36
PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 _ december 2016 ‘Maak lerarenvak aantrekkelijker’ n Simone Walvisch en Rob Kerstens kruisen de degens n Het nieuwe inspectietoezicht n Onderwijs aan nieuwkomers n Een onderzoekende houding n Spel: bron van leren n Kunst en cultuur zijn voor iedereen n Goed bestuur Welke partijen pakken onze speerpunten op? Prettige feestdagen

PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 _ december 2016

‘Maak lerarenvak aantrekkelijker’ n Simone Walvisch en Rob Kerstens kruisen de degens n Het nieuwe inspectietoezicht n Onderwijs aan nieuwkomers n Een onderzoekende houding n Spel: bron van leren

n Kunst en cultuur zijn voor iedereen n Goed bestuur

Welke partijen pakken onze speerpunten op?

Prettige feestdagen

Page 2: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Inhoud podium _ jaargang 6 _ december 2016

WELKE PARTIJEN PAKKEN ONZE SPEERPUNTEN OP?Hoe denken de politieke partijen over de ambities van de PO-Raad voor de komende vier jaar? Pagina 4

SIMONE WALVISCH EN ROB KERSTENS KRUISEN DE DEGENSSimone Walvisch neemt in januari afscheid als vicevoor-zitter. podium interviewde haar samen met oude bekende Rob Kerstens, scheidend directeur-generaal van DUO. Pagina 10

OPEN BRIEF SCHOOLBESTUURDER OVER BUREAUCRATIEFrans Cornet, directeur-bestuurder van Amstelwijs, stuurt een open brief aan staatssecretaris Sander Dekker. Pagina 14

‘MAAK LERARENVAK AANTREKKELIJKER’ Nu de pabo minder leerkrachten aflevert, wil de PO-Raad nieuwe groepen hoger opgeleiden aantrekken. Wat meewerkt: het lerarenvak is analytischer geworden.Pagina 16

HET NIEUWE INSPECTIETOEZICHTEen inspectie op afstand, als kritische vriend van het schoolbestuur: het nieuwe toezicht in een notendop. De eerste schoolbesturen zijn ermee aan de slag.Pagina 20

ONDERWIJS AAN NIEUWKOMERSHet leerlingenaantal in azc-scholen fluctueert sterk. Dat vraagt om goede afstemming tussen COA en besturen. Er wordt ook hard gewerkt aan de onderwijskwaliteit. Pagina 26

GOED BESTUURBeleidsadviseur Anje-Margreet Woltjer neemt afscheid. ‘Het urgentiebesef om te professionaliseren is nu veel meer aanwezig in de sector.’Pagina 29

EEN ONDERZOEKENDE HOUDINGAcademische opleidingsscholen willen door onderzoek de kwaliteit van het onderwijs structureel verbeteren. Pagina 30

SPEL: BRON VAN LEREN Jonge kinderen moeten kunnen spelen, maar ze zijn gebaat bij meer dan alleen vrij spel. Pagina 32

KUNST EN CULTUUR ZIJN VOOR IEDEREEN De belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van cultuuronderwijs volgens Sanne Scholten, directeur van het LKCA.Pagina 34

NIEUWE LEDEN ALGEMEEN BESTUUR Maak kennis met onze nieuwe AB-leden.Pagina 35

Verder in dit nummer15 Column Gerard van Drielen 19 Mijn gebouw 24 Huisvestingsnieuws 25 Drie Vragen Aan Hugo de Jonge

2 podium _ december 2016

Page 3: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

VOORWOORD

We nemen steeds meerhet voortouw

Een spannend jaar breekt aan voor het primair onderwijs. Wat zal er terechtkomen van de verkiezingsbeloften? We hebben mooie woorden van de politieke partijen gehoord over het aantrekkelijker maken van het beroep van de leraar. De werkdruk gaat omlaag, de salarissen omhoog en er komt meer ruimte voor ontwikkeling. Zou het gaan luk-ken om het nijpende lerarentekort het hoofd te bieden? Dat vraagt ook schoolbestuurder Gerard van Drielen zich af in zijn scherpzinnige column.

In het dubbelinterview met onze aftredend vicevoorzitter Simone Walvisch en Rob Kerstens, scheidend directeur-generaal van DUO, blijft het lerarentekort uiteraard ook niet onaangeroerd. ‘Onze Simone’ raakt hier een gevoelige snaar: waarom voert het ministerie van OCW überhaupt rechtstreeks lerarenbeleid? Vroeger, in haar tijd bij OCW, sprak men over integraal personeelsbeleid. Nu zit OCW op de stoel van de bestuurder. Rob Kerstens is het daar niet mee eens. In het interview leest u waarom.

Gelukkig zijn wij geen sector die alles over zich heen laat komen, we nemen steeds meer het voortouw in volgens ons wenselijke ontwikkelingen. In deze podium leest u wat er zoal gaande is aan innovatie en kwaliteitsverbetering, en hoe het primair onderwijs omgaat met nieuwe uitdagin-gen. En dat zijn er nogal wat. Een nieuw inspectiekader, waar hoofdinspecteur Arnold Jonk en een van onze leden hun eerlijke mening over geven. De vluchtelingencrisis in de klas, een jaar later: de PO-Raad heeft veel bereikt met lobbyen, maar waar staan we nu? Ook een terugblik op de moeilijke situatie die afgelopen zomer op een aantal scho-len ontstond als gevolg van de politieke onrust in Turkije. Niets dan lof voor hoe de betrokken scholen hiermee om zijn gegaan.

Wellicht steekt u tijdens het lezen van deze podium ook nog wat nieuwe woorden of ideeën op. Heeft u bijvoor-beeld al een icc’er (interne cultuurcoördinator), een IHP (Integraal Huisvestingsplan) en een DOT (Docent Ontwikkel Team)? Ze komen in deze editie allemaal voorbij, voorzien van tekst en uitleg en goede voorbeelden van uw collega’s in het land.

Tot slot, goed nieuws voor iedereen die wel eens worstelt met de schijntegenstelling tussen enerzijds jonge kinderen lekker laten spelen, versus de opdracht om hen voor te bereiden op het schoolse leren: dat gaat gewoon uitste-kend samen! Hoogleraar Onderwijspedagogiek Bert van Oers legt uit hoe.

Ik hoop dat deze met zorg samengestelde podium u zal inspireren in de aanloop naar het komende jaar, wat uw voornemens ook zijn en waar u ook werkt. En dat u iedere dag bedenkt waar u het allemaal voor doet: voor die ene leerling, of juist voor alle anderhalf miljoen.

Zelf kijk ik enorm uit naar de samenwerking met onze nieuwe vicevoorzitter Anko van Hoepen. Al zal het gemis van Simone minstens zo groot zijn. Ook op deze plek wil ik haar nogmaals ontzettend bedanken voor de bergen werk die zij verzet heeft en de wegen die zij heeft vrijgemaakt voor de PO-Raad.

Ook voor u zullen er komend jaar ongetwijfeld dingen gaan veranderen, groot of klein. Ik wens u daarbij veel succes. Hopelijk tot ziens in 2017!

Rinda den Besten, voorzitter

3 podium _ december 2016

Page 4: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

De PO-Raad streeft naar goed en toekomstgericht primair onderwijs voor ieder kind. Daar willen we naartoe met behulp van de volgende speerpunten. De beste leraar voor de klas draagt bij aan verhoogde onderwijskwaliteit in het primair onderwijs. We hebben leraren nodig met verschillende specialismen, waaron-der leraren met een hogere opleiding. Daarom pleiten we samen met de VSNU voor de start van een driejarige universitaire bachelor en streven we naar meer masterop-geleide leraren. Om het leraarsberoep aantrekkelijker te maken moeten de salarissen ook omhoog. Dat is een voor-waarde om een groot lerarentekort in 2020 te voorkomen.

Om een optimale en een doorgaande ontwikkellijn te creëren in de ontwikkeling van kinderen van 0-12 jaar, wil de PO-Raad dat er een sterke basisvoorziening komt

In de aanloop naar de verkiezingen heeft de PO-Raad de eigen ambities voor de komende vier jaar

samengevat in drie thema’s: de beste leraren voor de klas, een sterke basisvoorziening en onderwijs

op maat met ICT. Met behulp van een aantal stellingen toetsen we hoe verschillende politieke

partijen1 denken over deze onderwerpen.

Welke politieke partijenpakken onze speerpunten op?

voor álle kinderen. De PO-Raad pleit voor een ontwik-kelrecht voor alle kinderen vanaf twee jaar, zodat iedereen een goede start kan maken en talenten maximaal ontwik-keld kunnen worden. Daar hoort ook een aanbod voor kinderen met een achterstand bij.

De taak van de school is om talenten van kinderen opti-maal te helpen ontplooien. Dit kan met behulp van ICT en onderwijsinnovatie. De PO-Raad streeft ernaar dat alle kinderen in 2032 mediawijs zijn, en dat alle scholen zo snel mogelijk beschikken over een goede basisinfrastructuur. Scholen zouden moeten worden ondersteund bij de innova-ties die hieruit voortvloeien.

Hoe denken de verschillende politieke partijen over onze speerpunten? Dat kunt u aflezen aan hun reacties op de stellingen op de volgende pagina’s.

1 De politieke partijen staan op volgorde van hun huidige zetelaantal. Niet alle door ons benaderde partijen hebben gereageerd.

4 podium _ december 2016

Page 5: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

We moeten in Nederland streven van goed onderwijs nu, naar steeds beter onderwijs in de toekomst. Meer geld naar onderwijs is geen streven op zich, maar zou altijd in het licht van

betere kwaliteit van onderwijs moeten staan.

Om het beste onderwijs met kansen voor iedereen te bieden, moeten we de komende

jaren fors investeren in onderwijs en leraren. Dat vraagt om een langetermijninvestering die in 15 jaar oploopt naar 10 miljard euro extra per jaar.

Het CDA wil extra investeren in onderwijs, vooral in leraren en schoolleiders. Niet omwille van OESO-gemiddelden, maar omdat wij geloven dat

de kwaliteit van het onderwijs zal verbeteren als leraren en schoolleiders meer tijd, geld en waardering krijgen.

D66 wil meer investeren in onderwijs en daarmee in onze toekomst. D66 wil onder

andere investeren in kleinere klassen, in betere voorzieningen op school en meer ruimte en tijd voor leraren.

Wij pleiten in ons verkiezings-programma voor een substantiële

verhoging van het onderwijsbudget. Het onderwijs dat je geeft, bepaalt welk land je wordt. De ChristenUnie investeert ruim 1 miljard in onderwijs, wetenschap en innovatie.

Ja, het is nodig dat we weer fors gaan investeren in onderwijs en

dat dit geld in de klas gaat landen. We moeten meer geld uitgeven aan werkdrukverlaging van leraren en scholen extra geld geven om achterstanden bij kinderen tegen te gaan.

Investeringen in het onderwijs moeten worden gedaan omdat ze noodzakelijk zijn, niet uit

principe. De SGP ziet voldoende reden om extra te investeren, bijvoorbeeld in bijscholing. Het is mooi dat we daarmee meer in de richting van het OESO-gemiddelde komen.

Wij zien vanwege de onderwijskwaliteit liefst zoveel mogelijk hoog en goed opgeleide leraren voor de klas. De inzichten van academisch geschoolde leerkrachten kunnen zorgen voor

verbetering en innovatie. De school moet zelf beslissen hoeveel dat er per school moeten zijn.

In de initiatiefnota ‘gelijke onderwijskansen’ (juni 2016) hebben wij vanuit de PvdA-fractie

gesteld dat ieder lerarenteam op de basisschool over 5 jaar voor 15% en over 10 jaar voor 30% uit universitair opgeleide leraren bestaat. Een gevarieerd team is een sterker team.

Het CDA wil de beste scholieren verleiden tot het leraarschap, investeren in na- en bijscholing en meer academisch opgeleide leraren. Geen Haagse

norm qua aantallen, wel stimulering vanuit de overheid en besturen om academisch talent aan scholen te binden.

De academische pabo-opleiding kan grote toegevoegde waarde hebben voor leraren en

scholen. D66 wil echter niet vanuit Den Haag opleggen hoeveel academische leraren er in een schoolteam zitten.

Ieder team heeft een goede mix nodig van analytische en

praktische vaardigheden. Maar niet iedere academische opleiding leidt op tot academisch denkvermogen. Deze stelling denkt teveel in hokjes en kijkt te weinig naar de mens zelf.

Wij vinden het belangrijk dat er verschillende soorten leraren

zijn, met hun eigen vaardigheden. Laten we scholen niet vastpinnen op minimaal twee academisch geschoolde leraren, maar ervoor zorgen dat het gemakkelijker is om deze mensen aan te trekken.

Academici kunnen dienstbaar zijn aan het kritisch doordenken van de eigen visie van de

school. Maar de vereiste vaardigheden moeten voorop staan, niet de opleiding. De richtlijn voor het aantal academici ligt bij een kleine school anders dan bij een grote school.

Reacties: Reacties:

Stelling: In 2012 besteedde Nederland 10,8% van het overheidsbudget aan onderwijs. Dat

ligt onder het OESO-gemiddelde van 11,6% Het Nederlandse onderwijsbudget moet worden

verhoogd naar OESO-niveau.

Stelling: Hoger- en academisch opgeleide leraren brengen analytische vaardigheden en kritisch denkvermogen in de school. In elk schoolteam moeten daarom tenminste twee academisch

geschoolde leraren zitten.

5 podium _ december 2016

Page 6: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Ontwikkelachterstanden bij kinderen moeten zo snel mogelijk worden opgespoord en aangepakt. Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren.

In de peutertijd zetten kinderen fundamentele stappen in hun ontwikkeling. Hoe eerder we

investeren in hun vaardigheden en kinderen bij elkaar brengen, hoe beter. Alle kinderen tussen 2 en 4 jaar moeten gratis toegangsrecht krijgen voor minimaal 16 uur per week.

