40
3 Meer-Historie september 2010 INHOUD Bestuur B. van Groenigen Van de voorzitter .................................................................... 4 B. Klaassen Verslag Excursie naar Bolsward ............................................ 5 J. v.d. Maarl En de winnaar is…................................................................. 6 D. Hoeksema Open monumentendag 2010................................................... 7 F. Ossewaarde Nieuws uit de Gemeentelijke Monumentencommissie .......... 8 Museum E. van Melis Wie wat bewaart… .............................................................. 10 Rijsenhout T. Kooij/B. Klaassen Wonen en werken aan de Grote Poellaan ............................ 14 Werkgroep B. Klaassen Speuren in het archief .......................................................... 17 M. Harlaar Damsluis in oude glorie hersteld.......................................... 19 Thema B. Klaassen De Meerkerk: van huiskamer tot boerenschuur ................... 20 Thema H. Stroet Vereniging moskee Ar-Rahman........................................... 23 Thema B. Bos-Burggraaff De stenen kerk in het koren ................................................. 25 Thema J. Tamboer De predikant van Kruisdorp ................................................ 28 Luchtvaart L. de Roo De Fokker FII ....................................................................... 30 Portret H. Zaal-Kerzaan Stuur Jan naar de technische school .................................... 32 Familiebedrijf B. Klaassen IJzerhandel Zwager, een begrip in de polder ....................... 34 Boerderijen J. v.d. Hulst Bewoners van De Dankbaarheid en De Eensgezindheid..... 37 Boerderijen M. van Rijsbergen/ L. Parlevliet-De Groot Van gepilleerd zaad tot suiker.............................................. 39 Ingezonden Reacties van lezers ............................................................... 41 Winkelcentrum Toolenburg vanuit de lucht gezien met op de voorgrond kerkgebouw De Lichtkring van de Protestantse gemeente Hoofddorp. (Luchtfoto: Kees van der Veer)

Meer-Historie

Embed Size (px)

DESCRIPTION

september 2010

Citation preview

3

Meer-Historie september 2010

inHOUd

Bestuur B. van Groenigen Van de voorzitter .................................................................... 4 B. Klaassen Verslag Excursie naar Bolsward ............................................ 5 J. v.d. Maarl En de winnaar is… ................................................................. 6 D. Hoeksema Open monumentendag 2010................................................... 7. F. Ossewaarde Nieuws uit de Gemeentelijke Monumentencommissie .......... 8Museum E. van Melis Wie wat bewaart… .............................................................. 10rijsenhout T. Kooij/B. Klaassen Wonen en werken aan de Grote Poellaan ............................ 14Werkgroep B. Klaassen Speuren in het archief .......................................................... 17. M. Harlaar Damsluis in oude glorie hersteld .......................................... 19thema B. Klaassen De Meerkerk: van huiskamer tot boerenschuur ................... 20thema H. Stroet Vereniging moskee Ar-Rahman........................................... 23thema B. Bos-Burggraaff De stenen kerk in het koren ................................................. 25thema J. Tamboer De predikant van Kruisdorp ................................................ 28Luchtvaart L. de Roo De Fokker FII ....................................................................... 30Portret H. Zaal-Kerzaan Stuur Jan naar de technische school .................................... 32Familiebedrijf B. Klaassen IJzerhandel Zwager, een begrip in de polder ....................... 34Boerderijen J. v.d. Hulst Bewoners van De Dankbaarheid en De Eensgezindheid ..... 37.Boerderijen M. van Rijsbergen/ L. Parlevliet-De Groot Van gepilleerd zaad tot suiker .............................................. 39ingezonden Reacties van lezers ............................................................... 41

Winkelcentrum Toolenburg vanuit de lucht gezien met op de voorgrond kerkgebouw De Lichtkring van de Protestantse gemeente Hoofddorp. (Luchtfoto: Kees van der Veer)

4

Meer-Historie september 2010

Soms werk je aan een nummer waarin van alles lijkt samen te komen. Zo wordt al snel duidelijk dat er in de Haarlemmermeer nogal wat te vieren is op kerkelijk gebied: de Meer-kerk 25 jaar, de opening van de moskee Ar-Rahman, 150 jaar Joannes de Doper in Hoofddorp en dan aandacht

voor de gelijknamige kerk in Buitenkaag. Verder een publicatie die bekroond is met de Cultuurprijs Haar-lemmermeer en de renovatie en feestelijke oplevering van de damsluis in Hoofddorp. In zo’n momentum (ik heb er even geen ander woord voor) is het opval-lend dat de Hoofddorpse Courant kopt: ‘Hoofdvaart-

van de voorzitterDe vorige keer heb ik u al mogen informeren over de genomen besluitvorming om te komen tot de vorming van één bestuur voor de Stichting Historisch Museum Haarlemmermeer en de Stichting Meer-Historie, de zogenaamde Personele Unie. De samensmel-ting van beide besturen is nu een feit en aan mij de eer om u op

deze plek kennis, in alfabetische orde, kennis te laten maken met het nieuwe bestuur:

Hans Esman (secretaris);Bab van Groenigen (voorzitter);Frits Jonkers;Han Klinkspoor (vice-voorzitter);Marianne Koeckhoven;Jan v.d. Maarl;Frank Ossewaarde;Dimph Pullens;Harry van Raak;Peter Roodenburg (vice-voorzitter);Bas Stolk (secretaris)

Zowel Paul Brandes , de beoogde penningmeester van dit bestuur, als Peter Wellhüner - beide lid van het voor-malige bestuur van Historisch Museum Haarlemmer-meer - hebben gemeend van deze gelegenheid gebruik te moeten maken om terug te treden als bestuurslid. Dit ter voorkoming van mogelijke misverstanden

redactiOneeL

BestUUr

overigens in de beste harmonie. Vanaf deze plaats wil ik hen namens het hele bestuur dan ook dankzeggen voor de jarenlange bestuurlijke inspanningen die er door hen zijn verricht ten behoeve van het Historisch Museum Haarlemmermeer. Het spijtige gevolg daarvan is echter wel dat het bestuur thans een vacature heeft voor de functie van penningmeester. Als u meent daarvoor over de tijd en de talenten te beschikken of u kent zo iemand dan verneem ik dat heel graag.

Tijdens de laatste begunstigersavond werd de terechte opmerking gemaakt dat het voormalige bestuur van Meer-Historie alleen maar uit mannen bestond. Zoals u heeft kunnen zien is dit probleem door de samensmelting in één klap opgelost. In de personen van Marianne Koeckhoven en Dimph Pullens zijn er nu twee vrouwelijke bestuursleden. Uit ervaring kan ik u verzekeren dat beide zwaargewichten zijn. Dit om een verkeerde en onterechte indruk te vermijden wel in de figuurlijke zin van het woord.

Als laatste nog even het volgende. In de nieuwe bestuurs-samenstelling is gekozen voor een secretaris die verant-woordelijk is voor het opmaken en verspreiden van de notulen in de persoon van Hans Esman en voor een secretaris die zorg draagt voor de overige secretariële werkzaamheden in de persoon van Bas Stolk.

Bab van Groenigen, [email protected]

kerk krijgt bordje Te Koop’. Als je verder leest, is er (nog) niets aan de hand, maar de cultuurhistorisch georiënteerde lezer is vast gewaarschuwd. Het kan zomaar gebeuren en dat is voor Haarlemmermeer geen onbekend fenomeen. Er verandert dagelijks wel iets; ben je er even niet geweest, staat er ineens een bedrijfs-pand, appartementencomplex of een hotel.

Binnen de redactiecommissie is met ingang van dit nummer ook iets veranderd: we hebben verster-king gekregen. Baukje Bos-Burggraaff meldde zich spontaan en wij zijn verheugd met haar eerste bijdrage. Op P7. stelt zij zich kort voor.

Marcel HarlaarEindredacteur Meer-Historie

5

Meer-Historie september 2010

BestUUrexcursie Meer-Historie naar Bolsward

Het was een goed idee van de organisatoren om dit jaar Friesland te bezoeken. Bolsward is een oude Hanzestad met rijke historie en is één van de bekende elfsteden van Friesland. ruim 170 deel-nemers, verdeeld over 2 zaterdagen (15 en 29 mei) hebben kunnen genieten van een interessante dag in het noorden van ons land.

De reis ging eerst richting Alkmaar. Vandaar reden we langs het Noordhollands Kanaal richting Den Helder. Onderweg zagen we veel bollenvelden. Helaas was op 29 mei alles nagenoeg groen. Bij het Amstel-meer vervolgden we de route over het voormalige eiland Wieringen en via de Afsluitdijk naar Bolsward. We waren precies op tijd bij hotel/restaurant ‘De Groene Weide’ voor de koffie met oranjekoek.

Zoals ieder jaar kregen we daarna, verdeeld in kleinere groepen, een rondleiding door het oude centrum van Bolsward. Informatie over Bolsward hebt u al eerder kunnen lezen in de bijlage van het maartnummer van Meer-Historie. Maar wist u dat Gysbert Japicx (1603-1666), een groot Fries dichter en grondlegger van de Friese letterkunde, en prof. Titus Brandsma (1881–1942), een bekende verzetsheld uit de 2e wereld-oorlog, eveneens uit Bolsward kwamen? Voor beiden is er een museum. We kregen heel veel details te zien en te horen over de geschiedenis van deze stad.

Na de koffietafel kregen we een rondrit door het gebied ten westen van Bolsward. Het is een gebied met veel grasland, koeien, windmolens, kleine dorpen en mooie

vergezichten. De gids vertelde dat kaatsen, een bekende sport in Friesland, razend populair is in de dorpen. De tocht ging langs Witmarsum, bekend van de enige kerkhervormer van Nederlands bodem, de Doops-gezinde prediker Menno Simons (1496-1561) - Arum, een bekend kaatsdorp - Kimswerd, bekend door de vrijheidsstrijder Pier Donia (Greate Pier, hij leefde van 1480-1530) - Zurich - Makkum, bekend om z’n aardewerk - Allingawier, met een mooi museum over Aldfaers Erf, en tenslotte via Exmorra terug naar Bolsward.

Het 2e deel van de middag waren we vrij om te gaan en te staan waar we wilden. De groep van 29 mei, waar m’n vrouw en ik bij waren, kon genieten van een heerlijk zonnetje. Het was gezellig in het centrum van Bolsward. De terrasjes waren goed bezet. In de ruïne van de Broerekerk konden we meegenieten van klas-sieke muziek die daar gespeeld werd door een groepje jongelui. Andere mensen van onze groep hebben kunnen genieten van koorzang in de Sint Maartens-kerk. Al met al was het goed toeven in Bolsward.

Helaas werden we om 16.20 uur weer bij de bussen terugverwacht voor de terugtocht naar Hoofddorp. Op de Afsluitdijk zijn we twee keer van de weg afge-gaan om een blik te werpen op de Waddenzee. Precies om 18.00 uur kwamen we weer in Hoofddorp aan. Helaas moesten we toen in de stromende regen afscheid van elkaar nemen.

Met dank aan onze voortreffelijke gidsen in de bus, Frans Janssens en Dirk Hoeksema, die ons onderweg van veel informatie hebben voorzien.

Barend Klaassen

Deskundige uitleg tijdens de stadswandeling inBolsward door stadsgids Aukje Flagsma. (foto: Pieter Smit)

Concert in de Broerekerk te Bolsward. (foto: Barend Klaassen)

6

Meer-Historie september 2010

BestUUr‘vijf halen vier betalen’Toen oud-bestuurslid Geert Deddens mij de winnaars doorgaf van het 3e kwartaal vertelde hij dat dhr. en mevr. J. Blom 4 nieuwe begunstigers hadden aan-gebracht. Ik kreeg ter plekke een acquisitie idee: 4 nieuwe begunstigers - - - de 5e gratis. Met andere woorden als u dit kwartaal in totaal 5 nieuwe begun-stigers aanbrengt mag u zelf bepalen wie van de 5e gratis 1 jaar begunstiger is – met het daarbij behorende eenmalig jaarabonnement op ons blad. Hoewel het ‘lidmaatschap’ voor Meer-Historie zeer goedkoop is zijn er altijd mensen voor wie dat toch een heel bedrag blijft.

Jan v.d. Maarl

en de winnaar is…Dit afgelopen kwartaal hebben Jan en Gerda Blom-Hekkenberg hun sporen verdiend bij Meer-Historie. Zij zijn al tien jaar begunstiger en… erg enthousiast, hebben ze nu vier begunstigers geworven. Reden genoeg om hen, zoals de actie van de gele brief beoogt, op 7. augustus in de Witte Boerderij te verrassen met een cadeaubon, boekjes en een mooi boeket bloemen.

Jan, geboren in 1948 in Zwanenburg op de in 1937. gebouwde boerderij De Palmahoeve aan de IJweg. Zijn ouders Cornelis Blom en Marij Stokman kregen 9 kinderen: drie meisjes en zes jongens. Jan is de jongste.Een van de buren was Arie ‘De kwartjesboer’ Gehrels. Die had zijn bijnaam te danken aan het feit dat hij aan alle dagloners, of ze nu de gehele dag of maar een paar uurtjes hadden gewerkt, gewoon een kwartje uitbetaalde. Jan bezocht de school aan de Lijnden. Hoofd van de school was Meester Post, mede kerkenraadslid en bankdirecteur. Het speelkwartier duurde wel eens wat

langer, want dan had Meester Post financiële dingen af te handelen. Jan ging later naar de katholieke ambachts-school in Haarlem. Kwam daar na drie jaar af met een diploma en een timmerkist en begon zijn eerste baan bij Vaandering in Zwanenburg.

Gerda woonde in Koog a/d Zaan, had twee jaar ULO en twee jaar huishoudschool. Ging in Utrecht bij de nonnen, de Zusters Augustinessen, een cursus kinder-verzorging doen onder het motto ‘Geef een jaar van je leven’ en kreeg dus alleen zakgeld en kost en inwo-ning. Gerda deed verder een opleiding van het Wit-Gele Kruis in Baarn en Zaandam tot kraamverzorgster. Jan leerde in 1966 Gerda Hekkenberg kennen. In 1969 trouwden ze en kregen een zoon en een dochter. Na zes jaar in Badhoevedorp gewoond te hebben verhuisden zij naar Hoofddorp. De familie breidde zich uit met vijf kleinkinderen.

Jan werd onder meer uitvoerder/bedrijfsleider bij Badhoeve- Bouw, opzichter bij beleggingsmaatschappij ABC Vastgoed en B.N.G.- Nieuwbouw. Doet voor Meer-Historie vrijwilligerswerk in de werkgroep Restauratie op de boerderij Schapenburg aan de Spieringweg. Verricht daarbuiten onderhoudswerk bij Hospice Bardo en begeleidt, samen met Gerda, patiënten in het Spaarneziekenhuis bij de dienst Geestelijke Verzorging Gerda deed aan scouting, maar heeft ook gewerkt als acti-viteitenbegeleidster aan de Hartenkamp in Bennebroek. Zij heeft daar o.a. de bakkerijgroep De Raak opgericht. Jan was zogeheten ‘bouwpastoor’ bij de bouw van het scoutinggebouw van de Paula Geertsgroep.

Op de vraag wat de beweegreden was begunstiger te worden van Meer-Historie, is het antwoord: ‘Het heeft te maken met gevoelswaarde; betrokkenheid met je

leefomgeving, interesse in – en de intentie om te behouden – wat er was en te laten zien waar we alles aan te danken hebben. Dat willen we graag uitdragen aan anderen.’ Met deze mooie inspirerende woorden werd deze gezellige ochtend in de boerderij afgesloten. Wie volgt?

A. Harlaar

Als aandrager van het idee van Jan v.d. Maarl kregen dhr. en mevr. Blom uit handen van Anneke Harlaar buiten de ‘gewone’ cadeaubon tevens een bon voor iemand die zij alsnog gratis 1 jaar begunstiger van Meer-Historie kunnen maken.

7

Meer-Historie september 2010

nieuwe begunstigersMevr. C.M. de Bree HoofddorpHr. R. de Groot HoofddorpHr. D.E. Elderhuis HoofddorpHr. W.C. Wijte Nieuw-VennepMw. B. Bos-Burggraaff HoofddorpHr. C. Krietemeijer HoofddorpFam. H. Nieuwenhuis HoofddorpHr. D. Bominaar Nieuw-VennepFam. Slobbe Nieuw-VennepHr. B.W. Demkes Nieuw-VennepHr. E. Hoogendam Apeldoorn

HR. S.W. Mulder Nieuw-VennepHr. P.J. Gorter HoofddorpHr. J.J. Slinger UithoornMw. T. van Steijn-Blom De ZilkFam. J.I. Blom ZwanenburgFa. A. Blom LijndenFam. N.W. Blom Californie (VS)Fam. Fleminks HoofddorpFam. C.G. van Hoorn BadhoevedorpMw. H.M. van Veen-van Tienderen Aalsmeer

Open Monumentendag 2010 Op zaterdag 11 september is het weer Open Monumentendag, maar sommige monumenten zijn ook op zondag 12 september open.

Open MonumentenDag 2010 staat in het teken van de negentiende eeuw. Een eeuw met twee gezichten: dat van de technologische vernieuwing van de industriële revolutie enerzijds, en dat van het teruggrijpen naar eerdere bouwstijlen anderzijds. Een combinatie die heel wat verrassende monumenten heeft opgeleverd en waar van het gemaal de ‘Cruquius’ een mooi voorbeeld is. Diverse monumenten, waaronder forten van de Stelling van Amsterdam, verschillende kerken in Hoofddorp en Lijnden en verschillende musea zijn open. Meer infor-matie hierover op de websites van meerhistorie.nl en openmonumentendag.nl. In de Witte Boerderij maken we een fototentoonstelling van typisch negentiende-eeuwse verschijnselen die op of bij gebouwen in de Haarlemmermeer te vinden zijn. Er zijn verschillende fietstochten langs monumenten in en buiten de Haarlem-mermeer en er is een fietstocht langs boerderijen in de zuidelijke Haarlemmermeer. Deze zijn verkrijgbaar in de Witte Boerderij, Hoofdweg 7.43, 2131 MA Hoofddorp.

Dirk Hoeksema

nieuw in de redactiecommissie

Sinds deze zomer zit ik bij de redactiecommissie van Meer-Historie om over de rijke geschiedenis van de Haarlemmermeer te schrijven. Ruim vier jaar geleden kwam ik in Hoofddorp wonen en las in geleende boeken van de bibliotheek over de drooglegging van de polder en de pioniers, die hier een bestaan probeerden op te bouwen. Ook leerde ik de polder kennen door op zondagmiddagen op de fiets te stappen en mooie fiets-tochten te maken: over de prachtige Geniedijk, langs indrukwekkende forten en imposante boerderijen. Ik ben een ‘Friesinne om útens’, groeide in Friesland op, maar voordat ik naar Hoofddorp kwam, woonde ik vele jaren in Amsterdam om na een studie journa-listiek geschiedenis te studeren aan de universiteit. Ik werk nog steeds in Amsterdam bij Kerk in Mokum, het blad van de Protestantse Kerk Amsterdam. Mijn eerste opdracht voor Meer-Historie betrof het schrijven van een artikel over de Rooms Katholieke Kerk in Buiten-kaag. Het resultaat kunt u lezen op pagina 25.

Baukje Bos-Burggraaff

8

Meer-Historie september 2010

BestUUrBestUUrnieuws uit de monumentencommissie

sinds 2004 heeft Meer-Historie een kwaliteitszetel in de gemeentelijke monumentencommissie. Frank Ossewaarde geeft als voorzitter inzicht in nieuwe ontwikkelingen en wetenswaardigheden.

Een heel bijzondere categorie beschermde monumenten is het militair erfgoed. In Nederland zijn 46 militaire linies of stellingen beschermd volgens de monumen-tenwet. Een daarvan is de Stel-ling van Amsterdam. De Stel-ling van Amsterdam is een 135 km lange verdedigingskring rond Amsterdam. De Stelling is groten-

deels tussen 1885 en 1914 gebouwd door het toenma-lige ministerie van Oorlog. De Stelling was bedoeld om Amsterdam te verdedigen, onder andere door het inun-deren van het omliggende land. Die functie heeft de stelling echter nooit vervuld. Het bestaansrecht van de Stelling werd ingehaald door de opkomst van het vlieg-tuig. De Stelling is nooit gebruikt en bleef onaangetast liggen. De meeste forten zijn in 1951 buiten gebruik gesteld. Fort IJmuiden was door het intrekken van de Kringenwet in 1963 de laatste.

