16
oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd leerinhoud aard bron delers en veelvouden inoefenen Rekensprong Plus 4 Map van Wibbel, inoefenen, automatiseren en toepassingen cijferen: vermenigvuldigen automatiseren Rekensprong Plus 4 Map van Wibbel, inoefenen, automatiseren en toepassingen tijd / breuken verrijken Rekensprong Plus 4 Map van Wibbel, remediëren en verrijken vierhoeken remediëren Rekensprong Plus 4 Map van Wibbel, remediëren en verrijken veelhoeken verrijken Sterk Rekenwerk 4 veelhoeken hoekenwerk Hoekenbox wiskunde 4 Vind meer informatie over deze uitgaven op www.rekensprongplus.be www.elkkindtelt.be www.hoekenboxen.be

oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

  • Upload
    others

  • View
    11

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd

leerinhoud aard brondelers en veelvouden inoefenen Rekensprong Plus 4

Map van Wibbel, inoefenen, automatiseren en toepassingencijferen: vermenigvuldigen

automatiseren Rekensprong Plus 4 Map van Wibbel, inoefenen, automatiseren en toepassingen

tijd / breuken verrijken Rekensprong Plus 4 Map van Wibbel, remediëren en verrijken

vierhoeken remediëren Rekensprong Plus 4 Map van Wibbel, remediëren en verrijken

veelhoeken verrijken Sterk Rekenwerk 4

veelhoeken hoekenwerk Hoekenbox wiskunde 4

Vind mee

r inform

atie o

ver d

eze u

itgav

en

op www.re

kensp

rongplus.be

www.elkk

indtelt.b

e

www.hoeken

boxen.be

Page 2: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

49

Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel. © Van In.

Naam: ................................................................................................................ Nr. ...........

37 ALLE BEWERKINGEN MET NATUURLIJKE GETALLEN TOT 10 000 nnb 7-11

1 Dit gaat vlot als je de tafels kent. Let op de nullen!

3 x 7 = ..........................

30 x 7 = ..........................

30 x 70 = ..........................

48 : 6 = ..........................

480 : 6 = ..........................

480 : 60 = ..........................

2 400 : 40 = ..........................

5 400 : 600 = ..........................

7 200 : 8 = ..........................

560 : 70 = ..........................

8 x 500 = ..........................

800 x 8 = ..........................

4 500 : 500 = ..........................

70 x 50 = ..........................

3 600 : 600 = ..........................

30 x 60 = ..........................

8 100 : 90 = ..........................

1 500 : 300 = ..........................

2 Reken uit. Je kunt handig rekenen.

2 300 + 990 = ...............................................................

480 – 99 = ...............................................................

4 516 + 900 = ...............................................................

1 685 – 97 = ...............................................................

3 651 + 999 = ...............................................................

4 600 : 200 = .............................................................

40 x 90 = .............................................................

4 500 : 1 500 = .............................................................

6 300 : 70 = .............................................................

300 x 20 = .............................................................

3 Nu alles door elkaar! Denk na of je handig kunt rekenen.

6 618 : 6 = ............................................................

30 x 51 = ............................................................

9 000 – 245 = ............................................................

1 998 + 456 = ............................................................

7 000 : 2 = ............................................................

4 555 – 990 = ............................................................

2 350 + 1 620 = ............................................................

4 x 2 300 = ............................................................

99 x 46 = ............................................................

8 000 – 12 = ............................................................

70 x 60 = ............................................................

2 800 : 700 = ............................................................

95 : 5 = ............................................................

102 x 54 = ............................................................

3 004 – 508 = ............................................................

74 : 6 = q ............... r ......

4 Wibbel twijfelt …

Kleur het vakje groen als Wibbel juist heeft gerekend.Als Wibbel het fout heeft gedaan, kleur je het vakje rood en verbeter je de fout.

2 400 : 600 = 240 : 6 = 40 8 x 25 = 4 x 50 = 200 998 + 56 = 100 + 58 = 158

3 500 : 70 = (3 500 : 10) : 7 = 50 30 x 60 = 3 x 6 x 10 = 180 90 x 23 = 2 300 – 230 = 1 070

110065_01N RS+4_MapWibbelB_IA_CS.indd 49110065_01N RS+4_MapWibbelB_IA_CS.indd 49 8/11/11 3:06:39 PM8/11/11 3:06:39 PM

Page 3: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

61

Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel. © Van In.

