Upload
fluid-publishers
View
266
Download
3
Embed Size (px)
DESCRIPTION
In 2008 bedachten we het concept voor een tweedelig boek voor PPG Coatings Nederland ter gelegenheid van de overname van Sigma Coatings door PPG. Het ene deel van het boek blikt terug op drie eeuwen verfgeschiedenis middels storytelling: nazaten van de vier oerfamilies kijken terug in de eigen geschiedenis. Het toekomstdeel interviewt prominenten en BN’ers over de bouwwereld anno 2022. Hier is scenariodenken als leidraad genomen. Het boek was bestemd voor medewerkers en relaties. Dit is het historiedeel.
Citation preview
‘Het verleden moet men als springplank gebruiken, niet als sofa.’ Harold Macmillan - Brits politicus en premier (1894-1986)
[�]
[�] [�]
Inhoud
Voorwoord
van ons bedrijf is drie eeuwen geleden begonnen. Het is in oorsprong het verhaal van vier familiebe-drijven en dus een verhaal over mensen: wat hun karakters zijn, wat hen drijft, welke keuzes ze maak-ten en in welke markten ze actief zijn geweest. De mensen uit de familiebedrijven van Schoen, Vettewinkel, Varossieau en Boonstoppel hebben ieder op hun eigen manier decennialang aan ons bedrijf gebouwd. Ze hebben markten geëxploreerd, ontwikkeld. Traditie en innovatie gingen hand in hand. Het is niet voor niets dat tot op de dag van vandaag de mens altijd centraal heeft gestaan bij de Sigma-organisatie. In de omgang met elkaar, in het zakendoen en in de samenwerking met klanten en leveranciers. De hele keten doet er toe. Kijk naar de waarden die ons leiden. Dan spreek ik over: toewijding, respect voor eigenwaarde, respect voor maatschappelijke belangen en voor de rechten en bijdragen van werknemers. En uiter-aard verantwoordelijkheid richting aandeelhouders en stakeholders. Waar je ook kijkt, de relatie staat centraal in ons denken en doen. We hebben er in dit boek voor gekozen te laten zien hoe levend dat verleden is. Soms zichtbaar. Vaak verborgen. Maar altijd toegankelijk omdat het er nog steeds is. En kan worden beleefd dankzij een overtuigend verhaal. Wat ons natuurlijk ook bezighoudt, is de nieuwe mijlpaal in de geschiedenis van ons bedrijf: de overname door PPG Industries. Dat heeft ons ertoe gebracht terug te blikken op ons rijke verleden. Om er inspiratie uit te putten en om met frisse energie en vertrouwen vooruit te kijken naar de toe-komst van onze organisatie en de bouwbranche. Met de fusie sluiten we ook een periode af. SigmaKalon bestaat niet meer en begin �008 heeft Jaap Vos, managing director van de Business Unit Decorative Coatings Northern Europe afscheid ge-nomen. Hij is drie decennialang boegbeeld geweest voor een organisatie die nu in transitie is. Jaap Vos was ook cultuurdrager en vanuit beide perspectieven dragen we dit boek aan hem op. Omdat wat hij belichaamd heeft en uitdroeg zo goed past bij wat wij in essentie zijn: een echt mensenbedrijf. Oscar Weber Algemeen Directeur, PPG Architectural Coatings EMEA, Region Northern Europe
Inhoud
[�][�]
De geschiedenis Voorwoord ................................................................................. �
Drie eeuwen verfgeschiedenis: stamboom ........... 4
H. Vettewinkel & Zonen ................................................... 6
Pieter Schoen & Zoon ...................................................... ��
Varossieau & Cie ................................................................... �8
Wed. Boonstoppel & Zonen ......................................... �4
Sigma Coatings .................................................................... �0
Colofon ....................................................................................... ��
Drie eeuwen verfgeschiedenis
[�][4]
Pieter Schoen: opgericht 1722
Varossieau & Cie opgericht 1795
H. Vettewinkel & Zonen
opgericht 1809
Greep uit de overnames door Vettewinkel:
1939 Firma M. Savry & Zoon (Haarlem)
1954 Vettewinkel richt zusterbedrijf
Nederlandsche Eerste Muurverf Industrie (NEMI) op
1967 Chemitex
1970Fusie met Varossieau
Boonstoppel & C0 opgericht 1890
1970 Fusie Varossieau en Vettewinkel:
International Coatings Materials (ICM)
1972 Petrofina integreert de drie bedrijven: Sigma Coatings
1915 Wed. Boonstoppel & Zonen
1995 Overname Boonstoppel door Circle
Group: de naam wordt Kalon Netherlands
1999 De naam Boonstoppel Verf wordt
in ere hersteld
1971 Overname ICM door Petrofina: de
naam blijftInternational Coatings Materials
1999Total neemt Petrofina over:
Sigma Coatings wordt SigmaKalon
2003 Bain Capital neemt SigmaKalon
over, naam blijft gelijk
2008PPG Industries neemt
SigmaKalon over, de bedrijfsnaam bevat PPG
Overname 1969 door Petrofina, Schoen blijft de bedrijfsnaam
Kern van Vettewinkel: bouwverven
[�][6]
[8] [�]
H. VETTEWINKEL & ZONEN
Hendrik Vettewinkel, zoon van de oprichter Dirk, was kunst-
schilder en leidde daarnaast de verfhandel. Na bijna tweehon-
derd jaar wordt er nog steeds door een Vettewinkel kunst be-
dreven: Randi Vettewinkel (1952) in Hoorn.
