Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Huisarts Noël Geraedts onthaast in zijn wijngaard Eerste chirurgen
in Carrousel met huisartsen Melden calamiteiten stimuleert
betere zorg De schouders onder Orthopedie
nu
mm
er 4
| 20
10 Praktijk is een uitgave van Maastricht Universitair Medisch Centrum+ voor huisartsen en andere verwijzers
473
15
Colofon
Praktijk is een uitgave van Maastricht UMC+, RVE Transmurale Zorg i.s.m. de Stichting Regionale HuisartsenZorg
Ontwerp en grafische vormgeving Strategy Communication Minds, Maastricht
Redactie Hans Fiolet, Ber Huijnen, Stan Kempinski, Job Metsemakers, Liesbeth van Hoef, Guy Schulpen,
Bert Panis, Stafdienst Communicatie Maastricht UMC+, Strategy Communication Minds
Eindredactie Liesbeth van Hoef
Fotografie Appie Derks
Druk Pietermans Lanaken
Suggesties voor de redactie? Bel of mail Jos van Cann, Stafdienst Communicatie Maastricht UMC+,
telefoon 043 387 51 13, e-mail [email protected]
3 Relevante medische gegevens van dialysepatiënt op Nefrostick; ideaal voor arts en patiënt | 4 Huisarts Noël Geraedts onthaast in zijn wijngaard | 5 Beter voorbereid bevallen | 6 Inspectie voor de Gezondheidszorg toetst bereikbaarheid huisartsen | 7 Melden calamiteiten stimuleert betere zorg | 8 Kort nieuws | 10 Uit de praktijk: Orgaandonatie niet over laten aan je nabestaanden? | 11 Eerste chirurgen in Carrousel met huisartsen | 12 COOP onderzoekt dossiers overledenen voor betere kwaliteit zorg | 13 Nieuwe donoractie: Denk aan je nabestaanden | 14 Team Infectieziekten adviseert huisarts na zedendelict, prik- of seksaccident | 15 Hongaar Peter Feczko over Orthopedie | 16 Column Gerard van der Velde
3
Op de USB-stick staan onder meer een noodoverzicht dat
zonder inloggen toegankelijk is, naast persoonsgege-
vens, contactgegevens, een gezondheidsdossier, een
medisch overzicht en een ziekteoverzicht, waarvoor een
wachtwoord nodig is. De belangrijkste informatie op de
stick bestaat echter uit de specifieke gegevens over de
dialyse zelf. Zo verschaft de Nefrostick gedetailleerde
informatie over de vaattoegang (shunt) door middel van
shuntfoto’s en schematische shunttekeningen. Dat is zeer
belangrijk, aangezien die vaattoegang bij iedere patiënt
weer anders is, en de zorg voor een goed functionerende
vaattoegang van levensbelang.
Makkelijk en efficiënt De stick vergemakkelijkt de
communicatie tussen de hulpverleners, waardoor de
foutgevoeligheid van de behandeling afneemt en sneller
en efficiënter werken mogelijk is. Bovendien wordt een
eventuele taalbarrière geslecht, aangezien de gegevens in
meerdere talen op de stick staan. Met name voor alloch-
tone patiënten is dit van belang. Ook een eventueel
gebrek aan kennis van de eigen aandoening bij de
patiënt vormt geen barrière meer.
De dialyseafdeling van het Maastricht UMC+ houdt een
pilot met de Nefrostick onder twintig patiënten. De erva-
ringen zijn onverdeeld positief. Bianca Keulen (38) uit
Maria Hoop is een van de nierpatiënten die blij is met de
Nefrostick: “Ik heb mijn medische gegevens altijd bij me.
Medische hulpverleners kunnen gelijk zien wat er met
me aan de hand is. Bijvoorbeeld dat ik allergisch ben
voor antibiotica. Dat staat op die stick, naast allerlei con-
tactgegevens en gegevens over mijn dialyseschema.”
De Nefrostick maakt het Bianca Keulen ook gemakkelijker
elders te dialyseren. “Binnenkort ga ik naar Duitsland op
vakantie. Ik word dan gedialyseerd in een Duits zieken-
huis in de buurt waar we verblijven. Dan komt die stick
goed van pas. De dialysegegevens op de Nefrostick zijn
ook in het Duits uitleesbaar. Het is echt een uitkomst.”
Grotere zelfredzaamheid Ook de patiëntenvereni-
ging en de Nierstichting zijn verguld met het initiatief.
Emile Schaeken, voorzitter van de Nierpatiënten
Vereniging Maastricht: “Deze innovatieve ontwikkeling
bevordert de zelfredzaamheid, de mobiliteit en de veilig-
heid van dialysepatiënten enorm. Door de updates van
de gegevens op de stick kan bij vakanties, maar ook bij
calamiteiten direct hulp worden geboden. Dit is een
prachtige ontwikkeling.” Programmamanager Elles van
Cromvoirt van de Nierstichting: “We zijn blij met de eer-
ste positieve reacties. We willen graag weten of de
Nefrostick de communicatie vergemakkelijkt en daar-
door bij kan dragen aan een goede vaattoegangszorg.”
Nierpatiënten die geïnteresseerd zijn in de Nefro stick
kunnen zich melden via [email protected]
Nefrostick ideaal voor arts en nierpatiënt
Bij de dialyseafdeling van het Maastricht UMC+ kunt u voor patiënten gratis de zogenoemde
Nefrostick aanvragen, een USB-stick die hier ontwikkeld is met daarop alle relevante medische
gegevens van de dialysepatiënt. De Nefrostick verhoogt de patiëntveiligheid, vergemakkelijkt
het werk van het multidisciplinaire behandelteam en maakt dialyse elders, bijvoorbeeld als de
patiënt op vakantie wil, een stuk gemakkelijker.
4
over zijn vader, die altijd druk was met zijn werk. “Hij
had weinig tijd voor ons, maar er moest volgens hem
wel ruimte zijn voor een lekker glas wijn. Soms mocht ik
met hem mee de wijnkelder in en dan vertelde hij over
de druiven, de wijn, het proces. Met mijn vader in die
kelder had iets mythisch.”
