Pedagogisch beleid · Web view(K)individu “Zorgzame Kinderopvang”Hamsterkoog 151822 CD AlkmaarTel: 072-5623000Fax: 072-5643045Email: [email protected] Kwaliteit in Individuele

(K)individu“Zorgzame Kinderopvang”

Hartelijk welkom !

(K)individu Info mapHoofdstuk (3) Pedagogisch beleid KDV V1 - 2020

“Zorgzaam beleid voor een zorgzame opvang’’

1

Pedagogisch beleid (K)individu, Zorgzame Kinderopvang V 1–2020

(K)individu “Zorgzame Kinderopvang”

Hamsterkoog 151822 CD AlkmaarTel: 072-5623000Fax: 072-5643045

Email: [email protected] www.kindividu.nl

Kwaliteit in Individuele zorg voor uw kind

http://www.kindividu.nl/

mailto:[email protected]


Inhoudsopgave

1. Waar staat (K)individu voor:§ 1.1 De visie§ 1.2 Zorg, missie § 1.3 Drie elementen zijn belangrijk in de werkwijze van (K)individu

2. Dagindeling en activiteiten indeling KDV§ 2.1 Dagschema§ 2.2 Midden van de dag § 2.3 Eind van de dag

3 Pedagogisch Klimaat

3.1 Pedagogisch beleid:§ 3.1.1 Openingstijden§ 3.1.2 Plaatsing, ruilen en opzeggen § 3.1.3 Opbouw beroepskracht-kind ratio en leeftijdsgroep:§ 3.1.4 Activiteiten buiten de stamgroep:§ 3.1.5 Activiteiten bij groep groter dan 30 kinderen:§ 3.1.6 Beroepskrachten ondersteund door andere volwassenen:§ 3.1.7 Vormgeving wanneer 1 beroepskracht aanwezig is:§ 3.1.8 Afwijking beroepskracht-kind ratio, 3 uurs regeling, 10 uur open regeling:§ 3.1.9 Wenperiode:§ 3.1.10 Extra dagdeel aanvragen, flexibele opvang:

3.2 Pedagogische praktijk:§ 3.2.1 Waarborgen van pedagogisch beleid§ 3.2.2 De vier pedagogische doelen en de zes interactievaardigheden

4 Personeel en groepen:

2



4.1 VOG:

4.2 Passende beroepskwalificatie:§ 4.2.1.1:Samenwerking onderlinge omgang team en ondersteuning§ 4.2.1 Beroepskwalificatie:§ 4.2.2 Beroepskracht in opleiding:

4.3 Opvang in groepen:§ 4.3.1 Stamgroepen:§ 4.3.2 De grootte van de stamgroepen:§ 4.3.3 Tijdelijke opvang in andere stamgroep:§ 4.3.4 Vervoer:

4.4 Beroepskracht-kind ratio:§ 4.4.1 Verhouding beroepskracht-kind ratio:§ 4.4.2 Achterwacht:§ 4.4.3 Tijdelijke afwijking beroepskrachten – kind ratio:§ 4.4.4 Vier ogen principe afwijking:§ 4.4.5 Camera’s:§ 4.4.6 Signaleren en doorverwijzen:§ 4.4.7 Mentorschap:§ 4.4.8 Observatiemethode:§ 4.4.9 Kind besprekingen:§ 4.4.10 Special needs:

5 Accommodatie en inrichting:

5.1 Binnenruimte:§ 5.1.1 Passende ingerichte binnenspeelruimte:§ 5.1.2 Passende inrichting leeftijd gericht en kind aantal:

5.2 Buitenruimte:§ 5.2.1 Passend ingerichte buitenspeelruimte:§ 5.2.2 Toegankelijkheid buitenspeelruimte:§ 5.2.3 Passende inrichting stamgroep:§ 5.2.4 Passende inrichting leeftijd en kind aantal:

6 Ouderrecht:Samenwerking met oudersPrivacy regelement AVG wet

6.1 Informatie:§ 6.1.1 Informatievoorziening beleid:

3



§ 6.1.2 GGD-rapport:§ 6.1.3 Klachtenregeling:- Voortgang klachtenregeling:- Jaarverslag klachten:- Versturen jaarverslag klachten:- Aangesloten bij geschillencommissie:- Jaarverslag klachten:

6.2 Oudercommissie = OC:- Vaststelling oudercommissie:

Afkortingen:KDV= kinderdagverblijf BSO= buitenschoolse opvangPMW= pedagogische medewerkersBKR= het aantal toegestane kinderen per PMW, afhankelijk van leeftijd kind.

1Waar staat (K)individu voor:

4



§ 1.1 De visie van ( K )individu : Voor (K)individu is een KDV of BSO meer dan alleen een opvang. Naast opvang moet er zorg zijn voor de kinderen. Kinderen verdienen het gevoel dat ze er mogen zijn. Dat hun emoties, behoeftes en persoonlijkheid ertoe doen. Het maakt niet uit of een kind verlegen, energiek, graag alleen is of juist het contact met anderen zoekt. Of het kind nou een beperking heeft of door bijvoorbeeld ADHD of autisme net iets andere behoeftes en gedrag vertoont dan de meeste kinderen, iedereen is welkom en kan erkend worden in zijn persoonlijkheid, behoeftes en emoties. Binnen (K)individu staat dan ook de zorg voor het individuele kind centraal.

§ 1.2 Zorg volgens ( K )individu , de missie: Binnen (K)individu is er ruimte voor het kind als individu. De zorg is erop gericht om ieder kind te benaderen op een manier die aansluit bij de individuele wensen, behoeftes en emoties. Deze erkenning van het individu moet terug te zien zijn in de manier waarop de activiteiten en het dagverloop worden vormgegeven, de manier waarop pedagogische begeleiding geboden wordt aan kinderen en hoe interacties tussen kinderen worden begeleid zodat er ruimte is voor ieders individualiteit, emoties, behoeftes en eigenheid. De wijze waarop (K)individu hiervoor zorgt, is terug te vinden in dit pedagogische beleid en in de pedagogische praktijk.In het kort geeft (K)individu dit vorm via de inrichting van de volgende zaken:

- Hoe (K)individu de dagindeling en activiteiten structureert/organiseert.- Hoe (K)individu omgaat met de verschillen tussen kinderen en de wijze waarop

in de individuele behoeftes van kinderen voorzien wordt.- Hoe de PMW de kinderen benaderen in alledaagse situaties en hoe zij zorgdragen

voor een veilige en respectvolle sociale omgeving. In dit pedagogische beleid vindt u een uitwerking van de wijze waarop (K)individu bovenstaande zaken vormgeeft om het individuele kind centraal te stellen.

§ 1.3 Drie elementen zijn belangrijk in de werkwijze van ( K )individu :

Schoon, veiligheid en gezelligheid. Deze elementen zorgen voor het bieden van veiligheid en verbondenheid welke wij zien als voorwaarden voor het kind om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.

Schoon: Vanzelfsprekend zorgt (K)individu ervoor dat het kind in een schone omgeving wordt opgevangen. Daarom wordt de opvangruimte van het kind dagelijks

5



een aantal keren schoongemaakt. De PMW leveren daar zelf een bijdrage aan door de groepsruimten goed op te ruimen en ook schoonmaakwerkzaamheden zelf te doen. Schoonmaakmiddelen worden buiten het bereik van het kind opgeslagen. Verdere informatie hierover is terug te vinden in de rapportages van beleid gezondheid en veiligheid die op alle vestigingen aanwezig zijn.

Veilig: Wanneer het kind zich emotioneel veilig en geborgen voelt kan hij zich optimaal ontwikkelen. Ook lichamelijke veiligheid is voor ons zeer belangrijk. Om de lichamelijke veiligheid te kunnen waarborgen stellen de PMW eerder een grens aan het kind dan vanuit de Gordon-methode zou kunnen worden gesteld. De PMWgeven het kind zo veel mogelijk ruimte om te ontdekken en te ervaren, maar wel binnen de veiligheidsgrenzen van (K)individu. Deze grenzen zijn vastgesteld in beleid en in de regels die op de groep bestaan. Bijvoorbeeld: binnen lopen en buiten rennen. Of afspreken dat de bank er is om op te zitten en er een mat is waarop kan worden gesprongen.

Gezellig : Het kind heeft een gezellige tijd bij (K)individu. De PMW maken van iedere dag iets bijzonders en organiseren regelmatig leuke evenementen. Zo is er ieder jaar volop te doen met Sinterklaas en Kerst, gaat carnaval niet onopgemerkt voorbij en hebben wij twee keer per jaar een groot feest, zomer, voor school zomervakantie en verjaardag half januari. Gezelligheid zit ook in kleine dingen: een goede sfeer op de groepen, rustig voorlezen, zingen, dansen of lekker knutselen met elkaar.

2. Dagindeling en activiteiten indeling KDVOm het kind dat bij (K)individu wordt opgevangen structuur in de dag te bieden, werken de PMW met een vast dagschema.De medewerkers zorgen voor een helder en geordend dagritme. Daarmee wordt duidelijk gemaakt welke gebeurtenissen en rituelen er op een dag plaatsvinden.

§ 2.1 DagschemaBij kinderen tot circa één jaar oud volgen we het dagritme van het kind. Op de babygroep slapen de baby’s naar behoefte, we proberen ze wel te laten wennen aan een vast dagritme. Baby-verticale groep07:00-09:30 uur Brengen 09:00 uur Splitsen, kinderen naar stamgroepen.09:30 uur Eetmoment aan tafel met fruit(hap) of cracker en drinken 10:00 uur Verschonen 10:15 uur Activiteiten of slapen 11:30 uur Lunch

6



De dreumes gaat na de lunch slapen. 12:15 uur Verschonen Activiteiten of slapen 14:30 uur Eetmoment aan tafel met Yoghurt of cracker en drinken 15:00 uur Verschonen 15:15 uur Activiteiten of slapen 16:00 uur Activiteiten en start ophalen 16:30 uur Samenvoegen groepen 16:30 uur Avondmaaltijd en/of tussendoortje en drinken

Peutergroep:07:00-09:30 uur Brengen 09:30 uur Eetmoment aan tafel met fruit of cracker en drinken 10:00 uur Verschonen/wc 10:15 uur Activiteiten 11:30 uur Lunch 12:30 uur Verschonen en uitkleden 13:00 uur Slapen 15:00 uur Uit bed, verschonen en aankleden 15:30 uur Eetmoment aan tafel met yoghurt en drinken 16:00 uur Activiteiten en start ophalen 16:30 uur samenvoegen Hamstergroep

BinnenkomstEen PMW opent om 07:00 uur de deur voor de ouders en kinderen. De kinderen en ouders worden verwelkomd en er is tevens de mogelijkheid voor de ouder om een praatje te maken met de pedagogische medewerker over het kind en/of de thuissituatie. Om half acht begint indien nodig de volgende PMW en start de eerste PMW met het ontbijt. Kinderen die al gegeten hebben mogen spelen in de basisruimte. Bij de samenstelling van het ontbijt wordt ervoor gezorgd dat de kinderen gezond en gevarieerd eten. § 2.2 Begin van de dag:Nadat zij zijn aangekomen in de basisruimte samen met hun PMW. De groep waarin zij voor die momenten samenkomen wordt Stamgroep genoemd. Deze worden samengesteld op basis van leeftijd, dag en voorkeur van groep van ouder. Zodat het kind met veelal dezelfde kinderen in de Stamgroep verblijft. Zodra de groep compleet is, wordt er gestart met het tafelmoment.Kinderen zijn na dit moment binnen (K)individu vrij om te gaan. Bij (K)individu geldt een open deuren beleid, dat houdt in dat kinderen na het tafelmoment vrij in de ruimte(s) mogen spelen mits er een PMW in die ruimte aanwezig is. Als een ruimte is gesloten (de deur is dicht) mogen kinderen deze ruimte niet betreden. Dit met uitzondering van de WC. Kinderen maken bij ons geen deuren open (uitzondering: de WC). Hierdoor is het duidelijk voor de kinderen in welke ruimte(s) ze mogen spelen.