De Stelling van Amsterdam is goed bewaard gebleven. Vrijwel nergens zijn de schootsvelden volgebouwd. Alleen rond het fort van Hoofddorp is meer dan 50% bebouwd. De Stelling is zo uniek dat hij zelfs de status heeft van Unesco cultuurmonument. Daarvan zijn er wereldwijd op dit moment 7.04, waarvan er (met inbe-grip van de Antillen) acht in Nederland liggen: het voormalige eiland Schokland, Willemstad, de molens te Kinderdijk, het Woudagemaal, droogmakerij De Beemster, het Rietveld-Schroder huis en sinds kort ook de grach-tengordel van Amsterdam. En dus de Stelling van Amsterdam.

Het feit dat de Stelling deel uitmaakt van de werelderfgoed-lijst brengt eisen met zich mee. Als daar niet aan wordt voldaan wordt schrapt de Unesco het erfgoed net zo makkelijk weer van de lijst. Dat heeft de stad Dresden vorig jaar ondervonden. De plannen voor de bouw van de vierbaans Wald-schlossenbrug over de Elbe waren

reden om de Elbevallei van de werelderfgoedlijst te schrappen. Ook Sint Petersburg dreigt van de lijst te worden geschrapt als het stadsbestuur weigert af te zien van de bouw van een vierhonderd meter hoge kantoor-toren dichtbij het stadscentrum.

Wil de Stelling van Amsterdam op de lijst blijven, dan is dus aandacht voor behoud en beheer geboden. Daar-voor is de provincie Noord-Holland verantwoordelijk. De Stelling is zeer omvangrijk. De Stelling omvat 3 tot 5 km brede onderwaterzettingen (inundaties), 36 forten, twee kustforten, twee vestingen, drie batterijen en twee kustbatterijen. Daarnaast zijn er nog veel meer inlaatsluizen, nevenbatterijen en magazijnen.

Een deel van de Stelling ligt in Haarlemmermeer. Dit deel omvat vele belangwekkende onderdelen van de Stelling, zoals fort en schutsluis te Aalsmeer, de forten te Vijfhuizen, Hoofddorp en De Liede, de batterijen aan de IJweg en de Sloterweg (Rijnlanderweg) en de kaze-matten aan de Slotertocht.

De gemeente Haarlemmermeer is in het verleden niet altijd even zorgvuldig met de Stelling omgegaan. Denk maar aan de vele doorgangen die door de dijk zijn gemaakt om vrij baan te geven aan wegen en fietspaden. Ook op dit moment is dat weer het geval nu de rijksweg A4 wordt verbreed en er nieuwe op- en afritten worden aangelegd voor de ontsluiting van het toekomstige bedrijventerrein ACT tussen Hoofddorp

F. Ossewaarde

Overzicht Stelling van Amsterdam, objecten in Haarlemmermeer

9

Meer-Historie september 2010

BestUUr

Met enkele andere onderdelen van de Stelling van Amsterdam in onze gemeente gaat het gelukkig beter. De zgn. voorpositie in Cruquius, een aantal scherfvrije betonnen onderkomens aan de zuidzijde van het fort Vijfhuizen, bedoeld om terugtrekkende militairen te kunnen opnemen, is enkele jaren geleden gerestau-reerd. En dat is nu ook gebeurd met de Damsluis in de Hoofdvaart te Hoofddorp. In 2004 heeft het minis-terie van Verkeer en Waterstaat deze sluis in beheer en onderhoud overgedragen aan de gemeente Haarlem-mermeer. De uit 1893 daterende sluis moest echter fors worden gerenoveerd. Het herstel vergde 2 miljoen euro. Maar het resultaat mag er zijn. Op 2 juli jongstleden

heeft wethouder Van Dijk de ople-veringshandeling voor de renovatie verricht. De sluis kan er nu weer 100 jaar tegen aan.

Samen met het fort te Hoofddorp, dat door de schietvereniging Buiten-veldert die er gebruik van maakt, af en toe op zondag wordt opengesteld voor het publiek, is Haarlemmermeer daarmee weer een monumentale attractie rijker.

Frank Ossewaarde

BestUUr

en Aalsmeerderbrug. Helaas heeft dat o.a. geleid tot de verwijdering van de damsluis in de Slotertocht. Deze ligt direct naast de Geniedijk ten oosten van de A4.

Het sluisje was ooit bedoeld om de inundatie van het zuidelijk deel van de Haarlemmer- meerpolder in stand te kunnen houden. Eerst was het de bedoeling het sluisje te verplaatsen, maar het bleek in zo slechte staat te zijn dat dat onmogelijk was. Daarop hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Holland - de bevoegde instantie voor de handhaving van het provin-ciale monument – toestemming verleend om het sluisje te verwijderen.

De Damsluis in de Slotertocht in de Geniedijk, A4 oostzijde

De gerenoveerde damsluis in de Hoofdvaart te Hoofddorp

10

Meer-Historie september 2010

Wie wat bewaart …

… die heeft wat. een waarheid als een koe, en in zekere zin de lijfspreuk van ieder museum. Je kunt dingen bewaren omdat je tot het slag mensen hoort dat niet zo makkelijk iets weggooit. Maar als je dingen bewaart omdat je die mooi of bijzonder vindt, dan is verza-melen al gauw de volgende stap.

Verzamelen is van oudsher een grote hobby van Neder-landers. Het begint vaak al heel jong. Met voetbal-plaatjes, wuppies, beesies en wat al niet meer weten supermarkten en warenhuizen bij kinderen de verza-meldrift aan te wakkeren. Later gaan mensen gericht en heel bewust verzamelen en men verdiept zich dan ook terdege in de postzegels, blikjes, eerste drukexem-plaren, radiolampen of wat dan ook.Ook musea verzamelen. Collectioneren, heet dat dan met een duur woord. Veel musea zijn zelfs ontstaan uit een verzameling van een particulier. Een museum heeft dan ook meer gemeen met de collectie van een particu-liere verzamelaar dan men zou denken. Een beroemde verzamelaar was Peter de Grote (167.2–17.25). Hij legde een collectie aan (een zogenaamde ‘kunstkamer’) van maar liefst twee miljoen items, die hij in een museum onderbracht. Dat is de huidige Hermitage in St. Petersburg. Dichter bij huis zijn soort-gelijke voorbeelden te vinden, want ook in Nederland zijn talloze musea uit privé verzamelingen voortge-komen. Denk aan het Museum Volkenkunde te Leiden, dat is ontstaan uit de verzameling van de ondermeer Philipp Franz von Siebold (17.96 – 1866). Of het Teylers Museum te Haarlem is ontstaan uit de collectie en het vermogen van Pieter Teyler van Hulst (17.02–17.7.8).

Het Haarlemmermeers hart in het Historisch Museum Haarlemmermeer

Kom snel kijken in het Historisch Museum Haarlemmermeer

E. van Melis

Een verzameling (foto: Kees van der Veer)

En zo is de door Meer-Historie verzamelde collectie van voorwerpen van het cultureel erfgoed van Haar-lemmermeer ondergebracht in het Historisch Museum Haarlemmermeer. Die verzameling is de kern van de vaste presentatie in het museum, de presentatie van de geschiedenis van de Haarlemmermeerpolder. Het spreekt vanzelf dat voortdurend aan deze collectie wordt gewerkt, geschaafd, geregistreerd en dat hieruit regelmatig voor nieuwe presentaties wordt geput.Je kunt allerlei voorwerpen verzamelen – en in ons geval ook tentoonstellen. Maar… dachten wij… zou het niet aardig zijn als wij als museum ook eens andere verzamelingen bijeenbrengen en laten zien hoe mensen met hun liefhebberij omgaan?

Dus hebben wij via kranten en Meer Radio-TV verza-melaars opgeroepen om (een deel van) hun verzame-ling in het museum te presenteren. Op die oproepen is enthousiast gereageerd. Veel mensen bleken bereid u via het Historisch Museum een deel van hun dierbare collectie te tonen! Dankzij hen kunt u zien hoe leuk het kan zijn om stropdassen te verzamelen, of knipsels over de Floriade, of edelstenen, en DAF miniaturen en zelfs complete kerststallen. En wat dacht u van varkentjes, houtschaafjes, stieren, neushoorns en Kylie Minogue. Om nog maar te zwijgen van geboortekaartjes, tinnen lepels, loepen, relikwieën en allerhande nostalgie.U vindt het allemaal in de tijdelijke expositie ‘Wie wat bewaart …’. Bij de tentoonstelling hoort een kleine publicatie met detailfoto’s van de dierbare verzame-lingen. Deze publicatie krijgt u gratis mee na uw bezoek aan het museum.

HiP vervolg Vorig jaar kon u lezen dat Meer-Historie/Historisch Museum Haarlemmermeer, Museum de Cruquius en de Openbare Bibliotheek met het archief van de gemeente

Haarlemmermeer en het Noord Hollands archief de handen in elkaar slaan om een Historisch Informatie Punt (HIP) te maken. We zijn nu druk bezig de registratiebestanden van de collecties op een website samen te brengen. In oktober, tijdens de ‘week van de geschiedenis’, gaat het gebeuren! Dan gaat de website toenhaarlemmermeer.nl de lucht in. U kunt thuis, vanuit uw stoel, het antwoord vinden op al uw vragen over de geschiedenis van Haarlem-mermeer.

11

Meer-Historie september 2010

Het Haarlemmermeers hart in het Historisch Museum Haarlemmermeer

Kom snel kijken in het Historisch Museum Haarlemmermeer

- Jan 2011 t Brand Meester! – de Brandweer in Haarlemmermeer’15 juni – 14 oktober t ‘Wie wat bewaart…’September t Boetseerwerken op het marktplein11 en 12 september e MonumentenweekendOktober e Oktober Kennismaand ‘Leve de variatie’16 – 24 oktober e Week van Geschiedenis met o.a. lancering van de website toenhaarlemmermeer.nl30 oktober – 30 januari t Jan reinierse - aquarellen T = tentoonstelling E = evenement

aGenda

adres Museum:Bosweg 17., 2131 LX, Hoofddorp, tel.: 023-5620437., website: www.historisch-museum-haarlemmermeer.nl of mail: [email protected] Openingstijden: dinsdag t/m zondag van 13.00–17..00 uur.Bereikbaarheid per auto: Randweg N201 (volg borden Claus!) Openbaar Vervoer: Lijn 140 Utrecht-Hoofddorp-Haarlem (halte Haarlemmermeerse Bos, Lijn 300 Zuidtangent Haarlem-Weesp (halte Overbos).

BoetseerwerkIn september zal een tentoonstelling te zien zijn van boetseerwerk, tot stand gekomen in samenwerking met Pier K. De boetseerwerken zijn in het museum(!) gemaakt door de cursisten van de boetseercursus. De cursisten hebben eerst een rondleiding gehad en zij hebben zich laten inspireren door de vaste presentatie van het museum - en daarmee natuurlijk ook door de Haarlemmermeerse historie. Het resultaat mag er zijn. Bent u benieuwd? Kom dan de werken bekijken tijdens het Open Monumenten Weekend op 11 en 12 september!

spooky stageDe maatschappelijke stage in het Historisch Museum Haarlemmermeer van leerlingen uit het voortgezet onderwijs was een groot succes. Vier leerlingen hebben

- zeer bevlogen - een korte film gemaakt, compleet met effecten en bloopers, over een spook uit het Haarlem-mermeers verleden. Hoe de spook verdreven wordt kunt u zien op www.historisch-museum-haarlemmer-meer.nl (informatie/links).

FilmportretHet Historisch Museum Haarlemmermeer is heel blij met de mogelijkheid op gezette tijden een uniek film-portret te mogen vertonen van Pieter van der Vlugt, boer in Haarlemmermeer. Pieter van de Vlugt is nu 54 jaar. Een boer in hart en nieren. Geboren en getogen aan de Aalsmeerderweg in Rozenburg, gemeente Haarlemmermeer. In de jaren negentig verkocht zijn familie het land voor de uitbreiding van Schiphol Logistics Park. En eind 2009 verkoopt Pieter zijn boerderij voor de aanleg van de nieuwe N201. Pieter’s buurman Paul Bos praat al een paar jaar met Pieter over dit onontkoombare afscheid. De laatste dagen van Pieter’s vertrek van de boerderij zijn in beeld gebracht. Dit ontroerend portret is gefilmd door Danny Ghosen. We zijn bezig de filmzaal in te richten om de film (speelduur 40 minuten) gemakkelijk te kunnen vertonen. Houd de berichten in de krant in de gaten over de tijdstippen van vertonen.

aquarellenIn het najaar zetten we in het museum kunstwerken van Jan Reijnierse in het zonnetje. Er zijn dan aquarellen te zien van Hollandse polders met prachtige luchten, de Noordzee en de Ringvaart rond Haarlemmermeer.

Elise van Melis,Directeur Historisch Museum Haarlemmermeer

12

Meer-Historie september 2010

beschouwen ons toch graag als een aparte bevolking met eigen karaktertrekken: vanouds altijd werkend, wars van flauwekul en een grote tolerantie tegenover de diversiteit aan godsdiensten.

Kortom toch wel een spannend onderwerp. Het lijkt me leuk als dit boekje niet in boekenkasten verdwijnt maar gebruikt wordt als handleiding om op verkenning te gaan in de boeiende regio Meerlanden en Amstelland. Onze regio.

Henri Stroet

Zwaanshoekse verhalenTien donderdagmid-dagen zijn 14 inwoners van Zwaanshoek aan de Verhalentafel in dorps-huis De Oase aange-schoven. Sybil van Dam heeft een keuze samen-gesteld uit die verhalen en daar een boekje van gemaakt. Op elke linker bladzijde staan foto’s van vroeger, op de rechter de verhalen van de deelnemers. Het is in een korte stijl opgeschreven. Zonder

poespas of omhaal van woorden. In de taal van de bewoners van Zwaanshoek. Het zijn beschrijvingen van de levens van gewone mensen. Over de eenvou-dige geneugten van vroeger. Schaatsen in de winter op het kanaal. Over klein en groot verdriet. De hond Kitty die op een kwade zondag overreden werd door een langsrijdende motor. Kleine Freddie die in het kanaal verdronk. De onderlinge behulpzaamheid. De saam-horigheid. De dorpsfiguren. Zoals mevrouw Vermaat. Een gezellige, hartelijke en dikke vrouw van de oude stempel. De aardige juffrouw van Leeuwen die eigen-lijk te goed was voor deze wereld. Alles mocht en kon bij haar. Over de oorlog. Hoe er eerst in een varkenshok werd lesgegeven nadat de school door de Duitsers in beslag werd genomen. De geheimen die men deelde, over de joden en waar ze verborgen waren. De loop-graven die waren gegraven met camouflage van tabaks-planten. Over dingen die plotseling gebeurden en een heel leven op zijn kop konden zetten. De populatie van Zwaanshoek is intussen drastisch veranderd. Wel is het zo dat steeds meer Zwaanshoeker met hun gezin terugkomen naar het dorpje waar eens hun wieg heeft gestaan of waar ze een groot deel van hun jeugd hebben

Een canon is dat wat mensen van de vaderlandse geschie-denis zouden moeten weten. Hiermee zou de volgens velen gebrekkige histo-rische kennis van de Nederlanders een push kunnen krijgen. De Onder-wijsraad adviseerde de Minister van Onderwijs in 2005

de socialiserende taak van het onderwijs te versterken. Jongeren zouden meer kennis moeten krijgen van hun eigen culturele identiteit en het 'verhaal van Nederland'. Dit zou volgens de raad kunnen door middel van invoe-ring van een canon, omschreven als 'richtsnoer voor de elementen van onze cultuur en geschiedenis die van belang zijn om door te geven aan volgende generaties'.Die canon van Nederland is er ondertussen gekomen. En op initiatief van Cultureel Erfgoed Noord-Holland en de Provincie Noord-Holland staat er nu een reeks canons op de rol over de geschiedenis van een aantal regio’s van Noord- Holland. Die van West-Friesland en de Zaanstreek zijn al klaar, nu is er ook een van de Meerlanden (waaronder Haarlemmermeer) en Amstel-land. Jan Maarten Pekelharing schreef de teksten en een beeldredactie is zorgvuldig te werk gegaan met het zoeken van de meest sprekende afbeeldingen.

Deze regio verenigt gemeenten van verschillende identiteit zoals Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel, Diemen, Uithoorn en Haarlemmermeer. Een commissie van een veertiental mensen is vanaf 2008 regelmatig bij elkaar gekomen om vast te stellen wat de regio gemeen heeft, opdat er een samenhangend verhaal verteld kon worden. Ook de Haarlemmermeer was daarin verte-genwoordig met Elise van Melis en Hans Dolman van het Historisch Museum, Gerald Willink van het Museum Cruquius en ikzelf namens Meer-Historie. De conclusie was dat de regio vooral een veengebied was, veel overstromingen en dijkdoorbraken heeft gekend. Er behoorlijk wat gebieden ingepolderd zijn, een levendige handel was met Amsterdam. Bovendien doorsneden werd de zogeheten Haarlemmermeerspoorlijnen en de linies van de Stelling van Amsterdam.

Al moet je wel zeggen dat er grote onderlinge verschillen waren tussen de verschillende delen van de regio en niemand van de Haarlemmermeerders met trots zal zeggen: ik ben een Meer- en Amstellander. Wij

BOeKencanon van amstelland en de Meerlanden

13

Meer-Historie september 2010

doorgebracht. Een juweeltje, dit boekje over het voor-bije dorpsleven in Zwaanshoek.

Henri Stroet

Sybil van Dam, Dorp aan de Ringvaart, Zwaanshoekse Verhalen. Uitgegeven in eigen beheer. Verkrijgbaar o.a. bij Boekhandel Stevens.

Bekroond met Cultuurprijs Haarlemmermeer!

Fascinerende zoektocht Een oud stoom-treintje maakte op oudejaarsavond 1935 zijn laatste rit tussen Leiden, Hoofd-dorp en Haarlem. Nadat het als een schim in de nacht was verdwenen, uitgewuifd door een verdrietige bevol-king, werden de rails

vaak snel opgeruimd. Verslaggever Wim Wegman ging ruim zeventig jaar later op zoek naar wat er nog in het landschap is terug te vinden van deze 'Haarlemmer-meerlijnen' en deed vele verrassende ontdekkingen. Hij noteerde bovendien de soms grappige, soms verdrietige, vaak opmerkelijke, maar altijd gepassio-neerde verhalen van de bewoners en gebruikers van de overgebleven spoorhuizen in het gebied. Sporen is een rijk geïllustreerd boek met historische foto's, authen-tieke tekeningen en originele kaarten. Een prachtig historisch overzicht. Bekroond met de Cultuurprijs Haarlemmermeer! Bestel nu de herziene, derde druk die is aangevuld met een hoofdstuk over het geheel verbouwde station Rijks-straatweg. En… er is ook een Sporen II in voorbereiding, dat verschijnt in november.ISBN: 97.8-90-7.7.842-04-1, gebonden hardcover, 192 pagina s, uitgever: HDC Media.

tilly’s Huisjes en KruisjesJoke Visser heeft van het werk van Tilly Jepsen een treffend boek gemaakt met als titel ‘Tilly’s huisjes en kruisjes’. Tilly Jepsen – Flohil is bekend van haar prach-tige (en vele!) borduurwerken. Zo is de ‘Merklap van Haarlemmermeer’ van haar hand, het hangt prominent in de hal van het Historisch Museum Haarlemmermeer. Joke Visser heeft de woorden en kruissteken van Tilly in dit boek op een persoonlijke wijze samengebracht, om van te genieten en ook om ideeën op te doen. In het boek passeert het leven van Tilly de revue met haar

gezin, haar jeugd, haar man, haar kinderen en natuurlijk ook haar huis. Zij kon het niet laten aan borduurwed-strijden mee te doen. De resultaten daarvan zijn te zien in dit boek. Daarnaast komen ook verhalen over haar jeugd of over haar oma aan bod. Natuurlijk zijn ook vele merklappen te zien en borduurwerken van bomen en bijvoorbeeld de prachtige dieren uit de Ark van Noach.

Het kleurrijke boek is een feest om te bekijken en is te koop in het museum voor € 15,-

een nieuw boek over nieuw-vennepBegin oktober zal een boek verschijnen over Nieuw-Vennep. Het boek geeft een mooi beeld van het dorp zoals dat zich ontwikkeld heeft vanaf 1945 tot 1985. Ongeveer 180 foto’s in zwart-wit laten niet alleen dorpsge-zichten zien maar

ook bekende personen uit die tijd. Het formaat van het boek is 22 x 22 cm, gebonden in harde kaft met 120 pagina’s. De verkoopprijs bedraagt € 18,50. De auteurs zijn Barend en Piet Klaassen.

