12
BRUSSEL - Zo’n 130 stakeholders zijn eind juni samen gekomen in Brussel om zich te buigen over de toekomst van de Noordrand Van Brussel. Zo’n 130 stakeholders zijn op 25 juni samen gekomen in Brussel om zich te buigen over de toekomst van de Noordrand van Brussel. De workshop kaderde voor Vlaanderen in zijn TOP Noordrand, wat staat voor ‘Territoriaal Ontwikkelingsprogramma’ Noordrand. Ontwikkelingen in de Noordrand ontbreekt het dikwijls aan onderlinge afstemming. Het Vlaams en Brussels Gewest hebben zo hun eigen visie op het gebied. Zo gebeurt het vaker dat plannen en projecten elkaar in de wielen rijden. Verandert er niets, Grensoverschrijdend overleg met stakeholders in de Noordrand van start dan dreigt een ruimtelijke stilstand, mede door de toename van het aantal vernietigende arresten vanwege de Raad van State. Daarom wordt nu een overkoepelende visie uitgewerkt, in samenspraak met de betrokken augustus 2014 - nr. 1 OPINIE ‘Zeven principes voor Noordrand’ P. 3 BELGIË ‘De Noordrand bestaat niet’ P. 4 WERELD ‘Brussel is Parijs van Europa’ P. 6 Nieuws over de Noordrand actoren of stakeholders. Eind juni kwamen diverse actoren samen in Brussel, die allemaal iets te winnen of te verliezen hebben in dit gebied: het middenveld, het bedrijfsleven, de overheid, maar ook kennisinstellingen en financiers. de Noordkrant Aan de talrijk opgekomen deelnemers werd gevraagd om uit te maken welke waarden en principes de grondslag kunnen zijn van een visie op de Noordrand. Vijf experts stelden ook hun visie op de Noordrand aan het publiek voor. In deze krant vindt u een verkorte volg ons ONLINE www.ruimtelijkeordening.be/noordrand AGENDA 10/10/2014 - Workshop 2 19/12/2014 - Workshop 3 10/02/2015 - Workshop 4 & publiek moment In de TOP-zaal van de KVS luisteren deelnemers naar de uiteenzetting van Bart Vander Velpen over de ondergrond. 1. Nieuwe stedelijkheid de demografische groei als hefboom inzetten om te komen tot een nieuwe stedelijkheid voor het gebied, met voldoende voorzieningen, een performant systeem van openbaar vervoer en voldoende groen. Het dagelijks bestuur (het Vlaams en Brussels Gewest, de provincie Vlaams-Brabant en OVAM) had nog voor deze eerste workshop, bij wijze van voorzet, vier doelstellingen geformuleerd: 2. Een significant lager gebruik van hulpbronnen de bodem als belangrijke hulpbron. Vandaag wordt de bodem teveel “verspild” met versnippering tot gevolg. Daarnaast gaat dit punt ook over energie, luchtkwaliteit en water. De gezondheidsrisico’s in het gebied zijn aanzienlijk: geluidsoverlast, slechte luchtkwaliteit, historische bodemverontreiniging, etc. 3. Samenhang komen tot meer samenhang en synergie. Dit gaat zowel over de plaats van de Noordrand binnen het metropolitaan kerngebied, als binnen de Noordrand zelf, waar veel versnippering is en weinig eenheid tussen de verschillende deelgebieden. 4. Economie. streven naar een robuuste economische roeping voor de Noordrand, evenwichtig gespreid over verschillende sectoren (diensten, stedelijke industrie, kleinhandel, logistiek) en rekening houdend met de connectiviteit op internationaal niveau. De economische roeping van het gebied is historisch zeer sterk, vooral in de kanaalzone. neerslag van hun toespraak. Ruimte Vlaanderen en CassCities (London Metropolitan University) organiseerden intussen ook een Summerschool over de Brusselse Noordrand, zie p. 9.

Noordkrant

  • Upload
    line

  • View
    212

  • Download
    0

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: Noordkrant

BRUSSEL - Zo’n 130 stakeholders zijn eind juni samen gekomen in Brussel om zich te buigen over de toekomst van de Noordrand Van Brussel. Zo’n 130 stakeholders zijn op 25 juni samen gekomen in Brussel om zich te buigen over de toekomst van de Noordrand van Brussel. De workshop kaderde voor Vlaanderen in zijn TOP Noordrand, wat staat voor ‘Territoriaal O n t w i k k e l i n g s p r o g r a m m a ’ Noordrand.

Ontwikkelingen in de Noordrand ontbreekt het dikwijls aan onderlinge afstemming. Het Vlaams en Brussels Gewest hebben zo hun eigen visie op het gebied. Zo gebeurt het vaker dat plannen en projecten elkaar in de wielen rijden. Verandert er niets,

Grensoverschrijdend overleg met stakeholders in de Noordrand van start

dan dreigt een ruimtelijke stilstand, mede door de toename van het aantal vernietigende arresten vanwege de Raad van State.

Daarom wordt nu een overkoepelende visie uitgewerkt, in samenspraak met de betrokken

augustus 2014 - nr. 1

OPINIE‘Zeven principes voor Noordrand’

P. 3

BELGIË‘De Noordrand bestaat niet’

P. 4

WERELD‘Brussel is Parijs van Europa’

P. 6

Nieuws over de Noordrand

actoren of stakeholders. Eind juni kwamen diverse actoren samen in Brussel, die allemaal iets te winnen of te verliezen hebben in dit gebied: het middenveld, het bedrijfsleven, de overheid, maar ook kennisinstellingen en financiers.

de Noordkrant

Aan de talrijk opgekomen deelnemers werd gevraagd om uit te maken welke waarden en principes de grondslag kunnen zijn van een visie op de Noordrand. Vijf experts stelden ook hun visie op de Noordrand aan het publiek voor. In deze krant vindt u een verkorte

volg ons ONLINE www.ruimtelijkeordening.be/noordrand

AGENDA10/10/2014 - Workshop 2

19/12/2014 - Workshop 3

10/02/2015 - Workshop 4

& publiek moment

In de TOP-zaal van de KVS luisteren deelnemers naar de uiteenzetting van Bart Vander Velpen over de ondergrond.

1. Nieuwe stedelijkheid

de demografische groei als hefboom inzetten om te komen tot een nieuwe stedelijkheid voor het gebied, met voldoende voorzieningen, een performant systeem van openbaar vervoer en voldoende groen.

Het dagelijks bestuur (het Vlaams en Brussels Gewest, de provincie Vlaams-Brabant en OVAM) had nog voor deze eerste workshop, bij wijze van voorzet, vier doelstellingen geformuleerd:

2. Een significant lager gebruik van hulpbronnen

de bodem als belangrijke hulpbron. Vandaag wordt de bodem teveel “verspild” met versnippering tot gevolg. Daarnaast gaat dit punt ook over energie, luchtkwaliteit en water. De gezondheidsrisico’s in het gebied zijn aanzienlijk: geluidsoverlast, slechte luchtkwaliteit, historische bodemverontreiniging, etc.