7



§ 2.2 Midden van de dag:Bij hele dag opvang bieden wij activiteiten en uitstapjes aan via het ouderportaal. Kinderen die aangeven niet mee te mogen/kunnen, worden na overleg opgevangen op andere locatie of door extra ingezette medewerker.

§ 2.3 Einde van de dag:Wanneer de ouders aangeven hoe laat zij hun kind komen ophalen, licht de PMW het kind daar een kwartier van tevoren over in, zodat hij/zij kan beginnen met opruimen of de materialen die hij/zij heeft gebruikt zodanig kan uitstellen dat het aan de ouders getoond kan worden. Als de ouders/verzorgende gearriveerd zijn, worden zij ontvangen door één van de aanwezige medewerkers. Die verwijst hen naar de Stamgroep ruimte waar hun kind zich bevindt. Doordat de Stamgroepen klein van omvang zijn, is er een moment van overdracht mogelijk tussen de ouders/verzorgers en de PMW/stagiaire. Aan het einde van de dag, als de beroepskracht-kind ratio het toelaat, kunnen er PMW eerder naar huis gaan. Zij doen dan de overdracht aan de blijvende PMW zodat deze dit duidelijk en correct kunnen overbrengen aan de ouders/verzorgende van het kind.

Tevens wordt een extra service geboden voor ouders die tot laat moeten werken. Tegen betaling van een bijdrage kunnen kinderen een warme maaltijd gebruiken bij (K)individu. Voor kinderen tot 1 jaar is de warme maaltijd inclusief. In de regel worden deze maaltijden samengesteld volgens de schijf van vijf en zijn dus uitgebalanceerd en gezond.

3 Pedagogisch Klimaat.

3.1Pedagogisch beleid:

§ 3.1.1 De pedagogische doelenIn de Wet Kinderopvang staat vermeld dat kinderopvang gericht moet zijn op deze vier basale pedagogische doelen:

1. Bieden van fysieke en emotionele veiligheid;

Kinderen leren omgaan met verschillende soorten gebeurtenissen die het kind raken, zoals ziekte, overlijden. Kinderen moeten zich thuis en op hun gemak voelen op de groepen.

2. Verwerven van persoonlijke competenties:

Kinderen moeten worden gestimuleerd om zich zowel verstandelijk (cognitief) als motorisch (lichamelijk) te ontwikkelen.

3. Verwerven van sociale competenties;8



Kinderen leren veel van elkaar, wanneer ze op een goede manier met elkaar spelen.

4. Overdragen van normen en waarden;

Kinderen moeten leren zich te houden aan afspraken en regels op de groep, rekening te houden met elkaar, op respectvolle manier met elkaar omgaan. Het gaat bij overdragen van normen en waarden om stimulering van de gewetensontwikkeling; kinderen leren wat hoort en wat niet.

Werkwijze (k)individu

Deze vier doelen vormen de basis van het pedagogisch beleid van (K)individu en worden later in dit pedagogisch beleid verder uitgewerkt.

De werkwijze van (K)individu kan het beste worden omschreven als een ontwikkelingsgerichte werkwijze. Hiermee bedoelen we dat in ons werk bewust die activiteiten tijdens de opvang worden aangeboden die passen in de ontwikkelingsfase van het kind en het kind stimuleren om zich verder te ontwikkelen.

Dit pedagogisch beleidsplan bevat ook de praktische uitwerking van onze visie op deze doelen. Daarin staat op welke manier we aan deze doelen werken en wat dit betekent voor de dagelijkse verzorging en begeleiding van het kinderen op onze locaties. PMW krijgen de (interactie)vaardigheden aangereikt die zij hiervoor nodig hebben en ouders krijgen hiermee inzage in onze werkwijze. Het is de basis voor het handelen van onze medewerkers. § 3.1.2 Openingstijden:Elke werkdag van 7:00 uur tot 19:00 uur.(K)individu is het gehele jaar geopend met uitzondering van de volgende dagen: De officiële Nederlandse feestdagen en 31 December.

§ 3.1.3 Plaatsing, ruilen, opzeggen, weigering en huisregel: ( K )individu hanteert de landelijke geldende Algemene Voorwaarden van de branche die zijn vastgesteld. De Inschrijving Uw kunt u kind inschrijven via de website of door middel van een bezoekje aan onze vestiging. Op het inschrijfformulier vult u uw gegevens en die van uw kind in en geeft u aan voor welke vorm van opvang u kiest binnen onze organisatie. Gezamenlijk kijken we na waar en wanneer u kind geplaatst kan worden. Minimum afname aantal dagen Wij hanteren geen minimumaantal dagen voor plaatsing. Tarieven De actuele tarieven verwijzen wij u door naar de website. U kunt hiervoor natuurlijk ook terecht bij een medewerker. Plaatsing en voorrangsregeling

9



Plaatsing gebeurt op volgorde van binnenkomst van de aanmelding. Hierbij gelden enige uitzonderingen. Bij het hebben van broertje en/of zusje op de groep. Procedure plaatsing Plaatsing is mogelijk naar kind ratio. Ruilen Als uw kind een dag in de week geen gebruik kan maken van de opvang is het mogelijk om deze dag binnen een maand te ruilen, natuurlijk mits het kind-ratio van de groep het toelaat. Ruilen is een extra service die wij u bieden. Opzeggen Wilt u de opvang beëindigen, dan dient u dat via het ouderportaal bij contracten aan te geven. De opzegging kan op elke dag van de lopende maand worden gedaan. Vanaf deze datum geldt dan één maand opzegtermijn. Weigering tot de opvang Bij een betalingsachterstand van 2 maanden kan (K)individu uw kind de toegang weigeren. Dit gebeurt zelden, wij gaan eerst in overleg met ouder en of kind om de situatie te bespreken. Huisregels ( K )individu heeft vastgestelde huisregels. Deze zijn opgenomen in de beleid map van de vestiging. Hierin staat onder andere beschreven: Het bieden van duidelijke structuur bij pedagogisch handelen. Goede hygiëne.

§ 3.1.4 Opbouw kind ratio en leeftijdsgroep:De opvang vindt plaats in 3 stamgroepen van maximaal 35 kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot 4 jaar, namelijk een: Een babygroep met maximaal 9 kinderen van 0-2 jaar; Een verticale groep met maximaal 14 kinderen van 0-4 jaar; Een peutergroep met maximaal 12 kinderen van 2-4 jaar.

Bij (K)individu KDV hanteren wij het beroepskracht-kindratio.

§ 3.1.5 Activiteiten buiten de stamgroep:De groep waarin zij voor tafelmomenten samenkomen worden Stamgroepen genoemd. Ook hierbij mag de BKR (beroepskrachtratio) niet afwijken van de beroepskracht-kind ratio. Deze worden samengesteld op basis van tijden en dag/dagdelen dat het kind komt. Zodat het kind met veelal dezelfde kinderen in de stamgroep verblijft. Zodra de groep compleet is wordt er gestart met het tafelmoment.Kinderen zijn na dit moment binnen (K)individu vrij om te gaan spelen in de ruimte. Kinderen maken bij ons geen deuren open (uitzondering: De WC).

10



§ 3.1.6 Activiteiten bij groep groter dan 30 kinderen:Bij groepen groter dan 30 kinderen is het belangrijk dat zowel de PMW weten voor welke kinderen zij specifiek verantwoordelijk zijn als voor de kinderen dat zij weten bij welke (veilige, betrouwbare, bekende) PMW hun directe aanspreekpunt is.Bij activiteiten met meer dan 30 kinderen heeft ieder kind heeft een eigen mentor (PMW). Iedere PMW heeft per dag mentorkinderen. Wie de mentor is van welk kind, wordt in de groep aangegeven. Kinderen kunnen zo zien bij welke PMW zij horen. Bij uitstapjes buiten de deur geldt hetzelfde principe, iedere medewerker draagt een gekleurde sticker en haar mentorkinderen dragen dezelfde kleur sticker (zie ook protocol en beleid uitstap ( K )individu ).Dit protocol wordt toegepast als: er 30 kinderen of meer deelnemen aan een activiteit binnen KDV-groepen, bij buitenactiviteiten of uitstapjes van KDV-groepen of bij gezamenlijk activiteiten met KDV-groepen van andere ( K )individu locaties.

Tijdens uitstapjes dragen de medewerkers ( K )individu bedrijfskleding, bodywarmers/jassen, om de zichtbaarheid/herkenbaarheid van de medewerker te vergroten.

§ 3.1.7 Beroepskrachten ondersteund door andere volwassenen:Bij ( K )individu maken wij gebruik van vrijwilligers, administratief medewerkers, vervoer medewerkers en stagaires. Deze mensen beschikken bij regelmatige inzet over een geldend VOG.

§ 3.1.8 Vormgeving wanneer 1 beroepskracht aanwezig is: vier ogen principe:Het vierogen-principe betekent dat er altijd iemand is die meekijkt en/of meeluistert, uitgaande van onderstaande vertrekpunten. Het vierogen-principe is de basis voor veiligheid in de kinderopvang.

De Vertrekpunten zijn:

De uitvoering van het vierogen-principe moet pedagogisch verantwoord en bedrijfseconomisch haalbaar zijn;

Ouders en oudercommissie worden jaarlijks geïnformeerd over de invulling van het

Vierogen-principe op de locaties.

Hoe wij omgaan met het vierogen-principe:

Er is een professioneel werkklimaat waarbij PMW elkaar op gedragingen aanspreken.

11



De indeling van de groepsruimtes binnen onze opvang laten het toe om continu toezicht te hebben in alle ruimtes tegelijk door middel van er het meeluisteren, tevens zijn van in gebruik zijnde ruimtes de deuren open, waardoor iedereen ten alle tijden alle ruimtes ongevraagd binnen kan lopen en zijn zodanig ingericht dat er altijd minimaal twee volwassenen zijn die de groep kinderen kunnen zien of eventueel horen. Deze volwassenen weten dat zij deze verantwoordelijkheid hebben.

Voor de momenten tijdens de gebruikelijke pauzetijden en andere voorkomende gevallen heeft (K)individu een uniek systeem. In het pand hangen camera’s voor extra toezicht. Voor toepassing en gebruik: Bekijk het protocol camera beleid op de site. De beelden daarvan kunnen bekeken worden door een selecte groep medewerkers op elk (mobiel) apparaat. Het kan dus zijn dat wanneer er door onvoorziene gebeurtenissen tijdelijk minder beroepskrachten aanwezig mochten zijn, een van de toegewezen personen wordt ingeseind en meteen vanuit welke locatie dan ook inlogt op de camera’s. Op deze manier is extra toezicht altijd mogelijk en dus gegarandeerd. Om de privacy te waarborgen is toegang tot deze camera’s beveiligd en slechts voor aangewezen personen toegankelijk.

Tussen 07.00-07.45 uur zal er één medewerker zijn. De volgende PMW wordt om 08.00 uur ingepland, eerder indien nodig voor BKR. De regel is dat medewerkers 15 minuten voor aanvang werkzaamheden aanwezig zijn.Tussen 18:00-19.00 uur zal er één PMW per BKR aanwezig zijn. Naar de BKR zullen waar nodig extra PMW worden ingezet. Na 16.30 uur kunnen de groepen worden samengevoegd indien de BKR dit toelaat.