Hij kan er zelf ook wat van: gedetailleerde proces-
beschrijvingen, gelardeerd met theorie en foto’s van
internet. Hij praat over het onhandig grote net van 40 bij
50 meter dat over de rijpe druiven moet en ‘de jaarlijkse
kwestie’ in huize Geraedts. “De vaten staan in de kelder
en mijn vrouw vindt dat ik moet gaan bottelen, anders
staan ze te lang en de potplanten overwinteren daar
ook.”
Eigen Chardonnay Dit najaar hoopt Noël Geraedts op
190 flessen wijn van eigen bodem. Het zou hem niet
verbazen als zijn Chardonnay geschonken wordt in een
restaurant in Tongeren, dat graag streekproducten aan-
biedt. “Hier zijn nauwelijks Chardonnaydruiven te vin-
den, ze zijn ziektegevoelig, een beetje zuur. De kunst is
je druiven te verwerken met zo weinig mogelijk zwavel-
zuur bij de gisting. Wat ik stilletjes hoop, is een
Chardonnay maken die lijkt op die uit de Bourgogne
komt. De vrucht en geur lijken er al op.”
Noël Geraedts onthaast in zijn wijngaard
Helemaal happy tussen de druiven
Huisarts Noël Geraedts in Maastricht is een groot wijnliefhebber, dat is hem bijna met de pap-
lepel ingegeven. Zijn passie gaat ver. Van 190 wijnranken op Sint Pieter tot 70 stokken in de
Bourgogne. “Even tussen de visites de uitlopers eruit halen, heerlijk.”
Een lekker glas rode wijn ’s avonds, stukje kaas erbij…
Voor Noël Geraedts is dat niet genoeg. In een volkstuin
aan de Jeker is hij begonnen met een wijngaard van 190
stokken. De volkstuinen zijn verhuisd naar de Hof van
Sint Pieter, waar de huisarts nu 800 vierkante meter
grond heeft. “Daar staan mijn druifjes”, klinkt het liefko-
zend. “Ja, dat worden vrienden van je.”
Wekelijks genieten Noël Geraedts leerde als tiener wijn
proeven van zijn vader. “Inmiddels vind ik een vakantie
zonder wijngaard niet compleet. Toen de kinderen 10
jaar werden, ben ik al met ze gaan druivenplukken in de
Elzas. Ik heb 70 Regentstokken in de Bourgogne, die
hoef je niet te spuiten. En ik ken er veel wijnboeren”,
knikt hij veelbetekenend. Inmiddels geniet hij buiten de
vakanties volop in zijn Maastrichtse wijngaard, in de
hoop op een goed jaar Chardonnay, Pinot Gris, Pinot
Noir, Cabernet Franc of Regent.
Het domein draagt de intrigerende naam ‘De hoop op de
torenvalk’. “Woelratten zijn daar een groot probleem dus
ik heb een valkenkast opgehangen in de hoop dat er een
torenvalk in die kast komt en de woelratten opeet.”
Zeker drie keer in de week vertoeft Noël Geraedts tussen
‘zijn druifjes’. “Ik vind het gewoon fijn om tussen die
stokken te zijn. Dan voel ik me echt happy.” Hij vertelt
5
Gezamenlijke voorlichting voor zwangeren
Nurse practitioner Henny Tomlow is één van de werk-
groepleden: “Van de geplande thuisbevallingen vindt de
helft uiteindelijk toch op de afdeling Verloskunde plaats.
Die veelal onverwachte wending wordt door de vrouwen
en hun partners vaak als negatief ervaren. Wanneer ze
echter vooraf goed zijn ingelicht over de gang van zaken
in het ziekenhuis, hebben ze een reëler beeld en kunnen
ze beter anticiperen op deze onverwachte gebeurtenis-
sen. Tijdens de voorlichtingsavond geven de sprekers
objectief aan wat vrouwen tijdens hun bevalling kunnen
verwachten. Ook krijgen de bezoekers een rondleiding
in de verloskamers.”
Geruststelling Joni-June de Klerk was 38 weken zwan-
ger toen ze de voorlichtingsavond bezocht: “Door een
medische indicatie zal ik sowieso in het ziekenhuis
bevallen en drie dagen op de kraamafdeling moeten
blijven. Tijdens de voorlichtingsavond is mij duidelijk
geworden wanneer ik moet komen en waar ik dan pre-
cies moet zijn. Omdat ik geen partner heb, is mijn moe-
der mee gekomen naar de voorlichting. Ik zag er name-
lijk tegenop om in mijn eentje te gaan en twee horen
toch meer dan één. Veel vrouwen hadden dezelfde vra-
gen als ik over de gang van zaken rondom de bevalling.
Alles werd goed en duidelijk uitgelegd. Tijdens de korte
consulten bij de gynaecoloog ben je toch meer met de
fysieke zaken bezig. Nu ik alles heb gezien en gehoord,
weet ik ongeveer hoe het straks gaat en wie er dan alle-
maal bij kan zijn. Dat is wel een geruststelling.”
Leerzaam Ellemieke Nas (31 weken zwanger) wil thuis
bevallen. Ze bezocht de voorlichtingsavond samen met
een vriendin. “Ik weet dat er een kans bestaat dat je toch
in het ziekenhuis moet bevallen. Daarom vond ik het
belangrijk om de informatie daarover uit de eerste hand
te krijgen. Ik was nog nooit op die afdelingen geweest,
dus ik vond de voorlichting en rondleiding heel leer-
zaam. Nu weet ik ook hoe er tegenwoordig met zaken
als pijnbestrijding wordt omgegaan. Ik had er nooit bij
stilgestaan dat van de geplande thuisbevallingen toch
nog vijftig procent in het ziekenhuis plaatsvinden.
Alleen al wanneer de bevalling te lang gaat duren. Ik
geef nog altijd de voorkeur aan thuis bevallen, maar ik
zie niet meer op tegen een eventuele ziekenhuisbeval-
ling. Ik heb andere zwangere vrouwen ook al getipt om
toch vooral een voorlichtingsavond te bezoeken. Die
twee uur zijn echt de moeite waard!”
Op 21 oktober is de volgende avond; die is
gratis toegankelijk en begint om 19.00 uur in
de Greep-zaal op niveau 4.
