4
Heerlen is een stad van jonge en eigentijdse architectuur, van modern en design, van experimentele kunst en cultuur, van stedelijkheid en tegelijkertijd groen. HEERLEN VAN DORP TOT STAD Rond het jaar nul ontstond tijdens het Romeinse rijk op het kruispunt van de doorgaande wegen van Keulen naar Boulogne sûr Mer en van Xanten naar Trier een nederzetting met de naam Corioval- lum. In de Romeinse hoogtijdagen (2e eeuw na Christus) telde Heerlen zo’n 1000 - 1500 inwoners. Heerlen was toen een marktplaats voor agrarische producten, vooral graan en voor het inheemse aardewerk dat naar ver buiten onze grenzen werd geëxporteerd. De overblijfselen van het badhuis uit de 1e eeuw na Christus die opmerkelijk in tact zijn gebleven zijn nog steeds te bewonderen in het Ther- menmuseum. In 1890 was Heerlen een dorp met amper 5.000 inwoners. In 1965 waren dit er 75.000! Deze groei is vooral te danken aan de mijnbouw. In 1899 werd de eerste steenkool naar boven gehaald. De bloei van de mijnbouw duurde 75 jaar; in 1974 werd de Heerlense Oranje Nassaumijn samen met vele andere mijnen gesloten. Tot twee jaar voor de mijnsluiting waren Heerlen, Amster- dam en Rotterdam de meest welvarende steden van Nederland. Maar de mijnbouwterreinen werden gesaneerd en een groot deel van de mijngebouwen kwam onder de sloophamer terecht. De stad ontdeed zich in hoog tempo van haar karakter van mijnbouwstad. GLASPALEIS Het voormalige Modehuis Schunck, in de volks- mond Glaspaleis genoemd, is een meesterwerk van Peutz. Opdrachtgever Peter Schunck wilde een groot winkelhuis realiseren, geïnspireerd door het grote Franse warenhuis Decré in Nantes. Het gebouw bestaat uit twee kelder- verdiepingen, vier verdiepingen (oorspronkelijk voor de verkoop) en twee verdiepingen op het dak,waar de familie Schunck vroeger woonde. Het geheel steunt op een constructie van de voor Peutz karakteristieke paddenstoelkolom- men en betonnen vloerplaten. Daaromheen staat de glasgevel die de vloerplaten een halve meter vrij laat. Dat was toen een bouwkundig unicum. Hierdoor ontstaat een optimale winst aan licht en ventilatie. Het Glaspaleis is één van de duizend gebouwen uit de vorige eeuw die door de Union of International Architects op de lijst van topmonumenten is geplaatst. Daarvan zijn er dertien in Nederland, zoals de Beurs van Berlage in Amsterdam, de Van Nelle-fabriek in Rotterdam en het Rietveld-Schröderhuis in Utrecht. Op dit moment biedt het Glaspaleis huisvesting aan de muziekschool, bibliotheek, stadsgalerij, filmhuis en het architectuurcentrum Vitruvianum. De bovenste twee verdiepingen zijn voorzien van terrassen en een restaurant. Ga met de rug naar het Glaspaleis staan. Steek links schuin de Bongerd over en ga rechtsaf de Saroleastraat in. SAROLEASTRAAT De bebouwing van de Saroleastraat (ofwel de ‘Sarool’) dateert uit de periode 1907-1930. In de jaren zeventig kregen de winkeliers een premie voor het moderniseren van hun winkelpui. Voor een architectonische blik dient u dan ook een meter of drie omhoog te kijken. Sla daarbij vooral huisnummer 30 niet over! Op huisnum- mer 65,waar nu Modehuis Hélène is gevestigd, lag voorheen Spaarbank St. Pancratius naar ontwerp van Peutz. In de eertijds prominente en deftige winkelstraat heeft Peutz tussen 1925 en 1952 een aantal bestaande winkelpanden verbouwd. Spaarbank St. Pancratius was geheel van zijn hand, echter is alleen nog het bovenste deel van de vlakke gevel, met de regelmatige ramen, het enige wat nog resteert van het origineel ontwerp. Opvallend is het contrast met de naast gelegen hoge en smalle huizen met vele kenmerken van verschillende bouwstijlen en stromingen. Aan het einde van de Saroleastraat ziet u aan de linkerkant het Royal Theater, ooit de grootste en meest moderne bioscoop van Nederland. ROYAL THEATER Het Royal Theater verrees in opdracht van de ge- broeders Van Bergen. De bioscoop is gebouwd op een wigvormig reststuk grond, overgebleven na de aanleg van het spoor. Typisch is de ronde frontgevel met een schijnbaar open wand, met reeksen gekoppelde stalen vensters in de voor- gevel. De ingang volgt de curve van het front, een golvende belijning die ook in de trappen- STADSWANDELING HEERLEN Het glaspaleis en de Pancratiuskerk Startpunt: De route start bij het Glaspaleis, gelegen op de Bongerd (marktplein). Lengte: 2 km / 4 km D’r koeph