§ 3.1.9 Afwijking beroepskracht-kind ratio (=BKR), 3 uurs regeling.Special needs kinderen kunnen een afwijkende BKR hebben. Deze staat dan vermeld in het zorgcontract met de instantie waarbij het kind is aangesloten.Bij meer dan 10 uur open is er mogelijk afwijken van de BKR tussen 13:00 en 15:00 uur. Niet afwijken van de BKR tussen 8:45 en 13:00 uur en tussen 15:00 en 18:30 uur. Per dag wordt er nooit meer dan 3 uur afgeweken van de BKR.

§ 3.1.10 Wenperiode:Wanneer uw kind voor het eerst in een nieuwe situatie komt, kan dat als eng ervaren worden. Omdat iedereen anders reageert op nieuwe situaties en andere behoeftes heeft om zich prettig te voelen, helpt (K)individu ieder kind op een op maat gemaakte manier om dat proces zo aangenaam mogelijk te doen verlopen. Tijdens de inschrijving waarbij de contracten geregeld worden, zal er ook een intake plaatsvinden die meer op het pedagogische proces van het kind gericht is. Hierbij is de medewerker anwezig die naar aanleiding van de intake een Wen plan uitstippelt. Indien nodig is de zorgmanager hierbij aanwezig.

12



(K)individu gebruikt de intake om dit persoonsgebonden Wen plan uit te stippelen. Deze heeft dezelfde uitgangspunten als het zorgplan.

§ 3.1.11 Extra dagdeel aanvragen, flexibele opvang:Flexibele dagen en extra opvang kan iedere ouder/verzorger in ons digitale systeem via het ouderportaal aanvragen. Via de planning van het kind.Ruilen en aanvragen dienen minimaal 24 uur van tevoren met daarin tenminste een werkdag worden aangevraagd. Ruilen kan binnen een maand.De leidinggevende en/of vervanger kan de dagen/dagdelen goedkeuren waarna de ouder een mail ter bevestiging krijgt. Mocht er geen plaats zijn, wordt de aanvraag afgekeurd en ontvangt de ouder hiervan een mail.Bij directe opvang aanvragen kan de leidinggevende worden gebeld, deze kan met in achtneming van beroepskracht-kind ratio kijken of er mogelijkheid tot opvang is en deze goedkeuren.

Bij een aanvraag van flexibele opvang kunnen de kinderen gebracht worden als de beroepskracht-kind ratio het toelaat of als een extra opgeroepen medewerker in het pand aanwezig is. Om dit te waarborgen hanteert (K)individu strikt de openingstijden waarbij wij ons houden aan de 3 uur afwijkende inzet tijd die gebruikt mag worden bij dagen met 10 uur aaneengesloten openingstijden.Bij Flexibele opvang aanvraag in de tussenliggende tijden zetten wij extra beroepskracht in zodra de beroepskracht-kind ratio dat vereist.

In het geval van extra dagdelen kunnen de KDV-groepen worden samengevoegd.

3.2 Pedagogisch praktijk:

§ 3.2.1 Waarborgen van pedagogisch beleid:

Medewerkers en stagiaires worden geacht met regelmaat het beleid te lezen.

Nieuwe collega's krijgen uitgebreid de mogelijkheid tot het inlezen van ons beleid.

Mocht er wat veranderen, valt dit dus op en wordt dit met collega’s gedeeld.

Het beleid wordt ook besproken tijdens vergaderingen maar tussentijds blijven wij elkaar op de hoogte houden van het beleid. Wat gaat er goed, wat kan er beter of wat moet er verbeterd worden? Steeds wordt er een stukje weer opgehelderd. Indien nodig zal dit worden aangepast in ons beleid.

Het vier-ogen principe wordt iedere dag nauwkeurig nagestreefd, zodat het juist voor het personeel maar ook naar de ouders/verzorgers toe een veilig en vertrouwde regel is en blijft.

13



Onderling als collega's attenderen wij op gedrag/uitspraken indien nodig.

Als maatregel van het vier-ogen principe beschikken wij over telefoons op de groepen, overal hangen camera's die kunnen worden aangezet voor extra toezicht. Groepen draaien wij zoveel mogelijk naast elkaar zodat we elkaar kunnen zien en horen en elkaar kunnen helpen indien nodig.

Wij beschikken op de groepen van open deuren en ramen die open kunnen en een telefoon waar intern mee gebeld kan worden.

§ 3.2.2 De vier pedagogische doelen en de zes interactievaardigheden:

Vier pedagogische doelen uit de Wet Kinderopvang

(K)individu biedt kinderopvang volgens de vier pedagogische doelen uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen kinderopvang van mevrouw professor J. Riksen-Walraven.

Wij beschrijven per doel hoe onze PMW hun aanbod hierop afstemmen.

Belangrijk onderdeel hiervan zijn de Interactievaardigheden die onze PMW tijdens de omgang met het kinderen in de groep inzetten. Wij benoemen zes interactievaardigheden:

1. Sensitieve responsiviteit 2. Respect voor autonomie 3. Structureren en grenzen stellen 4. Praten en uitleggen 5. Ontwikkelingsstimulering 6. Begeleiden van interacties tussen kinderen

Het toepassen van deze vaardigheden is belangrijk voor het welzijn en de ontwikkeling van het kind. Daarnaast benoemen we per doel ook hoe wij de activiteiten en het materiaal hierbij inzetten.

Pedagogisch doel 1: Wij bieden emotionele veiligheid.

14



Veiligheid is de basisbehoefte van elk kind en is dus ook bij kinderopvang (K)individu van groot belang. Kinderen hebben behoefte aan een veilige, voorspelbare en op hen afgestemde omgeving, waar ze in de nabijheid van bekende leeftijdsgenoten zijn.

Dit bieden wij door voor een overzichtelijke, herkenbare omgeving te zorgen, ruimte te bieden aan de eigenheid van elk kind, groepsprocessen te hanteren met daarbij individuele aandacht voor elk kind. Ieder kind mag zichzelf zijn.

1. Sensitieve responsiviteit word in de opvang ook wel emotionele ondersteuning genoemd.

Sensitiviteit vinden wij een belangrijke eigenschap van de PMW. Zij zijn gevoelig voor signalen van kinderen en reageren daar op passende wijze op. De PMW gaan in op het kind, stellen vragen op niveau van het kind en vragen door naar gevoelens, behoeften en wensen. Elk kind mag zich uiten en voelt zich hierdoor opgemerkt en begrepen. Specifiek voor baby’s geldt dat het er vooral op aan komt een gevoelig oog en oor te trainen voor de non-verbale communicatiesignalen die een baby met zijn gedrag afgeeft. Vervolgens is het van belang om uit te vinden wat je kunt doen om de baby te geven wat hij nodig heeft om zich veilig en begrepen te voelen.

2. Respect voor autonomie

Elk kind is uniek en mag er zijn. Dit betekent dat wij rekening houden met de gevoelens, wensen en mogelijkheden van een kind en daarover met het kind in gesprek gaan. Dit doen wij door aan te sluiten bij de eigenheid van elk kind. PMW zijn hierbij geduldig, geven het kind de ruimte om te spelen en te ontdekken. Kinderen worden gestimuleerd om zelf mee te denken en te beslissen.

Specifiek voor baby’s geldt dat wij het ritme van de baby van huis uit zoveel mogelijk proberen te volgen.

3. Structureren en grenzen stellen,

Het gaat er hierbij om dat PMW het kind duidelijk uitleggen wat er van hen verwacht wordt in een bepaalde situatie. Dat kan een taak of werkje zijn, een speelactiviteit of tijdens een verzorgingsmoment. Belangrijk hierbij is dat de PMW dit consequent en respectvol doet. Regels zijn positief geformuleerd en de PMW geeft zelf het goede voorbeeld. PMW zorgen dat de omgeving van het kind voorspelbaar is, door vaste gewoontes en rituelen te gebruiken. Er is een vaste dagindeling, die voor kinderen herkenbaar wordt aangegeven door bijvoorbeeld pictogrammen. In de babyopvang

15



word dit ook wel structuur en continuïteit genoemd. Specifiek voor baby’s geldt in nog hogere mate dat routines, gewoontes en herhalingen helpen baby’s zich te oriënteren.

Activiteiten en het spelmateriaal

Kinderen moeten zich beschermd en veilig voelen. Als een kind zich niet veilig voelt, staat het niet open voor speelgoed of het leren van vaardigheden. Hoe bekender een kind is met de ruimte of het spelmateriaal, hoe veiliger een kind zich voelt.

Gedurende de dag krijgt een kind de ruimte om naar eigen initiatief te spelen. De PMW begeleidt het kinderen hierin. Ook worden de kinderen gestimuleerd om aan gezamenlijke, gerichte en georganiseerde activiteiten deel te nemen. De PMW creëert tijdens de activiteit optimale betrokkenheid bij kinderen door enthousiasmerend te zijn en duidelijke uitleg van spelregels en verwachtingen te geven. Activiteiten worden herkenbaar gemaakt door ze te koppelen aan een gebeurtenis, thema / project of jaargetijde. Voor een kind dat weinig eigen structuur kent of weinig concentratievermogen heeft wordt de activiteit aangepast zodat het kind toch houvast vindt.

De PMW speelt een sleutelrol als het gaat om een kind bekend te maken met het spelmateriaal op de groep. Doordat het kind de materialen kent en hij weet hoe ze te gebruiken, krijgt hij de ruimte en de groep herkenningspunten. Het vertrouwen in de omgeving groeit en het kind voelt zich veilig. De PMW geven steun en begeleiding bij het omgaan met de materialen. Ze leggen uit, stimuleren en ondersteunen het kinderen. Ze weten waar elk kind goed in is en wat hij leuk vindt. Daarnaast dagen zij kinderen uit eens andere, nieuwe activiteiten te ondernemen, om tot grensverkenning van het eigen kunnen te komen. Dit levert vaak een geluksmoment op bij kinderen, een gevoel van trots en tevredenheid. Doordat het kinderen het spelmateriaal zelfstandig en naar eigen inzicht mogen gebruiken, zullen ze ook fouten maken. Ze krijgen ook de ruimte om fouten te maken, want van je fouten kun je leren!

Het ervaren van emotionele veiligheid zorgt ervoor dat een kind zich vrij voelt om emoties te delen zoals boosheid, verdriet en blijdschap. Op (K)individu Otterkoog werken de medewerkers daarom bijvoorbeeld:

• met een emotiespel; door middel van dit spel krijgen kinderen de mogelijkheid om emotie te uiten. • door samen voor de spiegel te gaan staan en te bekijken hoe je er uit ziet b.v. boos of verdrietig.

16



• door kinderen vrij te laten kiezen op bepaalde momenten en daarmee vrij te laten spelen • met vertrouwde puzzels met herkenbare situaties • met een intake gesprek zodat de medewerkers de achtergrond van het kind kennen. Wat hun favoriet speelgoed is en bijv. de namen van broer/zus. • met dagritme kaarten, zodat het kind kan zien wanneer wat gaat gebeuren en wanneer mama/papa weer komt. • met vaste liedjes en rituelen die de overgang van activiteiten vergemakkelijkt.

Specifiek voor baby’s geldt:

laat de baby merken dat je betrokken bent bij wat hij doet, voelt en meemaakt en reageer duidelijk op de signalen van de baby.

Communiceer over wat je zag, hoorde of te weten kwam. Dat geeft de baby houvast.