Elke derde donderdag van de maand
organiseert het Maastricht UMC+ een voor-
lichtingsavond voor zwangere vrouwen
en hun partners uit Maastricht en het
Heuvelland. Dit is een gezamenlijk project
van de afdeling Gynaecologie, Kraamzorg
en de Verloskunde Academie. Een gynae-
coloog, verloskundige, verpleegkundige
en kraamverzorgende geven dan voor-
lichting aan circa zestig bezoekers.
Beter voorbereid bevallen
6
Paul Zwietering is senior Inspecteur voor de Gezond-
heidszorg. Hij richt zijn aandacht vooral op de eerstelijns-
zorg. “Hulpverleners zien me vaak als een politieagent”,
merkt hij op, “mede door wat media brengen: het sluiten
van een huisartspraktijk of een arts voor het Tuchtcollege
brengen. Maar 90% van wat de Inspectie doet, is het sti-
muleren van de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid.”
Paul Zwietering woont in Geulle en is 22 jaar huisarts
geweest.
Veilig Incident Melden Kwaliteitsverbetering kan be gin-
nen bij het herkennen en erkennen van incidenten, vindt
Paul Zwietering. Eén van de nieuwe onderdelen van de
NHG-accreditatie is dan ook Veilig Incident Melden (VIM).
Een bijzondere vorm van incidenten zijn de calamiteiten:
incidenten waar de patiënt ernstig letsel aan overhoudt
of overlijdt. Ook huisartsen zijn verplicht calamiteiten te
melden bij de Inspectie. In 2008 en 2009 hebben huisart-
senposten bij de Inspectie ruim 200 calamiteiten gemeld.
“Daar is niet één tuchtzaak uit voortgekomen ondanks
ook professionele tekortkomingen van huisartsen”, bena-
drukt Paul Zwietering, “de insteek van de Inspectie is
meer de systeembenadering. Primair wordt altijd geke-
ken naar het doel en daar stem je de maatregel op af:
zacht optreden als het kan, hard als het moet.”
“Bij calamiteiten gaat het erom dat ze meestal multicau-
saal zijn. Vaak heeft niet alleen de professional een ver-
keerde inschatting gemaakt, maar zijn er ook tekortko-
mingen in de organisatie. De insteek van vermijdbaar-
heid is dan meer opportuun dan die van verwijtbaarheid.
Inspectie toetst bereikbaarheid huisartsen
De Inspectie voor de Gezondheidszorg
(IGZ) meet dit najaar opnieuw de bereik-
baarheid van huisartspraktijken bij spoed-
gevallen. Daarnaast zal de Inspectie een
steekproef van 1000 huisartspraktijken
bellen om de bereikbaarheid bij normale
oproepen te meten.
De Inspectie en de beroepsgroep hanteren de
norm dat een patiënt in geval van spoed altijd bin-
nen 30 seconden een medisch deskundig persoon
aan de lijn krijgt tijdens kantooruren.
De Inspectie hanteert een norm van 2 minuten
voor het opnemen van normale oproepen. Hiervoor
wordt een steekproef van 1.000 huisartspraktijken
gebeld op verschillende tijdstippen. Voldoet een
praktijk niet aan de norm van de Inspectie, dan zal
de Inspectie hierop handhaven. Naar gelang de
bevindingen zal de Inspectie passende maatrege-
len treffen, te beginnen met een advies of verbe-
terplan.
Huisartspraktijken kunnen vaak op korte termijn
de telefonische bereikbaarheid verbeteren. De
LHV helpt huisartsen door de knelpunten te inves-
teren. Afhankelijk van de situatie worden tips
besproken om de techniek, organisatie en/of
communicatie te verbeteren. Dit gebeurt met film-
pjes met een fout voorbeeld en een aantal goede
voorbeelden.
Kijk voor meer informatie over bereikbaar-
heid op www.lhv.nl
7
middel zijn om de kwaliteit te verbeteren, zowel voor de
organisatie als de individuele zorgverleners.
“Heel moeilijk voor de Inspectie is: waar ligt de accepta-
tiegrens van disfunctionerende artsen? Ongeveer 5% van
de artsen disfunctioneert, die drinkt overdag, werkt
structureel niet volgens de richtlijnen of raakt mensen
onnodig aan. Maar hoe toon je het aan, hoe maak je het
hard? Vaak loopt de patiënt wég met zijn arts.”
Zwijgcultuur Eén van de grootste knelpunten noemt
Paul Zwietering the conspiracy of silence, de zwijgcul-
tuur. “Je moet als beroepsgroep je verantwoordelijkheid
nemen als je het gevoel hebt dat een collega niet goed
functioneert”, bepleit de oud-huisarts. “Wat dat betreft
zijn diensten op huisartsenposten goed, want dat maakt
transparant hoe een huisarts werkt en maakt het moge-
lijk dat de beroepsgroep zelf tijdig bijstuurt.”
Hij roemt ook het Engelse systeem, waar het eenvoudi-
ger is artsen die dreigen te disfunctioneren, medisch
inhoudelijke scholing op te opleggen met daarnaast psy-
chologische begeleiding of communicatietraining, afhan-
kelijk van wat iemand nodig heeft.
“Dit zou ook een goed systeem voor Nederland zijn”,
vindt Paul Zwietering, “zo kun je huisartsen stimuleren de
kwaliteit van hun werk te verbeteren. Wat ook belangrijk
is: het gaat erom dat mensen vertrouwen hebben en hou-
den in de zorg en dat dat gerechtvaardigd is.”
Meer weten over het werk van de Inspectie?
Kijk eens op www.igz.nl
Inspecteur Paul Zwietering gaat komend najaar meelopen op huisartsenposten om
de werkwijze, de procedures en ook de calamiteiten in kaart te brengen. Niet als
politieagent, benadrukt hij. “Ik geef graag feedback, zodat mensen kunnen leren van
calamiteiten waardoor de patiëntenzorg beter wordt.”
Melden calamiteiten stimuleert betere zorg
Nieuw onderdeel NHG-accreditatie verhoogt kwaliteit
Als een machinist door het rood rijdt, kun je heel mak-
kelijk met het vingertje wijzen. Maar als de infrastruc-
tuur niet goed is omdat er weinig geld in wordt geïnves-
teerd, is het een ander verhaal. Kijk naar het hele
systeem en waar je iets kunt verbeteren. Maak SMART
geformuleerde verbeterplannen.”
