Upload
atelier-pro
View
212
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Het project Ludgerhof in Lichtenvoorde is bijzonder. Atelier PRO, in de persoon van oprichter Hans van Beek, ontfermde zich over de kerk, nadat pogingen om een passende nieuwe functie te vinden op niets uit liepen. Door twee maal acht zeer ruim opgezette woningen aan de bijzondere ruimtelijkheid van de voormalige Ludgerkerk en de ommuurde hof eromheen toe te voegen, transformeerde atelier PRO deze exceptionele kerk tot een bijzondere woonvorm met respect voor het originele bouwwerk.
Citation preview
1
van Ludgerkerk tot Ludgerhof
AtelierProvan Ludgerkerk tot Ludgerhof
binnen buiten buiten binnen
2
Atelier PRO / Van Ludgerkerk tot Ludgerhof
4
Kerken zijn door de eeuwen aangepast aan nieuwe be hoeften en trends of vervangen door een groter exemplaar als de gelovigen dat wenselijk vonden. De sporen van deze ge daantewisselingen maken de geschiedenis aanschou welijk. Een sprekend voorbeeld hiervan staat in de middeleeuwse stad Siena in Toscane. De zwartwit gestreepte duo mo en zijn stedelijke setting zijn voor architecten tot de dag van vandaag een bron van inspiratie.
5
De bouw van de duomo van Siena is in
1136 gestart en bereikte rond 1215 zijn
huidige omvang in de gedaante van
een imposante Gotische kathedraal.
In het begin van de veertiende eeuw
werd het plan opgevat om de kerk
drastisch te vergroten door het schip
om te toveren in een dwarsschip en
daar aan de zijkant een gigantisch
nieuw schip aan te bouwen. Toen de
bouw goed en wel op gang was geko
men brak echter in 1348 de pest uit en
de Zwarte Dood eiste het leven van de
helft van de bevolking van Siena.
Het plan werd afgeblazen en wel voor
goed. Het schip bleef dakloos en ver
anderde gaandeweg in een prachtig
besloten pleintje van dertig bij vijftig
meter. Wat als binnenruimte was be
doeld werd op deze manier tot een
openbare intieme ruimte, waaraan
woningen en een museum werden
gebouwd.
De Ludgerkerk van Gerard Schouten,
die in het jaar 2000 op zesenzeventig
jarige leeftijd overleed, blinkt uit door
eenvoud en pure ruimtelijkheid en
juist vanwege deze kwaliteiten bleek
het gebouw zich uitstekend te lenen
voor een vergelijkbare functiewisse
ling.
Het is verheugend dat op deze manier
deze uitzonderlijke plek van Lichten
voorde nieuw leven kan worden in
geblazen, waardoor de herinneringen
aan de kerk kunnen worden vastge
houden en aan Lichtenvoorders een
eenmalige woonomgeving wordt
geboden.
6
Gerard Schouten in 1972
over zijn Ludgerkerk
“Ik vind de opdracht om een kerk te
bouwen de meest verheven opdracht,
de mooiste opdracht, en ik heb altijd
gedacht: zo tegen het einde van m’n
leven zou ik een kerk willen maken,
maar ik kreeg dat verzoek toen al en
dat kwam me eigenlijk te vroeg. Toch
wilde ik het wel doen omdat alles wat
er in de katholieke kerk gebeurt me al
’n tijd bezig hield. Ik was het met veel
dingen niet eens. Ik kwam dingen
tegen die ik stijlloos vond, niet in har
monie met elkaar en dat gold ook
voor de kerkebouw.
Ik heb ’t niet op dat ‘modern’ doen,
het is gemáákt, niet echt. Zoals pop
muziek na de preek of het feit dat de
kerk ’s morgens gebruikt wordt voor
een begrafenis en ’s middags voor een
politieke vergadering. Die dingen
horen niet bij elkaar. Ik wilde de op
dracht alleen aannemen als ik de kerk
mocht maken zoals ik vind dat een
kerk moet zijn. En dat vonden ze goed.
Ik dacht: ik moet helemaal geen kerk
maken, die mensen moeten een plek
in de natuur hebben. In een natuur die
niet vernield is.
Christus trok het veld in met z’n disci
pelen en hij trok de woestijn in. De
tempel kwam hij alleen binnen om de
mensen eruit te gooien. Iemand op
Vlieland vertelde mij; ‘Ik ga niet naar
de kerk, ik ga op zondag altijd een heel
eind fietsen en dan zit ik een uur in het
duin. Dat is mijn kerk’. Dat vond ik
prachtig. Ik kon die mensen natuurlijk
niet laten fietsen, maar ik kreeg een
inspiratie hoe ik het zou willen doen.