Respecteer en accepteer de eigenheid van iedere baby. Ondersteun wat een kind al zelfstandig kan: bedenk dat je te maken hebt met

een ander mens, met alles wat hem waardevol maakt. Creëer een veilige, uitnodigende omgeving voor baby’s.

Zorg dat de overgangen tussen de activiteiten voor de baby zo soepel mogelijk verlopen.

Geef baby’s houvast door vaste gewoontes, rituelen en ritmes. Wees duidelijk en consequent in je benadering van baby’s.

Een kind kan door middel van spel mogelijkheden en grenzen verkennen. Het leert winst en verlies kennen. Als het kind in staat is emoties te delen, kunnen wij het kind begeleiden om deze emoties te verwerken en samen te genieten van het plezier. Dit versterkt de band tussen kind en PMW.

Ook het samenspelen met andere kinderen versterkt de emotionele veiligheid. We laten hen ook zoveel mogelijk hun eigen gang gaan. Door regelmatig gezamenlijke activiteiten te doen leren kinderen elkaar beter kennen. Ook leren ze samenwerken en een team te vormen. De betrokkenheid bij elkaar wordt door gedeelde bezigheden vergroot. Op die manier wordt hun sociale netwerk groter en raken ze vertrouwd met de andere kinderen uit hun groep.

OUDERS

De ouder draagt de opvoeding van het kind voor een bepaalde periode over aan de PMW van (K)individu. (K)individu vindt het belangrijk dat met de wensen en behoeften van de ouder rekening wordt gehouden. Inzicht in die wensen en

17



behoeften is niet alleen in het belang van de ouders, maar ook in het belang van de organisatie. Bovendien is ouderbetrokkenheid belangrijk om de ontwikkelingskansen van het kind te versterken. Het is dus noodzakelijk om goed met de klanten te communiceren en met hen samen te werken. Vanuit deze visie bestaat het ouderbeleid van (K)individu uit de volgende onderdelen: oudercontacten, oudercommissie, recht op informatie, recht op advies, klachtrecht, klanttevredenheidsonderzoeken, recht op privacybescherming.

In de contacten tussen de PMW en de ouders van kinderen zijn de volgende momenten te onderscheiden:

1. Kennismaken en wennen. 2. Gesprek over het welbevinden van het kind, 3 maanden na plaatsing. 3. Gesprek over het welbevinden van het kind, 1 jaar na het eerste gesprek. 4. Breng- en haalcontacten. 5. Ouderavonden. 6. Meehelpen op de groep. 7. Overdrachtsgesprek basisonderwijs. 8. Opvoedingsuitwisseling en ondersteuning. 9. Tienminutengesprekken en tussendoorgesprekken.

Kennismaken en wennen

Wij vinden het belangrijk dat ouders zich thuis voelen op de speelzaal of opvang. Als ouders zich thuis voelen, dan brengen zij dit over op hun kind. Als een kind komt wennen, dan besteden wij ook veel aandacht aan de ouder(s). De ouder(s) en het kind worden wegwijs gemaakt in de gang van zaken. Omdat het gaat om heel jonge kinderen, is afstemming nodig tussen wat er thuis en wat er bij ons gebeurt. Voordat een kind komt proberen wij een kennismakingsafspraak met ouders te maken. Ouder(s) en kind kunnen dan even komen kijken op de groep op een moment dat er geen andere kinderen zijn of wanneer het wat rustiger is. Zo is er alle tijd en ruimte bij de PMW om ouder(s) en kind de ruimte te laten zien en wat algemene regels met elkaar door te nemen. Als dit lukt wordt er ook meteen een intake gedaan met ouders. We leggen ouders altijd uit dat wennen in overleg gaat. De ene keer blijft een ouder de eerste ochtend continu aanwezig, de andere keer gaat een ouder snel weg nadat het kindje is gebracht. Dit is vooraf al afgestemd met ouders. Afhankelijk van de eerste wendag maken we afspraken over de volgende dagen. Dit is altijd op maat. Meestal komen kinderen vanaf de start meteen drie uurtjes spelen.

Observatiemethoden en gesprekken met ouders

18



Op de groepen gebruiken wij meerdere manieren om de ontwikkeling van het kinderen te volgen. Voor alle kinderen die de kinderopvang bezoeken, wordt standaard drie maanden na plaatsing een observatieformulier ingevuld. Een jaar na dit gesprek wordt dit formulier opnieuw ingevuld. Aan de hand van deze formulieren wordt met ouders het welbevinden van het kind besproken.

Breng- en haalcontacten

Tijdens de brengen haalcontacten wordt de nodige informatie uitgewisseld. Wanneer ouders vragen hebben die niet kort beantwoord kunnen worden is er altijd ruimte om een afspraak te maken. Ouderavonden

Wij vinden het belangrijk ouders te informeren over opvoeding; wij doen dit door middel van ouderavonden die gericht zijn op thema’s m.b.t. de ontwikkeling van jonge kinderen. Minimaal één keer per jaar wordt een ouderavond georganiseerd.

Overdrachtsgesprek

De PMW observeert het kind met behulp van een observatieformulier, enkele weken voordat het de kinderopvang gaat verlaten. Aan de hand van het observatieformulier word een eindverslag gemaakt over de ontwikkeling van het kind. In een gesprek word dit eindverslag aan de ouders overhandigd en de ontwikkeling van het kind besproken. Op verzoek van de ouders kan er een overdracht worden gedaan naar de basisschool en de BSO.

Opvoedingsuitwisseling en ondersteuning

Ouders en PMW zijn opvoeder vanuit hun eigen deskundigheid en ervaring. De kinderopvang is voor ouders een laagdrempelige voorziening. Met eenvoudige opvoedingsvragen kunnen de ouders bij de PMW terecht. Ook kan deze waar nodig naar andere voorzieningen doorverwijzen.

Tienminutengesprekken en tussendoorgesprekken

Twee maal per jaar worden er een observatie gedaan rondom de ontwikkeling van het kind. Ouders krijgen dit observatieformulier mee naar huis om het thuis door te nemen. Vervolgens is er de mogelijkheid voor ouders om zich op te geven voor een tienminutengesprek. Hierin wordt gesproken over de ontwikkelingen van het kind

19



gedurende het afgelopen halfjaar. Natuurlijk is er altijd de mogelijkheid voor ouders om tussendoor een gesprek aan te vragen.

Informatie

Ouders hebben belang bij en recht op informatie. Op basis van verstrekte informatie kunnen ouders hun invloed laten uitoefenen. Bijvoorbeeld door het uitvoeren van activiteiten en door inspraak op beleid en uitvoering. Informatieverstrekking vindt bij (K)individu op verschillende wijzen plaats: bij inschrijving, via internet en flyer en via het informatieboekje van het kindopvang die het kind bezoekt.

Informatie bij inschrijving

Inschrijving van kinderen kan via de website. Ouders krijgen een bevestiging van inschrijving via de mail. De Een medewerkster van (K)individu neemt contact op met de ouders en geeft aan wat de mogelijke plaatsingsdatum is. Daarnaast geeft zij een korte uitleg. Ook nodigt zij ouders uit voor een rondleiding op de locaties wanneer dit nog niet is gebeurt.

Op de website vinden ouders informatie over:

▪ algemene informatie over het kindopvang van (K)individu; ▪ een overzicht van het aanwezige kind▪ tarieven: de ouderbijdrage / kosten kind▪ betalings- en leveringsvoorwaarden; ▪ pedagogisch beleid (samenvatting); ▪ informatie oudercommissie; ▪ samenvatting klachtenregeling; ▪ inschrijfformulier; ▪ inschrijfvoorwaarden.

Informatie via internet en nieuwsbrief

20



Ontwikkelingen met betrekking tot (K)individu kunnen ouders ook informatie vinden op internet en via de uitgedeelde flyer.

Over specifieke zaken van de door het kind bezochte groep worden ouders bij de intake geïnformeerd door de PMW. Doel is het scheppen van duidelijkheid in wat ouders van (K)individu kunnen verwachten en wat de kinderopvang van de ouders verwacht.

Recht van inzage in dossier

In het privacyreglement van (K)individu is vastgelegd dat ouders recht van inzage hebben in het dossier van hun Kind.

Oudercommissie

(K)individu heeft bij elke locatie ouders in de oudercommissie. Deze ouders houden zich bezig met locatiegebonden zaken, zoals festiviteiten en ouderavonden, maar kunnen zich ook buigen over organisatiebrede kwesties en beleidsmatige zaken. De oudercommissie van een kinderopvang locatie stelt zelf de werkwijze en de regels op.

De oudercommissie heeft adviesrecht over elk voorgenomen besluit met betrekking tot: pedagogisch beleid, voedingsaangelegenheden, algemeen beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid, openingstijden, beleid met betrekking tot spelen ontwikkelingsactiviteiten, vaststelling of wijziging van een klachtenregeling en wijziging van de prijs van kinderopvang. De oudercommissie is lid van de belangenvereniging BOinK. BOinK staat voor Belangenvereniging van ouders in het kinderopvang. Het is een landelijke vereniging die de positie van ouders in het kinderopvang en Kinderenpeelzalen ondersteunt en versterkt. Op landelijk niveau vertegenwoordigt BOinK de belangen van de ouders bij beleidsmakers en in adviesraden.

21



Pedagogisch doel 2: Wij bieden de gelegenheid persoonlijke competenties te ontwikkelen.

Het ontwikkelen van persoonlijke competenties gaat niet alleen over wat kinderen leren, maar ook hoe kinderen iets leren. Kinderen leren spelenderwijs door te ervaren: een kind heeft van nature de drang in zich, op zijn eigen wijze, te ontwikkelen. Kinderen hebben behoefte aan ruimte voor eigen initiatief en uitdaging. Wij kunnen daar behulpzaam bij zijn, door een klimaat te scheppen waarin het kind zichzelf mag zijn, zich veilig en vertrouwd voelt, uitgedaagd en gestimuleerd wordt. Het kind krijgt een besef van het eigen kunnen en krijgt dan de mogelijkheid om relaties aan te gaan met andere kinderen en volwassenen.

De taak van de PMW is dus iedere kind zo goed mogelijk hierbij te begeleiden en aan te moedigen in de ontwikkeling van zelfredzaamheid en de zelfstandigheid die hieruit voortvloeit. De PMW zorgt ervoor dat er een aanbod van materiaal en activiteiten is, waarin ruimte is voor leren op alle ontwikkelingsgebieden.

4. Praten en uitleggen

Deze interactievaardigheid gaat om het stimuleren van de taalvaardigheid van kinderen. Met taal leert een kind de wereld om zich heen te begrijpen. De PMW benoemt en verwoordt handelingen van het kind en van zichzelf, geeft uitleg, herhaalt en geeft feedback. Ook biedt de PMW het kind ruimte om te antwoorden en om vragen te stellen. De PMW doet dit op een uitnodigende, vriendelijke manier en passend bij het niveau van het kind .

In de babyopvang ook wel genoemd zeggen wat je doet, benoemen wat je ziet.

Specifiek voor baby’s geldt dat je als PMW de wereld begrijpelijker kunt maken voor een baby wanneer je onder woorden brengt wat je ziet en doet. Hierdoor krijgt hij vat op de indrukken, gedachten, gevoelens en inzichten. Baby’s leren de gezicht spieren vaak als eerste herkennen en jouw bewegingen en klanken na te doen. Praat veel en rustig tegen de baby en wacht geduldig op antwoord als je met de baby praat.