3. Samenhang

komen tot meer samenhang en synergie. Dit gaat zowel over de plaats van de Noordrand binnen het metropolitaan kerngebied, als binnen de Noordrand zelf, waar veel versnippering is en weinig eenheid tussen de verschillende deelgebieden.

4. Economie.

streven naar een robuuste economische roeping voor de Noordrand, evenwichtig gespreid over verschillende sectoren (diensten, stedelijke industrie, kleinhandel, logistiek) en rekening houdend met de connectiviteit op internationaal niveau. De economische roeping van het gebied is historisch zeer sterk, vooral in de kanaalzone.

neerslag van hun toespraak.

Ruimte Vlaanderen en CassCities (London Metropolitan University) organiseerden intussen ook een Summerschool over de Brusselse Noordrand, zie p. 9.

Page 2: Noordkrant

de Noordkrant

BRUSSEL - De resultaten van 25 juni worden meegenomen in een opdrachtstelling voor ontwerpend onderzoek. Drie ontwerpbureaus moeten zich nu buigen over het gebied.

‘Deze workshop is allesbehalve een vrijblijvende vingeroefening’, aldus projectcoördinator Wiet Vandaele van het Departement Ruimte Vlaanderen.

Een stuurgroep met daarin Vlaamse, Brusselse en provinciale verantwoordelijken actief in mobiliteit en openbare werken, leefmilieu, wonen en economie, gebruikt de voorlopige resultaten voor beleidsvoorbereidend werk. Ook kabinetsmedewerkers van de Brusselse en Vlaamse ministeries bevoegd voor ruimtelijke ordening waren uitgenodigd.

Het hele proces moet immers uitmonden in een door beide gewesten gedeelde visie. Op het einde van de rit willen de trekkers van

‘Geen vrijblijvende vingeroefening’

2│EDITORIAAL

De Noordrand is het gebied tussen : Van Praet – Heizel – Vilvoorde – Luchthaven – Nossegem - Marcel Thiry – Diamant en Josaphat.

De Noordrand beslaat dus een deel van Brussel en een deel van het Vlaams Gewest. Gemeenten en andere actoren bepalen eveneens de ruimtelijke invulling van dit gebied.

Dit organigram van de projectstructuur verduidelijkt wie de betrokken partijen zijn.

Waar ligt de Noordrand?

Uitdagend boven en onder het maaiveldVolgens het Planbureau komen er tegen 2030 in Vlaanderen alleen ongeveer 600.000 inwoners bij, tegen 2050 nog eens 800.00. Elk jaar groeit de Brusselse bevolking aan met 1,5 pct. Dat heeft natuurlijk een impact op de Rand. Willen we de demografische uitdaging die op ons afkomt, niet zomaar ondergaan, dan moeten we nu stappen zetten. De Noordrand kent nog veel uitdagingen, zowel boven als onder het maaiveld! Denken we aan de hoge werkloosheid in Brussel, de milieudruk en de stijgende ongelijkheid in de hele metropool. De Noordrand is ook een gebied met een industrieel verleden, wat zijn sporen heeft nagelaten in de bodem. Met dit project nodigen we alle actoren om een gezamenlijke toekomstvisie te realiseren voor de Noordrand.

Benoît Périlleux (diensthoofd Brussel Stedelijke Ontwikkeling), Peter Cabus (secretaris-generaal Ruimte Vlaanderen)

Drie ontwerpbureaus gaan aan de slag: • Artgineering werkt op het deelgebied A201-E40 tussen Meiser en Nossegem, • 1010au werkt op het deelgebied Kanaalzone tussen Van Praet en Vilvoorde-

station, • Secchi-Vigano situeert de Noordrand in het Metropolitaan Kerngebied.

COLOFON

Deze krant is een uitgave van het Dagelijks Bestuur Noordrand en werd gemaakt in opdracht van Ruimte Vlaanderen.

Hiermee willen de trekkers van TOP Noordrand verslag uitbrengen aan de stakeholders, over de eerste Noordrand-workshop die op 25 juni 2014 plaatsvond. Meer info over TOP Noordrand, kan u vinden op : www.ruimtelijkeordening.be/noordrand.

Verantwoordelijke uitgever: Peter Cabus, secretaris-generaal Ruimte Vlaanderen, Koning Albert II-laan 19, 1210 Brussel.

Reacties zijn welkom op [email protected] of op 02/553 83 79.

Contactpersonen: • provincie Vlaams-Brabant: Katrien Putzeys 016-26 75 05• OVAM: Ellen Luyten 015 284 153• BSO: Maarten Lenaerts 02 204 28 70• Ruimte Vlaanderen:: Wiet Vandaele 02 553 83 79

dit initiatief, het Vlaams en Brussels Gewest, de provincie Vlaams-Brabant en OVAM een concrete lijst met acties overhouden, die de ruggengraat vormen van een geïntegreerde aanpak van de Noordrand.

‘Onze bedoeling is om met deze finale lijst zones en projecten de in opmaak zijnde gewestelijke plannen, zoals het Beleidsplan Ruimte en het Brusselse “Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling”, te inspireren alvorens zij in hun definitieve plooi vallen.’

Maarten Lenaerts van Brussel Stedelijke Ontwikkeling: ‘Onze opdracht is beleidsvoorbereidend. We hebben de ambitie om te wegen op in opmaak zijnde kaders en lopende projecten bij te sturen, naarmate we tot nieuwe inzichten komen. Waarmee niet gezegd wordt dat het wiel nog moet uitgevonden’, haastte Lenaerts zich. ‘Er is in dit gebied al veel beslist beleid. Dat willen we niet zomaar van het blad vegen.

Bedrijfs-leven

Page 3: Noordkrant

OPINIE│3de Noordkrant

1. Mental shift

Er is een andere manier van denken en handelen nodig. Oplossingsge-richt handelen en denken. Denk niet: wie is de schuldige; wat is de wet-geving; welke regels moeten gevolgd? Maar: wat is het probleem en hoe kunnen we dat oplossen? We mogen niet in hokjes denken. We moeten meer aandacht hebben voor samenwerking. De omgeving eerder als een netwerk zien, als één geheel, eerder dan versnipperd tussen gewesten. Kansen, geen bedreigingen. Een vervuilde bodem kan een kans zijn. Net zo voor diversiteit en inkomensongelijkheid.

2. Mens moet centraal

We doen het voor de bewoners en de mensen die er in de toekomst zul-len wonen. We moeten ook plannen voor de gebruikers. Ook de filelij-der op de ring boet in aan levenskwaliteit. Het is belangrijk mensen te mobiliseren. De dialoog met de omgeving moet aangegaan. We moeten ook een manier vinden om met meertaligheid en diversiteit om te gaan, willen we de sociale cohesie verzekeren.

