Upload
manuellam
View
1.988
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
DE CHIRURGISCHE INGREEP
• LAPAROTOMIE
• LAPAROSCOPIE
LAPAROTOMIE
• WAT ?
• INSTALLATIE
• VERLOOP INGREEP
• POSTOPERATIEF VERLOOP– NORMAAL– VERWIKKELINGEN
BEPALING
• LAPAROTOMIE = incisie door alle lagen van buikwand om toegang te krijgen tot intraäbdominale organen
LAGEN BUIKWAND
huid
subcutis
fascia
peritoneum
spier
Soorten laparotomie
• dwarse :– Echt dwars : kinderchirurgie– Mc Burney : appendix– Subcostale, bisubcostale, (Mercedes-Benz)– (Pfannestiehl)
Subcostale (Kocher)
bisubcostale
Mc Burney
Pfannenstiehl
Soorten laparotomie
• Verticale :– Mediane :
• Mediane bovenbuikslaparotomie
• Mediane onderbuikslaparotomie
• Xyphopubische
• (Pfannenstiehl)
– (Paramediane)
Mediane bovenbuikslaparotomie
Mediane onderbuikslaparotomie
Samen = xyphopubische
paramediane
Mediane laparotomie• Minst spiertrauma
• Gemakkelijk uit te breiden
• Alle organen toegankelijk
In de Gynecologie - obstetriek :
• Pfannenstiehl :– Alle ingrepen voor goedaardige pathologie– Niet-dringende sectio
• Mediane laparotomie :– Kwaadaardige pathologie– Dringende sectio
VERLOOP OPERATIE
• Installeren
• Verdoven
• Ontsmetten
• Afdekken
• Laparotomie
• Operatie zelf
• Sluiten
INSTALLATIE : ALTIJD• Patiënt op tafel liggen
• Infuus : perifeer
• Plaat elektrische bistouri
• Pulse oxymeter
• Ecg
• Bloeddrukmeter
Bij sommige ingrepen :
• Diepe catheter• arteriële catheter• peridurale• Blaassonde• maagsonde • Bair hugger®
• thermometer
installatie
installatie
• Op operatietafel :– Zacht. Geen drukpunten
• Drukplekken
• Zenuwletsels – N. peroneus
– Niet teveel abductie armen ( plexus brachialis)– Geen contact met metaal ( brandwonden)
INSTALLATIE
• Intraveneuze acces : Perifere IV catheter : iedereen
• Handrug
• …
Elektrische bistouri
• Monopolair :– Patiënt zit in elektrisch circuit tussen 2 polen :
• 1 pool = plaat op bil patiënt
• 1 pool = tip van elektrische bistouri
– Aan tip bistouri : brandwonde bij aktiveren stroom => snijdt en coaguleert
– Geen brandwonden aan plaat door veel grotere contactoppervlakte.
Electrische bistouri
Elektrische bistouri
Verschil in contactoppervlakte
Contact met metaal
• Contact met metaal => – Stroomlek– Brandwonde op contactplaats
Belang :
• Contact met metaal = stroomverlies
• Klein contactpunt => brandwonde
• Verdoofde patiënt => diepe brandwonde
metaal
Contact met metaal
Metalen implantaten !
• Geleiden beter elektriciteit => kan hetzelfde effect hebben als contact met metaal !
• Pacemaker =>– brandwonde aan tip elektrode !?– Ook ontregeling pacemaker zelf
• Prothesen• Osteosynthesemateriaal :
niet in traject stroom
Wat bij implantaten ?