5. Ontwikkelingsstimulering

22



Hierbij gaat het om de `extra`, gerichte stimulering die de PMW biedt om hun brede ontwikkeling te stimuleren. Dit betreft niet alleen taal of getallenbegrip, maar ook creativiteit, sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling. Dit doet de PMW door het inrichten van een rijke speel-leeromgeving, door activiteiten te plannen (kansen creëren), maar ook door gebruik te maken van de dagelijkse routines en verzorgingsmomenten (kansen grijpen). Voor baby’s in het bijzonder, maar eigenlijk voor alle mensen, geldt dat je een baby stimuleert wanneer je aansluit bij wat de baby aankan en wat hem interesseert. Met te veel aansturen op ‘presteren’ in de baby- en peutertijd loop je het risico dat kinderen hun nieuwsgierigheid en hun vermogen om zelf te ontdekken verliezen.

De activiteiten en het spelmateriaal

Hoe kan een activiteit de persoonlijke competenties van een kind versterken? Onze PMW bieden een bewust aanbod van activiteiten, afgestemd op het kind, dat de persoonskenmerken kan laten groeien.

Op de kinderopvang locaties:

• Is het aanbod van materiaal oplopend in moeilijkheid. Bijvoorbeeld een puzzel maken: eerst leren sorteren op kleur, vorm en aantal en dan pas passen en meten. Zo wordt er stapje voor stapje het aanbod moeilijker aangeboden. • Bieden PMW ondersteuning op maat door te helpen, sturen en begeleiden en tenslotte zelfstandig iets uit laten voeren. • Is de binnenruimte zodanig ingericht dat het kinderen op een veilige manier kunnen spelen en ontdekken. • De indeling van de ruimtes biedt het kinderen de mogelijkheid om zelf keuzes te maken. De ruimtes bieden bijzondere speelgelegenheid, zoals een huishoek, een winkeltje, een bouwhoek en een leeshoek. Het zijn flexibele en uitdagende indelingen van de ruimte, waarbij de zelfstandigheid van het kind gestimuleerd wordt. • Vinden wij het belangrijk dat kinderen vaak buiten spelen. Wij streven ernaar om minimaal één keer per dagdeel met het kinderen naar buiten te gaan, waar zij keuze hebben uit verschillende materialen en speelmogelijkheden. Er zijn volop fietsen en karren aanwezig, en op bijna alle locaties is er een zandspeelplaats met emmertjes, harkjes en schepjes. In de zomer wordt er vaak met water gespeeld.

23



• Specifiek voor baby’s geldt dat je als PMW de ontwikkelingsstappen van een baby moet kennen en daarop inspelen. Benut verzorgingsmomenten als ontdekkingsproces. Voorkom overprikkeling en push niet op cognitieve taken.

Bij (K)individu wordt gebruik gemaakt van observatieformulieren om te zien op welk niveau het kind materiaal aangeboden kan worden en welke interesses en voorkeuren het kinderen op de groep hebben.

Persoonlijke competenties zoals zelfvertrouwen, zelfstandigheid en flexibiliteit zijn essentieel voor de ontwikkeling van een kind. Dankzij persoonlijke competenties leert een kind met problemen en tegenslagen omgaan. Spel is hierbij een belangrijk middel.

De PMW stimuleren de ontwikkeling van deze persoonlijke competenties.

Door het kind uit te dagen en naar een doel toe te laten werken kun je de eigenwaarde van kinderen vergroten. Als het kind iets moois heeft gemaakt of een spel heeft gewonnen voelt het zich trots en groeit het zelfvertrouwen. Als een kind verantwoordelijkheid of een bepaalde opdracht krijgt binnen een activiteit, krijgt het de kans om naar eigen inzicht te handelen. Doordat een kind zelf aan beeldvorming gaat doen en oplossingen moet vinden, wordt de zelfstandigheid groter. Door het kind uit te dagen om iets te doen wat het nog een beetje spannend of moeilijk vindt, creëren we kansen voor zelfoverwinning bij het kind. En door activiteiten samen te doen leert een kind dat het rekening moet houden met medespelers en de regels van het spel. Dit vraagt om de nodige flexibiliteit.

De PMW zorgen er voor dat het activiteitenaanbod aansluit op de persoonlijke competenties van het kind. Hierbij wordt rekening gehouden met eigen initiatief en ideeën. Zij bekijken per kind of per ontwikkelingsfase welke activiteiten de beste en meeste kansen bieden voor het ontwikkelen van persoonlijke kwaliteiten en het stimuleren van de persoonskenmerken. Ook wordt er gekeken in welke mate het kinderen in staat zijn persoonlijke competenties te versterken tijdens het vrije spel. Voor kinderen met een extra behoefte aan steun bij gedrag of ontwikkeling, wordt aansluiting gezocht op het persoonlijke niveau van het kind.

Zorgvuldig gekozen en veilig spelmateriaal prikkelt de zintuigen van het kind en stimuleert de ontwikkeling. We bieden een mix van ‘spannend, uitdagend en interessant’ versus ‘vertrouwd, haalbaar, herhaling’. We kiezen spelmateriaal dat past bij de leeftijd, ontwikkelingsfase en de fysieke en geestelijke mogelijkheden van het kind. Ons spelmateriaal maakt emoties los van plezier, pret, verrassing, verwondering,

24



ongeduld en teleurstelling. We zorgen voor materiaal dat aanzet tot ontdekken, tot grenzen verkennen en overwinnen. Het bewust kiezen en introduceren van de materialen zet aan tot spel en exploratie.

Door te werken met materialen kunnen de persoonlijke competenties van het kinderen ook worden bevorderd. Het kinderen kunnen iets tastbaars maken en een behendigheid oefenen. We vinden het ook belangrijk dat de creativiteit van een kind wordt gestimuleerd. Het eindresultaat is niet belangrijk. Creativiteit stimuleert de fantasie en vormt een manier om gevoelens te uiten.

Pedagogisch doel 3: Wij bieden de gelegenheid sociale competenties te ontwikkelen.

Net zo belangrijk als de persoonlijke groei zijn de sociale vaardigheden. Hierbij gaat het om aspecten als: samenspelen, kunnen communiceren, conflicten voorkomen en oplossen, de positieve interacties. De interactie met leeftijdsgenoten en het deelnemen aan een groep zijn voorwaarden om dergelijke sociale vaardigheden te ontwikkelen. De rol van de PMW is hier bij: ingrijpen bij conflicten, verschillen erkennen in temperament, kinderen aan elkaar koppelen, herkennen van en reageren op pijn of verdriet van een andere kind. Welke rol de medewerker aanneemt hangt af van de situatie en kan sturend, ondersteunend, corrigerend en stimulerend zijn.

Specifiek voor baby’s geldt dat negatieve interacties, zoals haren trekken en slaan, worden voorkomen of snel worden gestopt. Opgroeien met andere (bekende) baby’s vergroot de kans op samen spelen wanneer kinderen leren kruipen of lopen.

6. Begeleiden van interacties tussen kinderen Bij (K)individu krijgen kinderen veel gelegenheid voor onderling contact. Deze ervaringen kunnen hun sociaal emotionele ontwikkeling zowel positief als negatief beïnvloeden. Daarom is het belangrijk dat de PMW oog heeft voor deze interacties en deze goed kan begeleiden. Dat betekent niet alleen dat de PMW negatieve situaties zoals ruzie in goede banen leidt, maar ook dat zij positieve interacties tussen kinderen opmerkt, waardeert en beloont.

De activiteiten en het spelmateriaal

Door het doen van een gezamenlijke activiteit kunnen kinderen bovendien hun sociale vaardigheden oefenen en competenties ontwikkelen. Een spel of activiteit

25



maakt contact tussen kinderen ongedwongen en spontaan. Sociale competenties zoals kunnen samenwerken, omgaan met conflicten en opkomen voor jezelf, zijn heel belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Spel is een doeltreffend middel om aan deze competenties te werken met het kinderen. Zo zijn er activiteiten die de betrokkenheid van het kinderen bij elkaar vergroten. Spelmateriaal draagt bij aan het sociaal ervaren en leren van een kind.

Bij de (K)individu Otterkoog zorgen de PMW voor activiteiten en begeleiding waardoor/waarbij:

• Het kinderen leren samen te spelen en samen te delen en op je beurt te wachten • Als een kind weinig aansluiting heeft, het kind gestimuleerd wordt samen een spelletje te doen. • In kleine groepjes gewerkt wordt om spelletjes te doen, te knutselen of voor te lezen. • Een huishoek is, waar het kinderen de sociale vaardigheden van de wereld om hun heen kunnen naspelen • Wereld spelmateriaal (poppetjes, dieren, auto’s, treinen etc. in het klein) aangeboden wordt, om kinderen met allerlei dingen in het klein in aanraking te laten komen. • Kinderen worden gestimuleerd om rollenspel te spelen. • Materiaal aangeboden wordt dat om samenwerking vraagt zoals gezelschap spelen, rollenspel (net alsof spelen) of elkaar helpen bij het afspringen van een randje, in de zandbak samen een bak vol scheppen of om de beurt op de fiets fietsen. • Opdrachtjes gegeven wordt, zoals: bekers of iets anders uit te delen. • Samen liedjes worden gezongen • Kinderen deelnemen aan grote kringactiviteiten • Kinderen erop attent gemaakt wordt hoe je met materiaal omgaat.

• Specifiek voor baby’s geldt dat je als PMW oog moet leren hebben voor ontmoetingen tussen kinderen onderling. Begeleidt dit contact door positief gedrag te benoemen en negatief gedrag om te buigen. De basis voor samenspel wordt al in de babytijd gelegd.

Kortom bij iedere activiteit zit wel een aspect waarin de sociale competentie van het kind wordt gestimuleerd.

Pedagogisch doel 4: Wij willen kinderen waarden en normen bijbrengen.

26



Kinderen moeten de kans krijgen om zich de algemeen aanvaarde waarden en normen van onze samenleving eigen te maken Het eigen maken van normen en waarden maakt deel uit van de morele ontwikkeling. PMW hebben aandacht en waardering voor de onderlinge verschillen en overeenkomsten. Zij stemmen hun reactie af op het niveau van het kind en zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie. In de praktijk maakt de PMW hierbij vooral gebruik van de eerder benoemde interactievaardigheden praten en uitleggen, respect voor de autonomie en begeleiden van interacties tussen kinderen.

Aspecten van waarden en normen:

Beleefdheidsvormen: wij leren het kinderen om te groeten en afscheid te nemen, bedanken als zij iets hebben gekregen of als er iets voor hen is gedaan en om dingen netjes te vragen.Ruzie maken en/of slaan: binnen de groep doen zich situaties voor waar op dit gebied veel leermomenten zijn (bijvoorbeeld pijnlijke en verdrietige situaties of een ruzie). Door de reacties van de PMW op dit soort situaties ervaart een kind wat wel en niet goed is. Bij conflicten leggen wij uit hoe zoiets kan ontstaan en hoe dat voorkomen kan worden.

Wij keuren agressief gedrag af voor kinderen, maar ook voor alle volwassenen waar het kind mee te maken krijgt (PMW en ouders)

Gelijkwaardigheid en respect zijn belangrijke waarden die wij meegeven aan het kinderen en ouders; wij benadrukken gelijkheid tussen mensen, ongeacht geloof of afkomst.

Feestvieren is een belangrijk gebeuren op (K)individu. Via feesten leg je accenten en draag je cultuur over. Feestvieren geeft meerwaarde aan het dagelijks bestaan, het is iets om naar uit te kijken. Belangrijk is dat het kinderen deze feesten prettig vinden, dat ze aansluiten bij wat er thuis gebeurt en dat ze op het kinderen zijn gericht.