Speerpunt voor Inspectie Bij overdrachten in de
keten ziet Paul Zwietering veel mis gaan, vaak op het
gebied van communicatie en dan met name de schrifte-
lijke. Verslaglegging in het medisch journaal wordt nog
veel te vaak gezien als administratie en niet als commu-
nicatie. Ketenzorg is een speerpunt voor de Inspectie.
Ook worden calamiteiten met een oorsprong in de eerste
lijn in de tweede lijn vaak niet gemeld als calamiteit. Een
voorbeeld: “Huisartsen schrijven veel NSAID’s voor. In
Nederland komen frequent maagbloedingen voor door-
dat de huisarts deze niet heeft gecombineerd met geïn-
diceerde maagbescherming. Terwijl de maagbloeding in
dit geval voldoet aan de definitie van een calamiteit,
worden deze ketenproblemen door het ziekenhuis vrij-
wel nooit gemeld bij de Inspectie.”
Elk jaar overlijden in Nederland circa 1700 mensen door
medicatiefouten.
Méér melden en vragen Het mooiste dat Paul Zwiete-
ring heeft bereikt als inspecteur, is dat de procedures
voor het melden van incidenten en calamiteiten geland
zijn op de werkvloer. Dat het bij steeds meer ziekenhui-
zen en huisartsenposten is doorgedrongen dat onver-
wachte en onbedoelde gebeurtenissen een prima leer-
Hartklep vervangen via halsader
praktijkkort nieuws uit de
Nieuw Plug sluit deel hart af
Uitstel baby is duur
Cardiologen van het Maastricht UMC+ hebben met succes bij twee hartpatiënten een operatie uitgevoerd waarbij het
linkerhartoor wordt afgesloten met een sluitingsplug. Met deze techniek kan worden voorkomen dat patiënten met
boezemfibrilleren een herseninfarct (beroerte) krijgen. Bij de beide operaties in Maastricht is een nieuw type plug
gebruikt, een plug die niet eerder in Nederland is toegepast. De plug wordt niet alleen in het linkerhartoor geklemd,
maar sluit bovendien het hartoor af met een rond plat schijfje. Hierdoor kunnen zich daar geen nieuwe stolsels vor-
men. Deze patiënten hoeven in de toekomst dan ook geen bloedverdunners meer te gebruiken. De techniek is mini-
maal invasief en geschiedt via een katheter via de lies.
Steeds vaker zoeken paren medische hulp omdat zij
geen kinderen kunnen krijgen. Oorzaak: het uitstel-
len van de kinderwens. Hierdoor bedraagt de kos-
tenstijging van de zorg tussen de drie en vijf miljoen
euro per jaar. De kosten van de ontstane zwanger-
schappen op hogere leeftijd en van hun complicaties
worden dan nog buiten beschouwing gelaten.
Nederlandse vrouwen zijn nu bijna 30 jaar als ze aan hun eer-
ste kind beginnen, in 1985 was dat 26,5 jaar. Veel vrouwen
beginnen zelfs na hun 35ste jaar pas aan kinderen, wanneer
de vruchtbaarheid sterk afneemt. Het duurt dan langer om
zwanger te worden, ze krijgt vaker een miskraam of vraagt
medische hulp om zwanger te worden.
De Maastrichtse IVF-arts Aisha de Graaff heeft dit nu voor het
eerst wetenschappelijk aangetoond. De resultaten zijn gepu-
bliceerd in het toonaangevende Amerikaanse tijdschrift Fertility
and Sterility.
Een cardiothoracaal chirurg en een
cardioloog van het Maastricht UMC+
hebben via de halsader een nieuwe
biologische (tricuspidalis) hartklep
geplaatst bij een 74-jarige vrouw.
Een wereldprimeur.
De patiënte onderging 23 jaar geleden voor
de derde maal een hartoperatie waarbij twee
hartkleppen werden vervangen. Een daarvan
was verkalkt. Een heringreep om deze klep
met een openhartoperatie te vervangen was
door haar conditie niet meer mogelijk. Bij
deze operatietechniek rekt men de zieke klep
open, en plaatst men in deze opgerekte klep
een nieuwe, biologische hartklep, gemaakt
van het hartzakje van een rund. Deze nieuwe
klep zit vastgehecht in een stent, en die stent
wordt rond een ballon gevouwen en vervol-
gens via een katheter in het hart geschoven.
De minimaal invasieve klepvervanging was
het teamwerk van Leen van Garsse, cardio-
thoracaal chirurg, en Vincent van Ommen,
interventie-cardioloog.
8
Nederland telt voor zover bekend circa 800.000 mensen
met type-2-diabetes. Van hen gebruikt ongeveer 70 pro-
cent metformine om het risico op hart- en vaatziekten te
verkleinen. Bij klachten trekken artsen gauw de conclu-
sie dat er niets aan te doen is. Nu is uit ander onderzoek
bekend dat vitamine B12-tekort door metformine voor-
komen kan worden, en ook behandeld. Maar dan moet
de behandelend arts er wel aan denken dat het tekort
het gevolg kan zijn van het gebruik van metformine, en
niet van de ziekte zelf of van veroudering.
Beademing rechtstreeks in het bloed Het leven van een reeds opgegeven Mexicaanse-grieppatiënt die niet meer op normale manier
beademd kon worden, is recent in het Maastricht UMC+ gered dankzij een techniek van beade-
ming die niet eerder in Europa is toegepast.
De patiënt kreeg drie weken lang zuurstof toegediend rechtstreeks in het bloed, waardoor de longen in rust konden
genezen van een zware ontsteking. Deze techniek, extracorporale membraanoxygenatie oftewel ECMO via een
enkele katheter in een halsader, is in Maastricht inmiddels een tweede keer met succes toegepast bij een volwassen
patiënt. Het bloed wordt dan uit het lichaam gedraineerd via een lange katheter en gaat vervolgens door de oxyge-
nator of kunstlong. Daar wordt koolstofdioxide uit het bloed geblazen en zuurstof erin.
Nadat het de kunstlong is gepasseerd, gaat het bloed weer terug naar de patiënt.
Diabetesmedicijn kan tot vitaminetekort leidenLangdurig gebruik van metformine door men-
sen die type-2-diabetes (suikerziekte) hebben,
kan leiden tot een tekort aan vitamine B12.