150 jaar rooms-katholiek polderlevenDe titel Van Steen-voorden tot Van Lent slaat op de namen van de eerste en de huidige pastoor die 150 jaar parochiale geschie-denis overkoepelen. Het rijk geïllu-streerde boek werd geschreven ter ge- legenheid van de 150e verjaardag van de H. Joannes de Doperkerk in Hoofddorp. De tekst werd geschreven door Edward Koning,

het onderzoek gedaan door Cor Koeckhoven. Het is het zesde deel in een reeks over kerk en parochie. Voor wie meer wil weten over de Rooms-katholieke kerkge-meenschap in Haarlemmermeer die 150 jaar geleden (24 mei 1860) de beschikking kreeg over een eigen kerkgebouw.

Uitgever: Boekwinkel ’t Kruispunt, € 29,50

BOeKen

14

Meer-Historie september 2010

in de Haarlemmermeer is nog een aantal plekken waarover weinig is geschreven. eén van die plekken is de Grote Poellaan ten zuiden van rijsenhout. Het is daarom interessant dat één van de bewoners aan deze oude veldweg het initiatief heeft genomen om een stukje geschiedenis van dit buurtje aan het papier toe te vertrouwen. Hier volgt het verhaal van tjierd Kooij, bewoner van de Grote Poellaan.

Waar komt de naam Grote Poellaan vandaan?De naam is volgens een oud straatnamenboekje vastge-steld op 3 oktober 1930. Grote Poel is een deel van de Westeinderplassen en grenst aan dit gebied. De Grote Poellaan begon bij de boerderij van De Breuk. In de beginjaren van de polder werd de weg die onderlangs de ringdijk liep Veldweg genoemd. Op een aantal plaatsen in de polder zijn nog meer restanten van deze Veldweg te vinden. Heel vroeger stonden daar boerderijen langs. Aan beide kanten van de Grote Poellaan was een op- en afrit (een klucht) van de ringdijk.

een stukje familiegeschiedenisAllereerst beginnen we met de fam. Kooij. Grootvader Dirk, geboren in 1883 te Aalsmeer, was gehuwd met Maria Lubbers, geboren in 187.9 te Velsen. Ze kregen 2 kinderen, Jan en Aagje, een tweeling. Aanvanke-lijk ging Dirk werken bij van Gelder Papierfabriek te Velsen. Maar het buiten werken in Aalsmeer, waar hij oorspronkelijk vandaan kwam, trok hem meer. Hij werd baggerman en het gezin ging wonen aan de Aalsmeerderdijk op nr. 57.3. In 1928 zijn ze verhuisd naar de Grote Poellaan nr. 47. (later omgenummerd in nr. 51). Dirk begon er een kwekerij. Het bedrijf is omstreeks 1950 voortgezet door zoon Jan en vanaf 1980 door Tjierd, de kleinzoon van Dirk. Nu is achterklein-zoon Marcel degene die de kwekerij runt. Met vader Tjierd als steun en toeverlaat.

Wie woonden er en wat deden ze eigenlijkTransport ging vroeger veelal per schip. Dat was makkelijk voor de boeren. Op de klucht ter hoogte van de boerderij van De Breuk stond het huisje van Piet Wegman en zijn vrouw. Later trouwde zoon Jan en ging bij zijn ouders inwonen. Jan en zijn vrouw kregen 2 kinderen. Iedereen moest maar een beetje inschuiven. Zo ging dat toen.

Tussen de twintiger- en dertigerjaren van de vorige eeuw werd de Veldweg langzamerhand volgebouwd met woonhuizen en kleine kwekerijen. Het was er vroeger zwaar werken en de opbrengsten waren laag. Vooral in een natte zomer wanneer het onkruid snel groeide.Eén van de eerste bewoners was Henk Vreeken en zijn vrouw Lies. Lies heeft meer dan 7.5 jaar in hetzelfde huis gewoond. Aan het andere eind van de Grote Poel-laan N.O. zijde stond de boerderij van Tensen. In 1855 stond hier de boerderij van Cornelis Bulk. In 187.0 werd het bedrijf gesplitst en werd er een nieuwe boerderij bijgebouwd. De eerste steen werd gelegd door Cornelis Bulk. De zoon van Cornelis, Jan Dirk, ging hier wonen. Helaas brandde op 9 januari 1881 alles af. Een bericht in de Rijnbode van die dag: ‘In de nacht van Maandag op Dinsdag ontstond brand in de boerenwoning van J.D. Bulk aan de Veldweg bij de Bennebroekerweg. Behalve 18 koeien, 7 paarden en ongeveer 40 kippen werd een gedeelte van de inboedel en eene aanzien-

Wonen en werken aan de Grote Poellaan

Grootvader Dirk Kooij is baggerturf aan het opscheppen aan de rand van de Grote Poel ± 1910. Hij woonde toen aan de Aalsmeerderdijk.

Het huisje van Piet Wegman, gebouwd ±1900. Het stond naast de klucht bij de boerderij van De Breuk. Foto is van ±1960 (Ko Wies)

15

Meer-Historie september 2010

Een dagje uit met de reisvereniging ‘Crescendo’ van de Grote Poellaan ±1950. Herkent u ze nog? 2e rij van onderen, 2e van rechts is Jan Kooij (de vader van de schrijver). 3e rij van onderen, geheel rechts staat Alie Kooij – Tas (de moeder van de schrijver).

lijke hoeveelheid graan, hooi en stroo een prooi der vlammen. Gelukkig was alles verzekerd. De brand ontstond door het omvallen van een petroleumlamp waarvan de vlam zich onmiddellijk meedeelde aan het hooi, hetwelk het vuur zoo snel verbreidde dat aan geen blusschen te denken viel’.

Aan de Grote Poellaan woonden veel gezinnen die familie van elkaar waren. Naast de boerderij van De Breuk was de kwekerij ‘de Stuifhoek’ van Ab van der Zwaard. Ab was één van de notabelen. Hij werd wethouder en loco-burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer en bestuurslid bij de Veiling in Aalsmeer.Aan de andere kant van de Grote Poellaan was de kwekerij ‘Happy Day’ opgericht door Ab z’n vader en z’n oom Gerrit. Hier werkten veel Vennepers. Na 80 jaar, in 2003, verliet de laatste van de Zwaard (Jan) de Grote Poellaan.

Naast Ab van der Zwaard woonden op nummer 87. en 89 de broers Jan en Dirk Spaargaren. Dirk werkte bij een kweker aan de Uiterweg in Aalsmeer. In de avond-uren teelde hij wat voor zichzelf. De volgende buur was de familie Knook. Hij was een boom van een kerel, zijn vrouw had op haar 40ste jaar al wit haar. Op nummer 81 woonde ook ene van der Zwaard (Maggel), zijn vrouw werd Agie-buur genoemd. Op nummer 7.5 woonde Aart van de Zwaard, gehuwd met Geert, een zus van Agie-buur. Aart en Geert hadden een ongelukkige dochter, Lijp. Zij hadden nog een dochter, die overleed in de laatste oorlogsmaand op 25 jarige leeftijd aan difterie. Aart had op het achtereind van zijn werf, zoals zo velen in die tijd, een boomgaard met fruitbomen. In juli waren de suikerperen rijp. Ik kan me nog herinneren dat wij als schooljeugd stiekem een peertje probeerde te pikken. Aart, al op leeftijd, kon dat

slecht hebben en probeerde ons te pakken, maar mooi niet. Later deed Aart de kwekerij over aan zijn schoon-zoon Jan Vreeken. Jan werd op oudere leeftijd de eerste milieuambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer. Naast Aart woonde Maarten Maarsen (Koetje). Daar-naast woonde Piet de Hartog. Later kwam hier Jaap (Kokkie) Spaargaren wonen. Zoon Jan was een soort Willy Wortel, kon van alles maken, dat kwam in de oorlog goed van pas.

Op nummer 59 woonde Piet Maarsen, ook een ‘koetje. Na de oorlog trok de zoon Ab, met vrouw en kinderen, bij vader Piet in. Ab noemde zich ‘lichte maan kweker’. Hij werkte overdag op de kwekerij ‘Happy Day’ en in de avonduren teelde hij in de zomer bloemen. Hij had altijd een ’gaitje, een knijntje en kippies’.Naast Ab woonden Henk en Lies Vreeken. Bij Henk kwamen velen een ‘bakkie doen’. Henk had last van astma. Hij had het altijd benauwd maar kon roken als een schoorsteen.Naast Henk woonde Dirk Kooij (mijn opa). Toen dit huis gebouwd werd was er nog geen waterleiding. Drinkwater kwam uit een regenput. Deze put levert nog steeds water voor de emmers met bloemen die naar de veiling gaan. Water voor de was kwam uit de sloot langs de Veldweg.

Op nummer 41 woonde Jan Alderden. Hij was getrouwd met Geert Kooij, een zuster van Dirk. Daarnaast woonde Jan van de Beek, getrouwd met Jacoba Kooij, de andere zuster van Dirk. Hij had ook een kwekerijtje.Op nummer 31 had Klaas Mantel de later bekende cactuskwekerij Succulenta. Klaas had altijd veel perso-neel uit de buurt, vooral huisvrouwen. Piet Visser was daar de chauffeur. Men werkte er graag. Het was er soms een (te) gezellige boel.

De laatste kwekerij was van Jacob Tas en zijn vrouw Mijntje Spruit. Jacob was een klein- en praatgraag mannetje met een ziekenfondsbrilletje en altijd een pruim achter zijn kiezen. Bij Jacob werd altijd over politiek gepraat. In de winter naast de kaskachel en in de zomer achter het huis onder een boom. Wie zaten daar? Jacob

16

Meer-Historie september 2010

Tas, en Gerard Huiskens, de smid. Gerard kon ontzet-tend kletsen en zei altijd: ‘ik zeg’ of ‘ik heb gezegd’. Pruimen deed hij ook, net als Dirk Kooij. Vaak gingen ze met ruzie uit elkaar om de volgende dag of middag het onderwerp te vervolgen. Gerard had overal verstand van, vooral duiven en vrouwen waren zijn sterkste troeven. Gerard had zijn werkplaats aan de Leimuider-dijk op nummer 119. Op de hoek van de klucht stond ‘het Ankertje’, een kroeg met als uitbater Karel van Raam. Zijn vrouw Nel stond achter de tap. Karel verhuurde bootjes aan vissers en stond vaak aan de waterkant te kletsen. Op zater-dagavond en zondagmiddag was het daar vaak feest. Tante Leen en Johnny Jordaan kwamen daar ook om te zingen en een biertje te drinken. Willy Alberti en zijn vrouw waren ook vrienden van Karel van Raam. ’t Was daar altijd een gezellige boel.Aan de andere kant van de klucht woonde blinde Jan met Geert (Koetje) Maarsen. Nadat de Grote Poellaan volgebouwd was en iedereen op zijn lange smalle kavels bloemen ging telen, begonnen de crisisjaren. Dat was een doffe ellende. Het zou nog slechter worden toen we de oorlog als toetje kregen.

Met de oorlog kwamen ze van de regen in de drup en toch niet helemaal. In de oorlogsjaren leerde ieder gezin voor zichzelf te zorgen. De geit was voor melk, het varken voor het vlees en vet, konijnen ontbraken ook niet en groente sprak van zelf. Dan was er ook nog tabak, dat was voor de leuke dingen. Roken en pruimen was toen ook al een verslaving voor velen. Dus ging men massaal tabak telen. De klanten kwamen van heinde en verre. Veel (zwarte) handel ging via Manus Husemeier van het café. Hier werd onder het oog van de moffen veel verkocht. De bewoners van de Grote Poellaan kwamen zo goed de oorlog door. Het is erg jammer dat op de dag van de bevrijding hier nog doden moesten vallen.Na de oorlog is er veel veranderd. De onverharde weg, ’s winters een modderpoel, werd overgenomen door de gemeente en geasfalteerd op kosten van de bewoners. Zij moesten toen gedurende 30 jaar ‘Baatbelasting’ betalen. De camping ‘De Westeinder’ kwam er, dus het stille laantje werd drukker zoals in de hele Haarlem-mermeer. In de toekomst zal het nog erger worden.

Tjierd Kooij/Barend Klaassen

cadeaU-aBOnneMentSteeds meer begunstigers ontdekken dat Meer-Historie zich uitstekend leent als cadeau-abonnement. Een ieder die wordt aangemeld als `abonnee' of als `niet-betalend lid', wordt door ons als begunstiger beschouwd en geniet daardoor dezelfde voordelen als iedere andere begunstiger. Ook een idee voor u om iemand mee te verrassen? Stuur ons een briefje met naam en adres van degene die u het cadeau wilt geven. Desgewenst kunnen wij in de welkomstbrief de reden van de schenking vermelden en eventueel of het voor één jaar of langer is. De begunstiger die voor de betaling zorg draagt, krijgt van ons een kopie van de wel komstbrief. Uw opgave kan (gefrankeerd) rechtstreeks aan Vliegersplein 9, 2141 VC Vijfhuizen gezonden worden of via Antwoordnummer 628, 2130 WB Hoofddorp (zonder postzegel). Inlichtingen tel. 023-5581464. (JvdP)

Luchtfoto van de Grote Poel-laan (1985). Op de voorgrond de Ringvaart met daarvoor de zgn. rijzen (rijs betekent boomtak, twijg, teen). 4e huis van links woont de schrijver. Op de achtergrond de Rijshornstraat met de kwekerij van Sticker.

17

Meer-Historie september 2010

speuren in het archiefiedere vrijdagochtend is een groepje van 3 enthousiaste vrijwilligers van onze stichting te vinden in het noord-Hollands archief aan de Kleine Houtweg te Haarlem. dat zijn mevr. Joop Hartog-Hoogwerf, Hans van ekeris en Piet Gorter. Zij bestuderen registerboeken en maken aantekeningen van grondtransacties die in de Haarlemmermeer hebben plaatsgevonden.

Op vrijdag 7. mei bracht ik een bezoek aan het Noord-Hollands Archief en trof daar de 3 mensen aan van de subwerkgroep Boerderijonderzoek. Het was interessant om te zien en te horen hoe zij als stille werkers onder-zoek doen naar een stuk geschiedenis van de Haarlem-mermeer aan de hand van het ‘doorspitten’ van meer dan 2500 boeken.

Hoe het allemaal begon…Het moet in het begin van de jaren zestig zijn geweest dat Suze van Zijverden-van Reeuwijk wekelijks een dag doorbracht in het Rijksarchief Noord-Holland aan de Kleine Houtweg te Haarlem. Voor de meeste vrouwen was maandag wasdag, echter niet voor Suze. Ze spitte in de archieven om de geschiedenis van haar familie, van Aalsmeer en van de Haarlemmermeerse boerde-rijen in kaart te brengen. Van die ene dag werden het er meer, zeker nadat haar man was overleden.Vanaf 1995 kreeg Suze versterking van Riet Brouwe-rens. Er is door beide dames veel werk verzet. Alle uittreksels van notariële- en hypothecaire akten werden keurig in mappen verzameld en stonden bij Suze in haar flat aan de Robert Kochlaan opgeslagen.Per 1 maart 2000 kwam Piet Gorter dit tweetal assis-teren. Lang werkten zij samen, totdat Suze te kennen gaf wel meerdere dagen naar het archief te willen. Zij was daar immers kind aan huis, zij behoorde tot de inboedel. Altijd zat zij op haar vaste plaats in de studie-zaal. Enkele jaren werd Suze door Riet op de woensdag opgehaald en door Piet op vrijdag. Maar aan alles komt een eind, beide dames zijn overleden. De naam van het archief werd vervangen en heet tegen-

woordig Noord-Hollands Archief. De lege plaatsen zijn in 2006 opgevuld door mevrouw Joop Hartog – Hoog-werf en Hans van Ekeris. Gedrieën zetten zij het werk voort, want het boerderijonderzoek, opgestart door Suze, is nog lang niet afgerond.

Hoe gaat men te werk?Momenteel wordt ge- speurd naar grond-transacties, welke hebben plaatsge-vonden sinds de eerste uitgifte van landbouw-gronden in de Haar-lemmermeer. Daartoe wordt het register van eigendom doorgespit. Dat register omvat ruim 2500 folioboeken (met elk 200 bladen) handgeschreven tekst. Begonnen met de gege-

vens van de eerste grondveilig, welke gehouden is op 16 augustus 1853, is de werkgroep nu tot het jaar 1951 gevorderd. Er zijn nog héél veel boeken te doen voordat andere archieven ter hand kunnen worden genomen. Er is door de werkgroep 118 meter aan boeken doorge-worsteld, er is nog 34 meter te gaan. Met ingang van het jaar 1950 zijn de akten getypt en dus beter te lezen.

Tot 1964 zijn de notariële gegevens in het Noord-Hollands Archief verwerkt. Per 10 jaar worden deze aangevuld. Niet bekend is wanneer de gegevens vanaf 1964 toegankelijk zijn.De werkgroep maakt van de Haarlemmermeerse trans-acties een uittreksel, waarin vermeld staat: naam van de notaris(sen), verkoper, koper, kadastrale nummers, grootte, ligging, boerderijnamen en nog meer van belang zijnde gegevens. De gegevens uit de boeken mogen alleen met potlood worden overgenomen. Om te voorkomen dat er aantekeningen in de officiële boeken gemaakt worden is het gebruik van een balpen niet toegestaan.Er zijn ruim 900 boerderijnamen bij de werkgroep bekend, terwijl er op een bepaald moment maar maximaal ±550 boerderijen waren. Dat komt door het verkassen van de eigenaren c.q. pachters, want de

18

Meer-Historie september 2010

namen van hun boerderijen gingen mee naar het nieuwe woonadres. Zo is men, als voorbeeld, de naam ‘Anna’s Hoeve’ wel op 17. locaties tegengekomen en ‘Maria’ of ‘Maria’s Hoeve’ slechts 19 maal.De kadastrale nummers worden bij de van oorsprong bekende polderkavels gevoegd. Als dit alles is gebeurd, komen deze gegevens in het archief van Meer-Historie terecht. Dit archief ligt opgeslagen in het gemeentelijk archief te Hoofddorp.

Wat zijn de plannen?De verwachting is dat er minimaal 2 à 3 jaar werk is te doen voordat het laatste registerboek (tot 1964) afge-sloten kan worden. Graag zou men versterking willen hebben van 1 à 2 enthousiaste mensen, om het project sneller te kunnen afronden. Het is leuk en interessant werk om alle Haarlemmermeerse gegevens er uit te

halen voor het archief van de Stichting Meer-Historie.Men publiceert niet. Wel wordt door derden gebruik gemaakt van deze gegevens o.a. bij het samenstellen van de beide boeken over Haarlemmermeerse boerde-rijen en hun bewoners.De belangrijkste taak van de subwerkgroep is deze informatie toegankelijk maken voor geïnteresseerden. In mappen wordt vastgelegd wat zoal is onderzocht, door wie de aantekeningen zijn gemaakt en tot wanneer men gekomen is met het onderzoek. Hierdoor hoopt men te voorkomen dat mensen het werk weer opnieuw gaan doen.Het is de moeite waard het werk waarmee Suze van Zijverden–van Reeuwijk begonnen is af te maken.

Barend Klaassen

Bijzondere evenementen bij Haarlemmermeerse monumenten tijdens het landelijke evenement Open Monumentendag op 11 en 12 september 2010 met als thema ‘de smaak van de 19e eeuw’, zet Pier K een aantal monumenten in het zonnetje.