Ik wilde dat hele terrein in zijn natuur
lijke staat terugbrengen door alle ve
getatie gewoon te laten groeien. De
natuur regelt dat zelf, als je maar niet
ingrijpt. Maar dat terrein houdt ergens
op en dan heb je weer het gedoe van
alledag: de melkwagen en de vuilnis
man en mensen die onderweg zijn.
Ik wilde de wereld losmaken van die
plek door een wand aan te brengen
over het hele terrein, als een afschei
ding tussen buiten en binnen. Daarin
heb ik een opening gemaakt, als een
boog. Je moet daar onderdoor, het is
goed om te voelen dat je ergens on
derdoor moet, zo zelfs dat je het hoofd
moet buigen. Je loopt dan een andere
wereld binnen; in die natuur kun je je
bezinnen. Je komt daar om iets te
vieren, alleen of met anderen. Er zou
behoefte kunnen zijn aan een speciale
plek in die ruimte, een soort offer
blok. Uit een gesloopte kerk kon ik het
altaar krijgen, en dat hebben we op
een heuvel van zand, op een berg
neergezet. De ziel. Alle mensen erom
heen, dat was mooi. Maar ja, als het
regent moet je iets maken om de men
sen tegen de regen te beschermen.
Ontstellend jammer, want het plafond
was de blote hemel en die moet je dan
afsluiten. Om toch de lucht, de wol
ken, de sterren te kunnen blijven zien
heb ik een doorzichtige glazen koepel
aangebracht. Dan krijg je klachten dat
het opzij tocht en dus moesten we het
ook opzij dicht maken – ook glas. De
vegetatie ging binnen en buiten ge
woon door, alleen gescheiden door
een glazen wand. Als je de schoonheid
van de natuur beleeft, dan voel je je
als mens zo klein. Een stukje onkruid
is een groter wonder dan een raket.
Ik wilde die natuur er heel sterk bij
betrekken, alles wat ik met hout heb
dichtgemaakt is gemaakt van eiken
bomen uit de buurt. Ik dacht: nou, dat
is het dan… Tja, als ik een benzinesta
tion moet bouwen dan ga ik uiteraard
niet zo te werk, maar een plek om je
te bezinnen, om stilte te ervaren is
wat anders…
De pastoor moest ook een woning
hebben. Een pastorie. Normaal woont
een pastoor op een plek die aan de
kerk vast zit, maar dan krijgt hij bijna
geen kans om mens te zijn onder de
7
ontwerpschetsen
Ludgerkerk
Gerard Schouten,
1966
8
bestektekeningen
Ludgerkerk
1 dwarsdoorsnede
met aanzicht sacristie
2 voorgevel
3 langsdoorsnede
met op het dak een
grote schaal waarin
het regenwater
wordt opgevangen
1
2
3
2001
1970
9
mensen, zoals de meeste geestelijken
tegenwoordig willen. Ze dragen bur
gerpakken, ze willen één zijn met de
mensen. Dus vond ik dat hij ergens
anders moest wonen, dat was heel
ongebruikelijk, maar ze gingen er toch
mee akkoord. Die pastoor was een heel
fijne man die op dezelfde golflengte
zat als ik, hij stond overal achter.
Gebruikelijk was: pastorie, sacristie,
altaar en daartussen de communie
banken en daarachter het volk. Dat
is een enorme afstand. Dan is hij niet
één. Op het moment dat hij dienst
doet is hij de voorganger, degeen die
de sacramenten uitdeelt, maar hij
moet daar niet wonen en hij moet ook
op dezelfde manier binnenkomen als
de mensen – achteraan. Dus had ik de
sacristie achteraan gemaakt.
Via een collega kon ik de vegetatie
krijgen zoals die groeide in de Hof
van Olijven in Jeruzalem ten tijde van
Christus. Die wilde ik binnen zaaien,
achter die heuvel. En dat zou dan naar
het licht toegroeien als een soort ach
terwand van het altaar. Verder was er
een boomgaard met oude vrucht
bomen die schots en scheef stonden
en die wilde ik laten staan. En ik wilde
ook een hof voor de doden maken.
Als je daarover denkt, dan besef je dat
de dood niet het einde is, maar een
tussenhalte.
Gek hè, wij doen de doden weg, wij
doen trouwens alles weg. Ziek zijn is
al slecht, bejaarden stoppen we weg
en dode mensen nog verder. Vroeger
had je een hof om de kerk. In Nijme
gen moet je naar het kerkhof met lijn
8. Zo ver weg. Ik wilde een tweede
muur maken en die twee meter tus
senruimte was dan bestemd voor de
doden. Alleen maar aangegeven met
je naam. Meer niet.