StadSWaNdELING - RouteYou

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: StadSWaNdELING - RouteYou

Heerlen is een stad van jonge

en eigentijdse architectuur,

van modern en design, van

experimentele kunst en

cultuur, van stedelijkheid

en tegelijkertijd groen.

Heerlen van dorp tot stadRond het jaar nul ontstond tijdens het Romeinse rijk op het kruispunt van de doorgaande wegen van Keulen naar Boulogne sûr Mer en van Xanten naar Trier een nederzetting met de naam Corioval-lum. In de Romeinse hoogtijdagen (2e eeuw na Christus) telde Heerlen zo’n 1000 - 1500 inwoners. Heerlen was toen een marktplaats voor agrarische producten, vooral graan en voor het inheemse aardewerk dat naar ver buiten onze grenzen werd geëxporteerd. De overblijfselen van het badhuis uit de 1e eeuw na Christus die opmerkelijk in tact zijn gebleven zijn nog steeds te bewonderen in het Ther-menmuseum. In 1890 was Heerlen een dorp met amper 5.000 inwoners. In 1965 waren dit er 75.000! Deze groei is vooral te danken aan de mijnbouw. In 1899 werd de eerste steenkool naar boven gehaald.

De bloei van de mijnbouw duurde 75 jaar; in 1974 werd de Heerlense Oranje Nassaumijn samen met vele andere mijnen gesloten. Tot twee jaar voor de mijnsluiting waren Heerlen, Amster-dam en Rotterdam de meest welvarende steden van Nederland. Maar de mijnbouw terreinen werden gesaneerd en een groot deel van de mijn gebouwen kwam onder de sloophamer terecht. De stad ontdeed zich in hoog tempo van haar karakter van mijnbouwstad.

GlaspaleIsHet voormalige Modehuis Schunck, in de volks-mond Glaspaleis genoemd, is een meesterwerk van Peutz. Opdrachtgever Peter Schunck wilde een groot winkelhuis realiseren, geïnspireerd door het grote Franse warenhuis Decré in Nantes. Het gebouw bestaat uit twee kelder-verdiepingen, vier verdiepingen (oorspronkelijk voor de verkoop) en twee verdiepingen op het dak,waar de familie Schunck vroeger woonde. Het geheel steunt op een constructie van de voor Peutz karakteristieke paddenstoelkolom-men en betonnen vloerplaten. Daaromheen staat de glasgevel die de vloerplaten een halve meter vrij laat. Dat was toen een bouwkundig unicum. Hierdoor ontstaat een optimale winst aan licht en ventilatie. Het Glaspaleis is één van de duizend gebouwen uit de vorige eeuw die door de Union of International Architects op de lijst van topmonumenten is geplaatst. Daarvan zijn er dertien in Nederland, zoals de Beurs van Berlage in Amsterdam, de Van Nelle-fabriek in Rotterdam en het Rietveld-Schröderhuis in Utrecht. Op dit moment biedt het Glaspaleis huisvesting aan de muziekschool, bibliotheek, stadsgalerij, filmhuis en het architectuurcentrum Vitruvianum. De bovenste twee verdiepingen zijn voorzien van terrassen en een restaurant.

