17
InTrans Jaargang 4 – editie 1 – december 2003 Van de redactie Ook jouw geliefde redactie schrok er van: wat is ‘ie dik, de nieuwe InTrans. Natuurlijk zijn we er enorm trots op. In deze 12-pagina’s- tellende issue maak je onder andere kennis met het nieuwe bestuur, u zult de belevenissen van een Transito-lid tijdens zijn uitwisseling naar Canada kunnen lezen en natuurlijk ontbreken de rubrieken “Ter Land, te Zee en in de Lucht” en “Expeditie Transito” niet. Vooral deze laatste rubriek heeft veel materiaal opgeleverd. Nog eens leuk om na te lezen, voor de mensen die aanwezig waren. Diegenen die er niet bij waren kunnen de bijdragen van de Transitoleden lezen met het schaamrood op de kaken want jullie hebben wat gemist!!! We herhalen het nog maar eens: denk jij ook iets te melden te hebben, jouw kopij is altijd welkom Kortom, terwijl de universiteitsgebouwen gesloten zijn van donderdag 25 december 2003 tot en met zaterdag 3 januari 2004 hoef jij je gelukkig niet te vervelen, jij hebt immers je InTrans. De redactie Van het Bestuur Van de voorzitter, Hoe prachtig is het niet, jezelf als nieuw bestuur te mogen voorstellen in een verenigingsblad als de In Trans. Bladerend door eerdere versies van de In Trans, dat zelf door de tijd heen ook aan veranderingen onderhevig is, zie ik hoe onze o zo mooie vereniging al een gerenommeerd verleden heeft opgebouwd als het gaat om bijdragen voor en door mensen met interesse in hetzelfde vakgebied. Met hetzelfde enthousiasme als hieraan is en wordt gewerkt hebben vier zielen besloten het bestuur van Transito te willen vormen voor het komende jaar. En een knállend jaar zal het worden, als u alleen al kijkt naar de evenementen waar Transito de afgelopen weken bij betrokken is geweest. Voorbij gekomen zijn zoal een Bedrijfsbezoek aan Jan de Rijk Roosendaal, Het Havendebat, De KivI-lezing op Schiphol en De Vervoerslogistieke Dagen te Corsendonck. Aangezien hier louter positieven reacties op zijn geweest hebben wij de indruk en het vertrouwen dat we goed bezig zijn. Plannen voor de komende maanden te over. Er is zelfs alweer een inventarisatie gaande voor een studiereis richting verre oorden. Het grote succes van TransItalië van afgelopen jaar zal niemand ontgaan. Ik hoop dat een ieder, deelnemer of niet, net zo heeft kunnen smullen van het verslag hiervan in de vorige In Trans als ik. Omdat ikzelf via deze studiereis bij Transito terecht ben gekomen en heb helpen organiseren ligt mijn hart hier dan ook. Sinds de ALV van Transito, ook één amusantere activiteiten van Transito van de afgelopen weken, hebben we ook een Eurban-commissie. Deze drie enthousiaste studenten zullen activiteiten organiseren die meer te maken hebben met Regionale en Stedelijke economie. Deze aftrap mag als een voorbode worden gezien voor een ‘leuk’ en ‘gezellig’ jaar. Deze woorden gebruikten onze voorgangers om het afgelopen jaar te beschrijven en wij van plan dit zeker door te zetten. Christian de Bruijn Voorzitter Van de penningmeester, “Penningmeester van Transito, dat lijkt mij leuk!” Dat dacht ik toen ik voor die functie gevraagd leek. Mijn naam is Menno Koorn, ik ben 24. Eind deze zomer werd ik gevraagd penningmeester van Transito te worden. Na mijn HEAO in Groningen ben ik naar Rotterdam verhuisd om hier Transport Economics and Logistics te studeren. In Groningen ben ik penningmeester van de sponsorcommissie van een InTrans 1 InTrans Studievereniging Transito Maak kennis met het nieuwe Transito bestuur Pagina 1 Een nieuwe commissie: EURBAN Pagina 6 Logistica 2003 Pagina 10 Volleybal met Ortec Pagina 12 Een uitwisseling naar Canada Pagina 3

Intrans December 2003

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Jaargang 4 – editie 1 – december 2003

Citation preview

Page 1: Intrans December 2003

InTrans Jaargang 4 – editie 1 – december 2003

Van de redactieOok jouw geliefde redactie schrok er van: wat is ‘ie dik, de nieuwe InTrans. Natuurlijk zijn we er enorm trots op. In deze 12-pagina’s-tellende issue maak je onder andere kennis met het nieuwe bestuur, u zult de belevenissen van een Transito-lid tijdens zijn uitwisseling naar Canada kunnen lezen en natuurlijk ontbreken de rubrieken “Ter Land, te Zee en in de Lucht” en “Expeditie Transito” niet. Vooral deze laatste rubriek heeft veel materiaal opgeleverd. Nog eens leuk om na te lezen, voor de mensen die aanwezig waren. Diegenen die er niet bij waren kunnen de bijdragen van de Transitoleden lezen met het schaamrood op de kaken want jullie hebben wat gemist!!!We herhalen het nog maar eens: denk jij ook iets te melden te hebben, jouw kopij is altijd welkomKortom, terwijl de universiteitsgebouwen gesloten zijn van donderdag 25 december 2003 tot en met zaterdag 3 januari 2004 hoef jij je gelukkig niet te vervelen, jij hebt immers je InTrans.

De redactie

Van het BestuurVan de voorzitter,Hoe prachtig is het niet, jezelf als nieuw bestuur te mogen voorstellen in een verenigingsblad als de In Trans. Bladerend door eerdere versies van de In Trans, dat zelf door de tijd heen ook aan veranderingen onderhevig is, zie ik hoe

onze o zo mooie vereniging al een gerenommeerd verleden heeft opgebouwd als het gaat om bijdragen voor en door mensen met interesse in hetzelfde vakgebied. Met hetzelfde enthousiasme als hieraan is en wordt gewerkt hebben vier zielen besloten het bestuur van Transito te willen vormen voor het komende jaar. En een knállend jaar zal het worden, als u alleen al kijkt naar de evenementen waar Transito de afgelopen weken bij betrokken is geweest. Voorbij gekomen zijn zoal een Bedrijfsbezoek aan Jan de Rijk Roosendaal, Het Havendebat, De KivI-lezing op Schiphol en De Vervoerslogistieke Dagen te Corsendonck. Aangezien hier louter positieven reacties op zijn geweest hebben wij de indruk en het vertrouwen dat we goed bezig zijn.Plannen voor de komende maanden te over. Er is zelfs alweer een inventarisatie gaande voor een studiereis richting verre oorden. Het grote succes van TransItalië van afgelopen jaar zal niemand ontgaan. Ik hoop dat een ieder, deelnemer of niet, net zo heeft kunnen smullen van het verslag hiervan in de vorige In Trans als ik. Omdat ikzelf via deze studiereis bij Transito

terecht ben gekomen en heb helpen organiseren ligt mijn hart hier dan ook. Sinds de ALV van Transito, ook één amusantere activiteiten van Transito van de afgelopen weken, hebben we ook een Eurban-commissie. Deze drie enthousiaste studenten zullen activiteiten organiseren die meer te maken hebben met Regionale en Stedelijke economie. Deze aftrap mag als een voorbode worden gezien voor een ‘leuk’ en ‘gezellig’ jaar. Deze woorden gebruikten onze voorgangers om het afgelopen jaar te beschrijven en wij van plan dit zeker door te zetten.

Christian de BruijnVoorzitter

Van de penningmeester,“Penningmeester van Transito, dat lijkt mij leuk!” Dat dacht ik toen ik voor die functie gevraagd leek. Mijn naam is Menno Koorn, ik ben 24. Eind deze zomer werd ik gevraagd penningmeester van Transito te worden.

