36
September 2011 POLDERS OM DE POPOCATEPETL Jaargang 48, nr 4 China, wandelen, vakantie, trouwen, bruiloft, GR-paden, Mexico MAGAZINE VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING IN MEXICO VAN DE REDACTIE Eind augustus, de zomer is al weer zo’n beetje voorbij; in Nederland hebben ze daar weinig van gemerkt, heb ik me laten vertellen, maar in Mexico heeft de zomer een andere betekenis. Hier in Mexico-stad brengen de regens van de zomer een welkome verfrissing van de meihitte en na de eerste buien wortd de modder die er uit de lucht valt weer gewoon water. Wat wel samenvalt is dat zowel in Nederland als in Mexico de kindertjes nu weer naar school gaan en dat betekent dan dat opa en oma geen vacantie meer hebben. Vooral bij tweewerkende gezinnen moeten die dan weer regelmatig opdraven. Ook de redactie van de PoPo draait weer op volle toeren en dankzij dat is het gelukt om dit home-comingsnummer met succes af te ronden. Daarin hebben we behalve de gebruikelijke rubrieken, zoals de komende activiteiten (al dan niet cultureel), van de bestuurstafel en de wisten-jullie-datjes uit Nederland, een aantal interessante bijdragen. Zo hebben we een “ik ben ….” van Edwin Timmer, sinds half mei in ons midden als correspondent van de Telegraaf, en een stuk van Bernard Schut over hoogteziekte, waar hij nogal mee te kampen heeft als hij in Mexico op bezoek is. In zijn stuk gaat het meer over Zuid-Amerika, waar het fenomeen nog bekender is dan hier. Verder legt Jan-Albert Hootsen ons uit waarom wonen in Ciudad Nezahualcóyotl reuze meevalt. Jan-Albert is correspondent van Trouw en maakt sinds kort deel uit van de PoPo-redactie . Aanlsuitend op Ad ten Kate’s stukje in het aprilnummer over de crisis nu een artikel van Sweder van Wijnbergen, eerder gepubliceerd in Elsevier, waarin hij aanbevelingen doet over hoe je de Grieken aan moet pakken, en dat is niet de manier waarop onze minister van financieën het doet. Ja, die Grieken hebben hebben de levenswijsheid, indertijd gepredikt door Zorba (vertolkt door de acteur van mexicaanse afkomst Anthony Quinn) wat al te serieus genomen, blijkt achteraf. JAARGANG 48, NR 4, SEPTEMBER 2011 1

Popo, 2011 nr 4, september

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Popo, 2011 nr 4, september

September 2011 POLDERS OM DE POPOCATEPETL Jaargang 48, nr 4

China, wandelen, vakantie, trouwen, bruiloft, GR-paden, Mexico

MAGAZINE VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING IN MEXICO

VAN DE REDACTIE

Eind augustus, de zomer is al weer zo’n beetje voorbij; in Nederland hebben ze daar weinig van gemerkt, heb ik me laten vertellen, maar in Mexico heeft de zomer een andere betekenis. Hier in Mexico-stad brengen de re-gens van de zomer een welkome verfrissing van de meihitte en na de eerste buien wortd de modder die er uit de lucht valt weer gewoon water. Wat wel samenvalt is dat zowel in Nederland als in Mexico de kindertjes nu weer naar school gaan en dat betekent dan dat opa en oma geen vacantie meer hebben. Vooral bij tweewerkende gezinnen moeten die dan weer regelmatig opdraven.

Ook de redactie van de PoPo draait weer op volle toeren en dankzij dat is het gelukt om dit home-comingsnummer met succes af te ronden. Daarin hebben we behalve de gebruikelijke rubrieken, zoals de komende activiteiten (al dan niet cultureel), van de bestuurstafel en de wisten-jullie-datjes uit Nederland, een aantal interessante bijdragen.

Zo hebben we een “ik ben ….” van Edwin Timmer, sinds half mei in ons midden als correspondent van de Tele-graaf, en een stuk van Bernard Schut over hoogteziekte, waar hij nogal mee te kampen heeft als hij in Mexico op bezoek is. In zijn stuk gaat het meer over Zuid-Amerika, waar het fenomeen nog bekender is dan hier. Verder legt Jan-Albert Hootsen ons uit waarom wonen in Ciudad Nezahualcóyotl reuze meevalt. Jan-Albert is corre-spondent van Trouw en maakt sinds kort deel uit van de PoPo-redactie . Aanlsuitend op Ad ten Kate’s stukje in het aprilnummer over de crisis nu een artikel van Sweder van Wijnber-gen, eerder gepubliceerd in Elsevier, waarin hij aanbevelingen doet over hoe je de Grieken aan moet pakken, en dat is niet de manier waarop onze minister van financieën het doet. Ja, die Grieken hebben hebben de lev -enswijsheid, indertijd gepredikt door Zorba (vertolkt door de acteur van mexicaanse afkomst Anthony Quinn) wat al te serieus genomen, blijkt achteraf.

Tenslotte een stukje van Poul van Bremen Mulder over de regentijd, dit na zijn uitgebreide reeks over de Mixes, en ook nog een verboden doordenkertje van Ad ten Kate, dat deze keer over bewustwording gaat. Alles bij mekaar een aflevering waarvoor we ons als redactie niet hoeven te schamen. Dat doen we trouwens toch nooit!

Ad, Jan-Albert en Yolanda

JAARGANG 48, NR 4, SEPTEMBER 2011 1

Page 2: Popo, 2011 nr 4, september

- 2 - POPO

Page 3: Popo, 2011 nr 4, september

INHOUDSOPGAVEVan de redactie 1

Inhoudsopgave 2

Colofon 2

Komende activiteiten 3

Van de bestuurstafel 3door Henk W. Keizer 3

Ik ben edwin timmer 4Door Edwin Timmer 4

‘De grieken moeten niet gaan doen wat Jan Kees de Jager zegt’ 7door Sweder van Wijnbergen 7

Verboden doordenkertjes 12door Ad ten Kate 12

Nederlandse cultuur in Mexico 14door Mary-Grace van Leeuwen 14

Sometimes... 15door Bernard Schut 15

Wisten jullie . . . ? 17door Kees Burk 17

de pauze in de regentijd 18door Poul van Bremen Mulder 19

mannetje 20door Eugenie van Stratum 20

je bent gek als je in Nezahualcóyotl woont 22door Jan-Albert Hootsen 22

Algemene informatie van de Nederlandse Vereniging in Mexico 24

COLOFON

De PoPo is het officiële blad van de Nederlandse Vereniging in Mexico en verschijnt zes maal per jaar.

Abonnement

4, 3

Page 4: Popo, 2011 nr 4, september

Het ontvangen van een papieren versie van de PoPo is verbonden aan een betaald lidmaatschap van de Nederlandse Vereniging in Mexico.

RedactieYolanda CaratiAd ten KateJan-Albert Hootsen

KopijKopij is van harte welkom. Wij ontvangen artikelen, foto’s, tips, oproepjes, etc. graag per e-mail op [email protected] redactie behoudt zich het recht voor alle ingezonden kopij zonder overleg te wijzigen, in te korten, niet te plaatsen, etc.

AdvertentiesAdvertenties kosten:1 pagina: $2.500 per jaar½ pagina: $1.250 per jaar¼ pagina: $ 625 per jaarSpeurders : $ 100 per keer

Ontwerp kaft

Oplage120 stuks

KOMENDE ACTIVITEITEN

Woensdag 14 Koffieochtendseptember De septemberkoffie van de Nederlandse Vereniging zal gehouden worden op

woensdag 14 september bij Patricia Zonneveld. Haar adres is Sierra Amatepec 267, hoek Monte Libano, in Lomas de Chapultepec. Jullie zijn vanaf 11 uur van harte welkom! Voor meer informatie: www.nvmexico.com

Zaterdag 15 oktober De Nederlandse dag in MexicoEen familiedag voor iedereen. Een hele dag vol met typisch Nederlandse cultuur en een fantastische gelegenheid om je Mexicaanse vrienden en familie leden wat van Nederland te laten zien en proeven. Voor meer informatie: http://nvmexico.com/nvdag

Voor de meest recente lijst met komende activiteiten, zie onze website, www.nvmexico.com.

VAN DE BESTUURSTAFEL

door Henk W. Keizer

Terwijl ik dit schrijf is het al weer 21 augustus en de

meesten van u zijn wederom terug van vakantie. In

Nederland was het een van de meest regenachtige

zomers sinds 1914, las ik ergens. Niettemin blijft het

toch heerlijk zo nu en dan even daar te zijn, je familie

en vrienden te zien, te genieten van de wegen

zonder topes, van het onbekommerde fietsen zonder

doodsangsten en natuurlijk niet te vergeten van het

winkelen bij Albert Hein en je favoriete hagelslag en

pindakaas.