Door de juiste aandacht die de PMW aan deze aspecten geeft, maken kinderen op hun eigen tempo kennis met de geaccepteerde normen en waarden. De PMW gaan respectvol met kinderen en volwassenen om, waardoor er een positieve sfeer in de groep is en een positief zelfbeeld van kinderen wordt gestimuleerd.

§ 3.2.12 Zorg actie:

27



Zorgactie 1, de intake:De intake is een oriënterende fase waarin de medewerker samen met de ouders verkend welke behoeften er zijn vanuit ouder en het kind. Onderwerpen die besproken worden zijn:1. Thuissituatie en speciale aandachtspunten die daaruit voortvloeien.2. Vroegere ervaringen met de integratie in nieuwe sociale situaties en de aandachtspunten voor de wenperiode die daaruit voortvloeien.3. Specifieke eigenschappen en gedragingen en hoe daarmee om te gaan.

Zorgactie 2, opstellen pedagogisch stappenplan:Naar aanleiding van het gesprek stelt de medewerker indien nodig een kind gebonden stappenplan op. Wanneer daar vraag naar is kan het kind ook twee wendagdelen meedraaien zodat deze stappen via inzicht n.a.v. een praktische situatie vastgesteld worden. Het stappenplan beslaat twee weken en bevat de volgende punten:1.Speciale behoeftes en aandachtspunten en welke ondersteuning de PMW’s kunnen bieden bij het voorzien daarin.2.De rol van andere kinderen in het wenproces. Welke kinderen zijn het meest geschikt om hierin een rol te spelen, welke rol is dat en hoe kunnen zij het beste geactiveerd worden om deze rol te vervullen?3.Verwacht gedrag, emoties en attitudes en hoe de begeleiders daarmee om kunnen gaan.

Dit zorgplan wordt vastgelegd in het onlinesysteem, dit systeem is alleen door ouders en PMW’s te bereiken via een persoonlijk wachtwoord. Het inloggen kan gebeuren via de website: www.kindividu.nl Doordat deze gegevens alleen voor PMW’s oproepbaar zijn, is de privacy gewaarborgd. De gegevens over het zorgplan voor het kind worden vastgelegd in de kind map, achter de naam van het kind.

Zorgactie 3, Briefing pedagogisch stappenplan:De Zorgmanager neemt dit mee in het maandelijks kind overleg voor de PMW’s. Hij of zij vertelt over de stappen in het zorgplan. De verantwoordelijkheid voor de gerichte stappen (zoals de wijze van het betrekken van de andere kinderen) ligt bij de stamgroep PMW voor de alledaagse benadering en het anticiperen op specifiek gedrag wordt dit uitgevoerd door het gehele team (afhankelijk van de ruimte waarin het kind zich bevindt) De Zorgmanager verwijst naar het registratiesysteem zodat de PMW’s de gegevens altijd kunnen oproepen. Tevens worden eventuele aanvullingen door de PMW’s ook opgenomen in de notulen.

Zorgactie 4, tussentijdse evaluatie en bijsturing:

28


http://www.kindividu.nl/


Na een periode van een maand worden de stappen en hun effecten besproken.

Dit gebeurt aan de hand van de volgende vragen:1.Is de periode succesvol/wordt deze als prettig ervaren door het kind? (Welke uitingen en gedragingen zijn hiervan een indicatie/welke kwantiteit of kwaliteit aan de deelname aan sociale interactie toont dit aan?)2.Worden de voornemens uit het zorgplan consequent uitgevoerd? 3.Welke acties en handelingen blijken effectief en welke niet? (Uit welke reacties van het kind blijkt dit?)4.Hoe verder te integreren voor opvoeders en kind.

Zorgactie 5, voortzetting:Om eventuele veranderingen en verschuiving van behoeftes of eigenschappen scherp in het oog te houden, en ervoor te waken dat er geen gat ontstaat tussen de behoefte van het kind en zijn begeleiding, moeten de PMW’s aan het eind van het schooljaar van elk kind digitale observatie kaarten invullen. Dit gebeurt voor elk kind door zijn/haar stamgroep leider(ster) De observatieformulieren zijn opgeslagen in een digitaal systeem en voor alle medewerkers altijd oproepbaar en daarmee onderling vergelijkbaar. Zodoende kunnen de PMW’s bij opmerkelijk gedrag direct controleren of het hier gaat om een significante verandering of een voortzetting van het oude.

Zorgactie 6, Veranderen van stamgroep:Als kinderen veranderen van stamgroep wordt dit de kinderen verteld en gaan ze samen kijken bij de nieuwe stamgroep, nemen hun eigen foto mee en hangen die op in hun nieuwe stamgroep. Kinderen zijn door ons open deurenbeleid al bekend met/bij alle PMW’s, dit maakt wennen in anderen groep gemakkelijker. Indien nodig gaat het kind wennen bij zijn nieuwe stamgroep (kind afhankelijk, in vergadering besproken met PMW’s)

Zorgactie 7, Van KDV naar BSO: Kinderen van KDV mogen, in overleg met de ouders, vanaf 3 jaar al mee spelen met de BSO. Als kinderen doorstromen naar de BSO wordt er met deze kinderen eerst gewend op de BSO. Kinderen mogen eerst meespelen op de BSO (minimaal 2 keer) en gaan hierna ook het fruitmoment mee draaien met de BSO. Kinderen mogen bij het wennen hun eigen foto mee nemen en deze ophangen in de nieuwe groep, zodat het echt hun groep wordt.

4. Personeel en groepen:

§ 4.1. VOG en personenregister kinderopvang:Elke medewerker die werkzaam is voor onze organisatie is in bezit van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Een VOG is een verklaring waaruit blijkt dat gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in

29



de samenleving. Sinds maart 2014 valt (K)individu onder de continue screening van de verklaringen, waarbij wijzigingen in justitiële documentatie direct worden aangepast en een gepaste actie op deze wijzigingen door de organisatie wordt ondernomen. Iedere medewerker heeft een geldend VOG en staat ingeschreven bij het personenregister kinderopvang voor aanvang van het dienstverband.

§ 4.2. Passende beroepskwalificatie:

§ 4.2.1: Samenwerking onderlinge omgang team en ondersteuningBij (K)individu hechten we veel waarde hechten aan ruimte en begrip voor de emoties en eigenheid van de kinderen. Openheid, begrip en erkenning van emoties zijn belangrijke pijlers voor ons beleid in het omgaan met de medewerkers en elkaar.

In het beginsel wordt aan de medewerkers alle ruimte gegeven om zichzelf te zijn en zich als zodanig te uiten. Soms kan het gebeuren dat gedragingen van medewerkers de zorg voor de kinderen beïnvloeden of zelfs benadelen.

Wanneer dit het geval is grijpt de leiding/zorgmanager in. Maar niet door te veroordelen of te bestraffen. (K)individu wil een organisatie zijn waar onderlinge verbondenheid en steun de basis vormen voor het samenwerken, en samen opvoeden. Voor een uitgebreidere omschrijving van de wijze waarop de communicatie tussen medewerkers wordt vormgegeven, kunt u het protocol Communicatie onderling in het Personeelsbeleid raadplegen. Dit beleid ligt ter inzage op kantoor van (K)individu.

§ 4.2.2: Beroepskwalificatie:De PMW van (K)individu zijn allen gekwalificeerde en gediplomeerde professionals die regelmatig worden bijgeschoold en getraind in de belangrijkste interactievaardigheden die nodig zijn in de omgang met kinderen. Alle PMW beschikken over een beroepskwalificatie zoals die benoemd staat in de CAO Kinderopvang. Aspecten van de benodigde deskundigheid voor ontwikkelingsgericht werken zijn: De PMW hebben kennis over de ontwikkelingen in leeftijdsfasen van kinderen. De PMW hebbende kennis en vaardigheden om ontwikkelingsproblemen al vroeg te herkennen. De PMW weten welke vorm van ondersteuning bij welke ontwikkelingsproblemen past.

Elke medewerker heeft op kantoor een map met persoonsgegevens.Medewerkers zijn aangenomen volgens cao-kinderopvang.In deze map bevinden zich naast deze gegevens alle relevante diploma’s en certificaten.Op elke locatie staat de map personeel met gegevens van medewerkers en stage.Om de naleving van de preventieve maatregelen en het correcte handelen bij eventuele calamiteiten te waarborgen, is er elke werkdag minimaal een medewerker aanwezig met een BHV-diploma en iedereen heeft een kinder-EHBO-diploma. Hij of zij is tevens verantwoordelijk voor de handhaving van de preventieve maatregelen. Dit gebeurt via een checklist die dagelijks wordt nagelopen. De

30



leidinggevende en eindverantwoordelijke checkt elke week of de protocollen inderdaad worden nageleefd. Is dit niet het geval dan spreekt zij de verantwoordelijke hierop aan. Gebeurt dit meer dan driemaal dan volgt een officieel gesprek. Als er daarna nog steeds geen verbetering plaatsvindt wordt de verantwoordelijkheid voor de fysieke veiligheid overgedragen aan een van de andere medewerkers. Tevens wordt de kennis van de BHV-er minimaal eens per jaar up to date gehouden met een nieuwe cursus BHV en of EHBO, en interne informatieoverdracht.

§ 4.2.2 Beroepskracht in opleiding:Stage protocol op elke locatie aanwezig. Verklaring omtrend gedrag en persoonsregister.Wat doen de stagiaires bij (K)individuWat dragen de stagiaires Wat mogen de stagiaires niet dragenWat dragen de stagiaires op het kinderdagverblijfWat mogen de stagiaires.Wat doet een stagebegeleider.

3.3 Opvang in groepen:

§ 4.3.1 Stamgroepen:Op de (k)individu Otterkoog zijn er momenteel 3 stamgroepen van maximaal 35 kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot 4 jaar, namelijk een:

Een babygroep, naam: Beer, met maximaal 9 kinderen van 0-2 jaar.

Een verticale groep, naam: Hamster, met maximaal 14 kinderen van 0-4 jaar.

Een peutergroep, naam: Otter, met maximaal 12 kinderen van 2-4 jaar.

Kinderen met een onregelmatige planning zitten in de groep Uil. Deze kinderen worden per afgenomen dag in een van de stamgroepen ingedeeld.

§ 4.3.2 De grootte van de stamgroepen:(k)individu Otterkoog heeft de beschikking over de volgende ruimtes: 32,73 m2 babygroep; 60,27 m2 verticale groep; 43,33 m2 peutergroep; Naast de groepsruimte heeft het (k)individu Otterkoog tevens de beschikking over een speellokaal.

31



§ 4.3.3 Tijdelijke opvang in andere stamgroep:Het verlaten van de stamgroep.Na het gezamenlijk moment mogen de kinderen in overleg met de PMW zich vrij bewegen over de opengestelde ruimtes.De uil-groep wordt voornamelijk ingezet bij flex-kinderen. In deze gecombineerde groep zitten die een onregelmatige planning hebben. Als kinderen veranderen van stamgroep wordt dit de kinderen verteld en gaan ze samen kijken bij de nieuwe stamgroep, nemen hun eigen foto mee en hangen die op in hun nieuwe stamgroep. Kinderen zijn door ons open deurenbeleid al bekend met/bij alle PMW’s, dit maakt wennen in anderen groep gemakkelijker. Indien nodig gaat het kind wennen bij zijn nieuwe stamgroep (kind afhankelijk, in vergadering besproken met PMW’s)Omdat (K)individu de mogelijkheid biedt tot flexibele opvang is het mogelijk dat deze kinderen in andere stamgroep worden opgevangen omdat er gekeken wordt naar kind ratio waar er plaats is.

