4
‘De Vlucht- kerk is een godswon- der, dui- zend keer mooier dan ik ooit durfde dromen’ 08

Inger van Nes

  • Upload
    volzin

  • View
    230

  • Download
    2

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Domweg gelukkig in Vluchtkerk

Citation preview

Page 1: Inger van Nes

‘De Vlucht-kerk is een godswon-der, dui-zend keer mooier dan ik ooit durfde dromen’

08

470379.indd 2 7-1-2013 14:08:11

Page 2: Inger van Nes

✽interviewDe generatie van Inger van Nes

Tekst: Jan van Hooydonk Beeld: Michael Galiart

‘Wij geven mensen rust, blijdschap, leven’

Weer in de boeken duiken of toch maar in mantelpakje naar de ABN-AMRO? Theologe Inger van Nes (26), expert ‘kerk, stad en twintigers’, wilde zich juist op de toekomst gaan bezinnen toen de Vluchtkerk haar riep. “Whamm, we gaan iets doen!”

Inger van Nes : “Jongeren zijn op zoek naar saamhorigheid, naar zin in hun leven. Ze willen nodig zijn. Zorg-dragen voor mensen die het in de maatschappij slecht getroffen hebben,

is voor dat gevoel extreem belangrijk. Dat was altijd al mijn theoretische idee, maar nu zie ik het in de Vluchtkerk (zie p. 12 e.v., JvH) gebeuren. Een godswon-der is het, nog duizend keer mooier dan ik ooit had kunnen dromen. Geen eind-rapport, geen afscheidsreceptie, maar de Vluchtkerk. Een mooiere afsluiting van twee jaar werken voor de Protestantse Kerk Amsterdam als kwartiermaker voor twintigers kan ik me niet voorstellen. Eindelijk kan ik eens gewoon zelf lekker doen. De Vluchtkerk biedt ‘valse hoop’, zeggen onze tegenstanders. Maar om met de woorden van Obama te spreken: ‘There is nothing false about hope’. Wij geven mensen leven, blijdschap, rust. Het gaat niet om 100 maar om tienduizenden mensen in Nederland. Ze vallen in een beleidsgat tussen de wet die niet of niet goed wordt uitgevoerd en het feit dat ze

hier niet mogen verblijven en werken. Dat politieke probleem kunnen we als Vluchtkerk niet oplossen. Dat is iets tussen de vluchtelingen en de overheid. Hun persoonlijke verhalen gaan me boven de pet, ik weet niet wie van hen werkelijk moet vrezen voor vervolging in hun land van herkomst. Maar je zet als overheid mensen niet zo maar op straat. Dat strijdt, zeker ook voor mij als chris-ten, met elk gevoel van rechtvaardigheid en barmhartigheid.Vrienden belden me ’s morgens uit mijn bed. Het tentenkamp was ontruimd, de vluchtelingen waren op straat gezet. Ze vroegen me om te komen helpen bij de opvang. Ik heb drie netjes mandarijnen gekocht, zeven krentenbroden en twee pakken koffie en ben op de fiets gestapt. Zo ben ik algemeen coördinator van de Vluchtkerk geworden. Ik wil niet dat mensen op straat doodvriezen. De Vluchtkerk helpt hen om de winter door te komen.”

Hoge prijs“Binnen één dag hadden we bij de Vluchtkerk een site in de lucht, waren we aan het twitteren en zaten we op Facebook. Ouderen in de kerk pak-ken zoiets anders aan. Ze willen best vluchtelingen helpen, maar zien vooral praktische bezwaren. Ze schrijven eerst een vergadering uit, gaan eindeloos overleggen tot ze het eens zijn over alle punten en komma’s. Aan ons, twintigers, is al dat overleg niet besteed. We durven risico’s te nemen, zijn niet gevoelig voor autoriteiten. Ouderen zijn van de lange

