3
KLASSIEKER Honda-man Jan Oosterhof ‘IK VIND BOUWEN LEUKER DAN RIJDEN’ HIJ NOEMT ZICH EEN ECHTE HONDA-MAN, JAN OOSTERHOF UIT HET DRENTSE ORVELTE. VOOR DAGELIJKS GEBRUIK EN TOERRITTEN RIJDT HIJ OP EEN DIKKE PAN-EUROPEAN. DAARNAAST VERZAMELT HIJ KLASSIEKE HONDA’S, VOORAL DE BEFAAMDE CB750’S. IN ZIJN WERKPLAATS ANNEX MINIMUSEUM STAAN ZE UITGESTALD. ‘HIER BRENG IK HEEL WAT TIJD DOOR, SOMS OOK ALLEEN MAAR MET KIJKEN.’ Tekst MARCUS ROGGEVEEN Fotografie TOM HAANSTRA/TARGET PRESS 42 MOTOR MAGAZINE • 11 • 2015

MOTORmagazine11- 2015(Jan Oosterhof)

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Ja Oosterhof over zijn Honda fascinatie.

Citation preview

Page 1: MOTORmagazine11- 2015(Jan Oosterhof)

KLASSIEKERHonda-man Jan Oosterhof

‘IK VIND BOUWEN LEUKER

DAN RIJDEN’HIJ NOEMT ZICH EEN ECHTE HONDA-MAN, JAN OOSTERHOF UIT HET DRENTSE

ORVELTE. VOOR DAGELIJKS GEBRUIK EN TOERRITTEN RIJDT HIJ OP EEN DIKKE PAN-EUROPEAN. DAARNAAST VERZAMELT HIJ KLASSIEKE HONDA’S,

VOORAL DE BEFAAMDE CB750’S. IN ZIJN WERKPLAATS ANNEX MINIMUSEUM STAAN ZE UITGESTALD. ‘HIER BRENG IK HEEL WAT TIJD DOOR,

SOMS OOK ALLEEN MAAR MET KIJKEN.’Tekst MARCUS ROGGEVEEN Fotografie TOM HAANSTRA/TARGET PRESS

42 MOTOR MAGAZINE • 11 • 2015

Page 2: MOTORmagazine11- 2015(Jan Oosterhof)

KLASSIEKER • JAN OOSTERHOF

Honda, Honda, Honda. Nooit heeft de 55-jarige Jan Oosterhof een motor van een ander merk gehad. Een bromfiets wel, trouwens. ‘Als zes-tienjarige een Yamaha FS1, voor naar school’, vertelt hij. Daarna is het alleen maar Honda.

De eerste jaren enduromotoren, zoals een XR500 en een zelf opgebouwde XR600. ‘Voor offroadritten in de buurt. Je lekker uitleven in het zand en de bossen.’In de jaren negentig maken de terreinfietsen plaats voor weg-motoren, met modellen als een CBR600 en een VFR750. ‘Op die motor ben ik eens van de sokken gereden. Ik had hem nog maar drie maanden.’ Daarna volgen twee Pan-Europeans en een VTR1000SP2, een echte superbike. ‘Daarmee zondigde ik eigenlijk, want ik ben meer een toerder’, aldus Jan. Dus kwam er weer een ‘Pan’ en die machine heeft hij nog altijd.Hij startte nog niet zo lang geleden als verzamelaar van klas-sieke Honda’s. De aanleiding is in 2007 een bezoek met een paar motorvrienden aan de Bikers’ Classics op het circuit van Francorchamps. Overweldigend is de indruk van de klassieke racers en de bekende – maar inmiddels grijze en buikige – coureurs die er laten zien dat ze het vak nog niet zijn verleerd. ‘Maar naast de topcoureurs reed ook gewoon Jan met de pet mee. De gedachte kwam toen bij ons op om zelf aan de Clas-sics mee te gaan doen.’De vrienden stellen zichzelf een termijn van twee jaar om een geschikte motor te bouwen. Oosterhof kiest voor een replica van de Honda CR750 Daytona, de raceversie van de CB750. En inderdaad… twee jaar later staat hij ermee aan de start in België. Het is het begin van zijn liefde voor klassiekers en een fraaie verzameling Honda’s. Laten we maar gauw gaan kijken.Alsof hij net van de lopende band is gerold, zo onberispelijk is de blauwe CB750 K2. De viercilinder is echter wel uit 1974 en dus al ruim veertig jaar oud. Oosterhof licht toe dat het model niet echt uniek is. ‘Er zijn er heel wat van gemaakt,

