Upload
vilt
View
226
Download
7
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Â
Citation preview
KRIS PEETERS IN DE BIECHTSTOEL VAKWERK: GEZONDHEID VOOR BOER EN BUUR VEEHOUDER VERSUS CHEF MESTBANK LUC DE VOS ONTDEKT DE BOERENSTIEL
Samen machines kopen:loont het echt de moeite?
www.landgenoten.be www.vilt.be
LandgenotenLandgenoten
M a g a z i n e v o o r b o e r e n b u i t e n | Z o m e r 2 0 0 5
LandLandLandLandLandLandLandLandLandLandLandLandLandLandLandLandLandLandLandLandLandLandLand
Landgenoten�Zomer�2005 2
Advertentie
3
Beste Landgenoten,Hartelijk bedankt voor jullie massale reactie op Bui-ten Adem. De voorbije maanden werden wij overstelpt met mailtjes en telefoons. Maar liefst 18.000 exempla-ren van Buiten Adem werden door boeren en tuinders aangevraagd! Met de hulp van nog een pak organisa-ties en bedrijven waren onze 30.000 exemplaren van het eerste nummer na twee weken uitgedeeld. Heb jij al een abonnement genomen op een gratis pakketje nieuwsbrieven dat je om de twee maanden wordt toe-gestuurd? Op die manier help je ons aan niet-landbou-wers uit te leggen hoe belangrijk onze sector is voor de maatschappij. Het succes van Buiten Adem toont de sterke beroeps-fi erheid van de Vlaamse land- en tuinbouwers. Wat jammer dat er nog altijd enkelingen zijn die er een knoeiboel van maken. Door zich bijvoorbeeld hardnek-kig in de hormonenhandel vast te bijten. De overheid kan hiertegen niet hard genoeg optreden. Als jonge boerendochter kan ik me niet voorstellen dat we nog tientallen jaren met dergelijke verfoeilijke spelbrekers opgezadeld zitten. Het binnen de sector oogluikend toestaan van wanpraktijken maakt het werk van de overgrote meerderheid kapot. Dat is onaanvaardbaar voor wie het goed meent met de land- en tuinbouw. Ik sta toch niet alleen met dit standpunt?
Dat we door samenwerking veel kunnen bereiken, wordt je wellicht duidelijk na het lezen van het eerste artikel. De machinering in Lokeren is het levende be-wijs dat samenwerking tussen boeren een echte troef kan zijn. Misschien komt er straks zelfs wat meer we-derzijds begrip tussen veehouders en de Mestbank? De jonge boer Kristof De Fauw trok naar de Mestbank en vroeg er meer uitleg over het hoe en waarom van de controles. VILT-voorzitter Dirk Lips liet op zijn beurt de mestgeheimen van minister van Leefmilieu Kris Peeters opbiechten. Luc De Vos zorgt voor een melan-cholieke noot bij een bezoek aan de landbouw in zijn ge-boortestreek. En zelfs Tom Boonen kon in dit nummer niet ontbreken.
Veel leesplezier!
Griet LemaireHoofdredacteur
Een schitterende start
4 Samen sterk?Een machinering geldt als een van de meest haalbare vormen van samenwerking. Maar loont het echt de moeite? Een kijk achter de schermen van de machinering in Lokeren.
7 De Biechtstoel / Kris Peeters op de roosterVlaams minister van Leefmilieu Kris Peeters wil de landbouwers meer vrijheid geven om het mestoverschot aan te pakken. Daar hangt een geurtje aan. vilt-voorzitter Dirk Lips ondervraagt de minister.
8 Prettig Platteland / De Haspengouwse verleiding In Haspengouw boomt het plattelandstoerisme onder impuls van Toerisme Sint-Truiden. Hoe kregen de Haspengouwers dat voor elkaar? En wat kunnen andere regio’s ervan opsteken?
11 Hallo Brussel / Boeren beter helpenAmbtenaren moeten boeren beter kunnen helpen. Dat vind jij toch ook? Agricall en vlif stellen hun dienstverlening voor om te vermijden dat landbouwers met dringende problemen aan het lijntje gehouden worden.
12 Vakwerk / Gezondheid voor boer en buurHoe gezond is jouw bedrijf? Ontdek technieken om lawaai, trillingen en kwalijke geuren aan te pakken. Van emissiearme stallen over mestinjectie tot tips om je rug en je oren te sparen.
19 ColumnWat hebben landbouwsubsidies, dierenwelzijn en Tom Boonen met elkaar gemeen?
20 Reporter Te Velde / Veehouder ondervraagt chef MestbankRundveehouder Kristof De Fauw vraagt Mestbank-chef Dirk Struyf om uitleg over de Mestbank-controle.
22 Buitenlander / Luc De VosZanger en mediafi guur Luc De Vos bezoekt in zijn geboortedorp Wippelgem het slachtveebedrijf van Katrien Van Daele: ‘Het is blijkbaar groter worden of verdwijnen.’
23 Boerenbedrog Ga jij straks ook met vakantie?
24 Uit de provincieVarkenshouder Jan Somers liet via de provincie Antwerpen de haalbaarheid van zijn ideeën onderzoeken: van een boerderijcamping tot bbq-pakketten. En hoe ondersteunen de andere provincies de verbrede landbouw?
26 UitgepraatBesteden de veilingen hun gmo-gelden en telersbijdragen zoals het hoort? Tuinders Jean-Pierre De Leener en Marc Dockx hebben er elk zo hun eigen mening over. En jij?
28 Buiten AdemHeb jij onze speelse nieuwsbrief Buiten Adem al besteld? Je kunt hem gratis uitdelen aan al je klanten, bezoekers, vrienden en kennissen.
In dit nummer
4
22
VILT? Het Vlaams Informatiecentrum over Land- en Tuinbouw informeert een breed publiek
over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties
en de overheid.
8
Advertentie
Landgenoten�Zomer�2005 4
Samen aan het stuur
5
Zou jij het zien zitten om te gaan samenwerken met enkele collega’s?
En als je bedrijf er nu eens beter van zou worden? We vroegen aan
de boeren van de machinering in Lokeren of samenwerken werkelijk
loont, en of het geen pijn doet om een stuk vrijheid op te geven.
e landbouwprijzen staan onder druk, on-
der meer door de toenemende concurren-
tie op de wereldmarkt. Intussen lopen de
kosten op omdat aan het product en de produc-
tiewijze steeds meer eisen worden gesteld. Elke
boer wordt daarmee geconfronteerd, maar hij kan
er op zijn eentje weinig aan doen. Samenwerking
kan een deel van de oplossing zijn, om betere prij-
zen te verkrijgen of om de kosten te drukken. Het is
een cliché, maar samen sta je inderdaad sterker.
Die eenvoudige vaststelling lag ook aan de basis
van de machinering in Lokeren. Het is begin mei
als we secretaris Philip De Visscher en voorzitter
Peter Bauwens opzoeken. Met de eerste mooie
dagen achter de rug moeten we niet lang naden-
ken over onze openingsvraag: hoe slaag je erin
met een groep melkveehouders en
één maaier op tijd de eerste snede
gras te maaien? ‘Het waren hecti-
sche dagen,’ zegt Philip. ‘Van de 29
leden gebruiken er tien de maaier.
Het vraagt een goeie planning en
heel wat geschipper en last-minute-
aanpassingen, maar het is gelukt,
tot ieders tevredenheid. Ik vind het als boer veel
minder verantwoord om een machine aan te ko-
pen die je maar vijf dagen per jaar gebruikt. Je kunt
je geld toch beter besteden.’
Maaier doet 200 hectare. De machinering in Lo-
keren werd opgericht begin 1998, met 16 leden die
elk een aandeel van toen 625 euro kochten.
De eerste aankopen waren een kipwagen,
een vacuümtank, een frees, een diepwoe-
ler, een cultivator en een weidesleep. ‘Je
moet zeker niet beginnen met grasbewer-
kingsmachines,’ zegt Peter. ‘Die hangen
te veel af van het weer. Leer eerst samen-
werken rond andere machines, dan merk
je snel wat haalbaar is. De maaier was ook
voor ons nog een grote gok. Philip heeft zelfs al-
tijd – al lachend – met ontslag gedreigd als we met
grasbewerkingsmachines zouden beginnen, want
als secretaris moet hij het natuurlijk allemaal ge-
organiseerd krijgen.’ ‘Nu sta ik er natuurlijk voor
200 procent achter,’ voegt Philip er voor de duide-
lijkheid aan toe.
De leden van de Lokerse machine-
ring zijn vooral jonge melkveehou-
ders, sommige met een gemengd
bedrijf, en enkele gespecialiseerde
varkensbedrijven. Ze kunnen te-
gen vergoeding beschikken over
een goeie twintig machines, die
een totale waarde vertegenwoor-
digen van ruim 115.000 euro. De recentste aanko-
pen waren een mestinjector en een rotoreg. Vooraf
wordt uitgebreid berekend of een aankoop door de
machinering wel voordeliger uitkomt. Peter: ‘Zo
hebben wij een maaier van 15.000 euro gekocht,
af te schrijven op 7 jaar. Als individuele boer koop
je een goedkoper model, dat je op een langere pe-
riode afschrijft. Zo’n machine kost
een individuele boer, inclusief inte-
resten en onderhoud, 54 euro per
hectare, op voorwaarde dat hij er
30 hectare mee maait. Onze maai-
er, waarmee we 200 hectare doen,
kost ons 22 euro per hectare.’
Rendabiliteit verbeterd? Het
doel van de machinering is de rendabiliteit van
de individuele bedrijven te verbeteren. Maar lukt
dat ook? Philip: ‘Sinds dit jaar begin ik het verschil
in elk geval te voelen in de bedrijfsvoering. Het
duurt dus wel even: we hadden bij de start zeven
jaar geleden nog allemaal afschrijvingen lopen.
Naast het fi nanciële aspect zijn er echter heel wat
positieve effecten die je wel meteen merkt.’ Zo
zorgen de grotere en duurdere machines van de
machinering voor een tijdsbesparing en voor een
beter resultaat. Philip: ‘Je werk is sneller gedaan,
je tractor doet minder uren, dat is ook winst, hé.
Vroeger moest ik een hele dag maaien, nu ben ik
op een halve dag rond. Door met de grotere mest-
tank te werken, bespaar ik twee dagen.’ Wordt die
tijds- en andere winst niet ruimschoots teniet ge-
daan door de vele uren die nodig zijn om alles ge-
organiseerd te krijgen? ‘De gewone leden steken
er geen tijd in. Wij wel, maar als je je engageert in
een vereniging kruipt daar altijd tijd in.’
Philip benadrukt ook dat het contact tussen de Lo-
kerse boeren enorm is verbeterd. Dat brengt
D ‘Als een van ons een tegenslag heeft, kan hij meteen tien man opbellen voor hulp.’
Kun je met tien melkveehouders en één maaier op tijd de eerste snede gras maaien?
>>>
Samen aan het stuur
6 Landgenoten�Zomer�2005
fi nancieel niks op, maar ook collegialiteit heeft
zijn waarde. ‘Als een van ons een tegenslag heeft,
kan hij meteen tien man opbellen voor hulp. Als de
leden hier machines komen halen, raken ze altijd
aan de praat. Ook het bestuur is een heel hechte
groep. De dagen van het winteronderhoud zijn
meer plezier dan werk.’
Op de vraag waarom er in Vlaanderen niet veel
meer machineringen zijn, komt een heel nuch-
ter antwoord. ‘Je steekt het niet zomaar in elkaar,
hoor.’ De oprichtingskosten voor de cvba (coöpe-
ratieve vennootschap met beperkte aansprake-
lijkheid) liepen in Lokeren op tot 10.000 euro. Ook
het uitpluizen van het statuut van de machinering,
de btw-regeling, de facturatie, enzovoort had heel
wat voeten in de aarde. ‘We zijn een cvba die gere-
gistreerd staat als loonwerkersbedrijf. Dat bete-
kent dat we ook provincie- en gemeentebelasting,
sociale bijdragen enzovoort betalen. Het voordeel
is dat onze leden de btw kunnen recupereren, de
facturen kunnen inbrengen bij
de belastingen en dat we vlif-
steun kunnen ontvangen. Een
cvba is ook een veilige oplos-
sing voor de leden: mocht er
ooit iets fout gaan, kunnen ze
nooit meer verliezen dan de
1500 euro die hun aandeel van-
daag kost.’
Intussen in Bocholt. In het
Limburgse Bocholt gaat bin-
nenkort ook een machinering
van start. Ook daar kiest men
voor een echte coöperatieve vennootschap. ‘Om
dezelfde redenen als in Lokeren,’ zegt Ben Kusters,
secretaris van agro|bedrijfshulp en betrokken bij
de machinering van Bocholt. ‘Een cvba oprichten
kost geld, maar het heeft heel wat voordelen.’