• Trajekt stroom ver van pacemaker, … houden
• Zo onmogelijk : BIPOLAIRE elektrisch bistouri gebruiken
Bipolaire
Elektrisch geïsoleerde pincet
Eén been = één pool
Tweede been = andere pool
=> stroom ENKEL tussen twee benen van pincet, niet door patiënt
Pulse oxymetrie
• Bij elke ingreep
• Niet-invasieve meting van O2 saturatie in bloed. Nl 97 - 100 % beademd
• Vinger, teen , oorlel
• Onbetrouwbaar bij shock, afkoeling
Pulse oxymetrie
Bloeddrukmeter
• Niet-invasief : manchet verbonden met automatisch bloeddrukmeter
• Invasief = arteriële catheter bij zware ingrepen. Meestal arteria radialis
Zware ingrepen
• Langdurige, bloederige ingrepen
• Slechte patiënt
• => verwarmingsmatras, bair hugger®, DVC, arteriële catheter, peridurale catheter, blaassonde, maagsonde
DVC
• DVC :– Vena jugularis interna– Vena subclavia
• Doel : monitoring centraal veneuze druk (CVD)– <= pompfunctie re ventrikel– <= vullingstoestand patiënt
DVC
Diepe Veneuze catheter :• Lange, zware ingrepen
• Langdurige ileus te verwachten
• “Slechte” patiënt
halsvenen
CENTRAAL VENEUZE DRUK
DVC : v.jugularis interna
DVC : vena subclavia
DVC
• CVD = druk in centrale venen = druk in re atrium
<= vulling van patiëntpompfunctie
van Re ventrikel
• CVD laag <= ondervulling
• CVD hoog <= overvullling en/of hartfalen
DVC
• Risico’s :– Pneumothorax => controle RX Thorax– (bloeding)– Catheter sepsis : altijd na 8 - 10 dagen
• Rillen• Koorts• Evt. Sepsis +/- altijd gram positieve staven :
– Staphylococcus aures of Staf. Epidermidis– => catheter vervangen
Maagsonde
• Bij bovenbuikingrepen– Maagdistensie stoort chirurg– Postoperatief braken
• Lange en/of zware ingrepen :– Postoperatieve ileus => braken
Maagsonde stoort :
• Keelpijn
• Neusirritatie
• Gastroöesophageale reflux
• Aspiratie maagzuur en bacteriën in luchtwegen => surinfectie luchtwegen !
• Betere antiemetica => minder maagsonden
Gastrostomie ?
• Rechtstreeks percutaan in maag geplaatst
• Vervangt maagsonde
• Bij ingrepen waar men lange ileus verwacht
• Pas na 8-10 d vervangen
gastrostomie
Blaassonde ?
• Bij zware, langer of bloederige ingrepen of bij slechte patiënt :Volgen urinedebiet : > 0,5 cc / kg / uur = +/- > 35 cc / u
Urinedebiet <= nierdoorbloeding <= perfusie inwendige organen
• Bij ingrepen in pelvis : volle blaas hindert• Bij peridurale catheter : anders postoperatieve
urineretentie
Blaassonde stoort
• Altijd cystitis na enkele dagen (vrouw > man)
• Urethrastricturen door irritatie (man > vrouw)
Cystostomie ?
• Percutaan aanprikken blaas
• Bij ingrepen waar men lang een peridurale catheter verwacht
• Minder irritatie
• Geen stricturen
• Blaastraining mogelijk
Afkoelingspreventie
• thermometer
• Verwarmingsmatras
• Bair hugger®
• Verwarmd I.V. Vocht
• Verwarmd spoelvocht
• …
Bair hugger ®
Verdoving ? (Cfr. Les Dr. Clerckx)
• Meestal algemene anesthesie + endotracheale intubatie
• Locoregionale anesthesie : – Spinale anesthesie (Rachi) – Peridurale anesthesie– Gecombineerde spinaal-epiduraal : CSE
(Combined Spinal & Epidural anesthesia)
• (Lokale ? : zeer kleine ingrepen bij risicopatiënten)
Verdoving :
• Uitgebreide ingreep <=> relaxatie van buikspieren <=> curarisatie <=> mechanische beademing <=> algemene anesthesie
Peridurale ?