maar hij is wel mooi om te zien’, zegt de Drent. Hij heeft helemaal gelijk. De metallic blauwe kleur combineert fraai met het vele glanzende aluminium en chroom. Kenmerkend voor die tijd zijn de chromen spatborden. Glimmen doet ook het uitlaatsysteem; originele dempers, twee aan elke kant. ‘Maar er zitten ook enkele niet-originele zaken aan, bijvoor-beeld de beide schijfremmen in het voorwiel.’

GLOEDNIEUWEOosterhof kocht de machine met een speciaal doel: hij wilde een ‘gloednieuwe’ CB750 hebben staan, in onberispelijke staat dus. Die kwalificatie had de Honda bij aankoop echter niet, dus volgde een volledige restauratie, waarbij geen onderdeeltje over het hoofd werd gezien. Oosterhof koos daarbij ook voor zoveel mogelijke nieuwe onderdelen. ‘Veel voor de CB750 wordt nu nog door Honda geleverd. Een unieke service, al hangt er natuurlijk wel een prijskaartje aan.’Na de restauratie kreeg de machine een plaatsje in zijn sleutel-ruimte annex minimuseum. ‘Na een kort testritje heeft hij nooit meer gelopen. Hij staat hier nu mooi te wezen.’De ruimte herbergt echter nog enkele opmerkelijke CB’s, zoals de gele F1 uit 1976. Die is grotendeels gelijk aan de K-serie, maar met een enkele schijfrem in het voor- en achter-wiel, een forse tank en een ver doorlopende buddyseat. En de uitlaat niet te vergeten, een lange vier-in-één-demper. ‘Die is echt zeldzaam. Ik vond er één op de beurs van Mannheim, een jaarlijkse megabeurs die ik nooit oversla.’Ook de F1 is door Oosterhof tot in detail gerestaureerd. Ten opzichte van de K2 is deze fiets – in aantallen gezien – zeld-zamer, maar toch is er beduidend minder belangstelling voor. ‘Dat is toe te schrijven aan het uiterlijk. De klassieke look wordt veel meer gewaardeerd dan deze forsere verschijning.’In gedistingeerd zwart en grijs staat een andere Honda CB750K te pronken. Die heeft ook een ver doorlopende

buddyseat, maar meer nog valt het blok op. Daarin schuilt het bijzondere. De viercilinder uit 1972 is namelijk een automaat. ‘De koppeling aan het stuur ontbreekt. Hij heeft twee ver-snellingen, of liever gezegd gearings. Je kiest er één en daarin kun je blijven rijden en gas geven.’Oosterhof liep eerst tegen het losse blok aan. Geen alledaagse gebeurtenis, want van de automaat zijn gedurende drie jaar maar 7.200 exemplaren gebouwd en hij is nooit officieel in Europa uitgebracht. Vervolgens kocht hij het rijwielgedeelte van een F2 om dat grotendeels voor de inbouw van het blok te gebruiken. Een probleem is het grote carter, dat maar liefst vijf liter olie bevat. ‘Probeer dat maar eens in een gewoon frame te frunniken. Het paste dus niet. Ik heb dat opgelost door een deel van het buizenframe demontabel te maken.’Uiteraard volgde ook een ingrijpende restauratie. Omdat het frame al niet het juiste is, lette Oosterhof ook niet op de ori-ginaliteit van de andere onderdelen. ‘Zo kloppen ook de zij- deksels, koplamp, lamporen en uitlaatbochten niet. Maar dat maakt niet uit, het is een leuke en bijzondere motorfiets’, stelt de eigenaar vast. Niet origineel zijn ook de speciale licht-metalen wielen. Die zijn van Franse makelij, maar de fabri- kanten hebben wel een truc toegepast. ‘Ze gebruikten de standaard naven van Honda en maakten die pas voor hun eigen achterwiel. Een economische oplossing.’Interessant is natuurlijk hoe zo’n automaat rijdt. Oosterhof vat dat kernachtig samen met de omschrijving ‘ouwelullenmotor’. ‘Hij is wat tam, want met 160 km/u is de fut er uit’, zegt hij. Opvallend is verder dat de motor hoogtoerig is. ‘Bij 100 km/u staat de naald al op 6.000 toeren per minuut.’In een andere hoek valt een CB750 op door zijn felle kleuren, volledige stroomlijn en zeker ook zijn ‘dikke kont’. Het bijzon-dere schuilt achter het polyester: het is namelijk een rijwiel- gedeelte dat door framebouwer Nico Bakker is gebouwd. Oosterhof kocht de motor in onderdelen. Alles had toen een