In Bocholt zet men bovendien een stap verder:
het plaatselijke loonwerkersbedrijf wordt in de
samenwerking betrokken. Veel loonwerkers zien
machineringen nochtans als een bedreiging. Ner-
gens voor nodig, vinden zowel Ben Kusters als de
Lokerse bestuursleden. Philip: ‘Machineringen ko-
pen machines aan die boe-
ren anders elk apart zouden
kopen, en dus geen pakken-
pers of oogstmachines. Wij
hebben er ook geen baat bij
om de loonwerkers pijn te
doen: we zullen ze altijd nodig hebben.’ In Bocholt
zijn ze ervan overtuigd dat een win-winsituatie
mogelijk is. De machinering sluit er een overeen-
komst met een groot loonwerkersbedrijf, waar-
door de leden van de machinering de machines
van de loonwerker met een bepaalde korting kun-
nen gebruiken. Ben Kusters: ‘Op die manier moet
de machinering niet meteen enorm investeren:
we kunnen eerst nagaan waar de noden liggen. En
de loonwerker ziet zijn klantenbestand groeien.’
Vrijheid kwijt? Een van de voornaamste obsta-
kels om te gaan samenwerken, is die veelgeroem-
de vrijheid die elke landbouwer of tuinder zo dier-
baar is. Ook het feit dat je voor een stuk afhangt
van anderen, die misschien niet zo zorgzaam om-
gaan met de machines of met afspraken, kan een
drempel zijn. ‘Je moet je werk wat beter leren plan-
nen, dat is waar,’ zegt Peter. ‘Maar uiteindelijk be-
slis je nog altijd zelf wanneer je wat doet. Alleen in
het voorjaar is er bij ons even een piek. De rest van
het jaar moet je echt niet wachten op de vacuüm-
tank of op de maaier. En ja, die afhankelijkheid van
anderen is een aanpassing. Maar als je in ruil kunt
beschikken over een modern machinepark waar-
mee je werk beter vooruitgaat, dan ben je dat rap
vergeten.’ D
Meer info? Machinering Lokeren, tel. 0477 37 08 76,
Denk je er samen met enkele collega’s aan
om een machinering op te richten? Voor
volledig vrijblijvend advies kan je terecht bij
agro|bedrijfshulp, Diestsevest 40, 3000 Leuven,
tel. 016 28 64 64, fax 016 28 64 39,
agro|[email protected]
‘Meer kansen voor samenwerking’
Samenwerking is een van de sleutelbegrippen
in het beleid van Landbouwminister Yves
Leterme. Op welke manier wil de minister die
samenwerking in de sector stimuleren? ‘We
willen vooral in de bestaande maatregelen en
instrumenten het accent zodanig verleggen
dat samenwerking meer kansen krijgt,’ zegt
Joris Relaes, kabinetschef Landbouw. ‘Zo
willen we in de VLIF-reglementering een aantal
aanpassingen aanbrengen. Ook het Steunpunt
voor Duurzame Landbouw (Stedula) gaat
zich meer bezighouden met samenwerking
en ook in de demonstratieprojecten
komt samenwerking aan bod. Een heel
concrete samenwerking die intussen is
gerealiseerd, zijn de telersverenigingen
voor de diepvriesgroentensector.’
Een win-winsituatie voor boeren én loonwerker.
>>>
In 1998 richtte een groep boeren
in Lokeren een machinering op. ‘Je
geeft een beetje vrijheid op, maar als
je in ruil kunt beschikken over een
modern machinepark waarmee je werk
beter vooruitgaat, dan ben je dat rap
vergeten,’ zegt Peter Bauwens (in het
midden op de foto, met voor hem Philip
De Visscher).
7
In elke Landgenoten neemt een spraakmakend fi guur plaats in onze biechtstoel, om
op de rooster gelegd te worden door VILT-voorzitter Dirk Lips. Deze keer Kris Peeters,
Vlaams minister van Leefmilieu over zijn aanpak van het mestprobleem.
‘Strenge handhaving én een klantvriendelijke Mestbank’
Lips: De boeren krijgen straks een nieuw
mestactieplan aangesmeerd. Deugden
de oude versies niet meer?
Peeters: Ik wil zeker geen nieuw rondje landbouwers
pesten, integendeel. Het oude plan dateert uit 1991
en het is intussen al vijftien keer bijgestuurd. Het
was dus dringend nodig om wat ballast te verwijde-
ren en een nieuw, helder plan op te stellen. Ik hecht
veel belang aan het eco-principe – waarbij eco niet
staat voor ecologisch, maar voor een effi ciënt, co-
herent en overlegd beleid. Daarom heb ik eerst een
visietekst gelanceerd waarover alle betrokkenen
hun mening kunnen geven. Hoewel ik zeker niet
overhaast tewerk wil gaan, lijkt 1 januari 2006 me
een ambitieuze maar haalbare doelstelling om het
nieuwe map in werking te laten treden.
Het map dient om het mestoverschot aan
te pakken. Maar niemand weet hoe groot
het probleem op het terrein nog is?
Het is uiteraard belangrijk om exact te weten over
welk overschot we vandaag nog spreken. De Mest-
bank beschikt over heel wat cijfermateriaal en we
zijn alle opmerkingen daarover aan het onderzoe-
ken. Mijn belangrijkste doel is trouwens de Nitraat-
richtlijn na te leven die ons door Europa is opgelegd.
Het mestdecreet is dus geen doel op zich. De resul-
taten tellen.
Mestrechten vervangen de nutriëntenhalte.
Is dat meer dan een nieuwe naam?
De correcte term is nutriënten-emissierechten.
Veehouders mogen voortaan een aantal dieren
houden, die een bepaalde hoeveelheid nutriënten
– fosfor en stikstof – mogen produceren. Het be-
langrijkste verschil met vandaag is dat de rechten
overdraagbaar worden en dat je ze kunt verkopen.
Zo stimuleren we de dynamiek in de sector. Tegelijk
willen we de druk op het leefmilieu verkleinen. Bij
iedere transactie zal een deel van de rechten wor-
den afgeroomd. Over de manier waarop die rechten
berekend zullen worden, kan ik nog niets zeggen. Ik
wacht de input uit de sector af. Als ik nu al voorstel-
len lanceer, hol ik mijn overlegfase uit.
Een belangrijk principe is de omkeerbaarheid
van kwetsbare gebieden. Daar blijft niks van
over wanneer Europa ons land in het kader
van de Nitraatrichtlijn veroordeelt?
De eventuele veroordeling is er nog niet en ik wil
erop wijzen dat onze dagvaarding geldt voor de
toestand van 1999. Maar mocht er een veroordeling
komen, dan zal ik met de Europese Commissie over-
leggen en ook op dat niveau pleiten voor een aan-
moedigend en sensibiliserend mestbeleid. Je kunt
landbouwers toch niet motiveren om het goed te
doen als hun inspanningen niet beloond worden?
Juist, en daarom streeft u naar een meer
stimulerende Mestbank. Tegelijk zegt u dat
de cowboys eruit moeten. Hoe rijmt u dat?
Dat is geen contradictie. Ik pleit tegelijk voor een
strenge handhaving en voor een klantvrien-
delijke Mestbank. De Mestbank moet
land- en tuinbouwers beter bijstaan
en hen in een positieve sfeer advies
kunnen geven. Ik reken ook op de
verantwoordelijkheid van de men-
sen uit de sector. Land- en tuinbou-
wers moeten bijvoor-
beeld per zone uit de Vlaamse Hydrologische Atlas
zelf knelpunten kunnen aanpakken. Zo zoeken we
nog naar een manier om die groepsdynamiek be-
ter te omkaderen. Dat wil echter niet zeggen dat
er geen strenge handhaving komt. Ik wil resulta-
ten boeken en dus moeten de cowboys er onher-
roepelijk uit. D
Lees het uitgebreide interview
op www.landgenoten.be
De Biechtstoel
‘Het belangrijkste verschil is dat mestrechten overdraagbaar en verkoopbaar worden.’
‘Je kunt landbouwers
toch niet motiveren
als hun inspanningen
niet beloond worden?’
7
Juist, en daarom streeft u naar een meer Juist, en daarom streeft u naar een meer
stimulerende Mestbank. Tegelijk zegt u dat stimulerende Mestbank. Tegelijk zegt u dat
de cowboys eruit moeten. Hoe rijmt u dat?de cowboys eruit moeten. Hoe rijmt u dat?
Dat is geen contradictie. Ik pleit tegelijk voor een Dat is geen contradictie. Ik pleit tegelijk voor een
strenge handhaving en voor een klantvrien-strenge handhaving en voor een klantvrien-
delijke Mestbank. De Mestbank moet delijke Mestbank. De Mestbank moet
land- en tuinbouwers beter bijstaan land- en tuinbouwers beter bijstaan
en hen in een positieve sfeer advies en hen in een positieve sfeer advies
kunnen geven. Ik reken ook op de kunnen geven. Ik reken ook op de
verantwoordelijkheid van de men-verantwoordelijkheid van de men-
sen uit de sector. Land- en tuinbou-sen uit de sector. Land- en tuinbou-
Prettig platteland
e Haspengouwse bloesemroutes en -fees-
ten zijn de voorbije jaren tot een volwaar-
dige toeristische attractie uitgegroeid:
ook dit jaar trokken in april duizenden toeristen
naar de landbouwre-
gio. Het hoogtepunt
was volgens Hilde
Hendricx van Toeris-
me Sint-Truiden het
zonnige paasweek-
end van vorig jaar. Toen telden haar medewerkers
maar liefst 13.000 fi etstoeristen. Ondanks het
minder goede weer was de opkomst dit jaar even
groot en het is duidelijk dat deze regio de Bloesem-
feesten hoog in het vaandel draagt. Twee jaar ge-
leden liet de stad Sint-Truiden de Bloesemfeesten
zelfs als merknaam beschermen.
Bloesems verkopen. Volgens Hilde Hendricx
danken de Bloesemfeesten hun succes deels aan
de natuurlijke schoonheid van de bloe-
sems. Maar ze wijst ook naar de geïn-
tegreerde aanpak van haar dienst.
‘Ons concept is opgebouwd rond één
unieke troef: de bloesempracht. Dat is
onze unique selling proposition, de leidraad waar-
mee we toeristen naar onze regio lokken. Door
bijvoorbeeld enkel een bietenroute op te zetten,
spreek je volgens mij geen toeristen aan: wie wil
nu alles weten over de biet? Maar met een globale
visie maak je daar wel mensen voor warm. Zo zie
ik al meer in een landbouwleerpad, dat je met di-
verse authentieke landbouwbedrijven laat ken-
nismaken.’
De voorbije tien jaar zijn ook de toeristische arran-
gementen in de Haspengouwstreek sterk geëvo-
lueerd. Net als vroeger komen nog altijd heel wat
bussen naar de streek voor een rondrit en een be-
drijfsbezoek. Maar de individuele arrangementen
hebben duidelijk aan belang gewonnen. Hilde Hen-
dricx: ‘De moderne Vlaming is een individualist:
vandaag trekken we er alsmaar meer met het ge-
zin op uit. Daarom hebben we een nieuw circuit uit-
gewerkt voor gezinnen: van bedrijfsbezoeken voor
kleinere groepen, tot fi ets- en wandelroutes.’
Oldtimers en bloesemkokkerellen. Wie bla-
dert door een toeristische brochure van de Has-
pengouwstreek, merkt meteen hoe gedifferenti-
eerd het aanbod wel is: van een bloesemontbijt,
over bloesemkokkerellen, tot een cartoonten-
toonstelling, wandelingen, fi etstochten,
een oldtimerfestival, enzovoort. ‘Je moet
voor elk wat wils in de aanbieding hebben,’
zegt Hilde Hendricx. ‘Sommige mensen
willen gewoon wandelen langs een gra-
tis bloesemroute. Maar wie wat meer wil betalen,
kan ook iets meer krijgen: je kunt bijvoorbeeld ook
een brouwerij bezoeken of een lunch met streek-
producten meepikken. Zo varieert de kostprijs
van onze activiteiten van nul tot veertig euro per
dag.’
Tijdens de maand april organiseren de toeristi-
sche diensten dagelijks rondleidingen op fruitbe-
drijven. Die kunnen op de stadsdiensten rekenen
voor zowel de promotie als voor de boekingen. ‘De
fruittelers mogen ook kiezen of ze zelf gidsen of
niet,’ zegt Hilde Hendricx. ‘Maar meestal voert
een van onze gidsen het woord: de meeste fruit-
telers hebben werk genoeg. De telers doen vooral
aan toerisme omdat ze een positief beeld van de
sector willen uitdragen: het toerisme blijft maar
In Haspengouw boert het plattelandstoerisme beter dan ooit.