• Verdooft deels => minder analgesie nodig
• Postoperatief prima analgesie => minder pijnstillers nodig
Ontsmetten
• Scheren ?– Niet ?– Op verdiep => meer infecties ?– Op operatietafel ? => meer rompslomp
• Ontvetten : Ether• Ontsmetten :
– Hibitane® = chlorehexidine in alcohol– (Ioodalcohol ) => irritatie, allergie– Isobetadine® : niet bij Iood allergie
Afdekken
• Katoen :– Niet waterdicht => minder steriel– reusable
• Papier :– Disposable– Duurder ???– Waterafstotend =>
• Sterieler• Comfortabel voor chirurgisch team• Veiliger “
• Opsite ? Indien steriele ingreep
Ingreep ………………………….
Sluiten:
• Peritoneum : niet
• Spier : niet
• FASCIA : ENIGE STEVIGE LAAG !
• Subcutis : niet
• Huid : eventueel
Sluiten : hoe ?
• Fascia : dik, traag of niet resorbeerbaar :– Vicryl® 1 of PDS® 0 loop enkelvoudig of
doorlopend– Enige stevige laag
Intraäbdominaal compartiment syndroom
• Sluiten onder spanning => hoge intraäbdominale druk => slechte doorbloeding intraäbdominale organen : stuwing, oedeem, ischemie => nog meer spanning => necrose
Teveel spanning => relaxerende incisies
QuickTime™ and a decompressor
are needed to see this picture.
Veel te veel spanning : niet sluiten
Subcutis ?
• ( Vicryl 2.0 enkelvoudige punten ?)
• Redon drain :– Minder steatonecrose– Eventueel mogelijk huid dicht te laten bij
oppervlakkige wondinfectie of steatonecrose
redon
redon
• Minstens 48 u laten
• Steatonecrose => langer
Huid :
• Liefst intradermaal – Ethilon of Monosof of Prolène 3.0 - 4.0
• Grote laparotomie :– Enkelvoudig of Donati hechtingen– Nietjes
• Vuile ingreep : open laten – => heling per secundam of per tertiam
POSTOPERATIEF VERLOOP
• NORMAAL
• VERWIKKELD
• Normaal : op recovery
• Zware ingrepen en/of slechte patiënt : IZA
NORMAAL VERLOOP
• Pijn
• Paralytische ileus
• Afkoeling
Pijn
• => comfort
• Wondheling (vasoconstrictie)
• Longcomplicaties (stase secreties)
Analgesie postoperatief cfr. Les Dr. Clerckx
• Peridurale catheter
• Morfine derivaten
• Paracetamol
• NSAI
Paralytische ileus
• = verlamming maagdarmstelsel
• Vooral maag, duodenum, colon
• Weinig of niet : dunnedarm
Paralytische ileus : waarom ?
• Beschermingsmechanisme van darmen : • Hoe ernstiger “trauma” , hoe langer ileus
– Lange ingreep– Laparotomie > laparoscopie– Infectie
• Duur : – dundarm : niets - uren– Maag : uren - paar dagen– Colon : uren - paar dagen
Paralytische ileus
• Zolang ileus : geen voeding per os
• Wat vocht wordt soms getolereerd
• Zo niet : maagsonde of gastrostomie
Paralytische ileus
• Stoelgang : geen garantie voor einde ileus
• Einde ileus = passage van flatus
• => start voeding ; eerst vloeibaar, dan vast
• Ileus > 8 dagen <=> probleem :– Obstructie ?– Abces ?– Naadlekkage ?
Wat met gastrostomie postoperatief ?
• Ileus => enkel vocht ; open gastrostomie
• Flatus => voeding starten ; gastrostomie dicht op proef.
• Normaal vocht = licht transparant, wat groen bijgekleurd, slierten
• Debiet variabel ( maagvocht, gal, drinken)
• Abnormaal :– Rood bloed => bloeding. (insteekplaats ?