1. De Honda CR750 Dayto-na-replica heeft bijzondere én dure Keihin-carburateurs. Bij het zien beginnen ken-ners spontaan te kwijlen.

2. De CB750K2 uit 1974 restau-reerde Ooster- hof tot een showroom- model: ‘Ik wilde graag een gloednieuwe CB750 hebben staan.’

3. In 1970 zette Honda de CR750 in bij de Daytona 200-race. Oosterhof bouwde een bloedmooie replica.

4. Echte Hon-da-hebbedinge-tjes…

5. Een fraaie Honda-eigen-bouw op basis van een CBX550-blok. Aardig detail: de carburateurs zijn van een Suzuki.

6. Met de zelf opgebouwde CB750 rijdt Oosterhof mee tijdens de demo’s van de SAM en het jaarlijkse evene-ment Bikers’ Classics op Francorchamps.

1

3

2

4 5 6

weinig aanlokkelijke groene kleur. De overdracht was trou-wens geen fluitje van een cent. De verkoper wilde namelijk tot in detail de plannen van hem met de machine weten. De Bakker-Honda mocht geen handelsobject worden, maar moest een liefdevol nest krijgen. ‘Toen ik hem had beloofd er iets moois van te maken, kreeg ik het vertrouwen.’Fraai glimmen de chroommolybdeenstalen buizen. De machi-ne oogt als een volbloed racer, maar Oosterhof maakt daarbij toch een kritische kanttekening. Het blok dat in het frame hangt, is er namelijk één met een enkele bovenliggende nok-kenas. Dat hadden de CB750’s tot 1978. Daarna kreeg het blok een dubbele nokkenas. ‘Het is dus eigenlijk een langzaam blokje in een snel frame.’ Niet bij de koop inbegrepen, maar later bemachtigd op de motorbeurs van Mannheim is de bijzondere uitlaat. Een ‘echte’ Nico Bakker, zo laat het plaatje op de demper zien. ‘Dat is de reden waarom ik die beurs vaak bezoek. Je komt er nog bijzondere dingen tegen.’

RIB UIT HET LIJFDe andere motor in het minimuseum is de replica van de Honda CR750 Daytona, de motor die bepalend is geweest voor de belangstelling van Oosterhof voor klassieke Honda’s. Als voorbeeld diende de racer die Honda inzette tijdens de Daytona 200-race in 1970. De CR is duidelijk gebaseerd op de dan nog maar twee jaar bestaande CB750, maar uiteraard zijn er ook de nodige verschillen: de motor is ontdaan van alle overbodige onderdelen en voorzien van een racezitje en -tank

‘VEEL VOOR DE CB750 WORDT NU NOG DOOR HONDA

GELEVERD’

44 MOTOR MAGAZINE • 11 • 2015 MOTOR MAGAZINE • 11 • 2015 45

Page 3: MOTORmagazine11- 2015(Jan Oosterhof)