3. Integraal samenwerken

Geen silodenken! Samen aanpakken, integraal samenwerken, synergie zoeken. Complementariteit. Daartoe zullen we grenzen moeten overstij-gen. Alleen zo gaan we op zoek naar vruchtbare grond. Naar collectieve winsten. Die grenzen situeren zich tussen stad en rand, tussen gewesten maar ook tussen gemeenten. Pak lokaal aan wat lokaal kan, maar laat ook tijdig los, als het moet.

4. Schakelen tussen schalen

Integraal samenwerken is aan één gezamenlijke visie werken. Al dan niet een stedelijke visie. De regionale schaal is belangrijk, maar de regio heeft ook een Europese con text. Anderzijds moet je soms heel lokaal denken. Dus voortdurend schakelen tussen niveaus en antwoor-den zoeken die een antwoord bieden op problemen die zich stellen op al die schalen.

5. Creëren van een gezamenlijke identiteit

Bij het creëren van een gezamenlijke identiteit, moeten we afstappen van het wij-zij denken. Zeker in een gebied waar gewest- en taalgrenzen doorheen lopen. Zolang we ons op die grenzen blindstaren, kunnen we niet werken aan een gezamenlijke identiteit. Vertrekken we van een ge-meenschappelijke Europese geschiedenis? Kijken we naar onze gedeelde toekomst? Schrijven we een verhaal dat uitgaat van diversiteit en meer-taligheid?

6. Leefkwaliteit nastreven

Een goede leefkwaliteit betekent in beweging blijven zonder de lucht-kwaliteit in gevaar te brengen. Geluidsoverlast van de luchthaven be-perken; veerkracht en draagkracht van de ondergrond verbeteren. Meer algemeen een duurzame aanpak hanteren.

7. lasten en lusten verdelen

We denken spontaan aan het subtiele evenwicht tussen economische ontwikkeling en wonen of aan de geluidsoverlast van de luchthaven. Maar is ook het evenwicht tussen stad en rand, tussen rijke en armere gebieden. Waar kunnen voorzieningen en bedrijvigheid best gesitueerd worden? Op perceelsniveau vragen we ons bijvoorbeeld af of een eige-naar van een brownfield enkel lasten moet dragen terwijl het greenfield alle lusten heeft.

De stakeholders hier aanwezig hebben de mental shift gemaakt. Alle adviseurs moeten nu hun beleidsvoerders aansporen om actie te ondernemen. De politici moeten rond tafel gaan zitten en keuzes maken.

Zijn we door het gewestelijk maken van de bevoegdheid ruimtelijke ordening, een bemiddelende derde kwijtgeraakt die over de gewestgrenzen heen kan denken?

Wij als werkgeversorganisatie moeten voldoende rekening houden met de bewoners, maar ook de drukkingsgroepen moeten rekening houden met de economische draagkracht van Brussel. Dus kom bij ons niet aandraven met een pleidooi tegen de auto of tegen de metro.

De mens centraal stellen, is een gelegenheid om de grenzen weg te denken. Misschien moeten we beginnen met een andere naam voor het project. Territoriaal Ontwikkelingsprogramma is een Vlaamse term en Vlaams-Brabant spreekt weliswaar over de Noordrand, maar wijst tegelijk naar het zuiden. Ik vind het niet onbelangrijk dat zowel Vlamingen als Brusselaars eenzelfde paradigma gebruiken voor dit overleg, zodat we alvast in de naamgeving niet op onze bestuurlijke grenzen stuiten.

Wie een internationale ambitie koestert voor deze regio, mag niet alleen de lokale mens centraal stellen, want dan vervalt men in nimby-denken. Elke ontwikkelingsstrategie vertrekt normaliter van drie P’s: people planet en profit. Waar is de profit naartoe? Het economische luik ontbreekt volledig.

Om op een positieve manier met internationalisering om te gaan – en verbrusseling wordt daarmee geassocieerd – zal de Noordrand eerst een mental shift moeten maken. De draagkracht voor een Brussels metropooldenken is in Vlaanderen nog onvoldoende aanwezig.

De Noordrand heeft weliswaar een internationale roeping, inzonderheid een Europese. Er is ook een metropolitaan niveau, een interregionaal niveau en een lokale component.

Tijdens de plenaire discussie in de namiddag nuanceerden de stakeholders de zeven prin-cipes. Enkele van die nuances geven we weer als quotes.

Zeven principesDe stakeholders distilleerden zeven principes die als leidraad kunnen dienen voor de visie op de Noordrand.

Schakelen tussen schalen‘‘

Schakelen tussen schalen‘‘

Mental shift‘‘

Mental shift‘‘

Mental shift‘‘

Lasten en lusten verdelen‘‘

Mens centraal‘‘

Interessante pistes en ideeën

Fundamentele meningsverschillen

Vragen die stakeholders zich erbij stelden

Legende

Men stelde ook vragen bij de algemeenheid en vanzelfsprekendheid van deze principes. Nochtans zou het toepassen van deze principes op concrete cases binnen de Noordrand een hele stap voorwaarts zijn. Ze werden bijgevolg als algemene leidraad meegenomen voor het ontwerpend onderzoek, net als de meer gedetailleerde reacties die we verder in deze krant weergeven als ilikes en idon’tlikes.

Page 4: Noordkrant

nieuwe bedrijvigheden. Hier heeft de stad een nieuw ruimtelijk plan laten ontwikkelen samen met een gedegen sociaal-cultureel onderzoek. Nieuwe wegen en pleinen gaan er samen met een doordachte samenlevingsopbouw. Zo moet de gehele Noordrand een veelheid van goed begrepen lokale projecten kennen.

“De Vlaamse rand zal meer verkleuren of verbrusselen.”

Maar een policentrische benadering van de Brusselse metropool vereist ook een herkenbaar centrum in de Noordrand. Meer mensen en nieuwe activiteiten vragen ook meer en nieuwe stedelijke diensten. Het zou goed zijn de stadskern van Vilvoorde op te laden. Vlaanderen zou, bijvoorbeeld, het statuut van centrumstad kunnen toekennen met de bijhorende middelen en de uitstraling die daarmee gepaard gaat. Vilvoorde moet dus ook in groot Brussel een metropolitaanse aanwezigheid neerzetten, bijvoorbeeld op cultureel gebied aan de hand van een festival of iets dergelijks.

Een gedeelde visie op de Noordrand vergt een duidelijke positionering in de ontwikkeling van de Brusselse metropool. Hoe dat precies vorm moet krijgen is niet alleen zaak van planners en politici, maar ook van bevolking en middenveld. De actieve delen van de bevolking mogen niet alleen via consultatie- en informatierondes betrokken worden, maar moeten een volwaardige co-producent van hun omgeving zijn. Maar ook zij zullen het grootstedelijke perspectief moeten omarmen willen ze echt meewerken aan een stadsontwerp en niet louter NIMBY partners zijn.