Naam: ................................................................................................................ Nr. ...........

49 CIJFEREN: NATUURLIJKE GETALLEN VERMENIGVULDIGEN TOT 10 000 MET EEN GETAL VAN 2 CIJFERS nnb 18

1 Even opfrissen

50 x 149 = .......................... 473 x 20 = ..........................

Ik schat: ................................................... Ik schat: ...................................................

x x

2 Nu het echte werk!

42 x 97 = ..........................

Ik schat: ...................................................

x

+

19 x 148 = .......................... 127 x 37 = ..........................

Ik schat: ................................................... Ik schat: ...................................................

x x

+ +

23 keer 148?

Ik neem eerst 3 keer 148.Dan neem ik 20 keer 148.

Ten slotte tel ik beide producten samen.

110065_01N RS+4_MapWibbelB_IA_CS.indd 61110065_01N RS+4_MapWibbelB_IA_CS.indd 61 8/11/11 3:06:42 PM8/11/11 3:06:42 PM

Page 4: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

85

Naam: ........................................................................................................................... Nr. ...........

Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel, Sprong 5. © Van In.

SPRONG 5

1 De seconden tikken weg! Bereken en vul in.

2 Gelijkwaardige breuken

a Hoe lang duren 1 000 seconden?

1 minuut = …………… seconden

10 minuten = …………… seconden

Hoeveel hele minuten gaan er in 1 000 seconden?

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

Hoeveel seconden blijven er dan nog over?

…………………………………………………………………………………………………

b Beantwoord de vraag van Rien. Reken het hier uit.

ô ja ô neen

In 1 000 seconden kan ik meer dan 1 km wandelen.

1 000 seconden = …… uur …… minuten …… seconden

Is het waar wat Sien zegt?

ô ja ô neen

Ben ik al 10 000 seconden oud?

Vul de tellers van de volgende breuken aan. Vergelijk telkens met de breuk vooraan.

12

= ...4

= ...6

= ...8

= ...10

= ...12

= ...14

= ...16

= ...18

= ...20

Welke breuk zoeken we nu? • De teller is de som van alle tellers hierboven.• De noemer is de som van alle noemers hierboven. Schrijf die breuk daarna zo eenvoudig mogelijk.

1 + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ...2 + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ...

= ............

= ......

Wat merk je? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………

110068_01N RS+4_MapWibbelR&V 1-6.indd 85110068_01N RS+4_MapWibbelR&V 1-6.indd 85 8/11/11 2:44:15 PM8/11/11 2:44:15 PM

Page 5: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

114

Naam: ........................................................................................................................... Nr. ...........

Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel, Sprong 7. © Van In.

SPRONG 7

10 VIERHOEKEN

a Geef de vierhoeken de juiste kleur.

Werk in deze volgorde: kleur eerst de vierkanten blauw, dan de rechthoeken geel, de ruiten groen, de parallellogrammen oranje en de trapezia bruin.

b Teken met je lat en je geodriehoek.

Een rechthoek met lengte 6 cm en breedte 2 cm. Een parallellogram waarvan dit een zijde is.

110424_01N 540444-01_RS+4_MvW_R&V_7-13_CS.indd 114110424_01N 540444-01_RS+4_MvW_R&V_7-13_CS.indd 114 12/15/11 2:03:06 PM12/15/11 2:03:06 PM

Page 6: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

A B C D

A B C D

A B C D

A B C D

A B C D

A B C D

A B C D

LT_Tuumav4_NL_Comp.indd 44LT_Tuumav4_NL_Comp.indd 44 18/03/09 11:3018/03/09 11:30

Page 7: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

wiskunde

Vier op een rij

Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 4de leerjaar • wiskunde © VAN IN 2009

Doe het zo!

1 De oudste mag beginnen. Gooi met de dobbelstenen. Plaats één van je pionnen op een figuur met evenveel hoeken als ogen op je dobbelstenen. Als dat niet lukt, is het aan de volgende.