e broers van haar grootvader hebben destijds de verf-fabriek overgenomen. Die fabriek heeft overigens in haar leven geen rol gespeeld. Randi: ‘Als er al een bin-
ding is met een van de oprichters, is het mijn kunstenaarschap. Pas later, toen ik al kunstschilder was, ben ik in aanraking met de ‘verf-Vettewinkels’ gekomen. Op een cursus in Overveen kwam ik een vrouw tegen die de dochter van de verftak Vettewinkel bleek te zijn. Toen zijn we over het verleden gaan praten.’‘Begin �00� werd ik op ludieke wijze weer met de familiebanden geconfronteerd. Hoorn bestond 6�0 jaar en een aantal kunste-naars kreeg de opdracht een eenhoorn te beschilderen. De een-hoorn staat afgebeeld in het wapen van Hoorn. De verf die ons ter beschikking werd gesteld was van Sigma Coatings. Lekkere verf overigens om mee te werken. �6 Eenhoorns werden geveild en de opbrengst ging naar een goed doel. Mijn eenhoorn is ge-kocht door de Stichting Hoorn 6�0 jaar en is geschonken aan het Westfries Museum. Daar staat hij heel mooi buiten.’ ‘Mijn specialiteit is portretschilderkunst. In �006 schilderde ik in opdracht van zijn kleindochter voor het letterkundig mu-seum in Den Haag een portret van de schrijver Frans Mijnssen (�8��-���4). Het toeval wil dat hij en mijn grootvader van va-ders kant, nazaat van de Vettewinkel van de verffabriek, elkaar kenden. De historie is dus wel via verschillende kanten mijn leven binnen gekomen.’ <<<
D
Kunst, cultuur en verf
RandiVettewinkel‘Op ludieke wijze kwam ik met de familie in aanraking’
Dirk Vettewinkel (1787-1841) was van beroep scheepstim-
merman en later huis- en scheepsschilder. In die laatste
hoedanigheid was hij als Meester Schilder ingeschreven
bij het St. Lucas Gilde in Amsterdam. Het begin van zijn
‘fabriek’ was de productie van verven voor eigen gebruik.
Het koken van lijnolie tot standolie en blanke lakken wa-
ren processen die hij erg goed beheerste. Doordat deze
producten van goede kwaliteit waren, vonden collega-
schilders het overbodig om zelf verf te maken. Zij kochten
het van Dirk, die betere kwaliteit kon leveren dan zijzelf.
Dirk werd, naast schilder, ook handelaar. Het duurde ech-
ter nog een eeuw voordat van verffabricage in het groot
sprake was.
Hoewel Hendrik (1809 -1878) door zijn vader was opgeleid
als huis- en scheepsschilder, verwierf hij meer bekend-
heid als kunstschilder. Hij schilderde voornamelijk haven-,
strand- en zeegezichten. ‘In het bedrijf zijns vaders opge-leid en hetzelve als nog ter genoemde stede uitoefenende, belet dit hem niet zich in zijne tusschenuren naarstiglijk op de kunst toe te leggen, daarin alleen te rade gaande met zijn gevoel en de natuur.’ (uit: De levens en werken der Hol-
landsche en Vlaamsche Kunstschilders, Beeldhouwers,
Graveurs en Bouwmeesters). Werk van Hendrik Vettewin-
kel is te zien in het Teylers Museum (Haarlem), het Ge-
meentearchief en Scheepsvaartmuseum (Amsterdam).
Over de oprichtersDirk Vettewinkel, Meester Schilder
Hendrik Vettewinkel, Kunstschilder
Randi Vet-tewinkel voor het pand van
Vettewinkel in Amsterdam.
In haar linker-hand heeft zij
een blik met vernis.
1809-1970
Kleurwaaier
Reclame voor jachtenlak
Toestem-ming van de gemeente voor plaatsen van een gasmotorin 1882
Verharder voor zinkchromaat
[��][�0]
De Prins Hendrikkade, kortweg PHkade, was lange tijd het hart
van H. Vettewinkel & Zonen. Het eerste pand, nummer 81, werd
in 1867 door Hendrik Vettewinkel Dirkzn. gekocht en besloeg
een koopmanswinkelhuis, bovenhuis, pakkelder en erf. Later
werd het bedrijf uitgebreid met de panden op nummer 79, 80,
82 en het achtererf van nr. 83. Zoals bij vele schildersbedrijven,
brak ook bij Vettewinkel regelmatig brand uit. Voor het eerst in
1899, een tweede brand in 1948 en een derde in 1965. De laat-
ste keer dat er brand was op de PHkade was in 1973, maar toen
was het hoofdkantoor al verhuisd naar Uithoorn. Anno 2008
staat op de PHkade van Vettewinkel nieuwbouw. Aan de ach-
terzijde, Oude Zijdsekolk, is nog de oude gevel van toen te zien
(zie het portret van Randi Vettwinkel). <<<
Prins Hendrikkade: PHkadeNaar men zegt (helemaal ze-
ker is het niet) heeft Vettewin-
kel in 1853 de standolie uit-
gevonden. Standolie is sterk
ingedikte en gekookte lijnolie
die gebruikt werd om olie-
verf mee te maken. Standolie
droogt heel langzaam, maar
laat wel een mooie glans op
het schilderwerk achter.
Met behulp van standolie
ontstonden eerst de witte Ja-
panlakken. De fabricage van
deze Japanlakken maakte
een einde aan het zelf verf
maken door de schilder. Het
standoliebindmiddel werd
later vervangen door alkyd-
hars bindmiddel. Door deze
veranderingen werd verfpro-
ductie een echte industrie.
Zo specialistisch dat het voor
de schilder onmogelijk was
hier tegenop te concurreren.