“De Noordrand bestaat niet” Eric Corijn

BRUSSEL - Gewestplanners hebben elk een eigen en vertekend beeld van de Brusselse metropool. Het beeld van de Vlaamse ruit met onderaan Brussel en dan een Waalse driehoek eronder, klopt niet. De Brusselse metropool is een oog met een centrale iris + eventueel beeld toevoegen zie mail) en omgeven door een Belgische stedenring. Evenmin is de Vlaamse “gordel” een gelijksoortige ring. Aan westelijke zijde heb je het zeer diffuse Pajottenland, ten zuiden de sterk ontwikkelende as Waver-Louvain-la-Neuve, ten oosten de gouden “kennisdriehoek” tussen Leuven-LLN en de Brusselse universiteitscampus en zo ook heeft de Noordrand weer een heel eigen karakter.

“Als we de officiële cijfers mogen geloven, komen er tegen 2020 zo’n 140.000 Brusselaars bij.”

De Brusselse Noordrand wordt gestructureerd door de radialen van de A12, het kanaal, de E19 en de E40, gedwarst door de grote buitenring R0. In werkelijkheid zijn daar twee kamers in aanwezig: het westen met vooral residentiële functies en dan een oude industriële en logistieke zone. De

verlengde noordelijke kanaalzone moet volgens mij structurerend en verbindend werken, evenals de meer conflictueuze verhouding met de luchthaven. Eén van onze opdrachten bestaat erin een transitieplanning uit te denken voor de postindustriële samenleving en daarbij rekening te houden met demografische evoluties.

Willen we een gedeelde visie uitwerken dan zullen vele gezichtspunten moeten worden aangepast. Die worden vandaag bepaald door de Belgische communautaire conflicten én door een suburbane residentiële blik. De toekomst van de Noordrand hangt echter samen met de internationale Brusselse metropool, die steeds meer hoofdstad van Europa wordt.Als we de officiële cijfers mogen geloven, komen er tegen 2020 zo’n 140.000 Brusselaars bij. Die demografische boom komt niet

voort uit binnenlandse migratie, want er zijn nog steeds meer Brusselaars die naar de buitenrand verhuizen, dan inwijkelingen uit de andere gewesten. De bevolkingstoename komt voort uit een verhoogde nataliteit en buitenlandse immigratie. Brussel, waar nu al 2 op 3 huishoudens meerdere talen spreekt, zal nog diverser, jonger en tegelijk dualer worden. Het aandeel Brusselaars uit eentalige Nederlandstalige gezinnen daalt licht en steeds meer Brusselaars die van thuis uit Nederlands spreken doen dit in combinatie met een andere taal. Gezien de rand een deel van die bevolking overneemt, zal ook de Vlaamse rand meer verkleuren of verbrusselen.

Er komt dus een bevolkingsgroei in de Noordrand, enerzijds vanuit Brussel, anderzijds vanuit Vlaanderen met mensen die liever

niet in Brussel zelf wonen. De verstedelijking van de rand roept een spanningsveld op tussen stad en voorstad, tussen een gemengde diverse bevolking en witte middenklasse woonwijken, tussen een vermeende “groene gordel” en een verdicht stadsweefsel… Tegelijk zien we in het gebied ook de nood nieuwe activiteiten aan te trekken in de oude industriële infrastructuur . Het gaat dus om een zeer diepgaande overgang.

Om dergelijke evoluties het hoofd te bieden, is een gedegen analyse en een geïntegreerde planning nodig. Daarvoor moeten we het gebied in wijken en kamers verdelen. Zo heeft Vilvoorde de stadsvernieuwing in het Kanaalpark in stukken opgedeeld. Broek is een multi-etnische oude arbeidersbuurt met een aantal nieuwkomers, met in ongebruik geraakte fabrieken en met enkele

BIOGRAFIE

Eric Corijn is cultuurfilosoof, socioloog en professor emeritus sociale en culturele geografie aan de Vrije Universiteit Brussel.

• Olievlek lijkt onherroepelijke trend en wordt als excuus gebruikt door de stad ten aanzien van de rand

• Visie strookt niet met realiteit• Kanaalzone heeft wel nog economisch belang. Dus

quid reconversie?• Te Brussels verhaal. De Noordrand mag geen

Brussel B worden• Rand moet leven en mag geen slaaprand worden

Interessante pistes en ideeën

Fundamentele meningsverschillen

Vragen die stakeholders zich erbij stelden

4│BELGIË de Noordkrant

• Verschillende schalen worden in ogenschouw genomen :

• Vilvoorde of Zaventem kunnen centrumfunctie krijgen

• Transitieplanning in functie van een gebied of een zone

• Meertaligheid en diversiteit zijn kansen• Respect voor lokale identiteit• Bestuurlijke grenzen vallen weg bij gebiedsgerichte

werking• Nieuwe woonvormen, maar geen gated communities• Nood aan (sociale) woonprojecten via allerhande

formules• Kanaalzone als structurerend element• Rand kan verstedelijken mits behoud van lokale

accenten• Sociale cohesie bevorderen door socio-culturele

activiteiten• Publieke en private sector hebben een rol • Superdiversiteit is er, of men dat fijn vindt of niet• Ruimtelijke antwoorden zijn onvoldoende, ook

sociale en ethische vragen• Problemen moeten voorkomen worden, niet achteraf

opgelost

Legende

• Hoe vermarkt je een nieuw te ontwikkelen locatie?• Hoe zinvol is het om tussentijds gebruik van ruimte

in te plannen, want dat kost ook geld? • Houdt de benaming Noordrand eigenlijk nog steek?

Bedenkingen van de stakeholders bij deze lezing “Met dit project komen alle actoren rond de tafel om één gezamenlijke toekomstvisie te realiseren voor de Noordrand. De provincie vormt daarbij de brug tussen de visie op (inter-)gewestelijk niveau en de belangen op het lokale niveau.”

gedeputeerde provincie Vlaams-BrabantJulien Dekeyser

« Belgen » en « vreemdelingen » 1989-2013

Vlaams Brabant Waals BrabantBrussel

Schattingen: Jan Hertogen, 2014.

« Belgen » en « vreemdelingen » 1989-2013

Vlaams Brabant Waals BrabantBrussel

Schattingen: Jan Hertogen, 2014.

De toename van het aandeel “Nieuwe Belgen” zien we niet enkel in het Brussels gewest, maar ook in Vlaams-Brabant, zij het minder uitgesproken.

Page 5: Noordkrant

ECONOMIE│5de Noordkrant

“Er is geen economische concurrentie” Christian Vandermotten

BRUSSEL - Metropolitane gebieden zijn vandaag de motor voor economische ontwikkeling. In heel Europa ligt hun bnp 30 tot 35 procent hoger dan het Europese gemiddelde. Het metropolitaan gebied met Brussel als centrum en Zaventem als buitenbeentje, is van alle Belgische regio’s het best geïntegreerd in internationale netwerken.

Er zijn alleen in Brussel-Hoofdstad 720.000 arbeidsplaatsen, waarvan er 360.000 worden ingevuld door pendelaars van buitenaf. Op hun beurt pendelen zowat 60.000

Brusselaars dagelijks naar hun werk buiten de hoofdstad.