Dat tekort kan vermoeidheid, bloedarmoede
en klachten van het zenuwstelsel veroorza-
ken. Dat hebben onderzoekers van het
Maastricht UMC+ ontdekt.
Smiley voor kinderzorg De kinderafdeling van het academisch zie-
kenhuis Maastricht heeft onlangs een Smiley
gekregen van de stichting Kind en zieken-
huis. Het is daarmee het derde academisch
ziekenhuis dat een dergelijke kwaliteitsmerk
voor de kinderafdeling krijgt. Eerder heeft
het azM al een Smiley ontvangen voor de
Kraamafdeling.
“We zijn hier ontzettend blij mee”, aldus Inge Vangompel,
hoofdverpleegkundige van de Kinderafdeling, en Lilian
Limpens, hoofd van het Pedagogisch Team. “Het is toch
een erkenning dat je kind in het azM in goede handen is.”
De stichting Kind en Ziekenhuis verleent Smileys aan
ziekenhuizen die zich positief onderscheiden op het vlak
van kindgerichte voorzieningen voor kinderen en ouders.
De stichting let op acht criteria en vier leeftijdsgroepen:
zuigelingen, peuters/kleuters, schoolkinderen en ado-
lescenten.
9
Ketenzorg gaat om de best mogelijke zorg voor de patiënt. In
Maastricht start in oktober een nieuwe campagne om orgaan-
donors te werven. De insteek is nu: kies zelf, zodat je nabe-
staanden dat niet hoeven te doen. In deze rubriek vragen we
bezoekers van het Maastricht UMC+ hoe dat voor hen zou zijn.
praktijkUit de
10
“Hoeveel mensen gaan er dood omdat er geen donor beschikbaar is? Het is
echt van den zotte.” Petra van Heuven van Staereling bepleit dat iedereen
automatisch donor wordt. “Ik heb er geen probleem mee, na mijn dood is dit
maar een lichaam en dat staat los van de ziel. Daar kan ik toch iemand
anders gelukkig mee maken? En het is ook goed om dat uit te dragen naar
de nabestaanden. Maar om eerlijk te zijn heb ik ook geen donorcodicil nu. Je
bent altijd met 100.000 andere dingen bezig… ik moet me toch eens gaan
aanmelden.”
Kinyo de Beer zou het liefst het systeem uit haar vaderland Japan handhaven.
“Achterop je rijbewijs staat of je wel of geen donor bent en welke organen
je wilt afstaan. Dat is heel gemakkelijk voor hulpdiensten als je een ongeluk
krijgt. Het is ook gemakkelijker te organiseren dan wanneer je mensen laat
kiezen en ze zelf actie moeten ondernemen om donor te zijn. Ik wist niet dat
het hier zo werkt, ik heb dus geen donorcodicil. In Japan is er geen discussie,
want het systeem is heel duidelijk voor iedereen. Ook voor de mensen die je
achterlaat.”
<
>“Natuurlijk ben ik donor. Ik heb toch niets meer aan mijn lichaam als ik dood
ben. Ik heb nooit iets ernstigs gemankeerd en ik zou maar wát blij zijn als ik
een orgaan van iemand kon krijgen als ik het nodig zou hebben”, zegt Bart
van Cappellen. “Als iemand net is overleden, wordt snel emotioneel gezegd:
laten we maar niets doneren want we zijn al zoveel kwijt.”
Hij bepleit een ander systeem, “zodat je automatisch donor bent, tenzij…”
“Dat gehannes van: zou hij wel of zou hij niet is helemaal niet nodig. Soms
moet je mensen niet laten beslissen, dan moet je het gewoon regelen. Stel
gewoon paal en perk aan die democratische zeggenschap.”
<
Nicole Bouvy is zeven jaar chirurg in het Maastricht
UMC+ en beschouwde het als een gemis dat ze niet wist
welke verwijzer een patiënt doorstuurde. “Door met huis-
artsen samen te werken, leer ik ze beter kennen en dat
vind ik prettig. Het maakt het werk leuker. Een
Carrouselconsult is voor de patiënt zeer klantvriendelijk
en chirurg en huisarts leren elkaars vak beter begrijpen.
Vaak is een verwijzing daarna niet meer nodig.” Slechts
25% van de patiënten die gezien wordt in een gezamen-
lijk consult wordt namelijk doorverwezen naar de polikli-
niek Heelkunde.
Feedback Wat voor veel huisartsen nieuw is, is dat
heelkunde heel praktisch is: “Ik kan een huisarts meehel-
pen met een kleine operatie, zoals bijvoorbeeld een
ingegroeide teennagel of een groot lipoom. Met mij erbij
kan de huisarts toetsen of hij nog steeds goed bezig is
bij dit soort kleine chirurgische verrichtingen. Ik vind het
ontzettend leuk om feedback te geven.”
Bij patiënten merkt ze dat het hen geruststelt als zij als
chirurg vertelt dat bijvoorbeeld een zwelling in de lies
een veelvoorkomende liesbreuk is en niets kwaadaar-
digs. “Dat klinkt toch anders uit de mond van een chi-
rurg. Mensen weten vaak ook niet dat zo’n operatie
onder plaatselijke anesthesie kan.”
Minder invasief is beter Nicole Bouvy draagt de nieuw-
ste technieken graag uit. “Laparoscopische chirurgie (kijk-
operaties en ‘sleutelgatchirurgie’) is echt mijn hobby. Hoe
minder invasief, hoe sneller de patiënt kan herstellen dus
hoe beter. Want als je via een grote snee naar binnen gaat,
komt 10% van de patiënten binnen de tien jaar weer terug
met problemen zoals littekenbreuken en verklevingen.”
Dat zij een galblaas in plaats van vier kleine sneetjes nu
via een sneetje in de navel verwijdert “zonder de jaap
onder je ribbenboog zoals ze dat vroeger deden”, is nog
niet wijdverbreid. “Een huisarts zag laatst alleen dat klei-
ne littekentje bij zijn patiënt en wilde hem terugsturen
omdat de galblaas er volgens hem nooit uit kon zijn.”
Juist dergelijke nieuwe technieken die de meeste huis-
artsen niet in hun eigen opleiding hebben gezien, lenen
zich uitstekend voor bijscholing.
