7
A ls wij dan eindelijk de slok wijn de weg van alle wijn laten gaan, dan komt het afscheid, en dan ontplooit zich het wonder van de afdronk, die wij waarnemen met reuk- en smaakzinnen. Die ver- rukkelijke nasmaak die zich ontvouwt, zoals men in Frankrijk zegt, als een pauwenstaart, en waarin soms weer heel nieuwe smaak- nuances te bespeuren zijn, zoals vaak de hemel zich in vele nuances kleurt nadat de zon al is ondergegaan. En die, net als die kleuren, lang- zaam verdwijnen en verbleken. En dan hebt u waarlijk wijn genoten.” Hallo, bent u daar nog? Nee, wij hebben nog niet te veel gedronken. We moeten nog rijden vandaag. Deze lyrische beschrijving over het genieten van wijn is van de hand van Wina Born. Voor de wat rijperen onder ons bekend als de culinaire specialiste van Nederland in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Wina Born schreef dit in 1977 als slotwoord van een geschenkboekje van wijnhandel Robbers & van den Hoogen uit Arnhem. De lyriek spat ervan af. Zó zouden we graag een verhandeling over een Bugatti willen lezen. En het is ook heel typerend. Wijn, dat dronk niet iedereen. Daar moest je toch voor hebben gereisd, op z’n minst naar Frankrijk of Italië. Of voor hebben doorgeleerd. Rond wijn hing een hoogdravende cultuur die niet paste bij de klompen in de polder. En laten we wel wezen; wijn en Nederland vormen nog steeds geen spreekwoordelijke combinatie. Sinds de introductie van Pinard, de Franse landwijn die grootgrutter Albert Heijn in de jaren zeventig in kartonnetjes aan de man bracht, is de consumptie gestaag gedemocratiseerd en toegenomen. Op het web wemelt het van de clubs, elke slijter biedt z’n eigen cursus aan, en in navolging van Hubrecht Duyker zijn de gidsjes ‘lekkere wijn onder een tientje’ niet meer te tellen. Stel je voor dat je wat moet betalen voor je Het wonder van de Nederlandse wijn De wijnplas in Europa groeit gestaag. Frankrijk en Italië produceren hectoliters, die men aan de straatstenen niet kwijt kan. Vanuit de Nieuwe Wereld worden we overspoeld met goedkopere, smaakvolle alternatieven. Desondanks storten ook Nederlandse boeren en hobbyisten zich op de wijnbouw. Met onze Porsche 911 reizen we af naar de succesvolste wijnstreek van de Lage Landen: Zuid-Limburg. Tekst en fotografie Tonie Broekhuijsen, m.m.v. Marleen van Rijswick GTO 1 2007 91 GTO0701R18_On the Road_OK.indd 91 05-02-2007 13:42:54

Het wonder van de Nederlandse wijn - RouteYou

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Als wij dan eindelijk de slok wijn de weg van alle wijn laten gaan, dan komt het afscheid, en dan ontplooit zich het wonder van de afdronk, die wij waarnemen met reuk- en smaakzinnen. Die ver-rukkelijke nasmaak die zich ontvouwt, zoals men in Frankrijk