De dynamische geschiedenis van Haarlemmermeer vanaf de drooglegging in 1852 is uniek en bijzonder te noemen. Pier K heeft door samenwerking met verschillende monumenten en amateurverenigingen en/of cursistengroepen getracht het unieke aspect te benadrukken. In mei hebben Pier K cursisten in het Historisch Museum Haarlemmermeer de 19e eeuwse sfeer geproefd en naar eigen smaak keramiekobjecten gecreëerd. Het bijzondere eindresultaat wordt geëxpo-seerd in het Historisch Museum tijdens de Open Monu-mentendag. Bewoners van zorgcentrum Meerwende in Badhoeve-

dorp schrijven onder leiding van beeldend kunstenaar en dagboekschrijfster Anne-Marie Corman hun eigen verhalen van vroeg op. Deze verhalen spelen zich af rondom de oorsprong van het dorp, de Badhoeve. Op 11 en 12 september worden deze bijzondere verhalen gecombineerd met tekeningen van leerlingen van de Oranje Nassauschool. Het eindresultaat wordt samen-gebracht in een gezamenlijk dagboek. Bij de ophaalbrug in Vijfhuizen treden VOC Shanty-koor en folkloredansgroep Zvarvania op. Beiden verwerken een knipoog naar de 19e eeuw in hun programma. Dansdocent Tim Boerlijst geeft samen met

zijn leerlingen een uitdagende dans-workshop, zodat ook de verbinding met de 21e eeuw wordt gelegd. Het publiek is van harte uitgenodigd mee te dansen. Bij molen de Eersteling in Hoofd-dorp brengen o.a. Kamerkoor Nos ta Canta, De Bollenmina’s en Excelsior hun gevarieerde repertoire. Geniet van de muziek van de verschillende koren op deze bijzondere plek. Foto-club Positief maakt een fotoverslag bij elk evenement. Het exacte programma wordt in de plaatselijke kranten aangekon-digd en is vanaf 1 september ook te vinden op www.pier-k.nl of www.meerhistorie.nl

19

Meer-Historie september 2010

De Damsluis maakt deel uit van de Stelling van Amsterdam, een 135 km lange verdedigingskring op 15-20 kilometer rondom Amsterdam, welke groten-deels tussen 1885 en 1914 door het toenmalige De- partement van Oorlog is gebouwd. De Damsluis diende een bijdrage te leveren bij het inunderen (onder water zetten) om een opmars te veld van de vijand te vertragen. Die functie heeft het echter nooit vervuld. De aanleg van de Stelling nam zoveel tijd in beslag, dat het doel 'ingehaald' werd door de ontwikkeling van vliegend oorlogsmateriaal. De Stelling bleef daarom jarenlang ongebruikt en onaangetast liggen.Tot 1996, want in dat jaar werd de Stelling van Amsterdam toegevoegd aan de werelderfgoedlijst van UNESCO. Acht jaar later, in 2004, droeg het ministerie van Verkeer en Waterstaat de damsluis over aan de gemeente. ‘Die kreeg er niet alleen een monument bij om trots op te zijn’, aldus wethouder Herman Tuning. ‘De gemeente kreeg er meteen een damsluis bij met een fundering die hoog-nodig aan vervanging toe was’. Van de houten palen was namelijk nog weinig over hetgeen duidelijk af te leiden was van de scheuren in het metselwerk.Uit een eerste kostenraming bleek het te gaan om een fors bedrag voor herstelwerkzaamheden, ca. 2 miljoen euro. Samen met de provincie Noord-Holland nam de gemeente de kosten op zich. De volgende stap werd het vinden van een bedrijf dat de complexe opdracht wilde en kon uitvoeren. Dat werd de gelegenheidscombinatie Wagemaker-Bresser vof. Deze combinatie heeft een nieuwe fundering aangelegd, want het enorme gewicht van zand- en kleilaag veroorzaakte grote druk op de fundering. Het drukke verkeer over de Hoofdweg-Oost-zijde maakte veel scheuren in het metselwerk. Tijdens

damsluis in oude glorie hersteldde damsluis, tot voor kort een door onkruid overwoekerde bult halverwege de Hoofdvaart in Hoofddorp tegen-over molen de eersteling en een riskante oversteekplaats, is in oude glorie hersteld.

de renovatie is de houten fundering over de hele linie vervangen door een eigen-tijdse oplossing. Het metsel-werk is op diverse plaatsen vervangen, gerepareerd of nieuw aangebracht. Schoon-maakwerkzaamheden aan de sluisdeuren en heraanleg van het groen op de sluis maken de ingrijpende renovatie compleet. Om het gewicht op de sluis te verminderen is de klei- en zandlaag vervangen door piepschuim dat met een dunne veenlaag is afgedekt.

Doelstelling van het project was de Damsluis zodanig te renoveren dat er constructief gezien een betrouwbare constructie ontstaat en dat de Damsluis haar originele uitstraling terugkrijgt. Daarbij is rekening gehouden met het monumentale karakter van de sluis. Het resul-taat van de renovatie van de Damsluis moet zijn dat er voor minimaal 50 jaar een betrouwbare constructie is ontstaan, het monumentale karakter is teruggebracht en dat de oude luister is hersteld.

Op vrijdag 2 juli 2010 hebben mevrouw R. Kruisinga, gedeputeerde Provincie Noord-Holland en de heer A. van Dijk, wethouder gemeente Haarlemmermeer, de feestelijke openingshandeling verricht bij de op- levering van de gerenoveerde Damsluis in de Hoofd-vaart te Hoofddorp.

advertentie

De gerenoveerde damsluis (foto: Kees van der Veer)

20

Meer-Historie september 2010

de Meerkerk: van huiskamer tot boerenschuurBaptistengemeente de Meerkerk in Hoofddorp bestond in september 2009 25 jaar en ging onder het motto ‘danken, vieren, delen’ haar jubileumjaar tegemoet. Meer-Historie interviewde één van de oprichters van de Meerkerk, ds. Wigle tamboer. een belangrijke vraag was hoe het komt dat juist in de Haarlemmermeer de baptistengemeente zo’n enorme groei heeft doorgemaakt. Uiteraard ging het gesprek ook over de geschiedenis van de Meerkerk.

een Haarlemmermeerse jongen gaat studeren in amerika. Hoe is dat gegaan?Wigle Tamboer: ‘Ik ben geboren in 1955 aan de Hoofdweg in Nieuw-Vennep. Aanvankelijk heb ik een hogere technische opleiding gevolgd. In die tijd kwam ik ook tot een persoonlijke geloofsverdieping. Ik had destijds veel contacten in evangelische kringen onder meer bij Youth for Christ, en voelde me steeds meer aangetrokken om theologie te gaan studeren. Dat ben ik gaan doen in België en Israël. Om mijn studie af te ronden ben ik naar Amerika gegaan ter voorbereiding van een predikantsplaats in een Baptistengemeente in Nederland.Tijdens die studie in Californië aan het Fuller Theo-logical Seminary ontmoette ik mijn vrouw Judith die daar theologie en psychologie studeerde.’

‘Ik heb gedurende drie jaar stage gelopen bij dr. Jess. C. Moody, die voorganger was in een kerk van zo’n 10.000 leden. In Zuid-Californië ontdekte ik dat bij grote nieuwbouwprojecten en winkelcentra het heel normaal is dat nieuwe kerkgebouwen toegevoegd worden. Binnen onze opleiding kwam ook het stichten van kerken aan de orde. Hoe pak je zoiets aan in een stadsgebied dat geweldig uitbreidt. Nadat Judith en ik onze studie hadden afgerond dachten we dat het mooi zou zijn om in de Randstad van Nederland, waar toen grote uitbreidingsplannen (Vinex-locaties) gerealiseerd werden, een nieuwe kerk

te kunnen stichten. Judith en ik hebben toen gekozen voor de Haarlemmermeer, vanwege het hoge percentage niet-kerkelijken in de nieuwbouwwijken. We wilden namelijk vooral een kerk zijn voor buitenkerkelijken. We gingen wonen in de wijk Overbos te Hoofddorp.’

Hoe was de start in de Haarlemmermeer?‘In het begin was het echt pionieren. Op 17. september 1984 kwam een groepje van 15 geïnteresseerden uit de Haarlemmermeer bij elkaar ter voorbereiding van de oprichting van een baptistengemeente in Hoofddorp.Er waren baptisten in de Haarlemmermeer die kerkten in onder meer Leiden, Haarlem en Amsterdam waar al sinds jaar en dag baptistengemeenten zijn. Zij zouden het fijn vinden om met hun gezinnen naar een baptis-tengemeente te kunnen gaan in de Haarlemmermeer. Het stichten van een nieuwe gemeente was natuur-lijk een risico. Het groepje van 15 mensen waren de pioniers. We vroegen hen zich in te zetten voor een bepaalde periode. Men was vrij om te stoppen of door te gaan. Gelukkig kregen we ook vanuit het landelijke werk ondersteuning. De mensen kregen alle ruimte om zelf te kiezen voor een baptistengemeente, hetzij in de Haarlemmermeer, hetzij daarbuiten. Er was geen haast bij. We hebben alle tijd genomen om een goede basis te leggen.’

Waar zijn in nederland de baptisten begonnen?‘Het baptisme als beweging ontstond ongeveer 400 jaar geleden in Amsterdam. Kort na 1600 kwam een aantal Engelse geloofsvluchtelingen samen in een gebouw van een bakkerij aan de Amstel om te bidden en aan Bijbelstudie te doen. Het gebouw was eigendom van Jan Munter, een mennoniet die hen als vluchtelingen gastvrijheid bood. Kenmerken van het baptisme waren toen: zelfstandige gemeenten zonder staatscontrole en dopen vanuit de geloofsbelijdenis. Dit is nog steeds actueel. Onze Nederlandse voetsporen komen echter via Duitsland vanuit de Veenkoloniën in het grensge-bied van Groningen en Drenthe. Daar ontstond in 1845 de eerste baptistengemeente. Na ontginning van dat gebied vertrokken veel arbeiders naar andere regio’s in Nederland waar de industriële ontwikkeling op gang kwam ondermeer Twente (Textiel), Eindhoven (Philips), IJmuiden (Hoogovens), Limburg (Mijnen). De baptisten waren eigenlijk kolonisten in een nieuwe

Judith en Wigle in het korenveld achter de kerk. Foto bij gelegenheid van het boek Allemaal Anders

21

Meer-Historie september 2010

omgeving die gemeenten stichtten. Zo heeft het zich langzamerhand over heel Nederland verspreid.’

Wat is het verschil tussen de baptistengemeenten en de andere protestantse kerken in nederland?‘Baptistengemeenten zijn autonoom dat wil zeggen er is geen hoger kerkelijk gezag zoals bij de protes-tantse kerken. Wij kennen geen classes en synodes. Het tweede is dat baptisten een grote nadruk leggen op het persoonlijke geloof in Jezus Christus, alsook op het samen gemeente zijn. Dit komt tot uitdrukking door een doop op latere leeftijd, welke gezien wordt als een geloofsbelijdenis en een stap tot tastbaar lidmaatschap van de gemeente. De doop heeft een persoonlijk en een gemeentelijk element in zich.’

Hoe is de pionierstijd in de Haarlemmermeer gegaan?‘Onze doelstelling is altijd geweest om buitenkerkelijken in een verstedelijkt gebied de gelegenheid te bieden naar een kerk te gaan. We willen op een laagdrempelige manier het Evangelie van Jezus Christus laten horen. Onze visie is dat de kerk er is om haar getuigenis van Christus te delen met de wereld om haar heen.In het begin hielden we onze huiskamerdiensten ’s avonds bij ons thuis in Overbos en later bij de familie Knibbe op hun boerderij aan de Rijnlanderweg in Hoofddorp. Het doel was echter om zo spoedig moge-lijk een openbare locatie te vinden. Gelukkig konden we al snel onze kerkdiensten gaan houden in Sociaal Cultureel Centrum ’t Kattegat in de wijk Bornholm. Daar gingen we ook over van avonddiensten naar ochtenddiensten. In 1987. volgde een grote tegenslag. ’t Kattegat brandde helemaal af. We raakten bijna al onze bezittingen kwijt en stonden op straat. Gelukkig kregen we hulp van elders en konden we kerken in verschillende aula’s van scholen in Hoofddorp. In 1991 konden we na acht verhuizingen een eigen gebouw betrekken aan de IJweg, een voormalige dependance van de Katholieke Scholengemeenschap Hoofddorp. Aanvankelijk huurden we dit, maar na een paar jaar

kregen we de gelegenheid het te kopen en kreeg het gebouw, na een prijsvraag onder de leden, de naam: De Meerkerk. Die naam is intussen ingeburgerd. Een naam die niet alleen verwijst naar de Haarlemmermeer, maar ook naar onze geloofsovertuiging dat er ‘meer is in het leven.’

Hoe was de verdere groei van de Meerkerk?‘In ons eigen gebouw aan de IJweg hebben we veel meer activiteiten kunnen ontwikkelen en organiseren. We vinden het gemeenteleven erg belangrijk en dat is niet alleen het zondagse kerkbezoek.’‘We hadden al heel snel ook doordeweekse bijeenkom-sten en onze huiskringen, die we vanaf het begin al hadden, breidden zich ook steeds verder uit. Inmiddels zijn dat er meer dan 80. Kleine groepen van 10 tot 12 mensen die aan huis elkaar tweewekelijks ontmoeten voor Bijbelstudie, gebed en onderlinge zorg. Daar-naast zijn er allerlei teams die een breed spectrum van vrijwilligerstaken op zich nemen, van parkeerwacht tot pastoraat. We mogen de boodschap van de Bijbel ontvangen maar mogen deze ook weer doorgeven. Zo zijn we al snel Alpha-cursussen gaan aanbieden om geïnteresseerden op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met het Christelijk geloof. We willen er zijn voor mensen die hulp nodig hebben.’

‘Veel indruk heeft ons rijksdaalderproject gemaakt. Dat was met Pasen 1985. Ieder gemeentelid kreeg toen naar aanleiding van de gelijkenis van de talenten uit Mattheüs 25 een rijksdaalder mee met daarop een sticker waarop stond ‘begraaf hem niet’. Doe wat met je talenten. We hebben daar veel positieve reacties op gehad.In 1991 zijn we begonnen met het organiseren van kerstnachtdiensten in Schouwburg De Meerse in Hoofddorp. Na enkele jaren werden deze diensten door ongeveer 2000 bezoekers bezocht.Aan de IJweg zijn we met één dienst per zondag begonnen. Later werden dat twee diensten per zondag-

Meerkerk (nu kantoor) aan IJweg 1100

22

Meer-Historie september 2010

ochtend. Door verdere groei van de gemeente werd ons gebouw aan de IJweg te klein en gingen we op zoek naar een grotere locatie. Gelukkig kwam toen boerderij de Hillegondshoeve aan de Bennebroekerweg in zicht.’

Hoe was de overgang naar een boerenschuur?‘Vanwege verhuizing naar de Flevopolder stelt de eigenaar in 2001 de overbodig geworden schuren ter beschikking aan De Meerkerk. Voor ons was dit een geschenk uit de hemel. Met financiële offers en veel vrijwilligerswerk zijn de schuren omgebouwd tot een volwaardig en aantrekkelijk multifunctioneel kerke-lijk centrum met 7.50 zitplaatsen. Daarbij kregen we de beschikking over een ruim parkeerterrein. Ook het woonhuis kwam vrij en werd pastorie.’ ‘Op zondag 3 november 2002 vond er de eerste zondagse dienst plaats. De groei van de gemeente bleef echter doorgaan, zodat we al spoedig moesten overgaan naar

Naar aanleiding van het 25-jarig jubileum is een boek verschenen getiteld: Allemaal anders Hoe God in een mensenleven werkt. Dit boek is voor de lezers van Meer-Historie als speciale aanbieding te koop voor slechts € 5,- (inclusief verzendkosten). Het is te bestellen via www.meerkerk.nl of telefo-nisch tijdens kantooruren: 023-56 35 87.2

Agrarische loods voor de verbouwing. De Meerkerk hield een eerste bijeenkomst, inclusief strobalen, om de mensen bekend te maken met de loods en de droom te schetsen van wat het worden kon.

Meerkerk Bennebroekerweg

twee zondagochtenddiensten. Een grote stap qua orga-nisatie en logistiek, maar we willen er ons uiterste best voor doen dat er altijd ruimte is voor nieuwe gasten. Onze gebouwen aan de IJweg hebben we aangehouden voor kleinschalige activiteiten en kantoorwerk.’

Wat zijn de toekomstige ontwikkelingen?‘In principe hebben we een contract tot eind 2012 om in de Hillegondshoeve te mogen kerken. We zijn in overleg met de gemeente Haarlemmermeer naar nieuwe moge-lijkheden aan het zoeken. We kijken vooral naar het Park van de 21ste eeuw. Waarschijnlijk laat de reali-satie daarvan nog even op zich wachten en zullen we een tussenoplossing moeten zoeken. We hebben er alle vertrouwen in.’

tenslotte‘Een 25-jarig jubileum is ook een gelegenheid om iets weg te geven. Onder het motto ‘danken, vieren, delen’ hebben we 25 projecten uitgekozen, aangedragen door gemeenteleden, om onze maatschappelijke betrokken-heid te tonen aan de inwoners, jong en oud, van de Haarlemmermeer. We zijn er niet alleen voor ons zelf. Enkele bijzondere feestelijke bijeenkomsten hebben al plaatsgevonden onder andere voor bewoners van epilepsiecentrum De Cruquiushoeve en voor bewoners, verzorgers en vrijwilligers van Westerkim. Dit verzor-gingscentrum bestaat in 2010 veertig jaar. Ook kans-arme kinderen op de Filippijnen willen we financieel ondersteunen. Zo willen we kerk zijn in deze wereld, veraf en dichtbij. En dan, iets waar we heel dankbaar voor zijn, is het jubileumboek Allemaal Anders. Het bevat het verhaal en de foto’s van 25 Meerkerkers over hoe God in hun levens het verschil maakt.’

Interessant is het tenslotte om te vermelden dat De Meerkerk voor het hergebruik van de schuren winnaar is geworden van de ‘Architectuurprijs Haarlemmer-meer 2010’.

Barend Klaassen

Voor meer over De Meerkerk en het boek, zie: www.meerkerk.nl

23

Meer-Historie september 2010

vereniging moskee ar-rahmanin september wordt de nieuwe moskee ar-rahman geopend in Hoofddorp. Wat is de ontstaansgeschiedenis ervan?

We moeten terug naar rond 1980 toen er langzamerhand meer Marokkanen naar de Haarlemmermeer kwamen, voornamelijk om ingezet te worden in de wegenbouw. Woonden er in 197.0 in de Haarlemmermeer nog slechts 39 Marokkaanse mannen en 0 vrouwen, 10 jaar later waren er dat al 318 waarvan 17.1 mannen en 147. vrouwen.De Marokkanen vormden vanaf begin jaren tachtig zelfs de grootste groep allochtonen in de Haarlemmer-meer. Omdat veel Marokkanen islamieten zijn is het begrijpelijk dat er behoefte bij hun ontstond aan een gebedsruimte.Aanvankelijk werd er een gebedsruimte gevonden in de kelder van het voormalige politiebureau, naast de Marktpleinkerk. Men moest daar weg omdat er water-overlast was. Een korte tijd vond men een gebedsruimte in de dokterskamer van een school in Skagerrak, in Bornholm.Op 7. december 1982 werd de Vereniging Moskee Ar-Rahman opgericht. Al Rahman (de Erbarmer, Gena-devolle) verwijst naar de eindeloze, onophoudende stroom van liefdevolle genade die God voortdurend aan al zijn schepselen schenkt, zonder dat ze er ook maar iets hoeven voor te doen, geheel onafhankelijk van hun daden, dus ook als ze Zijn genade niet verdienen. Ook als God mensen straft voor hun zonden en misstappen, kunnen ze nog altijd rekenen op deze Rahman, op deze liefdevolle genade van God.Moskee Ar- Rahman heeft als grondslag de Heilige Koran, de Hadith en de Soenna van de Heilige Profeet. Lid van de vereniging kan iedereen worden die de grond-slag en het principe erkend, en ook contributie betaald.

Op 21 april 1983 kreeg de Vereniging Moskee Ar-Rahman het groene licht van de Gemeenteraad van Haarlemmermeer een gebedsruimte in te richten in de voormalige Hoofddorpse Nijverheidsschool aan de Kruisweg. Voor de verbouwing van het handenarbeid-lokaal werd een bedrag van f. 35.87.5,- uitgetrokken. De gemeente stelde een subsidie ter beschikking van f.10.000,-, het Ministerie van WVC ongeveer hetzelfde bedrag en de Vereniging El Rahman beloofde te zorgen voor de resterende f.15.000,- Aan de gemeente werd een huur betaald van f. 433,- .Het voorstel van B en W aan de gemeenteraad schoot D’66 in het verkeerde keelgat: Dit is weer zo’n voorstel waaraan we niets meer kunnen veranderen, aangezien de moskee al geopend is. Tegen dergelijke voorstellen heb ik altijd bezwaar, aangezien ik het tegenover de raad

onhoffelijk vind. Het hoort ook niet zo. De partij stond bepaald ook niet te juichen bij het voorstel van B en W, te meer daar de partij sterk voor de scheiding kerk en staat is. Wilden mensen hun godsdienst uitoefenen, dan moeten zij dat zelf organiseren. Verder vroeg ze zich af of het wel juist was dat de moskee in de praktijk alleen ten goede zou komen aan de Marokkaanse islamieten. De toenmalige wethouder De Leeuw zei daarop dat de Marokkaanse gemeenschap nu eenmaal het best geor-ganiseerd is in de Haarlemmermeer. Bovendien konden de Turkse Islamieten gemakkelijk buiten de Haarlem-mermeer terecht.Ook de SGP bleek een tegenstander te zijn van het voorstel. De partij twijfelde openlijk aan de behoefte van de moskee. De partij vroeg zich, bij monde van de heer Nieuwenhuis af of hier wel een taak lag voor de gemeentelijke c.q. rijksoverheid. Het voorstel werd zonder hoofdelijke stemming aange-nomen. De SGP bleef mordicus tegen en wilde dat in de notulen aangetekend zien.

