grotere vertrouwdheid

met het medium, het gebruik van e-books minder problematisch wordt. Bovendien is er

een direct verband tussen de omvang van een e-bookcollectie en het gebruik. Hoe groter

de collectie, des te groter het gebruik, ook in relatief opzicht.83 Ook de vindbaarheid van

71

(Ward et al., 2015) 221-244. 72

(Mincic-Obradovic, 2010). 73

(Borchert, Hunter, Macdonald, & Tittel, n.d.); (Ahmad, Brogan, & Johnstone, 2014); 74

(Staiger, 2012) 357-358; (Nicholas et al., 2008) 332. 75

(Tanner, 2014). 76

(Mangen, Walgermo, & Brønnick, 2013). 77

(Stoop, Kreutzer, & G. Kircz, 2013; Stoop, Kreutzer, & Kircz, 2013); (LaMagna et al., 2015); (Estelle &

Milloy, 2009) 106. 78

(Aaltonen, Mannonen, Nieminen, & Nieminen, 2011) 24-25. 79

(Dyson & Haselgrove, 2000). 80

(Young, 2014). 81

(Porion, Aparicio, Megalakaki, Robert, & Baccino, 2016); (Sackstein, Spark, & Jenkins, 2015). 82

(Ahmad et al., 2014). 83

(Lamothe, 2010); (Lamothe, 2013).

Page 27: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

26

e-books is belangrijk.84 Het is voor bibliotheken de moeite waard om in de bekend- en

vertrouwdheid met de digitale collectie te investeren, om het gebruik ervan te

stimuleren.85

Op langere termijn is het wellicht problematischer dat gebruikers bij e-books veel

beperkingen ervaren als gevolg van DRM en een gebrek aan standaardisatie. In dat

opzicht is er de afgelopen jaren nauwelijks vooruitgang geboekt.86 De invloed van DRM

op het gebruik van e-books wordt wellicht het best onderstreept door onderzoek dat

suggereert dat als e-books minder DRM bevatten zij meer gebruikt worden. Op dit

moment vinden gebruikers vooral het kunnen printen van belang, omdat zij de optie

willen hebben om een digitale tekst ook in papieren vorm te raadplegen.87 Daarbij

houden auteurs en uitgevers nog onvoldoende rekening met de mogelijkheden en

beperkingen van e-books om de leesbaarheid te bevorderen. Vooralsnog zijn e-books

vaak slechts de digitale versie van het gedrukte boek, zonder aanpassing van de vorm,

de inhoud of de structuur. Bovendien zal de techniek van de apparaten waarop de e-

books geraadpleegd verbeterd (moeten) worden, evenals de ondersteunende software,

om de leer- en leeservaring te verbeteren.88

Sommigen wijzen erop dat een bibliotheek vooralsnog zou moeten inzetten op een

hybride collectie, om verschillende vormen van lezen (en leren) te ondersteunen.89 Een

roman vereist een andere vorm van lezen dan een academische tekst, net zoals een

boek anders is dan een artikel.90 Bibliotheken zouden daarmee rekening kunnen houden

bij de overweging of zij literatuur in papieren of digitale vorm aanschaffen. Zo geven

veel gebruikers de voorkeur voor een papieren versie als het gaat om tekstboeken en

handleidingen en wordt een elektronische variant geprefereerd bij onderzoeksprotocollen

en referentiewerken. 91 Een interessant initiatief is de Espresso Book Machine, waarmee

gebruikers in een bibliotheek e-books binnen een paar minuten kunnen printen. Het stelt

gebruikers in staat te kiezen tussen een digitale en papieren variant, zonder dat de

bibliotheek gedwongen wordt om beide varianten aan te schaffen.92

VERSCHILLENDE GEBRUIKERSGROEPEN VAN E-BOOKS

Als het gaat om de acceptatie en het gebruik van digitale literatuur zijn er grote

verschillen tussen gebruikersgroepen. Het overgrote deel van de academici zien lezen als

een heel belangrijk onderdeel van hun academisch bestaan en vinden beschikbaarheid

van materiaal en eenvoudige, snelle toegang tot literatuur cruciaal.93 E-journals zijn

inmiddels algemeen geaccepteerd, binnen alle disciplines en door zowel studenten als

84

(Bierman, Ortega, & Rupp-Serrano, 2010) 71; (Barsky, Dooley, Mawhinney, Peterson, & Spence, 2013);

(Calvert, 2015). 85

(Lonsdale & Armstrong, 2010). 86

(Bierman et al., 2010) 71; (Ward et al., 2015) 207-218; (Ahmad et al., 2014). 87

(Lamothe, 2013). 88

(Ball & Hourcade, 2011); (Myrberg, C.; Wiberg, 2015); (Freund, Kopak, & O’Brien, 2016). 89

(Durant, 2015). 90

(Hillesund, 2010). 91

(De Oliveira, 2012); (Costello, 2014). 92

(Arlitsch, 2011). 93

(Volentine & Tenopir, 2013).

Page 28: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

27

medewerkers.94 Sterker nog, de meeste gebruikers vinden papieren tijdschriften geen

goed alternatief, in het geval er geen elektronische variant beschikbaar is. Bij boeken ligt

dit gecompliceerder.95

Studenten hebben over het algemeen een sterkere voorkeur voor e-books dan

wetenschappers. Vaak gebruiken studenten meer e-books dan papieren boeken, omdat

toegang tot literatuur bij hen van doorslaggevende betekenis is bij het selecteren ervan.

Ondanks dat studenten de beperkingen van e-books hinderlijk vinden, zijn zij over het

algemeen tevreden over het gebruik ervan. 96 Hierbij is relevant dat studenten slechts

zelden een boek van kaft tot kaft lezen, waardoor zij minder last hebben van

beperkingen die (lang) lezen op een scherm met zich meebrengt.97 Toch geven veel

studenten aan graag nog gebruik te maken van papieren boeken, zeker als zij lang

moeten lezen.98 Maar vooral veel wetenschappers raadplegen teksten graag nog (ook)

ok papier.99 Een deel van de wetenschappers heeft een sterke voorkeur voor de fysieke

bibliotheek. Anderen willen het liefst het materiaal snel online vanuit hun werkplek

inzien.100

Als het gaat om een voorkeur voor e-books of papieren boeken, dan is er een groot

onderscheid tussen disciplines.101 Over het algemeen zijn geesteswetenschappers en

sociale wetenschappers veel ontevredener over e-books dan gebruikers uit andere

disciplines. Dit hangt sterk samen met het gegeven dat er in deze disciplines veel meer

en langer wordt gelezen, waardoor men meer hinder ondervindt van het lezen op een

scherm.102 In 2011 is er in Engeland een grote studie gedaan naar leesgedrag van in

totaal 2.000 wetenschappers.

Discipline Aantal

artikelen

Aantal

boeken

Aantal andere

publicaties Totaal

Social Sciences 21 9 11 41

Sciences 27 3 8 38

Humanities 28 21 9 58

Engineering/technology 28 5 9 42

Medical/health 31 4 10 45

Hieruit bleek dat binnen alle disciplines wetenschappers ongeveer evenveel artikelen

lezen, maar dat daarnaast geesteswetenschappers ook nog veel (meer) boeken lezen.103

Bovendien brengen bijvoorbeeld geschiedkundigen en linguïsten, maar ook wiskundigen,

meer tijd door op een pagina dan veel andere lezers, omdat in dergelijke disciplines

94

(Dewan, 2012) 27. 95

(C. Beard & Bawden, 2012) 444-445. 96

(Rojeski, 2012). 97

(De Oliveira, 2012). 98

(Smyth & Carlin, 2012) 188-189; (Dewan, 2012) 29; (Jacoby, 2013); (Poe, 2011); (Marques de Oliveira,

2012). 99

(Dinkins, Kirkland, & Wald, 2014). 100

(C. Beard & Bawden, 2012) 444; (Tenopir, Volentine, & King, 2012). 101

(Woolwine, 2015). 102

(Staiger, 2012) 357-358. 103

(Tenopir et al., 2012).

Page 29: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

28

tekstdetails van groot belang zijn, evenals reflectie op teksten. Hun manier van lezen

sluit vooralsnog beter aan bij het papieren boek.104

Los daarvan neemt ook onder geesteswetenschappers het gebruik van e-books toe. Voor

een belangrijk deel komt dat doordat het aanbod van e-books toeneemt en doordat een

deel van de titels niet langer als papieren boek beschikbaar is.105 Maar uit een grote

survey in 2014 blijkt dat binnen de Geesteswetenschappen de acceptatie van e-books

ook afhankelijk is van het soort boek. Als het gaat om bijvoorbeeld referentiewerken

lezen veel geesteswetenschappers bij voorkeur een e-book. Over monografieën en

bundels zijn de meningen verdeeld.106 Veel geesteswetenschappers zien elektronisch

materiaal als een mooie aanvulling op gedrukt materiaal en zijn tevreden over het brede

aanbod van boeken in e-bookpakketten.107 Interessant is ook dat de toenemende

interdisciplinariteit binnen de Geesteswetenschappen via de elektronische weg beter

gefaciliteerd kan worden. Van oudsher waren bibliotheken vaak disciplinair

georganiseerd. Met e-books zijn dergelijke grenzen in het aanbod van literatuur aan het

vervagen.108

Naast het onderzoek dat zich richt op de tamelijk uitzonderlijke positie van de

Geesteswetenschappen, zijn er veel andere casestudies die laten zien dat in de meeste

andere disciplines het e-book sterk aan populariteit wint. Dat geldt bijvoorbeeld voor

Rechten, waarin het gebruik van elektronische bronnen sterk toeneemt.109 Vooral vanuit

studenten is er een groeiende vraag naar digitale literatuur.110 De toenemende vraag

naar e-books komt mede voort uit het feit dat referentiewerken binnen Rechten erg

belangrijk zijn. Hierbij heeft het digitale format een groot voordeel, vanwege de

toegankelijkheid en de doorzoekbaarheid ervan.111 Tegelijkertijd is de vindbaarheid van

digitaal materiaal (en vooral van kwalitatief goed materiaal) juist ook binnen Rechten

een groot probleem. Niet alleen leveren zoeksystemen vaak een overvloed aan

resultaten op, maar belangrijk is vooral ook dat wetteksten zich in digitale vorm niet

altijd eenvoudig laten onderscheiden van andere documenten.112

De ontwikkelingen rond het gebruik van e-books binnen de Sociale Wetenschappen, is in

veel opzichten vergelijkbaar met die in de Geesteswetenschappen. Ook hier lopen de

meningen over e-books uiteen en is de aard van de publicatie in hoge mate bepalend

voor of een gebruiker een e-book of een papieren exemplaar wenst. Referentiewerken

kunnen volgens de meeste sociaal-wetenschappers digitaal beschikbaar worden gesteld,

maar over monografieën zijn de meningen verdeeld.113 Ook binnen disciplines als

Bedrijfskunde114 of Onderwijskunde115 lopen het gebruik en de preferenties zeer uiteen,

104

(Ward et al., 2015) 221-244. 105

(Chrzastowski, 2015). 106

(Corlett-Rivera & Hackman, 2014). 107

(Rowlands et al., 2007); (Dahl, 2013) 108

(Dahl, 2013). 109

(Ashokbhai Bhatt, 2014). 110

(Soetenhorst, 2014). 111

(Peterson, 2008). 112

(Outler, 2015). 113

(Corlett-Rivera & Hackman, 2014) 114

(Simon, 2011); (Costello, 2014). 115

(Rupp-Serrano & Robbins, 2013).

Page 30: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

29

al wint de acceptatie van e-books er langzaam terrein. Binnen de Geowetenschappen

zijn zowel medewerkers als studenten over het algemeen enthousiast over e-books,

vooral ook over de mogelijkheden die het format biedt voor gebruik binnen het onderwijs

en bij het doen van onderzoek. Al zijn er binnen dit vakgebied ook zorgen over de

problemen rond (de kwaliteit van) afbeeldingen in e-books. Als de beperkingen rond het

gebruik van e-books verkleint worden, zal de populariteit van het e-book binnen

Geowetenschappen ongetwijfeld verder toenemen.116

Binnen de Bètawetenschappen en (Dier)geneeskunde is de voorkeur voor het

elektronische format het sterkst. Ook binnen deze disciplines worden de beperkingen van

e-books gevoeld, maar lijken de voordelen van het digitale medium over het algemeen

zwaarder te wegen. Het specifieke leesgedrag van gebruikers uit deze disciplines speelt

hierbij een rol. Niet alleen zijn binnen deze disciplines artikelen van relatief groter belang

dan boeken, maar ook wordt er veelal minder tijd besteed om literatuur te lezen.117 Bij

Diergeneeskunde speelt daarnaast mee dat het belangrijk is ook snel off-campus, buiten

een bibliotheekcontext, toegang te kunnen krijgen tot informatie, vanwege het veldwerk

of onderzoek in een laboratorium.118 Bovendien speelt binnen deze disciplines

vertrouwdheid met het gebruik van digitale media als bron van informatie een rol. E-

journals zijn er al relatief lang een vertrouwd verschijnsel en de positieve ervaring die

wetenschappers met dit medium hebben, zorgt ervoor dat zij sneller de stap naar het e-

book zetten. 119 Dit is een indicatie dat als de beperkingen op het gebruik van e-books

verdwijnen, evenals de nadelen van het lezen op een scherm, ook binnen andere

disciplines e-books (nog) meer gewaardeerd zullen worden.

116

(Foote & Rupp-Serrano, 2010). 117

(Belefant-Miller & King, 2000). 118

(Hunter Marshall, 2014). 119

(Bierman et al., 2010) 76-78.

Page 31: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

30

VERWACHTINGEN VAN UITGEVERS120

Het overgrote deel van de wetenschappelijke boeken verschijnt op dit moment alleen in

papieren vorm. Als het gaat om Engelstalige literatuur is naar schatting ongeveer de

helft van de titels zowel in gedrukte als digitale vorm beschikbaar, daarbuiten ligt het

aantal lager. Als boeken zowel in papieren als digitale vorm uitgegeven worden, dan

verschijnen deze formats in toenemende mate tegelijk. Aanvankelijk hadden uitgevers

de strategie om eerst papieren boeken te laten verschijnen en enkele maanden later het

e-book, maar dat is nog slechts bij een kleine minderheid van de uitgevers het geval. E-

only is volgens de uitgevers niet tot nauwelijks aan de orde.

De opkomst van het e-book sinds het begin van het millennium heeft grote gevolgen

voor wetenschappelijke uitgevers, zo benadrukken zij. Het aanbieden van e-books

vraagt een grote investering, zowel qua techniek als qua kennis. De productie- en vooral

de distributiekosten van e-books zijn weliswaar over het algemeen lager dan bij papieren

boeken, maar de opbrengsten van e-books zijn dat voor uitgeverijen meestal ook. Dit

alles speelt zich af tegen de achtergrond van krimpende bibliotheekbudgetten:

uitgeverijen ervaren dat bibliotheken de laatste jaren minder besteden aan de acquisitie

van papieren boeken en zien dat de stijgende verkoop van e-books dat verlies niet

goedmaakt. Daarbij daalt de verkoop van academische monografieën al ruim anderhalf

decennium (dus ook al voor de opkomst van het e-book), mede doordat bibliotheken een

steeds groter deel van hun budget aan tijdschriften besteden.121

WAT BEPAALT OF EEN UITGEVER E-BOOKS PUBLICEERT?

De mate waarin boeken als e-book verschijnen loopt sterk uiteen. Binnen de

Bètawetenschappen is het deel dat verschijnt als e-book hoger dan binnen de

Geesteswetenschappen of Rechten. Bovendien zijn er grote verschillen tussen

taalgebieden. Engelstalige boeken zijn veel vaker beschikbaar als e-book dan boeken in

het Nederlands, Duits, Frans of in andere talen. Uitgevers verklaren deze verschillen

door te wijzen op een aantal zaken: schaal, soorten klanten en het gebruik van

afbeeldingen.

SCHAAL

Volgens uitgevers is “schaal” van doorslaggevend belang of zij in staat zijn e-books te

publiceren. Naarmate een uitgeverij groter is, dan is de kans dat het e-books uitgeeft

groter. Naarmate een boek verschijnt in groter taalgebied, is de kans groter dat het

digitaal is uitgegeven. Maar ook naarmate het vakgebied breder of groter is, zijn de

boeken in dat vakgebied eerder als e-book beschikbaar. De reden daarvoor is dat het

uitgeven van e-books om een aanzienlijke investering vraagt. Het maken van e-books

zelf is weliswaar steeds eenvoudiger geworden, maar veel uitgevers ontbeert het (nog)

aan de expertise om deze op een juiste manier te distribueren en op een

klantvriendelijke wijze beschikbaar te stellen. Dit vraagt onder meer kennis van

standaardisering, formats en metadatering, naast kennis van (of zelfs het hebben van

120

Dit hoofdstuk over de verwachtingen van uitgevers is gebaseerd op de interviews die zijn gehouden met de

leveranciers Erasmus en Yankee Book Peddler en met de uitgeverijen Boom, Brepols, Edward Elgar Publishing,

Olms Verlag, Springer Nature, Uitgeverij Verloren en Wiley. 121

(Steele, 2008)

Page 32: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

31

een eigen) platform(s). Hoe groter de schaal, des te beter is deze investering op te

brengen.

Het gegeven dat e-books bij voorkeur via een platform gedistribueerd moeten worden,

stelt veel uitgevers voor enorme uitdagingen. Grote uitgevers kunnen het zich

veroorloven een eigen platform te (laten) bouwen waarop zij e-books beschikbaar stellen

aan klanten. Voor kleine(re) uitgeverijen, die bijvoorbeeld minder dan 100 titels per jaar

uitgeven, is dit meestal onhaalbaar. Als zij overgaan tot het uitgeven van e-books, dan

besteden zij de distributie van e-books meestal uit aan zogenaamde aggregators. Deze

aggregators stellen hen in staat om hun e-books op een goede manier breed te

verspreiden. Nadeel voor uitgeverijen is dat aggregators een deel van de (vaak toch al

beperkte) winst vragen in ruil voor hun diensten. Bovendien vrezen veel uitgevers dat zij

hun identiteit verliezen als hun boekaanbod wordt aangeboden via aggregators. Deze

factoren maken dat veel uitgevers proberen klanten te verleiden e-books rechtstreeks bij

hen te bestellen. Zij doen dit bijvoorbeeld door e-books op hun eigen platform DRM-vrij

te verkopen, dus los van beperkingen in gebruik wat betreft printen, kopiëren of

simultaan gebruik, of door e-books vertraagd via aggregators aan te bieden. Daarnaast

zijn er uitgeverijen die inzetten op het bouwen van een eigen platform, waarop ze hun

materiaal gebundeld (al dan niet via een licentie) gebundeld aanbieden, verrijkt met

extra tools.

Daarbij vindt binnen de wetenschappelijke publicatiecultuur in toenemende mate

schaalvergroting plaats, welke het mogelijk maakt meer boeken als e-book uit te geven.

Bovenal is er sprake van samenvoeging (door fusie of overname) van uitgeverijen. In

een markt van krimpende bibliotheekbudgetten hebben veel wetenschappelijke uitgevers

het moeilijk. In de concurrentieslag om het beperkte bibliotheekbudget zien uitgeverijen

zich gedwongen om e-books te gaan verkopen. De investeringen die uitgeverijen

daarvoor moeten doen kunnen zij vaak alleen terugverdienen als zij over voldoende

schaal beschikken. In de praktijk blijkt dat vooral middelgrote uitgevers het hierdoor

moeilijk hebben. Zij verliezen de concurrentieslag en worden overgenomen. Kleine

uitgevers kunnen zich naar eigen zeggen eenvoudiger aan de tendens richting het e-

book onttrekken, omdat zij veelal een specifieke markt bedienen waar lezers bereid zijn

papieren boeken te kopen of minder behoefte hebben aan e-books.

Daarnaast wordt de markt voor Engelstalige publicaties alsmaar dominanter als het gaat

om wetenschappelijke publicaties, zeker bij boeken die primair verschijnen om verkocht

te worden aan universiteitsbibliotheken. Los van het feit dat Engels zich steeds meer

heeft ontwikkeld tot de lingua franca van de wetenschap, is de Engelstalige markt door

zijn omvang een interessant afzetgebied voor uitgevers, die om die reden auteurs

vragen om in het Engels te publiceren. In deze internationale markt is het relatief

eenvoudiger om de investering in e-books terug te verdienen, niet in de laatste plaats

omdat er met e-books juist in deze markt sterk wordt bespaard op distributiekosten.

Door de krimpende bibliotheekbudgetten zijn namelijk de afgelopen jaren veel (vooral

ook Amerikaanse) universiteitsbibliotheken in eerste instantie gaan bezuinigen op de

aanschaf van niet-Engelstalige publicaties. Hierdoor is de Engelstalige markt vooral ook

relatief sterker geworden ten opzichte van de anderstalige markten.

Tegen deze algemene tendens naar schaalvergroting in zijn er zeker binnen de

geesteswetenschappen nog veel uitgeverijen die vooral papieren boeken in “lokale talen”

uitgeven, voor een lokale markt. Bij de keus om wel of niet e-books uit te geven, spelen

behalve schaal vaak ook andere, specifieke zaken mee. Zo is de uitgeverswereld in

Page 33: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

32

Romaanse taalgebieden over het algemeen minder goed georganiseerd, waardoor e-

bookplatforms er minder snel van de grond komen. Daarnaast zijn er bijvoorbeeld vooral

in Duitsland zorgen rondom de privacy van gebruikers een reden dat e-books minder in

trek zijn. Al met al is het overheersende beeld dat buiten de Engelstalige wereld veel

uitgevers nog (vaak fraai vormgegeven) papieren publicaties uitgeven. Het boek is

volgens deze uitgevers behalve een bron van informatie ook een luxeartikel, waarvoor

een specifiek publiek bereid is te betalen. Zolang er (buiten de universiteitsbibliotheken)

voldoende vraag is naar dit type papieren boeken, kunnen deze veelal kleinere

uitgeverijen zich aan de schaalvergrotingstendens onttrekken.

DE KLANT BEPAALT: BIBLIOTHEKEN EN NIET-BIBLIOTHEKEN

Uitgevers laten zich bij het besluit om titels als e-book uit te geven ook in hoge mate

leiden door de vraag vanuit de markt. Als klanten behoefte hebben aan e-books en

bereid zijn ervoor te betalen, dan zullen de meeste uitgeverijen overgaan tot het

publiceren van e-books. Daarbij is er een verschil tussen uitgeverijen die primair voor

wetenschappelijke bibliotheken publiceren en uitgeverijen die vooral een breder publiek

willen bereiken.

Uitgeverijen die primair publiceren voor wetenschappelijke bibliotheken, geven aan

eerder over te gaan tot het publiceren van e-books, gewoonweg omdat er vanuit

universiteitsbibliotheken veel vraag naar is. Of het beschikbare e-book vervolgens ook

wordt gekocht door de bibliotheek hangt volgens deze uitgevers in hoge mate af van de

prijs en DRM. Momenteel is het e-book gemiddeld zo’n 1 tot 1,2 keer de prijs van een

hardback. Om hun omzet te beschermen zullen uitgevers over het algemeen

veelgebruikte titels alleen in papieren vorm aanbieden, of digitaal via een licentie, of als

los e-book met veel DRM of tegen een hoge prijs. Dit geldt vooral voor tekst- en

handboeken die primair bedoeld zijn voor onderwijs, waarvan er veel exemplaren aan

studenten worden gekocht.

Behalve aan bibliotheken, worden veel wetenschappelijke boeken ook verkocht aan

particulieren of professionals. Zeker binnen de geesteswetenschappen zijn er veel

uitgeverijen voor wie het bredere publiek een belangrijke, zo niet de belangrijkste klant

is. Binnen dit bredere publiek is de vraag naar e-books volgens uitgevers niet groot.

Minder dan 10% van de boeken die op dit moment aan particulieren worden verkocht

zijn e-book. Uitgevers vinden het voor een dergelijke markt (nog) niet interessant om e-

books te gaan uitgeven, omdat de investering die hiervoor noodzakelijk is niet snel

wordt terugverdiend. Daarbij zijn e-books voor particulieren over het algemeen

goedkoper dan de papieren versie, in flagrante tegenstelling tot e-books die voor

bibliotheken beschikbaar gesteld worden.

Uitgevers krijgen vooral van geesteswetenschappers te horen dat hun voorkeur nog erg

uitgaat naar een papieren versie. Dit komt volgens uitgevers omdat deze vakgebieden

narratief van aard zijn, wat gevolgen heeft voor de manier waarop boeken geraadpleegd

worden. Er wordt binnen de geesteswetenschappen veel en lang gelezen. Veel klanten

vinden het, volgens de uitgevers, onaantrekkelijk om veel en lang op een scherm te

lezen. Hoewel dit bij de jongere generatie een minder grote rol speelt dan bij de oudere

generatie, is het voor veel uitgevers reden om juist voor deze belangrijke doelgroep

papieren boeken te blijven produceren.

Page 34: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

33

KOSTEN EN KWALITEIT VAN AFBEELDINGEN

Een derde belangrijke afweging voor uitgevers om boeken al dan niet als e-book te

publiceren zijn de kosten en de gevraagde kwaliteit van afbeeldingen. Als uitgeverijen

zowel in de papieren als de elektronische versie van een boek een afbeelding willen

plaatsen, dan schrijft het auteursrecht voor dat daarvoor dubbel moet worden betaald.

Bovendien kampen veel uitgeverijen met het probleem dat het lastig is om e-books met

afbeeldingen van voldoende kwaliteit te produceren. Als een e-book vol afbeeldingen in

hoge resolutie staat, dan werken de apparaten waarop ze geraadpleegd worden vaak

nog onvoldoende: e-readers zijn gemaakt voor de beste leeservaring, maar ongeschikt

voor de weergave van (kleuren)afbeeldingen. Computers en tablets zijn geschikt voor de

weergave van kwalitatief hoogwaardige afbeeldingen, maar minder geschikt voor

intensief lezen.

Als gevolg hiervan is het onder uitgevers gangbaar om e-books met afbeeldingen in lage

resolutie te publiceren en lezers die hoogwaardige afbeeldingen wensen een papieren

boek aan te bieden. Of wanneer afbeeldingen van ondergeschikt belang zijn, e-books te

publiceren waarin de afbeeldingen zijn weggelaten. De problematiek rondom het

opnemen van afbeeldingen in e-books heeft op dit moment volgens uitgevers een

remmende werking op het digitaal beschikbaar komen van boeken in disciplines

waarbinnen afbeeldingen belangrijk zijn (o.a. kunstgeschiedenis en archeologie) en van

boeken die rijk geïllustreerde zijn en bedoeld voor een breed publiek.

DE TE VERWACHTEN SITUATIE IN 2025 ROND E-BOOKS

Uitgeverijen verwachten dat over tien jaar nagenoeg alle nieuwe wetenschappelijke

boeken zowel in digitale als papieren vorm zullen verschijnen. De uitgevers twijfelen er

niet aan dat het boek an sich een belangrijk publicatiemedium zal blijven binnen die

disciplines waarin dat nu ook het geval is. Maar de krimpende bibliotheekbudgetten

zullen er volgens hen voor zorgen dat er wel minder boeken voor die markt gepubliceerd

zullen gaan worden. In die zin zullen uitgevers in toenemende mate niet langer alleen

kijken naar wat de te verwachten verkoop is van een individuele titel, maar vooral ook

wat de meerwaarde ervan is voor het totale aanbod van een uitgever dat als pakket of

via een licentie wordt aangeboden.

Binnen de Bètadisciplines zal nog meer dan nu de nadruk liggen op e-books, waarbij het

papieren boek bijvoorbeeld als Printing on Demand(POD)-alternatief wordt aangeboden.

Binnen de Geestes- en aanverwante wetenschappen is het beeld wat dat betreft diffuser.

Alleen kleine, gespecialiseerde uitgevers zullen hun materiaal alleen in papieren vorm

blijven aanbieden, gesteld dat zij zich kunnen handhaven in de markt. Net als nu zullen

boeken waarschijnlijk nauwelijks e-only verschijnen. Maar uitgevers wijzen er ook op dat

het moeilijk is om de huidige ontwikkelingen rond e-books door te trekken naar de

toekomst, omdat e-books een relatief nieuw verschijnsel zijn. Dat de wetenschappelijke

wereld in toenemende mate zal digitaliseren is evident, maar de snelheid waarmee dit

zal gebeuren is minder goed voorspelbaar.

VERWACHTINGEN ROND PAPIEREN BOEKEN EN E-BOOKS

Uitgevers hebben een aantal redenen om aan te nemen dat (vrijwel) alle boeken over

tien jaar in papieren en digitale vorm beschikbaar zullen zijn. Technische ontwikkelingen

Page 35: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

34

zullen voor hen de drempel verlagen om e-books te publiceren. Het zal eenvoudiger

worden om aan te sluiten bij grote, internationale platforms om er hun e-books te

distribueren, ook binnen een niet-Engelstalige markt. Sommige uitgevers verwachten dat

het gangbaarder zal worden om eigen platforms te bouwen, via tools die daarvoor

beschikbaar komen. Anderen verwachten dat het eenvoudiger zal worden om aan te

sluiten bij grote platforms. De distributiekosten van e-books zullen steeds schriller

afsteken tegenover die van papieren boeken, wat het alsmaar aantrekkelijker zal maken

om e-books te gaan uitgeven. Bovendien zullen de e-books van steeds hogere kwaliteit

zijn, vooral ook als het gaat om afbeeldingen. De rekenkracht van apparaten neem toe,

evenals de kwaliteit van schermen en software, wat het raadplegen van teksten en

afbeeldingen in digitale vorm beter mogelijk maakt.

Behalve deze technische ontwikkelingen, verwachten uitgevers dat over tien jaar ook

steeds meer particulieren en klanten van bibliotheken zullen vragen om e-books, of in

ieder geval de optie willen hebben om daartoe toegang te krijgen. De huidige generatie

studenten zijn erg op e-books georiënteerd en dat zal in 2025 (of eerder) ook voor een

groter deel van de medewerkers gelden. Op een vergelijkbare manier zal volgens

uitgevers waarschijnlijk ook het algemene publiek steeds meer een voorkeur krijgen

voor digitaal materiaal. Als de vraag toeneemt zullen ook uitgevers die niet primair voor

wetenschappelijke bibliotheken produceren, zich steeds meer gaan richten op het

uitgeven van e-books.

Uitgevers geven ook aan dat het papieren boek vermoedelijk niet zal verdwijnen, alleen

al omdat het voor hen vrij eenvoudig is om naast een elektronische versie een papieren

boek aan te blijven bieden (bijvoorbeeld in een POD-variant). Een deel van de gebruikers

zal over tien jaar nog steeds een papieren exemplaar willen, omdat zij de voorkeur

geven aan het lezen op papier. In die zin blijft het papieren boek alleen al als

“luxeartikel” bestaan. Ook vanuit auteurs gezien zal er waarschijnlijk een vraag om

papieren boeken blijven. Een boek heeft voor hen grote emotionele waarde, omdat er

vaak jarenlang werk in zit. Velen willen dat hun werk uitmondt in een mooi, tastbaar

papieren exemplaar dat ze in de kast kunnen zetten. Bovendien zal het in “lokale

markten” voor uitgevers relatief aantrekkelijk blijven om papieren boeken te produceren,

omdat in die markten distributiekosten een minder grote rol spelen, gewoonweg doordat

de afstanden er minder groot zijn.