Na mijn HEAO in Groningen ben ik naar Rotterdam verhuisd om hier Transport Economics and Logistics te studeren. In Groningen ben ik penningmeester van de sponsorcommissie van een hockeyclub geweest (www.ghbs.nl) en heb ik in de kascommissie van een studievereniging gezeten. (www.best2000.nl)Verder ben ik 3 jaar lang part-time boekhouder geweest naast mijn studie.Door de economisch lastige tijden is het een uitdaging om de financiën van een vereniging te regelen. Ik ben van plan het zogenaamde nul-lijn beleid van de vorige penningmeester door te zetten. Dit wil zeggen dat alle activiteiten zichzelf moeten bedruipen zodat we het jaar zonder verlies kunnen afsluiten.Verder wil ik met veel inzet meehelpen Transito te houden wat het nu is; de gezelligste, actiefste en allerbeste studievereniging van Rotterdam en omstreken!

Menno KoornPenningmeester, Vice-voorzitter

Van de secretaris, Het is mij een genoegen om als secretaries van Transito het woord tot jullie te richten. Een genoegen, in de eerste plaats omdat ik blij ben dat ik dit jaar met het schakelprogramma voor studenten HBO logistiek ben begonnen

en dat ik niet meer full-time op de werkvloer van Exact Software rondloop. Werken is ten slotte iets dat je je hele leven nog kunt doen en doorstuderen is in de huidige kenniseconomie natuurlijk erg belangrijk… In

InTrans 1

InTransStudievereniging Transito

Maak kennis met het nieuwe Transito bestuur

Pagina 1

Een nieuwe commissie: EURBAN

Pagina 6

Logistica 2003

Pagina 10

Volleybal met Ortec

Pagina 12

Een uitwisseling naar Canada

Pagina 3

Page 2: Intrans December 2003

InTrans Jaargang 4 – editie 1 – december 2003

de tweede plaats is het voor mij een genoegen, omdat ik in de korte tijd dat ik aan de EUR rondloop al meteen onderdeel ben geworden van het bestuur van Transito: aan de ene kant een kans om een steentje bij te dragen aan de studievereniging die voor ons activiteiten op logisitiek gebied organiseert, maar aan de andere kant natuurlijk ook een uitgelezen kans om wat bestuurservaring op te doen (staat altijd mooi op je c.v. en wie weet waar het nog voor van pas komt).Het is voor mij allemaal nog even wennen aan het feit dat ik weer studeer en daarnaast ook aan de rol van secretaris binnen Transito. Ik heb al wel gemerkt dat er veel op je af komt, onder andere een ALV en een constitutieborrel (had hiervoor nog nooit van dit woord gehoord) en natuurlijk de ‘gewone’ activiteiten van de secretaris. Het is hierdoor voor mij nu al lastig gebleken om de bestuursfunctie te combineren met mijn overige activiteiten in het dagelijks leven, maar gelukkig sta je er in het bestuur niet alleen voor en zijn er enthousiaste bestuurscollega’s en ex-bestuursleden die altijd voor elkaar klaar staan. Ik hoop dat het huidige bestuursjaar er één zal worden met veel interessante activiteiten en als hoogtepunt een fantastische studiereis naar China. Verder wil ik een ieder aanmoedigen die wat actiever met het vakgebied bezig wil zijn, eens langs te lopen bij onze kamer op H12.

Martijn TroostSecretaris

Van de commissaris activiteiten, Mijn naam is Bernard Hardy en ik ben sinds maart dit jaar 23. Na de Havo ben ik naar Utrecht gegaan en heb daar de Heao opleiding logistiek en economie gevolgd. Na de Heao was het even onduidelijk wat ik zou gaan doen, de

keuze tussen verder studeren of werken was nogal lastig. Maar omdat werken zoveel werk is en studeren mij al vier jaar goed beviel koos ik ervoor verder te studeren en volg nu al drie jaar de (twee jarige) verkort doctoraal opleiding economie van vervoer. In de afgelopen twee jaar ben ik met de leden van het oud bestuur bevriend geraakt en ze hebben mij besmet met het transito virus. Als nieuw bestuurslid volg ik Marco Boerema op in de functie van commissaris activiteiten en mijn taken binnen het bestuur zullen het organiseren van de activiteiten en de coördinatie van de externe betrekkingen zijn. Inmiddels is het alweer december en zijn er mede dankzij de weco’s al een behoorlijk aantal activiteiten geweest met een deelnemersaantal waar we trots op kunnen zijn. Hopelijk zullen er dit jaar nog vele activiteiten volgen, waaronder excursies, borrels, lezingen en heb ik van de studiereiscommissie vernomen dat er een mooie studiereis op het programma staat! Het is een prachtige en gezellige vereniging die de afgelopen jaren met veel enthousiasme is geleid en ik hoop dat we dat dit jaar ook waar kunnen maken.

Bernard HardyCommissaris Activiteiten

InTrans 2

Page 3: Intrans December 2003

InTrans Jaargang 4 – editie 1 – december 2003

Uitwisseling CanadaLang had ik de wens om een tijdje 'op uitwisseling' te gaan, het leek me een zeer leerzame en leuke ervaring. Als student 'Transport & Logistics’ is het vinden van een gastuniversiteit passend vakkenaanbod minder eenvoudig dan voor studenten van sommige andere richtingen. Mijn keuze voor the University of Western Ontario bleek gelukkig een goede. Deze universiteit kent, aan de Faculty of Social Science, de opleiding ‘Administrative and Commercial Studies’ (ACS) het zogenaamde 'Commercial Aviation Management Program' (CAMP). Deze opleiding, waarvan twee varianten bestaan – één met en één zonder vliegopleiding – leidt studenten op voor een (leidinggevende) positie in de luchtvaart.Een deel van de vakken in dit programma zijn ‘gewone' bedrijfseconomische vakken, een ander deel zijn vakken die zijn toegespitst op de dynamische wereld die luchtvaart heet. Voorbeelden hiervan zijn ‘Airport

Operation & Management', 'Aviation Safety' en 'Airline Operation & Management'. De twee laatstgenoemde vakken heb ik in het tweede semester gevolgd.Het vak Aviation Safety behandelde wat, in Canada, vereist is voor een veilige luchtvaartmaatschappij en wat er, in het algemeen, bij komt kijken om dit te bereiken en te behouden. De docent is zeer kundig, hij is in een ‘veiligheidsfunctie' werkzaam bij Air Canada.Het andere CAMP-vak dat ik aan Western gevolgd heb is Airline Operation & Management. Dit vak wordt gegeven door de voormalige Chief Operating Officer van Air Ontario, nu Air Canada Jazz. Ze heeft dan ook een enorme kennis van zaken en kent veel mensen in het wereldje. Regelmatig werd het college opgeluisterd door een gastspreker. Zoals een regionaal directeur van WestJet, een luchtvaartmaatschappij vergelijkbaar met EasyJet. De wereldwijde crisis in de luchtvaart heeft ook Air Canada getroffen, het bespreken van deze perikelen gaf de colleges een extra dimensie. Wat deze specifieke ‘affaire’ nog iets interessanter maakte is dat Air Canada eigenlijk nog steeds kampt met de naweeën van de fusie met Canadian Airlines. Daarnaast opereert Air Canada in een iets andere

omgeving dan bijvoorbeeld KLM, Air Canada heeft ook de verplichting om de zeer afgelegen delen van het enorme Canada te verbinden met de rest van het land. Het is zeer boeiend (geweest) om dit hele gebeuren te volgen.Al met al denk ik dat beide vakken een zeer waardevolle toevoeging zijn geweest op het curriculum van de vakgroep RHV van de Erasmus Universiteit. Mocht je geïnteresseerd zijn in de luchtvaart en wil je op uitwisseling, dan zou ik zeker overwegen om the University of Western Ontario te kiezen.Buiten het studeren in Canada heb ik de tijd ook op andere wijzen verdreven. Zo heb ik een reis door Canada gemaakt, sportevenementen bezocht, etc. etc. Het voert te ver om daar in InTrans over uit te wijden, maar voor meer informatie kun je mij altijd mailen of je wenden tot het Bureau Internationalisering.