Collega Geerard Beets is ook enthousiast over de samen-
werking met huisartsen. “Het is fijn dat we ons beter
kunnen profileren als chirurgen. Het is ook goed om
kleine chirurgie samen te bespreken zodat de huisarts
zich kan bekwamen in bijvoorbeeld vasectomie of oogli-
doperatie. Als we het leren aan onze assistenten, dan
kan dat ook aan huisartsen.”
Meer informatie over de Carrousel en het jaarver-
slag kunt u lezen via www.azm.nl
Eerste chirurgen in Carrousel met huisartsen
11
Nicole Bouvy was in januari de eerste chirurg in
de Carrousel en houdt sindsdien geregeld geza-
menlijk spreekuur met huisartsen, net als haar
collega’s Laurents Stassen en Geerard Beets. “Het
woord chirurg heeft in de mond van een aantal
patiënten een enge bijsmaak”, merkt Nicole
Bouvy, “alsof we slagers zijn die niets liever
doen dan snijden. Voor de patiënt geeft het dan
een prettig gevoel als het consult in de veilige
omgeving van eigen huisarts kan plaatsvinden.”
Nicole Bouvy
“Een galblaas kan er écht via de navel uit”
12
De dossiers van 2008 zijn inmiddels gescreend, 2009 is
bijna afgerond. De COOP-lieden, zoals ze soms genoemd
worden, maken onderscheid tussen niet vermijdbare en
vermijdbare onbedoelde schade. “Niet vermijdbaar is het
bijvoorbeeld als je medicijnen krijgt waarvoor je onver-
wacht allergisch blijkt te zijn. Vermijdbaar is het wan-
neer in het medisch dossier staat vermeld dat je aller-
gisch bent voor een bepaald geneesmiddel, maar dat
toch krijgt voorgeschreven.”
Over cijfers en specifieke afdelingen doet Wim van Dijk
geen uitspraak. Maar er is al wel veel duidelijk gewor-
den. “Wat bijvoorbeeld opvalt en waar niet altijd vol-
doende bij wordt stilgestaan, is dat sommige patiënten
soms weinig draagkracht hebben en dat dokters hen
tóch graag willen behandelen.” Bij ernstig zieke patiën-
ten die ingrijpende operaties of chemotherapie moeten
ondergaan, kunnen dan complicaties optreden die bij-
dragen aan een vroeger overlijden. Dan kun je je ach-
teraf afvragen of je dat als arts wel had moeten doen.”
Rapporteren aan arts De COOP bestaat uit acht leden,
oud-hoogleraren en specialisten van het azM. In vijf jaar
tijd hopen ze statistisch aan te tonen dat het aantal
gevallen van overlijden door vermijdbare schade is afge-
nomen mede dankzij interventies via de COOP.
Een team van getrainde verpleegkundigen screent eerst
de dossiers op 15 verschillende zogenaamde triggers.
Dat zijn aanwijzingen voor het mogelijk bestaan van
onbedoelde schade zoals bijvoorbeeld een schadelijke
of onbedoelde reactie op geneesmiddelen, een klacht
van de familie of een infectie. Bij ongeveer de helft van
de dossiers wordt een dergelijke aanwijzing gevonden.
Deze dossiers worden vervolgens uitvoerig door de oud-
hoogleraren bestudeerd. Treffen zij mogelijke vermijd-
bare schade aan, dan wordt dat met de hele commissie
besproken. Daarna wordt gerapporteerd aan het behan-
delteam en het betreffende afdelingshoofd. Na het
beantwoorden van vragen wordt vastgesteld of er daad-
werkelijk sprake was van vermijdbare schade en worden
verbeteracties aangegeven.
“We willen de medische cultuur opener maken, ervarin-
gen delen, discussies op gang brengen en leren van
eigen fouten door daar goed naar te kijken. Zo bied je
Onderzoek dossiers overledenen voor betere kwaliteit zorg In het Maastricht UMC+ overlijden jaarlijks circa 700 mensen. De Commissie Onderzoek
Overleden Patiënten (COOP) screent hun dossiers op zoek naar vermijdbare medische schade.
Daarmee is het Maastrichtse ziekenhuis het eerste in Nederland. “Vermijdbare schade moet
worden voorkomen”, zegt initiator Wim van Dijk. “We willen in een veilige marge deze discussie
op gang brengen. Want artsen moeten wél verantwoording afleggen.”
COOP: ‘Medische cultuur moet meer open, leer van fouten’
13
Bent u orgaandonor? Denk met je hart en maak zelf de keuze,
zodat nabestaanden die niet hoeven te maken vlak na je over-
lijden. Dat is de boodschap achter de nieuwe campagne van het
Maastricht UMC+, die op 4 oktober start.
Nieuwe donoractie Denk aan je nabestaanden
“De onderliggende gedachte is dat
we duidelijk willen maken dat het
jezelf ook kan overkomen dat je een
orgaan nodig hebt en dat je dan de
keuze maakt om te transplanteren ja
of nee”, zegt Monique Willems, een
van de transplantatiecoördinatoren
in de regio Zuid, van Zuid-Limburg
tot en met Roermond. “Waarom nu
dan niet, want als je niet zélf een
keuze maakt, is het wel erg lastig
voor je nabestaanden als ze de vraag
krijgen op zo’n moeilijk moment. En
we leggen nu niet de nadruk op een
onbekende die je orgaan krijgt, maar
over de mensen die je lief hebt.”
De donorvraag is wettelijk verplicht
en in 66% van de gevallen antwoor-
den mensen ‘nee’, vaak omdat ze
niet weten wat de overledene graag
had gewild. “Zeker jonge mensen
bespreken het niet vaak en ik snap
dat je daar als 18-jarige niet mee
bezig bent.”
Monique Willems noemt weefsels
waar mensen mogelijk niet bij stil-
staan als het gaat om doneren: hart-
kleppen, huid, botten kunnen vijf
jaar bewaard blijven voor transplan-
tatie. Hoornvliezen zijn ook hard
nodig, er is een wachtlijst van bijna
600 mensen voor. Hoornvliezen kun-
nen 28 dagen bewaard worden en
zijn ook welkom als de donor op
leeftijd is of kanker heeft. Bij orgaan-
donatie wordt het orgaan afgestaan
na het overlijden in het ziekenhuis,
bij weefseldonatie is er meer tijd
waardoor het weefsel ook kan wor-
den afgestaan in de thuissituatie van
de overledene.
extra kwaliteit. Het is niet de bedoeling om met
de vinger naar personen te wijzen”, benadrukt
coördinator Wim van Dijk. Het bestuur van het
ziekenhuis wordt dan ook niet over de casuïs-
tiek geïnformeerd, wel over algemene bevindin-
gen van de COOP.