VOORWAARDEN WAARONDER E-BOOKS BESCHIKBAAR ZULLEN KOMEN

Vooralsnog is de manier waarop e-books door uitgevers worden aangeboden aan

bibliotheken nog verre van uitgekristalliseerd. Daarbij geven uitgevers aan dat de

belangen tussen uitgeverijen en bibliotheken uiteenlopen. Bibliotheken willen volgens

hen maximale keuzevrijheid bij aanschaf op basis van gebruik, maar hebben een beperkt

budget die zij in veel gevallen zien krimpen. Uitgevers willen hun inkomsten zo

voorspelbaar mogelijk willen maken en willen ook met e-books hun inkomsten op peil

houden. Zeker de voorwaarden die gelden voor e-books met een hoge oplage, zoals bij

studieboeken, zullen voor bibliotheken nog lange tijd ongunstig blijven, omdat veel

uitgevers het zich vooralsnog niet kunnen veroorloven om op dat vlak concessies te

doen.

Bibliotheken en uitgevers vinden elkaar in het feit dat schaalvergroting kostenbesparing

oplevert. Veel grote uitgeverijen kiezen ervoor om e-books in pakketvorm aan te bieden,

Page 36: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

35

omdat de verkoop van individuele titels relatief duur is en zij met pakketten verzekerd

zijn van een bepaalde afname en dus van inkomsten. Uitgevers zien de pakketten ook

als aantrekkelijk voor bibliotheken, omdat deze hierdoor gebruikers kunnen voorzien van

een ruim aanbod, op een manier die hen weinig overhead vraagt. Kleine(re) uitgevers,

die vooral voor de geesteswetenschappen van belang zijn, vragen zich ondertussen af

hoe zij in deze tendens tot schaalvergroting het hoofd boven water gaan houden.

De meningen van uitgevers lopen uiteen over de vraag hoe de prijs van e-books zich zal

gaan ontwikkelen. Het valt niet uit te sluiten dat de prijs van individuele e-books zal

blijven stijgen, omdat uitgevers het risico lopen dat ze minder exemplaren van een titel

verkopen als het als e-book beschikbaar is via een UB. Maar als onderdeel van een

pakket zullen zij per stuk mogelijk goedkoper worden, omdat vanwege de schaalgrootte

de kosten per e-book voor uitgevers relatief lager zijn.

Ook de voorwaarden waaronder e-books verschijnen zullen volgens uitgevers voorlopig

nog sterk in ontwikkeling blijven Volgens uitgevers is het niet ondenkbaar dat veel e-

books in de toekomst DRM zullen blijven bevatten, zeker de e-books die via aggregator-

platforms worden aangeboden. Uitgevers proberen bibliotheken te verleiden rechtstreeks

bij hen te bestellen door DRM-vrije e-books aan te bieden. Bibliotheken vinden het juist

aantrekkelijk om bestellingen via grote leveranciers te laten lopen. Ook hier is de

uitkomst onzeker. Leveranciers zijn begonnen met de verkoop van boeken op

uitgeversplatforms aan bibliotheken, maar de vraag is hoe interessant deze modellen

zijn voor zowel leveranciers, uitgeverijen als bibliotheken.

Overigens, in het kielzog van al deze ontwikkelingen zal open access van e-books de

komende tien jaar slechts een beperkte rol spelen, zeker in vergelijking met

tijdschriften. Het grote probleem dat uitgevers signaleren is dat de kosten van een

enkele boek veel hoger zijn dan die van een artikel in een tijdschrift. Daardoor zal het

meest gangbare open access-model – namelijk het Article Processing Charge-model,

waarbij de auteur (of diens instelling of financier) deze kosten voor zijn rekening neemt -

bij boeken volgens uitgevers vermoedelijk niet gaan werken. Een duurzaam alternatief,

zeker als het gaat om studieboeken met een hoge oplage, zien de uitgevers (nog) niet.

Page 37: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

36

SAMENSTELLING EN GEBRUIK VAN DE UBU COLLECTIE

Voornaamste bevindingen:

Als het gaat om de samenstelling en het gebruik van de open opstelling zijn er grote

verschillen tussen faculteiten, waarbij vooral de Geesteswetenschappen in het oog

springen. Het overgrote deel van het acquisitiebudget van de UBU wordt besteed aan

digitaal materiaal, waarvan het gebruik de laatste jaren snel toeneemt. Ondertussen

worden er steeds minder papieren boeken en tijdschriften aangeschaft en ook het

gebruik ervan daalt. Dat heeft zich vertaald in een steeds kleiner wordende open

opstelling. Het grootste deel van de papieren boeken die nog wel worden gekocht, zijn

bestemd voor de Geesteswetenschappen. De open opstelling van deze faculteit vormt

ongeveer de helft van de totale open opstelling van de UBU. Bovendien lenen de

studenten en medewerkers van deze faculteit in totaal, maar vooral ook gemiddeld, veel

meer dan die van andere faculteiten. De verwachting is dat in de toekomst eigenlijk

alleen de open opstelling van Geesteswetenschappen nog veel gebruikt zal worden, al zal

bij alle faculteiten het gebruik van de open opstelling afnemen.

Er is een groot verschil tussen studenten en medewerkers als het gaat om de open

opstelling van de UBU. Studenten komen over het algemeen veel vaker dan

medewerkers in de UBU, maar zij komen er vooral om gebruik te maken van

studieplekken en het raadplegen van online literatuur. Slechts een klein deel van hen

zegt er vaak gebruik te maken van de open opstelling. Toch vinden zij dat de kasten een

toegevoegde waarde hebben, als bron van informatie, maar vooral als intellectueel

stimulerende omgeving. Op hun beurt hechten vooral medewerkers aan de open

opstelling, maar ook zij gebruiken deze weinig. Velen van hen vinden dat de open

opstelling in de UBU te ver van hun werkplek staat. Ook komen zij überhaupt weinig in

de UBU, omdat zij de bibliotheek als het domein van studenten beschouwen. Bovendien

ondervinden zij praktische bezwaren bij het raadplegen van de open opstelling, zoals een

gebrek aan raadpleegplekken, wat zij (noodgedwongen) oplossen door een groot deel

van de papieren boeken via de afhaalkast te lenen. De verwachting is dat als deze trends

zich voortzetten de open opstelling in de UBU steeds meer alleen nog de functie zal

hebben van een intellectueel stimulerende omgeving voor studerende studenten.

SAMENSTELLING VAN DE COLLECTIES EN DE OPEN OPSTELLING

Het acquisitiebudget van de UBU wordt aangewend voor de aankoop van heel divers

materiaal, al gaat de meerderheid ervan naar digitale publicaties en databases. Het gaat

om papieren boeken en e-books, tijdschriften en e-journals, audiovisueel materiaal,

kaarten, microfiches, en manuscripten. Het budget dat voor de aankoop van dit

materiaal beschikbaar is, groeit jaarlijks, grotendeels dankzij een inflatiecorrectie: van

5,6 miljoen in 2007 naar 7,4 miljoen in 2014. Deze stijging is vergelijkbaar met de

budgettaire ontwikkelingen van vergelijkbare universiteitsbibliotheken in Nederland.122

Maar per student en medewerker gaf de UU bovengemiddeld veel uit aan acquisitie. De

UBU had zelfs het hoogste acquisitiebudget van alle Nederlandse

122

Bij het vergelijken met andere universiteitsbibliotheken is uitgegaan van de gegevens uit de benchmark van

UKB bibliotheken voor de jaren 2007-2014. De Universiteitsbibliotheek Utrecht mag geen data delen van

andere UKB-bibliotheken. Daarom is ervoor gekozen de cijfers van de UU af te zetten tegen het gemiddelde

cijfer van een groep vergelijkbare universiteiten, te weten de Universiteit van Amsterdam, Rijksuniversiteit

Groningen, Universiteit Leiden, Vrije Universiteit en Radboud Universiteit Nijmegen. Deze universiteiten zijn

van alle Nederlandse universiteiten qua omvang en disciplines het meest vergelijkbaar met de UU.

Page 38: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

37

universiteitsbibliotheken. Daarbij ging in 2014 91% van het acquisitiebudget van de UBU

naar digitaal materiaal. Van de 7,4 miljoen die de UBU toen ter beschikking had, werd er

4,7 miljoen aan e-journals uitgegeven, 1,1 miljoen aan databestanden en 0,8 miljoen

aan e-books. De resterende 0,8 miljoen werd vooral uitgegeven aan papieren boeken

(0,45 miljoen) en papieren tijdschriften (0,21 miljoen).

Figuur 8: acquisitiebudget van de faculteiten van de UU, in de periode 2007-2014.

Het acquisitiebudget van de UBU is verdeeld in een Big Deals-budget en in facultaire

budgetten. Het Big Deals-budget valt onder de verantwoordelijkheid van het College van

Bestuur en wordt vooral gebruikt voor licenties op grote digitale tijdschriftenpakketten

bij uitgevers als Taylor&Francis, Elsevier en Springer. Bij de invoering van dit budget in

2011 is er budget overgeheveld van de facultaire budgetten, die bestaan uit middelen

die door de zeven faculteiten van de UU ter beschikking worden gesteld (zie figuur 8).

De hoogte van de facultaire acquisitiebudgetten loopt sterk uiteen, van

Geowetenschappen (165 duizend) tot Geneeskunde (1,1 miljoen). Wat dat betreft is van

belang dat vooral van de faculteiten Bètawetenschappen, Geneeskunde en

Diergeneeskunde in 2011 een groot deel van het budget is overgeheveld naar het Big

Deals-budget.

UITGAVEN AAN DIGITALE EN PAPIEREN TIJDSCHRIFTTITELS

Het overgrote deel van het budget van de UBU gaat naar digitaal materiaal, terwijl de

uitgaven aan papieren materiaal afnemen (zie figuur 9). Veruit het grootste deel van de

tijdschrifttitels waarvoor de UBU betaalt, wordt alleen als e-journal beschikbaar gesteld.

De UBU besteedde in 2014 ruim 30 keer meer budget aan e-journals dan aan papieren

tijdschriften. Sterker nog, de UBU geeft het meeste uit aan digitale tijdschriften van alle

Nederlandse universiteitsbibliotheken.123 Opvallend is daarom dat de UBU het op een na

123

Figuur 10, in: UKB-Benchmarkv0.2: O:\UBU\Projecten\Collectie 2020 UB Utrecht\Onderzoek\Fase 1 -

Verzamelen bestaande gegevens\Resultaten\2-Benchmark.

Page 39: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

38

laagste aantal digitale tijdschriften heeft van alle vergelijkbare Nederlandse

universiteitsbibliotheken. Dat de UBU blijkbaar relatief duur uit is als het gaat om e-

journals, komt doordat de kosten voor tijdschriftenpakketten doorgaans gerelateerd zijn

aan de omvang van een instelling en de UU de grootste Nederlandse universiteit is.

Bovendien is de kostenverdeling voor Big Deals binnen UKB-verband deels gebaseerd op

de omvang van het beschikbare acquisitiebudget, wat voor Utrecht nadelig uitvalt. De

UBU had in 2014 17.586 abonnementen op e-journals.

Figuur 9: verdeling van de uitgaven aan elektronische en fysiek materiaal door de UBU, in de

periode 2007-2014.

Het aantal abonnementen op papieren tijdschriften loopt al sinds de eeuwwisseling terug

en steekt inmiddels schril af tegen het aantal e-journals. Binnen de UBU is er beleid dat

tijdschriften indien mogelijk (alleen) in elektronisch format worden aangeschaft.

Papieren tijdschriften worden dan opgezegd en in de meeste gevallen worden de oudere

jaargangen verplaatst naar het depot. Inmiddels zijn veruit de meeste tijdschriften als e-

journal beschikbaar gekomen, maar nog altijd neemt het aantal papieren tijdschriften in

de UBU af: sinds 2011 met 40%, tot 1.795 abonnementen in 2014. De UBU volgt daarbij

de trend van vergelijkbare Nederlandse universiteiten.

UITGAVEN AAN DIGITALE EN PAPIEREN BOEKEN

De laatste jaren ging ongeveer 20% van het acquisitiebudget van de UBU naar de

aanschaf van boeken, waarbij er steeds meer e-books werd besteed (zie figuur 9). Sinds

2010 koopt de UBU e-books. Sindsdien stegen de uitgaven aan e-books van ruim 3,1 ton

naar ruim 8,3 ton in 2014. In vergelijking met andere Nederlandse

universiteitsbibliotheken is dat veel. Sterker nog, de UBU geeft meer uit aan e-books dan

welke Nederlandse universiteitsbibliotheek dan ook. Het resultaat was dat de meeste

recente titels die in 2014 toegankelijk waren via de UBU e-books waren. Tot de

meerderheid daarvan had de UBU alleen tijdelijk toegang, via bijvoorbeeld Evidence

Based Selection, een model waarbij uitgevers grote hoeveelheden e-books ter

beschikking stellen aan gebruikers, waarna een UB op basis van gebruik e-books

aankoopt. E-books die niet gekocht worden, verdwijnen weer uit de catalogus. Zo kon

het gebeuren dat er in 2013 meer e-books in de catalogus zaten dan in 2014. Dankzij

deze tijdelijke deals kon de UBU een ongekend groot deel van de recent gepubliceerde

boeken ter beschikking stellen aan de studenten en medewerkers van de UU.

De stijgende uitgaven aan e-books gingen weliswaar ten koste van de aanschaf van

papieren boeken, maar in 2014 ging nog altijd een derde van het boekenbudget hieraan

op. In de periode 2010-2014 daalde de uitgaven aan papieren boeken van ruim 8,7 ton

naar ruim 4,5 ton. Dit bedrag was vergelijkbaar met wat andere Nederlandse

Page 40: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

39

universiteiten gemiddeld in 2014 aan papieren boeken uitgaven. Opvallend genoeg

leidde dit bij de UBU tot relatief weinig aanwinsten. Dit komt mogelijk doordat de UBU

vooral hardbacks en wetenschappelijke boeken koopt en minder de doorgaans

goedkopere literaire werken. Bovendien is de UBU erg terughoudend met het accepteren

van geschenken. Maar een echte aanwijsbare reden voor het relatief lage aantal

aanwinsten is er niet. In de periode 2007-2014 daalde het aantal papieren boeken dat

de UBU kocht van 15.295 naar 5.551, een afname van 64%. Een dergelijke daling is bij

alle Nederlandse universiteitsbibliotheken waarneembaar.

Er zijn verschillende redenen dat de UBU nog altijd duizenden papieren boeken per jaar

koopt. De belangrijkste is dat veel titels alleen nog in papieren vorm beschikbaar waren.

Dit hangt sterk samen met de vele taalgebieden die de UBU met haar collectie bestrijkt.

Meer dan 60% van de papieren boeken die door de UBU werd aangeschaft, zijn

Engelstalig, zo’n 20% Nederlandstalig, zo’n 10% Duitstalig en in mindere mate worden

er ook papieren boeken in het Frans, Italiaans en Spaans gekocht. In de niet-

Engelstalige taalgebieden gaat de opkomst van het e-book relatief traag, of, zoals in de

Romaanse taalgebieden, moet nog grotendeels van de grond komen. Daarnaast speelt

mee dat veel e-books relatief duur zijn of ongunstige gebruiksvoorwaarden hebben, wat

voor de UBU reden kan zijn om een titel in papieren vorm te bestellen, ook als er wel

een e-book beschikbaar is. Bovendien kan het zijn dat een gebruiker expliciet vraagt om

een papieren exemplaar.

Figuur 10: aantal bestelde papieren boeken per faculteit, in de periode 2005-2014.

Er zijn wat betreft het aantal papieren boeken dat gekocht wordt grote verschillen tussen

faculteiten, waarbij vooral de Geesteswetenschappen erbovenuit steekt. Bij

Bétawetenschappen, Diergeneeskunde, Geneeskunde, Geowetenschappen en Sociale

Wetenschappen worden om uiteenlopende redenen steeds minder papieren boeken

gekocht. Over het algemeen voeren de digitale tijdschriften in deze vakgebieden de

boventoon. De boeken die nog worden gekocht worden over het algemeen alleen in

digitale vorm gekocht, uitzonderingen daar gelaten (zoals boeken voor Wiskunde). Dat

Page 41: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

40

ligt anders bij de faculteiten REBO en Geestesteswetenschappen. Bij REBO ging in 2014

bijna 80% van de uitgaven aan boeken naar papieren boeken. Maar in dat jaar werden

veruit de meeste papieren boeken gekocht voor Geesteswetenschappen: van de

ongeveer 5.500 aanwinsten waren er zo’n 4.000 bestemd voor deze collectie (zie figuur

10). Daarbij is van belang dat binnen de UU 19,9% van de studenten en 10,4% van de

medewerkers tot de faculteit Geesteswetenschappen behoorden (zie figuur 11).

Figuur 11: Aantallen studenten en medewerkers van de UU, uitgesplitst per faculteit, in 2014, met

daarachter telkens weergegeven welk percentage dit aantal van het geheel vormt.

OMVANG EN INHOUD VAN DE OPEN OPSTELLING

Nagenoeg de hele open opstelling van UBU bevindt zich op dit moment op twee locaties,

de UB Uithof en de UB Binnenstad. De UB Uithof werd in 2004 geopend en biedt naast

Algemene en Bijzondere Collecties vooral plaats voor de open opstellingen van de

faculteiten Bètawetenschappen, Diergeneeskunde, Geneeskunde, Geowetenschappen en

Sociale Wetenschappen. De UB Binnenstad werd in 2009 geopend met het inhuizen van

het grootste deel van de open opstelling voor Geesteswetenschappen, twee jaar later

gevolgd door die van de faculteit Rechten, Economie, Bestuurskunde en Organisatie

(REBO). Daarbij staat een deel van de collectie Geesteswetenschappen in De Uithof.

Daarnaast is er in het Hans Freudenthal nog een bibliotheek Wiskunde, welke onderdeel

is van de collectie Bètawetenschappen. Ook zijn er nog kleine opstellingen in het

Studielandschap in het Androclusgebouw en in het UMC voor respectievelijk

Diergeneeskunde en Geneeskunde. In 2014 was de open opstelling in totaal 25.412

meter groot, waarvan 13.375 meter in de UB Uithof en 12.037 meter in de UB

Binnenstad.

De omvang van de open opstelling in de UBU is de afgelopen tien jaar sterk

teruggelopen, waarbij er grote verschillen waren tussen faculteiten. Het aantal banden in

open opstelling op De Uithof liep terug van 866.838 in 2005 naar 398.428 in 2014, een

afname van 54%. In dezelfde periode liep de open opstelling in de Binnenstad terug van

551.850 naar 403.037 banden, een afname van 27%. Vooral de open opstellingen van

Diergeneeskunde, Geneeskunde en Geowetenschappen zijn de laatste jaren veel kleiner

geworden (zie figuur 12). De open opstellingen die minder snel krompen, namen als

gevolg een steeds groter deel van de totale open opstelling in: in 2005 besloegen die

van Geesteswetenschappen en REBO nog 51% van de totale open opstelling voor

faculteiten, wat in 2014 was opgelopen tot 66%.124 De open opstelling

Geesteswetenschappen was veruit het grootst, met in totaal 11.539 meter, verspreid

124

Zie in dit kader ook figuur 11.

2014 Aantal studenten % Aantal medewerkers %

Faculteit Bètawetenschappen 4.841 16,7% 921 18,7%

Faculteit Diergeneeskunde 1.429 4,9% 432 8,8%

Faculteit Geesteswetenschappen 5.790 19,9% 515 10,4%

Faculteit Geowetenschappen 2.930 10,1% 451 9,1%

Faculteit REBO 5.342 18,4% 374 7,6%

Faculteit Sociale Wetenschappen 5.436 18,7% 572 11,6%

Faculteit Geneeskunde 3.278 11,3% 1.671 33,9%

Totaal 29.046 4.936

Page 42: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

41

over beide UBU-locaties. Die van Diergeneeskunde was met 551 meter het kleinst. In

totaal was de open opstelling van de UBU één van de grootste, zo niet de grootste, van

alle Nederlandse universiteitsbibliotheken.

Figuur 12: aantal banden in de open opstelling per faculteit, in de periode 2005-2014.

Een steeds kleiner deel van de collectie staat in de open opstelling, de rest staat in het

depot. Ondanks de omstandigheid dat steeds meer publicaties in digitale vorm worden

aangeschaft, groeit de fysieke collectie natuurlijk nog steeds, in de periode 2005-2014

van ongeveer 3,50 naar 3,64 miljoen banden. In 2005 stond nog 41% van de banden in

de open opstelling, wat in 2014 was gedaald naar 22% - wat in vergelijking met andere

Nederlandse universiteitsbibliotheken bovengemiddeld was. Er vindt een voortdurende

doorstroom plaats van de open opstelling naar het depot, waarbij oudere publicaties die

minder gebruikt worden uit de open opstelling verwijderd worden. Er wordt over het

algemeen gestreefd naar een bezettingsgraad van de open opstelling van rond de

90%.125 De afgelopen jaren werden er naast oudere boeken vooral ook tijdschriften uit

de open opstelling naar het depot verplaatst. Als gevolg bestaat de open opstelling

momenteel vooral uit boeken.

GEBRUIK VAN DE COLLECTIES EN DE OPEN OPSTELLING

De omstandigheid dat de een steeds groter deel van de collectie in digitale vorm wordt

aangeschaft en dat een steeds kleiner deel van de papieren collectie in de open

opstelling staat, heeft effect op het gebruik van de collectie.

125

De UBU Algemene Collecties zijn hierbij buiten beschouwing gelaten.

Page 43: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

42

GEBRUIK VAN DIGITALE PUBLICATIES

Het is evident dat de laatste jaren het gebruik van e-journals binnen de UBU sterk is

toegenomen, maar wie de gebruikers precies zijn is onbekend. Anders dan bij de

papieren collectie, houdt de UBU bij digitaal materiaal weinig gebruikcijfers zelf bij en

vertrouwt op de cijfers die leveranciers en uitgevers aanleveren. Deze geven geen

compleet beeld, zeker niet op het niveau van faculteiten of andere gebruikersgroepen.

Toch is duidelijk dat het gebruik van digitaal materiaal sterk stijgt. Het aantal

raadplegingen van artikelen van de top 5 van meest gebruikte platforms van e-journals

(Elsevier, HighWire Press, Wiley en Springer) is in tien jaar tijd bijna twee-en-een-half

keer zoveel geworden en gestegen naar 5,2 miljoen raadplegingen (zie figuur 13). Dit

hangt vooral sterk samen met het groeiende aanbod van e-journals, want het gemiddeld

aantal raadplegingen per tijdschrift steeg in de periode 2010-2014 veel minder sterk:

het gemiddelde nam in de periode 2010-2012 sterk toe van 193 naar 314, maar daalde

daarna tot 218 raadplegingen per jaar, per tijdschrift.

Figuur 13: aantal geraadpleegde artikelen in digitale tijdschriften bij top-5 platforms, evenals het

totaal daarvan, in de periode 2005-2014.

Ook het gebruik van e-books nam de laatste jaren sterk toe, maar het meten ervan ligt

nog veel gecompliceerder dan bij e-journals. Het aantal raadplegingen van e-books

binnen de UBU stijgt sterk, van ruim 230 duizend tot meer dan 817 duizend

raadplegingen in 2014. Bij deze cijfers moeten een aantal kanttekeningen geplaatst

worden. De belangrijkste is dat waar het bij raadplegingen van e-journals altijd gaat om

het aantal artikelen dat bekeken is, het bij e-books kan gaan om een raadpleging op

titelniveau, hoofdstukniveau of soms zelfs paginaniveau. Het is daarom moeilijk om het

aantal raadplegingen van e-books te duiden. Daarnaast bevatten de cijfers die door

platforms worden aangeleverd soms onverklaarbare schommelingen of gaten. Maar wat

duidelijk is, is dat het gebruik van e-books binnen de UBU in 2013 en 2014 in hoge mate

werd bepaald door enkele grote e-bookpakketten van Springer die toen waren

aangekocht: in 2014 was zelfs meer dan 2 van de 3 e-books die geraadpleegd werden

Page 44: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

43

een e-book van Springer. De andere e-books die gebruikt werden, waren vooral e-books

die tijdelijk beschikbaar waren gesteld door deals met EBL, Elseiver, Wiley en

Cambridge.

AANTAL UITLENINGEN VAN PAPIEREN BOEKEN

Het gebruik van papieren publicaties daalt de laatste tien jaar sterk, vooral in de UB

Uithof. In 2005 stonden de meeste papieren boeken die geleend werden in De Uithof.

Tien jaar later stonden veruit de meeste in de open opstelling van de UB Binnenstad (zie

figuur 14). In 2014 waren 28,6% van de uitleningen banden uit de open opstelling in de

UB Uithof en 46,2% uit die in de UB Binnenstad. Daarnaast was ongeveer een kwart van

de uitleningen materiaal uit het depot. Ook deze uitleningen dalen sinds 2010, hoewel er

steeds meer materiaal in het depot kwam te staan. Hierbij is opmerkelijk dat het depot

staat in de UB Uithof, maar sinds 2011 het meeste materiaal uit het depot wordt

afgehaald in de UB Binnenstad.

Figuur 14: aantal uitleningen van papieren banden per UBU-locatie, in de periode 2005-2014.

Gekeken naar het aantal uitleningen zijn er grote verschillen tussen faculteiten, waarbij

vooral Geesteswetenschappen afwijkt. De studenten en medewerkers van

Geesteswetenschappen zijn de laatste jaren verantwoordelijk voor meer dan 50% van de

uitleningen, op gepaste afstand gevolgd door de faculteit REBO met minder dan 20%

van de uitleningen.126 De sterke daling in het aantal uitleningen binnen de UBU is dan

ook vooral het gevolg van een daling in het aantal uitleningen aan

geesteswetenschappers (zie figuur 15). Vooral studenten Geesteswetenschappen zijn in

totaal minder papieren boeken gaan lenen. Voor een deel komt dat doordat zij meer

digitaal materiaal zijn gaan gebruiken. Maar vooral ook hangt dit samen met de

126

Hierbij is van belang dat in 2014 van de UU-medewerkers 10,4 bij Geesteswetenschappen werkte en bij

REBO 7,6%. Bij de UU-studenten was dit respectievelijk 19,9% en 18,4% (zie figuur 11).

Page 45: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

44

omstandigheid dat het aantal studenten Geesteswetenschappen sterk is afgenomen in de

periode 2010-2014.127

Figuur 15: totaal aantal uitleningen per faculteit, in de periode 2010-2014.

Gekeken naar het gemiddeld aantal uitleningen per student en medewerker valt opnieuw

op dat die van Geesteswetenschappen veel meer lenen dan die van andere faculteiten

(zie figuur 16 en 17). Bovendien blijkt dat medewerkers over het algemeen meer lenen

dan studenten, op de faculteiten Geneeskunde en Diergeneeskunde (in 2014) na. Een

vergelijkbaar beeld komt naar voren als er per faculteit wordt gekeken naar het

percentage leners dat in een jaar minimaal één publicatie leende. In 2014 was dat bij

medewerkers van Geesteswetenschappen rond de 100%. Bij medewerkers van andere

faculteiten liep dat zeer uiteen, van REBO (57%) tot Geneeskunde (2%). Bij studenten

lag dit percentage bij Geesteswetenschappen rond de 70% en liep het bij de overige

faculteiten uiteen van REBO (41%) tot Diergeneeskunde (25%).128

127

Zie hoofdstuk 6. 128

Deze percentages zijn indicatief. Het aantal leners wordt gemeten over een heel jaar, terwijl het aantal

studenten en medewerkers een momentopname is.

Page 46: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

45

Figuur 16: gemiddeld aantal uitgeleende banden per jaar aan medewerkers, in de periode 2010-

2014.

Figuur 17: gemiddeld aantal uitgeleende banden per jaar aan studenten, in de periode 2010-2014.

GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

In de UBU bestaat de mogelijkheid om banden naar een zogenaamde afhaalkast bij de

balie van de beide UBU-locaties te laten komen, door ze via de catalogus te reserveren.

De student of medewerker gaat dan niet zelf de open opstelling in, maar laat ze door

een medewerker van de UB ophalen, net als voor papieren boeken uit het depot geldt. In

Page 47: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

46

2014 werd in de UB Uithof ruim 50% van de uit de open opstelling geleende papieren

boeken zelf door gebruikers uit de kasten werden gehaald. In de UB Binnenstad was dat

minder dan 40%. Voor zowel de UB Binnenstad als UB Uithof geldt dat het percentage

papieren boeken dat door klanten zelf uit de collectie wordt gehaald om te lenen sinds

2011 weer iets toeneemt. Daarbij is opmerkelijk dat rond de 20% van de papieren

boeken die in de UB Binnenstad via de afhaalkast geleend werden, exemplaren uit de

open opstelling van de UB Uithof waren. Dit hangt waarschijnlijk nauw samen met de

plaatsing van de collectie Religiewetenschappen in de UB Uithof, waarvan de meeste

gebruikers in de binnenstad van de stad Utrecht zitten.

Over het algemeen maken vooral medewerkers gebruik van de afhaalkast: bijna de helft

van de medewerkers zegt vaak tot altijd papieren boeken via de catalogus aan te

vragen. Dit percentage lag bij BA-studenten (17%) en MA-studenten (30%) veel lager.

Dit verschil hangt sterk samen met de mate waarin er überhaupt gebruik wordt gemaakt

van de papieren collectie. Studenten zijn primair digitaal georiënteerd en vinden snelle

toegang tot hun literatuur belangrijk. Medewerkers laten zich veel sterker leiden door de

inhoud van literatuur bij de selectie van literatuur. Zij lenen papieren boeken als er een

papieren boek beschikbaar is. Dat wil niet zeggen dat zij geen praktische bezwaren

ondervinden bij het lenen van papieren boeken, zoals de omstandigheid dat er fysiek

naar de UBU gegaan moet worden om materiaal te raadplegen. Een deel van de

medewerkers lost dit deels door op banden naar de afhaalkast te laten komen, wat door

hen als een efficiënte manier wordt ervaren om het materiaal in handen te krijgen. Maar

dit wordt vooral ook gezien als een noodgedwongen alternatief, omdat het volgens

medewerkers niet goed mogelijk is literatuur in de UBU zelf te raadplegen, onder meer

door een gebrek aan raadpleegplekken. Vooral binnen de Geesteswetenschappen

ervaren medewerkers dit als een groot gemis.