Hoe komt dat en wat kunnen andere regio’s ervan opsteken? We
vroegen het aan Hilde Hendricx van Toerisme Sint-Truiden en aan
Philippe en Diane Moiës-Boussu, die al vijftien jaar landbouw
combineren met hoevetoerisme.
‘De naam Bloesemfeesten is zelfs als merknaam beschermd.’
Prettig platteland
‘Eén thema als leidraad’
‘Wie wil nu alles weten over de biet?’
D
PLATTELANDSTOERISTEN: hoe verleid je ze?
Landgenoten�Zomer�2005 8
Hilde Hendricx van Toerisme Sint-Truiden
9
een klein deel van hun omzet.
Voorlopig werken we samen
met een viertal bedrijven, waar
we wel minstens één keer per
dag langskomen.’
Op naar de fruitzomer? Door
de grote belangstelling voor de Bloesemfeesten
besteden de stadsdiensten alsmaar meer aan-
dacht aan het vermijden van overlast. Hilde Hen-
ricx: ‘In het concept dat we hebben beschermd,
staat letterlijk dat de feesten geen overdruk mo-
gen creëren. Ik ben er dan ook geen voorstander
van om de feesten uit te breiden tot een hele fruit-
zomer. Natuurlijk is onze streek ook na de bloe-
semperiode nog mooi. Maar ik vind dat je de motor
achter je toerisme – de fruitbedrijven – niet mag
overbelasten: tijdens de plukperiode hebben te-
lers andere zorgen aan hun hoofd.’
Toerisme Sint-Truiden gaat prat op een goede sa-
menwerking met de telers. ‘We hebben een sche-
pen die afkomstig is uit
de fruitsector,’ zegt Hilde
Hendricx. ‘En we hebben
altijd al goede afspraken
gemaakt met de sector.
Vaak gaat dat over kleine
zaken die veel impact heb-
ben zoals niet spuiten als
er toeristen zijn. Of uitleggen wat je precies doet,
bijvoorbeeld over het spuiten: je kunt aan de toe-
risten zeggen dat je daardoor de nuttige insecten
beschermt en de schadelijke terugdringt. Veel
van onze afspraken worden met de veilingen af-
gesproken en zo aan de telers doorgegeven. Maar
wij organiseren ook jaarlijks een vijftal vergade-
ringen met al onze partners.’
Samen sterk. Hoewel Toerisme Sint-Truiden nog
altijd de hoofdorganisator van de Bloesemfees-
ten is, werkt de dienst met verschillende instan-
ties samen. Intussen werken acht gemeentes uit
de regio mee aan de feesten, en dit jaar heeft de
provincie Limburg voor het eerst de communica-
tie verzorgd. De provincie kreeg daarvoor steun
van het Europees Fonds voor Regionale Ontwik-
keling, dat voor elke euro die de stad en de provin-
cie investeren, een euro bijlegt. Sinds kort heeft
de provincie bovendien regiomanagers in dienst,
die onder meer werk maken van gps-fi etsroutes
en van een tv-serie in de fruitstreek. D
Meer weten?
www.bloesemfeesten-haspengouw.be
of tel. 011 70 18 18
‘Je mag de motor achter het toerisme niet overbelasten.’
‘Er wordt onder meer gewerkt aan gps-fi etsroutes.’
PLATTELANDSTOERISTEN: hoe verleid je ze?
10 Landgenoten�Zomer�2005
ok Philippe en Diane Moiës-Boussu, die
in Opheers bij Sint-Truiden al vijftien jaar
landbouw met hoevetoerisme combine-
ren, voelen dat het Haspengouwse plattelands-
toerisme sterk in de lift zit: ‘Onze weekends zijn
alweer tot na de zomer volgeboekt,’ zegt Diane als
we haar begin mei ontmoeten. ‘Of we geen extra
slaapruimte moeten inrichten? Voor ons is vijftien
gasten ruim voldoende: landbouw blijft onze be-
langrijkste activiteit. En met vijftien mensen kun
je tenminste nog een band opbouwen en voor ie-
dereen koken.’
Authenticiteit en arrangementen. Terwijl Di-
ane de handen vol heeft met de toeristen, houdt
Philippe de boerde-
rij draaiende. Met
veertig hectare ak-
kerland, tweehon-
derd mestvarkens en
zestig stuks mestvee
heeft hij nauwelijks tijd om te genieten van de va-
kantiesfeer op zijn vierkantshoeve. Toch maakt hij
altijd tijd vrij om de bezoekers met zijn bedrijf te
laten kennismaken. ‘Onze gasten komen juist om
de sector te leren kennen,’ zegt Diane. ‘Natuur-
lijk willen ze ook van de binnenkoer en de mooie
streek genieten. Maar de meeste van onze gasten
willen hun kinderen laten kennismaken met het
authentieke boerderijleven, dat ze meestal zelf
nog kennen uit hun kindertijd.’
Zoals de meeste collega’s uit de regio zoeken
Philippe en Diane vooral naar manieren om ook
op weekdagen voldoende gasten te trekken.
‘Samen met de toeristische diensten bieden we
een aantal weekarrangementen aan,’ zegt Diane.
‘Zo staan we in de brochures onder meer bij het
cultuurarrangement Wonderlijke Woensdagen en
bij een fi etsarrangement, waarbij we de bagage
naar de volgende slaapplaats voeren. Of dat veel
opbrengt, weet ik eigenlijk niet: de meeste arran-
gementen zijn iets duurder dan een gewoon ver-
blijf, terwijl de gasten ook op eigen houtje heel wat
kunnen doen. Ik ben sinds kort aan het bijhouden
hoe alle klanten ons hebben gevonden.’
Gat in de markt. Volgens Diane blijven de bro-
chure van de vzw Plattelandstoerisme en van
Vlaanderen Vakantieland de belangrijkste kana-
len om toeristen te bereiken. Daarnaast merkt ze
dat alsmaar meer gasten de Michaelhoeve ont-
dekken via de web-
site die ze twee jaar
geleden heeft laten
bouwen. Of Diane nog
meer tips heeft voor
wie aan hoevetoerisme
wil doen? ‘Het belang-
rijkste is dat je het graag doet: dan keren je gasten
vanzelf terug. Het grote gat in de markt ken ik niet.
Maar we krijgen alsmaar vaker vragen van grote
groepen die samen op weekend willen. En wat ze-
ker ook zou aanslaan, is een bedrijf dat een kinder-
oppas of –animatie kan aanbieden.’ D
300 toeristenhoeves
Volgens de vzw Plattelandstoerisme
telt Vlaanderen ongeveer driehonderd
uitbatingen van plattelandstoerisme.
Bovendien komen er sinds 1995 jaarlijks
gemiddeld dertig nieuwe uitbatingen
bij. De gemiddelde bezettingsgraad
is over het hele jaar bekeken voor
kamers 33 procent en voor woningen of
appartementen 38 procent. Tijdens de
zomermaanden stijgt de gemiddelde
bezettingsgraad tot 71 procent
voor woningen of appartementen
en tot 62 procent voor kamers.
Meer info via de vzw Plattelandstoerisme:
www.hoevetoerisme.be of tel. 016 2860 35
‘Toeristische arrangementen om de weekdagen vol te krijgen.’
Prettig platteland
‘Er is almaar meer vraag naar slaapruimte voor echt grote groepen.’
Diane Moïes-Boussu van de Michaëlhoeve:
‘Toeristen willen vooral kennismaken met het boerderijleven’
O
11
Hallo Brussel
Hulp nodig? Bel op tijd!
L
De Vlaamse overheid heeft
verschillende initiatieven om
landbouwbedrijven in nood bij
te staan. Maar die initiatieven
zijn niet altijd even goed be-
kend: niet bij de landbouwers,
en vaak ook niet bij de amb-
tenaren. Daarom organiseren
Agricall en het VLIF op 23 juni
een studiedag.
andbouwers in nood doen vaak veel te laat
een beroep op hulp van buiten af. Ze hebben
immers hun fi erheid en lopen niet gauw te
koop met hun problemen. ‘Toch is het helemaal
geen schande om een beroep te doen op onder-
steuning’, zegt Sigert Vandenberghe van Agricall.
‘Integendeel: hoe vroeger je dat doet, hoe groter
de kans dat je het bedrijf nog kunt redden. En dat
is tenslotte toch de bedoeling.’
Dienstverlening. Zowel Agricall als het vlif (het
Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) richten zich
tot landbouwbedrijven in moeilijkheden. Het vlif
geeft onder bepaalde voorwaarden subsidies voor
(economische) bedrijfsbegeleiding door een er-
kend centrum. Het betaalt 600 euro voor de door-
lichting van het bedrijf en voor het opstellen van
een streefplan. Per
bedrijfsbezoek van
de experten geeft het
vlif daar nog eens 200
euro bovenop, met
een maximum van zes bezoeken. Voor de eind-
evaluatie is nog eens 200 euro voorzien.
Agricall bekijkt eerder de menselijke kant van de
zaak. Landbouwers en hun gezin die door hun eco-
nomische problemen in de put zitten, kunnen er
psychosociale begeleiding krijgen. In de eerste
plaats biedt Agricall telefonische opvang, maar
waar nodig komt ook een psycholoog langs. De
eerste vier bezoeken zijn gratis. Daarna verwijst
Agricall door naar andere psychologen of andere
specialisten, bijvoorbeeld juridische experts.
Beter doorverwijzen. Dat landbouwers niet al-
tijd van de dienstverlening van Agricall en vlif ge-
bruikmaken, heeft vaak te maken met de idee bij
boeren dat ambtenaren toch niet weten wat er op
het terrein gebeurt en dus geen goede ondersteu-
ning kunnen bieden. ‘Op één punt klopt dat ook’,
zegt Sigert Vandenberghe. ‘We merken dat de
ambtenaren niet altijd het fi jne van onze dienst-
verlening afweten, en dan kunnen ze uiteraard
niet goed naar ons doorverwijzen. Daarom orga-
niseren we nu een studiedag om onze werking uit
te leggen. Want het laatste wat landbouwers in
moeilijkheden kunnen gebruiken, is om van de ene
telefoon naar de andere te worden doorgescha-
keld: ze hebben zo al problemen genoeg.’
Alle personeelsleden van de administratie Land-
en Tuinbouw, ook van de buitendiensten, zijn op
de studiedag uitgenodigd: alles samen zowat 900
man. D
Agricall is telefonisch te bereiken op het
nummer 0498 11 99 99. Van 9 tot 17 uur is er een
psycholoog aanwezig, buiten die uren kan je een
boodschap nalaten op een antwoordapparaat.
Het Vlaams landbouwinvesteringsfonds (vlif) is
gevestigd op het Leuvenseplein 4,
1000 Brussel, tel. 02 553 63 21,
e-mail: [email protected]
‘Agricall verwijst ook door naar juridische experts.’
12 Landgenoten�Zomer�2005
Vakwerk! Gezondheid voor boer en buur
Emissiearme stal: aangenamer en gezonderWie vandaag een nieuwe varkens- of pluimveestal wil zetten, krijgt
te maken met strengere voorwaarden wat de ammoniakemissie be-
treft. De stal moet immers ammoniakemissiearm zijn en dat kun je
op verschillende manieren bereiken. In zo’n stal is het overigens ook
gezonder werken.
en nieuwe varkens- of pluimveestal, of een
bestaande stal die structureel wordt ver-
nieuwd, moet sinds vorig jaar ammoniak-
emissiearm zijn. De wetgeving kwam er vooral om
milieuredenen, maar emissiearme stallen hebben
nog andere effecten. Zo is het er aangenamer en
gezonder vertoeven, voor jou en je dieren. Ammo-
niakgas is immers irriterend. In hoge concentra-
ties tast het de ogen en de luchtwegen aan en in
extreme gevallen kan het zelfs tot verstikking lei-
den. ‘In de emissiearme stallen valt het betere stal-
klimaat meteen op,’ zegt Katrien Boussery van het
Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek (clo).
‘Pluimvee- en varkenshouders zijn de ammoniak-
geur meestal gewend, maar eens de nieuwe stal in
werking is, merken ze toch een serieus verschil.’
Emissiearme stallen kunnen ook een positief effect
hebben op de geuremissie uit de stal. Maar geur en
ammoniakemissies zijn lang niet hetzelfde: er zou-
den maar liefst 168 componenten verantwoorde-
lijk zijn voor de geur op veebedrijven. Door ammo-
niakemissiearm te werken elimineer je in elk geval
een van de componenten.
De wettelijke lijst. Het departement Mechanisa-
tie, Arbeid, Gebouwen, Dierenwelzijn en Milieube-
veiliging van het clo was betrokken bij het opstel-
len van de lijst met emissiearme stalsystemen die
zijn opgenomen in de wet en die dus verplicht zijn
bij nieuwbouw of structurele vernieuwing. Bij het
opstellen van de lijst werd ook rekening gehouden
met geuremissie, dierenwelzijn, arbeidsomstan-
digheden, economische haalbaarheid enzovoort.