zegt, als een pauwenstaart, en waarin soms weer heel nieuwe smaak-nuances te bespeuren zijn, zoals vaak de hemel zich in vele nuances kleurt nadat de zon al is ondergegaan. En die, net als die kleuren, lang-zaam verdwijnen en verbleken. En dan hebt u waarlijk wijn genoten.” Hallo, bent u daar nog? Nee, wij hebben nog niet te veel gedronken. We moeten nog rijden vandaag. Deze lyrische beschrijving over het genieten van wijn is van de hand van Wina Born. Voor de wat rijperen onder ons bekend als de culinaire specialiste van Nederland in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Wina Born schreef dit in 1977 als slotwoord van een geschenkboekje van wijnhandel Robbers & van den Hoogen uit Arnhem. De lyriek spat ervan af. Zó zouden we graag een verhandeling over een Bugatti willen lezen. En het is ook heel typerend. Wijn, dat dronk niet iedereen. Daar moest je toch voor hebben gereisd, op z’n minst naar Frankrijk of Italië. Of voor hebben doorgeleerd. Rond wijn hing een hoogdravende cultuur die niet paste bij de klompen in de polder. En laten we wel wezen; wijn en Nederland vormen nog steeds geen spreekwoordelijke combinatie. Sinds de introductie van Pinard, de Franse landwijn die grootgrutter Albert Heijn in de jaren zeventig in kartonnetjes aan de man bracht, is de consumptie gestaag gedemocratiseerd en toegenomen. Op het web wemelt het van de clubs, elke slijter biedt z’n eigen cursus aan, en in navolging van Hubrecht Duyker zijn de gidsjes ‘lekkere wijn onder een tientje’ niet meer te tellen. Stel je voor dat je wat moet betalen voor je

Het wonder van de

Nederlandse wijn

De wijnplas in Europa groeit gestaag. Frankrijk en Italië

produceren hectoliters, die men aan de straatstenen niet

kwijt kan. Vanuit de Nieuwe Wereld worden we overspoeld

met goedkopere, smaakvolle alternatieven. Desondanks

storten ook Nederlandse boeren en hobbyisten zich op de

wijnbouw. Met onze Porsche 911 reizen we af naar de

succesvolste wijnstreek van de Lage Landen: Zuid-Limburg.

Tekst en fotografie Tonie Broekhuijsen, m.m.v. Marleen van Rijswick

GTO 1 • 2007 • 91

GTO0701R18_On the Road_OK.indd 91 05-02-2007 13:42:54

92 • 2007 • GTO 1

Nóg een flesje

Nederlanders drinken steeds meer

wijn. Tussen 1995 en 2005 is de

consumptie met maar liefst 28

procent toegenomen van een kleine

13 liter tot 21 liter per hoofd van de

bevolking. De consumptie van bier

nam in diezelfde periode met

9 procent af. Van 86 liter tot 78 liter

per hoofd van de bevolking.

(Bron: CBS)

EN ROUTE I PORSCHE 911 COUPÉ – 1965

GTO0701R18_On the Road_OK.indd 92 05-02-2007 13:45:19

GTO 1 • 2007 • 93

geneugten. In die zin blijven we Hollanders. Wij kopen ook nooit de duurste uitvoering van een auto. Van een echte wijncultuur kun je in Nederland niet spreken. Of vergissen we ons? Komt daar verandering in met de komst van wijn van Nederlandse bodem? Tijd voor een onder-zoek op locatie.

‘Rare draaigevallen’

Voor de afscheidstournee van de zilvergrijze duurtest-Porsche 911 zakken we af naar de succesvolste wijnstreek van Nederland: het Jekerdal in Zuid-Limburg. Maar eerst rijden we even naar het oosten, naar Arnhem. In de stad en op binnenwegen sprinten we met de 130 pk sterke boxer nog menig middenklasser voorbij. In Arnhem is de firma Robbers & Van den Hoogen gevestigd, wijn-verkopers sinds 1842. Hoewel de naam anders doet vermoeden, is de firma sinds 1912 in handen van de familie Donders. Het is halfvier, vrijdagmiddag. Vinoloog Ria Donders schenkt ons in het statige pand aan de Velperweg een glaasje Marquès de Murrieta Gran Reserva 1997. Een wijn van één van de oudste wijngaarden uit de Spaanse Rioja. Geserveerd met wat kaas genieten we van het ‘complexe aroma’ en de ‘volle, rijke smaak’. We volgen hier maar even de folder, want als gewone liefhebbers lopen we tegen de grenzen van onze woorden-schat aan. Eerder die middag hebben we doorgebracht in de oude opslagkelders van de firma, die omgetoverd zijn tot een heus wijn-museum. Daar wordt een uitgebreid overzicht getoond van wijn-productie door de eeuwen heen. De echtgenoot van Ria Donders heeft in de loop der jaren tijdens zijn inkoop- en studiereizen in Frankrijk uniek wijngereedschap, zeldzame flessen en prachtige etiketten verzameld. In de sfeervolle kelders staat het allemaal mooi uitgestald. Zo’n museum verwacht je eerder in de Bourgogne of rond Bordeaux. Een aanrader, dus. Tijdens ons bezoek is er een speciale expositie over het fenomeen ‘kurkentrekkers’. We zien er tientallen. Terecht worden ze in het persbericht van het museum ‘rare draaigevallen’ genoemd. Sommige exemplaren zijn ongetwijfeld bedacht na het drinken van hele vaten wijn.