Wij willen peuterspeelzalen en kinderopvang samenvoegen tot een voorschoolse voorziening. Kinderen tussen 2 en 4 jaar krijgen het recht om

een aantal dagdelen per week samen te spelen en zich te ontwikkelen. Ouders kunnen extra dagdelen opvang inkopen.

We moeten werk maken van het ontwikkelrecht, juist ook voor kinderen van niet-werkende

ouders. Zo groeien kinderen met verschillende achter-gronden samen op en dit vergroot gelijke kansen. Dit is wat D66 betreft een ontwikkelrecht en geen verplichting.

Wij leggen de keuzevrijheid bij de ouders. Zij bepalen of hun kind toe

is aan geformaliseerd onderwijs of niet. Het advies aan ouders in achterstandssituaties moet worden verbeterd en geïntensiveerd.

Elk kind moet de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen.

GroenLinks pleit voor het ontwikkelrecht, en wil dat alle kinderen tussen zes maanden en vier jaar recht krijgen op drie dagen kinderopvang per week.

De aansluiting voorschoolse voorziening/basis-school moet beter. Het aanbod moet voor alle

kinderen zijn. Kinderen van de peuterspeelzaal moeten als leerlingen van de school bekostigd kunnen worden. Ouders kiezen of ze gebruik maken van het voorschoolse aanbod.

Het beroep van leraar moet aantrekkelijk zijn. Daar hoort een hoge professionele standaard bij, maar ook een loopbaanperspectief, inclusief salariëring, dat breder gaat dan alleen de stap

naar schoolleider/manager.

Het lerarenberoep moet aantrekkelijk zijn om aan te beginnen en om in te blijven. Alle

leraren moeten netjes worden betaald en er moet ruimte komen voor meer doorgroei naar een hogere schaal.

Met de functiemix zou 40% van de leraren in het po kunnen doorgroeien naar een LB-functie. Maar om het vak aantrekkelijker te maken willen we

leraren die permanent investeren in hun eigen ontwikkeling hiervoor de tijd bieden en ook beter belonen.

Leraren zijn onmisbaar en moeten goed betaald worden. We zijn blij dat leraren eindelijk van de

nullijn zijn. Het belangrijkste is nu om het lerarenvak weer aantrekkelijker te maken, de werkdruk te verminderen en leraren meer tijd en ruimte te geven voor hun vak.

Het startsalaris in het po is niet slecht, maar de doorgroei is

mager. Er is geen reden waarom een po-leraar minder zou moeten verdienen dan een vo-leraar, zeker niet als je de zwaarte van de functie als uitgangspunt neemt. Deze maatregel kost wel heel veel geld.

Salarissen van leerkrachten moeten meer kunnen door-

groeien. Opleiding moet daarvoor niet de enige maatstaf zijn. Maar het vak wordt ook aantrekkelijker door meer ontwikkelruimte voor de leerkracht en minder werkdruk.

We moeten kritisch kijken naar het salaris-perspectief, maar ook kijken naar de inhoud van

het vak en het karakter van de opleiding. Een analyse die begint bij het salaris gaat het basisonderwijs niet helpen.

Reacties:Reacties:

Stelling: We moeten werk maken van het ontwikkelrecht voor alle peuters, ingebed in

een voorziening voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Alle peuters van 2 tot 4 jaar gaan dan minimaal

twee dagdelen per week naar een peuteropvang.

Stelling: De huidige salarissen in het po volstaan niet om hoger opgeleide leraren aan te trekken en om huidige leraren voldoende carrièreperspectief te bieden. De salarissen

in het po moeten worden opgetrokken tot het niveau van de salarissen in het vo.

6 podium _ december 2016

Page 7: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

In integrale kindcentra kunnen kinderopvang/vve en basisscholen samen aan een doorlopende leerlijn werken en leerachterstanden tijdig opsporen en aanpakken. Maar dit begint met een

gezamenlijke visie en niet met een wetswijziging.

Wij zijn voor goede opvang en goed onderwijs in IKC’s vanuit een team. Onnodige drempels

en onredelijke beperkingen die het functioneren van onderwijsinstellingen hinderen, moeten worden weggenomen.

We moeten afrekenen met belemmerende regels en wetten. Met de voorschool moet het mogelijk worden om samenwerking en integratie van IKC’s

met scholen te realiseren zonder btw-doorbelasting en WWZ-problematiek.

Er zijn nog veel overbodige regels die samenwerking in een brede buurtschool in de

weg staan. Bijvoorbeeld door verschillen in financiering en regelgeving vanuit OCW en SZW. D66 wil dat eenvoudiger maken zodat samenwerken aantrekkelijker en makkelijker wordt.

IKC’s kunnen voor sommige ouders en kinderen een uitkomst

zijn. De ChristenUnie geeft scholen de vrijheid om zelf een IKC in te richten. De ChristenUnie is tegenstander van een IKC per gemeente vanuit de overheid.

Onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en voor- en

vroegschoolse educatie moeten meer gaan samenwerken. Daarom moeten brede voorzieningen, zoals kindcentra, wettelijk en financieel worden gestimuleerd.

Het is inderdaad nodig dat de wetgeving beter aansluit bij de behoeften.

Wij zien graag een specialistisch traject, als onderdeel van de pabo, dat zich richt op het jonge kind. Zo verhogen we de kwaliteit van de docenten en doen we meer recht aan de

ontwikkeling van jonge kinderen.

De eerste schooljaren zijn van grote invloed op de ontwikkeling. Dat vraagt veel van

peuterleidsters/leiders. Daar moeten we hen goed op voorbereiden via de opleiding, begeleiding en bijscholing.

Wij pleiten voor een gespecialiseerde pabo-opleiding voor het jonge kind van 0 tot 7 jaar. Deze specialisten kunnen extra kennis toevoegen

aan het team van peuterleidsters/leiders over de ontwikkeling van peuters.

Het gemiddelde opleidingsniveau van kinderleiders moet omhoog. Een hbo- of

academische achtergrond is niet perse nodig. Met een combinatie van verschillende expertises en opleidingsniveaus kan de kwaliteit van de opvang verbeteren.

Je moet altijd streven naar het beste. Maar doe de huidige

peuterleidsters/leiders niet tekort met zo’n algemene uitspraak.

Ja, wij willen extra investeren in het verbeteren van de voor- en

vroegschoolse educatie. Het kan nog beter. Zo kunnen we kansenongelijkheid vroegtijdig tegengaan.

Het is belangrijk dat leiders/leidsters voldoende kennis hebben van de ontwikkeling van peuters

en kleuters. Deze kinderen worden nu teveel als leerlingen gezien. Kennelijk is bijscholing nodig.

Reacties: Reacties:

Stelling: De wet- en regelgeving moet meer ruimte bieden aan IKC’s, zodat zij bijvoorbeeld

btw-vrij personeel kunnen uitwisselen.

Stelling: We moeten toe naar beter opgeleide peuterleidsters/leiders. Dat zorgt voor

kwaliteitsverbetering.

7 podium _ december 2016

Page 8: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Investeren in digitale leermiddelen is de keuze en verantwoordelijkheid van de school zelf. Schoolleiders moeten zelf de mogelijkheden van digitaal onderwijs zien en kiezen om daarin te

investeren.

Investeren in digitale leermiddelen kan geleidelijk vanuit de reguliere middelen maar

soms is een forse eerste investering nodig. Investeringen mogen niet ten koste van personeel of onderwijs gaan.

Investeren in digitale of andere leermiddelen is een keuze van het schoolbestuur, de schoolleiding en het lerarenteam.

Digitale leermiddelen bieden grote mogelijkheden, maar de ontwikkeling hiervan

kost geld. Deze leermiddelen moeten niet duurder zijn dan papieren leermiddelen. Scholen bepalen zelf hoe ze leerdoelen halen.

Er is geen fundamenteel verschil tussen digitale en analoge

middelen en de school bepaalt zelf welke leermiddelen ze wil gebruiken. Natuurlijk moet de bekostiging van het onderwijs dan wel voldoende zijn.

De school moet zelf bepalen welke digitale leermiddelen ze

nodig heeft. Daarvoor moet de bekostiging toereikend zijn. De overheid moet de aanschaf hiervan de eerste jaren financieel stimuleren.

Het is aan de school om scherpe keuzes te maken inzake digitalisering, die passen bij het

eigen profiel. Dat moet gewoon uit de reguliere lumpsum.

Stelling: Investeren in digitale leermiddelen hoort bij goede bedrijfsvoering. Een school moet hier zelf geld voor vrijmaken en dit bekostigen uit de reguliere lumpsum, net als bij papieren

lesmateriaal.

Het hebben van een goed wifi-netwerk en digitale leermiddelen horen anno 2016 tot de basis-behoefte van een school. De school is hier zelf verantwoordelijk voor. Zij krijgt overheidsgeld en

beslist zelf of en hoe zij hierin wil investeren.

Dit is basisinfrastructuur. Dergelijke investeringen kun je niet bij scholen zelf

neerleggen. Zeker in een tijd waarin digitale voorzieningen van groot belang zijn, moeten we geleidelijk een stap zetten richting beschikbaarheid voor alle scholen.

Alle scholen verdienen dezelfde, laagdrempelige toegang tot de digitale snelweg. De keuze om wel of niet gebruik te maken van deze voorziening en

van digitale leermiddelen is aan de scholen.

Het onderwijs moet met de tijd meegaan. Digitale vaardigheden als programmeren

worden belangrijker. Scholen moeten voldoende middelen hebben om te investeren in snel internet en digitale leermiddelen.

Ja. Zie de aangenomen motie Dik-Faber/Slob inclusief financiële

dekking: alle scholen snel internet vanaf 2017.

ICT speelt een steeds grotere rol en scholen moeten daarom een

goede en betrouwbare internetverbinding hebben.

De overheid moet verantwoordelijkheid nemen voor een basaal niveau van internet. Je maakt

het scholen knap lastig als ze met traag internet met digitalisering aan de slag moeten.

Stelling: De overheid is verantwoordelijk voor de aanleg van de digitale snelweg: betaalbaar en

snel internet voor alle basisscholen.

Reacties:Reacties:

8 podium _ december 2016

Page 9: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Goed onderwijs bereidt kinderen voor op een goed leven en zorgt ervoor dat ze straks hun eigen keuzes kunnen maken. Daarvoor moeten in het basisonderwijs de eigen talenten van het kind

meer centraal staan. Een digitaal persoonlijk ontwikkelingsportfolio maakt naast schoolresultaten ook andere talenten van kinderen inzichtelijk.

School is de plek waar kinderen elkaar ontmoeten en zich ontwikkelen, ongeacht de

achtergrond of opleiding van de ouders. We strijden er graag samen met iedereen in het onderwijs voor dat niet je afkomst, maar je talent en je toekomst tellen.

‘Teachnasia’ kunnen helpen om het lerarentekort aan te pakken. Deze bereiden havo- en vwo-scholieren, ook mannen en allochtone scholieren,

voor op het leraarschap. Samen met een driejarige specialisatie in jonge of oudere kinderen zal dit de status van het beroep goed doen.

Ieder onderwijsteam heeft diversiteit nodig. Bovendien komt

er een groot tekort aan leerkrachten op ons af. We kunnen de mannelijke helft van de bevolking daarin niet missen. Jongens en meisjes hebben juffen en meesters nodig. Daarom: Kerels voor de Klas!

Wij zijn tegen vroege selectie in het onderwijs. Leg wettelijk vast

dat leraren een meervoudig schooladvies kunnen geven, zonder druk van middelbare scholen of regionale plaatsingswijzers.

Voor vervanging van personeel in het onderwijs, bijvoorbeeld wegens ziekte, moet de

Wet werk en zekerheid weer royaal ruimte gaan bieden. n

Stelling: Welk eigen onderwijsplan wilt u onder de aandacht brengen?

Reacties:

9 podium _ december 2016

Page 10: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Simone Walvisch neemt in januari afscheid als

vicevoorzitter van de PO-Raad. Op haar ver-

zoek interviewt podium haar samen met Rob

Kerstens, scheidend directeur-generaal van

DUO. Zij kenden elkaar al als actief bij de UvA

betrokken studenten en kwamen elkaar daarna

in hun beroepsleven vaak tegen. Rode draad in

het gesprek: regels versus ruimte. Waar ligt de

juiste balans? TEKST MARIJKE NIJBOER

In de jaren ’70 waren de economiestudent Rob Kerstens en studente Nederlands Simone Walvisch beiden actief bij de Algemene Studentenvereniging Amsterdam (ASVA).Later werkten ze samen voor OCW bij de directie Arbeids-voorwaarden en Beroepskwaliteit. Ook vanuit DUO en de PO-Raad zaten ze weer samen om tafel, waarover zo dadelijk meer.

Leidde die actieve studententijd ertoe dat jullie beiden in het beleid gingen werken? Simone: ‘Absoluut. Je bent bezig met je studie, maar ook met langetermijnbeleid; met het stelsel van het weten-schappelijk onderwijs. Die manier van denken neem je mee in je loopbaan.’ Rob: ‘Ik vind het goed om te zien dat UvA-studenten ook nu meedenken over de studentgerichtheid van de opleidingen, de inhoud en kwaliteit van docenten. Ze kijken verder dan het hier en nu.’