4 POPO, MAGAZINE VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING IN MEXICO

Page 5: Popo, 2011 nr 4, september

Terug in Mexico vallen je meteen de voordelen van

het hier zijn op; fantastisch weer, 's middags een

verfrissende regenbui, autorijden zonder flitspalen,

prima restaurants voor een fractie van de prijs en

natuurlijk vooral de veelheid van activiteiten van

onze Nederlandse Vereniging. Zo is er in september

is alweer en Homecoming Party en als er genoeg an-

imo is dan organiseren we ook weer een Tennistoer-

nooi.

Ook wil ik bij deze de nieuwe Ambassadeur Mevr.

Laetitia van den Assum van harte welkom heten in

ons midden.Zij heeft een indrukwekkende carriere

achter zich met plaatsingen o.a. in Thailand en

Kenya. Genoeg ervaring dus in "uitdagende" landen!

Waarschijnlijk kunnen we met haar kennis maken op

de Homecoming Party.

Helaas vertrekt er ook iemand uit het Bestuur en

wel Jan Bijl. Als directe link met de Ambassade heeft

Jan zich met verve van zijn taak gekweten en we

zullen hem node missen. Veel succes in Guatemala !

Voor de nieuw gearriveerde Medelanders, en dat zijn

er aardig wat, wil ik nog eens een opsomming geven

van aciviteiten binnen en buiten de Nederlandse

Vereniging: - maandelijkse borrelavonden - jeu de

boule en BBQdagen - Sinterklaasviering - tennistoer-

nooien - wandeltochten en bergbeklimmingen - het

Koninginne Gala – nieuwjaarsreceptie; tevens wordt

er wekelijks door leden gesquasht en is er een

sucesvol NL voetbalelftal - er wordt hardgelopen (op

hoogte) en er worden periodiek spannende Lunches

gehouden van de Dutch Business Club.

Kortom, er is dus weer meer dan genoeg te doen in onze NL gemeenschap.

4, 5

Page 6: Popo, 2011 nr 4, september

IK BEN EDWIN TIMMER

Door Edwin Timmer

Mijn eerste herinnering aan Mexico zijn oude auto’s. Roestige Amerikaanse sleeën over Baja California en Insurgentes Sur in Mexico-stad. Rammelend, doorhangend, gedeukt en aan elkaar gebonden. Alsof ze zo uit een jaren ‘70 film kwamen aanrijden, maar intussentijd wel twintig jaar buiten hadden gestaan. Stomverbaasd was ik over deze stad als tijdmachine. Tegelijkertijd raakte ik op slag verliefd op de ronkende en walmende F150 pick-ups vol groente, fruit en hele families.

Dat was de herfst van 1996. Ik kwam naar Mexico voor mijn scriptie Internationale Betrekkingen van de UvA. Ik zou naar Tabasco reizen voor een onderzoek naar de oppositie van Chontal-indianen tegen oliereus Pemex. Maar eerst had ik twee maanden in de stad voor interviews vanaf de UNAM. Het bleek genoeg om gehecht te raken aan de enorme metropool, de taal, het voedsel en de openheid van veel chilango’s. En voldoende tijd om mijn vrouw te ontmoeten.

Dat ik me vanaf het begin thuisvoelde had veel te maken met Tjabel Daling, toenmalig correspondent van Trouw. Eén van zijn artikelen was de aanleiding voor mijn scriptie. Toen ik hem vanuit Nederland belde, zei hij: ‘Heb je al woonruimte? Kom maar hier!’ Zijn appartement in de Condesa, vlakbij metro Chilpancingo, lag bezaaid met knipsels. ’s Morgens vroeg kochten we kranten die we samen doornamen. Hij op zoek naar nieuws, ik naar Pemex, Lopez Obrador en Tabasco. Het was heerlijk, al was Tjabels koffie niet te drinken zó sterk.

Helemaal nieuw in Mexico ben ik dus niet. Maar pas sinds half mei van dit jaar woon ik er echt. Dit keer van plan om, samen met mijn Mexicaanse vrouw en kind, jaren te blijven. Nadat Ad ten Kate me vroeg om een ‘Ik ben…’ te schrijven, heb ik zitten dubben. Want wat vertel je aan mensen die al jaren hier wonen? Velen van jullie kennen het land veel beter dan ik. Het mooie is waarschijnlijk dat iedereen een eigen verhaal heeft over waarom hij hier terecht is gekomen.

Vijftien jaar geleden stond voor mij al vast dat ik terugwilde. Ik was verkocht na vijf maanden Mexico. Het werk dat ik Tjabel zag doen - reizen, reportages maken - dat wilde ik ook! Bovendien had ik op een feestje een prachtige en bijzondere vrouw ontmoet: Veronica. Zij

studeerde nog. En ik moest terug om mijn scriptie af te maken. Na een jaar heen en weer reizen en mailen (dat kon toen net) besloten we: zij zou naar Nederland komen voor studie, en ik zou in Nederland starten als journalist: eerst het vak leren voor een sprong naar correspondentschap in Mexico.Sinds 1998 hebben we in Den Haag gewoond. Ik was, geboren en getogen in Flevoland, net zo goed import als Veronica. Maar de Hofstad werd ons thuis. Eten bij de Haagsche Beek, hardlopen door het Westduinpark en voetbal op het Scheveningse strand. Veronica had een eigen atelier op de Prinsegracht, en had ze dankzij de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten een reeks (buitenlandse) vrienden. Ik heb eerst bij tijdschrift Oogst van LTO Nederland gewerkt, en stapte in 2004

Page 7: Popo, 2011 nr 4, september

over naar de Financiële Telegraaf. Vier jaar geleden ging ik weer in Den Haag aan de slag: op de parlementaire redactie van de krant.

Mexico is jarenlang ons vakantieland geweest. Elke anderhalf jaar vlogen we naar familie. Mexico-stad is altijd immens gebleven, maar ‘t wagenpark vernieuwde snel. Of die auto’s nu op krediet worden gekocht of niet, qua luchtkwaliteit scheelt het enorm vergeleken met die oude Amerikaanse bakken. En dan die telkens uitdijende files. Erger dan in Nederland! Op het Binnenhof botste ik regelmatig met minister Eurlings (Verkeer) over zijn kilometerheffing. Mijn hoofdredactie zag er niets in. Maar in Mexico-stad dacht ik vaak: dat moesten ze hier eens invoeren!

De mooiste plekjes die ik heb leren kennen zijn Saltillo, Puerto Escondido en Mazatlán. Saltillo door de provinciale sfeer. En dankzij laarzenmakerij Victoria – als ik me de naam goed herinner – ergens in het centrum. Achter het winkelgedeelte maakte de eigenaar niet alleen alle laarzen zelf, hij bleek bovendien achteroom van Veronica. Iets dichterbij huis heeft het koloniale kerkje in Ocotepec, Morelos

bijzondere betekenis voor ons. We zijn er getrouwd, deze zomer tien jaar geleden. Dat we nu eindelijk in Mexico wonen, voelt heerlijk. Voor mijn vrouw was het tijd om weer in eigen land te vertoeven. Zeker sinds we twee jaar geleden ons dochtertje Inés kregen. Ik heb geen moment tegengestribbeld, want ik doe eindelijk waar ik al die tijd mijn zinnen op had gezet: een correspondentschap in Mexico. Ik werk voor de Telegraaf, Elsevier, de Belgische krant De Tijd, agrarische media en ik schrijf een column voor maandblad Kinderen over hoe het is om met je kleine te emigreren. Kortom, geen tijd voor verveling.

In Nederland begrijpt overigens niet iedereen onze stap. Naar Mexico oké, maar waarom uitgerekend nu? Met alle drugsgeweld. Het beeld over Mexico in Nederland is nogal zwart-wit. Ach, compleet ongelijk hebben ze niet. Onze Mexicaanse familie in Monterrey vertelde laatst zelf hoe sterk hun leven is veranderd. Tegenwoordig liever een carne asada in de achtertuin, dan ’s avonds laat over straat. En dat zeggen neven en nichten die vroeger gilden dat Mexico-stad onleefbaar was! Gelukkig genieten wij

van onze terugkeer naar Mexico-stad. De leuke tenten in de Roma, uitstapjes naar Parque Viveros of met onze dochter op stap door de stad. Wat ik heerlijk aan Mexico vind, in mijn eerste drie maanden hier, is de warmte bij familie, en het gemak waarmee je mensen kunt interviewen. In de Tweede Kamer is elke afspraak tot op de tien minuten gepland. Hier nemen mensen tijd voor een goed gesprek. Ideaal om dit land opnieuw te ontdekken. Het enige wat ik mis is een voetbalclub of een veldje in de buurt van Del Valle om een balletje te trappen.