E
In iedere Landgenoten zetten we over één thema nieuwe technieken, onderzoeksresultaten, proefprojecten
en praktijkvoorbeelden in de kijker. Voor dit nummer kozen we het thema ‘gezondheid voor boer en buur’.
Ammoniakemissie-arm groepshuisvestingssysteem voor guste en dragende zeugen: let op de mestkanalen met
schuine wanden en de verdiepte mestkelder eronder.
Aan de hand van een afsluiter kan het mestkanaal
worden geledigd in de verdiepte mestkelder.
13
Emissiearme stal: aangenamer en gezonderPluimvee: snelle droging. Bij ammoniakemis-
siearme stalsystemen voor pluimvee zijn de voor-
naamste principes snelle droging en verwijdering
van de mest. Katrien Boussery: ‘Bij legkippen in
kooi- en volièresystemen gaat dat het makkelijkst:
de mest wordt via een mestbandensysteem ver-
wijderd en vervolgens gedroogd.’ Naast de kooi-
systemen bevat de lijst ook emissiearme syste-
men voor legkippen en sommige andere groepen
pluimvee in grondhuisves-
ting. Bij slachtkuikensouder-
dieren kan gewerkt worden
met verhoogde of zwevende
vloeren waardoor lucht wordt
gestuwd om de mest en het
strooisel te drogen. Overigens
kunnen bij pluimvee in grond-
huisvesting de bestaande huisvestingssystemen
vaak volstaan, als ze voldoen aan een aantal voor-
waarden inzake bezettingsgraad, voedersysteem,
ventilatie enzovoort.
Schuine wanden, minder roosters. Een am-
moniakemissiearm stalsysteem voor varkens is
meestal gebaseerd op een combinatie van princi-
pes. Een van de voornaamste principes is de ver-
kleining van het emitterend oppervlak: de opper-
vlakte waar de mest in aanraking komt met de
lucht, zowel op de vloer als in de mestkelder. In de
klassieke stallen, met een volledige roostervloer
en een ondergelegen mestkelder, wordt een heel
grote oppervlakte mest aan de lucht blootge-
steld. In de regelgeving is nu per dierplaats vast-
gelegd hoe groot dat blootgestelde oppervlak
in de mestkelder mag
zijn. Om daaraan te
kunnen voldoen wordt
gewerkt met een klei-
ner roosteroppervlak,
meer volle vloer en
een mestkanaal met
schuine wanden. Dat
mestkanaal wordt op
geregelde tijdstippen, bijvoorbeeld na elke mest-
ronde, geledigd in een onderliggende verdiepte
mestkelder of via een rioleringssysteem. ‘Door
een of meer schuine wanden te plaatsen, wordt
in het mestkanaal een kleinere mestoppervlakte
aan de lucht blootgesteld, zodat je binnen de be-
perkingen nog voldoende roostervloer in de stal
kunt krijgen.’
Bij varkens wordt vooral de oppervlakte mest die aan de lucht wordt blootgesteld, verkleind.
Ammoniakemissie-
arme vleesvarkensstal
met hellende
vloer en metalen
driekantroosters boven
het mestkanaal. Doordat
metalen roosters
de mest makkelijker
doorlaten, is een groter
roosteroppervlak
toegelaten.
« Ammoniakemissie-arme
biggenstal met volledige
roosters: kunststof
roosters boven het
waterkanaal en metalen
driekantroosters boven
het mestkanaal.
« Doorsnede
ammoniakemissie-arme
vleesvarkensstal met
waterkanaal, bolle vloer,
mestkanaal en verdiepte
mestkelder.
‘In de emissiearme stallen valt het betere stalklimaat meteen op.’ >>>
«
Illustraties:
Agriconstruct
14 Landgenoten�Zomer�2005
Vakwerk! –Gezondheid voor boer en buurVakwerk! –Gezondheid voor boer en buur
Spreiden van mest, en dan vooral drijfmest,
was tot voor kort een aanzienlijke bron
van geurhinder en ammoniakuitstoot.
Ook op dat vlak zijn de reglementen steeds
strenger geworden. Zo wordt er geen mest
meer uitgereden op zon- en feestdagen en is
emissiearm bemesten verplicht. Klassieke
mestinjectie, waarbij de mest ongeveer
15 cm diep in de grond werd geïnjecteerd,
wordt niet vaak meer toegepast, onder
meer omdat het tot beschadiging van de
zode kan leiden. Breedwerpig spreiden
kan enkel nog op akkerland, als de mest
binnen de twee uur wordt ingewerkt. De
laatste tien jaar is ervaring opgedaan met
verschillende emissiearme methodes:
Zodenbemester
- open sleuven van 4 tot 8 cm diep
- tussenrijafstand: 16,5 tot 28 cm
- emissiereductie: 57 tot 94 procent
Zodeninjector
- gesloten sleuven van 5 tot 10 cm diep
- emissiereductie: 57 tot 100 procent
Sleepvoetbemester
- stroken van maximaal 5 cm breed
op de bodem (tussen het gras)
- emissiereductie: 43 tot 80 procent,
afhankelijk van de grashoogte
Sleufkouterbemester
- combinatie van 1 en 3
- sleuf van ongeveer 3 cm diep
- tussenrijafstand: ongeveer 20 cm
- emissiereductie: 60 tot 95 procent
Sleepslangenbemester
- vooral bij opgroeiende
akkerbouwgewassen
- stroken van 5 tot 10 cm op de bodem
- tussenrijafstand: ongeveer 30 cm
- emissiereductie van 26 tot 39 procent
Meer info bij Agromech, CLO - DvL,
Burg. Van Gansberghelaan 115,
9820 Merelbeke, tel. 09 272 28 10,
fax 09 272 28 04, [email protected]
Mestinjectie
‘Als landbouwers of stallenbouwers andere ideeën hebben, mogen ze ons dat zeker laten weten.’
De onderliggende, verdiepte mestput komt ei-
genlijk niet meer in contact met het stalklimaat.
Wel moet er voor verluchting naar buiten gezorgd
worden, om explosiegevaar te vermijden. ‘Het lijkt
misschien contradictorisch om vanuit de mest-
kelder een uitgang naar buiten te voorzien, maar
met het oog op ammoniakemissie kan dat geen
kwaad. Ammoniak wordt immers gevormd in de
eerste uren na het uitscheiden van de mest, na-
dien neemt de emissie enorm af.’
Welke roosters? In varkensstallen kan ook geva-
rieerd worden met het soort roosters. Op beton-
roosters blijft relatief veel mest liggen. Metalen
roosters laten de mest beter door, zodat het emit-
terend oppervlak in dat
geval wat groter mag
zijn. Een ander princi-
pe dat vaak wordt aan-
gewend, is de sturing
van het mestgedrag.
Door middel van ven-
tilatie en het ontwerp
van de hokken kan ge-
zorgd worden dat de varkens mest gaan maken
boven het mestkanaal. In biggenhokken kun je
nog altijd gebruik maken van kunststofroosters
als ligplaats, met daaronder een waterkanaal, en
metaal- of betonroosters op de mestplaats, met
daaronder het mestkanaal. In kraamstallen wordt
een vergelijkbaar systeem toegepast.
Naast 45 mogelijke stalsystemen voor varkens
en pluimvee zijn ook de luchtwassers – biolo-
gische en chemische – opgenomen in de lijst.
Luchtwassers pakken de ammoniakemissie niet
bij de bron aan: in de stal blijft alles bij het oude,
alleen de uitgaande lucht wordt gezuiverd. Het
stalklimaat verbetert dus ook niet voor de var-
kenshouder en voor de dieren. En om de geur te
verminderen, moet er een extra fi lter worden
geplaatst.
Dure luchtwassers. Daar komt bij dat luchtwas-
sers ook economisch niet interessant zijn. Katrien
Boussery: ‘Ze zijn alleen aan te raden als je ze kunt
combineren met mestverwerking. De investe-
ringskost is ongeveer even groot als bij een am-
moniakemissiearm stalsysteem, maar de onder-
houdskosten lopen serieus op. Een luchtwasser
verbruikt energie, je moet er een onderhoudscon-
tract voor afsluiten, zwavelzuur voor aankopen
enzovoort.’ Vreemd genoeg worden er toch vrij
veel luchtwassers verkocht. Wellicht omdat de
nieuwe stalsystemen van de varkenshouder een
aanpassing vragen. Zo brengt een emissiearme
stal nieuwe taken mee, zoals het afl aten van de
mest. Katrien Boussery: ‘Het is anders werken,
dat valt niet te ontkennen. Maar het is ook aange-
namer. De verkopers van de luchtwassers hante-
ren echter ook nogal overtuigende verkoopstech-
nieken, en dat is nog zacht uitgedrukt. En wellicht
gaan sommige boeren er ook van uit dat het vol-
staat om een luchtwasser te hebben, maar dat je
hem daarom nog niet moet laten draaien. Daar zal
in elk geval controle op komen.’
Qua rendement leveren alle stalsystemen uit de
lijst een aanzienlijke reductie van de ammoniake-
missie op: 40 tot 50 procent bij de stalsystemen,
70 tot zelfs 95 procent bij de luchtwassers. Tot slot
benadrukt Katrien Boussery dat de lijst met stal-
systemen een dynamische lijst is. ‘Als landbou-
wers of stallenbouwers andere ideeën hebben,
mogen ze ons dat zeker laten weten. De lijst kan
altijd uitgebreid en aangepast worden.’ D
Meer info over emissiearme stalsystemen:
Agriconstruct, clo - DvL, Burg. Van
Gansberghelaan 115, 9820 Merelbeke,
tel. 09 272 27 51, fax 09 272 28 04,
De lijst met stalsystemen, foto’s en tekeningen,
vind je op www.clo.fgov.be/agriconstruct
>>>
In varkensstallen wordt gevarieerd
met het soort roosters en wordt het
mestgedrag gestuurd.
15
Vooraleer een constructeur een landbouw-
machine of een trekker op de markt mag
brengen, moet die ook op het vlak van ge-
luid en trillingen aan allerlei – veelal Europese
– wettelijke bepalingen voldoen. Zowel voor ge-
luid als voor trillingen worden maximumwaarden
vastgelegd. ‘Het maximale geluid op oorhoogte
voor de gebruiker werd recent nog met 6 decibel
verminderd tot 86 decibel of db(a), voor trekkers
zonder cabine,’ zegt Antoon Vermeulen van cnh
Belgium. ‘Op die manier kunnen die trekkers, die je
in Zuid-Europa nog vaak ziet, geen Europese type-
goedkeuring meer krijgen.’
Constructeurs moeten ook in de handleiding pu-
bliceren hoeveel geluid en trillingen een machine
produceert. Daarbij duikt echter een probleem op:
nergens is vastgelegd in welke omstandigheden
de constructeurs de trillingen moeten meten. En
hoeveel een trekker trilt en schokt, hangt natuur-
lijk af van het terrein, van het feit of er een machi-
ne aan hangt of niet, enzovoort.
Aanpak aan de geluidsbron. Constructeurs
doen heel wat inspanningen om een trekker of
landbouwmachine geluidsarm te maken, ook al
omdat het nu eenmaal het comfort en dus de
Je staat er misschien niet vaak bij stil, maar als landbouwer of tuin-
der word je blootgesteld aan lawaai en trillingen die je gezondheid
kunnen schaden. De wetgeving waaraan de constructeurs moeten
voldoen, wordt dan ook alsmaar strenger.
Constructeurs sleutelen aan comfort
>>>
16 Landgenoten�Zomer�2005
Oei, mijn rugOok trillingen, in de tractor of bij het gebruik van
andere machines, kunnen je gezondheid schade
toebrengen en zelfs tot arbeidsongeschiktheid
leiden. Opnieuw is vooral de tractor een bron
van trillingen en schokken, die onder meer voor
ernstige rugproblemen zoals lumbago kunnen
zorgen.
TipsQ Stel de tractorzetel goed af en vervang de ve-
ring als die versleten is.
Q Vermijd schokken door je snelheid aan te pas-
sen aan het terrein en ontwijk zoveel moge-
lijk oneffenheden.
Q Laat je goed informeren bij de aankoop van
een nieuwe trekker.
Q Hou de bandendruk en de slijtage van de ban-
den in de gaten.
Q Onderhoud wegen en paden die je vaak ge-
bruikt.
Meer info vind je in de brochure Blootstelling
aan fysische agentia in de Belgische land- en
tuinbouw: risico’s en preventiemaatregelen.
Je kunt ze bestellen bij Preventagri, waar je
overigens ook terechtkunt voor informatie
over veiligheid en gezondheid in de sector.