AutonomieEen van de grootste koerswijzigingen die Rob en Simone bij OCW meemaakten, was de trend van deregulering en auto-nomie. Simone: ‘Midden jaren ’90 ontstond de gedachte, ook in de politiek, dat de verantwoordelijkheid voor het onderwijs bij het veld zou moeten liggen. En dat OCW de schoolbesturen moet faciliteren om hun werk goed te doen. Dit was een enorme ommezwaai. En heel leerzaam.’Die transformatie is nog steeds gaande. Rob: ‘DUO heeft een ontwikkeling meegemaakt van denken vanuit de regels naar denken vanuit de positie van de klant: studenten

AFSCHEIDSINTERVIEW:

Simone Walvisch en Rob Kerstens (DUO) kruisen de degens

Simone Walvisch:

‘OCW moet personeelsbeleid

aan schoolbestuur overlaten’

Rob Kerstens:

‘Politiek en onderwijsveld moeten samen optrekken’

10 podium _ december 2016

Page 11: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

en scholen. Als wij dingen voor de school gemakkelijker maken, blijft er meer tijd over voor het onderwijs zelf.’Toch klagen scholen nog steeds over regeldruk vanuit de overheid. Neem de financiële verantwoording. Tot 2006 kende het basisonderwijs nog een declaratiesysteem met allemaal geldpotjes. Rob en Simone waren mede-grond-leggers van de eerste stap naar de lumpsum. Simone: ‘Wij haalden samen met anderen in 2002 de “Van Rijnmiddelen” binnen (naar Martin van Rijn, destijds directeur-generaal van Binnenlandse Zaken-red.). Zo kwam er 1,2 miljard extra voor de salarissen van leraren. Daarnaast kregen schoolbesturen een vrij besteedbaar budget voor per-soneelsbeleid en konden ze integraal personeelsbeleid ontwikkelen.’

BureaucratieDe lumpsum bracht meer beleidsvrijheid voor scholen, maar de bureaucratie bleef. Simone: ’Scholen moeten ter verantwoording heel veel informatie overleggen. Die moeten zij allemaal eerst invoeren in de computer. Dat ligt niet alleen aan DUO, hoor. Ik hoorde laatst van scholen die

van systeem veranderen en dan alle informatie opnieuw moeten inkloppen. Scholen moeten ook apart inloggen op hun leerling-, personeels- en bekostigingssystemen en registers. Het is knip- en plakwerk.’DUO, OCW, de PO-Raad en VO-raad overwegen nu om samen toe te werken naar een samenhangend systeem waarin meer vanuit de gebruiker gedacht wordt. Rob: ‘Wanneer we een goed beeld hebben van wat er echt knelt, kunnen wij als DUO meewerken aan een oplossing. We willen het scholen zo gemakkelijk mogelijk maken. Zo stellen we zoveel mogelijk informatie beschikbaar waar scholen echt hun voordeel mee kunnen doen.

‘Simone Walvisch: ‘De invoering vande digitale centrale eindtoets in 2018is een mooie stok achter de deurvoor het aansluiten van alle scholenop het internet’

11 podium _ december 2016

Page 12: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

RINDA DEN BESTEN OVER SIMONE WALVISCH

‘Simone kan een onderwerp op veel verschillende niveaus bekijken, vanuit haar eigen ervaring als leraar en schoolleider of juist als ambtenaar bij het ministerie van Onderwijs. Dat, in combinatie met haar megagrote netwerk, is steeds een grote meerwaarde geweest voor de PO-Raad. Ze kan mede hierdoor inhoudelijk heel zuiver beredeneren wat precies de rol en positie van een sectorraad moet zijn.Ik ga de gesprekken met haar het meeste missen wanneer ze straks vertrekt als vicevoorzitter. Simone denkt door hardop te praten en is analytisch erg sterk. Als je bij haar gaat zitten en samen nadenkt, ontstaan er veel mooie plannen. Het lukt dan ook altijd om elkaar te vinden als het gaat om ingewikkelde thema’s zoals het bestuursakkoord of de cao PO. Het is voor een groot deel dankzij Simone dat we die hebben kunnen

sluiten. Dat het primair onderwijs zo betrokken is bij het Doorbraakproject Onderwijs & ICT, is ook een belangrijke verdienste van haar. Ze heeft hiervoor de koers uitgezet, handen op elkaar gekregen en geld binnengehaald. In drukke periodes spreken of bellen we elkaar iedere dag. Maar ook al is het onderwerp ingewikkeld, we hebben altijd veel lol. Ik heb ontzettend veel van haar geleerd. Zowel over onderwijsinhoud, wetten, processen uit het verleden als over mensen. Simone weet alles en kent iedereen. Ik herinner me nog goed hoe ze mij bij mijn start bij de PO-Raad warm heeft geïntroduceerd bij de achterbannen. Haar contacten zijn nu mijn contacten.Simone heeft het fundament gelegd voor de PO-Raad van nu.’

We maken bijvoorbeeld prognoses voor de onderwijs-instellingen over de groei en krimp van leerlingenaantallen. Daarmee kunnen zij zich beter voorbereiden op de toekomst.’ Simone: ‘Wat betreft de informatievoorziening is nog een slag te maken. Helaas is de brandbreedte nog niet op alle scholen voldoende. Wij vinden dat scholen niet zelf voor de kosten daarvan moeten opdraaien. Het is ook een verant-woordelijkheid van de overheid. Voor het aansluiten van alle scholen is de invoering van de digitale centrale eind-toets in 2018 een mooie stok achter de deur.’ Rob: ‘Als je veel van scholen verwacht op het punt van prestaties, moet je zorgen dat de digitale infrastructuur werkt.’

Verantwoording op hoofdlijnen Een andere manier om de bureaucratie terug te dringen is, dat de overheid bij de verantwoording meer kijkt op hoofdlijnen. Simone: ‘De politiek denkt nu in indicatoren.

Die gaan over resultaten. We zouden meer in trends moe-ten denken.’ Rob: ‘Ik ben met Simone eens dat dat een goede weg is. Maar ik vind het ook logisch dat wanneer je als politiek grote bedragen investeert in het onderwijs, je wilt weten wat dat oplevert.’Simone: ‘Het zou ook veel schelen als de overheid zich consequenter houdt aan de eigen rol. Wij hadden het destijds bij OCW bijvoorbeeld niet over lerarenbeleid; wij wilden integraal personeelsbeleid bevorderen. We spra-ken besturen aan om de beroepskwaliteit van leraren te verbeteren en hen een goede positie te geven. Nu bedrijft OCW zelf lerarenbeleid. De politiek en OCW willen zich rechtstreeks met de leraar bemoeien. Daarmee gaan ze op de verkeerde stoel zitten.’ Rob: ‘Ik zie dat anders. Natuurlijk ligt het lerarenbeleid bij het schoolbestuur, maar als je resultaten wilt boe-ken, moet je goed kijken welke rol leraren binnen de schoolorganisatie kunnen spelen. Ik denk dat op dit punt gemeenschappelijk leiderschap nodig is van organisaties van schoolbesturen, OCW en vakorganisaties. Want al is hier veel in geïnvesteerd, echt succes blijkt uit duurzame veranderingen in de schoolpraktijk.’ Simone: ‘Je moet de gezamenlijkheid zoeken vanuit je eigen rol en verant-woordelijkheid. En dan is personeelsbeleid toch echt de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen.’

Rob Kerstens: ‘Politiek enonderwijsveld moeten het eens ziente worden over wat de hoofdzaken zijnen wat werkt. Dan kunnen we daargemeenschappelijk leiderschapop zetten’

12 podium _ december 2016

Page 13: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Rob: ‘Ik denk dat er een veel betere verbinding mogelijk is tussen politiek en onderwijsveld. We moeten proberen het eens te worden over wat nu echt de hoofdzaken zijn. Als dat lukt, en onze verschillende rollen zijn duidelijk, dan kunnen we het bij grote issues hebben over wat echt kan werken, en daar gemeenschappelijk leiderschap op zetten. Vervolgens moeten we samen zorgen dat dit door de poli-tiek herkend en erkend wordt.’

CaoOok bij het totstandkomen van nieuwe cao’s is het veld nu directer betrokken. Tegenwoordig onderhandelt de PO-Raad namens de werkgevers, maar in 2000 deed de minister van Onderwijs dat nog. Rob zat in die tijd meer-malen namens OCW aan de onderhandelingstafel. ‘Die werkwijze was efficiënt’, zegt hij. ‘Het voordeel was dat de partij die aan de geldkraan zit, namelijk de politiek, vertegenwoordigd door een ambtenaar, ook de onderhan-delingen voerde. Tegelijkertijd: als je wilt dat de koers decentraal wordt uitgezet, is het raar om zoiets belangrijks als de arbeidsvoorwaarden op een ander niveau te regelen. Ik denk daarom dat die decentralisering een goede beslis-sing is geweest.’ Simone: ‘Wij krijgen wel veel kritiek van onze leden omdat de cao maar liefst 400 bladzijden telt. Dat komt ook door-dat OCW destijds aan de tafel zat. Daardoor zijn er veel dingen in gekomen die voor de bonden interessant waren, en voor OCW minder omdat ze geen geld kostten. Verder staan er in de cao nog erfenissen van het declaratiestelsel, tot vorig jaar bijvoorbeeld dat een school met x leerlingen een directeur moet hebben in salarisschaal y. Dat was de bekostiging. En men wilde voorkomen dat er meer gede-clareerd zou worden dan in de bekostiging zat. Wij konden helaas niet met een schone lei beginnen. Onze leden ver-wachten dat wij tot een mooie, dunne, strakke cao komen, maar dat kost helaas meer tijd.’

Vakbonden Simone signaleert dat er binnen de sector po geen positief beeld heerst van de onderwijsbonden. Vanwege dat dikke

WAT DOET DUO VOOR HET PO?

De Dienst Uitvoering Onderwijs regelt voor het ministerie van OCW de bekostiging van het primair onderwijs. DUO verzamelt informatie over scholen en leerlingen en stelt deze ook beschikbaar aan het onderwijsveld voor bijvoorbeeld Vensters en leerlingprognoses. Vanaf 2018 wordt de eindtoets basisonderwijs digitaal. DUO zal dit faciliteren.

cao-boekwerk, omdat men last heeft van die gedetail-leerde regels en omdat het steeds zo’n moeite kost om tot een cao-akkoord te komen. ‘Als ik het land in ga zeg ik: “Jongens, we zullen het echt moeten doen met de vakbon-den, want zo zit de wereld in elkaar en we hebben ze dus hard nodig.” Hoe zie jij dat, Rob?’Rob: ‘Ik denk ook dat het belangrijk is om hierbij samen met vakbonden op te trekken. Het alternatief is dat je tegenover elkaar staat; dat levert weinig op. De vakbon-den staan wel voor een grote vernieuwingsopgave. Daar zie je vaak oude antwoorden op de problemen van hier en nu. Die vernieuwing is cruciaal, zeker voor deze sec-tor, waar arbeidsvoorwaarden vaak gecombineerd worden met gesprekken over de leraar en personeelsbeleid. De vakbond moet vernieuwen, maar moet wel onderdeel zijn van het gemeenschappelijke werken aan oplossingen. Bovendien hebben de vakbonden een behoorlijke organi-satiegraad in het onderwijs.’

De tijd is op: beiden moeten door naar een volgende afspraak. Als ze nog even poseren voor de fotograaf, switcht het gesprek moeiteloos naar basketbal. n

13 podium _ december 2016

Page 14: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

OPEN BRIEF SCHOOLBESTUURDER AAN SANDER DEKKER:

‘Kom uw belofte na en snijd écht in administratieve lasten’

Geachte heer Dekker,

U heeft onlangs duidelijk gesteld dat het onderwijs niet opgezadeld moet worden met nog meer administratieve lasten. Tegen Van de Werf, auteur van het boek ‘Meester Mark draait door’, gebruikte u in dat verband zelfs de woorden ‘hard aanpakken’. U riep leerkrachten op tot ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’. Zij moesten geen onnodige administratie bijhouden die door de directie of het schoolbestuur wordt opgelegd.Enkele maanden later krijgt het onderwijs bericht over twee nieuwe admini stratieve lasten die door u opgelegd gaan worden:1 Schoolbesturen moeten gaan registreren en doorgeven aan DUO op welke

‘benoemingsgrondslagen’ leerkrachten zijn benoemd2 Leerkrachten moeten hun bevoegdheid registreren in het Lerarenregister.

De schoolbesturen ontvingen recent via DUO een vooraankondiging van deze nieuwe administratieve lasten. Ik heb het woord ‘benoemingsgrond slagen’ gegoogeld, maar kwam het nergens tegen, behalve in uw wets voorstel. Er is blijkbaar een nieuwe administratieve last opgelegd en uitgevonden.Misschien kunt u de wetswijziging vergezeld laten gaan van flankerend beleid, waarin minstens drie administratieve lasten worden geschrapt om zo toch vermindering van administratieve lasten te creëren?Tijdens uw bewindsperiode zijn er diverse nieuwe administratieve lasten ingevoerd. Ter illustratie twee voorbeelden:

Tot 2015 stond er een vakje in de leerlingenadministratie achter ‘schooladvies’. Nu staan er twee vak-jes. Als de uitslagen van de eindtoets binnen zijn en een advies naar boven wordt bijgesteld, moet de leerkracht opnieuw inloggen en in het nieuwe vakje het herziene advies typen. De leerkrachten mogen van u niet in een handeling het oorspronkelijke en aangepaste advies intypen. Nee, dat moet in twee keer (in maart en in april/mei), zodat u kunt monitoren hoeveel adviezen er verhoogd zijn. Ook de reden waarom een leerling niet heeft meegedaan met de eindtoets, moet vastgelegd. Want, aldus DUO, de inspectie controleert dit.Het tweede voorbeeld komt uit de wetswijziging rondom de sociale veiligheid op school. Sinds u artikel 4C toevoegde aan de WPO, is de school wettelijk verplicht met een instrument de sociale veiligheid van de leerlingen te monitoren. Aan de begrijpelijke en terechte verplichting om de sociale veiligheid te bevorderen, is de administratieve last van monitoring toegevoegd.

Misschien kunt u deze maatregelen alsnog compenseren door andere administratieve lasten te schrap-pen? Ik doe geen suggesties; iemand die visie heeft op welke administratieve lasten er toegevoegd mogen worden in tijden dat er enorm geklaagd wordt over de bureaucratie, heeft vast ook zicht op welke administratieve lasten geschrapt kunnen worden.