Ga met de rug naar het Glaspaleis staan. Steek links schuin de Bongerd over en ga rechtsaf de Saroleastraat in.

saroleastraatDe bebouwing van de Saroleastraat (ofwel de ‘Sarool’) dateert uit de periode 1907-1930. In de jaren zeventig kregen de winkeliers een premie voor het moderniseren van hun winkelpui. Voor een architectonische blik dient u dan ookeen meter of drie omhoog te kijken. Sla daarbij vooral huisnummer 30 niet over! Op huisnum-mer 65,waar nu Modehuis Hélène is gevestigd, lag voorheen Spaarbank St. Pancratius naar ontwerp van Peutz. In de eertijds prominente en deftige winkelstraat heeft Peutz tussen 1925 en 1952 een aantal bestaande winkelpanden verbouwd. Spaarbank St. Pancratius was geheel van zijn hand, echter is alleen nog het bovenste deel van de vlakke gevel, met de regelmatige ramen, het enige wat nog resteert van het origineel ontwerp. Opvallend is het contrast met de naast gelegen hoge en smalle huizen met vele kenmerken van verschillende bouwstijlen en stromingen.

Aan het einde van de Saroleastraat ziet u aan de linkerkant het Royal Theater, ooit de grootste en meest moderne bioscoop van Nederland.

royal tHeaterHet Royal Theater verrees in opdracht van de ge-broeders Van Bergen. De bioscoop is gebouwd op een wigvormig reststuk grond, overgebleven na de aanleg van het spoor. Typisch is de ronde frontgevel met een schij nbaar open wand, met reeksen gekoppelde stalen vensters in de voor-gevel. De ingang volgt de curve van het front, een golvende belijning die ook in de trappen-

StadSWaNdELINGHEErLEN

Het glaspaleis en de Pancratiuskerk

startpunt: De route start bij het Glaspaleis, gelegen op de Bongerd (marktplein).lengte: 2 km / 4 km

D’r koeph

Page 2: StadSWaNdELING - RouteYou

huizen, gangen en foyers wordt voortgezet. Het theater werd in twintig weken tijd uit de grond gestampt; de eerste voorstelling, de film ‘Moederlied’, vond plaats op 29 januari 1938. De grote zaal had ooit 1018 zitplaatsen en was daarmee de grootste bioscoop van Nederland. Jarenlang behoorde de bioscoop bovendien tot de modernste van Nederland. In 1957 gaven de gebroeders Van Bergen de opdracht om een kleine bioscoopzaal (Rivoli) bij te bouwen. De schuin geplaatste ingang van deze zaal kreeg een blikvanger van kleurige lichtbalken.

Loop verder met het Royal Theater en Rivoli aan uw linkerhand. Ga vervolgens linksaf de Geer-straat in. U loopt nu over de kantorenboulevard van Heerlen. Blijf deze weg volgen totdat u aan uw rechterzijde het Burgemeester van Gruns ven-plein ziet. Op dit plein bevindt zich het Theater Heerlen. Steek rechts het zebrapad over en loop het Burgemeester van Grunsvenplein op.

royal tHeaterOmdat het oude theater aan de andere kant van het Heerlense centrum, niet meer voldeed, werd er in 1958 vergunning verleend voor de bouw van een nieuwe schouwburg aan het Burgemeester van Grunsvenplein. Architect Frits Peutz leverde opnieuw een meesterwerk af. Het theater heeft een aluminium gevelconstructie met glasvulling. Het verticale overheerst daarbij, als tegenwicht voor de horizontale lijnen van de omliggende flats. De inspringende, donker gehouden benedenzone is hier mede verant-woordelijk voor. Vanaf 2005 heeft het theater een grondige restauratie en modernisering ondergaan, die in het voorjaar van 2007 werd afgerond.

Met uw rug richting Theater Heerlen steekt u het plein schuin naar rechts over. Loop vervolgens rechts de Kruisstraat in en loop door tot aan de rotonde. Hier ziet u links het Thermenmuseum.

tHermenmuseumHet Thermenmuseum huisvest de blootgelegde fundamenten van een Romeins badhuis uit de 2de eeuw na Christus. Bij bouwwerkzaamheden in 1940 werden de restanten ontdekt van een opmerkelijk groot Romeins badhuis uit de 1e eeuw na Christus. In het Latijn: Thermae. Het complex bestond uit een ingangshal, verschil-lende koud- en warmwaterbaden, een verwar-mingssysteem, een openluchtbad en een sport-veld. Mogelijk zijn er ook winkeltjes geweest. Het badhuis werd bezocht door de inwo ners van het dorp Coriovallum, maar ook door reizigers, handelaren en soldaten.Het Thermen-museum werd ontworpen door P. en J. Peutz, zonen van de eerder genoemde Frits Peutz. Voor het museum staat de sculptuur ‘de Grif-fioen’ van Gerard Hali (1987, staal). Een griffioen is een gevleugeld fabeldier met het bovenlijf van een adelaar, de oren van een paard en het onderlijf van een leeuw. De god Apollo werd altijd met een griffioen afgebeeld.