adem, wij zijn van de korte adem, maar dan wel heel krachtig. ‘Whamm, we gaan iets doen!’ Maar vraag ons niet of we ons voor vier jaar ergens aan willen binden. Daarvoor is ons leven veel te onzeker.Mijn generatie is het product van de geïndividualiseerde samenleving. Daar-voor betalen we een hoge prijs. We moe-ten onszelf voortdurend verkopen. Wij kunnen onszelf heel goed presenteren, maar worden daartoe ook gedwongen. Zeker in een tijd waarin er weinig werk is voor jongeren, moet je zorgen dat je opvalt. Wie geen website heeft, kan het wel vergeten.Facebook heeft het dorpsplein vervan-gen als plek waar nieuwtjes en roddels worden uitgewisseld.Wij scheppen onze wereld via een klik op de muis. Als een ‘vriend’ op Facebook je niet meer bevalt, zorg je er met één muisklik voor dat hij je berichten niet meer kan zien. Daar-mee houdt hij op voor jou te bestaan. Vroeger keek iedereen naar hetzelfde journaal, las iedereen een krant. Nu is de informatievoorziening onbeperkt en kun je zelf kiezen waarover je wel of niet wilt horen en van wie je wel en niet wil horen. Vroeger hadden mensen een gemeenschappelijke leefwereld, min-stens in hun eigen zuil. Dat is voorbij. Nu schept het individu zijn eigen zuil. Jongeren organiseren zich via de sociale media op basis van interesse, leefstijl en sociale status. Daar komt bij: via Facebook delen we wel de leuke dingen van onszelf, maar niet onze binnenkant of sores. Dat leidt voor veel mensen

09

470379.indd 3 7-1-2013 14:08:18

Page 3: Inger van Nes

10

Paspoort

interview

tot eenzaamheid. Eenzaamheid is het grootste probleem van de stad. Mijn ideaal is het juist om heel uiteenlopende mensen bij elkaar te brengen. De afgelo-pen weken hebben me niet alleen intens moe gemaakt, maar ook intens geluk-kig. Krakers, GroenLinksers, christenen, moslims, atheïsten: bij de Vluchtkerk blijken we prima samen door één deur kunnen. Omdat we wat doen.”

Netkerk“Afgelopen twee jaar hebben mijn col-lega Karel Smouter en ik in opdracht van de PKN in Amsterdam gewerkt als kwartiermaker voor jongeren. ‘Impulsen geven aan het kerkelijk jongerenwerk’ luidde onze opdracht. Daar hebben we dus meteen een streep door gehaald. Alsof jongeren een zielige doelgroep zijn die een aangepast cursusprogramma nodig heeft. In de kerk vraagt men zich veelal af hoe men de traditie aan jonge-ren kan overdragen. Onze insteek was precies omgekeerd. Wij wilden vanuit de jongeren – om preciezer te zijn: vanuit de generatie van twintigers – naar de kerk kijken. We hebben met allerlei groepen gepraat: met maatschappelijk betrokken twintigers, spiritueel betrok-kenen, creatievelingen en kunstenaars. Allemaal mensen van wie wij dachten dat het ‘logisch’ zou zijn dat ze een link met de kerk zouden hebben. ‘Logisch’ omdat voor Karel en mij betrokkenheid, spiritualiteit, creativiteit verbonden zijn met het christendom. We kregen ant-woorden als: ‘Heel goed dat er nog een plek is waar oude en eenzame mensen naar toe kunnen.’ Of: ‘Ik vind Jezus echt wel tof, maar wat de kerk van hem gemaakt heeft, daar kan ik niets mee.’We hebben een film gemaakt, ‘Nu(l) Twintig’. Vijf twintigers komen daarin aan het woord. Met die film zijn we al-lerlei kerkclubjes afgegaan. We hadden heel slecht nieuws voor ze: deze jonge-ren zullen zeker geen kerklid worden, het zondagmorgen-christendom is absoluut niet hun ding. We hebben die clubs ook gevraagd of jongeren hun gebouw zouden mogen gebruiken voor andere activiteiten. Het fantastische aan Amsterdam is dat wij van al die kerken daarvoor toestemming hebben gekre-

gen. Op 1 januari zijn drie mensen van start gegaan, als opvolgers van Karel en mij, om de nieuwe Netkerk te gaan trekken en faciliteren. De Vlucht-kerk zie ik als een proeftuin voor de Netkerk, maar met een veel grotere intensiteit dan we dachten. Festivals, ontmoetingen, manifestaties, culturele bijeenkomsten, ongedwongen ont-moetingen op een zolder, zulke zaken hebben de toekomst. En diaconale betrokkenheid, iets doen voor je buurt. Maar stuur alsjeblieft als kerk geen acceptgiro’s naar jongeren of onper-soonlijke uitnodigingen. Geef het hele idee op dat ze jouw organisatie moeten komen versterken. Voor 95 procent van de jongeren werkt dat niet.”