Suggesties? [email protected]

Page 8: Popo, 2011 nr 4, september
Page 9: Popo, 2011 nr 4, september

‘DE GRIEKEN MOETEN NIET GAAN DOEN WAT JAN KEES DE JAGER ZEGT’

door Sweder van Wijnbergen

Sweder van Wijnbergen was eind jaren tachtig lead economist bij de Wereldbank voor Mexico en was betrokken bij de onderhandelingen over de Mexicaanse schuldsaneing. Nu is hij hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam. In aansluiting op mijn stukje in het aprilnummer “de crisis twee jaar later” hierbij wat Sweder vindt van de aanpak van onze minister van financiën Kees de Jager van de Griekse schuldencrisis. Dit stuk werd onlangs gepubliceerd in Elseviers Weekblad. (Ad ten Kate)

Ik heb alles wat er nu in Europa gebeurt, al eens meegemaakt in Mexico. Griekenland is nu wat Mexico begin jaren tachtig was: een niet zo succesvol ontwikkelingsland, met te veel overheid, te veel regels, te veel corruptie, te veel schuld. Zo’n land waarvan je zegt: waar moet je beginnen? Er klopt niks. Iemand moet met de stofkam door het hele land. Afzonderlijke maatregelen werken niet.

Vooral de vader van de huidige Griekse premier George Papandreou heeft het land naar God geholpen. Dat was een socialist oude stijl. Cadeautjes aan de mensen geven en morgen zien hoe dat te betalen. Die heeft tijdbommen rondgestrooid. Pensioen? Ja joh, met 52. Als de armen het vragen, mag alles. Nu blazen die bommen Griekenland op. Wat je ook doet met de schulden, dat moet veranderen.

In Mexico had hetzelfde soort politici het land naar de afgrond gebracht. Ik was eind jaren tachtig

hoofdeconoom bij de Wereldbank voor een aantal Latijns-Amerikaanse landen, waaronder Mexico. Ik was 36 en had het economische programma onder mijn vleugels. Daar hadden ze me in gekatapult. Ik mocht een paar rangen overslaan omdat ze iemand met academisch prestige zochten. Die Mexicanen waren eigenwijze apen, met doctorstitels van Amerikaanse topuniversiteiten als Yale, MIT en Harvard. Die keken neer op iedereen die zulke graden niet had. Maar ik had ook op MIT gezeten. De vicepresident Latijns-Amerika haalde mij ergens uit de krochten van de Wereldbank met de tekst: ik heb

een andere eigenwijze aap nodig want daar luisteren ze naar. Dat werkte.

Die Mexicanen waren topeconomen. Ze wisten hoe ze Mexico erbovenop moesten krijgen. Als ik ’s avonds met ze uit eten ging, kreeg ik te horen: jullie moeten het ons makkelijker maken om de harde hervormingen te verkopen.

Ze zeiden: als onze president tegen zijn volk moet zeggen dat hij 50.000 ambtenaren moet ontslaan van de Wereldbank, het IMF en Amerika, dan staan er binnen de kortste keren een miljoen Mexicanen te demonstreren. Als de president zelf mag uitleggen dat het goed is om ambtenaren te ontslaan, dan heeft het plan een kans van slagen.

Jan Kees de Jager doet zijn best, maar hij mist ervaring. Neem bijvoorbeeld zijn eis dat de Grieken in een jaar 50 miljard euro van hun staatsbezit privatiseren. Dat machogedoe werkt niet. Met afdwingen en onder curatele stellen trap je die mensen op de ziel. Je mag iedereen best boos

Page 10: Popo, 2011 nr 4, september

maken, maar dan moet je er ook iets mee bereiken. Hiermee bereikt De Jager het tegenovergestelde: meer protest. Dat is niet handig. De Jager is zijn eigen mislukken aan het organiseren.

Wij vonden in 1989 ook dat die Latijns-Amerikaanse landen moesten privatiseren. We hebben zelfs de hele privatiseringsoperatie in Mexico begeleid vanuit de Wereldbank. Maar dat was vanuit een heel andere optiek. Je privatiseert omdat je een efficiëntere en kleinere staatssector wil hebben, niet omdat je binnen zoveel maanden zoveel miljard wil ophalen. Ga jij maar eens onderhandelen met iemand van wie je weet dat-ie geld nodig heeft voor een bepaalde deadline, anders gaat hij failliet. Dan wacht je tot het uiterste moment en doe je een absurd laag bod.

Daarbij: wie wil in de huidige omstandigheden met de huidige onzekerheden wat dan ook doen in Griekenland? Ik hoorde collega-hoogleraar Sylvester Eijffinger zeggen: de Grieken hebben bezittingen van 300 miljard euro, ze moeten gewoon alles verkopen. Die man leeft in een sprookjesland. Als het Griekse staatsbezit binnen een jaar verkocht moet zijn, mogen ze blij zijn als ze het met gesloten beurzen kwijtraken. Dit moeten ze gewoon niet doen. Het is verbijsterend om te zien hoeveel lessen uit die schuldencrisis in Latijns-Amerika vergeten blijken. Europa doet alles verkeerd. Ik heb best veel landen in crisis meegemaakt, maar zo’n collectief vertoon van incompetentie is voor mij nieuw.

Nederlandse belastingbetalers krijgen meer geld terug als er een ordentelijke herstructurering van de Griekse schulden komt, zoals die er ook was voor Latijns-Amerikaanse landen eind jaren tachtig in het zogeheten Brady-plan. Een deel van de schulden moet worden kwijtgescholden, niet uit solidariteit,

maar uit eigenbelang. Denk maar aan een schuldsanering van gewone mensen. Je hebt een vent die alcoholist aan het worden is. Zijn baas ontslaat hem. Die vent kan het allemaal niks schelen, die koopt op afbetaling een nieuwe keuken. En een nieuwe auto. De schulden lopen aan alle kanten over hem heen. Dan komt er iemand van de schuldsanering, die zegt: we gaan eerst jou op de rails krijgen. Dus: je moet van die fles af, je moet om half acht opstaan, we regelen een baan. Die man moet je een reden geven om op te staan. Als jij weet dat je de komende veertig jaar alles wat je hebt, moet afdragen aan de bank, dat je net genoeg hebt om in leven te blijven, dan zeg je ook: bekijk het maar. Ik ga door met die fles. Een schuldsanering

verlaagt de schulden tot wat die vent kan betalen en dan mag hij iets voor zichzelf houden.

Voor een land geldt hetzelfde. Griekenland wordt geen enkel perspectief geboden. Het land moet nu zo veel belasting heffen dat niemand nieuwe activiteiten ontplooit. Uiteindelijk is iedereen slechter af, ook de

schuldeisers. Meer geld geven zoals Europa net weer heeft besloten, betekent alleen maar dat ze meer schulden krijgen. Dat is uitstel van de problematiek. Het helpt de Grieken niet, het helpt de banken niet en het helpt onze belastingbetalers niet. Je kunt beter een kleine claim hebben op een vette kip met veren, dan een grote claim op een kale, uitgemergelde rotkip. De keuze is: gaan we massaal het schip in omdat de Grieken straks in een wanordelijk bankroet terechtkomen of zorgen we voor een ordelijk bankroet? Krijgen we een deel van ons geld terug of krijgen we niks terug?Het scenario van Geert Wilders – geen cent meer naar Griekenland – is het scenario waarin de belastingbetaler het meest verliest. Griekenland

Page 11: Popo, 2011 nr 4, september

dwingen uit de euro te stappen is de snelste weg naar een gigantische crisis. Er zijn economen die dat bepleiten omdat Griekenland dan concurrerend zou kunnen worden door de drachme te devalueren. Maar de drachme invoeren duurt zo een jaar. En de Grieken weten dat die nieuwe munt veel minder waard wordt, dus brengen ze hun geld in de tussentijd massaal naar het buitenland. Dan vallen de banken om. Bovendien blijft de Griekse schuld in euro’s staan. Die wordt in drachmes meer waard. De Latijns-Amerikaanse landen die zich uit hun crisis probeerden te devalueren, eindigden met hyperinflatie. Daar wordt een land niet concurrerend van.

Hoe laat je Griekenland op een ordelijke manier

bankroet gaan? In Latijns-Amerika eisten het IMF en

de Wereldbank dat de banken zo’n 40 procent van

de schuld kwijtscholden. Als de banken daar niet

mee instemden, zou het IMF de landen zelf

financieren en zouden die landen niets afbetalen aan

de banken.

Ik heb bij die onderhandelingen met de schuldeisers gezeten. Het waren er veel van over de hele wereld, maar dat heronderhandelen ging prima. In ruil voor het kwijtschelden van schuld, kregen de banken nieuw schuldpapier dat deels was gegarandeerd door de Amerikaanse overheid en de Wereldbank. Dat waren de inmiddels beroemd geworden Brady bonds

, vernoemd naar de toenmalige Amerikaanse minister van Financiën Nicholas Brady. Ook toen waren er banken die de zaak probeerden te gijzelen.