Betere verslaglegging Wat volgens Wim van
Dijk ook opvalt, is dat het aantal onbedoelde
schades bij snijdende en niet-snijdende vakken redelijk
vergelijkbaar is. “Natuurlijk zie je bij de meer risicovolle
afdelingen zoals Intensive Care meer onbedoelde schade
dan bij sommige andere afdelingen.”
Ook ziet de COOP dat de verslaglegging veel beter kan:
“Artsen rapporteren vaak onvolledig of onleesbaar”,
merkt hij op. “Zeker in een academische setting met veel
wisselingen van behandelaars heb je dan snel communi-
catieproblemen. Bovendien wordt door de huidige ver-
gaande specialisatie de totale mens wel eens over het
hoofd gezien.”
Extra kwaliteit Het concept van COOP lijkt
Wim van Dijk, zij het in aangepaste vorm, ook
geschikt voor huisartsen. “Het is goed dat er
onderzoek naar dossiers van overleden patiën-
ten plaatsvindt. Fouten maken is niet goed, wel
menselijk, maar je moet ervan kunnen leren.”
Momenteel kost dossieronderzoek nog erg
veel tijd en inspanning. Wim van Dijk werkt aan
een efficiënter model dat minder tijd kost
zodat meer ziekenhuizen dossieronderzoek kunnen
invoeren. Een verder geautomatiseerd systeem om de
dossiers te screenen zou daarbij heel handig zijn.
Als een van de resultaten van COOP zal in Maastricht
nog dit jaar een Necrologiecommissie multidisciplinaire
besprekingen gaan organiseren over casussen van
patiënten waarbij onbedoelde schade is opgetreden. In
volgende jaren wordt het effect gemeten van verbeter-
maatregelen sinds de COOP actief is.
Team adviseert huisartsen na zedendelict, prik- of seksaccident
PEP-protocol goed voor patiënt en budget
PEP staat voor Post Exposure Profylaxe en het protocol
richt zich op prik-, snij-, spat- en bijtaccidenten die veel
voorkomen bij zorg- en hulpverleners. Daarnaast advise-
ren de verpleegkundig specialisten van de PEP-achter-
wacht bij zedendelicten en seksaccidenten, over eventu-
ele medicatie en de dosering.
“In het begin reageerden artsen en arts-assistenten scep-
tisch maar het blijkt dat voor alle accidenten die op onze
SEH binnenkomen een advies wordt gevraagd”, zegt
Jolanda Schippers van de PEP-achterwacht. “Inmiddels
noemen ze het prettig, adequaat en leerzaam dat we hen
adviseren.”
Bijwerkingen “Het blijkt dat artsen die er niet fulltime
mee bezig zijn zoals wij, neigen naar het toedienen van
medicijnen terwijl de kans op ernstige bijwerkingen
soms veel groter is dan het risico iets op te lopen”, waar-
schuwt Jolanda Schippers.
Ze geeft als voorbeeld een kind in de zandbak dat in een
naald valt. “Dan horen we vaak emotionele argumenten:
stel je voor dát… Maar de kans dat zo’n kind hepatitis of
hiv krijgt, is 0,0000 en nog wat procent terwijl de kans
op leverfalen en een levertransplantatie door medicatie
bijna 1% is.”
In de race om de Zorgveiligheidsprijs 2010 van de
Inspectie is de PEP-achterwacht in de top drie geëindigd.
“Met een redelijk eenvoudig protocol lukt het om de
patiëntveiligheid te verbeteren en kosten te besparen”,
weet Jolanda Schippers. “Vorig jaar hebben we 30 keer
de beslissing om medicijnen te geven teruggedraaid
omdat het risico veel lager lag dan de bijwerkingen van
de heftige kuur die je krijgt. Als je iemand medicijnen
geeft, zijn er een half jaar lang ook geregeld controles,
hepatitis- en hiv-tests. Al met al kost zo’n behandeling
5000 euro.”
Gedegen advies Vorig jaar zijn 51 behandelingen
gegeven. “Het nadeel is dat een kwart van de mensen
die we geïndiceerd hebben, de kuur niet heeft afge-
maakt. Soms zijn slachtoffers niet gemotiveerd maar de
helft is gestopt door de bijwerkingen.”
Van de gemelde prikaccidenten, is de helft intern. Zijn
slachtoffers extern, dan zien Jolanda Schippers en haar
collega’s vooral dat ze werken in de gezondheidszorg of
zich melden na een seksaccident, bijvoorbeeld als een
partner naderhand vertelt dat hij besmet is met hiv.
“Bij patiënten die zich afvragen wat ze opgelopen kun-
nen hebben, een stel waarvan er een hiv-positief is en
het condoom gescheurd is, verkrachtingen, een ruzie
waar iemand gebeten wordt…”
Ze kan zich echter goed voorstellen dat ook huisartsen
graag advies inwinnen. “Dit PEP-protocol is er voor ieder-
een.”
Verwijzers kunnen voor advies de PEP-achterwacht
bellen via 06 135 85 310.
14
Wat doe je als huisarts als iemand zich meldt na een prik-, snij- of bijtaccident? Direct de PEP-
achterwacht bellen van het Team Infectieziekten in het Maastricht UMC+. Deze boekt goede
resultaten met het zogenoemde PEP-protocol waarmee ze het risico op hepatitis B, C en hiv adequaat
kan inschatten. De achterwacht adviseert de artsen op de Spoedeisende Hulp dagelijks over
eventuele medicatie. Dat blijkt aantoonbaar veiliger voor de patiënt en goedkoper voor de zorg.
15
In 2006 kwam hij in Nederland werken, als beginnend
medisch specialist in Lelystad. De populatie is er vrij jong,
waardoor hij veel sportletsel heeft behandeld en relatief wei-
nig protheses heeft geplaatst voor versleten gewrichten.