Robert [email protected]

InTrans 3

Van de leden

Page 4: Intrans December 2003

InTrans Jaargang 4 – editie 1 – december 2003

InTrans 4

Maak carrière

in een wereld Plimsoll Select zoekt high potentials; junior management en hoog gekwalificeerde specialisten voor haar opdrachtgevers in de maritieme en logistieke sector.

Bijvoorbeeld bij hoogwaardige logistieke dienstverleners, bij haven-, scheepvaart- en transportbedrijven. Maar ook in supply chain managementfuncties bij verladers; grote, wereldwijd opererende productie- en handelsbedrijven.

"Matching people and business in a Moving world"

Plimsoll Select is een activiteit van Plimsoll Advies Groep, een begrip in de logistieke en maritieme wereld. Belangrijke andere adviesdisciplines zijn executive search, interim management en corporate finance.

Kijk op www.plimsoll.nl voor meer informatie en neem contact op met Drs Sandra Quist op onderstaand adres.

Plimsoll Advies GroepAdviseurs voor de maritieme en logistieke

sectorBeurs - World Trade CenterPostbus 300683001 DB RotterdamTel 010 4051700 fax 010

4055117E-mail [email protected] website

www.plimsoll.nl

Page 5: Intrans December 2003

InTrans Jaargang 4 – editie 1 – december 2003

6 februari 1992 en 18 oktober 2001; een uitgestelde uiting van frustratie?We leven deze jaren met data in ons hoofd. 11 september zullen we nooit vergeten. 9 november, de val van de Berlijnse muur in 1989, evenmin. Zo heeft ieder ook zijn persoonlijke data

die men niet vergeet. Nu een der directieleden van NS Reizigers de publiciteit heeft gezocht met het vermoeden dan het personeel vertragingen ‘maakt’, wil ik hem graag deelgenoot maken van mijn ervaringen op 18 oktober 2001 en daarbij speelt 6 februari 1992 dan weer een rol. Op 18 oktober 2001 zocht ik des morgens een trein die mij van Dordrecht naar Rotterdam Blaak zou willen brengen. Dat viel niet mee en diegenen die met mij reisden zullen op die morgen ook hun vertrouwen in het spoorwegsysteem waarschijnlijk goeddeels hebben verloren. Laat ik het allemaal even uitleggen en dan wordt het verband met 6 februari 1992 ook duidelijk. Op de bewuste donderdagmorgen was ik van plan de stoptrein van 7.38 uur uit Dordrecht te nemen doch die kwam niet. Ook de daarachter komende Intercity van 7.43 uur, die ook op Blaak zou stoppen, kwam niet opdagen. De omroepster kondigde de treinen weliswaar steeds aan, maar helaas… Geen nood, op het andere perron stond de stoptrein van 7.58 naar Leiden te wachten. Velen dachten net zo en begaven zich naar die trein. Het personeel had daar kennelijk niet op gerekend en begon even voor het geplande vertrek te vertellen dat er mensen met een tweede klas kaartje in de eerste klas zaten en dat zou niet getolereerd worden. (Hoe kon men dat op dat moment weten, er was immers nog niet gecontroleerd?) Dat bericht werd in totaal viermaal herhaald en de trein vertrok niet op tijd. Om ongeveer 8.15 vertrok de trein en het personeel waarschuwde dat het onverantwoord was om onder deze omstandigheden verder te rijden dan Zwijndrecht. In Zwijndrecht kwam inderdaad de mededeling dat de trein, die overigens geen technische mankementen vertoonde, niet verder zou rijden. Ik was sprakeloos, in tegenstelling tot vele andere reizigers die zich groen en geel ergerden en daarvan min of meer luidkeels kond deden. Werd er moedwillig vertraging geschapen? Het personeel liet zich niet zien. De stoptrein werd ‘afgerangeerd’ en daar stonden we dan… Om ongeveer 8.40 uur kwam er een stoptrein die ons meenam naar de volgende stations. Ik kwam te laat op het college. Toen gaf ik lucht aan mijn gedachten ten overstaan van de studenten en voor de goed geïnformeerde reiziger: ik heb geen formulier ingevuld ten behoeve van het terugvragen van het geld uitgegeven voor het vervoerbewijs.Zolang we de feiten niet kennen, kunnen we niet volledig oordelen, doch ik heb enkele maanden lopen nadenken over mijn ervaringen. Tot 18 oktober heb ik weinig problemen ondervonden in en met de trein. Sterker nog, ik acht het in potentie een superieure wijze van verplaatsen mits mens en systeem zich aan de dienstregeling houdt en de reiziger zich veilig weet in de zorgen van het personeel. Iemand vertelde mij kort daarop dat het personeel ‘de macht’ heeft

gegrepen en dat dit een van de uitingen daarvan is. Ik koester daaromtrent gemengde gevoelens. Enerzijds denk ik dat de directie een koekje van eigen deeg heeft gekregen omdat die relatief ongevoelig is gebleken voor de toenemende onveiligheid voor het personeel in de werkomgeving. Het personeel wordt door sommige passagiers honds behandeld. Hoe is het toch zover gekomen? Daar wil ik nog wel eens op terug komen. Anderzijds moet mij van het hart, dat een zo gevoelig systeem als een treindienst uiterste discipline vergt van het personeel. Dat moet ik verklaren en daarnaar verwijst de datum van 6 februari 1992.Op die dag namelijk hield ik mijn afscheidsrede aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda omdat ik een benoeming in Rotterdam aan de Erasmus Universiteit mocht aanvaarden. Ik heb het toen gehad over de planning van het transport ten behoeve van de logistieke ondersteuning van de voorbereidingen van de Golfoorlog. Die lag toen net achter ons en daar waren een aantal lessen te leren. Eén ervan was, dat je bij de beperkte havencapaciteit in het Midden-Oosten nabij het legeringsgebied van de troepen een zeer strenge dienstregeling moet hanteren voor het aankomen en behandelen van schepen. Doet men dat niet, dan daalt de capaciteit van de haven aanzienlijk en dan is het leger daar gedurende langere tijd kwetsbaar voor vijandelijke aanvallen. Ik noemde dat toen ‘management by scheduling’ (besturen door middel van dienstregelingen). Populair gezegd: als de infrastructuur aan de capaciteitsgrenzen is, moet je uiterst scherp op de handhaving van de dienstregeling letten op straffe van een ernstig ontregeld verkeer. Sommige bezoekers aan Japan wijzen op de uiterste precisie van het Japanse hogesnelheidstreinverkeer. Dat is gewoon noodzakelijk en het gevolg van enerzijds de hoge snelheid en anderzijds de hoge frequentie. Men moet een uiterst gedisciplineerd gedrag van het personeel verlangen en zeer betrouwbaar materieel inzetten. En wat zeg ik daarover op 6 februari 1992? Ik citeer: ‘Het zal U duidelijk zijn welk belang ik hecht aan discipline als leidend beginsel in het transportmanagement ten behoeve van lange logistieke ketens. Het heeft een duidelijk doel. (…) Sommigen wijzen zelfs op het verdwijnen van een cultuur daarvoor (voor dienstregelingsdiscipline) in Nederland en misschien zelfs in Europa.’ Dan haal ik in een voetnoot nog een aantal relevante opmerkingen aan van de heer Crijns (ex Pakhoed) die hij neerschreef in de NRC van 20 juli 1991. Hij schreef: ‘de discipline die in de werkomgeving van bedrijven wordt gevraagd staat haaks op de vrijheid die men zich in de huiselijke omgeving kan permitteren.’ Dat schreven Crijns en ik in 1992 en ik had in de verste verte niet gedacht dat het reizigersvervoer over het spoor zo snel ongecontroleerd zou worden bestuurd. Er schijnen zelfs in Delft promovendi te zijn, die durven te stellen dat een dienstregeling en de daaruit volgende discipline helemaal niet belangrijk zijn… Ik hoop het tegendeel te hebben aangetoond. Mijn suggestie is om te trachten de juiste diagnose te stellen voor het NS Reizigerssysteem. Naar mijn mening heeft een aantal onwillige personeelsleden een voor het functioneren van het systeem desastreuze ‘verborgen agenda’.