Medewerkers komen over het algemeen niet vaak in de UBU, maar als ze er komen dan

maakt een vrij groot deel van hen gebruik van de open opstelling. Ongeveer 60% van de

medewerkers geeft aan slechts maandelijks of zelfs nooit in de UBU te komen. Het feit

dat zij er vrij weinig komen wordt voor een belangrijk deel ingegeven door praktische

overwegingen, zoals de tijdsinvestering die het vraagt om naar de UBU te komen. Maar

zeker ook speelt mee dat een groot deel van de medewerkers de UBU-locaties als het

domein van studenten beschouwen, gericht op studieplekken. Voor een studieplek of het

raadplegen van online literatuur komen de meesten medewerkers nooit naar de UBU,

laat staan om er samen te werken met anderen. Voor al deze zaken hebben zij de

bibliotheek als fysieke ruimte niet nodig. Medewerkers maken in de UBU wel vrij

intensief gebruik van de bibliotheekdiensten, zoals printen en kopiëren, iets wat meer

dan de helft van hen frequent tot altijd zegt te doen. Maar wat medewerkers in

vergelijking met studenten vooral veel vaker doen is het zoeken en lezen van papieren

boeken in de open opstelling: ruim 40% van de medewerkers geeft aan dit frequent tot

altijd te doen (zie figuur 18).

Page 48: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

47

Figuur 18: what do you do when you visit the University Library? Answer: search or read literature

from the bookshelves (all respondenten, weergegeven in percentages, N=800).

Het gebruik van de medewerkers die de open opstelling raadplegen loopt uiteen. De

meesten zoeken vooral naar specifieke boeken. Velen van hen (44%) gebruiken de open

opstelling daarnaast vaak of altijd om er te zoeken op onderwerp, maar ook ongeveer

een derde zegt dat zelden tot nooit te doen. Ook het gebruik maken van tijdschriften

loopt onder medewerkers erg uiteen. Ongeveer een derde van de medewerkers geeft

aan vaak tot altijd op zoek te gaan naar specifieke tijdschriften. Een vergelijkbaar deel

zegt dit zelden of nooit te doen, wat ongetwijfeld samenhangt met hoeveel tijdschriften

er in papieren vorm beschikbaar zijn in een vakgebied. Op soortgelijke wijze verschilt

ook het zoeken naar recente literatuur en het gebruik maken van materiaal dat niet-

uitleenbaar is uit de open opstelling onder medewerkers, al is dit gebruik over het

algemeen veel minder groot.

Hoewel studenten veel vaker dan medewerkers in de UBU komen, ligt het gebruik van de

open opstelling veel lager. Ongeveer 85% van de studenten die de bibliotheek bezoeken

doen dat eenmaal per week of vaker. De meeste studenten maken er altijd gebruik van

studieplekken en veel van hen lezen er online literatuur. Naar de UBU gaan om er samen

te werken met anderen is onder studenten minder populair, al zegt ongeveer een derde

van hen dat frequent tot vaak te doen. Daarnaast geeft ongeveer de helft van de

studenten aan gebruik te maken van bibliotheekdiensten, zoals printen en kopiëren.

Slechts ongeveer 10% van de studenten zegt de open opstelling vaak of altijd te

gebruiken en 30-40% van hen geeft aan dat zij de open opstelling nooit raadplegen (zie

figuur 18).

De studenten die de open opstelling wel raadplegen, doen dat, net als medewerkers,

vooral om op zoek te gaan naar specifieke boeken. Ongeveer een derde deel van hen

gaat er ook op zoek op onderwerp. Meer dan de helft van de studenten zegt zelden tot

nooit op zoek gaat naar specifieke tijdschriften, wat niet verwondert omdat het

overgrote deel daarvan digitaal beschikbaar is. Maar ook spreekt hier een grote voorkeur

voor het gebruik van digitaal materiaal uit, want ook in vakgebieden waarin er nog wel

papieren tijdschriften zijn, geven veel studenten aan deze zelden of nooit te gebruiken.

Op zoek gaan naar recente literatuur of gebruik maken van materiaal dat niet-

uitleenbaar is doen de meeste studenten zelden.

Page 49: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

48

Figuur 19: what do the books in the library bookshelves mean to you? Answer: to me, books on the

bookshelves create an intellectually stimulating and supportive environment (alle respondenten,

weergegeven in percentages, N=676).

Gezien het verschil tussen studenten en medewerkers als het gaat om het gebruik van

de open opstelling, is het opvallend dat beide groepen de open opstelling waarderen als

bron van informatie en als intellectueel stimulerende omgeving. Ongeveer 59% van de

BA-studenten, 60% van de MA-studenten en 71% van de medewerkers is het er (sterk)

mee eens dat de literatuur in de open opstelling voor hen een belangrijke bron van

informatie is. Dat kan wellicht deels verklaard worden doordat, ook als ze de open

opstelling niet vaak gebruiken, ze er wel soms belangrijke literatuur uit halen. Maar

bovenal zien studenten en medewerkers de open opstelling van de UBU als een

inspirerende, stimulerende omgeving. Slechts een heel klein deel is het hiermee niet

(sterk) eens (zie figuur 19). Ook al worden de kasten vooral gebruikt door een deel van

de medewerkers, vrijwel alle bezoekers vinden dat de papieren boeken rust creëren voor

studeren en kennis uitstralen.

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR

Gezien de voortschrijdende digitalisering van de collectie en de daling van zowel het

aantal papieren publicaties dat wordt aangeschaft als het aantal uitleningen dat wordt

gedaan, is de verwachting dat de open opstelling in de toekomst steeds minder gebruikt

zal worden. Toch zijn er redenen om aan te nemen dat dit beeld genuanceerd moet

worden en vooral dat er grote verschillen zullen blijven tussen disciplines.

AANSCHAF VAN PAPIEREN BOEKEN

Er is een dalende trend in het aantal papieren boeken dat in de afgelopen jaren voor de

UBU-collectie is aangeschaft. Het aantal gekochte papieren boeken was tot 2010 stabiel

of steeg zelfs. Maar sinds de UBU begon met de aankoop van e-books daalt het aantal

gekochte papieren boeken sterk. Het is de vraag hoe deze trend zich zal voortzetten. In

figuur 20 staan drie lijnen waarbij met ingang van 2015 jaarlijks het gemiddelde is

genomen van respectievelijk de 10, 5 en 3 jaar daarvoor. In alle gevallen zal het aantal

nieuwe papieren boeken voor de collectie de komende tien jaar steeds verder afnemen,

maar als wordt uitgegaan van de meest recente jaren vlakt de tendens het meeste af.

Page 50: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

49

Figuur 20: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in de aanschaf van papieren boeken door de UBU.

Een factor die invloed zal blijven hebben op de acquisitie van papieren boeken is het feit

dat zo’n 40% van de titels die door de UBU worden gekocht niet-Angelsaksisch is. Buiten

het Engelse taalgebied loopt de beschikbaarheid van e-books achter, al is de

verwachting dat dit de komende tien jaar zal rechttrekken. Uitgevers denken dat pas

rond 2025 alle boeken in zowel papieren als digitale vorm beschikbaar zullen zijn.

Daarnaast is de vraag hoe aantrekkelijk de e-books in de toekomst zullen zijn, zeker als

het gaat om onderwijsmateriaal: het is niet ondenkbaar dat, net als nu, uitgevers voor

dergelijke e-books zo’n hoge prijs zullen vragen dat de papieren variant aantrekkelijker

is om te kopen. Bovendien zal een deel van de gebruikers de komende jaren blijven

vragen om bepaalde publicaties in papieren vorm te kopen, zeker zolang lang lezen op

een scherm als onaantrekkelijk wordt ervaren. Deze factoren zullen er vermoedelijk voor

zorgen dat er weliswaar jaarlijks minder papieren boeken aan de open opstelling

toegevoegd zullen worden, maar ook dat de dalende trend zal afvlakken.

GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

Het feit dat een steeds groter deel van de literatuur digitaal beschikbaar zal komen en de

open opstelling steeds minder nieuwe titels zal bevatten, zal ongetwijfeld een

versterkend negatief effect hebben op het gebruik ervan. Een indicatie dat dit effect al

gaande is, blijkt uit de trendlijnen in het aantal uitleningen van de open opstelling zoals

deze in figuur 21 zijn weergegeven. Hierbij is met ingang van 2015 jaarlijks het

gemiddelde genomen van het aantal uitleningen van respectievelijk 9, 5 en 3 jaar

daarvoor.129 Net als bij het aantal gekochte papieren boeken het geval is, is er sprake

van een dalende trend, die afvlakt als wordt uitgegaan van de recente jaren.

129

Omdat voor het jaar 2005 geen leengegevens beschikbaar zijn, is het gemiddelde van de afgelopen 9 (in

plaats van 10) jaar genomen.

Page 51: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

50

Figuur 21: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het aantal uitleningen uit de open opstelling

van de UBU.

Een deel van de papieren boeken die nu in de open opstelling staan, zal over tien jaar

nog altijd relevant zijn en dus waarschijnlijk ook gebruikt worden. De studenten en

medewerkers gebruiken weliswaar vooral recente literatuur, maar voor een deel van hen

zijn ook oudere boeken van belang. Daarbij geldt dat binnen het ene vakgebied een

publicatie veel sneller veroudert dan in het andere. Binnen Geneeskunde kan een

onderzoek al binnen enkele jaren achterhaald zijn. Binnen Geesteswetenschappen

blijven titels vaak decennialang (of zelfs altijd) relevant. Dit betekent dat een deel van

de titels dat nu in de open opstelling staan in 2025 nog geleend zullen worden, vooral als

zij een geesteswetenschappelijke signatuur hebben. Maar veel andere titels zullen over

tien jaar waarschijnlijk niet of nauwelijks meer geleend worden. Doordat er daarnaast

naar verwachting steeds minder nieuwe papieren boeken door de UBU wordt gekocht,

mag verwacht worden dat zowel bij studenten als medewerkers het gemiddeld aantal

uitleningen jaarlijks verder zal dalen.

Daarbij zal de uitzonderlijke positie van de Geesteswetenschappen waarschijnlijk

gehandhaafd blijven. Als de trend in het gebruik van de open opstelling sinds 2010, het

jaar waarin de UBU begon met het aankopen van e-books, wordt doorgetrokken, valt op

dat in de toekomst uit alle open opstellingen minder boeken geleend zullen worden.

Maar ook dat de verschillen tussen de faculteiten groot zullen zijn (zie figuur 22). Als de

trend wordt doorgetrokken zullen er in 2025 uit sommige open opstellingen nog

nauwelijks papieren boeken geleend worden, zoals van Diergeneeskunde,

Geowetenschappen, Sociale Wetenschappen en Bètawetenschappen. De collectie van

Geesteswetenschappen en in mindere mate die van REBO zouden vermoedelijk nog wel

relatief veel gebruikt worden.

Page 52: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

51

Figuur 22: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het aantal uitleningen uit de open opstelling

van de faculteiten, gebaseerd op de trend sinds 2010.

Page 53: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

52

COLLECTIES VAN DE FACULTEIT BÈTAWETENSCHAPPEN

Voornaamste bevindingen

Binnen de Bètawetenschappen zijn er twee open opstellingen, namelijk die voor

Wiskunde in het Hans Freudenthal-gebouw en die in de UB Uithof, die qua samenstelling

en gebruik heel verschillend zijn. Het budget dat voor Bètawetenschappen beschikbaar is

wordt vooral besteed aan digitale tijdschriften. Maar voor de bibliotheek Wiskunde

worden er nog relatief veel boeken in gedrukte vorm aangeschaft, mede op verzoek van

de gebruikers die een voorkeur hebben voor het gebruik van papier boven elektronisch.

In deze open opstelling staan ook relatief veel oudere publicaties, zeker in vergelijking

met die in de UB Uithof. De open opstelling in de UB Uithof is gericht op de overige

disciplines binnen de Bètawetenschappen. Afgezien van de boeken die worden gekocht

over de geschiedenis en didactiek van de Natuurwetenschappen, worden er voor deze

collecties amper papieren publicaties gekocht. De gebruikers uit deze disciplines hebben

een sterke voorkeur voor digitaal materiaal, vooral voor e-journals. Daarbij zijn de

verschillen binnen de Bètawetenschappen groot: zo’n 75% van de studenten en

medewerkers leent nooit een papieren band bij de UBU, maar de 25% die dat wel doen,

leent bovengemiddeld veel.

Medewerkers en studenten van deze faculteit gebruiken de open opstelling verschillend.

Het gemiddeld aantal uitleningen van zowel medewerkers als studenten

Bètawetenschappen is laag, omdat zij over het algemeen vooral digitaal materiaal

gebruiken. Veelzeggend is dat de open opstelling van deze faculteit relatief het laagste

aantal uitleningen kende. Maar studenten Bètawetenschappen zijn de laatste jaren niet

veel minder gaan lenen en medewerkers van deze faculteit zelfs meer. Een deel van de

medewerkers heeft een sterke voorkeur voor het raadplegen van literatuur in papieren

vorm, hoewel de meesten digitaal prefereren. De meeste medewerkers gebruiken de

open opstelling echter nauwelijks, vooral omdat zij om praktische redenen weinig de

UBU bezoeken. Daarbij speelt mee dat wiskundigen, voor wie er relatief veel papieren

publicaties beschikbaar zijn, over een eigen open opstelling beschikken in het Hans

Freudenthal-gebouw. De UBU wordt vooral bezocht door studenten, die op hun beurt

aangeven een voorkeur voor digitaal materiaal te hebben. Zij waarderen de open

opstelling vooral als intellectueel stimulerende omgeving. In die zin heeft de open

opstelling voor Bètawetenschappen in de UBU vooral een functie voor studenten, om

voor hen een omgeving te creëren waar rustig kan worden gestudeerd.

Als gezegd zijn er binnen de Bètawetenschappen grote verschillen tussen disciplines,

maar ook is de open opstelling voortdurend aan verandering onderhevig. Deze

verschillen zijn geen onderwerp van onderzoek geweest. De hiernavolgende observaties

zijn vooral gebaseerd op de periode 2005-2014 en gaan over de Bètawetenschappen als

geheel. In 2015 is de open opstelling Bètawetenschappen in de UB Uithof echter herzien.

Er is ongeveer 650 meter vooral ouder materiaal verplaatst naar het depot, ongeveer

een derde deel van de collectie, om plaats te maken voor studieplekken. Overigens, ook

de open opstelling Wiskunde in het Hans Freudenthal-gebouw is in 2015 sterk

gekrompen in verband met een verbouwing. Er is daar nu nog 576 meter open opstelling

beschikbaar, oftewel 45% van de capaciteit in 2014. Omdat de collectie Wiskunde

onderdeel is van UBU-collectie Bètawetenschappen, is de open opstelling in het Hans

Freudenthal-gebouw meegenomen in het onderzoek.

Page 54: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

53

SAMENSTELLING VAN DE OPEN OPSTELLING

Het overgrote deel van het budget dat voor Bètawetenschappen beschikbaar is, wordt

besteed aan digitale tijdschriften (zie figuur 23). In 2014 werd er op een totaal van

€681.361,- aan papieren tijdschriften €31.919,- uitgegeven en aan papieren boeken

€26.228. Deze uitgaven aan papieren publicaties steken schril af tegenover de uitgaven

aan e-journals (€518.653) en aan e-books (€5.261). Het laat zien dat binnen

Bètawetenschappen niet alleen papieren publicaties, maar ook boeken in het algemeen,

van ondergeschikt belang zijn. NB. De scherpe daling in het facultaire acquisitiebudget in

2011 is een gevolg van de overheveling van budget naar het Big Deals-budget.130

Figuur 23: gerealiseerde uitgaven voor Bètawetenschappen per materiaalsoort, in de periode 2007-

2014.

AANSCHAF VAN PAPIEREN MATERIAAL

In samenspraak met de faculteit Bètawetenschappen worden sinds 2010 veel minder

papieren boeken gekocht. Tot dat jaar schommelde het aantal aangeschafte papieren

boeken jaarlijks sterk, maar sindsdien daalde het geleidelijk van 297 naar 214 (in 2014)

per jaar. Ter vergelijking: in 2005 bedroeg het aantal papieren boeken dat voor

Bètawetenschappen werd gekocht nog 736. Daarbij zijn de verschillen tussen disciplines

groot. Zo worden er voor Wiskunde wel papieren boeken gekocht en voor Farmacie,

Biologie en Scheikunde nauwelijks.

Ondanks de dalende trend in de aanschaf van papieren materiaal, werden voor de

collectie Bètawetenschappen tot en met 2014 meer papieren boeken gekocht dan e-

books. Daarmee week het beeld voor Bètawetenschappen af van de UU-brede trend,

waar het aantal e-books dat van papieren boeken oversteeg. Dit heeft vooral te maken

met de behoeften van een deel van de gebruikers. Vooral binnen Wiskunde en de

Geschiedenis van de Natuurwetenschappen is er onder gebruikers een sterke voorkeur

voor het papieren boek. Ook als er een e-book beschikbaar is, wordt er daarom voor

Wiskunde vaak een papieren boek gekocht. Daarnaast speelt de vraag of boeken

überhaupt als e-book beschikbaar zijn. Vooral boeken die voor onderwijs bedoeld zijn,

blijken regelmatig alleen in papieren vorm beschikbaar. Dit is aan het veranderen. Veruit

130

Het UU Big Deals-budget valt onder de verantwoordelijkheid van het College van Bestuur en wordt vooral

gebruikt voor licenties op grote digitale tijdschriftenpakketten bij uitgevers als Taylor&Francis, Elsevier en

Springer. Daarbij valt wat betreft Bètawetenschappen op dat de gerealiseerde uitgaven structureel lager zijn dan

het beschikbare budget, waardoor de schommelingen in uitgaven minder groot zijn dan die n het budget.

Page 55: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

54

de meeste van de papieren boeken die worden gekocht zijn Engelstalig, het taalgebied

waarin de opkomst van het e-book het snelst gaat. Aanvankelijk werden jaarlijks nog

enkele tientallen Nederlandse en ook Duitse papieren boeken gekocht, maar daarvan is

nauwelijks meer sprake.

Daarnaast daalde ook het aantal abonnementen op papieren tijdschriften en boeken, van

760 in 2005 naar 160 in 2014. De daling van het aantal gedrukte abonnementen is het

gevolg van een e-preferred beleid waarbij indien mogelijk papieren abonnementen in

digitale tijdschriften worden omgezet, maar ook van het opzeggen van abonnementen.

Ook het ontdubbelen van abonnementen in 2006-2007 naar aanleiding van het inhuizen

van delen van de collectie Bètawetenschappen in de UB Uithof speelt een rol bij de

daling van het aantal papieren abonnementen. De abonnementen die op dit moment nog

in gedrukte vorm voor Bètawetenschappen lopen, zijn vooral publicaties over de

geschiedenis of didactiek van de Natuurwetenschappen en verenigingstijdschriften.

OMVANG EN INHOUD VAN DE OPEN OPSTELLING

De papieren boeken die voor Bètawetenschappen worden gekocht, worden over het

algemeen geplaatst in de open opstelling. Deze opstelling staat op dit moment op

Wiskunde na in de UB Uithof.131 De open opstelling van Bètawetenschappen is in de

afgelopen 10 jaar gekrompen, met name in het jaar 2007, toen de collecties van de

bibliotheken Natuur- en Sterrenkunde (FYSST) en Informatica (INFOR) werden

opgenomen in de UB Uithof. Een groot deel van die collecties kwam namelijk niet in de

open opstelling, maar werd ondergebracht in de depots. In mindere mate was dit ook in

2006 het geval toen de collecties van de bibliotheek Farmacie, Scheikunde en Biologie

(FSB) werd opgenomen in de UB Uithof. Het aantal banden in de open opstelling liep

terug van 185.360 in 2005 tot 97.383 in 2014, een teruggang van 47%. Uiteraard

werden in deze periode nieuw aangekochte banden in de open opstelling geplaatst, maar

het aantal banden dat naar het magazijn werd verplaatst was groter.

De omstandigheid dat er jaarlijks minder papieren publicaties worden gekocht voor de

collectie Bètawetenschappen, vertaalde zich tot 2014 niet in een daling van het aantal

beschikbare boekenplanken voor de open opstelling. In de periode 2010-2014 was er in

UB Uithof 1.281 meter boekenplank voor Bètawetenschappen beschikbaar. Omdat

ondertussen meer materiaal naar het depot werd verplaatst dan er werd gekocht,

werden de kasten in deze open opstelling langzaam leger, van 33 banden per meter in

2010 naar 31 banden in 2014. Momenteel wordt voor Bètawetenschappen in de UB

Uithof een plankvulling van 90% aangehouden. Deze bezettingsgraad is gemiddeld in

vergelijking met die van de open opstelling van andere faculteiten.

In de open opstelling Bètawetenschappen stonden in 2014 papieren boeken die

gepubliceerd zijn vanaf 1900, maar vooral vanaf de jaren ’50 van de vorige eeuw. De

oudere publicaties zijn vooral wiskundige titels, opgesteld in het Hans Freudenthal-

gebouw. Voor de meeste deelcollecties die in de UB Uithof staan, geldt namelijk een

jaargrens rond het jaar 2000, waarbij ouder materiaal naar het depot wordt verplaatst.

Ook is er binnen de meeste deelcollecties van de open opstelling Bètawetenschappen

een sterke daling van het aantal titels gepubliceerd na 2000, zeker vanaf 2010, die sterk

131

De collectie Wiskunde bevindt zich op de zevende verdieping van het Hans Freudenthal-gebouw op De

Uithof.

Page 56: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

55

samenhangt met de omstandigheid dat er sinds die jaren minder papieren boeken

worden gekocht.

GEBRUIK VAN DE PAPIEREN COLLECTIE

Zoals voor alle collecties in de UBU geldt, loopt het aantal uitleningen van banden uit de

open opstelling Bètawetenschappen terug. In dit specifieke geval is er sprake van een

afname van 12.561 uitleningen in 2006 naar 5.054 in 2014, een verschil van 60%. Voor

een deel komt dat doordat er minder titels in de open opstelling Bètawetenschappen zijn

komen te staan. Maar vooral ook relatief worden de publicaties in deze open opstelling

minder geleend, zeker de laatste jaren. In de periode 2010-2014 is het aantal

uitleningen als percentage van het aantal banden in deze open opstelling gedaald van

8% naar 5% en daalde het aantal uitleningen per meter boekenplank van 4,5 naar 2,7.

Daarmee was in 2014 de open opstelling Bètawetenschappen van alle faculteiten degene

waaruit relatief het minste aantal titels werd geleend.132

LEENGEDRAG VAN BÈTAWETENSCHAPPPERS

Hoewel de open opstelling Bètawetenschappen zeker niet alleen door

bètawetenschappers gebruikt wordt, zijn de studenten en medewerkers van deze

faculteit wel de voornaamste doelgroep. Binnen deze faculteit Bètawetenschappen leent

ongeveer een kwart van de studenten en medewerkers vrij veel papieren banden.

Driekwart van hen doet dat nooit. In de periode 2010-2014 steeg het percentage

studenten dat minimaal één papieren band per jaar leende van 17,1% naar 28,5%. Maar

het aantal uitleningen aan deze groep daalde in de jaren van 6.447 tot 5.838. In

diezelfde periode daalde het percentage medewerkers van deze faculteit dat jaarlijks

minimaal één titel leende van 32,5% naar 26,6%, al bleef het aantal titels dat zij

leenden constant rond de 3.300. Er is binnen de Bètawetenschappen een grote groep die

nooit titels leent, maar degenen die dat wel doen, zijn inmiddels verantwoordelijk voor

bijna 10% van het aantal uitleningen in de UBU en in absolute aantallen na REBO en GW

de grootste lenersgroep.133

Uit het gemiddeld aantal uitleningen door bètawetenschappers valt niet af te leiden dat

de komst van het e-book in 2010 invloed heeft gehad op het gebruik van de fysieke

collectie (zie figuur 24).134 Voor een deel komt dat doordat voor veel

bètawetenschappers het boek überhaupt geen belangrijk bron van informatie is, omdat

zij vooral gebruik maken van tijdschriften. In welke vorm een boek wordt aangeschaft is

dan minder van belang. Bovendien, de bètawetenschappers die wel papieren boeken

gebruiken, zoals vermoedelijk veel wiskundigen, lenen niet alleen recente, maar ook

oudere publicaties, die tot dusver meestal alleen in papieren vorm beschikbaar zijn.

Gekeken naar het aantal uitleningen in 2014, uitgesplitst op publicatiejaar, blijkt dat

bètawetenschappers papieren boeken lenen die soms al decennia oud zijn – al zijn de

132

Ter volledigheid, het aantal niet-uitleenbare werken in de open opstelling Bètawetenschappen is met 7% het

laagste van alle faculteiten 133

Zie in dit kader ook figuur 11. 134

Wat betreft het gemiddeld aantal uitleningen per student en medewerker behoort de faculteit

Bètawetenschappen in vergelijking tot andere faculteiten tot de middengroep (Geesteswetenschappen buiten

beschouwing gelaten).

Page 57: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

56

exemplaren uit de periode 2005-2010 het meest gebruikt.135 Vooral uit de deelcollecties

Wiskunde en Geschiedenis van de Natuurwetenschappen worden nog veel oudere

papieren boeken geleend, overigens de voornaamste deelcollecties van de open

opstelling Bètawetenschappen waarin überhaupt nog oudere titels staan.

Figuur 24: gemiddeld aantal uitleningen per student en medewerker Bètawetenschappen, in de

periode 2010-2014.

GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

De studenten van de faculteit Bètawetenschappen bezoeken vooral de UB Uithof en

velen van hen doen dat tweemaal of vaker per week. De meeste medewerkers bezoeken

de bibliotheek eenmaal per maand of zelfs nooit. Voor beide groepen geldt dat de UBU

slechts zelden wordt bezocht om er papieren literatuur uit de open opstelling te zoeken

of te lezen (zie: figuur 25). Een factor die hierbij meespeelt is dat veel wiskundigen, voor

wie papieren boeken belangrijk zijn, waarschijnlijk vooral gebruik maken van de open

opstelling in het Hans Freudenthal-gebouw. Over het algemeen bezoeken

bètawetenschappers (maar vooral de studenten van deze faculteiten) de UBU om er

online naar literatuur te zoeken of gebruik te maken van bibliotheekdiensten, zoals

printen en kopiëren. Maar bovenal komen studenten in de UBU om er gebruik te maken

van een computer of studieplek. Medewerkers komen er vooral om samen te werken.

Dat de open opstelling slechts voor een beperkt deel van de bètawetenschappers een

reden is om de UBU te bezoeken, komt in hoge mate doordat de meeste literatuur die zij

gebruiken digitaal beschikbaar is. Maar er spelen ook andere zaken mee. Voor veel

medewerkers is belangrijk dat zij de afstand van hun werkplek tot de open opstelling te

groot vinden en dat het volgens hen teveel tijd kost om de UB te bezoeken. Sommige

belangrijke tijdschriften willen zij in papieren vorm raadplegen, om er doorheen te

bladeren, maar alleen als deze tijdschriften dichtbij staan. De open opstelling in de UBU

wordt niet de moeite waard gevonden om naar toe te komen, mede omdat deze als

verouderd wordt gezien. Dit speelt ook mee bij studenten, maar bij hen is veel

belangrijker dat ze snel, plaatsonafhankelijk toegang willen hebben tot literatuur en

daarom de voorkeur geven aan digitaal materiaal.

135

Bètawetenschappers zijn meer literatuur gaan lenen die in het depot staat, wat samenhangt met het gegeven

dat er steeds meer (oudere) titels uit de collectie in het magazijn staan

Page 58: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

57

Figuur 25: what do you do when you visit the University Library? Answer: search or read literature

from the bookshelves (Bètawetenschappen, weergegeven in percentages, N=83).

Figuur 26: what do the books in the library bookshelves mean to you? Answer: to me, books on the

bookshelves create an intellectually stimulating and supportive environment (Bètawetenschappen,

weergegeven in percentages, N=63).

De bètawetenschappers die de open opstelling wél gebruiken, doen dat vooral om

specifieke papieren boeken of tijdschriften te raadplegen. Een deel van vooral de

masterstudenten (21%) en wetenschappers (22%) zoekt daarnaast frequent in de open

opstelling op onderwerp. Voor de meeste bètawetenschappers heeft de open opstelling

bovenal een bredere functie, die los staat van het gebruik. De open opstelling wordt als

bron van informatie heel uiteenlopend gewaardeerd. Vooral studenten zien het als een

intellectueel stimulerende omgeving (zie figuur 26). Zij vinden het fijn om tussen

papieren boeken te studeren, omdat het volgens hen voor rust zorgt (ook qua

geluidsdemping) en voor concentratie.

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR

Gezien de voortschrijdende digitalisering van de collectie en de daling van het aantal

papieren publicaties dat wordt aangeschaft, is de verwachting dat de open opstelling in

de toekomst steeds minder belangrijk zal worden.

Page 59: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

58

AANSCHAF VAN PAPIEREN BOEKEN

De afgelopen tien jaar heeft het aantal papieren boeken dat voor Bètawetenschappen is

aangeschaft erg gewisseld. De laatste jaren neemt het geleidelijk af. Het is de vraag hoe

deze trend zich zal voortzetten. In figuur 27 staan drie lijnen waarbij met ingang van

2015 jaarlijks het gemiddelde is genomen van respectievelijk de 10, 5 en 3 jaar

daarvoor. In alle gevallen zal het aantal nieuwe papieren boeken voor de collectie de

komende tien jaar steeds verder afnemen, maar als wordt uitgegaan van de meest

recente jaren vlakt de tendens het meest af.

Figuur 27: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in de aanschaf van papieren boeken voor

Bétawetenschappen.

Er zijn verschillende redenen om aan te nemen dat het totaal aantal papieren boeken dat

in de toekomst voor Bètawetenschappen gekocht wordt klein zal zijn, maar dat er voor

bepaalde disciplines papieren publicaties aangeschaft zullen blijven worden. Voor de

collectie Bètawetenschappen worden op dit moment vrijwel alleen maar Engelstalige

papieren boeken gekocht, wat het aannemelijk maakt dat de komende jaren een steeds

groter deel van de nieuwe titels die voor deze collectie relevant zijn als e-book

beschikbaar zal komen - los van de vraag of deze e-books qua prijs en

gebruiksvoorwaarden aantrekkelijk zullen zijn. De meeste gebruikers binnen de

Bètawetenschappen zijn erg tevreden over het feit dat literatuur vooral in digitale vorm

wordt aangeschaft. Maar er is binnen deze faculteit ook een groep gebruikers, vooral de

wiskundigen, die expliciet vragen om de aanschaf van papieren boeken. Vooralsnog is er

geen reden om aan te nemen dat dit op korte termijn zal veranderen. Als de huidige

trends zich voortzetten en de omstandigheden ongewijzigd blijven, dan zal de open

opstelling Bètawetenschappen jaarlijks in toenemende mate verouderen, al zal dat

vooral gelden voor de open opstelling in de UB Uithof.

GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

De omstandigheid dat er binnen Bètawetenschappen ongeveer een kwart van de

studenten en medewerkers vaak papieren boeken lenen en driekwart van hen nooit, zal

invloed hebben op het toekomstig gebruik van de open opstelling. Hoewel de open

opstelling zeker door meer dan alleen gebruikers van deze faculteit gebruikt wordt,

Page 60: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

59

vormen de bètawetenschappers toch de voornaamste doelgroep. De algemene

verwachting is dat het aantal uitleningen aan bètawetenschappers steeds verder zal

dalen. Een indicatie daarvoor is zichtbaar in figuur 28. Hierin staan drie lijnen, waarbij

met ingang van 2015 jaarlijks de gemiddelde afname is genomen van het aantal

uitleningen van respectievelijk 9, 5 en 3 jaar daarvoor.136 Ook hier is er sprake van een

dalende trend, die afvlakt als men uitgaat van de recente jaren.

Figuur 28: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het aantal uitleningen uit de open opstelling

Bétawetenschappen.

Er zijn verschillende redenen om aan te nemen dat een deel van de bètawetenschappers

de open opstelling zal blijven gebruiken en het grootste deel niet. De meeste studenten

en medewerkers gebruiken vooral digitaal materiaal en er is geen reden om aan te

nemen dat zij in de toekomst meer papieren publicaties zullen gaan gebruiken. De

bètawetenschappers die wel papieren boeken lenen, zoals de wiskundigen of degenen

die de geschiedenis van de natuurwetenschappen bestuderen, gebruiken relatief veel

oudere papieren boeken, wat betekent dat het feit dat de open opstelling jaarlijks

verouderd minder snel effect zal hebben op het gebruik ervan. Het gegeven dat er

waarschijnlijk steeds minder papieren boeken bij zullen komen, zal uiteindelijk wel een

versterkend effect hebben op de dalende trend in het aantal uitleningen. Hoewel een

deel van de oudere titels ongetwijfeld nog decennialang relevant zal blijven, worden over

het algemeen de nieuwe papieren boeken het meest gebruikt. De verwachting is dat de

open opstelling in de UB Uithof de komende tien jaar nog slechts weinig gebruikt zal

worden. Het gebruik van de open opstelling Wiskunde in het Hans Freudenthal-gebouw

zal hoger zal liggen, maar ook geleidelijk afnemen.

136

Omdat voor het jaar 2005 geen leengegevens beschikbaar zijn, is het gemiddelde van de afgelopen 9 (in

plaats van 10) jaar genomen.

Page 61: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

60

COLLECTIES VAN DE FACULTEIT DIERGENEESKUNDE

Belangrijkste bevindingen:

De open opstelling Diergeneeskunde is de afgelopen tien jaar sterk aan verandering

onderhevig geweest. Binnen Diergeneeskunde wordt al jarenlang vooral budget besteed

aan digitale tijdschriften. Op verzoek van de faculteit wordt een relatief klein aantal

papieren boeken gekocht, waarbij het vooral gaat om studiemateriaal of om publicaties

bestemd voor gebruik in klinieken. Hierbij geldt dat de meeste niet-uitleenbare

publicaties worden geplaatst in het Studielandschap in het Androclusgebouw, waar de

verplichte en aanbevolen studieboeken staan en de referaten. De rest staat in de UB

Uithof, waar sinds 2012 de collectie Diergeneeskunde is ingehuisd. Daarbij is de open

opstelling de laatste jaren meermaals verplaatst, waarbij de omvang van de open

opstelling Diergeneeskunde met 39% is afgenomen, in lijn met de krimp van de

aanschaf van papieren boeken en tijdschriften. De open opstelling Diergeneeskunde was

in 2014 de kleinste van alle faculteiten.

Het gebruik van de open opstelling in de UBU door studenten en medewerkers van

Diergeneeskunde is over het algemeen laag. De veterinairen lenen weinig papieren

publicaties, gemiddeld 1 of 2 per jaar. Dit komt doordat zij vooral digitaal materiaal

gebruiken. Maar ook andere factoren spelen mee. De meeste medewerkers bezoeken de

UBU nauwelijks, vooral om praktische redenen. Studenten komen vaker in de

bibliotheek, maar dat leidt niet tot veel gebruik van de open opstelling. Zij waarderen de

open opstelling vooral als intellectueel stimulerende omgeving. De verwachting is dat de

komende jaren nauwelijks nog nieuwe titels aan de open opstelling Diergeneeskunde in

de UBU toegevoegd zullen worden en het gebruik ervan alsmaar verder zal dalen.

De hiernavolgende observaties zijn vooral gebaseerd op de periode 2005-2014 en gaan

over de open opstelling in de UBU. Deze bevindingen zeggen niets over het gebruik van

de open opstelling het Androclusgebouw, het zogenaamde Studielandschap. NB. Doordat

aan de survey gehouden in het kader van dit onderzoek te weinig studenten en

medewerkers van Diergeneeskunde hebben deelgenomen, is het helaas niet mogelijk om

een representatief beeld te geven van hoe de open opstelling in de UBU precies wordt

gebruikt. De hiernavolgende analyse beperkt zich tot de aspecten waarover wel

voldoende cijfers beschikbaar zijn.

SAMENSTELLING VAN DE OPEN OPSTELLING

Het overgrote deel van het budget dat voor aankoop van de literatuur voor

Diergeneeskunde beschikbaar is, wordt besteed aan digitale tijdschriften en

databestanden (zie figuur 29). Sinds 2011 wordt het vooral aangewend voor de

vakspecifieke tijdschriften (kleine pakketten en losse abonnementen) en voor een aantal

vakgebiedoverstijgende pakketten die gezamenlijk met Bètawetenschappen en

Geneeskunde worden betaald. Aan papieren boeken en tijdschriften wordt van het

facultaire budget voor Diergeneeskunde slechts een klein deel uitgegeven.

Diergeneeskunde past wat dat betreft in het UBU-brede beeld dat er steeds een groter

deel van het budget aan digitale content (e-journals, e-books en databases) wordt

Page 62: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

61

uitgegeven. NB. De daling het budget in 2011 is te verklaren uit de overheveling van het

budget voor de Big Deals.137

Figuur 29: gerealiseerde uitgaven voor Diergeneeskunde per materiaalsoort, in de periode 2008-

2014.138

DE OMVANG EN LOCATIE VAN DE OPEN OPSTELLING

De omvang van de open opstelling Diergeneeskunde is in de loop der jaren sterk

afgenomen, zeker in vergelijking met de situatie van vóór 2007. Tot 2006 was er sprake

van een facultaire ‘bibliotheek Diergeneeskunde’ met een zeer uitgebreide open

opstelling van papieren boeken, vrij veel speciale studieboeken en talloze bijzondere

monografieën (zoals alle Utrechtse en duizenden andere Europese veterinaire

dissertaties). Ook stonden van de meeste tijdschriften nog vele jaargangen op de plank.

Daarnaast was er nog een eigen magazijn met vooral overige ingebonden tijdschriften

en ander ouder materiaal. Alles bij elkaar stonden er toen meer dan 125.000 items,

waarvan ruim 83.000 uitleenbaar.

In 2006-2007 werd de bibliotheek Diergeneeskunde door de faculteit omgevormd in een

Studielandschap. Voorafgaand aan de herinrichting verhuisde het complete magazijn

naar het depot van de UBU, net als de dissertaties en een groot aantal tijdschriftbanden.

Voor de boekencollectie werd een nieuw plaatsingssysteem ontworpen. Ook werd de

collectie opgeschoond op basis van relevantie en actualiteit, waardoor van de papieren

boeken ongeveer de helft eveneens verplaatst werd naar UB-depot. Zo keerden in 2007

slechts zo’n 33.000 items terug in het nieuwe Studielandschap. In de drie jaar daarna

nam de omvang van de open opstelling een klein beetje af. Tegenover de toename van

het aantal papieren boeken stond een verdere afname van het aantal losse en

ingebonden tijdschriften, door het overzetten van abonnementen van papier in digitaal.

137

Het UU Big Deals-budget valt onder de verantwoordelijkheid van het College van Bestuur en wordt vooral

gebruikt voor licenties op grote digitale tijdschriftenpakketten bij uitgevers als Taylor&Francis, Elsevier en

Springer. Afgezien van de overheveling van facultair budget naar het Big Deals-budget, is het acquisitiebudget

voor Diergeneeskunde is in de periode 2007-2010 en 2011-2014 jaarlijks licht gestegen met de inflatiecorrectie.

In 2014 is het budget met ca. 22% afgenomen ten opzichte van het jaar daarvoor. Deze herziening van het

acquisitiebudget hield verband met overschotten in de voorgaande jaren. 138

Deze grafiek is gebaseerd op de cijfers aangeleverd door de faculty liaison Diergeneeskunde.

Page 63: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

62

In 2012 moest de uitleenbare collectie definitief wijken uit het Androclusgebouw,

vanwege nieuwe plannen van de faculteit met het Studielandschap. In verband met de

beschikbare ruimte in de UB Uithof werd de collectie voorafgaand aan en gelijktijdig met

de uithuizing verder afgeslankt. De deelcollectie Utrechtse proefschriften werd in zijn

geheel afgestoten, omdat deze ook al compleet in depot aanwezig was. Daarnaast werd

de collectie ingekrompen door aanpassing van de jaargrens voor tijdschriftbanden. In

2012 verhuisden in totaal ongeveer 14.000 items naar de open opstelling in de UB

Uithof. In het Studielandschap resteerden daarna nog 6.000 items, bestaande uit de

verplichte en aanbevolen studieboeken, referaten en een kleine hoeveelheid

naslagwerken.

Al met al is het aantal banden in de open opstelling Diergeneeskunde, die eerst vooral in

het Androclus-gebouw en daarna vooral in de UBU stonden, met 39% gedaald, van

33.267 in 2005 naar 20.292 in 2014. Sinds de open opstelling Diergeneeskunde zich in

2011-2012 grotendeels verplaatste naar de UB Uithof is het aantal beschikbare meters

teruggelopen van 1.069 naar 680. Het totaal aantal beschikbare meters voor deze

collectie, inclusief de studiecollectie en de collectie Lacerta, is nu in de UB Uithof 562

meter en in het Studielandschap 118 meter. Omdat de collectie navenant kromp is de

bezettingsgraad niet veel veranderd in de loop der jaren, namelijk rond de 37 titels per

meter. Daarmee was in 2014 de open opstelling Diergeneeskunde de kleinste, maar ook

één van de meest compacte van alle faculteiten.139

INHOUD VAN DE OPEN OPSTELLING

In de open opstelling Diergeneeskunde staan banden die gepubliceerd zijn vanaf 1900,

maar gekeken naar het publicatiejaar neemt vooral vanaf eind jaren zestig het aantal

publicaties toe. Het zwaartepunt van de open opstelling ligt tussen 1985 en 2010, met

veel standaardwerken op het gebied van onder meer anatomie, fysiologie en

microbiologie, maar ook over de geschiedenis van Diergeneeskunde. Titels gepubliceerd

na 2011 staan veel minder in de open opstelling. Dat komt omdat boeken na 2011 in

principe als e-book worden aangeschaft. Hierdoor daalde het aantal papieren boeken dat

werd gekocht van 222 in 2005 tot 77 in 2014.140 Acquisitie van papieren boeken vindt

eigenlijk alleen nog plaats op speciaal verzoek van de faculteit. Deze exemplaren komen

dan doorgaans niet in de UBU te staan, maar in het Studielandschap of in de klinieken.

Daarbij is van belang dat ongeveer 20% van de titels die in papieren boeken vorm

worden aangeschaft niet-Engelstalig zijn. Vooral ook Nederlandstalige publicaties worden

voor Diergeneeskunde gekocht, maar ook Duitstalige werken. In deze taalgebieden gaat

de opkomst van het e-book minder snel dan in het Engelse.

De papieren tijdschriftencollectie voor Diergeneeskunde groeit niet meer doordat

tijdschriften die digitaal beschikbaar zijn, alleen nog in elektronische vorm worden

aangeschaft. Na de grote digitaliseringslag rond de eeuwwisseling is het aantal gedrukte

tijdschriften geleidelijk verder afgenomen. In 2008 waren er nog 379 papieren

abonnementen, in 2014 nog maar 168.141 Ongeveer een derde deel daarvan bestaat uit

139

Hierbij is de open opstelling voor de UBU Algemene collecties buiten beschouwing gelaten. 140

Het aantal aangeschafte titels staat niet helemaal gelijk aan het aantal items dat is gekocht. Vooral bij

Diergeneeskunde ligt het aantal titels hoger aangezien er voor deze collectie relatief veel (studie)boeken in

meervoud worden aangeschaft. 141

Figuur 2, in Bijlage 1 - Analyse Collectie Diergeneeskunde + RG: O:\UBU\Projecten\Collectie 2020 UB

Utrecht\Onderzoek\Fase 1 - Verzamelen bestaande gegevens\Resultaten\1-Diergeneeskunde.

Page 64: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

63

ruil- en geschenkabonnementen, inclusief de collectie Lacerta.142 De collectie papieren

tijdschriften in de open opstelling bestaat momenteel nog uit de lopende jaargang van

ruim honderd door de faculteit expliciet gewenste titels (de vijf meest actuele

ingebonden jaargangen daarvan).

GEBRUIK VAN DE PAPIEREN COLLECTIE

Zoals voor alle collecties in de UBU geldt, loopt het aantal uitleningen van banden uit de

open opstelling Diergeneeskunde terug. In dit specifieke geval is er sprake van een

afname van 3.456 uitleningen in 2007 naar 1.264 in 2014, een verschil van ruim

65%.143 Deze terugloop is deels te verklaren uit de toenemende beschikbaarheid van e-

books sinds 2010, maar ook de verhuizing van de uitleenbare collectie van het

Androclusgebouw naar de UB Uithof in 2012 zorgde voor een scherpe daling in het

gebruik. Het aantal uitleningen in relatie tot de omvang van de collectie is laag. In de

periode 2012-2014 (dus na de verhuizing) daalde deze van 10% naar 6%. Daarmee was

in 2014 deze open opstelling op die van Bètawetenschappen na degene waaruit relatief

het minste aantal titels werd geleend. NB. De werken in het Studielandschap in het

Androclusgebouw zijn niet-uitleenbaar en zijn bij deze telling niet meegenomen.

Hoewel de banden uit de open opstelling Diergeneeskunde zeker niet alleen door

veterinairen worden geleend, vormen de studenten en medewerkers van deze faculteit

wel de voornaamste doelgroep van deze open opstelling. Als gekeken wordt naar het

gemiddeld aantal papieren boeken dat studenten en medewerkers Diergeneeskunde

lenen, dan valt vooral op dat ze dat allebei nauwelijks doen (zie figuur 30). In 2014

leende 28,5% van de veterinaire studenten en 17,6% van de medewerkers minimaal

één papieren band per jaar. Net als het totaal aantal leningen dat zij deden is dit

percentage erg laag in vergelijking met de meeste andere faculteiten. Het meest

intensief lenen zij nog papieren banden uit de jaren 2006-2013, al worden ook oudere

publicaties geleend. De publicaties die zij lenen staan in steeds minder mate in de open

opstelling, maar relatief vaker in het depot (vooral als het gaat om oudere

tijdschriftbanden) of in andere collecties (zoals de naslagcollectie in de UBU). De

veterinairen zijn verantwoordelijk voor het laagste aantal uitleningen van alle faculteiten.

Het onderstreept dat de papieren collectie voor veterianairen niet van groot belang is.

Medewerkers komen nauwelijks naar de UBU om de gedrukte publicaties te raadplegen,

omdat de meeste literatuur die zij gebruiken digitaal beschikbaar is. Maar hierbij spelen

ook andere zaken mee. Voor veel medewerkers is belangrijk dat zij de afstand van hun

werkplek tot de open opstelling te groot vinden en dat het volgens hen teveel tijd kost

om de UBU te bezoeken. Sommige belangrijke tijdschriften willen zij in papieren vorm

raadplegen, om er doorheen te bladeren, maar alleen als deze tijdschriften dichtbij

staan. Zij zien de open opstelling in de UBU hooguit als een intellectueel stimulerende

omgeving. Studenten vinden het wel fijn om tussen papieren boeken te studeren, omdat

het volgens hen voor rust zorgt (ook qua geluidsdemping) en voor concentratie.

142

De collectie Lacerta heeft betrekking op Herpetologie en Terrariumkunde 143

Veterinairen zijn vooral minder gaan lenen uit de open opstelling, terwijl het aantal uitleningen uit het depot

licht daalde.

Page 65: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

64

Figuur 30: gemiddeld aantal uitleningen per student en medewerker Diergeneeskunde, in de

periode 2010-2014.

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR

Gezien de inmiddels uitgebreide en waarschijnlijk nog toenemende beschikbaarheid van

digitale boeken en tijdschriften voor het vakgebied Diergeneeskunde, valt te verwachten

dat de open opstelling in de UB Uithof eerder zal krimpen dan groeien. Niettemin is er

nog steeds vraag naar actuele gedrukte boeken, ook náást de digitale versies. Er zal dus

nog wel actualisering van de boekencollectie Diergeneeskunde blijven plaatsvinden,

maar vermoedelijk op een veel lager niveau dan voorheen. Ook de papieren tijdschriften

zijn nog steeds gewenst door de faculteit, vooral in het kader van valorisatie en als back-

up van de niche-vakbladen (waarvan recente afleveringen meestal wel in de faculteit

aanwezig zijn, maar oudere na verloop van tijd worden weggegooid).

Figuur 31: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in de aanschaf van papieren boeken voor

Diergeneeskunde.

Page 66: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

65

Het is de vraag hoe de trend van het aantal papieren boeken dat wordt gekocht zich wat

betreft Diergeneeskunde zal voortzetten. In figuur 31 staan drie lijnen waarbij met

ingang van 2015 jaarlijks het gemiddelde is genomen van respectievelijk de 10, 5 en 3

jaar daarvoor. In alle gevallen zal het aantal nieuwe papieren boeken voor de collectie

de komende tien jaar steeds verder afnemen, maar naarmate wordt uitgegaan van

recentere jaren vlakt de tendens meer af.

Het gegeven dat de open opstelling Diergeneeskunde in de UBU de komende jaren

vermoedelijk steeds minder nieuwe titels zal bevatten, zal ongetwijfeld gevolgen hebben

voor het gebruik ervan. Een indicatie dat dit effect al gaande is, is zichtbaar in de trend

in het aantal uitleningen van de open opstelling Diergeneeskunde (zie figuur 32).144 Er is

duidelijk sprake van een afname van het aantal leningen uit de open opstelling voor

Diergeneeskunde, maar het laat zich moeilijk voorspellen of die daling versneld of juist

geleidelijk zal doorzetten. Het is niet ondenkbaar dat de daling zal afvlakken tot een

laag, maar stabiel leenpeil. Dit zal ook afhangen van de mate waarin de papieren

collectie nog actueel wordt gehouden, aangezien er toch vooral recente papieren boeken

geleend worden. NB. Hiermee zijn geen verwachtingen uitgesproken over het gebruik

van de specifieke studiecollectie in het Studielandschap.

Figuur 32: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het aantal uitleningen uit de open opstelling

Diergeneeskunde.

144

Omdat voor het jaar 2005 geen leengegevens beschikbaar zijn, is het gemiddelde van de afgelopen 9 (in

plaats van 10) jaar genomen.

Page 67: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

66

COLLECTIES VAN DE FACULTEIT GEESTESWETENSCHAPPEN

Voornaamste bevindingen:

Hoewel er sinds 2010 van het budget Geesteswetenschappen steeds meer aan e-books

wordt besteed en minder aan papieren boeken, worden de papieren boeken door

geesteswetenschappers nog altijd relatief veel gebruikt. Gemiddeld lenen zij in

vergelijking met andere faculteiten nog altijd veel, al neemt dit gemiddelde langzaam af.

Het totaal aantal uitleningen aan geesteswetenschappers daalde wel sterk, maar dat

hangt vooral ook samen met dalende studentenaantallen. Veel van de publicaties die

geesteswetenschappers lenen zijn alleen in papieren vorm beschikbaar. Terwijl de UBU

sinds 2010 e-books koopt, is ruim de helft van de boeken die aan

geesteswetenschappers werden uitgeleend twintig jaar en ouder. Daarnaast speelt mee

dat ongeveer een derde van de aangeschafte papieren boeken verschijnt in taalgebieden

waar de opkomst van het e-book traag gaat. Ook bepaalde typen publicaties verschijnen

nog uitsluitend in gedrukte vorm. Bovendien blijven veel geesteswetenschappers vragen

om aanschaf van papieren boeken, omdat ze bepaalde publicaties liever niet van een

scherm lezen: over het algemeen prefereren ze tijdschriften en bronnen in digitale vorm

en boeken in papieren vorm. Om al deze reden valt te verwachten dat ook in 2025 de

open opstelling nog veel boeken zal bevatten die door studenten en medewerkers

gebruikt gaan worden.

Medewerkers en studenten hechten een verschillend belang aan de open opstelling.

Momenteel onderstrepen vooral de medewerkers het belang ervan. De browsefunctie

van de open opstelling vinden zij van grote waarde bij het zoeken naar literatuur. Toch

maken zij steeds minder gebruik van deze functie, volgens hen vooral omdat er in de

UBU onvoldoende gelegenheid is om papieren boeken te raadplegen. Medewerkers

vragen om die reden relatief vaak papieren boeken via de afhaalkast aan, om de

exemplaren vervolgens op hun werkplek te raadplegen. Studenten zijn wel vaak in de

UBU, maar zij maken veel minder gebruik van de open opstelling. Bij de keuze van

literatuur speelt bij hen het snel en eenvoudig toegang krijgen tot publicaties een grote

rol en zij geven daarom vaak de voorkeur aan digitaal materiaal – behalve als ze veel of

aandachtig moeten lezen. Als deze trend zich voortzet en er geen raadpleegruimte voor

docenten gecreëerd wordt, zal de browsefunctie van de open opstelling steeds minder

gebruikt worden. Ondanks dat de open opstelling Geesteswetenschappen nog veel

relevant materiaal bevat, krijgt deze geleidelijk aan steeds meer alleen de functie van

een intellectueel stimulerende omgeving voor studerende studenten.

Daarbij zijn er binnen de Geesteswetenschappen grote verschillen tussen disciplines.

Deze verschillen zijn geen onderwerp van onderzoek geweest. De hiernavolgende

observaties zijn vooral gebaseerd op de periode 2005-2014 en gaan over de

Geesteswetenschappen als geheel.

DE SAMENSTELLING VAN DE OPEN OPSTELLING

Van het voor Geesteswetenschappen beschikbare budget wordt in vergelijking met

andere faculteiten een relatief groot deel uitgegeven aan de aanschaf van boeken (zie

figuur 33). Daarbij stijgt sinds 2010 het bedrag dat aan e-books wordt besteed en dalen

de uitgaven aan papieren boeken, al waren tot aan 2014 de uitgaven aan papieren

boeken hoger dan aan e-books. In dat jaar werd er op een totaal van €825.900,- voor

€266.593,- aan papieren boeken gekocht en voor €192.822,- aan e-books. Ter

Page 68: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

67

vergelijking: de UBU als geheel besteedde in datzelfde jaar €451.714,- aan papieren

boeken. Oftewel, van elke euro die er in 2014 door de UBU aan papieren boeken werd

uitgegeven, ging er ongeveer 59 cent naar een exemplaar voor de collectie

Geesteswetenschappen.

Figuur 33: gerealiseerde uitgaven voor Geesteswetenschappen per materiaalsoort, in de periode

2007-2014.

In de periode 2007-2013 heeft er tweemaal een bezuiniging plaatsgevonden op het

acquisitiebudget van Geesteswetenschappen, in 2012 en 2014. In de overige jaren steeg

het budget met de inflatiecorrectie, die overigens ook werd toegepast bij de structurele

bezuiniging van circa €100.000 euro in 2014. De daling van uitgaven in 2011 is te

verklaren uit de overheveling van het budget voor de Big Deals.145

OMVANG EN LOCATIE VAN DE OPEN OPSTELLING

De papieren boeken die voor Geesteswetenschappen worden gekocht, worden over het

algemeen geplaatst in de open opstelling. Sinds 2009 staan de meeste van deze

collecties in de UB Binnenstad. Belangrijke uitzondering daarop is de collectie

Religiewetenschap, die in 2004 in de UB Uithof werd geplaatst. Dat gold aanvankelijk

ook voor de collectie Wijsbegeerte, maar deze staat sinds 2012 in de UB Binnenstad.

Daarnaast was de collectie Islamitische en Arabische studies tot 2014 onderdeel van de

collectie Religiewetenschap in De Uithof, maar deze staat sindsdien ook in de UB

Binnenstad.

De open opstelling van Geesteswetenschappen is veruit de grootste van alle faculteiten,

ondanks dat deze is gekrompen de afgelopen jaren. In 2005 besloeg deze open

opstelling rond de 40% van de totale open opstelling van de UBU, wat in 2014 zelfs was

opgelopen tot boven de 50%.146 Maar in totaal liep in de afgelopen 10 jaar het aantal

banden in de open opstelling Geesteswetenschappen terug: van 536.956 banden in 2005

145

Het UU Big Deals-budget valt onder de verantwoordelijkheid van het College van Bestuur en wordt vooral

gebruikt voor licenties op grote digitale tijdschriftenpakketten bij uitgevers als Taylor&Francis, Elsevier en

Springer. 146

Hierbij is de open opstelling voor de UBU Algemene collecties buiten beschouwing gelaten. Zie in dit kader

ook figuur 11.

Page 69: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

68

tot 383.485 banden in 2014 (een afname van 29%). Deze terugloop hing vooral samen

met het inhuizen van de Letterenbibliotheek (2009) en de collectie Wijsbegeerte (2012)

in de nieuwe UB Binnenstad en met een inkrimping van de collectie

Religiewetenschappen (2012) in de UB Uithof. Het aantal meters boekenplanken dat

beschikbaar was voor de open opstelling Geesteswetenschappen daalde eveneens, in de

periode 2009-2014 met 9%, van 12.711 meter naar 11.539 meter.147 Doordat zowel het

aantal banden als plankmeters daalde bleef de bezettingsgraad redelijk stabiel, rond de

33 banden per meter. Daarmee was de bezettingsgraad van de open opstelling

Geesteswetenschappen in vergelijking met die voor andere faculteiten iets

bovengemiddeld.

INHOUD VAN DE OPEN OPSTELLING

In de open opstelling Geesteswetenschappen staan publicaties vanaf 1900 (en een klein

aantal van daarvóór), al staan er relatief weinig echt recente werken in. Het aantal

publicaties van na 1945 stijgt naarmate het publicatiejaar van papieren boeken recenter

is, met een duidelijke piek in de publicatiejaren 1989-2000. Publicaties uit de jaren 2011

en later zijn minder goed vertegenwoordigd in de open opstelling. Dit laatste hangt

mogelijk samen met de uitgestelde aanschaf van boeken (een boek uit bijvoorbeeld

2014 wordt niet per se in dat jaar gekocht, maar kan ook in de jaren daarna worden

gekocht), maar ook met de toenemende aanschaf van e-books met ingang van 2010.

Sinds 2010 daalde het aantal papieren boeken dat jaarlijks aan de collectie werd

toegevoegd, van 7.646 in 2010 naar 3.949 in 2014. Een andere factor die van invloed is

geweest, is dat de formatie vakspecialisten bij Geesteswetenschappen sterk afnam. Om

de werkdruk het hoofd te bieden is vaker dan daarvoor besloten om geen losse papieren

boeken te bestellen, maar e-bookspakketten en elektronische bestanden waarvan het

bestellen aanzienlijk minder arbeidsintensief is.

Ook het aantal papieren tijdschriften in de open opstelling daalt. Dit hangt samen met

een terugloop in het aantal lopende papieren abonnementen, van 3.525 in 2005 naar

1.989 in 2014. Dit zijn niet alleen tijdschriften, maar ook veel inschrijvingen op boeken.

Voor een deel komt deze daling door het omzetten van papieren abonnementen in

digitale abonnementen (er is een e-preffered beleid) en voor een ander deel door het

opzeggen van abonnementen.

Toch worden er voor Geesteswetenschappen nog relatief veel publicaties in papieren

vorm gekocht, vooral boeken. Deels komt dat doordat een deel van de gebruikers

expliciet om papieren boeken vraagt, ook als er een e-bookversie beschikbaar is. Zo

wenst de bibliotheekcommissie voor Filosofie dat er papieren boeken worden gekocht als

het gaat om monografieën (die digitaal meestal veel duurder zijn dan de papieren versie

en waarvan vaak grote delen gelezen worden).148 Maar ook zijn veel titels alleen in

papieren vorm beschikbaar. In dit opzicht is van belang dat er voor deze collectie relatief

veel niet-Engelstalige papieren boeken worden aangeschaft, zo´n 30-35%. Daarbij gaat

het vooral om Duitstalige en Nederlandstalige exemplaren, maar ook om Franse,

Italiaanse en Spaanse publicaties. In al deze niet-angelsaksische taalgebieden

verschijnen er relatief weinig e-books (of zelfs nauwelijks e-books als het om het

147

De verhuizing van de collecties naar de UB Binnenstad vond voor deze periode plaats. 148

Filosofische handboeken en verzamelbanden worden over het algemeen wel digitaal aangeschaft (mits de

voorwaarden en rechten toereikend zijn). Zo heeft iedere collectie binnen Geesteswetenschappen vaak

specifieke speerpunten in het collectioneringsbeleid.

Page 70: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

69

Romaanse taalgebied gaat). Daarnaast speelt mee dat bepaalde typen publicaties, zoals

muziekwetenschappelijke bladmuziekuitgaven en tentoonstellings- en oeuvrecatalogi,

slechts nog in beperkte mate digitaal beschikbaar komen.

HET GEBRUIK VAN DE PAPIEREN COLLECTIE

Zoals voor alle collecties in de UBU geldt, loopt het aantal uitleningen van banden uit de

open opstelling Geesteswetenschappen terug. Het aantal daalde licht in de jaren 2006-

2011, van 95.357 naar 90.092. Pas vanaf 2012 is er een sterker dalende trend, tot

67.908 uitleningen in 2014. Ook relatief worden de publicaties in de open opstelling

Geesteswetenschappen minder geleend, zeker de laatste jaren. In de periode 2010-2014

is het aantal uitleningen als percentage van het aantal banden in de open opstelling

gedaald van 21% naar 18% en daalde het aantal uitleningen per meter boekenplank van

7,2 naar 5,9.149 Daarmee behoorde in 2014 de open opstelling Geesteswetenschappen

overigens samen met die van REBO (19%) en Geneeskunde (18%) tot degene die van

alle faculteiten relatief het hoogste aantal uitleningen hadden.150

LEENGEDRAG VAN GEESTESWETENSCHAPPERS

Hoewel de open opstelling Geesteswetenchappen zeker niet alleen door

geesteswetenschappers gebruikt wordt, zijn de studenten en medewerkers van deze

faculteit wel de voornaamste doelgroep. Opnieuw valt de uitzonderlijke positie van de

Geesteswetenschappen op. Hoewel het aantal uitleningen, ongetwijfeld onder invloed

van de voortschrijdende digitalisering, aan geesteswetenschappers is gedaald, valt

vooral op dat zij gemiddeld nog altijd veel papieren boeken lenen (zie figuur 34). In die

zin hangt de sterke daling van het totaal aantal uitleningen vooral ook sterk samen met

de daling van het aantal studenten Geesteswetenschappen in de periode 2010-2014, van

7.381 naar 5.790. In lijn daarmee daalde het aantal uitleningen aan studenten

Geesteswetenschappen in dezelfde periode van 75.841 naar 50.667.