Zo is na wat omzwervingen het voormalige gymnas-tiekgebouw in Graan voor Visch (no. 16001) op 2 augustus 1990 in eigendom van de Moskeevereniging verkregen en werd daarin de moskee met een aparte vrouwenruimte, imamverblijf en leslokalen gevestigd.In 2005 kwam de moskee Ar-Rahman in Hoofddorp in het nieuws met het plan om de gelovigen met licht-signalen op te roepen tot gebed, in plaats van met elek-tronisch versterkt gezang. Mensen schrokken even bij dit bericht, men dacht dat het om een vuurtorenachtige constructie ging. Het ging echter slechts om verlichting van de minaret van binnenuit.

24

Meer-Historie september 2010

´We zitten al vijftien jaar in een woonwijk en hebben nooit last gehad. Maar als je een geluidsinstallatie gaat gebruiken is dat koren op de molen van mensen die Geert Wilders en Ayaan Hirsi Ali steunen , zei moskee-bestuurder Karamat Ali. ´Het is spijtig dat we onze gelovigen niet via een luidspreker kunnen bereiken, maar het is niet anders , zo zei hij toen.In 2008 maakte de (aangekondigde) film Fitna van Geert Wilders veel reacties los bij moslims. Tijdens een druk bezochte vrijdagsdienst riep het bestuur de aanwezigen en alle moslims in Haarlemmermeer op de kwetsende beledigingen van bepaalde personen met kalmte en geduld te ondergaan. Onder de gegeven omstandigheden, zo werd de gelovigen voorgehouden, is het volgende vers uit de Koran goed om in gedachten te houden: Jullie zullen zeker worden beproefd in jullie eigendom en jullie persoon. En jullie zullen zeker veel beledigingen te horen krijgen van degenen aan wie vóór jullie het Boek werd gegeven, en van de afgods-dienaren. En wanneer jullie geduldig zijn en aan jullie plicht voldoen, dan is dit zeker een zaak van grote vast-beslotenheid.’ (Koran 3:186).

De enorme groei van het aantal bezoekers van allerlei afkomst van de moskee maakte het noodzakelijk om uit te breiden. Het programma van eisen was zodanig dat uiteindelijk werd besloten tot sloop en nieuwbouw. Het streven om een in de omgeving passende moskee te bouwen werd gerealiseerd door een uitzonderlijk en modern ontwerp. De nadruk is gelegd op transparantie vandaar een voorgevel van glaspanelen en een minaret

van glas, een wereldprimeur. Het symboliseert ook dat de moskee naar de samenleving gericht is.De benedenverdieping is voor de helft bestemd voor multifunctionele doeleinden en de andere helft voor een vrouwenruimte (gebedsruimte en andere activiteiten). Op de eerste verdieping is de moskee voor mannen. Beide verdiepingen zijn voorzien van vloerverwar-ming en airconditioning, drempelvrij en geschikt voor gehandicapten o.a. door het plaatsen van een gehandi-captentoilet en een lift naar de eerste verdieping.In het voorgebouw zijn vijf leslokalen voor Tadjweed lessen, Arabische lessen en Islamitische lessen aan kinderen, jongeren en volwassenen.Het dagverblijf voor de imam, een bibliotheek, compu-terkamer en de bestuurskamer.Het bestuur is op zoek naar een imam die in het Neder-lands kan preken, tot nog toe is die niet gevonden. Hopelijk is er straks onder de jeugd iemand die daar zin in heeft, want het verdient ook weinig, vertelde een bestuurder. Verder heeft de moskee Ar-Rahman in Hoofddorp aangekondigd dat zij in de nieuwe moskee een programma met scholen wil maken om de leer-lingen in de moskee kennis te laten maken met de Islam. De bouw van de moskee is hier ook op ingericht. De moskee krijgt een gemeenschappelijke ruimte voor ontmoetingen tussen islamitische en niet-islamitische mensen.

Henri Stroet

Op 9 augustus jl. overleed bovengenoemde moskee-bestuurder Karamat Ali.

25

Meer-Historie september 2010

de stenen kerk in het koren‘de stenen kerk in het koren’ zo noemde pastoor L. aarts in 1981 de rooms Katholieke Kerk sint Joannes evangelist in Buitenkaag want dit dorp dreigde in de jaren dertig van de vorige eeuw een houten kerk te krijgen en de kerk stond na zijn bouwjaar in 1931 lange tijd in het koren.

Na de drooglegging van de Haarlemmermeer ontstond Leeghwaterbuurt of Buiten Kaag, nu Buitenkaag genoemd. Landbouwgronden in deze streek werden bewerkt en de bevolking groeide. Het aantal katholieken nam sterk toe.De rooms-katholieken van Buitenkaag gingen naar Sassenheim en sinds eind jaren twintig van de vorige eeuw naar de Beekbrug tussen Lisse en Sassenheim. De rooms-katholieken van het Kaageiland gingen in Oud Ade naar de kerk. Daarvoor moesten zij een boottocht maken en een heel stuk lopen. De pastoor Wilh. van Straelen uit Oud Ade stelde in 1929 een commissie samen met de opdracht tot de bouw van een eigen rooms-katholieke kerk en school in Buitenkaag. Van Straelen kreeg goedkeuring van de bisschop van Haarlem, mgr. J. Aengenent,

maar door het geringe aantal parochianen (418) zou de nieuwe kerk een hulp- of bijkerk worden van de kerk aan de Beekbrug, destijds de kerk van de nieuwe paro-chie van de H.H. Engelbewaarders in buurtschap De Engel tussen Lisse en Sassenheim. Het gebied van de bijkerk in Buitenkaag besloeg Buitenkaag, het Kaag-eiland en Abbenes. De bouw van de nieuwe kerk kwam onder verantwoor-ding van de bouwpastoor van de kerk aan de Beekbrug, pastoor N. Sentenie. Hij wilde de houten noodkerk, die aan de Beekbrug was gebouwd, later naar Buitenkaag overbrengen. Teeltboer P.A. Stokman, die voor de Kaagse gemeenschap in het kerkbestuur van de kerk aan de Beekbrug zat, sloeg met de vuist op tafel en vroeg: ‘Waar zit het kerkbestuur? Hier of in Haarlem?’ Sentenie antwoordde: ‘Hier’. ‘Dan wordt hier een stenen kerk gebouwd’, antwoordde Stokman toen.Ook de bisschop van Haarlem, mgr. J. Aengenent, had aan Sentenie laten weten: ‘De bijkerk mag niet wachten tot Uw noodkerk niet meer nodig is.’ En zo kreeg de Kaagse gemeenschap een stenen kerk.Architecten van de kerk waren Th. van Eerden en C.W. Barnhoorn uit Lisse. Aannemer werd Kiebert uit Sassenheim.Het kerkgebouw werd opgetrokken in de vorm van een Romeins kruis. Onder het hoge zadeldak hangt een tongewelfd plafond. Het dak is gedekt met paarsrode geglazuurde ‘Tuile Du Nord’ dakpannen. De gevel is van metselwerk in kettingverband van baksteen. Het gebouw draagt kenmerken van de Amsterdamse school. De kerk en pastorie zijn in januari 1931 opgeleverd voor

De Rooms Katholieke Kerk Sint Joannes Evangelist in Buitenkaag

Tijdens een viering in de Rooms Katholieke Kerk Sint Joannes Evangelist te Buitenkaag

26

Meer-Historie september 2010

de som van f 7.3.265,7.5. Om dit bedrag op te brengen gingen collectrices van deur tot deur. De omliggende parochies hielpen ook voor een klein gedeelte mee de som op te brengen. De inboedel werd bijna helemaal ingebracht door de parochianen. De kerk werd op 2 februari 1931, op het feest van Maria Lichtmis, door de deken van Noordwijk ingewijd. De kerk werd toegewijd aan de patroonheilige van de bisschop van Haarlem: de Heilige Joannes Evangelist.

de begintijdIn de begintijd zaten de vrouwen links in de kerk en de mannen rechts. In de jaren vijftig is daar verande-ring ingekomen en zitten vrouwen en mannen niet meer apart van elkaar. Ook werd in de begintijd de ‘Margaretha Sinclair’ opgericht, een actieve groep van schoonmaaksters. Tot op de dag van vandaag maakt deze groep vrouwen de kerk schoon. In deze jaren ontstonden er allerlei verenigingen, zoals de Jongemannenvereniging. Zij hielden regelmatig een Schijnwerperavond met lezingen over bijvoorbeeld de drooglegging van de Haarlemmermeer, EHBO of de Noordoostpolder. Maar het ging ook over geloofszaken natuurlijk. De kapelaan A. v.d. Burg richtte het mannenkoor ‘Laudate Dominum’ op met een uitgebreid Gregori-aans repertoire en meerstemmige composities. In die tijd zong het kerkvolk in Buitenkaag niet. Daar kwam in de jaren veertig verandering in. Sindsdien zong het kerkvolk samen met het koor de gezangen. De kerk stond destijds in het koren. Op warme zomer-dagen stond de deur links in de kerk open tijdens de vieringen. De geur van het rijpende koren kon men dan in de kerk ruiken. Dat moet een heerlijke geur zijn geweest.

BijkerkOmdat de kerk in Buitenkaag een bijkerk was, werd de kerk bediend door de kapelaan van de moeder-

kerk aan de Beekbrug. Tot 1948 waren respectievelijk kapelaan: A. v.d. Burg, H. Brans, A. Rietveld, C. v.d. Voort, A. Hammerstein en W. Berger. Onder het toeziend oog van de pastoor van de moeder-parochie verzorgden de kapelaans het kerkelijk leven in de Kaag. Ze bedienden de sacramenten en vierden de liturgie. Begrafenis-, trouw- en doopdiensten vonden in Beekbrug plaats.De kapelaans besteedden veel tijd aan het geven van godsdienstlessen en het organiseren van het vereni-gingsleven. Het bestuur van de kerk rustte bij het kerkbestuur van de kerk aan de Beekbrug.

FinanciënDe grootste bron van inkomen voor de kerk indertijd was het ‘plaatsengeld’, dat de parochianen moesten betalen voor een vaste plek in de kerk. Later met de komst van toeristen, die de vieringen bezochten, was de methode niet meer bruikbaar en werd daarom afgeschaft.Een andere manier om geld in te zamelen was de veiling op een speciale boerenavond van kerkpinken en de kerk- en armenschapen, die door boeren uit de parochie gefokt waren. Het Collectantencollege hield wekelijks een collecte, indertijd verdeeld in het kerk-, armen- en studiefonds. Sinds de jaren vijftig is de jaarlijkse kerkenveiling popu-lair. Bijdragen worden in natura gegeven: bijvoorbeeld kaas, handdoeken, paling, aardappelen, biest, arren-sleeën en sieraden. Twee- tot driehonderd nummers worden op de kerkenveiling geveild. De kerkenveiling bracht wel 30.000 gulden in het laadje. Nog steeds is de jaarlijkse kerkenveiling de grootste bron van inkomsten.

1948: zelfstandigheidNicolaas G. Pronk werd de laatste kapelaan van de Kaag-kerk. De bijkerk werd in 1948 parochiekerk. Een eigen parochie werd gevormd: de Parochie van de H. Joannes Evangelist. Pronk werd de eerste pastoor. De kosterswo-ning naast de kerk werd omgebouwd tot pastorie. De parochie kreeg een eigen kerkhof niet ver van de kerk. Met behulp van veel vrijwilligers werd het kerkhof gerealiseerd.Nadat de parochie zelfstandig was geworden ging pastoor Pronk aan de slag voor een eigen school. De St. Willi-brordusschool werd begin 1952 in gebruik genomen: 83 leerlingen en 3 leerkrachten telde de eerste rooms-katho-lieke school van Buitenkaag. In 1960 werd bij de school ook een kleuterschool gebouwd: St. Janneke.Sinds 1948 waren de volgende pastoors aan de Kaag-kerk verbonden: N.G. Pronk, M.C. van Stijn, L.A. van Teijlingen, W.P.H. Ostendorf, dr. J.M.H. van der Lugt, dr. L.M. Aarts, pastor Jan Lange en diaken A.J.M. Hekkenberg.

De Rooms Katholieke Kerk Sint Joannes Evangelist in Buitenkaag in de steigers

27

Meer-Historie september 2010

Leo aartsBegin december 197.6 volgde pastoor Leo Aarts pastoor J.M.H. van der Lugt op. Aarts: ‘Mijn voorganger pastoor Van der Lugt was al in de tachtig toen hij na elf jaar stopte. Hij was van de oude stempel. Hij snorde met zijn brommer door de Haarlemmermeer. Ik was voor de helft van de tijd aan de parochie verbonden omdat ik ook doceerde aan de Katholieke Theologische Hogeschool in Amsterdam. Mijn lichting priesters was zeer beïnvloed door het Vaticaans Concilie: er werd getwijfeld aan de vast-gezette kerkleer van boven. Het Concilie vond het de taak om zelf na te denken. Het Concilie heeft dingen in beweging gebracht. Voor de zondagse liturgie kwamen uitgeverijen met voorgeschreven lezingen en muziek. Voor de eucharistie kwamen verschillende tafelteksten. De zang vond niet langer plaats in het Gregoriaans en het Latijn maar in het Nederlands.En: de parochianen moesten meedoen en daarom kwam er een parochieraad. Bij het Vaticaans Concilie ging het om de eerste plaats om de gemeenschap van de gelo-vigen, de rol van de priester werd beperkter, relatiever. In enkele jaren groeide de parochieraad uit tot een samen-spraak van verschillende werkgroepen, zoals het kerkbe-stuur, de bezoekersgroep, de collectanten, het missie- en ontwikkelingswerk, gezinsvieringen en lectoren.Met de vernieuwingen in de liturgie na het Vaticaans Concilie werd een kleiner altaar op het priesterkoor geplaatst zodat de priester met zijn gezicht naar de mensen stond tijdens de vieringen. Eerder stond de priester met zijn rug naar de mensen. Voor lezingen en de preek werd gebruik gemaakt van de lessenaar op het priesterkoor in plaats van de kansel. De communie-banken vooraan werden niet meer gebruikt en werden daarom verwijderd. De biechtstoelen werden gesloten omdat de biecht werd afgeschaft.’

50-jarig bestaanEen hoogtepunt was het vieren van het 50-jarig bestaan van de kerk in 1981 met een hoogmis waarin bisschop Zwartkruis voorging. Hij onthulde de zonnewijzer, die Aarts had gemaakt. Nog steeds staat de zonnewijzer voor het kerkgebouw. In 1996 ging Aarts met emeritaat en volgde pastor Jan Lange hem op. Aarts bleef de priester ‘op afstand’.Lange organiseerde in 1998 het jubileum van het 50-jarig bestaan van de parochie, dat ook een hoogte-punt vormde voor de parochie. Ook heeft Lange zich ingespannen voor een uurwerk op de toren, dat in 2000 is aangebracht. Een uurwerk stond wel op de bouwtekening maar was nog nooit gerealiseerd. Lange heeft een belangrijke rol gespeeld bij de uitbouw van de oecumenische samenwerking onder meer door meerdere gezamenlijke diensten en de gesprekskringen.Diaken A.J.M. Hekkenberg volgde hem op in 2007.. De pastoor van Hoofddorp, C. Th. J. van Lent, is sindsdien hoofdverantwoordelijk.Iedere mis wordt tegenwoordig bezocht door 50 tot 60 mensen van 30 tot 85 jaar. Het patroon dat jonge mensen niet meer naar de kerk gaan, geldt ook voor Buitenkaag. Aarts is er van overtuigd dat de parochianen tot het uiterste zullen gaan om de kerk te behouden. Voorzitter en secretaris van de parochieraad Ellen van der Voorn vertelt dat 7.5 procent van de parochianen vrijwilli-gerswerk voor de kerk doet. Het bestuur, het bijhouden van het groen, het schoonmaken van de kerk en het opknappen van de pastorie. Van alles wordt door paro-chianen gedaan, zodat de kosten beheersbaar blijven en de parochie kan blijven bestaan.

Baukje Bos-Burggraaff

Priester Leo Aarts was van 1976 tot 1996 pastoor van de Parochie Sint Joannes Evangelist

28

Meer-Historie september 2010

de predikant van Kruisdorpeind 1869 verscheen van de hand van ds. elbert J. van Wisselingh J.Pzn een boek over evangelisatiewerk in de Haarlemmermeer. Het voorwoord begint aldus: ‘de verovering van Haarlemmermeer, voorafgegaan door bijdragen ter bevordering der christelijke Belangstelling in den arbeid der uit- en inwendige zending.

Nee, het waren niet ’s lands overheden die de Meer leefbaar maakten nadat de waterwolf getemd was. Het waren mensen met hoofd, hart en handen uit de burgerij, gegoeden en eenvoudigen. Ik werd daarbij bepaald – zoals onze vaderen dat plechtig noemden – door het leden van het boek ‘De verovering van Haar-lemmermeer’ (uitgeverij Höveker, 1896), samengesteld door Ds. Elbert J. van Wisselingh J. Pzn., de eerste hervormde predikant in de Meer, in Kruisdorp, nu Hoofddorp.Van predikanten wordt wel gezegd dat ze niet zakelijk zijn, maar vaak het tegendeel waar, denk maar aan Ds. Van Voorst. Ds. Van Wisselingh’s boek vermeldt een lange lijst van intekenaren, waardoor hij verzekerd was van afnemers, onder wie enkele leden van de Konink-lijke familie. Hij probeerde met zijn boek belangstelling te wekken voor de nog jonge polder waar het kerkelijk leven langzaam op gang komt. Zoiets wekt bewonde-ring daar hij toch allereerst verantwoording heeft voor de eigen gemeente.In 1855, op 2 december, werd de eerste kerkdienst in de Haarlemmermeer gehouden en de inwijdingsrede werd gehouden door Ds. G.A. van Limburg Brouwer. J.P. Hasebroek schreef een gedicht van maar liefst 21 verzen, waarvan het eerste als volgt begint: ‘ik groet u jeugdige aarde/ vanuit d’r waat’ren nacht/ als groene en vruchtb’re gaarde’.

Op 29 oktober 1868 spreekt Ds. Van Wisselingh een rede uit inde Schotse zendingskerk te Amsterdam, naar aanleiding van Psalm 7.2, vers 17. tot 19. Met overtui-gingskracht spreekt hij tot de Zendingsvrienden: ‘In de nabijheid van Neerlands hoofdstad ligt eene nieuwe Nederlandsche wereld. Die bestaat slechts een dozijn jaren, maar telt reeds over de 11.000 zielen. Ik ben er heen gezonden om er het evangelie te verkondigen (…)’.Hij roept zijn hoorders op om het werk in de polder te steunen. Hij doet dat onder andere met een tekst uit het Spreukenboek: ‘Mijn zoon, geef mij Uw hart’. ‘Hoort u dat: niet uw hoofd, maar uw hart’. ‘Gevoelt u dan niet langer als zendingsvrienden, maar als zendelingen’.Ds. Van Wisselingh is op meerdere fronten bezig de nieuwe bewoners van de Meer letterlijk en figuurlijk onder dak te brengen. ‘Hoogst wenschelijk is het, dat het in aanbouw zijnde Evangelisatiegebouw Eben-Haezer voor de aanstaande winter geheel en al voltooid zij…’ Hij noemt dan een aantal predikanten van naam die bereid zijn liefdegaven in ontvangst te nemen, onder wie Posthumus Meyjes, Dr. Schouw Santvoort en Jonk-heer L. de Geer.

Voor vrouwen heeft Haarlemmermeers eerste predi-kant ook werk. Hij noemt tientallen vrouwen met naam en toenaam die actief waren en zijn in wat hij noemt Kerk en maatschappij. Ook voor vrouwen is er een taak in Neerlands nieuwe wereld, de Meer. De dominee citeert zijn hoorders wat Felix Bungener speciaal tot de zendingsvrienden heeft gezegd: ‘Als vrouwen hebt gij voor uwe afzonderlijke taak in de gemeente des heeren gaven en aanleg. Beter dan bij mannen kunt gij in Zijnen naam dien dronk water toereiken. Beter dan ons, is u, het gieten van olie toevertrouwd in de wonden des lichaams en in die der ziel’. En zo gaat hij door met

Litho gemaakt kort na het droogvallen van het Haar-lemmermeer. De kerkzaal is eenvoudig, de kansel evenzo. De stemmig geklede mannen op de voorgrond zijn mogelijk enkele notabelen, mogelijk ook de ouder-lingen. Geheel rechts een jongeman op klompen, hoe ook, hij is er! De kerkzaal is geheel gevuld, intussen hebben we fraaiere godshuizen die echter bepaald niet altijd volzet zijn. Of, gesloten.

WISSELINGH (Elbert Jan van), 1838-1883. Predi-kant te Maasdam 1863, Vuursche 1866, Haarlem-mermeer 1867., Serooskerke 187.1, Antwerpen 187.3. Benoemd tot pred. in O.I. 187.7.. Te Padang 187.8, Salatiga. 187.8. Met verlof 1880. Eervol ontslagen 1882. Pred. te Warnsveld 1882. Heeft verder onder meer uitgegeven: Goud uit schuim (Amsterdam, 187.0); Twaalf toespraken (Haarlemmermeer); Het gebed voor het vaderland (Utrecht, 1867.).