Als je dood bent ben je niet eerste,
tweede of derde klas. Er is geen on
derscheid.
Als de kerk een plek is om je te bezin
nen en te mediteren, dan kun je er op
die manier achterkomen waar je mee
bezig bent. Dan zie je de betrekkelijk
heid van alles. De dood erbij betrekken.
Wat ik eigenlijk wilde was dat de
mensen zelf hun kerk bouwden. Ik wil
eigenlijk altijd dat de mensen het zelf
doen. Voor mij heeft het iets kunst
matigs dat de mensen het niet zelf
doen. Maar ja, het werd toch door een
aannemer gedaan. Ik had ook nog een
idee voor het dopen. Door te worden
gedoopt word je kind van God en door
de zonde verlies je dat kindvanGod
zijn. Ik had voor het doopvont een
grote kei gevonden die daar ooit eens
moet zijn aangespoeld, en die had ik
uitgehold. En het doopwater moest
uit de hemel komen. Boven het altaar
zou ik een grote glazen bol omkeren
en als een schaal op het dak zetten.
Hierin werd het hemelwater opge
vangen, dat langs een ketting naar
be neden werd geleid. Dan zou er een
natuurlijk vijvertje met weer andere
vegetatie ontstaan. Dat leek me schit
terend. Die steen was miljoenen jaren
oud en die kreeg je zomaar. Iedereen
nam ook z’n eigen stoeltje mee als
hij wilde zitten. Een enorme ratjetoe,
maar in de stilte van die ruimte hin
derde dat helemaal niet. Ik heb ook
nog twee andere openingen in die
dubbele muur gemaakt. Zo zijn er drie
bogen ontstaan, de middelste werd
de belangrijkste: alleen te gebruiken
voor doop, huwelijk en begrafenis. Ik
ben nog met m’n droom bezig hoor,
in werkelijkheid is het allemaal anders
gelopen. De opdrachtgevers stonden
helemaal achter het plan – de bis schop
pelijke bouwcommissie was enthou
siast en vond het de beste kerk die ze
kende. Er verschenen artikelen. En
tijdens de bouw kwamen er veel
mensen naar de plek kijken. Ook niet
katholieken.
Maar het is allemaal op de meest on
christelijke manier afgelopen. De
kerk was voor tweederde klaar toen
de pastoor ziek werd en werd vervan
gen door iemand die totaal niet op
dezelfde golflengte zat, de twee kerk
meesters waar ik goed mee kon op
schieten, gingen ook weg, de steen
werd op de vuilnishoop gegooid, de
boomgaard werd omgezaagd, er
werden dingen drastisch veranderd
zonder dat ik erin gekend werd, kort
om ik moest ermee stoppen.”
Uit: Interview met Gerard Schouten
door Ma Prem Pushpa, opgenomen in
het boek Over bouwen gesproken,
Arcanum, 1982
10
de Ludgerkerk
niet meer in gebruik,
2001
11
12
13
14
De transformatie van de Ludgerkerk tot Ludgerhof was zonder een memorabele ontmoeting nooit tot stand gekomen. Het gezin Van Beek ging vele jaren achter elkaar altijd wel een weekje naar Vlieland kamperen op de Lange Paal, een terrein van Staatsbosbeheer dat mooi in de natuur ligt. De laatste keer dat de Van Beeks gingen regende het zeven dagen achter elkaar. Echter, zoals men weet komt alle goeds van boven.
15
Hans van Beek: “We werden ook wat
ouder en kregen de gedachte dat een
huisje toch wel voordelen heeft. Op
onze zoektocht ontdekten we een
huisje, dat anders was dan alle andere.
Het huisje was wat verwaarloosd, dus
misschien was het wel te koop. Uitein-
delijk troffen we de bewoner aan en
informeerden voorzichtig of het wel
eens werd ver huurd. Op een kort en
krachtig ‘nee’ lieten we ons ontvallen
dat we dat jam mer vonden, omdat het
ons zo’n aardig huis leek. Daarop
zwaaide de deur open en werden we uit-
genodigd een kijkje te nemen. De
bouwer-bewoner was architect Gerard
Schouten. Hij vertelde dat ‘de hut’ – zo
noemde hij zijn onderkomen – een voor-
beeld was van zijn filosofie hoe je met
weinig toch een heel plezierige leefom-
geving kunt maken. Hij zette zich af
tegen veel gevestigde namen.