Ga bij de rotonde schuin rechts de Schoolstraat in naar het Burgemeester de Hesseleplein.

BurGemeester de HesselepleInDit plein en naast gelegen Technische School zijn een ontwerp van de architect J. Stuyt. Stuyt was in de periode 1911-1925 in deze regio vooral actief in de volkswoning bouw ten behoeve van de opkomende mijnindustrie. De Heerlense wijk Molenberg is daar een voorbeeld van. Daar-naast heeft hij in Heerlen vele markante par-ticuliere en openbare gebouwen ontworpen. Als aanhanger van de tuinstadbeweging kreeg een nieuwe wijk veel openbaar groen in de vorm van een centraal plein, hadden de huizen tuinen en waren er sociale voor-zieningen zoals een school, kerk, winkel en badhuis. Het Burgemeester de Hesseleplein is hiervan dan ook een goed voorbeeld.

tecHnIscHe scHoolDe belangrijkste materialen die tijdens de bouw van de Technische School werden gebruikt, zijn baksteen en natuursteen in speklagen. Tot 1930 werd de school een aantal keren uitgebreid. Ook al is het gebouw in verschillende fasen gebouwd, toch heeft Stuyt van meet af aan het huidige resultaat voor ogen gehad, met gelijke L-vormige delen, links en rechts van een markante hoofdas. Het hekwerk met daarin de symbolen van de verschillende ambachten da-teert uit 1927 en is gemaakt door leerlingen. De ornamenten in het hekwerk verwijzen naar de verschillende opleidingen. Bij de laatste uitbrei-ding van 1929-1930 werd de gevel doorgetrok-ken tot het puntdak. Ook kwam toen pas de gevelversiering met de aanduiding A(nno) 1913 D(omini) 1913. Na een grote brand in 1996 is het gebouw gerestaureerd en verhoogd met een in glas uitgevoerde verdieping. Het huis aan het plein op nr. 25, werd in 1917 gebouwd en was de directeurswoning. De speklagen van zand- en hardsteen zijn mogelijk van de Technische School afgeleid.

Vanaf het Burgemeester de Hesseleplein loopt u linksaf via de Deken Nicolayestraat rechtdoor, richting het Tempsplein.

tempspleInWaneer u rechtsom rondom het plein loopt,dan komt u het volgende tegen:

1. de woonhuizen tempsplein 18-22, ds Jongeneelstraat 2-4 en deken nico-laijestraat 1-3 uit 1927, architect J.m. van Hardeveld. Deze woningen hebben diverse kenmerken van de Amsterdamse School (bouw-kunst stijl): de gevels hebben een horizontale verdeling en een brede houten gevellijst. Het torentje in de hoek is het enige verticale element. Het dient als schoorsteen voor nr. 19 en nr. 20, maar is tevens een decoratief element. De platte

daken komen voort uit de kubistische opvattingen.

2. protestantse Kerk, 1931, architecten J. en th. stuivinga. De kerk heeft een kruis-vormige plattegrond met vier gelijke armen onder vier hoge zadeldaken. De vierkante toren heeft ook een zadeldak. De ingang wordt gevormd door drie spitsbogen met het jaartal 1931. Het interieur heeft een T-vormige plat-tegrond. Het spitsvormige plafond heeft een betimmering van Zweeds grenen delen met ribben ondersteund door kleine consoles. De pastorie of kosterswoning, met spits-boogvormige houten zijdeur en rechthoekige houten glas-in-loodramen, is gelijk met de kerk gebouwd in dezelfde traditionele stijl als de kerk. In het middendeel van de frontgevel zit een gevelsteen met de jaaraanduiding.