<<<
Japanlakken
‘Toen de brand uitbrak, werkte ik er nog geen week’Interview oud medewerker Peter de Jong
Peter de Jong kwam in 1965 bij Vettewinkel & Zonen werken. ‘Ik werkte er nog geen week en toen werd ik 5 november ’s nachts gebeld dat er brand was op de Prins Hendrik-kade. Een paar uur later stond ik in oliepak en laarzen de kelders uit te baggeren. Alle bussen verf waren van het bluswater drijfnat geworden. Het was het begin van vijf jaar werken bij Vettewinkel.’ ‘De eerste fusie met Varossieau kwam voor alle medewerkers als een donderslag bij heldere hemel. Ik vond het ook niet leuk. Je bent toch bang dat je je baan kwijt raakt bij een dergelijke reorganisatie. Er werkten toen zo’n driehonderd mensen bij Vettewinkel, die zijn uiteindelijk allemaal meegegaan, eerst naar ICM, later naar Sigma Coatings. Bij ICM bleef iedereen op zijn eigen plek werken. Na het ontstaan van Sigma Coatings werd er veel meer gemixt.’ <<<
Vettewinkel had al vroeg een
neus voor originele reclame-
campagnes. Al in de jaren veer-
tig van de vorige eeuw kwam
het bedrijf kort na de Tweede
Wereldoorlog met ludieke en
prikkelende reclames onder het
motto: ‘wie een goed produkt
maakt is nog niet klaar. Bekend-
heid geve hij aan zijn waar. Dan
eerst is ’t hele werk gelukt.’ Met
behulp van de slogan ‘Verf van
Vettewinkel’ werden de ver-
schillende producten onder de
aandacht van de klanten ge-
bracht. Naast het werk van ont-
werper Gerard Wernars werd
het publiek in de jaren vijftig
aangesproken op achterstallig
onderhoud in de persoon van
de stripfiguur markies De Lama-
rotte (laat maar rotten!) <<<
Reclame
H. VETTEWINKEL & ZONENKunst, cultuur en verf
1809-1970
PHkade
Markies De Lamarotte
Reclame voor lakken
[��]
Punt[��] [��]
op de horizon van Schoen: scheepsverven
[��][�4]
PIETER SCHOEN & ZOON
Tweeëneenhalve eeuw lang was Pieter Schoen & Zoon een echt familie-
bedrijf. Had je eenmaal een baan bij Pieter Schoen, dan bleef je daar toch
wel je hele leven werken.
oos Feuth begon in ���� als vijftienjarige jongen bij Pieter Schoen & Zoon op de administratie. Koos: ‘Het was een echt familie-bedrijf. Hoewel de directie van Schoen meestal wel afstand hield
en wij daar niet zoveel contact mee hadden, werden alle medewerkers wel op hun achtergrond gescreend. Zo was het hoofd personeelszaken voorzit-ter van een plaatselijke voetbalclub en daardoor speelden veel medewerkers bij die club. Onder de naam PSZ (Pieter Schoen & Zoon) deden we ook aan bedrijfsvoetbal. Niet onverdienstelijk, want de leiding wilde wel KNVB competitie spelen. Dat werd door de gemeente afgekeurd omdat we een commerciële instelling waren en daardoor geen veld tot onze beschikking kregen. Toen is de naam inhoudelijk veranderd naar Prettige Spelers Zege-vieren en tot op de dag van vandaag speelt PSZ op zaterdag vierde klasse KNVB.’‘Pieter Schoen was de eerste fabrikant die een spaarsysteem voor haar klan-ten had. Het spaarboekje waarin de zegels geplakt werden, stond op naam van een kind of de echtgenote. Jaren na de overname door Petrofina kwa-men die spaarboekjes nog boven tafel. Ze zijn allemaal uitgekeerd.’‘Hoewel ik bij de boekhouding ben begonnen, lag mijn hart daar niet. Ik wilde “de boer op”, contact met de klanten. In ��6� werd ik vertegenwoor-diger. De kansen die je kreeg maakten en hielden het werk leuk. Je had steeds een andere functie en Pieter Schoen honoreerde goed. Terugkijkend kan ik zeggen dat de grootste overeenkomst tussen Pieter Schoen en het latere Sigma Coatings was, dat je bij beide bedrijven alle gelegenheid kreeg om je te ontplooien.’ <<<
Koos Feuth nam na vijftig dienstjaren in 2001 als verkoopleider (Mr. Sigma) afscheid van Sigma Coatings.
K
Grijs of kleurrijk verleden?
Koos Feuth‘Je kreeg alle kans om je teontwikkelen’
Jan Pieterz. Schoen kocht in 1722 ‘een stukje lant, gelegen tot Westzaan op en over de Gauw’ voor de som van f 70,50. Hierop
werd de molen ‘De Gekroonde Schoen’ ge-
bouwd. In 1725 krijgt de molen toestem-
ming (zie kader ‘Molens’) om te malen.
Hiermee is de firma Pieter Schoen & Zoon
één van die bedrijven die in het begin van
de achttiende eeuw begon met het com-
mercieel exploiteren van aardpigmenten.
Pieter Schoen verhandelde droge verfstof-
fen die uit alle delen van de wereld werden
geïmporteerd. Hij maalde de producten
tot gebruiksklare pigmenten, waarmee
schilders zelf hun verf maakten. Ruim een
eeuw later zou pas kant-en-klare verf wor-
den geproduceerd. Maar toen was het tijd-
perk verfmolens al voorbij en had de moto-
rische industrie zijn intrede gedaan.
Over de oprichtersPieter Schoen & Zoon
1722-1972
Koos Feuth op de Westzanerdijk
in Zaandam, de plek waar ooit
een fabriek van Schoen stond.Hij houdt een potje met een
verfbestanddeel uit 1941 vast.