Deze brief is overigens niet persoonlijk bedoeld. Ik geloof niet dat u als missie heeft de administratieve lasten te verhogen. Ik wil alleen graag wijzen op de grote kloof tussen de zinnen die aan tafel uitge-sproken worden bij ‘Pauw’ of ‘De Wereld Draait Door’ en de werkelijkheid. Het zou politici sieren als ze óf eerlijk zeggen dat de administratieve lasten niet naar beneden kunnen omdat men nu eenmaal veel verantwoord wil hebben, óf met een verrassend wetsvoorstel komen, waarin aantoonbaar een aantal administratieve lasten wordt afgeschaft.

Dank dat u de tijd wilde nemen om mijn brief te lezen.

Een onderwijsbestuurder

In het voorgaande artikel

bespreken Simone

Walvisch en Rob Kerstens

de bureaucratie waarmee

scholen te maken krijgen.

Dat wordt geïllustreerd door

onderstaande open brief

die Frans Cornet, directeur-

bestuurder van Amstelwijs

(openbaar primair onder-

wijs) in Amstelveen, op

persoonlijke titel stuurde

aan staatssecretaris Sander

Dekker.

14 podium _ december 2016

Page 15: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

De arbeidsmarkt van het primair onderwijs blijft een punt van aanhoudende zorg.

De belangstelling voor het werken in het onderwijs neemt nog steeds af. Maar in delen van de Randstad is er juist sprake van demografische groei. Daar zullen op termijn meer leerkrach-ten nodig zijn.Sinds ik in het onderwijs werk heb ik het verschijnsel van het verwachte lerarentekort zeker twee maal voorbij zien komen. Beide keren werd er met grote zorg over gesproken en was er een brede verlegenheid als het ging om de vraag wat de juiste beleidsreactie hierop zou moeten zijn. Vervolgens bleek na enige jaren dat het dreigende tekort in rook was opgegaan, veelal omdat de tekortproblematiek werd geabsorbeerd binnen de scholen. Het ogenschijnlijke gemak waarmee des-tijds de dreiging van die tekorten werd afgewend, leidde met terugwerkende kracht tot een wat laconieke houding ten opzichte van het lerarentekort. Het zou zichzelf wel oplossen.Diezelfde laconieke houding kom ik nu ook tegen als het erom gaat hoe we de komende jaren in de behoefte aan nieuwe leerkrachten in de grote steden moeten voorzien. Ik maak me zorgen over die houding. Ik denk namelijk dat we nu met een ander proces worden geconfronteerd dan destijds. Kijk naar wat er nu gebeurt met de pabo’s. Recentelijk was er veel kritiek op de kwaliteit van hun afgestudeerden. Als reactie hierop hebben ze hun kwali-tatieve eisen fors opgeschroefd. Er zijn taal- en rekentoetsen ingevoerd, het afstuderen is fors aangescherpt en sinds kort zijn er toelatingstoetsen voor de wereldvakken. Verhoging van de kwaliteit is uiteraard prima. Maar helaas is er niet bij stil-gestaan hoe alle potentiële instromers

in de pabo op het goede startniveau kunnen worden gebracht. Dat raakt met name de mbo-studenten, die een belangrijk deel van de instroom vor-men. Doordat de mbo’ers nu op grote schaal uitvallen of wegblijven, is de instroom op de pabo’s in de grote ste-den fors gedaald. In Rotterdam en Den Haag bedraagt de afname zelfs meer dan vijftig procent. In Amsterdam en Utrecht zal dat niet veel beter zijn. Die daling bedreigt de continuïteit van de pabo’s en vergroot het verwachte lerarentekort.De groep mbo’ers die nu op grote schaal wegblijft, bevat in de grote steden veel jonge vrouwen met een migrantenachtergrond. Het uitvallen van deze potentiële leerkrachten is spijtig voor de basisscholen in de grote steden, die deze leerkrachten nodig hebben. Op veel van deze scholen is de leerlingpopulatie grotendeels ‘verkleurd’. Juist deze jonge mensen kunnen vanuit hun achtergrond een goede verbinding leggen met deze

leerlingen en hun ouders en een rolmo-del zijn.We staan voor de opgave om de ambi-tie van hoge kwaliteit vast te houden en er tegelijkertijd voor te zorgen dat potentiële studenten goed zijn toege-rust voor de pabo. Anders wordt de pabo een kleine opleiding voor jonge witte vrouwen in een verkleurde stad. We moeten toe naar nieuwe oplossin-gen. Geef bijvoorbeeld jonge mensen eventueel meer tijd om het gewenste entreeniveau te bereiken. Ontwikkel een extra jaar voor groepen met een specifieke leerbehoefte. Ontwikkel samen met roc’s en hogescholen een uitstroomprofiel voor niveau 4, gericht op doorstroom naar het hbo. Maak voor dergelijke maatregelen ruimte in de bekostiging van middelbaar en hoger beroepsonderwijs.We moeten alles op alles zetten om voldoende en goede leerkrachten te krijgen, die in de grootstedelijke scholen kinderen en ouders uit allerlei culturen kunnen inspireren. We moeten talent niet verloren laten gaan. De Inspectie stelde onlangs terecht de ongelijke kansen in het onderwijs aan de orde. De minister maakt nu in het kader van de nieuwe Gelijke Kansen Alliantie € 2,5 miljoen beschikbaar voor de aansluiting tussen mbo en hbo ten behoeve van de doorstroming naar de pabo. Gezien de omvang van het probleem lijkt dat me vooral een start-subsidie. Er zal structureel veel meer nodig zijn om vernieuwende trajecten op te zetten om het talent dat we eer-der zijn kwijtgeraakt, in de toekomst goed voorbereid aan de studie te laten beginnen.

Gerard van Drielen is voorzitter CvB van Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden. Daarvoor was hij lid van het CvB van Hogeschool Rotterdam.

COLUMN DOOR GERARD VAN DRIELEN

Op weg naar eenkleine en witte pabo?

15 podium _ december 2016

Page 16: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

NU TEKORTEN DREIGEN:

‘Maak lerarenvak aantrekkelijk voor bredere groepen’Er dreigt een lerarentekort in het basisonderwijs. Nu er minder studenten afstuderen aan de pabo

wil de PO-Raad nieuwe groepen hoger opgeleiden aantrekken. Dat kan goed, volgens vicevoorzitter

Simone Walvisch, omdat het lerarenberoep veel analytischer is geworden. ‘Dat maakt het ook

interessant voor andere hoger opgeleiden.’

TEKST MIRJAM JANSSEN

In 2015 werkten in totaal 167.890 personen in het primair onderwijs, samen goed voor 120.960 fte. Het aantal fte’s is tussen 2011 en 2015 met ruim 7 procent teruggelopen, terwijl het aantal werkzame personen in deze periode met 6 procent is gedaald. Deze daling lijkt wel in sterkte af te zwakken.

HET PRIMAIR ONDERWIJS IN

CIJFERS

De afname van het aantal banen weerspiegelt de afname van het aantal leerlingen in het primair onderwijs. Dat aantal is tussen 2011 en 2015 met meer dan 5 procent gedaald tot ruim 1.546.000.

16 podium _ december 2016

Page 17: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

De afgelopen jaren was er sprake van een overschot aan leerkrachten in het basisonderwijs, maar inmiddels begint dat om te slaan. Het beeld is op het ogenblik nogal diffuus, zegt Simone Walvisch. ‘In sommige gebieden is sprake van krimp en zitten mensen thuis. Maar met name in de grote steden begint het lerarentekort al merkbaar te worden. De vervanging wordt de komende tijd al echt een pro-bleem. We weten niet precies hoe groot het tekort wordt, maar we willen het voor zijn. Als we niet ingrijpen moeten er net als rond 2000, toen er ook een tekort was, groepen worden samengevoegd of moeten ib’ers en directeuren zelf voor de klas gaan staan.’

De oorzaken voor het tekort zijn complex. Er vertrekken de komende jaren veel leerkrachten uit het onderwijs. Een kwart van het onderwijzend personeel is 55 jaar of ouder. Deze mensen gaan binnen twaalf jaar met pensioen. Tegelijk ziet het ernaar uit dat de instroom van jonge lera-ren geen gelijke tred houdt met de uitstroom van ouderen.

Instroom paboDat komt vooral omdat de instroom in de pabo sterk is afgenomen. In 2007 studeerden nog 7.000 studenten af aan de pabo, maar in 2020 zijn dat er naar verwachting nog maar 3.500, zo blijkt uit gegevens van onderzoeks-bureau Centerdata. De afname komt door de verscherpte instroomtoets die sinds twee jaar wordt afgenomen om de kwaliteit van de studenten op te vijzelen. Walvisch: ‘Op zich zijn we blij met deze toets, maar we moeten nu wel op zoek naar aanvullende manieren om leraren op te leiden.’Marjan Vermeulen, bijzonder hoogleraar docentprofessio-nalisering aan de Open Universiteit, wijst erop dat veel pas afgestudeerde leerkrachten de afgelopen jaren niet prettig

‘Het beroep is veel analytischergeworden. Dat maakt het werk ookinteressanter voor mannen’

De ontwikkeling van de werkge-legenheid verschilt per regio. In het westen en het midden van het land waren er tussen 2011 en 2015 nog regio’s met lichte groei (tot 2,5 procent). In Zuid-Limburg en Noord-Groningen slaat de krimp hard toe: hier daalt de werkgele-genheid met 5 procent.

zijn verwelkomd op de arbeidsmarkt. ‘Ze zijn vanwege het overschot opgenomen in pools, maar dat zijn geen aan-trekkelijke banen. Je moet dan steeds maar zien of er werk voor je is. Mensen gaan dan verder kijken en zo verlies je jonge mensen, die ook in de toekomst waarschijnlijk niet meer beschikbaar zijn. Besturen zouden moeten proberen om jonge leraren meer aan zich te binden. Zo maak je het voor jongeren aantrekkelijk om in tijden van een overschot toch naar de pabo te gaan.’

Zij-instromersZowel Walvisch als Vermeulen zoeken bredere oplossingen. ‘We vissen nu voornamelijk in de vijver van 17-jarige havis-ten en we willen de groep potentiële leraren uitbreiden’, zegt Walvisch. ‘In de eerste plaats via de academische lerarenopleiding voor vwo’ers, maar ook door een ver-snelde bachelor- of masteropleiding voor mensen die al een andere hbo- of wo-opleiding hebben gedaan. Alle pabo’s hebben deeltijdopleidingen. Alleen zijn die niet altijd toegesneden op het kennisniveau van deze deelnemers. Als ze al een hogere opleiding hebben gevolgd, kunnen ze meer aan. Daar zou meer rekening mee kunnen worden gehouden.’Vermeulen vindt dat de wisselwerking tussen het onderwijs en andere sectoren beter zou kunnen. ‘Het is voor zij-instromers niet eenvoudig om in het onderwijs aan de slag te gaan. Andersom is het lastig om vanuit het onderwijs de overstap naar een andere sector te maken. Betere carriè-remogelijkheden zouden het beroep aantrekkelijker maken. Dat zou kunnen door meer onderzoeksfuncties in de school te introduceren en vaker gebruik te maken van technolo-gie. ICT biedt tal van nieuwe mogelijkheden. Een deel van het “stampwerk” zou technologisch ondersteund kunnen worden, de leerkrachten kunnen zich dan op begeleidende en opvoedkundige taken concentreren. Daarnaast krijg je dan functies voor ICT’ers of voor mensen die zich met serious gaming bezighouden.’Walvisch wijst erop dat dit soort veranderingen het onderwijs interessanter maken voor een nieuwe groep professionals. ‘Het beroep is veel analytischer gewor-den: je moet kijken wat kinderen kunnen, welke volgende stap ze kunnen zetten en hoe dat het beste kan. Je moet

De gemiddelde leeftijd van het personeel stijgt. Het po telt veel 55-plussers. Van de directieleden is meer dan de helft ouder dan 55 jaar, van de leraren meer dan een kwart en van het onderwijs-ondersteunend personeel bijna 30 procent. Gemiddeld is 17 pro-cent van de leraren man.

Om op sterkte blijven, moet het po het vooral hebben van de instroom van jongeren onder de dertig jaar, maar die loopt terug. Het aantal pabo-studenten neemt af. In 2014 studeerden hier nog 23.9991 studenten, in 2019 zijn dat er naar verwachting 21.287.

17 podium _ december 2016

Page 18: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

wetenschappelijke inzichten opzoeken bij bepaalde proble-men. De analytische manier van werken maakt het beroep ook interessanter voor mannen. We horen trouwens van de pabo’s dat het percentage jongens is toegenomen sinds de eisen voor de instroomtoets zijn verscherpt.’