Sutuur ?…)– Koffiegruis => dilatatievocht– Verdunde faeces = “faecaloïed” =>
darmobstructie– Grasgroen => ofwel nog ileus, ofwel obstructie,
ofwel normaal
Gastrostomie
Faecaloïed vocht
Grasgroen hoog gastrostomiedebiet
• Tip gastrostomie kan in duodenum geschoven zijn => tip draineert papil van Vater=> hoog debiet grasgroen vocht bij
patiënt die op transit is
• => toch voeding opdrijven en gastrostomie sluiten.
• = normaal
Afkoeling
• <= duur ingreep
• <= grootte incisie
• <= spoelen
• <= bouw patiënt
Preventie afkoeling : peroperatief
• Afdekken ; hoofd ook
• Bair Hugger®, …
• Hotline® : verwarming infusen
• Verwarmd spoelvocht
Problemen bij afkoeling
• Moeilijk wakker worden ; beven, “shiveren”
• Stollingsproblemen !
• Wondproblemen
• Sutuurlekkage
• …
Postoperatieve observatie :
• Zware ingreep of zwaar zieke patiënt : I.Z.A.– Constante monitoring, vaak invasief :
• CVD, arteriële, O2 saturatie, T°,ECG, …
– Evt. Uitgebreide ondersteunende maatregelen• Mechanische ventilatie• Inotropie• Dialyse• …
– Uitgebreide bestaffing 24/7 :• Intensivisten• verpleegkundigen
Postoperatieve observatie
• “normale” patiënt en ingreep :– Recovery 1 - paar uur :
• Monitoring : ECG, O2 saturatie, BD, bewustzijn, pijn, debiet drains
– Nadien naar afdeling. Aandachtspunten :• Vitale parameters
• Pijn
• Bewustzijn
• Debiet drains
• Temperatuur ( koorts 1° dag postoperatief = nl. )
COMPLICATIES
• Alle wondcomplicaties
• buikwandcomplicaties
• Intraäbdominale complicaties
• Algemene complicaties
Oppervlakkige wondcomplicaties
• = complicaties na hechting snijwonden
Ter herinnering …
• Wonddehiscentie
• Steatonecrose
• Seroom
• Wondhaematoom
• Wondabces
• cellulitis
Diepe WANDCOMPLICATIES
• Evisceratie
• Eventratie
Evisceratie
• = wonddehiscentie van ALLE lagen van buikwand
• Slechts 2 stevige lagen :– Fascia– huid
Evisceratie
• Risicofactoren :– = risicofactoren voor wonddehiscentie na
wondhechting :• Cachexie, anemie, corticoïden, …
– + risicofactoren voor intraäbdominale overdruk• CARA, obesitas, uitgesproken ileus,…
– + sluiten onder spanning
Evisceratie
• Typisch verhaal :– Riscofactoren– +/- 1 week postoperatief– Plots : MASSIEVE HOEVEELHEDEN
SEREUS VOCHT IN VERBAND
• Behandeling : dringend herstel
Evisceratie
• Preventie : Vicryl® net intraäbdominaal bij risicopatiënten :– Verhindert uitpuilen van darmen uit
laparotomie bij evisceratie ; wonde heelt per secundam ; later eventratie
laparotomie
Vicryl® net
Eventratie
• = littekenbreuk
• Huid heelt maar fascia niet, of verzwakt op termijn ( soms jaren)
Littekenbreuk : kliniek
• Zwelling thv litteken, valt plat ( wordt gereduceerd ) bij neerliggen, wordt groter bij persen
• Inklemming = niet reduceerbaar
• Strangulatie = niet reduceerbaar + pijn
Intraäbdominale complicaties
• Intraäbdominaal abces
• Intraäbdominale bloeding
• Verlengde ileus
• Vergroeiïngen
Intraäbdominaal abces
• Kan na alle ingrepen
• Symptomen : na DAGEN– Hectische koorts– Abnormale pijn– Verlengde ileus
Intraäbdominaal abces
abces
Intraäbdominaal abces
• Diagnose : – Kliniek– CT
• Behandeling :– Ubi pus, ibi evacua :– Dus : DRAINAGE :
• percutane punctie zo mogelijk zo mogelijk onder echo of CT begeleiding
• Zo onmogelijk : open drainage
– Antibiotica ???• Cfr. Wondabces
Intraäbdominale complicaties :verlengde ileus
• Ileus > 1 week = niet normaal• Verlengde ileus :
– Ofwel paralytisch :• Peritonitis• Motorische stoornissen• ?