InTrans 5

Ter Land, ter zee en in de lucht – berichten van het front

Page 6: Intrans December 2003

InTrans Jaargang 4 – editie 1 – december 2003

Daarachter schuilt de jarenlange frustratie van door de directie en politiek onbegrepen gevoelens van angst voor agressieve reizigers. De druk vanuit bepaalde groepen reizigers, is te groot geworden. Ieder die regelmatig met de trein reist, ziet hoe mensonterend de werkomstandigheden kunnen zijn. Helaas wenst de politiek die waarheid niet onder ogen te zien. Het legt immers de bijl aan de wortels van de ‘permissive society’. We zien nu voor onze ogen een prachtig bedrijf het slachtoffer worden van het politiek correcte gedrag van kamerleden dat er onder andere uit bestaat om de werkelijke noden van het personeel niet te willen begrijpen. De druk van bovenaf en van onderaf op het gehele systeem is te groot geworden. Daar waar de directie denkt het probleem te lijf te kunnen met maatregelen in termen van kwantiteit (meer conducteurs op de trein) denk ik dat het probleem vooral een kwaliteitsprobleem is. De Haagse politiek is in staat gebleken het systeem te kunnen doodknuffelen door te denken dat elke reiziger even belangrijk is. Helaas is dat niet zo. Niet de bezettingsgraad van de treinen moet onderwerp zijn van het tariefbeleid maar de mate waarin de werkomstandigheden van het personeel worden beïnvloed. Worden die door reizigersgedrag negatief beïnvloed dan dient de beloning voor het personeel omhoog te gaan en het tarief eveneens. Dat voorkomt ‘maatschappelijk onverantwoorde reizigersvraag’. Er moet weer plaats te zijn voor dit soort discussies.

Prof Dr. H.B. Roos

Euban CommissieVoor ons de eer om als kersverse commissieleden de eerste woorden van de Eurbancommissie op papier te zetten. En dan niet zomaar papier, maar de heuse Intrans! De Eurbancommissie is in het leven geroepen met als doel de belangen te behartigen van vooral de leden die als stedelijke economen de universiteit willen verlaten. Transito heeft Eurban in feite geadopteerd, en Eurban zal in de toekomst als commissie binnen Transito verder gaan.

Wij, als leden van de Eurbancommissie, zullen ons richten op activiteiten die vooral interessant zijn voor de studenten met een stedelijke en regionale economische achtergrond. Zelf zijn we alle drie bezig met de master Urban and Regional Economics en hopen mede hierdoor wat contacten te kunnen leggen met relevante instellingen.Naast deze commissie, zullen wij, Matthijs en Jeffrey, actief zijn in de studiereiscommissie, samen met Remco Lagendaal. Dit studiejaar zal een reis worden georganiseerd naar de wereldstad Shanghai in China. Sars lijkt zich te hebben teruggetrokken, dus we gaan met vol vertrouwen de organisatie van deze reis tegemoet! Meer informatie volgt nog!

Eurbancommissie 2003/2004Jeffrey Blomsteel

Matthijs HesselinkMaarten Schallenberg

InTrans 6

Bekijk nu via onze site, www.transito.nu, de site van Yourfuture.tv. Hier vind je videopresentaties van werkgevers en vervolgopleidingen en oriënteer je vanuit je luie stoel op mogelijkheden voor een stage, afstudeeropdracht of een complete carrière. Klik op de button en kies uit meer dan 60 organisaties op basis van jouw persoonlijke voorkeur

Expeditie Transito

Ben ji het ook even kwijt: welke spoorlijn komt nu eigenlijk waar en hoe gingen ze het ook alweer aanpakken. De website van het Ministerie van V&W, afdeling verkeer en vervoer geeft allerlei informatie over de verschillende aan te leggen spoorverbindingen. De verschillende sites zijn goed, leuk en interessant:

http://www.verkeerenwaterstaat.nlhttp://www.zuiderzeelijn.nlhttp://www.betuweroute.nl

http://www.hslzuid.nl/index.htmlhttp://www.prorail.nl/ProRail/Bouw+Projecten/Hanzelijn

Page 7: Intrans December 2003

InTrans Jaargang 4 – editie 1 – december 2003

Jan de Rijk in ActieEen mooie oktoberochtend in het gastvrije Brabantse land was het decor voor de eerste excursie van Transito in het collegejaar 2003/ 2004. Een gezelschap van 18 leden en 2 docenten togen naar het pittoreske Roosendaal om daar de plaatselijke trots te gaan bezichtigen. Niet de Roosendaal Boys Combinatie (RBC) was de bestemming maar het hoofdkantoor van Jan de Rijk Logistics. Europa`s nummer één op het gebied van luchtvrachtvervoer met meer dan 750 medewerkers in dienst en in totaal ongeveer 500 trucks in eigen beheer met daarbij nog 700 opleggers. Jan de Rijk(JDR) is onderverdeeld in drie takken van activiteiten; Internationaal Transport, Benelux Distribution en Warehousing. De grootste tak is ook het hart van het bedrijf namelijk internationaal transport van luchtvracht. Begonnen in 1973 met een eigen truck uitgegroeid in Europa tot marktleider in dit segment. Eigen vestigingen door heel Europa, vooral gevestigd bij de grote vliegvelden, en partners voor Oost – Europa en Scandinavië zorgen ervoor dat het netwerk van JDR heel europa bestrijkt. In dit segment van hoogwaardig industrieel luchtvracht vervoer zijn maatwerk, klantgerichtheid, Just In Timeconcept en kwaliteit de uitgangspunten en dus essentieel voor de onderneming. Binnen Benelux Distribution is alles gericht op Retaildistribution. Dit houdt het verzorgen van de distributie van non food - producten naar de winkels. Voorbeelden zijn hierbij de distributie van kleding(vooral jeansproducten) en de totale winkeldistributie van de Marskramer.De laatste tak is Warehousing en heeft als basis het oude volautomatische magazijn van Philips welke JDR eind jaren 70 heeft overgenomen. Gebouwd voor de bulkopslag van gloeilampen is het tegenwoordig onder andere peakflow magazijn voor Phillip Morris maar gebeuren hier, en in de overige zes Warehouses verspreid over Nederland, tevens Value Added Logistics (VAL) activiteiten. Hierbij kan gedacht worden aan het labellen, omverpakken of het landenklaar maken van producten. Naast de opslag van sigaretten wordt het magazijn ook gebruikt voor de opslag van speelgoedproducten van NIKKO waarvoor JDR de distributie naar de winkels verzorgd gedurende de feestmaanden.Tevens kwam aan bod het ‘Logistics Services Management’ programma van JDR. Dit houdt in dat JDR de logistiek voor de klant uit handen neemt en zo zelf de operationele processen gaat beheren. Dit kan op velerlei manieren van alleen uit handen nemen van transport tot het gehele logistieke proces, waaronder invoicing en booking, waarna JDR alleen terugkoppeling verzorgd over de voortgang en prestaties. Dit is voordelig voor de klant die zich nu kan richten op de kernactiviteiten van zijn eigen organisatie en voor JDR aangezien zij hun netwerk optimaler kunnen gebruiken waardoor schaalvoordelen ontstaan. Hierdoor ontstaat er een win – win situatie voor beide organisaties waarbij ook nog eens de eindklant voordeel bij kan hebben vanwege betere service, kwaliteit en misschien wel een lagere prijs. Van essentieel belang hierbij is een goede logistieke IT infrastructuur. Daarin heeft JDR zich al vroeg in het verleden onderscheiden met ICT oplossingen voor zowel de communicatie met de klant

als het operationele proces; de vrachtwagen, dat dat meer een uitdaging voor de organisatie is dan een onhaalbare missie. Wel was de boodschap dat dit soort projecten intensieve samenwerking met de klant en overleg binnen de organisatie vraagt aan beide kanten waardoor de voorbereidingstijd voor dit soort overeenkomsten relatief lang is.