Doos met kleurstalen
Een verfmolen uit de tijd van Pieter Schoen
De Lelie, verf-fabriek van Pieter Schoen
Reclame voor binnenverf
Offerte uit 1919
[�6] [��]
PIETER SCHOEN & ZOON
Van oudsher haalde Pieter Schoen grond-
stoffen en droge verven uit diverse landen.
Rond 1890 begon de fabriek ook produc-
ten uit te voeren. Men deed zaken met Ne-
derlands Oost- en West-Indië, Roemenië,
Egypte en Portugal. In 1933 werd een verf-
fabriek in Batavia op Java opgericht.
Na de Tweede Wereldoorlog werden
grondstoffen steeds duurder en import-
bepalingen strenger. Bovendien was het
noodzakelijk scheepswerven en varende
schepen, waar dan ook ter wereld, snel
van verf te kunnen voorzien. Men besloot
daarom in allerlei Europese landen, en later
ook over de hele wereld, verffabrieken te
starten. Dit leidde ertoe dat Pieter Schoen
na 1950 een wereldwijd netwerk van doch-
terondernemingen, joint-ventures, licentie-
partners en agenten kreeg. <<<
Expansie
Om een molen te mogen bouwen en gebruiken, had de molenaar een windbrief nodig. Een windbrief is een vergun-
ning tot het bouwen van een molen en omschrijft tegelijkertijd de rechten en plichten van de stichter en zijn eventuele
opvolger(s). In de windbrief is ook de waarborg opgenomen dat op te korte afstand van het bedrijf geen andere wind-
molens gebouwd mogen worden. De windbrief is dus een bescherming op de windkracht. In het geval van de molens
in de Zaanstreek werden de windbrieven uitgereikt door de Staten van Holland en West-Friesland.
De zoon van Pieter Jacobsz. kreeg op 29 januari 1722 een vergunning voor zijn ‘De Gekroonde Schoen’. Deze molen
heeft 157 jaar dienst gedaan voor de firma. Op 20 februari 1880 werd hij geheel door brand verwoest. De tweede mo-
len, de Admiraal ging na 74 jaar op 23 oktober 1878 al door brand verloren. <<<
Molens
Eind negentiende eeuw werd het beeld van de industrie door de tech-
nische ontwikkelingen ingrijpend veranderd. De windmolen, die hoog-
stens 15 pk kon leveren, werd in het laatste kwart van de negentiende
eeuw vervangen door stoommachines en gasmotoren. Deze konden de
verbeterde maalapparatuur aandrijven, waardoor de maling (verkleining) van de pigmenten sterk verbeterde. In dezelfde eeuw ontwikkelde Pieter
Schoen strijkklare, dekkende, laaggepigmenteerde verven, die - zonder
vernissen - een glanzende laag gaven. Toen bouwde hij ook zijn eerste
fabriek ‘De Lelie’.
Elektriciteit werd de krachtbron. Het verfimperium produceerde toen
chemisch samengestelde pigmenten (chromaatgeel, Berlijns blauw, chromaatgroen en litholrood), kalkver-
ven, celluloselakken en synthetische lakken. Omdat de
natte-verffabriek in De Lelie te klein begon te worden
besloot men in 1929, ook in Zaandam, een geheel
nieuwe natte-verffabriek te bouwen die lange tijd tot
de modernste verffabriek van Europa behoorde. In
1942 was het bedrijf uitgegroeid van drie werknemers
in 1898 tot 260 begin 1940. Bij de overname in 1969
door Petrofina telde de onderneming ca. 600 werknemers. <<<
Machines en uitbreiding VerfreceptTot in het laatst van de
negentiende eeuw ble-
ven de schilders in de
stille wintermaanden zelf
hun verven maken vol-
gens geheime recepten
die van vader op zoon
gingen. Tot de vaste
componenten behoor-
den pigmenten (zoals verfhout, krijt, pijpaarde, geeloker, marmer, kurku-ma, houtskoolpoeder, pan-nenrood en blauwsteen), lijnolie en terpentijn. De
verfmolens leverden uit-
sluitend de kleurstoffen.
De wrijfsteen was een
onmisbaar attribuut in ie-
dere schilderswerkplaats,
later gevolgd door de
potmolen. <<<
Grijs of kleurrijk verleden?
1722-1972
Kleurwaaier
Laboratorium
Kantoor
Personeelsblad uit 1962
[�8]
Het belangrijkste segment van Varossieau: DHZ-markt
[�8] [��]
[��][�0]
VAROSSIEAU & CIE
Lodewijk Varossieau, de grondlegger van de fabriek aan de Prins
Hendrikstraat in Alphen aan den Rijn, was kunstschilder. Artisticiteit
kenmerkt tot op de dag van vandaag de familie: kunst is ook de passie
van Louk Varossieau (1943).