De meeste Mexicaanse schulden zaten bij grote Amerikaanse banken. Die waren zwak omdat ze net grote verliezen hadden geleden op vastgoed in Texas. Ze stonden er precies zo voor als de Franse en de Duitse banken nu. De Amerikaanse overheid had daar lak aan. Als banken de verliezen niet aankonden, moesten ze maar zorgen dat ze kapitaal verkregen. Mensen die zeggen dat Griekenland bij een gedeeltelijke kwijtschelding van zijn schulden niet meer zal hervormen, denken niet creatief genoeg. In elk herstructureringsinstrument kun je clausules inbouwen waarin je stelt: als dit niet gebeurt, komt de oude schuld weer terug. Mexico hervormde zijn economie en deed het uitstekend.

Wat er nu gebeurt, kost heel veel geld, maar lost niets op. Steeds meer van de private leningen aan Griekenland worden publiek bezit. De Europese Centrale Bank, het Europees noodfonds en het IMF hebben al meer dan de helft van de schuldenlast overgenomen. Europese belastingbetalers hebben zo voor meer dan 100 miljard schuld van Griekenland in handen.

De banken lachen zich intussen suf. Die kunnen zonder verliezen uit die Griekse schulden weg. Wat we eigenlijk doen, is gratis geld geven aan de West-

Europese banken. Ik ben ervan overtuigd dat er banken zijn die het afgelopen jaar gillend rijk zijn geworden van die Griekse schulden. Die hebben op de financiële markten schuldpapier gekocht tegen kortingen van 30 tot 40 procent en vervolgens daar de volle mep voor gekregen van de Europese Centrale Bank, de ECB.

Ik begrijp wel waarom de ECB tegen

schuldsanering is. Die centrale bankiers hebben

het afgelopen jaar voor tientallen miljarden euro’s

aan Grieks schuldpapier op hun boeken gekregen

Page 12: Popo, 2011 nr 4, september

en zitten nu met die troep in hun maag. Als

Griekenland zijn schulden niet helemaal afbetaalt, zit

de ECB met verliezen.

Er is één punt waarover ik het met Nout Wellink van De Nederlandsche Bank eens ben. De ECB moet ongeschonden uit een herstructurering komen. Europa moet niet de reputatie van de ECB verwoesten. Daarom moet dat schuldpapier weg bij de ECB. Gooi al die probleemleningen in dat Europese noodfonds en ga dan de Griekse schulden saneren. Wellink heeft gelijk in zijn analyse dat de ECB te kwetsbaar is, maar zijn oplossing is verkeerd. Want hij zegt: doe maar niks. De ministers van Financiën helpen volgens mij de ECB niet omdat ze een beetje een hekel hebben aan de ECB. Ze houden er niet van dat de ECB ze de hele tijd de les leest over begrotingsdiscipline. Zij willen dat de ECB meelijdt in de ellende.

Maar Wellink slaat door in de angstscenario’s die hij schetst. Er zou een financiële tsunami op ons afkomen, vergelijkbaar met de crisis die uitbrak toen de Amerikaanse bank Lehman failliet ging. Die tsunami vind ik kul. Dit is een veel ordentelijkere situatie dan die rond Lehman. Ten eerste zijn de bedragen veel kleiner. Lehman had 350 miljard dollar aan kortlopende derivaten openstaan bij grotendeels onbekende tegenpartijen. Dat was een vulkaan. Een groot deel van de Griekse schuld staat bij de ECB. We weten waar het is. Er staat nog zo’n 100 miljard bij banken in Frankrijk en Duitsland. Het is veel overzichtelijker. De ECB wil niet dat banken moeten afschrijven op Griekse schulden, want dan krijgen sommige banken een gat in hun kapitaal en dan vallen ze om. Dit is een denkfout. Dat gat is er al! Die leningen zijn al weinig waard. Wellink en consorten houden vast aan een boekhoudfictie. Een boekhoudfictie maakt een bank niet rijker. En dan zegt de ECB wantrouwen onder de banken te willen voorkomen. Dit is juist de manier waarop je niks meer vertrouwt.

Europa heeft zich laten gijzelen door de banken. We verzuimen al drie jaar de banken schoon te vegen van slechte leningen. Banken die er niet goed voorstaan, gaan extreme risico’s zoeken. Hoe eerder je ingrijpt, hoe goedkoper. Dan heb je de handen vrij om de schuldencrisis op te lossen. Dus nu strenge stresstests en nieuw kapitaal in de banken. Het is niet alsof ik hier waarzegster Cassandra zit te spelen en beweer dat de hele wereld gek is behalve ik. Amerika doet het wel goed. Die hebben in 2009 een strenge stresstest op hun banken losgelaten en de zwakke banken van nieuw kapitaal voorzien. De grote Amerikaanse banken zijn weer gezond.

Portugal en Ierland komen niet onder vuur van de financiële markten te liggen als Griekenland herstructureert. Ik denk dat het omgekeerd is. Als iedereen ziet dat de zaak in Griekenland weer loopt, zal dat Portugal, Ierland en Spanje stimuleren ook met een goed hervormingsprogramma te komen. Die landen zitten nu in een vicieuze cirkel. Financiële markten vertrouwen ze niet, daarom betalen die landen een hoge rente en dat geeft de markten een reden die landen niet te vertrouwen. Wat Europa nu demonstreert, is dat het niet weet hoe daar doorheen te breken. Als Europa zo doorgaat, maakt het Spanje ten onrechte ook kwetsbaar voor dit soort wantrouwen.

Daarom was ik tegen Christine Lagarde als nieuwe baas van het IMF. Zij is onderdeel van de foute oplossing geweest. Een betere kandidaat was de Mexicaanse centrale bankier, Augustin Carstens. Hij is een topeconoom die dicht bij de Mexicaanse onderhandelingen heeft gezeten tijdens de schuldencrisis. Die man weet precies wat er moet gebeuren.

Ik ben helemaal niet fatalistisch over het gebrek aan concurrentiekracht van Zuid-Europese landen. Elk land kan concurrerender worden. Het hele principe van internationale handel is gebaseerd op relatief voordeel. Hoe inefficiënt een land ook is, het kan

Page 13: Popo, 2011 nr 4, september

altijd meedraaien in de handel. Duitsland kan nou eenmaal niet alles produceren. Dus produceert het die goederen waar het de grootste voorsprong in heeft.

De rest doen de Grieken. Dat er landen zijn met hoge en met lage arbeidsproductiviteit is op zich geen probleem. Het probleem is dat de Griekse lonen te hoog zijn vergeleken met de productiviteit van arbeiders. Wat doe je daaraan? Loonmatiging. Dat hebben wij in de jaren tachtig gedaan, dat heeft Duitsland recent gedaan. Mensen vergeten dat Duitsland aan het begin van de euro een kwakkelland was. Ze hebben de lonen gematigd en nu doet Duitsland het uitstekend. Zo snel kan het gaan. Wat ik in deze crisis mis, is iemand die de leiding op zich neemt. Die was er bij die eerdere crises wel. De oude George Bush nam tijdens de Mexicaanse crisis de leiding, net als de toenmalige baas van het IMF, Michel Camdessus.

Tijdens de onderhandelingen weigerden de Franse

banken bijvoorbeeld mee te werken. Dat is heel

riskant, want als die Fransen eruit komen zonder in

te leveren, gaat de rest zeggen: wij ook. Dan gaat de

hele deal rafelen. De Mexicanen belden ons, wij

belden Brady. Brady belde Bush. Bush belde de

Franse president François Mitterrand.

De volgende dag kwamen de Fransen terug: ja hoor,

wij doen mee. Zulke leiders heb je nodig. Dit soort

problemen los je niet op door te vluchten in het

bouwen van nieuwe Europese instituties, zoals ik

vaak hoor bepleiten. Je hebt louter één persoon

nodig die lef heeft. Het is evident dat Angela Merkel

deze leider had moeten zijn. Maar Merkel is de weg

kwijt. Politici worden geregeerd door de angst voor

de achterban. Dat noem ik politici met een kleine p.

Page 14: Popo, 2011 nr 4, september

Die kijken eerst achterom: wat vindt het volk ervan?

Veel te vaak hoor ik zeggen: dat kun je politiek gezien

niet uitleggen. Neem de leiding en leg het uit.

Page 15: Popo, 2011 nr 4, september

VERBODEN DOORDENKERTJES

door Ad ten Kate

In dit nummer weer eens een doordenkertje, weliswaar wat minder verboden dan anders, maar toch …… ’t Gaat over bewustwording, een uitdrukking die we, neem ik aan, aan Freud te danken hebben. Ze kwam een halve eeuw geleden in de mode en is inmiddels niet meer weg te denken uit het hedendaagse vocabulair. Vooral vooruitstrevende politici vinden dat dat moet, dat we ons bewust moeten worden van van alles en nog wat. Van de gevaren die ons en ons nageslacht boven het hoofd hangen als we de natuurlijke hulpbronnen opsouperen, als we de oceanen vervuilen, als we teveel energie gebruiken, waardoor we global warming veroorzaken, van de mensenrechten, van de onrechtvaardigheid in de wereld, en ga zo maar door. Ze hebben helemaal gelijk. Natuurlijk moeten we die zaken in de gaten houden, maar het is wel lastig.