Kinderen met een flexibel contract kunnen daardoor in alle groepen worden opgevangen naar beroepskracht-kind ratio. Na aanvraag in ons systeem wordt voor goedkeuring al meteen de groep aangegeven waarin het kind geplaatst zal worden voor deze aanvraag.Alle ouders hebben het formulier opvang in andere stamgroep getekend.

§ 4.3.4 Vervoer:Wij hebben onze eigen ( K )individu auto’s. De bestuurder, herkenbaar aan bedrijfskleding ( K )individu , draagt er zorg voor dat de kinderen op een veilige en verantwoorde manier gebruik maken van de auto’s. Dat betekent dat hij/zij erop toeziet dat kinderen gebruik maken van een gordel en van een autozitje. De bestuurder houdt zich aan de geldende verkeersregels. En aan het vervoer protocol van ( K )individu .Uitjes en activiteiten waarbij wij gebruik maken van de auto’s worden vooraf bij ouders aangegeven.( K )individu biedt als extra service tegen betaling van een bijdrage dat een van de medewerkers kinderen aan het eind van de dag thuis kunnen brengen indien de ouder/verzorger om een of andere reden de kinderen zelf niet kunnen ophalen. Hierbij werken de medewerkers met hetzelfde vervoer protocol.

3.4 Beroepskracht-kind ratio:

§ 4.4.1 Verhouding beroepskracht:Bij (K)individu Otterkoog hanteren wij de beroepskracht-kind ratio.

32



§ 4.4.2 Achterwacht:Per locatie is er een telefoonlijst. Wie als eerste te bellen bij calamiteiten?De leidinggevende is altijd bereikbaar. Locatiemangers hebben een gezamenlijke app om elkaar te ondersteunen waar nodig. Bij afwezigheid is andere locatiemanager op de hoogte. Bij vakantie word de telefoon overgedragen aan collega.Aan het begin en/of het eind van de dag kan het voorkomen dat de PMW alleen met kinderen in het gebouw aanwezig is. Indien nodig gaat op een dergelijk moment de functie van achterwacht in werking. De achterwacht wordt opgeroepen bij bijvoorbeeld ziek worden van de medewerker, in geval van een calamiteit, een ongeval of een ander voorval waarbij de medewerker het nodig acht de achterwacht in te schakelen. De achterwacht is binnen vijftien minuten aanwezig. De achterwacht kan een medewerker zijn die op maximaal vijftien minuten afstand van de vestiging woont, een andere vestiging die in hetzelfde pand of op maximaal vijftien minuten afstand gevestigd is of een naastliggende organisatie. De achterwacht is per vestiging bepaald en is bekend bij de leidinggevende en de PMW.

§ 4.4.3 Afwijking beroepskracht-kind ratio:Gedurende de dag zijn er 2 (twee) medewerkers in het pand aanwezig met uitzondering van 07:00 tot 07:45 uur en laatste uur van 18:00 tot 19:00 uur, indien de BKR het toelaat. Bij meer dan 10 uur open is er mogelijk afwijken van de BKR tussen 13:00 en 15:00 uur. Niet afwijken van de BKR tussen 8:45 en 13:00 uur en tussen 15:00 en 18:30 uur. Per dag wordt er nooit meer dan 3 uur afgeweken van de BKR.

§ 4.4.4 Tijdelijke afwijking beroepskracht–kind ratio:Tijdens onverwachte situaties geldt dat indien het beroepskracht-kind ratio het niet toelaat om één PMW op de groep te hebben en er een stagiaire aanwezig is, er zo snel mogelijk een extra medewerker wordt ingezet.

§ 4.4.5 Vier ogen principe afwijking: De BSO is soms aanwezig voor vier ogen en inzet van andere volwassenen zoals administratie medewerkers en stagaires.Liefst worden de kinderen opgevangen door twee medewerkers zodat de overdracht naar ouders zo optimaal mogelijk verloopt. Indien het PMW/kind ratio het toe laat om één PMW op de groep te hebben is er een stagiaire aanwezig (wanneer er geen stagiaire aanwezig is wordt een extra medewerker ingezet) waardoor er ten alle tijden iemand de groep binnen kan lopen.

§ 4.4.6 Camera’s:Voor de momenten tijdens de gebruikelijke pauzetijden en andere voorkomende gevallen heeft (K)individu een uniek systeem. In het pand hangen camera’s voor extra toezicht. Voor toepassing en gebruik: Vraag op locatie naar het camera beleid.

33



De beelden daarvan kunnen bekeken worden door een selecte groep medewerkers op elk (mobiel) apparaat. Het kan dus zijn dat wanneer er door onvoorziene gebeurtenissen tijdelijk minder beroepskrachten aanwezig mochten zijn, een van de toegewezen personen wordt ingeseind en meteen vanuit welke locatie dan ook inlogt op de camera’s. Op deze manier is extra toezicht altijd mogelijk en dus gegarandeerd. Om de privacy te waarborgen is toegang tot deze camera’s beveiligd en slechts voor aangewezen personen toegankelijk.

§ 4.4.7 signaleren en doorverwijzen:Directe collega’s De beroepskrachten van ( K )individu worden op meerdere manieren ondersteund door andere volwassenen. Naast eventuele collega’s van dezelfde vestiging zijn er enkele specifieke andere beroepskrachten binnen ( K )individu

Medewerker Kwaliteit & Veiligheid Mochten medewerkers van ( K )individu te maken krijgen met kinderen waarvan het vermoeden van een ontwikkelingsachterstand bestaat, of waarbij onverhoopt een vorm van verwaarlozing of mishandeling wordt vermoed, dan kan een beroep worden gedaan op onze zorgmanager welke werkt op ons hoofdkantoor, zij kan worden ingeroepen voor collegiale ondersteuning, het doen van observaties en voor consultatie bij het eventueel doorverwijzen van kinderen naar externe professionals (huisarts, Centrum Jong, Veilig thuis). Ook bij twijfels over de veiligheid van een (nieuwe) activiteit kunnen de medewerkers bij haar terecht met vragen daarover.

Hoofdkantoor en management Vragen over de achtergrond van het kind, persoonlijke gegevens of de contractuele aspecten van de opvang kunnen worden gesteld aan het hoofdkantoor in Alkmaar. Op managementvlak en bij eventuele kritische vragen van ouder(s)/verzorger(s) kunnen de medewerkers terecht bij de directie van ( K )individu ([email protected]).

§ 4.4.8 Mentor kinderen:Alle PMW hebben een aantal kinderen die zij het best kennen, de mentorkinderen. De mentor is contactpersoon en eerste aanspreekpunt van de ouders met betrekking tot opvang en begeleiding van het mentorkind. De mentor van het kind staat in de digitale omgeving bij het kind vermeld. Bovendien doen de PMW observaties van de kinderen. Door deze werkwijze kunnen de PMW de kinderen een vorm van opvang en begeleiding bieden die bij hun ontwikkeling past en de ouders betrouwbare en deskundige informatie verstrekken over de ontwikkelingen die hun kinderen tijdens de opvang doormaken. Kinderen ontwikkelen zich in deze leeftijd razendsnel. In de visie van( K )individu hebben kinderen buitengewoon veel profijt van een dergelijke investering in hun ontwikkeling op deze leeftijd.

34



§ 4.4.9 Observatiemethode: ( K )individu werkt met een eigen observatiemethode waarin open en gesloten vragen worden beantwoord over de verschillende ontwikkelingsgebieden en de stemming van het kind. Deze observaties worden twee keer per jaar ingevuld. Door middel van deze observatiemethode krijgen de PMW een goed beeld van de ontwikkeling van het kind. Aan de hand van dit beeld kunnen zij vaststellen in welk ontwikkelingsgebied het kind ondersteuning nodig heeft.

§ 4.4.10 Kind besprekingen; Tijdens de kind bespreking worden kinderen door de verschillende mentoren ingebracht. De insteek is zorgvuldige uitwisseling van informatie over hoe het met kinderen gaat op de opvang. In de kind bespreking staat centraal de vraag hoe kinderen zich ontwikkelen in hun huidige ontwikkelingsfase. Door deze uitwisseling trachten de PMW in een vroeg stadium (vroeg signalering) het kinderen in beeld te krijgen waar er zorgen over bestaan (zorgkinderen). Er worden eventueel afspraken gemaakt hoe en wanneer er extra aandacht zal worden besteed aan kinderen die daarvoor in aanmerking komen. Deze vroeg signalering stelt de PMW in staat om preventief te handelen. Onder andere door gesprekken met ouder(s)/verzorger(s) waarin op zorgvuldige wijze overdracht van informatie uit observaties plaatsvindt.

§ 4.4.11 Special needs: Speciale behoeftes en benaderingen(K)individu hanteert een opendeuren beleid. Dat wil zeggen dat iedereen welkom is en in overleg mogen kinderen dus spelen op een andere groep. Ongeacht je achtergrond, persoonlijkheid of behoeftes op het gebied van verzorging of benadering. In de visie van (K)individu is het van essentieel belang dat iedereen in gelijke mate mee kan doen en dat men binnen (K)individu er alles aan doet om dat mogelijk te maken. Voor de meeste kinderen geldt het hierboven omschreven algemene beleid om dat mogelijk te maken. Voor kinderen met speciale behoeftes wordt echter een specifieker beleid gevoerd met als doel aan deze speciale behoeftes tegemoet te komen. Wanneer het gaat over speciale behoeftes kan gedacht worden aan vormen van lichamelijke handicaps maar ook vormen van autisme, ADHD of andere gedragsstoornissen die het functioneren van kinderen in de groep beïnvloeden. Het tegemoet komen aan speciale behoeftes verloopt volgens de volgende stappen:

Zorgactie 1, bijeenkomst:

35



De zorgmanager belegt een bijeenkomst met het team en de specialisten die betrokken zijn bij het kind en zijn behoeftes. Voorbeelden van externe specialisten waarmee wordt samengewerkt zijn remedial-teachers, verpleegsters, enz. Tijdens deze bijeenkomst wordt uitgelegd wat de betekenis is van deze speciale behoeftes en welke stappen men moet nemen om erin te voorzien.

Zorgactie 2, stappenplan:Naar aanleiding van de lezing van de specialist, leidt de zorgmanager een overleg dat leidt tot een actieplan om in de alledaagse interactie te voorzien in de behoeftes. De speciale handelingen die verricht moeten worden, worden vanwege de vertrouwensband overgelaten aan de stamgroep PMW’s. Het kan daarbij gaan om bijvoorbeeld het toedienen van medicatie of het kind helpen plassen (wanneer hij/zij een nierafwijking heeft). De overige PMW’s zijn verantwoordelijk voor het reageren op situaties die in de overige activiteiten voortvloeien uit de behoeftes van het kind.Zorgactie 3, implementatie:De stappen en handelingen worden uitgevoerd zoals afgesproken. De teamleden kunnen elkaar wijzen op de vastgelegde stappen of elkaar ondersteunen in het volgen ervan.

Zorgactie 4, Tussentijdse evaluaties:Eens in het halfjaar wordt de voortgang van het plan intern besproken. Er wordt gereflecteerd op de mate waarin men in staat bleek in de speciale behoeftes te voorzien, wat er misging en hoe dat in de toekomst verbeterd kan worden. Aan de hand hiervan wordt het plan eventueel aangepast. Bijsturende stappen worden in het digitale ouderportaal opgeslagen.