ouk Varossieau is sinds �00� mededirecteur van reclamebu-reau KV&CO (Koning, Varossieau & Co/Communication) te Breda, zijn huidige woon- en werkplaats. Als tekstdichter werd
hij in Nederland bekend met toonaangevende commercials en liedjes zoals ‘Het Brabantse land’. Kortom, communicatief met, hoe kan het anders als Varossieau, een grote liefde voor kunst. ‘Onze familie is afstammeling van Jean Varossieau, een hugenoot die zich halverwege de achttiende eeuw in Nederland vestigde. Onze tak heet naar één van zijn kinderen Lodewijk Willem, een naamtradi-tie die in ere is gehouden van mijn overgrootvader tot en met mijn kleinzoon.’ ‘Wat mij nog meer bindt met mijn voorouders? Mijn liefde voor kunst. Kunst is mijn passie. Ik verzamel hedendaagse kunst en schrijf als hob-by kunstboeken. Momenteel ben ik bezig met een serie over avantgarde kunst van kunstenaars die op Bali wonen en werken. Hot Art Bali is een van de delen, er volgen nog Hot Art India en Hot Art China.’ ‘Een derde overeenkomst met de oude vernisstokerij is dat het een van de eerste fabrieken was die aan marketing ging doen en de grenzen verlegde naar het buitenland. Als reclameman zit marketing me na-tuurlijk in het bloed. Overigens, als ik geen reclameman was geweest, was ik ongetwijfeld architect of binnenhuisarchitect geworden. Gevoel voor vorm en kleur is ons kennelijk met de paplepel ingegoten. Niet al-leen mij, maar de verschillende generaties voor en na mij ook. Zo heeft mijn jongste zoon Olivier een galerie Studio Apart en Apart Media in Amsterdam.’<<<
L
Gevoel voor kunst
Louk Varossieau ‘Ik deel de liefde voor kunst met mijn voorouders’
Lodewijk Varossieau (1765 – 1844) was
kunstschilder. Zoals elke kunstschilder uit
die tijd, maakte hij zijn verf zelf. Ook de
vernis waarmee hij zijn schilderijen be-
schermde, stookte hij zelf met lijnolie en
harsen. Achter zijn huis in de Julianastraat
in Alphen aan den Rijn, stond langs de Rijn
de vernisstokerij. Omdat hij meer maakte
dan hij nodig had, verkocht hij zijn over-
productie aan rijtuig- en huisschilders. Het
begin van de verfhandel.
Als kunstschilder werd hij kennelijk gewaar-
deerd, want zijn naam is opgenomen in het
boekwerk ‘Geschiedenis van de Beeldende
Kunsten in de Nederlanden -Hollandsche en
Belgische School- van de vroegste tijden tot
op onze tijd’ door Christiaan Kramm (1864):
Varossieau (Louis) een kunstliefhebber, die te Aarlanderveen over Alphen aan den Rijn woont, van wien ik een klein schilderijtje heb gezien, met koeitjes en schapen, dat, in waarheid, malsch en uitvoerig, in de stijl van Jan Kobell, was geschilderd. Naar het genoemde werk te oordelen is het te bejam-meren dat hij weinig schildert.
Over de oprichtersLodewijk Varossieau, kunstschilder
1795-1970
Louk Varossieau in Alphen aan
den Rijn, op de plek waar
ooit de fabriek van Varossieau
stond.Hij toont een
kleurwaaier voor radiatorverf.
Factuur uit de vorige eeuw
Familiewapen
Kleurkaart
[��][��]
ExpansieOnder leiding van Willem Marinus van Rijn
(directeur van 1906-1937) breidde de fabriek
stevig uit. Er werd hoge kwaliteit verf gepro-
duceerd die door Willem ook in het buiten-
land aan de man werd gebracht, onder meer
in Duitsland, Oostenrijk, Denemarken, België,
Spanje en Engeland. In Parijs, Wenen, Keulen
en Bazel kwamen zelfs kleinere fabrieken. De
verkoop in het buitenland was voor Willem
belangrijker dan in Holland. Hij noemde Hol-
land ‘een volwassen dwerg’ in vergelijking tot
alleen al Duitsland. Voor de Eerste Wereldoor-
log bepaalde de export maar liefst driekwart
van de omzet!
Door de Eerste Wereldoorlog viel met één
klap een groot gedeelte van deze export
weg. De vestigingen in Parijs, Keulen en Bazel
werden door gebrek aan grondstoffen en al-
lerlei andere zaken, opgeheven. Gedurende
het interbellum focuste de fabriek zich op
eigen land. Pas na de Tweede Wereldoorlog
bloeide tijdens het `Van Wersch tijdperk´ de
export weer op: naar naar Duitsland, Luxem-
burg, België en Frankrijk, maar ook naar Irak
en Turkije. Hoogtepunt was de vestiging van
een eigen fabriek in Paramaribo in Suriname
(17 september 1959). Dit bedrijf is door de ja-
ren heen uitgegroeid tot de marktleider (65
procent) in Suriname. <<<
De periode Van WerschIn 1946 trokken Willem van Rijns dochters Albert van Wersch aan als nieuwe di-
recteur. Varossieau was toen een middelgroot bedrijf met goede, klassieke, pro-
ducten en dertien man in dienst, maar hopeloos ouderwets: ‘Ik trof een bedrijf aan waar de klok vijftig jaar geleden was blijven stilstaan.’ Echter: ‘Ik ben vol lof over de toewijding en nauwkeurigheid waarmede ieder lid van deze gemeenschap zijn taak vervult. Mocht ik, bij het invoeren van moderne werkmethoden, deze zelfde toewijding en nauwkeurigheid ondervinden, dan ben ik overtuigd dat, ieder in zijn taak, wij gezamenlijk zullen slagen het bedrijf een vooraanstaande plaats in de Nederlandsche Verfindustrie te verzekeren.’ <<<
Toen Van Wersch bij Varossieau be-
gon, was de gemiddelde leeftijd van
het personeel zestig, de fabriekschef
was 78 en vijftig jaar in dienst, de baas
van de verfmengers was 71 en 45 jaar
in dienst, en de baas van de inpakkers
was 68 jaar en 41 jaar in dienst. De
jongste medewerker was 47 jaar.