JAN OOSTERHOF • KLASSIEKER

en een stroomlijn. In het voorwiel zit een tweede schijfrem. Inwendig is de boring iets vergroot, zijn de inlaatkleppen in omvang gegroeid en zijn de nokkenastiming en de verhou-dingen in de versnellingsbak gewijzigd. Voor de ademhaling gebruikt de CR speciale 31mm-Keihin-carburateurs. Honda zet in 1970 vier van die speciale CR’s in Daytona in. De motor met de Amerikaanse coureur Dick Mann in het zadel wint de race met een recordgemiddelde van ruim 165 km/u.Een replica van die machine is dus het doel van Oosterhof. Van bestaande onderdelen bouwt hij de motor op. Een CB750-blok krijgt een technische restauratie en hij ‘pept’ het op dezelfde manier op als dat in 1970 gebeurde. Apart zijn de speciale CR-carburateurs. Oosterhof dook ze in Noord-Holland op bij een liefhebber. ‘Gloednieuw lagen in een vitrinekast. Een toevalstreffer, maar ze waren wel een rib uit mijn lijf’, zegt hij. Levert een standaard CB750-blok 68 pk, zijn Daytona-replica laat de meter uitslaan naar 92 pk.Voor de fabricage van de aparte tank roept hij de hulp in van een Duitser die zich daarin heeft bekwaamd. Die neemt er ruimschoots de tijd voor, maar over het resultaat is Oosterhof zeer te spreken. ‘Zo strak en glad, er zitten niet meer dan twee vingerhoedjes plamuur op.’Na het optreden op Francorchamps rijdt hij echter geen demo’s meer met de CR. Uit voorzichtigheid, want er zitten nogal wat onderdelen aan die niet zo maar te vervangen zijn. ‘Een valpartij heeft dan rampzalige gevolgen. Dan kan ik hele-maal opnieuw beginnen’, vertelt Oosterhof. Hij kijkt met trots naar zijn ‘CR750-hoekje’. De motor als stralend middelpunt, daarachter mooie posters en een foto van hem en zijn vrien-den op Francorchamps. Opmerkelijk is ook de grote model- bouwdoos van de CR, in precies dezelfde kleuren. Twee iden-tieke motoren, al is die van plastic wel zes maal kleiner. ‘Het model is niet in elkaar gezet. Dat ga ik ook niet doen, want dan is het niet origineel meer.’

meldt hij. Met een glimlach tikt hij even tegen de carbura-teurs. ‘Die zijn geleend van een Suzuki.’De andere zelfbouw heeft een bijzondere ontstaansgeschie-denis. De aanleiding is namelijk… een uitlaat. Een bijzondere, want het gaat om een gitzwarte Eckert-vier-in-één, gebouwd door de Duitse Honda-tuner Roland Eckert. ‘Een zeldzaam ding, dat ik ooit op de beurs van Mannheim tegen het lijf liep. Ik wilde er een mooie racer bij maken, één naar mijn eigen fantasie’, aldus de Drent. Als krachtbron kiest hij het blok van een CB900F, in het begin van de jaren tachtig door Honda voor de Amerikaanse markt gemaakt. Het frame maakt hij grotendeels zelf. Hij past het uiteraard aan het motorblok aan, maar ook aan twee bijzondere Eckert-zijdeksels. ‘Het frame is deels los te schroeven om het blok eruit te kunnen halen’, legt hij uit. De goudkleurige wielen komen van een CB1100. Van de tank is de fabrikant onbekend. ‘Ik vermoed dat hij van een Italiaan is.’Het resultaat mag er zijn. Een strakke machine die opvalt door zijn felrode kleur en de fijne afwerking. Je kunt aan alles zien dat Oosterhof gevoel voor techniek heeft. Begrijpelijk trouwens, als je als monteur van tractoren en landbouwwerk-tuigen je dagelijks brood verdient. Van de machine kun je ook het plezier en de toewijding aflezen. Verwonderlijk is het dus niet als hij zegt: ‘Ik vind bouwen nog leuker dan rijden.’In dat opzicht is de aanwezigheid van een VF1000R wat

1. Een project voor de toe-komst is de opbouw van een motorfiets op basis van het bijzondere Egli-rijwielgedeelte. De dikke frame-buis is tevens olietank.

2. De enige Honda die Oos-terhof niet helemaal zelf heeft opge-bouwd, is de VF1000R uit 1987. De Roth-mans-uitvoering verkeerde bij aankoop al in nieuwstaat.

3. Even uitleven rond Orvelte. De motor trekt veel bekijks door zijn uiter-lijk en ‘muziek’.

4. De Honda CB750-auto-maat heeft lichtmetalen wielen van Franse makelij.

5. In statig grijs en zwart pronkt de CB750K. Een aparte Honda, want het is een auto-maat. De voorste buis van het frame is demontabel om het blok te kun-nen verwijderen en plaatsen.