Extra, omgang met de groep:Het kan gebeuren dat de speciale behoeftes van het ene kind in conflict raken met die van anderen. Gedrag dat bijvoorbeeld voortkomt uit ADHD kan als storend ervaren worden door andere kinderen die graag wat meer rust willen. Of het broekplassen dat voortkomt uit fysieke ongemakken kan bespot worden. Als een situatie zich voordoet waarin de kinderen stuiten op onbegrip of de andere kinderen beïnvloeden gaat de PMW hierover het gesprek aan. Vooral door het bieden van ruimte voor uitleg van de situatie van het kind, of door hem/haar zelf uit te laten leggen. Tevens zal de PMW samen met de groep manieren vinden om, om te gaan met de situatie en de verschillen die er tussen kinderen hun behoeftes en gedrag bestaan.

Speciale situaties en voorvallen:

De visie (K)individu is erop gericht om tegemoet te komen aan de situatie en gemoedstoestand van de kinderen. Dit is zoals eerder omschreven vastgelegd in handelingsplannen die de persoonlijke benadering standaardiseren. Echter, er zijn voorvallen of situaties die de situatie of behoeften van het kind veranderen voor een

36



korte periode. Het is het beleid van (K)individu om ook daarop te reageren. Dit verloopt volgens een aantal stappen.

Zorgactie 1, registratie veranderingen in gedrag of persoonlijke situatie:Via het ouderportaal in de digitale omgeving kunnen ouders en PMW’s inloggen en het bijzonderheden invullen.De volgende zaken kunnen hier benoemd worden:- Eventuele veranderingen in de thuissituatie of in andere sociale verbanden waar

het kind deel van uitmaakt.- Significante veranderingen in gedrag en expressie.

Zorgactie 2, Overleg en reactie:De zorgmanager of eerst aanwezige PMW controleert het digitale kind systeem op bijzonderheden. In het geval dat er bijzonderheden zijn, communiceert hij/zij dat met de andere PMW’s en bespreken ze samen hoe ze erop kunnen, reageren. De benadering wordt vastgelegd via het digitale systeem.De registratie van de handelingen bevat de volgende elementen:- Benadering ouders en hun rol in de benadering van de situatie.- Verwachte invloed op het kind en hoe daarop te reageren.Deze stappen worden tijdens in de ochtend tevens gecommuniceerd aan teamleden die niet aanwezig waren tijdens de melding van de situatie. Dit gebeurt mondeling, via de digitale omgeven, ouderportaal of via de mail die elke medewerker voor de werkdag verplicht dient te lezen.

Zorgactie 3, Observatie en bijsturing:Na de melding besteden de PMW’s extra aandacht aan het gedrag van het kind. Mocht dit op een negatieve manier afwijkend blijven dan stellen zijn hun gedrag bij n.a.v. de gekende oorzaak ervan.

5. Accommodatie en inrichting:

§ 5.1.1 Passende ingerichte binnenspeelruimte:

De (k)individu Otterkoog heeft een capaciteit van 35 kinderen. We houden ten alle tijden de beroepskracht-kind ratio aan. Bij special needs kinderen wijkt dit af, zie punt 3.2Op de Otterkoog hebben wij een 3 groepen. De entree, hal en de keuken is een gedeelde ruimte, deze wordt door alle groepen gebruikt. Kapstok met luizenzakken voor jassen, schoenen en tassen hangen per groep in de hal.De Hamstergroep is gedeelde groep, tussen 07.00-09.00 uur en 16:30-19:00 uurDe speelhal kan door elke groep gebruikt worden.

De kamers zijn zo ingericht dat de kast uit delen bestaat. Boven in de kast speelgoed dat geschikt is voor de ouderen kinderen onderin de kast staat speelgoed dat kinderen

37



zelf mogen pakken.Speelgoed blijft in de ruimte waarin je speelt. Er wordt geen speelgoed naar de hal mee genomen en andersom.

De inrichting van de ruimten is van belang om minimaal te kunnen voorzien in (het stimuleren van) de basisbehoeften van kinderen.

Wij hebben door de speelhal voldoende m2 speeloppervlak voor het maximale aantal kinderen.

Dit zijn inzichtelijk, passend ingerichte ruimten voor kinderen om te kunnen spelen en rusten, in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. stamgroepen: Beer, Hamster,Otter.

§ 5.1.2 Passende inrichting leeftijd gericht en kind aantal:Het (k)individu Otterkoog heeft de beschikking over de volgende ruimtes: 32,73 m2 babygroep; 60,27 m2 verticale groep; 43,33 m2 peutergroep; Naast de groepsruimte heeft het KDV tevens de beschikking over een speellokaal.

Omdat veel waarde wordt gehecht aan de mogelijkheid van kinderen om hun eigen ontplooiingsbehoeften vorm te geven, zijn zij vrij om na het tafelmoment zelf te kiezen waar zij mee willen spelen. Elke ruimte biedt andere mogelijkheden en zij zijn faciliterend. Rollenspelen, knutselactiviteiten, constructiemateriaal zijn enkele van de materialen die in de ruimte te vinden zijn. Tevens is er de mogelijkheid om buiten te spelen. Zo is er verkeersplein, een zandbak, en een speelhuisje. Kinderen kiezen vrij waar ze hun tijd aan willen besteden.

5.1 Buitenruimte:

§ 5.2.1 Passend ingerichte buitenspeelruimte:Kindividu heeft een eigen buitenterrein. De buitenspeelruimte is omringd met hekken, kinderen zijn altijd in het zicht van de medewerker.

§ 5.2.2 Toegankelijkheid buitenspeelruimte:Als wij gaan buitenspelen houden wij ons aan het protocol buitenspelen en kinderen in de zon.Beren en Hamsters gaan meestal door de achterdeur, Otters gaan vanuit de speelhal naar buiten. De hekken om het terrein dienen gesloten te zijn en sleutel bij de medewerker.

38



§ 5.2.3 Passende inrichting stamgroep:De buitenspeelruimte is ingericht op de leeftijd 0 tot 4 jaar. Voor de jongste kinderen is er een apart stuk afgezet.

§ 5.2.4 Passende inrichting leeftijd en kind aantal:Onze buiten ruimte is meer dan voldoende groot om met alle kinderen tegelijk te kunnen buiten spelen. Voor elke leeftijd is er iets te doen, een verkeersplein, voetballen, een schuur vol buitenspel attributen en speelmateriaal, driewielers, zandbak, en een klimhuis met glijbaan. De moestuin maakt ons buiten terrein compleet.

6 Ouderrecht:

Samenwerking met ouders

De ouder(s)/verzorger(s) zijn de hoofd opvoeders; de PMW zijn de mede opvoeders vanaf het moment dat het kind bij ons opgevangen wordt. Samen met ouder(s)/verzorger(s) willen zij een bijdrage leveren aan de opvoeding en de ontwikkeling van het kind.

Privacy regelement AVG wet

Wij verstrekken geen gegevens aan derden, wij hanteren de wettelijke privacyregels. Stagiaires gebruiken bij hun huiswerk alleen de voorletter van de kinderen. Ouders geven expliciet toestemming om foto’s op de beveiligde site van (K)individu te mogen plaatsen.

7 Informatie:

§ 7.1.1 Informatievoorziening beleid:Ouders hebben altijd mogelijkheid tot inzage protocollen, beleidsplan, de visie hierop, Het beleid komt na elke wijziging volledig ter inzage op locatie. Wij werken met een online plaatsing- en planningsysteem genaamd 'Kindplanner', daarin kunnen de belevenissen worden beschreven. Onderwerpen waarover wij u in ieder geval over informeren zijn: Belevenissen van uw kind.

39



Eventuele zorgen omtrent de ontwikkeling van uw kind.Mededelingen Ouders kunnen zelf ook bijzonderheden vermelden in het schrift zodat wij ook op de hoogte zijn van de huidige thuissituatie van uw kind.

§ 7.1.2 GGD-rapport:In het kader van de wet op de kinderopvang voert de GGD jaarlijks een inspectie uit op elke kinderopvang. Ze brengen naar aanleiding van hun bezoek een inspectierapport uit. Daarin staat beschreven hoeverre de locatie voldoet aan de gestelde normen en welke eventuele verbeteringen er moeten worden doorgevoerd. Elk GGD-rapport komt zo snel mogelijk bij de betreffende locatie op de website te staan. Deze vindt u per locatie zodra u naar de locatie gaat staat er het hoofdstuk GGD-rapporten

§ 7.1.3 Afhandeling klachten:De klachtenregeling is op de website aangegeven. Er is een klachtenformulier op locatie aanwezig en op de website, deze kunnen worden ingeleverd en/of door medewerker worden ingevuld en zullen in behandeling worden genomen.Bij de algemene informatie vindt u de klachtenprocedure.Ouders kunnen altijd bij de geschillencommissie terecht met hun vragen.

Voortgang klachtenregeling: Hieronder staat een indicatie van het soort klachten de persoon of instelling waarbij u daarmee terecht kunt. Het staat u vrij daarin een eigen keuze te maken. Dagelijkse verzorging van uw kind. Contactpersoon is de PMW van de groep van uw kind. Organisatie van de opvang (openingstijden, overdracht, bejegening door pm’er). Contactpersoon is de hoofd PMW van (K)individu.Onvrede over de manier waarop de PMW of hoofd PMW met uw klacht is omgegaan. Contactpersoon is de manager zorg van (K)individu (06-14429911). Onvrede over (K)individu als organisatie (klachtenafhandeling, bejegening).

U kunt altijd contact opnemen met de geschillencommissie: Digitaal: klik op Klacht indienen. Een digitale klacht kunnen wij sneller behandelen. Per post: download het Vragenformulier en stuur het naar de Geschillencommissie, Postbus 90600, 2509 LP Den Haag.

Jaarverslag klachten: Klachtenvrij brief hangt per locatie en staat op de website bij de klachtenprocedure (via algemene informatie komt u bij de klachtenprocedure.

Versturen jaarverslag klachten: Jaarverslagen worden op verzoek gestuurd aan de GGD

Aangesloten bij geschillencommissie: Kindividu is aangesloten bij de geschillencommissie.

40


https://loket.degeschillencommissie.nl/web/site/default.aspx?m=register&a=registreer&commissiecode=knd&ondernemerid=&l=sgc

https://www.degeschillencommissie.nl/media/2285/knd-vragenformulier.pdf


Jaarverslag klachten: Jaarverslagen worden gestuurd naar GGD.Klachtenvrij brief hangt per locatie en staat op de website bij de klachtenprocedure (via algemene informatie komt u bij de klachtenprocedure).

7.2 Oudercommissie = OC:

De oudercommissie (OC) (K)individu bestaat uit een aantal ouders van de kinderdagopvang en buitenschoolse opvang. Zij behartigen de belangen van alle ouders (en daarmee die) van de kinderen van deze opvang. De belangrijkste verantwoordelijkheid van de oudercommissie is om de kwaliteit van de opvang te bewaken en te bevorderen door gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan de directie van (K)individu. Hiervoor heeft de oudercommissie op grond van de ‘Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’ adviesrechten. Daarnaast speelt de oudercommissie een rol bij het verbeteren van de communicatie naar de ouders. Per locatie is er tenminste een ouder die deelneemt in de oudercommissie. De oudercommissie komt minimaal 3 x per jaar bij elkaar en is lid van organisatie BoiNK, de belangenvereniging voor ouders in de kinderopvang.

41


Documents

Pedagogisch beleid · Web view(K)individu “Zorgzame Kinderopvang”Hamsterkoog 151822 CD AlkmaarTel: 072-5623000Fax: 072-5643045Email: [email protected] Kwaliteit in Individuele