– Ofwel obstructief :• Vroegtijdige adhesies• Breuk met inklemming• Intraäbdominaal mechanisch probleem• Abces met plastron
Intraäbdominale complicaties :verlengde ileus
• Verlengde ileus + koorts of infectieus bloedbeeld => intraäbdominaal abces tot tegendeel bewezen.
Intraäbdominale complicaties :verlengde ileus
• Wat te doen ?
• Zou ons te ver leiden.
• Denk eraan.
Intraäbdominale complicaties :vergroeiïngen
• Manipulatie darmen => serositis ( ontsteking serosa )
=> vergroeiïngen=> grootste deel lost terug op na 6
weken• Op sommige plaatsen blijven vergroeiïngen :
– ischemieplaatsen– Vreemd voorwerpen ( hechtingen, talk van
hanschoenen, …)
Intraäbdominale complicaties :vergroeiïngen
• Meeste vergroeiïngen veroorzaken geen problemen
• Soms obstructie : STRENGILEUS – = obstructie, meestal dundarm– Soms vroegtijdig ( dagen)– Soms maanden of jaren na ingreep– 1 streng is voldoende
Intraäbdominale complicaties :vergroeiïngen
• Strengileus :– Krampen– braken,– Opzetting buik– Evolutie naar strangulatie : ischemie en necrose
van dundarmlis => overlijden– Soms spontane resolutie
Intraäbdominale complicaties :vergroeiïngen
• Diagnose : – RX Abomen enkel : lucht-vocht niveau’s– CT
• Labo : – Infectieus beeld ( leucocytose, CRP)– Lactaat stijging
=> tekenen van necrose
Intraäbdominale complicaties :vergroeiïngen
• Behandeling :– Conservatief
• Maagsonde
• NPO
• TPN <=> nog flatus + geen
tekens van necrose
– Operatie bij volledige obstructie, zeker bij vermoeden necrose
QuickTime™ and aDV - PAL decompressorare needed to see this picture.
Algemene complicaties
• Longcomplicaties
• Vochtproblemen
• Cardiale complicaties
• DVT - Longembolen
• Decubitus
• Verwardheid
• Urinaire complicaties
Longcomplicaties : Postoperatieve pneumonie
– = infectie van longparenchym– Risicofactoren :
• Longlijden preoperatief• Roken ( => slijmproductie groter)• Onvoldoende analgesie
– Symptomen :• (pijn)• Koorts• (dyspnee)
– Diagnose :• Klinisch vermoeden• RX Thorax
Pneumonie : behandeling
• Sputumcultuur !!!• Antibiotica => ziekenhuisbacteriën• Ondersteuning :
– O2
– Aangepaste analgesie– Mucolytica (Lysomucil®)– Aërosols met bronchodilatatoren– ADEMHALINGSKINE !!!!
Algemene verwikkelingen :DVT en longembolen
• DVT = diepe veneuze thrombose
• = klonter in diep veneus stelsel
• Meestal in bekken of dijvenen
• Zeer frekwent !
Risicofactoren DVT
• Stase
• Stollingsneiging
• Schade aan endotheel
Risicofactoren DVT• Stollingsneiging te groot
– Hormonaal ( vrouw > man)– Pilgebruik– Rokers– Kanker– …
• Stase van bloed– Spierpomp valt weg peroperatoir– Overdruk intraäbdominaal => veneuze retour naar hart– obesitas– Positie op tafel : Trendelenburg, Beensteunen, Druk op bekkenvenen tijdens
operatie– Spataders– Voorgeschiedenis van DVT
Risicofactoren DVT…
• Schade aan endotheel vene– Druk op bekkenvenen tijdens ingreep door
wondspreiders– Roken
Kliniek DVT
• Zeer variabel :
• Meestal niets
• Bij volledige occlusie vene :– Pijn been ( kuit )– Zwelling – Oedeem– Teken van Homan
Kliniek DVT
• Onvolledige occlusie :
GEEN SYMPTOMEN !