Een flesje, maar geen doos

We willen van vinoloog en directeur van het wijnmuseum Ria Donders graag weten wat ze van de Nederlandse wijncultuur denkt. En vooral van de Nederlandse wijnen. Het antwoord is even diplomatiek als helder: “De kwaliteit is stijgende, dat is absoluut zo. Je proeft wel dat het uit deze regio komt. Het aantal zonne-uren is hier beduidend lager dan in Zuid-Frankrijk. Dat werkt natuurlijk door in de smaak. Wat ook nog een beetje moeilijk is, is de prijs-kwaliteitverhouding. Uit landen als Argentinië en Chili komen heel volwassen wijnen die prima kunnen concurreren met de scherp geprijsde Franse en Italiaanse wijnen. Neem de wijngaarden van Meindert Pon in Chili. Zijn Salentein Bodega levert kwalitatief geweldige wijnen op. Dat is toch van een ander niveau dan wat je hier aantreft. Het is een beetje folklore, moet je maar denken. Dat maakt het ook tot een leuke combinatie voor wijnliefhebbers uit Nederland; je schenkt een glaasje wijn van eigen bodem. Een flesje neem je ook nog wel mee, maar een doosje doe je toch niet zo gauw.”

Bij het afscheid vraagt ze ons de groeten te doen aan Mathieu Hulst, eigenaar van de wijngaard De Apostelhoeve in Maastricht. “Dat is wel een uitzondering, hoor. Daar is de kwaliteit wel op niveau. En daar hebben ze ook keihard aan gewerkt.” In de stromende regen rijden we naar het zuiden. Dat is niet verstandig op een vrijdagmiddag. Het tempo is zo laag dat we de vijfde versnelling van de Porsche nauwelijks kunnen gebruiken. Met de file mee bereiken we, bijna kruipend, én met ernstig beslagen ruiten, ruim drie uur later onze tijdelijke bestemming, hotel De Zevende Heerlijkheid in Slenaken. Omdat we wat laat zijn, kunnen we in het dorp uitsluitend nog in het oer-Nederlandse hotel-restaurant Berg en Dal een hapje eten. Sommelier Jos vragen we naar een Nederlandse wijn bij het diner. Laat nu net dat laatste flesje door onze buren zijn besteld. Is het wat? Jos beveelt ons het wijnkasteel Genoels-Elderen aan, net over de Belgische grens. Naast de bekende wijngaarden dienen we die wijngaard te bezoeken om er een slokje Chardonnay te proeven. En als we tijd over-hebben, moeten we zeker naar De Wijngaardsberg in Ulestraten. Het klinkt veelbelovend.