Het gemiddeld aantal uitleningen aan geesteswetenschappers is veruit het hoogst van

alle faculteiten. Ter vergelijking: nummer twee in 2014 zijn de studenten en

medewerkers van de faculteit REBO, met respectievelijk gemiddeld 2,4 (GW: 8,8) en 9,1

(GW: 28,9) uitleningen per jaar. Veelzeggend is ook dat het percentage studenten

Geesteswetenschappen dat jaarlijks minimaal één papieren band leent weliswaar

geleidelijk daalt, maar met 70% nog altijd veel hoger is dan dat van andere faculteiten.

Onder medewerkers van de faculteit Geesteswetenschappen is het percentage niet-

actieve leners zelfs verwaarloosbaar. Studenten en medewerkers Geesteswetenschappen

zijn de afgelopen jaren verantwoordelijk geweest voor meer dan 50% van de uitleningen

binnen de UBU. NB. In 2014 behoorde 10,4% van de UU-medewerkers en 19,9% van de

UU-studenten tot de faculteit Geesteswetenschappen.

149

Daarbij daalt ook het aantal uitleningen door geesteswetenschappers van (de veelal oudere) titels uit het

depot. 150

Ter volledigheid: Het percentage niet-uitleenbare werken in de open opstelling Geesteswetenschappen

bedraagt 17% en is daarmee het hoogst van alle faculteiten.

Page 71: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

70

Figuur 34: gemiddeld aantal uitleningen per student en medewerker Geesteswetenschappen, in de

periode 2010-2014.

Dat tot dusver de komst van het e-book in 2010 niet heeft geleid tot een radicale daling

in het gemiddeld aantal uitleningen door geesteswetenschappers, komt deels doordat

geesteswetenschappers niet alleen recente, maar ook oudere publicaties lenen. Ruim de

helft van de aan geesteswetenschappers uitgeleende papieren banden is gepubliceerd na

1993, de andere (iets minder dan de) helft is van daarvoor. Veel van de oudere

publicaties, die voor Geesteswetenschappen dus van groot belang zijn, zijn binnen de

UBU (vooralsnog) alleen in papieren vorm beschikbaar.

GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

Het overgrote deel van de studenten Geesteswetenschappen dat naar de UBU (vooral de

binnenstadlocatie) gaat, doet dat tweemaal per week of vaker. Maar ook ruim de helft

van de wetenschappers van deze faculteit geeft aan minimaal eenmaal per week of

vaker de UB Binnenstad te bezoeken en slechts weinig wetenschappers komen er nooit.

Daarmee wijken de medewerkers van Geesteswetenschappen sterk af van die van

andere faculteiten. Ter illustratie: de medewerkers van de faculteit REBO zijn na die van

Geesteswetenschappen degenen die de UBU het intensiefst bezoeken, met ruim een

kwart van hen die aangeeft er minimaal eenmaal per week of vaker te komen. Van de

andere faculteiten ligt het percentage medewerkers dat minimaal wekelijks de UBU

bezoekt tussen de 0 en 10 procent.

De activiteiten van geesteswetenschappers in de bibliotheek zijn uiteenlopend.

Studenten komen vooral naar de UBU om er gebruik te maken van studieplekken en

velen van hen raadplegen er ook online literatuur. Het zoeken en lezen van papieren

boeken uit de open opstelling zeggen vooral BA-studenten niet vaak te doen (zie figuur

35). Dit wijkt sterk af van de medewerkers. Zij komen zelden in de UBU om gebruik te

maken van studieplekken of om online literatuur te lezen. Als het gaat om het zoeken

naar en lezen van papieren boeken in de open opstelling, dan zegt een groot deel van de

MA-studenten (44%) en wetenschappers (58%) dat frequent tot altijd te doen.151

151

Alle geesteswetenschappers maken intensief gebruik van bibliotheekdiensten, zoals printen en kopiëren,

terwijl zij relatief weinig in de UBU komen om samen te werken.

Page 72: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

71

Figuur 35: what do you do when you visit the University Library? Answer: search or read literature

from the bookshelves (Geesteswetenschapper, weergegeven in percentages, N=206).

De medewerkers van Geesteswetenschappen geven aan dat browsen langs de kast voor

hen een waardevolle zoekmethode is. Het levert hen vaak nieuwe titels op en het helpt

om snel boeken op geschiktheid te beoordelen door even door fysieke exemplaren te

bladeren. Elektronisch materiaal is bij een deel van de (jongere) medewerkers ook

geliefd, vooral vanwege de toegankelijkheid en doorzoekbaarheid ervan. Maar als er veel

gelezen moet worden, dan prefereert men papier: databases en tijdschriften heeft men

graag digitaal, monografieën niet. Maar bij het raadplegen van de papieren boeken in de

open opstelling ervaren medewerkers knelpunten. Niet iedereen vindt het eenvoudig om

er boeken te vinden, onder meer door onduidelijke signaturen. Ook de

onderwerpsindeling van de open opstelling is niet voor iedereen relevant en de plaatsing

van boeken wordt soms arbitrair gevonden. Het belangrijkste struikelblok voor het

gebruik van de open opstelling voor medewerkers Geesteswetenschappen is volgens hen

echter het gebrek aan plaatsen om literatuur uit de open opstelling te raadplegen. De

studieplekken zijn vrijwel voortdurend bezet door studenten en er zijn bijvoorbeeld

weinig uitschuifplanken om een papieren boek op te leggen om het (desnoods staand)

door te bladeren. Om deze reden vragen veel wetenschappers papieren boeken via de

catalogus aan in plaats van zelf de open opstelling in te gaan.

Dat vooral BA-studenten de open opstelling minder gebruiken dan wetenschappers,

komt doordat er volgens hen veel praktischer alternatieven zijn. Papieren boeken die

nodig zijn voor de studie worden gemakshalve via de catalogus aangevraagd. Bovendien

gaat de voorkeur van studenten vaak uit naar digitaal materiaal, vanwege de

toegankelijkheid ervan. Maar ook voor studenten geldt dat als er veel gelezen moet

worden zij dat niet graag van een scherm doen. Over het algemeen vinden zij het geen

probleem als de UBU een digitaal exemplaar bezit, maar zij willen dan wel de optie om

digitaal materiaal te printen, zodat ze eventueel op papier aantekeningen kunnen maken

bij literatuur die ze raadplegen.

Page 73: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

72

Figuur 36: what do you do if you browse the library bookshelves? Answer: search by subject

(Geesteswetenschappen, weergegeven in percentages, N=203).

De manieren waarop geesteswetenschappers de open opstelling gebruiken loopt uiteen.

De meesten zoeken in de open opstelling naar een specifiek boek, maar ook het zoeken

op onderwerp komt relatief vaak voor (zie: figuur 36). Het zoeken naar een specifiek

tijdschrift komt minder vaak voor, wat niet verbaast omdat deze in toenemende mate

alleen digitaal beschikbaar zijn. Daarnaast gebruiken geesteswetenschappers de open

opstelling minder vaak om recente literatuur te zoeken of om gebruik te maken van niet-

uitleenbaar materiaal. Binnen de Geesteswetenschappen wordt de open opstelling als

bron van informatie gewaardeerd. Maar ook zien zowel studenten als medewerkers van

deze faculteit de open opstelling als een intellectueel stimulerende omgeving, waar

prettig gestudeerd kan worden.

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR

Gezien de voortschrijdende digitalisering van de collectie, de daling van het aantal

papieren publicaties dat wordt aangeschaft en het gegeven dat geesteswetenschappers

langzaam gemiddeld minder gaan lenen, is de verwachting dat de open opstelling in de

toekomst steeds minder gebruikt zal worden. Toch zal de Geesteswetenschappen

vermoedelijk nog lang een uitzonderlijke positie hebben als het gaat om de

samenstelling en het gebruik van de collectie.

AANSCHAF VAN PAPIEREN BOEKEN

De afgelopen tien jaar was het aantal papieren boeken dat voor Geesteswetenschappen

is aangeschaft erg wisselvallig. De laatste jaren neemt het geleidelijk af. Het is de vraag

hoe deze trend zich zal voortzetten. In figuur 37 staan drie lijnen waarbij met ingang

van 2015 jaarlijks het gemiddelde is genomen van respectievelijk de 10, 5 en 3 jaar

daarvoor.152 Gezien deze trends ligt het in de lijn der verwachting dat het aantal

152

Tabblad ‘Toekomstvoorspellingen’, invoices2005-2014-versiezonderformules.xlsx, in:

O:\UBU\Projecten\Collectie 2020 UB Utrecht\Onderzoek\Fase 1 - Verzamelen bestaande

gegevens\Resultaten\0-Data

Page 74: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

73

papieren boeken dat jaarlijks wordt gekocht steeds verder zal afnemen. Maar er zijn

factoren die dit tegenspreken of deze tendens in ieder geval zullen afremmen.

Een factor die invloed kan hebben op de toekomstige verhouding tussen papieren en

digitale boeken die worden aangeschaft, is dat er binnen de faculteit

Geesteswetenschappen op langere termijn een bevriezing (en mogelijk zelfs ombuiging)

wordt voorzien van het budget. Dit kan gevolgen hebben voor de aanschaf van gedrukte

boeken wanneer bij stagnatie of krimp van het budget kritischer gekeken gaat worden

naar de prijsverhouding van papieren boeken en e-books. In de periode 2010-2014 is er

steeds meer aan e-books besteed. Maar als er inderdaad sprake zal zijn van krimpend

budget en de e-books veel duurder blijven, dan is het niet ondenkbaar dat er relatief

meer papieren boeken gekocht moeten worden, om toegang te blijven bieden tot de

nieuwste literatuur.

Figuur 37: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in de aanschaf van papieren boeken voor

Geesteswetenschappen.

Een andere factor die meespeelt is dat bij de toekomstige acquisitie 30-35% van de

titels die voor de collectie Geesteswetenschappen worden gekocht niet-Engelstalig is, uit

taalgebieden waar de opkomst van het e-book relatief traag gaat. Er is vooralsnog

weinig reden om aan te nemen dat dit ingrijpend zal veranderen. Bovendien zullen veel

Geesteswetenschappers blijven vragen om papieren boeken, zeker zolang lang lezen op

een scherm als onaantrekkelijk wordt ervaren.

GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

De verwachting is dat de komende jaren het gebruik van de open opstelling

Geesteswetenschappen geleidelijk zal dalen. Hiervoor zijn een aantal redenen. Hoewel in

vergelijking met andere faculteiten er nog veel papieren boeken gekocht zullen worden,

zal de open opstelling de komende jaren steeds meer oudere titels gaan bevatten. Deze

titels worden over het algemeen minder gebruikt. Daarnaast zal het feit dat een steeds

groter deel van de literatuur digitaal beschikbaar zal komen, ongetwijfeld een negatief

effect hebben op het gebruik van de open opstelling. Deze gevolgen zullen waarschijnlijk

slechts heel geleidelijk merkbaar worden. De papieren titels in de open opstelling voor

Page 75: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

74

Geesteswetenschappen worden relatief goed gebruikt. Bovendien, het gegeven dat op dit

moment ongeveer de helft van de titels die door Geesteswetenschappers worden

geleend ruim 20 jaar en ouder is, doet vermoeden dat ook in 2025 veel titels die in de

open opstelling staan voor studenten en medewerkers relevant zullen zijn.

Figuur 38: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het aantal uitleningen uit de open opstelling

Geesteswetenschappen.

Ook over tien jaar zal een groot deel van de uitleningen binnen de UBU papieren boeken

uit de open opstelling Geeswetenschappen betreffen. Een indicatie hoe hoog dit aantal

uitleningen zou kunnen zijn, is weergegeven in figuur 38. Hierin staan drie lijnen,

waarbij met ingang van 2015 jaarlijks het gemiddelde is genomen van het aantal

uitleningen van respectievelijk 9, 5 en 3 jaar daarvoor.153 Hoe de trend zich zal

voortzetten is sterk afhankelijk van de voornaamste lenersgroep van deze open

opstelling, de geesteswetenschappers. Doordat het gemiddeld aantal papieren boeken

dat zij lenen zo hoog is, zal de trend in het aantal uitleningen meer dan bij andere

faculteiten beïnvloed worden door het aantal studenten en medewerkers. De sterk

dalende trend die in 2010 is ingezet in het aantal uitleningen wordt namelijk niet alleen

veroorzaakt doordat een toenemend aantal e-books wordt gekocht (in plaats van

papieren boeken), maar vooral ook doordat het aantal studenten Geesteswetenschappen

is teruggelopen. In dat opzicht is het interessant dat de faculteit voor de komende jaren

inzet op groei van de instroom. Mede om die reden valt het gebruik van de open

opstelling op dit moment moeilijk te voorspellen, maar zeker zal deze in vergelijking met

andere faculteiten hoog zijn.

153

Omdat voor het jaar 2005 geen leengegevens beschikbaar zijn, is het gemiddelde van de afgelopen 9 (in

plaats van 10) jaar genomen.

Page 76: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

75

COLLECTIES VAN DE FACULTEIT GENEESKUNDE

Voornaamste bevindingen:

De open opstelling Geneeskunde is de afgelopen tien jaar sterk gekrompen en wordt niet

meer intensief geactualiseerd. Binnen Geneeskunde wordt de laatste jaren vooral budget

besteed aan digitale tijdschriften. Papieren publicaties, maar vooral ook boeken, zijn

binnen dit vakgebied van ondergeschikt belang. Het aantal papieren boeken dat voor de

collectie Geneeskunde wordt gekocht is dan ook laag en betreft vooral literatuur voor

studenten die (nog) niet online beschikbaar is. Alle publicaties staan sinds 2010 in de

UB Uithof, op enkele (circa 760) aanbevolen studieboeken na, die in het Studielandschap

in het UMC staan. Daarbij geldt dat de omvang van de open opstelling Geneeskunde de

afgelopen jaren sterk gekrompen, met 62%. In 2014 was deze op die van

Diergeneeskunde na het kleinst van alle faculteiten.

Over het algemeen gebruiken de studenten en vooral de medewerkers de open

opstelling weinig, omdat zij vooral digitaal georiënteerd zijn. Doordat het aantal

geneeskundigen zo groot is en de omvang van de open opstelling Geneeskunde relatief

klein is, wordt deze verhoudingsgewijs goed gebruikt. Maar gemiddeld ligt per student

en medewerker het gebruik laag. Medewerkers van het UMC bezoeken de UBU weinig.

Studenten komen er veel vaker, maar dat wil niet zeggen dat zij de open opstelling veel

meer gebruiken. Zij waarderen de open opstelling vooral als intellectueel stimulerende

omgeving, waar prettig gestudeerd kan worden. De verwachting is dat de open

opstelling Geneeskunde in de UBU op korte termijn al (veel) minder gebruikt gaat

worden, omdat geneeskundigen in sterkere mate dan andere faculteiten vooral recent

werken lenen. Steeds minder daarvan zal in de open opstelling komen te staan en steeds

meer zal digitaal beschikbaar komen, waardoor de open opstelling snel zal verouderen.

De hiernavolgende observaties zijn vooral gebaseerd op de periode 2005-2014 en op

trends in de samenstelling en het gebruik van de open opstelling in de UBU. Daaruit kan

niet geconcludeerd worden dat een open opstelling met specifieke literatuur zoals deze

nu in het Studielandschap staat in de toekomst niet gewenst zal zijn. Daarbij geldt dat in

maart 2010 de open opstelling Geneeskunde van het UMC naar de UB Uithof verhuisde.

In het UMC is daarnaast een collectie in het studielandschap gehuisvest, in het Hijmans

van den Bergh-gebouw, met ongeveer 760 niet-uitleenbare titels. Omdat dit

studielandschap door de UBU slechts in beperkte mate wordt beheerd,154 is het niet in

het onderzoek meegenomen. Dit geldt ook voor de circa 40 werkcollecties in het UMC,

die in 2011 uit de catalogus van de UBU zijn verwijderd en nu worden beheerd door de

afdelingen zelf. Tenslotte bevindt zich in het UMC een naslagcollectie, maar deze zal in

de loop van 2016 eveneens in de UB Uithof worden opgenomen, voor zover deze niet al

digitaal beschikbaar is.

DE SAMENSTELLING VAN DE OPEN OPSTELLING

Het overgrote deel van het budget dat voor de collectie Geneeskunde beschikbaar is,

wordt besteed aan digitale tijdschriften (zie figuur 39). Het aandeel dat wordt uitgegeven

aan gedrukte publicaties was klein en neemt steeds verder af. In 2014 werd er €2.472,-

(op een totaal van €1.109.926,-) aan papieren tijdschriften en seriewerken uitgegeven

154

Het beheer bestaat er vooral uit dat jaarlijks wordt gekeken of alle titels er nog staan, naast het aanvullen van

de collectie, wat in een enkel geval gebeurt op uitdrukkelijk verzoek.

Page 77: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

76

en €6.429,- aan papieren boeken. Dat steekt schril af ten opzichte van de hoge uitgaven

aan e-journals (€797.688,-) en aan e-books (€106.858,-). Meer dan 99% van het

budget van Geneeskunde gaat naar digitaal materiaal. NB. De scherpe daling in het

facultaire acquisitiebudget in 2011 is een gevolg van de overheveling van budget naar

het Big Deals-budget.155

Figuur 39: gerealiseerde uitgaven voor Geneeskunde per materiaalsoort, in de periode 2007-2014.

Het aantal papieren boeken dat voor Geneeskunde wordt gekocht is de laatste jaren

sterk gedaald, waardoor er nog maar weinig publicaties aan de open opstelling worden

toegevoegd. Naslagwerken zijn over het algemeen nauwelijks betaalbaar in e-format en

worden daarom zelden aangeschaft (ook niet in gedrukte vorm). Andere werken worden

in principe alleen aangeschaft wanneer deze digitaal beschikbaar zijn. In 2005 werden er

nog 481 papieren boeken voor deze faculteit gekocht en in 2014 waren dat er nog maar

33. Deze kleine hoeveelheid papieren boeken wordt bij voorkeur geplaatst in de open

opstelling in de UB Uithof en in een enkel geval en alleen op uitdrukkelijk verzoek in het

studielandschap in het UMC. De papieren boeken zijn zowel Engelstalig en

Nederlandstalig, met de afgelopen jaren vaak iets meer Nederlandstalige werken. In de

meeste gevallen gaat het hier om verplichte of aanbevolen boeken voor de opleiding

Geneeskunde. De verplichte literatuur wordt in vijfvoud in de UB Uithof geplaatst en

aanbevolen boeken in drievoud in het studielandschap, in overleg met de faculteit.

Daarnaast is het aantal abonnementen op papieren publicaties voor Geneeskunde

inmiddels vrijwel verwaarloosbaar. Het aantal abonnementen op papieren tijdschriften

en boeken is sterk gedaald, van 334 in 2005 naar slechts 5 in 2014. Voor het grootste

deel is deze daling het gevolg van het omzetten van papieren abonnementen in digitale

abonnementen. Daarnaast komt de daling voor een klein deel door het opzeggen van

abonnementen bij het uithuizen van de collectie van de Medische Bibliotheek. Titels van

uitgevers die hun materiaal niet online aanbieden, zijn in veel gevallen opgezegd, omdat

het te verwachten gebruik van papieren materiaal te laag was: binnen het UMC is er een

sterke voorkeur voor digitaal materiaal.

155

Het UU Big Deals-budget valt onder de verantwoordelijkheid van het College van Bestuur en wordt vooral

gebruikt voor licenties op grote digitale tijdschriftenpakketten bij uitgevers als Taylor&Francis, Elsevier en

Springer. Het totaal beschikbare acquisitiebudget voor Geneeskunde is tot 2014 jaarlijks geïndexeerd.

Page 78: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

77

In lijn met het gegeven dat er steeds minder papier werd aangeschaft, is de open

opstelling de afgelopen tien jaar sterk gekrompen. In de open opstelling Geneeskunde

stonden in 2014 voornamelijk nog publicaties uit de periode 2005-2010. Ouder materiaal

is overgeplaatst naar het magazijn. Het aantal banden nam als gevolg daarvan af met

62%, van 77.888 in 2005 naar 29.829 in 2014. Deze krimp heeft vooral plaatsgevonden

in de periode 2007-2010 en was met name het gevolg van het bind- en bewaarbeleid,

waarbij de gedrukte tijdschriften met digitale beschikbaarheid zijn afgestoten. Sinds de

collectie naar de UB Uithof is verhuisd, is de omvang vrij stabiel gebleven.156 Dat geldt

ook voor het aantal beschikbare plankmeters voor deze collectie, sinds 2010 768 meter.

Op die van Diergeneeskunde na was in 2014 de open opstelling Geneeskunde het

kleinste van alle faculteiten.

GEBRUIK VAN DE PAPIEREN COLLECTIE

Zoals voor alle collecties in de UBU geldt, loopt het aantal uitleningen van banden uit de

open opstelling Geneeskunde terug. In de periode van sterke krimp van de open

opstelling in aanloop naar de verhuizing van de collectie naar de UB Uithof daalde het

aantal uitleningen het snelst, van 27.019 in 2006 naar 7.439 in 2010. Opvallend is dat

daarna het aantal uitleningen veel geleidelijker afnam, tot 5.276 in 2014. Daarbij geldt

vooral ook dat sinds de publicaties in de UB Uithof staan ook relatief steeds minder

geleend worden. In de periode 2010-2014 is het aantal uitleningen als percentage van

het aantal banden in de open opstelling Geneeskunde gedaald van 24% naar 18% en

daalde het aantal uitleningen per meter boekenplank van 9,7 naar 6,9. Deze daling is

aanzienlijk. Maar alleen de open opstelling van de faculteiten Geesteswetenschappen

(18%) en REBO (19%) in 2014 werden in gelijke mate gebruikt en die van de andere

faculteiten veel minder.

LEENGEDRAG VAN DE GENEESKUNDIGEN

Hoewel de open opstelling Geneeskunde niet alleen door geneeskundigen gebruikt

wordt, zijn de studenten en medewerkers van deze faculteit wel de voornaamste

doelgroep. Dat de open opstelling Geneeskunde in vergelijking met die van andere

faculteiten relatief goed gebruikt wordt, heeft dan ook vooral te maken met het grote

aantal geneeskundigen. Als er gekeken wordt naar hoeveel deze gemiddeld lenen, dan

valt bovenal op dat dit gemiddelde laag is (zie figuur 40). De geneeskundigen gebruiken

vooral digitale publicaties. Uitgesplitst op publicatiejaar blijkt bovendien dat

geneeskundigen vooral papieren boeken lenen die heel recent zijn. Papieren publicaties

die ouder zijn, worden veel minder geraadpleegd. Al met al heeft de faculteit

Geneeskunde op Diergeneeskunde na het laagste aantal uitleningen in de UBU, minder

dan 5% van het totaal aantal uitleningen.157

156

Overigens waren tot 2013-2014 in de catalogus ook de titels van de leeszaalcollectie in het WKZ

opgenomen. Deze zijn inmiddels helemaal losgekoppeld van de UBU. 157

Zie in dit kader ook figuur 11.

Page 79: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

78

Figuur 40: gemiddeld aantal uitleningen per student en medewerker Geneeskunde, in de periode

2010-2014.

Hoewel het gemiddeld aantal uitleningen aan zowel medewerkers als studenten laag is,

zijn er toch opvallende verschillen. Opvallend is dat binnen Geneeskunde studenten

gemiddeld (iets) meer lenen dan medewerkers, wat binnen geen enkele andere faculteit

het geval is, behalve in 2014 binnen Diergeneeskunde. Het gebruik van studenten

Geneeskunde wordt voor een belangrijk deel verklaard doordat de verplichte literatuur

voor hun studie in de collectie staat.158 Voor medewerkers is er minder reden de

papieren collectie te raadplegen. Veelzeggend is dat in 2014 slechts 2% van de

medewerkers Geneeskunde minimaal één papieren band leende, veruit het laagste

percentage van alle faculteiten. Dat steekt schril af bij het percentage studenten

Geneeskunde dat minimaal één papieren boek leende, namelijk 36%, wat ten opzichte

van de andere faculteiten overigens een gemiddeld percentage was.

GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

De studenten Geneeskunde bezoeken vooral de UB Uithof en degenen die dat doen,

doen dat tweemaal of vaker per week. De meeste medewerkers van deze faculteit

bezoeken de bibliotheek eenmaal per maand of zelfs nooit. Voor beide groepen geldt dat

slechts zelden de UBU wordt bezocht om er papieren literatuur uit de open osptelling te

zoeken of te lezen (zie: figuur 41). Studenten Geneeskunde komen er vooral om online

literatuur te lezen, samen te werken met anderen of gebruik te maken van

bibliotheekdiensten, zoals printen en kopiëren. Maar bovenal maken zij er gebruik van

een computer of studieplek. De medewerkers Geneeskunde ontplooien vergelijkbare

activiteiten in de UBU, maar in veel mindere mate dan de studenten.

158

Vermoedelijk maken geneeskundigen ook veel gebruik van de collectie Bètawetenschappen, maar dat valt

niet met cijfers te onderbouwen.

Page 80: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

79

Figuur 41: what do you do when you visit the University Library? Answer: search or read literature

from the bookshelves (Geneeskunde, weergegeven in percentages, N=35).

Dat de open opstelling slechts voor een beperkt deel van de geneeskundigen een reden

is om de UBU te bezoeken, komt vooral doordat de meeste literatuur die zij gebruiken

digitaal beschikbaar is. Sterker nog, materiaal dat niet digitaal beschikbaar is, wordt

slechts in beperkte mate aangeschaft omdat het te verwachten gebruik laag is. Maar er

spelen ook andere zaken mee. Voor veel medewerkers is belangrijk dat zij de afstand

van hun werkplek tot de open opstelling te groot vinden en dat het volgens hen teveel

tijd kost om de UBU te bezoeken. Sommige belangrijke tijdschriften willen zij in papieren

vorm raadplegen, om er doorheen te bladeren, maar alleen als deze tijdschriften dichtbij

staan. De open opstelling wordt nauwelijks de moeite waard gevonden om naar de UBU

te komen, mede omdat deze als verouderd wordt gezien. Dit speelt ook mee bij

studenten, maar bij hun is veel belangrijker dat ze snel, plaats onafhankelijk toegang

willen hebben tot literatuur en daarom de voorkeur geven aan digitaal materiaal. Daarbij

kopen studenten de meeste literatuur die zij nodig hebben voor hun studie zelf, in

gedrukte vorm, ook als de bibliotheek het digitaal heeft. Tijdens colleges (anatomie

bijvoorbeeld) gebruiken ze het e-book dat wordt aangeboden door de UBU.

De geneeskundigen die de open opstelling wél gebruiken, doen dat vooral om specifieke

boeken te raadplegen. Een deel van hen (25-30%) maakt soms gebruik van materiaal

dat niet-uitleenbaar is en sommige medewerkers (28%) zoeken daarnaast frequent in de

open opstelling op onderwerp. Andere vormen van gebruik van de open opstelling liggen

beduidend lager. De meeste geneeskundigen geven aan zelden of nooit op zoek te gaan

naar specifieke tijdschriften of recente literatuur, omdat de meeste van deze literatuur

alleen in digitale vorm beschikbaar is en men zichzelf laat attenderen via alerts en e-

mailnotifications (PubMed). De open opstelling wordt als bron van informatie zeer

uiteenlopend gewaardeerd. Studenten Geneeskunde, maar ook de meeste medewerkers,

zien het vooral als een intellectueel stimulerende omgeving (zie figuur 42). Zij vinden

het fijn om tussen papieren boeken te studeren, omdat het volgens hen voor rust zorgt

(ook qua geluidsdemping) en voor concentratie.

Page 81: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

80

Figuur 42: what do the books in the library bookshelves mean to you? Answer: to me, books on the

bookshelves create an intellectually stimulating and supportive environment (Geneeskunde,

weergegeven in percentages, N=37).

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR

Gezien de kleine hoeveelheid papieren publicaties die nog aangeschaft worden en het feit

dat de meeste geneeskundigen nog slechts weinig papieren boeken lenen, is de

verwachting dat de open opstelling steeds minder gebruikt zal worden.

AANSCHAF VAN PAPIEREN BOEKEN

Voor Geneeskunde is het aantal aangeschafte titels de afgelopen tien jaar zo sterk

gedaald dat als deze trend wordt doorgetrokken er weldra geen papieren titels meer

voor deze collectie worden aangeschaft. Maar de vraag is hoe deze trend zich zal

voortzetten. In figuur 43 zouden drie lijnen moeten staan waarbij met ingang van 2015

jaarlijks het gemiddelde is genomen van respectievelijk de 10, 5 en 3 jaar daarvoor. Alle

drie de jaargemiddelden komen erop neer dat vanaf 2015 er geen papieren boeken meer

gekocht zouden worden (de lijn van de 5- en 10-jarige gemiddelden zitten in de grafiek

‘verborgen onder’ de lijn van het 3-jarige gemiddelde).

Toch zijn er redenen om aan te nemen dat ook in de toekomst nog papieren boeken voor

de collectie Geneeskunde aangeschaft zullen worden, hoewel dit aantal laag zal zijn.

Voor de collectie Geneeskunde wordt op dit moment vooral studiemateriaal in papieren

vorm aangeschaft, waaraan een expliciete wens vanuit de faculteit ten grondslag ligt.

Het is niet ondenkbaar dat ook de komende jaren een deel van de verplichte en

aanbevolen literatuur (in veelvoud) in papieren vorm wordt gekocht, niet in de laatste

plaats omdat de kans reëel is dat de digitale versie onbetaalbaar dan wel nog niet

beschikbaar is. Net als nu zal het vermoedelijk gaan om een klein aantal papieren

boeken, waardoor de open opstelling Geneeskunde in de UB Uithof de komende jaren

snel zal verouderen.

Page 82: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

81

Figuur 43: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in de aanschaf van papieren boeken voor

Geneeskunde.

GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

Het gegeven dat de open opstelling Geneeskunde in de UBU de komende jaren

vermoedelijk nauwelijks nog nieuwe titels zal bevatten, zal gevolgen hebben voor het

gebruik ervan. In figuur 44 staan drie lijnen, waarbij met ingang van 2015 jaarlijks het

gemiddelde is genomen van het aantal uitleningen uit de open opstelling Geneeskunde

van respectievelijk 9, 5 en 3 jaar daarvoor.159 Er is duidelijk sprake van een dalende

trend, die afvlakt als men uitgaat van de recente jaren.

Figuur 44: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het aantal uitleningen uit de open opstelling

Geneeskunde.