2 De volgende mag nu gooien en één van zijn pionnen plaatsen.3 Als je vier pionnen op een rij hebt, dan heb je een punt.4 Wie het meeste rijen van vier kan vormen is de winnaar.5 Houd je score op een apart blad bij.

Corrigeer je werk

Jullie controleren elkaar. Als je denkt dat iemand een fout maakt dan zeg je niets, maar klop je op de tafel. De medespeler krijgt een tweede kans. Is het dan nog fout, dan verbeter je samen. De speler mag zijn pion toch zetten.

Klaar?

Speel nog een keer en houd je score bij!

3

1x

15’

45’ 30’

F

BEWERKINGEN MEETKUNDE E 8 TOEPASSINGEN

De lln. moeten zo snel mogelijk vier op een rij maken.

METEND REKENEN

Een voorbeeld:

Vier op een rij scoor je zo:

• horizontaal

• verticaal

• diagonaal

Wat moet je doen?

Je moet proberen zo snel mogelijk vier pionnen horizontaal, diagonaal of verticaal op een rij te plaatsen én ervoor zorgen dat het de andere spelers niet lukt. Je moet goed de hoeken van een vlakke figuur kunnen tellen.

1

GETALLENKENNIS

Materiaal

e 6 pionnen in één kleur

e 16 pionnen in een andere kleur

e Een spelborde Twee dobbelstenene Pen en papier

2

Page 8: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 4de leerjaar • wiskunde © VAN IN 2009

wiskunde

15’

45’ 30’

F

1x

Vier op een rij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

4

44

4

4

44

4

4

4

44 BEWERKINGEN MEETKUNDE E 8 TOEPASSINGEN

De lln. moeten zo snel mogelijk vier op een rij maken.

Doel(en) e De leerlingen begrijpen de wiskundige begrippen horizontaal, diagonaal en verticaal.e Ze kunnen hun pionnen strategisch plaatsen (een zet vooruit denken en hun medespeler

verhinderen).e Ze kunnen het aantal hoeken van een meetkundige figuur tellen.

Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nrs. 24a, 24c, 24e, 24g, 25a en 25b.

Materiaal e 16 pionnen in één kleure 16 pionnen in een andere kleure Spelbord: materiaalkaart 20e Twee dobbelstenene Pen en papier

Differentiatie Gebruik de opdrachten op kopieerkaart 65 (***). Wanneer de leerlingen met een dobbelsteen gooien, moeten ze het bijbehorende criterium op het blad gebruiken. De differentiatie kunnen de kinderen best in duo’s uitvoeren.

Hulpkaart

Aanpak Zie ‘Doe het zo!’ op keerzijde.

Controle enverbetering

De leerlingen controleren elkaar. Bij discussie kun je zelf ingrijpen.

Tips Je kunt zelf nog andere differentiatieopdrachten verzinnen.

GETALLENKENNISMETEND REKENEN

Page 9: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

20m

ateriaalkaart 20wiskunde

4de leerjaar

meetkunde 8

Vier op een rij: spelbord

Page 10: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

wiskunde

4de leerjaar

meetkunde 8

kopieerkaart 65 w

erkblad

65Vier op een rij: opdrachtenblad

Aantal ogen op je dobbelsteen

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

Plaats je pion op …

… een figuur links van een andere pion.

… een figuur met een stompe hoek.

… een vierkant.

… een ongelijkbenige driehoek.

… een trapezium.

… een twaalfhoek.

… een figuur met twee evenwijdige zijden.

… een figuur die dezelfde naam heeft als een figuur waar al een pion op staat.

… een figuur onder één van je eigen andere pionnen.

… een figuur met twee loodrecht op elkaar staande zijden.

… een figuur met een rechte hoek.

… een rechthoek.

Sla je beurt over als je je pion niet kunt plaatsen.

★★★

Page 11: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd

corre

cties

leutel

Page 12: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

49

Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel. © Van In.

Naam: ................................................................................................................ Nr. ...........

37 ALLE BEWERKINGEN MET NATUURLIJKE GETALLEN TOT 10 000 nnb 7-11

1 Dit gaat vlot als je de tafels kent. Let op de nullen!

3 x 7 = ..........................

30 x 7 = ..........................

30 x 70 = ..........................

48 : 6 = ..........................

480 : 6 = ..........................

480 : 60 = ..........................