Zonnig Limburg

De volgende ochtend staan we voor de poort van Hoeve Nekum, de 400 jaar oude boerderij van de gebroeders Bollen. Math heet ons welkom en leidt ons rond. De gebroeders hebben een gemengd bedrijf, met veeteelt en akkerbouw. Eind jaren zeventig begonnen ze, precies voor de boerderij, met de eerste wijnstokken. In 1988 pakten ze het serieuzer aan. Er werd op de zuidoostelijke helling van de Pietersberg, met uitzicht op De Apostelhoeve, 2,5 hectare beplant met Rivaner, Auxerrois en Riesling. Later kwam daar nog Pinot Noir bij. “Het microklimaat is hier uitzonderlijk goed. We hebben de meeste zonne-uren van Limburg. De bomen lopen hier in het voorjaar veel eerder uit. Voor veeteelt of akkerbouw was dat stukje grond eigenlijk niet echt geschikt. Het is veel te steil. En de grond te schraal. Onder een ander-halve meter dikke laag löss stuit je op harde mergel. Je moet van je nadeel een voordeel maken; die wijnstokken gedijen daar prima. Mijn broer Laurent heeft in die tijd stage gelopen bij een wijnboer in de Elzas. Voor een echte studie hadden wij met de boerderij natuurlijk geen tijd. Specifieke informatie konden we bij het wijnbouwinstituut in Luxemburg krijgen. Het was wel een avontuur. We hebben al onze kennis zodoende bij elkaar gesprokkeld.”

Rampzalig weer in augustus

Het duurde vier jaar voordat de eerste, echte oogst kon worden geplukt. “Je moet geduld hebben. In 1992 hadden we de eerste fatsoenlijke oogst. Dat leverde ongeveer 6.000 flessen op. Inmiddels bottelen we zo’n 20.000 flessen per jaar. Het is nu ook geen hobby meer, het is gewoon onderdeel van de bedrijfsvoering. Hier zit nog toekomst in. Een van de redenen dat we ermee zijn begonnen, is dat het niet gesubsi-dieerd wordt. Dat maakt je minder afhankelijk. In de Achterhoek wordt de wijnbouw met Europese subsidies gestimuleerd. Dat is natuurlijk belachelijk, als je bedenkt dat ze in Frankrijk wijnboeren ondersteunen om ermee op te houden. Rijk word je er niet echt mee. Laatst las ik een mooi citaat van Stuart Walton, een Engelse schrijver, over wijn. ‘How to make a little fortune in wine. Start with a big one’.” Zal 2006 als een goed wijnjaar de geschiedenis ingaan?

‘In de Achterhoek wordt de wijnbouw met Europese subsidies gestimuleerd, terwijl Franse wijnboeren worden ondersteund om ermee op te houden’

Linksboven: Ria Donders, vinoloog en directeur van het Wijnmuseum in Arnhem.

GTO0701R18_On the Road_OK.indd 93 05-02-2007 13:45:36

94 • 2007 • GTO 1

“In augustus 2006 hebben we natuurlijk ongelooflijk veel regen gehad. Dat was niet prettig. De druiven zijn dan al behoorlijk rijp en dus ook kwetsbaar. Gelukkig was het in september een stuk droger. Dus het is allemaal net goed gegaan.”En de kwaliteit? Bij de Nationale Wijnkeuring van 2005 kreeg Hoeve Nekum voor hun Riesling een zilveren medaille. In 2006 vielen ze buiten de prijzen. “De kwaliteit is gewoon goed. Een tijdje geleden hield dagblad De Limburger een proeverij. Daar zat één wijn van ons bij. Driekwart van de proevers vond onze wijn lekkerder dan de gunstig geprijsde Zuid-Afrikaanse wijn. Maar eigenlijk concurreren wij natuurlijk niet met de goedkope wijnen uit de Nieuwe Wereld die nu bij de supermarkt liggen. Die kunnen gewoon tegen erg lage prijzen worden geproduceerd. Onder onze afnemers vind je vooral restaurants en gespecialiseerde slijterijen.”