Contrast“Ik kom uit een gemiddeld christelijk milieu. In Vreeland was ik één van de eerste kinderen die werd gedoopt in de Samen op Weg-kerk. Ik voel ener-zijds liefde voor de mensen in de kerk, kom graag in kloosters, Taizé betekent veel voor mij. Anderzijds ga ik nooit helemaal in één religieuze groep op. Ik bezoek allerlei kerken en heb vrienden van allerlei slag. We zijn christen, dat is in de stad al heel bijzonder, laat staan dat je gaat zeuren over vrijzinnigheid en orthodoxie. Die discussie is voor mijn generatie absoluut niet interes-sant.Ik heb van mijn orthodoxere collega’s en vrienden veel geleerd. De vrijzin-nigheid is vrij rationeel, ze willen geen halleluja, ‘doe maar normaal’ is het devies. Ik mis daarin persoonlijke devotie. Daarvoor heb ik de orthodoxie nodig. De kracht die zij aan hun geloof ontlenen, miste ik zelf. Ik heb die nog steeds niet helemaal, maar ik wil me kwetsbaar opstellen en daarnaar op zoek gaan. De persoonlijke band met Jezus, de ervaring van de levende God, is wel degelijk relevant in je leven. Je wordt er een ander mens van.Omgekeerd leren mijn orthodoxere vrienden ook van mij. Als psycholoog ben ik afgestudeerd op het onderwerp ‘geloof en depressie’. Orthodoxe kerk-gangers blijken meer kans op depressie te hebben dan niet-orthodoxe kerk-

‘Zeuren over vrijzinnig of orthodox is voor mijn generatie absoluut niet interessant’

Inger van Nes (Vreeland, 1980) onder-zoekt, organiseert en schrijft over de relatie tussen mensen, kerk en stad.

. Studeerde aan de Vrije Universiteit psychologie en theologie; is gespeciali-seerd in ‘geestelijke zorg in organisaties’.

. Werkte afgelopen twee jaar samen met Karel Smouter voor de Protestantse Kerk Amsterdam als kwartiermaker voor twin-tigers. Vruchten daarvan: ‘Nu(l) Twintig’ (film), Contrastnacht (tijdens Nacht van de Theologie) en Vreemdlandfestival. Nu is Van Nes, als vrijwilliger, algemeen coördi-nator van de Vluchtkerk.

. Schreef een hoofdstuk in het vorige maand verschenen boek Een maar anders. De volgende generatie en de toekomst van de kerk (redactie Martijn Arnoldus, Ark Media, 174 blz., € 17,50).

Meer weten: ingervannes.nl

Inger van Bes

470379.indd 4 7-1-2013 14:08:26

Page 4: Inger van Nes

11

gangers of mensen die niet naar de kerk gaan. Geloof is dus niet altijd gezond. Orthodoxie kan ge-paard gaan met angstgevoelens, de dreiging met zonde en hel. Het christendom is voor mij verbonden met het idee van contrast. Een contrast tegen de neiging om jezelf af te sluiten of je te conformeren aan wat gang-baar is. Jezus ging in zijn eentje bij een hoer of een tollenaar zitten. Het werkelijke navolgen van hem gaat verder dan bidden, geld geven of zondags naar de kerk gaan. Navolging gaat over het niet oordelen over de ander, er zijn voor anderen, zelf durven te ontvangen wat jou gegeven wordt – allemaal zaken die haaks op de huidige samenleving staan. Wanneer je die keuze maakt en daaraan werkelijk consequenties verbindt voor je eigen leven, verander jijzelf.Leidt God mijn leven? Ik moet natuurlijk gewoon mijn eigen dag bepalen, maar ik probeer wel voldoende tijd in te ruimen om te