Kijken we naar de economische activiteiten die in Brussel en de Noordrand plaatsvinden, dan zien we veeleer complementariteit dan concurrentie. Terwijl Brussel-Hoofdstad gedomineerd wordt door financiële activiteiten en overheidsadministraties, staat de Noordrand sterk in handel, voornamelijk groothandel, transport en communicatie – met natuurlijk Zaventem– en het leveren van diensten aan bedrijven. Dit laatste is de voornaamste bron van inkomsten, gevolgd door de logistieke sector. Niet één logistieke activiteit van belang zou het centrum verkiezen boven de Noordrand.

“Ik vind het een grove vergissing om in de rand kantoren bij te bouwen.”

Veertig jaar geleden was die concurrentie er wel, toen Brussel zijn industrie verloor, ofschoon

toch meer bedrijven dicht gingen dan er verhuisden naar de rand. Dat is lang voorbij. Industrie is zowel in Brussel als in de Noordrand op zijn retour. Wat er aan industriële activiteit is, bevindt zich in Waals-Brabant, maar dat is voornamelijk farmaceutische industrie, R&D en hightech. Waals-Brabant doet het economisch trouwens beduidend beter dan de Noodrand en de Vlaams-Brusselse periferie, die aan dynamiek hebben ingeboet, ofschoon ook zij naar Europese normen niet slecht boeren.

Kantoren in het centrum en in de periferie huisvesten niet hetzelfde soort bedrijven. Als er al concurrentie, dan enkel tussen rand en gedecentraliseerde kantoorcomplexen. Nu reeds is er in de rand 31 % leegstand, tegenover 6 % in het Central Business District van Brussel, ondanks het feit dat de prijzen daar veel hoger liggen. Ik vind het dan ook een grove vergissing om in de rand kantoren bij te bouwen.

De enige sectoren waarin misschien van concurrentie sprake is, zijn de grootwarenhuizen en

leisure. Maar opgelet. Als men door nieuwe commerciële centra in de Rand, vaak alleen met de auto bereikbaar, het centrum verzwakt, zal de uitstraling van de hele regio erbij inschieten.

Ruimtelijke ordening moet met andere woorden veel geïntegreerder werken, met oog voor complementariteit.

“Waals-Brabant doet het economisch beduidend beter dan de Noodrand.”

Een ander fenomeen is van demografische orde. De Noordrand en wat ik Zuid-Zenne zou willen noemen –het gebied van Drogenbos tot Tubize, met daartussen Sint-Pieters-Leeuw en Halle– zijn de sterkste groeiers. Dure gemeenten stagneren, terwijl relatief arme Brusselaars, zij het enigszins opgeklommen op de maatschappelijke ladder, almaar vaker de wijk nemen naar de rand, op de vlucht voor stijgende huizenprijzen in de stad.

Elke activiteit heeft haar eigen voorkeur qua locaties.

Die stijgen natuurlijk ook omdat gegoede Brusselaars de stad minder ontvluchten en eerder voor een gentrificatie van het centrum zorgen.

Er zijn dus heel wat uitdagingen. Zo zal de rand meer sociale woningen moeten bouwen, of althans woningen binnen het bereik van kleine middenklassers. De werkloosheid in Vlaams-Brabant ligt lager, dus je zou pendelaars uit Brussel kunnen aansporen om in de Noordrand te gaan werken, ook al zijn er niet meer laaggeschoolde jobs voorhanden dan in de hoofdstad.

Maar bovenal moet er structureel iets gebeuren met de Noordrand. In de hele regio is dit gebied wellicht het meest wanordelijke. Je hebt er een luchthaven, een oude industriële Kanaalzone en dan nog een ring die alles doorkruist en die eens verbreed nog meer zal ontwrichten.

“Wat de Noordrand nodig heeft, is een nieuwe ruimtelijke ordening,”

Wat de Noordrand nodig heeft, is een nieuwe ruimtelijke ordening, met een nadruk op samenwerking, verdichting en urbanité. Een ordening die bij voorkeur gestructureerd wordt langs een sterke openbaar vervoersas, bijvoorbeeld een tram die van Vilvoorde naar Zaventem gaat en de radiale as van de Brusselse metro en tram kruist. De wildgroei van slecht ontsloten bedrijfsparken en kantoorcomplexen moet een halt toegeroepen worden. En ook op vlak van mobiliteit zullen de verschillende gewesten onderling beter moeten samenwerken.

• Er is te weinig aandacht voor het creëren van het nodige draagvlak

• Wetgeving is hinderpaal• Ander economisch model vereist• Stedelijke druk resulteert niet in succesvolle

rand zoals in het buitenland• Er is wél ruimte voor en nood aan projecten als

UPlace• Argument mobiliteit wordt gebruikt om

ontwikkelingen af te remmen• Gebrekkig openbaar vervoer luchthaven is

knelpunt voor ondernemers• Opnieuw erg Brussels verhaal• Openbaar vervoer niet zomaar positief.

Sommige bussen rijden leeg rond

• Regionale en geïntegreerde visie op mobiliteit• Een herstructurering van het gebied is nodig,

zowel op vlak van mobiliteit als ruimtelijke ordening

• Tram kan gemeenschappelijke visie helpen creëren en de stedelijke as versterken

• Verdichting rond stations met wonen en werken

• Potentiële complementariteit is positieve boodschap en maakt van stad en rand één geheel

• Brussel moet zich minder dominant opstellen ten aanzien van de rand

• Noordrand heeft potentieel, mits betere ontsluiting van reconversiezone

• Noordrand trekt actieve bevolking aan ten nadele van Brussel

• Heeft oog voor afkalven van industrie en leegloop van gemeenten als Zaventem en Machelen

• Kan een overheid dermate aansturen?• Hoe structuur aanbrengen in deze zone?• Welke economie voor de Noordrand van

morgen?• Hoe de teloorgang van oude kernen vermijden

of opvangen?

Bedenkingen van de stakeholders bij deze lezing“Brussel zal nauw met Vlaanderen samenwerken om een overlegstrategie tot stand te brengen voor de ontwikkeling van het Brussels grootstedelijk gebied waarin ieders behoeften en doelstellingen in aanmerking genomen kunnen worden. Het versterken van de samenwerking is buitengewoon belangrijk op het vlak van economie en werkgelegenheid, mobiliteit, leefmilieu, ...”

diensthoofd Brussel Stedelijke OntwikkelingBenoît Périlleux

BIOGRAFIE

Prof. Christian Vandermotten doceert economische, politieke en stedelijke geografie alsook ruimtelijke ordening aan de Université Libre de Bruxelles.

Page 6: Noordkrant

de Noordkrant6│MOBILITEIT“Niet kiezen is verliezen” Joost Vandenbroele

BRUSSEL - Wie vandaag mobiliteit in de Noordrand zegt, denkt onmiddellijk aan files.