Chardonnay uit België

Van Ria Donders hebben we de Limburgse Wijnroutekaart meegekregen, een uitgave van de Confrérie des chevaliers du vin Limbourgeois. In Riemst, langs de rijksweg van Maastricht naar Tongeren, vinden we het kasteel Genoels-Elderen, dat uit de tweede helft van de negentiende eeuw stamt. De Nederlandse familie van Rennes, die het kasteel in 1990 kocht, is direct begonnen met het aanleggen van een wijngaard. Joyce van Rennes, vinologe en dochter van de eigenaar, weet ons te vertellen dat op deze plek al sinds de Romeinen wijn werd verbouwd. Ergens in de Napoleontische tijd is die cultuur verloren gegaan. Het verhaal gaat dat Napoleon opdracht zou hebben gegeven om de wijn-gaarden in De Nederlanden te laten vernietigen. Of dat werkelijk klopt, is onduidelijk, maar feit is dat de bloeiende wijncultuur in die tijd uit deze omgeving verdween. De familie Van Rennes startte in 1991 met drie druivensoorten: Auxerrois, Pinot Gris en Pinot Noir. Druivensoorten die zowel in Duitsland, Noord-Frankrijk als Luxemburg goed gedijen. Toch beviel dat niet echt. Al na drie jaar besloot de familie over te stappen op Chardonnay. Een opmerkelijke keuze, want Chardonnay wordt voornamelijk in het zuiden van Frankrijk verbouwd. Joyce van Rennes, die gestudeerd heeft aan de Université du Vin in Suze-La-Rousse in de Bourgogne, bleek zich niet vergist te hebben. De Chardonnay van het kasteel wordt tot in Frankrijk in restaurants geserveerd. De afgelopen vijftien jaar is de wijngaard gestaag uitgedijd. In 1991 begon de familie met de aanplant van 2.350 stokken op 4.500 vier-kante meter. Inmiddels telt de wijngaard van het kasteel zestien hectare. Daar is slechts één hectare Pinot Noir van overgebleven, voor de rode wijn. Naast de Chardonnay produceren de Van Rennes ook diverse soorten eau de vie. Onder het kasteel, dat door de familie Van Rennes daadwerkelijk wordt bewoond, bevinden zich de middeleeuwse kelders, naar verluidt stammend uit de dertiende eeuw. Een indrukwekkende onderaardse opslagplaats. Niet alle wijn wordt hier bewaard, daar is het te klein voor geworden. De wijngaard levert maar liefst 80.000 flessen per jaar. Elders op het landgoed is een nieuwe opslag gebouwd, waar de gisting en rijping plaatsvinden. Met een tas vol Chardonnay en een flesje

De Chardonnay van het kasteel wordt ook in Franse restaurants geserveerd

Wijn op het web

Op internet wemelt het van de wijnsites. De site www.wijngaardeniers-

gilde.nl biedt de meeste informatie over alles wat met wijnbouw in

Nederland te maken heeft. Alle Nederlandse en Belgische wijnboeren

staan op www.dewijnhoek.nl. Wie zelf wat ruimte in de achtertuin

overheeft en een wijngaardje wil beginnen, kan zich melden bij

Viticonsult in Maastricht: www.viti.nl. Het wijnmuseum in Arnhem schetst

een goed beeld van de wijncultuur in de wereld door de eeuwen heen:

www.wijnmuseum.nl. Meer informatie over de bezochte wijngaarden:

www.wijnkasteel.com, www.apostelhoeve.nl, www.hoevenekum.nl.

Foto linksboven: Math Bollen van Hoeve Nekum, nabij Maastricht.Pagina hiernaast: Joyce van Rennes leidt ons rond op Kasteel Genoels-Elderen.

EN ROUTE I PORSCHE 911 COUPÉ – 1965

GTO0701R18_On the Road_OK.indd 94 05-02-2007 13:45:57

Afscheid van de 35-88-ZX

Autorijden als sport; in de 911 uit 1965 die we een jaar lang ‘onze

duurtester’ mochten noemen, weet je na een dagje sturen weer wat het

precies betekent. Op de roodleren stoeltjes voel je elke hobbel van de weg.