Na de presentatie was het tijd voor een korte rondleiding waarbij de planningsafdeling en het hoogbouwmagazijn bezocht werden. De planningsafdeling was een verassing voor velen. Een ‘ drukke’ afdeling waar vooral de real time positie van de vrachtwagen met daarbij de uitgebreide ritinformatie opzien baarde. In het hoogbouw magazijn waar alle handelingen volautomatisch plaatsvinden en de nadruk vooral ligt op VAL activiteiten voor klanten eindigde de presentatie/ rondleiding bij JDR Terugkijkend was het een zeer leerzame en geslaagde excursie waarbij we in de keuken konden kijken van de belangrijkste luchtvrachtvervoerder van Europa. Vooral de constatering dat er op logistiek gebied meer wordt gedaan dan alleen vervoer en wat er allemaal bij komt kijken om de operatie gaan de te houden maakte toch grote indruk. Oftewel Jan de Rijk Logistics is meer dan een ‘transportboer’ alleen en dat heeft deze excursie meer dan bewezen en duidelijk gemaakt. Kortom een zeer succesvolle excursie bij een zeer succesvol bedrijf in het segment luchtvrachtvervoer!Helaas hebben we de eerste stappen van JDR in het railsegment gemist maar misschien is dat interresant voor een volgende keer?

Remco LagendaalDe haven als ArenaHet congrescentrum van de universiteit was donderdag 6 november de plaats van handeling voor het 3e havendebat onder leiding van 2 vandaag presentator Victor Deconinck en professor Welters. Over drie aandachtsgebieden kruisten kopstukken uit het havenwereldje de degens met elkaar waaronder de Rotterdamse havenwethouder van der Sluis, Hanno/ Uniport directeur Vervat, Oud GHR directeur en oud-hoogleraar Molenaar en de secretaris van Deltalinqs de heer Asselbergs.Met als vertrekpunt het denken op de lange termijn bestond de ochtend uit drie aandachtsgebieden, Overslag en Distributie, Haven als industriële basis en Rotterdam als stad, waarbij elk aandachtsgebied werd ingeleid door drie stellingen. Aan de hand van de

InTrans 7

Page 8: Intrans December 2003

InTrans Jaargang 4 – editie 1 – december 2003

stellingen werd het debat aangewakkerd onder aanvoering van een prominentenpanel. Overslag en DistributieDe boodschap bij Overslag en Distributie was vooral dat wanneer Rotterdam op de lange termijn nog wil meespelen Rotterdam actief moet meedenken, anticiperen en aanpassen aan de veranderende logistieke ketens. De haven zal nooit ‘ketenregisseur worden, maar alleen met de goede ligging van in de Deltaregio komt Rotterdam er zeker niet. Steeds veranderende eisen aan productie en logistiek, nieuwe technieken zoals de brandstofcel en de opkomst van platformproductie zorgt voor een noodzaak aan aanpassend vermogen. Niet zoals in het verleden de hoogmoed in de zin van ‘de wereld komt naar Rotterdam‘ maar juist het tegenovergestelde ‘Rotterdam gaat naar de wereld’. Eigenlijk hetzelfde motto wat Singapore heeft gemaakt tot wat het nu is draagt bij aan het succes van Rotterdam op de lange termijn. Haven als industriële basis Dit thema was een lastig thema voor de deelnemers. De introductie bij de meeste aanwezigen van de term Major Industrial Area, wat voor de volgers van de Haveneconomie colleges geen onbekend begrip is, zorgde voor verdeeldheid en soms onbegrip. Aan de ene kant begrip en enthousiasme over de invulling op deze wijze als productie in het kader van toegevoegde waarde met als uitstekend voorbeeld de nieuwe fabriek van Lyondell maar toch ook wat behoudendheid. Onder aanvoering van de havenwethouder het standpunt dat we moeten blijven doen waar we goed in zijn dat wil zeggen Overslag en Distributie maar en zeker oog moeten hebben voor de aantrekking van productieactiviteit in de vorm van platformproductie. Het zwaartepunt daarin blijft toch chemie en wat er verder als productie moest komen bleef in het midden en kwam geen duidelijk antwoord op. Als mogelijke productierichtingen werden geopperd Energieproductie en de komst van’ Proeffabrieken’ op de nieuwe maasvlakte. Wel was het begrip aan beide zijden dat de boodschap van Rotterdam naar buiten toe als ‘place to be’, door middel van aanwezigheid van meerdere economische (havengebonden) clusters en de aanwezigheid van Europese hoofdkantoren van ondernemingen in de maasstad, versterkt diende te worden.Overigens een interessante en belangrijke openbaring was te horen bij wijze van havenwethouder van Sluis. Hij vertelde in een van de vragen vanuit de panelleden aan de aanwezigen dat de samenwerking tussen de havens van Antwerpen en Amsterdam en Rotterdam stukgelopen waren. De gesprekken verliepen stroef en het ontbrak aan wederzijds vertrouwen met daarbij de aantekening dat de wethouder eigenlijk ook niet zoveel zag in een gezamenlijk optreden naar de buitenwereld toe.Rotterdam als stadDit was toch wel het meest aansprekende thema van het debat. Dit kwam vooral door het feit dat hier de discussie echt los kwam en de voor en tegenstanders duidelijk te herkennen waren en er hele uiteenlopende meningen op na hielden. De ene kant benadrukten vooral dat in Nederland Rotterdam de hipste stad is met zijn jongerencultuur en nieuwbouw en

buitenlandse aandacht en dynamiek en gezelligheid terwijl de andere zijde vooral termen gebruikte als lelijke stad, geen sfeer, bouwput en een provinciestad in vergelijking tot Parijs, Londen, Berlijn en Barcelona. Een deelnemer verwoorde het zelfs als er nog een bombardement overheen moet om daarna de stad te ontwikkelen zoals de echt grote steden.

Verder kwam de aanwas van hoger opgeleiden, vooral op technisch gebied, aan bod en het schijnbaar negatieve imago wat de haven heeft op de jongeren. Het imago van zowel haven als stad zou omhoog moeten om jongeren warm te laten maken voor de haven en tevens te laten wonen in de stad. Als laatste moet de economische bedrijvigheid omhoog in de stad zodat de peilers wonen, werken en ontspanning een zeer aantrekkelijke combinatie vormen waardoor de ‘ machine’ in het rijnmondgebied ook op de lange termijn draaiende gehouden kan worden. Hierdoor hebben we over 50 jaar nog steeds een wereldstad met een wereldhaven en wereldburgers!!Samenvattend was het een interessante ochtend waarbij de drie aantrekkelijke thema’s, en vooral de laatste, zeker ook een dag konden vullen. Het debat kwam niet altijd helemaal los bij alle drie de thema’s zoals in de voorgaande debatten maar voor de aanwezige transitoleden was zeker een aangename ochtend waarbij veel praktijkvisies en meningen vanuit de havenwereld zelf zijn opgedaan.

