21
Elekrofysiologie van het Elektrocardiogram (E.C.G.)

Lewis+ecg

  • Upload
    ccumst

  • View
    133

  • Download
    4

Embed Size (px)

Citation preview

Elekrofysiologie van het Elektrocardiogram (E.C.G.)

De twaalf ECG-afleidingen

• Door Einthoven werden drie standaard afleidingen geïntroduceerd:

• I rechter arm – linker arm• II rechter arm – linker voet• III linker arm – linker voet.

• De elektrode om de rechter enkel dient voor aarding.

• Het elektrocardiogram kan worden samengesteld uit drie vectoren in het frontale vlak.

• Daarbij wordt gebruik gemaakt van een gelijkzijdige driehoek. Deze werd bedacht door Einthoven als een denkmodel om de samenhang tussen afleiding 1, 2 en 3 te illustreren.

• Het hart is daarbij gesitueerd als een denkbeeldig punt in het midden van de driehoek. De elektrische activatie van de hartspier veroorzaakt vectoren die als pijlen in de driehoek zijn aangegeven.

Afleiding I,II en III

• Bij afleiding I wordt het potentiaalverschil gemeten tussen de rechter arm en de linker arm

• Bij de afleiding II wordt het potentiaalverschil gemeten tussen de rechterarm en het linkerbeen

• Bij de afleiding III wordt het potentiaalverschil gemeten tussen linkerarm en linkerbeen

Weergave afleiding I,II,III

• Wilson introduceerde de unipolaire elektrocardiografie. Men meet hierbij tussen central terminal en een punt op het lichaamsoppervlak. De potentiaal van één extremiteit wordt vergeleken met die van de twee overige samen.

• Central terminal wordt verkregen door de drie extremiteiten met behulp van schakelweerstanden te verbinden, waardoor men een punt verkrijgt met een constante potentiaal die de waarde nul benadert.

• De elektrode wordt geplaatst op de rechter schouder (VR), op de linker schouder (VL) en op de linker voet (VF).

• Door de verbinding te verbreken tussen CT en de betreffende extremiteit krijgt men een vergrote uitslag (augmented = a), respectievelijk aVR, aVL en aVF.

aVR ,aVL en aVF

Weergave afleiding avR,avF,avL

• Er zijn zes unipolaire borstwandafleidingen bekend. Hierbij meet men potentiaalverschillen tussen CT en de explorerende elektrode op de thoraxwand.

• V1: vierde intercostaal ruimte rechts naast het sternum

• V2: vierde intercostaal ruimte links naast het sternum

• V3: tussen V2 en V4• V4: op de medioclaviculaire lijn in de vijfde intercostale

ruimte• V5: tussen V4 en V6• V6: op de middelste axillaire lijn, horizontaal links van

V4.

Weergave borstwandafleidingen

De Lewis Afleiding

= speciale bipolaire borstafleiding.

•P top wordt hierdoor meer zichtbaar gemaakt. •Plaatsing:R.A. elektrode = rode elektrode

op 2e intercostaal ruimte rechts naast sternum,

• L.A. elektrode op 4e intercostaalruimte rechts naast sternum (gele elektrode)

• registeren op afleiding I. (dus alleen registratie van de afleidingen I,II,III,aVR,aVL en aVF is genoeg)

•Eventueel gebruik maken van dubbele ijk 20mm/mv ipv 10mm/mv

Rood 2e ic X

Geel 4e ic X

Betekenis van de lewis afleiding in de ritme diagnostiek?

• Bij VT’s

• Bij SVT’s

Vraagstelling; lewis ecg maken bij elke svt/vt in het M.S.T.?

Inventarisatie door onderzoek!

1A

1B

1C

2A

3A freq 180 ijk 10mm/1mv

3B ijk 10mm/Mv

Aandachtspunten

• Nog niet officieel gebruikte afleiding dus noteer heel duidelijk dat het om een lewis afleiding gaat op het ECG om foute interpretaties te voorkomen

• Verzamel de kopieën van het normale ecg met de svt en de kopie van de lewis afleiding (svp geen fax kopie)