luisteren naar God en te kijken naar wat er dan naar mij toekomt. Eigen-lijk had ik deze maand en de vorige uitge-trokken om na te denken over wat ik na mijn werk als kwar-tiermaker wilde doen: promo-veren? werken in het bedrijfs-leven? Maar ik moet er even niet aan denken dat ik tussen de boeken duik of een mantel-pakje aantrek om voor ABN-AMRO te werken. De tijd om over de toekomst na te denken, is ineens weg. Ik ben nu bij de Vluchtkerk. Ik voel me nu heerlijk!” •

Tekst: Jan van HooydonkBeeld: Michael Galiart Marjoleine de Vos Column

Ja, ik zit op yoga Hoe anders de dingen zijn als je zelf doet dan als je er van buiten tegenaan kijkt. Het is me nu al twee keer over-komen dat iemand tegen wie ik zei dat ik op yoga zit (rare uitdrukking trouwens ‘ergens op zitten’), reageerde met: ik vind jou anders helemaal niet zo zweverig.Zweverig? Nee, ik vind mezelf ook niet zo zweverig, maar ik vind die yoga óók niet zweverig. Eigenlijk leg ik helemaal geen verband tussen yoga en zweverig. Hoe komen die mensen erbij?“Maar vroeger legde je daar wel een verband tussen”, hoor ik ineens de onwelkome innerlijke stem beweren. “Vroeger vond je yoga iets voor mensen dieover hun chakra’s praat-ten en die altijd wierook brandden.”Ja, dat is waar. En de yogalerares brandt zo te ruiken royaal wierook. En ze heeft mandala’s en halfedelstenen en boeddhabeeldjes. Maar met zweverig heeft dat niets te maken. We liggen in een ongemakkelijke houding onze hamstrings op te rekken en iemand vraagt met een knalrode kop: “Je moet hier zeker ook nog bij ontspannen?’’en dan schieten we in de lach.

Een paar jaar geleden was ik voor een reportage op een Iers eiland, waar twee mensen een yogaschool hadden. Ze probeerden zo veel mogelijk van eigen grond te eten (en daar was op dat eiland met zijn ene winkel echt wel

reden toe) en werkten zich dus krom in hun grote moestuin op de schrale grond. Tuinieren is zwaar als je niet alleen maar voor de lol een paar bessen en worteltjes opkweekt, je graaft en spit en zit gebogen – het is een ideaal recept om het aan je rug te krijgen.Maar ik zag dat ze ondanks hun fysiek veeleisende

leven, toch hun lichaam heel goed konden gebruiken. En nee, ze waren geen 23 meer. Dankzij de yoga leken ze te weten hoeje moet bewegen, herstellen, ademen. Zij met hun boerenbestaan waren veel soepeler dan ik, die wandelend en fi etsend en in een comfortabele bureaustoel onverslijtbaar leef.

Zo ging ik yoga zien. Als iets dat je doet samenval-len met je lichaam. Het lichaam zou niet langer een tegenstander of een te dompteren beest zijn, maar gewoon jij. Als je dat lichaam iets vraagt, dan doet het dat.Daar is weinig zweverigs aan. Maar als je van bui-tenaf kijkt, zie je een stel middelbare vrouwen (en soms een man) diep ademhalen in een kamer met een boeddhabeeldje. Dat lijkt anders.

Marjoleine de Vos is dichter en redacteur van NRC Hande;lsblad.

Daar, aan dat meerBrak hij het brood

Iets dat niet gebroken wordtKan ook niet worden gedeeld

Hij deelde het broodAllen werden gevoed

Ze zeggen van hemDat hij als God wasDat God liefde isLiefde, groter dan de dood

Hij deelde de liefde

Maar het voedde niet

Dus

Daar, aan dat kruisBrak hij zichzelf

Inger van Nes

Gebroken

470379.indd 5 7-1-2013 14:08:34