Remco LagendaalKIvIDonderdag 6 oktober. Een groep van 23 Transitoleden en Vervoer en Logistiek studenten woont een lezing bij van KIvI. Wat? Koninklijk Instituut voor Ingenieurs. Maar wij zijn toch helemaal geen ingenieurs? Dat klopt, voor de meeste van ons geldt dat we niet dichter bij Delft of Eindhoven zijn gekomen dan natuurkunde en wiskunde-B in 4-5-6 VWO. Toch mochten wij, economen, een zeer interessante combinatie van lezingen op het KLM hoofdkantoor te Amstelveen bijwonen. Uiteindelijk blijken we een derde tot de helft van de zaal te vullen…Er zijn drie sprekers. De eerste is Ton Dortmans, Vice President Air Traffic Control bij KLM Vliegdienst. Hij vertelt over “De toonaangevende Europese Airline Groep” en probeert daarbij vooral uit te leggen waarom de samenwerking tussen KLM en Air France zo ver is gegaan als een fusie in plaats van een partnership of code sharing. Luchtvaartmaatschappijen zijn de afgelopen paar jaren steeds meer partnerships aangegaan. Dit komt voornamelijk doordat de passagier bestemmingen uitkiezen waarop niet direct gevlogen wordt van het gewenste vertrekpunt. Er vinden dus transfers plaats. De passagier vliegt niet meer van A naar B maar van A via B naar C of zelfs nog naar D. Niet iedere

InTrans 8

Page 9: Intrans December 2003

InTrans Jaargang 4 – editie 1 – december 2003

maatschappij heeft al deze bestemmingen in het netwerk en dus werkt de airline samen met een andere maatschappij die wel bepaalde bestemmingen heeft waardoor het totale netwerk van beide maatschappijen wordt vergroot. Logisch. Nu is het zo dat de luchtvaartindustrie niet “gezond” is, dit zal niet nieuw zijn voor de lezer. Het groeipatroon is veelal negatief en airlines dienen hun marges te vergroten om “in business” te blijven. Voor KLM zijn er niet veel alternatieven voorhanden. De alliantie met NorthWest is weliswaar succesvol maar deze Wings alliantie is te klein voor de wereld van de luchtvaartindustrie. Naar verwachting zullen er uiteindelijk maar 3 (of 4) grote allianties blijven bestaan. Waarom moet deze samenwerking nu zo ver gaan? Dhr. Dortmans wijst op de voordelen van de zogenaamde “first mover” strategie. KLM moet nu haar kans grijpen voordat het te laat is, voordat er te veel zaken zijn bepaald. Nu al zijn Air France en AlItalia heel ver in hun samenwerking wat betreft de luchtvracht. KLM moet zich maar aanpassen. Zou KLM later stappen ondernemen, dan zou zij zich op nog veel meer gebieden moeten aanpassen. Maar hoe zit het dan met die Franse overheid, want die hebben een flinke vinger in de pap bij onze luchtvaartvrienden. Op dit moment heeft deze overheid nog meer dan de helft van de aandelen van Air France in bezit. Dit moet dalen tot zo’n 44% en uiteindelijk zal dit percentage rond de 20% moeten zijn. Jaja. En hoe zit het dan met Schiphol? Onze nationale luchthaven is in grote mate afhankelijk van de KLM. Nu al wordt gepraat met Singapore Airlines. Dhr. Dortmans haalt de gemaakte afspraken met de Nederlandse overheid en Schiphol aan. Voorlopig zal Schiphol geen grote veranderingen merken. Maar wat willen we in Nederland nou eigenlijk? We maken ons eerst zorgen over die groei van Schiphol en we stellen scherpe normen op, waarbinnen Schiphol volgens Dortmans nog best wel kan groeien, maar als KLM, veruit de grootste gebruiker van Schiphol naar het buitenland dreigt te vertrekken zijn we ook verre van gelukkig: hoe moet dat met onze mainportpositie? Eerlijk is eerlijk, Schiphol kent nu eenmaal weinig, te weinig, Origin&Destination verkeer. Hoe dan ook, met deze Europese Airline groep zal deze alliantie een omzet van €19,2 miljard genereren, wat ze een koppositie geeft wat betreft de omzet. Wat betreft vervoer zal de derde plaats bezet worden. Niet slecht. Hoe het in de praktijk zal verlopen? We zullen het zien. Na een pauze met heerlijke vliegtuigbroodjes, jaja, we blijven in thema, neemt Jos Wilbrink het woord. Hij werkt bij de Inspectiedienst Verkeer en Waterstaat en houdt zich bezig met infrastructuur op

luchtvaartgebied. De lezing zal gaan over de toekomst van de Nederlandse luchtvaart, met betrekking op veiligheid. Voordat we terzake komen eerst een aantal statistieken. We moeten immers weten waar we het over hebben. Statistisch gezien is ongeveer 1 op een miljoen vluchten een fatale vlucht. Wat is een fatale vlucht? Dit is een vlucht waarbij minimaal één persoon binnen 30 dagen na een incident met de vlucht komt te overlijden. Deze ratio neemt af. Enkele fun facts: er gebeuren meer fatale ongelukken met oosters gebouwde vliegtuigen dan met westerse en ook meer propellervliegtuigen dan straalmotorvliegtuigen kennen fatale ongelukken. Bij deze laatste dient een kanttekening geplaatst te worden: propellervliegtuigen maken meer korte vluchten en kennen dus meer starts en landingen, dé momenten waarop een ongeluk zich voordoet (30% resp. 55% van de fatale ongelukken gebeuren op deze momenten). Operators uit de VS, uit Europa en uit Australië blijken de veiligste operators. Misschien wel handig om te weten voor je een volgende vlucht boekt. (in dit geval kun je ook kijken op www.airdisasters.com, maar dit terzijde)De voornaamste factoren die zo’n ongeluk veroorzaken zijn menselijke factoren, de omgeving en het vliegtuig zelf. De Air Traffic Control staat met 8% op de 6e

plaats. Het luchtruim wordt beheerd door de ministeries van V&W en Defensie. In de praktijk zijn verschillende partijen verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in de lucht. Voor Air Traffic Control geldt in principe maar één ding en dat is veiligheid. Hierdoor komen de betrokkenen voor veel beperkingen te staan. Nu is er een aantal mogelijkheden bedacht om beter en efficiënter met het luchtruim om te gaan. Immers, niet alleen op de grond vindt congestie plaats, maar ook in de lucht. Een van die ideeën is grensverwaarlozing, oftewel, het Single European Sky principe. Nu is ieder land verantwoordelijk voor wat er boven haar grondgebied gebeurt. Stellen we één organisatie verantwoordelijk, zou de gehele gang van zaken een stuk efficiënter gebeuren. Nog een aantal ideeën: afwisselend gebruik van civiel en militair gebruik van het luchtruim, Free Route Airspace, wat betekent dat het plannen van voorkeursroutes vrij kan gebeuren, optimalisatie van het routenetwerk, optimalisatie van Terminal Airspace, optimalisatie van Sector Design en een Airborne veiligheidsvangnet waabij verschillende technieken worden gebruikt om ongelukken in de lucht kunnen worden voorkomen. In dit geval wordt er dus een stuk verantwoordelijkheid van de vlieger afgenomen en gegeven aan de techniek. Menselijke fouten zijn immers de belangrijkste veroorzakers van fatale ongelukken. Als het aan dhr. Wilbrink ligt, hoeft er dus helemaal geen probleem in de lucht te zijn. Nogmaals; wanneer het probleem van het luchtruim is opgelost, rest nog het probleem met de terminals…Tot slot een lezing door Prof. Dr. Ir. Theunissen, die aan de TU Delft voor NASA onderzoek doet naar Synthetische Visie Systemen in vliegtuigen. Dhr.