Sturen doet de originele Elfer verrassend strak. In de Limburgse heuvels is

het een feest om de auto op toeren door de bochten heen te jagen. Je hebt

slechts 130 pk tot je beschikking, maar met een gewicht van krap 1.100 kilo

kom je meer dan behoorlijk vooruit. En dankzij het fantastische geluid van

de luchtgekoelde boxermotor geeft deze oer-Porsche je nog steeds het

gevoel dat je aan het racen bent. De 220 km/h die de fabriek opgeeft, kun

je er ongetwijfeld mee rijden. Maar eerlijk is eerlijk, voor de verandering

hebben we met deze auto niet op topsnelheid gereden. Uit respect voor de

leeftijd van 40 jaar. Bij 190 km/h hielden we het voor gezien.

Een jaar dat je in een Porsche uit 1965 mag rijden, is een mooi jaar.

De 911 bleek een verrassend makkelijke klassieker te zijn. Gemakkelijk

omdat we er nauwelijks problemen mee hebben gehad. Af en toe wat

olie bijvullen, en daar gingen we weer. Eén keer heeft ondergetekende

op bijstand moeten wachten. Dat was een dag nadat we onze duurtester

hadden opgehaald bij de importeur. De accu bleek niet meer zo fris. Na een

nachtje op straat had het alarm alle stroom weggetrokken. De startmotor

draaide nog even, en toen ging het alarm af. Een nieuwe accu en een

druppelaar deden wonderen. De bagageklep gaf aanvankelijk ook wat

problemen. Tijdens het rijden zag je die op en neer stuiteren. Een nieuw

slot, door de specialisten van Porsche Centrum Gelderland aangebracht,

bleek de remedie. En dan was er nog de gesprongen olieleiding, die door

Michael Siemerink uit IJmuiden werd vervangen. Voor een klassieker niet

écht een indrukwekkende lijst. We hebben wel eens meer panne gehad met

een 40 jaar oude auto, en in een kortere periode.

In het afgelopen jaar hebben we met de Porsche een dikke 10.000

kilometer afgelegd. De reden van dit onnauwkeurige cijfer is dat de

kilometerteller bij ontvangst al gereviseerd diende te worden. We hebben

een poging gedaan om die eerste duizend kilometer te registreren,

maar zoals dat gaat, zijn we de aantekeningen in de loop van het jaar

kwijtgeraakt... Al met al hebben we vooral veel plezier van de auto gehad.

Het is een klassieker die we van harte kunnen aanbevelen. De prijzen van

een originele 911 zijn niet mals. Voor een 911 in goede staat moet je aan

een bedrag van € 40.000 denken. En Wolter Gratama, van Gratama Taxaties,

weet het zeker; in de komende jaren zullen die prijzen alleen maar stijgen.

Over het afscheid kunnen we kort zijn; dat was niet gemakkelijk.

Technische gegevens Porsche 911 Coupé – 1965Motor 6-cil. boxer, luchtgekoeldCilinderinhoud 1.991 ccBoring x slag 80 x 66 mmMaximumvermogen 96 kW/130 pk bij 6.100 tpmMaximumkoppel 178 Nm bij 4.200 tpmTopsnelheid* 210 km/h Aandrijving achterwielenAantal versnellingen 5Wielbasis 2,21 mLengte 4,16 mRemmen schijven rondomGewicht 1.080 kgBouwjaar 1965Productieaantal 4.773* = fabrieksopgave

Died

erik

Kra

tz

GTO0701R18_On the Road_OK.indd 95 05-02-2007 13:46:18

eau de vie reizen we weer terug naar Maastricht, naar de bekendste wijngaard van Nederland, De Apostelhoeve.