En dat terwijl ik nou juist graag dingen doe zonder erbij na ten denken. Als ik me bij het kopen van een banaan moet gaan afvragen of die niet met kinderarbeid is voortgebracht, of door een van die gemene multinationals die uit puur winstbejag arme sloebers uit bananenrepublieken uitbuiten, en dat nog wel met een hongerloontje, dan koop ik geen bananen meer. En daar help ik niemand mee, die arme sloebers niet en die kindertjes niet. En zelfs als we allemaal geen bananen meer zouden kopen van die gemene multinationals, dan nog is het onwaarschijnlijk dat die kindertjes opeens keurig naar school zouden gaan in een omgeving waar er helemaal geen scholen zijn. Waar je je niet al van bewust kan zijn!

Nu heb ik een vriend, een kampioen bewustworder, die daar altijd op hamert. Die zegt dat we OK-bananen moeten kopen. Die zijn weliswaar wat duurder, maar in ieder geval niet voortgebracht met kinderarbeid en hongerloontjes. Dan draag je bij aan

de goede zaak. Daarbij vraag ik me wel af: hoe weet je dat, ben je er wel zo zeker van dat die OK-bananen alleen maar door rechtschapen niet op winst beluste bedrijven zijn gemaakt? Zouden er geen gemene multinationals zijn, die net zo hard hongerloontjes blijven uitbetalen en jongetjes laten zwoegen en die ondanks dat zo’n OK-certificatie weten te bemachtigen. Zo moeilijk moet dat toch niet zijn. Dan betalen ze die arme jongetjes nog wat minder en kopen met wat ze uitsparen aan het OK-stempel.

Maar nee, volgens die vriend van me ben ik fout. De multinationals van de Chiquita bananen zijn gemeen en die OK-stempelaars zijn eerlijk. En de bananenrepublieken, die overigens allang uit de tijd zijn, zijn de slachtoffers. Niet de corrupte bestuurders, die het onder één kaart spelen met de multinationals, maar de onderdanen inclusief die minderjarige jongetjes. Bovendien zijn de OK-bananen volstrekt organisch en milieuvriendelijk gecultiveerd, daar is geen enkele twijfel over. Kortom, ik moet me bewust zijn van het afkeurenswaardige van Chiquita, maar ik mag me er niet bewust van zijn dat OK wel eens wel eens niet zo OK zou kunnen zijn als wordt aangenomen.

Ik heb een hekel gekregen aan het woord bewustwording in de zeventiger jaren van wat nu alweer de vorige eeuw is. Een andere vriend van me, die trouwens een tijdje met me had samengewerkt in Mexico en voor zover ik weet ook lid is geweest van onze vereniging, werd terug in Nederland benoemd tot voorzitter van de Commissie Bewustwording Ontwikkelingssamenwerking. Nu zat ik in die tijd ook in die hoek, maar heb toch altijd gevonden dat wie liever naar Ajax-Feyenoord gaat dan dat dat hij z’n tijd besteedt aan het overtuigen van z’n medemensen van de noodzaak om anderhalf procent van het Bruto Nationaal Product aan ontwikkelingshulp te verspillen, daar het volste recht

Page 16: Popo, 2011 nr 4, september

toe heeft. Die Commissie werd overigens niet veel later ontspoord. Ze waren begonnen verzetsbewegingen in ontwikkelingslanden te steunen met de centjes van de belasbelastingbetalers en zagen dat als een essentiëel onderdeel van ons ontwikkelingsbeleid. Dat kwam dus in strijd met het buitenlands beleid. Groot gelijk, dacht ik toen, dat krijg je van die bewustwording.

Hier in Mexico doen ze er tegenwoordig ook aan. Aan de bewustwording. Op een wat andere leest dan in Nederland, maar ze doen mee. Bijvoorbeeld op de electriciteitsrekening die ik iedere twee maanden in de bus krijg. Van de eerste schrik bekomen word ik erop gewezen dat het bedrag dat ik uiteindelijk moet betalen een stuk minder is dan de werkelijke kosten dankzij de gulle subsidie die de Comisión Federal de Electricidad voor eigen rekening neemt. De CFE dus, die zich ondanks de regelmatige stroomuitval op de borst slaat als een “compañía de clase mundial”. Mooie boel. Dat erbij vermelden van de subsidie is voor de bewustwording, wist Joost me te vertellen. De Wereldbank had het aanbevolen. Om de protesten te sussen die er ongetwijfeld zouden komen bij de tariefsverhogingen die ze hadden voorgesteld. Alsof we niet weten dat die kosten zo hoog zijn vanwege alle “diablitos” waarmee degenen die liever niet betalen hun lijnen aftappen. En ook door de scheutige pensioenen die hun werknemers al op hun vijftigste krijgen en die wel drie keer zo hoog zijn als het maximum van het IMSS en het ISSSTE. Nou ik ben me ervan bewust.

De laatste tijd ligt de nadruk meer op het scheiden van huisvuil. Organisch in één bak en niet-organisch in de andere. Dat is zinvol, want als organisch afval op de vuilnisbelt ligt te rotten, komt er methaangas vrij en dat gaat dan de atmosfeer in. Dat schijnt niet te mogen. Ozongat, global warming en noem maar op. Als je die organische rotzooi nou bij mekaar houdt, heb ik me laten vertellen, kan je dat gas opvangen en er nog wat mee doen. Daar heb ik de moeite graag voor over. In Nederland maken we het nog bonter. Daar hebben we vier bakken. Glas,

papier, organisch en de rest. Ook daar doe ik graag aan mee, maar als ik me een keer vergis laat ik het wel zitten.

Toen we er in Nederland net aan begonnen, dat zal inmiddels wel een jaar of vijfentwintig geleden zijn, ging het gerucht dat dat ze na het ophalen alles gewoon weer bij elkaar kieperden. Maar zelfs dan, wisten ze mij te verzekeren, was het goed voor de bewustwording. Nu doen we uit gewoonte, zonder erbij na te denken. Wel zo gemakkelijk!

Page 17: Popo, 2011 nr 4, september

NEDERLANDSE CULTUUR IN MEXICO

door Mary-Grace van Leeuwen

Nijntje in MexicoDeze zomer zal Nijntje (in het Spaans: Miffy) een bezoek brengen aan het museum van Papalote Cuernavaca. Het museum nodigt u uit om het 56-jarig bestaan van Nijntje te vieren. Maak kennis met de geboorte, de vriendjes en vriendinnetjes van Nijntje, de tekeningen en de literatuur. Dick Bruna is de maker van Nijntje en ook schrijver en tekenaar van vele andere kinderboeken die vertaald zijn in meer dan 40 talen. Zijn creatie ‘Nijntje’ wordt gezien als een van de bekendste uitingen van Nederlandse kunst in de wereld.

Waar: Papalote Cuernavaca, Vicente Guerrero 205, Col. Lomas de la Selva, Cuerna-vaca, Morelos.

Wanneer: 22 juli t/m 23 oktoberWebsite: http://www.papalotecuernavaca.com/bienvenido.html

http://www.facebook.com/papalotecuernavaca

Foto-expositie over Nederland

Mexicaans fotografe Ada Raquel Mestas presenteert een foto-expositie over Nederland, genaamd NEDERLANDS. De opening vindt plaats op 2 september om 19.00 in het Centro Cultural Carranza en Lázaro Pavia S/N, Col. Jardín Balbuena.

Page 18: Popo, 2011 nr 4, september

SOMETIMES...

door Bernard Schut

In most cases rest will help but sometimes this may have to be augmented by medical care and short periods of oxygen treatment. Hospitals, clinics, and even ordinary institutions recognize the problem, are experienced at treating it, and will be glad to help.In de meeste gevallen kan rust u van het probleem af helpen, maar soms is medische zorg noodzakelijk en moet u behandeld worden met zuurstof. Ziekenhuizen, klinieken en zelfs simpele instellingen herkennen uw probleem, hebben ervaring in de behandeling van uw klachten en zijn blij u te kunnen helpen. (uit een gids voor Zuid-Amerika)

San Pedro de Atacama ligt in het noorden van Chili op 2436 meter hoogte en de Laguna Colorada op 4400 meter in Bolivia. Wij overbrugden die afstand in een dag. Te laat hoorde en leerde ik dat dát solliciteren is naar moeilijkheden, vragen om de beruchte hoogteziekte. Bij mij sloeg die ziekte genadeloos toe.Hoog in de Andes zijn er helaas geen gespecialiseerde ziekenhuizen of klinieken. Ik herinner mij dat er onderweg, laat in de avond -was

het in Uyuni, in Potosi?- een paljas aan mijn bed kwam met iets wat leek op een slaapmuts op zijn hoofd, die mij aspirines voorschreef. Eerst in La Paz, zes dagen later, lukte het om een echte dokter te laten komen die mij met enkele injecties weer voldoende op de been kreeg om de reis te kunnen vervolgen. Tot die tijd weigerde mijn lichaam dienst, haperde mijn ademhaling, trok mijn hart het met moeite.