Cees Dam had toen net de Haagse Prix
te P. gekregen, een jaarlijkse ‘prijs’ die
architectonische wanprestaties aan de
kaak stelt.
Ik vertelde dat ik als jurylid oordeelde
dat met name de manier waarop het
gebouw op zijn plek stond een waar-
schuwing waard was. Schouten vond
dat volkomen terecht. We waren altijd
welkom bij Gerard Schouten en moch-
ten er zelfs logeren. Zijn advies was om
met jezelf de afspraak te maken op
gezette tijden afstand te nemen. Zo was
hij zelf ook op Vlieland terecht geko-
men. Dat advies hebben we ter harte
genomen. Schouten was toen al in de
zeventig. Hij was een echte architect die
nog steeds alles volgde, overal zijn
mening over had en zelfs met mij nog
wel eens wat wilde ontwerpen. Hij was
ondanks wijzigingen in het oorspronke-
lijke ontwerp trots op de Ludgerkerk die
hij in Lichtenvoorde had gebouwd en we
namen ons voor die samen eens te gaan
bekijken. Maar toen hij overleed was het
daarvan nog niet gekomen.
Enige tijd later kreeg ik een krantenarti-
kel toegestuurd, waarin de burgemees-
ter van Lichtenvoorde aankondigde dat
de kerk gesloopt zou worden. Wilde ik
de kerk nog zien dan moest ik me dus
haasten. Er werd een afspraak gemaakt
met de zoon Raph Schouten en op een
zondag zijn we er wezen kijken. Ik
raakte onder de indruk van de puurheid.
Rond 1970 zijn er in Nederland weinig
inspi rerende gebouwen gerealiseerd
waar je warm van wordt. De Ludgerkerk
heeft een ontwapenende directheid:
met on orthodoxe middelen, eiken plan-
ken en eenvoudige stalen spanten, is
een ambiance gemaakt, die niet meer
pretendeert dan het is. De architectuur
van de kerkt focuste precies de aan-
dacht op waar dat nodig was. Deze
waardering riep het gevoel op dat het
zonde zou zijn als deze kerk moest ver-
dwijnen. Als architect gebeurt er dan
iets in je hoofd, waardoor je iets gaat
verzinnen. In vergelijkbare gevallen ga
je je bijna altijd afvragen wat je met het
object kunt aanvangen. Je brengt bij-
voorbeeld in een kerk huizen onder, of
een bibliotheek. Er zijn functies te
bedenken, denk aan een expositie-
ruimte voor beelden binnen en buiten,
die er prachtig hadden gekund. Andere
functies, een supermarkt of een auto-
showroom, kunnen natuurlijk absoluut
niet. De kerk moest wel een bepaalde
hoeveelheid geld opbrengen, omdat de
parochie dat nodig had voor het onder-
houd van de neogotische kerk in het
centrum. Op een gegeven moment
kreeg ik het idee om niet de kerk vol te
bouwen met woningen, maar juist de
ruimte van de kerk vrij te houden en te
onderzoeken of je de ruimte tussen de
omringende muur en de gevel van de
kerk niet zou kunnen benutten. Grote
voordeel was dat de vroegere plek van
samenkomst van de gemeente
wederom een plek van samenkomst
wordt, een pleintje voor bewoners. Dat
idee is verder uitgewerkt. Uitgangspunt
daarbij was dat op een of andere manier
het zicht op de muur, dat de kerk zo bij-
zonder maakte, behouden moest blij-
ven. Dat is de reden waarom we daar
geen rijtjeshuizen hebben gemaakt,
maar als het ware losstaande wonin-
gen, waar de doorkijk even groot is als
de blokkade. Het is zeker minder trans-
parant als het was, maar door serres
aan te brengen naast de woningen,
houd je wel degelijk vanaf het plein voe-
ling met de muur. Door de beperking die
we ons opgelegd hebben is er een heel
bijzondere woning ontstaan, half serre
en half huis. Het gevolg is dat wat
binnen was nu buiten geworden is en
wat buiten was nu binnen. De voorma-
lige kerkruimte is de voorzijde van de
woningen geworden en als je in de serre
terugkijkt zie je de oude buitenkant van
de kerk.”