Hogere salarissenWat Vermeulen betreft krijgen leerkrachten meer ruimte. ‘De vraag is nu: is een leraar uitvoerder van overheids-beleid of ontwerper van onderwijs? Leerkrachten krijgen voortdurend te horen dat ze moeten vernieuwen, maar anderen bepalen wat dat de inhoud van de vernieuwing is. Leraren zijn hoger opgeleide kenniswerkers, experts op

het gebied van leren. Als ze die expertise kunnen blijven ontwikkelen, individueel en als team, en vooraan kunnen staan bij vernieuwingen, dan maak je het vak veel inte-ressanter. Het onderwijs moet in dat opzicht ook kunnen concurreren met andere sectoren. Het moet een modern beroep worden, waarbij je niet alleen oplepelt wat anderen hebben bedacht.’Ten slotte wijst Walvisch op de lage salarissen in het onderwijs. ‘Als we meer leraren met een academische opleiding willen, kan dat niet met het huidige salaris. Het is bijvoorbeeld lager dan dat in het voortgezet onderwijs. Als je de kwaliteit van leraren wilt verbeteren, moet je ook hiernaar kijken. Staatssecretaris Sander Dekker besloot onlangs dat je met pabo ook op het vmbo mag lesgeven en prompt zie je mensen daarheen vertrekken. Dat lijkt logisch, omdat het beter betaalt. We moeten zorgen dat we weer bovenaan de lijstjes van aantrekkelijke beroepen belanden. Jongeren van tegenwoordig willen meer loop-baanmogelijkheden en goed verdienen. Daar moeten we ook rekening mee houden.’ n

‘We moeten op zoek naaraanvullende manieren om lerarenop te leiden’

Illustratie: Ayal Pinkus

18 podium _ december 2016

Page 19: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Mijn gebouw‘Tegels die van de muren komen, vieze, oude toiletvoorzieningen, kapotte plafondplaten, afbladderende verf, kapotte radiatoren, metselwerk dat aan vervanging toe is en tochtige of te warme lokalen door het ontbreken van mechanische ventilatie.’ De lijst met gebreken die Pieter Lassche, directeur van de gerefor-meerde basisschool Johannes Calvijn in Hoogeveen, opnoemt is lang. De slechte huisvesting, zegt hij, grijpt in op de manier waarop onderwijs wordt gegeven. ‘Ons gebouw uit 1964 is gebouwd naar de maatstaven van vijftig jaar geleden. Een lange gang met lokalen links en rechts waartussen geen verbinding mogelijk is. Wij willen van leerkrachtgestuurd onderwijs naar samenwerking en groepsdoorbrekend werken, maar dat is hier niet realiseerbaar.’In 2014 trok de gemeente vanwege geldgebrek het gezamenlijk met schoolbesturen opgestelde integraal huisvestingsplan voor de Hoogeveense scholen in. De Johannes Calvijnbasisschool zag de beloofde nieuwbouw aan haar neus voorbijgaan. Lassche: ‘Door een gebrek aan visie bij de gemeente over hoe nu verder, weet ik niet waar ik aan toe ben. Na plaatselijk protest krijgen de scholen die er het allerslechtste bijstaan alsnog nieuwbouw. Doordat wij op het oog steeds geprobeerd hebben het gebouw zo goed mogelijk te onderhouden, met behulp van ouders, vissen we nu achter het net.’ n

19 podium _ december 2016

Page 20: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

HET NIEUWE INSPECTIETOEZICHT

Een kwestie van ver trouwen en ambitie

podium _ december 201620

Page 21: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Geen afvinklijstjes, maar een onderwijsinspectie op enige afstand, als kritische vriend van het

schoolbestuur. Dat is het nieuwe toezicht in een notendop. De eerste schoolbesturen zijn ermee aan

de slag. TEKST ANNEMIEKE KOOPER

Een nieuwe manier van toezichthouden: waarom eigenlijk?Arnold Jonk: ‘Jarenlang keken we vooral naar de echte risico’s, naar de zwakke en zeer zwakke scholen en bestu-ren. Daar is met succes veel steun omheen georganiseerd. Dat schept ruimte om de aandacht te richten op de vraag hoe we ook scholen die voldoende en goed presteren, stimuleren in de ontwikkeling.Ook hebben we gezien dat ook het onderwijsveld zelf verandert. Steeds meer besturen nemen de verant-woordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs, een randvoorwaarde om het onderwijs verder te verbeteren. We zoeken naar manieren om dat eigenaarschap bij scho-len en besturen te honoreren.Daarnaast is er een flinke politieke discussie geweest over de vraag wat precies verplicht is en wat de vrijheid van onderwijs is. Wat is de rol van de Inspectie? Dit heeft een belangrijke aandeel gehad in het nieuwe toezicht.’ (Zie kader-red.)

Schoolbesturen krijgen meer verantwoordelijkheid. Anderhalf jaar geleden was het nog de vraag of zij daar klaar voor waren. Is dat nu anders?‘De schrijver en politicus Vaclav Havel zei: “Hoop is ergens aan werken omdat het goed is, omdat het kansrijk is”. Zo kijk ik hier ook naar. Natuurlijk is niet iedereen er klaar voor. Maar als je op iedereen gaat wachten, kom je ner-gens. Als je denkt dat dit de manier is om een bijdrage te leveren aan onderwijsverbetering, ben je verplicht om het uit te proberen.Uit de pilots die we hebben gedaan, blijkt dat veel scholen er op een goede manier invulling aan geven. Maar er zul-len ook besturen ontdekken dat ze echt onvoldoende zicht hebben op de kwaliteit van hun onderwijs. Vijf jaar gele-den hadden veel besturen daar geen goed beeld van; die

vroegen ons: “Hoe gaat het met die school?” Dat gebeurt nu niet meer. Met het nieuwe toezicht kan het ook niet meer, en dat is maar goed ook.’

Is de inspectie er klaar voor?‘Al onze inspecteurs en analisten worden opgeleid en getraind. We zoeken naar een nieuwe balans tussen oor-delen en stimuleren. Stimuleren krijgt een zwaardere rol. We moeten oordelen uitspreken op het niveau van het bestuur. Dat vraagt een andere manier van dialoogvoering en nieuwe kennis en vaardigheden. Inspecteurs moe-ten keuzes maken over hoe ze hun onderzoek inrichten. Wat vertrouw je? Wat laat je aan de bestuurder?We zijn volop bezig en we zullen op tijd klaar zijn.’

Arnold Jonk, hoofdinspecteur:

‘Ik zie graag dat een school zelf zijn ambities bepaalt’

Een kwestie van ver trouwen en ambitie

21 podium _ december 2016

Page 22: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

John Verdaasdonk, voorzitter CvB KPO Roosendaal:

‘Onze lat ligt hoger dan die van de inspectie’

De scholen van KPO Roosendaal doen sinds september mee aan het nieuwe toezicht. John Verdaasdonk: ‘In mijn vorige baan heb ik ervaren wat het doet met mensen als je vanuit je eigen overtuiging werkt aan goed onderwijs en niet omdat de inspectie dat wil. Ik vind dat wanneer een leraar ’s ochtends de benen uit bed zwaait, hij al de vraag moet kunnen beantwoorden: “Waarom geef ik onderwijs zoals ik dat doe?” Daarmee doe je een appèl op de professionaliteit van de mensen en krijg je het eige-naarschap weer terug in het onderwijs. We zijn dat met zijn allen onderweg enigszins kwijtgeraakt. Schoolplannen waren papieren tijgers en verdwenen in de kast.Bij KPO werken we steeds meer vanuit onze eigen kracht. We hebben een eigen auditteam dat bekijkt hoe onze

scholen het doen. Onze leraren zijn trots op hun werk. Dat is zó belangrijk voor goed onderwijs. Zij zijn het vliegwiel.Als je er zo in staat, past het niet om een externe partij als de inspectie te laten langskomen om te kijken of de kwaliteit goed is. Ik vind dat een teken van onvermogen. Ik wil zelf weten hoe het gaat, bijsturen als het beter kan en nadrukkelijk onze successen vieren. En van de inspec-tie weten of ons beeld klopt, of we misschien ergens een blinde vlek hebben. Dat is precies waar het nieuwe toezicht om draait. Kom maar kijken, wij laten graag zien hoe we het doen. Onze lat ligt daardoor hoger dan die van de inspectie. Maar we doen het niet voor haar, maar voor onszelf, en vooral voor de leerlingen.’

Een uitgebreide versie van dit interview is te vinden op:www.poraad.nl/nieuws-en-achtergronden/kom-maar-kijken-wij-laten-graag-zien-hoe-we-het-doen

Deze school komt niet voor in het artikel

22 podium _ december 2016

Page 23: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

HET NIEUWE TOEZICHT

Het nieuwe inspectietoezicht houdt in dat de Inspectie van het Onderwijs niet langer alle scholen bezoekt. Haar toezicht begint bij schoolbesturen. Deze moeten laten zien hoe ze de kwaliteitszorg hebben geregeld. Het schoolplan vormt daarbij het uitgangspunt. Heeft een bestuur dit niet op orde of loopt een school het risico zwak of zeer zwak te worden, dan zal de inspectie ook de betreffende school of scholen bezoeken. De waarborgfunctie van de inspectie blijft onveranderd. De norm voor basiskwaliteit is dat een bestuur en zijn scholen voldoen aan de deugdelijkheidseisen rond de onderwijskwali-teit, de kwaliteitszorg en het financieel beheer.De inspectie heeft daarnaast een stimulerende taak om dat

wat goed gaat verder te helpen verbeteren. Eigen ambities en het ontwikkelen van een verbetercultuur staan centraal. Een schoolbestuur kan zelf aangeven dat ze wil dat de inspectie een bepaalde school bekijkt. Een school kan dan ook een gedifferentieerd eindoordeel en het label ‘goed’ krijgen.Zeventig schoolbesturen zijn pas gestart of starten binnen-kort met het nieuwe kader. Op 1 augustus 2017 gaat het voor álle besturen gelden.Leden van de PO-Raad hebben via het Netwerk Inspectie Toezicht meegedacht over de vormgeving van het nieuwe toezicht.

De politiek wil nog steeds dat de inspectie op alle scholen komt. Gaat er wel écht iets veranderen?‘Dat bezoek aan scholen kunnen we op verschillende manieren invullen. We kunnen bijvoorbeeld thematisch onderzoek doen. Dan ga je op school in gesprek over hoe je omgaat met onderwerpen als kansenongelijkheid. Dat hoeft niet per se een rapport over die school op te leveren, maar geeft wel een goed beeld van de sector. Als het nodig is, kan je terugkomen voor een kwaliteitsonderzoek. Als je nooit bij een school komt en alleen kijkt naar cijfers en sig-nalen, kan je een school missen waar het niet goed gaat.’

Zit de inspectie er dan niet alsnog weer bovenop?‘Dat zie ik helemaal niet zo. Een groot deel van onze bezoeken is stimulerend van aard. Een Kamerlid zei in een debat: “Het zou toch wel heel zonde zijn als je als goede school nooit meer profiteert van een onderwijsinspecteur die langskomt.” Ons bezoek is niet alleen slecht nieuws, je kan er ook echt iets aan hebben.’

Er is een maatschappelijke tendens breed naar het onderwijs te willen kijken. Tegelijkertijd willen scholen en besturen ook niet méér deugdelijkheidseisen waarop toezicht wordt gehouden. Dit lijkt onverenigbaar.‘Dat is het niet. We zijn allemaal met elkaar eens dat onderwijs meer is dan taal en rekenen en tegelijkertijd dat je wel naar taal en rekenen kijkt als je wil bepalen of een school door de bodem zakt. Maar verwar toe-zicht en verantwoording naar je omgeving niet met die

waarborgfunctie. Ik zie graag dat een school zelf zijn ambi-ties bepaalt, in de gaten houdt of hij die waarmaakt en dit ook vertelt aan ouders. Als een school dát doet, kunnen wij daarop aansluiten. Dat is de kern van het nieuwe toezicht.Helaas zie je bij Scholen op de kaart onder “resultaten” vaak alleen de scores op de eindtoets. Dat is een heel mager beeld van brede onderwijskwaliteit. Als scholen geen bre-dere ambities formuleren en zich niet verantwoorden, is het wachten tot beleidsmakers, politici en toezichthouders gaan helpen bij het formuleren van die ambities.’

Gaat dit nieuwe toezicht daaraan bijdragen?‘Ja. Wij zeggen tegen een school en bestuur: laat maar zien wat je nastreeft. Dat dwingt tot nadenken. Ik vind het ook belangrijk dat besturen bij elkaar kijken en kritisch zijn op elkaar. Maar het moet geen bureaucratie worden. Als ik een schoollei-der over twee jaar vraag wat hij aan het nieuwe toezicht heeft gehad, moet het niet zo zijn dat hij zegt: “Een hoop werk”.’

Hoe gaat dit helpen het onderwijs te verbeteren?‘Ik geloof erg in intrinsieke motivatie van mensen. In het onderwijs ligt die voor het oprapen. Mensen werken heel graag aan verbetering die ze zichzelf hebben voorgenomen. Het is echt lastig om te werken aan andermans idee over hoe het beter kan, als je daar zelf eigenlijk niet achter staat. Overigens bepaalt niet de bestuurder wat goed onderwijs is. Bestuurders, schoolleiders en leraren moeten samen werken aan hun ambities. Als dat lukt, boek je resultaten.’ n

‘Als scholen geenbredere ambities formulerenen zich niet verantwoorden,

is het wachten tot beleidsmakers,politici en toezichthouders gaanhelpen bij het formuleren van

die ambities’

23 podium _ december 2016

Page 24: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Huisvestings-nieuwsGoede huisvesting is een absolute

voorwaarde voor goed onderwijs. Via onder

andere podium blijven we u informeren over

actuele huisvestingszaken. In dit nummer:

een nieuwe subsidie voor een gezond en

duurzaam schoolgebouw, en een voorstel

voor opname van renovatie en IHP in de wet.

‘NEEM RENOVATIE EN IHPOP IN DE WET’

De PO-Raad, VO-raad en VNG hebben een bestuurlijke commissie (met vertegenwoordigers uit hun achterbannen) aangesteld die met voorstellen zal komen om knelpunten op te lossen waar schoolbesturen en gemeenten tegenaan lopen bij onderwijshuisvesting. Een veelbesproken knelpunt is de verantwoordelijkheid voor de renovatie van schoolgebouwen. Op dit moment zijn er geen wettelijke afspraken gemaakt over wie hiervoor verantwoordelijk is. Dat vertraagt het tempo waarin scholen in Nederland worden aangepast of vervangen. Zonde, want renovatie is vaak goedkoper en duurzamer dan nieuwbouw. De commissie heeft onder meer op het terrein van renovatie een voorstel gedaan.