Pas toen we in het Amazonegebied in Peru weer een voor ons normalere hoogte bereikten, verdwenen mijn problemen als sneeuw voor de zon. Die daar natuurlijk ook overvloedig scheen. Hoog in de Andes vriest het ’s nachts dat het kraakt.

Terug in Nederland na dit spannende en toch ook niet geheel ongevaarlijke avontuur, raadpleegde ik uiteraard een dokter. En zo kwam ik bij dokter X terecht. Hij onderzocht mij grondig en stelde een verhoogde bloeddruk vast. ‘Terugkomen voor controle na een half jaar.’

Weer een jaar later, bij de tweede controlebeurt, deelde hij mij mee -het gesprek vond al lopende plaats op de gang, naar aanleiding van een echocardiogram, de spreekkamer was bezet- dat ik een lekkende hartklep had en dat deze sinds het eerste onderzoek harder was gaan lekken. Ik schrok hevig. Lekkende hartklep. Dat was nieuw. En welke consequenties dat had, dat wist ik al helemaal niet. Maar dokter X had weinig tijd. We maakten een volgende afspraak. ‘En als dat nodig is’, voegde hij er losjes aan toe, ‘nou dan zetten we er toch een andere `hartklep in.’

Page 19: Popo, 2011 nr 4, september

Ik besloot om dit verder met mijn huisarts te bespreken en niet met een cardioloog die geen tijd had al lopend door de gang. Ik maakte een afspraak. Maar mijn huisarts kon mij niet helpen voordat hij een verslag van de specialist had gekregen. In de voorafgaande anderhalf jaar bleek nooit enig verslag gestuurd, wat wel gebruikelijk was. Ik belde dus met de secretaresse van dokter X. Ze beloofde voor een verslag te zorgen. Dat kwam niet. Ik belde opnieuw met zijn secretaresse. Ze zou het opnieuw aan hem vragen. Het verslag kwam niet. Ik schreef vervolgens rechtstreeks aan dokter X een brief met het verzoek om een verslag aan de huisarts te sturen. Geen reactie. Dít kon natuurlijk niet. Daarom schreef ik de directie van het betreffende ziekenhuis, met het

verzoek om op te treden. Ook nu hoorde ik niets. Ik schreef de directie nogmaals. En nu kreeg ik antwoord. En dat loog er niet om. Na mijn eerste brief aan de directie was dokter X bij de directie ontboden en had te horen gekregen dat zijn optreden in deze niet “in overeenstemming was met de kwaliteitseisen die aan een specialist van ons

ziekenhuis gesteld mogen worden” en “we spraken af dat … zich bij u schriftelijk zou verontschuldigen.” Ik héb mijn excuusbrief gekregen. Een excuus stond er niet in. En mijn huisarts kreeg uiteindelijk het verslag. Hij liet het me lezen. De laatste zin van het verslag luidde: “Patiënt werd voor verdere controle ontslagen.”

Page 20: Popo, 2011 nr 4, september

WISTEN JULLIE . . . ?

door Kees Burk

...dat Dick Bruna een selectie van zijn werk in langdurig bruikleen heeft gegeven aan het Rijksmuseum. Daarmee hangt NIJNTJE (Pluis) nu naast Rembrandt en Degas. De boekjes over Nijntje zijn in vele talen vertaald waarbij haar naam vaak werd veranderd in Miffy. Vanzelfsprekend is de inmiddels 83 jarige Dick erg blij met deze artistieke erkenning.

...dat op 23 juni j.l. een eind is gekomen aan het spraakmakende proces tegen Geert Wilders, dat op 4 november 2010 van start ging. Hij werd beschuldigd van haatzaaiende en discriminerende uitspraken tegen de islam en aangeklaagd door een aantal organisaties zoals Nederland Bekent Kleur, Landelijk Beraad Marokkanen, Turkse Arbeidersvereniging e.a. Van meet af aan had het Openbaar Ministerie al tot vrijspraak geconcludeerd. Wilders werd op alle punten vrijgesproken. Er is geen hoger beroep aangevraagd.

...dat de universiteit van Wageningen een onderzoek is gestart om meer inzicht te krijgen in de hoeveelheid insecten die er in het verkeer omkomen. Daarbij is de hulp ingeroepen van automobilisten die wordt gevraagd om na een rit het aantal dode insecten te tellen, dat op het nummerbord is geplet. Daarbij moeten zij ook het type auto en de gereden kilometers opgeven. De eerste tellingen geven weer, dat er per elke tien gereden kilometers gemiddeld 2 insecten hun einde vinden op de nummerplaat. De grootste dichtheid omgekomen insecten werd gemeten in Zeeland, Groningen en Friesland.

...dat de bebouwing van Nederland gestaag toeneemt. Tussen 2006 en 2008 is de woningbouw en industriële bouw toegenomen met een oppervlak ter grootte van de gemeente Maastricht. De toename was het grootst in Zuid Holland. Vooral in Rotterdam met, 300 hectare en Den Haag met 80 hectare, kwamen er veel bouwwerken bij.

...dat op 17 juli jl. de bekende John Kraaykamp Sr. is overleden. Hiermee is Nederland een veelzijdig acteur en komiek armer. Hij was natuurlijk een groot komiek en een bekende verschijning op de tv. Samen met Rijk de Gooyer vormde hij jarenlang een duo met talloze tv-optredens. Daarnaast speelde hij in de film "De Aanslag" en vertolkte de rol vang King Lear. John is 86 jaar geworden.

...dat de in 1959 opgeleverde 294 hoge zendmast in Hoogersmilde, die werd gebruikt voor de transmissie van televisie- en radiosignalen op 15 juli jl. is ingestort. Door een brand in de bovenste verdieping van het betonnen onderste deel, werd de stalen voet dermate verhit, dat de complete stalen bovenbouw naar beneden kwam. Nu staat allen nog het 82 meter hoge betonnen deel overeind.

...dat enige beroering is ontstaan bij het bekend worden dat een veroordeelde in de TBS kliniek Oldenkotte uit Rekken in de gelegenheid is gesteld om met zijn vriendin seks te hebben in een ter beschikking gegeven "logeerkamer". De man werd in 2008 wegens serieverkrachting veroordeeld tot 4 jaar en TBS. De relatie die de man heeft met een medewerkster uit een vorige kliniek, zou heilzaam zijn voor de man. De man is nl hyperseksueel, zo melde TC Tubantia.

Page 21: Popo, 2011 nr 4, september

...dat er in het nieuwe Maasstad ziekenhuis in Rotterdam een multiresistente klebsiellabacterie voor een ernstige besmetting heeft gezorgd. Volgens de laatste berichten zijn er 89 mensen besmet en zijn er 28 personen aan de besmetting overleden. Het ziekenhuis heeft een aantal verwijten over zich heen moeten laten gaan. O.a. zou het RIVM te laat zijn geïnformeerd. De directeur, Paul Smits heeft zijn ontslag genomen, maar kreeg toch nog een gouden handdruk, groot 236.000 euro mee. De Tweede Kamer meent, dat hij deze moet teruggeven.

...dat op 23 juli jl. in haar woning in Amsterdam de bekende actrice en comédienne Ina van Faassen is overleden. Zij werd vooral bekend door haar optreden samen met Wim Sonneveld. Zij was getrouwd met de vorig jaar overleden Ton van Duinhoven.

...dat bij de Internationale Wiskunde Olympiade 2011, in Juli gehouden in Amsterdam, het zeskoppige team van Nederland de beste prestatie heeft geleverd sinds 25 jaar. Zij behaalden op de 28e plaats bij 101 deelnemende landen. De top drie werd gevormd door China, VS en Singapore.

...dat Johnny Hoes, schrijver en vertolker van het levenslied, op 23 juli jl is overleden. Wie kent niet zijn plaat "Och was ik maar bij moeder thuis gebleven...". Daarnaast zette hij menig artiest op de rails, waarbij vooral "De Zangeres Zonder Naam" niet ongenoemd mag blijven.De "Koning van de Smartlap" is 94 jaar oud geworden.

Willy de Winter

Officieel tolk- vertaler bij diverse Mexicaanse instanties en als zodanig erkend door praktisch alle ambassades van Amerika en Europa

Nederlands (Vlaams) - Frans - Duits - Engels - Spaans - Italiaans - Portugees en andere talen.

Avenida Horacio 528 (404), Colonia Polanco, 11570, Mexico D.F.