de ‘hut’ van Gerard
Schouten op Vlieland
16
Van Ludgerkerk
naar Ludgerhof:
binnen wordt buiten
en buiten wordt
binnen
18
doorsnede serredoorsnede woning
19
Zoals uit zijn eigen woorden blijkt was
Schouten aan de ene kant trots op de
kerk, maar hij was ook teleurgesteld,
want hij had veel meer gewild. Hij
wilde een kerk die totaal anders was
dan gebruikelijk. Hij vond de natuur
de mooiste ruimte om tot jezelf te
komen en in gesprek met het hogere
te raken. Er is, zei hij, eigenlijk geen
mooiere kerk dan een duinpan met
jagende luchten en vogels. Een plek
om samen te komen, een tuin met
een mooie muur erom, meer had je in
zijn ogen niet nodig. Maar een kerk
zonder dak ging wel erg ver. We zijn
nu eenmaal in Nederland, dus het
parochiebestuur vond een dak toch
wel het minste. Schouten wilde
zoveel mogelijk vasthouden aan het
idee van openheid. In zijn plan zijn in
de wanden luiken aangebracht die als
een soort kanonsluiken naar buiten
uithingen en waar vogels op konden
landen. Naar binnen konden de luiken
neerklappen, waardoor er vogels
door de kerk konden vliegen. Op de
oorspronkelijke tekening prijkt er op
het dak een grote schaal, waarin het
regenwater werd opgevangen, dat
langs een ketting naar de doopvont
vloeide. Maar tijdens de bouw werd
de pastoor, waar hij een heel goed
contact mee had, wegens ziekte ver
vangen voor iemand anders, die een
aantal van Schoutens voorstellen niet
accepteerde en die dus zijn gesneu
veld. De schaal op het dak en de ket
ting met water zijn er niet gekomen.
Er was wel een monumentale plaats
voor een doopvont, waar je van
boven op de doopplechtigheid kon
kijken. Schoutens uitlating dat zijn
kerk ‘totaal mislukt’ zou zijn, is echter
sterk overtrokken.
De luiken en ook de plek van de doop
vont zijn nu nog steeds te zien. Er
wordt zelfs een poging gedaan de
steen te achterhalen die er ooit
gestaan moet hebben. Ook de plaats
van het koor is op het plein zichtbaar
gebleven. Natuurlijk is er ook veel ver
dwenen, maar mensen die in Lichten
voorde wonen, gewoond of gekerkt
hebben vinden niet dat de kerk totaal
verdwenen is. Hij is in zekere zin zelfs
bijna manifester geworden. Er wordt
getoond dat het de moeite waard was
de footprint van de kerk op de kaart
te houden. De herinneringen aan de
kerk blijven op die manier verbonden
met de plek zelf. Er wonen nu mensen
met heel uiteenlopende drijfveren,
namelijk zowel vanwege de bekoring
van de plek, als vanwege de uitzon
derlijke huizen die er zijn gekomen en
die ontegenzeggelijk een verrijking
zijn van het aanbod in Lichtenvoorde.
Maar dit ging niet vanzelf.
22
plattegrond
Ludgerhof
23
24
25
“Hoe goed een idee ook is, dat wil niet
zeggen dat het ook tot uitvoering komt.
Ik heb contact met burgemeester Van
Rijckevorsel gezocht. Hij stond niet te
trappelen, want hij was al twee jaar
lang geconfronteerd met mooie, maar
onhaalbare ideeën. Voor hem was het
eigenlijk over. Het kerkbestuur bood
de te slopen kerk aan tegen de grond-
waarde. Toch heb ik hem zover weten
te krijgen om mijn voorstel aan te horen
en toen werd hij vrij snel enthousiast.
Hij op zijn beurt heeft het kerkbestuur
overgehaald het verhaal aan te horen en
dat werd ook enthousiast. Het bestuur
was bereid een optie te geven van een
half jaar, waarin het plan uitgewerkt
zou kunnen worden en aangetoond dat
de beoogde opbrengst gegenereerd kon
worden. Wij verzeilden toen in een wat
onwennige situatie: we werden eigenlijk
projectontwikkelaar. Dat is als volgt op -
gelost. Gerard Schouten had een stich-
ting in het leven geroepen. Doel van de
Stichting Heelweg is ‘te komen tot een
nieuwe vorm van bouwen als voorbeeld-
functie van samenleving’. Schouten
heeft veel woningbouw gerealiseerd
met name in het oosten van het land.
Hij vond het belangrijk dat er mét elkaar
gewoond werd. In de jaren zeventig was
dat aan de orde. Hij heeft onder andere
destijds op De Kleine Aarde de zoge-
noemde Piramidewoning gemaakt.