Tussen 2000 en 2010 heeft Vlaanderen alleen een stijging opgetekend van liefst 6 miljard autokilometers en dat aantal blijft jaar na jaar stijgen.

De toename aan autoverkeer heeft ervoor gezorgd dat de luchtkwaliteit in de Noordrand is verslechterd. Zo is het stikstofdioxidegehalte tussen 2009-2012 in de Noordrand fors gestegen.

“Overheden investeren nog altijd liever in koning auto dan in openbaar vervoer.”

Toch schijnt ons mobiliteitsdenken hierdoor amper te wijzigen. Lobbygroepen zoals de Belgische federatie van Voertuigenverhuurders, Renta, gaan in het verweer wanneer een organisatie als de OESO bedrijfswagens met de vinger wijst. Ook overheden investeren nog altijd liever in koning auto dan in openbaar vervoer. Terwijl ons spoorwegnet tussen 1980 en 1999 met 3 % groeide, nam het autowegennet met liefst 30% toe. Vandaag luidt het devies: mobiliteit is goed voor de economie, dus we moeten ons zoveel mogelijk verplaatsen.

Bovendien worden geen keuzes gemaakt. De Brusselse ring wordt verbreed om lokaal van doorgaand verkeer te scheiden. Tegelijk worden plannen aangekondigd die voorzien in een Brabantnet, drie tramlijnen naar Brussel en een tangentiële tram, die Zaventem en Tervuren in verbinding moet stellen met de Heizel. Maar als je ziet wat daarvan komt – één tram uit Willebroek en een tangentiële tram – blijkt dat het vooral bij plannen blijft. Ons mobiliteitsbeleid is nog teveel een en-en-verhaal. Er wordt in alle modi geïnvesteerd. Bovendien ontbreekt het aan coördinatie. Vlot Vlaanderen, een instrument van de Vlaamse overheid en de provincie Vlaams-Brabant, zet in op alles: auto, openbaar vervoer,

fietsverplaatsing en intelligente investeringen.

We moeten naar een aanpak die stadregionaal is. Daartoe moeten de verschillende vervoersmaatschappijen en de verschillende ruimtelijke diensten samenwerken. Er moet een radicaal andere investeringspolitiek gevoerd worden op vlak van mobiliteit en ruimtelijke ordening. Ons mobiliteitbeleid moet het aanbod sturen en niet laten afhangen van de vraag. Ik pleit voor een verdichting aan openbaar vervoersknooppunten, niet alleen met residentiële functies maar ook werkgerelateerde. Ik pleit voor een moratorium op kantoren en shoppingcentra en voor een stadstol en fileheffing in de GEN-zone. Met als uitgangspunt: de vervuiler betaalt.

“Ik pleit voor eenmoratorium op kantoren en shoppingcentra”

Want als er vandaag niets verandert, stevenen we tegen 2050 af op een verdere versnippering van de Noodrand en zal de rand rond Brussel volledig volgebouwd zijn. Uplace en NEO, grootschalige projecten die heel snel veel ruimte zullen invullen, werken de versnippering nog verder in de hand.

• Economische actoren niet overtuigd van verdichting

• Milieu-argument wordt alleen gebruikt als het uitkomt

• Openbaar vervoer is niet voorhanden of te traag• Geen geld voor voldoende openbaar vervoer• Economie kan je niet dwingen• Auto ontmoedigen kan pas als er alternatieven

zijn• Eerst faciliteren, dan dirigeren• Vlaanderen wil niet weten van randparkings en

GEN• Gedragsverandering ook nodig• Geen moratorium• Visie heeft alleen oog voor bewoner, niet voor

werknemers of werkgevers• Hoe draagvlak creëren voor mobiliteitstransitie?

• Bedrijfsleven heeft mobiliteit nodig, dus de vraag kan aangestuurd worden

• Aansturen kan door woonbonus af te schaffen in buitengebieden, door een actief grond- en pandenbeleid

• Consequente keuzes renderen op lange termijn zichtbaar

• Het momentum is er. Jongere generaties hechten minder belang aan auto en zoeken nieuwe woonvormen

• En-en is voorwendsel om het oude investeringsbeleid voort te zetten

• Mengen van functies woon-en werk• Mobiliteit en woonbeleid gaan hand in hand.

Men mag niet langer bouwen op onbereikbare plaatsen

• Lange termijn en ook piece-meal engineering• Londense metro is er voor iedereen• Ook filelijder heeft slechte levenskwaliteit• Belang van parkeerbeleid• 6e staathervorming biedt kansen

• Veel ideeën, maar hoe ze uitvoeren?• Is verdichting rond openbaar

vervoersknooppunten altijd ecologisch?• Zullen we tegen 2050 nog mobiel moeten

zijn?

Bedenkingen van de stakeholders bij deze lezing“De Noordrand heeft een rijk industrieel verleden, en dat merken we helaas ook aan de bodem daar. Door reeds vroeg in het planningsproces hiermee rekening te houden, kan er slimmer herontwikkeld worden. Doelgerichte sanerings- en herontwikkelingsstrategieën van brown-en blackfields bieden immers kansen voor nieuwe vormen van woon- en werkgelegenheid waarbij schaarse open ruimte gevrijwaard blijft.”

Administrateur-generaal OVAM, Henny De Baets

BIOGRAFIE

Joost Vandenbroele is adviseur stadsplanning bij de vzw Bral (Brusselse raad voor het Leefmilieu).

Als het en-en-beleid wordt voortgezet dreigt de Noordrand verder te versmachten.

Page 7: Noordkrant

BIOGRAFIE

Bart Vander Velpen is directeur Business Development and Corporate Innovation bij studiebureau Royal HaskoningDHV.

ECOLOGIE│7de Noordkrant

“De veerkracht zit onder de grond” Bart Vander Velpen

BRUSSEL - Heeft u al eens door de Veluwe of de Kalmthoutse heide gefietst? Heeft u zich toen afgevraagd of die zogenaamd ongerepte natuur ook zonder de mens kan voortbestaan? Het antwoord is natuurlijk neen. Maar wat heeft de Kalmthoutse heide in godsnaam met de Noordrand te maken? Bart Vander Velpen van studiebureau Royal HaskoningDHV gaf meer uitleg.

Vander Velpen: ‘Neem het Jubelpark. Dat werd in 1880 aangelegd. Het Jubelpark illustreert hoeveel geloof men toen koesterde in de maakbaarheid van onze omgeving. Men heeft toen bomen genomen uit het Ter Kamerenbos en het Zoniënwoud en die elders neergepoot. Als je dit vergelijkt met de Kalmthoutse heide, zie je meteen hoe we vandaag omgaan met ons milieu. We planten geen heide aan, maar we faciliteren, we maken het mogelijk dat de heide kan groeien en bloeien. We ontbossen de heide om de voedselarme ondergrond te bewaren die heide nodig heeft om zich te ontwikkelen. We versterken met andere woorden de veerkracht van het gebied.’

“Een zwaar vervuild terrein is alzijn veerkracht verloren.”