Preventagri Vorming, Monrosestraat 17, 1030
Brussel, tel. 02 216 34 71, www.preventagri.be
Oei, mijn rugOei, mijn rug
Vakwerk! Gezondheid voor boer en buur
Schonere motoren vanaf 2006?
Constructeurs van motoren moeten
ook de uitstoot van schadelijke stoffen
door dieselmotoren beperken. Vooral
de normen voor stikstofoxiden (nox)
en fi jn stof (pm) bezorgen hen heel
wat kopbrekens. ‘Daarnaast is er
een confl ict tussen de verschillende
eisen,’ zegt Antoon Vermeulen
(cnh). ‘De maatregelen om de
uitstoot van nox te verminderen
gaan gepaard met een hoger
verbruik. Daardoor is er meer koeling
nodig, en dus extra ventilatoren
die voor meer lawaai zorgen.’
Vanaf 1 januari 2006 gelden strengere
emissienormen voor nieuwe motoren
boven 130 kilowatt (zo’n 177 pk),
een categorie waarin de meeste
zelfrijdende landbouwmachines
thuishoren. Johan Vansteelant
(avr): ‘Het probleem is dat de
constructeurs hun motoren nog niet
klaar hebben. Wij weten dus nog niet
hoeveel ruimte we in onze machines
moeten voorzien voor de motor en
de bijkomende koeling.’ De categorie
waarin de trekkers vallen, tussen 75
kilowatt (102 pk) en 130 kilowatt,
moet vanaf 2007 aan strengere
normen voldoen. Vanaf 2011 volgt
opnieuw een verstrenging. Vermeulen:
‘Vanaf dan zal nabehandeling van de
uitlaatgassen nodig zijn. Dat kan aan
de hand van ureum, dat je dan zou
moeten bijtanken, of met roetfi lters.
Dat doet de kost van de machines
echter wel oplopen.’ Nog vanaf 2011
moet er zwavelvrije brandstof worden
getankt. ‘Het is dan afgelopen met
het gebruik van rode diesel in de
landbouw. Hoe België dat fi scaal gaat
aanpakken, is nog niet bekend.’
kwaliteit van een machine verhoogt. Alles begint
natuurlijk met een geluidsarme motor. De struc-
tuur van het motorblok, het type tandwielen in
de distributie, de vorm van de uitlaat, het inspuit-
systeem, het speelt allemaal een rol. Maar ook bij-
voorbeeld de hydraulische leidingen van een trek-
ker, de transmissie of de banden kunnen een bron
van geluid zijn. ‘Naast de aanpak aan de bron wer-
ken we natuurlijk ook aan de cabine,’ zegt Vermeu-
len. ‘Onder meer de verbinding tussen de cabine
en het frame is van belang: wij gebruiken daarvoor
rubberen dempers. De cabine moet ook goed af-
gesloten zijn, voor het geluid, maar ook voor stof
en gevaarlijke producten. Daarnaast zijn ook de
vorm van de cabine van belang, het gebruikte glas,
de bevestiging van het glas, de bekleding van de
cabine enzovoort.’ Zelfs voor de ventilatie wordt
gezocht naar geluidsarme systemen.
Schokken dempen.
Constructeurs ne-
men ook specifi eke
maatregelen om tril-
lingen te voorkomen.
Zoals je weet, heb-
ben de meeste nieu-
we trekkers vooras-vering en sommigen ook al
achteras-vering. Bij trekkers zijn hoogfrequente
trillingen niet zo’n probleem, maar wel de schok-
ken. Vermeulen: ‘Daarbij speelt de ophanging van
de cabine een rol: rubberen bevestigingspunten
worden vaak gecombineerd met vering of dem-
ping. De recentste evolutie is de actieve dem-
ping met hydraulica of pneumatica.’ Gelijkaardi-
ge technologie wordt gebruikt voor de zetels, die
overigens apart moeten worden getest en goed-
gekeurd, voor wat trillingen en demping betreft.
‘Ook de verbinding tussen de trekker en het ge-
trokken voertuig is van belang: er moet zo weinig
mogelijk speling op zitten om schokken te vermij-
den. Wij bekijken nu de mogelijkheden van een
80 mm kogelkop-koppeling.’ Ook het rijgedrag van
de bestuurder is een cruciale factor. Als je met je
nieuwe, comfortabele trekker sneller gaat rijden,
tot hij evenveel schokt als je oude model, blijft er
van dat extra comfort niet veel meer over. D
Zowel voor geluid als voor trillingen krijgen constructeurs maximumwaarden opgelegd.
17
Slimme aardappelrooiers
AVR in Roeselare, dat gespecialiseerd
is in machines voor de aardappelteelt,
introduceerde onlangs een CAN-
bus-systeem in zijn zelfrijdende
aardappelrooiers. ‘Het is een soort
computer die we op verschillende
manieren kunnen programmeren en die
gekoppeld is aan een aantal sensoren,’
zegt directeur Johan Vansteelant. Een
van de mogelijkheden is de drivecontrol:
het systeem streeft dan voortdurend
naar het laagste toerental bij een
bepaalde snelheid op de weg. Daardoor
vermindert het verbruik en blijft de druk
in de tractiesystemen zo laag mogelijk,
waardoor die langer meegaan. Ook de
uitstoot en de geluidshinder verminderen.
Daarnaast is ook tractiecontrole
mogelijk. De snelheid van elk wiel
wordt apart opgevolgd. Als één wiel
begint te slippen, gaat er automatisch
meer tractievermogen naar de andere
wielen. Daardoor kan ook bij slechtere
weersomstandigheden gerooid worden.
De mogelijkheden van het systeem
zijn quasi oneindig. ‘Zo kunnen we het
systeem zodanig programmeren dat bij
een abnormale temperatuursstijging
van het koelwater, de snelheid van de
motor automatisch vermindert. Ook
kunnen we het systeem aansluiten op
de gsm, zodat we bij een storing vanuit
ons kantoor kunnen nagaan wat het
probleem is. Ons voornaamste doel is
meer comfort voor de chauffeur, die
bijvoorbeeld ook kan beschikken over
een dieptecontrolesysteem waarbij
de rooibek tijdens het rooien vanuit
de cabine kan worden bijgesteld.’
Tips tegen lawaaiQ Bescherm je oren met goede oor-
kappen of oordoppen. Die zorgen
ervoor dat je minder last hebt
van het lawaai, terwijl je even-
tuele haperingen van je materi-
aal of waarschuwingen van an-
deren wel nog kunt horen.
Q Bewaar de gehoorbescherming
in de tractor of in de buurt van de
machines.
Q Hou de ramen van de tractorca-
bine gesloten.
Q De radio in de cabine kan de
druppel zijn die de emmer doet
overlopen.
Test: hoor jij nog goed?De eerste signalen van gehoor
verlies:
Q heb je het gevoel dat je oren
verstopt zitten?
Q heb je moeite om verschil-
lende muzieknoten te onder-
scheiden?
Q hoor je nog de hoge / scherpe
frequenties?
Ai, mijn orenLange tijd werken in een erg la-
waaierige omgeving kan leiden tot
gehoorverlies en zelfs doofheid,
maar ook tot hartritmestoornis-
sen, verhoogde bloeddruk, ver-
moeidheid en problemen met de
spijsvertering. Ook de kans op on-
gevallen stijgt. In onze sector is
vooral het lawaai van landbouw-
voertuigen de oorzaak van gehoor-
vermindering.
Algemeen wordt aanvaard dat ie-
mand 8 uur per dag kan werken bij
een geluidsniveau van 80 decibel
of db (a) zonder onomkeerbaar let-
sel op te lopen. Bij 83 dB (A) is het
geluidsniveau echter al dubbel zo
hoog, en verdubbelt dus ook de
kans op gezondheidsproblemen.
Als je weet dat een tractor een ge-
luidsniveau produceert van 95 db
(a) en een kettingzaag 110 db (a),
kun je je dus maar beter bescher-
men, want al na enkele seconden
wordt je gezondheid geschaad.
Advertentie
Wij zullen altijd de eersten zijn om de landbouwsector te steunen.
Als u nog geen cliënt bent bij het Landbouwkrediet,
moet u zeker eens langskomen in één
van onze agentschappen. U zult meteen
merken waarom zoveel land- en tuinbouwers
al voor ons hebben gekozen. Wij dragen de sector
immers een warm hart toe.
Voor het adres van het
Landbouwkrediet-agentschap in uw buurt:
www.landbouwkrediet.be of 0800 404 84.
19
Column
Negen op de tien tevreden over
verbredingsactiviteiten
In opdracht van de provincie West-
Vlaanderen heeft de afdeling Land-
bouweconomie van de Universiteit
Gent de impact van verbrede land-
bouwactiviteiten in beeld gebracht.
Daaruit blijkt dat 18,2 procent van
alle West-Vlaamse land- en tuinbou-
wers verbrede activiteiten uitvoe-
ren en dat negen op de tien daar te-
vreden over is. Bovendien blijkt dat
de verbrede activiteiten gemiddeld
zorgen voor 14,27 procent van het in-
komen. (…)
Sint-Truiden plaatst kanonnen te-
gen hagel
De stad Sint-Truiden heeft in de fruit-
plantages van Velm bij Sint-Truiden
kanonnen geplaatst die hagelschade
kunnen voorkomen. Door de knallen
van de kanonnen worden hagelste-
nen omgezet in regendruppels die
geen schade aanrichten. De kanon-
nen worden enkel ingeschakeld na
waarschuwingen van het Koninklijk
Meteorologisch Instituut en staan
op minstens 500 meter van de hui-
zen. (…)
Vlaamse streekproducten bezig
aan inhaalbeweging
De Belgische gastronomische cultuur
moet zeker niet onderdoen voor die
van onze buurlanden. Toch blijkt ons
gastronomisch erfgoed niet goed be-
schermd: terwijl Frankrijk zowat 140
beschermde benamingen heeft, zijn
er in België nog maar zeven streek-
producten door Europa beschermd.
Ons land maakt echter werk van een
sterke inhaalbeweging, zo staat te le-
zen in de krant De Tijd. (…)
Zou je graag de landbouwactualiteit
elke dag op de voet volgen? Helemaal
gratis? Surf dan naar www.vilt.be en
abonneer je op het nieuwsoverzicht.
Dan ontvang je elke ochtend verse
nieuwstitels in je mailbox.
Américain préparé
Waarde landgenoten,
Een Europese koe verdient elke dag twee euro aan subsi-
dies. Dat is meer dan het gemiddeld inkomen waarmee de
helft van de wereldbevolking moet rondkomen. Die versle-
ten stelling werd onlangs weer opgedist in de pers.
Vreemd hoe krampachtig de landbouwsector iedere keer
reageert. Met wiskundeformules en rekenmachines zoe-
ken agrariërs telkens cijfers achter de komma die aanto-
nen dat onze koebeesten geen grotere slokop zijn dan de
arme medemens in het Zuiden. Eenvoudiger zou zijn om
te erkennen dat de economische verhoudingen op onze
aardkloot scheef zitten. De kans is immers groot dat het
schoothondje van de landbouwcriticasters elke dag voor
meer dan twee euro hondenbrokken vreet.
Wie dieper graaft, ondervindt de complexiteit van de
materie. Is Brazilië een ontwikkelingsland? Neen, hoor
ik de kippenboeren zeggen. De massaal ingevoerde ge-
zouten kipfi lets uit het land van de carnaval liggen nog
zwaar op de maag. Idem voor de bietentelers. De Brazi-
lianen hakken de westerse landbouwsubsidies in moot-
jes binnen de Wereldhandelsorganisatie. Of het nu om
suiker, katoen of soja gaat. En ja, Brazilië wil ook wereld-
marktleider in biodiesel worden. De grootspraak op het
mondiale toneel verstomt in eigen land: 12.000 landloze
boeren legden onlangs de hoofdstad Brasilia plat. Kun-
nen die boeren niet aan de slag op een van de grote ex-
porterende agro-bedrijven? U liever dan ik. De boerderij
Lima Araujo Agropecuaria kreeg van de rechtbank nog
maar pas de zwaarste boete in de geschiedenis van het
land opgelegd voor slavernij. Is Brazilië dan een ontwik-
kelingsland of niet?
Een lach en een traan liggen dicht bij elkaar: straks is het
weer Ronde van Frankrijk en dus wordt het
opnieuw spannend. Herinnert u zich de krachtpatse-
rij van Tom Boonen op weg naar Meerbeek en Roubaix?
Onverantwoord. Veel te gevaarlijk! Er moest in volle in-
spanning maar eens een hondje tussen de spaken van
ons nieuw idool sukkelen. Veel huisdieren doorstaan een
panische angst omdat hun baasje hen meeneemt om
langs de kant van de weg te gaan kijken naar wielerwed-
strijden. Met de idee dat ook viervoeters wild enthousi-
ast worden van een voorbijfl itsend peloton.