Verloop DVT• Aanmaak “witte” klonter : alleen thrombocyten• RBC en fibrine erbij => “rode” klonter ; groter• 8° - 12° dag : klonter verschrompelt => risico op
loslating en embolie• Vanaf 2° tot 14° dag : omvorming tot
littekenweefsel• Verdere evolutie :
– Fibrinolyse – Organisatie en bedekking met endotheel– Recanalisatie ; meestal onvolledig
DVT : diagnose
• Moeilijk
• Kliniek ??
• Echo - doppler : enkel bij grote klonters
• Phlebografie : invasief
• Isotopen onderzoek met gemerkt fibrinogeen : duur
• Labo : gestegen D-dimeren
Longembool
• = gevolg DVT• Klonter lost => bekkenvenen => Vena cava
inferior => re atrium => re ventrikel => longarteries => ergens vast => verhindert er O2 opname en CO2 afgave ; longinfarct
• Hoe kleiner klonter, hoe dieper vast, hoe minder erg
• Hoe groter klonter, hoe proximaler dicht , hoe erger
klonter
Hoe groter klonter, hoe groter haemodynamische weerbots
longembool
• Klein => weinig of geen symptomen• Matig => symptomen , weerbots op
oxygenatie• Groot => weerbots op oxygenatie EN hart ;
overbelasting re ventrikel ; “cor pulmonale”
• Zadel embool = acuut cor pulmonale ; plotse dood.
Longembool : kliniek
• Variabel : niets ( silentieus) => plotse dood• Meestal : silentieuze DVT• Klassiek :
– Acute thoracale pijn ,enkele dagen postoperatief, erger bij diep en - en uitademen
– Dyspnee, tachypnnee,– Tachycardie – (koorts)
Longembool : diagnose• Klinisch vermoeden• RX thorax normaal ( geen pneumonie)• Labo : gestegen D-dimeren• Ventilatie (V) -Perfusie(Q) scan :
– Perfusiedefecten die normaal geventileerd worden ( V/Q mismatch)– Nadeel :
• in 2 verschillende procedures• onnauwkeurig
• CT angio :– 1 zitting– Sneller– nauwkeuriger
Behandeling
• Hepariniseren :– Bv. Therapeutische fraxiparine® paar weken
• Nadien Vit. K. antagonist ( Marcoumar®) p.o.– DVT 3 maand– Longembool 6 maand
Algemene complicaties : ondervulling - overvulling
• Ondervulling <= te weinig circulerend volume intravasculair
• Overvulling <= teveel “
Ondervulling• Oorzaken :
– Vochtverlies • Bloeding• Braken• Diarree• Ileus ! ( vocht zit intralumineel dus EXTRAvasculair ! )• Zweten ( koorts !)• “perspiratio insensibilis” ( peroperatoir !!!)• Capillair lek => vocht lekt extracellulair ( sepsis, anafylaxie, brandwonden, …)• ….