De oude garde kreeg een pensioen
aangeboden en er kwam een nieuwe
bedrijfsleider (28), een exportmana-
ger (31), een chemicus (25) en, voor
het eerst in het bestaan van het be-
drijf, zelfs een vrouwelijke kantoorbe-
Nieuwe bezems vegen schoon
HistorVan Wersch koos voor
de nieuwe synthetische
productgroep een merk-
naam waarin de historie
voortleefde: Histor. Maar
het verleden moest ook
als voorbij beschouwd
worden, vandaar de ge-
dachte ‘Historia exit’: De
geschiedenis is voorbij
oftewel het oude heeft
afgedaan. De naam
Histor was ook makke-
lijk in het buitenland te
gebruiken want History
is immers hetzelfde als
bijvoorbeeld Histoire.
Histor werd een groot
A-verfmerk in Neder-
land. <<<
Willem van Rijn zag in zijn tijd al het nut in van reclame en schreef in een brief aan zijn adjunct di-
recteur: ´Een gebrek is bij ons dat wij geen afdeeling of centrale hebben op kantoor voor uitbreiding en reclame der zaak.´ Ook Van Wersch zag in dat naast uitstekende technische producteigenschappen
ook de presentatie van een product belangrijk was. Hij liet grafisch ontwerper Dick Elffers een geheel
nieuwe vormgeving ontwerpen rond het thema kleur. In etiketten, briefpapier, een kleurenwaaier,
het boek Kleur en de nieuwbouw van het kantoor aan de Emmalaan in Alphen aan den Rijn kwam
de nieuwe stijl tot uiting. In 1957 ontving Varossieau van de Koninklijke Academie voor Beeldende
Kunsten in Den Haag de ´Picturaprijs´ als erkenning ´voor de stimulerende manier´ waarop industri-
ele vormgeving een kleur gekregen had. <<<
diende (17). De hoge oude lessenaars
met grote dikke boeken vol krulletters
werden vervangen door bureaus met
stoelen en in 1948 begon de bouw
van een geheel nieuwe vernisfabriek
die niet langer op stoom maar op
elektriciteit draaide.
Ook het productassortiment was
verouderd. De tijd van langzaam dro-
gende, fijne witte japanlakken, stand-
groen en buitenlakken was voorbij. Na
de oorlog was Varossieau zo ver dat zij
vol- en halfsynthetische lakken kon fa-
briceren. <<<
Reclame
VAROSSIEAU & CIEGevoel voor kunst
Etiketten voor blikken met kamerlakverf, japanlak en standverf
Advertentie
1795-1970
De essentie van Boonstoppel: ambachtelijke lakken en verven
[��][�4]
[�6] [��]
WED. BOONSTOPPEL & ZONEN1890-1995
Al vanaf de oprichting in 1890 is Boonstoppel Verf onlosmakelijk
verbonden met schildersvakmanschap. Ad Boonstoppel (1942) is de
zoon van Cees, die weer de zoon is van oprichter Arie. Ad vertelt
over een kleurrijk familiebedrijf.
e Weduwe Boonstoppel en Zonen is altijd een verfproduc-tiebedrijf geweest en een echt familiebedrijf. Ad: ‘Mij werd niet gevraagd wat ik wilde worden. Er werd verondersteld
dat ook ik in het bedrijf zou gaan werken. Tot ���0 ben ik als direc-teur in de firma werkzaam geweest. Hoewel ik er al heel lang uit ben, gaat mijn hart nog altijd sneller kloppen van het bedrijf. Zelfs nu Boonstoppel Verf eigendom van PPG is, volg ik de ontwikkelingen nog steeds. Het is een heel andere organisatie, maar dat stukje Boon-stoppel en de strategie zijn hetzelfde gebleven.’ ‘Boonstoppel heeft altijd de naam van ambachtelijkheid gehad: wij stonden bekend om onze kwalitatief heel goede producten voor een goede prijs. Die naam hebben we al van ver voor de oorlog. De hele schilderswereld kende ons, met name door onze historische kleuren, hoewel dat misschien maar een tiende van onze productie was.’
‘Het grote familiegeheim was de scheiding van directies in ����. Mijn grootvader en zijn broer zijn eruit gestapt en hebben de Weduwe Boonstoppel en Zonen opgericht. Er is nooit over gesproken waarom die scheiding heeft plaatsgevonden. Een oom in Amerika heeft mij la-ter verteld dat de boekhouder destijds op slinkse wijze mijn overgroot-moeder de zaak afhandig had gemaakt. Mijn grootvader en zijn broer waren zo boos dat zij voor zichzelf zijn begonnen. Het fijne weet ik er nog steeds niet van, het is het best bewaarde familiegeheim.’<<<
DIn 1890 besloten Bastiaan en Arie Boonstop-
pel (zoons van Cornelis Boonstoppel) tot
de oprichting van de Firma Boonstoppel &
Co. De fabriek is gelegen aan de Zuidkade,
net buiten Waddinxveen. Omdat vernissen
in die tijd op open vuren werden gestookt
mocht de fabriek wegens brandgevaar en
stankoverlast niet binnen de bebouwde
kom staan. De verfproductie was rond die
tijd nog kleinschalig en beperkte zich tot
het met potmolens malen van pigmenten.
Als door rijtuig- en huisschilders de vraag
stijgt, resulteert dit in een vergroting van
de productie door de Boonstoppels.
Na problemen binnen de familie besloten
Bastiaan en Arie met financiële steun van
hun moeder verder te gaan. Het werd een
fabriek aan de Wilhelminakade onder de
naam Firma Wed. Boonstoppel & Zonen.
Over de oprichtersBastiaan en Arie Boonstoppel
Ad Boonstoppel
‘Mijn hart
gaat nog altijd sneller kloppen van het bedrijf ’
Ad Boonstoppelvoor de voorma-
lige fabriek van Boonstoppel in Waddinxveen.In zijn rechter-hand houdt hij
een thermo-meter die werd
gebruikt tijdens het mengen van
de verf.