Hij vond dat iedere doorsnee stadsuit-
breiding een pleintje verdiende met zo’n
Piramide. Dat moest een plek zijn waar
de gemeenschapszin tot uitdrukking
kwam, waar je twee keer in de week kon
eten. De Stichting Heelweg leidde na zijn
dood een sluimerend bestaan en ik heb
toen de vraag voorgelegd of de stichting
geïnteresseerd was in het transformeren
van de kerk. Het bestuur vond dat steun
waard, temeer omdat de woningen iets
gemeenschappelijks kregen, namelijk
het ‘kerkplein’. Stichting Heelweg heeft
het opdrachtgeverschap op zich geno-
men. Nadat het plan uitontwikkeld was
hebben we een aanbesteding gehouden
onder een tiental plaatselijke aannemers.
Drie daarvan hadden een bod dat vol-
doende was om de kerk te kopen en ver-
plichtten zich om het plan dat er lag ten
uitvoer te brengen. Uiteindelijk zijn we
met WBC in zee gegaan. Dat bleek een
gelukkige greep: we kregen een con-
structieve partij aan tafel die in feite de
opdrachtgeversrol overnam, aangezien
het bedrijf het risico van de verkoop van
de woningen droeg. WBC heeft er alles
aan gedaan om het plan op een verant-
woorde manier uit te voeren. De rol van
morele opdrachtgever is Stichting Heel-
weg blijven vervullen.
In de kerk stond een sacristie die we als
een bijzonder gebouwtje op het plein
wilden laten staan en een passende
functie geven, vergelijkbaar met de Pira-
mide, waar je terecht kunt als je hulp
nodig hebt. Dat paste perfect in de doel-
stelling van de stichting. Uiteindelijk
hebben we het idee voor de sacristie los
moeten laten omdat niet duidelijk was
wat er precies in zou kunnen komen en
de naastliggende woningen daardoor
onverkoopbaar bleken. Wel hebben we
de footprint van de sacristie bewaard.
Hij staat er nu als een gestileerde ruïne
met muren van een meter hoog en fun-
geert als een speelplaatsje met bankjes
en dergelijke.
Ook is er de cirkel van de plaats waar de
doopvont heeft gestaan zichtbaar.
Er was inmiddels wel contact gelegd
met de Stichting Prisma, die zich bezig-
houdt met de begeleiding van ernstige
zieken, met name ook kinderen. Uitein-
delijk heeft de Stichting Heelweg een
woning aangekocht binnen het plan
waar de Stichting Prisma gebruik van
kan maken. Daar had geen van de
kopers moeite mee, integendeel. Dus de
cirkel sluit zich.”
Footprint van de
sacristie met de cirkel
van de plek waarin de
doopfont stond
26
27
Als je er nu komt betreed je niet zo
maar een pleintje waaraan woningen
liggen. Het heeft iets bijzonders, je
moet voor je gevoel een beetje buk
ken om de lage poort door te gaan.
De opgetilde wand met daaronder de
rij kolommen is in zijn volle breedte
aanwezig. Het moment dat je van
de voorhof de eigenlijke kerkruimte
inloopt, moet je voor je gevoel nog
een keer bukken. Dan overzie je het
plein met de overblijfselen van de
sacristie en de versteende plek van
het koor. De grote zeggingskracht
daarvan is gebleven. Door de ramen
aan de pleinkant klein te houden is
de wand intact gebleven.
28
29
30
woonwerk woning
big family woning
LAT woning
31
Door de doelen die de architect zich
heeft gesteld – transparantie en blij
vend zicht op de muur – is er een type
woning ontstaan dat smal en lang
gerekt is. Het stramien van de staal
constructie is ongeveer vier meter en
die maat keert terug in de woningen.
Het huis is een compacte, vrij diepe
cel, maar door de serre is de werking
nergens benepen, omdat het van drie
kanten licht krijgt. Juist door die be
perking is het een bijzonder huis ge
worden dat in de verdere uitwerking
vele mogelijkheden bleek te hebben.
De lichttoetreding van de woning
wordt via de serre geregeld, waardoor
de lichtinval door de voorgevel van
betrekkelijk belang is. Daardoor zul len
de bomen niet het gevaar lopen door
de bewoners weggekeken te worden.
De plek van de kerk was ingegroeid en
die groene plek in het dorp kan zo blij
ven. Er staan mooie acacia’s die als
ze in blad zitten de huizen donker had
den gemaakt in het geval ze alleen
van de voor en achterkant licht had
den ge kregen. Het kiezen van die
transparantie had dus het belangrijke
gevolg dat de bomen gespaard kon den
wor den. Door die zijdelingse lichttoe
treding is er gekozen voor een
woningtype waarbij op de begane
grond, gekoppeld aan de serre, allerlei
gebruik mogelijk is. Je kunt er een
bedrijfsruimte maken, een atelier,
een logeer afdeling die losstaat van de
rest van de woning. Er zou zelfs
iemand in kun nen wonen, die de
eerste verdieping deelt met de andere
bewoners. Op die manier kun je er je
oude vader of moeder huisvesten,
zonder dat het een grote inbreuk op
het gezinsleven is. Door het eigenlijke
wonen op de eerste verdieping te leg
gen en de buitenruimte aan de woon
kamer op de hoogte van de muur te
houden is de kans dat de muur aange
tast wordt ook veel kleiner geworden.