Greatest Wine Producer

De Apostelhoeve is tot ver over de landsgrenzen bekend. De Engelse wijnauteur Tom Stevenson plaatst in zijn Wine Report 2006 De Apostelhoeve als eerste in de rubriek Greatest Wine Producers in Nederland, België én, opmerkelijk genoeg, Denemarken. De Pinot-Gris uit 2003 wordt de hemel ingeschreven. Het Franse vakblad La Revue du Vin de France selecteerde de Riesling uit 2004 als één van de beste van vijftig wijnproducenten. Het Italiaanse wijntijdschrift Vini dal Mondo vond de Müller-Thurgau uit 2002 en 2003 vermeldenswaard. De familie Hulst bewoont De Apostelhoeve al vijf generaties. Mathieu Hulst, vierde generatie, heeft het bedrijf van zijn vader Hugo over-genomen. Hij was het die in 1970 een deel van zijn fruitboomgaard rooide voor de aanplant van wijnstokken. Er worden inmiddels vier druivensoorten verbouwd op de 6,5 hectare rondom de hoeve: Müller-Thurgau, Auxerrois, Pinot Gris en een Riesling. Jaarlijks worden er op De Apostelhoeve zo’n 45.000 flessen gebotteld, die hun weg vinden naar de betere restaurants en slijterijen in Nederland, Duitsland en zelfs Frankrijk. Mathieu heeft het erg druk; de oogst is net binnengehaald. Schoondochter Julka gaat ons voor over de wijngaard met een prachtig uitzicht op Maastricht. “We werken bij de pluk voornamelijk met gepensioneerden. ’t Is merkwaardig, maar zij werken het zorgvuldigst. Jongeren gaan al snel klagen. Zij vinden het te zwaar.”Bij gebrek aan een Ecole du Vin in Nederland heeft Mathieu de fruit-teeltschool in Tiel gevolgd. “Bij een wijnboer in de Elzas heeft hij het vak echt geleerd, dat is ook het beste; gewoon in de praktijk. Het is natuurlijk een prachtig vak. Maar je bent er wel het hele jaar mee bezig. Afgelopen jaar waren we met het gezin in Portugal voor twee weken. Na tien dagen wil Mathieu dan het liefst weer terug naar huis. Dan wil hij toch weten hoe het met de druiven staat. Als je die passie niet hebt, houd je het niet vol.” Trots is ze op de nieuwe wijnpers, die onder een afdak achter de hoeve is geïnstalleerd. “Het was een hele investering, maar het komt de kwaliteit van de wijn natuurlijk wel ten goede.”Samen met haar schoonmoeder verzorgt Julka wijnproeverijen. In het proeflokaal schenkt ze ons een Auxerrois, een ‘gewone’ Pinot Gris en een Pinot Gris Barrique, die op vat gerijpt is. Wijnschrijver Hubrecht Duijker is er enthousiast over. De Auxerrois kent ‘nuances van sappig wit fruit, plus een sympathiek klein zoetje en zachte zuren’. De Pinot Gris roemt hij als ‘een verrassend geslaagde wijn’. De Müller-Thurgau en de Riesling laten we maar even voor wat ze zijn. Al is het een klein stukje, we moeten met de Porsche nog wel heelhuids naar het hotel. We nemen voor thuis gewoon een doosje mee. Meditatief moment

Op zondagmorgen rijden we over de binnenwegen naar Valkenburg. Dat dit gebied al tientallen jaren het meest toeristische stukje Nederland is, wordt meteen duidelijk. We rijden in colonne en staan voortdurend op de rem om groepen fietsers en wandelaars te laten voorgaan. Zonde! Wat zou je hier een geweldige rally kunnen organiseren, mijmeren we. We vinden het niet vervelend om ons heil een stukje noordelijker te zoeken, in Ulestraten. Onaangekondigd bezoeken we De Wijngaardsberg. Vanuit de Porsche bellen we op de binnenplaats naar eigenaar Wim

Horsmans. “U zit zeker in die grijze Porsche.” Wim Horsmans heeft er geen moeite mee. Zijn vrouw is een dagje op familiebezoek en hij heeft alle tijd voor een rondleiding. Wim is van origine fruitteler. Net als de gebroeders Bollen heeft hij een gemengd bedrijf. In 2002 rooide hij 0,6 hectare appel- en perenbomen om er wijnstokken Auxerrois en Pinot Gris aan te planten.