InTrans 9

Page 10: Intrans December 2003

InTrans Jaargang 4 – editie 1 – december 2003

Theunissen behandelt een verlengstuk van de vorige lezing. Hij legt met behulp van vele plaatjes en filmpjes uit hoe de menselijke fouten in de luchtvaart kunnen worden gereduceerd. De interpretatie van de werkelijkheid van de piloot wijkt nogal eens af van de echte werkelijkheid. Hij tracht de piloot minder afhankelijk te maken van de noodzakelijke informatie rondom zichtcondities. Door de relevante informatie voor de piloot te integreren in een enkel optimaal referentiekader kan de werkbelasting aanzienlijk worden gereduceerd en kan dus de veiligheid worden verhoogd. Het uiteindelijke doel is een vergroting van de veiligheid te combineren met een verbetering in operationeel gebruik. Al met al een zeer leuke en informatieve avond. Degenen die er niet bij zijn geweest: shame on you!!!

Astrid de HaesLogistica 2003, Van netwerken tot net werkenDe nieuwste heftruck, een prachtig baanbrekend logistiek concept, automatische biertaprobots en de Vice president Risk Prevention management van Lufthansa Cargo bij elkaar, is dat mogelijk? Is het mogelijk om de jet set van de logistieke wereld samen te brengen met het operationele niveau van de logistieke wereld, de samensmeding van brainpower en force power? Na een bezoek aan dé beurs voor logistieke oplossingen, de Logistica in Utrecht, moet ik deze vraag met een volmondig ‘JA’ beantwoorden.CongresOp uitnodiging van onze eigen logistieke professor, Hugo Roos, mocht een tiental leden van Transito afreizen naar ‘Het Nationale Logistica congres 2003’, met aansluitend een bezoek aan de beurs zelf. Het congres had als thema ‘Veiligheid in de Logistieke Keten’. Na de schokkende gebeurtenissen van 11/09/2001 is de wereld, en dus ook de logistieke wereld, dramatisch veranderd. Veiligheid staat voorop. De hele keten moet beveiligd worden en hier ligt een belangrijke taak voor de logistiek manager. De subtitel van het congres was dan ook: ‘van operationeel logistiek manager naar risicomanager’. Chairman van het congres was onze eigen professor Roos.Professor Roos had een aantal hele goede sprekers om zich heen verzameld om de zaal duidelijk te maken wat er moet gebeuren om de keten te beveiligen.Werkelijk fantastisch was het verhaal van de key note spreker, professor Van Nunen. Ondanks zijn verbondenheid met de faculteit Bedrijfskunde was zijn verhaal een ware kennisexplosie van huidige en toekomstige concepten om de keten te beveiligen. Door de voor hem zo karakteristieke manier van praten, zowel verbaal als non-verbaal was de zaal tot het einde van zijn speech geboeid. Inhoudelijk viel er weinig op af te dingen, wat niet zo gek is als men bedenkt dat prof. Van Nunen een orakel is op het gebied van distributielogistiek én logistieke technologieën als de SmartCard in de Rotterdamse haven.Een andere spreker die het vooral van de inhoud van het verhaal moest hebben, was de heer P. Hermans in dienst bij Brinks Nederland BV. Brinks is meer dan een bedrijfsnaam, Brinks is een concept. Het was verrassend om te vernemen dat Brinks echt aan ‘Value

Logistics’ op een internationaal niveau doet. Het zal de lezer niet verwonderen dat de business waarin Brinks opereert met de nodige veiligheidsmaatregelen omgeven is. Wat het interessant maakt is dat Brinks heel veel zaken zélf heeft ontwikkeld.De inhoud van de presentatie was top, maar het was jammer, en nu spreek ik op persoonlijke titel, dat de spreker weinig tijd heeft gestoken in het correct presenteren zélf. Vloeken en joviaal gedrag past niet op een congres waarvoor de deelnemers €600 ex. BTW betalen.Van internationaal aanzien was de presentatie van de heer Zielinsky, Vice president Risk Prevention management van Lufthansa Cargo. Het was een inhoudelijk goede presentatie, van Duitse Degelijkheid. De Logistica beursNa het congres, waaruit het ochtendprogramma bestond, was er gelegenheid om de Logistica zelf te bezoeken. Het bier- en shaggehalte van de beurs was opvallend; elke stand had zijn eigen tap! Hoogtepunt was wel de ‘taprobot’. Een robot die het glas pakte, afspoelde, vulde (jawel, met bier) en presenteerde. Ik werd helaas begeleid door een dame, anders had ik me te goed gedaan aan dit stukje elektronica. U begrijpt, het was me slechts te doen om de robot bezig te houden. Dat het glas bier telkens leeg gedronken moest worden, was een vervelende bijkomstigheid... maar goed, er was nog veel meer te zien, zoals het publiek.Het had wel wat, werklui met vale spijkerbroeken en een veel te krappe houthakkersbloes tussen het blauwe blazergilde te zien lopen. De spijkerbroeken hadden het duidelijk meer naar hun zin dan het blauwe blazergilde. Voor de eerstgenoemde was dit een uitgelezen kans om de nieuwste BT-heftruck te proberen, of zo’n mooie demonstratie verzorgt door onder andere JEKA bij te wonen, of natuurlijk een pilsje te halen bij de robot. Het was voor hen net werken, maar dan leuker. Persoonlijk was ik niet echt onder de indruk van het materieel wat er te vinden was, afgezien van de taprobot dan. Ik ben dan ook natuurlijk niet echt bezig met intern transportmaterieel. Ergo, ik ben helemaal geen transportman in deze zin van het woord. Ik krijg nu niet echt het water in mijn mond van

InTrans 10

"Dames en heren, de machinist zit in een file en deze trein kan niet vertrekken."

Deze en nog veel meer uitspraken, grappen en anekdotes met betrekking tot jouw favoriete vervoermiddel, de trein, kun je vinden op http://www.omroephumor.nl

Page 11: Intrans December 2003

InTrans Jaargang 4 – editie 1 – december 2003

de nieuwste Nissan Compact LPG-truck met een hefcapaciteit van 1500 tot 2500 kg, of van zo’n mooi glimmende volautomatische wikkelmachine die wel 30 omwentelingen per minuut maakt. Maar goed, gezien het succes van de beurs waren er genoeg mensen die deze fijne machines wel aantrekkelijk vonden. Ieder z’n hobby zeg ik altijd maar.Voor de dames en heren in pak was het vooral zaak om zoveel mogelijk visitekaartjes te verzamelen. En dat gebeurde, er werd geborreld, onderhandeld en noem het maar op. Het was netwerken tot en met. Ik heb vooral pennen verzameld. Wie nog pennen nodig heeft dient zich bij mij te melden, er is genoeg. Sluwe VosVos Logistics kwam met een verfrissend logistiek concept. Vos Logistics is in de logistieke kringen bekend als een solide, innovatieve supply chain partner. Het zal dan ook niemand verbazen dat juist Vos Logistics met een voor de transportsector broodnodige oplossing komt, namelijk het Two Bin concept.Een Bin is een kleine wissellaadbak afgestemd op stads- en regiodistributie. Ook al is het concept al enige tijd op de markt, toch verdient het hier een plaatsje, al was het alleen maar omdat de voorzitter dit graag zag. De bak is zodanig geconstrueerd dat deze kan worden toegepast op een combinatie van twee vervoersstromen, namelijk volumetransport en regiodistributie. De concrete voordelen van deze distributiewijze zijn de hoge bereikbaarheid in de binnensteden, een toename van het dropvolume met ongeveer 30% per dag door het vervallen van aan- en afrijdtijden naar een centraal distributiecentrum en minder schades omdat er geen crossdocking plaatsvindt. Kijk, dit soort zaken vind ik nu dus interessant. Ik wens Vos Logistics veel succes met hun bedrijfsvoering en hoop ooit eens een mooie advertentie van ze in dit blad te zien.Aan het einde van de middag kwam ik moe maar voldaan thuis. Het was een dag vol nieuwe ervaringen. Ik had veel gezien en veel gehoord. Vooral het congres was zeer boeiend. ’s Avonds was het nog eens extra genieten toen ik m’n nieuwe pennencollectie eens uitgebreid ging bekijken. Ik denk dat de oud-papierman van twee straten verderop ook érg content met me was, want er zijn tassenvol folders van Utrecht naar Rotterdam verhuisd. Per trein, zodat de kosten van het vervoer afgewenteld worden op de maatschappij als geheel. Dat is nu logistiek!Wanneer zei u ook al weer dat de volgende beurs was?