Er is kortom gekozen voor een type
bewoning waarbij dankzij de transpa
rantie én de bomen én de muur
konden blijven staan.
Je kunt als starter een heel apart huis
kopen met veel buitenruimte ernaast,
maar je kunt ook het wonen als het
ware laten ‘indringen’ in de serre. Alle
varianten die je kunt bedenken zijn in
de verkoop meegegeven en die zijn er
ook gekomen: geen vloer in de serre,
één vloer, twee vloeren, al dan niet
dichtgezet, waardoor er een klima
tologische koppeling tot stand komt
met het huis. Zelfs de trap is soms
ge draaid. Dat zijn allemaal mogelijk
heden om de woning tot de jouwe te
maken. Het zijn moderne huizen waar
veel in kan, terwijl ze ook een histori
sche gelaagdheid hebben. Wat is de
reden dat er moderne vormen, mate
rialen en kleuren zijn toegepast?
“We hebben ook aan mooie gemetselde
doosjes gedacht en dat had heel goed
gekund. In dat geval had je evengoed
een zekere strakheid moeten nastreven
en niet het ruwe van de geborstelde
muur herhalen. Maar bakstenen schei-
dingsmuren leverden toch veel dikkere
wanden op. Vanwege het keurslijf van
vier meter was het zaak daar niet teveel
van verloren te laten gaan door de con-
structie. Er is daarom gekozen voor een
abstractere wereld tussen de rustieke
eikenhouten wanden en even rustieke
muur, tevens vanuit de gedachte dat
het afleesbaar moet zijn dat er iets
nieuws tussen is gezet.”
32
gebruiksmogelijk
heden serre vlnr:
patio geheel te
openen, twee
extra vloeren met
klimaatscheiding,
één extra vloer als
binnenterras
33
34
35
36
37
”De Ludgerkerk was in Lichtenvoorde
een vreemde eend in de bijt en de Lud-
gerhof is dat gebleven. De eigenheid van
de plek is gebleven.
De keuze van deze materialisering is
ook ingegeven door de overweging dat
je liever niet tegen een sombere bakste-
nen zijmuur van de buren aankijkt. De
wand is nu heel licht en is ‘jouw wand’
ge wor den. De helderheid van de huizen
is enorm gebaat bij deze keuze. Het
stucwerk van de buitenwanden is veel
donkerder dan van de binnenwanden.
Het zijn heel heldere woningen, maar je
kunt je er ook terugtrekken in een ‘sche-
mergebied’. Door de kleine raampjes
aan de pleinkant is er een gradiënt van
licht in de huizen. Wanneer het licht aan
de balkonzijde gedempt wordt door het
gebladerte van de bomen wordt het huis,
maar niet de serre, donkerder en opent
het huis nog meer op de serre.
Doordat we moderne materialen ge -
kozen hebben verdient het groen nog
verrijkt te worden. Copijn Tuin- en Land-
schapsarchitecten heeft een groenplan
ontworpen. Op de balkons staan grote
plantenbakken, die de bewoners zelf
kunnen inrichten. Vanuit elke patio
groeit bijvoorbeeld een blauwe regen die
reikt tot aan en over de randen van het
balkon. Daarmee haal je de be groeide
aanblik van de Ludgerkerk terug. Oor-
spronkelijk wilde Schouten ook de
natuur in de kerk halen. Dat is niet
gehaald.
Nu willen we op vier plekken een ranke
steunconstructie aanbrengen en daar
volwassen blauwe regen in vlechten die
de twee spanten, die vanwege de ver-
eiste stabiliteit gehandhaafd zijn, tot
dragers van groen maken. Hierdoor
wordt het plein minder steenachtig.”
38
39
40
41
Jutten
Gerard Schouten ging er prat op dat
zijn ‘hut’ zo weinig gekost had en
opgetrokken is met de materialen van
Vlieland. In die tijd spoelde er nog vrij
veel hout aan. En met dat juthout
kwam hij een heel eind. In het huisje
bevindt zich geen balklaag die de
vloer draagt, maar gewoon rondhout
zonder ravelingen. Hij heeft de spar
retjes van de middenkern naar de bui
tenwand gelegd en die stammetjes
steken uit en dragen weer de omloop.