2 400 : 40 = ..........................

5 400 : 600 = ..........................

7 200 : 8 = ..........................

560 : 70 = ..........................

8 x 500 = ..........................

800 x 8 = ..........................

4 500 : 500 = ..........................

70 x 50 = ..........................

3 600 : 600 = ..........................

30 x 60 = ..........................

8 100 : 90 = ..........................

1 500 : 300 = ..........................

2 Reken uit. Je kunt handig rekenen.

2 300 + 990 = ...............................................................

480 – 99 = ...............................................................

4 516 + 900 = ...............................................................

1 685 – 97 = ...............................................................

3 651 + 999 = ...............................................................

4 600 : 200 = .............................................................

40 x 90 = .............................................................

4 500 : 1 500 = .............................................................

6 300 : 70 = .............................................................

300 x 20 = .............................................................

3 Nu alles door elkaar! Denk na of je handig kunt rekenen.

6 618 : 6 = ............................................................

30 x 51 = ............................................................

9 000 – 245 = ............................................................

1 998 + 456 = ............................................................

7 000 : 2 = ............................................................

4 555 – 990 = ............................................................

2 350 + 1 620 = ............................................................

4 x 2 300 = ............................................................

99 x 46 = ............................................................

8 000 – 12 = ............................................................

70 x 60 = ............................................................

2 800 : 700 = ............................................................

95 : 5 = ............................................................

102 x 54 = ............................................................

3 004 – 508 = ............................................................

74 : 6 = q ............... r ......

4 Wibbel twijfelt …

Kleur het vakje groen als Wibbel juist heeft gerekend.Als Wibbel het fout heeft gedaan, kleur je het vakje rood en verbeter je de fout.

2 400 : 600 = 240 : 6 = 40 8 x 25 = 4 x 50 = 200 998 + 56 = 100 + 58 = 158

3 500 : 70 = (3 500 : 10) : 7 = 50 30 x 60 = 3 x 6 x 10 = 180 90 x 23 = 2 300 – 230 = 1 070

49Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel. © Van In.

Naam: ................................................................................................................ Nr. ...........

37 ALLE BEWERKINGEN MET NATUURLIJKE GETALLEN TOT 10 000 nnb 7-11

1 Dit gaat vlot als je de tafels kent. Let op de nullen!

3 x 7 = ..........................

30 x 7 = ..........................

30 x 70 = ..........................

48 : 6 = ..........................

480 : 6 = ..........................

480 : 60 = ..........................

2 400 : 40 = ..........................

5 400 : 600 = ..........................

7 200 : 8 = ..........................

560 : 70 = ..........................

8 x 500 = ..........................

800 x 8 = ..........................

4 500 : 500 = ..........................

70 x 50 = ..........................

3 600 : 600 = ..........................

30 x 60 = ..........................

8 100 : 90 = ..........................

1 500 : 300 = ..........................

2 Reken uit. Je kunt handig rekenen.

2 300 + 990 = ...............................................................

480 – 99 = ...............................................................

4 516 + 900 = ...............................................................

1 685 – 97 = ...............................................................

3 651 + 999 = ...............................................................

4 600 : 200 = .............................................................

40 x 90 = .............................................................

4 500 : 1 500 = .............................................................

6 300 : 70 = .............................................................

300 x 20 = .............................................................

3 Nu alles door elkaar! Denk na of je handig kunt rekenen.

6 618 : 6 = ............................................................

30 x 51 = ............................................................

9 000 – 245 = ............................................................

1 998 + 456 = ............................................................

7 000 : 2 = ............................................................

4 555 – 990 = ............................................................

2 350 + 1 620 = ............................................................

4 x 2 300 = ............................................................

99 x 46 = ............................................................

8 000 – 12 = ............................................................

70 x 60 = ............................................................

2 800 : 700 = ............................................................

95 : 5 = ............................................................

102 x 54 = ............................................................

3 004 – 508 = ............................................................

74 : 6 = q ............... r ......

4 Wibbel twijfelt …

Kleur het vakje groen als Wibbel juist heeft gerekend.Als Wibbel het fout heeft gedaan, kleur je het vakje rood en verbeter je de fout.