De belangrijkste elementen uit dit voorstel van de commissie zijn:

• Het integraal huisvestingsplan (IHP) wordt in de wet opgenomen. De jaarcyclus die nu de basis vormt verdwijnt

SUBSIDIE VOOR GEZOND EN DUURZAAM SCHOOLGEBOUW

Onderzoek wijst uit dat leerlingen en leraren beter presteren in een schoolgebouw met een goed binnen-klimaat. Mede daarom heeft de overheid de afgelopen maand een subsidie beschikbaar gesteld waarmee schoolbesturen extern advies kunnen inhuren voor verduurzaming van hun schoolgebouwen. De subsidie, die onderdeel is van de Green Deal Scholen, bedraagt 50 procent van de advieskosten, tot een maximum van 3.500 euro. Hiervan kunnen 150 schoolbesturen gebruikmaken.

24 podium _ december 2016

Page 25: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Hugo de Jonge over ‘Turkse kwestie’:

‘Leraar is belangrijke gids bij burgerschapsonderwijs’

De Rotterdamse onderwijs-wethouder Hugo de Jonge zag na de mislukte coup in Turkije 76 leerlingen en twee leerkrachten van basisschool Cosmicus en 66 leerlingen van Lyceum Kralingen (voorheen: Cosmicus College), geassocieerd met de Gülen-beweging, vertrekken.

Hoe vindt u dat de betrokken scholen met deze kwestie zijn omgegaan?‘Het is voor deze scholen een hele heftige periode geweest. Het was bizar om te zien dat sociale druk zo’n grote rol speelt bij Rotterdamse ouders die hier voor het merendeel geboren en getogen zijn. Je zou verwachten dat ouders het belang van hun kind voorop stellen, maar het werd een politiek statement om je kind uit te schrijven om daarmee aan te tonen dat je aan de goede kant stond. Tot nepuitschrijvingen aan toe. Op een indrukwekkende manier zijn de scho-len omgegaan met de mediadruk en de heftige gesprekken die er met ouders zijn geweest.’

Heeft u de indruk dat de spanningen doorspeelden in het klaslokaal?‘Kinderen die huilend de klas uitgin-gen omdat ze van school moesten van hun ouders. Kinderen die

plotseling wegbleven. Dat hakt erin. Leerkrachten die zich allerlei verdacht-makingen moesten laten welgevallen. Van leraren werd veel gevraagd en het was knap om te zien dat zij met rechte rug overeind bleven. Zij bewaarden de rust in de klas en voerden onver-moeibaar gesprekken waar nodig. En bovenal bleven ze gewoon hun werk doen: lesgeven.’

Welke les valt uit deze kwestie te trekken?‘Allereerst is hiermee de schijnwerper gezet op het belang van burgerschap in het onderwijs. Het gesprek daar-over moeten we blijven aanjagen. Dat onderstreept wat een belangrijke rol de leraar hierin vervult als gids. Verder moeten we de vrijheid van onderwijs niet af willen schaffen op het moment dat die onder druk komt te staan, maar deze juist weerbaar maken.’ n

DRIEVRAGENAAN

• Schoolbesturen zijn verplicht een meerjarenonderhouds-plan (MOP) vast te stellen en voor de uitvoering daarvan een voorziening te vormen

• Gemeentebesturen worden verplicht een IHP vast te stellen

• Het IHP en MOP worden geïntegreerd in een gezamenlijk plan

• Het IHP wordt elke vier jaar (in het tweede jaar van een coalitieperiode) geëvalueerd en zo nodig aangepast aan veranderende omstandigheden. Voor aanpassing is instemming van de schoolbesturen noodzakelijk

• Gemeenten stellen een meerjarig (tenminste vierjarig) budgetplafond in

• De kwaliteitskaders voor het po, vo en het bouwbesluit worden leidend

• Gemeenten worden gestimuleerd om vrijvallende middelen te herinvesteren door het creëren van een onderwijsvoorziening

• Het investeringsverbod voor het onderwijs wordt verruimd, maar blijft onverkort gelden voor de eerste nieuwbouw van scholen.

Dit voorstel moet leiden tot een stevige aanpassing van de WPO en WVO en de modelverordening van de VNG. Zo wordt de bestaande jaarcyclus vervangen door een meerjarenbeleid op basis van het IHP. Met de aangedragen oplossingen zou de balans tussen gemeenten en schoolbesturen verbeterd kunnen worden. Desalniettemin blijft het aantal beschikbare middelen ontoereikend voor goede onderwijshuisvesting, concluderen de PO-Raad, VO-raad en VNG. n

PO-RAAD ONTWIKKELT HUISVESTINGSVISIEIn 2017 komt de PO-Raad met een eigen PO-Huisvestings visie. De conceptvisie zal eerst worden besproken in netwerken en kennisgroepen. Vervolgens zal het plan worden voorgelegd aan de Algemene Ledenvergadering van de PO-Raad.

Hugo de Jonge: Foto Marc Nolte

25 podium _ december 2016

Page 26: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Het aantal leerlingen in azc-scholen fluctueert

sterk. Dat vraagt om goede afstemming tussen

COA en besturen, en om flexibiliteit. Beide

krijgen steeds meer vorm. Tegelijkertijd wordt

ook hard gewerkt aan de kwaliteit van het

onderwijs aan deze kinderen van nieuwkomers.

TEKST LISETTE BLANKESTIJN

Sinds februari van dit jaar daalt het aantal asielzoekers gestaag, en dat geldt ook voor hun kinderen van 4 tot 12 jaar. Lex Boogerd van het COA heeft de cijfers: ‘Per 1 okto-ber waren er 2.892 in de basisschoolleeftijd, tegen 3.875 op 1 februari. En het aantal kinderen jonger dan vier jaar daalde met 717 tot 2.457. Maar overal in Europa zitten er mensen in noodopvangplekken, dus die kunnen gaan bewe-gen. We weten niet wat we kunnen verwachten.’Daar zit hem de kneep. Het komt regelmatig voor dat azc’s sluiten, of maar gedeeltelijk bezet zijn. Dat heeft direct invloed op de leerlingenaantallen van de scholen die het onderwijs aan deze kinderen verzorgen. Boogerd: ‘Het is

vervelend als een gemeente asielzoekers verwacht, die dan niet komen. Iedereen staat klaar en ook de scholen willen er tegenaan.’ Schoolbesturen merken op dat zij pas laat zicht krijgen op het aantal leerlingen dat ze kunnen verwachten. Dat heeft met de grillige instroom te maken, weet Boogerd. ‘Voor een niet-bezette plek in een azc wordt niet betaald, dus het COA is gedwongen om bij een te lage bezetting centra te sluiten.’

Leerlingenaantal gehalveerdIn Winterswijk staat azc-school De Kolibrie. ‘In oktober 2015 hadden we 65 leerlingen’, vertelt locatieleider Jolande Mekking. ‘Nu zijn dat er nog 38, waarvan 30 kinderen uit het azc. Veel gezinnen verhuizen naar woningen in een andere plaats en er komen weinig nieuwe gezinnen in het azc. Gelukkig springt ons bestuur bij, waardoor we nog een jaar met vier leerkrachten vier groepen kunnen draaien. We hebben nu juist een team dat het heel fijn vindt om met deze doelgroep te werken en dat daar ook ervaren in is. Deze mensen kunnen hun expertise niet zomaar inzetten op een nieuwe azc-school in een andere plaats, want die valt onder een andere stichting dus dan verliezen ze hun opgebouwde rechtspositie.’

Onderwijs aan nieuwkomers: van kwantiteit naar kwaliteit

26 podium _ december 2016

Page 27: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

SamenwerkingAan dat laatste punt wordt gewerkt, vertelt Mark Ruitenbeek van het team Nieuwkomers van de PO-Raad. ‘Gelukkig zien we steeds meer regionale samenwerking, waarbij besturen binnen een regio elkaars personeel gebruiken en kennis delen. Soms zie je dat een regio worstelt met krimp en daardoor met bezuinigingen. We hebben gemeenten daarom gevraagd om rekening te houden met de omstandigheden van de schoolbesturen en eventueel bij te springen.’ Ook Boogerd ziet het belang van samenwerking en is blij dat die inmiddels ook lande-lijk meer vorm krijgt. ‘Het COA zit met OCW, het LOWAN, de PO-Raad en andere onderwijsorganisaties en de VNG aan de regietafels. Opener kun je niet zijn.’ Er is nog een lichtpunt: na het vo krijgt nu ook het po maatwerk in de bekostiging van onderwijs aan nieuwkomers. Ruitenbeek: ‘Er is een afspraak over € 9.000 per leerling in het eerste jaar. Voor het tweede jaar wordt dat € 7.500; dit wordt wel verrekend met gewichtengelden. En er is een extra tel-datum toegevoegd.’

KeuzevrijheidDe leerlingenaantallen van azc-scholen dalen niet alleen door de groei van het aantal azc’s en het afnemende aantal asielkinderen. De Kolibrie voelt ook de effecten van de snelle doorstroom, vertelt Mekking. ‘Vluchtelingen krijgen vaak snel een huis. Hun kinderen krijgen dan maar een paar maanden nieuwkomersonderwijs en gaan dan naar

Onderwijs aan nieuwkomers: van kwantiteit naar kwaliteit

het reguliere onderwijs, terwijl er in de buurt een azc/nieuwkomersschool met expertise is. Een aantal Syrische ouders die in Winterswijk wonen, heeft de kinderen op de reguliere school gedaan die naast de onze ligt. Dat is hun goed recht, maar vervolgens worden wij gebeld om bijles te geven aan de kinderen. Het is niet niks als je in een klas van dertig kinderen een nieuwe leerling krijgt die geen woord Nederlands spreekt. Onze azc-school heeft meer ervaring met deze doelgroep. Het is voor de kinderen veel beter als ze eerst een jaar naar een azc- of nieuwkomers-school gaan die de basis op orde kan brengen.’

Laag uitstroomniveau Bij al die verhuizingen is een goed leerlingvolgsysteem extra belangrijk. Het ministerie van OCW heeft de PO-Raad subsidie gegeven om dat te laten ontwikkelen. Ruitenbeek: ‘We zetten voor deze doelgroep vol in op kwaliteit. Dat is nodig, want het uitstroomniveau is lager dan verwacht. Het aantal leerlingen dat als zwakbegaafd wordt aangemerkt ligt bij deze groep op een aantal scholen zelfs vijf keer hoger dan gemiddeld in het reguliere onderwijs. De vraag is of dit aan de kinderen ligt, of dat we kritisch naar het onderwijs moeten kijken. De inzet van leerkrachten is enorm, maar lesmethoden en doorgaande leerlijnen kun-nen echt nog een stuk worden doorontwikkeld.’Mekking vraagt extra aandacht voor de leerlingen tussen tien en twaalf jaar. ‘Wij krijgen hen niet in 1,5 jaar op het uitstroomniveau waar ze horen, waardoor ze niet goed

‘Gelukkig zien we steeds meer regionale samenwerking, waarbij besturen elkaars personeel gebruiken en kennis delen.’

27 podium _ december 2016

Page 28: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

ACTIES PO-RAAD

Onderstaande punten zijn bereikt door de PO-Raad, in samenwerking met LOWAN.

• Het aantal kinderen van vluchtelingen dat na drie maanden naar school gaat, nam toe van ruim 60% naar ruim 90%.

• Bekostiging eerste jaar naar € 9.000 euro per leerling.

• Bekostiging tweede jaar wordt € 7.500 per leerling. Dit wordt wel verrekend met gewichtengelden.

• Startende scholen worden ondersteund door een helpdesk.

• Scholen kunnen zich laten ‘adopteren’ door een school met ervaring met nieuwkomersonderwijs.

• Bemiddeling bij knelpunten tussen scholen en OCW.

• Aanpassing LVS aan nieuwkomersonderwijs in overleg met CEDIN, resultaat begin volgend jaar beschikbaar.

• Lectoren komen begin 2017 met een weten-schappelijk onderbouwd advies over inrichting en verbetering van nieuwkomersonderwijs.

• Versterking regio’s via LOWAN, o.a. door netwerk-bijeenkomsten en regionale bijscholing gericht op versterken NT2-onderwijs.

• Kennisnet heeft samen met een aantal scholen gewerkt aan een versnellingsvraag. Eind 2016 ligt er een ‘advies ICT-inzet nieuwkomers’.

• We hebben circa dertig scholen, gemeenten en besturen bezocht en in de media en politiek veel aandacht gevraagd voor het thema NT2/nieuwkomers.

aansluiten op het reguliere onderwijs. Terwijl ze te jong zijn voor een internationale schakelklas. Wij overleggen hierover met het LOWAN.’ Het is dus belangrijk dat kinde-ren in het vo op een later moment kunnen doorstromen naar een hoger niveau, voegt Ruitenbeek toe.

LesmethodesAnder issue: de verschillende landen van herkomst. Mekking: ‘Wij hebben nu vooral Syrische leerlingen. Die hebben vaak al onderwijs genoten, of hun ouders zijn goed opgeleid. Maar een tijd terug hadden we veel Somalische kinderen. Dat land is al zo lang verscheurd dat noch de kinderen noch hun ouders naar school zijn geweest. Dat is voor ons moeilijker lesgeven.’ Bij gemengde populaties moet er extra worden gedifferentieerd. Maar vooral bij het taalonderwijs ontbreekt het aan methodes die verschil-lende leerlijnen bieden. Ruitenbeek: ‘Scholen gebruiken NT2-methodes uit de negentiger jaren, soms nog ouder. Er is de afgelopen 25 jaar veel wetenschappelijk onder-zoek gedaan naar tweedetaalverwerving en onderwijs aan nieuwkomers. Die kennis wordt in die oude methodes niet benut. Bovendien wordt er in sommige methodes nog afge-rekend in guldens en is er sprake van een strippenkaart. Leerkrachten passen nu veel zelf aan. Wij zouden graag zien dat de laatste wetenschappelijke inzichten worden verwerkt tot een nieuwe lesmethode die beter aansluit op het reguliere onderwijs.’ n

‘Vooral bij het taalonderwijs ontbreekt het aan methodes die verschillende leerlijnen bieden’

28 podium _ december 2016

Page 29: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Goed onderwijs vraagt om goed bestuur. Daarom jaagt de

PO-Raad de professionalisering van schoolbesturen aan. In het

bijzonder beleidsadviseur Anje-Margreet Woltjer. Na ruim acht

jaar neemt zij afscheid van de PO-Raad. Podium bevroeg haar

over de ontwikkeling van goed bestuur.