3. tempsplein 10, voormalige openbare Bibliotheek, 1917, architecten J. pauw en J.m. van Hardeveld. Op 10 januari 1914 werden de statuten van de vereniging ‘Heerlensche Roomsch Katholieke Open-bare Leeszaal en Bibliotheek’ goedgekeurd. Daarmee was de eerste openbare leeszaal en bibliotheek in onze provincie een feit. Oorspronkelijk ondergebracht in het Pancra-tiushoes (Nobelstraat), werd de toeloop al snel zo groot dat een eigen gebouw noodzakelijk werd. Er werd een prijsvraag uitgeschreven onder architecten in Nederland. Van de in totaal 91 inzendingen werd het ontwerp van Pauw en Hardeveld gekozen. Het is gebouwd volgens de kenmerken van de Amsterdamse School. In tegenstelling tot de huizen aan de overkant is hier echter sprake van een verticale gevelverdeling. De middenpartij waar de directeurswoning was, komt als apart woonblok naar voren zonder de samenhang met het pand te verliezen. De bibliotheek is in 1994 verbouwd tot zes appartementen.

Page 3: StadSWaNdELING - RouteYou

4. Kapelaan Berixstraat 10: voormalige volks- en schoolbad, 1922, architect J.Wielders. Steeds meer werd duidelijk dat een goede hygiëne van groot belang was voor de volksgezondheid. Echter niet in ieder huis werd in de eerste helft van de 20ste eeuw een badkamer gebouwd. Mensen werden daarom verwezen naar openbare badgebouwen, die in Nederland nog tot in de jaren zestig in de grote steden in gebruik zijn geweest. In Heerlen kreeg architectWielders de opdracht een dergelijk badhuis te bouwen. In zijn ontwerp zocht hij aansluiting met de bebouwing in de omgeving en zo heeft ook hij zich laten inspireren door de Amsterdamse School,waarvan de rondingen, de ornamenten, de bijzonder fraaie deuren en het verticale maar functieloze pannendak getuigen. Het gebouw voorzag destijds in acht douche-cabines en twee ligbaden voor volwassenen. Aan de achterzijde lag een achthoekig badhuis met 24 douchecabines voor schoolkinderen. De badmeester woonde op de eerste verdieping.

Als u het Tempsplein rechtsom bent rondgelo-pen, gaat u de laatste weg, de Raadhuisstraat, rechtsaf richting het stadhuis.

stadHuIsHet stadhuis,waarvan de bouw vertraagd werd door de oorlog, ontstond pas na honderd ontwerpschetsen. Het is een blokvormig gebouw, met uitzondering van de burge-meesterskamer rechts. Deze is rond. Het representatieve en administratieve gedeelte van het stadhuis zijn gegroepeerd rond een centrale hal met elk een eigen entree in de kopgevel. De Dorische zuilen aan de gevel links grenzend aan de Raadhuisstraat, zijn een verwijzing naar het Romeinse verleden van Heerlen. Net als de ‘Coriovallumzuil’ (marmer) van Gerard Hali op de hoek van de Raadhuisstraat en de Corioval-lumstraat. De zuil markeert het kruispunt van vier doorgaande Romeinse heerwegen, de

oorsprong van Heerlen. Rechts naast het stad-huis staat ‘De archeologische puzzel’ van Tine van de Weyer (1987, hardsteen). Deze creatie is opgebouwd uit brokken van de hardstenen gevel van het voormalige arbeidsbureau aan de Geleenstraat, dat in 1984 gesloopt werd ten behoeve van de bouw van een parkeergarage.

Loop nu naar rechts de Dr. Poelsstraat in tot de rotonde. Hier kunt u de wandeling inkorten. In dat geval loopt u links de Akerstraat in richting het Pancratiusplein. U ziet hier de St. Pancra-tiuskerk en als u links om de kerk loopt, de Schelmentoren. Voor de uitgebreide wandeling gaat u bij de rotonde rechts de Akerstraat in, steek hier na ongeveer honderd meter de weg over. U bent nu bij de Algemene Begraafplaats.