Hoe versterk je de veerkracht van een gebied?

Vander Velpen: Je neemt de remmende factoren weg, zoals bodemverontreiniging, die maken dat een gebied zich traag of helemaal niet kan ontwikkelen. Een zwaar vervuild terrein is al zijn veerkracht verloren. Om uit maken wat we willen, kijken we naar de diensten die een bepaalde ondergrond kan leveren aan diegene die zich boven het maaiveld bevindt: mens, plant en dier. Daartoe hanteren wij het begrip van ecosysteemdiensten. Zo kan je een ondergrond gebruiken als een regulerend medium, bijvoorbeeld om regenwater op

te slaan en overstromingen in te perken. Een ondergrond kan ook zelfreinigend werken en de drinkwaterkwaliteit verbeteren. Bodem heeft ook een klein of groot draagvermogen, geotechnisch of anders, waardoor het al dan niet bebouwd of bezet kan worden. Tot slot is een ondergrond ook vaak een voedingsbodem voor planten en dieren.

Maar je vertrekt wel van het nut van de ondergrond.

Vander Velpen: Zeker, maar wij vatten dat begrip zeer ruim op. Ook het belang van een gebied voor de biodiversiteit of zijn cultuurhistorische, archeologisch belang vallen daaronder. Een ondergrond doet dus niet louter dienst als economische driver, maar bevordert ook het welzijn.

“De Noordrand isdoor zijn industrieel verleden een zwaar vervuild gebied.”

Hoe past de Noordrand hierin?

Vander Velpen: Vergelijk de ecosysteemdiensten even met een puzzel. Wat wij trachten te doen, is zoveel mogelijk diensten te activeren en liefst met elkaar te verweven. In plaats van bijvoorbeeld grondwater louter op te pompen voor de irrigatie van een gebied, of bij de uitvoering van de sanering, zullen we het eerst gebruiken als koudebron voor kantoorgebouwen, waarna het opnieuw kan infiltreren in de ondergrond. De Noordrand is door zijn industrieel verleden een zwaar vervuild gebied, maar als we de puzzel ontwarren kunnen we erin

• Bodemverontreiniging wordt nog vaak aanzien als probleem, niet als opportuniteit

• Lukt alleen als er grondschaarste is, zoals in Brussel; zoniet wordt eerder nieuwe ruimte aangesneden

• Te enge, utilitaire invulling van milieu & natuur• Te abstract en houdt geen rekening met echte

werkwijze van de actoren• Vereist langetermijndenken• Wetgeving niet voorzien op positieve benadering

van sanering• Steeds oplossingen op site-niveau, maar dat

moeten we juist overstijgen

• Een vervuilde bodem is een kans, geen last• Flexibele aanpak want speelt in op veranderingen

(nieuwe functies, nieuwe evoluties,…)• Gebiedsgericht• Kansen voor natuur, recreatie, …• Maakt op lange termijn sanering en andere acties

rendabeler en dus relatief gezien goedkoper• Vervuilde sites kunnen stapsgewijs aangepakt

(lange én kortetermijndenken)• Ondergrond moet deel worden van planning• Belang van de vierde dimensie: tijd• Ontwikkelkost van greenfields wordt meestal

onderschat

• Kunnen alle overheden samenwerken om dit waar te maken?

• Wil de maatschappij bijdragen als de vervuiler niet betaalt?

Bedenkingen van de stakeholders bij deze lezing

• Onderbenut

(draagvermogen van een) gebied met ongelijk reliëf (overstroomt in de laagtes)

• Een broek opgehoogd tussen zestiger en tachtiger jaren met gemengd stort

Interessante acties en ecosysteemdiensten: • S l o o p m a t e r i a a l

hergebruiken bij verbeteren buffercapaciteit terrein

• Huisvuil gebruiken voor biogas, nodig voor bedrijven in gebied

Vander Velpen: “Er worden daar wel auto’s gestald, maar dat is eigenlijk een beperkte toepasbaarheid van die hele grote oppervlakte. Vandaag wil men veel meer toepassingen aan dat gebied te geven. Men denkt zelfs aan het bouwen van een ziekenhuis. Hierbij moet je wel nagaan of het draagvermogen voldoende is. Je kunt er een opportuniteit van maken door dat gemengde stort van enerzijds sloopafval en huisvuil te gaan scheiden. In 2050 is het organische materiaal voldoende geoxideerd of gereduceerd en krijg je terug een natuurlijke bodem om er bijvoorbeeld een park aan te planten.”

“Vandaag is de Noordrand een dynamisch gebied waarin veel projecten lopen. Het is niet altijd duidelijk in welke visie deze projecten passen, des te meer omdat de twee gewesten elk een eigen visie op de Noordrand hebben ”

secretaris-generaal Ruimte VlaanderenPeter Cabus

CAT – Vilvoorde & Machelen

slagen bepaalde acties uit te voeren en die ingrepen terug te verdienen door de positieve impact die ze hebben op andere ecosysteemdiensten. Maar altijd moeten we vertrekken van de diensten die een gebied nog kan leveren.

Veerkracht van de ondergrond laat toe om de ontwikkeling op het maaiveld aan te zwengelen

Page 8: Noordkrant

de Noordkrant8│WERELD“Frankrijk heeft Parijs. Brussel kan het Parijs van Europa worden” Carola Hein

BRUSSEL - Vandaag zijn in Brussel liefst 300 instellingen actief die de economische, politieke, toeristische en andere belangen verdedigen van steden en metropolitane gebieden uit heel Europa. Hun aanwezigheid heeft mee vorm gegeven aan onze hoofdstad.

Een land als Frankrijk heeft Parijs, maar Europa heeft zelf geen sterke architecturale of urbane symbolen. Ja, we hebben een Europese vlag en een euromunt, maar er is ook nood aan een stad die het Europese project gestalte kan geven.

“Het Belgische model kan andere lidstaten inspireren.”

Welke stad is daartoe beter geschikt dan het meertalige, multi-etnische Brussel? Brussel is al sinds de jaren vijftig het effectieve centrum van de Unie en zijn naam is over de hele wereld bekend, ook al vinden niet alle inwoners dat even prettig. Brussel heeft Europa nodig. De Europese instellingen betrekken ongeveer 3,4 miljoen

vierkante meter kantoorruimte en de aanwezigheid van de Europese instellingen heeft tal van andere internationale bedrijven en openbare instellingen naar de hoofdstad gelokt.

Wat zou er gebeuren als Europa zijn veelzijdigheid, meertaligheid en multi-ethniciteit omarmt en daartoe Brussel als symbool naar voren schuift? Het Belgische model met zijn gewesten en gemeenschappen kan andere lidstaten inspireren, die met interne conflicten kampen.