Goede schouderspecialist Sinds een jaar werkt Peter
Feczko in Maastricht. Vooral knieën en schouders ziet hij
als een uitdaging om te behandelen. “Heel interessant, je
kunt een prothese plaatsen, kniebanden repareren, er
kan iets aan de meniscus zijn, aan het kraakbeen, er kan
een peesscheur zijn.”
Zijn specialisme vergt veel ervaring om goed te zijn in
het vak. Peter Feczko’s droom is “een echt goede schou-
derspecialist te worden met 50 protheses per jaar”. “Ik
heb de laatste drie weken 5 schouderprotheses geplaatst
en er staan nog 10 mensen op de wachtlijst.”
Zorg in Hongarije Dan naar zijn vaderland. Op de
vraag of wat hij van Hongarije direct hier zou willen
invoeren, antwoordt Peter Feczko stellig: “Niets.” “Het
zorgsysteem is bijna niet te vergelijken: daar is minder
geld, minder personeel, minder apparatuur, oude gebou-
wen. De poli werkt zonder afspraken zodat je als patiënt
vaak urenlang moet wachten.”
De rechten van de patiënt zijn echter goed beschermd.
“Vóór de operatie moet je een formulier ondertekenen
met daarop alle mogelijke complicaties. En nóg een for-
mulier waarin staat dat je het allemaal hebt begrepen,
om procedures te voorkomen.”
De werkomstandigheden in Hongarije zijn ook niet opti-
maal. “Het salaris is minimaal en in het verleden mocht ik
na 24 uur traumadienst vrolijk door in de poli of de OK.
En omdat het loon zo laag was, gingen veel collega’s en
ik daarnaast nog werken in een wijkpoli in Boedapest of
op het platteland waar een tekort aan spoedartsen was.”
Hongarije kan wat Peter Feczko betreft een voorbeeld
nemen aan Nederland. “De kwaliteit van zorg is goed,
alle processen staan beschreven in protocollen en die
worden ook nageleefd, de opleiding is heel goed, de
Inspectie is zorgvuldig.”
Samen met huisartsen Op de poli wil hij graag bekij-
ken hoe de service en de samenwerking met huisartsen
beter kan. “Het is voor ons handig om in het dossier van
de huisarts te kijken maar er is nog geen uniform
systeem. Bij de Spoedeisende Hulp is het belangrijk dat
de medicatielijsten kloppen in het dossier. En het lijkt
me interessant om spreekuur te houden met een huis-
arts en fysiotherapeut.”
Aan de Nederlandse mentaliteit heeft Peter Feczko
amper hoeven te wennen. “Zoals Máxima het zegt:
Nederland is een raam zonder gordijnen, een heel open
maatschappij. Als ik iets denk, dan zeg ik het ook. En
hoewel ik met mijn kinderen Hongaars spreek, denk en
droom ik vaak in het Nederlands.”
Peter Feczko: ‘Zorg in Hongarije is onvergelijkbaar’
De schouders onder OrthopediePeter Feczko is orthopedisch chirurg in het Maastricht UMC+. Het kostte hem weinig moeite om
zijn vaderland Hongarije te verruilen voor een baan in een Nederlands ziekenhuis. Om de werk-
omstandigheden en vooral zijn persoonlijke ontwikkeling als schouderspecialist.
Door Gerard van der Velde, voorzitter Adviescommissie Seniorenbeleid Maastricht
Col
um
n
gerichtPraktijk
Als Adviescommissie Seniorenbeleid van B en W van de stad Maastricht (ASM) geven wij met andere Adviesraden
gevraagd en ongevraagd advies over beleid inzake wonen, welzijn en zorg. De Gemeenteraad behandelt de voor-
stellen en ziet dus wat de adviescommissies hebben ingebracht.
ASM heeft negen gekwalificeerde leden en richt zich op de groep boven 55 jaar. Soms maakt de politiek onvol-
doende tempo of blijven zaken liggen. Wij zijn dan de luis in de pels en adviseren dan ongevraagd. Onze preten-
ties zijn gestoeld op realiteitszin. Door een goede communicatie met ambtenaren, verantwoordelijke wethouders
en Gemeenteraad kunnen wij invloed uitoefenen. Tegelijk hebben we maatschappelijk een oor- en oogfunctie.
De gemeente wil net als wij een integraal ouderenbeleid, onder meer door de sterke vergrijzing en de wens van
de overheid dat ouderen de regie over hun leven houden, zo lang mogelijk in het eigen huis blijven wonen, in
hun vertrouwde omgeving. Omdat een adequate infrastructuur vaak ontbreekt, is dat vaak onmogelijk.
In de afgelopen vier jaar hebben wij hierover een aantal ongevraagde adviezen uitgebracht: de 1 loketfunctie in
de buurt, eenzaamheid en wonen met zorg en welzijn.
Wij concluderen onder meer dat de gemeente een regierol moet vervullen, dat veel spelers moeilijk over eigen
grenzen heen kunnen stappen en dat de rol van de huisarts cruciaal is: dé centrale plek als signaalfunctie voor
de problemen van onze doelgroep, als verbindingsschakel met de transmurale-, de herstel- en de palliatieve zorg.
Dé stimulator voor betere leefstijl.
Wij participeren met plezier ook in het project (G)OUD. Binnenkort adviseren wij over de tweede beleidscyclus 2012-
2015, de WMO en de Gezondheidsnota (kadernota Welzijn en Zorg). Voor de lezers van dit blad van immens belang.
www.adviesseniorenmaastricht.nl
Beschadigde zenuwen repareren
Ze ontwikkelen van poreus materiaal met een soort van
honingraatstructuur. Beschadigde of doorgesneden
zenuwen kunnen weer groeien, het is belangrijk dat ze
in de juiste richting groeien. Vandaar de behoefte aan
een kunstmatige brug of tunnel waardoor het zenuw-
weefsel in de juiste richting wordt geleid. Het poreuze
materiaal trekt stofjes aan die de zenuwuiteinden ver-
sneld moeten doen groeien.
Wetenschappers van het Maastricht UMC+ en de TU Eindhoven doen samen met het Dutch Polymer
Institute (DPI) onderzoeken of ze beschadigingen aan perifere zenuwen met een nieuw afbreekbaar
polymeer kunnen herstellen.
Het streven is niet alleen functieherstel (denk aan de
grijpfunctie van de hand) maar ook het voorkomen van
pijn.