Ideale ligging

“Er bestaat inderdaad geen mooiere naam voor een wijngaard. Die naam, De Wijngaardsberg, is al heel oud. Rond het jaar 1000 wordt er in geschriften van de Abdij van Reims al melding gemaakt van wijnbouw in de omgeving van Meerssen. De ligging is ideaal. De Wijngaardsberg ligt op het zuidoosten. Hier bestaat de ondergrond uit löss, met daar-onder een kiezellaag en tot slot het Limburgse mergel. In de Champagne, de Elzas en rond de Moezel vind je dezelfde bodemstructuur. Het grappige is dat het van begin af aan al goed gaat. We hebben meteen in 2003 een oorkonde gekregen van de Confrérie des Chevaliers du Vin Limbourgeois, dat is natuurlijk uitzonderlijk na een eerste oogst. Misschien gaat het me beter af dan anderen omdat ik al jaren met fruit bezig ben. Ik weet het niet. Het is een andere plant, maar uiteindelijk ben je er net zo intensief mee bezig. In het voor- en najaar ontbladeren, zoeken naar meeldauw, dat is een soort ‘rot’ waar we afgelopen jaar gelukkig weinig last van hadden. Het is prettig om hier op een zondag-ochtend tussen de stokken door te lopen; een soort meditatief moment. Mijn vrouw en ik genieten daarvan. En je hebt toch een prachtig uitzicht. Ik ben natuurlijk wat ouder, de 65 jaar al gepasseerd, dus ik doe het vooral uit liefhebberij. Uiteindelijk produceren we 3.500 flessen per jaar, daar kun je natuurlijk niet van leven. Maar mensen vinden onze wijn wel erg lekker, ja.”Op de achterbank van de 911 rammelen de flessen die we tijdens de tocht voor onze eigen wijnkelder hebben verzameld. Met dromen in het hoofd over een eigen wijngaard rijden we de Porsche naar huis. Thuis gekomen ontkurken we in de daarop volgende weken de ene na de andere fles. We zijn geen grote kenners, maar we worden keer op keer aangenaam verrast. Als je van frisse, witte wijnen houdt, is Zuid-Limburg the place to be. Feitelijk, weten we nu, gaat het in Nederland niet om een nieuwe wijncultuur, maar om een hernieuwde kennismaking. En wie weet, wordt het nog wat met de Nederlandse wijnbouw. De voortekenen zijn goed. Zeker met al die warme zomers die ons volgens de klimatologen nog te wachten staan. 2

‘Het is heerlijk om op zondagmorgen tussen de wijnstokken door te lopen; een soort meditatief moment’

Pagina hiernaast, bovenaan: Julka Hulst en haar schoonmoeder van De Apostelhoeve. Onderaan: Wim Horsmans van De Wijngaardsberg in Ulestraten toont ons zijn wijnranken.

Hotel de Zevende Heerlijkheid

Als uitvalsbasis voor het weekend in Limburg maakten we gebruik van de gastvrijheid van

hotel De Zevende Heerlijkheid, een klein familiehotel aan de Grensweg in Slenaken.

De eigenaren hebben drie restaurants in Luzern gehad, alvorens in Slenaken neer te

strijken. Gastheer Urs-Viktor Müller is een buitengewoon begenadigd kok, die ons en de

overige hotelgasten op zaterdagavond een geweldig diner voorschotelt. Samen met hun

twee geadopteerde dochters runt gastvrouw Irene Müller-Franssen, afkomstig uit Heerlen,

het driesterrenhotel. Meer informatie: www.zevendeheerlijkheid.nl.

96 • 2007 • GTO 1

GTO0701R18_On the Road_OK.indd 96 05-02-2007 13:46:41

GTO 1 • 2007 • 97

PORSCHE 911 COUPÉ – 1965 I EN ROUTE

GTO0701R18_On the Road_OK.indd 97 06-02-2007 13:45:17