159

Omdat voor het jaar 2005 geen leengegevens beschikbaar zijn, is het gemiddelde van de afgelopen 9 (in

plaats van 10) jaar genomen.

Page 83: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

82

Gezien het huidige gemiddelde leengedrag van geneeskundigen is er vooralsnog geen

reden om aan te nemen dat op korte termijn het aantal uitleningen versneld zal dalen.

Het gemiddelde is en blijft laag. Het gegeven dat de open opstelling tot dusver relatief

goed gebruikt wordt, heeft vooral te maken met het grote aantal geneeskundigen en ook

daarin zal in de toekomst vermoedelijk weinig veranderen. Maar het feit dat

geneeskundigen alleen recente werken lenen en de open opstelling in de UBU relatief

snel zal verouderen, doet vermoeden dat binnen enkele jaren de trend in het aantal

uitleningen sterker zal dalen. Hoewel een klein deel van de oudere titels ongetwijfeld nog

lang gebruikt zal blijven, als naslagwerk, mag verwacht worden dat de open opstelling

Geneeskunde in de UBU over tien jaar slechts heel beperkt gebruikt zal worden. NB.

Daarmee is niet gezegd dat een open opstelling met specifieke literatuur, zoals deze nu

in het Studielandschap staat, dan niet gewenst zal zijn.

Page 84: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

83

COLLECTIES VAN DE FACULTEIT GEOWETENSCHAPPEN

Voornaamste bevindingen:

De omvang van de open opstelling Geowetenschappen is de laatste jaren sterk

teruggelopen, doordat er veel materiaal naar het depot is verplaatst en er steeds minder

publicaties in papieren vorm worden aangeschaft. Sinds 2010 worden er voor deze

collectie alleen naar aanleiding van een aanschafwens papieren boeken gekocht. Als dit

beleid zich voortzet, dan zal het aantal papieren boeken dat aan de open opstelling

Geowetenschappen wordt toegevoegd de komende jaren steeds verder teruglopen.

Daarbij moet er wel rekening mee worden gehouden dat een deel van de publicaties

voor Geowetenschappen vooralsnog niet als e-book beschikbaar is. Het is niet

onwaarschijnlijk dat er in 2025 om die reden nog steeds boeken in papieren vorm

aangekocht (moeten) worden voor Geowetenschappen, maar dit aantal zal vermoedelijk

klein zijn.

Het gebruik van de open opstelling Geowetenschappen is in vergelijking met die van

andere faculteiten laag en neemt de laatste jaren ook nog eens sterk af. Voor een

belangrijk deel komt dat doordat de geowetenschappers steeds meer digitale literatuur

zijn gaan raadplegen. De open opstelling is daardoor voor hen als bron van informatie

minder interessant geworden. Vooral studenten Geowetenschappen zijn gemiddeld

minder papieren boeken gaan lenen. Zij bezoeken vaak de UBU, maar lezen überhaupt

weinig boeken (en vooral digitale tijdschriften) en zien daarom geen reden de open

opstelling te raadplegen. Medewerkers op hun beurt lenen nog relatief veel papieren

boeken, maar geven aan dat de open opstelling te ver van hun werkplek staat, dat zij de

literatuur die erin staat als verouderd beschouwen en de UBU vooral zien als het domein

van studenten. Als deze trend zich voortzet, dan heeft de open opstelling voor

Geowetenschappen in de toekomst alleen nog een functie voor studenten, om voor hen

een omgeving te creëren waar rustig kan worden gestudeerd.

Daarbij zijn er binnen Geowetenschappen grote verschillen tussen disciplines. Deze

verschillen zijn geen onderwerp van onderzoek geweest. De hiernavolgende observaties

zijn vooral gebaseerd op de periode 2005-2014 en gaan over de Geowetenschappen als

geheel. In 2015 is de open opstelling van Geowetenschappen echter gehalveerd, om

ruimte te maken voor studieplekken. NB. De kaartencollectie is in 2010 onderdeel

geworden van Bijzondere Collecties en is om die reden buiten beschouwing gelaten.

DE SAMENSTELLING VAN DE OPEN OPSTELLING

De laatste jaren is ongeveer de helft van het budget voor de collectie Geowetenschappen

naar papieren boeken en vooral e-books gegaan (figuur 45). Opvallend is dat al in het

eerste jaar waarin UBU-breed e-books werden aangeschaft de uitgaven aan e-books bij

Geowetenschappen hoger waren dan die aan gedrukte boeken. In 2014 werd er op een

totaal van €165.441,- voor €17.349,- aan papieren boeken gekocht en voor €65.105,-

aan e-books. Daarnaast werd er in dat jaar aan papieren tijdschriften €10.939

uitgegeven. NB. De sterke daling in het facultaire budget voor Geowetenschappen in

2011 wordt veroorzaakt door de overheveling van het budget voor Big Deals.160

160

Het UU Big Deals-budget valt onder de verantwoordelijkheid van het College van Bestuur en wordt vooral

gebruikt voor licenties op grote digitale tijdschriftenpakketten bij uitgevers als Taylor&Francis, Elsevier en

Springer. Het totaal beschikbare acquisitiebudget voor Geowetenschappen stijgt jaarlijks op basis van een

Page 85: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

84

Figuur 45: gerealiseerde uitgaven voor Geowetenschappen per materiaalsoort, in de periode 2007-

2014.

AANSCHAF VAN PAPIEREN PUBLICATIES

De laatste jaren worden er steeds minder papieren publicaties gekocht voor

Geowetenschapppen. In 2010 werden er nog 412 papieren boeken aangeschaft voor

deze collectie. In 2014 waren dat er nog maar 101. Dit komt vooral doordat sinds 2010

boeken die niet digitaal beschikbaar zijn alleen nog op basis van een aanschafwens

worden aangeschaft en niet meer op eigen initiatief van de vakspecialist. Daarnaast is

ook het aantal papieren abonnementen op tijdschriften en boeken sterk teruggelopen,

van 708 in 2008 tot 205 in 2014. Zeker tijdschriften die digitaal beschikbaar zijn, worden

alleen in elektronische vorm aangeschaft, al zijn er ook een flink aantal abonnementen

opgezegd. De collectie Geowetenschappen past zo in het UBU-brede beeld dat er steeds

een groter deel van het budget aan digitale content (e-journals, e-books en databases)

wordt uitgegeven.

Dat er ondanks een duidelijke e-preffered beleid toch nog papieren boeken worden

gekocht heeft een aantal redenen. Behalve klantbehoefte speelt ook de beschikbaarheid

van e-books een rol bij de aanschaf van papieren rol. Een relatief groot deel van de

papieren boeken die voor Geowetenschappen worden aangeschaft is niet-Engelstalig en

niet als e-book beschikbaar. Tot 2011 lag het aandeel Engelstalige papieren boeken dat

werd gekocht voor Geowetenschappen rond de 80%. In 2014 was dat teruggelopen tot

iets boven de 50%. Vooral ook Nederlandstalige publicaties worden in papieren vorm

aan de collectie toegevoegd. In dit taalgebied gaat de opkomst van het e-book minder

snel dan in het Engelse. Daarnaast speelt mee dat veel van de Nederlandstalige boeken

niet puur wetenschappelijk zijn. De e-books van deze publicaties zijn vaak alleen voor de

particuliere consument beschikbaar en niet voor bibliotheken.

OMVANG EN INHOUD VAN DE OPEN OPSTELLING

prijsindicatie. In 2008 heeft de faculteit op verzoek van de bibliotheek het budget verhoogd, welke tot en met

2010 opliep tot €342.480,-. Sinds de overheveling van het budget voor budget in 2011 stijgt het facultaire

budget jaarlijks weer met een prijsindicatie – al zijn 2012 enkele onderzoeksgroepen verhuisd van de faculteit

Bètawetenschappen naar de faculteit Geowetenschappen en is hun budget voor de collectie meegekomen.

Page 86: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

85

De papieren boeken die voor de collectie Geowetenschappen worden gekocht, worden

over het algemeen geplaatst in de open opstelling. Deze staat sinds 2004 in de UB Uithof

en was in 2014 na die van Geneeskunde en Diergeneeskunde de kleinste van alle

faculteiten. Als percentage van de totale open opstelling van de UBU is zij in de

afgelopen tien jaar bovendien steeds kleiner geworden, tot minder dan 7% van het

totaal.161 Ook het aantal banden in de open opstelling voor Geowetenschappen is in de

afgelopen tien jaar gedaald, van 143.162 in 2005 naar 48.268 in 2014. Voor een

belangrijk deel komt dit door het opheffen van de bibliotheeklocatie van

Aardwetenschappen in 2009. Maar ook is er materiaal naar het depot verplaatst. Vooral

in 2010 daalde het aantal banden in de open opstelling heel sterk, doordat er in dat jaar

een grote hoeveelheid rapporten en ander materiaal uit de open opstelling naar het

depot werd verplaatst. Wat resteerde waren voornamelijk publicaties uitgegeven vanaf

1989, met een piek in 1996. Vooral het aantal banden met publicatiejaren vanaf 2011

was in deze open opstelling laag.

De kasten in de open opstelling Geowetenschappen werden tot aan 2014 steeds leger,

doordat de omvang in plankmeters nagenoeg gelijk bleef. In de periode 2009-2014

daalde het aantal beschikbare boekenplanken v van 2.390 meter naar 2.226 meter.

Omdat het aantal banden in de open opstelling harder daalde dan het aantal beschikbare

meters, nam het aantal banden per meter af van 51 in 2010 naar 26 banden in 2014.

Daarmee was in 2014 de bezettingsgraad van de open opstelling Geowetenschappen na

die van Sociale Wetenschappen de laagste van alle faculteiten binnen de UBU.

GEBRUIK VAN DE PAPIEREN COLLECTIE

Zoals voor alle collecties in de UBU geldt, loopt het aantal uitleningen van banden uit de

open opstelling Geowetenschappen terug: in dit specifieke geval van 12.533 in 2006

naar 3.648 in 2014, een afname van maar liefst 66%. Voor een deel komt dat doordat er

minder titels in de open opstelling zijn komen te staan. Maar ook relatief worden de

publicaties in deze open opstelling minder geleend, zeker na 2011. In 2010 steeg het

aantal uitleningen als percentage van het totaal aantal banden in de open opstelling tot

14%. Hierna zakte dit percentage tot beneden de 8%. Op vergelijkbare wijze daalde ook

het aantal uitleningen per meter boekenplank, van 3,8 in 2010 naar 2,0 in 2014. Het

relatieve gebruik van de open opstelling Geowetenschappen was in 2014 op die van

Bètawetenschappen (5%) en Diergeneeskunde (6%) na het laagste van alle

faculteiten.162

LEENGEDRAG VAN GEOWETENSCHAPPERS

Hoewel de open opstelling Geowetenschappers door meer dan alleen geowetenschappers

gebruikt wordt, zijn de studenten en medewerkers van deze faculteit de voornaamste

doelgroep. De geowetenschappers waren in 2014 verantwoordelijk voor iets meer dan

6% van het totale aantal uitleningen in de UBU. Daarbij daalde het aantal uitleningen dat

zij deden. Vooral uit de open opstelling leenden zij minder papieren banden. Het aantal

161

Hierbij is de open opstelling voor de UBU Algemene collecties buiten beschouwing gelaten. Zie in dit kader

ook figuur 11. 162

Het percentage niet-uitleenbare werken in de open opstelling Geowetenschappen bedroeg in 2014 14%, wat

binnen de UBU gemiddeld is.

Page 87: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

86

uitleningen uit het depot bleef de laatste jaren vrij stabiel. Dit hangt samen met het feit

dat geowetenschappers vooral recente publicaties raadplegen die alleen digitaal

beschikbaar zijn en in de open opstelling ontbreken. Geowetenschappers lenen

daarnaast ook oudere publicaties, die alleen in papieren vorm beschikbaar zijn en voor

een deel in het depot staan.

Het is opvallend dat het aantal uitleningen aan studenten Geowetenschappen sterk daalt

en medewerkers de laatste jaren wat meer zijn gaan lenen. Studenten van deze faculteit

leenden in 2010 nog 7.539 banden, wat in 2014 was teruggelopen tot 3.618. In dezelfde

periode ging het aantal uitleningen aan medewerkers van 1.524 naar 2.600 banden. Ook

gemiddeld zijn in deze faculteit studenten minder en medewerkers meer gaan lenen (zie

figuur 46). Het gemiddelde van de studenten was vergelijkbaar met die van de andere

faculteiten op De Uithof. Medewerkers leenden opvallend meer: na de faculteiten REBO

(9,1) en Geesteswetenschappen (28,9) gemiddeld het meeste van alle faculteiten. Een

mogelijke verklaring voor de stijging van het gemiddeld aantal uitleningen aan

medewerkers Geowetenschappen is dat in 2014 de aardwetenschappers naar het Van

Unnikgebouw zijn verhuisd, waarmee ze veel dichter bij de UBU zijn komen te zitten. De

drempel om naar de UBU te komen is daarmee voor deze groep lager geworden. Maar

omdat het met de verzamelde gegevens niet mogelijk is om het aantal uitleningen op dit

niveau uit te splitsen, kan dit vermoeden niet onderbouwd worden.

Figuur 46: gemiddeld aantal uitleningen per student en medewerker Geowetenschappen, in de

periode 2010-2014.

GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

Gezien de tegenstelling in het leengedrag tussen studenten en medewerkers

Geowetenschappen, is interessant te kijken naar wat deze groepen doen als zij de UBU

bezoeken en naar welke rol de open openstelling daarbij speelt. Het overgrote deel van

de studenten van deze faculteit die naar de UBU (vooral de locatie op De Uithof) gaan,

doet dat tweemaal per week of vaker. De meeste medewerkers komen er hoogstens

eenmaal per maand. Studenten gaan er eerder heen om online literatuur te raadplegen,

gebruik te maken van bibliotheekdiensten, zoals printen en kopiëren, en met anderen

samen te werken, maar bovenal om er gebruik te maken van een studieplek. Onder

medewerkers zijn al deze activiteiten veel minder populair – zeker het online raadplegen

Page 88: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

87

van literatuur en het gebruik maken van een studieplek. Alleen het zoeken of lenen van

literatuur uit de open opstelling doen zij vaker dan studenten.163 Al met al gaat slechts

een minderheid van de geowetenschappers naar de UBU om er papieren boeken te lezen

of te zoeken afkomstig uit de open opstelling (zie figuur 47).

Figuur 47: what do you do when you visit the university library? Answer: search or read literature

from the bookshelves (Geowetenschappen, weergegeven in percentages, N=107).

Opmerkelijk genoeg geeft een deel van de studenten en medewerkers

Geowetenschappen aan dat als ze literatuur bestuderen of vergelijken, ze dat graag in

papieren vorm doen. Ze vinden het over het algemeen prima dat veel van de recente

literatuur digitaal beschikbaar is, zolang er een optie is om deze desgewenst te printen.

De open opstelling wordt daarbij niet als een goed alternatief gezien om literatuur in

handen te krijgen. Het browsen langs de kasten in de UBU wordt weliswaar gemist -

omdat serendipiteit bij het gebruik van digitale zoeksystemen veel minder is, doordat er

snel te gericht gezocht moet worden om bruikbare zoekresultaten te krijgen - maar is

geen reden om regelmatig naar de bibliotheek te komen. Medewerkers vinden dat de

afstand tot hun werkplek te groot is en stellen dat het aanbod in de bibliotheek niet

actueel genoeg is. Veel papieren boeken worden door hen zelf aangeschaft of geleend

van collega’s. Veel medewerkers zien de UBU bovendien vooral als het domein van

studenten. Op hun beurt geven studenten aan nauwelijks meer de tijd te nemen om een

boek te lezen. Ook in het onderwijs wordt volgens hen het gebruik van boeken

nauwelijks gestimuleerd. Zij zien daarom nauwelijks reden de open opstelling te

raadplegen. Bovendien neemt binnen Geowetenschappen het belang van het boek af: de

meest actuele informatie staat vooral in artikelen.

Van de studenten en medewerkers van Geowetenschappen die de open opstelling wél

gebruiken, gaan er relatief veel op zoek naar specifieke boeken. Althans, ongeveer een

derde van zowel de medewerkers, BA- en MA-studenten doet dat frequent tot altijd (zie

figuur 48). Zoeken op onderwerp in de open opstelling gebeurt veel minder, zeker door

studenten. Maar vooral zoeken geowetenschappers er over het algemeen zelden naar

recente literatuur of naar papieren tijdschriften, omdat recente publicaties en

tijdschriften vooral digitaal beschikbaar zijn Ook maken ze er nauwelijks gebruik van

niet-uitleenbaar materiaal. Gezien dit vrij beperkte gebruik van de open opstelling is het

163

Onder zowel studenten als medewerkers loopt het gebruik van bibliotheekdiensten als printen en kopiëren

erg uiteen (van altijd tot nooit).

Page 89: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

88

opvallend dat ongeveer de helft van de studenten en medewerkers Geowetenschappen

de literatuur in de boekenkasten van de UBU een belangrijke bron van informatie vinden.

Maar vooral zien geowetenschappers de open opstelling als een intellectueel

stimulerende omgeving, waar prettig gestudeerd kan worden. Ook degenen die de

papieren boeken weinig gebruiken vinden dat ze autoriteit uitstralen, het idee geven

omringd te zijn door kennis en stilte creëren.

Figuur 48: what do you do if you browse the library bookshelves? Answer: search for specific books

(Geowetenchappen, weergegeven in percentages, N=105).

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR

Gezien de kleine hoeveelheid papieren publicaties die nog aangeschaft worden het feit

dat vooral de meeste studenten Geowetenschappen nog slechts weinig papieren boeken

lenen, is de verwachting dat de open opstelling in de toekomst steeds minder gebruikt

zal worden.

AANSCHAF VAN PAPIEREN BOEKEN

De afgelopen tien jaar was het aantal papieren boeken dat voor Geowetenschappen is

aangeschaft erg wisselvallig. De laatste jaren neemt het sterk af. De vraag is hoe deze

trend zich zal voortzetten. In figuur 49 staan drie lijnen waarbij met ingang van 2015

jaarlijks het gemiddelde is genomen van respectievelijk de 10, 5 en 3 jaar daarvoor.

Daarbij valt op dat als de trends worden doorgetrokken, het in alle gevallen ertoe

zouden leiden dat er binnen enkele jaren geen papieren boeken meer toegevoegd

zouden worden aan de collectie Geowetenschappen.

Page 90: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

89

Figuur 49: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in de aanschaf van papieren boeken voor

Geowetenschappen.

Er zijn een aantal redenen om aan te nemen dat het aantal papieren boeken dat de

komende tien jaar voor Geowetenschappen gekocht zal worden klein zal zijn. Door het

beleid om voor de collectie Geowetenschappen alleen papieren boeken aan te schaffen

als daarom gevraagd wordt door klanten, zal het relatief vaak voorkomen dat titels die

alleen in papieren vorm beschikbaar zijn niet gekocht worden. Dit zal overigens steeds

minder vaak voorkomen, doordat de beschikbaarheid van e-books toeneemt. Er zullen

de komende tien jaar ongetwijfeld gebruikers zijn die blijven vragen om papieren

boeken, maar als de huidige trends zich voortzetten dan zal dat telkens verder afnemen.

De open opstelling Geowetenschappen zal vermoedelijk de komende tien jaar jaarlijks

verder verouderen.

GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

De omstandigheid dat waarschijnlijk een steeds groter deel van de literatuur voor

Geowetenschappen digitaal beschikbaar zal komen en de open opstelling zal verouderen,

zal ongetwijfeld een negatief effect hebben op het gebruik ervan. Een indicatie dat dit nu

al gaande is, blijkt uit de trend van het aantal uitleningen van de open opstelling

Geowetenschappen, zoals weergegeven in figuur 50. Hierin staan drie lijnen, waarbij met

ingang van 2015 jaarlijks het gemiddelde is genomen van het aantal uitleningen van

respectievelijk 9, 5 en 3 jaar daarvoor.164

164

Omdat voor het jaar 2005 geen leengegevens beschikbaar zijn, is het gemiddelde van de afgelopen 9 (in

plaats van 10) jaar genomen.

Page 91: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

90

Figuur 50: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het aantal uitleningen uit de open opstelling

Geowetenschappen.

Een deel van de papieren boeken die nu in de open opstelling staan, zal over tien jaar

nog altijd relevant zijn en dus waarschijnlijk ook gebruikt worden. Maar alleen de

medewerkers van Geowetenschappen lenen op dit moment gemiddeld veel titels. Bij hen

is er nog behoefte aan de papieren publicaties die de UBU in haar bezit heeft. Veruit de

meeste papieren boeken die nu in de open opstelling staan, zullen echter in 2025 niet tot

nauwelijks meer geleend worden. Doordat het aantal nieuwe titels in de open opstelling

steeds verder zal afnemen, zal het aantal uitleningen waarschijnlijk steeds sneller gaan

dalen. Ongetwijfeld zullen er over tien jaar nog altijd titels geleend worden, maar over

het algemeen zal de open opstelling Geowetenschappen heel weinig gebruikt worden.

Page 92: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

91

COLLECTIES VAN DE FACULTEIT REBO

Voornaamste bevindingen:

De afgelopen tien jaar is de omvang van de open opstelling REBO sterk gekrompen en

wordt er van het budget van deze faculteit steeds minder aan papieren boeken besteed.

Hoewel dit voor een deel samenhangt met het feit dat een steeds groter deel van het

budget naar digitaal materiaal gaat, hangt dit in sterke mate ook samen met het feit dat

het budget van REBO de afgelopen jaren is gekrompen. De krimp is vooral ten koste

gegaan van papieren tijdschriften en van (papieren en elektronische) boeken. Hierbij is

van belang dat er in de nabije toekomst geen verdere bezuinigingen worden voorzien.

Maar er spelen ook andere factoren mee die bepalen hoe snel de papieren collectie van

REBO zal digitaliseren. Op dit moment verschijnt ongeveer de helft van de voor REBO

aangeschafte papieren boeken in het Nederlands, een taalgebied waarin de opkomst van

het e-book traag gaat. Bovendien maakt een deel van vooral de medewerkers van REBO

graag gebruik van papieren boeken, vooral als er veel gelezen moeten worden in de

(soms lijvige) handboeken, hoewel men over het algemeen ook tevreden is over e-

books. Deze factoren zullen er vermoedelijk voor zorgen dat weliswaar jaarlijks minder

papieren boeken aan de REBO collectie zullen worden toegevoegd, maar ook dat het er

in vergelijking met de meeste andere faculteiten nog altijd veel zullen zijn.

Op dit moment wordt de open opstelling goed gebruikt, al zal dat naar verwachting

vooral onder studenten, maar ook onder medewerkers, gaan afnemen. Met het inhuizen

van de collectie REBO in de UB Binnenstad in 2012 is veel materiaal naar het depot

verplaatst. Het deel dat in de open opstelling is blijven staan, wordt goed gebruikt: in

2014 relatief het vaakst van alle faculteiten. Doordat bovendien de studenten en

medewerkers van REBO nog veel titels gebruiken die tot en met een decennium of zelfs

langer geleden gepubliceerd zijn, valt te verwachten dat ook de komende jaren deze

open opstelling veel publicaties zal bevatten die gebruikt gaan worden. Daarbij is van

belang dat medewerkers de open opstelling meer (willen) gebruiken dan studenten,

maar vooral vanwege tijdsgebrek niet veel in de UBU komen. Studenten van REBO

bezoeken wel veel de bibliotheek, maar maken er vooral gebruik van studieplekken. De

literatuur die studenten gebruiken is vaak voorgeschreven door docenten en digitaal

beschikbaar, waardoor zij niet de noodzaak voelen om veel gebruik te maken van de

open opstelling. Als deze tendens zich voortzet dan zal de browsefunctie van de open

opstelling steeds minder gebruikt worden. Ondanks dat de open opstelling REBO nog

veel relevant materiaal bevat, krijgt deze steeds meer alleen nog de functie van een

intellectueel stimulerende omgeving voor studerende studenten.

Daarbij zijn er binnen REBO grote verschillen tussen disciplines. Deze verschillen zijn

geen onderwerp van onderzoek geweest. De hiernavolgende observaties zijn vooral

gebaseerd op de periode 2005-2014 en gaan over REBO als geheel.

DE SAMENSTELLING VAN DE OPEN OPSTELLING

Voor de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie (REBO) zijn er een flink aantal

deelcollecties in de UBU aanwezig. Van het voor deze deelcollecties beschikbare budget

wordt in vergelijking met andere faculteiten een relatief groot deel besteed aan de

aanschaf van papieren boeken (zie figuur 51), na Geesteswetenschappen het meest.

Sinds 2009 daalt echter vrijwel jaarlijks het budget waarvoor papieren boeken worden

gekocht. Opvallend is vooral dat er slechts in beperkte mate e-books in plaats van

Page 93: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

92

papieren boeken worden gekocht: er wordt vooral steeds minder aan boeken

uitgegeven. In 2014 werd er op een totaal van €500.250,- voor €89.322,- aan papieren

boeken gekocht en voor €26.390,- aan e-books. REBO steekt vooral steeds meer budget

in databases. Dat is te verklaren doordat veel tijdschriften, handboeken en

naslagwerken op het gebied van Recht als integraal onderdeel van databanken worden

aangeboden. Een belangrijk deel van de uitgaven aan publicaties is daarom “verborgen”

in de uitgaven aan databanken.

Figuur 51: gerealiseerde uitgaven voor REBO per materiaalsoort, in de periode 2007-2014.

AANSCHAF VAN PAPIEREN PUBLICATIES

Het aantal papieren publicaties dat voor REBO wordt aangeschaft is weliswaar relatief

hoog, maar daalt. In 2014 was ongeveer 20% van alle papieren boeken die door de UBU

werden gekocht, bestemd voor de collectie REBO. Het ging daarbij om 1.131 papieren

boeken. Dit waren 43% minder papieren boeken dan vier jaar daarvoor. In 2010 werden

er nog 1.991 papieren boeken aan de REBO-collectie toegevoegd. Op vergelijkbare wijze

is ook het aantal papieren abonnementen op tijdschriften en boeken binnen REBO

gedaald, van 1.167 in 2007 naar 289 in 2014. Deze afname hangt sterk samen met

bezuinigingen. Het totaal beschikbare acquisitiebudget voor REBO schommelde in de

jaren 2007-2013. In tegenstelling tot veel andere faculteiten, waar het budget meesteeg

met de inflatie, is er sinds 2010 bij REBO sprake van een lichte afname van het budget.

In 2011 is een klein deel van het budget overgeheveld naar het Big Deals-budget. Drie

jaar later, in 2014, is het budget door bezuinigingen sterk verlaagd, met 22%.165

Doordat een groot deel van het budget van REBO vastligt in een aantal dure, onmisbare

databestanden is de afname in het budget deels opgevangen door het opzeggen van

papieren abonnementen. Daarnaast is de bezuiniging ten koste gegaan van de aanschaf

van boeken, waarbij er niet alleen minder papieren boeken, maar ook minder e-books

zijn gekocht. Dit verklaart ook waarom REBO afwijkt van het UU-brede beeld dat er

jaarlijks meer aan e-books wordt besteed.

Het gegeven dat er voor de collectie REBO weliswaar steeds minder, maar toch nog altijd

behoorlijk veel papieren boeken worden gekocht, hangt sterk samen met de beperkte

beschikbaarheid van e-books binnen vooral het Nederlands Recht. De aanschaf van

165

Het UU Big Deals-budget valt onder de verantwoordelijkheid van het College van Bestuur en wordt vooral

gebruikt voor licenties op grote digitale tijdschriftenpakketten bij uitgevers als Taylor&Francis, Elsevier en

Springer.

Page 94: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

93

gedrukte boeken uitgesplitst naar taal van publicatie laat zien dat de aanschaf van niet-

Engelstalige boeken bij REBO hoog is, tussen de 40% en 55%. Het gaat hierbij vooral

om Nederlandstalige exemplaren en in mindere mate om Duitse en Franstalige. Het

relatief grote aandeel Nederlandstalige publicaties is het gevolg van de belangrijke

positie van het Nederlands Recht in het onderwijs en onderzoek van deze faculteit.

Binnen dit taalgebied loopt de beschikbaarheid van e-books sterk achter bij het Engelse.

Overigens, ook het prijsverschil tussen papier en digitaal zorgt ervoor dat er soms

gekozen wordt voor een gedrukt exemplaar in plaats van voor een e-book.

OMVANG EN INHOUD OPEN OPSTELLING

De papieren boeken die wel voor REBO worden gekocht, worden over het algemeen

geplaatst in de open opstelling, die de afgelopen jaren sterk is krompen. Sinds 2012

staat deze in de UB Binnenstad. Daarvoor stond deze in de Juridische Bibliotheek, die

met het inhuizen van de REBO-collectie in de UBU werd opgeheven. De open opstelling

REBO vormde de afgelopen tien jaar ongeveer 12% van de totale open opstelling van de

UBU.166 Net als de totale open opstelling, is deze in de periode 2005-2014 gekrompen,

van 146.775 banden in 2005 tot 96.024 banden in 2014, een afname van 35%. Vooral in

2010 was de afname sterk. Toen bekend werd dat de collectie zou verhuizen naar de UB

Binnenstad bleek dat daar maar liefst 42% minder boekenplanken beschikbaar zouden

zijn, 3.051 in plaats van 5.237 meter. In reactie daarop werd ongeveer een derde deel

van de titels van de open opstelling naar het magazijn verplaatst.167 Door deze

ontwikkeling wisselde de bezettingsgraad van de planken in de open opstelling REBO de

afgelopen jaren sterk.168 In 2014 stonden er 31 banden per meter boekenplank, wat in

vergelijking met die voor andere faculteiten gemiddeld is.

In de open opstelling REBO staan vooral publicaties uit de tweede helft van de twintigste

eeuw, waarvan het aantal toeneemt naarmate het publicatiejaar recenter is, met een

piek in de publicatiejaren 1993-2010. Het aantal publicaties uitgegeven na 2010 ligt

lager. Dit komt vooral doordat er sinds die tijd minder papieren boeken worden gekocht,

als gevolg van de aankoop van e-books, het gegeven dat titels in toenemende mate via

databanken beschikbaar komen en de afname van het budget.

TENDENSEN ROND HET GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

Zoals voor alle collecties in de UBU geldt, loopt het aantal uitleningen van banden uit de

open opstelling REBO terug (van 33.888 in 2008 tot 18.203 in 2014), maar relatief

gezien wordt deze open opstelling nog goed gebruikt. Sterker nog, sinds de open

opstelling in de UB Binnenstad staat is het aantal uitleningen als percentage van het

aantal banden in de open opstelling gestegen van 18% naar 19% en het aantal

uitleningen per meter boekenplank van 5,3 naar 6,0.169 Daarmee was in 2014 de open

opstelling van REBO degene die van alle faculteiten relatief het meest intensief gebruikt

166

Hierbij is de open opstelling voor de UBU Algemene Collecties buiten beschouwing gelaten. Zie in dit kader

ook figuur 11. 167

De verhuizing van de collecties naar de UB Binnenstad vond voor deze periode plaats. 168

In de aanloop naar de verhuizing van de collectie UB Binnenstad zijn papieren boeken naar het magazijn

verplaatst, waardoor het aantal banden per meter flink afnam tot 22 banden per meter boekenplank. In 2012

werd de collectie ingehuisd en stonden er 35 banden per meter. Omdat de kasten daarmee te vol stonden is

vervolgens nog extra materiaal naar het magazijn afgestoten, waardoor het aantal in 2014 daalde tot 31. 169

Figuur13 en 14, in Bijlage 1 - Analyse Collectie REBO: O:\UBU\Projecten\Collectie 2020 UB

Utrecht\Onderzoek\Fase 1 - Verzamelen bestaande gegevens\Resultaten\1-REBO.