Het zal sowieso zaak zijn om hierbij niet enkel naar het centrum te kijken, maar de hele metropolitane regio te betrekken, want Brussel-Stad is sowieso te klein. Net als Hamburg, moet Brussel over de regiogrenzen heen samenwerken en zowel zijn stedelijke als landelijke delen mee in de boot nemen, met respect en zorg voor iedereen. Hamburg

heeft daarbij beroep gedaan op een IBA, een internationale architectuurtentoonstelling of Internationale Bauaustellung om Wilhelmsburg, een wijk vlakbij de haven, die ook met tal van ruimtelijke en sociale problemen kampt, om te vormen.

Volgens mij ligt hier een kans voor de Noordrand. Vlaanderen kan baat hebben bij de economische macht en de Europese uitstraling van Brussel, terwijl Brussel de ruimte krijgt om zich naar behoren te ontwikkelen.

Bovendien kan het Europese project voor de Noordrand sturend werken. Deze regio is nu een patchwork van geschiedenissen, culturen en gemeenten, zonder duidelijk plan of coherente identiteit.

Op voorwaarde dat Europa zijn multi-ethniciteit, meertaligheid en diversiteit omarmt, biedt dat kansen

voor de hele regio. Brussel kan zich dan opwerpen als het model voor de duurzame en leefbare stad, op voorwaarde dat ook de Noordrand op een evenwichtigere manier ontwikkeld wordt. Duurzame steden zijn dat immers niet louter en alleen dankzij geavanceerde technologieën, maar ook door hun sociale aanpak. Brussel moet met andere woorden evengoed oog hebben voor de elites die bij de EU of de Navo werken, als voor de economische migranten uit Schaarbeek of de landelijke bevolking in Grimbergen.

“Naar schatting 200 miljoen mensen zullen hun huis verlaten.”

Het zal sowieso geen makkelijke oefening worden, want er moet ver vooruit gepland. Wij weten niet hoe onze wereld er tegen 2050 zal uitzien, net zomin we 36 jaar geleden hadden kunnen

vermoeden dat er zoiets zou bestaan als internet, een gsm of een laptop. Zeker is dat ons grote veranderingen te wachten staan. Tegen 2050 zal het op aarde gemiddeld drie graden warmer zijn, de overstromingen zullen toenemen en hele regio’s zullen met watertekorten kampen. Naar schatting 200 miljoen mensen zullen hun huis verlaten op de vlucht voor het klimaat. Rijk en arm groeien nog verder uit elkaar en wellicht ziet onze economie er helemaal anders uit.

Het staat buiten kijf dat Brussel een verdichte, duurzame en evenwichtige stad zal moeten worden, goed ontsloten door openbaar vervoer. Met andere woorden geen stad op zijn Amerikaans, met eenzijdig georiënteerde zones en central business districts, met grote shopping malls en een niet aflatend autoverkeer.

• Eerst komen projecten en realisaties, identiteit volgt hieruit

• Een identiteit creëren is voer voor academici• Een Europese identiteit willen creëren is elitair• Noordrand is beducht voor internationalisering• Stadsrand krijgt te kampen met stedelijke problemen• Vlamingen willen niet dat hun dorp een stad wordt• Europa drijft prijzen vastgoedmarkt op• Europees vastgoed brengt weinig stedelijke dynamiek

mee• Functies die naar rand gaan, moeten samenhang

vertonen; geen• rommelfuncties• Het lokale mag niet onderdoen

• Visie die mensen kan begeesteren• Noordrand kan functies overnemen van Brussel• Helpt om historische gebouwen en infrastructuur

te herwaarderen• Verscheidenheid en diversiteit omgebogen tot

een voordeel, tot deel van identiteit• Prestigeprojecten stralen af op Noordrand • Stad kan zich ontwikkelen buiten regiogrenzen• Vlaamse rand kan zich ontwikkelen als

kwalitatieve voorstad, zoals Antwerpen• De uitwisseling tussen expats en anderen

inwoners doorbreekt eilandmentaliteit• Sowieso wordt het onderscheid Brussel – rand

internationaal niet gemaakt; Tervuren is Brussel• Brussel is sterk merk• Subsidiariteitsbeginsel kan maximaal toegepast

worden• Troeven van Europese steden ten opzichte

van Amerikaanse steden uitspelen: gelijkheid, densiteit, mix

• Dialoog tussen luchthaven en Noordrand belangrijk

• Is tegen 2050 nog wel fysieke ruimte nodig voor EU-uitbreiding?

• Wat met de Franstalige politieke krachten in de rand?• Heeft de Noordrand nu geen identiteit?• Kan Europese Unie motor zijn voor de Noordrand?• Waarom lukt een IBA in Hamburg wel en in Brussel en

Vlaanderen niet?

Bedenkingen van de stakeholders bij deze lezing

Sfeerbeelden van de succesvolle workshop. Iedereen kwam aan het woord.

BIOGRAFIE

Carola Hein is Associate Professor aan het Bryn Mawr College (Pennsylvania) in het Growth and Structure of Cities programma.

De Noordrand kan gebaat zijn bij een Internationale BauAusstellung (IBA), zoals in Hamburg gebruikt voor een vergelijkbaar stadsdeel.

Page 9: Noordkrant

de Noordkrant

Summerschool over de Noordrand

BRUSSEL - RuimteVlaanderen en CassCities (London Metropolitan University) organiseerden van 30 juni tot 5 juli een Summerschool over de Brusselse noordrand.

Studenten uit diverse landen gingen de uitdaging aan om na te denken over mogelijke toekomsten voor de Noordrand. De begeleiding kwam van Mark Brearley, Dann Jessen, Francesca Benedetto, Peter Carroll, Merritt Bucholz en Jan Zaman. Tijdens de eindpresentatie in GC Everna kwamen ook verschillende stakeholders langs om hun bemerkingen en bedenkingen te geven bij het werk.

De positieve kijk op het territorium valt op, vertrekkend van de zoektocht naar ‘lucky finds’ en de aanpak om vanuit de kwaliteiten van oude historische routes (high streets) de hedendaagse stad vorm te geven. De context van sterke demografische groei en het behoud van de werklocaties en open ruimte zorgde voor een scherpe en interessante uitdaging.In het najaar wordt een bundeling van de resultaten opgemaakt die ruim verspreid zal worden onder de belanghebbenden en geïnteresseerden.

FRAGMENTEDISLANDS

LATENT HIGHSTREETS

GOODPROXIMITY

AGRICULTIRALPOCKETS

FEELING OF ISOLATION

UNPREDICTABLE

ORGANISEDWILDERNESS

12

Aangegane discussies tijdens de workshop werden simultaan uitgetekend. Voor het resultaat, zie p. 8-9.

SUMMERSCHOOL│9

Page 10: Noordkrant

de Noordkrant10│NOORDRAND

Page 11: Noordkrant

NOORDRAND│11de Noordkrant

Tijdens de workshop werd de discussie visueel “geoogst”.

Page 12: Noordkrant

volg ons ONLINE www.ruimtelijkeordening.be/noordrand

AGENDA10/10/2014 - Workshop 2

19/12/2014 - Workshop 3

10/02/2015 - Workshop 4

& publiek moment