Tel.: 5545 5764 / 5254 7446, Fax: 5531 0348

Page 22: Popo, 2011 nr 4, september

DE PAUZE IN DE REGENTIJD

door Poul van Bremen Mulder

De regentijd begint altijd fors in Oaxaca. Soms eind maart al, meestal is het april dat Tlaloc zijn werk begint. Een forse regenbui met Luz en Sonido, de volledige show, die het begin van de regentijd aankondigt. Soms is het geen gewone kletterbui maar een bombardement van hagel ter grootte van duiveneieren.

Ongeveer een week later een volgende bui totdat de regelmaat gesetteld is. Het betekent ook dat we 's mor-gens van de zon mogen blijven genieten en dan zo tot vijf zes uur de regen mogen verwachten. Het lijkt com-putergestuurd, zo regelmatig is het.

En dan ineens is er een pauze in de regentijd, en ook dat lijkt georganiseerd omdat er in die pauze de Gue -laGuetza wordt gevierd, de derde week van juli. Van heinde en ver en vanuit alle delen van onze wereldbol ko-men bezoekers om deze vier evenementen mee te maken. De GuelaGuetza. Het grootste dansfeest van het westelijk deel van onze aardbol, de kleurrijkste happening op Aarde met een enorme variëteit aan muziek die zijn weerga niet kent en allemaal volledig folkloristies.

De twee maandagen in juli dat de kleine plaatsjes van de acht regio’s van Oaxaca de Stad mogen domineren. Er zijn niet alleen dansen maar ook ceremonies, zoals een huwelijksceremonie of hoe het er toegaat bij een May -ordomia. De Guelaguetza wordt op de eerste maandag geopend door de Centotl, de pas gekozen Prinses van de Mais die even haar rondje loopt en dan naast de Goeverneur gaat zitten. Ik ga hier niet vertellen wat er alle-maal te zien valt en waar de dansers vandaan komen. Ga dit Feest zelf meemaken, neem foto's en geniet ...

Niet ieder jaar lukt het de autoriteiten om Tlaloc zo ver te krijgen dat hij een pauze maakt in zijn Regentijd. Enkele jaren geleden vierde een vriendin van me de GuelaGuetza, in de met bakken uit het hemelrijk komende regen en werd nat tot op haar onderste onderbroekje, maar ze bleef kijken en er bleef gedanst worden!

Oaxaca is arm en het GuelaGuetzafeest wordt aangegrepen voor allerlei andere aktiviteiten die de Stad gezellig maken en een variëteit biedt die aantrekkelijk is en waarvan genoten kan worden. De Stad is gezellig druk en overal kan gegeten worden en het eten is goed. Er wordt handcraft te koop aangeboden, meestal kleurrijk en in ieder geval origineel. De hotels zijn vol en 's avonds flaneert men in de loopstraat El Andador Turistico die van de Santo Domingo Kerk naar het Zocalo gaat.

Het mooie is dat iedereen tevreden is: de bezoekers, de hoteleigenaars en hun personeel, de verkopers die overal in de stad hun koopwaar opruimen, tot de schoenpoetsers toe die goede zaken doen.

Dan gaat de Regentijd weer verder tot oktober met soms een uitschieter naar november en daarna wordt alles weer bruin en geel tot de volgende regentijd.

Page 23: Popo, 2011 nr 4, september

MANNETJE

door Eugenie van Stratum

Drie en een half jaar geleden ging mijn mannetje voor het eerst naar school. In Mexico City. Ik vergeet de angst in zijn grote bruine ogen nooit meer. Hij klampte zich vast aan mijn been. Ik klampte mij vast aan de mand met Delftsblauwe klompjes gevuld met Haagse hopjes. Die mand hielp. De kinderen bekeken Caesar direct met andere ogen. De moeders mij.

Drie en een halve dag geleden ging mijn mannetje voor het eerst naar school. In Leiden. Ik vergeet het zweet in zijn kleine handje nooit meer. Dat klampte zich vast aan dat van mij. Ik klampte mij met mijn andere had vast aan het tasje met handgemaakte Mexicaanse armbandjes. Roze en turkooizen voor de meisjes, met hartjes en belletjes eraan, stoere leren voor de jongetjes. Dat tasje hielp. De kinderen bekeken Caesar direct met andere ogen. De moeders mij.

Ik heb het altijd zwaar op dit soort dagen. Het kwartiertje dat ik als moeder van het nieuwe mannetje in het lokaal mag blijven put mij compleet uit. In Mexico was Caesar pas drie. Hij huilde. Zijn lijfje schokte zacht op mijn schoot. Miss Kristina moest hem uiteindelijk zo liefdevol mogelijk uit mijn armen peuteren. Twintig paar donkere ogen staarden hem nieuwsgierig aan. Eén paar donkere ogen staarde mij smekend aan. Ik liep verscheurd het lokaal uit.

Dit keer trok ik een trainingspak aan. Niet dat dat direct een leuke indruk maakt als nieuwe moeder, maar ik wilde mezelf met nonchalance omhullen. Zodat de binnenkant er misschien zelf ook in kon gaan geloven. Even Caesar naar zijn nieuwe school brengen en dan meteen naar mijn nieuwe school gaan. De sportschool welteverstaan. Alle beklemmende energie rond mijn hartstreek eruit Zumba-en bijvoorbeeld.

Zo ver kwam het niet. Ik mocht van juf Riëtte in het lokaal blijven en het ochtenduurtje ‘meepakken’. Guy had met zijn buurman op de camping gestaan, Max was in Portugal geweest waar hij last had van de muggen, Lucy moest heel lang in de auto tijdens safari en vond dat wel balen, Juf Riëtte zelf was gaan kamperen in Kroatië. Ze zat er nog helemaal in en bleef maar vertellen. De kinderen keken onrustig in het rond. Caesars blik staarde naar één vast punt. De plek waar ik zat.

Op dat moment snerpte een beltoon door het lokaal. Jeetje, hebben kinderen uit groep vier hier al een mobiele? dacht ik nog. Het geluid hield aan. En kwam uit de zak van mijn trainingspak. Beschaamd zette ik hem snel af. Het was el señor, vast om te vragen hoe het was gegaan. Caesar schudde zijn hoofd. ‘Ttss’, kwam er uit zijn mond.

Toen juf Riëtte de klas alle ins & outs van kamperen in Kroatië had voorgespiegeld, werd het tijd om de aandacht naar het nieuwe mannetje te verleggen. ‘Want jij komt van ver, he? Zeg maar eens waar je vandaan komt.’ ‘Mexico,’ antwoordde Caesar zachtjes. ‘En jij hebt ook wat voor ons meegebracht, toch?’ ‘Ja,’ klonk het met net zo weinig volume. ‘Wie wil Caesar helpen met uitdelen?’ vroeg juf Riëtte aan de klas. Er gingen zes vingers omhoog. Op een klas van zeventwintig kinderen vond ik dat een magere score. ‘Caesar, kies jij maar iemand uit die jou mag helpen.’

Mijn mannetje schoof uit zijn bankje. Voetje voor voetje liep hij naar het midden van het lokaal. Ik had zicht op zijn ruggetje. Dat voor mijn ogen nog smaller werd dan het altijd is geweest. Krommer ook. Zijn handjes friemelden met zijn mouwen en met elkaar. Hij schuifelde als een mannetje van negentig een stukje verder. Zonder iemand te kiezen. Er steeg geroezemoes op in het lokaal. Mijn hart sloeg drie

Page 24: Popo, 2011 nr 4, september

keer over. Ik werd opeens zo bang dat hij daar ter plekke in zou storten. ‘Kies maar iemand, lieverd,’ klonk mijn stem. Eindelijk kwam hij in beweging. Hij liep recht naar Thom toe. Samen kwamen ze de armbandjes bij mij ophalen. Toen ik het lokaal verliet, bleef Caesar gewoon aan zijn tafeltje zitten. Hij zwaaide relaxt. Van opwinding rende ik op een draf de gracht af richting huis. Mijn eigen nieuwe school liet ik links liggen.

’s Middags kwam ik het mannetje weer halen. Hij kwam de school uitgerend met een brede grijns op

zijn smoeltje. ‘Het was heel leuk,’ vertelde hij blij. Al pratend liepen we samen naar huis. ‘Wat gebeurde er nou, toen je dat kindje mocht uitkiezen, waarom duurde dat zo lang?’ ‘Nou, omdat ik ze nog niet ken, en niet weet wie leuk is. Dus ik moest lang pensaren (denken) en goed kijken. En toen koos ik Thom.’ ‘Trouwens,’ voegde hij er aan toe, ‘wat dom dat je telefoon gingt in de klas, wat dom!’ Hij rende met rechte rug een stukje voor mij uit.

Mijn mannetje. Mijn gróte mannetje.