6. Alsof hij zo uit de show-room komt. Maar de Honda CB750K – een automaat – is wel uit 1972.

1 6

2 3

4 5

vreemd, want de V4 heeft hij ooit in onberispelijke staat gekocht. Het is een Rothmans-uitvoering uit 1987, helemaal origineel en in showroomconditie. ‘Nee, daar heb ik geen werk aan gehad. Het is gewoon een bijzondere fiets die ik er graag bij wilde hebben.’ PROJECTENEen verzamelaar is nooit uitverzameld en een sleutelaar heeft altijd wel wat projecten om handen. Oosterhof vormt daarop geen uitzondering. In het hoofd gonzen nog wel wat plan-nen… Twee stelregels hanteert hij bij de uitvoering daarvan. Eén is dat hij eerst alle onderdelen gaat verzamelen. Pas als hij compleet is, gaat hij aan de slag. ‘Anders moet je halverwege stoppen, daar word ik gek van’, zegt hij daarover. Zijn tweede uitgangspunt is dat hij – eenmaal aan de slag – aan één motor-fiets tegelijk werkt.Projecten die nog op uitvoering wachten, zijn een CB450 uit 1971 en twee CB750’s, een F2 en een K2. ‘Die laatste heeft bij iemand twee jaar onder een kleed in de tuin gestaan’, vertelt Oosterhof. Van een ander project staan de onderdelen nu nog weggestopt. Het gaat om een rijwielgedeelte en de wielen van de Zwitserse framebouwer Egli. Het is speciaal voor het blok van de CB750 gemaakt. Opvallend is dat de dikke bovenste framebuis fungeert als olietank.Naast de Bakker-Honda wordt dat de tweede CB750 met een speciaal frame. Maar als het aan Oosterhof ligt, komt daar nog een derde bij, één met een Rickman-rijwielgedeelte. ‘Op zich zijn ze niet echt zeldzaam, maar het is de kunst dat er naast het frame ook verschillende Rickmann-onderdelen – zoals de tank, het zitje, de clip-ons en de remnaven – bij zitten en dat wordt lastiger om te vinden.’Maar haast en twijfel over een goede afloop heeft hij niet. Verzamelaars moeten geduld hebben. ‘Ooit staat hij hier, geloof me maar.’

De machine trekt echter de volle aandacht met zijn fraaie goudbruine kleur, glanzende aluminium Akront-velgen en open kelken op de carburateurs. De motor oogt helemaal af, maar Oosterhof blijkt een pietje-precies. Hij wijst op de rem-trommel in het achterwiel. ‘Die hoort eigenlijk van magne- sium te zijn. Ik ben daar nog naar op zoek.’

EIGEN FANTASIENa zijn optreden in Francorchamps krijgt Oosterhof trouwens de smaak van het demoracen te pakken. Voor dat doel bouwt hij naar eigen inzicht een CB750 op, met onder andere een racezit en een lange tank, een Janton-achterbrug en Akront-velgen. In het frame hangt het zwarte blok van een F2. ‘Dat heeft 6 pk meer dan de eerdere typen. Het is helemaal stan-daard, maar gaat als een tierelier.’Met de Honda gaat hij jaarlijks naar het Classic-evenement op Francorchamps, maar ook is hij actief bij de SAM, de Stich-ting Aanvullende Motorsport. Net als de HMV en CRT orga- niseert die demo’s voor klassieke racers. ‘Maar in tegenstelling tot die andere twee heeft de SAM ook een 750cc-klasse.’Zijn sleutelvaardigheid heeft hij ook op twee andere motoren losgelaten. Beide zijn in race-uitvoering en zijn naar eigen denkbeelden samengesteld. De ene heeft een CBX550-blok, een viercilinder die Honda in het begin van de jaren tachtig maakte. Voor het klassieke tijdsbeeld bouwde Oosterhof de monovering om naar een duo traditionele achterveren. De machine ziet er strak uit en wil best vooruit, vertelt hij in alle bescheidenheid. ‘Hij loopt bijna net zo hard als een CB750’,

KJMVOosterhof is lid van de KJMV, de Klassieke Japanse Motorfietsen Vereniging (KJMV). De club bestaat sinds 1988 en staat open voor motoren van alle Japanse merken. Uiteraard is Honda en zeker de CB750 – de Motor van de Eeuw – sterk vertegenwoordigd. Voor info: www.kjmv.nl.

DE SPECIALE CR-CARBURATEURS WAREN WEL EEN RIB UIT ZIJN LIJF

46 MOTOR MAGAZINE • 11 • 2015 MOTOR MAGAZINE • 11 • 2015 47