Iets soortgelijks heeft Atelier PRO met
de Ludgerkerk gedaan. Wat er voor
handen was is zo economisch moge
lijk opnieuw gebruikt.
De woning is in het hele scala dat op
de markt is heel speciaal in termen
van het individuele huis, maar ook
doordat je met elkaar aan een pleintje
woont. Ook als je niet thuis bent komt
de postbestelling via één van de buren
zeker aan. Het gemeenschappelijke
dat in Nederland verloren dreigt te
gaan, is hier onmiskenbaar aanwezig.
Je kunt natuurlijk de vraag stellen of je
daarvoor perse een kerk nodig hebt.
Vinex, een verzamelbegrip voor de
forse stadsuitbreidingen vastgelegd
in de Vierde Nota Ruimtelijke Orde
ning Extra, is inmiddels een beladen
woord geworden omdat er helemaal
geen voorzieningen in zijn opgeno
men. Een paar momenten van anders
wonen – laat staan andere functies –
hadden een grote betekenis kunnen
hebben als oriëntatiepunten in de
nieuwe huizenzeeën.
Een tweede vraag is of je met dit con
cept op andere plekken aan de slag
zou kunnen. Op veel plekken niet aan
gezien zo’n ruime ommuurde kerkhof
nauwelijks voorkomt. Maar soms doen
zich wel degelijk gelegenheden voor
waar je in navolging van dit iets soort
gelijks zou kunnen doen. Beperkingen
leveren immers vaak karakteristieke
oplossingen op. Met een schone lei
weten maar weinig ontwerpers goed
om te gaan. In die zin kan de Ludger
hof opgevat worden als een manifest,
dat probeert het oog te openen voor
verborgen mogelijkheden.
adres
Ludgerhof 1 t/m 16,
Lichtenvoorde
ontwerp/bouwperiode
20012004
opdrachtgever
Stichting Heelweg/ WBC projecten, Winterswijk
architect
Atelier PRO architekten
(Hans van Beek ism Annemiek Braspenning en
Dorte Kristensen)
hoofdaannemer
WBC aannemersbedrijf bv, Winterswijk
Colofon
Deze uitgave is een initiatief van:
Atelier PRO
Stichting Heelweg
WBC aannemersbedrijf
uitgever Atelier PRO
eindredactie Cees Boekraad
fotografie Peter de Ruig,
Atelier PRO
vormgeving Atelier PRO (Joeri van Beek)
i.s.m. Bureau Piet Gerards
druk Drukkerij NIVO, Delft
© Atelier PRO architekten
Den Haag, juli 2005
ISBN 9080955124
NURcode 648
Trots,
Dat zijn wij. Wij, als Stichting Heelweg, hebben mede
mo gen bijdragen de Ludgerkerk een nieuwe toekomst te
geven. Een toekomst van samenleven. Samenleven rond
om een plein waar mensen elkaar ontmoeten. Betekenis
voor elkaar hebben. Met een bijzondere plaats voor de
Stichting Prisma waarin enkele tientallen vrijwilligers kleur
en zin proberen te geven aan het leven van ernstig, chro
nisch zieke mensen en hun naasten.
De Stichting Heelweg heeft als doel bijzondere woning
bouw initiatieven,waarbij collectiviteit en duurzaamheid
centraal staan, te stimuleren. Gerard Schouten, architect,
was de oprichter en stimulator van de stichting. Door een
deel van zijn nalatenschap aan de stichting beschikbaar te
stellen maakte hij het mogelijk concrete initiatieven te
ondersteunen. De tranformatie van de Ludgerkerk, een
van zijn scheppingen, is het eerste concrete resultaat. De
stichting heeft dit mede mogelijk gemaakt door actief deel
te nemen aan het ontwerp en bouwproces. En financieel
te participeren door de aankoop van een woning waarin de
Stichting Prisma actief is.
Trots zijn wij. Vooral door de wijze waarop alle partijen
– ont werper, ontwikkelaar/bouwer, gemeente en bewo
ners – betrokken waren en nog steeds zijn. Als blijk van
waardering werken wij graag mee aan het uitbrengen van
dit boekje.
En zijn ook blij dat u dit aangeboden krijgt.
Het succes van de Ludgerhof smaakt naar meer. Wij doen
daar graag aan mee.
Het bestuur van de Stichting Heelweg
43
van Ludgerkerk tot Ludgerhof
AtelierProvan Ludgerkerk tot Ludgerhof
binnen buiten buiten binnen