Onzin natuurlijk, en dat vindt ook de Belgische Landelijke
Inspectiedienst voor het Dierenwelzijn (blid). Deze nobe-
le wereldverbeteraars vroegen aan de organisatoren van
de Ronde van Vlaanderen om vóór het peloton met een
wagen te mogen uitrijden. Met een luidspreker in de hand
zouden ze de uitzinnige mensenzee langs de kant van de
weg op diervriendelijke gedachten brengen. Vindt ook u
het onbegrijpelijk dat de organisatoren de poeslieve Ram-
bo’s van blid wandelen stuurden? Gelukkig niet. Het die-
renwelzijn is een ernstige zaak en verdient beter dan op
deze manier aan bod te komen in mijn kolommen.
A. de Koning
Onafhankelijk landbouwdeskundige
Nieuws
20 Landgenoten�zomer�2005
Kristof: Wij bezorgen de Mestbank allerlei
gegevens over het aantal dieren, over grond en over
transporten. Maar we horen van u alleen welke
heffing we moeten betalen. Met die gegevens
kunt u ons toch veel meer feedback geven?
Dirk Struyf: De boeren waarschuwen dat ze drei-
gen te overbemesten, bijvoorbeeld? Dat kunnen
we helaas niet vooraf: we kunnen de balans pas
opmaken na afloop van het productiejaar. Voor
beperkte doelgroepen kunnen we wel prognoses
opmaken. Vorig jaar hebben we dat gedaan voor
de rundveehouders die hun veebe-
zetting aangeven via Sanitel. Ze kre-
gen van ons overzichtjes van het ge-
registreerd vervoer en prognoses van
de productie. Dit jaar komt in het ka-
der van een sensibiliseringsactie rond
map-meetpunten een andere groep aan de beurt.
Daar kruipt heel veel werk in. We kunnen dat on-
mogelijk voor alle 37.000 boeren doen, hoe graag
we dat ook zouden willen. Wel bezorgen we alle
boeren enkele maanden na hun perceelsaangifte
een overzicht per perceel van de toegelaten be-
mesting in het voorbije en het komende bemes-
tingsseizoen.
Ons bedrijf produceert tussen 7,5 en 10 ton fosfaat
en is dus verwerkingsplichtig. In 2002 hebben we
voor het eerst mest verwerkt. Maar
drie jaar later weten we nog altijd
niet of we dat goed hebben gedaan.
Deze zomer krijgt u daarover zeker
informatie. Het probleem is dat de
verwerkingsplicht enorm ingewik-
keld in elkaar zit. Dat is
voer voor specialisten: je
kunt de dossiers niet zo-
maar in de computer stop-
pen. Bovendien werd de
regelgeving verschillende keren bijgestuurd zo-
dat we de berekeningen moesten overdoen.
De Mestbank vindt het moeilijk om achteraf
te berekenen hoeveel mest ik in 2002 had
moeten verwerken. Maar als boer moest
ik die berekening vooraf maken…
Dat is een probleem, dat geef ik grif toe. Iedereen
weet dat de regelgeving rond mestverwerking
veel te complex is. Ook de beleidsmakers besef-
fen dat. Waarschijnlijk zullen ze eraan sleutelen
bij de opmaak van map 3. Dan zullen wij de boeren
‘Zijn jullie niet te veel met controle bezig?’‘Eigenlijk had ik maïs moeten zaaien,’ zucht Kristof
De Fauw. Maar die zomerse middag in mei zit de
landbouwer uit Tielt niet op zijn tractor, maar in
een Brussels kantoorgebouw. Gedreven en on-
verzettelijk ondervraagt hij er twee uur lang Dirk
Struyf, het afdelingshoofd van de Mestbank.
‘De regelgeving rond mest-verwerking is veel te complex.’
‘Boeren die de stiel verpesten, moeten eruit.’
21
ook sneller kunnen in-
formeren.
Een deel van mijn
mestoverschot
kan ik kwijt bij een
akkerbouwer in Leuven.
Die heb ik zelf moeten
zoeken. Is dat geen
taak voor de Mestbank?
Jazeker. Onze provinci-
ale afdelingen zijn daar
ook mee bezig: ze be-
middelen tussen mestproducenten en afnemers.
We zouden nog verder kunnen gaan en actief ak-
kerbouwers werven en stimuleren om mest af te
nemen. Maar daar hebben we helaas het perso-
neel niet voor, en de interesse bij de boeren is niet
zo groot. U weet dat de meeste boeren liever al-
les door de mestvoerders laten regelen. Maar als
een boer zelf een afnemer zoekt, kan hij zeker bij
ons terecht.
U merkt waar ik met mijn vragen heen
wil. De Mestbank kan volgens mij veel meer
feedback en ondersteuning leveren. Bent
u niet te veel met controle bezig?
Bij de Mestbank werken 180 mensen, daarvan
zijn er 30 voltijds bezig met inspectie en contro-
le. En dat voor heel Vlaanderen. Elke boer beseft
dat controle nodig is. De cowboys die mest lozen
of de uitrijregeling aan hun laars lappen, moeten
eruit. Ze verpesten de stiel voor de boeren die het
wél goed doen. Stel je voor dat we de grensover-
schrijdende mesttransporten niet meer controle-
ren en dat Frankrijk de grenzen sluit, omdat er te
veel illegale mest binnenkomt. Dan raken we een
belangrijke afzetmarkt kwijt, en wordt het mest-
probleem weer wat groter.
Maar zijn advies en ondersteuning
niet in strijd met controle?
Ze vullen elkaar aan. Stel je even voor dat de over-
heid de inspectie zou
toevertrouwen aan een
aparte dienst, met con-
troleurs die de sector
niet kennen. Die zouden
alleen maar kunnen be-
boeten en bestraffen.
Behalve bij de ‘cowboys’ treden onze inspecteurs
zelden meteen repressief op. Bij elke vaststelling
bekijken we welke stappen we ondernemen: we
vragen de boer om verduidelijking, lichten de re-
gelgeving toe, bespreken zijn bemestingspraktij-
ken, geven hem advies om het voortaan anders
aan te pakken, enzovoort.
Moeten advies en sensibilisering
niet meer aandacht krijgen?
Daar zijn we mee bezig. We zijn binnen de Mest-
bank een project gestart om onze dienstverlening
aan de boeren te optima-
liseren. Anderzijds geloof
ik dat we nu al veel meer
doen dan de meeste boe-
ren beseffen. Veel gebeurt
indirect, via overleg met
de landbouworganisaties.
Als er straks een nieuw map
komt, gaan we weer overal
in Vlaanderen spreken op voorlichtingsvergade-
ringen. En dit jaar proberen we bijvoorbeeld de
veehouders te sensibiliseren voor het belang van
de map-meetpunten. Dat doen we met publica-
ties, voorlichtingsvergaderingen en individuele
bedrijfsbezoeken. Wij zijn zelf ook vragende par-
tij om onze adviesrol als Mestbank nog sterker uit
te bouwen. En als ik de visie van map 3 bekijk, merk
ik dat het beleid dat standpunt deelt.
Daar ben ik blij om. Bedankt voor dit gesprek. D
Heb je zelf ook netelige vragen voor een bedrijf of
instelling in de productieketen? Misschien voor
vlam, de Bond Beter Leefmilieu of de mengvoe-
derfabrikanten? Stuur dan via www.landgenoten.
be je kandidatuur om samen met de assisterende
vilt-redacteurs een dag in de huid te kruipen van
journalist.
‘Zijn jullie niet te veel met controle bezig?’
Reporter te velde
‘Onze inspecteurs treden zelden meteen repressief op.’
‘We willen onze adviesrol versterken. Het beleid steunt ons daarin.’
22 Landgenoten�Zomer�2005
Buitenlander
Luc De Vos is naast volkszanger en schrijver ook
zoon van ‘de laatste keuterboer van Wippelgem’.
In zijn boeken bezingt hij het droeve lot van het
platteland uit zijn jeugd, dat nu begraven ligt onder
spaarbekkens en industrieterreinen. We confronteren
hem met een hedendaags slachtveebedrijf in zijn
geboortedorp.
e mening van Luc De Vos is bekend: de Vlaam-
se keuterboer is uitgestorven, platgewalst
door grootschaligheid, en dat is jammer.
‘Zo’n wei, bijvoorbeeld. De mensen denken: schoon,
een groene wei. Maar een echte wei is niet groen,
die is groen én geel en wit en rood en bruin en pur-
per. Maar dat zie je nu niet meer want alles is plat-
gespoten en er blijft alleen mo-
nocultuur over. Rond één wei van
mijn vader stonden vroeger wel
tweehonderd knotwilgen. Wie
weet stonden er in heel Vlaande-
ren wel een miljard. Als je nu nog een knotwilg ziet,
is het omdat ze vergeten zijn hem om te kappen.
Maar ja, de boeren kunnen daar ook niets aan doen:
het is groter worden of verdwijnen. De tussensoort,
die mag blijkbaar niet meer bestaan.’
Intussen zijn we aangekomen op de boerderij van
Katrien Van Daele en Geert De Pauw. Enigszins be-
vreesd voor de hond stappen we uit. In de verte
staat, toevallig, een rij knotwilgen. ‘Langs het kar-
renspoor daar heb ik als kind nog veel lopen spelen.
Maar voor de rest herken ik hier bijna niets meer.’
Boeren in de Middeleeuwen. Katrien Van Daele
nam drie jaar geleden het slachtveebedrijf van haar
vader over. ‘Toen hadden we nog amper veertig koei-
en: mijn vader was aan het uitbollen. Tot zijn verba-
zing hebben wij het bedrijf overgenomen en intus-
sen hebben we weer bijna honderd koeien. Enorm
groot is dat nog altijd niet, maar het is leefbaar. Ze-
ker omdat Geert een aannemersbedrijf heeft en ik
nog parttime werk als verpleegster.’
‘Ah bon, dit is dus klein?’, vraagt Luc De Vos. ‘Toen
mijn vader stierf in 1971, hadden we vier koeien en
acht varkens. Mijn vader was echt de laatste keu-
terboer van Wippelgem: ’s avonds boeren en over-
dag gaan werken in de fabriek. Mijn moeder woont
nu nog altijd op de boerderij, hier vlakbij trouwens.
Je kunt het dak van haar huis boven de bomen zien.
En hier om de hoek, bij Jac-
ky, kwam ik altijd spelen.
Enfin, ik spreek nu van de
Middeleeuwen natuurlijk.’
Dat het bescheiden optrekje van moeder De Vos ooit
nog een boerderij is geweest, gaat er bij Geert moei-
lijk in. ‘Het zou nu in elk geval niet meer mogelijk zijn,
al was het maar omdat labels als Meritus zware ei-
sen stellen. Een vervallen klein stalletje met een
paar koeien in: dat is definitief voorbij.’ Dus is de
landbouw toch een beetje een industrie geworden?
‘In zekere zin wel. Vroeger gingen we met de riek het
land op, nu met de machine.’
Iedere week pata negra. ‘Eigenlijk is vlees veel
te goedkoop’, zegt Luc De Vos. ‘Ik ging gisteren naar
de slager om 300 gram gehakt en dat kost ocharme
2 euro. Vlees zou een luxeproduct moeten zijn. Wij
waren thuis met negen en op een week aten we een
hele hesp op. Ik heb later Spaanse pata negra-hesp
‘Ik herken hier bijna niets meer.’
‘Ah bon, dit is een kleiner bedrijf’
D Tegenwoordig is het vlees veel te goedkoop.’
Katrien Van Daele en
Geert De Pauw leiden
Luc De Vos rond op hun
slachtveebedrijf met een
kleine 100 dieren.
23
Boerenbedrog
Een boer gaat nooit
met vakantie ’
De tijd dat het in land- en tuinbouwkringen
een taboe was om met vakantie te gaan,
is voorbij. Boeren hebben wel degelijk de
geneugten van luie strandvakanties of actieve
avonturentochten ontdekt, al dan niet onder
lichte dwang van echtgenotes of kinderen ...
Een land- of tuinbouwer laat met zijn bedrijf
ook zijn hele kapitaal en levenswerk achter,
en vaak ook een stal vol dieren. Hij trekt
dus de deur pas achter zich dicht als hij zijn
bedrijf in capabele handen kan achterlaten.
Vaak springen ouders, buren, een broer of
oudere kinderen in. Tuinders of fruittelers
kiezen dan weer kalme periodes uit om erop
uit te trekken. Andere boeren schakelen een
bedrijfsverzorger in. Sinds begin jaren 90 ziet
men bij agro|bedrijfshulp de aanvragen met
betrekking tot vakantie jaar na jaar stijgen: in
1999 waren er 294 aanvragen en in 2003 was
dat opgelopen tot 361. Alleen in 2004 was er
een lichte daling, vermoedelijk doordat veel
bedrijven een moeilijk jaar kenden.
gegeten van tienduizend frank de kilo. Wel, de onze
was beter. Maar tegenwoordig smijten ze met de
hesp naar uw kop. Misschien omdat de mensen de
smaak van goed vlees niet eens meer kennen.’