2 400 : 600 = 240 : 6 = 40 8 x 25 = 4 x 50 = 200 998 + 56 = 100 + 58 = 158

3 500 : 70 = (3 500 : 10) : 7 = 50 30 x 60 = 3 x 6 x 10 = 180 90 x 23 = 2 300 – 230 = 1 070

21 60 9

210 9 3 500

2 100 900 6

8 8 1 800

80 4 000 90

8 6 400 5

3 290 23

381 3 600

5 416 3

1 588 90

4 650 6 000

1 103 4 554

1 530 7 988

8 755 4 200

2 454 4

3 500 19

3 565 5 508

3 970 2 496

9 200 12 2

X

X X

XX

100 1 800 2

1 000 54 1 054

110065_01N RS+4_MapWibbelB_IA_CS.indd 49110065_01N RS+4_MapWibbelB_IA_CS.indd 49 8/11/11 3:04:48 PM8/11/11 3:04:48 PM

Page 13: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

61

Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel. © Van In.

Naam: ................................................................................................................ Nr. ...........

49 CIJFEREN: NATUURLIJKE GETALLEN VERMENIGVULDIGEN TOT 10 000 MET EEN GETAL VAN 2 CIJFERS nnb 18

1 Even opfrissen

50 x 149 = .......................... 473 x 20 = ..........................

Ik schat: ................................................... Ik schat: ...................................................

x x

2 Nu het echte werk!

42 x 97 = ..........................

Ik schat: ...................................................

x

+

19 x 148 = .......................... 127 x 37 = ..........................

Ik schat: ................................................... Ik schat: ...................................................

x x

+ +

23 keer 148?

Ik neem eerst 3 keer 148.Dan neem ik 20 keer 148.

Ten slotte tel ik beide producten samen.

61Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel. © Van In.

Naam: ................................................................................................................ Nr. ...........

49 CIJFEREN: NATUURLIJKE GETALLEN VERMENIGVULDIGEN TOT 10 000 MET EEN GETAL VAN 2 CIJFERS nnb 18

1 Even opfrissen

50 x 149 = .......................... 473 x 20 = ..........................

Ik schat: ................................................... Ik schat: ...................................................

x x

2 Nu het echte werk!

42 x 97 = ..........................

Ik schat: ...................................................

x

+

19 x 148 = .......................... 127 x 37 = ..........................

Ik schat: ................................................... Ik schat: ...................................................

x x

+ +

23 keer 148?

Ik neem eerst 3 keer 148.Dan neem ik 20 keer 148.

Ten slotte tel ik beideproducten samen.

7 450

50 x 150 = 7 500

1 4 9

5 0

7 4 5 0 4 2

9 460

500 x 20 = 10 000

4 7 3

2 0

9 4 6 0 1

4 074

40 x 100 = 4 000

9 7

4 2

1 1

1 9 4 1

3 8 8 0 2

4 0 7 4

4 699

100 x 40 = 4 000

1 2 7

3 7

1

8 8 9 4 1

3 8 1 0 2

4 6 9 9

2 812

20 x 150 = 3 000

1 4 8

1 9

1

1 3 3 2 7 4

1 4 8 0

2 8 1 2

110065_01N RS+4_MapWibbelB_IA_CS.indd 61110065_01N RS+4_MapWibbelB_IA_CS.indd 61 8/11/11 3:05:05 PM8/11/11 3:05:05 PM

Page 14: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

85

Naam: ........................................................................................................................... Nr. ...........

Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel, Sprong 5. © Van In.

SPRONG 5

1 De seconden tikken weg! Bereken en vul in.

2 Gelijkwaardige breuken

a Hoe lang duren 1 000 seconden?

1 minuut = …………… seconden

10 minuten = …………… seconden

Hoeveel hele minuten gaan er in 1 000 seconden?

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

Hoeveel seconden blijven er dan nog over?

…………………………………………………………………………………………………

b Beantwoord de vraag van Rien. Reken het hier uit.

ô ja ô neen

In 1 000 seconden kan ik meer dan 1 km wandelen.

1 000 seconden = …… uur …… minuten …… seconden

Is het waar wat Sien zegt?

ô ja ô neen

Ben ik al 10 000 seconden oud?

Vul de tellers van de volgende breuken aan. Vergelijk telkens met de breuk vooraan.