alGemene BeGraafplaatsOp de langgerekte begraafplaats, uit 1821, staat een eenzijdig gesloten Neoclassicistische grafkapel. Baron de Loë van Terworm liet dit familiegraf in 1848 bouwen voor zijn overleden vrouw. Het timpaan boven de ingang toont het alliantiewapen van de families De Loë-Van Boeselager. In de kapel bevinden zich verschil-lende grafkruisen (1558-1726) en drie van Kasteel Terworm afkomstige rouwborden (1771, 1775 en 1847). Openingstijden dagelijks van 9.00-16.00 uur. Links van de Algemene Be-graafplaats ligt de in 1900 ingewijde Israëlische begraafplaats. Een gedenkplaat herinnert aan de in de Tweede Wereldoorlog weggevoerde joodse inwoners van Heerlen. Tussen de beide begraafplaatsen staat aan de Akerstraat de Ge-dachteniskapel voor de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog. Deze smalle achtzijdige kapel met hoge betonnen lantaarn kwam in 1961 tot stand naar ontwerp van Frits Peutz. De grote glas-in-loodvensters zijn vervaardigd door E. Laudy.

Loop via de Akerstraat weer terug tot de rotonde en loop rechtsaf de Putgraaf in.

pIetersHofWaar nu de Cityflat staat,was in 1896 het Maria­bad. In dit gebouw was de vrouwenafdeling gevestigd van het waterkuuroord volgens de methode van pastoor Kneipp, van de nu nog steeds bekende geneeskrachtige kruiden, uit Wörishofen in Beieren. Broeder Aloysius van de congregatie van mgr. Savelberg, de begaafde leerling van pastoor Kneipp, werd hier directeur. Het waterkuuroord voor de mannen bevond zich in het klooster dat tussen Putgraaf en de Gasthuisstraat lag, de vroegere Kneippinrichting. Het klooster is verbouwd tot appartementen en heet nu Pietershof. Op het terrein van de Kneip-pinrichting bevonden zich diverse gebouw en en daartussen kruidentuinen en kassen. Broeder Aloysius had een enorme ervaring met het gebruik van bloemen en planten. In januari 1901 verscheen zijn boek ‘Troost der Zieken’, dat een beschrijving geeft van zo’n 450 ziekten en kwalen. Met een verwijzing naar ruim 300 ge-neeskrachtige planten adviseerde hij de lezers. Met het vertrek van broeder Aloysius in 1917 kwam er een einde aan de periode ‘Heerlen Kuuroord’. De vooruitgang in de geneeskunst en de opkomst van de mijnindustrie waren daar debet aan.

Loop de Putgraaf af, steek rechtdoor de Groene Boord over en ga via het pad langs de Piramide en tussen het monument ‘2000 jaar Tongeren’ van Raf Verjans, (1987, beton) door.

aamBosAambos is waarschijn-lijk afgeleid van de naam Aumbos. Dit betekent ‘oud bos’. Er zijn echter

ook deskundigen die van mening zijn dat de naam afkomstig is van ‘Am Busch’. Op het pad richting Aambos loopt u tussen het monument ‘2000 jaar Tongeren’ van Raf Verjans, (1987, beton) door. Ter gelegenheid van het 2000-jarig bestaan van Tongeren (België), ontvingen alle Europese steden die net als Tongeren een Romeins verleden hebben, eenzelfde kunst-werk. U gaat nu niet het Aambos in, maar slaat linksaf. Via het voetpad komt u in de Gasthuis-straat. Rechts ligt het klooster van de congrega-tie van de Kleine Zusters van de H. Joseph. Dit klooster, gebouwd in 1897-1899 is ontworpen door architect A. van Beers. Het werd opgezet als nieuw moederhuis annex waterkuuroord voor welgestelde dames. Onder leiding van broeder Aloysius onderging men een Kneipp-kuur in het sanatorium ‘St.Josephs Heilbron’. Hiertoe werd ook een park rond het klooster aangelegd. De kapel werd in 1919 gebouwd naar een ontwerp van J. Seelen, met vele elementen van de late gotiek.

Loop de Gasthuisstraat naar beneden en steek de Groene Boord weer over. Vervolgens gaat u rechtdoor over de Gasthuisstraat, Aan het einde van de straat ziet u links weer een kapel en kerk.