29

Meer-Historie september 2010

vele taken te noemen die door vrouwen in de gemeente uitgevoerd kunnen worden.Ds. Van Wisselingh is ook betrokken geweest bij de totstandkoming in 1869 van de evangelisatieposten Maranatha te Rijk en Geloof en Liefde te Lijnden. In de laatste post is zelfs ruimte voor een zestiental arm verwaarloosde wezen. Maar er zijn ook volksbiblio-theken, twee naai- en breischolen, drie zondagsscholen met samen 360 leerlingen en al dat werk wordt gedaan door drie evangelisten en een diacones, de vrouw van een van de evangelisten.

De dominee heeft andere ideeën over de indeling van de polder dan de ontwerpers. Hij had liever twee polders gezien, gescheiden door water met daarin een centrum dat dan beter te bereiken zou zijn: ‘Nu zal het Hoofddorp – dat sedert het vorige jaar deze persifle-rende naam draagt – vooreerst wel blijven wat het is…’. ‘Op onderlinge afstanden van twee uren gaans zouden er acht evangelisatiegebouwen moeten staan, ieder met ruim 300 zitplaatsen’. Hij schrikt zelf wat van zijn kritiek op de polderindeling, want in een noot schrijft hij: ‘.. la critique est aisee, mais l’art est difficile’.Of de verovering van Haarlemmermeer gebeurd is volgens de idealen van Ds.Van Wisselingh? En of het overhevelen van de zorg - die de kerk tot haar taak rekende - naar de overheid een vooruitgang was, is evenmin gemakkelijk met ja te beantwoorden. In ieder geval waren er in de negentiende eeuw mensen die zich met hart en ziel hebben ingezet voor het welbe-vinden van het volk, voor de polderjongens en hun na - kroost. Als voortrekker mag zeker de naam van Ds. Van Wisselingh genoemd worden.

Gastschrijver Cohen Stuart schrijft over de nieuwe polder als een klein Amerika. Er wonen landverhuizers vanuit alle provinciën. Er zijn lange rechte wegen en bovenal vrijheid. Maar het trekken zit een aantal lieden

in het bloed: ‘… ieder jaar verlaten een 800 personen de Meer’. De vraag is of dat zo was!Hij noemt de evangelisatielokalen in Vijfhuizen (Eben-Haëzer), Aalsmeerderweg (Maranatha), Hoofdvaart (Geloof en Liefde met een weeshuis Kromme Togt bij Lijnden en een huis voor de evangelist die gehuwd is met een diacones).Cohen Stuart gaat dan verder: ‘De verovering van het Haarlemmermeer is geschied door geloof, hoop en liefde, beminnenswaardige drielingzusters en alles vermogende hemeldochters.’ Over gebouw Maranatha: ‘een loos orgelfront dat een krachtig seraphine-orgel verbergt, een geschenk van de heer H. Knipscheer’ (= vermaard orgelbouwer te Amsterdam, JT) ‘In Eben-Haëzer staat op een galerij een flink kabinetorgel, dat dezelfde heer voor het eerste jaar gratis ten gebruike heeft gegeven.’ ‘Hij wist dat eene krachtige begeleiding noodig was bij het gezang van zoo vele menschen hier gekomen, de onderschei-dene methoden hunner gemeenten hebben mede- gebragt.’

Ds. Van Wisselingh neemt ook een bericht over uit Genderen in het Land van Heusden en Altena: ’30 Juni 1868 – Leest men bijna dagelijks dat Nederland-sche landbouwers, vooral uit de Noordelijke provinciën zich inschepen om in ’t Westen der Verenigde Staten van Noord-Amerika hun geluk te beproeven, ook van hier kan als eene bijzonderheid gemeld worden dat de verhuizingsmanie sedert een zestal jaren groot is, de Nieuwe Wereld schijnt echter wat te ver; de Haarlem-mermeerpolder is hier het doel. Daarheen zijn in de loop van ettelijke jaren uit ons klein dorp van 500 inwo-ners, niet minder dan 150 menschen vertrokken; terwijl vele anderen daar reeds land gehuurd hebben, met het oogmerk ook eerlang hunne vorige buren te volgen. ’

Jan Tamboer

advertenties

Voor het actuele aanbod

www.schenkmakelaars.nl

Haarlemmermeer

heeft alles ....

Postbus 3103 2130 KC Hoofddorp Tel. 023 - 568 93 50 Fax 023 - 584 03 74

E-mail: [email protected]

DE WILDT

TOYOTA VERKOOPTOYOTA SERVICETOYOTA LEASINGTOYOTA VERHUURTOYOTA OCCASIONS

VENNEPERWEG 3892153 AA NIEUW-VENNEPTEL. 0252 - 672 515 ...HEEL TOYOTA

Nijverheidsstraat 3A2132 AZ Hoofddorp

T (023) 56 40 750F (023) 56 58 146

[email protected]

DTP • Ontwerp • Drukwerk • Kopieën • Prints • Posters • Textiel • Belettering

RengBloemsierkunst

Venneperstraat 72151 AP Nieuw-Vennep

Tel. 0252-672355Fax 0252-673782

OOK UW ADRES VOOR PLASTIC!Naast het scheiden van papierafval is ook het scheiden van plasticafval de moeite waard!

Begin dus direct met gescheiden inzamelen en breng het bij ons bedrijf datcentraal gelegen is langs de A4 tussen Rijnsburg, Leiden en Schiphol.

Afslag Nieuw-Vennep, richting leimuiden, bij stoplichten linksaf,weg volgen en A4 weer oversteken, eerste weg links.

PAPIER- EN PLASTIC-RECYCLING

Ons adres is: Wed. G.J. Nijssen B.V.Rijnlanderweg 1427Nieuw-VennepTel. 0252-674041

Onze openingstijden zijn: Maandag t/m vrijdagvan 07.00-18.00 uur. Zaterdag 08.00-13.00 uur.

Ook voor containerplaatsingen (alle soorten + maten)

bezoek aan: akkerbouw • veeteelt • glastuinbouw• bloembollenkwekerij • fruitteelt

Venneperweg 1502153 MA Nieuw-Vennep

tel.: 0252 - 621 458fax: 0252 - 621 459

Marianne Koeckhoven-van HaasterKruisweg 11132131 CV HoofddorpTelefoon 023 563 48 07

Luxe assortimentopen haarden enaccessoires in onze showroom

Showroom is geopend dinsdag t/m vrijdag 13 -17.00 uurzaterdag van 10 -16.00 uur

TVD meerhistorie90x65 12-08-2004 09:35 Pagina 1

Voor het actuele aanbod

www.schenkmakelaars.nl

Haarlemmermeer

heeft alles ....

Postbus 3103 2130 KC Hoofddorp Tel. 023 - 568 93 50 Fax 023 - 584 03 74

E-mail: [email protected]

DE WILDT

TOYOTA VERKOOPTOYOTA SERVICETOYOTA LEASINGTOYOTA VERHUURTOYOTA OCCASIONS

VENNEPERWEG 3892153 AA NIEUW-VENNEPTEL. 0252 - 672 515 ...HEEL TOYOTA

Nijverheidsstraat 3A2132 AZ Hoofddorp

T (023) 56 40 750F (023) 56 58 146

[email protected]

DTP • Ontwerp • Drukwerk • Kopieën • Prints • Posters • Textiel • Belettering

RengBloemsierkunst

Venneperstraat 72151 AP Nieuw-Vennep

Tel. 0252-672355Fax 0252-673782

OOK UW ADRES VOOR PLASTIC!Naast het scheiden van papierafval is ook het scheiden van plasticafval de moeite waard!

Begin dus direct met gescheiden inzamelen en breng het bij ons bedrijf datcentraal gelegen is langs de A4 tussen Rijnsburg, Leiden en Schiphol.

Afslag Nieuw-Vennep, richting leimuiden, bij stoplichten linksaf,weg volgen en A4 weer oversteken, eerste weg links.

PAPIER- EN PLASTIC-RECYCLING

Ons adres is: Wed. G.J. Nijssen B.V.Rijnlanderweg 1427Nieuw-VennepTel. 0252-674041

Onze openingstijden zijn: Maandag t/m vrijdagvan 07.00-18.00 uur. Zaterdag 08.00-13.00 uur.

Ook voor containerplaatsingen (alle soorten + maten)

bezoek aan: akkerbouw • veeteelt • glastuinbouw• bloembollenkwekerij • fruitteelt

Venneperweg 1502153 MA Nieuw-Vennep

tel.: 0252 - 621 458fax: 0252 - 621 459

Marianne Koeckhoven-van HaasterKruisweg 11132131 CV HoofddorpTelefoon 023 563 48 07

Luxe assortimentopen haarden enaccessoires in onze showroom

Showroom is geopend dinsdag t/m vrijdag 13 -17.00 uurzaterdag van 10 -16.00 uur

TVD meerhistorie90x65 12-08-2004 09:35 Pagina 1

Voor het actuele aanbod

www.schenkmakelaars.nl

Haarlemmermeer

heeft alles ....

Postbus 3103 2130 KC Hoofddorp Tel. 023 - 568 93 50 Fax 023 - 584 03 74

E-mail: [email protected]

DE WILDT

TOYOTA VERKOOPTOYOTA SERVICETOYOTA LEASINGTOYOTA VERHUURTOYOTA OCCASIONS

VENNEPERWEG 3892153 AA NIEUW-VENNEPTEL. 0252 - 672 515 ...HEEL TOYOTA

Nijverheidsstraat 3A2132 AZ Hoofddorp

T (023) 56 40 750F (023) 56 58 146

[email protected]

DTP • Ontwerp • Drukwerk • Kopieën • Prints • Posters • Textiel • Belettering

RengBloemsierkunst

Venneperstraat 72151 AP Nieuw-Vennep

Tel. 0252-672355Fax 0252-673782

OOK UW ADRES VOOR PLASTIC!Naast het scheiden van papierafval is ook het scheiden van plasticafval de moeite waard!

Begin dus direct met gescheiden inzamelen en breng het bij ons bedrijf datcentraal gelegen is langs de A4 tussen Rijnsburg, Leiden en Schiphol.

Afslag Nieuw-Vennep, richting leimuiden, bij stoplichten linksaf,weg volgen en A4 weer oversteken, eerste weg links.

PAPIER- EN PLASTIC-RECYCLING

Ons adres is: Wed. G.J. Nijssen B.V.Rijnlanderweg 1427Nieuw-VennepTel. 0252-674041

Onze openingstijden zijn: Maandag t/m vrijdagvan 07.00-18.00 uur. Zaterdag 08.00-13.00 uur.

Ook voor containerplaatsingen (alle soorten + maten)

bezoek aan: akkerbouw • veeteelt • glastuinbouw• bloembollenkwekerij • fruitteelt

Venneperweg 1502153 MA Nieuw-Vennep

tel.: 0252 - 621 458fax: 0252 - 621 459

Marianne Koeckhoven-van HaasterKruisweg 11132131 CV HoofddorpTelefoon 023 563 48 07

Luxe assortimentopen haarden enaccessoires in onze showroom

Showroom is geopend dinsdag t/m vrijdag 13 -17.00 uurzaterdag van 10 -16.00 uur

TVD meerhistorie90x65 12-08-2004 09:35 Pagina 1

Volkstuinente huur

Gelegen op landgoed De Baarsjesin Vijfhuizen

Info verhuur:Schoorl Beheer B.V.- Tel: 0523 - 682161

30

Meer-Historie september 2010

de Fokker Fiiin het juninummer van Meer-Historie stond de geschiedenis van de eerste schipholjaren. Onderstaand artikel sluit hier mooi bij aan.

In tegenstelling tot de omgebouwde militaire vlieg-tuigen, die na de eerste wereldoorlog in gebruik waren, was de Fokker FII het derde echte verkeersvlieg-tuig ter wereld, dat als zodanig ontworpen was. Het eerste verkeersvliegtuig ter wereld met een gesloten passagierscabine was de BAT FK26, een ontwerp van Frits Koolhoven, die toen in Engeland werkzaam was, terwijl het tweede ontwerp kwam van de hand van Hugo Junkers, de Junkers F13. De eerste vlucht van de FK26 was in april 1919, terwijl de F13 op 25 juni 1919 het luchtruim koos.De Fokker FII vloog in oktober 1919. Er is natuurlijk ook een Fokker FI geweest, maar die had geen gesloten cabine, waardoor de passagiers als in een open rijtuig in weer en wind zaten. Dit ontwerp werd dan ook afgekeurd. Een aantal FII’s is gebouwd in Schwerin in Duitsland in de toenmalige Fokkerfabriek. Het proto-type is door Bernard de Waal, vriend en medewerker van Anthony Fokker, naar Nederland gesmokkeld omdat de geallieerden uitvoer van vliegtuigen uit Duits-land hadden verboden. Op weg naar Nederland moest

De Waal tot tweemaal toe een noodlanding maken op Duits grondgebied, beide keren wegens motorstoring; hij kreeg de motor echter weer aan de praat om echter bij Surhuisterveen in Friesland, bij de derde motorsto-ring, het onderstel te kraken, waardoor verder vliegen naar Amsterdam uitgesloten was. De FII werd gede-monteerd en per trein naar Leeuwarden vervoerd, vandaar ging de reis per schip verder. Maar waar was deze curieuze smokkel nu eigenlijk om begonnen? Anthony Fokker zag in de pas opgerichte KLM een serieuze klant voor zijn FII en daar Albert Plesman, de directeur van de jonge firma, op 17 mei 1920 de eerste lijndienst zou openen tussen Amsterdam en Londen, wilde Fokker de machine demonstreren bij deze gelegenheid. Want dan waren, zoals te verwachten was, de oprichters, de relaties en de pers aanwezig op Schiphol. Het avontuur van De Waal bleek niet voor niets te zijn geweest.

De demonstratie droeg bij tot een bestelling van twee machines, die de KLM twee maanden later, op 10 juli 1920, plaatste voor een bedrag van 45.000 gulden. Op 25 augustus 1920 werden de machines overgedragen en op 30 september 1920 voerde de Engelse vlieger Hinch-liffe de eerste operationele KLM-vlucht met de FII uit naar het Londense vliegveld Croydon, met aan boord Albert Plesman, luchtvaartjournalist Henry Hegener

BAT FK26 (British Aerial Transport Co Ltd)

Junkers F13

Demonstratie Fokker FII uit: Fokker verkeersvlieg-tuigen, illustratie Serge Stone

31

Meer-Historie september 2010

en Fokker mecanicien S. Elleman. De gelegenheid werd aangegrepen om op Croydon demonstratievluchten te maken voor vertegenwoordigers van het Air Mini-stry en de Britse Luchtvaartpers. Later ging men naar Cricklewood om de FII te tonen aan de directie van Handley Page en Aircraft Transport & Travel. Van laatstgenoemde maatschappij huurde de KLM haar eerste vliegtuigen. De demonstraties leidden tot uitvoe-rige aandacht in de Britse bladen.Omdat de reeds door Hinchliffe gesignaleerde koeling-problemen met de FII voortduurden, rustte de KLM een van de FII’s met een 17.8 pk Mercedes motor uit maar deze beviel echter ook niet en werd daarom

vervangen door een Siddenley Puma van 240 pk en dankzij het grotere vermogen ging de snelheid omhoog naar 150 km per uur. De FII bleef, ondanks de komst van de FIII, bij de KLM in dienst tot 1927. waarna ze werden verkocht aan het Belgi-sche Sabena.

De FII’s hebben jaren-lang intensief dienst gedaan op de buiten-landse lijnen in Duits-land (Fokker had een licentieovereenkomst gesloten met de Deut-

sche Aero Lloyd A.G.). Deze firma bouwde zeker twintig FII’s met de naam: Fokker-Grülich FII ofwel FG FII. Bijzonder is dat de eerst gebouwde FII ook het langst heeft gevlogen. In 1936 kocht Fokker het toestel terug van de Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart (RSL, de voorloper van de latere NLR) om het te bewaren voor een op te richten Nationaal Luchtvaartmuseum op Schiphol. Zover is het echter niet gekomen, daar het toestel in de oorlog is gesloopt, na zwaar te zijn bescha-digd in mei 1940 bij de bombardementen op Schiphol.

Leo de Roo

Fokker FII prototype

Piet, een oud-Fokkeriaan, is enkele jaren lid geweest van de werkgroep luchtvaarthistorie. Helaas heeft hij, wegens ziekte, in 2008 van ons afscheid moeten nemen. Zijn hobby was o.a. schilderen. Vorig jaar is een aantal van zijn kunstwerken tentoongesteld in het Historisch Museum Haarlemmermeer. Eén van deze schilderijen heeft Piet onlangs aan onze Stichting geschonken. Het is een schilderij van de Fokker FII, het eerste verkeers-vliegtuig van Fokker. Piet laat het vliegtuig zien boven het oude Schiphol van omstreeks 1920-1925. De Ring-vaart en de oude Fokkerloods zijn duidelijk te zien. We zijn erg blij met dit schilderij. Het heeft een mooi plekje gekregen in de Witte Boerderij.

Barend Klaassen

Piet Weij schenkt schilderij van de Fokker Fii

32

Meer-Historie september 2010

Mijn broer Jan Kerzaan groeide op in een arbeidersgezin met vader, moeder, drie broers en vier zussen. Jan is altijd een heel druk kind geweest. Mijn zuster en ik sliepen in een bedstee en Jan lag boven ons in een krib. Als hij wakker werd, liet hij zijn eigen uit de krib vallen en kroop dan tussen ons in. Als wij hem dan weer in de krib terug wilden leggen, krijste hij de hele familie wakker, dus lieten wij hem maar liggen.

De lagere school heeft hij doorlopen in Zwaanshoek, school 8; lopen van de IJweg naar de Spieringweg onder leiding van meester Wagenmakers. Die heeft op een ouderavond gezegd; ‘Stuur Jan naar de technische school, want het zou jammer zijn als Jan bij de boeren moest gaan werken’. En zo, tot vreugde van Jan, is hij naar de technische school in Haarlem gegaan; op de fiets van de IJweg naar Haarlem met veel plezier. Hij heeft het daar erg naar zijn zin. Hij haalde hoge cijfers, maar helaas brak de oorlog uit met alle gevolgen van dien, daarvan ook de hongerwinter. Alles was toen ook op bonnen verkrijgbaar en zo heeft Jan op school de hongerwinter meegemaakt. Hij kreeg van zijn moeder iedere dag extra sneetjes brood mee om aan de jongens uit te delen. Maar wat deed slimme Jan. Hij verkocht zijn brood en van dat geld ging hij met zijn vriend naar Haarlem. Daar stapte hij in de trein naar Rotterdam want hij had gehoord dat daar een tunnel onder water werd gegraven, later de Maastunnel. Zo ondernemend was hij toen al.

Zijn moeder wist niet beter dan dat hij op school was, maar de school heeft hij niet af kunnen maken daar onze vader uit het boerenwerk stapte, ging werken aan de wederopbouw van Schiphol met zijn oudste zoon. Een huisuitzetting, acht maanden in een schuur bij de boer en daarna verhuisd naar de Aalsmeerderdijk (Oud Rijk), maar Jan kon toen niet meer naar school, het was te ver weg.

Vader had al snel een baan voor hem op Schiphol, smeerjongen op een machine. Hij vond het geweldig. Ik zie hem nog van zijn werk thuis komen. Onder de smeer van top tot teen, alleen zijn ogen zag je nog. Mijn moeder vond dat werken op Schiphol bij al dat rauwe volk maar niks. Ze las in de Hoofddorpse Courant een advertentie dat ze bij de firma Van Driel een leerjongen vroegen. Wat was hij kwaad, maar ging wel solliciteren bij Van Driel en Van Dorsten en werd gelijk aange-

nomen. Maar van de eerste dag af heeft hij het heel erg naar zijn zin gehad. Hij had een heel goede leer-meester die hem alle kneepjes van het vak heeft geleerd en dat heeft hem in de toekomst ver gebracht. Iedere morgen ging hij op zijn fiets fluitend naar zijn werk. Ik vergeet nooit zijn eerste personeelsfeestje bij Van Driel. Hij werd netjes met de auto opgehaald en werd ook ’s nachts weer thuis gebracht. Ik had hem ’s nachts opgewacht, hij was goed aangeschoten. Hij zag er niet uit. Ik zeg; ‘Och kind, wat heb je toch gedronken’. Zijn antwoord: ‘Och zus, allemaal verse kadetjes’. Dat was na de oorlog een hele traktatie. En zo is hij verder met het bedrijf meegegroeid. Hij heeft op kosten van Van Driel zijn rijbewijs mogen halen en kreeg verkering met Corrie Combier. De woningnood was na de oorlog heel groot. Jan vertelde zijn ouders dat hij ondeugend was geweest, dus werd er getrouwd, maar Corrie bleef bij haar ouders wonen en Jan thuis. Zijn eerste dochter is bij haar ouders thuis geboren. Maar gelukkig konden ze via Van Driel een huis krijgen aan de Draverslaan. Het was een kleine woning, maar wat waren ze gelukkig. Hij woonde nu dicht bij zijn werk en zo is Jan met het bedrijf meegegroeid. Hij kreeg meer werk en werd de boer op gestuurd.