Page 25: Popo, 2011 nr 4, september

JE BENT GEK ALS JE IN NEZAHUALCÓYOTL WOONT

door Jan-Albert Hootsen

Iedere vrijdag organiseren de buitenlandse correspondenten in Mexico een informele borrel in La Condesa. Leuk en gezellig natuurlijk, maar toen ik een jaar geleden voor het eerst kwam buurten was het ook een beetje ongemakkelijk. Want van nieuwe collega’s wil iedereen natuurlijk altijd graag weten wie ze zijn, wat ze doen en waar ze wonen. Tot dan toe was het antwoord op die laatste vraag bij nieuwe collega’s eigenlijk altijd La Condesa, La del Valle, Po-lanco of La Roma. Tot ik aan de beurt was. Want ik woon niet in La Roma, La Condesa of Polan-co. Ik woon zelfs niet in Coyoacán, Tlalpan of Xochimilco. Ik woon in Ciudad Nezahualcóyotl.

Toen ik dat zei, keek mijn collega Bill Booth van de Washington Post me glazig aan. “Neza…? Zei je nou dat je in Neza woont??” Ook Dudly Althaus van de Houston Chronicle was stomverbaasd: “Neza? Of all places? Hoe kom je erop…” En David Agren van USA Today zei alleen maar “Wow.”

Ciudad Nezahualcóyotl, genoemd naar de pre-Co-lumbiaanse dichter-koning van Texcoco, is een van die stukken van de hoofdstedelijke área metropolita-na waar buitenlanders niets te zoeken hebben. De

gemeente in Estado de México is een oncontroleer-bare groeikern, die in veertig jaar tijd van een hand-jevol krotwoningen naar een betonnen jungle van bi-jna twee miljoen inwoners is gegroeid. In de 19e eeuw was het gebied waar nu Neza ligt nog het Meer van Texcoco, en het grootste deel van de vorige eeuw was het een zompig moeras. Tot Mexico Stad uit zijn voegen begon te barstten en duizenden Mexi-canen huisjes begonnen te bouwen in Neza. In 1963 besloot de federale regering het gebied, toen nog weinig meer dan een sloppenwijk, de status van municipio te geven.

Anno 2011 is Neza een eindeloze zee van dicht op elkaar gebouwde huizen, winkels en kleine fabriekjes. Bezienswaardigheden zijn er niet. De huizen zien er niet uit, de wegen zijn smal en vol verkeer. Maar Neza staat vooral bekend als een stad met veel criminaliteit die sterk wordt geassocieerd met de drugshandel en jeugdbendes. Ieder jaar weer overstroomt een deel van de stad door de gebrekkige afwatering van de Río de los Remedios, een zwaar vervuild riviertje omringd door woonwijken.

Om al die redenen wordt Neza eigenlijk beschouwd als een no go area voor buitenlanders. Die zijn er dan ook op een hand te tellen. De enige andere buitenlanders die ik hier in twee jaar heb gezien zijn een viertal Cubanen, en die trekken al net zoveel bekijks als ik. El guëro en los negritos, zo worden we genoemd door de buurtbewoners.

Hoe komt een buitenlander in Neza terecht? In mijn geval via mijn vriendin Adriana. Ik ontmoette haar twee jaar geleden. Toen ik eind 2008 besloot om mijn geluk te beproeven als correspondent in Mex-ico, woonde ik eerst drie maanden in Colonia Escandón, vlakbij La Condesa. Dat was een tijdelijke

Page 26: Popo, 2011 nr 4, september

oplossing. Toen ik vertrok, stelde Adriana me voor bij haar en haar familie in te trekken. Haar ouderlijk huis bestaat eigenlijk uit twee aan elkaar gebouwde woningen, waardoor er veel ruimte was. Ik betrok het onbewoonde deel van het huis en sindsdien woon ik daar. Met veel plezier ook, moet ik zeggen.

Maar buitenlanders die ik hier ken en de meeste Mexicanen begrijpen het niet. “Je bent gek dat je daar gaat wonen?” of “Niemand gaat vrijwillig daar wonen!” en variaties op dat thema zijn de opmerkingen die ik bijna dagelijks te horen krijg. Ik vind het eigenlijk wel grappig, omdat ik zelf ooit zo dacht en de vooroordelen deels onterecht blijken te zijn. Ook ik dacht, toen ik voor het eerst in Mexico Stad was, dat je uit Neza weg moet blijven.

Neza bestaat eigenlijk uit twee delen. Het grootste deel ligt tegen de delegación Iztapalapa aangeplakt, en daar gebeuren inderdaad regelmatig nare dingen. Schietpartijen zijn er bijna dagelijkse praktijk. Maar de andere helft, waar ik woon, is een heel ander ver-haal. Dat deel, Aragón, ligt in de buurt van de luchthaven en is eigenlijk vooral een enorme buitenwijk. Het is er niet gevaarlijker dan in de

meeste wijken van Mexico Stad en de kwaliteit van leven is eigenlijk vrij doorsnee. Niets aan de hand. Enige nadeel is de grote afstand tot het centrum van Mexico Stad, maar dat neem ik graag voor lief, aangezien de hele familie van Adriana op een steenworp afstand van ons woont, waardoor er altijd wel iets te doen is.

Wel is er weinig cultuur en de dynamiek en beweging van hartje Mexico Stad ontbreekt. Dat is jammer. Maar daar staat dan weer tegenover dat Neza veel meer een doorsnee Mexicaanse gemeenschap is dan chique wijken als Polanco, Santa Fe of San Ángel. Ik heb er vrienden en mijn schoonfamilie om me heen, beweeg me er gemakkelijk en krijg er bovendien veel verhalen mee die voor mij als journalist interessanter zijn dan wat ik in de drie maanden in Escandón meekreeg.

“Je bent knettergek als je in Neza gaat wonen.” Het is inderdaad geen voor de hand liggende keuze, maar ik vind het altijd prettig als bepaalde vooroordelen eigenlijk wel mee blijken te vallen. Neza valt reuze mee. Het is misschien niet de mooist plek van Mexico, maar ik ga er voorlopig nog niet weg!

Marijke J. Larenas-Linnemann

Drs. Spaanse taal en letterkundeLerares M.O. SpaansBeëdigd tolk-vertaler

Privé- en groepslessen Spaans, Engels, en Nederlands

Vertaalwerk Spaans, Portugees, Engels, Frans, Duits en Nederlands

Clases privadas y en grupo de Español, Inglés y HolandésTraducciones Español, Portugués, Inglés, Francés, Alemán y Holandés

TEL./FAX: (5) 675 44 04

Page 27: Popo, 2011 nr 4, september
Page 28: Popo, 2011 nr 4, september

ALGEMENE INFORMATIE VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING IN MEXICO

Bestuur Nederlandse Vereniging in MexicoEre-Voorzitter Harer Majesteits Ambassadeur drs. Cora MinderhoudVoorzitter (interm) Henk W. Keizer 5846 1586 [email protected] Voorzitter Machteld Caminada 5520 2707 [email protected] Hans van den Bongard 5543 3314 [email protected] Willy van Iersel [email protected] Christina Keizer 5846 1586 [email protected]

Roel van Halen 5291 6131 [email protected] de Geus 5254 4013 [email protected] Delfgauw 3094 2440 [email protected] Elderink 1106 3657 [email protected]

Ledenadministratie en website Eric van Nuland 5662 1033 [email protected] Ad ten Kate 5559 0143 [email protected] NL ambassade Jan Bijl 5520 3189 [email protected]

LidmaatschapHet lidmaatschap bedraagt 500 pesos per familie per kalenderjaar. Leden kunnen deelnemen aan alle activiteiten die georganiseerd worden door de vereniging en ontvangen tweemaandelijks het verenigingsblad de PoPo.

Aanmelding nieuwe ledenNa betaling van het lidmaatschap een kopie van het stortingsbewijs, naam, adres, telefoonnummer en een e-mail adres sturen naar [email protected].

Betalen lidmaatschapBedrag van 500 pesos storten op rekeningnummer 12.90.66 bij Banamex sucursal 4271 ten name van Wilhelmus van Iersel. Voor elektronische storting is de CLABE: 002180427101290663. Kopie stortingsbewijs met vermelding van naam sturen naar Willy van Iersel.

Website www.nvmexico.com

DÉSIRÉE LARENAS LINNEMANNAlergologe en kinderarts

(kinderen en volwassenen)

HOSPITAL MÉDICA SUR

Puente de Piedra n° 150Col. Toriello Guerra - Del. Tlalpan

14050 Mexico D.F.Torre 2, consultorio 602

tel/fax: (52-55) 5171-2248, 5606-6222 ext.4372Celular: (52 of 044)-55-8509.5950

www.dra-desiree-larenas.medem.com

Officieel bedrijfsarts van de Nederlandse AmbassadeOpleiding: Rijksuniversiteit Utrecht.

Instituto Nacional de Pediatría, México