– Te weinig vochtinname• Vasten• Te weinig I.V. Vocht
Ondervulling : kliniek• Dorst• Droge tong• Verminderde huidturgor• Tachycardie• Orthostatisme• Hypotensie• Oligurie ; ( < 5 cc/ u/ kg. Lichaamsgewicht)
donkere urine• => hypovolemische shock ( cfr. Les Dr. De Feyter)
Ondervulling : behandeling
• Vullen
• Oorzakelijke behandeling
• ( Cfr. Les Dr. De Feyter )
Overvulling : oorzaken
• Toediening van teveel vocht :– Infuus te snel ( “normaal” = 100 cc / uur )– Infuus + voeding
• Hartfalen :– Pompfunctie faalt => bloed wordt niet voldoende
rondgepompt– Li hartfalen– Re hartfalen– Li + Re falen
• Dus <= alle redenen van hartfalen…
Overvulling : kliniek
• Li hartfalen :– Vochtophoping in longen => longoedeem :
• Dyspnee, tachypnee, onrust, angst, zweten• Tachycardie, hypotensie• Oligurie ( heldere urine)
• Re hartfalen :– Oedemen in laagst gelegen lichaamsdelen– Gestegen CVD– Oligurie, tachycardie, hypotensie,…
=> cardiogene shock ( cfr. Les Dr. De Feyter )
Overvulling : behandeling
• Ontwateren : diuretica
• Oorzakelijk….
• Cfr. Les Dr. De Feyter
• Cfr. Les interne
• …
“patiënt plast te weinig”….
• = ofwel afvoerprobleem :– Obstructie ureters, prostaat, blassonde,….
= POSTRENAAL
• Ofwel nierprobleem zelf= RENAAL
• Ofwel meest frequent :overvulling of ondervulling = PRERENAAL
Algemene complicaties :cardiale complicaties
• Hartfalen : zie boven• Hartritmestoornissen :
– Hartpatiënten– Ionenstoornissen ( <= vochtproblemen, medicatie,…)
• Bv. Lasix® + Digitalis => hypokaliëmie !
• Angor, infarct :– Retrosternale pijn, uitstralend => li arm,…– <= pijn, stress, koorts, ondervulling, overvulling,…!– Cfr. Les interne
Algemene complicaties :urologische complicaties
• Urineretentie :– Pt. Kan niet plassen ; onderbuikspijn– Zeldzaam bij vrouwen– Kan na locoregionale anesthesie– R/ blaassonde
Algemene complicaties :urologische complicaties
• Urinaire infecties :– Cystitis :
• = blaasontsteking• Altijd bij blassonde, zeker bij vrouwen• Symptomen :
– Pijn bij mictie– Pollakisurie ( vaker plassen)– Troebele urine– ( lichte T°)
• Diagnose :– Klinisch vermoeden– Urine onderzoek : pyurie, bacteriurie, haematurie, kweek
• R/ – blaassonde verwijderen– Veel drinken– Urinair antisepticum (Furadantine®, Urfadyn®…) of
antibitica (Bactrim®, Quinolones bv. Tavanic®,…)
Alg. Complicaties : urologische complicaties : urinaire infecties
• Pyelonefritis :– = opstijgende infectie van nier zelf.– Symptomen :
• Hoge (ril)koorts• Flankpijn, bovenbuikpijn, soms fossa pijn• Soms cystitis tekens• Diagnose :
– Kliniek– Urine onderzoek– CT met contrast
– Behandeling : antibiotica
Algemene complicaties :decubitus ( doorligwonde)
• = druknecrose van huid en onderhuidse weefsels op drukpunten :– Sacrum– Trochanter heup– Occiput– Ellebogen– …
• Erger bij : – Cachexie, anemie, magere, oude bedlegerige patiënt– Doorgemaakte shock– Lange ingrepen
Decubitus : behandeling
• Preventie:– Wisselhouding– Voeding optimaliseren– Snelle mobilisatie
• Behandeling– Debridement– Ofwel laten opgroeien– Ofwel sluiten met flap
Algemene complicaties : verwardheid
• = symptoom , NIET aandoening• Frekwenter bij
– Oude patiënt– Predementie– Metabole stoornissen– Ernstige ziekte– Onderliggende abusus : alcohol, tabak,
benzodiazepines,…
Verwardheid :
• Denk aan ONDERLIGGEND LIJDEN :– Shock ?– Sepsis ?– Metabole stoornissen ?
• Indien uitgesloten : symptomatisch behandelen.