12

= ...4

= ...6

= ...8

= ...10

= ...12

= ...14

= ...16

= ...18

= ...20

Welke breuk zoeken we nu? • De teller is de som van alle tellers hierboven.• De noemer is de som van alle noemers hierboven. Schrijf die breuk daarna zo eenvoudig mogelijk.

1 + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ...2 + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ...

= ............

= ......

Wat merk je? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………

85

Naam: ........................................................................................................................... Nr. ...........

Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel, Sprong 5. © Van In.

SPRONG 5

1 De seconden tikken weg! Bereken en vul in.

2 Gelijkwaardige breuken

a Hoe lang duren 1 000 seconden?

1 minuut = …………… seconden

10 minuten = …………… seconden

Hoeveel hele minuten gaan er in 1 000 seconden?

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………

Hoeveel seconden blijven er dan nog over?

…………………………………………………………………………………………………

b Beantwoord de vraag van Rien. Reken het hier uit.

ô ja ô neen

1 000 seconden = …… uur …… minuten …… seconden

Is het waar wat Sien zegt?

ô ja ô neen

Vul de tellers van de volgende breuken aan. Vergelijk telkens met de breuk vooraan.

12

= ...4

= ...6

= ...8

= ...10

= ...12

= ...14

= ...16

= ...18

= ...20

Welke breuk zoeken we nu? • De teller is de som van alle tellers hierboven.• De noemer is de som van alle noemers hierboven.Schrijf die breuk daarna zo eenvoudig mogelijk.

1 + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ...2 + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ... + ...

=

In 1 000 seconden kan ik meer dan 1 km wandelen.

......

......= ...

...

Wat merk je? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Ben ik al 10 000seconden oud?

60

600

16 hele minuten

(= 960 seconden)

40 seconden

0 16 40 x

x

10 000 seconden

= 160 minuten 400 seconden

= 166 minuten 40 seconden

= 2 uur 46 minuten 40 seconden

2 3 4 5 6 7 8 9 10

2 3 4 5 6 7 8 9 10 55 1

4 6 8 10 12 14 16 18 20 110 2

De breuk is opnieuw gelijkwaardig met 1–––2

.

110068_01N RS+4_MapWibbelR&V 1-6.indd 85110068_01N RS+4_MapWibbelR&V 1-6.indd 85 8/11/11 2:41:48 PM8/11/11 2:41:48 PM

Page 15: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

114

Naam: ........................................................................................................................... Nr. ...........

Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel, Sprong 7. © Van In.

SPRONG 7

10 VIERHOEKEN

a Geef de vierhoeken de juiste kleur.

Werk in deze volgorde: kleur eerst de vierkanten blauw, dan de rechthoeken geel, de ruiten groen, de parallellogrammen oranje en de trapezia bruin.

b Teken met je lat en je geodriehoek.

Een rechthoek met lengte 6 cm en breedte 2 cm. Een parallellogram waarvan dit een zijde is.

114

Naam: ........................................................................................................................... Nr. ...........

Dit kopieerblad hoort bij Rekensprong Plus 4, Map van Wibbel, Sprong 7. © Van In.

SPRONG 7

10 VIERHOEKEN

a Geef de vierhoeken de juiste kleur.

Werk in deze volgorde: kleur eerst de vierkanten blauw, dan de rechthoeken geel, de ruiten groen, de parallellogrammen oranje en de trapezia bruin.

b Teken met je lat en je geodriehoek.

Een rechthoek met lengte 6 cm en breedte 2 cm. Een parallellogram waarvan dit een zijde is.

bl

bl

ge

ge

gr

gr

br

br

or

meerdere

oplossingen

mogelijk

110424_01N 540444-01_RS+4_MvW_R&V_7-13_CS.indd 114110424_01N 540444-01_RS+4_MvW_R&V_7-13_CS.indd 114 12/15/11 2:06:04 PM12/15/11 2:06:04 PM

Page 16: oefenbundel voor het vierde leerjaar bij de Help Wibbel

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

A B C D

A B C D

A B C D

A B C D

A B C D

A B C D

A B C D

506464_02_STR_OPL.indd 44506464_02_STR_OPL.indd 44 23/03/09 10:0723/03/09 10:07