Jolle Jansma What’s the use of charging if it doesn’t change behavior?In de ochtend van vrijdag 7 november stonden negen enthousiaste deelnemers bij de portiersloge van de EUR klaar voor vertrek richting onze zuiderburen. Ook dit jaar had Prof. Dr. Roos wederom studenten van Vervoer en Logistiek uitgenodigd om op de laatste dag van de Vervoerslogistieke Werkdagen (VLW) de slotdiscussie bij te wonen.Dit tweedaagse evenement stond dit keer in het teken van infrastructuurheffing en de consequenties voor logistiek en transport. Hierbij kwamen vraagstukken naar voren als “Is het mogelijk om de externaliteiten

van het wegtransport volledig te internaliseren en kunnen deze geïnternaliseerde kosten daadwerkelijk worden toegewezen aan deze modaliteit?”Na een voorspoedige, doch niet in ieders ogen ‘veilige’ reis kwamen wij aan in de schitterende – met name in de herfst een kleurig tafereel - omgeving van Priorij Corsendonk, gelegen in het gelijknamige plaatsje nabij Turnhout (België). De reiservaring werd aldaar aangekomen direct verdrongen door de voortreffelijke en ook erg vermakelijke lunch. Tegen het middaguur werd het dan tijd om ons richting de zolder te begeven alwaar de deelnemers, alvorens te starten met de discussie, hun presentaties gaven. Eén van de onderwerpen uit de actualiteit die werd besproken ging over de “Duitse Maut en andere ongemakken”, waarbij er serieuze vraagtekens geplaatst dienen te worden bij de differentiatie naar milieuklassen en het feit dat de Maut reeds ‘on top of’ andere heffingen (accijnzen, motorrijtuigen belasting) komt. Transport en Logistiek Nederland opperde hier dan ook voor “gelijke monniken, gelijke kappen” om EU breed iedere transport modaliteit gelijk te trekken door deze zijn eigen kosten te laten dragen en aansluitend het milieu en veiligheid via een ander instrument te benaderen dan d.m.v. gebruikersheffingen. Er moet duidelijk zicht zijn op waarvoor de gebruiker betaalt. Tolheffingen zouden transparant moeten zijn en de werkelijke kosten van transport weergeven. Echter doordat er op dit moment verschillende tolheffingsystemen in diverse Europese landen (o.a. Frankrijk, Italië, Portugal, e.a.) werkzaam zijn is het uiteindelijk beoordelen en schatten van deze kosten een moeilijke, langdurige opgave. De Europese Commissie zich stelt interoperabiliteit dan ook ten doel in de richtlijnen door het gefaseerd harmoniseren van de diverse tolheffingsystemen.De verschillende vraagstukken over de aanpak van tolheffing die de revue passeerden deden de discussie niet echt van gang komen. Het onderwerp betrof of we de huidige situatie van tolheffing en internalisatie van de externe kosten dienen te behouden, of wordt de EU regelgeving aangepast of worden minder vergaande maatregelen van kracht. Een opmerkelijk punt, wat verwacht werd de discussie te doen opleven, kwam van de heer Ploos van Amstel. Omdat menigeen het voorstelt deelt om tolheffingen richting de weg (verbetering asfalt, vangrail, etc.) te laten vloeien, stelt laatstgenoemde of het niet beter is om te investeren in clustervorming, opleiding, intelligente transportsystemen (IT) en dergelijke. Doordat Nederland een klein land is stuurt de overheid aan op het bewerkstelligen van de modal shift. Worden dan de opbrengsten nog wel aangewend voor die specifieke modaliteit waar zij zijn ontstaan? Zo is er de vermeende discussie in de besluitvorming betreffende de invoering van tolheffingen en het geleidelijk of direct afschaffen van de overige belastingen, welke op diens beurt zijn doorgevoerd in de tolheffing. Daarbij werd gesteld dat het internaliseren van de kosten niet zal leiden tot het gewenste effect, nl. de modal shift in de richting van het spoor en de binnenvaart.Het verdere verloop van de discussie kende een gelijke, doch gematigde inbreng van de deelnemers. Desalniettemin was het een interessant onderwerp die zeker nog voet in de aarde zal hebben voor de bij de discussie betrokken partijen.

InTrans 11

Page 12: Intrans December 2003

InTrans Jaargang 4 – editie 1 – december 2003

Geert VisserORTEC.Nesselande: Kampioen van 2003-2004? ORTEC.Nesselande behoort al jaren tot de top van de Nederlandse volleybal eredivisie.Graag wil zij ook Europees gezien een serieuze speler worden en heeft daarom eerst de ambitie om Rotterdam, dé volleybalstad van Nederland te maken. Door het aanbieden van topvolleybal en bijbehorende activiteiten en faciliteiten wil ORTEC.Nesselande voor publiek, spelers en bedrijfspartners aantrekkelijk zijn en blijven. Een van die extra activiteiten is het

verzorgen van clinics, waarbij het team volleyballers van elk niveau de technische en tactische items van het spel aanleren. Daarnaast geven de spelers natuurlijk zelf een leuke show weg.ORTEC.Nesselande speelt haar thuiswedstrijden in het Topsportcentrum te Rotterdam (naast de Kuip), maar is een onderdeel van de relatief grote en zeer ambitieuze volleybalvereniging VC Nesselande uit Zevenhuizen. In de 15 jaar dat Nesselande in de Nederlandse eredivisie uitkomt is zij al drie maal kampioen van Nederland (1990, 1992 en 1998) geworden en werd maar liefst vier maal de nationale beker mee naar huis genomen. Ook komen de mannen al jaren succesvol uit op Europees verband. “Dit seizoen staat het team onder begeleiding van oud international en gouden medaille winnaar Peter Blangé. Daarnaast is het team versterkt met maar liefst vier internationals. Gezien deze teamsamenstelling zijn we dit jaar een geduchte kampioenskandidaat en dat willen we dan

ook graag laten zien. Tijdens de wedstrijden zal een hoop spektakel geboden worden. Zowel op het veld als erbuiten, waar we het publiek zullen vermaken met mascottes en bijvoorbeeld cheerleaders of andere dansgroepen. Indien je in Rotterdam of omgeving woont, moét je gewoon een keer komen kijken” , aldus manager Piet Bijl.Wil je meer informatie over het team, de wedstrijden of de sporthal? Kijk dan even op www.nesselande.nl. Uiteraard is iedereen van harte welkom bij de wedstrijden. Op vertoon van de Erasmuspas kun je zelfs voor slechts €1,- naar binnen.We zien je graag in het Topsportcentrum!

InTrans 12

ColofonRedactieMartijn BosAstrid de HaesMariette Oostinjen

BezoekadresErasmus Universiteit RotterdamKamer H05-23Burgemeester Oudlaan 50

PostadresStudieverniging TransitoErasmus Universiteit RotterdamKamer H12-07Postbus 17383000 DR Rotterdam

Tel: 010-4082070Fax: 010-4089156E-mail: [email protected]: www.transito.nu

Oplage140