Een kleurrijke familieondernemingKleurwaaier
Buitenbeits
[�8] [��]
WED. BOONSTOPPEL & ZONEN
Al vanaf de oprichting in 1890
was Boonstoppel Verf onlosma-
kelijk verbonden met schilders-
vakmanschap. De ‘Weduwe’ was
het meest bekend bij schilders
om de mooie standverven ‘met
de bolle glans en het vette ka-
rakter’. Die verven waren ook
zeer geliefd bij bezitters van mo-
numentale panden. Het werd
het handelsmerk van Boonstop-
pel: ambachtelijke lakken in oor-
spronkelijke verfkleuren. Door
hier ruim een eeuw trouw aan
te blijven, heeft Boonstoppel
Verf een bijzondere positie ver-
worven. <<<
Historische kleuren‘ Vrijdagmiddag werd er schoon-gemaakt. Mijnheer Cees kwam dan wel eens met een kroketje voor iedereen binnen en op maan-dag werd er gestart met machines die er spic & span uitzagen. Het heette een familiebedrijf, maar dat was het ook. Het was één grote hechte familie. Tot op de dag van vandaag wordt er nog jaarlijks een reünie georganiseerd voor en door (oud)personeelsleden.’Ber Lichtenberg, vanaf 1966 werkzaam bij
Boonstoppel Verf. <<<
Kroket
Van Boonstoppel tot PPGDoor de slechte economie, een te groot assortiment en een niet kostendekkend distributiekanaal
ging het halverwege de jaren tachtig niet goed met het bedrijf. Met collega-verffabrikanten werd
gesproken over een samenwerkingsverband. Boonstoppel was interessant vanwege de represen-
tatie van de restauratiemarkt en midden jaren negentig gaat Boonstoppel Verf deel uit maken van
de Circle Group, waarvan de aandeelhouder het Engelse ‘Kalon’ was. De fabriek Boonstoppel gaat
‘Kalon Netherlands’ heten.
Als Sigma Coatings en Kalon in 1999 fuseren, komt de verfproductie in Waddinxveen onder de
regie van Sigma te staan. Omdat de fabriek daar verouderd was en SigmaKalon zelf voldoende
productiecapaciteit had, werd besloten dat er voor de zelfstandige “De Weduwe’ geen toekomst
meer was. Dit betekende niet dat Boonstoppel Verf ook ten einde was. Het merk kreeg weer nieuw
leven, onder het motto ‘ambachtelijke kwaliteit in een modern jasje’. <<<
Vlak na de oorlog wordt al
direct geadverteerd in vak-
bladen zoals ‘Het Schilders-
blad’, ‘De Schilder’, ‘St. Lucas’
en ‘Het Schildersgilde’. Ludiek
waren ze ook, de Boonstop-
pels. In advertenties maak-
ten ze gebruik van dialogen
tussen Schilder en Schilders-
baas. Een daverend succes
bleek de verpakking van het
doe-het-zelf product Fleur
Wandverf. Cees (vader van
Ad) Boonstoppel bedacht
dat de muurverf verpakt
moest worden in vier ver-
schillende soorten emmer-
tjes die leuk versierd waren.
De emmertjes werden op
de doe-het-zelf markt in
1975 geïntroduceerd. In een
week tijd werden er 300.000
stuks verkocht.’ <<<
ReclameTweede generatieBoonstoppelNa de oorlog trad de tweede generatie Boonstoppel aan.
De zonen Cor (zoon van Bastiaan) en Cees (zoon van Arie)
namen het stokje van hun vaders over. De beide vaders
werden commissaris van de fabriek. In 1951 werd de firma
omgezet in een N.V, met uitgifte van aandelen en obliga-
ties. Een periode van nieuwe investeringen en uitbreidin-
gen brak aan, met aanschaf van diverse verfmengappara-
ten, oplosmiddel- en vernispompen en mengketels.
Omstreeks 1980 traden de directeuren Cees en Cor terug,
maar een nieuwe generatie stond al klaar. Ad (zoon van
Cees) en Bas (zoon van Cor) nemen het roer over. Halver-
wege de jaren tachtig braken er minder goede tijden aan.
Ad blijft tot 1990, Bas tot halverwege de jaren negentig. <<<
Een kleurrijke familieonderneming
1890-1995
Advertentie met dialoog tussen Schilder en Schildersbaas
Blanke matlak
De fusie is een succes geworden omdat een aan-tal gevestigde verffabrieken met een grote naam in één bedrijf samenkwamen. Een vierkoppige raad van bestuur zette de lijnen naar de verschil-lende segmenten uit. Vervolgens werden verschil-lende divisiedirecteuren benoemd. Zij kregen de verantwoordelijkheid hun eigen organisatie te stroomlijnen. De keuze van directie en managers, op elke functie de beste persoon, werd op de ach-tergrond aangestuurd door Petrofina. Om het ‘Sigma-DNA’ te bewerkstelligen en te komen tot een goede integratie werden op alle fronten mensen bij elkaar gevoegd. Zo voerde de verkoopleider van Pieter Schoen zijn functie uit binnen de voormalige Vettewinkel organisatie en de verkoopleider van Vettewinkel werd hoofd buitendienst bij wat voorheen Pieter Schoen was.
De naam ‘Sigma’ is overgenomen van de producten waar Pieter Schoen in de scheepvaart al patent op had. Sigma Coatings werd gekozen als overkoepelende naam. De Griekse vertaling ‘som van alles’ gaf de pro-ducten van het nieuwe bedrijf een meerwaarde. Alle verven kregen een Sigma-gezicht. In een jong bedrijf werd de kennis en ervaring samenge-voegd van vele generaties verfmakers.