TEKST DAAN BRINKMAN

Wat is het grootste verschil met acht jaar geleden als het gaat om de professionalisering van schoolbesturen?Anje-Margreet Woltjer: ‘Het urgen-tiebesef om te professionaliseren is nu veel meer aanwezig in de sec-tor. De vraagstukken en opdrachten waar schoolbesturen voor staan, zijn de afgelopen jaren omvangrijker geworden. En daarmee ook hun ver-antwoordelijkheden. Schoolbesturen zien in dat zij daarom aan hun eigen ontwikkeling en die van de organisatie moeten werken.’

Waaruit blijkt dat de sector de professionalisering voortvarend heeft opgepakt?‘Mede naar aanleiding van de aan-bevelingen uit het rapport van de Commissie Meurs (2013) is de sec-tor volop aan de slag gegaan met de versterking van het bestuurlijk handelen. Zo werken schoolbesturen

via lerende netwerken samen aan het versterken van de cyclus van kwaliteitszorg. Daarnaast hebben ze met elkaar afgesproken om een bestuurlijk visitatiestelsel in te richten. Verschillende besturen doen nu mee aan een pilot waarin ze een onafhanke-lijke visitatiecommissie ontvangen. Er zijn overigens in het nieuwe jaar weer plekken vrij. Verder heeft de sector zich in 2009 gecommitteerd aan de Code Goed Bestuur, een document dat we blijven ontwikkelen. Onder meer met behulp van de Monitorcommissie Goed Bestuur, die naleving van de code monitort en belangrijke thema’s op de agenda zet.’

Welk aspect van goed bestuur vergt de komende jaren meer aandacht?‘Het samenspel tussen bestuur, intern toezicht en het medezeggenschaps-orgaan. Dit is een thema waarover de Monitorcommissie Goed Bestuur

onlangs een aantal aanbevelingen deed (zie kader). Als je wilt dat de over-heid de sector meer ruimte geeft, dan moeten schoolbesturen hun interne governance op orde hebben. Daar hoort bij dat je constructieve tegen-spraak organiseert en deze serieus neemt. Inhoudelijk gezien zal de nieuwe werk-wijze van de inspectie nog meer van besturen vragen bij het vormgeven van hun bestuurlijk kwaliteitsbeleid.’ n

Anje-Margreet gaat vanaf februari 2017 aan de slag als teamleider onderwijs en kwaliteit bij PCOU-Willibrord in Utrecht.

GOED BESTUUR

‘Samenspel tussen bestuur, intern toezicht en medezeggenschap wordt belangrijk thema’

VERSTERKING GOED BESTUUR IN DE SECTOR PRIMAIR ONDERWIJS

Eind november bracht de Monitorcommissie Goed Bestuur een advies uit over de versterking van het samenspel tussen bestuur en intern toezicht in de sector. Een greep hieruit:

• Ontwikkel een stevig bij- en nascholingsaanbod over het samenspel bestuur/intern toezicht

• Ontwikkel een kennis- en discussiepagina die de sector ondersteunt bij het werken aan de taak- en rolverdeling van bestuur en intern toezicht

• Open een governance-loket als vraagbaak voor governance-vraagstukken en mediation.De monitorcommissie vindt dat de sector stevige actie moet ondernemen om het samenspel te verbeteren en adviseert dat de PO-Raad meer regie neemt op de vorm, aard en inhoud van de professionalisering van bestuurders en intern toezichthouders. Het volledige advies van de monitorcommissie is te vinden op www.poraad.nl/nieuws-en-achtergronden/monitorcommissie-adviseert-meer-aandacht-voor-samenspel-bestuur-intern

29 podium _ december 2016

Page 30: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Marit Kruiskamp volgde de master ‘leren en

innoveren’ en is teacher leader op academische

basisschool de Rank in Hengelo. Daarnaast

is zij coördinator van de drie academische

opleidingsscholen1 van stichting Marcant-BSV.

Deze scholen willen door onderzoek de kwaliteit

van het onderwijs

structureel verbeteren.

Een ontwikkeling

die goed past in het

Bestuursakkoord

2014-2020. Podium

sprak Marit Kruiskamp

over de onderzoekende

houding van leraren én

leerlingen.

TEKST ELISE HAARMAN

Hoe ziet jouw werk er uit?‘Binnen onze academische opleidingsscholen coördi-neer ik alles wat met onderzoek te maken heeft en leg ik verbindingen tussen deze scholen. Binnen de Rank doe ik hetzelfde, op het niveau van de school. Ik stel bijvoor-beeld met het team de onderzoeksagenda op en zorg dat de onderzoeken die binnen de school worden uitge-voerd, antwoord geven op voor onze school belangrijke ontwikkelvragen.’

Wat is een onderzoekende houding?‘Zo’n houding combineert wat mij betreft nieuwsgierigheid, creativiteit en kritisch zijn. Voorheen losten we problemen op wanneer deze zich aandienden. Nu vragen we eerst: is er onderzoek gedaan dat antwoord geeft op onze vraag? Of: heeft iemand anders hier al ervaring mee?’

Bedoel je: één van de collega’s?‘Dat kan, maar je kunt jezelf ook verder helpen door nascholing of collegiale consultatie. Ook brengen we kennis vanuit de vakliteratuur de klas in. Dat gebeurt bijvoor-beeld door onze masters in opleiding, door passend extern onderzoek de school in te halen of door studenten die hun afstudeeronderzoek hier doen. Hierbij werken we inten-sief samen met de pabo’s. We profiteren ook enorm van

GOED VOOR LEERLINGEN EN DE ONDERWIJSKWALITEIT:

Een onderzoekende houding

1 De term ‘academische opleidingsschool’ wordt behalve door de scholen zelf ook gebruikt als aanduiding voor het consortium van de pabo en de deelnemende scholen als geheel.

jele

ukst

efot

o.nl

30 podium _ december 2016

Page 31: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

de praktische, frisse blik van studenten. Verder werken we in zogenaamde Docent Ontwikkel Teams. Leerkrachten die affiniteit hebben met een bepaald thema, werken op onderzoeksmatige wijze samen aan een thema gerelateerd aan de schoolontwikkeling.’

Heb je bij ieder probleem tijd om op onderzoek uit te gaan?‘Nee, maar dat is ook niet nodig. Wanneer een kind in zijn broek plast, los je dat natuurlijk meteen op. Maar een onderzoekende houding is op meer dingen toepasbaar dan je denkt, en dat kan uiteindelijk ook tijd besparen. Bij het aanschaffen van een nieuwe methode stellen we bijvoorbeeld eerst criteria op waar de methode aan zou moeten voldoen en wat we er precies mee willen. Dat voorkomt impulsieve, ondoordachte aankopen en zorgt dat de methode beter aansluit bij onze onderwijsvisie. We gebruiken deze houding tevens bij het analyseren van de schoolresultaten. Ook wanneer de resultaten goed zijn: wat moeten we behouden en hoe kunnen we deze goede resultaten verankeren in ons onderwijs?’

Kunnen oudere docenten zich nog een onderzoekende houding aanmeten?‘Ik merk geen verschil tussen jong en oud. Een paar jaar geleden besloten we met het hele team om ons bij te scholen in talentontwikkeling. Dat heeft ons leerkrachtge-drag en ons onderwijs veranderd. Waar leerlingen bij de biologieles voorheen tien aspecten van een kikker leerden, vragen we nu bijvoorbeeld: wat zou je moeten veranderen aan een kikker zodat hij kan overleven in de woestijn? Dit vraagt veel meer dan het leren van feitjes.De ene leraar pikt dat gemakkelijker op dan de ander. Maar ook degenen die het moeilijk vinden, zeggen: dit is belang-rijk. Mijn taak is om die verandering in de school goed te begeleiden.’

ACADEMISCHE OPLEIDINGSSCHOOL

Het po telt zo’n 35 opleidingsscholen. Dit zijn samen-werkingsverbanden tussen pabo’s en schoolbesturen waarin pabostudenten via een intensieve praktijkop-leiding worden opgeleid tot leraar. Op twaalf van deze scholen is onderzoek een expliciet onderdeel van de praktijkopleiding, dankzij de maatregel ‘Verankering academische kop’, die eind 2016 afloopt. Stichting Marcant-BSV is een van de schoolbesturen die vanuit deze maatregel 70.000 euro ontwikkelbudget ont-ving. Daarnaast zijn tal van andere scholen zónder stimuleringsgelden bezig met kennis en onderzoek. Vicevoorzitter Simone Walvisch: ‘Het is goed als scholen zich afvragen wat werkt en wat niet werkt, als onderdeel van de cyclus van kwaliteitszorg. Dat is een voorwaarde om het onderwijs systematisch te verbete-ren. Kennis en onderzoek zijn onlosmakelijk verbonden met onderwijskwaliteit.’

UNIVERSITAIRE BACHELOR

Om te komen tot meer verbinding tussen weten-schap en onderwijspraktijk bracht de PO-Raad vorig jaar samen met de VSNU een verkenning uit naar een universitaire lerarenopleiding voor het basisonderwijs. Op basis daarvan wil de Radboud Universiteit met ingang van 1 september 2017 voor het eerst een uni-versitaire bachelor aanbieden. Simone Walvisch: ‘Het grootste verschil met de bestaande academische pabo is dat je binnen drie jaar je lesbevoegdheid haalt en minder vakken krijgt die je niet nodig hebt in de klas. De PO-Raad en de VSNU hopen hiermee de opleiding en het beroep van de leraar aantrekkelijker te maken voor vwo’ers – en hopelijk ook voor mannen.’

KENNISINFRASTRUCTUUR

Naast het ‘samen opleiden’ van leerkrachten, wil de PO-Raad ook op andere manieren bijdragen aan een academische omgeving voor de school. Simone Walvisch: ‘Mijn toekomstbeeld is een kennisinfra-structuur waarin scholen gemakkelijk bij de goede kennis kunnen komen en vragen kunnen stellen aan de wetenschap. Er is nu een pilot Werkplaatsen Onderwijsonderzoek, waarin scholen structureel samenwerken met hogescholen en universiteiten aan het toepasbaar maken van kennis voor scholen. Dat doen ze op basis van vraagstukken die voortkomen uit de onderwijspraktijk. Ook hebben we samen met het NRO een landelijke Kennisrotonde ingericht, waar iedere onderwijsprofessional zijn eigen vraag kan neerleggen. Kennismakelaars ontsluiten de kennis die voorhanden is. Zo voorzien we leraren en teams in de scholen van gevalideerde kennis.’

De kinderen zijn toch ook niet allemaal in de wieg gelegd als kleine wetenschappers?‘Zo letterlijk moet je het niet nemen. Een onderzoekende houding helpt iedereen verder in zijn leven, onafhankelijk van de latere werkplek. We willen onze leerlingen die hou-ding bijbrengen omdat we denken dat de maatschappij van nu dat vraagt.Wij zijn ervan overtuigd dat elke vierjarige creatief en nieuwsgierig op school komt. Sluit je niet aan bij hun interesses of leg je de norm voor ieder kind even hoog, dan kan het plezier in leren verdwijnen. Nu we inzetten op ieders eigen talenten, zien wij dat de motivatie over de hele linie stijgt, ongeacht intelligentie of leerstijl. “Ik kan het nóg niet”, zeggen kinderen nu. Ze weten dat je kunt leren wat je wilt wanneer jij je daarvoor inzet. Momenteel werken we aan een groeidocument waarin leerlingen hun eigen ontwikkeling bijhouden en hun leerproces kunnen sturen. Soms zijn ze bijna trots dat ze een fout maken. Zo van: kijk mij, ik leer!’ n

31 podium _ december 2016

Page 32: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Spel is van kinderen en daar

moeten we van afblijven, is de

dominante opvatting in Nederland.

Wetenschappers menen dat

wanneer we kinderen goed

van start willen laten gaan op

de basisschool, ze niet alleen

maar gebaat zijn bij vrij spel.

Een tegenstelling? Nee, vindt de

PO-Raad; spelen en leren zijn één.

Maar er zitten wel voorwaarden

aan.

TEKST ELISE HAARMAN

Dr. Bert van Oers, bijzonder hoogleraar Cultuurhistorische Onderwijspedagogiek aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, wordt geregeld aan de tand gevoeld over het spel van jonge kinderen. Vindt hij niet dat daar teveel aan wordt getornd door de nadruk op opbrengsten? ‘Niet zonder meer’, zegt hij. ‘Ik zie zoveel variatie aan onderwijsvormen voor het jonge kind dat ik me niet waag aan algemeen geldende uitspraken. En op veel scholen waar ik kom is het met spel als context voor leren stukken beter gesteld dan gemiddeld in de jaren tachtig.’

De PO-Raad mengt zich actief in het gesprek over de rol van spel in de klas. Niet alleen omdat dit gevolgen heeft voor de manier waarop het onderwijs aan jonge kinderen georganiseerd moet worden, maar ook voor de opleiding van leerkrachten. In het bestuurdersnetwerk dat beleids-adviseur Esmee Hornstra begeleidt, komt geregeld de behoefte aan nascholing van leerkrachten over het jonge kind ter sprake. Hornstra: ‘Je ziet nu dat sommige bestu-ren hun eigen opleiding samenstellen. Blijkbaar begint het steeds meer door te dringen dat het onderwijs hier nog een slag te maken heeft.’