Gelukkig kwam er een grotere woning bij het bedrijf vrij. Daar zijn ze gaan wonen en daar is ook hun tweede dochter Carla geboren. Door zijn werk was hij heel vaak van huis. Niet altijd leuk voor zijn gezin, maar als hij thuis was, was hij echt de man en vader voor zijn gezin.Maar helaas, na zo veel jaar bij Van Driel gewerkt te hebben, werd het bedrijf stop gezet, maar al het perso-neel werd met een goede regeling ontslagen. Toen er op terrein een wooncomplex werd gebouwd, kregen Jan en Corrie een woning toegewezen in een pantrywoning. Ik hoor Corrie nog zeggen toen ik vroeg: ‘Vind je het niet vreemd, drie hoog? Nee, ik vind het hier heerlijk. Als de zon schijnt, sta ik op het balkon, dan zie ik de zon in de zee zakken, geweldig’.

Heel jammer dat Corrie er maar kort van heeft mogen genieten. Door een ernstige ziekte is Jan zijn vrouw, moeder en oma overleden; wat een verdriet. Maar Jan heeft veel steun van veel mensen gekregen, ook van de vrienden van Meer-Historie. Daar heeft hij met liefde vrijwilligerswerk gedaan: de boer op om oude machines op te halen, die weer opknappen. Dag en nacht was hij er mee bezig om alles weer in de oude staat terug te brengen. Zo heeft Jan met heel veel mensen het plan opgezet om de spullen die weer in hun oude staat waren gebracht in een museum onder te brengen, om al die spullen aan de mensen te tonen zodat het verleden levend blijft.

stuur Jan naar de technische school…

Hanny Zaal-Kerzaan

33

Meer-Historie september 2010

De lagere school heeft Jan Kerzaan doorlopen in Zwaanshoek, School 8

Het Historisch Museum is opgericht en wordt steeds weer vernieuwd. De vrijwilligers van het museum zijn er om de bezoekers te ontvangen en zo draaide Jan en Lies veel weekeinden mee. Lies zorgde voor de ontvangst en de koffie en Jan liep met de bezoekers mee en gaf tekst en uitleg. Het mooiste dat tot stand is gekomen, is de dorsmachine; de machine kon weer dorsen. Hij kwam mij en mijn man Dirk ophalen en als klein kind sprong hij om de machine heen, zo blij was hij.

Dirk en ik zijn veel naar het museum geweest, vooral de open dagen als ook de dorsmachine draaide en van het graan weer meel maakte en er pannenkoeken van werden gebakken. En dan zag je dat stralende gezicht van mijn broertje Jan. De dorsmachine stond met zwarte vlag bij het kerkhof waar hij met zijn begrafenis even stil stond. Dan vallen de tranen weer op papier.Zo is er eind gekomen aan een lang ernstige ziekte van onze geliefde. Hij heeft zijn strijd gestreden met veel hoop en gebeden. Zijn laatste woorden en gebaren waren: ‘Ik ga naar Jezus en laat dat voor al zijn geliefden een troost zijn’.

Ik zal hem persoonlijk ook erg missen. Wel een paar keer in de week kwam hij binnen lopen, kijken of er nog wat lekkers was en weg was hij weer. Dan kon

Adverteren?Bel voor informatie met:

Ed Destrée 023 - 56 27 888e-mail: [email protected]

Voor het actuele aanbod

www.schenkmakelaars.nl

Haarlemmermeer

heeft alles ....

Postbus 3103 2130 KC Hoofddorp Tel. 023 - 557 22 88 Fax 023 - 557 97 33

E-mail: [email protected]

advertenties

Dirk zeggen: ‘Ik dacht dat je broer hier was’. Iedere zaterdag om 12 uur ging ik met een pannetje soep of een pannetje stijve rijst naar hem toe om dan met zijn tweetjes even terug te blikken op onze jeugd. Maar het is voorbij.

Hanny Zaal-Kerzaan

34

Meer-Historie september 2010

iJzerhandel Zwager, een begrip in de poldertot ongeveer 1990 was de ijzerhandel van Zwager een begrip in de polder. vorig jaar, tijdens de excursie van Meer-Historie naar Kampen, raakte ik aan de praat met niek Zwager, zoon van de oprichter van de ijzer-handel, over het vroegere Hoofddorp. Het leek ons een goed idee om een stukje geschiedenis van de zaak voor Meer-Historie vast te leggen. Met een interview afgelopen maart is dit verhaal, verteld door niek Zwager, tot stand gekomen.

van iJmuiden naar HoofddorpNicolaas Jozeph Zwager is geboren op 17. maart 1890 in de gemeente Velsen–IJmuiden. Zijn vader, Nico-laas Jacobus Zwager, had een ijzerwarenzaak in IJmuiden. Daar mijn vader meerdere broers had besloot hij om zijn geluk elders te gaan beproeven. Hij kwam in 1918 op 28 jarige leeftijd naar de Haarlemmermeer en ging in de kost bij de familie Kluuk

in de Stationsweg te Hoofddorp. Mijn vader had het goed bekeken, lekker dicht bij het spoorwegstation. Dat was gunstig als de spullen aangevoerd werden of de bestellingen per spoor weggebracht moesten worden.

Om een zaak op te zetten moest hij eerst naamsbekend-heid krijgen en een klantenkring zien op te bouwen. Vader stapte dan op zijn fiets en zocht toekomstige klanten op in de wijde omgeving van Hoofddorp. Dat waren aannemers, timmerbedrijven, wagenmakers en boeren. Zijn handelsvoorraad had hij onder zijn bed in het kosthuis. Als hij niet uit voorraad kon leveren ging

hij direct op de fiets naar een groothandel in Amsterdam om zijn spullen te kopen en bij de klant af te leveren. Want service stond bij hem hoog in het vaandel.In de beginjaren was het pionieren, maar vader kreeg steeds meer klandizie. Zijn ‘magazijn’ onder het bed puilde uit en de vloer van zijn zolderkamertje werd wel erg zwaar belast. Hij ging toen op zoek naar opslag-ruimte. Gelukkig kon hij in de Stationsweg een kleine loods huren. Aannemers die vaak per trein uit Haarlem, Vijfhuizen of Uithoorn kwamen haalden zo hun spullen bij vader en gingen per trein weer naar huis.Om de voorraad van zijn magazijn op peil te houden ging hij altijd per fiets verschillende grossiers in Amsterdam langs. Als het te zwaar en te veel voor zijn fiets was werd Van Gend en Loos ingeschakeld.

Wonen en werken in de concourslaanIn de Houtrakpolder ontmoette vader bij een klant zijn toekomstige vrouw, Anna Maria Zoetelief. Zij was een zus van mevrouw van Duin uit de Concourslaan in Hoofddorp. Nic. Van Duin had daar een schildersbedrijf en was eigenaar van een rijtje huizen namelijk no. 7. t/m no. 19 aan de Concourslaan. Nic. Van Duin woonde zelf op nummer 19. Het huis op nummer 7. was te koop. In 1919 kocht vader het huis in de Concourslaan van zijn toekomstige zwager en op 30 april 1919 trouwde hij

met Anna Maria Zoetelief. Daar begon de winkel. Het pasgetrouwde stel ging boven wonen, beneden was de zaak. Er kwam gezinsuitbreiding, waardoor het bovenwonen niet meer ging. Vader kocht toen het huis op nummer 9. Dat werd het woonhuis voor het jonge gezin. Vader ging nog steeds op zijn fiets de klanten langs en moeder moest de winkel runnen. Later is er personeel bijgekomen. De eerste werknemer was

Niek Zwager

Een jubileumfoto uit 1939? v.l.n.r. Joop Zwager, Jos Hofstede, Gerard Zwager, Niek Zwager, Gerard Grooteman,… Smit zittend v.l.n.r. Nico Zwager sr. en P.J. de Hoog (administrateur)

35

Meer-Historie september 2010

Cornelis Braak. Hij was familie van Kluuk uit de Stati-onsweg. Later kwamen er nog 2 personeelsleden bij n.l. Gerard Grooteman als winkelbediende en verkoper en Jos Hofstede als vertegenwoordiger. Jos reed toen al op een motorfiets maar dat was hij gauw zat. De zaak breidde zich steeds verder uit en vader kocht voor de oorlog een auto, een T-Ford. Onze klanten zaten in de hele Meer. Zelfs kwamen er klanten uit Bovenkerk, Mijdrecht en Uithoorn.

De Concourslaan was voor de oorlog al een bedrijven-straat. Tegenover onze winkel had je timmerbedrijf Van Niel, wagenmakerij De Bakker, smederij Schouten en bakker Groeneveld. Aan onze kant waren gevestigd: bakker Van Wel en schildersbedrijf (later auto lak – en spuitinrichting) van Duin. Achter de Concourslaan was de Tuinweg, ook wel Modderpad genoemd, waarschijnlijk omdat het een achterafweggetje was en ’s winters onbegaanbaar was. Daar stonden 6 huisjes zonder achteruitgang. Vóór de oorlog werden deze huisjes voor 1 gulden per week verhuurd. Later heeft vader deze huisjes kunnen kopen om op de grond ervan een magazijn te bouwen. Achter de Concourslaan stond vroeger ook de molen Hoop op Zegen van Simon Engel. Deze is in de nacht van 11 op 12 september 1926 met draaiende wieken volledig afgebrand.Mijn ouders kregen 8 kinderen: 3 meisjes en 5 jongens. Op één na hebben alle jongens in de zaak

gewerkt. Vader had al vroeg telefoon. Het eerste nummer wat hij had was nummer 5 (Oliehandel de Boo had nummer 4). Later kwam er een 6 achter (56) en weer later een 4 ervoor (456).Tijdens de oorlog was het moeilijk om aan goed materiaal te komen. Nieuw-bouw was er nauwelijks maar naar spullen voor onderhouw en reparatie was grote vraag. De zaak draaide dus gewoon door, alhoewel de Duit-sers onze T-Ford in beslag hadden genomen. Vader kon zich gelukkig vrij bewegen. Hij was vanwege zijn leef-tijd vrijgesteld voor de Arbeitseinsatz in Duitsland. Maar de oudste jongens liepen wel gevaar om te worden opge-pakt. Gelukkig is dat niet gebeurd. Na de oorlog bestond het personeel uit

Grooteman, Rabbé, Vis, van Schie en Landsdaal. Mijn oudste broer Gerard is na de oorlog voor zichzelf een ijzerhandel in Den Haag begonnen. Deze zaak bestaat nog. Ikzelf heb een avondstudie gevolgd op de Techni-sche School in Haarlem en een Middenstandsdiploma gehaald. Daarna ben ik in de zaak gekomen.

Leuke anekdotesBezoek van een paardVóór de oorlog was aan de Tuinweg de kolenhandel van Bosman en Witte. Met paard en wagen waren kolen in het dorp weggebracht. Het paard werd uitgespannen en liep vervolgens zelf naar de stal. Eén keer deed het paard dat niet, maar liep de Tuinweg in. Bij ons maga-zijn aan de Tuinweg stond de achterdeur open en is

het paard daar naar binnen gegaan. Eenmaal tussen de stellingen beland kon hij geen kant meer op. Achter-uitlopen was er niet bij en vóór het paard was de deur naar de winkel. Op een gegeven ogenblik merkte één van ons dat er een paard bij de deur stond. Met veel moeite kregen we het paard in de winkel en toen door de voordeur de winkel weer uit. Zo brachten we het paard weer naar zijn baas. Die was verbaasd omdat hij dacht dat het paard in de stal was.

Het winkelpand in de Concourslaan omstreeks 1960

De oprichter N.J. Zwager

36

Meer-Historie september 2010

SokkenToen vader al wat ouder was liep hij in de winkel altijd op zijn sokken. Vermoedelijk had hij last van jubel-tenen. Soms trapte hij op een schroef of een spijker. Dan had je de poppen aan het dansen. Hij stond erop dat de vloer altijd schoon moest zijn. Alleen als hij ’s zondags naar de kerk ging had hij zijn schoenen aan.

‘Goeden morgen’Wanneer er een klant binnenkwam was een heel bekende uitspraak van vader: ‘Goeden morgen/middag, kan ik u helpen met het één of iets anders soms?’ Vader was altijd heel beleefd. De klant was bij hem altijd koning.

RecyclingNa de oorlog hadden we Jan Stokman in dienst. Hij had een broer Gerard die erg klein van stuk was, waar-schijnlijk als gevolg van de Engelse ziekte. Hij deed bij ons hand- en spandiensten voor 5 gulden in de week. Hij wilde dat graag in muntgeld uitbetaald hebben want papiergeld vertrouwde hij niet. Hij zocht altijd in de afvalbak naar oude spullen die hij nog kon gebruiken. Zo kwam iemand met een niet te repareren oud slot en vroeg of wij hiervoor een nieuwe konden leveren. Natuurlijk konden we die man helpen en het oude slot verdween in de afvalton. Stokman zag dat en haalde het er weer uit en nam het na werktijd in zijn karretje mee naar huis.

naar het nieuwe winkelpand aan de HoofdwegMet het groter worden van Hoofddorp breidde ook onze zaak steeds verder uit. In de zeventigerjaren van de vorige eeuw werd het magazijn sterk uitgebreid. Daarna werd op de hoek van de Hoofdweg en de Tuinweg een nieuw winkelpand neergezet. Voor die tijd was daar een manufacturenwinkel van 2 zusters van mij. Vader had dat pand toen gekocht en laten slopen. De manufac-turenwinkel is nog enige tijd voortgezet in ons oude winkelpand aan de Concourslaan.

Vader heeft tot zijn overlijden op 31 oktober 197.7. boven de nieuwe zaak gewoond. Tot zijn dood is hij altijd bij de zaak betrokken gebleven. Stilzitten was niets voor hem. Samen met mijn broers Joop en Sjaak heb ik de zaak voortgezet. Ik hield me bezig met de inkoop.

tenslotteTot mijn pensionering in 1987. is het heel goed gegaan met de zaak. Maar we keken ook naar de toekomst. Gaan we nog verder of verkopen we de zaak. Mijn jongste broer Sjaak woonde inmiddels boven de winkel. Hij heeft de zaak nog enkele jaren voortgezet. Tenslotte heeft zijn zoon een korte tijd de winkel gerund. Daarna is de winkel gestopt. Het pand heeft een tijdje leegge-staan. Nu is er een fietsenzaak gevestigd. Zo is weer een stukje geschiedenis van het vroegere Hoofddorp opgetekend. Voor velen roept dit weer herinneringen op aan het oude winkeltje in de Concourslaan.

Barend Klaassen

Het Meer-menuVoor het decembernummer willen wij een bijzonder (Kerst)menu samenstellen op basis van typische ingredi-enten uit de Haarlemmermeer. Wij zijn op zoek naar recepten die in vroeger tijden werden bereid en die ook nu nog gegeten (kunnen) worden. Wellicht heeft u die nog ergens in een keukenla heeft liggen; misschien maakt u die gerechten wel uit het hoofd. Stuur de recepten op voor 15 oktober 2010 en maak kans op publicatie van het gerecht in de volgende editie van Meer-Historie.

Stuur uw recept aan Redactie Meer-Historie, Hermitage 196, 2134 AC Hoofddorp of via e-mail: [email protected]

37

Meer-Historie september 2010

Bewoners van de dankbaarheid en de eensgezindheid de vorige bijdrage van de heer J.J. v.d. Hulst uit Winkel eindigde met de gedwongen verhuizing van de Familie v. d. Hulst en Bakker in de oorlog.

Voor de oorlog waren enkele gezinsleden een zelf-standig bedrijf begonnen. Wilhelmina van Egmond, [wed. Bakker] op 12 juni 1903 getrouwd met Hendrikus v. d. Hulst, overlijdt op 5 augustus 1923. In 1924 begint Cornelis Bakker [geb. 6 oktober 1892] een melkzaak in Schoten (later Haarlem-Noord), in de Goedzeestraat. In 1930 wordt mijn vader, Adrianus Antonius v. d. Hulst [geb. 23 juni 1906] de nieuwe pachter op de hoeve ‘Hoop Op Zegen’ aan de Hoofdweg 1040 in Nieuw-Vennep. Op 6 november 1935 trouwt Johannes Nico-laas v. d. Hulst [Oom Jan, geb. 1 mei 1904] en begint een melkveebedrijf in Haarlemmerliede.Bij die gedwongen verhuizing zijn dus betrokken: mijn grootvader Hendrikus, Adrianus v. d. Hulst [geb. 8 augustus 1860], oom Teun [1 mei 1890], oom Klaas [18 januari 1894], tante Mijntje [23 augustus 1891] en tante Keetje Bakker [10 augustus 1895]. In juni 1941 werden de bombardementen steeds heviger zodat op 1 juli 1941 de gedwongen verhuizing plaatsvindt. Zij zijn toen gaan wonen aan de Hoofdweg 1066. Dat is dus dichtbij de boerderij, waar mijn vader in 1930 begonnen is. Zij komen te wonen in een daggelderhuisje, van twee onder een kap, wat er nu nog staat. Ik kan mij nog herin-neren dat er enkele werkpaarden tijdelijk op onze boer-derij gestald werden. Dat de familie zo dichtbij woonde, daaraan heb ik slechts vage herinneringen; ik was toen pas zes en een half jaar oud.Oom Teun heeft maar een nacht hier geslapen en is

toen weer naar ‘De Dankbaar-heid’ gegaan en al die tijd daar gebleven, ondanks de bombar-dementen. De hoeve is niet door de bommen geraakt, maar toen wij na de oorlog op verjaardagen daar waren, liet Oom Teun ons de bomkraters zien in zijn land. De gedwongen verhuizing duurde tot 13 april 1942. Toen gingen grootvader en twee ooms en twee tantes weer naar ‘De Dankbaar-heid’ terug.In het dorpje ‘Rijk’ waren naast de familie v. d. Hulst–Bakker en familie v. Egmond weinig rooms-katholieken. Rijk behoorde paro-chieel onder de parochie Lijnden. Ook de school was in de Lijnden en zij gingen altijd te voet naar school en Kerk, maar soms met de bokkenkar.