Pancratiusplein

Page 4: StadSWaNdELING - RouteYou

Deze horen bij het Savelbergklooster. Aan het einde van de gasthuisstraat gaat u rechtsaf richting de Bongerd.

de nIeuWe norPoppodium De Nieuwe Nor is gevestigd in één van de oudste zaken van Heerlen: IJzerhandel en Constructiewerkplaats van de gebroeders Schmitz. Het bedrijf was meer dan 150 jaar in handen van vier opeenvolgende genera-ties Schmitz. Het pand heeft een interessante trapgevel, met treden die lijken op kantelen met schietgaten. De gevel heeft veel ornamenten en versnijdingen met ambachtelijke baksteen-details, raamdorpels, togen en lijsten die ken-merkend zijn voor de neorenaissancestijl. In de topgevel zitten drie vensters met rondbogen. In de boogvelden en borstweringen zijn metselmo-zaïeken toegepast met versieringen van ineen-gevlochten bakstenen in keperverband. Verder zijn de koppen in de lijsten iets uitgemetseld (muizentand). De groen geglazuurde bakstenen geven een bijzondere uitstraling aan dit pand. Het getuigt van respect voor de geschiedenis dat de authentieke belettering ondanks de functiewijziging is blijven zitten.

Voor u via de trappen aan de Bongerd links naar de Schelmentoren op het Pancratiusplein gaat, ziet u rechts een groot (grijs) pand dat dienst doet als hotel. Het Amrath Hotel uit

1920, architecten J. Pauw en J.M. van Hardeveld Het voorma-lige Grand Hotel heeft een sym-metrische gevel. De uitstekende delen naast de ingang en de daarin verwerkte houten ‘zuilen’ dienen enkel en alleen als deco-ratie. De beschildering verstoort het effect van de specifieke baksteenarchitectuur van de Amsterdamse School.

pancratIuspleIn & scHelmentorenAan het Pancratiusplein liggen de Schelmen-toren en de Pancratiuskerk. De Schelmen- of Gevangentoren uit 1225 was de woontoren van de graven Are en Hochstaden uit het Rijnland, die op dat moment Heer van Herle waren. Aan drie zijden zijn schietgaten aangebracht ter verdediging van het fort. Rechts van de toren kunt u via een aangebouwd trappenhuis de drie etages bereiken. Op de bovenste etage zijn nog drie gevangeniscellen bewaard gebleven. Hier werden bendeleden van de Bokkerijders (1762-1766) opgesloten. Op de tweede ver-dieping was de schepenkamer, van waaruit het college van schout en schepenen (rechtszaal en raadzaal) Heerlen bestuurden. Voor de Schelmentoren staat het beeld ‘D’r Koehp va Heële’ (ofwel: ‘Jacob uit Heerlen’) door Vera van Hasselt (1971, brons). Volgens de overlevering diende ‘Der Koeph’ in het leger van Napeolon en raakte hij bevriend met de keizer. Terug in Heerlen werd hij beroemd door zijn avontuurlijke verhalen. De dialectschrijver Mathieu Kessels heeft hierover een geestig boekje geschreven. Loop nu linksom de kerk naar de andere kant van het Pancratiusplein. Voordat u het Pancra-tiusplein oploopt, ziet u aan uw rechterhand de achterzijde van het Glaspaleis. Op het Pancratiusplein ziet u nu de voorzijde van de St. Pancratiuskerk.

st. pancratIusKerKDe St. Pancratiuskerk is een Romaanse kerk uit het begin van de 12de eeuw. De toren is gebouwd in 1394 en diende als vestingtoren ter verdediging en versterking. De schietgaten zijn nog te zien. De kerk stond in het midden van een ovaal terrein omgeven door een walmuur,waar omheen een brede gracht was aangelegd. Tijdens een recente herinrichting van het plein zijn de contouren van de gracht en walmuur gemarkeerd met bestrating en blauwe lampen in de grond. Uit historische bronnen blijkt dat Heerlen al vóór 1225 een castrum ofwel

versterking was met wellicht de oudste stadswal van Nederland. Het torentje rechts is in 1862 aangebouwd en verving de houten trap die toegang gaf tot de eerste verdieping. Het eerste deel van de kerk is middeleeuws, het transept (dwarspand) met vieringtoren, het priesterkoor en de sacristie zijn van de vorige eeuw. Op het plein zijn ook het Grandcafé en Restaurant ‘Op-pidom’ en de brouwerij ‘De Romein’ gevestigd. In 1318 werd Heerlen aangeduid als ‘Oppidum’, ‘versterkte plaats’. De Latijnse term ‘Oppidum’ werd in die tijd ook gebruikt voor een (kleine) stad met ommuring.

Tempsplein