Som van alles
SSC’sPetrofina wilde het liefst vanuit één pand leveren. Uit marktonderzoek bleek echter dat schilders graag binnen hun eigen regio kopen. Er is toen gekozen om een groot deel van de bestaande verkooppunten (Vettewin-kel en Schoen) om te bouwen tot Sigma Service Centers (SSC), verkooppunten met een eigen formule, gestoeld op een selfser-viceconcept. Deze SSC’s waren voor de pro-fessionele markt en vereisten een marktdek-kend assortiment. Dat deze formule succesvol was, bleek uit de sterk stijgende omzet.Naast het SSC concept is er ruim tien jaar geleden de stichting Vedined (Verfdistri-butie Nederland) opgezet, een samenwer-kingsverband van fabrikant, tussenhandel (grossier) en eigen verkooppunt. Dit is een dynamische stichting geworden. Op non-paintgebied bijvoorbeeld is de inkoop gebundeld en daar is het succesvolle eigen merk ProGold uit gerold. Dit uitgebreide assortiment is alleen verkrijgbaar aan Sig-ma Coatings gerelateerde verkooppunten. Anno �008 staan �6 SSC’s en 4� grossiers vestigingen door heel Nederland de profes-sionele schilder met raad en daad bij.
Successtory Amsterdam fabriek en distributiecentrumIn de jaren tachtig vestigde Sigma Coatings in het Westelijk Havenge-bied van Amsterdam een ultramodern research center, naast een nieuwe verffabriek en distributiecentrum. Met de vestiging hiervan viel definitief het doek voor de fabrieken van Pieter Schoen in Zaandam en van Varos-sieau in Alphen aan den Rijn.Uniek aan de nieuwe verffabriek in Amsterdam (VFA) is de integratie van fabricage en logistiek in een volledig geautomatiseerd productiepro-ces. Het was en is nog steeds één van de modernste verffabrieken binnen Europa.
De Wet op de Ondernemingsraden is van kracht sinds ���0. Het na-oorlogse harmoniemodel kreeg op de werkvloer gestalte via de onder-nemingsraad, waarvan de directeur voorzitter was.Rien van Viegen werkte voor de fusie in ���� bij Varossieau. Daar deed hij zijn eerste ervaring als lid van de ondernemingsraad op. ‘Het was echt zoals de oude plaatjes van de geschiedenisboekjes. De direc-teur deelde sigaren uit en vertelde iets met de vingers achter de mouw-gaten van zijn vestje. Daarna kreeg je misschien nog een kopje koffie, maar dat was het dan. Er werd zeker niet verwacht dat er kritische geluiden vanuit de werknemers kwamen.’Na de fusies ontstond er een gezamenlijke ondernemingsraad waarin Van Viegen actief bleef. Pas in ���� verdwijnt de directeur uit de ondernemingsraad en wordt de ondernemingsraad een zelfstandig orgaan binnen de organisatie. Rien van Viegen werd, eigenlijk vanzelf-sprekend, voorzitter. Het zou een voorzitterschap van �4 jaar worden. ‘Terugkijken kan ik met overtuiging zeggen dat bij Sigma Coatings de on-dernemingsraad altijd heel serieus genomen is en dat is een goede zaak.’
36 jaar ondernemingsraad ‘In de eerste jaren was de directeur voorzitter’
Eind jaren zestig waren er veel aanbieders op de verfmarkt. Om een plek op de markt te waarborgen ontstond een tendens tot samenwerking en consolidatie. Deze tendens vond onder meer zijn weerslag in ��6� in een samenwerkingsverband van Petrofina met Pieter Schoen in Zaandam. Oliebedrijven waren geïnteresseerd in bedrijven die hun grondstoffen verwerkten, zo ook Petro-fina. Op � januari ���� verschijnen de verschillende verfbedrijven van de Petrofinagroep onder één naam: Sigma Coatings.De drie verschillende familiebedrijven brachten elk een eigen marktsegment in. Grofweg kan worden gesteld dat Pieter Schoen de scheepvaart beheerste, Varrossieau voornamelijk producten voor de DHZ markt produceerde en dat de corebusiness van Vet-tewinkel voornamelijk bestond uit bouwverven.
Het begin van een nieuw tijdperk Door na de fusie
1972-1999
Het eerste relatiemagazine van Sigma, Sigmakontakt
[�0] [��]
Sigma Coatings
In ���� veranderde de bedrijfsnaam in SigmaKalon. Dat bleef zo tot de over-name door PPG Coatings, begin �008. De merknaam Sigma blijft wel bestaan.
SigmaKalon en PPG
Advertentievan Sigmatex
UitgeverPPG Coatings Nederland B.V., Uithoorn
RealisatieBoomerang Publishing, Amsterdam
ConceptMarion de Regt, PPG
Otto de Ruijter, Boomerang Publishing
Redactie commissie PPGBert Bloemendaal, Guus Duray, Bianca Maton, Hennie Muller, Brechje Vissers, Oscar Weber
Coördinatie PPGBianca Maton
ProjectredactiePatricia Oomen, Boomerang Publishing
Art direction & vormgevingFreddy Vermeulen, Amsterdam
Research en tekstWil Koning, Amstelveen
Fotografie attributen, pigmenten en schatkistenRoel Koning
StylingCindy Berg
Portretten nazaten Marthein Smit
© 2008. PPG Coatings Nederland B.V. en Boomerang Publishing hebben bij de productie van dit boek uiterste zorgvuldigheid nagestreefd. De uitgever aanvaardt geen aansprakelijkheid voor onjuistheden in dit boek. Niets in deze uitgave mag worden overgenomen en/of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
colofon[��]