Page 95: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

94

werd, (alleen) op de voet gevolgd door die van Geesteswetenschappen en Geneeskunde

(beide 18%).170 De hoge gebruikcijfers hebben te maken met de omstandigheid dat met

het inhuizen van de collectie in de UB Binnenstad de omvang van de open opstelling

sterk is gedaald en minder courant materiaal naar het depot is verplaatst.171

LEENGEDRAG VAN MEDEWERKERS EN STUDENTEN VAN REBO

Hoewel de open opstelling voor REBO door meer dan alleen medewerkers en studenten

van deze faculteit wordt geraadpleegd, vormen zij wel de voornaamste doelgroep. REBO

was in 2014 verantwoordelijk voor 15,2% van alle uitleningen binnen de UBU. Studenten

en medewerkers van REBO lenen niet alleen recente, maar ook oudere publicaties,

bijvoorbeeld in verband met commentaren op wetten en rechtelijke uitspraken uit

oudere jaren. De open opstelling bevat gekeken naar publicatiejaar vanaf de jaren ’60

van de twintigste eeuw steeds meer publicaties. Maar pas vanaf publicatiejaar 1985

neemt het aantal uitleningen door REBO jaarlijks sterk toe, vooral vanaf 2004, met een

piek in 2012.

Figuur 52: gemiddeld aantal uitleningen per student en medewerker REBO, in de periode 2010-

2014.

Het gegeven dat de omvang van de open opstelling is gekrompen en de UBU sinds 2010

vooral e-books koopt, heeft vooralsnog vooral invloed gehad op het leengedrag van

studenten en minder op dat van medewerkers. Gekeken naar het gemiddeld aantal

uitleningen van studenten en medewerkers REBO sinds 2010, valt namelijk op dat alleen

studenten gemiddeld minder zijn gaan lenen (zie figuur 52). In lijn daarmee daalde het

aantal uitleningen aan studenten REBO in dezelfde periode van 21.523 naar 12.889.

Daarentegen heeft het gemiddeld aantal leningen door medewerkers de afgelopen jaren

gevarieerd en is niet gedaald. Het totaal aantal uitleningen aan medewerkers daalde

licht, van 3.533 in 2010 tot 3.391 in 2014. Een vergelijkbare situatie komt naar voren

als er wordt gekeken naar het percentage studenten en medewerkers van REBO dat

170

Ter volledigheid: Het percentage niet-uitleenbare werken in de open opstelling REBO bedraagt 14%, wat

gemiddeld is ten opzichte van andere faculteiten. 171

Veelzeggend is dat medewerkers van REBO in totaal sinds 2010 vooral minder zijn gaan lenen uit de open

opstelling en het aantal uitleningen uit het depot nagenoeg gelijk bleef. Relatief gezien zijn de publicaties in het

depot ten opzichte van die in de open opstelling steeds meer gebruikt.

Page 96: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

95

jaarlijks minimaal één papieren band leent: bij studenten daalde dat in de periode 2010-

2014 van 53,8% naar 41,4%. Bij medewerkers nam dat veel minder af, van 61,8% naar

56,7%. Daarmee was het gemiddeld aantal uitleningen door studenten en medewerkers

van REBO het op een na hoogste van alle faculteiten, op gepaste afstand van die van

Geesteswetenschappen.

GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

Er is een groot verschil tussen studenten en medewerkers van REBO als het gaat om het

gebruik van de open opstelling. Het overgrote deel van de studenten (rond de 80%) van

deze faculteit die naar de UBU (vooral de binnenstadlocatie) gaat, doet dat minimaal

wekelijks. De medewerkers van REBO bezoeken de UBU over het algemeen veel minder:

ongeveer een kwart van hen doet dat wekelijks of vaker, maar de meesten (67%)

maandelijks of minder. Daarbij zegt meer dan de helft van de studenten zelden of nooit

tijdens hun bezoek aan de UBU de papieren literatuur in de open opstelling te zoeken of

te lezen. De helft van de medewerkers geeft juist aan dat frequent of altijd te doen (zie:

figuur 53). Veelzeggend is dat 80% van de studenten REBO in de UBU gebruik maakt

van studieplekken en bijna 70% van de medewerkers dat zelden of nooit doet: er zijn

grote verschillen tussen wat studenten en medewerkers van REBO in de UBU (willen)

doen.172

Figuur 53: what do you do when you visit the University Library? Answer: search or read literature

from the bookshelves (REBO, weergegeven in percentages, N=130).

Het feit dat medewerkers van REBO relatief weinig naar de UBU gaan, verklaren zij zelf

vooral door te wijzen op tijdgebrek. Om dezelfde reden vragen veel wetenschappers van

deze faculteit (62%) de papieren boeken aan via de catalogus in plaats van zelf de open

172

Hieruit komen ook een aantal andere opvallende zaken naar voren over de activiteiten die studenten ren

medewerkers van REBO ontplooien in de UBU: Tijdens een bezoek aan de UBU wordt vooral door een

meerderheid van de MA-studenten gezocht naar online literatuur. Ongeveer een derde van de BA-studenten en

medewerkers doet dat ook, maar ook ongeveer de helft van hen doet dat nauwelijks of nooit. De meeste MA-

studenten en medewerkers (en slechts een derde deel van de BA-studenten) maken in de UBU frequent tot altijd

gebruik van bibliotheekdiensten, zoals printen en kopiëren. Daarnaast werkt in de UBU ongeveer een derde van

de studenten samen, al doet ook ongeveer een even groot deel van hen dat zelden tot nooit. Medewerkers doen

dat in de UBU slechts heel zelden.

Page 97: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

96

opstelling in te gaan. Toch waarderen zij de open opstelling, omdat het vaak toevallige

vondsten oplevert. Bovendien is het volgens hen staand voor een kast betrekkelijk

eenvoudig om snel een overzicht te krijgen van titels die binnen een bepaald onderwerp

beschikbaar zijn. Maar ook ervaren de wetenschappers van REBO dat de open opstelling

daarvoor steeds minder toereikend is, omdat veel recente titels alleen digitaal door de

UBU beschikbaar worden gesteld en dus ontbreken in de kasten. Dat is voor hen

overigens geen aanleiding om de UBU te vragen meer papieren boeken te kopen, om zo

de browsefunctie van de open opstelling in stand te houden. Over het algemeen zijn ze

tevreden over de e-books die door de UBU beschikbaar zijn gesteld. Alleen als ze langer

moeten lezen, bijvoorbeeld in het geval van lijvige handboeken, willen ze graag de

papieren versie van een boek.

Dat studenten veel minder gebruik maken van de open opstelling wordt door de

medewerkers van REBO op twee manieren verklaard. Allereerst wordt er door studenten,

net als door medewerkers, intensief gebruik gemaakt van digitaal materiaal. E-books

worden binnen REBO als heel aantrekkelijk ervaren, onder meer vanwege de

doorzoekbaarheid ervan. Veel docenten schrijven daarnaast juist ook digitaal materiaal

voor in het onderwijs, omdat door de gegarandeerde beschikbaarheid ervan docenten

hogere eisen kunnen stellen aan studenten. Ten tweede wordt veel van de literatuur die

studenten gebruiken voorgeschreven. Sterker nog, veel BA-studenten maken louter

gebruik van publicaties die hen door docenten worden aangedragen en die veelal in

databanken zijn opgenomen. Hierdoor maken zij nauwelijks gebruik van de open

opstelling om op zoek te gaan naar literatuur.173

Figuur 54: what do you do if you browse the library bookshelves? Answer: search for specific books

(REBO, weergegeven in percentages, N=129).

De verschillen tussen medewerkers en studenten REBO zijn ook zichtbaar in de manier

waarop ze de open opstelling gebruiken. Van alle vormen van informatie die zij in de

open opstelling kunnen vinden, komt het zoeken van een specifiek boek onder zowel

studenten als medewerkers het vaakst voor. BA-studenten doet dat opvallend minder

vaak dan MA-studenten en medewerkers. Een groot deel van hen (44%) doet dat zelfs

zelden tot nooit (zie: figuur 54). Eenzelfde beeld komt naar voren als wordt gekeken

173

Helaas was van de samenstelling van deze focusgroep REBO beperkt, waardoor de uitkomsten slechts

beperkt representatief voor de studenten en medewerkers van deze faculteit zijn.

Page 98: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

97

naar wie er op zoek gaan naar specifieke tijdschriften en recente literatuur, of wie er in

de open opstelling op onderwerp zoekt. Globaal gezien doet een meerderheid van de BA-

studenten dat zelden tot nooit en zegt iets minder dan de helft van de medewerkers dat

frequent tot altijd te doen. De MA-studenten zitten er qua gebruik tussen. Het gebruik

maken van materiaal dat niet-uitleenbaar is, komt overigens onder zowel studenten als

medewerkers het minst vaak voor.

Gezien het uiteenlopende gebruik van de open opstelling is het niet verrassend dat

binnen REBO de open opstelling als bron van informatie wisselend gewaardeerd wordt.

Ongeveer de helft van de BA-studenten is het er (sterk) mee eens dat de open opstelling

voor hun een belangrijke bron van informatie is. Bij MA-studenten is dat 70% en bij

medewerkers zelfs 100%. Dat wil niet zeggen dat een deel van de BA-studenten meent

dat de open opstelling geen waardevolle functie heeft in het gebouw. Vrijwel alle

studenten vinden, net als medewerkers overigens, dat de open opstelling een

intellectueel stimulerende omgeving is, waar prettig gestudeerd kan worden, vooral door

de rust die het creëert.

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR

Gezien de voortschrijdende digitalisering van de collectie, de daling van het aantal

papieren publicaties dat wordt aangeschaft en het gegeven dat vooral studenten van

REBO gemiddeld minder zijn gaan lenen, doet vermoeden dat de open opstelling in de

toekomst minder gebruikt zal worden. Maar er zijn ook redenen om aan te nemen dat

binnen REBO deze ontwikkelingen afgeremd zullen worden.

AANSCHAF VAN PAPIEREN BOEKEN

Voor REBO was het aantal papieren boeken dat werd aangeschaft tot 2010 vrij stabiel,

maar het neemt de laatste jaren sterk af. De vraag is hoe deze trend zich zal

voortzetten. In figuur 55 staan drie lijnen waarbij met ingang van 2015 jaarlijks het

gemiddelde is genomen van respectievelijk de 10, 5 en 3 jaar daarvoor. In alle gevallen

zal het aantal nieuwe papieren boeken voor de collectie de komende tien jaar steeds

verder afnemen, maar als wordt uitgegaan van de meest recente jaren vlakt de tendens

het meeste af.

Er zijn ook argumenten die ervoor pleiten dat deze ontwikkeling zal afvlakken. Ten

eerste zullen naar verwachting budgettaire redenen er minder voor zorgen dat er

noodgedwongen minder papieren publicaties worden gekocht. Als gezegd is de sterk

dalende trend in de aanschaf van het aantal papieren boeken in de afgelopen jaren

vooral ook het gevolg van het feit dat het budget van REBO is gekrompen, wat vooral

ook ten koste is gegaan van de aanschaf van papieren publicaties. De verwachting is dat

het budget dat voor REBO beschikbaar is de komende jaren min of meer gelijk zal

blijven en met de inflatiecorrectie zal stijgen. Hoewel daardoor naar verwachting het

grootste deel van dit budget naar digitaal materiaal zal blijven gaan, in het bijzonder

naar databases, ligt het niet voor de hand dat om budgettaire redenen er minder aan

papieren boeken besteed zal hoeven worden. Wel zal vermoedelijk, mede ook gezien de

tevredenheid binnen REBO over het digitale materiaal, een steeds groter deel van dit

boekenbudget naar e-books gaan.

Page 99: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

98

Figuur 55: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in de aanschaf van papieren boeken voor REBO.

Ten tweede zal de beschikbaarheid van e-books binnen REBO vermoedelijk slechts

geleidelijk toenemen. Bij de toekomstige acquisitie zal meespelen dat ongeveer de helft

van de titels die voor de collectie REBO worden gekocht niet-Engelstalig is. Dit geldt

vooral voor Nederlands Recht, ook in de toekomst een belangrijke discipline binnen

REBO. Dat betekent dat er de komende jaren nog veel publicaties aangeschaft zullen

worden die zijn geschreven in het Nederlands, een taalgebied waarin de opkomst van

het e-book relatief traag gaat. Daarnaast speelt mee dat de vraag is hoe aantrekkelijk de

e-books zijn die worden uitgegeven. Zeker ook binnen bijvoorbeeld Rechten zullen

publicaties die voor de vele rechtenstudenten interessant zijn vooralsnog vaak alleen

tegen een hele hoge prijs digitaal beschikbaar zijn. Bovendien bieden de Nederlandse

juridische uitgevers hun e-books in veel gevallen (nog) niet aan via (betaalbare)

platforms, waardoor de e-books vaak één gelijktijdige gebruiker hebben. Hierdoor ligt

het in de lijn der verwachting dat er de komende tien jaar weliswaar steeds minder

papieren boeken aan de open opstelling worden toegevoegd, maar ook dat de sterk

dalende trend van de afgelopen jaren zal afvlakken doordat veel boeken al dan niet

noodgedwongen in papieren vorm door de UBU gekocht worden.

GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

Het gegeven dat er (geleidelijk aan) minder papieren boeken aan de open opstelling van

REBO worden toegevoegd, zal ongetwijfeld effect hebben op het gebruik ervan. Dat dit

effect al gaande is, blijkt uit figuur 56. Hierin staan drie lijnen, waarbij met ingang van

2015 jaarlijks het gemiddelde is genomen van het aantal uitleningen van respectievelijk

9, 5 en 3 jaar daarvoor.174 Ook hier is er sprake van een dalende trend, die afvlakt als

men uitgaat van de recente jaren. Hierbij moet er vooral ook rekening mee worden

gehouden dat de open opstelling voor REBO op dit moment relatief goed gebruikt wordt

– sterker nog, het beste van alle faculteiten. Bovendien lenen studenten en

medewerkers van REBO ook veel oudere titels. Vanwege commentaren op wetgeving en

jurisprudentie ‘verouderen’ de juridische boeken niet zo snel: tot 10 jaar na publicatie

174

Omdat voor het jaar 2005 geen leengegevens beschikbaar zijn, is het gemiddelde van de afgelopen 9 (in

plaats van 10) jaar genomen.

Page 100: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

99

worden papieren boeken uit de open opstelling relatief goed gebruikt, maar ook daarna

blijven in vergelijking met veel andere faculteiten de titels lang gebruikt worden. Dit doet

vermoeden dat in 2025 het aantal uitleningen uit de open opstelling REBO weliswaar

lager zal liggen dan nu, maar ook dat er nog veel titels in zullen staan die voor

studenten en medewerkers relevant zijn.

Figuur 56: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het aantal uitleningen uit de open opstelling

REBO.

Page 101: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

100

COLLECTIES VAN DE FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN

Voornaamste bevindingen:

De laatste tien jaar krimpt de omvang van de open opstelling Sociale Wetenschappen en

wordt er een steeds kleiner deel van het budget van de faculteit aan papieren publicaties

besteed. Vermoedelijk zal het aantal papieren boeken dat aan de open opstelling wordt

toegevoegd langzaam afnemen. Maar er moet rekening mee worden gehouden dat een

aanzienlijk deel van de papieren publicaties voor Sociale Wetenschappen Nederlandstalig

is, waarbij het vaak om studiemateriaal gaat. Het is de vraag hoe lang het zal duren

voordat in dit taalgebied alle boeken in elektronische vorm beschikbaar zullen zijn.

Bovendien is studiemateriaal vaak alleen tegen een hoge prijs digitaal beschikbaar. Het

is niet onwaarschijnlijk dat er in de toekomst nog steeds boeken in papieren vorm

aangekocht (moeten) worden voor de collectie, maar dat aantal zal vermoedelijk klein

zijn.

Het gebruik van de open opstelling Sociale Wetenschappen is in vergelijking met die van

andere faculteiten gemiddeld, maar neemt de laatste jaren sterk af. Relatief gezien

worden de titels in de open opstelling minder gebruikt en ook de sociale wetenschappers

zelf zijn gemiddeld minder papieren boeken gaan lenen. Voor een belangrijk deel komt

dat doordat zij steeds meer digitale literatuur zijn gaan raadplegen. De open opstelling is

daarbij voor hen als bron van informatie steeds minder interessant geworden. Hierbij

spelen ook andere factoren een rol. Medewerkers geven bijvoorbeeld aan graag papieren

publicaties te gebruiken, maar vinden dat de open opstelling te ver van hun werkplek

staat, de literatuur die erin staat verouderd is en de UBU vooral te ervaren als het

domein van studenten. Studenten op hun beurt bezoeken wel vaak de UBU, maar

zeggen überhaupt weinig boeken (en vooral digitale tijdschriften) te lezen en daarom

geen reden te zien om de open opstelling te raadplegen. Als deze trend zich voortzet dan

heeft de open opstelling voor Sociale Wetenschappen in de toekomst alleen nog een

functie voor studenten, om voor hen een inspirerende omgeving te creëren waar rustig

kan worden gestudeerd.

Binnen de Sociale Wetenschappen zijn er grote verschillen tussen disciplines. Deze

verschillen zijn geen onderwerp van onderzoek geweest. De hiernavolgende observaties

zijn vooral gebaseerd op de periode 2005-2014 en gaan over de Sociale Wetenschappen

als geheel.

DE SAMENSTELLING VAN DE OPEN OPSTELLING

Het grootste deel van het budget voor Sociale Wetenschappen gaat naar digitaal

materiaal. Ongeveer een derde van het acquisitiebudget gaat naar boeken, maar het

grootste deel daarvan is bestemd voor e-books (figuur 57). In 2014 werd er op een

totaal van €191.432,- voor €10.585,- aan papieren boeken gekocht en voor €49.299,-

aan e-books. Daarnaast werd in dat jaar aan papieren tijdschriften €5.657 uitgegeven.

Wat betreft deze uitgaven aan papieren materiaal past de collectie Sociale

Wetenschappen in het UBU-brede beeld dat er steeds een groter deel van het budget

naar digitale content (e-journals, e-books en databases) gaat.175 NB. De daling van

uitgaven in het facultaire budget van Sociale Wetenschappen in 2011 is te verklaren uit

175

De toename van de uitgave aan databases in 2014 wordt verklaard doordat in dat jaar PsycArticles is

afgeboekt onder databases, terwijl deze in andere jaren onder digitale tijdschriften stonden geboekt.

Page 102: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

101

de overheveling van het budget voor de Big Deals. Sindsdien stijgt het facultaire budget

jaarlijks met een prijsindicatie van 6%.176

Figuur 57: gerealiseerde uitgaven voor Sociale Wetenschappen per materiaalsoort, in de periode

2007-2014.

De papieren boeken die voor Sociale Wetenschappen worden gekocht, worden over het

algemeen geplaatst in de open opstelling. Deze staat sinds 2004 in de UB Uithof en nam

in 2014 minder dan 8% van de totale open opstelling van de UBU in beslag. Het aantal

banden in de open opstelling Sociale Wetenschappen is de afgelopen tien jaar met 52%

gedaald, van 116.830 in 2005 naar 56.062 in 2014. Ook het aantal beschikbare

boekenplanken nam af, in de periode 2009-2014 met 24%, tot 2.263 meter. Omdat

echter het aantal banden in de open opstelling Sociale Wetenschappen harder daalde

dan het aantal beschikbare meters, zijn de boekenplanken in deze open opstelling

geleidelijk leger geworden: van 32 banden per meter in 2009 naar 25 banden in 2014.

Daarmee was in 2014 de bezettingsgraad van de open opstelling Sociale Wetenschappen

de laagste van alle faculteiten binnen de UBU.

De kasten in de open opstelling Sociale Wetenschappen werden leger doordat er veel

ouder materiaal naar het depot werd verplaatst en er ondertussen steeds minder nieuwe

titels werden gekocht om deze ruimte op te vullen. Zo is het aantal papieren

abonnementen op tijdschriften en boeken teruggelopen, van 174 in 2008 tot 54 in 2014.

Zeker tijdschriften die digitaal beschikbaar zijn, worden alleen in nog elektronische vorm

aangeschaft, maar ook zijn er een flink aantal abonnementen opgezegd. Vooral ook

worden er de afgelopen jaren steeds minder papieren boeken gekocht voor de collectie

Sociale Wetenschappen. Aanvankelijk liep vanaf 2005 het aantal juist op, met een grote

piek in 2008 (846 titels), maar daarna is er sprake van een dalende trend: van 256 in

2009 naar 158 in 2014.

176

Het UU Big Deals-budget valt onder de verantwoordelijkheid van het College van Bestuur en wordt vooral

gebruikt voor licenties op grote digitale tijdschriftenpakketten bij uitgevers als Taylor&Francis, Elsevier en

Springer.

Page 103: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

102

Opmerkelijk genoeg vlakt de laatste jaren de dalende trend van het aantal aangeschafte

titels in papieren vorm af. Dit komt deels doordat een deel van de publicaties niet als

(aantrekkelijk) e-book beschikbaar is. Dit hangt samen met het feit dat een vrij groot

deel van de literatuur die voor deze collectie wordt aangeschaft Nederlandstalig is, een

taalgebied waarin de opkomst van het e-book minder snel gaat dan in het Engels. In

2014 was ongeveer 65% van de papieren boeken die voor Sociale Wetenschappen werd

aangeschaft Engelstalig (115 titels). Daarnaast werden er 60 Nederlandstalige en 2

Duitstalige papieren boeken gekocht. Al met staan in de open opstelling voor Sociale

Wetenschappen voornamelijk publicaties uitgegeven na 1945, met een duidelijke piek

voor de periode 1985-1997. Vooral voor de publicatiejaren vanaf 2010 loopt het aantal

banden in open opstelling sterk terug, omdat sinds die tijd e-books worden gekocht.

GEBRUIK VAN DE PAPIEREN COLLECTIE

Zoals voor alle collecties in de UBU geldt, loopt het aantal uitleningen van banden uit de

open opstelling Sociale Wetenschappen terug: van 21.728 in 2006 naar 7.258 in 2014,

een afname van maar liefst 67%. Voor een deel komt dat doordat er minder titels in de

open opstelling zijn komen te staan. Maar ook relatief worden de publicaties in de open

opstelling Sociale Wetenschappen minder geleend, zeker na 2011. Was het aantal

uitleningen als percentage van het totaal aantal banden in de open opstelling in 2006

nog 20%, in 2014 was dit gezakt naar 13%. Op vergelijkbare wijze daalde ook het

aantal uitleningen per meter boekenplank, van 5,4 in 2010 naar 3,2 in 2014. Het

relatieve gebruik van de uitleenbare titels open opstelling Sociale Wetenschappen was

gemiddeld, dat wil zeggen duidelijk meer dan Bètawetenschappen (5%),

Diergeneeskunde (6%) en Geowetenschappen (8%), maar ook duidelijk minder dan

Geneeskunde en Geesteswetenschappen (beide 18%) en REBO (19%).177

LEENGEDRAG VAN SOCIALE WETENSCHAPPERS

Hoewel de open opstelling Sociale Wetenschappen door meer dan alleen sociale

wetenschappers wordt gebruikt, vormen de medewerkers en studenten van deze

faculteit wel de voornaamste doelgroep. In dat opzicht is interessant dat in lijn met de

dalende trend van het totale aantal uitleningen uit de open opstelling, ook het gemiddeld

aantal uitleningen door studenten Sociale Wetenschappen daalde. Maar vooral ook

medewerkers van deze faculteit zijn minder gaan lenen (zie figuur 58).178 Het

percentage sociale wetenschappers dat jaarlijks minimaal een papieren band leende, lag

rond de 40%, wat gemiddeld was ten opzichte van de andere faculteiten. In vergelijking

met andere faculteiten leenden de sociale wetenschappers echter weinig, vergelijkbaar

met de studenten van Diergeneeskunde en Geneeskunde.

177

Het percentage niet-uitleenbare werken in de open opstelling Sociale Wetenschappen bedraagt 8% en is

daarmee lager dan in de meeste andere collecties. 178

Daarbij zijn Sociale Wetenschappers minder gaan lenen uit zowel de open opstelling als uit het depot.

Page 104: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

103

Figuur 58: gemiddeld aantal uitleningen per student en medewerker Sociale Wetenschappen, in de

periode 2010-2014.

Dat het aantal uitleningen van papieren boeken onder sociale wetenschappers laag is en

daalt, hangt samen met het feit dat een steeds groter deel van het nieuwe materiaal

digitaal beschikbaar is. Bovendien worden studenten vooral gestimuleerd om artikelen te

gebruiken. Toch lenen sociale wetenschappers ook nog behoorlijk veel oudere

publicaties, boeken die alleen in papieren vorm beschikbaar zijn. Gekeken naar het

aantal uitleningen in 2014, uitgesplitst op publicatiejaar, valt op dat ruim de helft van de

papieren boeken die aan sociale wetenschappers zijn uitgeleend, gepubliceerd zijn na

1998, de andere (iets minder grote helft) is van daarvoor.

GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

Gekeken naar wat sociale wetenschappers doen als zij de UBU bezoeken en welke rol de

open opstelling daarbij speelt, valt vooral op dat er een grote tegenstelling is tussen

studenten en medewerkers. Het overgrote deel van de studenten van deze faculteit die

naar de UBU (vooral de locatie op De Uithof) gaat, doet dat tweemaal per week of vaker.

De meeste medewerkers van Sociale Wetenschappen komen er slechts eenmaal per

maand of zelfs nooit. Studenten komen er vooral om gebruik te maken van een

studieplek, maar ook om samen te werken of online literatuur te raadplegen.

Medewerkers doen dit verhoudingsgewijs veel minder (of zelfs nooit). Daarnaast geeft

ongeveer 80% van de studenten aan in de UBU zelden of zelfs nooit literatuur te zoeken

of te lezen die afkomstig is uit de open opstelling. Van de medewerkers zegt 34% dat

regelmatig of zelfs altijd te doen als zij de bibliotheek bezoeken.179 Al met al gaat slechts

een minderheid van de sociale wetenschappers naar de UBU om de open opstelling te

raadplegen (zie: figuur 59).

179

Onder zowel studenten als medewerkers loopt het gebruik van bibliotheekdiensten als printen en kopiëren

erg uiteen (van altijd tot nooit).

Page 105: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

104

Figuur 59: what do you do when you visit the University Library? Answer: search or read literature

from the bookshelves (Sociale Wetenschappen, weergegeven in percentages, N=181).

Figuur 60: what do you do if you browse the library bookshelves? Answer: search for specific

books(Sociale Wetenschappen, weergegeven in percentages, N=170).

Gezien het beperkte gebruik van de open opstelling is het opmerkelijk dat zowel

studenten als medewerkers aangeven dat als ze literatuur intensief bestuderen ze over

het algemeen een voorkeur hebben voor papier. Dat veel van de recente literatuur

digitaal beschikbaar is, is prima zolang er een optie is om het te printen. Om literatuur in

handen te krijgen wordt de open opstelling niet als goed alternatief gezien. Het browsen

langs de kasten in de UBU wordt weliswaar gemist - omdat serendipiteit bij het gebruik

van digitale zoeksystemen veel minder is, doordat er snel te gericht gezocht moet

worden – maar is geen reden om regelmatig naar de bibliotheek te komen.

Medewerkers vinden dat de afstand tot hun werkplek te groot is en vinden dat het

aanbod in de UBU niet actueel genoeg is. Veel papieren boeken worden door hen zelf

aangeschaft of geleend van collega’s. Bovendien zien veel medewerkers de UBU vooral

als het domein van studenten. Op hun beurt geven studenten aan nauwelijks meer de

tijd te nemen om een boek te lezen. Ook in het onderwijs wordt het gebruik van boeken

volgens hen nauwelijks gestimuleerd. Er is dus voor hen nauwelijks reden de open

Page 106: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

105

opstelling te raadplegen. Bovendien neemt het belang van het boek binnen de Sociale

Wetenschappen af: de meest actuele informatie staat vooral in artikelen.

De sociale wetenschappers die de open opstelling wel gebruiken, doen dat over het

algemeen om op zoek te gaan naar specifieke boeken – al neemt dit type gebruik vooral

toe naarmate de gebruiker in academisch opzicht meer senior wordt (zie figuur 60).

Daarnaast zegt ongeveer een derde deel van de sociale wetenschappers die de open

opstelling gebruiken er frequent tot altijd te zoeken op onderwerp. Bovendien geeft een

deel van de medewerkers (31%) aan nog vaak papieren tijdschriften uit de open

opstelling te raadplegen of er op zoek te gaan naar recente literatuur, al is de groep

studenten en medewerkers die zegt dat nooit te doen veel groter. Materiaal dat niet-

uitleenbaar is wordt nóg minder gebruikt.

Binnen de Sociale Wetenschappen wordt de open opstelling als bron van informatie

verschillend gewaardeerd. Vooral medewerkers, maar ook veel studenten, geven aan het

(sterk) eens te zijn met de stelling dat voor hen de papieren boeken in de boekenkasten

van de UBU een belangrijke bron van informatie zijn. Maar ruim een derde van de

medewerkers en ruim de helft van de studenten twijfelt of ze het hiermee eens zijn of

zijn het er zelfs (sterk) mee oneens. Sociale wetenschappers zien de open opstelling

vooral als een intellectueel stimulerende omgeving, waar prettig gestudeerd kan worden.

Ruim tachtig procent van hen is het hiermee (sterk) eens. Ook als de papieren boeken

minder gebruikt worden, hebben ze wel meerwaarde in de bibliotheek: ze stralen

volgens hen autoriteit uit, ze geven je het idee omringd te zijn door kennis en ze creëren

stilte.

VERWACHTINGEN KOMENDE TIEN JAAR

Gezien de kleine hoeveelheid papieren publicaties die nog aangeschaft worden en het feit

dat de meeste sociale wetenschappers nog slechts weinig papieren boeken lenen, is de

verwachting dat de open opstelling Sociale Wetenschappen steeds minder gebruikt zal

worden.

