15
Tekst 8 Lingua Latina Goede raad voor Alexander

Tekst 8 Lingua Latina

  • Upload
    anson

  • View
    78

  • Download
    1

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Tekst 8 Lingua Latina. Goede raad voor Alexander. r.1. TITUS Salve , Marce ! Cur tam sero venis ? Cave iram Diodoti ! Hallo Marcus! Waarom kom je zo laat ? Kijk uit voor de woede van Diototus !. r.2. Filius Fortunae es : magister enim Senecae sui librum legit . - PowerPoint PPT Presentation

Citation preview

Page 1: Tekst  8 Lingua Latina

Tekst 8 Lingua Latina

Goede raad voor Alexander

Page 2: Tekst  8 Lingua Latina

r.1

TITUS Salve, Marce! Cur tam sero venis? Cave iram Diodoti!

Hallo Marcus! Waarom kom je zo laat? Kijk uit voor de woede van Diototus!

Page 3: Tekst  8 Lingua Latina

r.2

Filius Fortunae es: magister enim Senecae sui librum legit.

Je bent een zoon van Fortuna (geluksvogel!): onze leraar leest namelijk een boek van zijn (geliefde) Seneca.

beroemdfilosoofmidden1e eeuw

Page 4: Tekst  8 Lingua Latina

r.3-4

Liber valde placet, ut vides; itaque Diodotus te non curat.

Het boek bevalt hem zeer, zoals je ziet. Daarom bekommert Diodotus zich niet om jou.______________________________

Nos1 autem de nova suasoria2 disputamus

Wij bespreken echter een nieuwe redevoering.

Page 5: Tekst  8 Lingua Latina

r.5

MARCUS Quid disputatis? Narrate, amici!

Wat bespreken jullie? Vertel, vrienden!

Page 6: Tekst  8 Lingua Latina

r. 6-7 TITUS Disputamus de consiliis

Alexandri Magni, regis Macedonum3.

Wij discussiëren over de plannen van Alexander de Grote, de koning van de Macedoniërs.

Page 7: Tekst  8 Lingua Latina

r.8-9

MARCUS Quid ad me4? Non curo consilia regum et imperatorum.

Wat heb ik daar mee te maken? Ik bekommer me niet om de plannen van koningen en keizers.__________________

LUCIUS Tu nihil curas nisi puellas pulchras; semper litteras Aemiliae tuae exspectas

Jij bekommert je om niets, behalve om mooie meisjes: jij zit altijd op brieven van jouw Aemilia te wachten.

Page 8: Tekst  8 Lingua Latina

r.10-11-12

MARCUS Cave, homo miser, et tace de Aemilia mea!

Kijk uit, jij ellendige kerel, en zwijg over mijn Aemilia!__________________

Plenus es invidiae miserae, quod ego puer pulcher sum, quod puella pulchra me amat.

Jij zit (lett.) vol met ellendige jaloezie, omdat ik een knappe jongen ben, omdat een mooi meisje verliefd is op mij.

Page 9: Tekst  8 Lingua Latina

r.13-14-15

Tu autem narra, Tite: Quid habet in animo Alexander vester?

Maar vertel jij eens, Titus: Wat is jullie Alexander van plan?____________________

TITUS Non est ‘Alexander noster’, non magis quam5 tuus – sed hodie Oceanum navigare studet.

Het is niet ‘onze Alexander’, evenmin als de jouwe - maar vandaag wil hij de Oceaan bevaren.

Page 10: Tekst  8 Lingua Latina

Wat gebeurt er precies?

Marcus heeft geen zin om mee te doen met de les, daarom zegt hij ‘vester’ Alexander. (r.13)

Titus gaat er tegen in: het onderwerp van de les is ook niet hun keus.

Autem (r.13): overgang van het gekibbel met Lucius over Aemilia naar de serieuze vraag aan Titus, over de inhoud van hun opdracht.

Sed (r. 15): tegenstelling tussen het gezeur over ‘vester’ en ‘tuus’ Alexander, tegenover het benoemen van de opdracht.

Page 11: Tekst  8 Lingua Latina

r.16-17-18 MARCUS Oceanum! Nonne timet iram Dio...

ehem, deorum et dearum?

De Oceaan! Is hij dan niet bang voor de woede van Dio...ehem, van de goden en godinnen?_____________

LUCIUS Audi verba magistri: ‘Alexander, quod gloriae cupidus est, cum paucis viris Oceanum navigare studet

Luister naar de woorden van de leraar: ‘Omdat Alexander vol verlangen is naar roem, wil hij met weinig mannen de Oceaan bevaren.

Page 12: Tekst  8 Lingua Latina

r.19-20-21

Vos6 autem, pueri, consiliarii7 regis, amici vestri, estis.’

Jullie echter, jongens, zijn de raadgevers van de koning, jullie vriend.

GAIUS Possumus regem de periculis magni Oceani admonere : Est plenus monstrorum ...

We kunnen de koning waarschuwen voor de gevaren van de grote Oceaan: Deze is vol monsters...

Page 13: Tekst  8 Lingua Latina

r. 22-23

TITUS .. in libris hominum doctorum nihil de terris in Oceano sitis legimus ...

...in de boeken van geleerde mannen lezen we niets over landen liggend in de Oceaan (die in de Oceaan liggen)

LUCIUS Itaque rex neque oppida neque agros invenire potest ...

Dus kan de koning geen steden en ook geen velden ontdekken (vinden)

Page 14: Tekst  8 Lingua Latina

r.24

GAIUS ... iamque dominus tot terrarum, tot populorum est ...

...en hij is al de baas van zoveel landen, van zoveel volken

MARCUS Nunc bonis consiliis abundo, amici mei: Nunc certe Alexandrum admonere possum!

Nu heb ik goede adviezen in overvloed, mijn vrienden. Nu kan ik Alexander zeker raadgeven!

Page 15: Tekst  8 Lingua Latina

1. Wat bedoelt Lucius in regel 2 met Filius Fortunae es?

2. Wat is er aan de hand in regel 2? Waarom kan Marcus te laat binnen komen?

3. Wat geeft het woordje ‘autem’ aan in regel 4, welke tegenstelling wordt benadrukt?

4. Welke argumenten voeren de jongens aan om Alexander zijn tocht af te raden?

5. Kan je een overeenkomst noemen tussen het onderwijs in Rome en in onze tijd? Herlees de tekst en noem dingen die je herkent vanuit je eigen schoolsituatie.