BRON VAN LEREN VOOR HET JONGE KIND

Betekenisvolle contextSpel heeft een cultuurhistorische en een persoonlijke waarde, benadrukt Van Oers. De culturele waarde zien we terug in het doorgeven van culturele inhouden van de ene op de andere generatie. De persoonlijke waarde vindt hij onmisbaar in deze discussie: ‘Spel moet betekenisvol zijn voor het individuele kind. De kunst is om als volwas-sene aan te sluiten bij de zone van naaste ontwikkeling in een voor het kind betekenisvolle context. Laat je het kind daarbij tot op zekere hoogte zelf de regels bepalen, dan verstoor je het spel niet, maar verrijk je het.’

Betekenisvol spel

32 podium _ december 2016

Page 33: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Betekenisvol spelKloofNieuw is ook de groeiende overtuiging dat groep 3 eveneens onder het onderwijs aan het jonge kind valt. Hornstra: ‘Door het kleuteronderwijs apart te zien van groep 3, houden we de kloof in stand. Met de aanduiding “het jonge kind” doe je veel meer recht aan de behoeften die kinderen van 6 en 7 óók hebben, namelijk spelend leren.’Over die kloof publiceerde de PO-Raad onlangs de brochure ‘Doorstroom van kleuters’, een handreiking die scholen moet helpen met het onderzoeken van alternatieven voor verlengd kleuteren. Zorg dat groep 3 klaar is voor het kind, in plaats van het kind klaar te stomen voor groep 3, luidt

de boodschap. Van Oers is het daar van harte mee eens. Scholen die vanaf groep 3 de speel-hoeken verbannen en enkel focussen op opbrengsten, vragen om problemen. ‘Je kunt dezelfde opbreng-sten behalen op rekenen en taal door kinderen te laten oefenen in sociaal betekenisvolle praktijken. Doktertje, supermarktje, schooltje, restaurantje. Kinderen willen de situatie zo echt mogelijk maken,

dus op een gegeven moment komen ze vanzelf bij je vra-gen: “Hoe schrijf ik 25? En lasagne?” De sociale drive om mee te doen is bij vrijwel alle kinderen zó sterk, dat hoef je helemaal niet te forceren.’Waar komt die focus op opbrengsten dan toch vandaan? De Commissie evaluatie basisonderwijs maakte begin jaren ’90 op veel plaatsen een einde aan het vrije, kindvolgende onderwijs aan het jonge kind. Het onderwijs mocht wel wat product- en opbrengstgerichter. Bij het onderwijs aan het jonge kind kwam er meer focus op de culturele waarde, de heritage, ten koste van de persoonlijke waarde. Om de ontwikkeling van kinderen goed in kaart te kunnen bren-gen, kwamen er instrumenten zoals kleutermethodes en ‘toetsen’.

SpoorbaanVan Oers heeft daar geen bezwaar tegen, zolang de acti-viteit maar betekenis heeft voor het kind en je de toets

of observatie gebruikt om de ontwikkeling van het kind te volgen. ‘Kinderen in groep 2 laten vermenigvuldigen is in de regel zinloos, maar dat wil niet zeggen dat we alle meer abstracte activiteiten uit het schoolse leven van jonge kin-deren moeten bannen. Zo zijn kinderen wel goed in staat om schematische voorstellingen te maken, zolang dat maar zin heeft in de activiteit waarin ze bezig zijn.’ Van Oers vroeg kleuters na het maken van een mooie spoorbaan: ‘Zou je die morgen weer precies hetzelfde kunnen maken? Straks komt namelijk de schoonmaker en die haalt alles weg…’ Of: ‘Zou je ook aan kinderen op een andere school kunnen uitleggen hoe het moet?’ Van Oers: ‘Ze hadden al snel door dat het tekenen van alle bielzen te veel werk was. Dat kon eenvoudiger. En stations? Een kruis was dui-delijk genoeg! Ze ontdekten zelf het nut van schematische weergaven.’Na verloop van tijd zag Van Oers dat de kinderen die hier-mee hadden geoefend, hier profijt van hadden bij het leren rekenen. Ondanks de vele aanwijzingen die Van Oers en collega-onderzoekers verzamelden voor het nut van goed begeleid spel, blijven veel leerkrachten terughoudend met hun ‘bemoeienis’. Dat begrijpt Van Oers; zij zijn ook een pro-duct van hun opleiding en de tijdsgeest. ‘Maar we moeten wel vooruit durven lopen op kinderen, door denkvragen aan hen te stellen. Zolang de kwaliteit van het kinderspel maar behouden blijft.’

Doorgaande lijnDe PO-Raad ervaart dat het voor scholen op dit moment lastig is een goede doorgaande lijn voor alle kinderen van 0 tot 12 jaar te realiseren. De kwaliteit van en toegang tot voorschoolse voorzieningen is erg wisselend, waardoor kin-deren vaak al met een grote achterstand op school komen. Het aanbod is versnipperd. Afgelopen najaar vroeg de PO-Raad door middel van een gezamenlijke position paper met de brancheorganisaties voor kinderopvang, Sociaal Werk en de Vereniging Nederlandse Gemeenten opnieuw aandacht voor een betere afstemming van opvang en onderwijs. Zo wordt het gemakkelijker om multidisciplinair samen te werken rond het jonge kind.Hornstra: ‘De komst van steeds meer integrale kindcentra laat zien dat er een duidelijke behoefte is aan samenwer-king om vloeiende overgangen te creëren in de wereld van het jonge kind. Die expertise van beide sectoren kun je goed inzetten voor het creëren van speels onderwijs en een rijke leeromgeving.’ n

POST-HBO OPLEIDING HET JONGE KIND

Openbaar Onderwijs Zwolle biedt in samenwerking met de iPabo een post-hbo-opleiding aan voor leerkrachten die zich willen specialiseren in het jonge kind. De tijdsbelasting is gemiddeld zes uur per week, verspreid over tweeëneenhalf jaar. Naast inhoudelijke deskundigheidsbevordering maken onderzoek, coaching van collega’s en coördineren van verbeteractiviteiten deel uit van de opleiding. Schoolbestuur MeerPrimair in de Haarlemmermeer biedt een vergelijkbare opleiding aan van acht studiedagen in een schooljaar. Bij de schoolbegeleidingsdienst ‘De Activiteit’ (Alkmaar/Den Bosch) is veel expertise in de nascholing van leerkrachten in de invoering van een spel-georiënteerd curriculum vanaf de voorschool.

Esmee Hornstra

33 podium _ december 2016

Page 34: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

HIPHOP NAAST KLASSIEK BALLET EN SALSA NAAST VIOOL:

‘Iedereen moet kunnen meedoen aan kunst en cultuur’Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen en kansen op het

gebied van cultuuronderwijs? Podium sprak met Sanne Scholten,

sinds 1 juni 2016 directeur van het Landelijk Kennisinstituut

Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA).

TEKST DAAN BRINKMAN

Scholen hebben zelf soms aardig wat expertise in huis. Zo vroeg onlangs een schoolleider aan zijn leraren welke culturele activiteiten zij ondernemen in hun vrije tijd, vertelt Sanne Scholten. ‘Door deze gevorderde amateurs bege-leiding te bieden, kon de school binnen de huidige financiering vier leerkrach-ten omscholen tot vakleerkrachten kunst en cultuur. Ook kunstenaars kunnen door pedagogische bijscholing inzetbaar worden.’

Welk aanbod is er voor scholen die de deskundigheid van hun leerkrachten op het gebied van cultuur willen bevorderen?‘Denk aan een masteropleiding, post-hbo-opleiding, training, begeleidingstraject, studiedag of cursus zoals de basiscursus intern cultuurcoördinator.’

Er worden veel eisen gesteld aan wat kinderen moeten leren op school. Wat maakt nu juist cultuuronderwijs zo belangrijk?‘Cultuur is een belangrijke toevoe-ging aan het leven van kinderen. Het spreekt talenten aan, stimuleert creativiteit en prikkelt nieuwsgierig-heid. Kortom: het draagt bij aan hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Aandacht hiervoor in de klas is, naast cognitieve vaardigheden, van groot belang. Natuurlijk is het ook heel ple-zierig om samen met kunst en cultuur bezig te zijn.’

Biedt het primair onderwijs hier nu voldoende ruimte voor?‘Er is veel meer aandacht voor cul-tuuronderwijs gekomen. Je ziet dit bijvoorbeeld aan de stijging van het aantal interne cultuurcoördinatoren (icc’ers), leerkrachten of schoollei-ders dat zich heeft gespecialiseerd in cultuuronderwijs. Sinds dit jaar heeft 80 procent van de scholen zo’n icc’er. Daarnaast heeft ongeveer een derde van de scholen een leerlijn voor cul-tuur. Ook in het advies van Platform Onderwijs2032 komt het belang van goed cultuuronderwijs pregnant naar voren.‘Maar scholen zijn vaak nog zoekende naar de manier om invulling te geven aan de kerndoelen, die voorschrijven wat er minimaal aangeboden moet worden. Wat is onze visie op cultuur-onderwijs? Integreren we het in de andere vakken of maken we er een apart vak van? Deze keuzes moeten passen bij het profiel, de samenstelling en de locatie van de school.’

Hoe kunnen scholen worden gesteund bij het verankeren van cultuur in het onderwijs?‘Lokale, regionale en provinciale kenniscentra op het gebied van cultuureducatie kunnen scholen ondersteuning bieden. Zij helpen bij-voorbeeld bij het formuleren van een visie op cultuuronderwijs. Ongeveer driekwart van de basisscholen maakt hier gebruik van. Het LKCA vult deze kennisdeling en ondersteuning op landelijk niveau aan. Bijvoorbeeld door de opleiding voor icc’er aan te bie-den. Daarnaast kan het culturele veld scholen helpen bij het verankeren van cultuur in het onderwijs.’

Wat wil u de komende jaren met het LKCA bereiken? ‘Ik wil ervoor zorgen dat iedereen kan meedoen aan kunst en cultuur. Daarvoor moeten we meer diversiteit in het culturele aanbod realiseren. Hiphop naast klassiek ballet en salsa naast viool. Het onderwijs is de plek om alle kinderen en jongeren een goede basis aan culturele bagage mee te geven. Het LKCA moet dit aanjagen en ondersteunen.’ n

Zomer 2016 publiceerde het LKCA ‘Een kleurrijke basis – ontwikkelingen en trends in het cultuuronderwijs’. Daarnaast zette de organisatie de basisuitgangspunten voor goede cultuureducatie op een rij in de hand-reiking ‘Basis voor cultuureducatie’. Beide rapporten zijn te vinden op www.lkca.nl.

34 podium _ december 2016

Page 35: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Nieuwe leden Algemeen Bestuur PO-RaadDe PO-Raad kent naast het dagelijks bestuur een algemeen bestuur. Dit bestuur heeft geen uitvoerende functie, maar zorgt vooral voor verbinding met de leden van de vereniging. Het algemeen bestuur bestaat uit negen leden van de PO-Raad en vergadert één keer per maand.

Hans KeldermanVoorzitter CvB Aloysius Stichting‘Ik wil graag een bijdrage leveren aan de verdere professionalise-

ring van het bestuur in het primair onderwijs.’

Thea MeijerVoorzitter CvB SPO Utrecht‘Binnen de PO-Raad werken schoolbesturen samen aan het

realiseren van goed onderwijs voor alle kinderen. Daar draag ik graag actief aan bij.’

Bert TukVoorzitter CvB CSG de Waard‘De PO-Raad staat voor een zelfbewuste sector, krach-

tige belangenbehartiging en een hechte band met de leden. Daar zet ik mij graag voor in.’

V.l.n.r. Albert Helder, Jos Rijk, Hans Kelderman, Joan van Zomeren, Thea Meijer, Simone Walvisch, Bert Tuk, Anko van Hoepen, Rinda den Besten. Wiely Hendricks en Wim Ludeke staan niet op de foto.Sinds afgelopen zomer heeft het algemeen bestuur drie nieuwe leden: Hans Kelderman (voorzitter CvB Aloysius Stichting), Thea Meijer (voorzitter CvB SPO Utrecht) en Bert Tuk (voorzitter CvB CSG de Waard). Zij hebben de plek ingenomen van Peter Freij (Onderwijsgroep Buitengewoon), Ingrid Verheggen (Almeerse Scholen Groep) en Wim Schut (SCO Delft).

COLOFON

podium is een platform van en voor leden van de PO-Raad waar meningen, ideeën, problemen en oplossingen uit de onderwijspraktijk aan bod komen. De PO-Raad onderschrijft niet noodzakelijk de in het blad verkondigde meningen. Overname van artikelen alleen na overleg met de hoofdredactie. Hoofdredacteur: Ad Veen. Eindredacteur: Marijke Nijboer. Teksten Mijn Gebouw, Drie Vragen Aan: Irene Hemels. Foto’s cover, pagina 10-13, 19, 26-28: Hans Roggen. Foto’s medewerkers en bestuursleden PO-Raad: Katja Mali. Grafische vormgeving: Coers en Roest ontwerpers bno | drukkers.

Prettige feestdagen

35 podium _ december 2016

Page 36: PLATFORM VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS jaargang 6 … · Dat mag in een integrale kindvoorziening, maar dat kan ook op andere manieren. In de peutertijd zetten kinderen fundamentele

Voorafgaand aan het congres houden wij onze Algemene Ledenvergadering (ALV) op donderdag 15 juni.

Aansluitend aan de ALV bieden wij onze leden de mogelijkheid om deel te nemen aan het diner met avondprogramma. Ook is het mogelijk om op locatie te overnachten.

Vooraankondiging PO-Raad congres 2017

Aankomend jaar vindt het PO-Raad congres plaats op 16 juni 2017 in Hart van Holland, Nijkerk.

C O N G R E S

VRIJDAG

JUNI 2017

Reserveer deze datum alvast in uw agenda.

16