Mijn grootvader was daar een trouw koorzanger en zo nodig vervulde hij de taak als hulporganist. Mijn vader is daar, voordat hij op de Hoofdweg 1040 ging wonen, ook organist geweest, en ik ben later mijn vader opge-volgd als organist in de Buiten-Kaag en ben nu ook nog actief als invallend organist in diversen kerken in de ruime omgeving van Winkel*. Mijn grootvader heb ik nooit anders gekend als een man die ernstig aan suikerziekte leed daardoor lag hij meestal op bed of zittend in een grote leunstoel. De tantes hebben hem als hun vader altijd met veel zorg en liefde verpleegd tot zijn dood op 1 januari 1949. Beide tantes en ooms zijn hun hele leven vrijgezel geweest. Misschien komt het daardoor, dat mijn opmerking in mijn vorige verhaal, over de goede herinneringen van alle neven en nichten, dat het bij die tantes en ooms plezierig was om er te zijn. Ongemerkt zullen wij door hen wel verwend zijn.Het leven gaat verder, zo ook de uitbreiding van Schiphol. ’De Dankbaarheid’ zal de eerste boerderij zijn die moet wijken voor die uitbreiding. Andere boerderijen hadden al eerder land moeten afstaan. ‘De Dankbaarheid’ zou als eerste geheel verdwijnen, maar zo rap ging het ook weer niet. In mijn vorige verhaal heb ik geschreven over de Familie v. Egmond op ‘De Eensgezindheid’, aan de Aalsmeerderweg 228. Door de aanleg van de Noord –Zuid baan verliest ‘De Eensgezindheid’ heel veel grond. De toenmalige pachter Johannes v. Egmond

De Eensgezindheid

38

Meer-Historie september 2010

-zoon van eerder genoemde Cornelis v. Egmond - gaat in het najaar van 1948 naar de Noordoostpolder.Door diezelfde baanverlenging, verliest ook ‘De Dank-baarheid’ veel grond. De familie Bakker krijgt een dringend verzoek te verhuizen naar ‘De Eensgezind-heid’. Uiteindelijk gaat de familie Bakker in 1950 naar ‘De Eensgezindheid’ aan de Aalsmeerderweg 228. Zij blijven vandaar uit het overgebleven deel aan de Vijfhuizerweg bewerken en oogsten. Als wij op ‘De Eensgezindheid’ waren, liet oom Teun ons zien hoe met grote draglines de kanalen en vaarten gegraven werden midden door beide akkers. Na het vertrek van de familie Bakker van ‘De Dankbaarheid’ hebben daar enige tijd enkele medewerkers van Schiphol gewoond. J. Helsloot die het grasland op de luchthaven pachtte en zijn bedrijf aan de Uitweg had, moest ook daar het veld ruimen en kreeg in 1952 ‘De Dankbaarheid’ toegewezen. De gebouwen werden aangepast aan zijn rundvee koppel. In die tijd werden er plannen gesmeed om op Schiphol een model boerderij te bouwen voor rundvee. Het moest, wat wij nu noemen een open loopstal worden. De eerste in Nederland, naar Amerikaans voorbeeld. Het werd: ‘De Schiphol Hoeve’. Op 1 oktober 1957. was het dan zover en gingen de koeien van J Helsloot uit ‘De Dankbaarheid’, naar de nieuwe open stal die er vlak naast werd gebouwd. Het was het parade paardje van Schiphol en de mensen kwamen met bussen vol de nieuwe stal bewonderen. Speciaal daarvoor was er in de stal een tribune gebouwd met een glazen wand, voor goed zicht in de stal en veestapel. Daar is al lang niets meer van over. Diezelfde dag trouwde het echtpaar Stijnders. Hij was een medewerker van Schiphol en werkte als elektromon-teur aan de startbanenverlichting en zij zochten al lang naar woonruimte. Dezelfde dag dat J. Helsloot de hoeve verlaat, komen zij daar te wonen. Zij bleven daar wonen tot het voorjaar van 1960. Zij waren dus de laatste bewo-ners van ‘De Dankbaarheid' toen deze, na een oefening van de brandweer, werd gesloopt. Bij het vertrek van ‘De Dankbaarheid' was mevr. Stijn-ders erg emotioneel en laat iemand iets doen, wat later een leuke en een bijzondere ontmoeting tot gevolg heeft. Daarover later meer, anders ben ik weer op een zijspoor. Zoals ik even eerder vermeldde, was de familie Bakker in 1950 naar ‘De Eensgezindheid’ gegaan. Het was de familie Bakker maar matig naar de zin, dat anderen op ‘De Dankbaarheid’ gingen wonen. Uiteindelijk berustten zij daar wat in en zagen zij dat er na drie jaar geen grond meer over was op ‘De Dankbaarheid’. Al snel kwamen er plannen om het hele dorpje ‘Rijk’ te slopen voor verdere uitbreiding van de luchthaven. De familie Bakker zag met lede ogen aan dat er ook voor hen daar geen toekomst meer zou zijn. Bovendien ging er op ‘De Eensgezindheid’ steeds weer wat land

In de vorige editie zijn de namen niet geplaatst bij de foto (uit 1912 of 1914) van de fam. v.d. Hulst, v.l.n.r.: tante Mijntje, oom Jan v.d. Hulst, opa H. v.d. Hulst, vader Arie v.d. Hulst (ong. 6 of 8 jaar), oom Teun, oom Klaas en Keetje. Op de trap leunt (vermoede-lijk) oom Cornelis. De rest van de mensen op de foto is machinepersoneel dat vaak mee ging van boer naar boer.

verloren door de uitbreiding van de luchthaven. Dan nadert de definitieve stap om er mee te stoppen. Oom Teun was de oudste en die was toen 68 jaar. Op 22 oktober 1958 vertrokken zij van ‘De Eensge-zindheid’ aan de Aalsmeerderweg 228, en gingen naar Aalsmeer. Daar betrokken zij een rijtjeshuis aan de Geraniumstraat, met een flinke groentetuin in het talud van de spoordijk. De NS had daar een goederenlijn van Uithoorn–Aalsmeer. Hun huis stond vlak bij het viaduct over de Provinciale weg. Oom Klaas en tante Mijntje zijn daar overleden. Oom Teun en tante Keetje hebben een aantal jaren een prima verzorging gehad in de’ Kloos-terhof ‘ in Aalsmeer. Tante Keetje werd 92 jaar.

J. v. d Hulst, Winkel

*Vermeldenswaardig is dat de R. K kerk in de Lijnden een mooie en passende andere bestemming gekregen heeft. Als organist gaat het je aan het hart, als mooie kerkorgels zomaar verdwijnen zoals bv. in de R.K. Kerk in Hoofddorp. Gelukkig heeft de Firma Adema Kerkor-gelbouw te Hillegom het mooie Adema orgel uit de R. K. Kerk in de Lijnden, een goede plaats gegeven in een kerkelijke instelling te Franeker.

39

Meer-Historie september 2010

brieken is de suikerindustrie inmiddels uitgegroeid tot een uiterst hoogwaardige landbouwactiviteit. Suikerbieten worden vooral geteeld in de gematigde klimaatzone. De suikerbiet houdt van een losse, voch-tige grond en kan slecht tegen vorst. Als de suikerbiet bevriest, sterft de biet af en verliest tot drie keer meer suiker dan een levende biet. Daarnaast zal een biet die bevroren is geweest sneller gaan rotten. De grootste productie van suikerbieten vindt plaats op het noor-delijk halfrond, waarbij Frankrijk, Duitsland, VS en Rusland de grootste suikerbietenproducenten zijn. Het zaaien van de suikerbieten wordt meestal eind maart begin april gedaan. Afhankelijk van wat het weer doet, kan de zaaidatum van jaar tot jaar zeer uiteenlopen. De grond moet eerst voldoende bekwaam zijn voordat met zaaien begonnen kan worden. Er moet worden voorkomen dat de bieten kort voor een voorspelde bui regen worden gezaaid. Als er namelijk kort na het zaaien een bui regen valt, vormt zich een korst op de bovenste laag van de grond en zullen de bietenzaadjes lang niet allemaal door de korst de grond uitkomen. De teelt van suikerbieten geschiedt geheel machinaal. Voor het machinaal kunnen verzaaien worden de zaden gepilleerd. Pilleren is het opvullen/omhullen van onregelmatig gevormde zaden met als doel het zaad beter, sneller en preciezer te kunnen verzaaien. Een ander doel is het meegeven van fungi-

Suiker is een eeuwenoud product en kent een rijke geschiedenis. De Indiërs weten als eersten gekristal-liseerde suiker uit suikerriet te halen. Ze persten sap uit het suikerriet, kookten dat vervolgens in tot een bruine zachte stroop die later uitkris-talliseerde tot suiker. Toen het Romeinse rijk zich naar het Oosten uitbreidde, ontstond er een levendige handel in suikerriet in China. De kruisvaarders brachten van hun tochten voor het eerst grote hoeveelheden suiker mee naar Europa. Suiker was in die tijd moeilijk te krijgen en daardoor erg kostbaar. In 1492 bracht Columbus de kennis van suikerriet en suiker over naar Amerika. De productie van suiker en de handel erin bloeiden hierdoor op als nooit tevoren. In de Gouden Eeuw groeide Amsterdam uit tot een machtig handelscentrum. Ruwe suiker uit heel de wereld werd er gezuiverd (geraffineerd) en van daar geëxporteerd naar landen als Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk. Deze gunstige positie duurde echter niet lang want Frankrijk gaat tolgeld heffen op de import van bewerkte suiker met het gevolg dat de export zwaar onder druk kwam te staan. Bovendien ging Frankrijk zelf raffineren. Ook andere landen volgden die methode. In 17.89 werd de slavernij afgeschaft wat een terugslag veroorzaakte in de suikerproductie. De productiekosten namen toe en de suiker werd duurder. In 17.47. ontdekte de Berlijnse scheikundige Marggraf, dat in de suikerbieten dezelfde suiker voorkomt als in het suikerriet. Door bieten te kweken met een zeer hoog suikergehalte en een techniek te ontwikkelen om met water suiker aan de biet te onttrekken, kan de gehele suikerproductie in eigen land plaatsvinden.In heel Europa gaan boeren suikerbieten telen. Nieuwe rassen krijgen een steeds hoger suikergehalte en boven-dien boekt de techniek om suiker te winnen belang-rijke vorderingen. Na de tweede wereldoorlog neemt de wereldbevolking sterk toe. Deze aanwas vergroot het verbruik van suiker aanzienlijk. Door nog betere teelt, automatisering en nieuwe technologieën in de suikerfa-

de suikerbiet is in nederland een belangrijke bron van suiker. de suikerbiet is een tweejarige plant en de biet op zich is niet eetbaar. in nederland beperken de agrariërs zich tot de eenjarige teelt; de vorming van de biet. er komen echter ook planten voor die in het eerste jaar onder ongunstige omstandigheden, bijv. een koude periode, een bloeiwijze vormen (schieten). deze bieten moeten verwijderd worden voordat ze zaad vormen om opslag (onkruidbieten) in het volgende gewas te voorkomen. Bovendien zijn ze ongewenst tijdens de oogst en verwerking van de rest van de bieten. de plant wordt tot 80cm hoog, de bloemen zijn geplaatst op een steel en zijn klein, ze hebben geen opvallende kleuren.

van gepilleerd zaad tot suiker

In heel Europa telen boeren suikerbieten (foto: Kees van der Veer)

40

Meer-Historie september 2010

ciden en insecticiden om de plant gedurende de eerste groeifase te beschermen tegen schadelijke schimmels en insecten. Voor opkomst worden de suikerbieten met een bodemherbicide gespoten. In juni worden de bieten geschoffeld. Bij de teelt van suikerbieten kunnen talloze ziekten optreden zoals bladziekten, meeldauw of wortel-ziekten. Ook kan er schade ontstaan door aaltjes en insectenlarven zoals ritnaalden en het bietenkevertje. Zij eten vooral van de bietenplanten. Suikerbieten worden gerooid vanaf september tot en met december. De meeste bieten worden gerooid met een zesrijige bietenrooier. De bieten worden eerst ontbladerd en daarna worden de bieten met messen gekopt. Voor goed kopwerk is een regelmatige stand van de bieten noodzakelijk; bij te kleine bieten blijft er nog blad aan de biet zitten en bij te grote bieten wordt er teveel biet weggekopt. De bladeren die vrij komen bij het koppen worden niet weggegooid maar blijven op het land liggen met als doelstelling de grond hiermee te verbeteren. De laatste twee overgebleven coöpera-tieve suikerfabrieken in Nederland bevinden zich in Groningen en Dinteloord. Tijdens de zgn. bietencampagne in de herfst worden groten hoeveelheden suikerbieten naar de fabrieken gebracht. Het overgrote deel van de bieten wordt geoogst tussen half september en half november. Later oogsten geeft risico’s omdat de biet slecht tegen vorst kan. De verwerking vindt plaats van half september tot half januari. In deze perioden wordt suiker uit de bieten gehaald. De rest van het jaar wordt gebruikt om

de fabriek schoon te maken, te onderhouden en klaar te maken voor de volgende campagne. In de fabriek worden de bieten eerst gewassen en in reepjes gesneden. De suiker wordt aan de fijn gesneden biet onttrokken met warm water. Het zo ontstane ruwsap moet echter eerst gezuiverd worden, men voegt daar onder andere kalk aan toe, dat later als schuim-aarde in de landbouw wordt gebruikt. Daarna dikt men het sap in tot diksap, waarin bij verder indikken de suikerkristallen gevormd worden. Om de vorming van de kristallen te stimuleren wordt een beetje poeder-suiker toegevoegd. Door centrifugeren scheidt men de kristallen van de overgebleven stroop, die melasse genoemd wordt en apart wordt verkocht, bijvoorbeeld voor de productie van alcohol. Melasse kan ook worden verwerkt in veevoer; doordat het kleverig is, kunnen er korrels van worden gemaakt. De kristalsuiker wordt goed gedroogd en opgeslagen in silo’s. Gedurende de loop van het jaar wordt de suiker verpakt en vervoerd. Het snijdsel waaraan de suiker is onttrokken (pulp) dient als veevoeder.Uit kristalsuiker worden diverse andere producten gemaakt, zoals basterdsuiker, poedersuiker en suiker-klontjes. Ook bij de productie van (minder voor de hand liggende) suikerhoudende producten zoals verf, papier en tandpasta wordt suiker gebruikt. In Neder-land worden de bieten direct tot suiker verwerkt; in het buitenland vindt soms een deel van de verwerking van het diksap buiten de campagne plaats.

Rinus van Rijsbergen / Linda Parlevliet - De Groot

De verschillende fases in de suiker-bietenteelt in beeld gebracht (foto: Kees van der Veer)

41

Meer-Historie september 2010

inGeZOndendonker [juni 2010]Ondergetekende vraagt zich af of dhr Ed Destree wel het goede tipje van de {sluier} geschiedenis heeft opge-licht. Naar mijn mening heeft het bedrijf Donker nooit op nummer 7. op de Venneperweg een verkooppunt gehad; dat nummer is namelijk het eerste huis van de Venneperweg in Burgerveen. DE KLEINE HEMA. Dat was een klein winkeltje in de Dorpstraat het staat er nog. Daar woonde de Familie Speeuw; daar was van alles te koop en als het nodig was ook open op Zondag. Daarhad men niet voor iedereen sluitingstijd!

J .P. Beerendonk

donker (2) [juni 2010]Hier schrijft Edm.Destreé dat de zaak van Donker in de volksmond Kleine Hema werd genoemd. Dit is volgens ons onjuist. Het galanterie winkeltje van Roel Hoge-boom vooraan links in de Dorpstraat werd zo genoemd. Het winkeltje is al jaren weg, is nu woonhuis.

Hans Jelsma, Emlichheim (Duitsland)

donker (3) [juni 2010]Met belangstelling heb ik het artikel over Donker in Meer-Historie gelezen en ik wil nog een enkele opmer-king maken. Als kind heb ik vroeger nog gespeeld in de tuin bij de familie Verkuyl die onze buren waren. Na het vertrek van de familie Verkuyl heeft de familie Wubbe een aantal jaren in het huis Hoofdweg 117.7. gewoond. Het huis was nooit kantoor van de notaris daar Nieuw-Vennep voor de oorlog geen notaris had. Bij Wubbe waren er vier zoons : Herman, Jan, Leo en nog een vierde waarvan ik de naam niet weet. Herman en Leo hebben jaren gewerkt voor de firma Spaans in Hoofddorp. De oude heer Wubbe was wel werkzaam voor een notaris. De notaris voor wie Wubbe heeft gewerkt was notaris Overmeer en die heeft gewoond in het houten huis op de hoek van de Hoofdweg en de Nieuwstraat, dat gesloopt is. Notaris Overmeer is al jong overleden en vrouw en dochter zijn naar Haarlem verhuisd en woonden op de hoek van de Baan en de Kleine Houtweg. Voor de oorlog woonde daar Appelman de timmerman die zijn wekplaats in het vroegere notariskantoor, dat rechts aan het huis was aangebouwd. Na 1950 heeft in dat huis nog gewoond Norbert van Staveren, die getrouwd was met een dochter van Appelman. In 1939 kocht Trien Donker het huis en heeft het toen verbouwd tot winkel woonhuis. De grote kamers rechts van de hoofdingang werden winkel. Aan de rechterzijde werd toen ook nog een garage aange-bouwd. Of de zoons van Wubbe nog leven, weet ik niet, want die zijn net als ik inmiddels ook al de 80 gepas-

seerd. Ik hoop dat de geschiedenis met mijn opmer-kingen wat is aangevuld.

Gerard Schreuder

donker (4) [juni 2010]Op P33 van het juninummer van bovengenoemd artikel staan onjuistheden. Genoemd wordt meterwaren waar het om lappen stof gaat; dit moet zijn ellewaren. Op P34, de zaak van Donker werd niet de Kleine HEMA genoemd; wel het winkeltje van de familie Spreeuw in de Dorpstraat. Oud-collega Destrée wel goed ingevoerd wat betreft prijs en vorm van dameslingerie en deszelfs ontwerpers. Lingerie, vroeger ondergoed, gaat niet per el en legt weinig gewicht in de schaal. Wel duur per honderd gram voor een product dat voor onze dames het ter hand nemen door handige Chinese handjes is gegaan. Overigens valt de promotie voor Marlies en Bjorn nog niet onder historie.

Jan Tamboer, Nieuw Vennep

'Wie was dokter nanninga' [juni 2010]

Het artikel over dokter Nanninga roept bij mij weer herinneringen op van vroeger. Want hij was destijds ook onze huisarts. De foto waar Hein Nanninga als kind bij een aubade staat heb ik eveneens in mijn fami-liearchief. Achterop de foto staan enkele aantekeningen van mijn vader. Het huis op de achtergrond stond in de Concourslaan, vlakbij de Marktlaan (rechts). Daar woonde zijn oud-tante Kaatje Klaassen, de bekende zondagsschooljuffrouw. Veel later was het de bloe-menzaak van Tilly v.d. Zwaard. Geheel links, met schoenen aan, staat Hein Nanninga. De twee jongens in het midden zijn Frits Klaassen (rechts) en Hannes Verbeek, hij werd later politieagent in Den Haag. De foto is van omstreeks 1904.

Barend Klaassen

42

Meer-Historie september 2010

cOLOFOn

ISSN: 1383-007.4

doelstellingMeer-Historie is een uitgave van de stichting Meer-Historie. Het doel van de stichting Meer-Historie is het behoud van het cultuurhistorische erfgoed in de gemeente Haarlemmer-meer en omgeving voor zover de stichting hierop een directe invloed heeft. Zij wil dit doel bereiken door het bevorderen van de belangstelling en de waardering voor, alsmede de kennis van dit erfgoed.

Bestuur• Bab van Groenigen (voorzitter)• Peter Roodenburg (vice-voorzitter)• Han Klinkspoor (vice-voorzitter)• Bas Stolk (secretaris), Spieringweg 805,

2142 ED Cruquius, t. 023-52847.43• Hans Esman (secretaris)• Frits Jonkers• Marianne Koeckhoven• Jan v.d. Maarl• Frank Ossewaarde• Dimph Pullens• Harry van Raak

rekeningnummersING banknummer 35.11.852 Rabobank 15.55.92.564

ereledenDrs. J. Achterstraat; J. Arensman; Mr. R. M. Dunselman; Fr. de Jong; A. de Koning; J. van der Putte; J.C. Suidgeest; A. Verbeek.

LocatieDe stichting is gevestigd in de ‘Witte Boerderij’, Hoofdweg 7.43, 2131 MA Hoofddorp, tel. 023-5615998

Begunstigers/donateurs/abonneesDe minimumbijdrage is € 12,50 per jaar.

OrgaanMeer-Historie verschijnt 4x per jaar en wordt aan alle begun-stigers gestuurd.

Losse verkoopIn het Historisch Museum Haarlemmermeer en in de volgende boek- en tijdschriftenhandels: Stevens, Nieuweweg 63, 2132 CM Hoofddorp en Bruna De Symfonie, De Symfonie 37., 2151 MD Nieuw-Vennep.

Nabestellingen via het secretariaat (€ 4, excl. verzendkosten).

redactieMarcel Harlaar, eindredactie; Barend Klaassen, Harry van Raak, Henri Stroet.Rijk Pol, webmaster www.meerhistorie.nl

deadLine KOPiJ: 15 oktober 2010

Postadres:Redactie Meer-Historie, Hermitage 196, 2134 AC Hoofddorp, tel.: 06-11513990

BeeldmateriaalU kunt afbeeldingen aanleveren als foto’s of als digitaal bestand. Let er bij digitale bestanden op dat de foto een hoge resolutie heeft (minimaal 300 dpi), denk aan een bestand van minimaal 1 Mb. Als u digitaal op cd-rom aanlevert, lever dan altijd een afdruk bij, zodat controleerbaar is wat op de cd staat.nota bene: Foto’s altijd apart als jpg-bestand toezenden en niet in een WORD bestand

vormgeving en druk: Paswerk Grafisch, Cruquiusvormgeving omslag: Ontwerpbureau Mirjam Boelaars, A’dam

auteursrechtOp het auteursrecht van het gepubliceerde in Meer-Historie is artikel 7. van de Auteurswet 1912 van toepassing.

servicenummersAlgemene inlichtingen B. Stolk 023- 52847.43 [email protected]/kopij M. Harlaar 06- 11513990 [email protected] A. Verbeek 023- 5617.223 [email protected], abonnementen J. v.d. Putte 023- 5581464 Adreswijzigingen, opzeggingen G. Deddens 023- 5613130 [email protected] bijz. voorwerpen F. Kamerling 023- 5642231 [email protected] Museum H’meer E. van Melis 023- 5620437. [email protected] + I. Cohenno 023- 5625326 [email protected] + F. Kooreman 023- 5581697. [email protected] R. Pol [email protected]