Dat laatste kan Geert De Pauw beamen. ‘Het vlees
van onze stieren is echt klassevlees: veel beter dan
dat van koeien. Maar voor koeien wordt in verhou-
ding meer betaald, want er is meer vraag naar om-
dat het wordt gebruikt voor pateekes en bereidin-
gen. Bio vlees? Ik zie niet in wat het verschil is met het
onze. Het enige wat we misschien anders doen, is ge-
wasbeschermingsmiddelen gebruiken op het land.’
Stierengevechten in Wippelgem. Tijd om de
stallen te bezichtigen. Luc laat de kalfjes gewillig
aan zijn vinger sabbelen en haalt met plezier her-
inneringen op. Aan de koeien die in de lente voor
het eerst weer buitenkwamen. ‘Die werden zot, ze
sprongen meters in de lucht. Het waren net stieren-
gevechten.’ Of aan de keer dat zijn vader een ring
door de neus van een stier stak. ‘Mijn vader haalde
zijn kop door het venster van de stal en wij hielden
met vier man het touw vast. En de stal maar op en
neer daveren.’
Heeft hij soms heimwee? ‘Goh, ik ben daar nogal re-
alistisch in: die tijd komt toch nooit terug. Boven-
dien, toen mijn vader stierf had niemand zin om
met de boerderij voort te doen – als we het al had-
den gekund, want nog geen
maand later had mijn moeder al
alles verkocht. Ik ben een stads-
mens, nu.’
‘Ik weet niet eens of dat eigen-
lijk kan, als stadsmens herbe-
ginnen met boeren. Als je van
thuis uit nooit hebt gezien hoe dat moet, is het
volgens mij al helemaal onmogelijk. Of je zou zo’n
hippie moeten zijn die naar de Provence trekt om
schapen te kweken.’ D
Arme jongen
Als ik sterf, dan erf jij Al mijn geld en de boerderij‘k Heb nog wel een koe of twee En een schaap, daarmee red je het welMaar alsjeblieft blijf nog een tijd Want de moed is op en ik kan niet meer
Uit: Arme jongen (de redding is nabij), Gorky
Geweide badkuipen
Twee jaar geleden bracht Luc De Vos samen met
muzikant Ron Reuman en met beeldkunstenaar
Kris Goubert een ode aan de drinkbak-badkuip
onder de noemer Geweide badkuipen. De drie
trokken met een mobilhome door de Vlaamse
weidelandschappen en bundelden hun ervaringen
in een installatie, een fototentoonstelling,
een videoverslag, muziek en een boek.
Meer weten of het boek bestellen?
Surf naar www.badkuip.be
Een boer gaat nooit
met vakantie ’
‘Ah bon, dit is een kleiner bedrijf’
‘De mensen kennen de smaak van echt vlees niet meer.’
Een boer gaat nooit
met vakantie ’
Andere foto met monokini
in vooraanzicht
is aangevraagd
24 Landgenoten�Zomer�2005
Uit de provincie
et bedrijf van varkenshouder Jan Somers
ligt op vijfhonderd meter van een recrea-
tiedomein, waar zeker bij mooi weer heel
wat dagjesmensen langskomen. Volgens Jan koes-
teren hij en zijn vrouw Petra al een aantal jaren plan-
nen om daarop in te spelen. Toen ze vorig jaar een
Leader+-folder van de provincie in handen kregen,
grepen ze de kans om via Leader+ de haalbaarheid
van hun plannen te laten onderzoeken.
Frisdranken en diploma’s. ‘Rechtover mijn be-
drijf heb ik een weide liggen, waar ik graag een boer-
derijcamping en een picknickplaats zou inrichten,’
vertelt Jan. ‘Maar vooral op het vlak van vergunnin-
gen, blijkt dat niet zo eenvoudig. Na de eerste ge-
sprekken met een project-
medewerker van vzw pak+,
het steunpunt voor rurale
ontwikkeling in de provin-
cie Antwerpen, heb ik mijn
ideeën op papier gezet.
Daarna heeft pak+ het Innovatiesteunpunt voor zes
van die ideeën laten onderzoeken wat op mijn bedrijf
kan en niet kan.’
Een eerste idee, het bouwen van een schuilhut,
blijkt alvast geen probleem. ‘Als de oppervlakte
van iedere hut kleiner is dan tien m2, hebben we
zelfs geen vergunning nodig,’ zegt Jan. ‘Bij de hut-
ten wilden we ook een frisdrankautomaat plaat-
sen. Maar dat is minder vanzelfsprekend: ofwel
moet je dat dure ding zelf kopen, ofwel werk je
met een fi rma die bijna alle winst opstrijkt. Bo-
vendien blijkt het ook onmogelijk om bbq-pak-
ketten te verkopen. Om vlees te verkopen, moet
je blijkbaar een slagersdiploma hebben of een sla-
ger inhuren.’
Wachten op de camping. Over een vierde idee
volgt nog overleg met de gemeente: Jan en zijn
vrouw Petra willen graag dat die ook enkele zit-
banken plaatst op de weide tegenover hun bedrijf.
Verder zou een toilet voor wandelaars
en fi etsers geen vergunningsproble-
men opleveren. Maar voor zijn boer-
derijcamping moet Jan nog afwach-
ten. ‘Zeer jammer, dat idee sprak me
net het meest aan. In Nederland kan
het al, maar hier is nog onduidelijk onder wel-
ke voorwaarden het in agrarisch gebied kan. We
wachten nog even af hoe het evolueert, en dan
zien we wel welke ideeën we gaan realiseren.’ D
Meer weten over het project ‘Plattelandsactie
Kempen’ (pak+) of gelijkaardige
verbredingsprojecten in de provincie
Antwerpen?
Neem contact op met de Hooibeekhoeve:
Hooibeeksedijk 1, 2440 Geel, tel.: 014 85 27 07,
fax: 014 85 36 15, [email protected]
Als Kempense land- of tuinbouwer kun je tot 30
juni overigens ook zelf een project indienen!
Zit je net als Jan en Petra met een aantal plannen
in het achterhoofd, maar weet je niet goed wat
mogelijk of haalbaar is? Neem dan contact op
met het Innovatiesteunpunt, tel. 016 28 61 21
*Noot: de geïnterviewden verkozen anoniem te blij-
ven. Hun gegevens zijn vervangen door willekeurig
gekozen namen.
‘Om vlees te verkopen, moet je een slagersdiploma hebben, ofwel een slager inhuren.’
Een picknickplaats
met BBQ-pakketten Terwijl de PROMinANT-beurs (zie hiernaast) de land- en tuinbouw in de
provincie Antwerpen een gezicht geeft, worden ook achter de scher-
men heel wat ideeën uitgewerkt. Zo onderzoekt varkenshouder Jan
Somers* de mogelijkheden voor een picknickplaats, voor hoevever-
koop en voor een boerderijcamping.
H
Proef de Kempen!
Op zondag 4 september vindt de derde editie
plaats van PROMinANT, de beurs van en voor
het platteland. Je kunt er letterlijk proeven
van de Antwerpse Kempen: de beurs biedt
een uitgebreid overzicht van allerlei hoeve-
en streekproducten. Daarnaast vind je op
PROMinANT ook een landbouwdorp, een
plattelandsdorp, een tuindorp en heel wat
kinderanimatie. Net als andere jaren vindt
de beurs plaats in de wijk Ten Aard in Geel.
Meer weten? Bel 014 85 27 07
25
Verbreding in de andere provincies
Oost-VlaanderenLandschapsplan. De provincie
geeft advies over natuurbeheer,
erfbeplanting en de integratie van je
bedrijf in het landschap. Bovendien
combineert een Interreg iii-project
landschap en natuurbeheer, met
aandacht voor mogelijke samenwer-
kingsverbanden.
Het Kenniscentrum Water geeft
informatie en advies over kleinscha-
lige waterzuivering, opvang en her-
gebruik van water, enzovoort.
In het Meetjesland kun je Lea-
der+-steun krijgen voor vernieu-
wende projecten. Onder het motto
Faunatuurlijke erven wordt er ook
gezocht naar manieren om vogels en
andere diersoorten te stimuleren en
win-winsituaties te creëren voor de
landbouw.
Landbouweducatie. Het project
De wereld van Pierlepein laat kinde-
ren en volwassenen kennismaken
met de hedendaagse land- en tuin-
bouw.
› Meer weten? Bel 09 267 86 79
West-Vlaanderen
Netwerk hoeveproducten. In de
Westhoek, in het Brugse Ommeland
en in de Leiestreek heeft de provin-
cie een netwerk uitgebouwd voor de
promotie en ondersteuning van hoe-
veproducten.
Hoevetoerisme. Plannen voor
hoevetoerisme? De provincieme-
dewerkers onderzoeken graag hoe
ze je kunnen begeleiden en onder-
steunen.
Bezoekboerderijen. Via de dienst
Landbouweducatie kun je je bedrijf
inschrijven voor twee netwerken
van bezoekboerderijen: een voor het
onderwijs en een voor volwassenen
bezoekers.
Gratis milieudoorlichting. Je kunt
je bedrijf gratis laten doorlichten,
met aandacht voor de deelaspecten
die je zelf kiest.
Verbeding onderzocht. De Uni-
versiteit Gent heeft de economi-
sche en de sociale waarde getoetst
van de diverse verbredingsvormen
in de provincie West-Vlaanderen. De
belangrijkste resultaten van het on-
derzoek lees je in het nieuwsover-
zicht op pagina 19.
› Meer weten? Bel 050 40 34 28.
LimburgHoeveproducten. De provincie
ondersteunt hoeveproducenten via
een netwerk van hoeve- en streek-
producten, een jaarlijkse markt in
Alden Biesen, een website, brochu-
res, evenementen, enzovoort.
Bezoekboerderijen. Wie zijn of
haar bedrijf wil openstellen voor be-
zoekers, kan daar via de provincie
een subsidie voor krijgen.
Groene zorg. De provincie werkt
samen met het Steunpunt Groene
Zorg om lokale zorginitiatieven zo
veel mogelijk te ondersteunen.
Het Steunpunt Rurale Ontwik-
keling begeleidt land- en tuinbouw-
bedrijven die willen diversifi ëren en
zoekt naar mogelijkheden om extra
tewerkstelling te creëren in de land-
en tuinbouw.
› Meer weten? Bel 011 23 71 11
Vlaams-BrabantStreekproducten. De provin-
cie werkt nauw samen met de vzw
Streekproducten Vlaams-Brabant.
Die voert promotie voor de vele hoe-
ve- en streekproducten uit de regio
en verkoopt onder meer streekpak-
ketten.
Bezoekboerderijen. Onder meer
via de website verwijst de provincie
scholen en andere bezoekers door
naar drie gangbare en vier biologi-
sche landbouwbedrijven.
Toerisme. De toeristische provin-
ciediensten voeren promotie voor
bedrijven die hoevetoerisme aan-
bieden.
› Meer weten? Bel 016 26 72 72.
onderwijs en een voor volwassenen onderwijs en een voor volwassenen
West-Vlaanderen
Colofon:Landgenoten is een uitgave van VILT, het Vlaams Informatiecentrum over Land- en TuinbouwVerantwoordelijke uitgever: VILT-voorzitter Dirk LipsRedactie en realisatie: Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.beRedactieadres: VILT, Leuvenseplein 4, 1000 Brussel
Website: www.landgenoten.be, e-mail: [email protected] Hoofdredacteur: Griet LemaireRedactieraad: Dirk Lips, Koen Symons, Peter Van Bossuyt, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Peter De Middeleir, Bart Vleeschouwers, Guy Depraetere, Nathalie Nicolas,
Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Pascal Houbaert, Jan Coessens, Anneleen De VosDe meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van VILT.
UitgepraatUitgepraat
Ben jij tevreden met wat de veiling voor je doet? Tuinder Jean-Pierre
De Leener uit Sint-Pieters-Leeuw niet: daarom brengt hij zijn groen-
ten zonder veiling aan de man. We confronteren zijn visie met die
van Marc Dockx, voorzitter van de Mechelse Veilingen.
Doet de veiling voldoende voor de telers?
Marc Dockx, tuinder-voorzitter Mechelse Veilingen
‘We richten ons op alle klanten die een minimumhoe-
veelheid aankopen. Maar als je ziet dat veertig kopers
zowat zeventig procent van je producten kopen, moet
je daar rekening mee houden. Bovendien kunnen de
telers door de veilingen maximaal profi teren van de
Europese subsidies. Daarvan vloeit de helft recht-
streeks naar hen terug. En met de andere helft werken
we aan de toekomst op langere termijn.’