AANSCHAF VAN PAPIEREN BOEKEN

De afgelopen tien jaar heeft het aantal papieren boeken dat voor Sociale Wetenschappen

is aangeschaft erg gevarieerd. De laatste jaren neemt het geleidelijk af. De vraag is hoe

deze trend zich zal voortzetten. In figuur 61 staan drie lijnen waarbij met ingang van

2015 jaarlijks het gemiddelde is genomen van respectievelijk de 10, 5 en 3 jaar

daarvoor. De enorme piek in het aantal gekochte papieren in 2008 vertekent het

tienjarig gemiddelde. In alle gevallen zal echter het aantal nieuwe papieren boeken voor

de collectie de komende tien jaar steeds verder afnemen, maar als wordt uitgegaan van

de meest recente jaren vlakt de tendens het meeste af.

Er zijn een aantal redenen om aan te nemen dat de aanschaf van papieren publicaties

weliswaar zal dalen, maar dat deze ontwikkeling ook zal afvlakken. De laatste jaren zijn

de uitgaven aan papier (bij zowel tijdschriften als boeken) niet meer sterk gedaald.

Daarbij speelt mee dat ongeveer een derde deel van de titels die voor de collectie

Sociale Wetenschappen worden gekocht Nederlandstalig is. Binnen dit taalgebied loopt

de beschikbaarheid van e-books achter op het Engelstalige taalgebied, al is de

verwachting dat dit de komende tien jaar zal rechttrekken. Uitgevers denken dat rond

Page 107: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

106

2025 alle boeken zowel in papieren als digitale vorm beschikbaar zullen zijn. De vraag is

hoe aantrekkelijk deze publicaties in digitale vorm zullen zijn, zeker als het gaat om

onderwijsmateriaal dat gebruikt gaat worden voor de grootschalige cursussen binnen

Sociale Wetenschappen. Het is niet ondenkbaar dat uitgevers voor dergelijke e-books

zo’n hoge prijs zullen vragen dat de papieren variant aantrekkelijker is om te kopen.

Ondanks deze kanttekeningen zullen er jaarlijks vermoedelijk nog maar weinig papieren

titels aan de open opstelling toegevoegd worden.

Figuur 61: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in de aanschaf van papieren boeken voor Sociale

Wetenschappen.

GEBRUIK VAN DE OPEN OPSTELLING

Het feit dat een steeds groter deel van de literatuur digitaal beschikbaar zal komen en de

open opstelling dus zal verouderen, zal ongetwijfeld een versterkend negatief effect

hebben op het gebruik van de open opstelling. Een indicatie dat dit effect al gaande is,

blijkt uit de trendlijnen in het aantal uitleningen van de open opstelling Sociale

Wetenschappen zoals deze in figuur 62 zijn weergegeven, waarbij met ingang van 2015

jaarlijks het gemiddelde is genomen van het aantal uitleningen van respectievelijk 9, 5

en 3 jaar daarvoor. Net als bij het aantal gekochte papieren boeken is er sprake van een

dalende trend, die afvlakt als wordt uitgegaan van de recente jaren.

Page 108: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

107

Figuur 62: mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het aantal uitleningen uit de open opstelling

Sociale Wetenschappen.

Een deel van de papieren boeken die nu in de open opstelling staan, zal over tien jaar

nog altijd relevant zijn en dus waarschijnlijk ook gebruikt worden, maar dat aantal zal

laag zijn. De studenten en medewerkers van Sociale Wetenschappen gebruiken

weliswaar vooral recente literatuur, maar ook oudere boeken. Een deel van de titels die

nu in de open opstelling staan, zal over tien jaar nog geleend worden, maar vooral ook

zullen veel van de huidige titels dan niet of nauwelijks meer gebruikt zullen worden.

Doordat er steeds minder titels bij komen, mag verwacht worden dat zowel bij studenten

als medewerkers het gemiddeld aantal uitleningen jaarlijks verder zal dalen en in 2025

de open opstelling Sociale Wetenschappen nauwelijks nog gebruikt zal worden.

Page 109: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

108

LITERATUURLIJST

Aaltonen, M., Mannonen, P., Nieminen, S., & Nieminen, M. (2011). Usability and compatibility of e-book readers in an academic environment: A collaborative study. IFLA Journal, 37(1), 16–27. http://doi.org/10.1177/0340035210396775

Acadia, S. (2015). Books Be Gone! Reducing an Academic Library’s Print Collection by Half to Meet Strategic Planning Initiatives and Participate in a Joint Library Resource-Sharing Facility. Journal of Library Administration, 56(2), 144–157. http://doi.org/10.1080/01930826.2015.1105668

Ahmad, P., Brogan, M., & Johnstone, M. N. (2014). The E-book Power User in Academic and Research Libraries: Deep Log Analysis and User Customisation. Australian Academic & Research Libraries, 45(1), 35–47. Retrieved from http://search.proquest.com/docview/1541990424?accountid=14772

Anderson, C., & Pham, J. (2013). Practical overlap: The possibility of replacing print books with e-books. Australian Academic & Research Libraries, 44(1), 40–49. http://doi.org/10.1080/00048623.2013.773866

Anderson, R. (2011a). Collections 2021: the future of the library collection is not a collection. Serials: The Journal for the Serials Community, 24(3), 211–215. http://doi.org/10.1629/24211

Anderson, R. (2011b). The Crisis in Research Librarianship. Journal of Academic Librarianship, 37(4), 289–290.

Andrews, C., Wright, S. E., & Raskin, H. (2015). Library Learning Spaces: Investigating Libraries and Investing in Student Feedback. Journal of Library Administration, 1–26. http://doi.org/10.1080/01930826.2015.1105556

Arlitsch, K. (2011). The Espresso Book Machine: a change agent for libraries. Library Hi Tech, 29(1), 62–72. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.1108/07378831111116903

Ashokbhai Bhatt, A. (2014). Information needs, perceptions and quests of law faculty in the digital era. The Electronic Library, 32(5), 659–669. http://doi.org/10.1108/EL-11-2012-0152

Bailey, T. P., Scott, A. L., & Best, R. D. (2015). Cost Differentials between E-Books and Print in Academic Libraries. College & Research Libraries, 76(1), 6–18. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.5860/crl.76.1.6

Bailin, K. (2011). Changes in academic library space: A case study at the University of New South Wales. Australian Academic and Research Libraries, 42(4), 342–359.

Ball, R., & Hourcade, J. P. (2011). Rethinking Reading for Age From Paper and Computers. International Journal of Human-Computer Interaction, 27(11), 1066–1082. http://doi.org/10.1080/10447318.2011.555319

Barclay, D. . (2010). The Myth of Browsing. American Libraries, 41(6), 52–54. Retrieved from http://americanlibrariesmagazine.org/2010/05/19/the-myth-of-browsing/

Barsky, E., Dooley, S. J., Mawhinney, T., Peterson, Z., & Spence, M. (2013). Influence of discovery search tools on science and engineering e-books usage. In ASEE Annual Conference and Exposition, Conference Proceedings. Retrieved from http://www.scopus.com/inward/record.url?eid=2-s2.0-84884330285&partnerID=tZOtx3y1

Beard, C., & Bawden, D. (2012). University libraries and the postgraduate student:

Page 110: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

109

physical and virtual spaces. New Library World, 113(9/10), 439–447. http://doi.org/10.1108/03074801211273911

Beard, J., & Dale, P. (2010). Library design, learning spaces and academic literacy. New Library World, 111(11/12), 480–492. http://doi.org/10.1108/03074801011094859

Belefant-Miller, H., & King, D. W. (2000). How, What, and Why Science Faculty Read. Science & Technology Libraries, 19(2), 91–112. http://doi.org/10.1300/J122v19n02_08

Bierman, J., Ortega, L., & Rupp-Serrano, K. (2010). E-book Usage in Pure and Applied Sciences. Science & Technology Libraries, 29(1-2), 69–91. http://doi.org/10.1080/01942620903579393

Bird, R. (2015). Libraries - The value of just in case, not just in time. SLAW. Retrieved from http://www.slaw.ca/2015/07/29/libraries-the-value-of-just-in-case-not-just-in-time/

Borchert, M., Hunter, A., Macdonald, D., & Tittel, C. (n.d.). A study on student and staff awareness, acceptance and usage of e-books at two Queensland universities. Information Online 2009, 14th ALIA Exhibition and Conference, 20-22 Jan 2009, Sydney, Australia. Retrieved from http://eprints.usq.edu.au/4876/

Bradford, J. T. (2005). What’s coming off the shelves? A reference use study analyzing print reference sources used in a University Library. Journal of Academic Librarianship, 31(6), 546–558.

Calvert, K. (2015). Maximizing Academic Library Collections: Measuring Changes in Use Patterns Owing to EBSCO Discovery Service. College & Research Libraries, 76(1), 81–99. http://doi.org/10.5860/crl.76.1.81

Cha, S. H., & Kim, T. W. (2015). What matters for students’ use of physical library space? Journal of Academic Librarianship, 41(3), 274–279.

Chrzastowski, T. E. (2015). E-book Use and Value in the Humanities: Scholars’ Practices and Expectations. Library Resources & Technical Services, 59(4). Retrieved from https://journals.ala.org/lrts/article/view/5784/7248

Corlett-Rivera, K., & Hackman, T. (2014). E-Book Use and Attitudes in the Humanities, Social Sciences, and Education. Portal: Libraries and the Academy, 14(2), 255–286. http://doi.org/10.1353/pla.2014.0008

Costello, B. K. (2014). Does Book Subject Influence Format Preference? Survey Results From a Sample of Graduate Business School Students, Staff, and Faculty. Journal of Business & Finance Librarianship, 19(4), 319–332. http://doi.org/10.1080/08963568.2014.946375

Dahl, C. (2013). PDA and the humanities. The Electronic Library, 31(6), 745–752. http://doi.org/10.1108/EL-05-2012-0051

De Oliveira, S. (2012). E-textbooks usage by students at Andrews University: A study of attitudes, perceptions, and behaviors. Library Management, 33(8-9), 536–560. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.1108/01435121211279894

Dewan, P. (2012). Are books becoming extinct in academic libraries? New Library World, 113(1/2), 27–37. http://doi.org/10.1108/03074801211199022

Dinkins, D., Kirkland, L. N., & Wald, J. P. (2014). An uneasy but powerful alliance: Faculty use of e-books. International Journal of the Book, 11(3), 11–25. Retrieved from http://www.scopus.com/inward/record.url?eid=2-s2.0-

Page 111: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

110

84946179438&partnerID=tZOtx3y1

Durant, D. M. (2015). The future of Reading in Academic Libraries. Libraries and the Academy, 15(1), 5–27. Retrieved from DOI: 10.1353/pla.2015.0013

Dyson, M. C., & Haselgrove, M. (2000). The effects of reading speed and reading patterns on the understanding of text read from screen. Journal of Research in Reading, 23(2), 210. Retrieved from http://search.ebscohost.com/login.aspx?direct=true&db=aph&AN=10452915&site=ehost-live

Estelle, L., & Milloy, C. (2009). JISC national e-books observatory: initial findings from the project and how we might use them. Serials: The Journal for the Serials Community, 22(2), 104–107. http://doi.org/10.1629/22104

Ferris, K., & Buck, T. H. (2014). An Ethos of Access: How a Small Academic Library Transformed Its Collection-Building Processes. Collection Management, 39(2-3), 127–144. http://doi.org/10.1080/01462679.2014.900732

Foote, J. B., & Rupp-Serrano, K. (2010). Exploring E-book Usage Among Faculty and Graduate Students in the Geosciences: Results of a Small Survey and Focus Group Approach. Science & Technology Libraries, 29(3), 216–234. http://doi.org/10.1080/0194262X.2010.497716

Ford, L., O’Hara, L. H., & Whiklo, J. (2009). Shelflessness as a Virtue: Preserving Serendipity in an Electronic Reference Collection. Journal of Electronic Resources Librarianship, 21(3), 251–262. http://doi.org/10.1080/19411260903466558

Freund, L., Kopak, R., & O’Brien, H. (2016). The effects of textual environment on reading comprehension: Implications for searching as learning. Journal of Information Science , 42 (1 ), 79–93. http://doi.org/10.1177/0165551515614472

Guthrie, K. M. (2012). Will books be different? Journal of Library Administration, 52, 353–369. Retrieved from http://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/01930826.2012.700805

Haapanen, M., Kultamaa, P., Ovaska, T., & Salmi, K. (2015). Reducing library space can promote the shift from storage of print-collections towards a learning-centre without limiting the access to information. Library Management, 36(8/9), 685–689. http://doi.org/10.1108/LM-06-2015-0051

Hahn, J. (2012). Mobile augmented reality applications for library services. New Library World, 113(9/10), 429–438. Retrieved from http://dx.doi.org/10.1108/03074801211273902

Hahn, J., & Zitron, L. (2011). How First-Year Students Navigate the Stacks. Reference & User Services Quarterly, 51(1), 28–35. http://doi.org/10.5860/rusq.51n1.28

Hall, M. M. (2014). Explore the stacks: A system for exploration in large digital libraries. In 2014 14th IEEE/ACM Joint Conference on Digital Libraries, JCDL 2014 (pp. 417–418). Institute of Electrical and Electronics Engineers Inc.

Heath, F. (2007). The Impact of Evolving Information-Seeking Behaviors Upon Research Libraries. Journal of Library Administration, 46(2), 3–16. http://doi.org/10.1300/J111v46n02_02

Hillesund, T. (2010). Digital reading spaces: How expert readers handle books, the Web and electronic paper abstract HTML. First Monday, 15(4). Retrieved from http://www.scopus.com/inward/record.url?eid=2-s2.0-77953566580&partnerID=tZOtx3y1

Page 112: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

111

Hinze, A., McKay, D., Vanderschantz, N., Timpany, C., & Cunningham, S. J. (2012). Book selection behavior in the physical library. In Proceedings of the 12th ACM/IEEE-CS joint conference on Digital Libraries - JCDL ’12 (p. 305). New York, New York, USA: ACM Press. http://doi.org/10.1145/2232817.2232874

Hunter Marshall, D. (2014). Digital collection development for unique users: a veterinary medicine library’s approach. Interlending & Document Supply, 42(4), 171–175. http://doi.org/10.1108/ILDS-09-2014-0041

Jacoby, B. E. (2013). Biz of Acq - Student Attitudes Toward Academic Use of eBooks. Against the Grain, 25(5), 62–64. Retrieved from http://search.proquest.com/docview/1650141819?accountid=14772

Jones, D. Y., McCandless, M., Kiblinger, K., Giles, K., & McCabe, J. (2011). Simple Marketing Techniques and Space Planning to Increase Circulation. Collection Management, 36(2), 107–118. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.1080/01462679.2011.553774

Kao, P., & Chen, K. (2011). A park in the library. New Library World, 112(1/2), 76–85. http://doi.org/10.1108/03074801111100472

Keller, M. A. (2011). The Future of Books, Research Libraries, and Scholarly Publishing: An Insider’s View TT - L'avenir des livres, des bibliotheques de recherche et de l'edition intellectuelle: speculations d'un praticien. Bulletin des Bibliotheques de France, 56(6), 6–26. Retrieved from http://search.proquest.com/docview/1010627688?accountid=14772

Kimball, R., Ives, G., & Jackson, K. (2010). Comparative Usage of Science E-book and Print Collections at Texas A&M University Libraries. Collection Management, 35(1), 15–28. Retrieved from http://search.proquest.com/docview/57740213?accountid=14772

Kleiner, E., Rädle, R., & Reiterer, H. (2013). Blended Shelf: Reality-based Presentation and Exploration of Library Collections. In CHI ’13 Extended Abstracts on Human Factors in Computing Systems (pp. 577–582).

Kleiner, E., & Schäfer, B. (2012). Augmented Shelf: Digital Enrichment of Library Shelves. In Mensch & Computer 2012 – Workshopband: interaktiv informiert – allgegenwärtig und allumfassend!? (pp. 541–544).

LaMagna, M., Hartman-Caverly, S., & Danowitz, E. S. (2015). Integrating e-Books into Academic Libraries: A Literature Review. Internet Reference Services Quarterly, 20(1-2), 19–32. http://doi.org/10.1080/10875301.2015.1049396

Lamothe, A. R. (2010). Electronic Book Usage Patterns as Observed at an Academic Library: Searches and Viewings. The Canadian Journal of Library and Information Practices and Research, 5(1). Retrieved from https://journal.lib.uoguelph.ca/index.php/perj/article/view/1071#.Vq9byrIrKUk

Lamothe, A. R. (2013). Comparing usage between selective and bundled e-monograph purchases. Collection Building, 32(3), 116–121. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.1108/CB-03-2013-006

Li, R., & Klippel, A. (2012). Wayfinding in Libraries: Can Problems Be Predicted? Journal of Map & Geography Libraries, 8(1), 21–38. http://doi.org/10.1080/15420353.2011.622456

Link, F. E. (2012). Are we there yet? An analysis of e-book equivalent coverage in highly-circulated titles at The College of New Jersey Library. Collection Building, 31(4), 132–135. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.1108/01604951211274034

Page 113: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

112

Link, F., Tosaka, Y., & Weng, C. (2012). Employing Usage Data to Plan for an E-book Collection: Strategies and Considerations. Library Resources & Technical Services, 56(4), 254–265. Retrieved from http://search.proquest.com/docview/1496969427?accountid=14772

Lippincott, S. K., Brooks, S., Harvey, A., Ruttenberg, J., Swindler, L., & Vickery, J. (2012). Librarian, Publisher, and Vendor Perspectives on Consortial E-Book Purchasing: The Experience of the TRLN Beyond Print Summit. Serials Review, 38(1), 3–11. http://doi.org/10.1016/j.serrev.2011.12.003

Lodge, D. (2015). 50:50 by 2020. The Australian Library Journal, 64(3), 165–167. Retrieved from doi:10.1080/00049670.2015.1041217

Lonsdale, R., & Armstrong, C. (2010). Promoting your e-books: lessons from the UK JISC National e-Book Observatory. Program: Electronic Library and Information Systems, 44(3), 185–206. http://doi.org/10.1108/00330331011064212

Lynema, E., Lown, C., & Woodbury, D. (2012). Virtual browse: Designing user-oriented services for discovery of related resources. Library Trends, 61(1), 218–233. Retrieved from http://www.scopus.com/inward/record.url?eid=2-s2.0-84866410124&partnerID=tZOtx3y1

Malpas, C. (2013, April). The state of scholarly e-books today and tomorrow. Retrieved from http://search.proquest.com/docview/1650141725?accountid=14772

Mangen, A., Walgermo, B. R., & Brønnick, K. (2013). Reading linear texts on paper versus computer screen: Effects on reading comprehension. International Journal of Educational Research, 58, 61–68. http://doi.org/10.1016/j.ijer.2012.12.002

Marques de Oliveira, S. (2012). E‐textbooks usage by students at Andrews University. Library Management, 33(8/9), 536–560. http://doi.org/10.1108/01435121211279894

Martin, K., & Quan-Haase, A. (2013). Are e-books replacing print books? Tradition, serendipity, and opportunity in the adoption and use of e-books for historical research and teaching. Journal of the American Society for Information Science and Technology, 64(5), 1016–1028.

Massis, B. E. (2011). “Serendipitous” browsing versus library space. New Library World, 112(3), 178–182.

McAdams, J. (2011). A library instead of a lab: Forging a space partnership in a new building. In ASEE Annual Conference and Exposition, Conference Proceedings. Retrieved from http://www.scopus.com/inward/record.url?eid=2-s2.0-80051890041&partnerID=tZOtx3y1

McKay, D., Hinze, A., Heese, R., Vanderschantz, N., Timpany, C., & Cunningham, S. J. (2012). Theory and Practice of Digital Libraries. (P. Zaphiris, G. Buchanan, E. Rasmussen, & F. Loizides, Eds.)Lecture Notes in Computer Science (including subseries Lecture Notes in Artificial Intelligence and Lecture Notes in Bioinformatics) (Vol. 7489). Berlin, Heidelberg: Springer Berlin Heidelberg. http://doi.org/10.1007/978-3-642-33290-6

McMullen, A. (2012). Judging books by their (lack of) covers. The Bottom Line, 25(2), 41–43. http://doi.org/10.1108/08880451211256324

Medeiros, N. (2010). Every (e)book its (e)reader: book collections at a crossroads. OCLC Systems & Services: International Digital Library Perspectives, 26(4), 229–231. http://doi.org/10.1108/10650751011087576

Page 114: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

113

Miller, R. E. (2015). Academic libraries should consider deselection of some electronic books. Evidence Based Library and Information Practice, 10(3), 93–95. Retrieved from http://www.scopus.com/inward/record.url?eid=2-s2.0-84947049374&partnerID=tZOtx3y1

Mincic-Obradovic, K. (2010). E-books in Academic Libraries. Jordon Hill: Elsevier Science. Retrieved from http://uunl.eblib.com.proxy.library.uu.nl/patron/FullRecord.aspx?p=1584470

Montgomery, S. E. (2014). Library Space Assessment: User Learning Behaviors in the Library. Journal of Academic Librarianship, 40(1), 70–75.

Moore, K. B. (2015). Are We There Yet? Moving to an E-Only Collection Development Policy for Books. The Serials Librarian, 68(1-4), 127–136. http://doi.org/10.1080/0361526X.2015.1016836

Myrberg, C.; Wiberg, N. (2015). Screen vs. paper: what is the difference for reading and learning? Insights, (2), 49–54. Retrieved from http://doi.org/10.1629/uksg.236

Nicholas, D., Rowlands, I., Clark, D., Huntington, P., Jamali, H. R., & OllE, C. (2008). UK scholarly e-book usage: a landmark survey. Aslib Proceedings, 60(4), 311–334. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.1108/00012530810887962

Outler, E. (2015). Mapping the Achieved Values of Legal Reference Books onto the Digital Future. Legal Reference Services Quarterly, 34(3), 177–195. http://doi.org/10.1080/0270319X.2015.1081006

Parks, B., & Geller, M. (2012). Books at JSTOR: An Interview with Bruce Heterick. Serials Review, 38(4), 262–265. Retrieved from http://search.proquest.com/docview/1541990477?accountid=14772

Paulus Jr, M. J. (2011). Reconceptualizing Academic Libraries and Archives in the Digital Age. Portal: Libraries and the Academy, 11(4), 939–952. Retrieved from http://search.proquest.com/docview/914764909?accountid=14772

Pennington, T. M. (2012). Third space: creating a library environment that opens doors for collaboration, value, and student achievement. Retrieved from http://centralspace.ucmo.edu/handle/10768/119

Peterson, E. (2008). Browsing the Virtual Stacks: Making Electronic Reference Tools More Visible to Users. Public Services Quarterly, 4(3), 261–268. Retrieved from http://search.proquest.com/docview/57680730?accountid=14772

Poe, F. (2011). UC Libraries Academic Ebook Usage Survey. Retrieved from http://www.scribd.com/doc/61482909/Academic-eBook-Usage-Survey

Porion, A., Aparicio, X., Megalakaki, O., Robert, A., & Baccino, T. (2016). The impact of paper-based versus computerized presentation on text comprehension and memorization. Computers in Human Behavior, 54, 569–576. http://doi.org/10.1016/j.chb.2015.08.002

Price, J., & McDonald, J. (2008). To Supersede or Supplement: Profiling E-book Aggregator Collections vs. Our Print Collections. In Paper presented at the XXVIII Annual Charleston Conference, Charleston, North Carolina. Retrieved from http://ccdl.libraries.claremont.edu/ cdm/singleitem/collection/lea/id/161

Proctor, J. (2013). Avoiding ebook “big deals”: alternatives to ebook backlists. New Library World, 114(7-8), 301–307. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.1108/NLW-02-2013-0018

Page 115: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

114

Rojeski, M. (2012). User perceptions of ebooks versus print books for class reserves in an academic library. Reference Services Review, 40(2), 228–241. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.1108/00907321211228291

Ross, J. (1983). Observations of browsing behaviour in an academic library. College and Research Libraries, 44(4). Retrieved from http://search.proquest.com/docview/57083075?accountid=14772

Rowlands, I., Nicholas, D., Jamali, H. R., & Huntington, P. (2007). What do faculty and students really think about e‐books? Aslib Proceedings, 59(6), 489–511. http://doi.org/10.1108/00012530710839588

Rupp-Serrano, K., & Robbins, S. (2013). Information-Seeking Habits of Education Faculty. College & Research Libraries, 74(2), 131–141. Retrieved from http://search.proquest.com/docview/1417518602?accountid=14772

Ryder, V. (2013, April). The state of scholarly e-books today and tomorrow. Retrieved from http://search.proquest.com/docview/1650140628?accountid=14772

Sackstein, S., Spark, L., & Jenkins, A. (2015). Are e-books effective tools for learning? Reading speed and comprehension: iPad®i vs. paper. South African Journal of Education, 35(4). http://doi.org/10.15700/saje.v35n4a1202

Schoonover, D., & Kinsley, K. M. (2014). Stories From the Stacks: Students Lost in the Labyrinth. Journal of Access Services, 11(3), 175–188.

Seger R. & Allen, L. (2015). STL: A Publisher’s Perspective. Against the Grain, 27(5), 28–30.

Sewell, B. B. (2013). A Bookless Library, Part I: Relocating Print Materials to Off-Site Storage. Journal of Access Services, 10(1), 43–50. http://doi.org/10.1080/15367967.2013.738392

Sharp, S., & Thompson, S. (2010). “Just in case” vs. “Just in time”: e‐book purchasing models. Serials: The Journal for the Serials Community, 23(3), 201–206. Retrieved from http://www.scopus.com/inward/record.url?eid=2-s2.0-78149375886&partnerID=tZOtx3y1

Simon, C. (2011). Just the Facts: An Examination of E-Book Usage by Business Students and Faculty. The Reference Librarian, 52(3), 263–273. http://doi.org/10.1080/02763877.2011.556561

Smit, A. (e. a. . (2011). UKB Beleidsplan 2011-2015, De wetenschappelijke bibliotheek op weg naar “the cloud.” Retrieved from https://www.ukb.nl/sites/ukb/files/docs/bp1115.pdf

Smith, D., Kinash, S., & Brand, J. (2013). Are the library shelves empty now that digital books have arrived? Education Technology Solutions, 54, 68–72. Retrieved from http://epublications.bond.edu.au/cgi/viewcontent.cgi?article=1048&context=tls

Smyth, S., & Carlin, A. P. (2012). Use and Perception of Ebooks in the University of Ulster: A Case Study. New Review of Academic Librarianship, 18(2), 176–205. http://doi.org/10.1080/13614533.2012.719851

Soetenhorst, W. (2014). Law Publishers in the Twenty-First Century: Part of the Problem or Part of the Solution? or The Need for a Paradigm Shift in Publishing for the Legal Education Market. Legal Information Management, 14, 74–79. Retrieved from http://journals.cambridge.org/action/displayAbstract?fromPage=online&aid=9202232&fileId=S1472669614000176

Page 116: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

115

Staiger, J. (2012). How E-books Are Used: A Literature Review of the E-book Studies Conducted from 2006 to 2011. Reference & User Services Quarterly, 51(4), 355–365. Retrieved from http://search.proquest.com/docview/1512200831?accountid=14772

Steele, C. (2008). Scholarly monograph publishing in the 21st century: The future more than ever should be an open book. Journal of Electronic Publishing, 11(2). Retrieved from http://www.scopus.com/inward/record.url?eid=2-s2.0-48749083473&partnerID=tZOtx3y1

Stempler, A. F. (2013). Navigating circular library stacks: a case study on signage. Reference Services Review, 41(3), 503–513. http://doi.org/10.1108/RSR-02-2013-0006

Stoop, J., Kreutzer, P., & G. Kircz, J. (2013). Reading and learning from screens versus print: a study in changing habits. New Library World, 114(9/10), 371–383. http://doi.org/10.1108/NLW-04-2013-0034

Stoop, J., Kreutzer, P., & Kircz, J. (2013). Reading and learning from screens versus print: a study in changing habits. New Library World, 114(7/8), 284–300. http://doi.org/10.1108/NLW-01-2013-0012

Tanner, M. J. (2014). Digital vs. Print: Reading Comprehension and the Future of the Book. iSchool Student Research Journal, 4(2). Retrieved from http://scholarworks.sjsu.edu/slissrj/vol4/iss2/6/

Tenopir, C., Volentine, R., & King, D. W. (2012). Scholarly Reading and the Value of Academic Library Collections: results of a study in six UK universities. Insights: The UKSG Journal, 25(2), 130–149. http://doi.org/10.1629/2048-7754.25.2.130

Vasileiou, M., Hartley, R., & Rowley, J. (2012). Choosing e-books: a perspective from academic libraries. Online Information Review, 36(1), 21–39. http://doi.org/http://dx.doi.org/10.1108/14684521211206944

Vasileiou, M., Rowley, J., & Hartley, R. (2012). Perspectives on the future of e-books in libraries in universities. Journal of Librarianship and Information Science, 44(4), 217–226. http://doi.org/10.1177/0961000611434759

Vasileiou, M., Rowley, J., & Hartley, R. (2012). The e-book management framework: The management of e-books in academic libraries and its challenges. Library & Information Science Research, 34(4), 282–291. http://doi.org/10.1016/j.lisr.2012.06.005

Volentine, R., & Tenopir, C. (2013). Value of academic reading and value of the library in academics’ own words. Aslib Proceedings, 65(4), 425–440. http://doi.org/10.1108/AP-03-2012-0025

Walters, W. H. (2013). E-books in Academic Libraries: Challenges for Acquisition and Collection Management. Portal: Libraries and the Academy, 13(2), 187–211. http://doi.org/10.1353/pla.2013.0012

Ward, S. M., Freeman, R. S., & Nixon, J. M. (2015). Academic E-Books : Publishers, Librarians, and Users. Purdue University Press.

Waugh, M., Donlin, M., & Braunstein, S. (2015). Next-Generation Collection Management: A Case Study of Quality Control and Weeding E-Books in an Academic Library. Collection Management, 40(1), 17–26. http://doi.org/10.1080/01462679.2014.965864

Wayne, T. (2015). Our (Bare) Shelves, Our Selves. Retrieved from

Page 117: De (toekomstige) vorm, inhoud en functie van de open ... · Binnen alle disciplines stijgt het gebruik van digitaal materiaal en worden papieren publicaties minder gebruikt. Als er

116

http://www.nytimes.com/2015/12/06/fashion/our-bare-shelves-our-selves.html?action=click&pgtype=Homepage&region=CColumn&module=MostEmailed&version=Full&src=me&WT.nav=MostEmailed&_r=2&utm_content=buffer7c107&utm_medium=social&utm_source=twitter.com

Wells, D., & Sallenbach, A. (2015). Books and ebooks in an academic library. The Australian Library Journal, 64(3), 168–179. http://doi.org/10.1080/00049670.2015.1041216

Wolff, C., Rod, A. B., & Schonfeld, R. C. (2015). UK Survey of Academics 2015.

Woolwine, D. E. (2015). Deaccession of Print Books in a Transitional Age II: Business, Sciences, and Interdisciplinary Studies. Library Philosophy and Practice, 0_1,1–18. Retrieved from http://search.proquest.com/docview/1749912220?accountid=14772

Young, J. (2014). A study of print and computer-based reading to measure and compare rates of comprehension and retention. New Library World, 115(7/8), 376–393. http://doi.org/10.1108/NLW-05-2014-0051