‘Hoe meer informatie we over elkaar hebben, hoe juister de prijs-
vorming: grote verschuivingen in het aanvoerpatroon moet je
aan je klanten laten weten. Van ons budget besteden we 28 pro-
cent aan de implementatie van milieuvriendelijke technieken
– via onder meer lastenboeken –, 27 procent aan investerin-
gen in infrastructuur, 14 procent aan kwaliteitscontrole, 12
procent aan telersacties – zoals steun voor het enten van
tomatenplanten –, 10 procent aan verkoop en promotie en
9 procent aan onderzoek. Ik weet niet wat daarmee fout
zou zijn.’
‘Mag ik erop wijzen dat de veilcommissie vandaag histo-
risch laag is? Terwijl we alsmaar meer diensten aanbie-
den, zoals gratis koelruimte. Je moet die gmo-subsidie
ook niet overschatten: binnen het lopende program-
ma mag ze maximaal oplopen tot 4,1 procent van
onze omzet. Maar we staan zeker open voor sug-
gesties van telers: een telefoontje volstaat om ons te
contacteren. D
Jean-Pierre De Leener, tuinder, Sint-Pieters-Leeuw
‘Mijn grootste bezwaar tegen de veilingen is dat hun
beleid meer is afgestemd op de grootdistribu-
tie dan op de telers. Bovendien strijken de veilingen voor
hun beleid heel wat Europese gmo-gelden op. Ze-
ker op langere termijn vloeit daarvan volgens
mij onvoldoende naar de telers terug. Terwijl
die budgetten oorspronkelijk als garantie-
systeem voor de telers waren bedoeld.’
‘Het beste voorbeeld voor mijn stelling is
de regel dat tuinders binnen de gmo-re-
gelgeving vooraf hun geplande productie
moeten meedelen. Daardoor plaatsen de vei-
lingen de telers in een zwakke positie want de groot-
distributeurs krijgen een nog beter zicht op de markt
en dus kunnen ze de telers nog meer tegen elkaar
uitspelen. Bovendien vind ik dat er veel te weinig
geld gaat naar innovatie en kwaliteitslabels.’
‘Ik vind het alleszins jammer dat de gmo-gelden in
België worden gebruikt voor investeringen die ook
zonder steun zouden worden gedaan. Maar ik wil
geen steen werpen naar de bestuurders van onze
veilingen. De veilingen zijn een coöperatie waar-
in alle spelers – dus ook alle telers – hun ver-
antwoordelijkheid zouden moeten opnemen.’
Ben jij nog niet uitgepraat? Je kan je ei kwijt op ons discussieforum
in de rubriek Uitgepraat op www.landgenoten.be
beleid meer is afgestemd op de grootdistribu-
tie dan op de telers. Bovendien strijken de veilingen voor
hun beleid heel wat Europese gmo-gelden op. Ze-
ker op langere termijn vloeit daarvan volgens
mij onvoldoende naar de telers terug. Terwijl
die budgetten oorspronkelijk als garantie-
systeem voor de telers waren bedoeld.’
‘Het beste voorbeeld voor mijn stelling is
de regel dat tuinders binnen de gmo-re-
gelgeving vooraf hun geplande productie
moeten meedelen. Daardoor plaatsen de vei-
lingen de telers in een zwakke positie want de groot-
distributeurs krijgen een nog beter zicht op de markt
en dus kunnen ze de telers nog meer tegen elkaar
uitspelen. Bovendien vind ik dat er veel te weinig
geld gaat naar innovatie en kwaliteitslabels.’
‘Ik vind het alleszins jammer dat de gmo-gelden in
België worden gebruikt voor investeringen die ook
zonder steun zouden worden gedaan. Maar ik wil
geen steen werpen naar de bestuurders van onze
veilingen. De veilingen zijn een coöperatie waar-
in alle spelers – dus ook alle telers – hun ver-
antwoordelijkheid zouden moeten opnemen.’
Ben jij nog niet uitgepraat? Je kan je ei kwijt op ons discussieforum
‘We richten ons op alle klanten die een minimumhoe-
veelheid aankopen. Maar als je ziet dat veertig kopers
zowat zeventig procent van je producten kopen, moet
je daar rekening mee houden. Bovendien kunnen de
telers door de veilingen maximaal profi teren van de
Europese subsidies. Daarvan vloeit de helft recht-
streeks naar hen terug. En met de andere helft werken
‘Hoe meer informatie we over elkaar hebben, hoe juister de prijs-
vorming: grote verschuivingen in het aanvoerpatroon moet je
aan je klanten laten weten. Van ons budget besteden we 28 pro-
cent aan de implementatie van milieuvriendelijke technieken
– via onder meer lastenboeken –, 27 procent aan investerin-
gen in infrastructuur, 14 procent aan kwaliteitscontrole, 12
procent aan telersacties – zoals steun voor het enten van
tomatenplanten –, 10 procent aan verkoop en promotie en
9 procent aan onderzoek. Ik weet niet wat daarmee fout
‘Mag ik erop wijzen dat de veilcommissie vandaag histo-
risch laag is? Terwijl we alsmaar meer diensten aanbie-
den, zoals gratis koelruimte. Je moet die gmo-subsidie
ook niet overschatten: binnen het lopende program-
ma mag ze maximaal oplopen tot 4,1 procent van
onze omzet. Maar we staan zeker open voor sug-
gesties van telers: een telefoontje volstaat om ons te
Ben jij nog niet uitgepraat? Je kan je ei kwijt op ons discussieforum
in de rubriek Uitgepraat op
Landgenoten�Zomer�2005 26
Rundveehouders
Tractoren hebben paarden vervangen
Profi elroosters vervangen nu gewone betonnen
roosters
Waarom?
WWW.PROFIELROOSTERS.BEOf bel: 0496 25 25 15
Advertentie
Afgiftekantoor Gent XLandgenoten 2Tijdschrift-kwartaalbladKwartaal 2, 2005
����������������������������
������������
����������
�����������
�����������
��
������������
����� �������
� ����������
������������
������
����������������
�����������
�����������
�������������
��������������
�����������������
�����������
�������
�����������
��������������
������������
�������������
��������������������
��������������
��������������
�������
�����������
������������
�������������
������������
���
������������
�������������
������������
������������
������
������������
������������
������������
�����������
���������
�������������
������������
�������������
�����������������
������
������������
������������
������������
������������
�����������
������������
�������������������������
������������
���������
������������
������������
������������
��
������������
�������������������
������������
�����������
�������������
�������������
�����������
�������������
�����������
������������
���������������
���������������
�������
������������
������������
������������
������������
��������������
�
����������������
��������������
������������
��������������
�����������������
�����������
������������
�������������
���
�����������������
�����������
��������������
��������
������������
�����������
������������
������������
�����
������������
�����������
������������
�����������
��
�����������
�����������
�������������
���������������
�
�����������
�����������
�������������
�����������
������
�����������
������������
������������
�������������
��
�������������
�����������
�������������
������������
�����
������������
�������������
�����������
���������������
�����������
����������������
�����������
���������
�����������
��
�����������������
�����������
�������
������������������������������
�������
�����������������������
�����������������������������������������������
��������������������������������������������
����������������������������������������������
����������������������������������������������
������������������������������������������������
��������������������������������������������
�������������������������������������������
������������������������������������
�����������
������������
����������
������������
����� �������
� ����������
������������
������
����������������
�����������
�����������
�������������
��������������
�����������������
�����������
�������
�����������
��������������
������������
�������������
��������������������
��������������
��������������
�������
�����������
������������
�������������
������������
���
������������
�������������
������������
������������
������
������������
������������
������������
�����������
���������
�������������
������������
�������������
�����������������
������
�����������
��
�����������������
�����������
�������
������������������������������
������� ���������
����������������
����������������������������������������
��������
�������������������������
������������������
������������
������������
������������
��������������
������������
�����������������
��������
���������
��������������
������������
�������������
������������
�����������
��������������
��������������
������������
������������
������������
�����
�����������������
�����������
������������
����������
���������������
������������
������������
��������������
�����
�����������
������������������
�����������
�����������
�
������������
�������������
����
������������������������������������
�����������
������������
�����������
�����������
�������������
�����������
��������������
�������������
���������
�����������
�����������������
�������������
�������
������������
������������
�����������
������������
���
��������������������
������������
�����������
�����
��������������
����������
�������������
�����������
�
�����������
��������������
����������������
���������
��������������
�����������
�����������
������������
�����������
�����������
����������
��
��������������������
����������
�����������
����
���������������������
����������������������������������������������
����������������������������������������������
������������������������������������������������
��������������������������������������������
�������������������������������������������
������������������������������������
���������������������
���������������������
����������������������������������������������
����������������������������������������������
������������������������������������������������
���������������������·�����������
������������������������������������������������
�������������������
�������������������
Bestel gratis je Buiten Adem Voornaam
Familienaam
Straat + nr.
Postcode + plaats
Tel.
Hoe wil je Buiten Adem verdelen?
Via hoeveverkoop, rondleidingen, hoevetoerisme,
evenement, andere?
Aantal gewenste exemplaren (maximum 200):
‘Een mooi extraatje voor de klanten’
‘Ik vind Buiten Adem een mooi extraatje voor de klant. Van de klanten heb ik zeer positieve reacties gekregen: ze vinden
Buiten Adem zeer gevarieerd en niet te moeilijk. Er staan leu-ke nieuwtjes in over het buitenleven: van een recept tot een be-
drijfsreportage. En voor onszelf is het ook goed: we hebben onze stempel erop gezet, zodat we niet alleen voor onze sector, maar ook voor ons eigen bedrijf reclame maken.’
������������
�������������������������
������������
���������
������������
�������������������������
������������
���������
������������
�������������������
������������
�����������
������������
�������������������
������������
�����������
������������
�������������������
������������
�����������
�������������
�������������
�����������
�������������
�����������
�������������
�������������
�����������
�������������
�����������
�������������
�������������
�����������
�������������
�����������
������������
���������������
���������������
�������
������������
���������������
���������������
�������
������������
������������
������������
������������
��������������
�
������������
������������
������������
������������
��������������
�
����������������
��������������
������������ voor de klanten’
‘Ik vind Buiten Adem een mooi extraatje voor de klant. Van ‘Ik vind Buiten Adem een mooi extraatje voor de klant. Van de klanten heb ik zeer positieve reacties gekregen: ze vinden
Buiten Adem zeer gevarieerd en niet te moeilijk. Er staan leu-ke nieuwtjes in over het buitenleven: van een recept tot een be-
drijfsreportage. En voor onszelf is het ook goed: we hebben onze stempel erop gezet, zodat we niet alleen voor onze sector, maar ook voor ons eigen bedrijf reclame maken.’
Bouw meeaan een
goed imago!
Wat? Buiten Adem is een speelse nieuwsbrief die je als land- en tuinbou-
wer gratis kunt uitdelen aan alle klanten, bezoekers of gewoon aan vrien-
den en kennissen.
Waarom? De gemiddelde Vlaming kent onvoldoende van de land- en tuin-
bouwsector. Met Buiten Adem wil vilt die kennis vergroten: de lezer moet
een beter beeld krijgen van de sector en van de producten en diensten die
voor hem of haar interessant zijn.
Wanneer? Buiten Adem verschijnt om de twee maanden. Het tweede
nummer rolt op 21 juni van de persen.
Hoe bestellen? Bel gewoon even naar 02 510 63 91. Ofwel surf je naar
www.landgenoten.be of stuur je nevenstaande strook ingevuld terug naar
vilt/Buiten Adem, Leuvenseplein 4, 1000 Brussel, fax: 02 510 63 93.
Elke land- of tuinbouwer kan tweehonderd exemplaren bestellen voor zijn
of haar bedrijf. Maar met een goede motivatie kun je ook bijkomende exem-
plaren ontvangen.
Tip: In een kader op de nieuwsbrief kun je je bedrijfsstempel of –sticker
aanbrengen: zo maak je de nieuwsbrief tot een gepersonaliseerde uitgave
van jouw bedrijf.
Daniel Mouton en Graciënne Sucaet baten een gemengd landbouwbedrijf uit in het
Oost-Vlaamse Aalter. Ze combineren 27 melkkoeien met de teelt van aardbeien en sei-
zoensgroenten, die ze voor een deel rechtstreeks aan de consument verkopen. Toen
Graciënne in de vorige Landgenoten over Buiten Adem las, was ze er als de kippen bij
om tweehonderd exemplaren te bestellen:
Wat vind jij over de werking van de veilingen? Reageer op ons
discussieforum in de rubriek Uitgepraat op www.landgenoten.be